Welkom in deze dienst Voorganger is ds. M.P.D. Barth

Welkom in deze dienst
Voorganger is ds. M.P.D. Barth
Schriftlezing:
Psalm 90
Avondzang vers 1
Psalm 102 vers 15
Gezang 292 vers 1, 2, 3 en 4 (Bundel 1938)
Psalm 32 vers 4 en 6
Psalm 91 vers 1 en 5
Gezang 397 vers 1, 3, 4, 5 en 6 (Liedboek)
Oudejaarsdag 19:30 uur
Goede Herderkerk
O grote Christus, eeuwig licht,
Niets is bedekt voor Uw gezicht;
Die ons bestraalt, waar wij ook gaan,
Al schijnt geen zon, al licht geen maan.
Gezang 328 vers 1
Liedboek voor de Kerken
Als een kleed zal 't al verouden;
Niets kan hier zijn stand behouden;
Wat uit stof is, neemt een end
Door den tijd, die alles schendt.
Maar Gij hebt, o Opperwezen,
Nooit verandering te vrezen;
Gij, die d' eeuwen acht als uren,
Zult all' eeuwigheid verduren.
Psalm 102 vers 15
Uren, dagen, maanden, jaren,
vliegen als een schaduw heen.
Ach, wij vinden, waar wij staren,
niets bestendigs hier beneen!
Op de weg, die wij betreden,
staat geen voetstap die beklijft.
Al het heden wordt verleden,
schoon 't ons toegerekend blijft.
Gezang 292 vers 1
Hervormde Bundel 1938
Voorgeslachten kwijnden henen,
en wij bloeien op hun graf.
Ras zal 't nakroost ons bewenen:
't mensdom valt als blaad'ren af.
't Stof, door eeuwen saamgelezen,
houdt hetzelfde graf bewaard.
Buiten U, o eeuwig Wezen,
ach, wat was de mens op aard!
Gezang 292 vers 2
Hervormde Bundel 1938
Dat de tijd hier 't al verover',
aan geen tijdperk hangt mijn lot.
Gij, Gij blijft mij altijd over,
Gij blijft eindeloos mijn God.
Welk een ramp mij hier ook nader',
'k vind in U mijn rustpunt weer.
Gij blijft in uw Zoon mijn Vader,
wat verander', wat verkeer'.
Gezang 292 vers 3
Hervormde Bundel 1938
Vader, onder al mijn noden,
Vader, onder heil en straf,
Vader, ook in 't rijk der doden,
Vader, ook in 't zwijgend graf,
waar ik ooit verand'ring schouwe,
Gij, o God, houdt eeuwig stand.
Ook mijn stof rust op uw trouwe,
sluimert in uw Vaderhand!
Gezang 292 vers 4
Hervormde Bundel 1938
Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in
gevaren;
Gij zult mij voor benauwdheid trouw
bewaren.
g' omringt me, daar Gij mij in ruimte stelt,
Met blij gezang, dat mijn verlossing meldt.
Mijn leer zal u, o mens, naar 't recht doen
hand’len,
En wijzen u den weg, dien gij zult wand’len.
Ik zal u trouw verzellen met mijn raad,
Terwijl mijn oog op u gevestigd staat.
Psalm 32 vers 4
Rechtvaardig volk, verhef uw blijde klanken,
Verheugd in God, naar waarde nooit te
danken.
Zingt vrolijk, roemt Zijn deugden t' allen tijd,
Gij, die oprecht van hart en wandel zijt.
Psalm 32 vers 6
Hij, die op Gods bescherming wacht,
Wordt door den hoogsten Ko-ning
Beveiligd in den duist’ren nacht,
Beschaduwd in Gods wo-ning.
Dies noem ik God, zo goed als groot
Voor hen, die op Hem bouwen:
Mijn burg, mijn toevlucht in den nood,
Den God van mijn betrouwen.
Psalm 91 vers 1
Ik steun op God, mijn toeverlaat,
Dies heb ik niets te vre-zen:
Wie God vertrouwt, die deert geen kwaad;
Uw tent zal veilig we-zen.
Hij zal Zijn engelen gebiên,
Dat z' u op weg bevrijden;
Gij zult hen, in gevaren, zien
Voor uw behoud’nis strijden.
Psalm 91 vers 5
O God, die droeg ons voorgeslacht,
in nacht en stormgebruis,
bewijs ook ons uw trouw en macht,
wees eeuwig ons tehuis!
Gezang 397 vers 1
Liedboek voor de Kerken
Gij zijt, van vóór Gij zee en aard'
hebt door uw woord bereid,
altijd dezelfde, die Gij waart,
de God der eeuwigheid!
Gezang 397 vers 3
Liedboek voor de Kerken
En duizend jaar gaan als de dag
van gistren voor U heen,
een schaduw, een gedachte vaag,
een nachtwaak, die verdween.
Gezang 397 vers 4
Liedboek voor de Kerken
De tijd draagt alle mensen voort
op zijn gestage stroom;
ze zijn als gras, door zon verdord,
vervluchtigd als een droom.
Gezang 397 vers 5
Liedboek voor de Kerken
O God, die droeg ons voorgeslacht
in tegenspoed en kruis,
wees ons een gids in storm en nacht
en eeuwig ons tehuis!
Gezang 397 vers 6
Liedboek voor de Kerken
Wij wensen elkaar
een goede
jaarwisseling