Lesvoorbereiding 1: Leren tillen en krachttraining Sportles om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Niveau 1 AKA ROC van Twente Lesdoelstelling Functionele fitnessoefeningen aanleren in circuitvorm waarbij tilvaardigheden en fysieke kracht centraal staan, evenals de zelfdiscipline van de leerling en het elkaar aanmoedigen om tot het uiterste (sociaal gedrag) te gaan. Bij leerbedrijven komt het voor dat leerlingen veel moeten tillen. In dat geval is het belangrijk dat de leerling weet hoe hij of zij moet tillen. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 1 van 66 Doelstelling m.b.t. de grondpijlers Zelfdiscipline/ doorzettingsvermogen Je fysieke drempel opzoeken en leren om met behulp van zelfdiscipline en doorzettingsvermogen deze grens telkens te verleggen. Leren je krachten te verdelen en niet alles in de 1e minuut te geven waardoor je de volgende 2 minuten niets meer kunt. Oefening correct uitvoeren met de juiste bewegingsuitslag zodat er geen blessures ontstaan maar ook zodat er eerlijk gespeeld wordt (competitie). Zelfstandigheid Zelf doordraaien naar andere onderdelen toe (circuitvormen). De docent doet voor wat de bedoeling is. Van de leerlingen wordt verwacht dat ze zelf actief bezig zijn met de onderdelen zonder dat de docent elke keer de leerling moet aansporen om wat te doen. De leerling moet zelf de onderdelen instellen op de juiste stand en zwaarte, zelf beginnen en de voor hem of haar geschikte oefening uitvoeren. Sociaal gedrag Elkaar aanmoedigen en complimenten geven om zodoende dat kleine beetje extra discipline te kunnen opbrengen en ook aanmoedigingen en complimenten accepteren van elkaar. Bewustwording creëren van het wel en niet kunnen volhouden van fysieke belastingen. De dubbelslag proberen te maken waarin de leerling zich realiseert dat de conditie niet goed is of stukken beter kan. De leerling die wel fit is en het kan volhouden proberen we te laten inzien dat sporten in de vrije tijd wel zin heeft! Lesonderdeel 1: Ergonomisch tillen, deadlift We werken in drietallen en kijken naar elkaar of we de opdracht goed uitvoeren. De docent is verantwoordelijk voor het goed tillen en met name voor een goede instructie zodat de leerlingen het niet foutief kopiëren. Laat zien én vertel als docent waar op gelet moet worden. We maken 10 herhalingen. Let op: Als je als docent niet precies weet hoe je ergonomisch moet tillen, ga dan niet aan het oefenen zonder hulp, maar bezoek een goed sportcentrum of iemand die verpleegkundige is, dan leer je het goed aan waardoor de leerlingen er ook echt wat mee kunnen in de toekomst! Aandachtspunten bij de deadlift: Zie foto hiernaast. Houd te allen tijde een rechte rug bij zowel het bukken als het strekken. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 2 van 66 Zet je voeten op heupbreedte met je tenen lichtelijk naar buiten gekeerd Zorg ervoor dat de stang zo’n 5 tot 7 cm van je schenen ligt. Hierdoor ligt de stang recht boven het midden van je voet. Leg je handen over de stang heen met een overhandse grip. Met je duimen aan de binnenkant dus. Je handen moeten zo wijd zijn dat je duimen net langs je benen komen. Kijk naar voren en lichtelijk naar beneden en adem in. Trek de stang langs je benen omhoog. De stang maakt een volledig verticale beweging. Trek de stang niet naar voren of naar achteren, maar recht omhoog. Heupen naar achteren, borst vooruit. Knieën niet voorbij de tenen laten komen, hakken blijven op de grond staan. Blijf naar voren kijken tijdens de uitvoering. Op dezelfde gecontroleerde manier weer terugleggen. Houd de rug recht. Benodigdheden per drietal : - 1 stang - 2 x 5 kg - 2 sluitstrips - 2 matjes (om de vloer te beschermen) Lesonderdeel 2: Squat (vanuit de benen leren tillen) Weer in drietallen gaan we nu een squat uitvoeren. Weer is het enorm belangrijk dat de docent weet hoe deze beweging uitgevoerd moet worden en niet zelf aan het experimenteren gaat. We maken 10 herhalingen. 1 Leerling voert uit en de andere 2 leerlingen staan aan weerszijden van de stang en bewaken de veiligheid. Ook geven leerlingen elkaar adviezen over de uitvoering wanneer mogelijk. Aandachtspunten bij de squat: (zie foto) - Houd te allen tijde een rechte rug bij zowel het bukken als het strekken. - Hakken blijven op de grond staan. - Heupen naar achteren. - Borst vooruit. - Knieën niet voorbij de tenen laten komen. - Blijf naar voren kijken tijdens de uitvoering. Benodigdheden per drietal: - 1 stang - 2 x 5 kg - 2 sluitstrips Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 3 van 66 Lesonderdeel 3: circuitvorm WOD (workout of the day) We gaan elke keer 1 minuut lang een oefening doen en proberen zoveel mogelijk herhalingen te maken. Leerlingen werken in tweetallen, de een telt dus de herhalingen van de ander. Na elke minuut wordt alles opgeschreven op een blaadje en is de ander van het tweetal aan de beurt. Afhankelijk van het beginniveau van de leerlingen kan worden gekozen om direct een 2e of een 3e ronde erachteraan te doen. Hier kun je als docent een leermoment creëren waarin je aangeeft hoe belangrijk het is dat je je krachten verdeeld en niet alles in de eerste ronde verbruikt. 1. Push- ups Zorg dat je met je borst de grond aanraakt. Dames mogen dit op de knieën doen, heren met gestrekte benen op de tenen. Je drukt jezelf helemaal omhoog. De heupen en onderrug moeten telkens gestrekt blijven. 2. Sit- ups Handen achter je hoofd of gekruist op de borst. Voeten mogen ondersteund worden door de ander. Een sit- up moet helemaal tot in zitstand uitgevoerd worden, ook moet de rug telkens de grond raken bij de neerwaartse beweging. 3. Boxjumps De leerling moet met beide hakken op de box springen. Er gewoon opstappen mag ook, maar de hakken mogen niet over de zijkant uitsteken. Elke sprong of stap die aan bovenstaande vereisten voldoet is een punt. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 4 van 66 4. Over de kast heen en weer klimmen Elke keer als je erover bent, telt als 1 keer. Hoe de leerling erover heen klimt, maakt niet uit. 5. Sprinten van pylon naar pylon met een kettlebell of een dumbbell in de handen. De pylonen moeten 6 meter uit elkaar staan. Elke keer als je een pylon bereikt krijg je een punt. Aandachtspunt: Loop rechtop en draag de dumbbell of kettlebell zo dicht mogelijk tegen je lichaam aan. 6. Wall Ball We gaan een medicine ball uitstoten vanuit de benen, naar een bepaald vooraf aangegeven punt op de muur. Vervolgens laten we de bal vallen. We tillen via de benen de bal weer op en stoten explosief uit naar hetzelfde punt. Aandachtspunt: Meisjes mogen een lichtere bal gooien en/ of op een lager punt op de muur mikken. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 5 van 66 Scoreformulier Aantal herhalingen Naam: ……………………………………………………........................ Klas ……………………………………………………............................ Leeftijd ……………………………………………………....................... minuut 1 1 Push ups 2 Sit-ups 3 Box jumps 4 Over de kast heen en weer klimmen 5 Sprinten van pilon naar pilon met een kettlebell of een dumbbell in de handen 6 Wall Ball minuut 2 minuut 3 Totaal: Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 6 van 66 Evaluatie kort Hoeveel leerlingen deden er mee met de les? Les 1: 4 Les 2: 10 Hoe waren de reactie op de les? Les 1: Zwaar maar voldaan. Les 2: Geweldig, zeker met oog op sterker worden! Wat vinden leerlingen ervan van 1 tot 10? Les 1: 7.0 Les 2: 8.5 Evaluatie vanuit de grondpijlers Discipline De leerlingen van klas 1 waren met een kleiner aantal, zodat ze elkaar niet goed genoeg konden motiveren. Daarnaast was de intensiteit te hoog. Het is aan te raden om een grote groep leerlingen bij elkaar te hebben, dat motiveert meer en het is het minder individualistisch. Groep nummer 2 bestond uit een veel groter aantal leerlingen. Zij motiveerden elkaar door het accent te leggen op wie de sterkste van de klas zou zijn. Daardoor werd het makkelijker om door te zetten, ook als het eigenlijk te zwaar werd. Zelfstandigheid De leerlingen werkten prima samen. Telkens hielden ze van elkaar de score bij en nadat de oefening afgerond was, kozen ze een nieuwe oefening. Alle oefeningen werden meerdere malen gedaan en ook de zwaardere oefeningen werden zonder morren opgepakt. Sociaal gedrag Tijdens de uitleg van het eerste onderdeel benadrukte ik hoe belangrijk het was dat leerlingen elkaar corrigeerden op de uitvoering van de oefeningen. Dit gebeurde helaas niet zoals ik had bedoeld. Tijdens de ‘workout of the day’ waren de meeste leerlingen vooral bezig met zichzelf en het enige wat de jongens tegen elkaar zeiden was dat een ander de oefening niet eerlijk genoeg (dus slordig) uitvoerde. Dit was voornamelijk uit eigen belang omdat men bang was dat de ander een hogere score zou halen. Halverwege de les heb ik nogmaals benoemd hoe belangrijk ik het vond dat ze elkaar ook aanmoedigden en dat het mogelijk zou zijn een hogere score te halen als iemand je aanmoedigt. Ook heb ik nogmaals benoemd dat het de bedoeling is dat je teammaatje voor jou telt, zodat de ander zich volledig kan concentreren op de oefening. Hierna ging het iets beter. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 7 van 66 Lesvoorbereiding 2: Leefstijltest Sportles om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Niveau 1 AKA ROC van Twente Lesdoelstelling Bewustwording creëren van eigen fysieke gesteldheid waarbij de eigen fysieke gesteldheid gerelateerd wordt aan die van medeleerlingen. Vandaaruit conclusies trekken. Men leert zelfstandig werken door in tweetallen aan de gang te gaan. Doelstelling m.b.t. de grondpijlers Zelfdiscipline/ doorzettingsvermogen Fysieke oefeningen uitvoeren in een bepaalde tijd. De verzuring treed waarschijnlijk al snel in, de kunst is dan om goed de krachten te verdelen en om voldoende zelfdiscipline op te brengen om de oefeningen toch een minuut vol te houden. Ook bij de shuttle- run test is een zekere mate van discipline nodig. Vraag leerlingen elkaar aan te moedigen. Zelfstandigheid De leerlingen moeten zelf een minuut bijhouden en elkaar er ook op attenderen wanneer de tijd om is. Tegelijk moeten ze ook van elkaar het aantal herhalingen tellen. Bij de shuttle- run test moeten ze zelf in de gaten houden of ze door kunnen of niet. Forceren is niet goed, maar het is ook niet goed wanneer ze te zacht voor zichzelf (of anderen) zijn. Sociaal gedrag De medespeler controleert of de andere speler de oefening eerlijk uitvoert en het dus niet makkelijker maakt voor zichzelf. Ook kan een helpende hand geboden worden door bijvoorbeeld op elkaars benen te steunen tijdens de uitvoering van de sit- ups. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 8 van 66 Lesonderdeel 1: Sit- ups Een minuut lang probeert de ene deelnemer zoveel mogelijk sit-ups te maken de andere houdt de stand bij. De bedoeling is om vanuit ligstand helemaal rechtop in zitstand te komen, zonder handen te gebruiken. De tijd wordt door de deelnemers zelf bijgehouden, net als het aantal situps. Als de minuut voorbij is, dan wordt het behaalde aantal sit- ups ingevuld op het formulier dat men daarvoor gekregen heeft. Lesonderdeel 2: Push- ups Een minuut lang proberen de deelnemers (om de beurt) hoeveel sit- ups ze kunnen maken. Ga op je buik liggen en leg je handen op dezelfde hoogte als de schouders en leg je handpalmen op de vloer. Zorg dat je benen tegen elkaar liggen en dat je op de grond steunt met je tenen. Houd je gezicht naar de grond gericht en strek je armen zover mogelijk uit, waarbij het lichaam van de grond komt. Zorg ervoor dat je rug niet buigt en dat je lichaam gestrekt blijft. Voor het doen van push ups wordt dit als de meest inspannende handeling gezien. Laat je rustig zakken (niet als een zak hooi neerstorten) tot je net boven de grond hangt Dames mogen zich op de knieën opdrukken. De tijd wordt wederom zelf bijgehouden. Als de minuut voorbij is, dan schrijf je het behaalde aantal push- ups op het formulier dat je gekregen hebt. Les onderdeel 3: Knijpkrachtmeting Druk op de ON- knop en draai aan het wieltje totdat je de optimale wijdte hebt bereikt waarop je de meeste kracht kunt uitoefenen. Knijp vervolgens zo hard mogelijk in het apparaat. Bij dit onderdeel moet je de arm geheel gestrekt houden langs het lichaam. Het getal dat er staat is je maximale knijpkracht. Je mag vier keer knijpen. Noteer vervolgens de hoogst behaalde score. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 9 van 66 Les onderdeel 4: Weegschaal Voor veel mensen spreekt een weegschaal voor zich. Zorg dat de weegschaal op ‘0’ staat. Trek je schoenen uit, haal alle spullen uit je zak en ga op de weegschaal staan. Noteer vervolgens het resultaat. Les onderdeel 5: Lengtemeter Trek je schoenen uit en zorg dat je zo recht mogelijk tegen de leuning gaat staan. Iemand anders kijkt wat er aangegeven wordt. Schrijf je lengte vervolgens op het formulier. Lesonderdeel 6 : Sprongkrachtmeter Maak het lint vast om je middel. Draai vervolgens aan het klosje zodat het touwtje strak staat. Druk nu op de ON- knop. Spring vervolgens zo hoog als je kunt en land weer op het matje. Noteer nu het aantal cm dat je hebt gesprongen. Lesonderdeel 7: Shuttle- run test De test wordt eerst door de ene helft van de klas gezamenlijk uitgevoerd, daarna door de andere helft. De bedoeling is dat deelnemers naast elkaar op de gele lijn gaan staan. Vervolgens lopen ze naar de overkant op het moment dat de eerste ‘piep’ te horen is. Voordat de volgende ‘piep’ komt moeten de leerlingen aan de overkant zijn (weer op de gele lijn). De ‘piep’ gaat steeds sneller, totdat bepaalde leerlingen niet meer kunnen. Na een aantal ‘piepjes’ wordt er omgeroepen ‘trap 1’. Uiteindelijk Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 10 van 66 gaat dit zo door, uiteindelijk tot trap ‘22’. Wanneer leerlingen eruit gaan, moeten ze het resultaat (het aantal trappen) op het formulier invullen. Evaluatie kort Hoeveel leerlingen deden er mee met de les? Les 1: 5 Les 2: 5 Les 3: 5 Hoe waren de reacties op de les? Positief, wanneer er iets gemeten moest worden, dan volgde er telkens competitie onderling op een leuke manier in beide klassen. Iedereen zag in dat er goed samengewerkt kon worden! Koppeling naar de doelstelling Les 1, 2 en 3: Samenwerking werd erg goed opgepakt. De leerlingen hielpen elkaar uitmuntend met tellen etc. Wat vinden leerlingen ervan van 1 tot 10? Les 1: 7,5 Les 2: 8,5 Evaluatie vanuit de grondpijlers Discipline Er werd erg veel discipline getoond. Vele leerlingen deden zelfs meerdere pogingen om een zo goed mogelijk resultaat neer te zetten! Sommige waren dan ook behoorlijk uitgeput! In klas 3 bij het Esrein merkte ik dat er veel onrust was. Nadat ik er even met de botte bijl doorheen was gegaan, ging het stukken beter. Pas toen werd er discipline getoond net als in de andere klassen. Dit had te maken met het feit ze op een andere locatie waren dan op school en dat bracht onrust met zich mee. Ook de discipline om niet teveel te doen bij de shuttle run test was goed. Ik hoefde er zelf niemand uit te halen omdat hij of zij er bij neer zou vallen. Zelfstandigheid In tweetallen werd er super zelfstandig gewerkt. Alle klassen hadden begrepen wat er van hen verwacht werd. Ook in tweetallen werd er goed samengewerkt. Ik hoefde alleen bij de laatste klas eenmalig te zeggen dat de leerlingen wat moesten gaan doen, daarna werd er super zelfstandig gewerkt! Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 11 van 66 Sociaal gedrag De leerlingen waren erg behulpzaam voor elkaar. Ze hielpen elkaar met alles en moedigden elkaar ook aan. Erg mooi om te zien vanaf de zijlijn! Verder was de gunfactor hoog, leerlingen maakten het elkaar niet moeilijk, tenzij er iemand vals speelde! Op sommige momenten ontstond een sportieve competitie, vooral bij de knijpkrachtmeter. Invulformulier Leefstijltest Oefeningen Naam: Naam: Score Score Sit- ups Push-ups Knijpkrachtmeting Weegschaal Lengtemeter Sprongkrachtmeter Shuttle- run test Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 12 van 66 Lesvoorbereiding 3: Freerunning Sportles om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Niveau 1 AKA ROC van Twente Freerunning is een activiteit die onder de categorie urbansport valt. Dit zijn activiteiten die in een stad gedaan kunnen worden. Freerunning richt zich op allerlei objecten. Bijvoorbeeld salto’s via de muur en over muren heen springen en van hoge objecten afspringen of van hoge gebouwen naar andere gebouwen springen. Kortom veel uitdaging! Lesdoelstelling De les is bedoeld om met de activiteit ‘freerunning’ de doelstellingen discipline, sociaal gedrag en zelfstandigheid te bevorderen. Dit doen we door de studenten te laten samenwerken, door grenzen te verleggen (discipline) en we confronteren de student met zijn / haar eigen grenzen. Wat vind je eng en wat niet en wat doe je wanneer je iets niet goed durft. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 13 van 66 Doelstelling m.b.t. de grondpijlers Zelfdiscipline/ doorzettingsvermogen Er zullen leerlingen zijn met hoogtevrees of leerlingen die minder vaardig zijn. Zij zullen sommige onderdelen liever vermijden. Doel is leerlingen zo ver te krijgen dat ze de zelfdiscipline kunnen opbrengen om toch dat moeilijke obstakel te proberen. Daarbij proberen we niet te pushen, maar laten we de leerling zien dat het veilig genoeg is en dat de docent of andere leerlingen hulp kunnen verlenen. Zelfstandigheid Als docent kunnen we niet op elk moment bij elk onderdeel staan. Geef dit aan bij de leerling en vraag om begrip hiervoor. Bij de meest veilige onderdelen mogen de leerlingen zelfstandig werken. Elk onderdeel is veilig om in groepjes te werken, behalve de salto achterover, daar moet een docent bij staan. Sociaal gedrag Bevorderen van sociaal gedrag door leerlingen te vragen om elkaar te helpen bij de salto achterover via de muur. De docent geeft uitleg over hoe dit uitgevoerd moet worden en hoe de vanghulp moet zijn. Wanneer iemand een handje nodig heeft bij het kastspringen, dan moet iemand van de leerlingen bereid zijn om te helpen. Lesonderdeel 1: Catjump Klim in het wandrek via de bank en spring eraf en land op de mat. Maak vervolgens een doorrol en kom weer zo snel mogelijk in de benen. Benadruk dat het doorrollen belangrijk is om te voorkomen dat de klap geheel opgevangen wordt door de enkels en knieën. De kracht van de val gaat in de rol zitten en de energie gaat in de mat over. Wanneer een leerling dit heel goed beheerst, dan mag hij of zij proberen om van hoger af te springen. Benodigdheden: - Wandrek - Bank - Dikke mat Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 14 van 66 Tekening: Wandrek Bank Dikke mat Lesonderdeel 2: Kast-sprong Spring via de reuterplank over de kast door met 1 hand op de kast te steunen. Probeer na de landing zo snel mogelijk weer verder te lopen. Aandachtspunt: Kijk altijd voor je en nooit naar de kast of naar de grond, want dan ga je kantelen en kun je dus vallen. Hulpverlening is alleen gewenst wanneer de kast erg hoog staat. Tekening: Reuterplank Kast Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ 2 turnmatten op elkaar Pagina 15 van 66 Lesonderdeel 3: Muursprong Neem een aanloop en klim zo hoog mogelijk en draai vervolgens om en land op je voeten met een snelle doorrol. De leerling mag niet boven op de mat gaan zitten, want als een volgende leerling er bovenop valt dan levert dat ernstige blessures op. Klaarzetten: Zet eerst 3 banken rechtop tegen de muur, in een hoek van 45 graden. Let erop dat de wieltjes aan de bovenkant van de bank zijn! Leg vervolgens een dikke mat tegen de onderkant van de banken aan en leg daarop een mat tegen de banken aan. Tekening: Dikke mat Dikke mat Lesonderdeel 4: Objectensprong Dit onderdeel gaan we van object naar object springen. We beginnen op de kastkop en springen vervolgens naar de kast. Daarna van de kast naar de box en daarna weer op de grond. Leg voldoende valmatjes neer en maak de objecten niet te hoog. Kast box valmat valmat valmat box kastkop valmat Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 16 van 66 Evaluatie kort Hoeveel leerlingen deden er mee met de les? Les 1: 4 leerlingen Les 2: 9 leerlingen Hoe waren de reacties op de les? Les 1: Niet voldoende uitdaging voor L., hij was de enige jongen. Les 2: Heel erg gaaf! Leuk dat dit ook in de zaal kan! Koppeling naar de doelstelling Leerlingen werden verplicht elkaar te helpen en dus sociaal gedrag te vertonen. Wat vinden leerlingen ervan van 1 tot 10? Les 1: 6 Les 2: 8.5 Evaluatie vanuit de grondpijlers Discipline Zoals ik bij voorbaat al verwachtte, waren er inderdaad leerlingen die het eng vonden om van een hoog toestel te springen. Ook van object naar object springen vonden sommige eng. Opvallend was dat toen ik de hand vast hield van een meisje, zij het toen wel durfde! Ze kreeg dus een succesmoment! Dit zelfde meisje had bij de ’bayoflip’ onvoldoende lef om er overheen te springen. Wanneer ik alleen maar bij dit onderdeel ging staan, durfde ze er wel overheen te gaan. Ik gaf dus vertrouwen door er alleen te gaan staan. Dit gold trouwens voor meerdere leerlingen. Denk er wel aan dat je de juiste vanghulp toepast bij de verschillende onderdelen, want als het misgaat, is het vertrouwen weg en kan er op dit onderdeel weinig aan discipline gewerkt worden. Al met al is er veel zelfdiscipline getoond door moeilijke obstakels toch te overmeesteren! Zelfstandigheid De leerlingen kregen de vrijheid om zelfstandig op onderdelen te gaan werken. Op deze manier lag er minder druk op hun schouders en waren niet alle ogen tegelijk op 1 persoon gericht. Docent Peter en ik hebben ons zo opgesteld dat we allebei bij een onderdeel stonden, op die manier konden we bij de moeilijke onderdelen hulp verlenen. Ook waren er stoere jongens die elkaar gingen uitdagen door onderdelen iets moeilijker te maken. Deze jongens werkten goed samen zodat er leuke attracties ontstonden. Uiteraard bewaakte ik de veiligheid. Ook hier werd er dus discipline getoond door hetzelfde te proberen te doen als de ander. Wanneer de truc veel te moeilijk was, merkte ik aan de leerlingen dat ze zichzelf goed kenden en dus de roem bij de andere leerling lieten. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 17 van 66 Sociaal gedrag In eerste instantie viel mij op dat de meeste leerlingen voor eigen geluk gingen en niet bezig waren met de medeleerlingen. Dit heb ik niet direct bespreekbaar gemaakt tijdens de uitleg, maar hier heb ik bewust even mee gewacht. Nadat ik tussentijds aangaf dat ik het belangrijk vond elkaar te helpen bij moeilijke onderdelen, ging dit beter. Opvallend was ook dat heel veel leerlingen niet afhankelijk wilden zijn van een medeleerling. Zo werd er vaak voor gekozen om de hele activiteit maar niet te doen in plaats van hulp te vragen bij een medeleerling. Wanneer een van de docenten bij het onderdeel ging staan, dan waren leerlingen eerder geneigd de oefening te doen. Niemand in de hele groep beledigde een ander omdat hij of zij iets niet kon. Er werd dus wel respect getoond voor elkaar! Evaluatie gedetailleerd per klas: Les 1 Ik had allerlei toestellen klaargezet wat een enorm werk was. Ik had het gevoel dat ik ze hier een groot plezier mee kon doen, want de vorige keren heb ik gehoord dat er behoefte was om een keer met toestellen dingen te gaan doen! De eerste groep bestond maar uit 4 leerlingen waarvan er 3 meededen. K. zat met rugklachten aan de kant, L., K. en J. deden mee. L. voelde zich als enige zeer sportieve jongen totaal niet uitgedaagd. De dames durfden niet veel. Ook had ik het idee dat ze teveel in de individuele belangstelling stonden. De groep was gewoon te klein voor deze activiteiten. Het mooie van deze les was wel dat iedereen de toestellen heeft kunnen doen en dat dus alle angsten overwonnen waren! We hebben ook een salto achterover gedaan via de muur. Vooral bij J. was hier geen motivatie voor. Er werd niet super veel samengewerkt, dat was wel jammer. Vooral de dames gingen snel aan de kant zitten, dit motiveerde anderen niet echt. Nog steeds stoort het mij dat de opkomst zo laag is. Les 2 Hier hadden we een beter opkomst. M. had beloofd sportkleding mee te nemen en voor het eerst mee te doen. Hij was er en deed supergoed mee! Dit was erg mooi om te zien! De hele klas voelde zich enorm uitgedaagd om deze activiteiten te doen en dat maakte het een super lesje! R. bloeide bij deze activiteiten helemaal op. Normaal is hij op de achtergrond aanwezig, vandaag deed hij alles op het hoogste niveau mee. Hij kreeg aanzien omdat hij alles ontzettend goed kon. Bij deze klas hebben we allemaal een achterover salto gedaan via de muur. Dit deden we met hulpverlening. Na een tijdje wilde F. de salto zonder hulp doen. Er lagen matten en dus wilde ik hem niet teveel betuttelen en liet hem zijn gang gaan. Hij maakte de sprong totaal verkeerd, gelukkig stond ik erbij en kon ik een beetje hulp verlenen zodat hij niet op zijn nek belandde. Achteraf gezien had ik hem niet mogen laten springen. Het risico was te groot om verkeerd te landen. Ik had dit moeten doorzien. Vertrouwen is goed in een leerling, maar ik had moeten controleren of hij inderdaad al in staat was om de salto zelf te maken. Bij de salto achterover via de muur heb ik Harm gebeld om een voorbeeld te geven. Hij deed een prachtig voorbeeld voor en dat vonden de leerlingen geweldig. Dit daagde ze uit om het zelf ook te Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 18 van 66 leren. Ze hielpen elkaar hier ook erg goed bij! Al met al een zeer geslaagd lesje waarbij discipline om angst te overwinnen en samenwerking centraal stonden. Les 3 We zijn met de sporttas naar buiten gegaan want het was fantastisch weer! Het was een heel gedoe om de jongens zover te krijgen om naar buiten te gaan en al hardlopend naar de tuindorpvijver toe. Eenmaal buiten zagen ze de zon en hoorden ze de vogeltjes fluiten, dit maakte veel goed. De jongens liepen allemaal erg goed mee! Het was fantastisch om dit te zien! We deden op de locatie een WOD (workout of the day). Dit bestond uit 4 oefeningen allemaal een minuut achter elkaar uitvoeren: boxjumps op banken, touwtje springen, optrekken aan een fietsenrek, side raises met elastiek. Alle herhalingen moesten ze bij elkaar optellen en daar kwam een winnaar uit. Ik had het eigenlijk niet verwacht, maar de jongens konden de discipline zodanig vinden dat ze het geweldig vonden! Vervolgens gaf ik ze aan het einde van de les de mogelijkheid om hard terug te lopen om zolang mogelijk pauze te behouden of wandelen. Het merendeel van de groep ging hardlopend terug naar school! Ook hier weer een geweldige les! Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 19 van 66 Lesvoorbereiding 4: Voetbal Sportles om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Niveau 1 AKA ROC van Twente Lesdoelstelling Voor beginners: kennismaking met voetbal en voor gevorderden: uitbreiding van de vaardigheden van de sport voetbal. Samenwerken door elkaar te helpen bij activiteiten (sociaal gedrag) als ook discipline op te brengen bij de verschillende activiteiten. Doelstelling m.b.t. de grondpijlers Zelfdiscipline/ doorzettingsvermogen Mikken is een activiteit die veel geduld en vaardigheid vereist. Om dit te leren is zelfdiscipline en doorzettingsvermogen, wat hiermee verder ontwikkeld wordt. Hoe vaker iets lukt, hoe groter de succesbeleving, de prikkel om door te gaan. Men ervaart dat oefening kunst baart. Het is dus belangrijk om voldoende te differentiëren zodat zowel de betere als de zwakkere leerling succes ervaart. Zelfstandigheid Moeilijke oefeningen krijg je niet in 1 keer onder de knie, dit moet zelfstandig geoefend worden tot je het onder controle krijgt. Samenwerken In tweetallen zal er moeten worden samengewerkt. Leerlingen geven elkaar adviezen en moedigen elkaar aan om zodoende tot betere resultaten te komen. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 20 van 66 Lesonderdeel 1: Mikken door een hoepel (discipline) We werken in tweetallen. Een ringenstel wordt naar beneden gehaald en in de ringen hang je een hoepel. Hang de hoepel op een zodanige hoogte dat de bal er doorheen geschoten kan worden. De hoogte kan per duo verschillen. Markeer 3 plaatsen van waar de bal door de hoepel geschoten kan worden: van makkelijk naar moeilijk, steeds verder naar achteren. De eerste keer wordt er vanaf de markering die het dichtst bij de hoepel is geschoten. Een leerling schiet de bal en de andere staat achter de hoepel om de bal weer terug te spelen en om de stand bij te houden. De tweede leerling geeft tevens adviezen en moedigt aan. Als het gelukt is om de bal door de hoepel te schieten, dan gaat de leerling een plaats verder naar achteren. De leerlingen mogen in totaal 5 pogingen doen. Een punt per goed schot. Tip: Leg uit dat je lichaam naar achteren moet leunen wanneer je een bal de lucht in wilt schieten. Benodigdheden: - Ringenstel - 1 Hoepel - 1 Voetbal Tekening: Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 21 van 66 Lesonderdeel 2: Mikken op een blokje (Discipline) Er staat een blokje rechtop en we gaan proberen dit blokje om te schieten. We hebben in totaal 5 plaatsen vanwaar we mikken. Wanneer de leerling vanaf de eerste positie het blokje heeft weten om te schieten, mag hij naar de volgende. De ene probeert een het blokje om te schieten en de ander heeft de functie om de bal weer terug te spelen en het blokje eventueel weer rechtop te zetten. Je mag telkens 3x proberen. Na 3x mis schieten, moet de leerling weer terug naar de vorige plaats. Als de leerling het 2x over 3x heeft geprobeerd, dan is de ander aan de beurt. Benodigdheden per duo: - Blokje van hout - 5 Lintjes of pylonen om 5 plaatsen te markeren vanwaar geschoten moet worden. - 1 Voetbal Tekening: 5 4 3 2 Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ 1 Pagina 22 van 66 Les onderdeel 3: Balanceren en terugspelen van de bal (samenwerken) Er staat een kastkop op de grond voor de beginners, daar gaat een leerling op staan en de partner van die leerling gaat tegenover hem of haar staan en gooit de bal aan vanaf de grond. Degene op de kast schopt de bal zachtjes terug in de handen van de medeleerling. Voor de betere voetballer zetten we een bank op de kop waardoor het meer balanceren wordt. De leerlingen doen hier hetzelfde, maar dan op een evenwichtsbalk. Om het nog iets moeilijker te maken kan de afstand vergroot worden of moet de bal eerst aangenomen worden en vervolgens weer teruggespeeld worden. Benodigdheden: - 1 Kastkop - 2 Voetballen - 1 Bank Tekening: Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 23 van 66 Les onderdeel 4: Twee tegen twee In tweetallen spelen we een wedstrijdje tegen elkaar. Er wordt gescoord op de doeltjes. Lichamelijk contact is niet toegestaan, zoals dit overigens nooit bij zaalvoetbal is toegestaan. Er mag van alle kanten gescoord worden maar uiteraard moet de leerlingen rekening met elkaar houden en dus mag er niet te hard worden geschoten. Benadruk hoe belangrijk het is om sociaal gedrag te vertonen. Tip: Let op dat leerlingen qua vaardigheid en conditie zo goed mogelijk over de teams verdeeld worden zodat het ‘gelijkwaardige’ teams worden. Benodigdheden: - 1 Voetbal - 2 Doeltjes - Banken om het veld mee af te zetten Tekening: Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 24 van 66 Evaluatie kort: Hoeveel leerlingen deden er mee met de les: Les 1: 12 Les 2: 8 Hoe waren de reacties op de les: Vooral de techniekklas was enthousiast. De jongens vonden het prachtig om hun eigen vaardigheden te demonstreren en te oefenen. Door met punten te werken, ontstaat er een spelelement. Koppeling naar de doelstelling: Een prima kennismaking met voetbal voor hen die nog niet vaak met een voetbal gespeeld hebben en bij gevorderden is het leuk te zien dat ze de vaardigheid vergroten maar vooral ook plezier aan de activiteit hebben. Het samenwerken gaat steeds beter en de leerlingen werken prettig samen. Door de oefeningen te differentiëren qua moeilijkheidsgraad is het een prima oefening om zelfdiscipline te oefenen. Wat vinden de leerlingen ervan van 1 tot 10: Les 1: 8 Les 2: 8 Evaluatie vanuit de grondpijlers Zelfdiscipline/ doorzettingsvermogen De oefeningen leveren vooral voor alle niveaus meerwaarde om zelfdiscipline en doorzettingsvermogen te trainen. Door de oefening te verzwaren, als het te eenvoudig bleek, hadden alle leerlingen een behoorlijke uitdaging. Bij zwakke leerlingen is die overigens wel groter. Als anderen veel beter presteren is de drang om te stoppen groter. Om dan toch door te gaan, vereist best wat zelfdiscipline. Zelfstandigheid Bij alle oefeningen moesten leerlingen zelf de score bijhouden en zelfstandig het spel gaande houden. Daarnaast zie je dat de leerlingen na afloop eerder geneigd zijn om te helpen opruimen, zonder dat daar om gevraagd wordt. Door positieve feedback wordt zelfstandig gedrag aangemoedigd. Samenwerken De meeste oefeningen worden in duo’s uitgewerkt en dus wordt er samengewerkt. Op een enkeling na, die wat minder gemotiveerd was, ging het samenwerken best goed. Ook binnen beide groepen is de sfeer goed. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 25 van 66 Lesvoorbereiding 5: Badminton Sportles om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Niveau 1 AKA ROC van Twente Lesdoelstelling Kennismaken met de sport badminton om vrijetijdsbesteding en lichaamsbeweging te bevorderen. Samenwerken om tot een vooraf gesteld doel te komen. Discipline opbrengen om moeilijke, intensieve sportieve handelingen te oefenen. Doelstelling m.b.t. de grondpijlers: Zelfdiscipline/ doorzettingsvermogen Wanneer leerlingen nog helemaal geen ervaring hebben met racketsporten, dan zal deze activiteit niet eenvoudig zijn. Wanneer er ‘vlieguren’ gemaakt worden, zal deze activiteit vanzelf beter gaan. Maar hiervoor is wel doorzettingsvermogen en dus zelfdiscipline nodig. Zelfstandigheid Zelfstandig werken in tweetallen door opgedragen oefeningen samen uit te voeren. Retourneren. Sociaal gedrag Elkaar helpen m.b.t. toepassen van de techniek en elkaar corrigeren wanneer nodig. Accepteren dat een ander in badminton minder goed of beter is dan jijzelf en toch willen samenspelen. Samen een doel zien te bereiken door bijvoorbeeld over te spelen. Dit kan in tweetallen, maar ook in een grotere groep. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 26 van 66 Lesonderdeel 1: In tweetallen samenwerken, retourneren De docent hangt een badmintonnet op en zorgt dat deze strak hangt op een hoogte van 1.55 meter. Dit net wordt over de hele lengte van de zaal opgehangen. Er kunnen nu 4 leerlingen op een klein veldje staan. Zorg ervoor dat het midden van het net ondersteund wordt met korfbalpalen, anders gaat het net hangen. Alle leerlingen zoeken een plek op in het veld en gaan tegenover een tegenstander staan. Let wel: leerlingen kunnen door niet goed op te letten elkaar raken met de racket. Om dit te voorkomen, worden leerlingen vooraf hier even op geattendeerd. De opdracht: * Leerlingen gaan naar elkaar overspelen en het tweetal dat 25 keer heeft kunnen overspelen en daarna het eerst op de grond gaat zitten heeft gewonnen. Benadruk als docent hierbij dat het belangrijk is om de shuttle zo makkelijk mogelijk naar elkaar toe te spelen, daarnaast is het belangrijk om de shuttle niet teveel met een boogje te spelen, dit kost tijd. Leerlingen mogen dus met elkaar overleggen en samenwerken om tot een zo goed mogelijk resultaat te komen. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 27 van 66 Lesonderdeel 2: In een groep samenwerken De groep wordt in tweeën gesplitst en over 2 kleine veldjes verdeeld. We gaan als groep samenwerken en retourneren. De opdracht wordt: * Speel de shuttle naar de overkant en loop met de klok mee onder het net door en sluit weer achteraan in de rij. Iedere leerling speelt vervolgens de shuttle weer terug en loopt ook met de klok mee onder het net door. * Tel het aantal keren dat er overgespeeld wordt. Het maakt het spannender om een wedstrijd te houden tussen de 2 teams, bijvoorbeeld wie het eerst 50 keer heeft overgespeeld. Aandachtspunt: Benadruk hoe belangrijk het is dat leerlingen het elkaar niet te moeilijk maken omdat ze anders gezamenlijk niet tot het gewenste resultaat komen. Wanneer de shuttle op de grond valt, spelen we hem gewoon weer opnieuw op! Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 28 van 66 Les onderdeel 3 :In drietallen samenwerken Leerlingen werken samen in drietallen. Eén leerling van het drietal gaat aan 1 kant van het net staan. Aan de overkant gaan de andere 2 leerlingen in een hoepel zitten met allebei een koker in de hand (een koker om shuttles in te doen). Het andere drietal doet precies hetzelfde, maar dan in tegengestelde richting. De opdracht: * De 2 staande leerlingen proberen de shuttle in de kokers van hun medeleerling in het veld tegenover te spelen. De staande leerling moet dit voorkomen en dus voor die tijd de shuttle wegspelen en als het kan in een van de kokers van de medeleerlingen tegenover hem of haar. Elke keer als dit lukt, is dit een punt waard. Situatieschets: Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 29 van 66 Les onderdeel 4: In tweetallen retourneren en het net aantikken. We gaan overspelen en 1 van het tweetal tikt elke keer het net aan en speelt daarna de shuttle weer terug. Dit doen we 10 keer en dan wisselen we. Opdracht: * Speel de shuttle op en tik vervolgens het net aan. Benadruk hoe belangrijk het is dat de één de shuttle zodanig speelt dat de ander de tijd heeft om de opdracht goed uit te voeren. * Als de opdracht te eenvoudig is, kan worden overwogen om de leerlingen de achterste muur te laten aantikken en vervolgens weer terug spelen. * Een andere variatie is om alles verplicht boven of onderhands terug te spelen of alleen met een backhand. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 30 van 66 Niveau 1 AKA ROC van Twente Soort les: Badminton les 2 Les onderdeel 1: Warming- up Alles leerlingen gaan op 1 veldje staan. De helft aan de ene kant van het net en de helft aan de andere kant. Probeer het elkaar moeilijk te maken door de shuttle verassend en afwisselend te spelen, maar wel zo dat de shuttle nog net terug gespeeld kan worden. Dus speel met de ruimte van op het veld van je partner. Lesonderdeel 2.1: Vlak over het net spelen vanuit een makkelijke situatie Benodigdheden: * twee rackets * een net * 1 hoepel * 5 Shuttles per tweetal Wil je bij badminton punten behalen, dan moet je je tegenstander wel kunnen verrassen. We moeten proberen het campingbadminton achter ons te laten. Ieder tweetal krijgt een 5-tal shuttles. De leerlingen spelen de shuttle ieders 1x over en direct daarna speelt een van het tweetal de shuttle zo vlak over het net zodat hij in de hoepel beland. Dit doet hij 5 keer en daarna wisselen ze om. De bedoeling is om te kijken wie van de leerlingen het presteert om 5 shuttles in de hoepel te krijgen. Tip: Onderhands is het makkelijkst om de shuttle te spelen, want dan heb je de meeste controle over de slag. Benadruk ook dat het belangrijk is dat de shuttle zo makkelijk mogelijk gespeeld wordt door de ander, anders wordt deze oefening erg lastig. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 31 van 66 Lesonderdeel 2.2: Dichtbij het net spelen uit een moeilijke beginsituatie Weer gaan we proberen om samen te spelen. We spelen 1x over en weer. Opdracht: Elk tweetal krijgt 5 shuttles. Er wordt 1x overgespeeld. De shuttle wordt moeilijk gespeeld en de ander probeert hem zo vlak mogelijk over het net terug te spelen. We plakken 3 stukjes tape op de grond. Komt de shuttle voor of op het verste stukje tape, dan is het 1 punt waard. Komt de shuttle bij het dichtstbijzijnde stukje tape, dan is het 3 punten waard, daar tussenin is natuurlijk 2 punten waard. Na 5 shuttles tellen we het aantal punten bij elkaar op en kijken we wie de meeste punten heeft behaald. 3 2 1 Lesonderdeel 2.3: Partijvorm. We gaan in tweetallen tegenover elkaar staan en we gaan een partijtje spelen. Tijdens deze vorm is het beter om een net over de hele lengte van de zaal te hangen, zeker wanneer er een hele klas speelt. We spelen de shuttle op vanaf de achterlijn. Vervolgens moet de shuttle 3x overgespeeld zijn voordat er een punt gemaakt mag worden. De leerlingen moeten zodanig samenwerken dat ze zelf afspraken maken over wat in en wat uit is. Daarnaast moeten leerlingen er ook zelf op toezien dat er eerlijk wordt gespeeld. We spelen een wedstrijd van in totaal 7 punten. Dus 4-3 is een mogelijke eindscore. Als je gescoord hebt, loop je terug naar de bank en noteer je 1 punt bij jouw team. De eerstvolgende is dan aan de beurt. Op het laatst telt de docent welk team de meeste punten behaald heeft. De docent hoeft dus geen tijd bij te houden. Het voordeel van deze oefening is dat de zwakkere leerlingen niet opvallen omdat ze deel uit maken van een team. Het nadeel is dat een zwakkere leerling ook tegen een heel sterke leerling kan. Ook de sterke leerling kan zich door zijn of haar team niet goed gesteund voelen. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 32 van 66 Evaluatie kort: Hoeveel leerlingen deden er mee met de les: Les 1: 7 Les 2: 8 Hoe waren de reacties op de les: Les 1: Leuke uitdagende activiteiten. Te lang doorgegaan met vlak over het net spelen. Les 2: Techniekklas, in het begin erg negatief. Dit was niks voor hen. Later bleek toch dat het leuker was dan verwacht. Koppeling naar de doelstelling: Kennismaking met nieuwe sportieve activiteit, die veel eist qua inzet en techniek. Accent op samenwerken en discipline. Veel regels waar men zich aan moet houden. Wat vinden leerlingen ervan van 1 tot 10: Les 1: 7 Les 2: 8 Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 33 van 66 Evaluatie vanuit de grondpijlers Discipline Bij het normaal overspelen werd duidelijk dat leerlingen het uitdagend vinden om met elkaar tegen anderen te strijden. Maar deze activiteit moesten we niet te lang doen, de boog kan immers niet te lang gespannen zijn! Verder wordt er bij deze oefening fysiek niet veel discipline gevraagd. De activiteit is redelijk licht, afhankelijk van het niveau van de tegenstander kan het wat pittiger zijn. De discipline bij lessen badminton heeft vooral te maken met het mentale aspect: houden aan regels en actief deelnemen. Zelfstandigheid Tijdens deze les wordt veel zelfstandigheid gevraagd, vooral wanneer we van de leerlingen verwachten dat ze samen spelen en ook samen overleggen over spelregels. Bij de partijvorm merkte ik dat vooral jongens erg aan elkaar gewaagd zijn en vals spelen niet schuwen om te kunnen winnen. Belangrijk is dit bespreekbaar te maken en er eventueel een scheidsrechter bij te zetten (een geblesseerde leerling bijvoorbeeld). Stel na afloop de vraag wat de leerlingen is opgevallen bij het spelen. Probeer bewustwording te kweken over het belang van samenwerken met teamsport. Bijvoorbeeld iemand heeft alle partijtjes gewonnen maar toch kan zijn of haar team verliezen, want dat is teamsport. Sociaal gedrag Eerlijk spelen is iets waar voortdurend aandacht aan besteed moet worden. Hier is het niet op elkaar richten van de shuttle (op de man spelen) het voornaamste issue, wat bespreekbaar gemaakt moet worden. Een leerling gaf achteraf aan dat het niet leuk was om in het team van ‘Jantje’ te zitten omdat die laatste alles verloor. Ik heb uitgelegd dat het moeilijk is om te verliezen en het spel daarom minder leuk kan zijn. Dat snappen we allemaal wel; we winnen zelf ook liever. Maar verliezen hoort bij spelletjes doen. Een andere keer win je weer, misschien wel doordat je een sterke medeleerling hebt, terwijl je zelf minder goed bent. Verliezen is jammer, maar leuk spelen is het allerbelangrijkste. Daarna heb ik hem gecomplimenteerd omdat hij wel door is blijven spelen en geen obstinaat gedrag vertoonde tijdens de les. Om dit soort situaties te voorkomen, zou je gelijkwaardige teams kunnen maken van sterke en zwakke leerlingen waardoor het spel meer gelijk opgaat. Alternatief is om regelmatig van spelpartners te laten wisselen. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 34 van 66 Lesvoorbereiding 6: Team Building Sportles om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Niveau 1 AKA ROC van Twente Lesdoelstelling Leerling leert dat in sommige situaties, net zoals bij deze teambuildingsactiviteiten, samenwerking noodzakelijk is. Leerling krijgt inzicht in de verschillende rollen die in een team worden ingevuld en krijgt zicht op zijn of haar eigen rol hierin. Wie neemt veel de leiding en wie wacht af tot hem of haar een opdracht wordt gegeven? Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 35 van 66 Doelstelling m.b.t. de grondpijlers Zelfdiscipline/ doorzettingsvermogen De docent geeft een opdracht, maar vervolgens moeten leerlingen onderling afspraken maken hoe ze de opdracht gaan uitvoeren. Het houden aan de onderlinge afspraken, vraagt zelfdiscipline van de leerling. De essentie bij teambuilding zit hem vooral in het sociale gedrag en de discipline om als groep een opdracht te voltooien. Zelfstandigheid De docent krijgt inzicht in de mate van zelfstandigheid die de leerling bezit. Groepsleden hebben de keus of ze wel of niet actief deelnemen en of ze wel of niet het initiatief nemen. De leerling maakt zelf de keuze om wel of niet te gaan voor de winst of alleen het hoognodige te doen. Sommige leerlingen gaan nog een stapje verder en nemen de leiding over de groep, een verdergaande vorm van zelfstandigheid. Sociaal gedrag De bankenbrug vergt veel samenwerking. De kastenstapel vergt veel vertrouwen in elkaar om zo dicht bij elkaar te staan. Wanneer bij memorie de rest van het team afspraken heeft gemaakt over de handelswijze, dan kan 1 persoon het bemoeilijken wanneer hij of zij niet op de hoogte is van de afspraken of zich niet aan de afspraak houdt. Lesonderdeel 1: Bankenbrug De groep wordt in 2 teams verdeeld. Elk team heeft 2 banken ter beschikking. Het team moet over de banken naar de overzijde van de zaal, zonder de grond aan te raken. Het team dat dit het snelst kan heeft gewonnen. Benodigdheden: - 4 Banken Let op: Leerlingen moeten samenwerken en dus mogen ze ook afspraken maken over de handelwijze. Benadruk dat dit erg belangrijk is. Opmerking: Wanneer leerlingen toch de grond raken, dan moeten ze opnieuw beginnen. Wanneer de bank helemaal over de lijn is, dan pas is de opdracht voldaan. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 36 van 66 Lesonderdeel 2: Memorie- estafette De groep wordt verdeeld in 2 groepen. Bij een grote groep kan er gekozen worden om meerdere groepen te maken. De leerlingen gaan allemaal achter elkaar zitten achter de gele lijn. Aan de overkant van de zaal wordt een turnmat neergelegd met 6 combinaties van memoriekaarten. Deze worden goed verspreid over de mat. Op het signaal van de docent gaat de eerste leerling snel naar de overkant en legt 2 kaarten om. Als deze hetzelfde zijn, dan mag hij ze laten liggen, wanneer het verschillende kaarten zijn moet hij ze weer omdraaien. Het team dat alle kaarten het eerst compleet heeft, heeft gewonnen. Benodigdheden: - Memoriespel - 2 matjes Let op: Leerlingen mogen elkaar aanwijzingen geven waar de kaarten neergelegd moeten worden, ook mogen ze kaarten anders op de mat neerleggen, als ze maar op de kop liggen. Ga als docent bij de kaarten staan, zodat er zo eerlijk mogelijk gespeeld wordt. Vals spelen is directe diskwalificatie. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 37 van 66 Les onderdeel 3: Kastenstapel We gaan proberen om met zoveel mogelijk mensen op de kast te komen. Alles is toegestaan zolang de veiligheid maar gewaarborgd is en zolang de grond maar niet geraakt wordt. Benodigdheden: 1 Kast Valmatjes aan de zijkant van de kasten Eventueel opname apparatuur (mobiele telefoon, Ipad, camera) Opmerkingen: Leerlingen mogen afspraken maken met elkaar om het doel te bereiken. Let op wie de leiding neemt en wie er afwacht. Bespreek vervolgens met de leerlingen de verschillende rollen die groepsleden hebben in de klas. Wie is de leider? Wie denkt dat hij/ zij de leider is? Wie zijn volgers? Zijn er outsiders? Hoe gaan jullie met elkaar om? Bespreek ook met leerlingen dat ze zo dicht bij elkaar komen te staan dat ze in elkaars persoonlijke zone komen. Wat doet dat met hen? Als er een video-opname gemaakt wordt, kan later nabespreking plaatsvinden, waardoor de leerling beter zicht krijgt op de verschillende rollen. Les onderdeel 4: Teambal Probeer de bal 10 keer over te gooien zonder dat deze onderschept wordt. De bal mag stuiteren. Wanneer een tegenstander de bal aanraakt, dan moet er weer opnieuw geteld worden. Als de 10 behaald is, dan krijgt de tegenstander de bal en daarmee dus de kans om een punt te maken. Benodigdheden: - 1 bal - Eventueel 2 matten Let op: lichamelijk contact is niet toegestaan, ook de bal uit de hand trekken is niet toegestaan. Gebeurt dit vaker dan eens, dan kan de lesgever overwegen om een punt toe te kennen aan de gedupeerde partij. Variatie: Wanneer er erg veel punten worden gemaakt door een team, dan kan er natuurlijk een ander team gevormd worden, maar wat ook mogelijk is, is om het goede team na 10 keer te hebben overgespeeld te hebben een doelpunt te laten maken in een doel. Dit bemoeilijkt het proces voor dat team! Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 38 van 66 Evaluatie kort Hoeveel leerlingen deden er mee met de les? Les 1: 7 Les 2: 10 Hoe waren de reacties op de les? Les 1: De leerlingen vonden het leuk om als team samen te werken. Les 2: Verschillende reacties, behalve positief waren er ook leerlingen die het moeilijk vonden om telkens zo serieus als team te functioneren. Koppeling naar de doelstelling Er werd erg aangedrongen op sociaal gedrag. Leerlingen deden dit dan ook verassend goed. Soms lijkt hun leeftijd nog wel een beetje in de weg te staan. Het is wel moeilijk om als puber met leeftijdsgenoten samen te werken. Wat vinden leerlingen ervan van 1 tot 10? Les 1: 7 Les 2: 7 Evaluatie vanuit de competenties Discipline: De discipline opbrengen om naar 1 leerling te luisteren die de leiding neemt en de afspraken na te komen die in de groep gemaakt zijn bleek lastig. Op deze leeftijd (pubers) willen ze niet echt voor elkaar onderdoen of luisteren naar elkaars orders, maar ook het geven van een opdracht op zo’n manier dat anderen luisteren is niet makkelijk. Zelfstandigheid De opdrachten zijn gericht op samenwerking. Zelfstandigheid kwam dus niet veel aan de orde. Behalve dat er als groep zelfstandig moest worden gewerkt omdat ik als docent met enige regelmaat een stap naar achteren deed. Sociaal gedrag Hier werd erg goed mee omgegaan. Leerlingen begrepen dat er samengewerkt moest worden om doelen te behalen. Bij de bankenbrug werd er duidelijk samengewerkt, dit moest ook wel, want als je op een bank staat en je vervolgens in je eentje een bank wil verplaatsen, dan kom je kracht tekort. De leerlingen zagen in dat ze zonder elkaars hulp niet veel verder kwamen. Bij memorie estafette werd er slecht samengewerkt. Iedereen ging voor eigen geluk. Pas na een tijdje gaf ik aan dat het belangrijk is dat er afspraken worden gemaakt. Pas toen gingen ze kaartjes van een Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 39 van 66 bepaalde soort (bloemen of eten) in een bepaalde hoek leggen. Toen merkte ik ook dat er sneller resultaten geboekt werden. Bij de kastenstapel werd er slecht samengewerkt. Er was niet een duidelijke leider, daarom lukte het niet goed. Pas toen ik een leider had aangewezen werd er samengewerkt en naar de leider geluisterd. Een spontane leider kwam niet naar voren. Bij teambal werd er in beide klassen goed gewerkt. De samenwerking was goed. Echter, de zwakke leerlingen werden snel overgeslagen, waardoor telkens maar een klein groepje deelnam. Ik moest ingrijpen door ze te verplichten om de zwakke leerling minimaal 1x aan te hebben gespeeld. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 40 van 66 Lesvoorbereiding 7: Eén tegen één Sportles om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Niveau 1 AKA ROC van Twente Lesdoelstelling Leren samenwerken Doorzettingsvermogen / discipline ontwikkelen Zelfstandig leren handelen Conditie verbeteren Doelstelling m.b.t. de grondpijlers Samenwerken Belangrijk is dat er eerlijk gespeeld wordt en dat er overlegd wordt over het grijze gebied binnen de spelregels! Zelfdiscipline/ doorzettingsvermogen Doel van deze opdracht om doorzettingsvermogen en discipline te vergroten. Wanneer een leerling duidelijk minder vaardig is in een onderdeel en vooraf al denkt te gaan verliezen is de kans groot dat hij/zij snel opgeeft. De docent benadrukt vooraf en tijdens de opdrachten dat het belangrijk is om door te zetten en niet voortijdig op te geven. Zelfstandigheid In tweetallen strijden tegen elkaar. De score moeten de leerlingen zelf bijhouden. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 41 van 66 Algemene spelregels Alle onderdelen kunnen worden gekozen. Er wordt telkens in tweetallen gestreden. Alle onderdelen duren net zo lang als de tafeltenniswedstrijd. Als die afgelopen is, is degene die op dat moment de meeste punten heeft de winnaar. Je blijft steeds bij dezelfde leerling. De winnaar krijgt 1 punt. We doen niet aan 2 punten verschil, gelijk spel kan gewoon. Lesonderdeel 1: Tafeltennis (wedstrijdje) We spelen tafeltennis volgens de normale spelregels. Om de 5 punten slaat de ander op. We spelen tot één leerling 21 punten behaald heeft. Wanneer de 21 punten behaald zijn, dan roept die leerling heel hard ‘stop’. De leerlingen bij de overige onderdelen stoppen dan ook en draaien door naar het volgende onderdeel. Lesonderdeel 2 : Voetbal (mikken) Er staat een pylon op de kop. Een leerling probeert van 6 meter afstand de pion om te schieten met een bal. Leerling mag de bal maar één keer wegtrappen. Om de beurt doen de leerlingen een poging. De leerling die de meeste punten behaald heeft als het ‘stop’ signaal klinkt, heeft het onderdeel gewonnen! Extra regels: - Met de voet is 1 punt waard Met de hak scoren is 2 punten waard. De bal mag indirect via de muur worden gespeeld, echter alles met 1 schotpoging. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 42 van 66 Benodigdheden: - 1 bal - 1 pylon Les onderdeel 3: Hockeywedstrijd 1 tegen 1 Er staan twee goals op 10 meter afstand tegenover elkaar in de zaal. De leerlingen strijden tegen elkaar en proberen zo vaak mogelijk de puck in het doel van de tegenstander te krijgen. De stick mag niet hoger komen dan de knie. Er mag alleen gepusht worden en dus niet geslagen alsof het een honkbalknuppel is (bij instructie laten zien). Ook bij de hockeywedstrijd geldt dat wanneer het tafeltennis stopt, de wedstrijd afgelopen is. Benodigdheden: - 2 kleine doeltjes - 2 sticks - 1 gatenbal (speciaal voor unihockey) Les onderdeel 4: Tjoekbal 1 tegen 1 Er staat 1 tjoek in de zaal. Je speelt dit spel met 2 leerlingen. De leerlingen werpen en vangen om de beurt. Een leerling gooit de bal vanaf 5 meter tegen de tjoek, de ander moet de bal die terugkaatst van de tjoek, vangen. De leerling die de bal gevangen heeft, krijgt een punt en gooit vervolgens de bal vanaf de vijf meter lijn. Is de bal niet gevangen, dan is het een punt voor de werper. Wordt de bal niet op de tjoek gegooid, dan is het een punt voor de tegenleerling. Extra regels: Wanneer de bal op de stalen rand komt van de tjoek, dan telt dit niet en is het een punt voor de andere partij. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 43 van 66 Les onderdeel 5: Basketbal 5 x scoren Elke leerling mag telkens 5x met een bal op de basket gooien. Degene die de meeste doelpunten maakt van de 5, is de winnaar en krijgt een punt. Om de beurt doen we telkens 5 pogingen. De lesgever geeft de lijn aan van waar gegooid moet worden, de ander van het tweetal staat bij de basket om de bal telkens terug te gooien. Extra regels: Het is niet toegestaan om de ander af te leiden wanneer hij gooit. Zolang er maar van achter de aangegeven lijn gegooid wordt, maakt het niet uit hoe er gegooid wordt. 4 meter Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 44 van 66 Evaluatie kort Hoeveel leerlingen deden er mee met de les? Les 1: 5 Les 2: 10 Hoe waren de reacties op de les? Erg leuk om tegen elkaar te strijden, daarnaast leuke uitdagende activiteiten. Koppeling naar de doelstelling Omgaan met winst en verlies blijft voor sommige nog steeds een moeilijk punt. Vals spelen is iets wat regelmatig voorkomt. Ook elkaar afleiden zodat de ander fouten gaat maken, is iets wat regelmatig voorkomt. Er zaten een paar leerlingen aan de kant. Deze werden ingezet wanneer een team (van 2) het idee had dat er niet eerlijk gespeeld werd. Dan mochten ze zelf een scheidsrechter kiezen uit de leerlingen die niet meededen aan de les. Op deze manier liet ik ze inzien hoe ze het sociale gedrag konden bevorderen. Wat vonden leerlingen ervan van 1 tot 10? Les 1: 8 Les 2: 8,5 Evaluatie vanuit de grondpijlers Doorzettingsvermogen / discipline Er werd flink gestreden voor de eer, niemand wilde voor een ander onder doen. Door mij (docent) werden leerlingen regelmatig aangespoord een tandje extra bij te zetten. Er werd flink gebuffeld en het doorzettingsvermogen werd stevig op de proef gesteld om toch net iets beter te kunnen zijn dan de ander! Bij hockey resulteerde dat in bewustwording van de eigen conditie: sommige leerlingen waren na afloop echt erg vermoeid. Ik heb toen de koppeling gemaakt t.a.v. het opbouwen van conditie en het stellen van lange termijn doelen. Zelfstandigheid De leerlingen moesten zelf hun score bijhouden, dit werd door de meeste goed gedaan. Een enkeling vond het moeilijk om eerlijk te spelen, maar dan waren ze vaak wel zo verantwoordelijk om een scheidsrechter aan te wijzen! Ook moest bij basketbal de bal telkens teruggegooid worden in de kastkop. Ook hier hielpen de leerlingen elkaar prima mee! Samenwerken Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 45 van 66 De omgang met winst en verlies was niet altijd even gemakkelijk. Het blijft voor velen nog steeds erg moeilijk om verlies te accepteren. Wanneer er een scheidsrechter bij betrokken was, ging dit stukken beter! Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 46 van 66 Lesvoorbereiding 8: Kickboksen Sportles om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Niveau 1 AKA ROC van Twente Lesdoelstelling Competenties als zelfstandigheid, discipline en samenwerking bevorderen. Kennismaking met nieuwe sporten om sport binnen deze doelgroep te stimuleren. De sport kickboksen en de normen en waarden die het kickboksen met zich meebrengt, gebruiken we als middel bij het bevorderen van de competenties. Leerlingen laten ervaren ondanks dat niet iedereen even sterk is er ondanks dat toch prima met elkaar gekickbokst kan worden. We laten leerlingen ervaren dat vechtsport niets met geweld te maken heeft, maar puur met sport en bewegen, net als voetbal of handbal. Leerlingen laten ervaren dat vechtsport niets met geweld te maken heeft, maar puur met sport en bewegen, net als voetbal of handbal. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 47 van 66 Doelstelling m.b.t. de grondpijlers Zelfdiscipline/ doorzettingsvermogen Kickboksen is een zeer zware lichamelijke activiteit. Het vergt dan ook een enorm doorzettingsvermogen en dus discipline om een les te volbrengen. Er dient te allen tijde goed geluisterd te worden naar de docent. De docent moet heel goed opletten of de regels juist worden nageleefd. Wanneer een leerling de regels niet naleeft of praat tijdens de uitleg van de docent, dan hoort daar een disciplinaire straf op te staan zoals opdrukken of sit-ups. Zelfstandigheid Wanneer blijkt dat leerlingen de discipline van de les beginnen te begrijpen, dan kan de docent overgaan op het toepassen van meer zelfstandigheid bij de leerlingen. Bijvoorbeeld door een oefening voor te doen en vervolgens deze oefening in tweetallen uit te gaan voeren. Wanneer leerlingen deze opdracht niet goed uitvoeren, dan volgt er een disciplinaire straf. Maar wanneer de toon goed door de docent gezet is, dan komt dit waarschijnlijk nauwelijks voor. Sociaal gedrag Leerlingen werken samen en zijn in tweetallen zelfstandig bezig met een opdracht. Verder wordt er een schijngevecht gespeeld waarbij de docent ingaat op spelregels, normen en waarden binnen de sport. Wanneer de docent het idee heeft dat de meeste leerlingen zich aan de regels zullen houden, dan kan er begonnen worden met het schijngevecht. In dit gevecht staat het rekening houden met elkaar centraal. Een sterkere en een zwakkere leerling kunnen gerust samen vechten, wanneer de sterkere voldoende rekening houdt met de zwakkere. Vertel als docent nog een keer hoe belangrijk rekening houden met elkaar is en dat een knock- out niet iets is dat altijd nodig is. Benadruk dat een ‘tikspel’ ook kickboksen is en geen pijn doet. Lesonderdeel 1: Warming- up De warming-up is bedoeld om lekker in de sfeer van de les te komen en om de spieren alvast een beetje los te maken. Een goede warming- up duurt normaal gesproken 30 minuten. In praktijk wordt in de meeste sportlessen gekozen voor een kortere warming- up en een rustig begin van de les. Looppasje door de zaal, - Beide armen vooruit zwaaien tijdens het joggen. Knieën heffen. Zijwaartse lopen en naar 5x omwisselen. Op mijn teken een sprong in de lucht doen. Op mijn teken een dubbele stoot uitvoeren. Op mijn teken een voorwaartse trap uitvoeren. Stilstaan en op teken van de docent en 10 voorwaartse trappen uitvoeren. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 48 van 66 Zonder spierkracht geen resultaat - - Op het teken van de docent maken we 6 voorwaartse stoten in de lucht. Benadruk dat het belangrijk is om bij een krachtinspanning altijd krachtig uit te blazen. Leg uit dat dat een kickbokser veel kracht nodig heeft en een goede conditie. Om onze spieren te trainen maken we zoveel mogelijk push- ups achter elkaar. De docent telt en kijkt wie er het langst door kan gaan. Let op: Meisjes mogen altijd zich opdrukken op de knieën, jongens alleen wanneer het niet anders kan. Het moet te allen tijde rustig te zijn tijdens de warming- up. Als het niet rustig is moet de onruststoker 10x opdrukken. Meisjes doen 10 sit-ups in plaats van push-ups. De opdracht moet voor de leerling goed te doen zijn. Geef geen opdracht waarvan je vooraf weet dat het misschien niet gaat lukken, om te voorkomen dat de leerling voor de hele klas afgaat. De toon voor de les wordt gezet tijdens de warming- up. De techniek Uitleg Basishouding: - Zet je linker- of rechterbeen voor. - Zet je voeten in spreidstand. - De hand aan de zijde van het voorste been hangt in de buurt van je kin (spelhand). - De hand aan de kant van het achterste been zit tegen je kin aan (stoothand). - Ellebogen zijn in je zij ter bescherming van je lichaam. - Steun op het middelste gedeelte van je voet en zorg dat je iets door je knieën buigt. Iedereen oefent de basishouding. Lesonderdeel 2 : Stabiliteit en juiste moment van aanvallen kiezen Bij dit onderdeel werken we in tweetallen. We gaan op 1 been tegenover elkaar staan en doen de handpalmen naar voren. De opdracht: Probeer elkaar uit balans te brengen door op het juiste moment tegen de handpalmen van de ander aan te duwen of juist te ontspannen. Degene die het eerst uit balans is, heeft verloren. Let erop dat leerlingen elkaar niet gaan slaan. Alles moet voortkomen uit souplesse. De winnaars schuiven een plaats op naar links en de verliezers schuiven een plaats op naar rechts. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 49 van 66 Les onderdeel 3: Stoten op de handschoenen Benadruk hoe belangrijk het is dat de leerlingen respect hebben voor elkaar. Ze gaan namelijk een vechtsport beoefenen met elkaar. Stel ook de open vraag in de klas: ‘Wie denkt geen rekening te kunnen houden met de ander en wie denkt gauw te hard te slaan? Dit moet heel serieus besproken worden. Sommige leerlingen zullen aangeven dat ze een vechtsport lastig vinden. Dat kan zijn doordat ze negatieve ervaringen met geweld hebben of doordat ze zich niet goed kunnen inhouden wanneer ze eenmaal handschoenen aan hebben. Benadruk dat je tijdig je grens aangeeft als het te hard gaat, vooral bij die genen die aangegeven hebben dat ze moeite hebben met die grens. Als docent informeer je regelmatig bij zowel kwetsbare leerlingen als bij ongeremde leerlingen. Materiaal: - Bokshandschoenen Linker directe en rechter directe kruislings uitvoeren op elkaars handschoenen. Belangrijk is dat degene die de stoten ontvangt een beetje tegenkracht zet waardoor de ander tegendruk krijgt en dus geen elleboogklachten oploopt. Voer de oefening om de beurten uit. Zorg dat de dekking tijdens de uitvoering bij het gezicht blijft. Les onderdeel 4: Low kicks Een van het tweetal pakt een trapkussen en zet deze op zijn of haar been. Om de beurten trappen de leerlingen 5x op het kussen. Daarna gaan leerlingen in de bokshouding staan en doen ze een lowkick. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 50 van 66 Materiaal: - Scheenbeschermers - Trapkussens Aandachtspunten voor bediening van het trapkussen: - Kussen steunt op de voorkant van het bovenbeen. - Leun op het been waar het kussen op steunt. - Beide handen houden de band van het kussen vast aan de bovenkant. Aandachtspunten voor de trap: (Zie de afbeelding hiernaast) - Zorg dat de leerling altijd met het scheenbeen trapt op het bovenbeen van de tegenstander. - Zorg dat de leerling zijn of haar heup een beetje indraait naar de trap toe. - Zorg dat de leerling zijn of haar handen altijd bij het hoofd houdt (zie de basishouding ). Les onderdeel 5: Combinaties De leerling maakt een rechter directe en een linker directe en maakt direct daarna een lowkick met het linkerbeen erbij. Materiaal: - Scheenbeschermers - Bokshandschoenen Let op: Benadruk dat het samenwerken hier van belang is. Degene die uitvoert moet rustig trappen en wel op het moment dat de tegenstander oplet, we zitten immers niet in een wedstrijd. Degene die incasseert moet zorgen dat het been zo hoog wordt opgetrokken dat er niet op knieën getrapt wordt. Wanneer leerlingen klagen dat deze low-kick met het linkerbeen gemaakt moet worden terwijl ze rechts zijn, geef je aan dat je met het hele lichaam moet leren kickboksen. Aandachtspunten voor de low- kick: - Trek het been op zoals hiernaast op de foto en zorg dat de trap met het Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 51 van 66 scheenbeen wordt opgevangen. - Op het moment dat de trap komt, wordt het lichaamsgewicht naar voren verplaatst. - De handen blijven telkens voor het hoofd zodat het gezicht beschermd blijft. - Bij de stoten is het van belang dat er kruislings gestoten wordt, zodat de kans klein is dat het gezicht wordt geraakt. Lesonderdeel 6 : Hoeken De hoek bestaat uit een stoot waarbij de zijkant van het hoofd of de kin van de tegenstander wordt geraakt. Materiaal: - Bokshandschoenen Aandachtspunten voor de hoek Laat de oefening voor de hoek zonder handschoenen uitvoeren, dan kun je als docent beter zien of ze de handen goed houden. - De ellebogen moeten naar een hoek van 90 graden gedraaid worden en net zo hoog zijn als de vuisten (zie de foto hiernaast). - Maak een draai met de schouders en de heupen waardoor je met de vuisten richting het hoofd van de tegenstander beweegt. - Voor een stoot met de andere hand geldt precies hetzelfde. Aandachtspunten voor de ontvanger: - Zet de handen op dezelfde manier als de man links op de foto hiernaast. - Open de handen zodat de ander er een hoek op kan geven. - De tegenstander kan nu een hoek geven op de binnenkant van de handschoen van de ander. - Denk eraan dat er weer tegendruk wordt gegeven. Combinatie: - Rechter hoek, linker hoek, rechter low-kick (om beurten) - Linker directe, rechter directe, linker hoek, rechter low- kick. Lesonderdeel 7: Tikboksen Tikboksen is een schijngevecht wat bedoeld is om de wedstrijdsituatie na te bootsen. Dit kan rustig, maar het kan ook erg fanatiek. Een ongetrainde kickbokser kan behoorlijke schade oplopen wanneer er niet verantwoord wordt getikbokst. Aandachtspunten voor tikboksen Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 52 van 66 De leerlingen mogen elkaar alleen raken op het bovenlichaam en geen trappen geven. Het hoofd is streng verboden gebied. Benadruk hier hoe belangrijk het is dat je rekening houdt met elkaar en dus beheerst slaat. De leerlingen tellen elke ‘treffer’ met een punt. Dit werkt ook zo in een echte wedstrijd. De winnaar is degene die de meeste punten heeft. Vraag de leerlingen nog een keer om alleen te tikken en niet te stoten. Door de verdediging breken is het doel, niet het hard raken van de tegenstander. Na een minuut wisselen we telkens van tegenstander. Evaluatie kort Hoeveel leerlingen deden er mee met de les? Les 1: 7 Les 2: 12 Hoe waren de reacties op de les? Les 1: Gemengd. Een meisje had moeite met vechtsporten in het algemeen. Ze vond het moeilijk om klappen uit te delen en nog moeilijker om ze te ontvangen, ook als ze niet eens een medeleerling hoefde te slaan. Ik heb geprobeerd om haar mee te laten doen, maar haar reactie was erg afwijzend. Voor haar willen we het niet moeilijker maken, dus mag ze de volgende keer een andere activiteit gaan doen. Les 2: Heel positief, deze les mag elke week wel! Koppeling naar de doelstelling Er is heel veel samengewerkt en er werd ontzettend veel discipline getoond in klas 2. Leerlingen in klas 1 hadden het er een beetje moeilijk mee om gedisciplineerd gedrag te tonen in het bijzijn van anderen. Rekening houden met elkaar stond in deze les centraal, die doelstelling is behaald. Wat vinden leerlingen ervan van 1 tot 10? Les 1: 7 Les 2: 9,5 Evaluatie vanuit de competenties Discipline De leerlingen mochten in deze les geen disciplinaire misstappen maken als ‘niet luisteren tijdens de uitleg’ en of onsportief gedrag. Wanneer dit wel gebeurde moest die betreffende persoon 10 keer opdrukken. Verder was de les fysiek best pittig. Ik had dit van tevoren aangegeven en de leerlingen gevraagd of ze dachten hiermee om te kunnen gaan. Ook had ik de vraag gesteld ‘waarom de les Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 53 van 66 fysiek zwaar zou zijn’. De meeste begrepen dat een sterk lichaam belangrijk is voor een activiteit als kickboksen. Zelfstandigheid Er werden door mij opdrachten uitgedeeld waarbij de leerlingen in tweetallen de nadruk moesten leggen op het aanleren van techniek. Ze moesten zelf afspraken maken over hoe hard er werd gestoten en over wie er wanneer aan de beurt was. Dit werd voortreffelijk gedaan! Sociaal gedrag Er moest rekening met elkaar worden gehouden. Kickboksen kan een pijnlijke sport zijn en dus is respect naar elkaar toe erg belangrijk! Ook kun je met kickboksen iemand vernederen, dat snapten de meeste wel. Niemand van de leerlingen had de intentie om de stoerste te zijn van de les. Iedereen realiseerde zich dat het rustig moest gaan en dat men nog onervaren was. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 54 van 66 Lesvoorbereiding Kickboksen (les 2) Sportles om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Niveau 1 AKA ROC van Twente Lesdoelstelling Doel van deze les is het dieper ingaan op de sport door de veelzijdigheid van kickboksen te laten ervaren als ook de onderlinge verschillen van beoefenaars. Ruimtegever of ruimtenemer? Hoe gaat de leerling om met een stoot of stoten. Hoe vertaalt dit zich naar het dagelijkse leven? Sociaal gedrag komt duidelijk aan de orde deze les. Er wordt aandacht besteed aan traptechnieken waarbij rekening gehouden wordt met het incasseringsvermogen van de ander. Daarna wordt een vertaling gemaakt naar het incasseringsvermogen van de leerling in het dagelijkse leven. Doelstelling m.b.t. de grondpijlers Discipline Bij het tikboksen geven de leerlingen aan of ze een ruimtegever of ruimtenemer zijn. Daarbij kan een leerling wel een ‘tik’ oplopen, dit kan gevoelig zijn. Door leerlingen te vragen toch door te gaan en niet op te geven, wordt een beroep op zelfdiscipline gedaan. Verder moet er discipline opgebracht worden om niet boos te worden op de ander wanneer het te hard gaat, maar rustig en duidelijk aan te geven wanneer het te hard gaat. Zelfstandigheid Er staat geen scheidsrechter bij het tikboksen. Er wordt van de leerling verwacht dat er eerlijk gespeeld wordt en dat men rekening houdt met elkaar. Sociaal gedrag De tik moet gedoseerd gegeven worden zodat de ander het prettig blijft vinden om met jou te sporten. Durf de ander er op aan te spreken, wanneer die iets doet tijdens het kickboksen dat je niet aanstaat. Probeer de ander zo aan te spreken dat de boodschap weliswaar duidelijk, maar niet kwetsend is. Lesonderdeel 1: Warming- up door te stoten. Laat de leerlingen tweetallen maken. Een van het tweetal geeft aan wanneer de ander een stoot moet uitvoeren. Deze stoot mag zo hard zijn als degene die Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 55 van 66 ‘leidt’ aangeeft. Voorbeeld: Wanneer de linkerhand omhoog gaat, dan moet de andere leerling (kruislings) een stoot maken op de handschoen van de leider. Wanneer de leerling beide handen omhoog doet, dan moet de ander kruislinks (links-rechts) stoten maken op beide handen. Discussie: Merkte je dat jij als leider ook inderdaad de leiding had? Hield de ander hier rekening mee of ging hij/zij gewoon zijn eigen gang? Leg uit dat wanneer een leerling als stoter de leiding overneemt, hij of zij goed de rust moet bewaken. Benadruk dat het erg belangrijk is dat de leiding gehouden wordt. Lesonderdeel 2: tikboksen In de vorige les zijn we geëindigd met tikboksen. Tikboksen is zoals de leerling wellicht nog weet een schijngevecht waarbij er een wedstrijdsituatie wordt nagebootst. Er mag niet hard worden gestoten omdat dit niet het doel is van dit onderdeel. Verder is het trefvlak alleen het bovenlichaam met uitzondering van de rug. Er wordt 1 minuut gebokst en we beginnen en eindigen altijd met een ‘shake hands’. Discussie: Na een minuut te hebben getik-bokst, gaan we in discussie. Neem je veel ruimte in of geef je ruimte? Ben je dus aan het aanvallen, aan het verdedigen of loop je zoveel mogelijk weg? Waardoor komt dit? Is de ander beter dan jij of wil jij de ander niet raken? Les onderdeel 3: een andere tegenstander We nemen een ander tegenstander en gaan weer tikboksen tegen elkaar. Probeer nu ook de technieken van de vorige les toe te passen. Elke keer als je een treffer maakt, tel je een punt. Het gaat er niet om wie de meeste punten behaalt, maar het gaat erom dat allebei de vechters hun geleerde vaardigheden kunnen toepassen in een tikboks gevecht. Er wordt 1 minuut gebokst en we beginnen en eindigen altijd met een ‘shake hands’! Discussie: Durf jij een ruimtegever en een ruimtenemer te zijn? Wat was je tijdens dit gevecht het meest? Wat vond je dat je tegenstander was? Vond je je tegenstander beter of minder goed dan jij? Even goed kan natuurlijk ook! Les onderdeel 4: Low-kicks erbij We zoeken een andere tegenstander en beginnen met nog een minuut tikboksen tegen elkaar. Vraag de leerlingen vervolgens scheenbeschermers aan te doen. Nu komen de low-kicks erbij. Benadruk nog even hoe de techniek ook weer was bij de low-kicks en bij het blokken. Een goed geplaatste lowkick is 2 punten waard. Vraag de leerlingen eerst met elkaar af te spreken wat zij verstaan onder een goed geplaatste low-kick. Vraag de leerlingen samen ook af te spreken hoe hard er wordt gespeeld. Er wordt 1 minuut gebokst en we beginnen en eindigen weer met een shake hands! Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 56 van 66 Discussie: Merkte je dat je tegenstander eerlijk was? Waarom wel of niet? Was je nu meer een ruimtenemende vechter of juist een ruimtegevende? Werd er gehoor gegeven aan de afspraak over hoe hard er wordt getik-bokst? Lesonderdeel 5: discipline in kracht en conditie door samenwerking Als laatste onderdeel gaan we in korte tijd alles geven, hard trainen, discipline tonen en goed samenwerken. Een van de twee leerlingen houdt het trapkussen vast. De ander begint. Hij/zij stoot zo hard mogelijk op het kussen, doet direct daarna push- ups, 2 low-kicks met elk been en tenslotte 10 sit- ups. In totaal doet de leerling dit 4 keer. Na 4 keer is de ander van het tweetal aan de beurt. Dit is best zwaar, laat zien dat je streng kunt zijn voor jezelf! Discussie: Was het erg zwaar of viel het wel mee? Hoe ging je om met de pijn in je lichaam? Waar dacht je aan toen je het opgaf of toen je toch doorzette om het te behalen? Waarom zou je doorgaan, terwijl het niet prettig voelt in je lijf? Wat heb je over om je doel te bereiken? Geldt dat ook voor andere dingen dan bij sport? Evaluatie kort: Hoeveel leerlingen deden er mee met de les? Les 1: 5 Les 2: 12 Hoe waren de reacties op de les? Les 1: Geweldig, maar best pittig Les 2: Super! Koppeling naar de doelstelling Er werd bijzonder hard en gedisciplineerd gewerkt! Iedereen realiseerde zich dat er wat van hem of haar verwacht werd! Wat vinden leerlingen ervan van 1 tot 10? Les 1: 8 Les 2: 9 Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 57 van 66 Lesvoorbereiding 9: Basketbal Sportles om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Niveau 1 AKA ROC van Twente Lesdoelstelling Kennismaking met basketbal: de leerling laten ontdekken of basketbal iets voor hem of haar is. Toewerken naar een actievere leefstijl door sport te promoten in dagelijks leven Leren samenwerken in een team. Doelstelling m.b.t. de grondpijlers Zelfdiscipline/ doorzettingsvermogen Mikken is een activiteit die veel geduld en vaardigheid vergt. Om deze vaardigheid te verwerven is doorzettingsvermogen en zelfdiscipline nodig. De docent verwacht dat leerlingen snel zullen stoppen maar stimuleert hen door te gaan. Door de vaardigheid zo goed mogelijk aan te leren en door de leerlingen zelf actief te begeleiden, boekt de leerling resultaat en leert men dat zelfdiscipline resultaat oplevert. Zelfstandigheid De docent kan (bijvoorbeeld bij het onderdeel mikken) niet bij iedereen tegelijk zijn zodat er ook zelfstandig gewerkt moeten worden. Door goed op te letten wie zelfstandig werkt, gepast complimenten te geven en aanmoedigingen waar nodig, gaat het zelfstandig werken steeds beter. Sociaal gedrag Bij het partijtje basketbal zal het er soms iets wilder aan toe gaan. Belangrijk is dat er gewezen wordt op sportief gedrag. Daarnaast zal een team bestaan uit goede en minder goede leerlingen, benadruk dat samenspel en respect voor elkaar erg belangrijk is. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 58 van 66 Lesonderdeel 1: Dribbelen Iedereen krijgt een bal en er wordt met de voorkeurshand door de zaal gedribbeld. Wanneer een leerling het al kan, mag hij/zij beide handen afwisselen met dribbelen. Opmerkingen: Let op dat de bal niet tot boven de heup gestuiterd wordt. Er mag niet met 2 handen tegelijk worden gedribbeld. Extra Wanneer de docent fluit, proberen de leerlingen al dribbelend op de grond te gaan zitten en ook weer op te staan. Lesonderdeel 2: Bounce pass De leerlingen gaan in tweetallen tegenover elkaar staan bijvoorbeeld op de gele lijn. Ze proberen de bal telkens met een stuiter naar elkaar toe te spelen. Opmerkingen Een pass is goed wanneer de bal ter hoogte van de borst gevangen kan worden door het teammaatje Bij het aangooien: doe een stap richting de vanger Bij het vangen: stap richting de bal Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 59 van 66 Lesonderdeel 3 : Overhead pass Ga in tweetallen tegenover elkaar staan. Gooi de bal om de beurt. Houd de bal tegen de bovenkant van je voorhoofd met je handen aan beide zijden van de bal en “stoot” de bal naar de tegenspeler. Gebruik de kin van je tegenspeler als mikpunt. Let erop dat je de bal niet achter je hoofd houdt, want tijdens ‘het echte spel’ kan de tegenspeler de bal van achteren eenvoudig afpakken. Ook duurt gooien vanaf achterkant hoofd iets langer dan vanaf je voorhoofd. Lesonderdeel 4 : dribbel –pass De helft van de basketballers heeft een bal. Deze basketballers dribbelen kris kras door de zaal heen. Op fluitsignaal passen ze de bal naar iemand waarmee ze eerst oogcontact hebben gemaakt. De pass die ze daar bij gebruiken mogen ze zelf uit kiezen, deze zijn tenslotte in de vorige lesonderdelen behandeld. Kies de pass die in jouw situatie het beste is. Sta je dichtbij de andere leerling, dan geef je geen baseball pass. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 60 van 66 Evaluatie kort: Hoeveel leerlingen deden er mee met de les? les 1: 8 les 2: 9 Hoe waren de reacties op de les? De eerste groep, die voornamelijk uit dames bestond, was wat minder enthousiast dan de tweede groep. Leuk is dat deze activiteit geen speciale eisen stelt aan fysieke conditie zodat ook leerlingen met overgewicht gelijkwaardig mee kunnen doen. Je zag dat er door iedereen goed mee gedaan werd. Doordat er vier verschillende oefeningen zijn, werd het een afwisselende les. Koppeling naar de lesdoelstelling Voor een aantal een echte kennismaking met de sport. De vaardigheid om goed te gooien en te vangen mag nog verder geoefend worden. Tijdens de les is benadrukt dat sport goed is voor je gezondheid en beweegredenen om wel of niet te sporten zijn besproken. Leren samenwerken in een team kwam hier wat minder uit de verf. Wat vinden leerlingen ervan van 1 tot 10? Les 1: 6,5 Les 2: 7 Evaluatie vanuit de grondpijlers Discipline: de meeste leerlingen hebben laten zien dat ze zonder al te veel sturing de oefening een tijdje konden volhouden. Zelfstandigheid: de meeste leerlingen konden zonder al te veel bijsturing de oefening volbrengen. Sociaal gedrag: Voor de wat betere sporters is het lastig om geduldig te blijven wanneer de tegenspeler er weinig van bakt. Door de wat minder goede leerling na afloop te laten vertellen hoe hij/ zij het gevonden heeft, wordt het inlevingsvermogen vergroot en daarmee sociaal gedrag bevorderd. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 61 van 66 Lesvoorbereiding 10: Teambuilding 2 Sportles om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Niveau 1 AKA ROC van Twente Lesdoelstelling Verder gaan met teambuilding. Vorige les hebben de meeste leerlingen ingezien dat ze bepaalde opdrachten niet kunnen uitvoeren zonder de hulp van anderen. Nu doen we dat nog een keer, alleen dan met andere oefeningen en hopen we dat leerlingen nu zelf inzien dat elkaars bijdrage gewenst is. Doelstelling m.b.t. de grondpijlers Discipline Bij de mat tillen is het erg belangrijk dat iedereen de discipline opbrengt om naar 1 persoon te luisteren. Als er niet geluisterd wordt dan gebeuren er ongelukken. Voor degene die op de mat ligt is er een behoorlijke dosis vertrouwen nodig in de rest van de klas. Bij acrogym is het voor sommige leerlingen erg lastig om lichamelijk contact met elkaar te hebben, je zit of staat namelijk letterlijk boven op elkaar. Vooral bij AKA leerlingen wil dit wel eens een probleem zijn vanwege allerlei problematiek die er speelt bij leerlingen. Wanneer een leerling dit niet op kan brengen, forceer het dan niet. Wanneer een leerling andere taken wil hebben zoals steun verlenen met alleen iemands hand vast, dan is dit ook prima! Zelfstandigheid Bij acrogym wordt er in drie- en viertallen zelfstandig gewerkt met leskaarten. Sociaal gedrag Bij het mat tillen is het belangrijk dat er rekening wordt gehouden met elkaar, als 1 persoon de mat niet op tijd los laat, heeft de persoon die er bovenop staat een probleem. Bij acrogym moet er bijzonder goed samengewerkt worden. Er moeten bijvoorbeeld afspraken gemaakt worden over wie wat doet en wie er op wie kan staan en wie heeft er waar last van. Bij schone voeten halen zijn er twee teams, er moet sociaal en dus eerlijk gespeeld worden. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 62 van 66 Lesonderdeel 1: Mat tillen Opdracht: til met de hele groep een dikke mat op, waarop een medeleerling ligt. . Commando’s: Start = laag klaar zitten, 1 =tot heuphoogte tillen, 2 = tot borsthoogte tillen, 3 = boven hoofd met gestrekte armen, 4, 3, 2, 1… los! = aftellen om de mat precies tegelijk te laten vallen. Eén leerling ligt (op de rug) op de mat en geeft luid en duidelijk aan hoe hoog de mat mag worden opgetild. Staand maximaal tot commando 2, liggend max. tot commando 3. In de groep wordt er iemand aangewezen die door de groep vertrouwd wordt en die heeft de leiding, iedereen moet dus naar deze persoon luisteren. Deze persoon heeft ook contact met de persoon die op de mat ligt. Opmerking Maak het bespreekbaar bij de klas wanneer het te onrustig is. Het kan namelijk resulteren in ongelukken wanneer de mat niet rechtstreeks naar beneden valt. Niemand is verplicht de mat op te gaan wanneer hij/zij dat niet durft. Wanneer blijkt dat het niet rustig kan worden en de leerlingen zich niet kunnen concentreren, dan moet dit onderdeel niet plaatsvinden, dit zou te gevaarlijk zijn. Benodigdheden: - Dikke mat Lesonderdeel 2 : Schone voeten halen Trek 2 lijnen, ongeveer 10 meter uit elkaar. Maak 2 teams. Achter elke lijn staat een team. Achter de lijn ben je vrij, daar is het schoon. Voor de lijn is het vies en worden je voeten steeds viezer. Als je in het vieze gebied staat, mag je worden afgetikt door iemand van de tegenpartij. Je kunt achter je eigen lijn wel weer schone voeten halen. Wie het laatst achter zijn eigen lijn vandaan gekomen is, heeft de schoonste voeten en mag de ander tikken. Als je iemand tikt, verdien je een punt. Wat heb je nodig: krijtje Makkelijker: Trek de lijnen dichter bij elkaar Speel altijd tegen dezelfde persoon (1 tegen 1) Moeilijker: Als iemand getikt wordt is hij af Midden in het veld is een cirkel waar je schone voeten kan halen Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 63 van 66 Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 64 van 66 Opmerkingen: Winst: iedereen getikt van de tegenpartij Stimuleer samenwerking door loopacties af te stemmen en de tegenstanders uit te dagen. Ook tactische overwegingen moeten meegenomen worden, benadruk deze als lesgever ook. Gebruik de snelle leerlingen voor de acties in het verre veld, minder snelle leerlingen blijven dichtbij de cirkel en beschermen deze. Les onderdeel 3: Acrogym Acrogym bestaat uit torens bouwen van leerlingen op elkaar en met elkaar. We hebben leskaarten die we hiervoor gebruiken. Hierop staan verschillende oefenvormen voor teams die in drie- en/of viertallen functioneren. Als de leskaarten zijn gedaan, mogen de leerlingen zelf creatief zijn en een eigen oefening bedenken en uitvoeren. Opmerkingen: Let er op dat er gesteund wordt op schouderbladen en op heupen en niet op andere plekken van het lichaam, daar krijgen mensen last van. Daarnaast moeten de schoenen uitgedaan worden om elkaar geen pijn te doen en uiteraard moeten de zware mensen zoveel mogelijk onderop en de lichtere boven. Het wordt door leerlingen leuk gevonden wanneer er foto’s gemaakt worden tijdens de les. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 65 van 66 Evaluatie kort Hoeveel leerlingen deden er mee met de les? Les 1: 6 Les 2: 8 Les 3: 15 Hoe waren de reacties op de les? Les 1: Kleine groep, het bleek toch eng om boven op elkaar te klimmen. De rest was wel leuk. Les 2: Gezellig lesje, dolle pret! Les 3: Gezellig en ook dolle pret! Koppeling naar de doelstelling Vooral bij het mat tillen was duidelijk te zien dat het moeite kostte om naar een leerling te luisteren. Alleen naar de docent werd redelijk geluisterd. Naarmate ik hier meer aandacht aan besteedde, merkte ik dat er langzaam aan beter geluisterd werd naar elkaar. Al met al zijn veel leerlingen nogal individualistisch ingesteld. Wat vinden leerlingen ervan van 1 tot 10? Les 1: 6 Les 2: 8 Les 3: 8 Evaluatie vanuit de grondpijlers Discipline Bij het onderdeel mat tillen bleek het erg moeilijk om discipline op te brengen om gewoon naar 1 iemand te luisteren. Hier moest ik echt veel aandacht aan besteden. Bij schone voeten halen waren sommige leerlingen erg makkelijk en wilden daarom niet naar de overkant lopen. Zelfstandigheid Bij acrogym viel mij op dat er zeer zelfstandig werd gewerkt. Ik hoefde er niets van te zeggen en ze pakten het op! Dit heb ik nadien ook benadrukt door te zeggen dat ik blij verrast was! Sociaal gedrag Er werd bij het mat tillen weinig rekening met elkaar gehouden. 1 keer viel de mat schuin en dat resulteerde dat de persoon niet prettig viel. Ik moest nog een keer duidelijk kenbaar maken dat het erg belangrijk was dat er 1 persoon was die de leiding had en dat daar naar geluisterd werd. Fouten van elkaar werd goed mee omgegaan zonder dat er al te veel gescholden werd. Interventies in de vorm van sportlessen behorend bij: ‘Onderzoek: effecten ontwerp sportleergang voor AKA-leerlingen’ Pagina 66 van 66
© Copyright 2024 ExpyDoc