binnenwerk WETH - Publiek Domein

Wethoudersprogramma 2006
Steun in de rug voor startende wethouders
Publiek Domein
P R O G R A M M A’ S VO O R P R O F E S S I O N A L I S E R I N G
Inhoud
Bestuurlijk vakmanschap centraal - 3
Ervaringen met wethouderstrajecten - 7
Opzet van het programma - 10
Organisatie - 13
Over Publiek Domein - 16
Reserveringssformulier
los bijgevoegd
Bestuurlijk vakmanschap centraal
Wethouder, een vak apart
‘Het wethouderschap is een roeping, maar het is ook een vak’. Onder dit motto ontwikkelde Publiek
Domein in 1990 het Wethoudersprogramma. De roeping heeft vaak betrekking op politieke idealen,
soms op een lang gekoesterde persoonlijke wens. Dat vak, het werd in 1992 al geconstateerd*, is tegelijkertijd schitterend en meedogenloos. Inmiddels vijf collegevormingen (inclusief herindelingsverkiezingen), 16 jaar en honderden wethouders verder is het wethouderschap nog steeds een vak apart.
Ook het programma blijft bijzonder en vernieuwend. We hebben inmiddels een traditie in pionieren
ontwikkeld, niet om het vernieuwen op zich, maar omdat het wethoudersvak daarom vraagt.
De wethouder staat in het centrum van de lokale democratie. Hij verbindt gemeenteraad met de
ambtelijke organisatie, politieke prioriteiten met geluiden uit de lokale samenleving, problemen in
de buurt met lobbies in Den Haag en het gemeentebestuur met de media. De persoon van de wethouder, zijn of haar politieke visie en vermogen om mensen en organisaties te mobiliseren, zijn
daarbij cruciaal. Een goede wethouder krijgt dingen voor elkaar die in de lokale gemeenschap
betekenis hebben. Het vereiste gezag moet echter steeds meer bewust georganiseerd en bevochten
worden.
‘Het feit dat je in die arena’s aan tafel zit wil nog niet zeggen dat je er een plek in hebt.
Absoluut niet! Je moet vechten om je energie in resultaat om te zetten, of je moet
een natuurtalent zijn. Ik had het gevoel dat ik het aankon (ik bestuur al sinds mijn
zestiende), maar ik ben ook tegen mijn tekortkomingen aangelopen.’
Kwaliteit van wethouders
Het wethouderschap is dus geen gemakkelijke of rimpelloze functie. Integendeel, van nieuwe
wethouders wordt verwacht dat ze in verschillende arena’s (raad, college, ambtelijke organisatie,
media, burgers en maatschappelijke organisaties) snel en effectief gezag verwerven. Er wordt wel
beweerd dat de bestuurlijke kwaliteit van wethouders afneemt. Het toenemend aantal ‘vallende
wethouders’ zou symptomatisch zijn voor de teruglopende kwaliteit van politici en bestuurders.
Zelden worden in één adem ook de steeds hogere kwaliteitseisen genoemd waaraan (nieuwe) wethouders moeten voldoen. Evenmin wordt rekening gehouden met de toename van eisen die aan de
persoon van de wethouder worden gesteld: de samenleving is complexer en lijkt minder voorspelbaar dan vroeger. Er kan steeds minder op vanzelfsprekend politiek gezag worden gebouwd en ook
de controle op het ‘glazen huis’ van de lokale politiek is sterker geworden.
* G.J.C. Hartman en P.W. Tops: Professionalisering van wethouders: Alle begin is moeilijk,
het einde trouwens ook, in De wethouder, positie en functioneren in een veranderend bestuur
(P.W. Tops, A.F.A. Korsten, C.A.T. Schalken)
3
Een nieuwe baan zonder inwerkperiode
In deze context wordt na de raadsverkiezingen in maart een groot aantal nieuwe wethouders gekozen. Sommigen waren al enige tijd ‘wethouderskandidaat’ en zaten op het vinkentouw. Anderen
hebben na een telefoontje thuis even de consequenties kunnen bespreken en het de volgende dag
op het werk verteld. Voor beiden geldt dat hun leven van de ene op de andere dag ingrijpend
verandert. In de lokale samenleving zijn ze plotseling publieke persoonlijkheden geworden. Even
plotseling krijgen zij te maken met een nieuwe wereld: de ambtelijke organisatie. Van de nieuwe
wethouder wordt verwacht dat hij of zij direct een stempel op het beleid drukt, vergaderingen
stuurt, knopen doorhakt, moeizame processen trekt en tegenspel levert aan ambtenaren met tien,
twintig jaar ervaring.
Zelfs voor oud-raadsleden die wethouder worden, verandert de positie in het oude werkterrein, de
politiek, ingrijpend. Opeens is er een college van B en W, mensen van diverse politieke pluimage
die toch als één team moeten opereren. Binnen de half-collegiale, half-concurrerende verhoudingen in een college moeten nieuwe wethouders snel hun draai zien te vinden. Zeker sinds de
invoering van het duaal bestel zit de nieuwe wethouder van het ene op het andere moment ‘aan
de andere kant van de tafel’ bij de gemeenteraad: in plaats van anderen aan te spreken op het
bereiken van politieke doelstellingen wordt hij of zij nu zelf aangesproken.
‘Het eerste jaar als wethouder heb ik geleden. Daar wil ik echte nieuwkomers voor waarschuwen. De glans van de functie is er na twee weken helemaal af. Dan is het gewoon
bladgoud. Wat er dan overblijft is een hartstikke moeilijke baan, waarin je je soms geen
raad weet. Het eerste jaar vond ik het zelden leuk. Als je als wethouder ambitieus bent,
houd er dan rekening mee dat je in een nauwelijks te overzien avontuur stapt.
Na twee jaar sloeg het om. De problemen waren even groot, maar ik begon wat meer grip
te krijgen. Toen kreeg ik het gevoel: meestal is het een leuke baan, maar soms is het niet
leuk.’
Een riskante baan
De risico’s van het vak komen tot uiting in een groeiend aantal bestuurscrises en afgetreden wethouders. Binnenlands Bestuur voert in haar eerste nummer van 2006 een parade van gevallenen uit
het voorgaande jaar op, ruim 90 in getal. Een kwart van de wethouders blijkt de eindstreep niet te
halen en zelden zijn het de bestuurlijke hoofdlijnen waarop de wethouder in theorie zou
moeten sturen. Steeds blijken duivelse details en persoonlijke verhoudingen het kleine drama aan
te kondigen of het verhaal te besluiten.
Meer dan voorheen moeten wethouders in staat zijn te herkennen in welke penibele situaties zij
terecht kunnen komen. Het komt erop aan risico’s te herkennen en deze ontspannen te hanteren.
Het vermogen om alert en onbesproken te opereren in verhoudingen die tot op zekere hoogte
diffuus zijn, is een eigenschap die voor wethouders steeds belangrijker wordt. Het vertrekpunt is
5
om die reden blijvend actueel: het wethouderschap is voor de meeste wethouders een roeping,
een droom. Maar in de alledaagse praktijk is lokaal bestuur een hard vak, een politiek-bestuurlijk
ambacht, dat zelfs de meest ervaren bestuurder zich met vallen en opstaan eigen heeft moeten
maken. Op die realiteit is het Programma voor startende wethouders gebaseerd.
‘Het is met ambtenaren zo dat ze zeggen dat ze verschrikkelijk loyaal zijn, maar ze kunnen je maken en breken. Daarbij komt nog: iets tegenhouden wat ambtenaren willen, dat
wil nog wel lukken. Iets zelf willen wat ambtenaren niet willen, kan absoluut niet.
Daarbij kun je ze dan nauwelijks op gebrekkige loyaliteit betrappen. Luister daarom goed
naar je ambtenaren. In principe zijn ze bereid om je politiek ter wille te zijn.’
Doelgroep
Het Wethoudersprogramma van Publiek Domein is ontwikkeld voor nieuwe wethouders van
middelgrote en grote gemeenten en voor dagelijks bestuurders/wethouders van stadsdelen en
deelgemeenten; mensen die het wethouderschap fulltime uitoefenen. Het programma staat open
voor wethouders van iedere politieke kleur en met elke portefeuille.
In de praktijk blijkt dat het programma goed past in de gebruikelijke introductieactiviteiten voor
nieuwe wethouders. Als aanvulling op de gemeentelijke introductie helpt het programma van
Publiek Domein de nieuwe wethouders bij het maken van een vruchtbare start en het opbouwen
van een netwerk van collega-wethouders.
‘Je kunt achter de schermen wel van alles willen, maar als wethouder moet jij je wensen
publiek waarmaken. Dat geldt zowel voor de media als voor de raad. Die publieke
kant vond ik in het begin het meest spannend. Hoe gaat de raad op mij reageren?
Het wethoudersprogramma heeft mij ook bevestigd in wat ik wel goed doe.’
6
Ervaringen met wethouderstrajecten
Publiek Domein organiseert al sinds 1990 programma’s voor wethouders en andere bestuurders.
De ervaringen en reflecties van deelnemers zijn hieronder samengevat.
Ervaringsuitwisseling
Iedere gemeente is uniek. Toch krijgen nieuwe wethouders allemaal met vergelijkbare mechanismen, patronen en dilemma’s te maken. Het reflecteren daarop - samen met lotgenoten (‘hoe ga jij
daarmee om?’) - helpt de deelnemers hun eerste ervaringen te ordenen en daaruit lessen te trekken
voor de toekomst. Deelnemers ervaren het Programma voor startende wethouders dan ook als een
versnelde ontdekkingsreis.
‘De training heeft veel indruk op me gemaakt. Het geeft je zelfvertrouwen, omdat daarin
concreet en precies feedback wordt gegeven over verbeteringen (en niet door blabla opmerkingen), zodat het ook meteen herkenbaar voor je wordt.’
Vrijplaats
Het Wethoudersprogramma biedt nieuwe wethouders een ‘vrijplaats’. Deelnemers krijgen de
mogelijkheid om zich tijdelijk terug te trekken uit de dagelijkse praktijk en te reflecteren op de
eigen positie en het eigen functioneren. De hectische praktijk van nieuwe wethouders is zeer
indringend: de wethouders hebben gedurende deze periode zelf het idee dat ze in een inwerkperiode zitten, terwijl de omgeving klaar staat om de nieuwe wethouder direct aan te spreken.
In het wethoudersprogramma kunnen de deelnemers vrijuit spreken over keuzes en dilemma’s en
daarin een positie bepalen zonder politieke of bestuurlijke druk.
‘Dit programma bood me de kans om even weg te zijn uit de dagelijkse hectiek. Ik kon op
adem komen en afstand nemen. De gesprekken en informele contacten met collega-deelnemers hebben daar zeer bij geholpen.’
‘Ervaren rotten’
De inbreng van de zogenaamde ‘ervaren rotten’ wordt bijzonder op prijs gesteld. Mensen die
zelf jarenlang wethouder zijn (geweest) hebben een nuttige en gewaardeerde bijdrage in het programma. Van belang blijkt ook de rol van mensen die in hun beroepspraktijk veel met (nieuwe)
7
wethouders te maken hebben, zoals burgemeesters, gemeentesecretarissen en diensthoofden.
Zij kunnen uit ervaring duidelijk maken welke verwachtingen men in de verschillende arena’s van
het wethouderschap heeft. Hun ‘gouden en zwarte’ regels zijn in de praktijk zeer herkenbaar.
Direct en indringend
Het Wethoudersprogramma start direct na het aantreden van de nieuwe wethouders. Voor de
deelnemers blijkt dit een groot voordeel. De leeropbrengst is optimaal als wethouders meteen na
hun aantreden indringend worden geconfronteerd met de mechanismen en patronen waarmee ze
te maken krijgen en de keuzes die ze daarin kunnen maken.
De gretigheid van de deelnemers is enorm. De bestuurders willen er echt iets van maken.
Van binnenkomst tot ‘s avonds laat gaan de gesprekken door. Aan het ontbijt wordt de
draad weer opgepakt. Met algemene verhalen wordt geen genoegen genomen. Dat houd je
als programmaleider ook scherp.
Eigen praktijksituaties en persoonlijke feedback
In het Wethoudersprogramma staan de situaties uit de dagelijkse bestuurspraktijk van de deelnemers centraal. Keuzes, dilemma’s en alternatieven worden vanuit deze praktijksituaties geanalyseerd en verhelderd. Daarbij is veel aandacht voor de persoon van de wethouder: aan de hand van
oefeningen en simulaties krijgen de nieuwe wethouders gerichte feedback van collega’s en ervaren
kerndocenten.
‘Ik heb veel praktische tips gekregen die ik direct kan toepassen. Ik waardeer de positiefkritische feedback die anderen me hebben gegeven. Ik ga organiseren dat ik dat ook buiten
dit traject om krijg.’
Boven partijpolitiek
Deelnemers aan de Wethoudersprogramma’s van Publiek Domein zijn afkomstig van verschillende
partijen (CDA, PvdA, VVD, D66, GroenLinks en lokale groeperingen en stadspartijen). Het interpolitieke aspect draagt bij aan de kracht van het programma, omdat het de deelnemers een kijkje
gunt ‘achter de schermen’ van andere partijen.
8
Grote belangstelling
Onder nieuwe wethouders blijkt grote belangstelling te bestaan om aan het programma deel te
nemen. “De wethouder is op cursus” is in gemeentelijk Nederland inmiddels een volledig geaccepteerd begrip. Inmiddels werden honderden wethouders bij hun start ondersteund met dit programma.
Wethouders uit de volgende gemeenten hebben deelgenomen aan de Programma’s voor startende
wethouders:
Aalten, Alkmaar, Almelo, Almere, Alphen aan den Rijn, Amersfoort, Amsterdam Bos en Lommer,
Amsterdam Geuzenveld, Amsterdam Westerpark, Apeldoorn, Assen, Beesel, Berkelland, Beverwijk,
Boarnsterhim, Breda, Bronckhorst, Brunssum, Capelle aan den IJssel, Delft, Doetinchem,
Dordrecht, Eindhoven, Enkhuizen, Enschede, Groenlo, Groningen, Haarlem, Haarlemmermeer,
Heerlen, Hengelo (O), ‘s-Hertogenbosch, Leeuwarden, Leiden, Lelystad, Lingewaal, Lochem,
Maarn, Maassluis, Maastricht, Nieuwegein, Nijmegen, Oldenzaal, Oosterhout, Oss,
Oude-IJsselstreek, Renkum, Rheden, Roosendaal, Rotterdam Delfshaven, Rotterdam Feijenoord,
Rijswijk, Sittard-Geleen, Smallingerland, Someren, Spijkenisse, Stadskanaal, Tilburg, Vlaardingen,
Veghel, Waalwijk, Waddinxveen, Winterswijk, Woensdrecht, Zaanstad, Zevenaar, Zoetermeer,
Zutphen, Zwijndrecht.
9
Opzet van het programma
Uitgangspunten
Het Wethoudersprogramma bestaat uit vier (24-uurs)werkconferenties (van lunch tot lunch) en
een case-consultatie. Door deze praktische indeling hoeft de bestuurder geen dag helemaal weg te
zijn. De overnachting bevordert tegelijkertijd de uitwisseling. In de werkconferenties komen de
verschillende aspecten van het wethouderschap aan de orde. Deelnemers werken aan het (verder)
ontwikkelen van ambachtelijke bestuurlijke vaardigheden en een eigen bestuursstijl.
Uitgangspunten daarbij zijn telkens: oefenen met situaties uit de eigen bestuurspraktijk, ervaringsuitwisseling en feedback van collega’s en ervaren kerndocenten.
‘De cursus maakt je op een aantal punten bewust van wat het wethouderschap betekent en
wat de consequenties zijn voor je relaties. Het is iets anders dan raadslid zijn. Ik ben heel
wat jaren raadslid geweest en ik dacht dat ik alles wist. Dat valt dus vies tegen.’
Hoe leert een bestuurder?
Iedere bestuurder is anders en leert dus ook anders. Toch valt wel iets te zeggen over de lessen
van 16 jaar professionalisering van lokaal bestuur. De meest relevante lessen staan hiervoor al
verwoord onder de kopjes ‘direct en indringend’ en ‘vrijplaats’. Wij hebben ervaren dat veiligheid
en directheid twee kanten van dezelfde medaille zijn. In iedere arena waarin de wethouder opereert, moet hij zijn positie (bij tijd en wijle) veroveren of bevestigen. Iedereen (ook een bestuurder) leert het meeste als hij of zij niets te verliezen en alles te winnen heeft. Niets te verliezen
vraagt in dit geval om maximale openheid en veiligheid, vandaar het idee van de vrijplaats. Alles te
winnen vraagt in dit geval om optimale aansluiting bij de eigen situatie. Om die reden krijgen de
wethouders van alle kanten persoonlijke feedback: van collega’s, van docenten, van programmaleiding. Ook aangereikte inzichten en theorie wordt ter plekke vertaald naar de eigen situatie.
Concreet reiken wij in het programma de volgende ondersteuning aan:
•
•
•
•
•
•
Actuele inzichten in de arena’s waarin de wethouder optreedt;
Ervaringen van oude rotten in het bestuursvak;
Inzicht in de eigen stijl, kwaliteiten en valkuilen;
Onderlinge uitwisseling met collega-wethouders;
Intensieve training van bestuurlijke vaardigheden;
Gerichte consultatie onder leiding van een coach.
10
Het programma
Werkconferentie I
‘Contouren van vakmanschap’
(drie dagdelen)
•
•
•
•
Kennismaking;
Wederwaardigheden van een beginnend wethouder;
Agendabeheersing en -analyse;
Verbinden van strategie en communicatie.
In deze conferentie staan de verbindingen centraal tussen de strategie van de wethouder, zijn of
haar agenda en het optreden in de verschillende arena’s. Ook de wederwaardigheden van beginnende wethouders en de mechanismen waarmee ze te maken krijgen, komen in deze werkconferentie uitgebreid aan de orde. Een ervaren bestuurder plaatst de eerste maanden in perspectief.
Werkconferentie II
‘Persoonlijke presentatie en media’
(drie dagdelen)
•
•
•
•
Publieke communicatie en presentatie;
Optreden in de publieke arena;
Omgaan met verschillende media;
Beheersen van de eigen impressie.
De tijd dat presentatie een kwestie van verpakking is, ligt achter ons. Impressies bepalen in toenemende mate het politieke en publieke speelveld. Vorm en inhoud lopen door elkaar heen. Media
en presentatie staan centraal in de tweede werkconferentie, waarin wordt geoefend met verschillende situaties waarin wethouders met media te maken krijgen. Aan de hand van de oefeningen worden kansen en valkuilen in deze arena behandeld. Ook leggen de deelnemers in deze conferentie
hun optreden in de publieke arena ter toetsing voor aan collega’s en kerndocenten.
Werkconferentie III
‘Eigentijds besturen’
(drie dagdelen)
•
•
•
•
Positie van de wethouder in maatschappelijke krachtenvelden;
Persoonlijke bestuursstijl;
Stijlen van burgerschap;
Stijl van de wethouder en de dynamiek van diverse arena’s.
Zou de Rotterdamse burgemeester Thomassen de raadsvergaderingen in het duale bestel weten te
hanteren? Past de stijl van Schaefer even goed bij de stedelijke vernieuwing in de naoorlogse wij-
11
ken, als toen bij de stadsvernieuwing? Wethouders zijn een product van hun tijd en drukken er
tegelijkertijd een stempel op. In de derde werkconferentie komt het meest indringende aspect van
politiek vakmanschap aan de orde: de persoonlijke bestuursstijl, en het vermogen een bijdrage te
leveren aan maatschappelijke ontwikkelingen en een resultaatgerichte aanpak van maatschappelijke
problemen. Dit vraagt van bestuurders om een subtiel spel van aansluiten en onderscheiden: aansluiten bij diffuse situaties en tegelijkertijd het verschil weten te maken.
Werkconferentie IV
‘Strategisch positie kiezen’
(drie dagdelen)
•
•
•
•
Beheersen en dempen van conflicten;
‘Vallen en opstaan’;
Operationele consultatie;
Ontwikkelen van vitale coalities.
In de laatste werkconferentie staan wij stil bij de voortdurende opgave om adequaat positie te kiezen. De bestuurders vergroten hun inzicht in hun omgang met conflicten. Door operationele consultatie scherpen de wethouders hun blik op hun strategische positie. In het licht van hun bestuurlijke ambities krijgt ook het creëren van coalities een plaats. Welke verbanden in de gemeente zijn
van belang om doelstellingen dichterbij te brengen? Welke rol kan ik als bestuurder vervullen om
coalities die vitaal zijn voor de stad de ruimte te geven?
Case-consultatie
(twee dagdelen)
• Analyse van strategische vraagstukken van de deelnemers;
• Toepassen van krachtenveldanalyses;
• Strategisch interveniëren in bestuurlijke processen.
In de case-consultatie tenslotte worden de krachtenvelden rondom de wethouder uitgespit aan de
hand van strategische vraagstukken die de deelnemers zelf inbrengen. Zowel het moment waarop
deze bijeenkomst is gepland als de plaats in het traject lenen zich bij uitstek voor een strategische
analyse. De wethouder is immers niet meer ‘nieuw’, heeft inmiddels greep op zijn of haar situatie
en gaat zich meer richten op een politiek-strategische aanpak van bestuurlijke processen.
Een vervolg?
De programmaleiders verkennen met de deelnemers of na het programma behoefte is aan
vervolgactiviteiten. Deze kunnen de vorm hebben van individuele coaching van wethouders,
het stimuleren van de netwerken van deelnemers of het organiseren van werkconferenties over
relevante thema’s.
12
Organisatie
Programmaleiding
De programmaleiding draagt zorg voor de rode draad in de vier werkconferenties. Zij vertalen de
leerwensen van de wethouders naar het aanbod van de docenten. Ieder traject heeft zijn eigen programmaleider. De coördinatie van de vier programma’s is in handen van Henk Gossink. Gezien het
karakter van het programma werkt Publiek Domein met in totaal vier programmaleiders die uitgebreide ervaring hebben met lokaal bestuur.
Liesbeth Alferink heeft uitgebreide ervaring bij (grootschalige) politiek-bestuurlijke gevoelige
projecten in de steden Den Haag, Rotterdam en Tilburg. Het leeuwendeel van haar werkzame
bestaan heeft zij gewerkt bij lokale overheden. Van de stadsvernieuwing, via management van
projectafdelingen tot samenwerking in grote infrastructurele projecten. Sinds 2002 is zij werkzaam
bij Publiek Domein als programmaleider. Haar specialisme is politiek-ambtelijke verhoudingen.
Martin Dijk is sinds 1990 als programmaleider verbonden aan Publiek Domein. Zijn aandachtsgebied is het ‘lokaal bestuur’. Hij stond in 1990 mede aan de wieg van het eerste Wethoudersprogramma en heeft deze verder ontwikkeld. Daarnaast traint/begeleidt hij colleges van B en W
en Managementteams. Tot slot is hij persoonlijke coach van een aantal wethouders, gemeentesecretarissen en directeuren.
Marieke Moorman heeft 10 jaar ervaring als programmaleider, onder andere van de leergang
Sturen van beleidsprocessen in Grote Gemeentelijke Organisaties (SBG). Eerder begeleidde ze
wethouders die startten in 2002 en wethouders die aantraden na de herindeling in de Achterhoek
in 2005. Marieke is sinds 2002 gemeenteraadslid in Tilburg en zal naar alle waarschijnlijkheid een
tweede raadsperiode na de verkiezingen van 2006 hieraan koppelen.
Henk Gossink is van huis uit bestuurskundige. Hij onderzocht en begeleidde de introductie van
wijkaanpak in verschillende steden in de jaren ‘90. Eind jaren ‘90 was hij werkzaam bij de gemeente Haarlemmermeer, onder andere als collegewoordvoerder. In 2005 was Henk, evenals Marieke
en Liesbeth, betrokken bij het traject voor startende wethouders in de Achterhoek.
13
Programmaraad
Voor dit traject heeft Publiek Domein een programmaraad ingesteld. Deze raad ziet toe op de
kwaliteit van het traject en denkt mee over actualiteit en vernieuwing van de programmering.
De programmaraad bestaat uit de volgende leden:
Leden programmaraad
Frans Backhuijs
Gabriëlle Haanen
Henk Nijhof
Ralph Pans
Jan Dirk Pruim
Ton Roerig
Marjolein Steffens
Pieter Tops
Albertine van Vliet
Burgemeester gemeente Oldenzaal
Gemeentesecretaris gemeente Heerlen
Wethouder gemeente Hengelo
Voorzitter directieraad VNG
Griffier gemeente Almere
Wethouder gemeente Zoetermeer
Oud-wethouder gemeente Haarlemmermeer
Hoogleraar Bestuurskunde, Universiteit van Tilburg
Burgemeester gemeente Amersfoort
Docenten en gasten
De volgende docenten en
Willy Bakers
Marcel Boogers
Fred Cohen
Adri Duivestein
Jan Elzinga
Ruud Grondel
Cox Habbema
Jan den Hollander
Margreet Horselenberg
André de Jong
Annemarie Jorritsma
Jacques Lewensztain
Henk Nijhof
Noortje van Oostveen
Wicher Pattje
Freek Salm
Harry Slegh
Marjolein Steffens
Pieter Tops
Albertine van Vliet
Jan de Vreugd
Rodney Weterings
Monique Wijshoff
Jetske Zijlstra
gasten hebben hun medewerking aan het programma toegezegd:
Trainer/coach Bakers Consult
Universitair docent Bestuurskunde, Universiteit van Tilburg
Odyssee Compagnie
Lid Tweede Kamer
Burgemeester gemeente Reeuwijk
Wethouder gemeente Haarlem
Actrice
Organisatieadviseur
Burgemeester gemeente Lelystad
Trainer/coach Synergos Trainingen en Opleidingen
Burgemeester gemeente Almere
Begeleider/ontwikkelaar JNL Adviseurs
Wethouder gemeente Hengelo
Journaliste/media adviseur
Oud-wethouder gemeente Groningen
Zelfstandig adviseur, voormalig ‘wallenmanager’
Programmaleider Publiek Domein, coach/mediator DeVicco
Oud-wethouder gemeente Haarlemmermeer
Hoogleraar Bestuurskunde, Universiteit van Tilburg
Burgemeester gemeente Amersfoort
De Vreugd Consultancy
Wetenschappelijk medewerker Tilburgse School voor Politiek en Bestuur
MW&V Personeelsbegeleiding, coaching, training
Communicatietrainster
14
Mogelijkheid tot reservering
Gemeentebesturen die het Wethoudersprogramma van Publiek Domein willen opnemen in hun
introductieactiviteiten voor nieuwe wethouders, kunnen nu alvast een of meer plaatsen reserveren
voor het programma. Definitieve aanmelding vindt plaats na overleg met de nieuwe wethouder(s).
Publiek Domein
vormt een onafhankelijke
ontmoetingsplaats voor:
• mensen die werkzaam zijn
op raakvlakken van het
ambtelijke, publieke en
private domein
• mensen die meewerken
aan oplossingen voor
maatschappelijke vraagstukken
• mensen die daarbij
verbindingen aan durven
gaan met anderen
P R O G R A M M A’ S VO O R P R O F E S S I O N A L I S E R I N G
waar ruimte is voor:
• veilig experimenteren
• reflectie en exploratie
• tegenspel en confrontatie
• strategieontwikkeling en
persoonlijke vorming
• beproefde degelijkheid en
onorthodoxe benaderingen
Secretariaat/
Programma-assistentie
Programmaleiders
mw. ir. E.V.B.M. Alferink
drs. W.J.J. Bakers
mw. drs. A.R. Bijland
F. Cohen
mw. drs. H.F.G. van Deijck
M. Dijk
mw. drs. M.S. Gijsbers-van Pesch
drs. J.W. de Goeij
drs. H. Gossink
mw. drs. J. de Haan
drs. Th. Konijn
Publiek Domein B.V.
Nieuwegracht 56
3512 LT UTRECHT
en verzorgt daartoe:
• leergangen
• trajecten
• programma’s in opdracht
• onderzoeken
• conferenties
• publicaties
mw. drs. E.W.G. Kroon
mw. drs. M.A.H. Moorman
dr. G.H.J.M. Neelen
mw. drs. E.J.M. van Raaij
drs. A.M. Slegh
prof. dr. P.W. Tops
mw. drs. I. de Veer
drs. R. Vonk
drs. J. de Vreugd
mw. M.C.P.M. Wijshoff
mw.
mw.
mw.
mw.
mw.
mw.
P R O G R A M M A’ S VO O R P R O F E S S I O N A L I S E R I N G
T 030 23 22 116
F 030 23 00 208
E [email protected]
I www.publiekdomein.nl
14
M.J. Bosman
drs. I. Hermans
A.D. Mous
H.H.J. van Rossum
Y.M. Smit
P.C. Vogt