BMA nieuwsbrief juni 2014

Nieuwsbrief
ICT-OPLOSSINGEN VOOR DE OBSTETRIE
Juni 2014
Een goede start met STAN® en Mosos
Veel ziekenhuizen zijn er ondertussen van overtuigd dat bij een goede start van het leven Mosos en STAN®
horen. Daar werken wij bij BMA iedere dag aan. Ook met deze Nieuwsbrief. STAN is met talrijke gepubliceerde
studies op dit moment wellicht de meest onderzochte methode in de verloskunde. Binnenkort komt daar nog een
nieuwe studie bij: dé Amerikaanse trial. In deze Nieuwsbrief al een voorsmaakje over de opzet van deze studie.
Nicolas Maes
In afwachting van de publicatie
van deze Amerikaanse studie kunnen we al een white paper presenteren die een overzicht biedt van
de bevindingen met STAN in vier
toonaangevende Europese perinatale centra. Om de voordelen die
vermeld staan in de white paper
veilig te stellen biedt BMA sinds
enige tijd de mogelijkheid tot preventief onderhoud van uw STANpark. Sinds 2001 heeft de ervaring
ons geleerd dat jaarlijks preventief
onderhoud de levensduur van de
STAN-monitors aanzienlijk verlengt
en daardoor vervangingen kunnen
worden uitgesteld.
Bijna de helft van de Vlaamse materniteiten werkt met Mosos. Soms
wordt er dan gegoocheld met
begrippen zoals Mosos <O> of een
ZIS-koppeling. Om hierin klaar-
heid te scheppen vindt u in deze
Nieuwsbrief een Mosos-begrippenlijst en een bijdrage over de meest
toegepaste integratiemogelijkheden – koppelingen – naar een elektronisch patiëntendossier. Tevens
vindt u een update over de voor
het ogenblik meest gevraagde
module: Mosos <eBirth>. Met de
app MyBaby2B stellen we ook onze
echomodule in de kijker. Kortom,
een goed gevulde Nieuwsbrief met
uiteraard heel veel STAN en Mosos.
Veel leesplezier en graag tot binnenkort.
Nicolas Maes, Bellegem, juni 2014
Inhoud
Een goede start met
STAN® en Mosos ..........1
Amerikaanse
STAN® -studie................2
STAN® preventief
onderhoud ...................3
White paper.................3
Mosos-modules:
begrippenlijst ..............4
Integratiemogelijkheden
met Mosos ...................5
Mosos <eBirth>
een succes ....................6
MyBaby2B ....................6
Korte berichten ...........7
Kalender.......................8
STAN op de verlosafdeling van UZ Leuven, rechts hoofdvroedvrouw Bernadette Bijnens.
2
Amerikaanse STAN®-studie: op één na grootste ooit
STAN® is waarschijnlijk de meest onderzochte methode in de verloskunde. Aan de reeds lange lijst studies
wordt binnenkort nog een belangrijke toegevoegd, één van de grootste ooit in foetale bewaking. Het betreft
de Amerikaanse STAN-studie ‘A Randomized Clinical Trial of Fetal ECG ST Segment and T wave Analysis as an
Adjunct to Electronic Fetal Heart Rate Monitoring for Prevention of Perinatal Hypoxic-Ischemic Morbidity and
Mortality’. De bedoeling van deze studie is te onderzoeken welke invloed ST-analyse heeft op de gezondheid
van pasgeborenen.
Aan deze studie namen 11.000 zwangeren deel uit 23 Amerikaanse ziekenhuizen (zie illustratie). Meer dan
3.500 gynaecologen, vroedvrouwen etc. werden hiervoor gecertificeerd. De 11.000 zwangere vrouwen werden
gerandomizeerd in twee groepen. De ene groep ontving de gewone foetale bewaking met een klassiek CTGapparaat. De tweede studiegroep werd gemonitord met de STAN S31. Daar in Amerika microbloedonderzoek
niet wordt toegepast, komt dit in deze studie ook niet aan bod. Eerder ontving de STAN-monitor de zogenoemde
FDA Approval van de Amerikaanse Food and Drug Administration.
De primaire uitkomst is een index (Composite Index) bestaande uit:
• Intrapartum foetaal overlijden
• Neonataal overlijden
• Een Apgar-score ≤3 na 5 minuten
• Neonatale convulsies
• Arteriële pH ≤7.05 en base deficit ≥12 mmol/L
• Intubatie voor ventilatie bij de bevalling
• De aanwezigheid van neonatale encephalopathie (leeftijd 1 maand)
De secundaire uitkomstmetingen bestaan onder meer uit:
• Operatieve ingrepen
• Neonatale zorg
• Maternale postpartum zorg
3
Juni 2014
STAN® preventief onderhoud:
een voordelige optie
De eerste STAN® S31-monitors zijn in gebruik sinds 2004.
Uiteraard is de garantieperiode van twee jaar op de meeste
van deze toestellen ondertussen verlopen. De ervaring leert
ons dat jaarlijks preventief onderhoud de levensduur van de
STAN S31-monitors aanzienlijk verlengt en daardoor vervangingen kunnen worden uitgesteld.
Om dit te realiseren koos een aantal ziekenhuizen ervoor
met BMA een overeenkomst af te sluiten voor een jaarlijks
preventief onderhoud door ons gekwalificeerde servicepersoneel. Verder garandeert een onderhoudscontract
u een gezonde financiële planning voor een vooraf
afgesproken periode. De jaarlijkse volledige veiligheidsen functionele controle omvat veiligheidstesten, kalibratie,
registratie en rapportage, software-updates en telefonische
helpdeskondersteuning. Uiteraard maken deze werkzaamheden, reis- en wachttijden en in-hospital trainingen ook
deel uit van het aanbod.
Een onderhoudscontract biedt u de beste waarborg op een
kostenbewust, veilig en langdurig gebruik van de STAN S31monitor. Voor meer informatie kunt u ons contacteren op
[email protected].
Frequent gebruik van STAN in het
Sint-Franciskusziekenhuis Heusden-Zolder,
met hoofdvroedvrouw Griet Janssen
tweede van links.
De studie is georganiseerd door het National Institute of Child Health & Human Development (NICHD) en het
Maternal Fetal Medicine Unit (MFMU) Network. De verwachting is dat de resultaten in 2015 worden gepubliceerd.
White paper
Recent werd een white paper gepubliceerd door C. Pitulia met als titel ‘A call to obstetricians caring about
perinatal outcome’. De laatste decennia is er een aanzienlijke toename vastgesteld in de uitgaven in de
gezondheidszorg alsook in het aantal sectio’s. Een stijging van het aantal sectio’s zou leiden tot een verhoogde
totale kost in de gezondheidszorg. De STAN® -methode kan deze trend een halt toeroepen, zonder daarbij de
gezondheid van de foetus in gevaar te brengen.
Overzicht van de deelnemende ziekenhuizen van de Amerikaanse studie.
De white paper analyseert de klinische uitkomsten in
vier Europese ziekenhuizen. Ze toont aan hoe de STANmethode kan bijdragen tot een betere gezondheidszorg en tot vermindering van de kosten. De klinische
uitkomsten, geanalyseerd over een periode van vijf
jaar, werden verkregen door het ondervragen van de
leidinggevende gynaecologen in de betrokken ziekenhuizen en door bestudering van hun publicaties. Om de
voordelen van de STAN-methode te realiseren zijn
training en een frequent gebruik van STAN essentieel.
De vier onderzochte ziekenhuizen die de STAN-methode
toepassen, bereikten volgende resultaten:
• 40% minder spoedsectio’s
• 52% minder microbloedonderzoek
• 69% minder neonatale metabole acidose;
twee ziekenhuizen hadden dit bijna tot nul
teruggebracht (meer dan 90% minder tot 0,06%).
Deze verminderingen werden gerealiseerd zonder een
verhoging van het aantal operatieve vaginale bevallingen. De data werden verkregen van volgende
ziekenhuizen: St George’s Healthcare NHS Trust
(Londen, VK), Haukeland University Hospital (Bergen,
Noorwegen), Turku University Hospital (Turku,
Finland) en Sahlgrenska University Hospital (Mölndal,
Zweden).
4
Mosos-modules: begrippenlijst
Mosos is een modulair datamanagementsysteem voor de verloskunde. De grootste gemene deler hierbij is
patiëntveiligheid, efficiënte gegevensverwerking, beschikbaarheid van gegevens en betere aanwending van
middelen. Mosos omvat een aantal modules die flexibel kunnen ingezet worden in functie van de noden en
de reeds aanwezige ICT-oplossingen. Om u wegwijs te maken in ons uitgebreide aanbod vindt u hierbij een
overzicht van de verschillende Mosos-modules.
5
gerschappen, verwijzingen, prenatale screening en diagnostiek,
afwijkende uitkomsten, laboratoriumuitslagen, brieven en documenten, alsmede van met andere
Mosos-modules geregistreerde
verrichtingen en onderzoeken,
zoals echo en CTG. Daarnaast
kunnen alle relevante en actuele
gegevens rondom de lopende
zwangerschap worden ingevoerd.
Mosos <Klinisch Dossier> is het
postpartum dossier binnen Mosos
gelinkt aan Mosos <O>. Deze
module biedt een overzicht van
alle patiënten die recent bevallen
zijn, met een samenvatting van de
gegevens van moeder en kind ten
behoeve van de overdracht.
Juni 2014
Via het beddenoverzicht hebt u in
één oogopslag een overzicht van de
bedbezetting. Welke patiënt ligt in
welk bed, wat is de reden van opname en wat is het stadium van de
zwangerschap? Ligt het kind na de
bevalling bij de moeder op de kamer? Dubbelklikken op het bedsymbool geeft rechtstreeks toegang tot
de gegevens van de patiënte.
Mosos <U> is een informatiesysteem voor de registratie en verwerking van de meetgegevens en
beelden uit de echograaf bij een
echoscopisch onderzoek. Diverse
registraties zijn mogelijk, waaronder een vroege zwangerschapsecho of een uitgebreid screeningsonderzoek.
Het systeem is tevens geschikt
voor de registratie van meerlingonderzoeksresultaten. De beelden worden opgeslagen in een
DICOM-archief. Met de functie
Mosos <U> Statistiek is het
mogelijk om verschillende statistische overzichten te genereren.
De module Beheer dient om Mosos
<U> aan te passen aan de wensen
van de gebruiker, zoals voor het
gebruik van specifieke groeicurven.
Mosos biedt optimale werkprocesondersteuning. Alle Mosos-modules zijn met elkaar verbonden.
Eenmaal iets ingevuld is in de ene
module wordt het waar nodig overgenomen in de overige modules.
Integratiemogelijkheden met Mosos
De flexibiliteit van Mosos biedt diverse gebruiksmogelijkheden. Dit kan stand alone of – al of niet deels – geïntegreerd in een reeds aanwezig elektronisch patiëntendossier. BMA heeft veel ervaring opgebouwd in het
realiseren van koppelingen met elektronische patiëntendossiers. De volgende koppelingen zijn speciaal ontworpen om het werken met Mosos in combinatie met een elektronisch patiëntendossier te vergemakkelijken:
Vroedvrouwen en gynaecologen
van Sint-Jozefkliniek Bornem
na de succesvolle implementatie
van Mosos <CTG> en <P> SPE.
Mosos <CTG> stelt u in staat
zowel centraal als decentraal CTGen STAN® -registraties te bekijken
en aan het bed een verslag van de
bevalling voor te bereiden via een
console. Een overzichtsmonitor
laat toe om CTG- en/of STANsignalen alsook maternale parameters, het partogram en alarmen
van verschillende verloskamers op
een centrale plaats te bekijken.
Bij een decentrale opstelling worden de arbeids- en verloskamers
uitgerust met een lokale Mososconsole, bestaande uit een laptop
of een PC. Op die manier hebben
vroedvrouwen en gynaecologen
ook inzage in de CTG- en/of STANregistraties van andere verloskamers, bijvoorbeeld op het
moment dat ze bezig zijn met een
bevalling. Daarnaast kan men op
deze console het verslag van de
bevalling direct invoeren, dus op
de plaats waar deze gegevens
ontstaan. Via Citrix bestaat de
mogelijkheid om ook buiten het
ziekenhuis de monitors op de verlosafdeling op te volgen. Tevens
kan men berichten uitwisselen en
beoordelingen doorsturen. Dit
zorgt voor een veilige, real-time
communicatie tussen de vroedvrouw en de gynaecoloog. Mosos
<PatientView> biedt binnen
Mosos <CTG> een overzicht van
de gegevens van alle patiënten
die aan het bevallen zijn, zodat de
voortgang van de bevallingen in
één oogopslag duidelijk is.
Mosos <eBirth> is momenteel één
van de meest gevraagde Mososmodules. Hiermee worden de
kennisgeving van de geboorte aan
de gemeente alsook de medische
gegevens voor de overheid rechtstreeks vanuit Mosos verstuurd.
Elders in deze Nieuwsbrief kunt u
meer lezen over Mosos <eBirth>.
Mosos <P> SPE wordt samen met
Mosos <CTG> gebruikt om een
bevallingsverslag af te werken,
inclusief de gegevens voor de
Mosos <O> is het elektronisch
zwangerschapsdossier. Deze
module geeft de gebruiker een
overzicht van voorgaande zwan-
SPE-registratie en een gepersonaliseerde brief voor de verwijzer.
Doordat het bevallingsverslag op
dat moment reeds is voorbereid in
Mosos <CTG> wordt dubbel werk
vermeden. Via de rapportgeneratormodule kunt u statistieken maken
voor audits van het verloskundig
beleid. Administratieve vereenvoudiging en efficiëntie alom!
Patiëntkoppeling of ZIS-koppeling (Ziekenhuis
Informatie Systeem): Deze koppeling wordt altijd
gebruikt in combinatie met Mosos. Ze dient om
persoonsgegevens van een patiënt automatisch op
een eenvoudige manier in Mosos te importeren. Het
betreft naam, adres en woonplaats, en eventueel de
huisartsgegevens. De informatie kan door het ZIS
gestuurd worden, of wordt na het ingeven van het
patiënt- of contactnummer opgevraagd. Op deze
manier zijn de juiste patiëntgegevens onmiddellijk
beschikbaar.
Rapportagekoppeling: Na de Patiëntkoppeling is
dit de meest gevraagde koppeling. Hiermee kunnen
vanuit Mosos brieven en documenten worden geïmporteerd in een elektronisch patiëntendossier. Het
belangrijkste voordeel is dat andere specialisaties
direct toegang hebben tot de verslagen in Mosos.
Het betreft meestal het bevallingsverslag met de
ontslagbrief voor de huisarts of een pdf met de
CTG- of STAN® -strook met bijbehorend partogram
en notities. De afgedrukte documenten worden in
een te configureren formaat (.rtf, .pdf of .txt) in een
directory geplaatst en er wordt een HL7-bericht verzonden dat naar dit document verwijst. Bij sommige
documenten is het ook mogelijk de inhoud van het
document als tekst op te nemen in het HL7-bericht.
Synchronisatiekoppeling: De door BMA ontwikkelde desktopsynchronisatie maakt het mogelijk
om vanuit het elektronisch patiëntendossier direct
toegang te krijgen tot Mosos. Na de selectie van de
patiënt in het elektronisch patiëntendossier komt
men met een druk op een knop bij het dossier van
diezelfde patiënt in Mosos. Afhankelijk van de
situatie kan dit zonder dat de gebruiker zich
opnieuw moet aanmelden.
Inloggen via centrale LDAP: Voor de validatie van
de aanmeldnaam en het wachtwoord is er een
centraal beheerde gebruikerstabel (Active Directory). Indien het gebruikersaccount in het centrale
systeem bekend is, het wachtwoord correct is en
het account niet is geblokkeerd, controleert Mosos
welke rechten de gebruiker zijn toegekend. Daarna
vervolgt het programma zijn normale werking.
Met deze meest voorkomende koppelingen is het
gelijktijdig werken in Mosos en een EPD eenvoudiger en efficiënter dan ooit. Koppelingen zijn
succesvol gerealiseerd met de volgende elektronische patiëntendossiers: C2M van Cegeka, KWS van
UZ Leuven, Meddos van Infohos, Orbis van Agfa,
Omnipro, Siemens, EZIS van ChipSoft en SIM van
het Universitair Ziekenhuis van Charleroi.
6
Mosos <eBirth> een succes
In onze vorige Nieuwsbrief kon u lezen dat Mosos <eBirth> goed werd geïmplementeerd in Sint-Lucas Brugge.
Mosos <eBirth> is ondertussen één van de meest gevraagde Mosos-modules.
In een tijd waarin vroedvrouwen en gynaecologen
geconfronteerd worden met een gigantische papierberg betekent Mosos <eBirth> een verademing. De
module wordt automatisch gevuld vanuit Mosos,
zodat vroedvrouwen geen dubbel werk moeten
doen. Naast een aanzienlijke tijdwinst betekent
dit ook een niet te onderschatten geldbesparing.
Ziekenhuisdirecties willen tegenwoordig vooraleer
te investeren overtuigd worden aan de hand van
een business case. Daarom stelt BMA een eenvoudig rekenmodel ter beschikking om te berekenen
hoeveel een materniteit door het gebruik van Mosos
<eBirth> kan besparen.
Mosos <eBirth> wordt aangeboden in combinatie
met de eBirth Data Integrator van de firma HealthConnect. Verantwoordelijke hiervoor binnen
HealthConnect is Wouter Fonck. We laten hem
graag zelf aan het woord:
“Het gebruik van Mosos <eBirth> gekoppeld aan
de HealthConnect eBirth Module geeft een enorme
meerwaarde aan de dienst materniteit. Dankzij de
gebruiksvriendelijke interface van de Mosos-applicatie, en zonder dubbele ingave van de gegevens,
stuurt de vroedvrouw met een simpele druk op de
knop de geboorteaangifte elektronisch door naar
het eBirth Platform bij Fedict. Van daaruit stromen
de gegevens door naar de burgerlijke stand van de
gemeente alsook naar de federale overheidsdiensten. De HealthConnect-module verzekert alle
aspecten op gebied van veiligheid en privacy, en
volgt hierbij alle regels opgelegd door het eHealth
Platform. Ook voor het vervolledigen en doorsturen
van het medisch formulier is geen dubbele ingave
vereist. Gegarandeerde tijdwinst voor de vroedvrouw
en duidelijk een hogere kwaliteit van de gegevens!”
eBirth is een initiatief van Fedict met als doel de
vereenvoudiging, optimalisatie en harmonisatie van
de administratieve geboorteprocedures tussen de
gezondheidsactoren (binnen en buiten een ziekenhuis), de gemeenten en andere betrokken partijen
op het niveau van de gemeenschappen en op het
federale niveau.
Bij het ter perse
gaan van deze
Nieuwsbrief
konden we
reeds volgende
enthousiaste
nieuwe gebruikers noteren:
RZ Jan Yperman
te Ieper en het
Mariaziekenhuis
te Overpelt.
Ook het Universitair Ziekenhuis
Brugmann te
Brussel, AZ
Wouter Fonck van HealthConnect.
Vesalius Tongeren
en het Sint-Elisabeth Ziekenhuis te Zottegem starten
in de nabije toekomst met Mosos <eBirth>. We
verwachten dat binnenkort nog meer materniteiten
Mosos <eBirth> zullen bestellen.
7
Juni 2014
kunnen hun patiënten middels deze app een aanvullende innovatieve service leveren. Hiervoor hoeft in het
ziekenhuis slechts een klein programma te worden geïnstalleerd. Dit programma haalt de beelden, video’s en
verschillende andere gegevens op uit de echomodule Mosos <U> die zijn geselecteerd door de zorgverlener.
Deze worden vervolgens omgezet naar een smartphoneformaat en beveiligd doorgestuurd naar een centrale
server. BMA voldoet met de app aan de eisen die vanuit de ziekenhuizen aan de beveiliging van patiëntgegevens worden gesteld (de NEN-normeringen).
Zwangere vrouwen kunnen de app tegen een geringe vergoeding downloaden en eenmalig inloggen met de
daartoe verstrekte gegevens. Bij vervolgonderzoeken ontvangen zij automatisch een bericht op de app dat er
nieuwe beelden beschikbaar zijn. Meer informatie vindt u op: www.mybaby2b.nl
Korte berichten
De afgelopen maanden zijn er weer heel wat materniteiten
gestart met Mosos of STAN®.
Mosos in Antwerpen
Door de recente bestellingen die we ontvingen, gebruikt nu een
grote meerderheid van de kraamafdelingen in de provincie
Antwerpen Mosos. Imelda Ziekenhuis Bonheiden, Sint-Jozefkliniek Bornem en AZ Monica Deurne hebben ondertussen
Mosos <CTG> en Mosos <P> SPE geïmplementeerd. In AZ
Sint-Jozef Malle gebeurde hetzelfde met Mosos <CTG>.
Binnenkort starten ook Sint-Vincentius Antwerpen en SintJozef Mortsel. Sint-Augustinus, de grootste materniteit van
Vlaanderen en behorende tot dezelfde ziekenhuisgroep, koos
voor een uitbreiding van Mosos <CTG>. Ook andere Antwerpse
ziekenhuizen werken al geruime tijd met Mosos: het Universitair Ziekenhuis Antwerpen, AZ Sint-Maarten Mechelen, AZ
Turnhout, AZ Herentals en het Heilig Hart Ziekenhuis Mol.
Mosos niet enkel in Antwerpen
Ook aan de Belgische kust wordt Mosos
gebruikt. AZ Damiaan Oostende koos
voor Mosos <CTG> en <P> SPE. De gynaecologen zullen er tevens Mosos <O>
gebruiken als zwangerschapsdossier.
Op de valreep ontvingen we bestellingen
van het Sint-Elisabeth te Zottegem voor
Mosos <CTG>, <P> SPE en <eBirth>,
en van RZ Tienen voor Mosos <CTG>.
Andere orders konden we noteren
van het Mariaziekenhuis Overpelt,
AZ Vesalius Tongeren en AZ Turnhout.
Ook door Franstalige ziekenhuizen
werd Mosos besteld.
MyBaby2B: unieke app voor zwangere vrouwen
In de afgelopen maanden heeft BMA hard gewerkt aan een unieke app voor zwangere vrouwen. Deze app is
slechts één van onze antwoorden op de nieuwe trend dat zwangere vrouwen actief willen worden betrokken
bij het zorgproces rond de eigen zwangerschap, inclusief de dossiervorming.
Zwangere vrouwen ontvangen dankzij MyBaby2B direct na het maken van een echo de echobeelden en -video’s
op hun smartphone om deze te delen met vrienden en familie via e-mail of sociale media zoals Facebook en
Twitter. Het is met MyBaby2B ook mogelijk om belangrijke momenten in een dagboek bij te houden door
middel van notities, foto’s en video’s. De hartslag van het ongeboren kind vastleggen en delen? Ook dat kan
met MyBaby2B door het opnemen van het geluid van de Doptone of Doppler.
MyBaby2B is op dit moment beschikbaar voor mobiele telefoons met een iPhone-applicatie, Windows 8 of een
Android-besturingssysteem. Afdelingen die gebruikmaken van Mosos <U>, de ultrasoundapplicatie van BMA,
Mosos-implementatieteam AZ Damiaan. Van links naar rechts:
Kevin Mollet, Annelies Meyns, Jacques Provoost, Anne-Sofie Saelen en Maaike Vandaele.
8
Juni 2014
STAN® -gebruik breidt uit
In Vlaanderen werken nu 63 van de
65 verlosafdelingen met STAN®. 93%
van de Belgische ziekenhuizen maakt
gebruik van STAN. Bestaande STANgebruikers tonen zich tevreden en
breiden verder uit. UZ Leuven trekt de
STAN-kaart op de verloskamers met
een bestelling van een STAN S31 en
twee STAN S31 Basis CTG-monitors.
Colofon
De Nieuwsbrief
verschijnt in een
gedrukte versie. Deze
is bedoeld voor onze
klanten, maar gaat
tevens óver onze
klanten. Wat zijn
hun ervaringen met
BMA? De Nieuwsbrief
dient ook om u op de
hoogte te houden van
de laatste ontwikkelingen binnen ons
bedrijf, alsmede van
onze meest recente
producten en
diensten.
De Nieuwsbrief
is een uitgave van:
BMA BeLux BVBA
Kloosterdreef 7
B-8510 Bellegem
Belgium
www.bma-mosos.be
© BMA BV 2014.
Artikelen uit de
Nieuwsbrief mogen
worden overgenomen
na toestemming van
BMA en met bronvermelding.
Om de BMA Nieuwsbrief te ontvangen
dient u zich aan te
melden door een
e-mail te zenden aan
[email protected]
Vragen en opmerkingen kunt u eveneens
naar bovengenoemd
e-mailadres sturen.
AZ Alma Eeklo gebruikt enkel nog
STAN op de vier verloskamers. Hetzelfde geldt voor Sint-Jozef Mortsel. Recent bestelden beide ziekenhuizen een
vierde STAN. AZ Sint-Lucas Brugge heeft
in het verleden stelselmatig het STAN-park
uitgebreid door spreiding van de investeringen over een aantal jaren. Ook hier
gebruikt men op de verloskamers enkel
nog de zes STAN’s. Het Sint-Franciskus
Ziekenhuis te Heusden-Zolder heeft straks
één van de grootste STAN-parken in
Limburg met vier STAN S31 en vier STAN
S31 Basis CTG-monitors.
Nog andere verloskundige centra breidden
hun STAN-park uit: Klina Brasschaat van
twee naar drie STAN’s, en AZ Sint-Vincentius
Antwerpen en AZ Sint-Dimpna Geel naar
twee STAN’s. In AZ Damiaan werd een
STAN S21 omgeruild naar een STAN S31.
Verder in ons land werd in STAN geïnvesteerd in onder meer de Universitaire
Ziekenhuizen Brugmann, Saint-Luc en
Sint-Pieter te Brussel, CHU Notre-Dame des
Bruyères te Chênée, Epicura Ath, Vivalia
Arlon, Clinique Notre-Dame de Grâce in
Gosselies en het CHM van Moeskroen.
Epicura Hornu startte met STAN. Uitblinker is CHU Charleroi met de aanschaf van
maar liefst 18 STAN Basis CTG-monitors!
STAN CTG wordt steeds vaker gekozen
als een toekomstgericht alternatief
voor de klassieke CTG-monitor. Dat
gebeurde in ASZ Aalst, AZ Sint-Blasius
Dendermonde, AZ Sint-Maarten Duffel,
Sint-Jozef Mortsel en AZ Jan Portaels
Vilvoorde.
Hoofdvroedvrouw Tracy De Weirdt en Diensthoofd Materniteit
dr. Michel Bafort van AZ Alma Eeklo.
Ook Nederland blijft niet achter
Het perinataal centrum Isala Klinieken te Zwolle is momenteel
de grootste STAN-gebruiker met negen STAN S31’s en zevenentwintig STAN S31 Basis CTG’s. Het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in
Amsterdam investeerde in negen STAN S31 Basis CTG-monitors
en deed een upgrade van twee STAN S31’s met maternale parameters. Het IJsselland Ziekenhuis te Capelle aan den IJssel had
al zeven STAN’s en schafte nog een STAN S31 Basis CTG-monitor
aan. Het Maastricht UMC+ evolueerde in één klap van één naar
vier STAN’s. Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis uit Dirksland had
reeds twee STAN’s en koos voor uitbreiding met drie STAN S31
Basis CTG’s. Het Atrium MC te Heerlen ruilde een STAN om voor
een STAN S31 met maternale
parameters.
10 jaar STAN in AZ Sint-Jan
Brugge
Op 18 april werd het tienjarig
gebruik van STAN in AZ Sint-Jan
te Brugge gevierd met een
STAN-minisymposium voor
gevorderde STAN-gebruikers.
Met ongeveer tweehonderd
deelnemende vroedvrouwen en
gynaecologen was de opkomst
hoog. AZ Sint-Jan werkt op de
zes verloskamers en de sectiozaal
uitsluitend met STAN.
STAN-initiatiecursus
Op 24 april organiseerde de
hogeschool VIVES te Kortrijk op
vraag van afgestudeerde vroedvrouwen een STAN-initiatiecursus.
De honderdtwintig ingeschreven
vroedvrouwen zorgden voor een
vol auditorium.
Kalender
2014
De komende maanden
staan de volgende
congressen, opleidingen
en symposia op ons
programma:
16 september
VVOG, CTG-cursus,
Auditorium Kiekens,
UZ Brussel
2 en 3 oktober
VVOG, 6e VVOG
Jaarcongres, ICC Gent
4 december
Universiteit Gent,
Verloskunde in beweging
II, Het Pand Gent