4.8 Minoren - CAH Vilentum

Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Moduleoverzichten minoren
1
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Minor Accounting (AACC)
Coördinator:
T.J. Geersing (GRT)
Onderdelen
Stpt
Naam
AACC1
5
Assessment
AACC2
5
Extern financiële
verslaggeving
AACC3
5
Agrarisch
belastingrecht en
adviespraktijk
Studiepunten:
Examen
Portfolio en leertaak met
assessment
Zaalexamen, schriftelijk
Zaalexamen, schriftelijk
15
Periode
T2
T1
T2
Literatuur
Documentatie
BlackBoard
Externe financiële
verslaglegging, H.J.
Ots, Pearson, ISBN
90-430-0788-9
Belastingrecht voor
Bachelors en
Masters 2014/2015
Theorieboek ISBN
978 94 9172 540 1
Student kan als deelnemer tot de minor worden ingeschreven als hij/zij volgens het
examenreglement is toegelaten tot de afstudeerfase (studievoortgang en toelating
Voorvereisten:
tot afstudeerfase vastgesteld tijdens voortgangsvergadering).
Als specifieke toelating tot de minor verdient het aanbeveling dat de domeinmodule
HLFM met goed gevolg is doorlopen.
HBO niveau: Het verwerven, ordenen, verwerken en verstrekken van financiële
Beroepstaak:
informatie rond het kennisgebied Agrarische Accountancy.
Rol:
Assistent-accountant / assistent-controller / accountmanagers van banken
Werkvormen:
Colleges en leertaken
Kennisgebieden:
Doelstellingen (de student):
Kan de van toepassing zijnde richtlijnen en wetgeving omtrent de het samenstellen
Samenstelpraktijk
van een jaarrekening interpreteren en toepassen op het niveau van een
samenstelopdracht.
Heeft kennis van (agrarische) kengetallen en ratioanalyse en kan informatie uit de
Adviespraktijk
jaarrekening koppelen aan de financiële adviespraktijk, met name in de agrarische
sector.
Kan actuele fiscale wetgeving inzake inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting
Agrarisch
en omzetbelasting toepassen welke in het bijzonder van toepassing zijn op de
Belastingrecht
agrarische sector.
CAH competenties (afstudeerfase niveau 2/3)
In de minor AACC kunnen alle 10 CAH Competenties worden uitgevoerd. Tijdens de minor werkt de
student aan toepassing van de door hem/haar vooraf gemaakte persoonlijke keuze voor de CAH
Competenties. Uitvoer van de gekozen competenties in deze fase van de studie op niveau 2/3.
De minor AACC biedt in ieder geval de mogelijkheid te werken aan de competenties Innoveren en
Organiseren.
Innoveren (CAH competentie 5)
Gebruikt creativiteit om nieuwe producten, diensten of toepassingen te ontwikkelen die in de praktijk
bruikbaar zijn.
Organiseren (CAH competentie 6)
Plant en voert activiteiten uit, zet daarbij mensen en middelen effectief in, bewaakt de voortgang, stuurt zo
nodig bij en bereikt het beoogde resultaat.
Zelfsturen (CAH competentie 7)
Heeft inzicht in het eigen gedrag en geeft richting aan de eigen ontwikkeling zodat het eigen
functioneren en de werkomgeving op elkaar aansluiten.
Eindkwalificaties:
Het kunnen samenstellen van jaarrekening en het adviseren over financiële aspecten van bedrijfsvoering
van een agri-foodbedrijf
2
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Minor Aquatische Ecosystemen (AAES)
Coördinator:
Onderd
elen
AAES1
AAES2
AAES3
Stpt
Naam
7
Assessment
Cursus
Functioneren
van aquatische
ecosystemen 1
Cursus
Functioneren
van aquatische
ecosystemen 2
Training
Aquatische
Ecologie
2
2
AAES4
2
AAES5
2
Training
Watersystemen
Voorvereisten:
Beroepstaak:
Rol:
Werkvormen:
Kennisgebieden:
Studiepunten:
Annet Pouw
Examen
Periode
Verslag en mondeling adviesgesprek
Schriftelijk examen
T2
T1
Schriftelijk examen
T2
Als op actieve wijze is deelgenomen
aan de oefeningen en opdrachten kan
de training met een voldoende
worden afgesloten.
Verslag
T1
15
Literatuur
Aquatische ecologie van
Nederland
Auteur: Henk Hoogenboom
Knnv Uitgeverij
ISBN9789050114875
ISBN10 9050114873
Overige Leermiddelen
worden verstrekt via
Blackboard
T1
Voor deze minor wordt de basiskennis van aquatische ecosystemen en waterbeheer bekend
verondersteld. Studenten toegepaste Biologie van CAH Vilentum Almere voldoen hieraan
middels het vak PBWK.
Als kwaliteitsmedewerker van een ecologisch adviesbureau ga je voor een beheerder van
een watersysteem het systeem toetsen op de ecologische kwaliteit volgens de richtlijnen van
de Kader Richtlijn Water. Je formuleert een ecologisch doel voor dit systeem op basis van je
bevindingen en de belangen van de stakeholders. Je stelt maatregelen voor om dit doel te
bereiken en je geeft aan hoe je dit gaat monitoren.
kwaliteitsmedewerker van een ecologisch adviesbureau
Diverse werkvormen worden toegepast in de leertaken, cursussen en trainingen, zoals
excursies; groepsgewijze instructie; persoonlijke coaching; hoorcolleges en werkcolleges.
Doelstellingen (de student):
De kennis die de student via de cursussen aan het eind van de minor heeft opgedaan:
De student kan de volgende handelingen van de beroepstaak uitvoeren:
•
een analyse (ecologisch en chemisch) van een watersysteem uitvoeren
•
een realistisch doel formuleren bij het watersysteem
•
een beheermaatregel opstellen = plan
•
de haalbaarheid van de maatregel inschatten
•
een voorstel tot monitoring formuleren
CAH competenties (De student):
In al de functies die een afgestudeerde in de waterbranche kan vervullen zijn de volgende CAH-competenties van
belang:
•
Presenteren
•
Globaliseren: De afgestudeerde heeft kennis van de Europese wetgeving op het gebied van water. Hij heeft
inzicht in de maatregelen die in het stroomgebied van een watersysteem genomen worden om de
waterkwaliteit te verbeteren en kan deze onderling vergelijken en beoordelen op toepasbaarheid.
•
Onderzoeken: De afgestudeerde kan middels het onderzoeken van het hele watersysteem (systeemanalyse)
een diagnose stellen over de ecologische kwaliteit van het systeem en passende oplossingen aandragen om
de knelpunten in dit systeem te verbeteren.
•
Duurzaam handelen: De afgestudeerde zet bij de te nemen maatregelen in op duurzaam bouwen en
duurzaam terreinbeheer, evenals op natuurherstel en –ontwikkeling.
Eindkwalificaties:
-
3
Opzetten, uitvoeren en verslagleggen van biologisch praktijkonderzoek vanuit het perspectief van
organisme- en populatieniveau.
De resultaten van het biologisch onderzoek op een passende manier communiceren aan de
doelgroep.
Kennis van de biologische specialisatie op waarde schatten, toepassen van de laatste
ontwikkelingen en creëren van nieuwe toegepaste kennis.
Projectmatig kunnen werken aan een biologisch vraagstuk.
Heeft inzicht in eigen functioneren binnen het biologische werkveld, handelt daar duurzaam en kan
dit verantwoorden.
Opstellen en uitvoeren van toegepast onderzoek
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Agrologistiek, Bedrijfskunde en Agribusiness (AAGL)
Coördinator:
Ir. H. Brands (BRH)
Onderdelen
Stpt
AAGL01
AAGL02
AAGL03
Studiepunten:
15
Naam
Examen
5
Assessment
Rapportage leertaken (2),
presentatie.
T4
5
Logistiek in de
praktijk
Minor portfolio, CGI
T4
Modulewerkboek
T4
T3
T4
Wat is lean six
sigma? Mike
George, Dave
Rowlands, Bill
Kastle; ISBN:
978-90-5871076Handouts, o.a.
doorlooptijdbeheersing en
SMED; Logistiek,
Ploos van Amstel,
Walther; ISBN
978-90-430-15677
5
Productielogistiek
Distributielogistiek
Duurzame logistiek
Schriftelijk 1,5 uur per
examen
Verslag
Periode
Literatuur
Documentatie
BlackBoard,
literatuur AAGL03
Werken met
Logistiek, van
Visser & Van Goor,
e
6 druk, ISBN 97890-01-79440-8
Voorvereisten:
Beroepstaak:
Rol:
Werkvormen:
Kennisgebieden:
Essentiële
onderwerpen uit
het vakgebied van
de
logistiek
4
• Het uitvoeren van logistieke processen in één van bovenstaande functies.
• Het inrichten van logistieke processen in de (agri)business.
• Het zien van mogelijkheden om logistieke processen te optimaliseren.
Logistiek medewerker/coördinator/manager, Transportplanner, Productieplanner,
Manager Warehouse, Inkoper, Assistent Supply Chain Manager
Cursussen (docenten CAH en gastdocenten), korte stage, onderzoek, presentatie,
intervisie, simulatiegame, excursies
Doelstellingen (de student):
• ervaring en kennis opdoen van de logistiek in de praktijk door het uitvoeren van
logistieke (functie)taken;
• het uitvoeren van een logistieke ''quick scan'' om zodoende inzicht te krijgen
wat er op het gebied van logistiek speelt in het bedrijf, inclusief mogelijke
verbeterpunten;
• beschrijven en analyseren van mogelijke afstemming in de keten (minimaal
twee andere opeenvolgende schakels; eventueel nog een extra schakel in de
keten meenemen);
• het uitvoeren van een onderzoek op een bepaald logistiek onderwerp met als
resultaat een verbeterplan en implementatieplan; hiervan wordt een presentatie
gegeven (op CAH en op bedrijf); de onderzoeksvraag wordt aangedragen door
student of bedrijf.
Kennis en inzicht te geven in de logistiek van productiebedrijven en logistiek
verbeteren. Hierbij komt ook de inkoop/aanvoerlogistiek aan de orde.
• Lean six sigma en andere verbetermethoden
• Beheersing van doorlooptijden
• Single minute exchange of Die (SMED)
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Kennis en inzicht op het gebied van distributiemanagement:
• Markttrends in de distributielogistiek
• Integraal concept distributielogistiek
• Europese distributielogistiek
• Contract logistics
• Managen van distributielogistiek
• ICT in de distributielogistiek
• E-business en e-logistics
• Material handling
• Transportmodaliteiten
• Kennis en inzicht krijgen van een actueel onderwerp op het gebied van logistiek
en duurzaamheid
CAH competenties (afstudeerfase niveau 3)
Onderzoeken
• De student maakt een verbeterplan voor het logistieke proces.
•
•
De student neemt initiatief en durft risico te nemen op basis van eigen kennen/kunnen.
De student heeft kennis om onderwerpen te integreren en discussies aan te gaan.
• De student is in staat om constant het eigen proces te evalueren en te verbeteren.
Leiding geven:
• De student kan sturing geven aan het op te zetten implementatietraject van het verbeterplan.
• De student is in staat om de leiding te nemen bij het uitvoeren van de opdrachten.
Samenwerken:
• De student is in staat om mensen te enthousiasmeren, overtuigen en motiveren.
•
•
De student komt met ideeën om het gezamenlijke resultaat te verbeteren.
De student stimuleert anderen om periodiek informatie/kennis te delen.
De student bevordert de goede verstandhouding en geeft opbouwende kritiek en feedback.
•
De student is in staat het verbeterplan te presenteren en te verdedigen aan de opdrachtgever en
andere belanghebbenden binnen en buiten het bedrijf.
•
Presenteren:
Duurzaam handelen:
•
De student kan het verbeterplan en mogelijke alternatieven relateren aan actuele duurzaamheids
thema’s zoals CO2-reductie, welzijn van dieren, voorkomen van verspilling en kostenreducties.
De student is in staat een strategie te ontwikkelen voor duurzame goederenstroom-/beheersing waarbij
bijgedragen wordt aan optimalisatie van aansturing en afstemming binnen de keten.
•
Organiseren:
•
•
De student is in staat een projectplan te maken ten behoeve van het onderzoek.
De student kan planmatig denken en handelen.
• De student is in staat om verder te kijken dan een jaar in doen en denken.
Eindkwalificaties:
• Opstellen en uitvoeren van een bedrijfskundig praktijkonderzoek in de agri-food sector.
• Management van organisaties, processen, projecten en mensen.
• Effectief samenwerken en communiceren in een multidisciplinaire, interculturele omgeving.
• Optimaliseren van logistiek en bewaken van kwaliteit in agri-food chains.
5
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
(ABDS)
6
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Bedrijfsopvolger en Bestuurder (ABOB)
Coördinator:
Ir. H.J.W. Klein Poelhuis (KLH)
Onderdelen
Stpt
ABOB01
7
Studiepunten:
Naam
Examen
Assessment
Rapportage leertaken,
beroepsproduct,
presentatie, CGI
Zaalexamen (90 min.)
Peri
ode
T4
Literatuur
-Documentatie BlackBoard
-Werkboek bedrijfsopvolging
-Landbouw en fiscus
-Losse werkmap voor
achtergrondinformatie
ABOB02
2
Bedrijfsopvolging
ABOB03
2
Bedrijfsopvolgings
plan
Beoordeling uitwerking
Bedrijfsovernameplan
ABOB04
2
Jaarverslag
Beoordeling uitwerking
opdracht jaarverslag
T4
-Basisboek Bedrijfseconomie
-Relevante artikelen
ABOB05
2
Bestuurder
Beoordeling uitwerking
opdracht bestuurder
T4
-Coöperatief ondernemen
-Relevante artikelen
Voorvereisten:
Beroepstaak:
Rol:
Werkvormen:
Kennisgebieden:
Bedrijfseconomie
T4
15
T4
-Jaarrekening ondernemer
Student kan als deelnemer tot de minor worden ingeschreven als hij/zij volgens het
examenreglement is toegelaten tot de afstudeerfase (studievoortgang en toelating
tot afstudeerfase vastgesteld tijdens voortgangsvergadering). Elementaire
bedrijfseconomische kennis verdient aanbeveling is voor het volgen van deze minor.
Ondernemer op een primair landbouwbedrijf. Bestuurder van een grotere organisatie
in de sector waarin hij/zij werkzaam is.
Uitzetten, doorreken en beoordelen van de bedrijfsstrategie als ondernemer of als
bestuurder van een organisatie.
Diverse cursussen en trainingen voor verwerven kennis en vaardigheden
noodzakelijk voor het uitvoeren van de opdrachten. Meest omvangrijke werkvorm is
het uitwerken van de diverse praktijkopdrachten.
Doelstellingen (de student):
• Kan een bedrijfseconomisch ondernemingsplan opstellen en analyseren voor de
komende 5 tot 10 jaar.
Jaarrekening
•
Kan de financiële resultaten van grotere ondernemingen actief in de toelevering
of afzet voor de primaire landbouw beoordelen.
Coöperatie
•
Heeft kennis van diverse aspecten van de coöperatieve onderneming.
Bestuur
•
•
Heeft kennis van de diverse taken binnen besturen.
Kan functioneren in het bestuur van een organisatie in sector waarin hij/zij
werkzaam is.
CAH competenties (afstudeerfase niveau 2/3)
.
De minor Duurzame energie en groene grondstoffen biedt in ieder geval de mogelijkheid te werken aan de
competenties:
Leiding geven:
Samenwerken:
7
Is in staat om als bestuurder van en coöperatie de belangen van een doelgroep te
behartigen, en richting te geven aan te verwachten toekomstige ontwikkelingen
Aantonen dat met de betrokkenen in alle redelijkheid een goed doordacht plan is
opgesteld. Zorgt voor een goede sfeer en gaat zorgvuldig om met de belangen van
anderen, kan weerstanden en conflicten overwinnen en benut de kennis en ervaring van
alle leden om een gezamenlijk doel te bereiken.
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Presenteren:
Kan een boodschap over een bepaald onderwerp op de meest doeltreffende manier
duidelijk en overtuigend overbrengen
Organiseren:
Plant en voert activiteiten uit, zet daarbij mensen en middelen effectief in, bewaakt de
voortgang, stuurt zonodig bij en bereikt het beoogde resultaat(heeft een
overnameplanplan voor de komende 10/15 jaar gemaakt en houd rekening met
veranderende omstandigheden in de omgeving
Ondernemen:
Ziet kansen en zet deze voor eigen risico om in het beoogde resultaat
Duurzaam handelen: Verantwoordt eigen handelen met respect voor waarden, normen en is gericht op
evenwichtig gebruik van beschikbare bronnen zonder de rationaliteit uit het oog te
verliezen.
Globaliseren:
Is in staat internationale ontwikkelingen te volgen en hierop eventueel te anticiperen
Eindkwalificaties:
Eindkwalificaties majors
•
•
•
•
8
Ondernemen op (primaire land- en tuinbouw)bedrijven.
Opstellen, doorrekenen en evalueren van (strategische bedrijfsplannen)
Beoordelen van financiële resultaten van ondernemingen.
Kunnen functioneren in het bestuur van een grotere organisatie
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Consultant Equine Business (ACEB)
Coördinator:
Onderdelen
ACEB01
Stpt
5
Naam
Assessment
ACEB08
Training advies
gesprek
(onderdeel van
assessment)
ACEB 04
2
Equine
consultant
Juridisch
2
Equine
consultant
paard
2
ACEB05
ACEB 06
ACEB 07
Voorvereisten:
Beroepstaak:
Rol:
Werkvormen:
Kennisgebieden:
Essentiële
onderwerpen uit het
vakgebied van de
bedrijfsadviseur
9
Studiepunten:
M.Kuypers
2
2
Equine
consultant
Bedrijf
zoötechnisch
Equine
consultant
Bedrijf
economisch
Examen
Rapportage
leertaken,
beroepsproduct,
presentatie, CGI
Procesbeoordeling
en POP
Examen
Taxatie rapport
Examen
Periode
T4
T4
15
Literatuur
Documentatie
BlackBoard
Blackboard
T4
Paard en recht
Mr. Drs.L.Boersma
ISBN:9789491073199
T4
Blackboard
T4
Blackboard
Boek :
Strategie en
management
H.Veldman
ISBN 978-90-0150489-2
Port Folio
T4
Aanbeveling:
Business Management
for Equine Industry
Sharon Eastwood
ISBN 9 781405
126069
Student kan als deelnemer tot de minor worden ingeschreven als hij/zij volgens het
examenreglement is toegelaten tot de afstudeerfase (studievoortgang en toelating
tot afstudeerfase vastgesteld tijdens voortgangsvergadering
HBO functie met adviseurstaken en werkzaamheden
Adviseur primair bedrijf in de paardensector
Diverse werkvormen in cursussen en trainingen voor verwerken kennis en
ontwikkelen vaardigheden noodzakelijk voor het uitvoeren van functietaken .
Doelstellingen (de student):
•
Analyseren interne en externe omgeving, probleemverkenning en
probleemdefiniëring. Herkennen van de belangrijkste onderdelen van gemaakte
analyses, herkennen van het belang en de positie van relaties en het begrijpen
van de daaruit voortvloeiende problematiek
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
•
Kennis van wet – en regelgeving aangaande vermogensrecht, verzekeren,
contracten en taxeren.
•
Waarde taxeren roerende goederen te weten het paard. Aan de hand van
afstamming, prestaties, predicaten, van het paard , zijn ouders en
nakomelingen.
Kwaliteit van een bedrijf in de paardensector optimaliseren aan de hand
•
•
•
•
•
•
10
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Gids goede praktijken
Certificeringen (dekstation; veiligheid; FNRS sterren; paardenmelkerij).
Landschappelijke inpassing (Zorg voor paard en landschap. KNHS; Geld
voor groene uitstraling, subsidies).
Innovatie en duurzaamheid paardenhouderij.(Paardenhouderij out of
the box WUR nieuwe vormen van huisvesting)
Meerdere disciplines; bedrijfstakken
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Duurzame energie en groene grondstoffen (ADEG)
Coördinator:
Ir. A.van Leeuwen (LEA)
Onderdelen
Stpt
ADEG01
8
Assessment
ADEG02
2
Energiebehoefte en
mondiale
consequenties
ADEG03
2
Biomassa uit natuur
en landschap en
mestverwaarding
ADEG04
2
Biomassa-, en
energieconversie
ADEG05
Naam
1
Voorvereisten:
Beroepstaak:
Rol:
Werkvormen:
Kennisgebieden:
Essentiële
onderwerpen uit het
vakgebied
Praktische training
Studiepunten:
Examen
Rapportage leertaken,
beroepsproduct,
presentatie
15
Periode
Zaalexamen (90 min.)
50% Zaalexamen (90
min.)
50% opdracht Biomassa
uit natuur en landschap
Zaalexamen (90 min.)
Practicumverslag
Literatuur
T4
Documentatie
BlackBoard
T3
Handboek
biogrondstoffen
T3
Magazine
Biomassa uit natuur
en landschap
T4
Handboek
biogrondstoffen
T4
Practicumhandleiding duurzame
energie en groene
grondstoffen
Student kan als deelnemer tot de minor worden ingeschreven als hij/zij volgens het
examenreglement is toegelaten tot de afstudeerfase (studievoortgang en toelating
tot afstudeerfase vastgesteld tijdens voortgangsvergadering). Elementaire kennis
van exacte vakken verdient aanbeveling.
HBO functie met oog op innovaties op het gebied van Duurzame energie en groene
grondstoffen
Adviseur, onderzoeker
Diverse werkvormen in cursussen en trainingen voor verweren kennis en
ontwikkelen vaardigheden noodzakelijk voor het uitvoeren van functietaken. Meest
omvangrijke werkvorm is het werken aan een opdracht uit de praktijk.
Doelstellingen (de student):
•
introductie mondiale energievoorziening en discussie duurzaamheidsaspecten;
•
techniek, wet- en regelgeving en financiële haalbaarheid van mestverwerking,
vergisting en digestaatverwerking;
•
teelt en winning van groene grondstoffen (farma, chemicaliën, plastics, biobrandstoffen), o.a. grasraffinage en algenteelt;
•
valorisatie van biomassa uit natuur en landschap ;
CAH competenties (afstudeerfase niveau 2/3)
.
De minor Duurzame energie en groene grondstoffen biedt in ieder geval de mogelijkheid te werken aan de
competenties:
• Samenwerken:
de afgestudeerde heeft bij alle functies de rol van intermediair tussen bedrijven,
overheden en belangengroepen en vervult een cruciale rol in de samenwerking
tussen deze partijen.
11
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
•
Presenteren:
de afgestudeerde is actief in een nieuw vakgebied en zal daarom in deze branche
moeten zorgen voor een optimale kenniscirculatie.
Innoveren:
de afgestudeerde heeft een ondernemende, niet-traditionele instelling en veel
creativiteit en organisatievermogen om deze jonge bedrijfstak goed op de kaart te
zetten. Hij/zij is voortdurend innoverend bezig zijn om een groter publiek
deelgenoot maken van deze sector.
Duurzaam handelen:
de afgestudeerde levert een bijdrage aan een duurzame
energievoorziening en is zich bewust van de verschillende aspecten en discussies
die gerelateerd zijn aan duurzaamheid.
•
•
Eindkwalificaties:
Eindkwalificaties majors BA
• Weten wat er speelt in de internationale agri-food sector.
• Ondernemen en innoveren in de internationale agri-foodbusiness.
• Opstellen en uitvoeren van een bedrijfskundig praktijkonderzoek in de agri-food sector.
Eindkwalificaties majors DV
• Analyseren en optimaliseren van een dier- en veebedrijf in relatie tot de omgeving
• Opstellen en uitvoeren van toegepast onderzoek
• Maatschappelijk Verantwoord ondernemen en zelfsturen
Eindkwalificaties majors TA
• Opstellen en uitvoeren van toegepast onderzoek
• Inkopen, ontwikkelen en vermarkten van producten en/of diensten
12
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Minor Diergezondheid en dierwelzijn (ADGW)
Coördinator:
Onderdelen
Daan Westrik
Stpt
Naam
11
Leertaken en Assessment
ADGW01
Studiepunten:
Examen
Assessment
Opdracht
ADGW02
ADGW03
ADGW04
Voorvereisten:
Beroepstaak:
Rol:
Werkvormen:
Kennisgebieden:
ADGW02
1
2
1
15
Periode
T4
T3
Literatuur
Aanbevolen:
Dierenwelzijnswijzer
(via Helpdesk of 2e
hands)
Diergedrag en dierwelzijn
Examen
T4
Examen
T4
Klinische
diergeneeskunde
Epidemiologie en
bedrijfsdiergeneeskunde
Aanbevolen:
Aanschaf van een
medisch
zakwoordenboek,
bijv.
Zakwoordenboek
der Geneeskunde
van Coelho,
Elsevier. Een ander
medisch
zakwoordenboek
mag ook.
Verder: ‘Anatomie
en fysiologie van de
mens’ van Ludo
Gregoire
Aanbevolen:
‘Application of
quantitative
methods in
Veterinary
Epidemiology’ van
Noordhuizen e.a.
Voor het succesvol volgen van de cursus ADGW3 Klinische diergeneeskunde is
basiskennis van de anatomie en fysiologie van het gezonde lichaam essentieel.
Adviseren (profiel adviseur)
Onderzoeken (profiel onderzoeker)
Accountmanagement (profiel accountmanager)
Beleid (profiel beleidsmedewerker)
Adviseur, Onderzoeker, Accountmanager, Beleidsmedewerker op het gebied van
diergezondheid en dierwelzijn.
Colleges, trainingen, excursies, werkgroepen
Doelstellingen (de student):
Je kent de verschillende definities van welzijn en weet hoe welzijn gemeten kan
worden.
Je kunt uitleggen waarom welzijn een relatief begrip is.
Je kunt toelichten wat Welfare Quality inhoudt, wat de verschillende subcriteria zijn
en hoe deze in de praktijk gemeten kunnen worden.
Je weet hoe ongerief gemeten kan worden en kan per diersoort een aantal
ongerieven noemen.
Je kunt de stressfysiologie uitleggen en de gevolgen van stress toelichten.
Je kunt uitleggen waarom een stressvrije omgeving niet optimaal is.
Je weet wat de term individuele variatie inhoudt en weet hoe je dit kunt vaststellen.
Je bent in staat om te benoemen wat een copingstijl is.
Je bent in staat om de verschillende copingstijlen uit te leggen adhv voorbeelden
Je bent in staat om een onderbouwde mening te vormen omtrent dier-ethische
aspecten
Je kunt verschillende filosofische theorieën samenvatten en onderbouwen.
13
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Je bent op de hoogte van de verschillende dierethische stromingen en je weet wat
de relatie tussen deze stromingen en de mens-dier relatie is.
ADGW03
ADGW04
De student moet kunnen beredeneren:
•
Wat bij een ziekte de meest voorkomende onderliggende
pathofysiologische mechanismen zijn.
•
Hoe bij een ziekte klinische symptomen ontstaan
•
Hoe een ziekte kan worden vastgesteld door middel van klinisch onderzoek
en laboratoriumonderzoek: begrip van bevindingen en uitslagen
•
Pathofysiologische mechanismen die aan bod komen zijn:
anemie
oedeem
shock
diarree
ontsteking
(acetonemie)
Je kent de belangrijkste aspecten van epidemiologie en bedrijfsdiergeneeskunde.
Je bent in staat om kennis van epidemiologie en bedrijfsdiergeneeskunde toe te
passen in de veel voorkomende beroepssituaties van de specialist diergezondheid.
Je bent in staat om literatuur op het gebied van epidemiologische en
bedrijfsdiergeneeskunde te beoordelen en de informatie toe te passen in concrete
beroepssituaties.
CAH competenties:
Om de beroepstaken van een Specialist op het gebied van Diergezondheid & Dierwelzijn
naar behoren uit te voeren heb je de volgende CAH competenties nodig: presenteren,
organiseren, onderzoeken, innoveren, zelfsturen. Daarnaast kun je, afhankelijk van het
gekozen functieprofiel, ook voorstellen doen om andere competenties te ontwikkelen en te
laten beoordelen.
Deze minor biedt iedere deelnemer de mogelijkheid om deze competenties op niveau 3 te
trainen en te laten beoordelen.
1. Presenteren
Kan aan een groep deskundigen een boodschap over een complex onderwerp begrijpelijk
en overtuigend overbrengen en kiest daarvoor bewust de meest doeltreffende vorm.
Je doelgroep is deskundig: ondernemers of collega adviseurs.
Je boodschap stimuleert discussie en er worden verbanden gelegd met andere sectoren.
2. Innoveren
Gebruikt creativiteit om nieuwe producten, diensten of toepassingen te ontwikkelen die in
de praktijk bruikbaar zijn.
Jouw innovatie heeft een reikwijdte van 5 tot 10 jaar.
Je hebt voor de innovatie gebruik gemaakt van een integratie van kennis en inzicht.
Je hebt met de innovatie aangetoond pro-actief te kunnen handelen en een bijdrage
geleverd aan ‘voorop lopen’.
3. Onderzoeken
Signaleert en beschrijft een probleem of ontwikkeling, formuleert een praktijkgerichte
onderzoeksvraag en beantwoordt deze met een geschikte onderzoeksmethode.
Bij het uitvoeren van de onderzoeksactiviteiten heb je een grote mate van initiatief laten
zien. De onderzoeksactiviteit draagt bij aan voortdurende innovatie en leidt tot integratie
van kennis en stimuleert discussie.
4. Organiseren
14
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Plant en voert activiteiten uit, zet daarbij mensen en middelen effectief in, bewaakt de
voortgang, stuurt zo nodig bij en bereikt het beoogde resultaat.
Je draagt eindverantwoordelijkheid voor de georganiseerde activiteit.
De activiteit heeft een reikwijdte van 5 tot 10 jaar, heeft verschillende deelactiviteiten en
heeft relatie met andere sectoren.
En daarnaast werk je in deze module aan de competentie zelfsturing.
5. Zelfsturen
Heeft inzicht in eigen gedrag en geeft richting aan de eigen ontwikkeling zodat het eigen
functioneren en de werkomgeving op elkaar aansluiten.
Je bent eindverantwoordelijk voor je eigen ontwikkeling.
Om die ontwikkeling te realiseren neem je zelf initiatief.
Je handelt ten behoeve van die persoonlijke ontwikkeling pro-actief.
Eindkwalificaties:
1. Analyseren en optimaliseren van een dier- en veebedrijf in relatie tot de omgeving (profiel adviseur)
4. Opstellen en uitvoeren van toegepast onderzoek (profiel onderzoeker)
6. Ontwikkelen en vermarkten van producten en/ of diensten (profiel accountmanager)
7. Vertalen en toepassen van beleid (profiel beleid)
9. Maatschappelijk Verantwoord ondernemen en zelfsturen
15
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Dieren in therapie training en coaching (ADTC)
Coördinator:
Studiepunten:
Loes Spit
Onderdelen
Stpt
ADTC1
5
Naam
Assessment
Examen
Rapportage leertaken,
beroepsproduct,
presentatie, CGI
ADTC4
5
theorie ADTC
Examen
ADTC5
5
Praktijk
Aanwezigheid en reflectie
Voorvereisten:
Beroepstaak:
Rol:
Werkvormen:
Kennisgebieden:
15
Periode
T2
T2
T2
Literatuur
Documentatie
BlackBoard
Lesmateriaal
Handbook on
Animal assisted
therapy, A.H. Fine
Lesmateriaal
Handbook on
Animal assisted
therapy, A.H. Fine
Student kan als deelnemer tot de minor worden ingeschreven als hij/zij volgens het
examenreglement is toegelaten tot de afstudeerfase (studievoortgang en toelating
tot afstudeerfase vastgesteld tijdens voortgangsvergadering). Als specifieke toelating
tot de minor verdient het aanbeveling dat de student enige kennis heeft van gedrag
en welzijn.
Adviseur animal assited therapy
Adviseren van bedrijven
Diverse werkvormen in cursussen en trainingen voor verweren kennis en
ontwikkelen vaardigheden noodzakelijk voor het uitvoeren van taken binnen de
minor. Praktijkuren uit te voeren voor opdrachtgever in leerwerkomgeving.
Doelstellingen (de student):
• Kent het onderscheid tussen animal assisted therapy, animal assited
interventions en animal assisted education. .
•
Analyseren interne en externe omgeving van het stagebedrijf en de mogelijk
inzet of opzet van nieuwe dier interventie
•
Heeft kennis van diergedrag en dier welzijn met betrekking tot dier dat ingezet
•
Kan een volledige analyse geven inclusief wetenschappelijke onderbouwing van
een dierinterventie
•
Kan een onderbouwign geven waarom de interventie een gerantie geeft van het
behoud van een goed welzijn van mens en het dier
Kan een volledige reflectie op eigen (mogelijk) functioneren binnen de sector
geven en weet wat de eigen bijdrage als HBO’er binnen de sector kan zijn
•
CAH competenties (afstudeerfase niveau 2/3)
• Onderzoeken (CAH competentie 4)
Signaleert en beschrijft een probleem of ontwikkeling, formuleert een praktijkgerichte
onderzoeksvraag en beantwoordt deze met een geschikte onderzoeksmethode.
•
Innoveren (CAH competentie 5)
Gebruikt creativiteit om nieuwe producten, diensten of toepassingen te ontwikkelen die in de praktijk
bruikbaar zijn.
.
Organiseren (CAH competentie 6)
Plant en voert activiteiten uit, zet daarbij mensen en middelen effectief in, bewaakt de voortgang, stuurt
zo nodig bij en bereikt het beoogde resultaat.
•
•
Zelfsturen (CAH competentie 7)
De student heeft inzicht in eigen gedrag en geeft richting aan de eigen ontwikkeling zodat het eigen
16
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
functioneren en de werkomgeving op elkaar aansluiten.
Eindkwalificaties:
Eindkwalificaties majors DV en DGZ
• Acquireren en advies geven
• Opstellen en uitvoeren van toegepast onderzoek
• Leidinggeen aan projecten, processen en personen
• Maatschappelijk verantwoord ondernemen en zelfsturen
17
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Exportmanagement (AEXM)
Coördinator:
Taco Medema (MEA)
Onderdelen
Stpt
AEXM01
AEXM02
Voorvereisten:
Beroepstaak:
Rol:
Werkvormen:
Kennisgebieden:
Export /
Intercultural
competences
Studiepunten:
15
Naam
Examen
Periode
9
Assessment
Exportplan & opdracht
interculturele
communicatie
T2
6
Theorie &
managementsimulatie
Examen & deelname
managementsimulatie
T2
Literatuur
Export Planning –
Joris Leeman –
ISBN
9789043017084
(ook voor AEXM02)
Cultures and
organizations –
Hofstede, Hofstede
& Minkov – ISBN
9780071664189
(ook voor AEXM01)
Student kan als deelnemer tot de minor worden ingeschreven als hij/zij volgens het
examenreglement is toegelaten tot de afstudeerfase. Als specifieke toelating tot de
minor verdient het aanbeveling om basiskennis te hebben van marketing en
bedrijfseconomie.
HBO functie met voornamelijk internationale contacten
Exportmanager & exportmedewerker
Bij CAH Vilentum: colleges, coaching van de leertaken, managementpraktijk
oefening via een managementsimulatie, schrijven van de leertaken
Bij bedrijf: op zijn minst interviews om de voor het exportplan noodzakelijke
bedrijfsinformatie te krijgen, een stage wordt aangeraden
Doelstellingen (de student):
•
•
•
•
•
•
•
•
•
The student is able to describe the vision and mission of a company
The student can execute a SWOT analysis
The student is able to use business strategy models
The student can choose a target country, using a three-phase model
The student knows which marketing mix elements to use
The student is able to apply the logistics structure
The student is able to understand the financial elements of an export plan
The student can describe the various elements of the Hofstede theory, about
intercultural communication
The student is able to describe the legal matters of exporting
CAH competenties (afstudeerfase niveau 3)
In de minor Exportmanagement wordt gewerkt aan de volgende competenties (in het Engels geformuleerd,
omdat de module in het Engels wordt gegeven)
Competency ‘To cooperate’ (2)
Creates a good atmosphere, handles the interests of others with care, is able to conquer resistance and
conflict and utilizes the qualities of all individual team members to collectively reach the predetermined
goals.
Dit kan worden aangetoond in AEXM02, tijdens de deelname aan de managementsimulatie.
Competency ‘To present’ (3)
18
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Is able to communicate messages about complex topics in an understandable and persuasive manner to a
critical target audience, thereby consciously choosing the most effective form of communication.
Dit kan worden aangetoond tijdens het schrijven van het exportplan en tijdens het presenteren daarvan.
Competency ‘To enterprise’ (8)
Seizes chances and opportunities and turns these into desired results at one’s own risk.
Dit kan worden aangetoond doordat de student zelf een bedrijf moet vinden om zijn exportplan voor te
schrijven.
Compentency ‘To appreciate the global perspective’ (10)
Considers the world one’s playing field and functions well in an international environment.
Dit wordt aangetoond doordat de student het boek bestudeert, bezig is met de internationaal gerichte
managementsimulatie, meer leert over de interculturele verschillen en bezig is met het onderzoek doen op
internationale markten.
Eindkwalificaties:
Eindkwalificaties majors BA
• Weten wat er speelt in de internationale agri-food sector
• Effectief samenwerken en communiceren in een multidisciplinaire, interculturele omgeving
• Strategisch vermarkten van producten en diensten in de mondiale agri-foodmarkt
Eindkwalificaties majors DV
• De internationale sector overzien
• Opstellen van een ondernemingsplan
• Ontwikkelen en vermarkten van producten en/of diensten
Eindkwalificaties majors TA
• Acquireren en advies geven in de agro en food sector
• Opstellen van een strategisch ondernemingsplan
• Inkopen, ontwikkelen en vermarkten van producten en/of diensten
19
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Minor Gezonde Gewassen (AGGW)
Coördinator:
Onderdelen
Stpt
Naam
AGGW01
4
Assessment
AGGW02
6
AGGW03
5
Voorvereisten:
Beroepstaak:
Rol:
Werkvormen:
Kennisgebieden:
Kennis
Advies
Studiepunten:
Kees Westerdijk
15
Examen
Presentatie SGGB in zelf te
organiseren Symposium,
beoordeeld door
Duurzaamheidscommissie
bestaande uit docenten en
externe deskundigen
Periode
Literatuur
T2
Bedrijfsopdrachten,
coaching, zelfstudie
Kennis
Schriftelijk (90 Minuten)
T2
Portfolio
Acht beroepstaken
uitvoeren
T2
Informatie op
Blackboard
Zelfstudie en
informatie op
Blackboard
Intern: HBOT of HSBPa/b en HSPT of HSENt/v
Extern: minimaal Spuitlicentie 1, kennis op gebied van ziekten, plagen en onkruiden,
basisprincipes van het gezond houden van de bodem en wet- en regelgeving rond
bemesting en gewasbeschermingsmiddelen.
Bedrijfsadviseur, Teeltbegeleider, Onderzoeker of Beleidsmedewerker bij
WerkPlekLeerbedrijf (WPL)
• Functies met eigen verantwoordelijkheid, vrijheid, kennis en netwerk waarin
professionaliteit en opbouw van vertrouwen bij de klanten voorop staan.
• Sparringpartner voor ondernemers, individuele bedrijven, studiegroepen,
telersverenigingen, veilingen, coöperaties, zaadbedrijven, plantenkwekers en
toeleveranciers.
• Specialist (afhankelijk van de functie) op het gebied van gezonde gewassen,
duurzame teelt, gewasbescherming, bodembeheer, bemesting, bedrijfsvoering,
afzet, wet- en regelgeving, economie en strategie.
• Geven van lezingen, acquireren van projecten, opstellen en (laten) uitvoeren van
adviezen, beleidsplannen en onderzoeksvoorstellen.
• Bijhouden van nationale en internationale ontwikkelingen en deze integreren in
adviezen, projecten en onderzoek.
Colleges, practica, excursies, opdrachten, functioneren in het WPL-bedrijf
Doelstellingen (de student):
• kennis van en inzicht in verkrijgen van recente ontwikkelingen op het gebied van
gewasgezondheid, gewasbescherming, teelt, bemesting, bedrijfsvoering, afzet,
wet- en regelgeving, economie en strategie.
• adviezen kunnen geven ten aanzien van de teelt van gezonde gewassen:
(strategische) teelt , bemesting- en gewasbeschermingsmaatregelen,
bouwplannen en bedrijfsvoering.
Analyse
•
analyses kunnen maken van gegevens van de klant met als einddoel een
strategisch bedrijfsplan op te stellen
Netwerk
•
netwerken kunnen onderhouden
CAH competenties:
• Samenwerken (niveau 3): Je kan met de Senior, teamleider en telers samenwerken om je
doelstellingen te halen.
• Presenteren/Adviseren (niveau 3): Je kan je product op een inhoudelijk correcte en overtuigende wijze
presenteren aan de klant.
• Innoveren (niveau 3): Je houdt je van de ontwikkelingen op je vakgebied en aanpalende gebieden op
de hoogte en weet deze te vertalen naar adviezen en onderzoek voor de klant. Je weet eigen ideeën
en combinaties van ontwikkelingen te toetsen en in de markt te zetten.
• Duurzaam handelen/Ondernemen (niveau 3): Je kan je inleven in je (ondernemende) klant en kunt
vanuit die gedachte de klant goed adviseren over de kansen en bedreigingen in de markt waarbij
20
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
duurzaam handelen op de voorgrond staat.
Globaliseren (niveau 3): Je kan internationale ontwikkelingen vertalen naar de situatie van de klant en
je staat open voor internationale ambities van de klant.
Eindkwalificaties:
• Acquireren en advies geven in de agro en food sector
• Opstellen en uitvoeren van toegepast onderzoek
• Opstellen van een strategisch ondernemingsplan
• Vertalen en toepassen van beleid
• Voorlichten en communiceren op gebied van teelt en/ of product
•
21
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Internationaal bedrijfsleiderschap (AIB 1 observeren en kennis)
Coördinator:
Studiepunten:
A.A. Canrinus
Onderdelen
Stpt
Naam
AIB 1.1
2
HRM
AIB1.2
2
AIB1.3
2
AIB 1.4
1
AIB 1.5*
Examen
Presentatie /opdracht
15
Periode
Literatuur
T2
Reader/black board
Portfolio /opdracht
T2
Reader/black board
Presentatie / opdracht
T2
Sociaal competent
Business etiquette
Praktijk opdracht
Presentatie
T2
Sociaal competent
2
Melkwinning /
huisvesting
Presentatie / opdracht
T2
Robotic milking
AIB 1.6*
2
Veevoeding
Examen / rapportage
T2
Cow signals
checkboek
AIB 1.7*
2
Voederwinning
T2
Reader
AIB 1.8*
2
Jongvee opfok en
reproductie
T2
Fertility
From calf to heifer
Engels en
instructiegeven
Multiculturele
Communicatie
Examen / rapportage
Examen
*Studenten uit de landbouw sectoren akker-tuinbouw en intensief volgen voor de onderdelen AIBS 1.5 1.8 een op hun sector gericht vergelijkbaar kennistraject. (hier is alleen de melkveehouderij invulling
beschreven)
•
Voorvereisten:
•
Student kan als deelnemer voor deze minor worden ingeschreven als hij/zij
volgens het examenreglement is toegelaten tot de afstudeerfase
(studievoortgang en toelating tot afstudeerfase vastgesteld tijdens
voortgangsvergadering).
Elementaire kennis en ervaring met het primaire agrarische productieproces
en bijbehorende bedrijfsvoering op een primair productie bedrijf is
noodzakelijk.
Beroepstaak:
•
Rol:
•
•
Werkvormen:
Kennisgebieden:
Doelstellingen (de student):
•
HRM,
Multiculturele
communicatie
Business
etiquette
22
Manager op een primair productiebedrijf met (veel) personeel buiten
Nederland
Adviseur, specialist bij internationaal opererende (toeleverende) bedrijven in
de primaire food productie
Diverse werkvormen in cursussen en (praktijk) trainingen voor het verwerven
van kennis, ontwikkelen van vaardigheden inclusief passende eigen attitude
welke noodzakelijk is voor het uitvoeren van de beroepstaken in een
internationale en/of multiculturele context.
•
•
•
Kan medewerkers goed te instrueren en aansturen in de eigen taal om de
gegeven beroepstaak in het bedrijfsproces volgens de gegeven opdracht uit te
voeren
Kan zich professioneel presenteren in de zakelijke omgeving van de beroeps
taak d.m.v. alle soorten van digitale media en presentatie technieken
(LinkedIn, PowerPoint etc. )
Kan zijn eigen netwerk onderhouden, uitbouwen en dit effectief te gebruiken
voor het goed uitoefenen van zijn beroepstaak
Kan naast de (geschreven) regels ook de (soms ongeschreven) plaatselijke
mores bewust gebruiken om het eigen handelen effectief aan te passen als
sociaal smeermiddel en volgens de geldende etiquette in het betreffende land
of regio
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Jongvee-opfok en
reproductie
Veevoeding en
Voederwinning,
Huisvesting en
melkwinning
•
•
beheerst meerdere primaire productie procesonderdelen op een bijna
specialistisch kennis niveau. (junior adviseur/assistent manager)
kan meerdere productieproces onderdelen, observeren, analyseren,
diagnosticeren en beoordelen, kan hierin oplossingen aandragen, deze
implementeren en evalueren.
CAH competenties (afstudeerfase niveau 2/3)
De minor Internationaal bedrijfsleiderschap biedt de mogelijkheid om te werken aan alle 10 CAH
competenties in het algemeen en in het bijzonder aan de competenties:
•
•
•
•
•
Leidinggeven
Presenteren
Organiseren
Zelfsturen
Globaliseren
Eindkwalificaties:
Eindkwalificaties majors BA
• Weten wat er speelt in de internationale agri-food sector.
• Ondernemen en innoveren in de internationale agri-food business.
• Opstellen en uitvoeren van een bedrijfskundig praktijkonderzoek in de agri-food sector
Eindkwalificaties majors DV(O)
• Analyseren en optimaliseren van een dier- en veebedrijf in relatie tot de omgeving
• De internationale sector overzien
• Leiding geven aan projecten, processen en personen
• Verantwoord ondernemen en zelfsturen
Eindkwalificaties majors TA (O)
• Voorlichten en communiceren op gebied van teelt en/ of product
• Leiding geven aan projecten, processen en personen
• Ondernemend handelen en reflecteren
23
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Internationaal bedrijfsleiderschap (AIB 2 vaardigheden en toepassen)
Coördinator:
Onderdelen
Studiepunten:
A.A. Canrinus
Stpt
Naam
Examen
Periode
Literatuur
T3
Interna
tionaal
Reader / Basisboek
bedrijfseconomie
AIB 2.1
2
Investering selectie
Examen
AIB 2.2
2
AIB 2.3
6
Risico management
Praktijk trainingen
PTC+ Oenkerk
AIB 2.4
5
Examen
Verplichte deelname
(>90%)
Stage contract /
werkvisum /
onderzoeksopdracht
Placement buiten
Nederland
15
T3 Int.
T3 Int.
T3 Int.
Reader
Documentatie
Blackboard
Documentatie
Blackboard
*Studenten uit de landbouw sectoren akker-tuinbouw en intensief volgen voor het onderdeel AIBS 2.3
een op hun sector gericht vergelijkbaar vaardigheidstrainingstraject. (hier is alleen de melkveehouderij
training beschreven)
•
Voorvereisten:
•
•
Student kan als deelnemer voor deze minor worden ingeschreven als hij/zij
volgens het examenreglement is toegelaten tot de afstudeerfase
(studievoortgang en toelating tot afstudeerfase vastgesteld tijdens
voortgangsvergadering).
Elementaire kennis en ervaring met het primaire agrarische productieproces
en bijbehorende bedrijfsvoering op een primair productie bedrijf is
noodzakelijk.
Verder is vooraf aan AIBS 2 de minor AIBS 1 gevolgd. Met het onderdeel
AIBS 2.4 kan pas worden begonnen als de studie achterstand van de student
voorafgaand aan het 4e jaar 10 EC of minder bedraagt in Aluris
Beroepstaak:
•
Rol:
•
•
Werkvormen:
Kennisgebieden:
Doelstellingen (de student):
•
Investerings
selectie en risico
management
•
•
•
Operationele
management
vaardigheden
Manager op een primair productiebedrijf met (veel) personeel buiten
Nederland
Adviseur, specialist bij internationaal opererende (toeleverende) bedrijven in
de primaire food productie
Diverse werkvormen in cursussen en (praktijk) trainingen voor het verwerven
van kennis, ontwikkelen van vaardigheden inclusief passende eigen attitude
welke noodzakelijk is voor het uitvoeren van de beroepstaken in een
internationale en/of multiculturele context.
•
•
kan kostprijs calculaties en een investeringselectie in Excel maken voor een
primair bedrijf met personeel bij complexe financiële vraagstukken
een (financiële) risico inventarisatie voor een primair bedrijf met personeel
maken
kent de werking van termijnmarkten voor in- en verkoop van agrarische
producten / commodity’s
beheerst meerdere proces vaardigheden op een bijna specialistisch niveau.
(junior adviseur/assistent manager)
kan meerdere productieproces onderdelen instrueren observeren, analyseren,
diagnosticeren en beoordelen bij medewerkers
kan hierin oplossingen aandragen, deze implementeren en evalueren.
CAH competenties (afstudeerfase niveau 2/3)
De minor Internationaal bedrijfsleiderschap biedt de mogelijkheid om te werken aan alle 10 CAH
competenties in het algemeen en in het bijzonder aan de competenties:
24
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
•
•
•
•
•
Leidinggeven
Presenteren
Organiseren
Zelfsturen
Globaliseren
Eindkwalificaties:
Eindkwalificaties majors BA
• Weten wat er speelt in de internationale agri-food sector.
• Ondernemen en innoveren in de internationale agri-food business.
• Opstellen en uitvoeren van een bedrijfskundig praktijkonderzoek in de agri-food sector
Eindkwalificaties majors DV(O)
• Analyseren en optimaliseren van een dier- en veebedrijf in relatie tot de omgeving
• De internationale sector overzien
• Leiding geven aan projecten, processen en personen
• Verantwoord ondernemen en zelfsturen
Eindkwalificaties majors TA (O)
• Voorlichten en communiceren op gebied van teelt en/ of product
• Leiding geven aan projecten, processen en personen
• Ondernemend handelen en reflecteren
25
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Minor International Livestock Development (AILD)
Coördinator:
Onderdelen
Daan Westrik
Stpt
Naam
10
Leertaken en Assessment
AILD01
Studiepunten:
Examen
Assessment
Examen+opdrach
t
AILD02
2
AILD03
1
AILD04
1
Project management
AILD05
1
Ontwikkelingssamenwerk
ing
Beroepstaak:
Rol:
Werkvormen:
Kennisgebieden:
AILD02
AILD03
AILD04
AILD05
26
Periode
T2
T2
Literatuur
Tijdens de les en
via blackboard
uitgereikt materiaal.
Veehouderij wereldwijd
Interculturele
communicatie
Voorvereisten:
15
Examen+opdrach
t
T2
Opdracht
T2
Examen+opdrach
t
T2
Hofstede, G.
Cultures and
Organizations.
ISBN 978-0-071664189
Tijdens de les en
via blackboard
uitgereikt materiaal.
Tijdens de les en
via blackboard
uitgereikt materiaal.
Hoofdfase Dier- en veehouderij
Begeleiden en adviseren van veehouderijbedrijven in een internationale context
enerzijds en ontwikkelingssamenwerking en daarmee samenhangende
vraagstukken anderzijds.
Veehouderijexpert met internationaal werkgebied.
Colleges, internationale stage, werkgroepen
Doelstellingen (de student):
Je bent in staat om:
- van de belangrijkste regio’s in de wereld de structuur en het
ontwikkelingsniveau van de veehouderijsector te beschrijven en recente
ontwikkelingen te benoemen.
- de ontwikkelingsvraagstukken op het gebied van veehouderij in een specifieke
regio in kaart te brengen en voorstellen te doen voor verdere ontwikkeling.
- bij het doen van ontwikkelingsvoorstellen aantoonbaar rekening te houden met
de volgende aspecten van duurzaamheid: sociaal, economisch en ecologisch.
Je bent in staat om:
- te beschrijven wat bedoeld wordt met cultuur
- te beschrijven wat er bedoeld wordt met de vijf verschillende cultuurdimensies
van Hofstede
- de waarden van de dimensies te noemen of op te schrijven voor Nederland en
voor het doelland; als de dimensies voor het doelland niet bekend zijn, dan
moet een ander land worden gekozen, dat qua cultuur lijkt op het doelland
- de verschillen in cultuur te beschrijven en te beschrijven hoe je in de praktijk
van zaken doen en algemene communicatie het beste omgaat met deze
verschillen
Je bent in staat om:
- in een nieuwe, onbekende en complexe situatie een probleem te analyseren en
alle belanghebbenden in kaart te brengen.
- een project te formuleren op basis van gestelde doelen.
- een projectvoorstel te formuleren dat aansluit bij de eisen van de financier.
- de verschillende stappen in het projectmanagement te benoemen.
Je bent in staat om:
- De belangrijkste uitgangspunten van het beleid van de Nederlandse overheid
op het gebied van ontwikkelingssamenwerking te benoemen.
- De belangrijkste organisaties en hun activiteiten op het gebied van
ontwikkelingssamenwerking te benoemen.
- aantal belangrijke dilemma’s rond ontwikkelingsvraagstukken te benoemen en
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
je mening te geven over die onderwerpen onderbouwen met relevante
argumenten.
CAH competenties:
Om de beroepstaken van een veehouderijexpert die werkt in een internationale context
naar behoren uit te voeren heb je de volgende CAH competenties nodig: presenteren,
onderzoeken, innoveren, organiseren, duurzaam handelen en globaliseren. Deze minor
biedt de mogelijkheid om deze competenties op niveau 3 te trainen en te laten beoordelen.
Hieronder staat per competentie een beschrijving met daarbij aangegeven hoe je kunt
laten zien dat je de competentie beheerst.
Daarnaast kun je, afhankelijk van de gekozen opdrachten, ook voorstellen doen om andere
competenties te ontwikkelen en te laten beoordelen.
Competentie 3: Presenteren
Kan aan een groep deskundigen een boodschap over een complex onderwerp begrijpelijk
en overtuigend overbrengen en kiest daarvoor bewust de meest doeltreffende vorm.
Je doelgroep is deskundig: ondernemers of collega adviseurs.
Je boodschap stimuleert discussie en er worden verbanden gelegd met andere sectoren.
Competentie 4: Onderzoeken
Signaleert en beschrijft een probleem of ontwikkeling, formuleert een praktijkgerichte
onderzoeksvraag en beantwoordt deze met een geschikte onderzoeksmethode
Je handelt voor eigen risico of op eigen initiatief
Je gebruikt onderzoek om te innoveren
Je hebt voor de innovatie gebruik gemaakt van een integratie van kennis en inzicht.
Competentie 5: Innoveren
Gebruikt creativiteit om nieuwe producten, diensten of toepassingen te ontwikkelen die in
de praktijk bruikbaar zijn.
Jouw innovatie heeft een reikwijdte van 5 tot 10 jaar.
Je hebt voor de innovatie gebruik gemaakt van een integratie van kennis en inzicht.
Je hebt met de innovatie aangetoond pro-actief te kunnen handelen en een bijdrage
geleverd aan ‘voorop lopen’.
Competentie 6: Organiseren
Plant en voert activiteiten uit, zet daarbij mensen en middelen effectief in, bewaakt de
voortgang, stuurt zo nodig bij en bereikt het beoogde resultaat.
Je draagt eindverantwoordelijkheid voor de georganiseerde activiteit.
De activiteit heeft een reikwijdte van 5 tot 10 jaar, heeft verschillende deelactiviteiten en
heeft relatie met andere sectoren.
Competentie 9: Duurzaam handelen
Verantwoordt eigen handelen met respect voor waarden, normen en gericht op het
evenwichtige gebruik van beschikbare bronnen.
Je handelt voor eigen risico of op eigen initiatief
Je laat zien kennis en vaardigheden te kunnen toepassen over sectoren heen
Competentie 10: Globaliseren
Ziet de wereld als werkterrein en functioneert in een internationale omgeving.
Je doelgroep is deskundig: ondernemers of collega adviseurs.
Je laat zien om te kunnen gaan met veranderende omstandigheden en daarbij pro-actief te
27
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
handelen
Eindkwalificaties:
2. Analyseren en optimaliseren van een dier- en veebedrijf in relatie tot de omgeving
3. De internationale sector overzien
4. Acquireren en advies geven
7. Vertalen en toepassen van beleid
8. Interactief informeren van specifieke doelgroepen
9. Leiding geven aan projecten, processen en personen
11. Maatschappelijk Verantwoord ondernemen en zelfsturen
28
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Minor Mens- natuur interactie (AMNI)
Coördinator:
Onder
delen
Stpt
Naam
Assessment
AMNI1
7
Examen
Effectrapportage/Adviesrapport
Adviesgesprek
Schriftelijk examen (twee delen)
4
Cursus
Ecologische
effectstudies
Schriftelijk examen
3
Cursus
Groen en
gezondheid
1
Training
Interviewtech
nieken
Als op actieve wijze is
deelgenomen aan de oefeningen
en opdrachten kan de training met
een voldoende worden afgesloten.
AMNI2
AMNI3
AMNI4
Voorvereisten:
Beroepstaak:
Rol:
Werkvormen:
Kennisgebieden:
Ecologische
effectstudies
29
Studiepunten:
Maaike Cox
Periode
15
Literatuur
T4
T3 en
T4
T4
T4
Leermiddelen worden
verstrekt via
Blackboard
Leermiddelen worden
verstrekt via
Blackboard
M. Hulshof, Leren
Interviewen. 5e druk,
2007. ISBN 978-9001-41702-4.
Student kan als deelnemer tot de minor worden ingeschreven als hij/zij volgens het
examenreglement is toegelaten tot de afstudeerfase (studievoortgang en toelating
tot afstudeerfase vastgesteld tijdens voortgangsvergadering).
Het opstellen van een ecologische effectrapportage of het opstellen van een
adviesrapport mbt de effecten van een bepaalde groene interventie op de
gezondheid van de gebruikers
• Afhankelijk van de keuze van de beroepstaak:
o junior ecologisch adviseur bij een ecologisch adviesbureau of;
o medewerker/onderzoeker bij een
zorginstelling/zorgverzekeraar/gemeente
Diverse werkvormen worden toegepast in de leertaken, cursussen en trainingen,
zoals een excursies; groepsgewijze instructie; persoonlijke coaching; hoorcolleges
en werkcolleges.
Doelstellingen (de student):
• begrijpt de context van (R.O.-)procedures, de rol van betrokken partijen, de rol
van de ecologisch adviseur;
• weet hoe de natuur in Nederland beschermd is (Europese en Nationale
wetgeving en natuurbeleid);
• Weet welke inventarisatiemethodes en effectbeoordelingen betrouwbaar zijn en
begrijpen dat er bezwaarschriften tegen advies kunnen worden ingediend en
welke jurisprudentie daaruit kan volgen;
• Begrijpt dat verschillende vegetatietypen en diersoorten een kenmerkende
gevoeligheid hebben voor veranderingen in milieufactoren;
• begrijpt welke mogelijke factoren een negatieve invloed hebben op het gedrag
of leefmilieu van vegetatietypen en (dier)soorten (oa aan de hand het
internetprogramma effectenindicator);
• Weet welke vragen ze zichzelf moeten stellen om de globale effectbeoordeling
te vertalen naar daadwerkelijke effecten;
• kan bepalen welke effecten aanvaardbaar zijn op basis van natuurwetgeving en
beleid;
• begrijpt welke maatregelen vallen onder mitigatie en welke maatregelen vallen
onder compensatie en weet welke mitigatie en compensatiemogelijkheden er
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
zijn (oa aan de hand van soortenstandaarden);
maakt een werkprotocol en weten globaal hoe een ontheffing aangevraagd kan
worden.
• weet welke ziektebeelden er bestaan in de samenleving die een duidelijke
Groen en
relatie hebben met de (groene) omgeving;
gezondheid
• weet wat er onder gezondheid verstaan wordt;
• kent de verschillende bedrijven die betrokken zijn bij humane gezondheid in
relatie tot natuur en is bekend met beleid mbt deze thema’s;
• kan de waarde van natuur duiden in relatie tot gezondheid van de mens
• kan casussen mbt dit thema kritisch analyseren.
• bereidt een interviewgesprek voor en voert het uit met als doel het verzamelen
Interviewen
van informatie.
• kent de verschillende factoren die bepalend zijn in een gesprek
• gebruikt basistechnieken die ondersteunend zijn voor de uitvoering van het
interviewgesprek.
CAH competenties (De student):
In de minor Mens- natuur interactie kunnen alle 10 CAH Competenties worden uitgevoerd.. Uitvoer van de
gekozen competenties in deze fase van de studie op niveau 3.
De minor Mens- natuur interactie biedt in ieder geval de mogelijkheid te werken aan de volgende
competenties.
•
•
Presenteren (niv. 3):
o Kan aan een groep deskundigen (opdrachtgever of collega adviseurs) een boodschap over
een complex onderwerp begrijpelijk en overtuigend overbrengen en weet daarbij om te gaan
met weerstanden
o stimuleert discussie met zijn boodschap en legt verbanden met andere sectoren.
• Onderzoeken (niv 3):
o verzamelt niet alleen informatie maar integreert deze informatie ook tot een samenhangend
geheel. De student maakt daarbij goed onderbouwde keuzes en is kritisch op de verzamelde
informatie.
o Laat bij het uitvoeren van de projectactiviteiten een grote mate van initiatief zien. De
projectactiviteit draagt bij aan voortdurende innovatie en leidt tot integratie van kennis en
stimuleert discussie.
• Duurzaam handelen (niv 3):
o Toont aan dat de gekozen oplossing duurzaam is
Eindkwalificaties:
Eindkwalificaties TB:
- Opzetten, uitvoeren en verslagleggen van biologisch praktijkonderzoek vanuit het
perspectief van organisme- en populatieniveau.
- De resultaten van het biologisch onderzoek op een passende manier communiceren aan
de doelgroep.
- Kennis van de biologische specialisatie op waarde schatten, toepassen van de laatste
ontwikkelingen en creëren van nieuwe toegepaste kennis.
- Projectmatig kunnen werken aan een biologisch vraagstuk.
- Heeft inzicht in eigen functioneren binnen het biologische werkveld, handelt daar
duurzaam en kan dit verantwoorden.
Eindkwalificaties TA:
- Acquireren en advies geven in de agro en food sector
- Opstellen en uitvoeren van toegepast onderzoek
Eindkwalificaties DV:
- Acquireren en advies geven
- Opstellen en uitvoeren van toegepast onderzoek
30
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Ondernemerschap (AONS)
Coördinator:
Onderdelen
Stpt
AONS 01
9
AONS 02
AONS 03
Voorvereisten:
Beroepstaak:
Rol:
Werkvormen:
Kennisgebieden:
Financieel
management
3
3
Naam
Examen
Assessment
ondernemingsplan
en marketingplan
Mondeling en verslag
Financieel
management
Strategisch
management
31
Landelijk examen
Landelijk examen
15
Periode
T2
T2
T2
Literatuur
Zo maak je een
ondernemingsplan
Roel Grit
Noordhoff Uitgevers
ISBN 9789001790974
Zo maak je een
marketingplan
Flip de Groot, Niko van
der Sluijs
ISBN 9789001303938
Financieel
management voor
HBO certificaat
Ondernemerschap,
e
2 druk Wolters
Noordhoff
ISBN 978 90 01
70321
Strategisch
management voor
ondernemers in het
MKB/familiebedrijf
Noordhoff Uitgevers
ISBN 978 90 01 78509
3
Student kan als deelnemer tot de minor worden ingeschreven als hij/zij volgens het
examenreglement is toegelaten tot de afstudeerfase (studievoortgang en toelating
tot afstudeerfase vastgesteld tijdens voortgangsvergadering EN student moet een
goed IDEE hebben om uit te werken in de minor.
Ondernemer “eigen” onderneming.
Ondernemer
2 x pitchen, gastcolleges, “starterstraject”, werkcolleges
Doelstellingen (de student):
• Als niet-financieel deskundige inzicht krijgen in de jaarrekening en begroting van
een kleinbedrijf om zo als ondernemer betere beslissingen te nemen en om een
goede gesprekspartner te zijn van de accountant, de bank, de belasting en de
direct betrokkenen bij het bedrijf (partner, aandeelhouders, personeel etc.)
•
Als ondernemer inzicht verkrijgen in de positie van de eigen MKB- onderneming en
in staat zijn een marketingstrategie uit te zetten bij interne veranderingen of
veranderingen in de markt
•
Studenten leren een gestructureerd strategisch en operationeel marketingplan op
te stellen. Inzicht in de markt is hierbij een belangrijk aspect. Producten moeten
tenslotte goed aansluiten bij de wensen van afnemer. Zij leren tevens om een
goede omzetprognose voor een bedrijf te maken en daarbij rekening te houden
Strategisch
management
marketingplan
Studiepunten:
Rolph ten Hulzen
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
met ontwikkelingen in de branche, bij afnemers (klanten) en de concurrentie.
•
Ondernemingsplan
Studenten schrijven een ondernemingsplan om daarmee aan te tonen het
(ontwikkelde) bedrijf kansen heeft en er een goede financiële onderbouwing is.
Een externe deskundige bepaalt in een gesprek of de student dit heeft aangetoond.
CAH competenties (afstudeerfase niveau 2/3)
Leidinggeven (niveau 3): eindverantwoordelijke, eigen risico en eigen initiatief, onbekende of deskundige
doelgroepen in binnenland of buitenland.
Samenwerken (niveau 3): innovatief ondernemer, eigen risico en eigen initiatief.
Ondernemen (niveau 3): voor eigen risico en op eigen initiatief, transfer over sectoren heen, voortdurend
veranderende omstandigheden.
Innoveren (niveau 3): Gebruikt creativiteit om nieuwe producten, diensten of toepassingen te ontwikkelen
die in de praktijk bruikbaar zijn.
Eindkwalificaties:
32
•
•
•
•
•
Eindkwalificaties majors BS
Management van organisaties, processen, projecten en mensen
Sturen en ontwikkelen van eigen professioneel handelen
Ondernemen en innoveren in de internationale agri-foodbusiness.
Strategisch vermarkten van producten en diensten in de mondiale agri-foodmarkt.
•
•
•
•
Eindkwalificaties majors DV
Opstellen van een ondernemingsplan
Ontwikkelen en vermarkten van producten en/ of diensten
Maatschappelijk Verantwoord ondernemen en zelfsturen
•
•
•
Eindkwalificaties majors TA
Opstellen van een strategisch ondernemingsplan
Ondernemend handelen en reflecteren
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
(APEC)
33
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Minor Plantenveredeling (APLV)
Wieneke vd Heide
Barend Gehner
Coördinator:
Onderdelen
Stpt
APLV01
7
APLV02
2
APLV03
2
APLV04
2
APLV05
2
Naam
Assessment
Cursus Bloembiologie,
genetische variatie en
kruising barrières
Cursus Biotechnologie
en weefselkweek
Cursus Populatie- en
kwantitatieve genetica
en
veredelingsmethodiek
en
Cursus
Resistentieveredeling
en zaadtechnologie
Studiepunten:
15
Examen
Individuele opdracht:
maken van een
veredelingsplan en
mondelinge toelichting
hierop
Periode
Literatuur
Schriftelijk
T4
Diktaat*
Schriftelijk
T3
Diktaat*
Schriftelijk
T3
(deelex)
en T4
Diktaat*
Schriftelijk
T3
(deelex)
en T4
Diktaat*
T4
*Diktaten zijn gebundeld in “62006 Diktaten minor plantenveredeling”
Voorvereisten:
Beroepstaak:
Rol:
Werkvormen:
Kennisgebieden:
Geen
1.
2.
3.
4.
het opstellen van een eenvoudig veredelingsprogramma
het verzamelen van genetische variatie
het maken van kruisingen en/of zelfbestuivingen
het maken van een goede proefopzet en het verwerken van de
gegevens
5. het beoordelen van selectie- en rassenproeven
6. het in stand houden, vermeerderen en beheren van uitgangsmateriaal
Junior veredelaar
Colleges, practica, excursies, werkplekleren
Doelstellingen (de student):
•
•
•
•
Bloembiologie,
genetische variatie en
kruising barrières
•
•
•
•
•
34
de student kan beschrijven hoe (genetische) diversiteit tussen en binnen
soorten ontstaat;
de student kan op de wetenschappelijke naam van een ras op de juiste
wijze opschrijven;
de student weet waar hij/ zij genetische variatie van een bepaald gewas
kan vinden;
de student weet hoe genetische variatie geïnduceerd kan worden en kan
de bruikbaarheid daarvan inschatten;
de student kan criteria benoemen die de waarde van een geniteur
bepalen;
de student kan de onderdelen van een bloem benoemen, ook binnen
diverse plantenfamilies;
de student kan verschillende vormen van voortplanting van hogere
planten beschrijven;
de student kan mechanismen van het vermijden van zelfbestuiving
benoemen en herkennen;
de student kan mechanismen achter kruisingsbarrieres herkennen,
eventuele oplossingen benoemen en voorstellen doen voor vervolg
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
onderzoek.
•
Biotechnologie en
weefselkweek
•
•
•
•
•
•
•
Populatie- en
kwantitatieve genetica
•
en
veredelingsmethodieken •
•
•
•
•
•
•
•
Resistentieveredeling en
zaadtechnologie
•
•
•
•
•
CAH competenties:
Competentie 4: Onderzoeken
35
De student kan beschrijven op welke wijze biotechnologie en
weefselkweek kunnen worden ingezet bij keuze en instandhouding van
geniteurs, bij het overkomen van kruisings barrières, bij de selectie op
eigenschappen en bij het afwerken tot een ras;
De student kan beschrijven op welke wijze biotechnologische technieken
incl. genetische modificatie kunnen worden ingezet bij de verschillende
fasen van het veredelingsproces;
De student kan de consequenties van de inzet van biotechnologie in het
veredelingsprogramma overzien.
de student kent de wetten van Mendel;
de student kent de afwijkingen van de wetten van Mendel;
de student krijgt begrip van de genetische achtergrond van een populatie
en de aspecten die deze eigenschappen beïnvloeden;
de student kan kwantitatieve variatie kwantificeren en de gevolgen voor
selectie uitleggen;
de student kent de genetische achtergrond van mannelijke steriliteit en
incompatibiliteit.
de student kent de veredelingsmethoden van vegetatief vermeerderde
gewassen, zelfbevruchters, kruisbevruchters en hybriden;
de student kent de veredelingsmethoden voor veredeling op kwalitatieve
en kwantitatieve eigenschappen;
de student kan de verschillende methoden met elkaar vergelijken en op
basis van bijvoorbeeld snelheid en kosten een afweging maken voor een
bepaalde veredelingsmethode of een combinatie van methoden;
de student kent de verschillende hulpmiddelen bij het maken van hybriden
(zoals mannelijke steriliteit en incompatibiliteit) en kan die toepassen in
veredelingsprogramma’s.
de student kent de verschillende groepen belagers van planten;
de student kent het begrip “gen-om-gen-relatie”;
de student kan op correcte wijze vaktermen hanteren zoals resistentie,
tolerantie, vatbaar en veldresistentie;
de student kan aan de hand van het genotype van een plant en een
pathogeen vaststellen of de plant vatbaar of resistent zal reageren;
de student kan de verschillen noemen tussen resistentie door middel van
een hypersensitive respons en partiële resistentie;
de student kan verschillende factoren waar men rekening mee moet
houden bij het ontwikkelen en uitvoeren van een ziektetoets noemen;
de student kent enkele toepassingen van innovatieve technieken in de
resistentieveredeling.
de student kent de belangrijkste technieken die worden toegepast om
zaden te schonen en sorteren
de student kent de belangrijkste technieken die worden gebruikt om
zaden verder te verbeteren, zoals priming, pilleren en coaten.
de student kent verschillende manieren waarop de kwaliteit van zaden kan
worden gemeten.
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Signaleert en beschrijft een probleem of ontwikkeling, formuleert een praktijkgerichte onderzoeksvraag
en beantwoordt deze met behulp van een geschikte onderzoeksmethode.
Competentie 5: Innoveren
Gebruikt creativiteit om nieuwe producten, diensten of toepassingen te ontwikkelen die in de praktijk
bruikbaar zijn.
Competentie 6: Organiseren
Plant en voert activiteiten uit, zet daarbij mensen en middelen effectief in, bewaakt de voortgang, stuurt
zodanig bij en bereikt het beoogde resultaat.
Daarnaast bezit een junior veredelaar de competentie nauwkeurig werken: een junior veredelaar is
nauwkeurig als hij/ zij laat zien dat hij/zij kritisch kan signaleren en foutloos kan registreren.
Eindkwalificaties:
• het opstellen van een eenvoudig veredelingsprogramma
• het verzamelen van genetische variatie
• het maken van kruisingen en/of zelfbestuivingen
• het maken van een goede proefopzet en het verwerken van de gegevens
• het beoordelen van selectie- en rassenproeven
• het in stand houden, vermeerderen en beheren van uitgangsmateriaal
36
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Pluimvee en Varkenshouderij (APVH)
Coördinator:
J.H. Borger (BGJ)
Onderdelen
APVH01
Stpt
7
APVH02
APVH03
15
Naam
Stage
Examen
Presentatie bedrijf, CGI
Periode
T4
4
Opdrachten
3 vakgerichte opdrachten
T4
4
Vakkennis
Mondelinge toets (30 min)
Voorvereisten:
Beroepstaak:
Rol:
Werkvormen:
Kennisgebieden:
Voeding
Gezondheid
Bedrijfsontwikkeling
Advisering
Studiepunten:
T4
Literatuur
Artikelen uit
wetenschappelijke
tijdschriften
Blackboard en
artikelen
Student kan als deelnemer tot de minor worden ingeschreven als hij/zij volgens het
examenreglement is toegelaten tot de afstudeerfase (studievoortgang en toelating
tot afstudeerfase vastgesteld tijdens voortgangsvergadering). Als specifieke toelating
tot de minor verdient het aanbeveling dat de module HBOV en HSPD zijn afgerond.
Studenten van een andere major dan DV wordt geadviseerd de theorielessen van de
gelijktijdig lopende module HSPD te volgen en in zelfstudie de kennis van HBOV te
verwerven.
HBO functie met adviestaken en verkoopwerkzaamheden
Adviseur in de sector pluimvee en/of varkenshouderij
Diverse werkvormen in cursussen voor verwerven kennis, Centraal staat het
vertalen van onderzoeksinformatie in adviezen voor dagelijks handelen van de
primaire ondernemer dit wordt o.a.getraind met vakgerichte korte presentaties over
de nieuwste onderzoeken. Praktijkuren uit te voeren voor opdrachtgever in
leerwerkomgeving.
Doelstellingen (de student):
• Kan elk regelmatig op een varkenshouderij voorkomend voedingsprobleem
benoemen, de oorzaak aangegeven en een advies geven m.b.t. de oplossing
van dit probleem. Dit advies is gebaseerd op recent onderzoek.
• Adviseren aan één veehouderijbedrijf (probleembedrijf) over een
diergezondheidsprobleem in samenwerking met andere adviseurs.
• Adviseren aan één veehouderijbedrijf over de mogelijkheden van
bedrijfsontwikkeling in samenwerking met andere adviseurs. Hierbij wordt
rekening gehouden met toekomstige ontwikkelingen, ruimtelijke ordening en
economie
• Kan wetenschappelijke kennis vertalen naar praktische bedrijfsadviezen
• Kan in samenwerking met andere adviseurs een bij de ondernemer passend
advies geven.
CAH competenties (afstudeerfase niveau 2/3)
In de minor Pluimvee en Varkenshouderij kunnen alle 10 CAH Competenties worden uitgevoerd. Tijdens
de minor werkt de student aan toepassing van de door hem/haar vooraf gemaakte persoonlijke keuze voor
de CAH Competenties. Uitvoer van de gekozen competenties in deze fase van de studie op niveau 2/3.
In ieder geval komen de competenties onderzoeken en presenteren aan de orde.
- Competentie 3:
Presenteren
Kan aan een kritische doelgroep een boodschap over een complex onderwerp begrijpelijk
en overtuigend overbrengen en kiest daarvoor bewust de meest doeltreffende vorm.
- Competentie 4:
Onderzoeken
Signaleert en beschrijft een probleem of ontwikkeling, formuleert een praktijkgerichte
onderzoeksvraag en beantwoordt deze met behulp van een geschikte onderzoeksmethode.
Eindkwalificaties:
37
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Aan het eind van deze minor heb je kennis van de meest recente onderzoeken op het gebied van
veevoeding en gezondheid. Je bent in staat deze kennis toe te passen op praktijkproblemen op het
primaire bedrijf. De door jou voorgestelde oplossingen kun je mondeling duidelijk toelichten. Daarnaast kun
je een bedrijfsontwikkelingsplan maken.
Kort gezegd je bent een startbekwaam adviseur of bedrijfsleider in de varkens en pluimveesector.
38
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Strategisch Ondernemerschap (ASTO)
Coördinator:
Onderdelen
Stpt
ASTO01
4
ASTO02
ASTO03
Voorvereisten:
Beroepstaak:
Rol:
Werkvormen:
Kennisgebieden:
Strategisch
Management
Studiepunten:
Ir. R.G. Methorst
15
Naam
Strategisch
Management
theorie en praktijk
Examen
Periode
Rapportage opdracht,
producten van casussen
T2
6
Bedrijfsopdracht 1
Rapport en presentatie
T2
5
Bedrijfsopdracht 2
Rapport en presentatie
T2
Literatuur
Documentatie
BlackBoard
Eigen bronnen
zoeken
Eigen bronnen
zoeken
Student kan als deelnemer tot de minor worden ingeschreven als hij/zij volgens het
examenreglement is toegelaten tot de afstudeerfase (studievoortgang en toelating
tot afstudeerfase vastgesteld tijdens voortgangsvergadering). Als specifieke toelating
tot de minor geldt een studie in een van de majors van bedrijfskunde of de major
Agrarisch Ondernemerschap. De andere majors in overleg met de coördinator te
bepalen of het past.
HBO functie met een focus op strategisch inzicht en strategisch management
(keuzes maken in een omgeving met veel onzekerheden)
Doorgroei naar bedrijfsleider / directie / strategisch adviseur
ASTO01 met lessen en casussen en bezoeken van themadagen. ASTO02 en 03
door middel van het uitvoeren van een bedrijfsopdracht, de opdracht wordt
geselecteerd en voorbereid door de coördinator van de minor
Doelstellingen (de student):
• Diverse theoretische modellen mbt strategisch management kunnen toepassen
in een concrete setting van een bedrijfsopdracht.
•
•
•
•
Een vraagstuk goed analyseren en onderzoeken om de juiste onderzoekvraag
vast te stellen om tot een goed advies product te komen.
De onderzoeksvraag in kunnen bedden in relevante theoretische bronnen en
ontwikkelingen in de praktijk. Relevante onderzoeksmethode selecteren en
uitvoeren
Op basis van de eigen ontwikkelde visie op de vraagstelling een vertaalslag
kunnen maken naar de bedrijfsopdracht en deze goed kunnen verwoorden in
een praktisch advies.
Het advies zowel schriftelijk als mondeling professioneel en op een kwalitatief
hoog niveau kunnen presenteren
CAH competenties (afstudeerfase niveau 2/3)
In de minor Strategisch Ondernemerschap kunnen alle 10 CAH Competenties worden uitgevoerd. Tijdens
de minor werkt de student aan toepassing van de door hem/haar vooraf gemaakte persoonlijke keuze voor
de CAH Competenties. Uitvoer van de gekozen competenties in deze fase van de studie op niveau 2/3.
De minor biedt in ieder geval de mogelijkheid te werken aan de competenties Onderzoeken en
Ondernemen.
•
Onderzoeken (CAH competentie 4)
Signaleert en beschrijft een probleem of ontwikkeling, formuleert een praktijkgerichte onderzoeksvraag
en beantwoordt deze met een geschikte onderzoeksmethode
Door het uitvoeren van de bedrijfsopdracht
•
Organiseren (CAH competentie 6)
plant en voert activiteiten uit, zet daarbij mensen en middelen effectief in, bewaakt de voortgang, stuurt
zonodig bij en bereikt het beoogde resultaat
Door het uitvoeren van de bedrijfsopdracht
•
Ondernemen (CAH competentie 8)
39
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Ziet kansen en zet deze voor eigen risico om in het beoogde resultaat.
Door het uitvoeren van de bedrijfsopdracht, het ondernemen is hierin minder voor eigen risico, meer
strategisch op het herkennen van kansen en die vertalen naar een haalbaar perspectief
Eindkwalificaties:
Eindkwalificaties majors BA
• Management van organisaties, processen, projecten en mensen
• Effectief samenwerken en communiceren in een multidisciplinaire, interculturele omgeving
• Sturen en ontwikkelen van eigen professioneel handelen
Eindkwalificaties majors DV
• Opstellen en uitvoeren van toegepast onderzoek
• Acquireren en advies geven
• Interactief informeren van specifieke doelgroepen
• Leidinggeven aan projecten, processen en personen
• Maatschappelijk verantwoord ondernemen en zelfsturen
Eindkwalificaties majors TA
• Opstellen en uitvoeren van toegepast onderzoek
• Acquireren en advies geven
• Voorlichten en communiceren op gebied van teelt en/of product
• Leidinggeven aan projecten, processen en personen
• Ondernemend handelen en reflecteren
40
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Duurzame energie en groene grondstoffen (ATAV)
Coördinator:
Ir. A.van Leeuwen (LEA)
Onderdelen
Stpt
ATAV01
6
Naam
Assessment
Studiepunten:
Examen
CGI gesprek en
presentatie
15
Periode
T4
Literatuur
Documentatie
BlackBoard
Hydrauliek/ Uitgeverij:
Delta-press.
ATAV02
3
Teelt en techniek1
(TA’ers)
Hydrauliek
Elektriciteit
Materialenkennis
Materialenkennis/
algemene
landbouwtechniek /
documentatie
Blackboard
Zaalexamen (90
min.)
T4
Elektriciteit/
documentatie
Blackboard
Teelt dictaat: Repro.nr
60001 BB: ppt
Teelt voorbereiding
(ATM’ers)
BB: bewaring
Praktijkgids
Bodemsignalen ISBN nr.
978-90-75280-81-4
Precisielandbouw/
documentatie
Blackboard
ATAV03
3
Teelt en techniek 2
(TA’ers)
- Precisielandbouw
- Besturingstechnie
k
- Spuittechniek
Besturingstechniek/
boek Vapro (wordt in les
uitgereikt)
Zaalexamen (90
min.)
T4
Spuittechniek:
documentatie
Blackboard
BB: ppt’s
Suikerbiet signalenISBN
nr. 978-90-8740-015-6
Teelt gewassen
(ATM’ers)
Aardappel signalen
ISBN nr. 978-90-8740048-4
Graan signalen
ISBN
nr. 978-90-8740-021-7
ATAV04
Voorvereisten:
Beroepstaak:
Rol:
Werkvormen:
41
3
Eind opdracht (ATM en
TA)
Opdracht onderzoek en
innovatieve aanpassing
(verslag)
Geen examen
alleen beoordeling
verslag
T4
Student kan als deelnemer tot de minor worden ingeschreven als hij/zij volgens het
examenreglement is toegelaten tot de afstudeerfase (studievoortgang en toelating
tot afstudeerfase vastgesteld tijdens voortgangsvergadering). Elementaire kennis
van exacte vakken verdient aanbeveling.
HBO functie met oog op onderzoek en innovaties op het gebied van aanpassingen
op het primaire bedrijf (ATM) en onderzoek en innovaties bij importeurs of
fabrikanten van landbouwmachines (TA)
Adviseur, onderzoeker
Diverse werkvormen in cursussen en trainingen voor verweren kennis en
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Kennisgebieden:
ontwikkelen vaardigheden noodzakelijk voor het uitvoeren van functietaken. Meest
omvangrijke werkvorm is het werken aan een opdracht uit de praktijk.
Doelstellingen (de student):
• Door de verkregen inzichten bij de leertaken kennis opdoen over het product
waarmee je bezig bent. Hierdoor ben je in staat de sterke en zwakke punten te
overzien en zelf verbeteringen en aanpassingen te bedenken.
•
Meerdere oplossingen voor het gekozen probleem moeten worden aangedragen
en tegen elkaar worden afgewogen. Vervolgens maak je samen met het bedrijf
een keuze voor de beste oplossing. Voor deze oplossing maak je een
gedetailleerd ontwerp. Indien de omvang dit toelaat kan het ontwerp ook
uitgevoerd worden.
•
Het product dat deze leertaak oplevert is een uitgebreid verslag waarin
verschillende mogelijkheden worden vergeleken en de beste in detail wordt
uitgewerkt. Wanneer je daarnaast ook in staat bent om de innovatie uit te voeren
binnen de gestelde tijd! Dan mag de omvang van het verslag tot een minimum
worden beperkt. Mogelijk kan het verslag aangevuld worden met een
fotoreportage van de uitvoering.
Essentiële
onderwerpen uit het
vakgebied
42
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Minor Top Bedrijfsadviseur (ATBA)
Coördinator:
Onderdelen
ATBA01
Stp
t
11
ATBA02
ATBA03
ATBA04
Voorvereisten:
Beroepstaak:
Rol:
Werkvormen:
Kennisgebieden:
ATBA02
43
Daan Westrik
2
1
1
Studiepunten:
Naam
Examen
Leertaken en
Assessment
Assessment
Periode
Literatuur
T2
Examen
T2
Examen
T2 (combi
met
ATBA04)
Examen
T2 (combi
met
ATBA03)
De klant
Het product
Het geld
15
Competent adviseren,
Roel grit, Marco
Gerritsma, ISBN 97890-01-380045
Adviseren als tweede
beroep (3e herziene
druk), Hannah
Nathans, ISBN 90-1302880-2
Tijdens de trainingen
uitgereikt materiaal.
Competent adviseren,
Roel grit, Marco
Gerritsma, ISBN 97890-01-380045
Adviseren als tweede
beroep (3e herziene
druk), Hannah
Nathans, ISBN 90-1302880-2
Tijdens de trainingen
uitgereikt materiaal.
Competent adviseren,
Roel grit, Marco
Gerritsma, ISBN 97890-01-380045
Adviseren als tweede
beroep (3e herziene
druk), Hannah
Nathans, ISBN 90-1302880-2
Tijdens de trainingen
uitgereikt materiaal.
Technische en economische basiskennis van het agrarische bedrijf.
Adviseren van agrarische ondernemers en de daarmee samenhangende
werkzaamheden.
Agrarisch bedrijfsadviseur
Colleges, trainingen, excursies, werkgroepen
Doelstellingen (de student):
Je bent in staat om:
een boodschap op een voor de ondernemer duidelijke wijze over te
brengen
het vertrouwen te krijgen van de ondernemer
de ondernemer enthousiast te maken voor je advies
tijdens een adviesgesprek effectief gebruik te maken van non-verbale
communicatie
in te spelen op de wijze van beslissen door de veehouder
Acquisitie gesprek: aanpak, gesprekstechnieken, inhoud,
Je bent in staat om:
een aantrekkelijke studiegroepbijeenkomst of demonstratiedag te
organiseren
op een effectieve wijze informatie over te dragen aan een groep
ondernemers
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
ATBA03
kennisoverdracht tussen deelnemers te organiseren
Je bent in staat om:
een goede sterkte – zwakte analyse (technisch en economisch) te maken
van een agrarische bedrijf
te motiveren op welk punt van de bedrijfsvoering optimalisatie mogelijk is
een goede analyse te maken van een bedrijfsprobleem
de economische schade als gevolg van een bedrijfsprobleem in kaart te
brengen
een ondernemer gericht adviesrapport te schrijven
Met behulp van de kennis en de leerervaringen op je leerbedrijf ben je in staat:
een ondernemer gedurende een aantal maanden te begeleiden
een ondernemer te ondersteunen bij de implementatie van gegeven
adviezen
Je bent in staat:
onderscheid te maken tussen potentiële klanten
een onderbouwt acquisitieplan op te stellen
om te gaan met weerstand van potentiële klanten
succesvolle acquisitiebezoeken af te leggen
ATBA04
Je bent in staat:
een projectplan op te stellen
binnen het bedrijf medewerking voor het plan te krijgen
geld voor het project los te krijgen
Je bent in staat:
Een effectief netwerk op te bouwen en te benutten.
CAH competenties:
Om de beroepstaken van een Top Bedrijfsadviseur naar behoren uit te voeren heb je de
volgende CAH competenties nodig: samenwerken, organiseren, presenteren, innoveren,
ondernemen, en zelfsturen. Deze minor biedt de mogelijkheid om deze competenties op
niveau 3 te trainen en te laten beoordelen. Hieronder staat per competentie een
beschrijving met daarbij aangegeven hoe je kunt laten zien dat je de competentie
beheerst.
Competentie 1: samenwerken
Zorgt voor een goede sfeer, gaat zorgvuldig om met de belangen van anderen, kan
weerstanden en conflicten overwinnen en benut de kwaliteiten van alle teamleden om
gezamenlijk het gestelde doel te bereiken.
Je hebt als junior-adviseur succesvol samengewerkt met collega adviseurs of
ondernemers.
Je hebt in de samenwerking aangetoond eigen initiatief te nemen.
Competentie 2: organiseren
Plant en voert activiteiten uit, zet daarbij mensen en middelen effectief in, bewaakt de
voortgang, stuurt zo nodig bij en bereikt het beoogde resultaat.
Je draagt eindverantwoordelijkheid voor de georganiseerde activiteit.
De activiteit heeft een reikwijdte van 5 tot 10 jaar, heeft verschillende deelactiviteiten en
heeft relatie met andere sectoren.
Competentie 3: presenteren
44
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Kan aan een groep deskundigen een boodschap over een complex onderwerp begrijpelijk
en overtuigend overbrengen en kiest daarvoor bewust de meest doeltreffende vorm.
Je doelgroep is deskundig: ondernemers of collega adviseurs.
Je boodschap stimuleert discussie en er worden verbanden gelegd met andere sectoren.
Competentie 4: innoveren
Gebruikt creativiteit om nieuwe producten, diensten of toepassingen te ontwikkelen die in
de praktijk bruikbaar zijn.
Jouw innovatie heeft een reikwijdte van 5 tot 10 jaar.
Je hebt voor de innovatie gebruik gemaakt van een integratie van kennis en inzicht.
Je hebt met de innovatie aangetoond pro-actief te kunnen handelen en een bijdrage
geleverd aan ‘voorop lopen’.
Competentie 5: ondernemen (niet haalbaar in Top Adviseur: tenzij studenten voor eigen
risico…)
Ziet kansen en zet deze voor eigen risico om in het beoogde resultaat.
Je hebt voor eigen risico een activiteit ondernomen.
De activiteit heeft een reikwijdte van 5 tot 10 jaar.
Je hebt te maken gehad met voortdurend veranderende omstandigheden.
Het resultaat van de activiteit is bruikbaar over sectoren heen.
Competentie 6: zelfsturen
Heeft inzicht in eigen gedrag en geeft richting aan de eigen ontwikkeling zodat het eigen
functioneren en de werkomgeving op elkaar aansluiten.
Je bent eindverantwoordelijk voor je eigen ontwikkeling.
Om die ontwikkeling te realiseren neem je zelf initiatief.
Je handelt ten behoeve van je persoonlijke ontwikkeling pro-actief.
Eindkwalificaties:
1. Analyseren en optimaliseren van een dier- en veebedrijf in relatie tot de omgeving
3. Acquireren en advies geven
6. Ontwikkelen en vermarkten van producten en/ of diensten
7. Vertalen en toepassen van beleid
9. Maatschappelijk Verantwoord ondernemen en zelfsturen
11. Leiding geven aan projecten, processen en personen
45
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Techniek dier- en veehouderij (ATDV) (minor)
Coördinator:
Onderdelen
ATDV1
ATDV2
Piet van Duinen
Stpt
9
3
Naam
Assessment
Oriëntatie bedrijf
Studiepunten:
Examen
Portfolio met
verwerkings opdrachten voor het bedrijf,
en schrijven van een
publiceerbaar artikel
Verslag en presentatie
ATDV3
Beroepstaak:
Rol:
Verdiepings
opdracht
Verslag en presentatie
Literatuur
T2, 4
Moduleboek
T2, 4
T2,4
3
Voorvereisten:
Periode
13
Studiemateriaal op
blackboard
Studiemateriaal op
blackboard
De student heeft affiniteit met de veehouderij middels vooropleiding en/of bewezen
ervaring op een veehouderijbedrijf, en is in staat een analyse te maken van het
veehouderijbedrijf op het gebied van mechanisatie, arbeid en automatisering
De student kiest een branche en een bedrijf in de agrotechniek waar hij opdrachten
middels werkplekleren gaat uitvoeren voor een gekozen functie
Gaat zich ontwikkelen in een van de volgende functies: verkoper, productspecialist,
ontwerper, onderzoeker, adviseur/consultant, service specialist
Werkplekleren, theorielessen, presentaties, opdrachten, excursies
Doelstellingen (de student):
Werkvormen:
Kennisgebieden:
Specialiseren in
een gekozen
De studenten gaat zich d.m.v. gerichte opdrachten ontwikkelen voor een gekozen
functie bij een
functie bij een agrotechnisch bedrijf
agrotechnisch
bedrijf
CAH competenties:
• Innoveren (niveau 3): De student gebruikt creativiteit om nieuwe producten, diensten of toepassingen
te ontwikkelen die in de praktijk bruikbaar zijn.
• Duurzaam handelen (niveau 3): De student voelt zich verantwoordelijk voor het gebruik van duurzame
techniek en handelen, en zoekt over de grenzen van de eigen sector naar duurzame middelen en
activiteiten die mogelijkheden bieden voor de toekomst.
• Onderzoeken (niveau 3): De student kan zelfstandig en door eigen initiatief een onderzoek opstellen
en uitvoeren.
• Zelfsturen: De student wordt beoordeeld op: time management; correctheid; de student neemt eigen
initiatief; de student heeft kennis ontwikkeld en vergaard deze waar nodig; de student loopt voorop met
ontwikkelingen; de student heeft een pro-actieve instelling.
Eindkwalificaties:
•
Sturen en ontwikkelen van eigen professioneel handelen.
•
Opstellen en uitvoeren van een bedrijfskundig praktijkonderzoek in de agri-food sector.
•
Management van organisaties, processen, projecten en mensen.
46
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Veevoeding en Gewas (AVVG)
Coördinatoren:
Onderdelen
Stp
t
Ir. J.Nolles ( Noj ) en
Ir. J.J. van Veldhuizen
(Vej)
Naam
AVVG 1
9
Bedrijfsopdracht
( Assessment )
AVVG 2
2
Vakkennis
AVVG 3
Voorvereisten:
Bedrijfsopdracht
als Assessment:
Rol:
Beroepstaken
4
Beroepstaken
Studiepunten:
Examen
Periode
15
Literatuur
Competenties worden
beoordeeld aan de
hand Beroepsproduct,
Reflectieverslag,
Presentatie bij
Slotsymposium
T2/4
Opdrachtbeschrijving op
BlackBoard
Schriftelijke Toets
T2/4
Handouts op
Blackboard
Beroepstaak 1 :
Rapport + Presentatie
Beroepstaak 2 :
Excursieverslag
T2/4
Taakomschrijving
op Blackboard
Student deelnemen aan de minor als hij/zij volgens het examenreglement is
toegelaten tot de afstudeerfase (studievoortgang en toelating tot
afstudeerfase vastgesteld tijdens voortgangsvergadering). De onderdelen
Voeding Herkauwers en Voederwinning binnen de module HSPD ( De
Specialist ) dienen bij voorkeur met een voldoende te zijn afgerond.
Toelating van Deelnemers, anders dan studenten van CAH Vilentum valt
onder verantwoordelijkheid van de coördinator van het Vierde leerjaar Dr. W.
van de Kooij.
Voor de opleiding Dier- en Veehouderij is samenwerking met het werkveld
cruciaal. Om bij te dragen aan een op het beroepenveld toegesneden
professionaliteit worden middels een ( zelf geacquireerde ) bedrijfsopdracht
kennis en professionele vaardigheden gedemonstreerd en getoetst. De
praktijkopdrachten draagt bij aan de vorming tot professional in de sector
Dier- en Veehouderij. Gastlessen, colleges en excursies dragen hieraan
verder bij.
Afhankelijk van de soort Bedrijfsopdracht ( Assessment ) kiest de student de rol van
zijn/haar toekomstig beroep ( meestal adviseur / medewerker toegepast onderzoek.)
Beroepstaak 1 : Actualia ( recente ontwikkelingen in de veevoeding, literatuur )
Beroepstaak 2 : Mineralenbeheer ( Internationaal, excursie naar buitenland )
Werkvormen:
47
Diverse werkvormen in deze minor toegepast. College, Lezing ( gastsprekers),
Literatuurstudie, Excursie, Themadag, Intervisiebijeenkomst, Projectonderwijs,
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Peerassessment
Kennisgebieden:
Doelstellingen (de student):
Veevoeding
•
Is op de hoogte van recente ( en evt. toekomstige) ontwikkelingen op het gebied
van de Rundveevoeding en kan hierbij de vertaalslag maken van de resultaten
van wetenschappelijk onderzoek naar de praktijk van de melkveehouderij.
•
Kent de methoden die toegepast worden bij veevoedkundig onderzoek ten
behoeve van de Voederwaardering en zich bewust van het belang van
vervangende dierproeven
•
Kan een melkveehouder gericht adviseren over effectief en efficiënt
mineralengebruik op bedrijfsniveau, aan de hand van Bedrijfsspecifieke Excretie
en Kringloopwijzer.
Veevoedingsonderzoek
Mineralenbeheer
Beweiding
•
Gewassen
•
•
48
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Food Chain Consultant (IFCC)
Coördinator:
Module
elements
credits:
Olga Lis
EC
Name
Exam
15
Period
Literature
FCC1
2
Learning tasks +
assessment
Proof of Proficiency
T2
Learning guide
FCC2
3
Chains and
Sustainability
Written exam
T1+T2
Documents
provided by the
lecturer
Visser, H.M., van
Goor, A.R. (2006).
Logistics: principles
& practice. Houten:
Wolters-Noordhoff.
ISBN:
9789020733044.
FCC3
1
Logistics
Written exam
T1
FCC4
2
Advisory skills
Assignment
T1
Documents
provided by the
lecturer
1
Quality
Management
T1
Documents
provided by the
lecturer
FCC5
FCC6
3
Export Plan and
Management
Simulation Game
Written exam
Written exam,
Assignment, Participation
in management simulation
T1+T2
Documents
provided by the
lecturer
Written exam
T2
Documents
provided by the
lecturer
Written exam
T2
Documents
provided by the
lecturer
EU Tendering
FCC7
3
FCC8
3
Quality and safety
of food
(Not applicable for
49
Leeman, J.(2010).
Export Planning.
Amsterdam:
Pearson Benelux.
ISBN:97890430170
84
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
students of EU
structural funds
management)
Entrance
requirements:
Professional task:
Role:
Methods:
Fields of expertise:
Corporate Social
Responsibility
Internal and external
analysis
Insight in business
processes
Quality management
Business models
Business meeting
techniques
Verbal and non-verbal,
formal and informal
communication
techniques
Completed 3-years of studies in a field related to economics/agribusiness/food
sector. This programme is fully English language programme. Student should be
able to follow classes and execute all his student’s tasks using English language.
Aanalyzing the company’s current food value chain, analyzing problems in the
area of food chain management, logistics and food quality/safety management,
preparing and presenting an improvement plan.
Advisor
Lectures, group assignments, excursions
Learning objectives (the student):
• Student is able to explain the meaning of CSR, give reasons for including
CSR into a business strategy and operations and how to put CSR in a global
perspective.
• The student is aware of the relevant issues regarding environment and social
responsibility that have impact on the organisation of the food chain; student
is able to propose the improvements in a chain towards modern standards
hereabout.
Student is able to:
• Conduct a SWOT analysis leading to a confrontation matrix and (export)
strategy
• Describe new markets to formulate export implementation strategy
Student is able to:
• Explain basic principles of Total Quality Management
• Plan quality-improvement activities
• To implement at least 3 quality improvement tools
• Explain purpose and intent of the ISO 9000 series of standards
Student is able to:
• Analyze different business models and use them in a particular company
environment
• Analyze the company with a use of 7S model
• Initiate an acquisition process and a ‘one-to-one’ advice in an convincing way
• Keep a professional attitude
Presenting techniques
•
•
Motivational theories
and group processes
•
•
Negotiation
techniques and
conflict management
50
Student is able to:
prove that (s)he possesses qualifications that allow him/her to act as advisor
fulfilling the customer’s needs
prepare an advisory report and present it in an convincing way
negotiate in a professional and convincing way while taking into account the
goal of the organization they represent
Status: vastgesteld, instemming OR juli 2014
Agro logistics
Production and
distribution
management
Storage management
Business information
systems
Chain management
Sustainable agri-food
chains
Import-export
management
Student is able to
• Describe the main sub-systems of logistics
• Explain the Customer Order Decoupling Point (CODP) and its impact on
logistics
• Make calculations regarding inventory management involving a. o. Camp’s
formula and MRP
• Describe the relevant aspects of production, distribution and warehousing for
a specific company in a food supply chain
•
•
•
•
•
Student is able to make decisions for improving the food chain related to
value creation, collaboration, marketing, innovation and internationalisation.
Student is able to:
Do an international market research
Write an export plan
Define various international management concepts
Apply international management concepts
CAH competentes:
• To cooperate (level3)
• To present (level 3)
• Ro research (level 3)
• To innovate (level 3)
• To endorse sustainable behaviour (level 3)
Final qualifications:
• development of a vision and strategy for an (international) agri-food business
• management of organisations, processes and project and people
• effective cooperation and communication in a multidisciplinary and intercultural environment
• optimising logistics and managing the quality in agri food chains
51