INHOUDSOPGAVE COLOFON Eerste druk, December 2013 1. VOORWOORD 4 Langdurige zorg in transitie 2. INLEIDING 6 op weg naar een nieuw inrichtingsmodel 3. WAT IS LANGDURIGE ZORG? 8 4. WIE ZIJN DE AANBIEDERS? 10 5. WIE ZIJN DE GEBRUIKERS? 18 6. WAT KOST LANGDURIGE ZORG? 22 7. TOETREDING ZORGCIRCUIT, HOE GEREGELD? 30 8. NOODZAAK VAN DE VERANDERING 36 9. HET NIEUWE INRICHTINGSMODEL 38 geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar 10. POPULATIEGEBONDEN BEKOSTIGING 50 gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, 11. SCENARIO EN RISICOANALYSE, IN KORT BESTEK 54 12. NAWOORD 68 © de Veghte Ontwerp: Buro BRAND Opmaak: Lambino Branding Drukwerk: Service Point Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden veelvoudigd, opgeslagen in een scan of welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Veghte. 1 VOORWOORD Nederland staat aan de vooravond van een nieuwe belang zijn. In dit boekje zijn veel cijfers en figuren gaat volgen. Daarbij staat de kwaliteit van dienst- overgelaten. Wij stellen het op prijs stellen hierover inrichting van de langdurige zorg. Over deze zorgvorm opgenomen. Voor deze aanpak is gekozen om snel verlening en de inhoudelijke betrokkenheid met met u een discussie aan te gaan. De Veghte organi- bestaan allerlei meningen, inzichten en verwach- inzicht te krijgen en de wereld van de langdurige zorg de zorg en het nieuwe portfolio van de gemeenten seert de komende maanden een aantal kennissessies tingen. Duidelijk is dat de kennis over de langdurige transparant te maken. Immers, als er eenduidigheid voorop. Advies, interim- en projectmanagement en om deze verdiepingsslag concreet vorm en inhoud te zorg veelal gefragmenteerd is. Iedereen bekijkt dit bestaat over de uitgangspunten, dan is het beter werving en selectie wint aan kwaliteit als wordt inge- geven. beleidsveld vanuit het eigen perspectief dat door- mogelijk om het voorgenomen beleid te begrijpen en stoken vanuit een gedegen kennis van het markt- gaans wordt gevormd door de positie of de rol die in te toetsen. segment. de zorg wordt ingenomen. Graag wensen wij u veel leesplezier toe en zien uit naar de discussies die wij over de toekomst van de De Veghte neemt positie in op de markt van advies, De wereld van de zorg kent een eigen dynamiek In dit door de Veghte te publiceren boekje wordt de interim- en projectmanagement en werving en se- en eigen wetmatigheden. Getracht wordt zo min wereld van de langdurige zorg inzichtelijk gemaakt. lectie. Daarbij vormt de zorgsector de belangrijkste mogelijk te vervallen in beleidstaal en daarmee het Bert Blankestijn In de eerste paragrafen wordt stilgestaan bij de hui- peiler. Omdat de gemeenten de komende tijd een inzicht voor de lezer te vergroten. Dat is een lastige René van Duuren dige situatie. Vervolgens wordt het nieuwe inrich- belangrijke positie gaan innemen in de zorgallo- opgave. Het is niet te voorkomen dat soms wordt tingsmodel beschreven. Daarna wordt aandacht catie speelt de Veghte hierop in. De beschrijving teruggegrepen op jargon. Of in dit boekje wordt besteed aan een aantal aandachtspunten die voor van de langdurige zorg biedt aanknopingspunten voldaan aan de opgelegde eis om transparantie te het slagen van de transitie naar ons oordeel van voor de werkwijze die de Veghte de komende jaren verschaffen is een oordeel dat aan de lezer wordt 4 langdurige zorg met u kunnen gaan voeren. 5 2 INLEIDING keert feitelijk terug naar zijn oorspronkelijke doel- Wat is langdurige zorg, wie zijn de aanbieders en wie stelling. de gebruikers? Vervolgens wordt stilgestaan bij de kosten en premiegelden. Wie geeft toegang tot de Op 25 april 2013 heeft staatsecretaris Van Rijn van langdurige zorg en welke regels gelden daarbij? VWS zijn beleidsbrief3 over de hervorming van de De noodzaak van de verandering wordt toegelicht langdurige zorg aan de Tweede Kamer aangeboden. in paragraaf 8. Daarna wordt de scoop gericht op de De bijbehorende beleidsnota bevat een uitgebreide toekomst. Wat houden de plannen tot modernise- motivatie waarom het roer in de langdurige zorg om ring van de langdurige zorg in en wat betekent dat moet. Ook wordt een spoorboekje gepresenteerd, voor burgers? In paragraaf 9 wordt beschreven welke waarin de transitie is gedefinieerd en in een tijd- vraagstukken de komende jaren aandacht vragen in pad wordt geplaatst. Indachtig dit tijdschema zijn in beleidsmatige zin, zoals de positie van de gemeenten De afgelopen jaren zijn er diverse studies en durige zorg onbetaalbaar wordt. Om dit probleem oktober 2013 de eerste concepten gepubliceerd van en de inzet van de mantelzorg. Tot slot wordt een aan- rapporten verschenen die hun licht laten schijnen aan te pakken werd in de studies1 gepleit voor uiteen- de nieuwe wetgeving. Kort na elkaar verschenen de tal suggesties gedaan om het veranderingsproces in op de bekostiging van de langdurige zorg. De lopende oplossingsrichtingen. Deze varieerden van Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) en de goede banen te leiden. Risicoanalyse is daarbij een rode draad in deze rapporten is dat in allerlei toon- het treffen van ingrijpende structuurmaatregelen tot AWBZ nieuwe stijl: de Wet Langdurige Intensieve onontbeerlijke processtap, waarbij in het bijzonder aarden wordt gepleit voor verandering en moderni- het herverkavelen van het financieringsarrangement. Zorg (LIZ). Het ambitieniveau van het kabinet is wordt stilgestaan bij de nieuwe verantwoordelijkheid sering van de voornaamste financieringsbron van Ook werd opgeroepen tot het uitvoeren van groot on- hoog. Binnen een relatief kort tijdbestek moet een van de gemeenten. de langdurige zorg: de Algemene Wet Bijzondere derhoud en zelfs het afschaffen van de AWBZ. ingrijpende omvorming gestalte krijgen, hetgeen Ziektekosten (AWBZ). Vastgesteld wordt dat deze een grote impact heeft op burgers, zorgaanbieders, volksverzekering sinds de inwerkingtreding in 1968 In het Regeerakkoord2 van het kabinet Rutte II heeft voortdurend is uitgebreid met allerlei voorzienin- het aantredende kabinet koers gekozen. In de lang- gen. Voorzieningen die feitelijk niet in overeenstem- durige zorg wordt voortaan ingezet op meer maat- In dit boekje staat de langdurige zorg centraal. Voor ming zijn met het oorspronkelijke doel van deze werk, meer zorg in de buurt en meer samenwerking de samenstelling van dit boekje is gebruik gemaakt collectieve verzekeringsvorm: het financieren van tussen de verschillende zorgaanbieders. Dit moet van diverse bronnen. Waar dat relevant is worden onverzekerbare risico’s. Door de huidige samenstel- uitmonden in een houdbare financiering van voorzie- de bronnen vermeld met een verwijzing naar het ling van de aanspraken en de toekomstige opbouw ningen, zodat ook toekomstige generaties er gebruik oorspronkelijke bronmateriaal. In de paragrafen 3 van de bevolking wordt voorspeld dat de lang- van kunnen maken. De AWBZ gaat op de helling en tot en met 7 wordt de huidige situatie beschreven. 6 1. Sociaal Economische Raad – Toekomst van de AWBZ. Den Haag SER, 27 maart 2008 2. Bruggen slaan, Regeerakkoord VVD - PvdA, 29 oktober 2012 gemeenten en zorgverzekeraars. 3. Hervorming Langdurige Zorg: naar een waardevolle toekomst. Tweede Kamer, kenmerk 114352-103091-LZ 7 3 WAT IS nen premie betalen. Deze premieopbrengsten worden aangewend voor de collectieve bekostiging van LANGDURIGE ZORG? Langdurige zorg is een verzamelnaam voor betaald uit de Armenwet, de Algemene Bijstandswet, diverse zorgvormen, die wordt geleverd aan burgers door betalingen van burgers en door legaten en met een lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of schenkingen. Toen de AWBZ van start ging was de psychische beperking. Deze zorg is niet primair structuur eenvoudig en waren de uitgaven uitgedrukt gericht op het genezingsproces, maar veeleer op de in Euro’s 275 miljoen. verpleging en verzorging in instellingen en/of in de thuissituatie. Het kenmerkende karakter van deze Actoren vormen is dat het zorgarrangement over een In de huidige langdurige zorg is sprake van een langdurige periode (doorgaans langer dan 1 jaar) ingewikkeld netwerk van organen en instanties noodzakelijk is. In 2013 maakten ruim 800.000 die alle een deel van de organisatie van de AWBZ Nederlanders gebruik van de langdurige zorg. Sinds invullen. Deze zijn met hun belangrijkste functies 1968 wordt de langdurige zorg gefinancierd door de weergegeven in de figuur aan de rechterkant. Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Destijds creëerde de AWBZ een nieuwe financie- De AWBZ is een volksverzekering die geldt voor alle ringsstroom die veel andere stromen afsloot. burgers. De financiering vindt plaats door middel van Vòòr 1968 werd de langdurige zorg onder meer een omslagstelsel. Dat wil zeggen dat alle ingezete- 8 de langdurige zorg. De AWBZ kent dus geen individueel spaarstelsel zoals dat van toepassing is bij de pensioenvoorziening. Beheert Centrale Kas AWBZ Match vraag en aanbod Financieert het CAK Financiering van PGB College voor zorgverzekeringen (CVZ) Int premiegelden bij burgers Draagt over aan Centrale Kas AWBZ Belastingdienst Zorgkantoren AWBZ verzekerden / cliënten Zorgaanbieders Leveren van zorg Centraal Administratie Kantoor (CAK) Betalen premie en bijdragen Innen eigen bijdrage cliënten Ontvangt langdurige zorg Betaling aan zorgaanbieders Figuur I Voornaamste actoren langdurige zorg bron: eigen research 9 4 WIE ZIJN DE AANBIEDERS? Om de verschillende functies en producten van de beschermde woonvorm richt zich naast begeleiding aanbieders nader te duiden worden de zorgvormen ook op verschillende levensgebieden zoals: algemene hieronder kort omschreven: zelfredzaamheid, wonen, sociale contacten en dagbesteding. De inzet van de zorg is gericht op resociali- Geestelijke gezondheidszorg satie. Regionale instellingen voor beschermd wonen: voorziening voor de huisvestiging en ondersteuning Verslavingszorg: deze zorgvorm biedt ambulante, van psychosociaal kwetsbare personen (zoals ex-de- semimurale en intramurale hulp. Ambulante zorg linquenten, thuislozen en ex-verslaafden) met veelal helpt onder andere bij het afkicken, de intramurale een langdurige psychiatrische voorgeschiedenis. De zorg richt zich op crisisopvang en treft voorbereidingen De verschillende instellingen en organisaties die in de langdurige zorg werkzaam zijn kunnen worden onderverdeeld in een drietal sectoren: de geestelijke gezondheidszorg (GGZ), de gehandicaptenzorg (GHZ) Geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en de verpleging, verzorging en thuiszorg (VVT). Binnen deze 3 kolommen functioneren verschillende instellingen die in het schema aan de rechterkant in kaart zijn gebracht. Gehandicaptenzorg (GHZ) Verpleging, verzorging en thuiszorg (VVT) Beschermd wonen (RIBW’s) RIAGG Psychiatrische ziekenhuizen (APZ en PAAZ) Verslavingszorg Kinder- en jeugd psychiatrie Geintregreerde GGZ instellingen Instellingen voor lichamelijke gehandicapten Instellingen voor zintuigelijke gehandicapten Instellingen voor Lichamelijke en geestelijke gehandicapten Instellingen voor verstandelijke gehandicapten Revalidatie instellingen Thuiszorginstellingen Verpleeg- en verzorgings huis + thuiszorg Verpleeghuis (+thuiszorg) Verzorgingshuis (+ thuiszorg) Verpleeg- en verzorgingshuis Figuur II Langdurige zorg ingedeeld in (sub)sectoren bron: eigen research 10 11 voor cliënten voor terugkeer naar de maatschappij. gefuseerd. De instellingen met een gedifferentieerd Instellingen voor zintuiglijk gehandicapten: hier de cliënt zelfstandig, waarbij ondersteuning plaats- De verslavingsreclassering richt zich op cliënten die aanbod staan bekend onder deze verzamelnaam. worden 2 hoofdgroepen onderscheiden: mensen met vindt op de zogenaamde ADL functies4. De onder- een visuele beperking en mensen met auditieve- en steuning is 24 uur per dag, maar cliënten behouden Gehandicaptenzorg communicatieve beperkingen. Voor beide groepen vaak hun eigen huisarts. Ook wordt dagverzorging Instellingen voor lichamelijk gehandicapten: naar bestaat een breed aanbod aan dienstverlening, dat aangeboden, waarvan ambulante cliënten gebruik RIAGG: voorziening voor ambulante zorg. De zorg kan schatting hebben meer dan 3 miljoen burgers te ma- varieert van advies en diagnosestelling tot onderwijs, maken. Het aantal verzorginghuizen neemt af en de kortdurend zijn (bv. psychotherapie) maar is soms (bv. ken met (matige) lichamelijke beperkingen. In ver- revalidatie en intramurale verzorging. verwachting bestaat dat deze zorgvorm de moderni- bij medicatie onderhoud) zeer langdurig. De cliënt reweg de meeste gevallen zijn deze beperkingen een komt op afspraak bij de hulpverlener en woont thuis. gevolg van het ouder worden. In dat geval kunnen Revalidatie-instellingen: revalidatie richt zich op burgers een beroep doen op thuiszorg, verzorgings- het voorkomen, terugbrengen en genezen van (te Verpleeghuizen: zijn bedoeld voor intensieve zorg Kinder- en jeugdpsychiatrie: behandelt jeugdigen huiszorg en verpleeghuiszorg. Bij verpleeghuizen verwachten) gevolgen voor mensen met (blijvend) en zware medische behandeling. De bewoners met psychiatrische stoornissen. De behandelduur gaat het eveneens om groepen cliënten, die vanwege lichamelijk letsel of een functionele beperking. Deze zijn doorgaans niet in staat regie over hun leven te varieert van enkele maanden tot vele jaren. Er worden ernstige beperkingen, soms levenslang van deze centra werken veel samen met ziekenhuizen, huis- voeren. De individuele zorg voor cliënten is door- ook deeltijdbehandelingen en poliklinische vormen zorgvorm gebruik maken. De ondersteuning in de artsen en thuiszorg. Voor revaliderende kinderen en gaans verlaten en heeft plaatsgemaakt voor groeps- aangeboden. thuissituatie betreft doorgaans ondersteuning bij de jongeren zijn mytyl- en tyltylscholen betrokken. activiteiten. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen in aanraking zijn gekomen met Justitie en werkt in opdracht van dit ministerie. seringsslag in de AWBZ niet zal overleven. persoonlijke verzorging en het aanbieden van dagPsychiatrische ziekenhuizen: deze instellingen activiteiten. bieden van oudsher klinische zorg. Ook algemene somatische- en psychogeriatrische verpleeghuizen. Verpleging, verzorging en thuiszorg Bij de psychogeriatrie wordt doorgaans gewerkt met Thuiszorginstellingen: bieden burgers op afspraak gesloten afdelingen. ziekenhuizen beschikken doorgaans over een aparte Instellingen voor verstandelijk gehandicapten: verzorging en verpleging thuis. Thuiszorg is bedoeld psychiatrische afdeling (de PAAZ). Bij veel klinische van de burgers met een verstandelijke beperking voor mensen die thuis hulp nodig hebben bij ziekte, Karakteristieken aanbieders ziekenhuizen is ook forensische psychiatrie onderge- (IQ < 70) is ongeveer de helft licht en de andere helft ouderdom of handicap. Thuiszorg wordt ook wel zorg In de aanbiedermarkt van de langdurige zorg is de bracht, waarbij de zorg- en de beveiligingsvraag zwaar verstandelijk gehandicapt (IQ < 35). De hulp- zonder verblijf genoemd. laatste jaren sprake van een ongekende dynamiek. vanuit de maatschappij wordt gecombineerd. verlening kent een breed spectrum aan voorzieningen Deze dynamiek wordt mede veroorzaakt door de ver- en soorten zorg. De zorg wordt doorgaans uitgesplitst Verzorgingshuizen: bieden zorg en huisvestiging anderende visie die op de langdurige zorg is ontstaan. Geïntegreerde GGZ instellingen: mede onder druk naar begeleiding, ondersteuning, dagbesteding en aan mensen die door ouderdom of ziekte niet meer Voor iedere deelsector kan een eigen analyse worden van de overheid zijn de meeste instellingen die ambu- verpleging. zelfstandig kunnen wonen, ook niet met hulp van de gemaakt, maar de rode draad van de afgelopen jaren thuis- en mantelzorg. In een verzorgingshuis woont is dat een clustering heeft plaatsgevonden bij de aan- lante- en klinisch psychiatrie leveren de laatste jaren 12 4. ADL = algemene dagelijkse levensbehoeften 13 bieders. De organisaties zijn groter geworden door dige bewoners van de verzorginghuizen) in de nabije die thuis wordt aangetrokken zal worden opgenomen lingen omwille van hun exploitatie feitelijk gedwon- fusies en samenvoegingen. De schaalvergroting is toekomst de mogelijkheid tot instroom te ontnemen. in de basisverzekering. gen deze hoge prijzen te hanteren. Daardoor is het ingezet om minder kwetsbaar te worden voor de zich Concreet betekent dit dat nieuwe cliënten geen snel opvolgende beleidsveranderingen. Doordat gro- aanspraak meer kunnen maken op verblijf in een Vanuit het perspectief van de zorgaanbieder zijn de zoek gaan naar woonalternatieven. Instellingen moe- tere eenheden ontstaan kan vanuit een sterkere posi- verzorgingshuis ten laste van de AWBZ. De verzor- veranderingen immens. Immers: ten werken aan nieuwe modellen om hun zittende tie de toekomst worden betreden. gingshuizen zullen dus langzamerhand leeg komen te staan. denkbaar dat de mondige cliënten uitwijken en op klanten te behouden en hen voldoende comfort te • de zorgaanbieder zal een nieuw portfolio moeten bieden; ontwikkelen, vanwege de scheiding van de woon- en Een sprekend voorbeeld van de veranderende de zorgfunctie. De vraag is of hij zich moet toeleggen inzichten kan worden ontleend aan de markt van ver- Ook is sprake van de scheiding tussen de bekosti- op zorg sec of dat moeten worden voorzien in een • instellingen moeten om te voldoen aan de andere zorgings- en verpleeghuizen. Op dit moment woont ging van wonen en zorg. Deze scheiding leidt tot een totaalaanbod. Immers, nieuwe aanbieders, waaronder woonpreferenties van de cliënten creatieve oplos- ongeveer 7% van de ouderen in een instelling. De verandering van geldstromen. Wanneer een cliënt in woningcorporaties en particuliere aanbieders, zullen singen aanbieden. De manoeuvreerruimte van instel- gemiddelde leeftijd van deze bewoners is ongeveer aanmerking komt voor lichtere zorg, dan ontvangt zich aandienen om woonruimte te bieden. Het mo- lingen is echter beperkt. Nieuwe woonvormen kun- 85 jaar. Het verzorgingshuis biedt ruimte aan de hij deze in de thuissituatie of kan een appartement al nopolistisch aanbod van de zorgaanbieder verdwijnt, nen nauwelijks worden gerealiseerd. Het verkrijgen lichtere doelgroep (ZZP 1 - 4) en het verpleeghuis dan niet met een zorgarrangement worden gehuurd. waardoor hij een concurrerend aanbod moet bieden; van financiering in deze markt is uitermate gecompli- aan de zwaardere doelgroepen (ZZP>5). Anno 2013 De AWBZ zorgt in deze situatie voor de bekostiging kent Nederland ongeveer 1.300 verzorgingshuizen en van de zorg, de woonkosten komen echter voor re- • de zorgaanbieder moet overwegen of hij zorg buiten mijdend gedrag en zijn slechts bereid te financieren 340 verpleeghuizen met een capaciteit van respec- kening van de cliënt zelf. De kosten voor de gebruiker de muren van het verzorgingshuis gaat bieden. Door als er sprake is van een spijkerharde business case; tievelijk 100.000 en 65.000 plaatsen. Het aantal plaat- kent dan twee kanten: voor de zorgconsumptie is een de zorg te ambulantiseren wordt een nieuwe markt sen in de verzorgingshuizen is de laatste 5 jaren met eigen bijdrage verschuldigd en de huurpenningen aangeboord, die wellicht kan leiden tot behoud van • instellingen worden geconfronteerd met een kapi- 25% afgenomen. In de verpleeghuissector is sprake moeten uit eigen zak worden betaald. Deze maatregel de werkgelegenheid voor de zorgwerknemers; taallastenproblematiek van hun oude gebouwen. Aan van een lichte stijging, de laatste 5 jaar met 2%. Het is getroffen om een einde te maken aan de situatie ‘enthousiasme’ van ouderen om bij optredende dat gebruikers van de AWBZ zijn vrijgesteld van de • de hoogte van de te vragen huurpenningen aan verzorgingscapaciteit, terwijl tegelijkertijd de kapi- beperkingen hun eigen huis te verlaten is fors afgeno- betaling voor de wooncomponent. Wel is overigens zorgcliënten is doorgaans niet in lijn met de waarde taallastenvergoeding stapsgewijs productieafhanke- men. Het overheidsbeleid zet echter in op het lang- het voornemen om vanaf 2015 in de Zorgverzeke- die de ruimten daadwerkelijk vertegenwoordigen. lijk wordt gemaakt. Het instrumentarium hiervoor is duriger zelfstandig thuis blijven wonen. Dit wordt ringswet een nieuwe aanspraak thuisverpleging op te Volgens het klassieke puntentellingsysteem zijn de de Normatieve Huisvestingscomponent (NHC). Deze vorm gegeven door de lichter geïndiceerden (de hui- nemen. Dat heeft tot gevolg dat een deel van de zorg prijzen ‘over de top’. Toch zijn de traditionele instel- NHC is het onderdeel van het tarief dat de instelling 14 ceerd. Banken tonen in toenemende mate een risico- de ene kant is sprake van een dalende intramurale 15 Typologie Totale omzet sector in miljarden € Aantal organisaties GGZ 5,5 82 % grote organisaties (> € 100 miljoen) 24% % middelgrote organisaties (€ 20 tot € 100 miljoen) 51% % kleine organisaties (< € 20 miljoen) 24% GHZ 7,8 141 14% 44% VVT 15,5 473 8% 8% en deze in goede conditie te houden. De NHC wordt Karakteristieken aanbieders langdurige zorg geleidelijk ingevoerd, maar heeft als resultaat dat In de tabel aan de linkerkant zijn de voornaamste instellingen in 2019 volledige risicodragend zijn voor karakteristieken van de aanbiedersmarkt weer- hun vastgoed. Door de relatief hoge waarde van gegeven. Hierbij is de indeling gehanteerd uit figuur II het oude vastgoed is het doorgaans nauwelijks mo- In de tabel is het aantal organisaties weergegeven gelijk van hiervan afscheid te nemen. Op de oude ge- die in de verschillende sectoren actief zijn. Voor de bouwen moet fors worden afgeschreven en/of een volledigheid wordt nog aangetekend dat de meeste herfinanciering gerealiseerd. In de huidige markt organisaties beschikken over meerdere locaties, waar verhoudingen is dit vaak een onmogelijke opgave. verschillende soorten zorg en ondersteuning worden in staat moet stellen om in gebouwen te investeren geboden. Deze beschrijving vormt een korte illustratie wat de 42% 62% vragen zijn voor de zorgbestuurder, in dit geval van een verzorgingshuis. Vergelijkbare casuïstiek kan Subsector met veel grote organisaties Geïntegreerde GGZ instellingen Instellingen voor verstandelijk gehandicapten Verpleging, verzorging en thuiszorg Subsector met veel kleine organisaties RIAGG Instellingen voor lichamelijk gehandicapten Thuiszorg worden opgesteld voor de andere instellingen die in de langdurige zorg werkzaam zijn. Het maakt duidelijk dat zorginstellingen verschillende strategieën kunnen ontwikkelen om hun toekomstige positie te zekeren. Al deze keuzes veranderen het aanbod in de Tabel I Voornaamste karakteristieken aanbiedersmarkt bron: diverse jaarverslagen zorginstellingen langdurige zorg en geven kleur aan de dynamiek die de markt op dit moment karakteriseert. 16 17 5 WIE ZIJN DE GEBRUIKERS? Kortweg: de aanbieder bepaalde, de AWBZ betaalde! durende GGZ naar de Zorgverzekeringswet vormden De invoering van het Persoons Gebonden Budget deze wijzigingen een voorbode van een verande- (PGB) in 1997 heeft een belangrijke impuls gegeven rende kijk op de financiering van de langdurige zorg. aan de mondigheid van de cliënt. De cliënt kwam aan het roer. Hij organiseerde zijn eigen zorginkoop Een ouderen verzekering? en werd uitgaande van een toegewezen budget zelf De langdurige zorg wordt veelal geassocieerd met verantwoordelijk voor de invulling van de zorg. Ook in ouderen, die vanwege een grote diversiteit van de structuur van de AWBZ was sprake van een aantal complexe veranderingen. De overheveling van de huishoude- het dagelijks leven behoeven. Duidelijk is dat de lijke zorg in 2007 naar de Wet Maatschappelijke ouderen verhoudingsgewijs veel gebruik maken Ondersteuning (Wmo), waardoor de gemeenten een van allerlei vormen van langdurige zorg, maar dat gezondheidsproblemen assistentie in In deze paragraaf staat de cliënt die gebruik maakt De cliëntengroepen die gebruik maken van de lang- rol in de uitvoering kregen, is daarvan een voorbeeld. dit beeld te eenzijdig is. In figuur III hieronder wordt van langdurige zorg centraal. Het is lastig te spreken durige zorg zijn moeilijk in te delen. Wat bij een eerste Tezamen met de overheveling in 2008 van de kort- zichtbaar gemaakt hoe het aantal door het Centrum over ‘de cliënt’, omdat er sprake is van een grote di- kennismaking met deze cliëntengroepen opvalt is de versiteit van gebruikers. Toen de AWBZ in 1968 in wer- grote mate van heterogeniteit. Het betreft aan de ene 200.000 king trad was deze specifiek gericht op de financiële kant van het spectrum een groep die gebruik maakt 180.000 ondersteuning van burgers, die in het verzekeraar- van assistentie bij eenvoudige huishoudelijke activi- 160.000 jargon werden getypeerd als ‘onverzekerbare risico’s’. teiten tot aan een groep die door een handicap het Als de AWBZ van destijds wordt vergeleken met de gehele leven is aangewezen op intramurale zorg. 140.000 120.000 100.000 huidige werkingssfeer, dan valt op dat stapsgewijs Empowerment met groepen cliënten. De oorspronkelijke koppeling De voornaamste verandering die zich een aantal jaren aan de onverzekerbare risico’s is in de loop der tijden geleden heeft voorgedaan is dat het begrip vraag- geërodeerd. Door de jaren heen zijn steeds meer sturing een plaats heeft gekregen. Voorheen was de voorzieningen (gezinsverzorging, hulpmiddelen, vac- sector typisch aanbod gestuurd: het aanbod bepaalde cinatieprogramma’s, kruiswerk, etc.) opgenomen die de invulling van de vraag. Het sinds 1968 vigerende zijn te definiëren als een verzekerbaar risico. budgetsysteem heeft de cultuur in de sector bepaald. 18 80.000 60.000 Aantallen een substantiële uitbreiding heeft plaatsgevonden 40.000 20.000 0 -11 Leeftijdsklassen 12 -17 18 - 49 50 - 64 65 - 74 75 - 84 85+ Figuur III Aantal geldige indicaties naar leeftijdscohort (2013) bron: CIZ jaarverslag 2012 19 Indicatiestelling Zorg (CIZ) afgegeven indicaties is indicatie is afgegeven. Overigens impliceert dit niet onderverdeeld over de leeftijdsklassen. dat al deze personen daadwerkelijk aanspraak maken Typologie Aantal gebruikers intramuraal Aantal gebruikers extramuraal Totaal aantal gebruikers Somatisch • 0 – 64 jaar • 65 – 75 jaar • 75 + 7.370 9.880 97.615 36.800 40.835 160.250 44.170 50.715 257.865 Psychogeriatrisch • 65 + 80.085 17.690 98.495 Psychische aandoeningen •18 + 46.860 79.680 126.540 Verstandelijk handicap • 0 – 17 jaar • 18+ 9.625 82.335 29.250 41.285 38.875 123.620 Zintuiglijke handicap 3.360 5.230 8.590 Lichamelijke handicap 21.160 32.010 53.170 358.290 443.030 801.320 op de AWBZ. Er kan sprake zijn van een wachtlijst. Dat Het aandeel ouderen is ontegenzeggelijk groot. Maar, wil zeggen dat personen wel in het bezit zijn van een aan de onderkant van de bevolkingspiramide gaat geldige indicatie, maar vooralsnog niet zijn geplaatst het om een snel stijgende groep gedragsgestoorde in een intramurale instelling. Ook is het mogelijk dat jongeren en jeugdigen met een licht verstandelijke ‘geïndiceerden’ geen gebruik maken van zorg, om- beperking. Er zijn circa 44.000 kinderen tussen de 4 dat zij inmiddels zijn hersteld of zijn overleden. De en 18 jaar die met een Persoons Gebonden Budget fricties die hierbij optreden zijn overigens laag, de in de (PGB) op basis van de AWBZ onderwijs volgen. Daar- figuur weergegeven aantallen geven een getrouw bij wordt het merendeel van het PGB ingezet voor beeld van de werkelijkheid. diverse vormen van op maat gesneden begeleiding. De vervlechting van de cliëntgroepen die gebruik Uit de tabel blijkt dat momenteel ruim 800.000 maken van de AWBZ met andere voorzieningen en Nederlanders gebruik maken van de langdurige zorg regelingen is groot. Er bestaan raakvlakken met de op basis van een geldige indicatie. Ongeveer 55% van Zorgverzekeringswet en de Wmo, maar ook met de de geïndiceerden ontvangt zorg thuis. Dit percentage Jeugdzorg, de Wajong, de Participatiewet, de WSW, de zal als resultaat van de modernisering van de AWBZ sociale werkplaatsen en het onderwijs. In deze laatste de komende jaren aanzienlijk stijgen. Overigens sector is het onderwijzen aan ‘kinderen met een rug- wordt aangetekend dat deze gegevens niet represen- zakje’ een gangbaar begrip geworden. tatief zijn voor het gehele gebruik van de langdurige zorg. Op dit moment wordt al een deel gefinancierd Omvang AWBZ indicatie door de Wmo. Dit betreft ondersteuning in de thuis- In de tabel aan de rechterkant wordt een overzicht omgeving, die voor een deel ook is terug te voeren verstrekt van het aantal personen dat op 1 januari op zorgvragen. Ook wordt de jeugdzorg via een ander 2013 in het bezit was van een geldige AWBZ indica- financieringskanaal bekostigd. Deze gebruikers zijn tie. Dit is een term die door het CIZ wordt gehanteerd. niet in de tabel opgenomen. Totaal Tabel II Aantal afgegeven zorgindicaties bron: CIZ jaarverslag 2012 Het reflecteert het aantal personen waarvoor een 20 21 6 WAT KOST LANGDURIGE ZORG? effect wordt vooral veroorzaakt door de prognose verondersteld dat de druk op het ontvangen van dat de gemiddelde leeftijdsverwachting van man- zorg een licht dalende ontwikkeling te zien zal geven. nen de komende jaren zal oplopen. Momenteel is Desondanks is het zonneklaar dat de zorgkosten met ongeveer 75% van de alleenstaande ouderen van het de leeftijd oplopen. In het volgende figuur is dit in vrouwelijk geslacht. Dit percentage geldt ook voor beeld gebracht. Een onderscheid is gemaakt in de de bewoners van verzorgings- en verpleeghuizen. kosten van de kortdurende zorg (cure) en de lang- Doordat in de komende jaren ouderen langer met durige zorg (care). elkaar in huishoudverband zullen samenleven wordt Kortdurende zorg Langdurige zorg 60.000 Niet alleen de grijze druk zal toenemen, maar ook de van de betaalbaarheid. Alom bestaat de vrees dat de beroepsbevolking wordt kleiner. De grondslag van de AWBZ onbetaalbaar zal worden. Deze vrees, die met economische groei als financieringsbron voor de zorg name de ouderenzorg betreft, is gestoeld op twee wordt daardoor smaller. De stijgende kosten zullen feiten: de afnemende groep premiebetalers dus extra hard raken. Helder is dat medische kosten een verband ver- • de zorgkosten hangen sterk samen met de leeftijd. tonen met de leeftijd. Voor de langdurige zorg past De ouderen gebruiken meer zorg dan de jongeren hierbij overigens nog wel een nuancering. Niet al- en in het bijzonder bij de zeventigplussers nemen de leen de demografische factor is van belang, maar ook kosten fors toe; de leefsituatie en de huishoudpositie van ouderen. 50.000 40.000 KOSTEN IN EURO Centraal in het debat over de AWBZ staat de kwestie 30.000 20.000 10.000 Voor het verzorgingsniveau en daardoor ook voor • het aantal ouderen stijgt substantieel. De na- de kosten maakt het een groot verschil of iemand oorlogse geboortegolf gaat met pensioen en alleenstaand is of nog een partner heeft die voor hem vanaf 2020 bereiken grote groepen ouderen de of haar kan zorgen. Immers, de verwachting is dat leeftijd waarop de zorgbehoefte aanmerkelijk stijgt. het aantal twee persoonshuishoudens in de hoogste leeftijdscohorten de komende jaren zal stijgen. Dit 22 0-9 10 - 19 20 - 29 30 - 39 40 - 49 50 - 59 60 - 69 70 - 79 80 - 89 90+ LEEFTIJDSCOHORT Figuur IV Kosten per capita in leeftijdscohorten bron: Vektis en RIVM 23 De kosten: ingezoomd Om enig zicht te geven op de verschillen in kosten- groten. Dit kan eenvoudig door de maximum grens beslag is in de onderstaande tabel een overzicht De keerzijde: premiebetaling en eigen bijdragen In het jaar 2013 is naar verwachting ongeveer € 27 miljard aan de langdurige zorg besteed. Het be- opgenomen van verschillende cliënt categorieën, De keerzijde van de medaille is dat de Euro’s die ‘hogere lasten worden gelegd op de sterkste schou- treft hier uitsluitend de uitgaven van de AWBZ. Voor die aanspraak maken op dit wettelijke kader. Om het aan de AWBZ worden besteed door de burger ders’. de uitvoering van de Wmo ontvingen gemeenten beeld enigszins te vervolmaken zijn de uitgaven van moet worden opgebracht in de vorm van een in 2013 ruim € 1,5 miljard uit het gemeentenfonds. de verschillende groepen vanuit de Zorgverzekerings- premiebetaling. ingezetene Burgers die gebruik maken van AWBZ voorzie- Gewezen is op de grote diversiteit van de verschil- wet, de AWBZ en Wmo gesommeerd. betaalt AWBZ premie. Deze premie wordt geïnd door ningen betalen eveneens eigen bijdragen. De hoogte de Belastingdienst en was in 2013 gelijk aan 12,65% hiervan is afhankelijk van het inkomen en het ver- van het premieplichtig inkomen. Dit premieplichtig mogen, de gezinssituatie en de indicatie, die door inkomen wordt berekend over de inkomsten uit werk het indicatieorgaan is afgegeven. Nieuw is dat en inkomen (box 1). Daarbij geldt een maximum ouderen en gehandicapten met een eigen vermogen grens: de maximale premie wordt betaald tot aan een vanaf 2013 een hogere eigen bijdrage betalen. Zij premieplichtig inkomen van € 33.863. De maximale betalen 8% over hun bezit (spaargelden, beleggingen premieafdracht AWBZ is in het jaar 2013 derhalve en het eigen huis). Het oude principe, dat wordt ge- gelijk aan € 4.284. Voor ingezetenen die geboren definieerd als ‘het opeten van het eigen huis’, is weer zijn voor 1 januari 1946 bedraagt het premieplichtig van stal gehaald. Bij het inkomen uit box 1 wordt inkomen € 34.055. Voorheen was het principe van 8% van het vermogen uit box 3 opgeteld, waarover toepassing dat 65 plussers geen AWBZ premie betaal- de eigen bijdragen worden berekend. Voor iedere den. Dit principe spoorde met de premieheffing voor Nederlander gold een vrijstelling van € 21.000 in de AOW: de gebruiker financiert niet zelf mee aan het 2013. De maximale eigen bijdrage voor een bewoner eigen gebruik. Omdat dit niet opgaat voor de AWBZ van een AWBZ instelling kan door de invoering van is dit principe losgelaten, waardoor ook 65 plussers deze regeling oplopen tot € 2.189 per maand. Er is AWBZ premie betalen. In het politieke debat wordt een situatie ontstaan waarbij het kan voorkomen dat gesproken over de rechtvaardigheid van de AWBZ burgers met een laag inkomen door de betaling van binnen de AWBZ. De omvang van het GGZ-deel dat in premie. Deze is inkomensafhankelijk, maar tegelij- de eigen bijdragen een inkomen overhouden, dat 2008 overging naar de Zorgverzekeringswet bedroeg kertijd gemaximeerd. Er gaan stemmen op de binnen lager is dan het minimumbedrag aan zak- en bijna € 3 miljard. dit stelsel op te brengen solidariteit verder te ver- kleedgeld. lende groepen die aanspraak maken op de langdurige zorg. De helft van het budget wordt besteed aan verpleging en verzorging. Ruim een kwart gaat naar de gehandicaptenzorg. Het resterende bedrag is voor de geestelijke gezondheidszorg en overige zorg. De afgelopen jaren is het gebruik van de zorg in alle categorieën toegenomen. Om de kostenstijgingen te beperken zijn de afgelopen jaren verschillende ingrijpende maatregelen genomen. In 2007 werd de huishoudelijke verzorging AWBZ en Wmo Huishoudelijke hulp Begeleiding Gemiddelde uitgaven per persoon in € 2.600 10.440 Persoonlijke verzorging 9.900 GGZ begeleid wonen 86.500 Gehandicapten (intramuraal) 56.600 vanuit de AWBZ overgeheveld naar de Wmo. Verder verviel in 2009 het recht op begeleiding voor mensen met een lichte beperking. Daarnaast wordt vanaf 2008 Dementerenden ZZP>5 (intramuraal) 41.700 de GGZ korter dan een jaar niet langer gefinancierd vanuit de AWBZ. Deze maatregel leidde in dat jaar tot een daadwerkelijke daling van de totale uitgaven 24 Tabel III Gemiddelde uitgaven langdurige zorg bron: Ministerie van VWS (2013) en VEKTIS (2013) Iedere Nederlandse van de premieafdracht te verhogen, waardoor de 25 In 2013 waren deze bedragen respectievelijk aan de toekomstige nabestaanden. Hierdoor wordt Uit de tabel wordt duidelijk dat het Algemeen Fonds wordt meegefinancierd dan is de kostendekkende € 292 per maand voor alleenstaanden en € 456 per voorkomen dat ouderen tijdens hun leven grote Bijzondere Ziektekosten (AFBZ) ieder jaar een fors premie gelijk aan 18,51%. Een huishouden betaalt maand voor gehuwden. Sinds de invoering van eigen betalingen voor het gebruik van AWBZ exploitatietekort vertoont. De oorzaak van dit tekort in 2013 een premie van circa € 3.000. Als de kosten- deze nieuwe regeling is er grote belangstelling van voorzieningen moeten afstaan. is simpel. Jaarlijks wordt op basis van koopkracht- dekkende premie wordt gecalculeerd, dan loopt motieven de hoogte van de inkomensafhankelijke de gemiddelde premie op tot circa € 4.400 per Lasten voor de burger premie AWBZ te laag vastgesteld. Een sprekend voor- huishouden. Het heeft geen nader betoog dat de Als de gemiddelde lasten per volwassene aan de zorg beeld is de situatie in 2013: de procentuele premie in hiermede samenhangende koopkrachteffecten groot worden geïnventariseerd dan ontstaat voor het jaar 2013 is vastgesteld op 12,65%. Als het tekort geheel zijn. ouderen om hun vermogen voortijdig over te dragen € -305 2014 het volgende beeld (figuur V). € 379 € 1.658 Voor de duidelijkheid wordt nog opgemerkt dat het Omschrijving 2011 2012 2013 2014 • zorgaanspraken en subsidies • beheerskosten 25.013 211 27.298 174 27.113 183 27.924 193 Totaal uitgaven 25.224 27.472 27.296 28.117 • procentuele premie • eigen bijdragen • rijksbijdragen • BIKK • overige baten 15.099 1.623 12 5.248 -138 15.698 1.656 13 5.276 -216 17.730 1.819 13 3.719 -449,2 19.452 1.944 13 3.759 -50 Totale inkomsten 21.845 22.427 22.832 25.117 Exploitatiesaldo -3.379 -5.046 -4.463 -2.999 Vermogen Algemeen Fonds -10.422 -15.468 -19.931 -20.495 Procentuele premie 12,15% 12,15% 12,65% 12,65% licht groene vlak (zorgtoeslag) anders dan de figuur suggereert geen betaling, maar een ontvangst betreft. Zoals bekend fungeert de zorgtoeslag als toe€ 1.465 lage voor een individu om de kosten van de nominale premie voor de basisverzekering te drukken. De loonhoogte vormt hiervoor de rekeneenheid. Een van de voornemens van het huidige regeringsbeleid is om in € 1.226 het woud aan toeslagen de komende tijd te snoeien. Het in de zomer van 2013 uitgebrachte rapport van de € 774 commissie Van Dijkhuizen5 levert hiervoor concrete plannen aan. Belastingen Inkomensafhankelijke bijdrage ZVW Eigen betalingen Nominale premie ZVW Premie AWBZ Zorgtoeslag Figuur V Geprognotiseerde gemiddelde lasten per volwassene aan zorg bron: Begroting 2014 Ministerie van VWS 26 Premie en exploitatie AWBZ In tabel IV is de exploitatie van de AWBZ over een periode van 4 jaar inzichtelijk gemaakt. De gegevens over het jaar 2014 betreffen vooralsnog een prognose. 5. Naar een actiever belastingstelsel – Eindrapport commissie Inkomstenbelasting en toeslagen, Den Haag 18 juni 2013 Tabel IV Exploitatie en premiestelling AWBZ (bedragen in € miljoen) Bron: Begroting 2012, 2013, 2014 Ministerie van VWS 27 In het oog springt dat er sprake is van een forse jaar- Als bijzonderheid kan nog worden aangetekend dat lijkse bijdrage door de overheid. De Rijksbijdrage de directe invloed van de politiek uitsluitend be- is beperkt, maar de omvang van de Bijdrage in de trekking heeft op de begroting van VWS. Daarover Kosten van de Kortingen (BIKK) is substantieel. Deze heeft de politiek budgetrecht. Feitelijk is dat het regeling is in 2001 ingesteld en diende om de inko- grote verschil tussen premiegelden en belastingen. mensverschuivingen, die een gevolg waren van een Premiegelden zijn geen staatsinkomsten en vallen fundamentele herziening van het belastingstelsel6, te daardoor buiten de definitie van de begroting. Wel compenseren. Vanaf 1998 heeft de overheid boven- behoren de totale uitgaven van de zorg tot de col- dien uit doelmatigheidsoverwegingen besloten dat lectieve lasten. Indachtig de actuele discussie over de het middelenbeheer door het Rijk wordt uitgevoerd7. 3% norm begrotingstekort binnen de Europese Unie De AWBZ heeft een rekening-courant verhouding met hebben de uitgaven aan zorg wel directie invloed op het Rijk, waarin alle aanwezige financiële middelen en de hoogte van dit tekort. tekorten van het Algemeen Fonds wordt ingebracht. Over de debet- en creditstanden wordt jaarlijks rente berekend. 28 6. Herziening belastingstelsel op basis van de voorstellen van de commissie Oord 7. Voor 1997 leende het AWBZ-fonds geld op korte basis uit tegen een lage rente. Het Rijk trok juist lange middelen aan, waarover een hoge rentevergoeding werd betaald, met als gevolg een fors renteverlies. Door het geïntegreerd middelenbeheer is hieraan een einde gekomen 29 7 TOETREDING ZORG-CIRCUIT, HOE GEREGELD? of patiënten met een bepaalde aandoening vermeld. het criterium van de langdurige zorg wordt losge- Op de verticale as wordt de verwachting aangegeven laten op de figuur dan is duidelijk dat een tweetal van het stijgingspercentage in de komende twintig diagnosebeelden jaar. De omvang van ‘de cirkel’ geeft de kosten aan, dementie en beroerte (CVA). Ook is een aantal die gemiddeld door een individuele cliënt of patiënt chronische ziektebeelden te traceren. Bij deze ziekte- per jaar in het zorgcircuit worden gegenereerd. Als beelden, met name diabetes en hartziekten, vindt hier onmiddellijk uitspringen: 80% Prostaatkanker vooravond van een vloedgolf van chronische ziekten, echelons. In de eerste lijn werkt de huisarts in de rol die samenhangen met de stijging van de gemiddelde van poortwachter die waakt over de toegankelijk- leeftijd. Daar komt bij dat comorbiditeit optreedt. Dit heid van het systeem. De huisarts vormt het eerste houdt in dat meerdere, tegelijkertijd voorkomende aanspreekpunt voor de patiënt. Hij bepaalt feitelijk en op elkaar inspelende aandoeningen zich mani- of hij de gezondheidsklacht zelf behandelt of door- festeren bij één patiënt. Zes op de tien zestigjarigen verwijst naar een specialist, die de sleutel speler is heeft twee of meer chronische ziekten. Op tachtig- in de tweede lijn. De huisarts speelt veelal ook een jarige leeftijd is dit acht op de tien. Adequate be- sleutelrol als het gaat over de toegang tot de lang- geleiding van samenhangende chronische ziekten durige zorg. De huisarts beoordeelt de verzorgings- vereist coördinatie van zorgverlening. In de figuur aan situatie van burgers in de thuissituatie en geeft vaak de rechterkant wordt getoond hoe de toename van de impuls om de procedure te starten tot ondersteu- het aantal ziektebeelden in de komende 15 jaar zich ning door het professionele zorgcircuit. gaat ontwikkelen. Door de wijzigende samenstelling van de bevolking In de figuur is een aantal gegevens bijeen gebracht. veranderen ziektebeelden. Nederland staat aan de Op de horizontale as wordt het huidig aantal cliënten Dikkedarm- en endeldarmkanker 60% TOENAME ZIEKTE/AANDOENIGEN 2005-2025 Sinds een veertigtal jaren is de zorg opgedeeld in Longkanker Gezichtsstoornissen Hartfalen Coronaire hartziekten Osteoporose 40% Artrose CVA COPD Dementie 20% Diabetes 0% 0 200.000 400.000 600.000 800.000 AANTAL MENSEN MET ZIEKTE/AANDOENING Figuur VI Toekomstige ontwikkeling zorgconsumptie bron: RIVM (2011) 30 31 een groot deel van de behandeling en het periodiek Van zorgvraag naar indicatie screenen van de patiënten plaats in het cure circuit. De toegang tot de AWBZ is uitsluitend voorbehouden Duidelijk is dat deze ziektebeelden op termijn ook aan verzekerden/cliënten op basis van een grond- Per jaar worden door het CIZ ongeveer 1,1 miljoen voor het care circuit relevant worden. Dit circuit komt slag. Met grondslag wordt gedoeld op de oorzaak indicatieonderzoeken uitgevoerd, waarbij het meren- in beeld als de patiënt vanwege de progressie en het van de ziekte, aandoening of stoornis zoals die wordt deel leidt tot een positief indicatiebesluit. Eenvoudig verloop van het ziektebeeld is aangewezen op een aangegeven in het Besluit Zorgaanspraken AWBZ: geformuleerd laat de indicatie zien of iemand zorg • het psychisch en sociaal functioneren van de zorg- intramurale setting. Uit gegevens van VEKTIS blijkt een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische nodig heeft en om welke zorg het gaat. Indicatie- vrager; dat de gemiddelde leeftijd van mensen met meer aandoening of beperking, een verstandelijke, licha- besluiten gelden niet alleen voor de intramurale zorg- dan één chronische aandiening ongeveer 64 jaar is. melijke of zintuiglijke handicap. Zonder grondslag is vormen, maar ook voor de lichtere zorgsoorten die in Gemiddeld maakt iemand met meer dan één chro- er geen toegang tot AWBZ zorg. de thuissituatie worden geboden. leidt tot niet acceptabele uitkomsten. perking, een verstandelijke, lichamelijk of zintuiglijke handicap; nische aandoening circa € 9.500 aan kosten in de cure • de woning en de woonomgeving van de zorgvrager; • de sociale omstandigheden van de zorgvrager; • de aard en de omvang van de aan de zorgvrager geboden professionele en niet-professionele hulp en waakt door het Centraal Indicatieorgaan Zorg (CIZ). Van zorgnoodzaak tot aanspraak: het trechtermodel vaker naar de huisarts, bezoeken regelmatiger de Het CIZ is een zelfstandig bestuursorgaan. Het CIZ Het onderzoek naar de zorgsituatie (door het in breiding daarvan. medisch specialist en slikken meer medicijnen. Wat indiceert op grond van een onderzoek naar de zorg- kaart brengen van de ziekte/aandoening, stoornis, niet in de figuur tot uitdrukking kan worden gebracht behoefte. Het nut van het indicatieproces is feitelijk beperkingen en participatieproblemen) is een eerste De uitkomst van dit onderzoek geeft antwoord op is het fenomeen comorbiditeit. In het bijzonder bij tweeledig: stap in het onderzoek. Het CIZ toetst of een verze- een drietal vragen: (ten laste van de Zvw) en ruim € 6.000 in de care (ten De toegangspoort tot de langdurige zorg wordt be- laste van de AWBZ). De cliënten uit deze groep gaan ouderen is dit van toepassing, waarbij uit de kerde is aangewezen op AWBZ zorg. Het Zorgindica- medische statistiek blijkt dat veelal een compressie • de indicatiestelling is nodig om te beoordelen of de tiebesluit schrijft voor dat er onderzoek wordt verricht van morbiditeit optreedt. Daarbij vindt feitelijk een aanvrager terecht een beroep doet op de AWBZ zorg naar: uitstel plaats van morbiditeit tot de laatste levens- die uit collectieve middelen wordt gefinancierd; jaren, waardoor meerdere ziekten zich gedurende • de zorgsituatie van de cliënt; • de vaststelling dat de zorg onder de AWBZ valt; • de algemene gezondheidstoestand van de zorg- deze levensfase manifesteren. Toetreding tot de lang- • door de indicatie moet het principe overeind blijven durige zorg ligt dan voor de hand. dat cliënten met dezelfde beperkingen en dezelfde 32 zorg en de mogelijkheden tot continuering en uit- vrager; • de cliënt maakt terecht aanspraak op bekostiging uit de AWBZ. omstandigheden het recht verkrijgen om gelijke • de beperkingen die de zorgvrager in zijn functio- zorg te ontvangen. Voorkomen moet worden dat cal- neren ondervindt als gevolg van een somatische, psy- Voor dit onderzoek wordt een uniform afwegingska- culerend gedrag van zorgaanbieders en / of cliënten chogeriatrische of psychiatrische aandoening of be- der gehanteerd: het trechtermodel. Het trechtermodel 33 zorgbehoefte. Het verschil tussen beide grootheden zorgzwaartebekostiging sultaten tot het uiteindelijke indicatiebesluit. Het ob- wordt veroorzaakt door de zorg die in en uit de ontvingen gemiddeld Zodra de cliënt is geïndiceerd gaat het om de jectiveert de zorgvraag waarop de verzekerde, gelet eigen omgeving wordt ingezet: de mantelzorg. Bij de budget van het zorgkantoor. Het functioneel bud- feitelijke invulling van de zorgbehoefte. Hierbij ver- op zijn behoefte en uit het oogpunt van doelmatige vernieuwing van de AWBZ wordt in het bijzonder op get werd samengesteld op basis van de beschikbare vullen de zorgkantoren een belangrijke functie. zorgverlening, redelijkerwijs is aangewezen. In de deze schakel een zware wissel getrokken. capaciteit (het aantal plaatsen) en de geleverde Momenteel zijn er 32 regionaal opererende zorg- productie. Met de invoering van de zorgzwaarte- kantoren die gelieerd zijn aan de zorgverzekeraars. volgende figuur is het trechtermodel schematisch de ingevoerd. zorginstellingen een Voor 2009 Van indicatie naar zorginvulling leidt van aanvraag via onderzoek en weging van de re- weergegeven. Daarbij wordt ook expliciet een onder- Zorgzwaartebekostiging bekostiging is de zorgvraag van de cliënt leidend Een zorgkantoor stemt in haar regio vraag en aanbod scheid gemaakt tussen de bruto en netto vastgestelde In 2009 is voor de intramurale AWBZ zorg de geworden. De Zorg Zwaarte Pakketten (ZZP’s) geven van AWBZ-zorg op elkaar af. Dat doet zij door zorg in 10 verschillende categorieën de zwaarte van de in te kopen en door te bemiddelen tussen vrager en zorgvraag aan. Aan iedere zorgzwaarte is een budget aanbieder. Hierover worden afspraken gemaakt met verbonden dat voor de cliënt ter beschikking wordt zorgorganisaties, onder meer over kwaliteit, beschik- gesteld om zijn zorgbehoefte in het zorgcircuit te baarheid, levertijd en prijs. Het zorgkantoor betaalt kunnen materialiseren. De ZZP’s van de cliënten die de zorgorganisaties via het CAK voor de geleverde worden verpleegd in één instelling bepalen daardoor zorg. Een zorgkantoor betrekt regionale cliënten- en de hoogte van het instellingsbudget. Om de financiële patiëntenorganisaties bij het maken en uitvoeren van effecten van de bekostigingsovergang te verzachten het beleid. Een belangrijk uitgangspunt daarbij is dat zijn deze over een periode van 3 jaar door de overheid mensen de vrijheid hebben een eigen keuze te maken gedempt. Dit overgangsregime was vooral bedoeld uit verschillende zorgorganisaties. Het zorgkantoor om de instellingen aan de nieuwe situatie te laten regelt ook de administratieve afhandeling rondom de wennen. Immers, instellingen lopen aanzienlijk meer PGB’s. Bij het PGB kan de cliënt zelf de samenstelling financieel risico. Vanaf het jaar 2012 zijn instellingen van het persoonlijke zorgaanbod bepalen en heeft ook gedeeltelijk verantwoordelijk voor de kapitaal- hij de beschikking over financiële middelen. Sinds de lasten die verband houden met hun huisvesting. Ook invoering van de PGB’s in 1997 heeft dat een grote hiervoor geldt een gewenningsperiode, ditmaal van vlucht genomen. Op dit moment maken een kleine 6 jaar. De instellingen zijn vanaf 2019 volledig finan- 70.000 Nederlanders gebruik van een PGB. cieel verantwoordelijk voor hun huisvestigingslasten Figuur VII Schematische voorstelling indicatieproces (trechtermodel) bron: CIZ 34 en muteren daardoor tot ‘normale ondernemingen’. 35 8 NOODZAAK VAN DE VERANDERING plaatst voor een nieuwe realiteit. De verzorgingsstaat • het beroep op formele zorg verminderen door in- loopt op zijn laatste benen en wordt omgevormd tot formele zorg (mantelzorg) en preventie te accen- een participatiesamenleving. Voor deze mentaliteits- tueren; verandering wordt geen lang tijdspad uitgetrokken. Het totale transitieprogramma moet in 2017 zijn • de gemeente is samen met de eerste lijn (huisarts) afgerond. de poortwachter bij de toegang tot de maatschappelijke ondersteuning en de formele zorg; • cure en care komen bijeen, zorg meer in de eigen omgeving; De noodzaak tot hervormen is terug te voeren op een geboden. Instellingen moeten zich richten op cliën- drietal ankerpunten, te weten: ten in plaats van andersom. De inzet is dat de zorg- • meer nadruk op eigen betalingen van zorgconsu- verlening minder aan regels is gebonden. Er komt menten: burgers betalen waar mogelijk zelf, in de • het verbeteren van de kwaliteit van ondersteuning meer ruimte voor het professioneel handelen omdat Wmo staat het compensatiebeginsel voorop; en zorg; de regels en bureaucratie worden teruggedrongen. • het vergroten van de betrokkenheid van burgers Als deze maatregelen worden vertaald in concrete • het scheiden van wonen en zorg wordt daadwerke- acties, dan ontstaat het volgende beeld: lijk geïmplementeerd. • versobering en het verhogen van de efficiency, waar- Duidelijk is dat de herinrichting gepaard moet gaan door een rem op de kostenontwikkeling wordt gezet; met (meer voor elkaar zorgen); • het garanderen van de financiële houdbaarheid. een fundamentele mentaliteitsverandering van de bevolking. Zorg en ondersteuning moet niet Het middel om deze ankerpunten te realiseren ligt • de zorgondersteuning van ouderen dichter bij huis langer worden beschouwd als een recht. Het wordt in het de-institutionaliseren van de zorg. Burgers organiseren en daar comfort bieden; via professionele zorg ingezet, zodra de mantel en worden in staat gesteld om met ondersteuning en de omgeving niet in staat is adequate zorg en onder- zorg zo lang mogelijk thuis te wonen. Voor hen die • zelfregie en zelfmanagement bij zorggebruikers steuning te bieden. De calculerende burger, die rechten op zorg zijn aangewezen wordt de menselijke maat staat in de toekomst hoog in het vaandel; ontleent aan het feit dat premie is betaald, ziet zich ge- 36 37 9 HET NIEUWE financiële middelen. Er is waarschijnlijk voor deze weergegeven in de onderstaande figuur. gefaseerde aanpak gekozen om fraude met het PGB INRICHTINGSMODEL in de kiem te smoren. De afgelopen jaren zijn diverse Taak gemeenten intermediairs bij de aanvraag en de verdeling van Op basis van het Regeerakkoord van het kabinet de PGB’s op het toneel verschenen. Gezien de Rutte II krijgen gemeenten een groot aantal taken negatieve ervaringen kunnen kritische vragen wor- binnen het sociaal domein. Zij krijgen nieuwe verant- den gesteld over de oprechtheid van hun inzet. woordelijkheden op het terrein van de decentralisatie van werk en inkomen via de Participatiewet. Ook Bij de herinrichting van de langdurige zorg kiest het worden getrokken. Dit om afwenteling tussen de kabinet duidelijk voor de optie dat burgers meer financieringsstromen tegen te gaan. Daarbij geldt verantwoordelijkheid moeten nemen voor hun eigen tegelijkertijd dat afstemming en samenhang een leven. Daarbij staat actieve deelname voorop en wordt randvoorwaarde is. Duidelijk is dat integrale zorg- idealiter meer eigen regie toegepast. Wie ondersteu- verlening slechts mogelijk is als intensief tussen de ning en zorg nodig heeft, moet dit in principe eerst verschillende actoren wordt samengewerkt. halen binnen de eigen omgeving en de mantel. Als deze zorg niet afdoende is dan komen de gemeente Om de keuzevrijheid van de cliënt te waarborgen en de verzekeraar in beeld. Deze zorg is zoveel blijft in het nieuwe stelsel ook ruimte voor het Persoon als mogelijk gericht op de zelfredzaamheid van Gebonden burgers en het versterken hiervan. Als de zorgsitu- stapsgewijs model geïntroduceerd. Bij voorkeur atie niet adequaat kan worden ondersteund, in het wordt eerst gekoerst op een persoonsvolgend bijzonder voor burgers die niet meer in de thuissitu- budget. In deze variant worden de middelen aan atie kunnen blijven wonen, dan wordt zorg beschik- de cliënt toebedeeld, waarbij de bekostiging wordt baar gesteld via de kern AWBZ. De grenzen tussen de geregeld door de betrokken instanties. Bij het verschillende financieringsblokken moeten scherp PGB krijgt de cliënt ook de beschikking over de 38 Budget (PGB). Daarbij wordt een De kern van de voorgenomen verandering kan worden zij verantwoordelijk voor de Jeugdzorg en het worden samengevat in een vijftal ankerpunten, die nieuwe stelsel van passend onderwijs. In deze decen- duidelijk maken welke opgave aan de betrokken tralisatietendens past ook de zorg en ondersteuning. actoren wordt opgelegd. Deze zijn in steekwoorden Duidelijk is dat de huidige verbrokkeling binnen het Degenen die een beroep doen op zorg of ondersteuning worden aangesproken op wat zij samen met hun sociale omgeving kunnen doen Van de samenleving vraagt deze hervorming meer betrokkenheid en zorg voor elkaar De gemeenten moeten meer naast de burger gaan staan Zorgaanbieders moeten meer mens- en buurtgericht gaan werken Zorgverzekeraars moeten samenwerken met gemeenten en duidelijke verantwoordelijkheden nemen voor de kwaliteit van zorginstellingen Figuur VIII Veranderingen in vijf ankerpunten bron: Ministerie van VWS (2013), eigen analyse 39 sociaal domein wordt verlegd naar de lagere over- behoefte aan samenhang tussen verpleging en verzor- Hulp vragende burgers worden in dit model afhan- geplaatst. Zij worden inhoudelijk en financieel ver- heid. Zij worden geacht de regiefunctie dicht bij de ging is het besluit genomen en gemotiveerd om de kelijk van de beoordeling door de gemeente van hun antwoordelijk voor het hele medische domein: van de burger vorm en inhoud te geven. totale persoonlijke verzorging onder de aanspraak zorgvraag en het arrangement dat daarvoor wordt verpleging thuis tot en met de opname in het zieken- wijkverpleging in de Zvw te plaatsen. Immers, de geboden. In de aanloop naar deze nieuwe structuur is huis. Daarbij wordt overigens expliciet aangetekend Deze tendens is niet nieuw. Sinds 2007 zijn de 408 overgrote meerderheid van de huidige gebruikers van duidelijk geworden dat deze beleidsvrijheid verschil- dat er uitsluitend een aanspraak op thuisverpleging gemeenten in Nederland belast met de uitvoering verzorging bestaat uit ouderen met een lichamelijke lend wordt geïnterpreteerd. Zo heeft de wethouder bestaat, als de medische zorgbehoefte niet met be- van de Wmo. In het jargon wordt deze stap ook wel aandoeningen. Ongeveer 84% van deze doelgroep van de gemeente Deventer9 een beeld geschetst hulp van de eigen omgeving is op te lossen. Een en ‘De Kanteling’ genoemd. De gemeente en de bur- heeft een grondslag somatiek. De verzorging en de waarin vrijwilligers en werklozen worden ingezet voor ander betekent dat de zorgverzekeraar, meer dan nu ger gaan samen in gesprek waarbij de individuele verpleging voor deze groep zal vanaf 2015 in samen- het bieden van lijfsgebonden verzorging aan burgers het geval is, wordt gepositioneerd als regisseur van behoeften en mogelijkheden centraal staan, in plaats hang door de wijkverpleging worden geboden. Per met een beperking, waaronder medische handelin- het zorgproces. Cure en care worden met elkaar ver- van de beperking of de zorgvraag. Daarbij wordt saldo betreft dit ongeveer 95% van het budget van gen. Op grond van Kamervragen is daar onmiddel- vlochten. De zorgverzekeraar zal zich moeten inspan- allereerst bepaald wat de mogelijkheden van de bur- de persoonlijke verzorging. Het restant dat vooral be- lijk door de verantwoordelijke staatsecretaris Van Rijn nen om samen met zijn verzekerden en de gemeen- ger zelf zijn om door eigen regie met hulp van de trekking heeft op de doelgroep, waarbij geen sprake stelling tegen genomen. Duidelijk is echter wel dat de ten zorg op maat te kunnen leveren. Afgezet tegen sociale omgeving te voorzien in zijn ondersteunings- is van somatische klachten, wordt alsnog gepositio- beleidsvrijheid die aan gemeenten wordt geboden, het huidige takenpakket is dit een substantiële veran- behoefte. neerd onder de Wmo. ook met het kleinere domein dat zij gaan beheren, dering in de taakopvatting van zorgverzekeraars. kan leiden tot een gedifferentieerde invulling! Kern AWBZ Vanaf 2015 krijgen de gemeenten een andere Als van de oorspronkelijke structuur wordt uitgegaan, verantwoordelijkheid voor de ondersteuning van krijgen de gemeenten de beschikking over een nieuw Zorgverzekeraars Zoals eerder verwoord vormt de kern AWBZ het burgers die beperkt kunnen participeren. Oor- budget, zodat zij in grote beleidsvrijheid ondersteu- Vanaf 2015 wordt een nieuwe aanspraak thuisverple- sluitstuk van de stelselherziening in de langdurige spronkelijk was het voornemen om de extramurale ning op maat kunnen organiseren. Anders dan in de ging in de Zorgverzekeringswet opgenomen. Feitelijk zorg. Naast een zorginhoudelijke verandering past zorg uit de AWBZ onder te brengen in de Wmo en AWBZ kunnen burgers aan de Wmo geen verzekerd is er voor gekozen om aan de wijkverpleegkunde zorg ook een andere naam voor het te ontwikkelen deze voorziening volledig over te hevelen naar de recht ontlenen. Er is sprake van een voorziening. een nieuwe impuls te geven. De doelstelling van deze wettelijke regime. Uit het op 10 oktober 2013 ge- gemeenten. Eind september 2013 is de discussie Omdat de invulling van de voorziening het domein beleidsstap is om de thuisverpleging dichter bij de publiceerde consultatiedocument blijkt dat de opgelaaid of het zinvol is een scheiding aan te bren- van de gemeentelijke overheid betreft, is het andere eerstelijnszorg te positioneren. Samen met de nieuwe naamgeving van de kern AWBZ de wet gen tussen verpleging en verzorging8. In zijn brief mogelijk dat de feitelijke uitvoering tussen verschil- huisarts wordt een beleid geactiveerd om burgers zo Langdurige Intensieve Zorg (LIZ) zal zijn. In deze van 6 november 2013 maakt staatssecretaris Van Rijn lende gemeenten verschilt. lang mogelijk thuis te helpen. Door deze stap worden volksverzekering wordt de zorg georganiseerd voor zorgverzekeraars in een nieuwe verantwoordelijkheid de meest kwetsbaren. Het omvat de groep burgers aan de onduidelijkheid een einde. Op basis van de 40 8. Verpleging en Verzorging samen naar de Zorgverzekeringswet, Skipr 11 september 2013 9. Wethouder Margriet de Jager van de gemeente Deventer in Nieuwsuur van 2 juli 2013 41 voor wie het niet meer verantwoord is om in hun met de LIZ-uitvoerder. De gedachte is dat de thans De taak van deze kantoren is het matchen tussen dat de zorgverzekeraar risicodragend is voor zo- eigen woonomgeving te blijven. Deze zorg wordt optredende regionale verschillen in indicatiestelling vraag en aanbod voor de in de regio woonachtige wel de cure en de care. Dat geeft een impuls om de onder één stelsel gebracht. De toegangspoort voor door de introductie van het zorgplan verder worden burgers. Daar waar de financiering in beeld komt kan substitutie tussen beide financieringsschotten te op- deze zorgvorm wordt strikt gereguleerd. De indi- teruggedrongen. Binnen deze structuur behoudt de huidige AWBZ, mede omdat sprake is van een ver- timaliseren. Hierdoor wordt een einde gemaakt aan catiestelling blijft de verantwoordelijkheid van het de cliënt het recht op het aanvragen van een PGB. zekerd recht, worden gekarakteriseerd als een ‘open perverse prikkels, waarbij de betrokken actoren de CIZ. Dit indicatieorgaan gaat werken volgens nieuwe Het PGB is een volwaardige leveringsvorm en wordt einde regeling’. Immers, het zorgkantoor bemiddelt kosten afwentelen op een financieringsmogelijkheid richtlijnen. Het CIZ bepaalt ook in de toekomst of wettelijk verankerd. Daarbij gelden overigens strikte voor cliënten op grond van de zorgindicatie door het waarvoor zij geen risicodrager zijn. recht op zorg bestaat. In tegenstelling tot de huidige begrotingsregels, waarbij zogenaamde trekkings- CIZ, dat is voorzien van een persoonlijk ZZP budget. praktijk doet het CIZ geen uitspraak meer over de rechten worden geïntroduceerd. Het trekkingsrecht Om deze open einde regeling dicht te schroeien zorgzwaarte. De representant (in de meeste gevallen houdt in dat de cliënt niet langer zelf beschikt over overweegt het kabinet de uitvoering van de LIZ in is dit de zorgaanbieder) stelt vervolgens een zorgplan de financiële middelen. Deze worden gestort in een 2017 risicodragend door zorgverzekeraars te laten op, waarbij een tweetal criteria maatgevend zijn: virtueel budget, dat wordt beheerd door de Sociale uitvoeren. Daarbij wordt het risicovereveningsmodel Verzekeringsbank. Zodra de cliënt op grond van voorgestaan dat momenteel vigeert bij de Zorgver- • de beoordeling welke zorg het beste kan worden gesloten zorgovereenkomsten met de zorgaanbie- zekeringswet. In het wetsvoorstel LIZ wordt hierop geleverd; ders kan aantonen dat zorg is aangetrokken, vallen voorgesorteerd. Immers, de uitvoering van de wet is de financiële middelen vrij. De LIZ-uitvoerder op haar weliswaar belegd bij de zorgverzekeraars, maar vindt beurt krijgt de taak opgelegd te beoordelen of de plaats in een aparte rechtspersoon, de zogenaamde kwaliteit die door de zorgaanbieders worden geboden LIZ-uitvoerder. Net als in de AWBZ wordt er gewerkt Met deze wijziging wordt beoogd de professionals adequaat is. Tevens moet de uitvoerder waken over met regionale contractruimtes. Hiertoe wijst de meer ruimte te geven om zorg op maat te leveren, de rechtmatigheid van het PGB. De hiervoor be- minister per regio een zogenaamde representant aan maar tegelijkertijd om het standaardaanbod dat door schreven maatregel inzake de introductie van de die namens alle LIZ-uitvoerders in de regio de taken professionals wordt geboden te laten verdwijnen. trekkingsrechten is bedoeld om fraude met het PGB uitvoert op het gebied van administratie, controle, uit te sluiten. inkoop en het PGB. Op de wat langere termijn worden • de specifieke behoeften van de cliënt. Het CIZ regelt het toegangsbesluit. Vervolgens stelt de zorgverzekeraars naar verwachting belast met de de zorgaanbieder met de cliënt een inhoudelijk uitvoering van de LIZ voor hun eigen verzekerden. zorgplan op. Daarbij worden duidelijke budgettaire Op dit moment functioneren in Nederland 32 zorg- Hierdoor verdwijnt de regionale structuur voor een kaders opgelegd, die vooraf zijn overeengekomen kantoren, die alle een regionaal werkgebied beheren. landelijke. Het voordeel van deze vormgeving is 42 43 Structuur verandering Uit de voorgaande opsomming van verande- tieel voor het slagen van deze operatie is naast de Het is het streven van de wetgever om de totale uit- De hiervoor beschreven wijziging van taken leidt tot ringen is het duidelijk dat het een majeure operatie actieve betrokkenheid van de actoren een goede regie gaven in 2017 ongeveer gelijk te houden aan de een substantiële verandering in de structuur van de betreft. De huidige uitvoering van de langdurige voering door de overheid. Omdat een strak tijdschema geraamde uitgaven in 2013. Het totale uitgavenpla- huidige langdurige ondersteuning in de zorg. Deze zorg zal op haar grondvesten schudden. Daarvoor is is voorgenomen is voldoende steun uit het parlement fond blijft dus ongeveer gehandhaafd op het huidige transitie wordt in de onderstaande figuur geïllus- participatie noodzakelijk van veel actoren, die alle in een absolute voorwaarde. Als de politieke beraad- niveau van circa € 27 miljard. Gezien de groeispurt treerd: een nieuwe werkelijkheid worden geplaatst. Essen- slagingen over dit onderwerp worden geanalyseerd, die de AWBZ de achterliggende jaren te zien heeft dan blijkt dat er een grote verscheidenheid bestaat gegeven kan deze ombuiging worden getypeerd als in meningen en standpunten over dit onderwerp. zeer ambitieus! Buiten de huidige coalitie kan het voorstel op weinig Wmo en is ie at thu p g rg ci rti din zo Pa elei ugd g e be en j n e nt ee m Ge AWBZ Zorgkantoren Zo rg Gemeenten ve rze ke LIZ AWBZ langdurige intramurale zor g Overheid e ve xtra rp m lan leg ura g d i ng l e GG urig en Z e raa rs Zvw In 2013 vielen vrijwel alle uitgaven van de langdurige tijen PVV, Groen Links en de SP mordicus tegenstan- zorg binnen het wettelijke regime van de AWBZ. der van het transitievoornemen. Om het hierna toe Volgens de hiervoor geduide voornemens is dit in te lichten wettelijk kader door beide parlementen te 2017 60%. De resterende 40% wordt vanwege de loodsen is stuurmanskunst vereist. Gezien de andere overheveling verdeeld over de Wmo, de Zvw en de krachtsverhoudingen die in de Eerste Kamer bestaan nieuwe Jeugdwet. Door de decentralisatie naar de (de huidige coalitie is in de minderheid) mag worden gemeenten groeit het uitgavenkader van de Wmo. geconstateerd dat er geen sprake is van een gelopen Op dit moment is het aandeel niet noemenswaardig. koers. In ieder geval is duidelijk dat deze beleids- Volgens de huidige inzichten betreft dit in 2017 on- wijziging niet is betrokken in het Herfstakkoord 2013, geveer 18% van de huidige AWBZ. De overheveling dat tussen het kabinet, D’66, ChristenUnie en de SGP naar de Zorgverzekeringswet behelst ongeveer 17% is gesloten. van de middelen, die thans worden gefinancierd door de AWBZ. In de eerder aangehaalde beleidsnota ‘Her- Zorgverzekeraars Figuur IX Structuurwijziging uitvoering langdurige zorg bron: eigen research 44 steun rekenen. In het bijzonder zijn de oppositiepar- Financiering en budgetten vorming langdurige zorg’ wordt overigens wel reke- In de eerste paragrafen is benadrukt dat de ning gehouden met de onbeheersbaarheid van wat in transitie van de langdurige zorg een duidelijke politiek Den Haag wordt betiteld als ‘zelfrijzend bak- financiële doelstelling kent. Beoogd wordt de trend meel’. Periodiek zal een actualisering van de uitgaven van al maar stijgende kosten een halt toe te roepen. plaatsvinden. In de huidige ramingvoorstellen zullen 45 nog wijzigingen worden aangebracht. Parlementaire routing AWBZ verhoogd naar het niveau van de intramurale wetsvoorstel volgens het geplande tijdsschema ver- Om zicht te bieden op de implicaties van de her- Om de transitie van de langdurige zorg te laten slagen zak- en kleedgeldregeling; loopt. De concept tekst van de Wmo is op 4 oktober inrichting van de langdurige zorg is in de onder- is een omvangrijk wettelijk aanpassingsprogramma staande tabel hiervan een overzicht opgenomen. Per noodzakelijk. Een korte schets van het voorgenomen • de thans bestaande korting op de extramurale eigen indicatiegebied wordt gemarkeerd hoeveel burgers tijdschema: bijdrage AWBZ en Wmo uit hoofde van de Wtcg wordt • het besluit zorgverzekeringen (de uitbreiding met in 2015 afgeschaft; verpleging, een deel van de verzorging en de lang- momenteel van de voorziening gebruik maken. Ook wordt melding gemaakt van de huidige- en toekom- • de Wtcg10 en de CER11 zullen met ingang van 2014 stige financieringsbron. Tevens wordt een uitspraak vervallen; gedaan over de voorgestelde budgetkorting per indicatiegebied. Zoals eerder aangegeven zijn deze • met ingang van 2014 worden de eigen bijdragen 2013 gepubliceerd; durige intramurale GGZ) wordt uiterlijk in juni 2014 • de uitbreiding van taken van de gemeenten in ver- aan de Tweede Kamer aangeboden. Het doel is dit te band met de Wmo zal uiterlijk in 2015 worden geëf- verankeren in 2015; fectueerd, mits de parlementaire behandeling van dit • de diverse maatregelen met betrekking tot de budgetkortingen nog enigszins discutabel. Op dit moment is de status van het kortingpercentage geen andere dan de implementatie van ‘het voorgenomen huishoudelijke hulp dagbesteding begeleiding (individueel) verzorging verpleging ZZP 1 - 3 447.000 76.000 182.000 204.800 170.000 51.000 ZZP 4 ZZP >5 beleid’. Verwacht mag worden dat de parlementaire behandeling zal leiden tot een stortvloed van amendementen en moties. De kortingspercentages geven een raming aan, die door de amendering vanuit het parlement nog kunnen veranderen. Klip en klaar is echter dat de totale omvang van de Unieke gebruikers (2011) Huidige financier 59.700 115.000 gemeenten AWBZ budgetombuiging een harde doelstelling betreft. Indachtig de budgettaire opgave van het kabinet lijkt het waarschijnlijk dat deze doelstelling eerder naar gemeenten Financier 2018 zorgverzekeraar LIZ boven, dan naar beneden wordt bijgesteld. Budgetkorting zorgakkoord -40% -100% -25% -25% -5% -25% -5% -5% Tabel V Impact structuurwijziging langdurige zorg naar gebruikers bron: Ministerie van VWS (2013), eigen research 46 10. Wtcg = Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten 11. CER = Compensatieregeling verplicht eigen risico 47 inwerkingtreding van de LIZ eveneens in 2015 voor- positie die de mantelzorg inneemt: zien. Dit betreft onder meer de overheveling naar de Wmo en de Zvw. De concept tekst van de LIZ is op 10 • er zijn in Nederland 3,5 miljoen mantelzorgers; oktober 2013 gepubliceerd. • meer dan 74% besteedt hieraan meer dan 8 uur per Mantelzorg week; In deze notitie is regelmatig gerefereerd aan de positie van de gebruikers van de langdurige zorg • bijna 1 miljoen mantelzorgers geven hulp aan in de relatie tot de mantelzorgers. Er wordt een iemand met een chronische ziekte of handicap; optimistisch beeld geschetst van de draagkracht van de mantel, die een belangrijke rol speelt bij de • ruim 450.000 mantelzorgers zijn overbelast door de opvang in de thuissituatie. Om dit beeld enigszins te combinatie werk en zorg. nuanceren worden hieronder cijfers vermeld over de ander familielid 15% vrienden kennissen, buren 17% kind 9% 1000.000 1.000.000 900.000 800.000 700.000 600.000 partner 18% 500.000 400.000 (schoon) ouders 41% Aantallen 300.000 200.000 100.000 0 18 - 34 Leeftijdsklassen 35 - 44 45 - 55 55 - 64 65 - 74 >75 Figuur X Mantelzorgers naar leeftijd bron: Mantelzorg uit de doeken (SCP) situatie in 2008 48 Figuur X Sociale relaties mantelzorgers 49 10 POPULATIE- GEBONDEN BEKOSTIGING prikkel gegeven om actief te zijn op het terrein van met de budgetparameters van het risicoverevenings- preventie: het voorkomen van ziekten en het model van zorgverzekeraars. De huisarts krijgt de stimuleren van gezond leven. Door de populatie te beschikking over een ex ante budget, waarvoor hij bekostigen en het risico te verdelen over alle actoren de behandeling aan zijn patiënten regelt. Na een jaar worden andere afwegingen gemaakt. Afwenteling wordt ex post afgerekend. Eventuele gerealiseerde naar een andere financieringsstroom wordt dan in de minderkosten op het budget worden verrekend, kiem gesmoord en de zorgverlener wordt geïntrodu- waarbij de huisarts op termijn via een shared saving ceerd als belangrijke speler. Immers, de keuzes die door model wellicht een bepaald percentage van de be- de zorgverlener worden gemaakt bepalen de zorg- spaarde kosten ontvangt. Feitelijk wordt een bonus carrière van de cliënt en zijn maatgevend van welke component geïntroduceerd, waardoor de huisarts financieringsstroom gebruik wordt gemaakt. Bij een een deel van de efficiencywinst van de zorgverlening kan aanwenden. Bij de introductie van de nieuwe structuur voor populatiegebonden bekostiging. In deze paragraaf integrale aanpak waarbij de financiering de zorg de langdurige zorg blijft het probleem bestaan wordt hieraan beknopt aandacht besteed. Daarbij volgt, vindt naar verwachting een meer efficiënte dat de bekostiging plaatsvindt uit verschillende wordt vooral de scope gericht op een integraal sys- allocatie van middelen plaats. bronnen. Integraliteit in zorgverlening gaat idealiter teem. Dat wil zeggen een systeem dat over de huidige gepaard met integraliteit in bekostiging. Immers, als de financieringsdomeinen heen kijkt en dat preludeert Partieel bekostiging uit verschillende bronnen plaatsvindt dan op de toekomstige inrichting van de (langdurige) De huidige discussies bewegen zich veelal op het vlak Bij partiële populatiegebonden bekostiging ont- blijft het probleem bestaan van afwenteling. Als een zorg. van de partiële populatiegebonden bekostiging. Dat vangt de zorgaanbieder een bedrag per ingeschre- wil zeggen dat één zorgonderdeel wordt opgenomen ven patiënt, dat onafhankelijk is van het gebruik. partij risicodrager is en hij ziet de mogelijkheid om een Voor partiële populatiegebonden bekostiging kan de volgende definitie worden gehanteerd: ander hiervoor te laten betalen, dan is een perverse Populatiegebonden bekostiging heeft het voordeel binnen de nieuwe bekostigingssystematiek. Veelal Voor deze vergoeding wordt het hele spectrum aan prikkel nauwelijks te voorkomen. Ook leidt bekosti- dat het eenzijdig verdeelde risico over meerdere wordt daarbij gekeken naar de huisartsenzorg. Per zorg geleverd, zonder dat sprake is van een helder ging uit verschillende bronnen tot hoge transactie- partijen wordt verdeeld. Nu is sprake van een een- saldo behelst dit niet veel meer dan het oprek- afgrensbare diagnose. Het vergoedingsbedrag per kosten, omdat een uitgebreide verslaglegging, ver- zijdig belegd risico. De zorgverzekeraar is risicodrager ken van het abonnementstarief, waarbij de huisarts jaar is gebaseerd op het risicoprofiel van de popu- antwoording en overdracht noodzakelijk is. voor de Zvw en wordt op termijn mede risicodrager de beschikking krijgt over een lumpsum budget. latie. De uitkomsten van zorg worden gemeten en voor de LIZ. De gemeente op haar beurt wordt risico- Dit budget, dat geen consultcomponent meer kent, vastgesteld. Eventueel is risicoparticipatie tussen de Vandaar dat de afgelopen periode veel studie is drager voor de Wmo en breder voor het gehele is qua hoogte afgeleid van de specifieke kenmerken zorgaanbieder en zorgverzekeraar op termijn een gedaan naar een nieuw bekostigingssysteem: de sociaal domein. Aan de zorgverlener wordt geen van de populatie. Dit systeem toont sterke gelijkenis optie. 50 51 Integraal trajecten gaan altijd gepaard met een goede monito- Integrale populatiegebonden bekostiging is een ring, waarbij de resultaten worden getoetst op kwaliteit, systematiek die meer ruimte biedt aan de beoogde de gezondheidsuitkomsten en de tevredenheid van de vernieuwing en greep houdt op de kostenontwikke- gebruikers. De kwaliteit van de zorgverlening vormt ling. Dit fenomeen kan als volgt worden gedefinieerd: hierbij de belangrijkste factor. Per zorginnovatietraject kan dan in beeld worden gebracht of de Bij populatiegebonden bekostiging worden de mid- beoogde kwaliteitswinst daadwerkelijk is bereikt. delen die beschikbaar zijn voor de zorg van een specifieke populatie gepoold en als een virtueel budget beschikbaar gesteld. Het doel is om adequate en zo doelmatig mogelijke zorg te leveren waarop verzekerden aanspraak kunnen maken. Het budget bestaat uit de Zvw, LIZ en Wmo gelden. Via gerichte zorginkoop, vanuit het principe dat geld de zorg volgt, worden regionale afspraken gemaakt tussen de zorgverzekeraar, de zorgaanbieders en de gemeenten. De verzekeraar is daarbij de risicodragende partij. Zoals eerder opgemerkt wordt de introductie van populatiegebonden bekostiging dikwijls gekoppeld aan een systematiek van shared savings. Dat wil zeggen dat mogelijke besparingen worden gedeeld tussen de participerende zorgverleners, de gemeenten en de initiërende zorgverzekeraar. Deze besparingen vormen de inzet om zorgtrajecten te verbeteren. In samenspraak met de gebruikers wordt doelgericht in de zorgtrajecten geïnvesteerd. Deze 52 53 11 SCENARIO EN RISICOANALYSE, IN KORT BESTEK niseerd met de daaraan verbonden risico’s. Hierdoor • een instrumentarium om de strategische dialoog te treedt een verrijkingsproces op waardoor een ver- ondersteunen; antwoorde keuze kan worden gemaakt. Hieronder worden beide technieken afzonderlijk beschreven en • een routekaart voor het uitstippelen van een toe- wordt de combinatie nader toegelicht. komstvaste strategie. Scenarioanalyse Scenarioanalyse wordt veelal toegepast wanneer Scenarioanalyse ondersteunt organisaties en of in- organisaties zich geconfronteerd zien met sterk stellingen bij het nemen van strategische besluiten veranderende marktomstandigheden. Daarbij bestaat in onzekere omstandigheden. Alle analyses zijn geba- het besef, dat als niet wordt ingezet op een strate- seerd op de principes van transparantie en diversiteit, gische koerswijziging, discontinuïteit voor de organi- De transitie van de langdurige zorg gaat gepaard met Deze herijking is noodzakelijk om de toekomstige die proberen betekenis te geven aan de ontwikkeling satie op de loer ligt. De techniek verschaft beleids- een omvangrijke overhevelingsoperatie, waarbij in positie te borgen. van belangrijke marktbewegingen in de toekomst. makers inzicht om de effecten van toekomstig beleid De kracht is het weergeven van contrasterende doe- te bestuderen. Tegelijkertijd biedt het openingen om het bijzonder de positie van de gemeenten en zorginstellingen radicaal wijzigt. De gemeenten verkrij- Zowel door gemeenten als door zorginstellingen len en deze te plaatsen in lange termijn projecties. nieuwe mogelijkheden te signaleren voor een andere gen een positie als locale regisseur: de belangrijkste worden voorbereidingen getroffen om de transi- Hierdoor helpt de techniek bij het beter begrijpen toekomstige koers. Dat de marktomstandigheden partij in de planning, de toewijzing en de uitvoering tie verantwoord vorm te geven. Voor beide partijen van de toekomst en bij het definiëren van passende voor de instellingen, die werkzaam zijn in de lang- van deze zorgvorm. Alhoewel de gemeenten momen- gaat de omvorming gepaard met onzekerheden en strategische opties om de toekomst met meer zeker- durige zorg, radicaal veranderen is klip en klaar. teel uitvoerder zijn van een beperkt aantal in de Wmo zijn verschillende uitvoeringsvarianten denkbaar. heden te betreden. Scenarioanalyse levert uitgedrukt De herinrichting van de zorg zorgt voor een aard- gepositioneerde zorgsoorten bestaat er onvoldoende Tegelijkertijd bestaat het besef dat aan deze opera- in een viertal punten: verschuiving, waarbij veel van de huidige zekerheden ervaring met de zwaardere zorgelementen, die vanuit tie ook diverse risico’s zijn verbonden. Om de strate- de AWBZ worden overgeheveld. Degene die wel op gische keuze op een weloverwogen wijze te laten • een samenhangende, geloofwaardige analyse van geconfronteerd met een andere patiëntenmix. De deze ervaring kunnen bogen, de zorginstellingen, plaatsvinden wordt vaak de techniek van scenario- een mogelijke toekomst; lichtere zorgvormen worden opgevangen in de worden geconfronteerd met een veranderende om- analyse toegepast. In de zienswijze van de Veghte geving. Omdat de lichtere zorgvormen stapsgewijs wordt de scenarioanalyse idealiter gekoppeld aan de • beschrijving van de weg naar de mogelijke toe- Wmo. De zwaardere zorgcliënten zijn net als nu ambulantiseren zal het portfolio van de instellingen risicoanalyse. Door de combinatie van deze analyse- komst; aangewezen op instellingen. Echter, door de concen- wijzigen. Daarbij past een herijking van hun strategie. methoden wordt de strategische keuze gesynchro- 54 spoorslag verdwijnen. Alle organisaties worden thuissituatie en krijgen ondersteuning vanuit de tratie van deze cliëntengroepen worden andere eisen 55 gesteld aan de leefomgeving en het in de instelling 1. Vaststellen van de scena- 4. Stel de trend-impact ma- 7. Definieer de scenario functionerend personeel. rio agenda (beschrijving trix vast logica van de context, vaststellen Als de huidige marktontwikkelingen worden beoor- relevante trends, discon- deeld dan zijn veel organisaties gemotiveerd om tinuïteiten samenwerkingsverbanden aan te gaan. Immers, heden) en onzeker- schaalvergroting wordt vaak beschouwd als het middel om minder kwetsbaar te zijn voor veranderingen. Daarnaast is het waarschijnlijk dat instellingen in de toekomst worden geconfronteerd met afnemende 2. Vaststellen van het or- 5. Definieer de scenario 8. Rond de scenario’s af opbrengsten. Door de kortingen die in de lang- ganisatieontwerp voor een assen (label de scenario’s en door het vaststellen van ex- durige zorg worden ingesteld, door de scheiding zorginstelling of gemeente beschrijf de hoofdpunten terne invloeden tussen wonen en zorg en door de eigen betalingen (huidige situatie, drivers en / belangrijkste karakteris- door cliënten zullen de middelen afnemen. Via een barrières voor succes) tieken van elk scenario) kader dat bestaat uit 9 stappen. Deze stappen zijn 3. Cluster alle output uit de 6. Bepaal de early warning 9. Vertaal de scenario’s in weergegeven in de volgende figuur. stappen 1 en 2 en definieer indicators en maak een river strategische acties de onzekerheden in de na- chart scenarioanalyse kan in kaart worden gebracht wat de invloed van deze tendensen is op cruciale parameters in de organisatie. Bij deze techniek wordt gebruik gemaakt van een analyse- bije toekomst Figuur XI Scenarioanalyse in 9 stappen 56 57 Door het stelselmatig aflopen van deze stappen wordt Risicoanalyse Daarbij wordt doorgaans de volgende definitie ge- voor een organisatie uitzicht geboden op te ontwik- Risicoanalyse is een techniek die organisaties in staat hanteerd: kelen alternatieven ten opzichte van de bestaande stelt om optredende onzekerheid in kaart te brengen strategische koers. Het verschaft dus inzicht in alterna- en de daaraan verbonden uitvoeringrisico’s bij voor- Risicomanagement is het geheel van gecoördineerde tieven, die beter kunnen aansluiten bij de innovatieve baat te reduceren. Hierna wordt een praktisch voor- activiteiten om een organisatie te sturen en te be- oplossingen die door de markt worden gevraagd. Het beeld uitgewerkt, die is toegespitst op de nieuwe heersen met betrekking tot risico’s. biedt een duidelijk denkkader waardoor organisaties inrichting van de Wmo binnen een gemeente. kunnen treden buiten de gebaande paden en daar- Binnen gemeenteland bestaat de nodige ervaring Er is sprake van integraal risicomanagement wan- door nieuwe marktkansen kunnen verkennen. met het instrumentarium van risicoanalyse. Door- neer een organisatie ernaar streeft om alle type risi- gaans wordt daarbij een procesaanpak gehanteerd, co’s en risicogebieden in hun onderlinge samenhang • risicomanagement heeft een systeemcomponent Het ontwikkelen van een nieuwe strategische koers zoals beschreven in de ISO 31000 handreiking over zodanig te beheersen, dat de beleidsdoelstellingen en een gedragscomponent. De systeemcomponent of een andere aanpak van ‘opgelegde’ uitdagingen risico-management en het IGZ rapport ‘De vrij- hoogstwaarschijnlijk kunnen worden gerealiseerd. bestaat uit analyses, protocollen, indicatoren en gaat vanzelfsprekend ook gepaard met risico’s. Het is blijvendheid voorbij’12. Deze documenten bieden een Een integrale aanpak biedt zicht op het geheel aan formele verantwoordelijkheden. De gedragscompo- van belang deze vroegtijdig te onderkennen om een eenduidig begrippenkader en geven houvast bij het risicofactoren, die zich voordoen binnen een organi- nent bestaat uit het risicobewustzijn bij alle mede- goede afweging te maken of de nieuwe koers een uitvoeren van de analyses. satie. Als op deze manier wordt samengewerkt dan werkers en uit het beslissen en handelen op basis van zal dat bij alle betrokkenen in de organisatie leiden dat bewustzijn. verantwoorde weg is om in te slaan. Vandaar dat in risicomanagement in gang. • risicomanagement is een aspect van leidinggeven, het is dus geen project met een begin en een eind; • één van de onderdelen van risicomanagement is het periodiek evalueren van de effectiviteit van beheersmaatregelen; onze aanpak beide technieken aan elkaar worden ver- Door de inzet van risicomanagement kunnen risico’s tot het bewustzijn, dat risicoreductie een onlosmake- bonden. Per scenario kan dan tegelijkertijd een taxa- niet volledig worden uitgebannen. Risicomanage- lijk onderdeel uitmaakt van dienstverlening. tie worden gemaakt van de risico’s. Daardoor kan een ment maakt het mogelijk om risico’s in hun onder- rangorde worden bepaald welk scenario’s de beste linge samenhang in kaart te brengen, te analyseren marktkansen biedt tegen zo gering mogelijke risico’s. en te wegen. Dit stelt organisaties in staat samen- Dat stelt organisatie in staat om verantwoorde keuzes hangende en operationeel uitvoerbare maatregelen • risicomanagement is direct gekoppeld aan het beha- uitvoeren van één of meer risicoanalyses. Een te maken. te treffen, zodat binnen de grenzen van wat haal- len van beleidsdoelstellingen; organisatie is immers geen statisch geheel en waarbij een systematische analyse plaatsvindt van Belangrijke uitgangspunten zijn: risico’s waaraan een organisatie wordt blootgesteld. Het beheersen van risico’s gaat verder dan het beweegt zich in een veranderende omgeving. Daar- baar is al het mogelijke wordt gedaan om de kans op 58 Integraal risicomanagement is een continu proces, onbedoelde gebeurtenissen te voorkomen en de • bij het formuleren van doelstellingen dienen risico’s mee is risicomanagement een voortdurend pro- gevolgen daarvan te minimaliseren. te worden geïdentificeerd, geanalyseerd en afgedekt. ces. Het is van belang dit proces gestructureerd te Nieuwe doelstellingen zetten een nieuwe cyclus van doorlopen met een aantal logische, opeenvolgende 12. De vrijblijvendheid voorbij, sturen en toezichthouden op kwaliteit en veiligheid in de zorg, IGZ 2009 59 stappen. Een risicomanagementproces kan op ieder Risico-identificatie sitie van de langdurige zorg verschillen per gemeente niveau in de organisatie worden beschreven vanuit In deze paragraaf wordt vervolgens stilgestaan of zorginstelling. Dit komt omdat de locale situatie en zeven samenhangende processtappen: communica- bij één aspect van het instrumentarium: de risico- klankkleur anders is. Sommige gemeenten of zorgin- tie en overleg, vaststellen van de context, risico-iden- identificatie. Deze beschrijving heeft niet de preten- stellingen anticiperen reeds op de veranderende tificatie, risicoanalyse, risico-evaluatie, risicobehande- tie uitputtend te zijn en de cyclus in zijn totaliteit te verantwoordelijkheid en beschikken over draai- ling en monitoring & beoordeling. Het gehele proces presenteren. Dat is vanuit een macro perspectief niet boeken om het proces vorm en inhoud te geven. kan in een eenvoudig figuur worden weergegeven: zinvol. De risico’s die verband houden met de tran- Andere gemeenten of zorginstellingen staan nog aan het begin van het oriëntatieproces en beschikken slechts over houtskoolschetsen van het plan van aanpak. Ook is de mate waarin het risicomanagement Vaststellen van de context binnen de verschillende organisaties is ingebed niet eenduidig. Risicobeoordeling Risicoanalyse Risico evaluatie Om enig zicht te geven op de risico’s die door geMonitoring en beoordeling Communicatie en overleg Risico -identificatie meenten worden gelopen wordt hieronder een opsomming gepresenteerd. Deze opsomming verdeelt de potentiële risico’s, die bij voorbaat kunnen worden geïdentificeerd, in 3 categorieën: • financiële risico’s; • zorginhoudelijke risico’s; • organisatorische risico’s Risicobehandeling Figuur XII Processtappen risicomanagement bron: Risicomanagement in de praktijk (2012) 60 61 Een globale analyse leidt tot de volgende Risico Detaillering De overheid past alsnog extra bezuinigen toe • De overheveling gaat gepaard met een aanzienlijke budgetkorting (zie tabel V) • De economische recessie gebiedt verdergaande bezuinigingen op de langdurige zorg De verdeling van financiële middelen over de gemeenten is ongewis • Verdeelmodel financiën over gemeenten is nog in ontwikkeling • Uitvoeringskosten per gemeente verschillen sterk • Aandeel langdurige zorg per gemeente verschilt sterk (bestaand aanbod, koopkracht en SES) De wijzigingen in eigen betalingen door cliënten en veranderingen in het PGB beïnvloeden het budget voor de gemeenten • Verhoging eigen bijdragen vallen ongunstig uit, waardoor het gemeentelijk budget krimpt / zorgkosten stijgen Invoeringskosten pakken hoger uit dan verwacht • Voor de overgang zijn geen invoeringskosten gereserveerd • Veel maatwerk vereist veelvuldige afstemming met zorgaanbieders • Niet aanwezige locale zorg moet elders (duur) worden ingekocht Overname van de zorgplicht van zorgkantoren leidt tot onverwachte uitgaven • Bij inkoop zorgt speelt mogelijkerwijs BTW verplichting • Clustering zorgaanbieders leidt tot regionale monopolies en verhoging inkoopprijzen • Kapitaallasten vastgoed zorgaanbieders leidt tot faillissementen De beschikbare cijfers over het huidige zorggebruik zijn obsoleet • Er bestaan diverse registratiesystemen gebruik en kosten langdurige zorg, de uitkomsten verschillen De gebruikskosten zijn uitsluitend beheersbaar door adequate inzet van de omgeving en de mantel • De maatschappelijke draagvlak valt tegen. Het sociale domein levert onvoldoende wijk- en mantelzorg. Opvulling door professionals is alsnog noodzakelijk beschrijving: Financiële risico’s De gemeenten krijgen een compensatieplicht voor de langdurige zorg opgelegd, maar de middelen zijn niet geoormerkt. Vanwege de financiële problematiek in gemeenteland is de verleiding groot om de ter beschikking gestelde middelen ook voor andere doelen aan te wenden. Daardoor bestaat het gevaar dat gemeenten op het moment van de implementatie over een ontoereikend budget beschikken om een dekkend aanbod te realiseren. Het risico bestaat dat de zorgbehoefte van de cliënt niet volledig kan worden ingevuld. 62 63 Zorginhoudelijke risico’s Gemeenten betreden een nieuw veld met andere Risico Detaillering Nieuw systeem vraagt om een andere attitude van alle betrokken professionals • Zorgprofessionals moeten samenwerken met diverse gemeentelijke instanties en andere zorgaanbieders: dit levert fricties en competentieproblemen op • Bestaande meerjarige afspraken tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders frustreren de slagkracht van de gemeente • Regionale en locale afspraken verhouden zich slecht tot elkaar De cultuurverandering kost veel meer tijd dan gepland • Invoering Wmo plus bij gemeenten wordt snel ingevoerd: de agenda van zorgaanbieders en zorgverzekeraars sluit hier niet op aan • Burgers moeten ingroeien in de nieuwe rol van de gemeenten. Keukentafelgesprekken slaan niet aan • Er ontstaat een maatschappelijke discussie over de verschillen tussen zorg- en compensatieplicht Continuïteit zorgprocessen lopen gevaar • Door de transitie naar de Wmo worden traditionele zorgarrangementen niet doorgezet, lopende behandeltrajecten worden gestaakt • Het appèl dat wordt gedaan op wijk en mantelzorg sluit onvoldoende aan bij wensen cliënten • De specifieke kennis over deelgebieden in de zorg (GGZ) is onvoldoende binnen de gemeente geborgd Noodzakelijke zorg verdwijnt • Door faillissementen bij zorgaanbieders verschraalt het zorglandschap • Sommige duurdere zorgvormen zijn niet meer door gemeenten te bekostigen • Gemeenten zijn te optimistisch over de eigen regelkracht. Zorgvormen die verdwijnen zijn later weer nodig Zorginnovatie wordt in de kiem gesmoord • Door de budgettaire krapte blijft onvoldoende ruimte om te experimenteren van vernieuwende arrangementen • Reeds gestarte innovaties door het zorgveld worden niet overgenomen Onafhankelijk toezicht op de kwaliteit zorgverlening • Positionering IGZ ten opzichte van de Wmo niet uitgekristalliseerd • Kwaliteitsproblemen Wmo worden publicitair uitgelicht en leiden tot nieuwe toezichtverhoudingen Indicatie en toegang is onduidelijk • Positionering CIZ in nieuwe stelsel niet helder • De gemeentelijke toegangspoort beschikt over onvoldoende expertise en ervaring om de taak adequaat in te vullen • Verschillen tussen gemeenten leiden tot bestuurlijke fricties verantwoordelijkheden en andere spelers. Zij dienen een continuüm aan ondersteuning en zorg te bewerkstelligen, zonder dat zij goed zijn ingevoerd in de spelregels van de langdurige zorg. De reeds lang in deze sector werkende zorgaanbieders gaan uit van een eigen agenda en stellen wellicht andere prioriteiten. In plaats van een participatiemodel ontstaat een conflictmodel. Zorgvragende cliënten zien hun zorgvraag daardoor niet kwalitatief voldoende ingevuld. 64 65 Organisatorische risico’s Gemeenten moeten in een kort tijdsbestek een goed Risico Omschrijving Samenwerken met vele actoren levert fricties op • Samenwerken op diverse schaalgrootte is complex • Specialistische zorg binnen de gemeentegrenzen is lastig te organiseren • Gemeenten zijn niet in staat om voldoende regie aan te leggen, waardoor geen innovatief en dekkend zorgaanbod ontstaat Gemeenten moeten zorg inkopen terwijl zij geen enkele ervaring daarmee hebben • Gemeenten zijn nu georiënteerd op lichtere zorgvormen. Er is geen kennis voorradig om een evenwichtig zorgaanbod op korte termijn aan te trekken en met elkaar in balans te brengen De grenzen van samenwerkingsverbanden zijn strijdig met de gemeentelijke geografie • Gemeenten werken met veel Gemeenschappelijke Regelingen. De demarcatiegrenzen voor zorg, onderwijs, sociale regelingen verschillen. Daardoor ontstaat geen coherente aanpak Verschillende decentralisaties lopen niet synchroon en zijn onuitlegbaar aan burgers • Gemeenten worden geconfronteerd met diverse decentralisaties (Jeugdwet, Wmo, Werk en Inkomen, etc.). Omdat deze trajecten niet parallel lopen ontstaan fricties • Verschillende eigen bijdragen regelingen leiden door ontbrekende regie tot functionerende organisatie opbouwen en inrichten, die in staat is de nieuwe opgave foutloos uit te voeren. De langdurige zorg is een fijnmazig geweven net, waarin diverse actoren diensten verrichten met eigen prioriteiten en doelstellingen. Het aanleggen van nieuwe organisatorische verbanden is tijdsintensief en gaat gepaard met het sluiten van soms suboptimale compromissen. De cliënt heeft nauwelijks invloed op dit proces en moet maar afwachten of de uitkomst van het organisatorisch proces goede zorg kan garanderen. stapeling bij kwetsbare doelgroepen • Gevaar van zorgmijden ligt op de loer bij onvoldoende cliëntgebonden regie 66 De zorgsector heeft eigen belangen die fricties opleveren met de gemeentelijke agenda • Institutionele belangen zorgaanbieders kunnen strijden met de gemeentelijke aanpak • Optimaal scenario door gemeenten niet uitvoerbaar door deelbelangen zorgsector Gedeelde verantwoordelijkheid vertraagt voortgang en is afhankelijk van locale politieke besluitvorming • Wmo vormt een nieuw dossier voor de gemeente en haar politiek verantwoordelijken. Politieke voorkeuren kunnen leiden tot een verschillend inrichtingsmodel • Besluitvorming binnen gemeenten lopen doorgaans traag, dit is strijdig met het rappe invoeringstraject • Meerder partijen die opkomen voor het belang van de cliënt monden uit in lange overlegtrajecten 67 12 NAWOORD woordelijkheid nemen zijn daarbij cruciale ijkpunten. Voor burgers vallen zekerheden weg, wettelijke aanspraken vervallen. Het welslagen van de operatie is afhankelijk van de sociale cohesie die door de samenleving moet worden opgebracht. In een economisch onzekere tijd, waar veel zekerheden op het spel staan, vereist dit een groot inlevingsvermogen. Per saldo gaat de gehele operatie gepaard met het verstrekken van minder middelen. Om de financierbaarheid op de langere termijn te garanderen is een ombuiging van de kosten noodzakelijk. Het vereist overtui- Het opnieuw inrichten van de langdurige zorg is een zaak, maar laten zich veelal leiden door de eigen agen- gingskracht om deze doelstelling te bereiken, in het ingrijpende operatie. Een fundamentele herziening da en eigen belangen. Ook is nog niet duidelijk hoe bijzonder omdat de zwakkeren in de samenleving van het wettelijk stelsel is hiervoor noodzakelijk. Om- het eindresultaat van de veranderingen er definitief hierdoor kunnen worden getroffen. dat het ingrijpt in vaststaande instituties vereist het uit ziet. Besluiten moeten nog worden genomen over een grote mate van zorgvuldigheid. De acceptatie van de exacte positionering tussen zorgverzekeraars en de Voor het leveren van kwalitatief goede zorg zijn de al deze maatregelen door het parlement is een ‘tour de gemeenten. Voor partijen levert dat spanningen op, zorgaanbieders verantwoordelijk. De instellingen force’, die moet worden gerealiseerd binnen een zeer waarbij in het bijzonder de gemeenten zich nadrukke- moeten hun portfolio veranderen, waardoor het ver- ambitieus tijdschema. Het jaar 2015 is zeer nabij! lijk hebben gepositioneerd. Daardoor wordt een grote dienmodel een andere vormgeving krijgt. Zij zijn wissel getrokken op de stuurmanskunst van de politiek niet alleen verantwoordelijk voor de zorg binnen de De langdurige zorg kost veel geld en is op dit moment verantwoordelijke staatssecretaris. Hij moet alle kikkers muren, maar ook voor de ambulantisering. Dat vereist moeilijk beheersbaar. Alle voorgenomen maatregelen in dezelfde kruiwagen zien te krijgen en de komende nieuwe samenwerkingsmodellen waarbij veelvuldig monden op papier uit in een betere beheersbaarheid. jaren zien te houden. met andere zorgaanbieders moet worden geschakeld. Deze beheersbaarheid komt pas daadwerkelijk in beeld De interactie met de gemeenten is voor de zorg- zodra alle betrokken actoren bereid zijn hieraan hun Het uiteindelijke doel van de transformatie is om aan aanbieders een nieuwe weg. Op deze weg moet nog medewerking te verlenen. Vrijwel alle in het zorgcircuit burgers een beter betaalbare en kwalitatief goede veel worden ontwikkeld, waarvoor slechts beperkte functionerende partijen zijn overtuigd van de nood- zorg dichtbij te leveren. Regie pakken en verant- tijd beschikbaar is. 68 69 LANGDURIGE ZORG IN TRANSITIE Door de haperende economie vormt de kostenomvang van de zorg een toenemend probleem. De zorgkosten stijgen autonoom en leggen een steeds groter wordend beslag op de nationale middelen. Tegelijkertijd bestaat er in de maatschappij onvrede over hoe de langdurige zorg is georganiseerd. Mensen zijn verworden tot een onderdeel van het systeem. Eigen regie en zelfredzaamheid zijn op de achtergrond geraakt. In deze kabinetsperiode wordt het roer radicaal omgegooid. Door de introductie van een gedecentraliseerd besturingsmodel en het aanspreken van burgers op hun eigen verantwoordelijkheid is de verwachting dat de vervreemding in de zorg verdwijnt. Kostenbeheersing en verbetering van kwaliteit moeten hand in hand gaan. Om te kunnen beoordelen of dit beleid kan aanslaan zijn in dit door de Veghte uit te geven boekje feiten over de langdurige zorg verzameld. Uitgaande van de huidige situatie wordt een blik geworpen op de toekomst. Daarbij wordt de nieuwe verantwoordelijkheden van de belangrijkste spelers – de gemeente, de zorgverzekeraars en de aanbieders- belicht. Uiteindelijk moet de veranderingen uitmonden in een betere zorg voor de gebruikers van de langdurige zorg. Aan de lezer is te beoordelen of de nieuwe koers succesvol kan zijn. Over de auteurs: Bert Blankestijn is managing partner van de Veghte, een advies, interim- en projectmanagement bureau in de zorg. Na aanvankelijk een carrière te hebben opgebouwd in de accountancy en het bedrijfsleven, is hij sedert een kleine 20 jaar actief in de zorg. Zo stond hij aan de wieg van één van de toonaangevende ZBC’s en privé-klinieken in Nederland en was hij als adviseur bij diverse zorgorganisaties betrokken. Zijn visie dat bedrijfsvoering ten dienste moet staan aan verlening van effectieve en kwalitatieve zorg is een rode draad in zijn aanpak. Sedert 2008 is Bert werkzaam voor de Veghte, eerst als adviseur, later als directeur en partner. In deze hoedanigheden begeleid en adviseert hij zorgorganisaties in verander- en ontwikkeltrajecten. De langdurige zorg heeft zijn bijzondere aandacht aangezien in deze sector de balans tussen structureel goede zorg en bedrijfsvoering (i.c. financiering) een grote uitdaging is. René van Duuren is het beste te typeren als ervaringsdeskundige. Zijn hele werkzame leven is hij actief in de zorg vanuit diverse rollen. Hij is zijn carrière gestart bij het Ministerie van Volksgezondheid, waarbij hij was gespecialiseerd in lange termijn bekostigingsvraagstukken. Vervolgens is hij werkzaam geweest bij een aantal zorgverzekeraars. Daarbij was hij onder meer verantwoordelijk voor zorginkoop en managed care trajecten. In latere jaren heeft hij leiding gegeven aan een ziekenfonds en een zorgverzekeraar. Ook is René actief geweest in de adviessector. Zowel bij Berenschot en thans bij BMC adviseert hij diverse actoren uit de zorgsector. Gedurende zijn loopbaan is de langdurige zorg een voortdurend punt van aandacht geweest.
© Copyright 2024 ExpyDoc