GT - Archief Doeleman

1
Genealogie van Cornelis Doeleman en Johanna B. Koedijk
Deze genealogie is nog niet volledig uitgezocht. Aanvullingen of verbeteringen worden op
prijs gesteld.
Cornelis Doeleman verlaat de Betuwe (tak BB) en wordt koetsier in ’s-Gravenhage. Voor
zover nu bekend zijn er geen nakomelingen meer met de naam Doeleman. Opvallend is dat
veel nazaten naar Nederlands-Indië vertrekken. Cornelis kan als koetsier zijn kinderen een
goede opvoeding geven.
Generatie I
I.
Cornelis Doeleman, zn. van Johannes Doeleman en Gerretje van Binsbergen, ged.
Andelst op 27 okt 1772, koetsier, ovl. 's-Gravenhage op 18 nov 1828, tr. 's-Gravenhage
op 6 apr 1800 met Johanna Barbara Koedijk, dr. van Jan Koedijk en Engelina
Wagenaar, ged. Gorinchem op 5 mei 1780, ovl. 's-Gravenhage op 4 sep 1835.
Uit dit huwelijk:
1.
Johannes Gerrit Doeleman, geb. 's-Gravenhage op 23 sep 1800, ovl.
's-Gravenhage in 1811.
2.
Engelina Dorothea Doeleman, geb. 's-Gravenhage op 19 sep 1803.
3.
Gerritje Doeleman, geb. 's-Gravenhage op 23 aug 1805, volgt IIa.
4.
Johannes Cornelis Doeleman, geb. 's-Gravenhage op 5 mrt 1808, volgt IIb.
5.
Anna Gerarda Doeleman, geb. 's-Gravenhage op 31 mei 1810, volgt IIc.
6.
Cornelia Doeleman, geb. 's-Gravenhage op 13 dec 1812.
7.
Wilhelmina Doeleman, geb. 's-Gravenhage op 23 jul 1815, volgt IId.
8.
Maria Jacoba Doeleman, geb. 's-Gravenhage op 10 feb 1818, volgt IIe.
9.
Elisabeth Doeleman, geb. 's-Gravenhage op 31 mei 1823, volgt IIf.
Generatie II
IIa.
Gerritje Doeleman, dr. van Cornelis Doeleman (I) en Johanna Barbara Koedijk, geb.
's-Gravenhage op 23 aug 1805, ovl. in 1882, tr. 's-Gravenhage 4 okt 1843 met Johannes
Wagner, geb. ± 1805, zn van Herman Eckhart Wagner en Martina van Breemen,
controleur verlichtingsdienst bij de gemeente ‘s-Gravenhage. Hij was eerder gehuwd met
Dorothea Maria Elizabeth Fischer. Uit dat huwelijk werden ook kinderen geboren.
Uit dit huwelijk:
1.
Gerardus Johannes Cornelis Wagner, geb. 's-Gravenhage in 1844.
2.
Karel Theodorus Wagner, geb. 's-Gravenhage in ± 1847.
IIb.
Johannes Cornelis Doeleman, zn. van Cornelis Doeleman (I) en Johanna Barbara
Koedijk, geb. 's-Gravenhage op 5 mrt 1808, huisonderwijzer, ovl. 's-Gravenhage op
19 mei 1853, tr. 's-Gravenhage op 1 aug 1838 met Maria Lutzwig van Heijningen, dr.
van Theodorus Franciscus van Heijningen en Josina Halk, geb. 's-Gravenhage op
30 jun 1813, onderwijzeres, ovl. 's-Gravenhage op 7 apr 1870.
Uit dit huwelijk:
1.
Theodorus Cornelis Doeleman, geb. 's-Gravenhage op 20 sep 1839, volgt IIIa.
2.
Anna Josina Gerardina Doeleman, geb. 's-Gravenhage op 1 sep 1842, volgt
IIIb.
3.
Johannes Marinus Doeleman, geb. 's-Gravenhage op 13 jul 1844. Ovl.
’s-Gravenhage 3 mrt 1845.
4.
Wilhelmina Dorothea Doeleman, geb. 's-Gravenhage op 28 mrt 1846, volgt IIIc.
5.
Carolina Elisabeth Doeleman, geb. 's-Gravenhage op 23 mei 1848. Volgt IIId
6.
Charles Daniël Doeleman, geb. 's-Gravenhage op 22 mrt 1851, volgt IIIe.
versie 11 dec. 2014
Stichting Familiearchief Doeleman
www.archiefdoeleman.nl
tak GT
2
IIc.
Anna Gerarda Doeleman, dr. van Cornelis Doeleman (I) en Johanna Barbara Koedijk,
geb. 's-Gravenhage op 31 mei 1810, ovl. Wissekerke op 4 dec 1854 (schipbreuk), tr.
Batavia [Indonesië] op 21 aug 1839 met Franciscus Carolus Ludovicus Petrus van
Deun, zn. van Petrus Josephus van Deun en Maria Josepha Ferrario, ged. Rotterdam op
8 apr 1810, assistent-resident van Kramat bij Batavia (Indonesië), ovl. Wissekerke op
4 dec 1854 (schipbreuk).
Het overlijden van dit echtpaar met het jongste kind geschiedde tijdens de ondergang van
het fregatschip “Hendrika” nabij Noord-Beveland (de Banjaard). Een verslag dat in 1998
werd gepubliceerd in het Rotterdams Jaarboekje is toegevoegd.
Uit dit huwelijk:
1.
Lucia Maria Johanna Gerrardina van Deun, geb. in aug 1840, ovl. op
21 okt 1840.
2.
Josephus Cornelis Lucas J. van Deun, geb. Batavia [Indonesië] op
18 aug 1841.
3.
Franciscus (Frans) van Deun, geb. Batavia [Indonesië] op 1 sep 1842.
4.
Maria Josepha van Deun, geb. op 10 jun 1843.
5.
Lucas Gerard van Deun, geb. op 10 mei 1844.
6.
Johannes Cornelis Herman George van Deun, geb. Batavia [Indonesië] op
16 sep 1845.
7.
Eliza Antonij van Deun, geb. Kramat [Indonesië] op 14 aug 1846.
8.
Amerik Antony van Deun, geb. Rotterdam op 19 jul 1848.
9.
Carolus Antonius Marinus Franciscus van Deun, geb. 's-Gravenhage op
15 jan 1850, ovl. Wissekerke op 4 dec 1854 (Schipbreuk).
IId.
Wilhelmina Doeleman, dr. van Cornelis Doeleman (I) en Johanna Barbara Koedijk, geb.
's-Gravenhage op 23 jul 1815. Ovl. Soerabaja (Indonesië)10 nov 1868. Tr. Batavia
(Indonesië) 13 apr 1836 met Johann Heinrich Reuter, geb. Bremen [Duitsland] op
7 jun 1808, zn. van Johann Heinrich Gottfried Reuter en Elisabeth Hoffmann. Koopman te
Indonesië. Ovl. Soerabaja (Indonesië) 19 apr 1872.
Kind van onbekende vader:
1.
Sophia Wilhelmina Doeleman, geb. 's-Gravenhage op 2 dec 1832. Op 24 dec
1845 werd het kind erkend door Johann Heinrich Reuter en kreeg het de
achternaam Reuter.
Uit dit huwelijk:
2.
Hendrika Wilhelmina Reuter, geb. Batavia [Indonesië] op 11 of 12 nov 1836.
3.
Isabella Johanna Reuter, geb. Batavia [Indonesië] op 21 mrt 1838.
4.
Amalia Philippina Frederika Reuter, geb. Batavia [Indonesië] op 16 of 17 jul 1839.
5.
CarelTheodoor Reuter, geb. Batavia [Indonesië] op 10 jan 1841.
6.
Johannes Reuter, geb. Batavia [Indonesië] op 15 of 16 jun 1843.
7.
Maria Jacoba Elisabeth Reuter, geb. Batavia [Indonesië] op 20 mei 1844.
IIe.
Maria Jacoba Doeleman, dr. van Cornelis Doeleman (I) en Johanna Barbara Koedijk,
geb. 's-Gravenhage op 10 feb 1818, ovl. Delft op 15 nov 1890, tr. 's-Gravenhage 27 mrt
1844 met Carel Haertlein, zn. van George Diederich Haertlein en Margaretha Doesburg,
gemeente ambtenaar, hoofdcommies burgerlijke stand in ’s-Gravenhage.
IIf.
Elisabeth Doeleman, dr. van Cornelis Doeleman (I) en Johanna Barbara Koedijk, geb.
's-Gravenhage op 31 mei 1823, ovl. 's-Gravenhage in 1896, tr. Batavia [Indonesië] in
1845 met Joan Godfried Otten, administrateur op een theeplantage in Indonesië.
Uit dit huwelijk:
1.
Gerrit Cornelis Otten, geb. Batavia [Indonesië] op 25 jan 1850, dir. Edesche
Machinefabriek.
Generatie III
versie 11 dec. 2014
Stichting Familiearchief Doeleman
www.archiefdoeleman.nl
tak GT
3
IIIa.
Theodorus Cornelis Doeleman, zn. van Johannes Cornelis Doeleman (IIb) en Maria
Lutzwig van Heijningen, geb. 's-Gravenhage op 20 sep 1839, sergeant-majoor schrijver
der artillerie in Indonesië, tr. met Sarina Rosina.
Uit dit huwelijk:
1.
Theodora Wilhelmina Maria Carolina Charlotte Doeleman, geb.
Madam [Indonesië] op 25 mrt 1890, volgt IV.
IIIb.
Anna Josina Gerardina Doeleman, dr. van Johannes Cornelis Doeleman (IIb) en Maria
Lutzwig van Heijningen, geb. 's-Gravenhage op 1 sep 1842, tr. 's-Gravenhage op
13 mei 1863 met Jan Willem van Borselen, zn. van Pieter van Borselen en Cornelia van
den Ing, geb. Gouda op 20 sep 1825, kunstschilder, ovl. 's-Gravenhage op 24 sep 1892.
Jan Willem van Borselen
Jan Willem van Borselen was een verdienstelijk “Haagse School” schilder.
Uit dit huwelijk: (o.a.)
1.
Cornelis Pieter van Borselen, geb. ± 1864.
2.
Johannes Mari Charles van Borselen, geb. ’s-Gravenhage 1872.
3.
Pieter Jeremias van Borselen, geb. ± 1875.
4.
Willem Karel van Borselen, (ovl. Laag Soeren 11 mei 1933).
IIIc.
Wilhelmina Dorothea Doeleman, dr. van Johannes Cornelis Doeleman (IIb) en Maria
Lutzwig van Heijningen, geb. 's-Gravenhage op 28 mrt 1846, ovl. Groningen 21 dec 1875,
tr. met Albertus Eisses, zn. van Wilke Eisses en Anna Ridder, geb. ± 1840. Opzichter,
architect. Ovl. Groningen 8 mei 1908. Hij hertrouwde met de zuster van zijn in het
kraambed overleden vrouw) zie IIId.
Uit dit huwelijk:
1.
Johannes Cornelis Derk Eisses, geb. Groningen 16 dec 1875.
IIId.
Carolina Elisabeth Doeleman, dr. van Johannes Cornelis Doeleman (IIb) en Maria
Lutzwig van Heijningen, geb. 's-Gravenhage op 23 mei 1848, ovl. Groningen 11 febr
1940, tr. ´s-Gravenhage 24 jan 1877 met Albertus Eisses, zn. van Wilke Eisses en Anna
Ridder, geb. ± 1840. Opzichter, architect. Ovl. Groningen 8 mei 1908.
Uit dit huwelijk: o.a.
1.
Maria Anna Eisses, geb. Groningen 13 mei 1884
2.
Reinhart Charles Willem Eisses, geb. Padang Sidempoean [Indonesië]
3.
Wilke Joahannes Cornelis Eisses, geb. Garut [Indonesië]
versie 11 dec. 2014
Stichting Familiearchief Doeleman
www.archiefdoeleman.nl
tak GT
4
IIIe.
Charles Daniël Doeleman, zn. van Johannes Cornelis Doeleman (IIb) en Maria Lutzwig
van Heijningen, geb. 's-Gravenhage op 22 mrt 1851, onderwijzer, gymnastiekleraar,
tr. 's-Gravenhage op 16 dec 1874 met Sophia Wilhelmina Catharina Henriëtte
Johanna Rauch, dr. van Johann Georg Ernst Rauch en Sophia Frederica Scheffer, geb.
Amsterdam op 15 sep 1845, ovl. op 14 jul 1905.
C.D. Doeleman schreef een verhandeling: “Iets over het zitten van het kind, zoowel in huis
als in de school” (1885). Deze publicatie is op onze website te vinden onder “Varia”.
Uit dit huwelijk:
1.
Maria Helena Doeleman, geb. 's-Gravenhage op 25 nov 1875, ovl. Amsterdam
op 14 apr 1939, tr. vóór 1910 met Andries Jacob van Rijnbach, zn. van Andries
Albert van Rijnbach en Catrina Margaretha Petronella Berkel, geb. Delft op
8 okt 1872. (op 15-12-1909 werd een levenloos kind gebaard)
2.
Ernestine Anna Carolina Doeleman, geb. 's-Gravenhage op 10 okt 1877,
Masseuse Maatschappij Zeebad Scheveningen, ovl. Wassenaar op 8 jul 1957.
3.
Helena Johanna Doeleman, geb. 's-Gravenhage op 20 aug 1879, ovl.
Wassenaar op 26 mrt 1950, tr. 's-Gravenhage op 25 jan 1929 met Gerardus
Marinus Dehlinger, zn. van Carel Gottlieb Dehlinger en Gerardina Maria Zimmer,
geb. Amsterdam op 30 dec 1870, ovl. Venhuizen op 25 nov 1945.
4.
Anna Josina Gerardina Doeleman, geb. 's-Gravenhage op 6 jan 1884, ovl.
's-Gravenhage op 16 aug 1938, tr. 's-Gravenhage op 14 jul 1905 met Hendrik
Karel Anton Hamakers, geb. Probolingo [Indonesië] op 5 jun 1866, militair, 1e
luitenant in N.I. leger, ovl. 's-Gravenhage op 10 jan 1939.
5.
Levenloos meisje Doeleman, geb. 's-Gravenhage op 3 mei 1887.
Generatie IV
IV.
Theodora Wilhelmina Maria Carolina Charlotte Doeleman, dr. van Theodorus Cornelis
Doeleman (IIIa) en Sarina Rosina, geb. Madiun [Indonesië] op 25 mrt 1890, ovl.
Rotterdam op 7 jan 1971, tr. Kediri [Indonesië] op 27 aug 1910, (gesch. Kediri [Indonesië]
op 22 feb 1939) met Otto Gustav Funck, geb. Surabaja [Indonesië] op 25 mrt 1888.
Uit dit huwelijk:
1.
Grada Gustavine Funck, geb. Tjilatjap [Indonesië] op 10 sep 1911.
versie 11 dec. 2014
Stichting Familiearchief Doeleman
www.archiefdoeleman.nl
tak GT
VAN UITREIS TOT UITVAART
DE ONDERGANG VAN HET FREGATSCHIP 'HENDRIKA'
DOORW.A. POORT
Op 11 februari 1854 ontving de firma A. van. Hoboken & Zonen
te Rotterdam per overland mail bericht, dat haar 864 ton metende fregatschip 'Hendrika' - in 1834 gebouwd op de werf 'Rotterdams Welvaren' - onder kapitein Pieter Admiraal op 15 december
1853 vanuit Japan in Batavia was aangekomen.i) Hoe weinig had
deze kapitein op dat moment kunnen vermoeden dat hij voor de
laatste maal van zijn leven begonnen was aan een thuisreis en een
nieuwe uitreis niet zou overleven. Na een reis langs de verschillende havens op Java, waar lading werd ingenomen, begon het
schip aan de terugreis. In de loop van de zomer arriveerde de
'Hendrika' in het vaderland.
Het is zondag 26 november 1854, als de 'Hendrika' vanuit Brouwershaven weer het ruime sop kiest. Aan boord bevinden zich 40
passagiers, te weten vier echtparen, veertien heren, zes dames,
zeven kinderen en vijf, merendeels Javaanse, bedienden, allen met
bestemming Batavia.
De bemanning bestaat buiten de gezagvoerder uit 32 koppen:
25 van Nederlandse nationaliteit, een Zweedse timmerman, twee
Zweedse matrozen, twee Duitse matrozen, een Deense matroos en
een Franse lichtmatroos.
Het schip bevat een gevarieerde lading. Enerzijds zijn het goederen volgens manifest (labelsgewijze opgave van vervoerde goederen, met merken en nummers), anderzijds bestelgoederen volgens lijst (goederen die aan huis afgeleverd moeten worden). De
eerste categorie omvat onder meer 2.000 kelders^) jenever, 220
vaatjes boter in dubbele fust, 79 colli's machinerieën (bijvoorbeeld voor suikerfabrieken), 173 kisten koopmanschappen, een
vat bloembollen, 146 kisten Goudse kaas, 50 kisten en tien fusten
cognac, vier oxhoofden wijn in dubbele fust, 27 pakken drukpapier, 250 hammen en nog enkele honderden vaatjes en kisten met
glaswerk, aardewerk, marmer en spiegels en manufacturen, een
trommel goud en zilverwerk en een kistje met zilverwerk. De
bestelgoederen omvatten 57 kisten en kistjes benevens 5 blikken,
335
64. Hef /regdtschip 'Hen^nfert'. Penfe/eening, door WA. Poort t/erraard/gd
de emge befeeniie rt/??ee/dtng, yoorfcomend op de 5poe/from ran het theesen'ies
door Corne/is Smits rt#n Anthony ran Hobo/een werd Mingeboden ter ge/egen/i^zVi ran diens 905fe i/er/Vi^rdrtg op 4 november 1846. Het 5en/ie5 bevindt z/ch
m /iet Historisch Museum te Rotterdam.
onder meer geadresseerd aan gouverneur-generaal mr. A.J. Duymaer van Twist, aan Reynst en Vinju, het handelshuis dat sinds
1836 de firma A. van Hoboken in Batavia vertegenwoordigde, en
aan enkele leesgezelschappen (boeken).3)
Ongunstige wind moet het feitelijke vertrek hebben vertraagd,
want op zondag 3 december was de 'Hendrika' nog maar nauwelijks meer dan vijf mijlen zeewaarts gevorderd. Twee dagen later
vernamen de lezers van de Nieim>£ Rotterdamsche Cowrant de eerste
nog wat vage berichten over het stranden van een aanvankelijk
nog onbekende driemaster op het Nieuwe Zand alias de Banjaard,
een ondiepte op nog geen anderhalve mijl ten noordwesten van
de vuurtoren van Westschouwen, in de vroege morgen van 4
december. Het was de reddingskotter 'Willem van Houten' van de
Zuid-Hollandsche Maatschappij tot redding van drenkelingen, die
het eerst ontdekte welk drama hier in de voorbije nacht had
plaatsgevonden. Het journaal van de schipper van de kotter laat
aan duidelijkheid niets te wensen over:
336
'Nadat wij Zondag den 3den December (aangezien er geen
loodsen buiten waren) een man als loods op de kof "George",
kapt. de Groot, van Liverpool naar Dordt bestemd, hadden
overgegeven, draaiden wij met een harde koelte op de hoogte
van Schouwen bij. Maandagnacht verhief zich de wind tot storm
uit het WNW, omstreeks 8 uren zagen wij een schip in de lij van
ons met de kop om de Noord, dus wij meenden dat dicht bij het
Lager (lagerwal?) was. (Wij hebben) erop aangehouden, terwijl
de lichten van de kust door dikke lucht niet meer te zien waren.
Het schip zit op het Nieuwe Zand, ongeveer 2 kabellengten (= 370
meter) beoosten de eerste witte ton van het Brouwershavensche
Gat. Het schip had toen bij digt gereefde marszeilen, digt gereefd kruiszeil en de kluiver, alles scherp bij de wind gebrast. De
vlag was opgeheschen halverwege den grooten top, ineen geslagen, waarvan de blaauwe kleur zigtbaar was, met een roode
punt aan het einde (dus een Hollandsen schip).
Het zat toen (zijnde 9 Va uur) met het voordek in het water maar
het werkte weinig. De zee liep ter halver hoogte van de fokkemast. Het achterschip bleef zigtbaar; er waren geene sloepen in
de davits en niets meer aan dek te bespeuren. Wij wendden met
de kotter twee malen te loevert van het schip tegen de branding,
hielden vervolgens onder de lij van het schip om te zien of er
zich nog menschen op bevonden, toen zoo dicht bij de branding, dat de kotter een stortzee aan boord kreeg. Die slaat de
sloep uit de sjorrings en wierp de kotter opzij met de buik van
het zeil 3 a 4 voet op het water. De sloep werd beschadigd en de
kajuitstrap ontzet. Daar de kotter achter 't want de zee aan
boord kreeg en door de snelle vaart met de kop op de volgende
zee geraakte, werden wij weer meester van het roer. Geen leven
aan boord van het gestrande schip en geen sloepen of drijvende
voorwerpen, waarop zich menschen konden bevinden, uit het
want van de kotter te bespeuren, verlieten (wij) het schip en
daarop vervolgden we onze kruistocht. En dat zonder de naam
van het schip te hebben kunnen ontdekken door de hooggaande zee.'*)
Een dag later wordt gerapporteerd dat het gestrande schip geheel
verbrijzeld is onder het golfgeweld. Men heeft wrakstukken en
botervaatjes met het merk AVH erop gebrand en een plank waarop de naam A. VAN HOBOKEN te lezen was, gezien. Schipper
Burg van loodsboot nr. 3 meldt dat men het achterste gedeelte van
337
een schip heeft zien drijven in het Brouwershavense Gat met de
daarbij behorende tuigage. Achter op de spiegel was het redersmerk AVH te lezen. Andere schepen hebben al enkele lijken in hetzelfde vaarwater zien drijven... Al met al genoeg gegevens om de
ware identiteit van het vergane schip vast te kunnen stellen. Het is
het fregatschip 'Hendrika' onder kapitein Pieter Admiraal, dat op
de Banjaard verongelukt is; overlevenden zijn er niet.5)
Vanaf 7 december komen uit tal van kustplaatsen meldingen
binnen over het aanspoelen van 'voorwerpen van meerderen en
minderen omvang', afkomstig van de 'Hendrika'. Bij Scheveningen gaat het om kistjes, gedeelten van meubelen, lijfstoebehoren
en kleinodiën. Stukken van de barkas en de boot van het schip
drijven 10 december aan nabij Brouwershaven. Zelfs aan het
strand van Katwijk en de Wassenaarse Slag worden naast stukken
van het schip, balen met boeken, kisten met confituren, vaatjes,
spiegels en spiegellijsten en zelfs een kistje met brieven en een
kistje met kleinodiën, waaronder gouden kettingen, geborgen. De
burgemeesters-strandvonders moeten het druk hebben gekregen,
niet alleen met het toezicht op de berging en op de jutters, maar
ook met het samenstellen en aan de reders van de 'Hendrika' opsturen van inventarissen van de aangebrachte goederen, evenals
van de merken op het linnengoed van aangespoelde personen ter
identificatie. Tot deze personen behoorde ook Pieter Admiraal.
Zijn graf bevindt zich op het kerkhof bij de Hillegondakerk te
Hillegersberg, in de schaduw van de ruïne van de kasteeltoren,
waarbinnen zich de grafkelder bevindt van zijn patroon, Anthony
van Hoboken.
Dat de Banjaard ook onder thuisvarende schepen zijn tol geëist
heeft, wordt treffend geïllustreerd door het - 83 dagen na het vertrek uit Batavia - stranden van het Dordtse fregat 'Dordrecht' op
deze beruchte bank op 30 november 1868 onder veel gunstiger
omstandigheden. Het overboord zetten van 800 balen koffie
bleek ontoereikend om het lekgeslagen schip vlot te brengen,
maar de 40 militairen en 28 andere passagiers konden door de
sleepboot 'Hellevoetsluis' veilig van boord gehaald worden. Ook
kapitein J. Verhoeven en zijn equipage bereikten later veilig de
vaste wal, maar het schip was alleen nog maar goed voor de
sloop.
338
NOTEN
1) Nieuu'e Jtottert/rtmsdie Cot/ranf, 11 februari 1854.
2) Kisten, verdeeld in vierkante vakken, voor vervoer van vierkante flessen.
3) Ontleend aan een advertentie van de firma A. van Hoboken in de
Nieuwe RofteraVïTmc/je Coi/ranf van 13 december 1854.
4) Extract van het journaal van de reddingskotter 'Willem van Houten',
verkregen van de Directie der Zuid-Hol landsche Maatschappij tot het redden van drenkelingen, in: Nigwu>e Rotten2am5che Couram, 6 december
1854.
5) Ni>wi^e itotteraVimsc/ie Courant, 7 december 1854.
6) Zie L. Smit en H. Hacquebord, Neder/rtndse Z£i75c/iep£?i 1813-2880.
339