JAARGANG 14 • MAART 2014 • NUMMER 1 inhOuD KORT Het meerjarenplan ‘Door Ontwikkeling Delta’ levert veelbelovende resultaten op, stelt de William Schrikker Groep. Het gaat hier om de Deltamethode die doorontwikkeld is met de effectieve elementen van ‘Signs of Safety’. Jong aan de Amstel besteedde hier het vorige nummer al aandacht aan. De William Schrikker Groep voert deze methode vanaf april 2012 uit bij 400 ondertoezichtstellingen. Daarnaast organiseert ze ook familienetwerkberaden of zet een Eigen Kracht-conferentie in. De nieuwe werkwijze levert volgens de William Schrikker Groep een aanzienlijke besparing op: “Als we het effect van het actuele resultaat van 30 procent minder uithuisplaatsingen kwantificeren betekent dit een besparing van bijna 4 miljoen euro’s. Als we deze werkwijze landelijk invoeren, zal de besparing fors toenemen.” Meer informatie: www.wsg.nu Stut en steun ook in de jeugdzorg De gemeente Amsterdam heeft extra subsidie toegekend aan Cordaan om kinderen en jongeren te begeleiden die op de wachtlijst van Bureau Jeugdzorg en de William Schrikker Groep staan. Cordaan zet thuisbegeleiding – stut en steun – al jaren succesvol in bij gezinnen met kinderen of met ouders met een beperking. Dit gebeurt vanuit de AWBZ. Nu gebruikt Cordaan dit programma ook bij gezinnen van Bureau Jeugdzorg of de William Schrikker Groep. Cordaan wil met de begeleiding de wachtlijsten verkleinen en de inzet van duurdere hulpverlening verminderen. Daarnaast verwacht Cordaan dat deze vorm van thuisondersteuning ervoor kan zorgen dat een ondertoezichtstelling sneller kan worden beëindigd omdat cliënten sneller kunnen worden terugverwezen. Meer informatie: www.cordaan.nl Move2Learn is nu een ‘Erkende Jeugdinterventie’ De sociaalcognitieve vaardigheidstraining Move2Learn is opgenomen in de databank ‘Erkende Jeugdinterventies’. Move2Learn is een brede groepstraining voor een diverse doelgroep met verschillende intelligentie- en vaardigheidsniveaus. Move2Learn wil de sociale en probleemoplossende vaardigheden van jongeren vergroten en voorkomen dat gedragsproblemen verergeren. De training is bedoeld voor jongeren van 12 tot en met 18 jaar met beginnende gedragsproblemen die worden veroorzaakt door vaardigheidstekorten. Ouders en – indien de training wordt uitgevoerd op school – leerkrachten krijgen basisvaardigheden en informatie over de jongerentraining aangeboden. Meer informatie: www.spirit.nl Jong aan de Amstel op Twitter en Facebook Jong aan de Amstel is met ingang van het nieuwe jaar ook te volgen op Twitter en Facebook. Via deze social media zal ‘Jong aan de Amstel’ informeren over jeugdzorg, jeugd-ggz en de zorg voor lvb-jongeren in de Stadsregio Amsterdam Ons twitteraccount is @jongaandeamstel. Onze facebookpagina: www.facebook.com/ jongaandeamstel Trajecthouder moet lvb-ouders steunen Ggz-zorg gegarandeerd in Ouder- en Kindteams Geen dag hetzelfde voor gezinsouders 2 2 3 Tussen twee vuren. Zo voelen zich kinderen van ouders bij wie de scheiding uitloopt op een ware machtsstrijd. Het probleem neemt de laatste jaren toe. Uiteraard lopen niet alle scheidingen uit op een machtsstrijd, maar volgens de kinderombudsman zijn jaarlijks 15.000 kinderen slachtoffer van een scheiding die op een bittere strijd uitloopt. Wat zijn de gevolgen voor de kinderen, hoe kunnen we ze bijstaan in het juridisch proces, hoe zorgen we ervoor dat ouders in elk geval het belang van het kind weer centraal stellen? Lees verder op blz. 7 DOO R : MA RT I N G E RRIT SEN Mark Bent over de transitie ‘Zonder overgangsperiode is het een grote gok’ Als er geen fatsoenlijke overgangsperiode komt, is de transitie van de jeugdzorg een grote gok. Dat stelt Mark Bent, directeur van Spirit. Hij zag de jeugdzorg de afgelopen veertig jaar ingrijpend veranderen, maar de wijziging die er nu aankomt is ongekend. “Ik sta 100 procent achter de inhoudelijke doelstelling; komen tot integrale en passende hulp die we zo vroeg mogelijk inzetten. Juist daarom pleit ik ervoor de eerste jaren goed te benutten.” T he future is unwritten. Dat moet volgens Bent het onderwerp van het interview zijn. “Het geeft namelijk precies aan in welke fase de jeugdzorg zich bevindt. Vrijwel iedereen die ik spreek wil een reis in de tijd maken om te kijken waar de jeugdzorg over vijf jaar staat. Of over twee jaar. Heb ik dan nog werk, willen medewerkers weten. Krijg ik nog hulp, willen cliënten weten. Bestaan de huidige instellingen nog? Dat zijn existentiële vragen en niemand weet het antwoord. Niemand weet hoe de transformatie en de transitie uitpakken. Die onvoorspelbaarheid zegt wel iets over de omvang en complexiteit van de veranderingen.” In de bijna veertig jaar dat Bent nu in de jeugdzorg werkt, heeft hij nog nooit zo’n drastische stelselwijzing meegemaakt. “Het is enigszins te vergelijken met de introductie van de bureaus jeugdzorg, maar toen waren de plannen meer omlijnd en waren er minder spelers bij betrokken, namelijk de vijftien provincies en stadsregio’s. Nu gaat het om een decentralisatie op drie terreinen – de jeugdzorg, de zorg en de participatie – waarbij niet alleen 411 gemeenten zijn betrokken, maar ook andere spelers, zoals de zorgverzekeraars.” En, zo voegt hij eraan toe: “Deze verandering gaat ook nog eens gepaard met een bezuiniging.” Bent staat overigens achter de inhoudelijke doelstelling van de transitie en de transformatie. “We moeten komen tot integrale en passende hulp die we zo vroeg mogelijk inzetten. Daar sta ik 100 procent achter. Aan de ideevorming daarover heb ik ook nog mijn steentje bijgedragen. Het is ook logisch dat de verantwoordelijkheid bij de gemeente komt te liggen.” lende oplossingen te bedenken. Ik gun ze tijd aan iets nieuws te werken, in partnership met de huidige organisaties. Alleen is die tijd er niet. Natuurlijk hadden we de afgelopen twee jaar overal proeftuinen, maar pas dit jaar komen de transitie en transformatie op stoom. Pas nu nemen we besluiten over doorverwijzen en hulp. Wie bepaalt welke hulp noodzakelijk is? Wie is aansprakelijk? Dat is nog niet duidelijk.” Bent pleit voor een overgangsperiode van drie tot vijf jaar. “Je hebt die tijd minimaal nodig om een nieuw systeem te ontwikkelen, om het te implementeren en om het bij te sturen.” Volgens hem kan de invoering dan ook zorgvuldig gebeuren. “Nu willen we op 1 januari 2015 alles tegelijk invoeren, maar het is verstandiger om dat gefaseerd te doen. Neem de financieringssystematiek. Die overgang wordt zeer ingewikkeld omdat we gelden uit de AWBZ, DBC’s en andere bronnen in een nieuw format moeten gieten. Is het niet verstandiger om de manier van afrekenen nog even intact te laten zodat we ons kunnen concentreren op de inhoudelijke veranderingen?” “First things First”, stelt Bent. “Voer de veranderingen gedoseerd in. Probeer bijvoorbeeld eerst de wijkteams goed op te zetten en vervolgens de gespecialiseerde zorg. Ik pleit niet voor uitstel, maar voor het goed benutten van de eerste jaren. We moeten zaken goed en terdege neerzetten. Mijn grootste vrees is namelijk dat bij het eerste het beste incident alles weer ter discussie wordt gesteld, dat wordt geconcludeerd dat de hele stelselwijziging een fiasco is. Incidenten komen er ongetwijfeld, maar we moeten die analyseren en de oorzaak wegnemen. We moeten dan niet direct alles ter discussie stellen.” Lees verder op blz. 2 FOTO : M AR JA FA FI AN I William Schrikker realiseert 30% minder uithuisplaatsingen THEMA: VECHTSCHEIDING Zorgvuldig De invoering van het nieuwe stelsel moet zorgvuldig gebeuren en over die zorgvuldigheid maakt Bent zich zorgen. “We willen van a naar b, maar hoe dat moet is nog steeds onzeker. Ik gun gemeenten tijd om dingen uit te proberen. Ik gun ze tijd om de complexe financiële regelingen opnieuw in te richten. Ik gun ze tijd om verschil- Mark Bent: “Je hebt minimaal drie jaar nodig om een nieuw systeem te ontwikkelen, om het te implementeren en om het bij te sturen.” 1 Vervolg van voorpagina ‘Zonder overgangsperiode is het een grote gok’ Afspraken Als er geen overgangsperiode komt, noemt Bent de transitie een grote gok. “We moeten op nationaal niveau afspraken maken als we van de transitie een succes willen maken. Dat klinkt tegenstrijdig nu alles overgaat naar de gemeente, maar de landelijke overheid moet de kaders aangeven. We maken nu al afspraken op deelgebieden, bijvoorbeeld over de inkoop door zorgverzekeraars van de jeugd-ggz. Of over de garantie die de bureaus jeugdzorg de eerste jaren krijgen. Dat is goed, maar het gaat om een visie op het geheel.” Maar zelfs met die visie, is het nieuwe stelsel geen wondermiddel. “We zetten nu de wijkteams op. Dat gebeurt met veel idealisme en enthousiasme. We verwachten er veel van, maar de problematiek is weerbarstig. Welk stelsel je ook invoert, er blijven altijd jongeren met problemen voor wie geen tovermiddel bestaat. Daarbij gaat het soms om diepgewortelde problemen. Je ziet dat een kleine groep een groot deel van het jeugdzorgbudget opsoupeert. Die problematiek is weerbarstig. Met preventie nemen we echt niet alle problemen weg. Dat ontslaat ons niet om idealistisch te denken bij het opzetten van een nieuw stelsel, maar we moeten de realiteit niet uit het oog verliezen.” Mark Bent werd op zijn 29ste directeur van Amstelstad, een van de voorlopers van Spirit. Daarvoor werkte hij vier jaar als maatschappelijk werker bij de William Schrikker Groep. Hij is inmiddels 63 en gaat in april met vervroegd pensioen. “Een goed moment om afscheid te nemen”, zegt hij. “De mensen die in 2015 een nieuw begin moeten maken, kunnen nu alles opnieuw opzetten.” Bent: “The future is unwritten. Dat geldt natuurlijk ook voor mij. Ik zal nu meer tijd hebben voor mijn hobby’s, als de sport en mijn boot. Maar ik zal niet helemaal uit de zorg verdwijnen. Ik zit al in een Raad van Toezicht en zal me heroriënteren op hetgeen ik nog meer kan doen.” DOO R : MA RT I N G E R R IT S E N Ggz-zorg gegarandeerd in Ouder- en Kindteams Gz-psychologen gaan deel uitmaken van de Ouder- en Kindteams. Dat kwam het Sigra-overleg jeugd-ggz overeen met de gemeente Amsterdam. Een belangrijke winstpunt, meent Mark van den Eshof, directeur divisie Gezondheidszorg bij de Bascule en voorzitter van het Sigra-jeugd ggzoverleg. M et de gz-psycholoog is de ggz-expertise geborgd in de Ouder- en Kindteams, meent Van den Eshof. De gz-psycholoog kan eventuele psychiatrische problematiek direct onderkennen en het kind zo nodig doorverwijzen. Hiermee wordt voorkomen dat het kind eerst in allerlei trajecten terechtkomt voordat de psychiatrische problematiek wordt onderkend. De Ouder- en Kindteams fungeren vanaf 2015 in Amsterdam als ‘voordeur’ voor de jeugdzorg en de jeugd-ggz. Ouders en kinderen kunnen er terecht voor opvoedhulp en bij ernstige problematiek verwijst het team door naar de gespecialiseerde zorg. Garantie de gespecialiseerde instellingen. En dat is niet per Kosten besparen Ondanks dat laatste puntje van kritiek is Van den se de eigen instelling.” Eshof tevreden met de huidige opzet. “Het werkt Artsen snel en kostenbesparend. Je voorkomt ermee dat “Het idee hierachter is dat ieder kind zich bij er te lang wordt ‘doorgemodderd’ met een kind het Ouder- en Kindteam kan melden”, zegt dat eigenlijk doorverwezen moet worden, maar Van den Eshof. “Ook de huisarts kan met je voorkomt ook dat kinderen onterecht worden een gerust hart verwijzen. Er is altijd een gzdoorverwezen naar de ggz. Veel lichtere ggzpsycholoog aanwezig.” Daarnaast blijven artsproblematiek kan prima binnen het Ouder- en artsverwijzingen mogelijk, een hard punt voor de Kindteam worden opgevangen en behandeld.” jeugd-ggz. “Maar elke verwijzing moet worden Amsterdam heeft het nu goed geregeld, maar getoetst door het Ouder- en Kindteam”, voegt het is onduidelijk welke plaats de jeugd-ggz Van den Eshof daaraan toe. “Dat is juridisch krijgt in de teams van de andere gemeenten. noodzakelijk en je voorkomt ermee dat cliënten Van den Eshof: “Het liefst werken we overal met worden doorverwezen met slechts de verwijzing dezelfde constructie. We kunnen op deze manier ‘graag uw mening’. Die verwijzingen kunnen namelijk de ggz-expertise in de wijk garanderen, gewoon via het Ouder- en Kindteam voor een maar het wordt er niet eenvoudiger op als straks eerste screening en diagnostiek. Maar in het elke gemeente met een eigen invulling van de geval van een spoedopname of wanneer er wijkteams komt. evident sprake is van forse ggz-problematiek Gelukkig is inmiddels duidelijk dat nagenoeg en er rechtstreeks naar de instellingen verwezen alle gemeenten uit de stadsregio het ggz–jeugdwordt, dan is die toestemming achteraf wel veel inkoopbeleid van Amsterdam hanteren voor extra administratieve rompslomp. Dat is jammer. de specialistische zorg. Dat scheelt een hoop Met de gemeenten bekijken we nog hoe we dit werk en maakt de afstemming op dit niveau tot een minimum kunnen beperken.” eenvoudiger.” In elk Ouder- en Kindteam komen twee formatieplaatsen voor gz-psychologen. Deze worden ingevuld door vier gz-psychologen die ieder voor 50 procent op het Ouder- en Kindteam werken. “De samenwerking tussen de verschillende ggz-instellingen is een garantie voor de kwaliteit, beschikbaarheid en deskundigheid van de jeugd-ggz in de Ouder- en Kindteams”, stelt Van den Eshof. Die samenwerking vindt plaats binnen het Sigraoverleg jeugd-ggz, waarin Arkin, GGZ Ingeest/ PuntP, MOC ’t Kabouterhuis, de Opvoedpoli en de Bascule deelnemen, kortom alle belangrijke ggz-instellingen in de stadsregio. “Inmiddels werken we in de proeftuinen al op deze manier”, gaat Van den Eshof verder. “De gzpsycholoog is daar beschikbaar voor consultatie door collega’s van het Ouder- en Kindteam en voor screening, diagnostiek en kortdurende behandeling. Als er daadwerkelijk sprake is van ernstige psychiatrische problematiek, kan de gz-psycholoog doorverwijzen naar de gespecialiseerde zorg in de zogenaamde flexibele schil om de Ouder- en Kindteams heen of naar DOO R : MA RT I N G E R R IT S E N Trajecthouder moet lvb-ouders steunen Voorbeelden zijn er genoeg. Van het achttienjarige meisje dat in de tiende week van haar zwangerschap een plaats aanvraagt in een opvanghuis, maar daar pas terecht kan een maand na haar bevalling. Of van het even oude meisje dat zwanger is, maar geen hulp krijgt omdat het CIZ haar IQ net iets te hoog vindt voor een indicatie. De problematiek bij ouders met een licht verstandelijke beperking is weerbarstig. “Maar,” zegt Rob van de Beek, directeur van Philadelphia, “we kunnen de werkelijkheid niet veranderen. We kunnen wel onszelf veranderen.” E n dat is precies de insteek van de ‘Stedelijke Keten voor (toekomstige) ouders met een licht verstandelijke beperking en hun kind(eren)’. Een hele mond vol. Onlangs was de derde werkconferentie van deze stedelijke keten, waarin een groot aantal organisaties samenwerken die in de gemeente Amsterdam actief zijn voor lvb-ouders. Van de Beek: “We moeten samenwerken, net als bij de dak- en thuislozen, zodat we in de toekomst niet meer anderhalve dag moeten bellen voor we een plaats hebben voor een jonge ouder.” Lenneke Pleij van GGD Voorzorg legt de vinger op de zere plek: “We treffen elkaar in talloze overleggen, maar weten niet exact van elkaar wat we doen. We moeten bouwen aan een gezamenlijk aanbod.” Cruciaal Suzanne Leijendekkers speelt een cruciale rol in het samenbrengen van de organisaties. Ze is aangesteld als ‘Kwartiermaker Amsterdamse Ondersteuningsketen’. “Er zijn veel partijen in Amsterdam”, vertelt ze. “Die moeten elkaar leren kennen en vinden. Dat is de opzet van de stedelijke keten. Die behoefte speelt al langer, maar alles kwam in een stroomversnelling door de veranderende wet- en regelgeving. De transitie dwingt de organisaties hun gezamenlijke verantwoordelijkheid te pakken.” Dat wordt op verschillende manieren gedaan. Zo wordt gekeken welke knelpunten er zijn in de toekomstige regelgeving, maar ook welke kansen de transitie biedt. Hoe kunnen de lvb-organisaties aansluiting vinden bij de Samen Doen Teams? Moet er wellicht één ambulant team komen waarin alle organisaties samenwerken? Hoe kunnen we hulp ‘zo gewoon’ mogelijk bieden? Hoe zorgen we ervoor dat de licht verstandelijke beperking bij een zwangere vrouw tijdig wordt herkend? Trajecthouder Spil in de netwerkversterking wordt de trajecthouder, vertelt Leijendekkers. “De organisaties bieden allemaal op hun terrein prima hulp. Het zijn schakels in de keten voor de ondersteuning voor de lvb-ouders. We moeten kijken hoe we die schakels aan elkaar smeden tot een netwerk. De trajecthouder is gekoppeld aan het gezin en kan vanuit zijn of haar kennis hulp van een van de schakels inzetten. Die ondersteuning start met het eigen netwerk. IL L UST RAT IE : WIM STEVENHAGEN Dat gebeurt niet via een dogma of een protocol, maar flexibel. De trajecthouder organiseert de hulp die de ouder op dat moment nodig heeft. Dat kan hulp op alle levensgebieden zijn; opvoeding, financieel, relatie … Soms is dat intensief, soms is er wellicht even geen 2 hulp nodig. Maar de trajecthouder blijft verbonden bij het gezin, bij voorkeur totdat het kind achttien jaar is. Op die manier wordt het een vertrouwenspersoon die de regie en de coördinatie houdt.” DOO R : F L O R E N C E TO N K KORT Gezinshuisouders ‘Geen dag verloopt hier hetzelfde’ Samenwerking Horizon en Opvoedpoli Horizon Jeugdzorg en Onderwijs en de Opvoedpoli gaan samenwerken. In een verklaring schrijven beide organisaties: “Wij zijn ervan overtuigd dat ‘integrale zorg zo dicht mogelijk in de buurt’ de jeugdzorg efficiënter en effectiever zal maken. Wij leveren dan ook graag een proactieve bijdrage in deze omslag. Belangrijk element daarin is het doorbreken van de verwijscultuur en de ontschotting van de zorg. De verbinding van het flexibele, ambulante concept met ggz-expertise van de Opvoedpoli met het specialisme van Horizon in jeugdzorg en speciaal onderwijs maakt dat wij kunnen functioneren als ‘transitie motor’. Deze tijd vraagt om vergaande samenwerking tussen alle betrokken partijen. Wij staan daarvoor open.” Meer informatie: www.opvoedpoli.nl FOTO: SAKE RIJ PKEMA ‘Alleen Samen’ biedt nu ook ambulante hulp Kees en Hetty Vreeburg: “De grote beloning is als je vooruitgang ziet in gedrag.” Een gewoon rijtjeshuis in een gewone nieuwbouwwijk in AmsterdamWest. Een nette achtertuin, vrolijke kinderfoto’s hangen op de keukenkastjes en in de woonkamer staan stapels spelletjes in de kast. “We kaarten tegenwoordig veel met de jongens”, vertelt Kees Vreeburg. Hij is gezinsouder van de vijftienjarige Jacob en de tienjarige Harold. rondom de kinderen, zoals Lijn5 en de Bascule.” Zowel Kees als Hetty vinden ook het contact met andere Driehuis-gezinsouders heel prettig en belangrijk. Kees: “Spirit heeft er goed aan gedaan om meerdere van dit soort huizen bij elkaar in de buurt te zetten. Wij hebben veel contact met een collega een paar straten verderop en de kinderen komen veel bij elkaar over de vloer. We delen problemen met elkaar en vieren bijvoorbeeld ieder jaar samen Sinterklaas.” Hetty. “De eigen kinderen kunnen daar eventueel onder lijden en dan heb je kans dat mensen afhaken.” De gedragsproblemen van kinderen in een Driehuis vergen veel aandacht en energie. De een moet gestimuleerd worden vanwege teruggetrokken gedrag, de ander moet juist worden begrensd. Een baan “Het is een pittige baan,” vertelt Kees. “Je moet goed met onverwachte en heftige situaties om kunnen gaan. Wij moeten rust creëren voor deze kinderen, zodat ze in een stabiele omgeving ees woont al 38 jaar samen met Hetty opgroeien. Dit is anders als pleegouderschap, dit Rietveld. Zij werkt als brugwachter bij de is een baan.” gemeente Haarlem. “Voor mij is het een volledige De doelstelling van Spirit bij de Driehuisbaan,” legt Kees uit. “Maar Hetty deelt ook in de gezinshuizen sprak hen erg aan. Hetty: “Het zorg voor de kinderen omdat zij hier ook woont.” is heel fijn dat hier plekken worden geboden Het huis in Amsterdam-West is niet van Kees en aan kinderen die normaal gesproken nergens Hetty zelf maar van Spirit. Hun eigen huis staat geplaatst kunnen worden, kinderen die veel in Haarlem, daar zijn ze eens in de maand een van plek naar plek naar plek zijn verplaatst. weekend en in de vakanties. Dat beschadigt kinderen en als je dat kunt Terwijl Kees het jongste gezinslid instructies voorkomen dan heb je al veel bereikt.” geeft over koffie inschenken maakt hij Jacob is zo’n kind dat jarenlang van plek naar chocolademelk op de ouderwetse manier; plek zwierf, vertelt hij zelf. “Soms ging ik met met suiker, cacao en warme melk uit een mijn tas om de twee dagen of om de week naar steelpannetje. De koffie staat op tafel en Harold een andere opvangplek. Ik woon nu tweeënhalve snoept nog even snel het laatste stoofpeertje maand hier maar eigenlijk woon ik in een ander uit een schaal op het aanrecht. ’s Avonds na Driehuis. Daar ga ik binnenkort weer naar toe. het eten drinken de gezinshuisouders koffie en Ik heb daar mijn eigen kat die ik heel erg mis. krijgen de jongens warme chocolademelk. En die En Saskia, de gezinshuisouder.” Op de vraag wat is volgens de tienjarige ‘onwijs goed’ van smaak. hij van Kees vindt antwoordt Jacob: “Hij heeft een enorm lang lontje, tien keer zo lang als dit Driehuis huis. En het is hier altijd gezellig ook al wordt er Kees en Hetty werkten oorspronkelijk in de ook gescholden. Als het me te druk wordt, zit ik jeugdhulpverlening en waren daarnaast 25 lekker op mijn eigen kamer.” Als Jacob even later jaar lang pleegouder. Tweeënhalf jaar geleden zijn kamer laat zien wordt die setting duidelijk. besloot Kees gezinshuisouder te worden voor Vanaf zijn bed kan hij een televisie en een Spirit, met een contract van drie jaar. Het Playstation bedienen. gezinshuis dat Kees bestiert heet ‘Driehuis’ en Nooit saai is geschikt voor maximaal twee kinderen tussen “Er is geen dag die hier hetzelfde verloopt,” de 10 en 18 jaar. Het zijn moeilijk plaatsbare zegt Kees. Hetty beaamt dat: “Dit werk is nooit kinderen met vaak ernstige gedragsproblemen, saai.” Ook vinden zij het behoorlijk pittig. Kees: die niet voor pleegzorg in aanmerking komen “Opvoeden is niet je eerste prioriteit. Op nummer of daarin zijn vastgelopen. Gezinshuisouders één staat behouden en zorgen dat ze niet in van een Driehuis hebben geen eigen kinderen de problemen raken. De grote beloning is als je (meer) in huis wonen. “Eigen kinderen vormen vooruitgang ziet in gedrag. En we werken heel een achilleshiel bij mensen als zij kinderen met prettig samen met andere jeugdzorgorganisaties dit soort gedragsproblemen opvangen”, zegt Vrijheid Kees waardeert de vrijheid in deze baan: “Je kunt veel eigen beslissingen nemen en hoeft niet voor ieder wissewasje te bellen.” Het mooiste moment voor hem was toen zijn jongste Driehuis-kind tegen hem zei: “Als jij gaat stoppen dan moet Spirit jou een cadeautje geven.” Kees schiet even vol als hij dit vertelt. “Ik heb een contract van drie jaar en daarna stop ik. Dat is de afspraak maar dat vind ik best moeilijk, vooral voor de jongste hier die wij al heel lang begeleiden. Ik wil niet zomaar uit zijn leven verdwijnen dus enige vorm van regelmatig contact, af en toe iets gezelligs doen samen, dat houden we.” Volgende week vertrekken ze samen met het jongste gezinshuiskind voor een vakantie naar Marokko. “Ik zie een heel mooi gepakt koffertje,” zegt Hetty lovend als ze even om de hoek van de slaapkamer kijkt. “Neem ook een vest mee, want ik hoorde dat de ochtenden daar best koud kunnen zijn.” K GEZINSHUISOUDERS GEZOCHT Buiten het ‘Driehuis’-gezinshuis kent Spirit veel meer soorten gezinshuizen. Soms wonen medewerkers in hun eigen huis, eventueel met eigen kinderen. Er zijn gezinshuizen waar kinderen heel kort wonen vanwege een crisissituatie. Gezinshuisouders kunnen ook als invaller werken omdat zij bijvoorbeeld een andere gezinshuisouder vervangen als deze met vakantie is of een weekend vrij heeft. Spirit is op zoek naar gezinshuisouders voor al deze varianten! Kijk voor vacatures en meer informatie op: www.spirit.nl/ gezinshuisouders 3 Alleen Samen behandelt en begeleidt jonge moeders met een licht verstandelijke beperking en hun kind(eren). Tot voor kort bood het Leger des Heils deze zorg uitsluitend in een 24uurs-setting in Amsterdam-Noord en Hilversum. Maar nu is het aanbod uitgebreid naar ambulante behandeling en begeleiding. Deze ambulante zorg wordt ingezet als de moeders doorstromen naar een meer zelfstandige woonvorm. Deze zorg wordt geboden vanuit hetzelfde team dat de intramurale zorg bood. Dit vergroot de continuïteit in de hulpverlening. Meer informatie: OBC Jeugdhuis Middelveld Leger des Heils: 020 – 43 50 680. De familiepoli: gezinnen integraal in beeld Psychiatrische klachten van het ene gezinslid kunnen een direct effect hebben op andere gezinsleden. De familiepoli van GGZ inGeest biedt daarom alle gezinsleden met psychische klachten een behandeling. Bij aanmelding van een kind wordt standaard bekeken of er sprake is van psychische problematiek bij ouders of andere kinderen. Zo kunnen ouders en kinderen op dezelfde plek en hetzelfde tijdstip worden behandeld. Vanwege het succes van deze aanpak wordt nu ook een pilot uitgevoerd bij de polikliniek angst & dwang en de polikliniek depressie, waarbij bij aanmelding van een volwassene wordt onderzocht of de kinderen uit het gezin ook psychische klachten hebben. Meer informatie: www.ggzingeest.nl Weerbaarder maken moeilijk lerende jongeren Leren luisteren en ‘nee’ zeggen, dat zijn enkele belangrijke leerpunten van de sociale vaardigheden training ‘Zoek ’t uit’ voor jongeren die moeilijk leren. Deze training gaat komend voorjaar weer van start in de regio Zaanstreek-Waterland. Voor meiden die moeilijk leren (12 tot 17 jaar) is er in dezelfde regio de weerbaarheidstraining ‘Maak je sterk’. Hierin staat het herkennen en aangeven van grenzen centraal. In de training leren de deelnemers een aantal vecht- en verdedigingstechnieken zodat zij zich beter kunnen verweren. Door het ervaren van hun eigen kracht voelen de deelnemers zich na afloop van de cursus sterker in het sociale contact met anderen. Meer informatie: 0299-412 612, [email protected] Kabouterhuis biedt Pivotal Response Treatment MOC ’t Kabouterhuis biedt sinds kort Pivotal Response Treatment (PRT), een effectieve behandeling gericht op kinderen met een autisme spectrum stoornis en hun ouders. Doel is om zoveel mogelijk leermomenten op te zetten waarbij het kind leert initiatief te nemen in contact. Plezier in contact staat hierbij centraal, de interesses van het kind vormen het uitgangspunt. Bekende taken worden afgewisseld met nieuwe taken, waardoor het kind voldoende succes ervaart. Ook leren ouders hoe zij de hele dag de communicatieve vaardigheden van hun kind kunnen stimuleren, zodat hun kind de hele dag door leert, net als zijn leeftijdsgenootjes. Een trainer leert en coacht ouders bij het toepassen van de PRT-technieken bij hun kind in dagelijkse situaties. Na deze fase wordt ook de kinderopvang of de school erbij betrokken, dat maakt dat de behandeling nog meer effect heeft. Het traject kan in totaal 9 maanden duren. Meer informatie: Karin Vermeulen ([email protected]) of 020-613 85 85. Het Leger des Heils werkt met het programma MTFC (Multidimensional Treatment Fostercare). Hierbij vangen opvoedouders een jongere voor 6 tot 12 maanden op. MTFC wordt voornamelijk uitgevoerd in het strafrechtelijke kader. Dat wil zeggen bij een gedragsbeïnvloedende maatregel. Ook jongeren die nog niet met justitie in aanraking zijn geweest, maar bij wie de ontwikkeling van delinquent gedrag ernstige vormen aanneemt, komen voor MTFC in aanmerking. MTFC traint de sociale vaardigheden en het probleemoplossend vermogen van de jongere. Dit zorgt ervoor dat hij beter functioneert in de samenleving. Meer informatie: [email protected] Kabouterhuis in de klas MOC ’t Kabouterhuis gaat haar expertise vaker op scholen inzetten. Zo gaat ’t Kabouterhuis direct hulp bieden in de klas. Te denken valt aan het ondersteunen van kinderen met gedragsproblemen, sociaal emotionele problemen of ontwikkelingsproblemen. Een orthopedagogisch medewerker komt een aantal uur per week in de klas met het kind werken en ondersteunt de leerkracht met adviezen en coaching. Het is mogelijk om hierbij ook ondersteuning in te zetten voor de ouders. De duur van het traject is afhankelijk van de hulpvraag. Aan deze trajecten zijn geen kosten voor school verbonden. Aanmelding kan door direct verwijzen. Verder biedt ’t Kabouterhuis praktijkgerichte studiemiddagen voor leerkrachten en intern begeleiders, bijvoorbeeld over gedragsproblemen in de klas. Zo biedt ze onder andere praktijkmiddagen over gespreksvoering met ouders en casusbesprekingen. Meer informatie: www.kabouterhuis.nl Altra (hernieuwd) gecertificeerd! Altra heeft voldaan aan de eisen van het kwaliteitskeurmerk ISO Health én aan de kwaliteitseisen voor het speciaal onderwijs. Met name de daadwerkelijke verbinding tussen jeugdzorg en onderwijs - met School2Care als goed voorbeeld - en de gedreven medewerkers die willen leren en ontwikkelen worden geroemd. Een speciaal compliment gaat uit naar het team van de basisschool voor speciaal onderwijs in Waterland, de Bets Frijlingschool, dat in het rapport ‘excellent’ wordt genoemd. Meer informatie op www.altra.nl IPG: nieuwe naam voor overlastgevende gezinnen Intensieve pedagogische gezinsbegeleiding (IPG). Zo noemt Spirit haar aanpak van overlastgevende multi-probleemgezinnen. Teamlid Rinske Englander: “We vonden ‘overlastgevend multi-probleemgezin’ nou niet echt een hoopvolle naam. Het zal maar tegen je gezegd worden.” IPG is nog in een pilotfase. Er werken twee teamleden in een gezin, van wie één het voornaamste aanspreekpunt is. Zo bieden ze continuïteit aan het gezin tijdens ziekte en vakantie. Rinske: “Bovendien kunnen we inhoudelijk de beste beslissingen nemen. We houden namelijk de nodige afstand en objectiviteit doordat we samen bij een gezin betrokken zijn.” De inbreng van het IPG-team is zo intensief als nodig. Het uiteindelijke doel is dat het gezin de regie weer in eigen handen neemt. Meer informatie: [email protected] of [email protected] PBS: Aandacht voor leerlingen die het goed doen Positive Behaviour Support, kortweg PBS. Zo heet het Amerikaanse programma waarmee scholen het positieve gedrag van hun leerlingen versterken. En het werkt, zo blijkt uit de ervaring van het Altra College West, een school voor voortgezet speciaal onderwijs. Het geheim; het is geen programma voor de docent, maar iedereen is erbij betrokken. Van docent tot conciërge, van ouder tot leerling. F OTO: SAKE RIJ PKEMA MTFC helpt bij delinquente jongeren DOO R : S U Z A N H I L HORST “V aak gaan we ervan uit dat jongeren weten wat we willen, maar dat is niet altijd zo”, vertelt Annegien Simis, PBS-coach en trainer bij Altra. En wat is positief gedrag? Wellicht verstaat de ene docent daar wat anders onder dan de ander, met als gevolg dat een leerling per les andere signalen krijgt. Simis: “Het team stelt bij PBS eerst gezamenlijke waarden vast. Op basis daarvan formuleren ze gedragsverwachtingen per schoolruimte, zoals de kantine of het plein. Wat moet anders? Welk gedrag willen we zien?”Het team maakt deze uitgangspunten vervolgens duidelijk aan de leerlingen. Belangrijk winstpunt is dat ieder teamlid nu werkt vanuit dezelfde waarden en verwachtingen. Het aanleren van gewenst gedrag gaat, net als bij taal en rekenen, door veel te oefenen. Simis: “Wat aandacht krijgt, groeit. We trainen medewerkers zodat ze zich meer richten op goed dan op ongewenst gedrag. Wil je dat het gewenst gedrag toeneemt, dan beloon je leerlingen direct als ze iets goed doen, bijvoorbeeld met een compliment, een warme chocomel of een positief telefoontje naar huis.” Annegien Simis: “Het aanleren van gewenst gedrag gaat, net als bij taal en rekenen, door veel te oefenen.” Anders PBS is datagestuurd . “Dat maakt deze aanpak anders”, zegt Simis. “We meten alle interventies. Het doel is om zo 80 procent van de groep te bereiken. Hiertoe brengen we in kaart wat wel en wat niet werkt en voor wie. Werkt iets niet, dan komen we met andere interventies of richten ons op één kleine groep.” Dit wordt gestuurd door het PBS-subteam, volgens Simis de drijvende kracht achter het succes. “Elke PBS-school heeft een speciaal team dat van binnenuit werkt. Daar zitten docenten en hulpverleners in die een opleiding voor PBS hebben gevolgd. Zij sturen en onderhouden het proces.” Altra biedt PBS aan in samenwerking met Hogeschool Windesheim. Meer informatie: Altra-educé Anton Okkels, [email protected], 06-306 903 09 Dialectische gedragstherapie: surfen op emoties “Ik weet nu dat er meer mensen zijn die zich net zo voelen als ik. Dat is fijn”, vertelt de zeventienjarige Josephine. Sinds een half jaar neemt zij deel aan Dialectische Gedragstherapie voor Jongeren (DGT-J), een interventie voor jongeren tussen de 12 en 21 jaar, met borderline of een andere emotieregulatiestoornis. R osanne de Bruin van de Bascule is een van de ontwikkelaars van DGT-J. “Het grote verschil tussen cognitieve gedragstherapie en DGT-J is dat cognitieve gedragstherapie puur gericht is op verandering van de gedachten en het gedrag. Maar dat is niet voldoende bij deze groep jongeren, omdat zij juist geleerd hebben om hun gevoel weg te duwen of te onderdrukken. En dat leidt er toe dat ze het ene moment niet meer weten wat ze moeten voelen en het andere moment alle opgekropte gevoelens eruit komen. Soms is een kleine aanleiding hiervoor genoeg.” “DGT-J is gedragsverandering in combinatie met het ‘valideren’ van jezelf. Dat is een belangrijke toevoeging, dat jongeren hun gevoelens en gedachten leren herkennen en erkennen en dat die er ook mogen zijn. Als je je bewust bent van wat je voelt, kun je ook constructief met die emoties omgaan. Dat is de verandering in gedrag.” Snijden Op haar dertiende begon Josephine met zichzelf te snijden, ze was suïcidaal en had last van depressies. “Je wilt niet snijden en toch doe je het. En dat blijft altijd zo. Dat gevoel dat je het moet doen is enorm sterk.” Sinds ze bij de Bascule is, erkent ze dat ze borderline heeft. Zelf is ze blij met ‘het stempeltje’. “Het is fijn dat er mensen zijn die weten waar je last van hebt en dus ook kunnen helpen. Al moet ik er zelf hard aan werken en is het misschien een lange weg, er is nu tenminste een weg. Hiervoor had ik alleen therapie, daar leerde ik mijn gevoelens ontkennen en kijken naar mensen die het slechter hebben. Maar dat werkt niet. Nu weet ik dat ik verdrietig en somber mag zijn.” Afleiding Altra op LinkedIn Altra heeft een vernieuwde LinkedInpagina. Naast nieuwsberichten, zijn hier uitgebreide beschrijvingen te vinden van de services die Altra biedt op het gebied van passend onderwijs, onderwijsvoorzieningen, jeugd & opvoedhulp, hulp aan jonge moeders en Altra College. Linken? Hoewel PBS slechts enkele jaren terug in Nederland is geïntroduceerd, groeit de populariteit snel. Simis: “Steeds meer scholen kiezen voor PBS, van basisonderwijs tot MBO. Want het heeft resultaat. Dat zie ik bij Altra College West. Als een team gezamenlijk werkt, schept dat duidelijkheid. Je ziet nu ook dat leerlingen die het goed doen de meeste aandacht krijgen. En dat werkt voor iedereen stimulerend.” DOO R : TA MA R A F R AN KE FOTO: SA K E R I JP KE MA KORT Josephine: “De aandrang om te snijden gaat niet weg, maar ik leer hier er anders mee om te gaan.” 4 DGT-J bestaat uit een keer per week therapie en een keer per week vaardigheidstraining en in geval van crisis kun je altijd bellen. Vooral over de training is Josephine enthousiast. “De onderlinge herkenning is fijn. We bespreken elke week een thema en de bijbehorende opdrachten. Ik leer hier mijn gevoelens herkennen. En het is fijn dat je gewoon over alles wat er in je hoofd omgaat kunt praten zonder dat mensen je raar aankijken. Ik houd niet van bellen, ook niet in een crisis. Mijn afleiding is lezen, schrijven en bloggen. De aandrang om te snijden gaat niet weg, maar hier heb ik geleerd daar anders mee om te gaan. Dat is een begin.” DGT-J is onlangs door de Erkenningscomissie jeugdinterventies erkend als Theoretisch goed onderbouwd. Meer informatie: www.debascule.com DOO R : MA A RTJ E H AGA R T R E E P Kinderen met een ernstig meervoudige beperking ‘Kleine stapjes zijn waardevol’ M idden in een woonwijk in Amstelveen ligt kinderdagcentrum Nifterlake. Het centrum biedt dagbesteding aan kinderen met een ernstig meervoudige beperking en ondersteunt de ouders. Teamleider Rikky Betten werkt ruim twintig jaar met deze groep kinderen. Hoe is het om hulp te verlenen aan mensen die zo beperkt zijn? “Ik haal veel uit dit werk”, antwoordt ze. “En ik kan mijn creativiteit goed kwijt. Juist die kleine stapjes die we maken, zijn al waardevol. Ik ben er om te zorgen dat ze geen pijn hebben of verder achteruitgaan.” Door een veilige en stimulerende omgeving te bieden, probeert Nifterlake de kinderen motorisch, cognitief en sociaal emotioneel verder te ontwikkelen. Snoezelen In de gaten houden Een scala aan hulpverleners is bij een jongere met een ernstig meervoudige beperking betrokken. Op Nifterlake zitten allerlei hulpvormen, zoals fysiotherapie, gedragskunde en ergotherapie, onder één dak. Zodra jeugdzorg te maken krijgt met jongeren die ernstig meervoudig beperkt zijn, zijn er volgens Rikky een aantal zaken om in de gaten te houden. Zo kampen deze jongeren vaak met gedrags problemen en slaapstoornissen waar het hele gezin onder lijdt. Jeugdzorg kan te maken krijgen met zogenaamde multiprobleemgezinnen waar ook een kind met een ernstig meervoudige beperking woont. “Hou er rekening mee dat het voor de andere broertjes en zusjes erg moeilijk is om op te groeien met een broer of zus met een ernstig meervoudige beperking. De meeste zorg en aandacht kan naar dit kind gaan. Hierdoor kunnen de andere gezinsleden zich verwaarloosd voelen en op een negatieve manier aandacht gaan vragen.” Stress Rikky Betten en Patricia Kok: “Het is voor kinderen moeilijk op te groeien met een broer of zus met een ernstig meervoudige beperking.” In de praktijk ziet Rikky dat ouders soms werkelijk urenlang bezig zijn om één hapje bij het kind naar binnen te lepelen. Dit kan bij ouders veel stress opleveren. Er zijn verschillende mogelijkheden, zoals: schakel dan hulp in of gebruik desnoods sondevoeding. Ook kan het kind het hele gezin wakker houden door de hele nacht door geluiden te maken of slechts enkele uren te slapen. “Uitgerekend als broer of zus de volgende ochtend een proefwerk heeft. Dat is gewoon zwaar. Dat vraagt soms om onorthodoxe oplossingen, zoals het kind de hele nacht voor de tv zetten zodat het rustig blijft. Pedagogisch niet verantwoord, maar een gezin kan soms niet anders.” Schakel dus professionals in en ga samen om de tafel zitten zodra je te maken krijgt met deze kinderen, is het devies. “Het is essentieel dat je als hulpverlener de ouders én de jongere samen ziet, zodat je een goed en compleet beeld krijgt van de gehele gezinssituatie. Zodra de jongere thuiskomt is de zorg soms ontoereikend. Iedereen doet heus z’n best, maar soms is dit niet genoeg.” Zo mag je de jongere bijvoorbeeld niet te lang in de rolstoel laten zitten en moet regelmatig van houding worden gewisseld. FOTO : ON S TWE ED E HU IS We betreden de snoezelruimte waar alles aaibaar en zacht is. De ruimte is haast donker maar sfeervol verlicht. Overal klinken warme diepe klanken. Met een druk op de knop ruik je opeens bloemengeur. In een speciaal ontworpen zitzak zit je helemaal ingekapseld en voelt het net alsof je bij iemand op schoot zit. Alles is ingericht om de zintuigen te stimuleren en diep te ontspannen. Een jongen in een rolstoel staart gebiologeerd naar de lichtjes die telkens van kleur verschieten. Rikky stapt op hem af, zegt hem uitgebreid gedag en pakt zijn hand vast. Even lijkt er geen reactie te komen. Dan herkent hij zijn begeleider en er verschijnt een brede glimlach op zijn gezicht. “Ik hanteer altijd de tien-secondenregel”, legt Rikky uit. “Daardoor dwing je jezelf als hulpverlener niet gelijk door te racen, maar even te wachten op een reactie. Neem de tijd voor ze, ga niet te snel. En altijd veel herhalen. Blijven herhalen.” FOTO: MARJA FAF IANI Engelengeduld, inlevingsvermogen, zorgzaamheid en expressie. Als begeleider van ernstig meervoudig beperkte jongeren moet je behoorlijk wat in huis hebben. Een jongere met een ernstig meervoudige beperking - kortweg EMB - is niet alleen lichamelijk maar ook verstandelijk zeer beperkt en functioneert op het niveau van een eenjarige. Alledaagse handelingen, zoals eten of slapen, kunnen al een obstakel vormen. Deze jongeren zijn zo beperkt en kwetsbaar, dat intensieve zorg noodzaak is. Maar hoe ga je nu als hulpverlener om met deze kinderen? Maartje Hagar Treep nam een kijkje op kinderdagcentrum Nifterlake. Communiceren Op Nifterlake is er geen één jongere die zelf zijn eigen billen kan afvegen, laat staan kan praten. “Al spreken ze niet, ze kunnen wel degelijk communiceren. Als begeleider is het de kunst om de boodschap zo eenvoudig mogelijk over te brengen.” Voor elk lokaal hangt een kastje met twee ‘verwijsvoorwerpen’. Op de deur van het zwembad hangt bijvoorbeeld een foto van water en een herkenbaar voorwerp: een zwembandje. “Ze zijn in staat om te genieten van de kleine dingen in het leven.” Accepteren Accepteren dat je een kind met een ernstig meervoudige beperking hebt, blijkt voor ouders nog het moeilijkst. Nifterlake organiseert daarom momenten tijdens een reguliere ouderavond waar ouders met ‘lotgenoten’ kunnen praten. Patricia Kok, leidinggevende op Nifterlake legt uit: “Alle verwachtingen die je als ouder hebt, zul je volledig moeten bijstellen. Je kind zal nooit een diploma halen. Een ritje met de tram is al een hele onderneming. Nooit meer zomaar naar een restaurant. Kamperen? Dat is niet meer vanzelfsprekend.” Patricia benadrukt dat ondanks alle complicaties deze jongeren evengoed opgevoed moeten worden. “Je hoeft ze nooit als zielig te bestempelen. Veel ouders zijn toch trots op hun kind. Ze kunnen echt plezier maken en gelukkig zijn, of beter gezegd tevreden zijn. Ze zijn in staat om te genieten van de kleine dingen in het leven. De wind door de haren, een veertje over de wang ...” Meer informatie: www.onstweedethuis.nl of 020-426 31 10 DOO R : E V E L I E N HO E K ST R A Multisysteem Therapie: met hulp van de omgeving Hoe ga je om met gewelddadige en antisociale jongeren? Forensisch Zorgspecialist De Waag wil met de Multisysteem Therapie (MST) hun leven weer richting geven. Een gesprek met MST-supervisor Frans Pietrzak. “Het vraagt continue inspanning, vooral van de ouders.” “M ST richt zich op jongeren van 12 tot en met 18 jaar die veel op straat zijn en bijvoorbeeld softdrugs gebruiken, spijbelen, foute vrienden hebben en niet luisteren naar hun ouders”, vertelt Pietrzak die al tien jaar werkt met deze therapie; een wetenschappelijk onder- bouwde methode die wereldwijd wordt toegepast. Het is een intensieve methode die maximaal vijf maanden duurt. In die vijf maanden is de MST-therapeut zeven dagen per week, 24 uur per dag beschikbaar. benoemt zelf de factoren die het problematische gedrag veroorzaken. Jordi luisterde niet, zat te lang achter de computer en ging niet meer naar school. Daar komt bij dat hij geen contact had met zijn vader en dat zijn moeder een beladen voorgeschiedenis heeft. Ze zat met zichzelf in de knoop en had financiële zorgen. Uit schaamte durfde ze geen hulp te vragen in haar netwerk.” Jordi Jordi is een van de jongeren die baat had bij deze therapie. Frans kreeg Jordi onder zijn hoede nadat hij was opgepakt door de politie. “Jordi was van school geschorst, maar zijn moeder werd daarover te laat ingelicht. In de tussentijd stal hij een scooter.” De therapie richtte zich als eerste op Jordi’s omgeving. Pietrzak: “We brengen met ouders en familieleden de problemen in kaart. De familie Omgeving Nadat de oorzaken zijn benoemd, richt de therapie zich op het creëren van een omgeving die het gedrag van het kind de goede kant opstuurt. Pietrzak: “Daarbij gaat het om de hele omgeving; de ouders, maar ook om de buurt en de school. We herstellen krachten van 5 en verbindingen met de omgeving en stellen vervolgens concrete doelen. Bij Jordi dat hij weer naar school zou gaan en niet meer in contact zou komen met de politie.” Maar de therapie gaat verder. Zo bleek Jordi een slecht contact te hebben met zijn vader. Met hulp van de therapeut en van mensen uit beider omgeving werd de relatie tussen Jordi en zijn vader hersteld. Pietrzak: “Jordi ging leuke dingen doen met zijn vader in Rotterdam. Heel bijzonder. En ze spraken af dat Jordi zijn vader altijd kon mailen als hij hem nodig had.” Meer informatie: 020-462 63 33, [email protected]. Een verwijzer kan jongeren uit de doelgroep telefonisch aanmelden bij De Waag. DOO R : TA MA R A F R AN KE KORT Jaarmagazine Lijn5 is uit! Ieder jaar brengt Lijn5 een magazine uit met informatie over de belangrijkste ontwikkelingen die het afgelopen jaar plaatsvonden. Het jaar 2013 stond vooral in het teken van de transitie, het creëren van nieuwe kansen en de samenwerking met de gemeenten en onze ketenpartners. De verschillende interviews en artikelen in het jaarmagazine laten zien hoe Lijn5 actief deelneemt in lokale en regionale samenwerkingsverbanden en gemeentelijke initiatieven om de juiste zorg zo dicht mogelijk bij de cliënt te bieden. Voorbeelden hiervan zijn het werken met 1Gezin1Plan, de FACT Jeugdteams, het Expertisenetwerk voor lvb-jongeren in Amsterdam en de verdere ontwikkeling van Integrale Zorg. Andries Schilperoord, gz-psycholoog bij Lijn5, schetst een mooi portret van onze lvbdoelgroep en de keuzes waarvoor gemeenten staan. Het magazine is geïllustreerd door de kinderen en jongeren van de Naschoolse Dagbehandelingen. Benieuwd naar het magazine? Stuur een mail naar: [email protected]. THEMANUMMERS ‘Jong aan de Amstel’ behandelt elk nummer een Sam! Een klik naar de juiste hulpverlener Online, laagdrempelig, gratis, zelf een hulpverlener kiezen en snel direct contact. Dat zijn de uitgangspunten van Sam, een hulpvorm die begin dit jaar werd gelanceerd. Iedereen mag zich melden als cliënt, een verwijzing vooraf is niet nodig. Je meldt je aan en maakt met je Sam een plan op maat. over zijn gamen. Hij gamet veel in het weekend, maar mist er inmiddels ook school door. Hij is nu in gesprek met een Sam-jeugdarts gespecialiseerd in gameproblematiek. Voor ons een bewijs dat mensen zelf aardig goed hun hulpverlener kunelf je hulpverlener kiezen is nieuw”, zegt onderwijsspecialist bij Altra en Sam!, aanspreekt. nen kiezen. En bedenk hoeveel verwijsgedoe en projectleider Jelle Daalderop. Alle meewer- “Ik geloof in digitale aandacht. Face-to-facevan het kastje naar de muur lopen dit bespaart. kende hulpverleners, de Sam’s, staan met een foto contact heeft lang niet altijd een toegevoegde Een ander voorbeeld: er meldden zich ouders en profiel op de site. “Je kiest dus zelf op basis waarde. Tips of advies kunnen heel goed via die zich ernstig zorgen maakten over het gedrag van je vraag of probleem de hulpverlener met de de mail of WhatsApp. Veel mensen hebben niet van hun kind. De Sam die het oppakte kon het expertise die jij zoekt. Maar ook de persoonlijke direct de jeugdhulpverlening nodig, maar willen hele Sam-netwerk gebruiken voor advies. Met dit klik die je voelt met je hulpverlener is belangrijk, een antwoord of hulp bij een specifieke vraag. Wij snelle schakelen bundelen we onze expertise.” De want 50 tot 60 procent van het succes van een bieden dat. En per situatie kun je kiezen welke hulpverlening verandert, maar de relatie tussen zorg- of hulptraject wordt bepaald door het verkanalen je daarvoor gebruikt. We werken met een cliënt en professional blijft de stabiele factor. “De trouwen van de cliënt in zijn hulpverlener.” Sam! team met diverse specialismen en kunnen elkaar site speelt daarop in. Als we met Sam! beter matis daarom helemaal gebouwd rond de relatie tus- makkelijk consulteren of invliegen. Voor mij is chen, wordt hulp sneller, passender en beter.” sen cliënt en hulpverlener. Zo staan in het profiel dit de ultieme ontschotting, het is niet belangrijk niet alleen een foto, expertise, beschikbaarheid waar de Sam verder werkt, maar welke expertise Sam! is een samenwerking van twaalf zorgaanbieen ervaringen van andere cliënten, maar ook of hij heeft.” ders in Amsterdam: Het ABC, Altra, Arkin, Combiwel, je met je Sam kunt appen, mailen, skypen, twitDe Bascule, De GGD, IJsterk, MaDi, MOC ’t KabouterGoede match teren, afspreken of bellen. huis, De Opvoedpoli, Spirit en Sensa Zorg. Stichting De site bestaat pas een paar weken, maar de Opvoeden.nl stelt de artikelen met informatie voor Snelle hulp eerste ervaringen zijn positief, stelt Daalderop. opvoeders, die op de site te vinden zijn, ter beschikHet is vooral die nieuwe aanpak die Joost Iserief, “Zo was er een jongere die zich zorgen maakt king. Meer informatie: www.sam-amsterdam.nl “Z thema. Hierin belicht ze het onderwerp vanuit verschillende hoeken en geeft daarbij een overzicht van DOO R : MA RT I N G E RRIT SEN het hulpaanbod van de jeugdzorg op dit terrein. Tot nu toe kwamen de volgende thema’s aan bod: 2003/4Basisonderwijs december 2003 2004/1Jeugdpsychiatrie* maart 2004 2004/2Voortgezet onderwijs juni 2004 2004/3Crisishulp* november 2004 2005/1Huiselijk geweld maart 2005 2005/2Jeugdgezondheidszorg juni 2005 2005/3Lokaal jeugdbeleid oktober 2005 2005/4Speciaal onderwijs (primair)* december 2005 2006/1Armoede maart 2006 2006/2Meidenhulpverlening juni 2006 2006/3 L icht verstandelijk gehandicapten oktober 2006 2006/4Voortgezet speciaal onderwijs december 2006 2007/1Hulp aan huis maart 2007 2007/2Veiligheid juni 2007 2007/3Autisme* oktober 2007 2007/4 Gezondheid en sport december 2007 2008/1De harde kern* maart 2008 2008/2 Drang en dwang juni 2008 2008/3Volwassenenpsychiatrie oktober 2008 2008/4Preventie december 2008 2009/1Multiprobleemgezinnen maart 2009 2009/2Pleegzorg juni 2009 2009/3Jonge moeders oktober 2009 2009/4Vroegtijdige signalering* december 2009 2010/1Licht verstandelijk beperkten maart 2010 2010/2Passend basisonderwijs Mediawijsheid en de (on)mogelijkheden van internet De gevaren van de nieuwe media lijken enorm. Pesten, gameverslaving, grooming. De kranten staan er vol van. “Veel ouders maken zich zorgen”, vertelt Glenda Westzaan, mediacoach bij de Opvoedpoli. “Dat komt mede door de onbekendheid van veel ouders met de nieuwe media”, vult opvoedcoach Laura Groendijk aan. Reden voor de Opvoedpoli om de workshop ‘Mediawijsheid’ aan te bieden. Z es workshops heeft de Opvoedpoli voorlopig gepland. Aanleiding waren de vragen die de Opvoedpoli kreeg. Glenda: “Ouders maken zich zorgen omdat ze geen zicht hebben op wat hun kinderen precies op internet en met de nieuwe media doen. Zelf gebruiken ze hun computer of smartphone vooral om te ‘skypen’ of te winkelen, maar ze begrijpen vaak niet wat hun kind doet. Die onbekendheid voedt de angst dat hun kind wordt gepest, agressieve spelletjes speelt of verslaafd raakt aan het gamen.” altijd in de kamer zetten, zodat je zicht hebt op wat de kinderen op de computer doen. Verder kun je afspraken maken over dat jij als ouder de wachtwoorden krijgt, zodat je – mocht het nodig zijn – kunt ingrijpen.” Laura: “In welke mate je dat doet hangt natuurlijk af van de leeftijd van de kinderen. Oudere kinderen geef je meer vrijheid.” Dapperstraat dat kan het beste als je zelf iets van de virtuele wereld begrijpt.” Privacy Toch is er een belangrijk verschil met de reële wereld; informatie gaat sneller en kan voor iedereen toegankelijk zijn. “Daarom is het belangrijk kinderen bewust te maken van de voor- en nadelen van deze snelheid en toegankelijkheid. Je moet goed bedenken wat je online zet, want iedereen kan meekijken. Dat is vooral een item bij acht- tot twaalfjarigen. Zij zijn impulsiever. Oudere kinderen denken iets beter na, zijn zich bewuster van oorzaak en gevolg.” Glenda: “Het mooie van de workshops is dat ouders met elkaar in gesprek raken en op die manier van elkaar leren. Vaak komen ze met hele mooie oplossingen.” “In feite moet je de gewone opvoedingsvaardigheden gebruiken”, stelt Laura. “Een kind loopt in de virtuele wereld net zoveel gevaar als bijvoorbeeld op de Dapperstraat. Ook daar heb je geen toezicht op wat je kind doet, ook daar kunnen ‘vreemde mannen’ actief zijn. Als ouder bereid je je kinderen voor op gevaren die ze onderweg tegen kunnen komen. Of dat nu op de Dapperstaat of op internet is.” Glenda: “Loverboys en ‘grooming’ zijn bij sommige ouders een issue, maar ook toen het De Opvoedpoli begint eind maart met de workshops. internet er nog niet was bestonden er al loverboys. In eerste instantie in Amsterdam-Oost. Meer inforJe moet de kinderen wijzen op de gevaren, maar matie: [email protected] of 06-127 439 80. Afspraken Die angst wil Glenda tijdens de workshop ‘Mediawijsheid’ wegnemen door ouders duidelijk te maken wat de mogelijkheden en onmogelijkheden van het internet zijn. Verder laat ze tijdens de workshop zien hoe ouders kinderen kunnen begeleiden in het gebruik van de nieuwe media. Laura: “Daarbij gaat het vooral om het maken van afspraken.” Glenda: “Je kunt de computer juni 2010 2010/3Jeugdzorg in een oktober 2010 december 2010 2011/1 Alcohol en drugs maart 2011 2011/2 Vrije tijd, sport en cultuur juni 2011 2011/3 Multiprobleemgezinnen oktober 2011 2011/4 Seksueel misbruik december 2011 2012/1Samenwerken met ouders maart 2012 2012/2Passend onderwijs juni 2012 2012/3Netwerkondersteuning oktober 2012 2012/4Transitie november 2012 2012/5 18-plus december 2012 2013/1 Digitale hulpverlening maart 2013 2013/2 Autisme juni 2013 2013/3 Voeding oktober 2013 FOTO: SA K E R IJ PK EM A strafrechtelijk kader 2010/4Opvoedondersteuning 2013/4 Jeugdzorg en volwassenen-ggz december 2013 2014/1 Vechtscheidingen maart 2014 Oude nummers van ‘Jong aan de Amstel’ zijn op te vragen via: [email protected]. Alle nummers zijn als pdf te downloaden via www.jongaandeamstel.nl * = niet meer voorradig, alleen nog digitaal 6 THEMA: VECHTSCHEIDING Het belang van het kind echt centraal Tussen twee vuren. Zo voelen zich kinderen van ouders bij wie de scheiding uitloopt op een ware machtsstrijd. Het probleem neemt de laatste jaren toe. Uiteraard lopen niet alle scheidingen uit op een machtsstrijd, maar volgens de kinderombudsman zijn jaarlijks 15.000 kinderen slachtoffer van een scheiding die eindigt op een bittere strijd. De gevolgen kunnen voor de kinderen enorm groot zijn, terwijl zij vaak niet als partij worden gezien. De kinderombudsman: “In alle rapporten van de Jeugdzorg en Kinderbescherming die ik lees en uit gesprekken met jeugdrechters blijkt dat kinderen te weinig betrokken worden in dit hele belangrijke proces.” Het belang van het kind wordt weliswaar vaak als middel in de strijd gegooid, maar juist het kind is hier niet mee gediend. Al die ruzies kunnen leiden tot gedrags- en psychiatrische problemen. Problemen die je niet oplost zolang de achterliggende problematiek – de vechtscheiding – niet wordt opgelost. Maar hoe pak je dat aan? In dit thema besteden we uitgebreid aandacht aan vechtscheidingen, of complexe echtscheidingen, zoals ze steeds vaker worden genoemd. Wat zijn de gevolgen voor de kinderen, hoe kunnen we ze bijstaan in het juridisch proces, hoe zorgen we ervoor dat ouders in elk geval het belang van het kind weer centraal stellen? DOOR: BRIGITTE DEN HARTOG Scheidingsonderzoeker Ed Spruijt ‘Wees zorgvuldig met kinderen’ J aarlijks scheiden ongeveer 100.000 koppels met thuiswonende kinderen. Dit cijfer is gebaseerd op de ongeveer 33.000 formele echtscheidingen en het verbreken van de ongeveer 67.000 samenwoonrelaties. Spruijt: “Samenwonenden scheiden meer dan gehuwden. Het lijkt erop dat mensen die getrouwd zijn zich meer met elkaar verbonden voelen. De scheidingsrem is groter.” Of ouders tijdens de echtscheiding getrouwd of samenwonend waren, de effecten op kinderen zijn hetzelfde. Kinderen moeten na de scheiding hun aandacht verdelen en dit leidt al snel tot loyaliteitsconflicten. Vooral als er veel ruzie is tussen ouders of als de een de ander zwart maakt. Uit de onderzoeken van Spruijt komen steeds problemen naar voren als gevolg van het zwart maken van de ene ouder door de ander. Het gevolg kan zijn dat het kind niet meer naar een van de ouders wil. Dit kan komen omdat kinderen de problemen van hun ouders gaan internaliseren alsof het hun eigen gevoelens zijn. Het is niet goed te zeggen wanneer een echtscheiding een vechtscheiding wordt. De verschuiving van een ‘gewone’ echtscheiding naar een conflictueuze scheiding gaat vaak conflictueuze echtscheiding kunnen bij kinderen hun hele leven doorwerken. “Over het algemeen zien we dat scheidingskinderen een lager schoolniveau halen en daardoor minder inkomen hebben en vaker werkloos zijn. Ze kampen ook vaker met depressies, angsten en, opvallend genoeg, scheiden ze zelf ook vaker. ” goed mogelijk bij te staan en tevens in overleg te komen met de andere partij. Dat is onderdeel van hun werkproces. “Helaas zijn er ook vechtadvocaten. Als een ouder hiervoor kiest, dan is het doel om het onderste uit de kan te halen. Dit is niet goed voor het verdere verloop.” En het is juist belangrijk, zo benadrukt Spruijt, “dat je met kinderen zorgvuldig bent!” Meer informatie: www.scheidingskinderen.nl Onpartijdig Voor hulpverleners die met problemen van scheidingskinderen worden geconfronteerd, is het een uitdaging geleidelijk. “Als je twintig jaar lief en om onpartijdig te zijn. Of anders leed hebt gedeeld, dan is het moeigezegd: meervoudig partijdig. “Hulplijk om los te laten. Als er relationele verleners zullen er alert op moeten problemen zijn en de een wil niet meer dan is er veel kracht voor nodig zijn dat zij beide ouders en het kind of de kinderen voldoende aandacht om de band los te laten. Het is juist geven en iedereen laten meewerken. die sterke band die mede de oorzaak kan zijn dat een echtscheiding eindigt Zij moeten voorkomen dat zij meegaan in uitspraken van een ouder over in een vechtscheiding. Ook heeft het te maken met de mate waarin ouders de andere ouder.” Ook van belang, zo benadrukt Ed Spruijt, is dat ouders met conflicten kunnen omgaan. tegelijk geïnformeerd worden. Hij Lang proces verwijst naar het onderzoek van de Scheiden is volgens de onderzoeker ‘Inspectie Jeugdzorg’ over het famieen lang proces. “Voordat wordt liedrama in Zeist in 2013. Ook daarin besloten om te scheiden was er al wordt geconcludeerd dat het heel een nare tijd geweest, met ruzie, uit belangrijk is beide ouders gelijktijdig elkaar groeien of een derde in het dezelfde informatie te geven. Op dit spel. Hoe langer kinderen in deze moment werkt Spruijt samen met het periode zitten, hoe slechter het voor Nederlands Jeugdinstituut aan een ze is.” richtlijn over echtscheidingen en de Voor zijn onderzoeken interviewt gevolgen voor kinderen. De richtlijn Spruijt kinderen die betrokken zijn bij biedt ondersteuning en handvatten een scheiding. “We leggen kinderen voor jeugdzorgwerkers die te maken vragen voor over hun thuissituatie. hebben met kinderen en jongeren in Een aantal vragen gaat over de mate een scheidingssituatie. van ruzie tussen de ouders. Die vraVechtadvocaten gen worden ook in diverse andere Tijdens een scheiding worden ouders onderzoeken in binnen- en buitenvaak bijgestaan door een advocaat. land gesteld. Als er veel conflicten Veel advocaten die gespecialiseerd zijn waarmee het kind wordt geconzijn in familierecht zijn ook medifronteerd, dan noemen we het een vechtscheiding.” De gevolgen van een ator. Zij proberen hun cliënten zo 7 FOTO : SA KE R I JPK EM A “De gevolgen van een conflictueuze echtscheiding kunnen bij kinderen hun hele leven doorwerken”, stelt Ed Spruijt, verbonden aan de Universiteit van Utrecht. Hij onderzoekt de gevolgen van een scheiding op de kinderen. De problemen moeten we niet onderschatten, vindt Spruijt, want van alle thuiswonende kinderen die betrokken zijn bij een (echt)scheiding is ruim een kwart betrokken bij een conflictueuze scheiding, in de volksmond vechtscheiding genoemd. Een gesprek met de ‘scheidingsonderzoeker’ bij de onderzoeksgroep adolescentie van de Universiteit Utrecht. THEMA: VECHTSCHEIDING DOOR: ANJA GELDERMANS ‘Achterhaal wat er aan de hand is’ Niet zelden zit een vechtscheiding achter problemen die zich bij kinderen uiten. Maar hoe weet je nu dat concentratieverlies of gedragsproblemen worden veroorzaakt door een vechtscheiding? Een gesprek met Sendie Kempenaar, allround consulent bij Team Jong Noord van de gemeente Zaanstad. “O gens in geuren en kleuren vertelt dat de ex een slechte invloed heeft op het gedrag van hun kind, en dat met hem of haar daarover niet valt te praten, dan weet je dat het om een vechtGeen ruzie scheiding gaat.” Afhankelijk van de leeftijd van het kind “Vaak geven kinderen in zogenaamde gaan medewerkers van Team Jong ook ‘wensgesprekken’ aan dat ze het fijn met het kind in gesprek over de thuis- zouden vinden als papa en mama weer bij elkaar zouden komen”, vertelt Kempenaar. “Maar als ik ze uitleg dat ik daar niet voor kan zorgen, dan is hun volgende wens dat hun ouders ophouden met ruzie maken.” Dat is dan ook de ingang die Kempenaar gebruikt in haar gesprekken met ouders. “Ik geef aan dat we het in de gesprekken niet gaan hebben over hoe verschrikkelijk de ex-partner is, maar wat belangrijk/ wenselijk is voor het kind. Want iedere ouder wil dat het goed gaat met z’n kind. Eigenlijk fungeren wij als de stem van het kind naar de ouders. Mensen moeten beseffen dat ze ondanks de scheiding altijd samen ouders blijven van dezelfde kinderen”, zegt Kempenaar. “Dat is het bindmiddel dat we gebruiken. We geven informatie over het effect van hun gedrag op het kind. We doen niet aan waarheidsvinding en dat vinden sommige ouders moeilijk te accepteren. Ook hopen we dat ze inzien dat de andere ouder net zo belangrijk is voor het kind. We vertellen hen dat elk kind aan een scheiding littekens overhoudt. Maar dat zij ervoor kunnen zorgen dat het een mooi litteken wordt, dat goed is geheeld, of een lelijk litteken. Wij geven hen de tools waarmee ze verder kunnen, maar uiteindelijk moeten ze het zelf doen.” FOTO: MA RJA FA FIA NI uders komen met ons in aanraking als het niet goed gaat met hun kind, thuis of op school”, vertelt Kempenaar. “Denk aan concentratieproblemen op school, slecht slapen, niet luisteren of ander opstandig gedrag. Een van onze eerste vragen aan de ouders is hoe de situatie thuis is. Als een gescheiden ouder vervol- situatie. Jongere kinderen observeren ze thuis. Zo achterhalen ze wat er aan de hand is. Kempenaar: “We werken in een multidisciplinair team, waarvan ook een psycholoog deel uitmaakt. We kunnen elkaar altijd om advies vragen, ook als er meer problemen spelen, zoals schulden. Bij een vechtscheiding werken we bovendien altijd met z’n tweeën om de onpartijdigheid te waarborgen en elkaar scherp te houden.” Sendie Kempenaar: “Als een gescheiden ouder vervolgens in geuren en kleuren vertelt dat de ex een slechte invloed heeft op het gedrag van hun kind, dan weet je dat het om een vechtscheiding gaat.” DOOR: ANJA GELDERMANS ‘Therapie werkt niet als het thuis onrustig is’ Angst, depressie, suïcidaal gedrag. Een vechtscheiding van de ouders kan er bij het kind flink inhakken. Maar wat doe je dan als hulpverlener? Heeft het wel zin om een kind te helpen op het moment dat ouders elkaar blijven bevechten? Een gesprek met Woike Helder, systeemtherapeut/gezins- en relatietherapeute bij GGZ Ingeest en BRight GGZ. “A ls een kind met psychische problemen bij ons wordt aangemeld via bijvoorbeeld de huisof schoolarts, dan horen we via een uitgebreide intake met de ouder(s) of verzorger(s) welke problemen er spelen”, zegt Helder. “Soms speelt er op de achtergrond een vechtscheiding.” Bij een kind kan zo’n vechtscheiding zich op verschillende manieren uiten, zoals een depressie, angst- en gedragsproblemen, maar er kan ook sprake zijn van suïcidaal gedrag of een posttraumatische stressstoornis. Helder: “Wij krijgen de zwaardere gevallen binnen met vaak al een geschiedenis in de hulpverlening. Regelmatig zien we ook psychische problemen bij één of beide ouders, dan proberen we hen te motiveren voor een eigen behandeling.” Meersporenbeleid “Tegen zo’n achtergrond heeft behandeling van een kind weinig zin”, zegt Helder. “Het algemene idee is: therapie voor een kind werkt niet als het thuis te onrustig is. We begeleiden en behandelen dus ook de ouders. Na de intake bespreken we in een multidisciplinair overleg welke behandeling het beste kan werken. Dat koppelen we in het adviesgesprek terug met ouders en/of kind.” Om de communicatie tussen de ouders te verbeteren, geeft Helder systeemtherapie. “Die is gebaseerd op erkenning van gevoelens, het creëren van vertrouwen en een uitgebreide anamnese. Tijdrovend, maar wel heel belangrijk”, zegt Helder. “Ik maak vanaf het begin duidelijk dat ik geen partij kies en niet aan waarheidsvinding doe, maar hen wil helpen te 8 ontdekken wat goed is voor hun kind en voor hen. Het gaat ons om het verminderen van de klachten van het kind. Herstel van de ouderschapsrelatie is daarvoor meestal een voorwaarde.” Eigen rol Helder bekijkt ook altijd wie er in de omgeving van het gezin een ondersteunende of bemiddelende rol kan spelen of wie juist de escalerende patronen versterken. Samenwerken met betrokken hulpverleningsinstanties is ook essentieel. Verder geeft ze psycho-educatie, waarbij ze de ouders leert hoe loyaliteit werkt bij kinderen en hoe slecht het voor ze is als de ouders constant ruzie maken. “Dat is geen gemakkelijk proces, mensen moeten erkennen wat hun rol is in plaats van blijven wijzen naar de an- der. Dat is heel moeilijk, maar ouders moeten beseffen dat zij het aller belangrijkste zijn voor het emotionele welzijn van kinderen. Als het beter gaat tussen de ouders, zie je dat het ook beter gaat met het kind.” Uiteindelijk komen de behandelingen van ouders en kind samen. Daarbij speelt Bureau Jeugdzorg, dat met name kijkt of de veiligheid van het kind gewaarborgd is, vaak een belangrijke rol. “Als ouders ondanks de therapie niet in staat zijn hun gedrag aan te passen, kan er door BJAA worden gesproken over uithuisplaatsing. Maar wij willen dit uiteraard zoveel mogelijk voorkomen. En in de meeste gevallen blijken ouders toch in staat om in het belang van het kind op een andere manier met elkaar om te gaan.” THEMA: VECHTSCHEIDING DOOR: GERARD DE JONG Bijzonder curator als grote onbekende Een speelbal tussen ouders. Dat is soms de positie van het kind tijdens een echtscheiding, stelt kinderombudsman Marc Dullaert. Hij pleit daarom voor de inzet van een bijzonder curator die de belangen van de kinderen tijdens een rechtszaak behartigt. Alleen vrijwel niemand weet van het bestaan af, stelt Dullaert in zijn rapport ‘De bijzonder curator, een lot uit de loterij’. ‘K inderen die ernstig in de knel zitten blijven verstoken van steun en hulp van iemand die hun belangen en stem kan vertegenwoordigen’, concludeert Dullaert in zijn rapport. Hij onderzocht de positie van de bijzonder curator nadat hij vele klachten van kinderen ontving die vonden dat ze tijdens de echtscheiding van hun ouders onvoldoende werden gehoord. Minderjarigen zijn namelijk officieel geen partij in een civiele rechtszaak omdat zij – zoals dat zo mooi heet – processueel handelingsonbekwaam zijn. Volgens de wet worden zij vertegenwoordigd door hun wettelijke vertegenwoordigers. Maar dat zijn nu juist de ouders die in een vechtscheiding zijn verwikkeld. Dullaert: “Het kind zit klem tussen zijn ouders en ziet geen kans zijn eigen wensen onder de aandacht te brengen.” Wezenlijk conflict De wetgever heeft daarom de functie van bijzonder curator ingesteld. Deze kan het kind bijstaan in “een wezenlijk conflict of probleem dat betrekking heeft op de verzorging, de opvoeding of het vermogen van het kind.” Daarbij gaat het onder andere over de vraag waar kinderen moeten wonen of hoe ouders de zorg- en opvoedingstaken verdelen. Kinderen, maar ook hulpverleners, kunnen de rechtbank verzoeken een bijzonder curator aan te stellen. Maar de rechter beslist uiteindelijk of hij een curator daadwerkelijk aanstelt. Kinderrechter Jan Wassenberg in Dagblad De Limburger: “Het is fijn als de curator het vertrouwen van beide ouders heeft, want dat is in het belang van het kind. Maar ouderlijke instemming is niet nodig. Als wij het nodig vinden, benoemen we iemand. Zo’n persoon moet wel een meerwaarde hebben. Als ik bijvoorbeeld een kind van veertien voor me heb dat prima zelf kan vertellen wat hij of zij wil en dat ook goed kan onderbouwen, dan vind ik zo’n curator wellicht niet nodig.” Gedragsdeskundige De bijzonder curator is meestal een advocaat, maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn. In principe kan iedereen bijzonder curator zijn. Wassenberg: “(…) Als het gaat om jonge kinderen van vijf, zes jaar zouden we het liefst een gedragsdeskundige als curator benoemen omdat kinderen niet zo goed hun gevoelens kunnen verwoorden.” Een bijzonder curator komt op voor de belangen van het kind, maar dat wil niet zeggen dat hij of zij precies doet wat het kind wil. Wassenberg: “Het is opvallend dat redelijk wat kinderen vragen om de andere ouder niet meer te hoeven zien. Maar is dat in het belang van het kind? Dat onderzoekt een bijzonder curator.” Alle betrokkenen zijn het erover eens dat een bijzonder curator een duidelijke meerwaarde heeft. Toch wordt er nog maar sporadisch gebruik van gemaakt. Volgens de kinderombudsman omdat deze functie onvoldoende bekend is. Hij pleit dan ook in zijn rapport voor ‘de versteviging van de positie van de bijzonder curator bij de rechterlijke macht, de jeugdzorg, de advocatuur en andere professionals die hiermee te maken kunnen krijgen.’ Meer informatie: www.dekinderombudsman.nl/58/ publicaties DOOR: TAMARA FRANKE Omgangsbemiddeling: Leren los te laten Omgangsbemiddeling. Dat is de oplossing van Spirit bij een vechtscheiding. Zij weten soms voor elkaar te krijgen wat met vele mediators en ouderschapsplannen niet lukt. Een gesprek met omgangsbemiddelaars Vanessa van Dam en Mariëtte Dijkstra. “B ij echtscheiding is een ouderschapsplan verplicht, maar vaak is dit slechts een standaardformulier en niet een goed doordacht plan waar beide partners zich in kunnen vinden”, vertelt Van Dam. “Je ziet soms ook dat tijdens de scheiding de vertrekkende partij zich schuldig voelt en de ander alles gunt. Maar naarmate de scheiding langer geleden is, verdwijnt deze gunfactor en slaat dat juist om in elkaar niets gunnen.” Zakelijk “Het is moeilijk samen het ouderschap vorm te geven”, vervolgt Van Dam. “Vaak is er gebrek aan vertrouwen over en weer. Problemen met financiën of een geschiedenis van huiselijk geweld maken het nog ingewikkelder. Daarnaast zie je dat partners nog te veel in het ex-partnerschap hangen. Ze moeten zich losweken van elkaar. Na een scheiding blijf je altijd ouder, maar je bent geen partner meer. Ex-partners moeten leren om zakelijke afspraken te maken.” De omgangsbemiddeling bestaat uit maximaal twaalf gesprekken op neutraal terrein en is bedoeld voor ouders die een kind hebben onder de achttien jaar en samen niet in staat zijn om goede afspraken te maken. Voorwaarde is dat ze beiden bereid zijn om actief mee te werken aan deze bemiddeling. Dit wordt vastgelegd in een bemiddelingsovereenkomst. Wensen “Ik begin met een foto van het kind of de kinderen op tafel en vraag wat de wensen voor de kinderen zijn van beide ouders. Dan blijkt dat ze het daarin altijd met elkaar eens zijn. Evenals in theorie het beste voor de kinderen willen. Dit is het begin”, vertelt Dijkstra. “Vervolgens moeten ouders elkaar leren los te laten en inzicht krijgen in eigen gedrag en emoties en elkaars gedrag en emoties. Dat kan alleen door ze daarmee te confronteren. Dat kan heel heftig zijn. Maar inzicht in gedrag en verwachtingen is een voorwaarde om tot een goed werkbaar omgangsdocument te komen waar beide ouders zich in kunnen vinden. Het is een mooi moment wanneer ouders dat inzicht bereiken en ook in staat zijn om hun eigen emoties ondergeschikt te maken aan het belang van de kinderen. Dan ben je geslaagd in de bemiddeling.” Spirit en echtscheiding FOTO: D R EA MSTI M E Spirit biedt een totaalpakket aan ondersteuning op het gebied van echtscheiding. Naast omgangsbemiddeling verzorgen KIES-trainers (www.kiesvoorhetkind.nl) een preventief hulpprogramma op basisscholen. Dit programma is speciaal ontwikkeld voor kinderen met gescheiden ouders. De training is gefinancierd vanuit de gemeente. Scholen kunnen ook zelf het programma inkopen. “Partners zie nog te veel in het ex-partnerschap hangen. Ze moeten zich losweken van elkaar.” 9 Verder geven omgangs bemiddelaars van Spirit ouderavonden over echtscheiding op basisscholen. Iedereen die te maken heeft met echtscheidingen, van de ouders tot opa’s, oma’s, vrienden, buren en docenten, zijn welkom. Meer informatie: www. [email protected] THEMA: COLOFON Overname artikelen Overname van artikelen uit ‘Jong aan de Amstel’ is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. Hoofdredactie Martin Gerritsen/TekstBeeld.Eu Kernredactie Sarah Zagt (Spirit), Maureen Veurman (Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam), Bertie van der Linden (Altra), Clara Vollaard (De Bascule) Redactie Eveline Wiebes (Arkin), Nel Pols (Cordaan Jeugd), Iris Clarkson (MEE Amstel en Zaan), Hiske Dibbets (De Waag), Elvira Draijer (William Schrikker Groep), Marc Onnen (HVO Querido), Maria Lichtendonk (Leger des Heils), Suzan van Dijk (Opvoedpoli), Janwillem Witsen Elias (Ons Tweede Thuis), Daphne Wolthuis (Lijn5), Moniek Zijm (MOC ’t Kabouterhuis) Vaste medewerkers Tamara Franke, Anja Geldermans, Samar Haddad, Maartje Hagar Treep, Brigitte den Hartog, Suzan Hilhorst, Rob van der Hout, Evelien Hoekstra, Sake Rijpkema, Adelheid van Rossum, Wim Stevenhagen en Florence Tonk Redactieadres Jong aan de Amstel Postbus 38, 1540 AA Koog aan de Zaan. e-mail: [email protected] website: www.jongaandeamstel.nl Ontwerp en DTP Marjolein Lensink Productie Heijnis & Schipper Drukkerij bv, Zaandijk CONTACTGEGEVENS Altra Rode Kruisstraat 32, 1025 KN Amsterdam 020 - 555 83 33 • [email protected] • www.altra.nl De Bascule Academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie IJsbaanpad 6, 1076 CV Amsterdam • 020 - 890 19 00 [email protected] • www.debascule.com Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam Overschiestraat 57, 1062 HN Amsterdam 020 - 3059 359 • [email protected] • www.bjaa.nl Cordaan Jeugd IJzerwerkstraat 5, 1033 RJ Amsterdam 020 - 630 62 62 • [email protected] • www.cordaan.nl GGZ inGeest - Jeugd en Jongerenpsychiatrie Overschiestraat 57, 1062 HN Amsterdam 020 - 788 56 00 • www.ggzingeest.nl HVO-Querido Eerste Ringdijkstraat 5, 1097 BC Amsterdam 020 - 561 90 90 • [email protected] • www.hvoquerido.nl Jellinek Jeugd / Punt P 2e Constantijn Huygensstraat 39, 1054 CP Amsterdam 020 - 590 55 55 • www.jellinek.nl • www.puntp.nl Leger des Heils - Goodwillcentra Amsterdam Rode Kruisstraat 24, 1025 KN Amsterdam 020 - 630 11 11 • [email protected] www.legerdesheils-goodwillcentra.nl Lijn5 Postbus 43, 1970 AA IJmuiden 088 - 513 13 13 • [email protected] • www.ln5.nl MEE Amstel en Zaan Derkinderenstraat 10-18, 1062 DB Amsterdam 020 - 512 72 72 • [email protected] • www.meeaz.nl MOC ’t Kabouterhuis Amsteldijk 136, 1079 LK Amsterdam • 020 – 644 53 51 [email protected] • www.kabouterhuis.nl Ons Tweede Thuis Vuurdoornstraat 11, 1431 RM Aalsmeer • 0297 – 353 800 [email protected] • www.onstweedethuis.nl Opvoedpoli Houtmankade 332, 1013 RR Amsterdam, 020 – 463 43 82 [email protected] • www.opvoedpoli.nl Spirit Fred. Roeskestraat 73, 1076 EC Amsterdam 020 - 5400 500 • [email protected] • www.spirit.nl De Waag - Amsterdam Zeeburgerpad 12-b, 1018 AJ Amsterdam 020 - 462 63 33 • [email protected] William Schrikker Groep Postbus 12685, 1100 AR Amsterdam 020 - 740 00 00 • [email protected] • www.wsg.nu DOOR: MARIAN VAN DER HEIDE Poppetjes met de rug naar elkaar toe Binnen de hulpverlening wordt gewerkt met poppetjes van duplo of playmobil om complexe situaties te visualiseren. Het helpt, bijvoorbeeld bij pleegzorg en bij rouw- of traumaverwerking. Maar helpt het ook bij vechtscheidingen? H illard Baudoin, ambulant gezinsbegeleider bij Lijn5 , heeft ervaren dat ook bij vechtscheidingen het inzetten van poppetjes werkt. “Lijn5 biedt hulp aan gezinnen met kinderen met een licht verstandelijke beperking. De afdeling Ambulante Gezinsbegeleiding (AG) omarmt verschillende methodes om oplossingsgericht en systeemgericht met gezinnen te kunnen werken. Bij vechtscheidingen werken wij met twee begeleiders; een voor elke ouder, om zo de meerzijdige partijdigheid te bewaken. Maar we bleken er met alleen praten niet uit te komen. Dat had wellicht te maken met het beperkte niveau van ouders, maar ook omdat er bij vechtscheidingen veel oud zeer zit.” F OTO: SAKE RIJ PKEMA ‘Jong aan de Amstel’ is een gezamenlijke uitgave van zestien instellingen voor de jeugdzorg, de kinderen jeugdpsychiatrie, speciaal onderwijs en hulp voor licht verstandelijk beperkten in de stadsregio Amsterdam: Altra, Arkin, Cordaan Jeugd, De Bascule, Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam, GGZ inGeest, HVO-Querido, Leger des Heils, Lijn5, MEE Amstel en Zaan, MOC ’t Kabouterhuis, Ons Tweede Thuis, Opvoedpoli, Spirit, De Waag en de William Schrikker Groep. ‘Jong aan de Amstel’ verschijnt vier keer per jaar. De digitale nieuwsbrief ‘Jong Digitaal’ verschijnt elf keer per jaar. De artikelen in dit blad vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de organisaties. Evenmin kunnen aan de inhoud van dit blad rechten worden ontleend. VECHTSCHEIDING Een taal erbij De Ambulante Gezinsbegeleiding besloot daarom gebruik te maken van de methode ‘Een taal erbij’. Hierbij gaan hulpverleners met behulp van duplopoppetjes een gesprek aan over moeilijke onderwerpen. Door de poppetjes neer te zetten op bepaalde plekken en afstanden van elkaar ontstaat er overzicht over het probleem. Aanvankelijk werd de methode vooral gebruikt voor kinderen, mensen met een verstandelijke beperking en anderstaligen. Maar het blijkt bruikbaar voor elke doelgroep. En dus ook bij vechtscheidingen. Luisteren Hoe gaat dat nu in praktijk? Beppie Loogman, die trainingen in deze methode geeft: “We laten eerst beide ouders afzonderlijk hun verhaal vertellen. Hierna laten we ze naar elkaars verhaal luisteren. Ouders kiezen en plaatsen vervolgens een poppetje dat henzelf representeert. Bij een vechtscheiding staan de poppetjes vaak ver Hillard Baudoin: “Het leidt ertoe dat ouders elkaar minder als ex-partners bejegenen, maar meer als de andere ouder.” uiteen en met de ruggen naar elkaar toe. Als ex-partners begrijpen ze elkaar niet meer, is er boosheid en verdriet. Pratend over vroeger zien we dat ze ooit wel nabij en met de gezichten naar elkaar toe zijn gestart. In het nu plaatsen we dan nieuwe poppetjes erbij, die zichtbaar maken dat er voor elke ouder twee posities zijn. Die van ouder, en die van ex-partner.” Schatkistje “Attributen horen er ook bij”, gaat Beppie verder. “Een schatkistje staat voor het positieve, een touwtje dat je om de poppetjes heen legt verbeeldt de familieband, een oud doosje staat voor oud zeer. Als je echt mensen hun verhaal laat doen, erkenning geeft voor hun schade, verhaal en inzet, krijgen mensen lucht. Daardoor kan je verder werken. In elk volgend gesprek kan je kijken wie er aan het woord is; de ex-partner of de andere ouder.” En dat werkt, stelt Hillard: “Het leidt ertoe dat ouders elkaar minder als ex-partners bejegenen, maar meer als de andere ouder.” Meer informatie: www.ln5.nl en www.lerenoverleven.org DOOR: ANJA GELDERMANS Ouders houden in groepstherapie elkaar een spiegel voor Reguliere therapie blijkt niet te werken bij een deel van de ouders die in een vechtscheiding zijn verwikkeld. Daarom ontwikkelden de therapeuten van Mentrum een groepsbehandeling, waarbij andere ouders elkaar corrigeren en een levensgrote spiegel voorhouden. Ook het kind mag zich uitspreken. “Het patroon is de echte vijand.” “O uders die zich hebben vastgebeten in een vechtscheiding, help je niet met reguliere therapie”, stelt Marjon Boschman, gezins- en relatietherapeute bij Centrum voor Relationele Therapie Mentrum. “Een gewone therapie werkt vanuit vertrouwen, openheid en het idee dat je samen iets opbouwt. Maar bij vechtscheidingen heerst een sfeer van wantrouwen, destructie, gelijk willen halen, wraak nemen. Deze mensen zijn in een aanval- en verdedigingspatroon geraakt, dat alles bezet, ook het ouderschap. Deze mensen zijn er in het diepst van overtuigd dat ze handelen in het belang van het kind. Toch moet er iets gebeuren, want het kind gaat kapot aan deze strijd.” Relatieleed Het gaat vaak om ouderparen die voorafgaand aan de scheiding veel relatieleed hebben meegemaakt. Boschman: “We geven aan dat we er begrip voor hebben dat ze in dit patroon zijn geraakt, maar zijn ook duidelijk en helder in onze boodschap dat deze situatie moet stoppen.” Boschman heeft samen met haar collega Clemens Bernardt – in navolging van het Lorentzhuis in Haarlem – een groepstherapie ontwikkeld, waaraan zes ouderparen en hun kinderen deelnemen. “We gaan daarbij uit van verschillende ingrediënten. De kinderen krijgen in de ruimte ernaast begeleiding. De ouders zijn er zich dus constant bewust van dat het om de kinderen gaat. Dat fungeert als breekijzer. Verder laten we de andere ouders op elkaar reageren: zij zijn superexpert in het herkennen van destructieve patronen. Daarnaast beschikken wij over veel technieken om ouders te laten voelen wat een kind voelt als er over zijn hoofd een derdewereldoorlog wordt gevoerd. Dat gevoel zijn ze soms al jaren kwijt. Dat geeft een beetje ruimte. Kortom, wat mij in de spreekkamer niet lukt, lukt veelal wel in die groep.” Vijanddenken Ook het netwerk van de ouders wordt bij de aanpak betrokken. “Deze strijd is besmettelijk en 10 breidt zich uit naar de gehele omgeving. Vaak verergert het vijanddenken hierdoor. De stap om het demoniseren van de ander los te laten is enorm”, zegt Boschman. “Sommige stellen zijn al jarenlang verwikkeld in allerlei procedures rondom het huis, geld, de omgangsregeling. Het gaat daarbij om hun rechten, maar de kinderrechten worden vaak vergeten. Onze boodschap is daarom: neem je verlies.” Moedig Ook de kinderen krijgen een stem: via een toneelstuk, film of fotoreportage laten ze hun ouders weten wat de vechtscheiding met hen doet. Vervolgens reageren de ouders daarop. Dat heeft vaak – naast de groepsaanpak – een enorme impact. Bij vijf van de zes ouderparen zie je dat er uiteindelijk een doorbraak ontstaat. Ik kan niet anders zeggen dan dat ik heel veel bewondering heb voor deze mensen, die vaak heel veel hebben meegemaakt. Er is veel moed voor nodig. Of zoals een ouder zei: ‘Stoppen met doorgaan is het moeilijkste wat er is.’ Op deze manier lukt het dus het kind uit de knel te krijgen.” Meer informatie over de therapie ‘Vechtscheidende ouders en hun kinderen uit de knel’: [email protected] of 020 – 590 40 00. THEMA: VECHTSCHEIDING DOOR: MARTIN GERRITSEN Bureau Jeugdzorg ‘Als alles is mislukt, komen ze bij ons’ “Vaak zijn wij het sluitstuk van de hulp”, stelt gz-psycholoog Miriam Seegers van Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam. Bureau Jeugdzorg komt pas in beeld bij een zorgmelding, bijvoorbeeld als gevolg van huiselijk geweld of als een van de ouders de omgangsregeling blokkeert. De emoties zijn dan al hoog opgelopen. Vaak te hoog. Wat kun je dan nog doen? Een gesprek met Miriam Seegers, gezinsmanager Marianne Proper en Juliëtte Veldt van het Vak Jeugdteam. Verder staat het kind altijd centraal. Natuurlijk zeggen alle ouders dat ze in het belang van het kind handelen, maar in de praktijk verliezen ze dat belang wel eens uit het oog. Vandaar ook dat we een foto van het kind op tafel zetten als we met elkaar spreken. Daarmee zet je het kind echt centraal.” Kern De afgelopen drie jaar heeft Bureau Wespennest Jeugdzorg het Generiek Gezinsgericht Bureau Jeugdzorg ontwikkelde in Werken ontwikkeld. Alle medewerkers de loop der jaren een methodiek zijn getraind in Functional Family Pavoor complexe echtscheidingen, een role Service, waardoor zij beschikken methodiek die nog telkens wordt over gesprekstechnieken om gezinnen bijgesteld. De basis werd mede gelegd te motiveren zelf of met hulp hun door Juliëtte Veldt, die nu werkt problemen op te lossen. Daarbij ligt de voor het Vak Jeugdteam Zaandam. focus op ‘ieder kind blijvend veilig’ en “We hadden vijf jaar terug nog wordt gewerkt vanuit het principe van onvoldoende handvatten om met ‘één gezin, één plan, één werker’. deze complexe echtscheidingen om te Marianne Proper: “We zitten dus met gaan”, vertelt ze. “Als we probeerden beide ouders aan tafel en proberen de te bemiddelen, liepen we vast in een negativiteit uit het gesprek te halen. wespennest. Want voor een succesvolle Dat kan door de ouders af te leiden bemiddeling heb je gemotiveerde met iets wat bijvoorbeeld buiten partners nodig en die zijn er bij een gebeurt. Of door een ander onderwerp echtscheiding nu juist niet.” te zoeken. Als dat niet lukt, kun je even Veldt ontwikkelde een methodiek de ruimte uitlopen of – in het ergste met twee gezinsmanagers; één voor geval – het gesprek stoppen. Gelukkig het kind en één voor de ouders. “We is dat mij nog nooit overkomen.” praten alleen met beide partners Als de ouders in gesprek zijn over het samen”, vertelt ze. “Nooit apart. Dat kind, komt de gezinsmanager tot de voorkomt dat je wordt meegetrokken kern van het probleem: wat kunnen in het conflict. Als je een e-mail krijgt we gezamenlijk doen om de veiligheid van een ouder, antwoord je dat je die van het kind te waarborgen? “En als de volgende keer met z’n allen wilt een van de ouders met een beschuldibespreken. Dat houdt het transparant. ging naar de ander komt, kijk je niet naar de beschuldiging, maar naar de nobele gedachte, die er achter ligt. Die is vaak wel positief en kun je gebruiken ten dienste van het kind.” Miriam Seegers: “Je probeert helder te krijgen welke hulp nodig is om de vastgelopen patronen te doorbreken.” Omgeving Bij het Generiek Gezinsgericht Werken kijken gezinsmanagers nadrukkelijk ook naar de omgeving van beide ouders. “Who makes it, who brakes it”, citeert Miriam Seegers een van de uitgangspunten van het FFPS. Anders gezegd: wie in de omgeving hebben een positieve en negatieve invloed op de situatie. Mensen, die een positieve invloed hebben, kun je bij de hulp betrekken en zo nodig ook uitnodigen voor het gesprek, mits beide ouders het ermee eens zijn. Marian Proper: “Zo probeer ik ook eventuele nieuwe partners bij het gesprek te halen. Maar je kunt bijvoorbeeld ook grootouders bij het gesprek betrekken. Zij kunnen een belangrijke invloed hebben.” Pilot De problematiek is echter weerbarstig en niet altijd leidt de methodiek tot een bevredigende oplossing. Dat is de reden dat de methodiek verder wordt geperfectioneerd. Miriam Seegers: “We zijn een pilot gestart in de Zaanstreek, waarin we de uitgangspunten van tevoren duidelijk in een brief aan de ouders melden: het gaat uitsluitend FOTO: DREAMSTIME n eerste instantie zie je dat ouders de strijd bij ons willen voortzetten”, vertelt Seegers. “Ze hopen door ons in het gelijk te worden gesteld, nu er een zorgmelding is gedaan. Wij gaan echter met beide ouders in gesprek over wat veiligheid voor ieder kind inhoudt. Dit ervaren sommige ouders alsof zij niet in hun gelijk worden gesteld.” over de kinderen, we praten alleen over het heden en de toekomst en we delen alle informatie met elkaar.” Vervolgens begint een traject van zes maanden met een aantal stappen. Dat traject begint met een vragenlijst over de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. Die vragenlijst wordt ingevuld door de ouders, jeugdigen en leerkrachten. Kinderen tekenen de drie huizen; het huis van de zorgen, het huis van de dromen, het huis van de leuke dingen. Seegers: “Voordeel daarvan is dat direct de problematiek van de kinderen centraal staat. Door de afname van gedragsvragenlijsten gaan we na of er wellicht ook andere problematiek kan spelen, welke niet direct te maken heeft met de scheiding.” “Aan de hand van de vragenlijsten volgen gesprekken met beide ouders over de omgang met het kind. We zetten regelmatig eigen-kracht-conferenties of signs of safety in om de omgang zo veilig mogelijk voor de kinderen te realiseren. Het netwerk is van belang voor een duurzame oplossing,omdat BJAA tijdelijk is in het leven van de kinderen. Centraal daarbij staat altijd de veiligheid.” Dat gebeurt nog steeds volgens de methode, die Veldt destijds heeft ontwikkeld: met twee gezinsmanagers en de foto op tafel. “Toch lukt het niet altijd om tot een oplossing te komen”, vertelt Marianne Proper. “In dat geval breng ik het in het casuïstiekoverleg in dat we wekelijks met het team hebben. We kijken dan naar de centrale vraag en collega’s kunnen met suggesties komen voor een andere benadering.” Uiterste geval FOTO: D R EA M STIM E “I 11 En als er na zes maanden nog steeds geen oplossing is? Seegers: “Dan moeten we ons beraden op een andere maatregel. In het uiterste geval vragen we een machtiging tot uithuisplaatsing, zodat het kind op een neutrale plaats verblijft – bijvoorbeeld een pleeggezin – zodat beide ouders contact kunnen houden met het kind. Tot nu toe is er een keer een verzoek tot uithuisplaatsing gedaan. Wat voorkomt is dat de ouders hun strijd voor de rechtbank voortzetten. Dat is treurig, want in omgangszaken wordt het kind als zodanig niet juridisch vertegenwoordigd. Weliswaar is er de mogelijkheid een ‘bijzonder curator’ aan te stellen – iemand die in de rechtszaak het belang van het kind vertegenwoordigd – maar daar wordt nog maar zelden gebruik van gemaakt.” THEMA: VECHTSCHEIDING DOOR: MARTIN GERRITSEN Carla van Gelderen, trainer Family Transitions De balans terug in werk, gezin en ontspanning FOTO: SAKE RIJPKEMA “Er is veel wrok en woede over zaken als geld, taken en nieuwe liefdes,” vertelt Carla van Gelderen, “maar de meesten vinden hun ex geen slechte ouder.” Toch overheerst in een vechtscheiding de negativiteit en dat heeft onmiskenbaar effect op het kind. Family Transitions, de nieuwe cursus van Triple P, wil die negativiteit wegnemen. Carla van Gelderen, trainer Family Transitions DE CLIENT Merel, deelneemster aan Family Transitions Overgang DOOR: MARTIN GERRITSEN ‘Waar heb je wel invloed op? Hoe kom je uit het conflict?’ “Eigenlijk was ik op zoek naar een manier hoe ik mijn dochter het beste kon ondersteunen. Ik ben vijf jaar terug van haar vader gescheiden en we denken nog steeds verschillend over de opvoeding. Mijn dochter – ze is inmiddels zeven – gaf signalen af dat ze daar last van had. Ze werd telkens geconfronteerd met twee waarheden: ‘Jij zegt dit en papa zegt dat.’ Dat gaf bij haar veel onrust. Die onrust werd versterkt doordat ik met mijn nieuwe partner een nieuw gezin aan het vormen ben. Mijn huidige partner is zwanger. Dat zette alles op scherp, mijn ex reageerde en mijn dochter vroeg of haar broertje of zusje straks ook gewoon mee gaat naar papa. Daardoor werd voelbaar dat het straks – nog meer dan nu – twee werelden zijn.” “Via het krantje van het stadsdeel las ik over Family Transitions. Ik vroeg me in eerste instantie af of het wel iets voor mij zou zijn omdat ik al zo’n tijd geleden was gescheiden. Maar de cursusleidster vertelde dat er meer deelnemers waren waarvan de scheiding al langere tijd geleden is. Het ging erom of het contact met de andere ouder nog moeizaam verliep.” “De cursus was een beetje schools; met video’s kijken en huiswerkopdrachten maken. Het goede was dat ik mensen sprak die in dezelfde situatie zaten. Bij iedereen loopt het contact moeizaam en de kinderen hebben daar last van. Zeker als beide ouders ergens toestemming voor moeten geven, bijvoorbeeld voor een therapie. Als je ex dat niet wil, zijn er wellicht andere vormen van hulp waar- “Family Transitions helpt mensen de draad weer oppakken na een echtscheiding. Je ziet bij mensen die uit elkaar zijn veel frustratie, stress en verdriet. Dat sleept soms jaren. We hadden een ouder in de cursus die al zeven jaar terug was gescheiden, maar nog steeds een enorme strijd voerde met haar ex.” “Tijdens de cursus is weinig ruimte voor die negatieve emoties. Deelnemers kunnen hun verhalen over hun ex kwijt tijdens de intake. Daar nemen we ook voldoende de tijd voor. Maar de cursus richt zich op de individuele ouder die het thuis ook alleen moet doen. We stellen: ‘Je kunt je ex niet veranderen, maar je kunt wel kijken wat je kunt doen zodat je kind zo weinig mogelijk te lijden heeft onder de situatie’. Dat uitgangspunt is overigens moeilijk te handhaven. De verhalen over de ex zitten zo hoog, die moeten eruit. Daarom hebben we na afloop van de derde bijeenkomst extra tijd hiervoor gereserveerd.” “Family Transitions bestaat uit tien bijeenkomsten van twee uur. De eerste vijf sessies zijn voor de verschillende aspecten die een scheiding met zich meebrengt. De laatste vijf voor opvoedingsvaardigheden. Aan de cursus doen maximaal twaalf ouders mee. Geen stellen. Dat zou de cursus te veel belasten. Beide ex-partners kunnen wel allebei een cursus volgen, maar dan op een verschillende plaats.” bij je geen toestemming nodig hebt. Dat soort tips werden onderling uitgewisseld. Het was moeilijk dat er weinig ruimte was om verhalen uit te wisselen, want soms voel je je wel machteloos over wat je ex doet. We hebben daarom een extra sessie ingelast, zodat er iets meer ruimte was om ook met elkaar te praten. En als ik hoorde wat anderen meemaakten, dan relativeerde het mijn eigen situatie en dacht ik soms: ‘Gelukkig doet mijn ex die rottige dingen niet’.” “Het meeste had ik aan het onderwerp ‘conflicthantering’. Het is makkelijk om te blijven hangen in het idee dat je ex zo moeilijk doet, maar je kunt beter kijken naar wat je in zo’n conflict wel kunt doen. Waar heb je wel invloed op? Hoe kun je uit het conflict komen? De cursus heeft me geholpen om meer uit mijn eigen verhaal te stappen. Een minpunt vond ik dat het wel erg intensief was. Je hebt elke week een bijeenkomst en ook nog eens huiswerk. Dat is best wel veel, zeker voor alleenstaande ouders.” “Ik denk dat ik door de groep vooral kalmer ben geworden. Mijn dochter vond het goed dat ik bij die groep ben gegaan. Ik denk ook dat ze nu merkt dat ik anders met de conflicten met haar vader omga. Ik onderhandel nu meer en reageer minder. Binnenkort hebben we weer een bijeenkomst met de mensen die hebben deelgenomen aan de cursus (zonder leiding). Ik denk dat we met een deel wel bij elkaar blijven komen.” 12 “Het eerste deel gaat over de overgangsfase waarin het gezin zich bevindt en de valkuilen daarbij. Sta je het kind toe om over je ex te praten? Ben je misschien te toegevend tegenover het kind? Daarbij kijken we steeds vanuit de optiek van het kind. Dat is ook de rode draad van de cursus. Iedere ouder zegt dat hij of zij het belang van het kind centraal stelt, maar in praktijk delft dat belang vaak het onderspit als gevolg van alle emoties.” “De volgende bijeenkomsten gaan over omgaan met stress, woede, angst en depressie. Je leert aan de hand van het werkboek en rollenspelen wat dergelijk gedrag in de hand werkt en hoe je er anders mee om zou kunnen gaan. Je kunt woedend zijn omdat je ex voor de zoveelste keer je kind te laat terugbrengt, maar je kunt je ex niet veranderen. Wel de manier hoe je daarmee omgaat. Wat zijn ‘helpende gedachten’ in dat geval? En vooral wat helpt je kind? Belangrijk is ook dat je goed voor jezelf zorgt. Wat vind je leuk om te doen? Ga weer hardlopen, naar de film of koffie drinken met vriendinnen. Als je jezelf goed voelt, heeft dat een positief effect op het kind.” Conflicthantering “Belangrijk onderdeel is conflicthantering. Wat voor type ben je? Ga je de strijd aan, ontwijk je het conflict of pas je je aan? Als je bewust bent van je eigen rol, kun je makkelijker beoordelen hoe je uit een conflict komt. Dat oefenen we aan de hand van rollenspelen, bijvoorbeeld wanneer je ex op het laatste moment belt dat zij dat weekend het kind niet kan hebben omdat zij met haar nieuwe vriend weggaat. Dat is heftig en roept veel emoties op. Maar wat is in dat geval het belang van het kind?” “Op die manier proberen we in vijf sessies een balans terug te brengen in werk, gezin en ontspanning. Vanuit die nieuwe gezinsidentiteit kun je een nieuw leven opbouwen en duidelijke afspraken maken over de opvoeding. Daarover gaan de volgende sessies.” Meer informatie: www.positiefopvoeden.nl/nl-nl/advies-en-hulp/ welk-aanbod-past-bij-mij/cursus-family-transitions/ Om redenen van privacy is de naam van Merel gefingeerd
© Copyright 2024 ExpyDoc