2 maanden - Gezinsbond

Afgiftekantoor Gent X // Erkenningsnummer: P508750 //
bpost
PB- PP B- 12633
BELGIE(N) - BELGIQUE
Troonstraat 125
1050 Brussel
n
e
d
n
a
a
m
2
maandblad
2014
jaargang 32
dagboek
rubriektitel
Gezondheid
2de maand
inhoud
Jenne
Dagboek
Jenne3
ontwikkeling
Mijn tweede maand
Fitness voor baby’s
4
5
verzorging
Nageltjes knippen De babyrelax 4
15
ouderschap
Het wenen voorbij:
een huilbaby Kindje met een handicap
6
12
gezonde voeding
Borstvoeding? Blijven gaan!
Een flesje drinken
gezondheid
Een eerste prik
eigen kweek Babyfoto’s 8
9
10
14
We zijn 2013 en tot hiertoe is de wetenschap er
nog niet in geslaagd om
mensen te klon en . Dat is
erg jammer. Een Chloé die
‘s nachts doorslaapt en
‘s ochtends onbezorgd naar
haar werk fietst en een
mams die zich volledig kan
richten op jou en je mama,
dat zou toch mooi zijn?
In plaats daarvan pendel ik tussen werk en gezin totdat mijn ton g
op de grond han gt. Ik ben soms blij dat ik naar het werk kan rijden
om de pampers, de huilbuien en de slapeloze nachten van me af te
schudden , om dan vervolgens te vechten tegen het gevoel dat ik allerlei moois mis of dat ik er niet ben voor mijn vrouw op momenten dat het voor haar ook even te veel wordt. Die twee avonden in
de week dat ik naar vergaderin gen moet, maken het er niet beter
op. Stilaan drin gt de realiteit tot mij door: het huidige ritme zal
nog een hele tijd de dienst uitmaken en ik zal moeten zorgen dat
ik kan volgen .
Jouw mama heeft het zelf ook lastig om je temperament te volgen ,
want je wil overdag niet slapen , tenzij je op mama’s arm ligt. Als
Anke jou even durft n eer te leggen , ben je weer wakker en huil je
tran en met tuiten . Eén keer huilde jouw mama uit pure ellende
mee. Gelukkig belde ze mij op zodat ik haar toch even kon troosten . Geen moment heeft ze haar handen vrij. Met een baby op de
arm en een recente keizersn ede achter de rug wordt haar bewegin gsvrijheid door pijn en vermoeidheid tot een karig minimum
beperkt.
En dan … ontdekt mama de draagdoek. Er gebeuren twee wonderlijke din gen . Jij slaapt meteen in en lekker door, én Anke kan weer
din gen doen in huis zonder al te veel on gemak of pijn . Wat een
verademin g!
Stukje bij beetje overwinn en we de uitdagin g die het prille ouderschap ons voorschotelt. We leren jou steeds beter kenn en , welk
huiltje voor welke vraag staat en wat voor trucjes het beste werken
om weer een blije Jenn e van je te maken .
Af en toe gooi jij dan het hele schema eens ondersteboven en reageer
je totaal anders dan gewoonlijk. Dan werkt er plots geen enkel trucje meer. Op zo’n moment gaan we eens lezen wat de Oei, ik groei!
appTM zegt over de periode waarin jij je bevindt en welke mentale
ontwikkeling je doormaakt in deze fase. Meer dan eens heeft het ons
een aha-erlebnis bezorgd. Want niet enkel groeiende ledemaatjes
geven groeipijn en maar ook een inn erlijke leefwereld die alle kanten op schiet. De beschrijvingen zijn heel herkenbaar en geruststellend, een echte must have dus voor debuterende ouders.
Maar ouders zijn ook geliefden en met Valentijn willen we daar
nog eens de volle aandacht aan besteden . Dit wordt jouw eerste
avondje logeren . Zo spann end als we dat vinden , zo probleemloos
laat jij je onder de liefdevolle vleugels n emen van je tantes om ons
een avondje onversn eden romantiek te gunn en . Mama en mams
zijn fier op hun meid!
Chloé
3
ontwikkeling
Mijn tweede maand
Motorische ontwik­keling
>>Als ik op mijn buik lig, kan ik mijn hoofd­je minstens tien
seconden omhoog hou­den.
>>Het lukt me al om vijf seconden te zitten.
Mijn hoofdje schommelt wel nog heen en weer.
>>Mijn aange­boren reflexen beginnen te verdwijnen.
De stapreflex is al helemaal weg.
>>Mijn handjes zijn al (een beetje) geopend.
Zintuiglijke ontwik­kelin­g
>>Bij het geluid van een bel schrik ik niet meer, maar ik
kijk rond. Ik leer dus luisteren.
>>Ik zie alles scherp wat tus­sen 15 en 30 cm van me
verwij­derd is.
>>Ik herken kleuren. Rood, blauw, geel en groen zie ik het
liefst, in die volgorde.
>>Als ik wak­ker ben, maak ik tevreden geluidjes:
eh, aha, e-che…
>>Ik kijk naar gezichten en volg die met mijn ogen.
>>Mijn eerste lachjes duiken op! Vorige maand waren dat
nog instinctieve reacties, nu reageer ik echt op het zien
van een gezicht of het her­kennen van een stem.
GewichtLengte
Jongen: 4.250-6.500 g
Jongen: 54-62 cm
Meisje: 4.000-6.000 g
Meisje: 53-60,5 cm
Zoals al eerder gesteld: de gemiddelde baby
bestaat niet. Hij lijkt alleen maar op jouw kind
dat nu ook twee maanden wordt.
Geen reden tot paniek dus als hij sommige dingen
nog niet doet of kan.
Sociale ontwikkeling
>>Ik slaap al wat minder overdag, maar ’s nachts word ik
meestal nog wakker.
Manicure & pedicure
Nageltjes knippen, heel wat ouders vinden
het een zenuwslopende zaak. Begint een
baby zich te krabben? Kortwiek de nageltjes
dan voorzichtig. Wacht tot je kleintje rustig is
en gebruik een (ontsmet) nagelschaartje met
stompe punten.
Opa klein en dik (het duimpje)
Oma breit van rikke-tikke-tik (wijsvinger)
Papa sterk en groot (middelvinger)
Mama snijdt het brood (ringvinger)
En xxxxx (naam van je kindje) draagt het
mandje (pinkje)
dat is het familiehandje (en je zwaait eens
met het ‘pasgeknipte’ handje!)
Wie het leuk wil maken, kan de tip van mama Benedicte
gebruiken:
“Toen ik ongeveer negen jaar geleden de reeks ‘Brieven aan
Jonge Ouders’ in de bus kreeg, las ik daarin een versje voor
bij het nagelknippen. Dat leuke rijmpje heb ik elke keer bij al
m’n kinderen opgezegd. De allerjongsten zitten stilletjes te
luisteren, maar als ze wat ouder zijn zeggen ze het rijmpje
mee op. Zelfs onze twee grote sjarels, die al bijna negen zijn,
vinden het nog steeds leuk om hun nageltjes zo te knippen.
Het versje maakt van nageltjes knippen een leuk moment in
plaats van een zenuwslopende zaak. Daarom wil ik het graag
delen met andere jonge ouders:
4
ontwikkeling
Fitness voor baby’s
Plat hoofdje
De meeste baby’s draaien hun hoofdje steeds weer naar
dezelfde kant als ze op hun rug liggen. Klinkt logisch, maar
zo’n voorkeurshouding kan nadelig zijn voor z’n ontwikkeling en het veroorzaakt soms (tijdelijk) een scheef hoofdje.
Stimuleer je kleintje daarom zo dat hij zijn hoofd ook eens de
andere kant opdraait.
Enkele tips:
>>Bij borstkindjes wisselt mama automatisch van kant als ze
voeding geeft. Ook bij flesvoeding kan je afwisselen.
>>Zet leuke, aantrekkelijke dingen aan de ‘niet-voorkeurskant’ van zijn bedje: een lichtje, fel gekleurd speelgoed,
een mobile, dingen die bewegen of muziek maken…
>>Ga misschien eens aan de andere kant van het verzorgingskussen staan.
>>Ook jij hebt een voorkeursarm om je kindje te dragen.
Probeer toch af te wisselen.
Elke baby ontwikkelt in z’n eigen tempo.
Maar hoe wordt dat tempo bepaald? Veel
hangt af van de natuurlijke aanleg van je
kind, de genen, weet je wel! Maar dat is niet
alles. Ook de kansen die gecreëerd worden
en de aanmoedigingen van de omgeving spelen een belangrijke rol.
Zin om z’n ontwikkeling te stimuleren? Dan is ‘afwisseling’ het sleutelwoord. Baby’s slapen op hun rug, dat is nu
eenmaal de veiligste houding om wiegendood te voorkomen.
Als je kleintje wakker wordt, kan hij wel wat afwisseling
gebruiken.
Naar de arts?
Soms is er meer aan de hand. Je kindje kan bijvoorbeeld aan
één kant een verkorte nekspier hebben. Dan is stimuleren
alleen niet meer voldoende en heb je gespecialiseerde hulp
nodig. Maak je je zorgen? Neem dan contact op met de
(kinder)arts of met de verpleegkundige van Kind en Gezin.
Powertraining
Baby’s zijn erg nieuwsgierig. Als je hem dus even op z’n
buikje legt, probeert hij zijn hoofdje op te tillen zodat hij kan
rondkijken. Vooral als jij voor hem op de grond gaat liggen!
In het begin houdt hij dat maar enkele tellen vol. Toch is het
een uitstekende oefening om zijn nek-, schouder- en armspieren te versterken. Ligt je baby te weinig op zijn buikje,
dan blijven die spiergroepen langer ongebruikt en verloopt
zijn fysieke ontwikkeling wat trager.
Natuurlijk moet je hierin niet overdrijven. In het begin is
enkele minuten oefenen ruim voldoende. Wees gerust, je
kindje geeft zelf wel aan wanneer hij er genoeg van heeft.
TIP
Ook Bavo had zo’n voorkeurshouding. Zo erg, dat hij last
kreeg van een afgeplat hoofdje. Omdat baby’tjes goed reageren op gezichten, heb ik naast zijn verzorgingskussen
een grote prent van een babygezichtje gehangen. Voor
Bavo is dit de perfecte stimulans om zijn hoofdje naar
links te draaien. Hij ligt er zelfs naar te lachen!
5
ouderschap
Het wenen voorbij:
een huilbaby
inschakelt, voelt zijn omgeving een bijna onweerstaanbare
drang om de oorzaak van dat huilen te achterhalen en te
verhelpen. Bij een huilbaby is er voor dat wenen echter geen
echte oorzaak te vinden, dus kan je zijn alarm niet uitschakelen. Gevolg: dat signaal blijft op je systeem werken, als
een haast lichamelijke kwelling. Stapelgek word je ervan. Elk
‘huiluurtje’ duurt 3600 verschrikkelijke seconden: pure stress
voor wie in de buurt is!
Het zal je kind maar wezen… zo’n baby die
vaak en lang huilt, of liever: niet huilt maar
tiert, krijst… en op geen enkele manier te
troosten is. Hij is wellicht al onderzocht door
één of meerdere dokters, maar die vonden
geen medische oorzaak. Niks aan de hand,
dus? Natuurlijk wel! Een huilbaby betekent
namelijk een zware beproeving voor zijn
huisgenoten.
Eindeloze cirkel
Een doorsnee-ouder heeft gelukkig wat weerstand tegen dat
soort spanning. Iedereen moet wel eens door zo’n huiluurtje.
Maar een huilbaby houdt het niet bij ‘eens een weenuurtje’.
Het worden er (heel) veel. De stress stapelt zich op en er lijkt
maar geen einde aan te komen. Aan de weerstand van de
getergde ouders komt wel een einde: ze raken meer en meer
overbelast en dus ten einde raad.
Nu wil het wrede lot dat Moeder Natuur de kleine mensenbaby ook uitgerust heeft met een heel gevoelige antenne
voor stress in zijn omgeving: zijn de mensen die hem moeten
verzorgen te gespannen, dan gaat zijn alarm weer af. Na
een tijdje zitten de ouders dus gevangen in een uitputtende
cirkel…
Alarmsignaal
Eigenlijk is zo’n mensenbaby maar een hulpeloos wezentje:
in z’n eentje kan hij onmogelijk overleven. Gelukkig laat
Moeder Natuur hem niet aan zijn lot over. Hij kreeg van haar
een erg doeltreffende alarminstallatie mee. Zodra hij die
6
ouderschap
Help!
Loopt de stress te hoog op in je gezin? Heb je het gevoel dat
heel je leven door dat babygehuil beheerst wordt? Ben je ten
einde raad en wordt het je allemaal te veel? Dan kun je best
actie ondernemen. Maak een afspraak met de dokter of de
verpleegkundige van Kind en Gezin. In afwachting van dat
contact kan je best het gedrag van je kindje goed observeren.
Je noteert dan elke dag wanneer hij eet, slaapt, speelt en
huilt. Dat ‘huildagboek’ kan een duidelijker beeld geven van
het probleem.
Praten
Het is belangrijk dat je niet geïsoleerd raakt in je ellende.
Zo’n huilbaby is niet het schattige kind dat jij je gedroomd
had, dus praten over je problemen en je gevoelens is een
must. Als je voelt dat je er stilaan onderdoor gaat, ga dan
op zoek naar een vertrouwenspersoon om die negatieve
gevoelens en de boosheid samen aan te pakken. Dat kan
iemand uit je omgeving zijn, je partner, je beste vriendin of je
moeder, maar je kan ook terecht bij je arts of bij de verpleegkundige van Kind en Gezin.
Vertrouwenspersoon
De arts zal je baby eerst onderzoeken. Huilen zonder enig
ander symptoom vormt maar zelden een teken van lichamelijke ziekte. Bij de meerderheid van de huilbaby’s wordt er
gewoon géén organische oorzaak gevonden.
Maar… de deskundigheid van een bezorgde arts gaat verder
dan dat. Vergeet niet dat je dokter ook een vertrouwenspersoon is waaraan je je zorgen kwijt kunt. Vertel hem dat je
stapelgek wordt van die schreeuwlelijk, dat je niet weet hoe
lang je die beproeving nog aankan, dat er spanningen zijn in
jullie gezin,…
Een betrokken arts maakt tijd om naar jou te luisteren.
Omgekeerd kan jij hem ook vertrouwen wanneer hij zegt dat
alles in orde is met je kindje, dat er geen medische oorzaak is voor zijn geween én dat het huilen mindert met het
opgroeien.
Volhouden
Net zoals bij een ‘gewone’ baby moet je ook bij een huilbaby
niet te snel van aanpak veranderen. Probeer de gekozen tactiek dus even vol te houden. Je huilbaby moet de tijd kr­ij­gen
om tot rust te komen. Dat kan wel even duren. Als je intussen zelf kalm blijft, draag je die rust over. Is hij getroost, leg
hem dan niet meteen terug in zijn bed­je. Dan begint hij bij de
eerste nasnik opnieuw te huilen.
Nooit doen!!
Een baby die maar blijft huilen en niet te troosten is, geeft zijn ouders een gevoel van machteloosheid. Het kan zo ver gaan dat je kwaad
wordt op je kind. Dat is heel normaal, je hoeft
je daarom geen ‘slechte ouder’ te voelen. Let
wel op dat je die machteloosheid nooit omzet in
agressie. Je baby is een heel teer wezentje. Zelfs
hem ‘alleen maar’ flink door elkaar schudden
kan een hersenbloeding veroorzaken met blijvende schade als gevolg. Als je de woede voelt
opkomen, leg je baby dan veilig in zijn bedje
en verlaat de kamer. Kom eerst tot rust voor je
opnieuw naar hem toe gaat.
Batterijen opladen
Dat het wenen mindert met het opgroeien, is op dit moment
maar een magere troost. Want nu moet jij je kindje bemoederen zonder dat je zelf ten onder gaat aan die voortdurende
druk. Het huilen zelf kan misschien niet verholpen worden,
maar jij kunt gelukkig wel iets doen aan al die spanningen
door jezelf te verzorgen. De batterijtjes van dat kleine stresskonijn lijken wel onuitputtelijk in vergelijking met de jouwe.
Plan dus regelmatig een ‘oplaadmoment’ voor jezelf. Het is
echt geen overbodige luxe om een paar keer per week (en
liefst nog vaker) enkele uren af te kicken. Alleen zo kan je
die stresserende tijd ‘overleven’. Zoek een goede babysit en
probeer er (samen met je partner) een momentje tussenuit te
knijpen.
De Babysitdienst
van de Bond
In méér dan 800 plaatselijke afdelingen beschikt
de Gezinsbond over een kinderop­pas­dienst.
De ta­r ieven worden zo laag mogelijk gehouden
(4 euro per uur). Bovendien zijn je kind én de
babysit verzekerd tegen risi­co’s als lichamelijke
ongevallen, onge­vallen onderweg naar en van de
presta­t ie, burgerlijke aanspra­kelijkheid voor ongevallen én stoffelijke schade. Deze verze­kering kost
7,5 euro voor 5 prestaties.
Meer weten?
Op www.kindengezin.be vind je de brochure
‘Als troosten niet helpt…’ Daarin lees je alles over
huilen en huilbaby’s.
Wil je weten wie de plaatselijke verant­woordelijke
is in jouw buurt, neem dan contact op met de
Centrale Kinderoppasdienst, Troon­straat 125, 1050
Brussel, T. 02 507 89 66. www.gezinsbond.be.
7
ouderschap
Borstvoeding? Blijven gaan!
Borstvoeding en seks
Laat je niet wijsmaken dat vrouwen, zolang ze borstvoeding
geven, geen zin hebben in seks. De (tegen)zin om te vrijen
wordt bepaald door andere factoren. Borstvoeding heeft
ook een sensueel aspect, waardoor borstvoedende vrouwen
soms meer zin krijgen in seks. Tijdens de borstvoeding
komt immers het hormoon oxytocine in de bloedbaan dat
ook bij het vrijen een niet onbelangrijke rol speelt.
Wel zit een vrouw soms verveeld met die lekkende borsten
en vindt ze het niet leuk dat ze aangeraakt worden.
Vaak stoppen moeders na zes tot acht
weken met borstvoeding, ook al is hun
melkproductie flink op gang gekomen en
gebleven. De ‘hongerdagen’ waarover we
het in Brief 1 al hadden, spelen daarin
ongetwijfeld een rol: gedurende een paar
dagen moet je je baby veel vaker aanleggen
en dat kan best vermoeiend zijn. Zie je
ook het einde van je bevallingsverlof snel
naderbij komen, dan lijkt het verstandig om
de borstvoeding maar meteen af te bouwen.
Niet doen. Blijf ervoor gaan.
TIP
Ben je van plan afgekolfde melk te geven als je terug
aan het werk gaat? Begin dan ongeveer twee weken
voor je je job weer opneemt, te oefenen.
Tips tegen krampjes
Welk type voeding ze ook krijgen, de meeste baby’s
hebben de eerste maanden wel eens last van krampjes.
Hoe kan je hen daarbij helpen?
>> Lichamelijk contact kan verlichting en troost bieden.
Zo vinden de meeste baby’s het fijn om in een draagdoek (buik tegen buik) rondgedragen te worden.
>> Een badje geven.
>> Hem met zijn buikje op je schoot leggen en zachtjes
zijn rug masseren.
>> Je baby in een licht dekentje wikkelen.
>> De voeding even onderbreken voor een extra boertje.
>> Over wat een vrouw die borstvoeding geeft mag
eten, doen veel fabeltjes de ronde. Mama mag alles eten en drinken. Het komt niet zo vaak voor
dat krampjes veroorzaakt worden door wat mama
eet. Allergie aan een of ander voedingsmiddel kan
de oorzaak zijn. Meest voorkomend is allergie aan
koemelkeiwitten. Als moeder een dieet volgt zonder
melkproducten, verdwijnen de klachten. Ook andere
voedingsstoffen (ei, vis, noten,..) kunnen verantwoordelijk zijn, maar dat komt minder vaak voor.
Als Routine...
Borstvoeding blijft (nog altijd) de optimale voeding voor je
baby. Bovendien word je nu geroutineerd en ondervind je
er de praktische voordelen van. Het zou dus erg jammer zijn
om er al mee te stoppen.
Die fameuze hongerdagen kom je wel door met extra rust en
wat hulp van partner, familie of vrienden. Gelukkig duurt
zo’n groeispurt maar even: een dag of twee, drie. Daarna
is je melkproductie weer aangepast aan baby’s behoefte
en verloopt de borstvoeding opnieuw vlot en makkelijk.
Borstvoeding en werken
Overloop rustig de mogelijkheden om borstvoeding straks te
combineren met je werk. In veel gevallen lukt dat. Informeer
je over de mogelijkheden van borstvoedings- of ouderschapsverlof. Wordt dat toegestaan, dan kan de combinatie
‘werk en borstvoeding’ nog wat uitgesteld worden.
Tot je kindje zeven maanden is, mag je op je werk borstvoedingspauzes nemen om je baby te voeden of om melk af
te kolven. Breng je werkgever twee maanden vooraf op de
hoogte met een aangetekend schrijven of attest.
Als je na je bevallingsverlof weer aan ’t werk gaat, kan je
’s morgens en ’s avonds zelf voeden en kan de opvang je
baby een flesje afgekolfde melk (van de vorige dag) geven.
Als je kinderopvang dicht bij je werk hebt, ben je minder
lang gescheiden van je baby en misschien kan je tijdens je
middagpauze zelfs even naar hem toe voor een voeding.
8
Gezonde voeding
Papa, onderschat je rol niet!
Een mama die zelf voedt, moet op haar omgeving kunnen
steunen! Daarin is jouw bijdrage als partner heel waardevol.
Door een deel van de huishoudelijke taken over te nemen
schep je voor moeder en kind de ruimte om in alle rust door
te gaan met borstvoeding. Stimuleer mama om tijdig te rusten, moedig haar aan als ze het even niet meer ziet zitten.
Misschien zaaien opmerkingen van derden twijfel en onrust:
laat dan duidelijk merken dat jullie samen voor borstvoeding gekozen hebben. Zo krijgen negatieve invloeden van
buitenaf geen kans.
Zelfs al kan je als vader je kind niet zelf voeden, toch kunnen jullie een hechte band opbouwen. Er zijn immers nog
zo veel andere dingen die je als papa kan doen: je baby
knuffelen, hem na een voeding overnemen, een badje geven
en hem nadien verwennen met een heerlijke massage, wiegen, zingen, hem in een draagdoek dragen, wandelen… En
mama vindt het vast heerlijk dat zij even kan relaxen.
Enkel melk is nog voldoende
Voor een baby is moedermelk de meest volledige en best verteerbare voeding. Tot zes maanden kan je zonder
problemen uitsluitend borstvoeding geven. Enkel vitamine D en vitamine K moeten vanaf de geboorte bijgegeven
worden (zie Brief 1).
Ook kunstvoeding is de laatste jaren zo geëvolueerd dat ze alle voedingsstoffen bevat die een baby de eerste maanden nodig heeft. Fruit- en/of groentepap heeft hij nu nog niet nodig.
Een flesje drinken
kan je contro­leren of de melk niet te snel of te traag komt.
Ongeveer om de se­conde moet er een drup­peltje uitval­len.
Dan kan je baby rustig drin­ken, zonder zich te ver­slikken
of hevig te moeten zuigen. Laat je bij de keuze van een
flesje en een speentje adviseren door de apotheker.
Er bestaan zelfs flesjes die krampjes helpen voorkomen.
Een flesje drinken duurt - naarge­lang hon­
ger en temperament van je baby - tien tot
twintig mi­nuutjes. Heeft hij daarvoor meer
of minder tijd nodig, dan kan dat aan het
speen­tje liggen.
Veranderen van voeding?
Een mondje melk teruggeven na de voeding, veranderingen
in de stoelgang (wat vaster of wat platter), krampjes,
huilen, windjes en boeren zijn heel normale verschijnselen
bij baby’s. Vaak wordt de voeding (ten onrechte) als
oorzaak aangewezen. Veranderen van voeding lost deze
probleempjes niet altijd op. Integendeel zelfs: dan moet het
spijsverteringsstelsel van je baby zich telkens opnieuw aanpassen, wat het ongemak nog kan verhogen. Verander
dus enkel van voeding op advies van je arts, vroedvrouw of
regioverpleegkundige.
Soorten speentjes
Er zijn verschillende soorten speen­t jes op de markt: kleinere
(‘voor de eerste leeftijd’- ongeveer tot vier maanden), grotere
(‘voor de tweede leef­t ijd’, vanaf ongeveer vier maanden).
De melkstroom varieert naargelang het vastschroeven van de
speen. Op de grotere staan meest­a l cijfers of streepjes
van 1 tot 3. Door de fles schuin onder­steboven te houden
9
gezondheid
Een eerste prik
Waarom vaccineren?
Vaccinatie is een belangrijk middel in de strijd van de mens
tegen infectieziekten.
Er bestaan vaccinaties tegen een heleboel levensbedreigende
infectieziekten, veroorzaakt door virussen of bac­teriën: kinderverlamming (poliomyelitis), echte kroep (difterie), wond­k lem
(tetanus), kinkhoest (pertussis), geelzucht (hepatitis B), mazelen, bof, rubella, en hersenvliesontsteking (meningitis) door
haemophilus influenzae type B, meningokokken en pneumokokken, gastro-enteritis door het rotavirus. Veel van die ziekten
komen bij ons bijna niet meer voor omdat hier goed gevaccineerd wordt.
Na vaccinatie maakt het lichaam antistoffen aan tegen deze
ziekteverwekkers. Deze anti­stoffen blijven na volledige
vaccina­tie­(met herhalingsinentingen!) meest­al le­venslang in
het bloed en stijgen na contact met de ziektekiem zeer snel
terug tot beschermende hoeveelheden. Je kind kan de ziekte
dan niet meer of slechts in lichte mate krijgen.
Wat en wanneer?
In België is enkel de vac­cinatie tegen polio verplicht. Het poliovaccin wordt meestal toegediend in combinatie met vijf andere
vaccins : difte­rie, tetanus en pertussis, haemophilus influenzae
B en hepatitis B (zie vaccinatie­schema).
Dit vaccinatieschema wordt door experten regelmatig aangepast i.f.v. nieuwe ontwikkelingen en inzichten.
De inentingen worden gestart op de leeftijd van acht weken
om de baby’s zo vroeg mogelijk te beschermen. Er zijn weinig
contra-indicaties voor vaccinatie. Een gewone verkoudheid,
diarree, allergie of inname van antibiotica zijn geen reden
tot uit­stel. Uitzonderlijk kan de arts besluiten om de vaccinatie
wat uit te stellen, bv. bij een acute ziekte met koorts. Onoordeelkundig uitstellen van vaccinatie houdt in dat je kind niet
(tijdig) beschermd is.
Vaccin tegen rotavirus
Een rotavirusinfectie is de meest voorkomende oorzaak van
maag-darminfecties (gastro-enteritis) bij baby’s en peuters.
Het virus veroorzaakt ernstige diarree, braken en koorts met
een grote kans op uitdroging, wat vaak zelfs een ziekenhuisopname vereist.
Besmetting met het rotavirus komt vooral voor bij kindjes
tussen 6 en 24 maanden, maar kan ook bij jongere zuigelingen
optreden. De ziekte komt het vaakst voor van december tot
april.
Er bestaan verschillende types van het rotavirus. Een eerste
contact gaat vaak gepaard met een ernstige infectie. Daaropvolgende contacten (al dan niet met andere types van het
rotavirus) verlopen meestal veel milder.
De vaccinatie bestaat uit twee of drie dosissen (afhankelijk van
het merk), via de mond (vaccinatie zonder prik!) en kan gegeven
worden vanaf 8 weken (op 8, 12 en 16 weken). Het vaccin moet
toegediend worden vóór de leeftijd van 6 maanden.
Vaccin tegen pneumokokken
De pneumokok is een bacterie die hersenvliesontsteking,
longontsteking, middenoorontsteking en bloedvergiftiging kan
veroorzaken.
Kinderen onder de 2 jaar lopen het meeste gevaar omdat hun
afweersysteem nog onvoldoende ontwikkeld is.
Hoe meer contacten je kind heeft met anderen, des te groter
het risico om besmet te raken. Overdracht van de bacterie is
dus niet altijd te vermijden.
Vaccinatie wordt aanbevolen voor alle kleintjes tot 2 jaar.
Ze bestaat uit drie dosissen en wordt best toegediend op
8 en 16 weken en op 12 maanden.
Het vaccin beschermt tegen de meest voorkomende pneumokokkensoorten.
Mazelen
Mazelen is geen onschuldige kinderziekte! Vaccinatie tegen
mazelen-bof-rubella gebeurt via één prik op 12 maanden
(met een herhaling rond 10 jaar).
En dan is er nog het vaccin tegen meningokokken C op
15 maanden.
10
ouderschap
AANBEVOLEN VACCINATIESCHEMA
8
12
16
wkn. wkn. wkn.
12
m.
Difterie (kroep)
X
X
X
X
Tetanus (klem)
X
X
X
X
Pertussis (kinkhoest)
X
X
X
X
Polio
X
X
X
X
Haemophilus Influenzae B
X
X
X
X
Hepatitis B
X
X
X
X
Pneumokokken 13-serotypes
X
Rotavirus
X
X
X
Dus best wel veel prikjes, veel vaccinaties, tegen
veel verschillende ziekten!
Alle vaccins van het basisschema worden gratis
verstrekt en worden op de raadpleging van Kind
en Gezin of door de (kinder)arts gegeven. Enkel
het vaccin tegen rotavirus is niet gratis (11,60 euro
remgeld per vaccin).
Meestal wordt vaccinatie goed verdragen door
de kinderen. Er kunnen wat algemene (koortsig
en lastig zijn) en lokale (roodheid en zwelling ter
hoogte van de vaccinatieplaats) klachten zijn maar
ernstige neveneffecten komen uiterst zeldzaam
voor.
15
m.
X
X*
Mazelen, Bof & Rodehond
Meningokokken C
Meer info vind je op www.kindengezin.be of in het
‘ABC van baby tot kleuter’.
X
X
* twee of drie dosissen afhankelijk van het merk.
Ferre
couveuse. Niet veel later kregen we te horen dat ons kindje
een hartafwijking had: een klein gaatje tussen zijn twee
hartkamers. Dat kwam wel vaker voor bij prematuurtjes en
soms groeit zo’n opening vanzelf dicht. Afwachten was de
boodschap. Toch was hij te klein en te fragiel om bij ons in
het ziekenhuis te blijven. Daarom werd hij nog diezelfde dag
overgebracht naar de High Intensive Care van een ander
ziekenhuis.
Wij konden voorlopig niet mee met Ferre. En daar lig je dan
op je kamer… alleen. Door de muren heen hoor je de uitbundige telefoontjes en gesprekken van kersverse ouders. Je
luistert keer op keer naar dezelfde vrolijke gesprekken terwijl
jij op een kamer ligt zonder je kind. Je weet bovendien dat er
iets ernstigs aan de hand is, maar je weet niet wat. Vreselijk!
Na enkele moeilijke uurtjes konden we gelukkig allebei naar
het andere ziekenhuis. Daar mochten we door een raampje
naar onze zoon kijken. Meer niet.
Op het geboortekaartje van Ferre staat
te lezen: ‘Je bent wie je bent. Je wordt
wie je wordt.’ Ferre werd zes weken
eerder geboren, maar mocht pas op
31 december naar huis: het allermooiste
eindejaarsgeschenk voor zijn mama en papa.
Mama Joke blikt samen met ons terug op
zijn geboorte en haar kraamtijd.
Klein mondje
Pas op de derde dag kregen we te horen dat Ferre het syndroom van Down had (n.v.d.r.: omdat Ferre een mozaïekvorm
van het downsyndroom heeft, zijn de typische kenmerken
wat minder uitgesproken). In het ziekenhuis hadden ze wel
al opgemerkt dat hij opvallend kleine oortjes en een kleine
mond had. Nu weten we dat ze ons hints gaven. Maar wij
legden de link niet. Nee, we vonden het vooral een bende
muggenzifters: “Zo’n details! Een klein mondje kan toch ook
mooi zijn?” Maar toen de kinderarts ons wou spreken over
het bloedonderzoek van Ferre, wist mijn man meteen dat er
slecht nieuws ging volgen. Het resultaat was voor ons beiden
een zware klap.
Ook de telefoontjes naar de familie vielen ons zwaar. Al bij
de geboorte hadden we niet alleen goed nieuws: “Ferre is
“
Eigenlijk wisten we pas drie dagen na zijn geboorte dat
ons kersverse zoontje het syndroom van Down had. Hoewel
ik al veertig was toen ik zwanger werd, lieten we bewust
geen vruchtwaterpunctie doen. Ik vond niet alleen het risico
op een miskraam te hoog, we wisten ook heel goed dat we
ons kindje sowieso zouden houden. Dus ook als er iets ‘mis’
mee was. Elk kindje was hier welkom, dus waarom zouden
we dat risico lopen?
Alleen op de kamer
De zwangerschap verliep vlot, maar Ferre kwam uiteindelijk
twee weken te vroeg op de wereld. Met een keizersnede.
Hij woog ietsje meer dan twee kilo en moest meteen in de
11
ouderschap
Kindje met
een handicap
geboren, maar… er is iets met zijn hartje.” Nu moesten we
nog een keer ‘slecht nieuws’ melden. Gelukkig kregen we
volop steun uit onze omgeving.
Sterke man
Ferre is duidelijk een volhouder, een vechter vanaf dag één.
Stapje voor stapje werd hij sterker. Op de vijfde dag mocht
de zijkant van de couveuse één keer per dag open. Wat een
onbeschrijflijk gevoel: eindelijk mocht ik hem knuffelen! Maar
we hadden weinig privacy en moesten natuurlijk nog heel
voorzichtig zijn: als zijn alarmpje afging, moest hij meteen
terug in de couveuse.
Ongeveer twee weken na zijn opname op High Intensive Care
mocht hij terug naar de gewone neonatale afdeling. Drie weken later, op 31 december, was zijn gewicht op peil en mocht
Ferre naar huis: ons allermooiste eindejaarsgeschenk! Na
zes weken waar we voor het eerst alleen met ons drietjes en
konden we eindelijk beginnen genieten van ons gezinnetje…
Wanneer je hoort dat je kind een handicap
heeft, staat je wereld even stil. Je hele
leven wijzigt plots van koers. Niet alleen
moet je proberen die handicap een plaats
te geven in je leven en je gezin. Je hebt
je ook een weg te banen doorheen een
doolhof van diagnosecentra, therapieën,
begeleidingsdiensten, voorzieningen en
administratie.
Toekomst
Het is moeilijk te voorspellen wat Ferre later allemaal zal
kunnen en wat nooit zal lukken. Bij downkinderen zie je
enorme verschillen: sommigen leren vlot lezen, anderen
kunnen amper spreken. Sommigen lopen mee in het gewone
onderwijs, anderen hebben bijzonder onderwijs nodig. Ferre’s
evolutie is dus moeilijk in te schatten. Momenteel is onze jongen twee en half en kan hij net kruipen. Zijn ontwikkeling
verloopt dus duidelijk een pak trager dan normaal. Daarom
vonden wij het ook zo lastig om ‘Brieven aan Jonge Ouders’
te krijgen. Die eerste rubriek ‘Wat kan ik al?’ was elke keer
opnieuw een slag in ons gezicht. Ik heb het abonnement dan
ook stopgezet. Nu bij Warre, Ferres jongere broer, verslinden
we ze wel van voor tot achter. Ik merk wel dat mijn man en ik
onze normen enorm verlegd hebben. De geboorte van Warre
liep niet supervlot, maar ik vond het gewoon al fantastisch dat
hij naast me op de kamer lag, dat ik hem kon vastpakken wanneer ik wou. We relativeren alles veel meer en dat lijkt me een
gezonde levenshouding. ‘Gezin en Handicap’ krijgt heel wat vragen van jonge
ouders. Ook wij klopten bij hen aan en werden vriendelijk te
woord gestaan door Katleen Joos, An Sarens, Rosie Roothans
en Lief Vanbael.
Bom
Hoe is het om te horen dat je kindje een handicap heeft?
Lief: De meeste ouders vertellen ons dat het aanvoelt als een
bom die inslaat…
Rosie: Elk individu gaat op een persoonlijke manier met die
‘bom’ om. Sommigen schieten na de eerste schok meteen
uit de startblokken en gaan op zoek naar een kinesist. Voor
anderen is dat de laatste van hun zorgen. De ene wil een
tijdje alleen zijn, de andere belt meteen heel z’n familie en al
zijn vrienden op.
Lief: De reactie kan dus sterk verschillen, maar de klap is altijd immens. Je verwacht een gezond kindje dat heel gewoon
en vlotjes ontwikkelt. Ontdekken dat het anders gaat lopen is
altijd een zware dobber, voor iedere ouder. Je hele levenspad
wordt ineens anders georiënteerd, wordt door elkaar geschud.
”
Meer weten?
‘‘Downsyndroom Vlaanderen’ is er voor kinderen
en volwassenen met het syndroom van Down, voor
hun familie en voor allen die met hen begaan zijn.
De organisatie bundelt en verspreidt niet alleen
informatie, maar organiseert ook activiteiten zoals
oudercontacten en informatieavonden. Meer info
op www.downsyndroom.eu. Met algemene vragen
over het downsyndroom kun je ook terecht op
[email protected] of T 0474-321 321.
Zo’n diagnose kan dus maar beter met de nodige zorg
gebracht worden?
Lief: Natuurlijk. En toch loopt dat eerste gesprek wel eens
fout. Nogal wat specialisten brengen hun informatie te complex en te medisch voor de meeste ouders. Eigenlijk zou je
zo’n dokter dan meteen moeten afremmen en om extra uitleg
vragen. Maar welke ouder staat op dat moment zo stevig in
z’n schoenen?
12
ouderschap
Rosie: Ze horen er bovendien getuigenissen die een pak genuanceerder zijn dan de griezelverhalen die je op het internet
kunt lezen.
Katleen: Ouders vertellen ons vaak dat de manier waarop de
diagnose wordt gebracht en de informatie die ze meekrijgen,
voor verbetering vatbaar is. Vergeet ook niet dat de meeste
ouders zodanig in shock zijn dat het gesprek nauwelijks tot
hen doordringt.
Lief: Weet je wat het voor ouders nog pijnlijker maakt? Een
medische staf die na het moeilijke nieuws met een grote
boog rond hun kamer loopt. Natuurlijk is het voor niemand
makkelijk om geconfronteerd te worden met het verdriet van
jonge ouders en natuurlijk kan je niet al hun vragen beantwoorden, maar daarom moet je hen toch niet mijden? Het is
belangrijk dat ze hun vragen kwijt kunnen. Dat telt.
Je relatie
Al die emoties lijken ons ook ongelooflijk belastend voor
een relatie…
Lief: Dat is zeker mogelijk. Weet je wanneer het vooral lastig
is? Als beide ouders op een verschillende manier met hun
verdriet omgaan. De ene heeft vooral behoefte aan praten, de
andere kropt het op. Probeer elkaar dan zo veel mogelijk de
ruimte te gunnen, maar let op dat je mekaar onderweg niet
kwijtraakt, want ook dat kan sterk gaan wegen.
Katleen: Het verschilt enorm van koppel tot koppel. Sommigen proberen elkaar zo veel mogelijk te sparen en groeien
daardoor langzaam uit elkaar. Anderen vertellen ons dat ze er
net nog sterker, nog hechter zijn uitgekomen. Ook dat kan dus.
De manier waarop de omgeving reageert mogen we niet
onderschatten?
Katleen: Ja, die eerste reacties blijven lang hangen…
Lief: Het eerste telefoontje naar de familie kan bijvoorbeeld
ontzettend doorslaggevend zijn. Als je eigen moeder of vader
positief reageert, voel je je enorm gesterkt en gesteund. Als
ze je vertellen dat ze er samen met jullie voor willen gaan,
krijg je de kracht om ervoor te vechten en door te zetten.
Maar stel je voor wat er gebeurt als je omgeving ontwijkend
of afwijzend reageert…
Katleen: Dat is dan dubbel kwetsend!
Schuldgevoel
Want naast verdriet komen daarbij ook nog andere
gevoelens kijken!?
Lief: Vaak speelt ook een schuldgevoel mee. Toch valt het
me op dat ouders zich daar relatief snel overheen zetten.
Ze willen volop voor hun kind gaan en zich niet meer moe
maken in beschuldigingen en verwijten.
Katleen: Ouders zitten ook met heel wat onzekerheid, met
veel vragen over de toekomst. Ze willen weten wat hun
kindje later zal kunnen. Jammer genoeg bestaat daar geen
antwoord op. Daarom vinden wij het vooral belangrijk om
te blijven geloven in kinderen met een handicap, om te
vertrouwen in hun vooruitgang en daar volledig voor te gaan.
Probeer het als een uitdaging te zien!
Lief: Je merkt dat die ouders met een andere bril gaan kijken.
Ze turen niet twintig jaar vooruit. Nee, ze focussen op hier en
nu. Ze zijn oprecht gelukkig met elk stapje, hoe klein ook.
Rosie: Wat niet wil zeggen dat ze nooit meer kwaad kunnen
zijn. Niet op hun kindje, maar op die handicap. Maar dat zijn
lastige gevoelens om over te praten…
Meer weten?
>>‘Gezin en Handicap’ wil een bondgenoot zijn
voor alle ouders van een kind met een handicap.
Ze organiseren niet alleen een heleboel vormingsavonden, maar geven ook een pak publicaties uit en
runnen een documentatiecentrum. Je kan er terecht
met je vragen en twijfels.
Hun project ‘Eerste momenten’ wil zoveel mogelijk
vragen van jonge ouders beantwoorden en hen zo
concreet mogelijk op weg zetten. Als je niet weet
waar te beginnen, neem dan eens een kijkje op
www.eerstemomenten.be of bel naar 03 216 29 90.
>>Bij ‘Trefpunt Zelfhulp’ kan je terecht om uit te
vissen of er een zelf­hulpgroep bestaat rond de
speci­fie­ke handicap van je kind:
www.zelfhulp.be of 016 23 65 07.
Waar kunnen ze die gevoelens kwijt?
Lief: Ik ben nogal een voorstander van zelfhulpgroepen.
Daar krijgen ouders niet enkel meer info, maar kunnen ze
ook ervaringen delen.
Katleen: Ja, ze kunnen er eindelijk eens babbelen met lotgenoten die begrijpen wat het is om een kind met een handicap te hebben. Dan kunnen ze hun verhaal kwijt en daardoor
voelen ze zich minder alleen.
13
Eigen kweek
Jasper en Elias
Maks
RACHELLE
ROBBE
KAI
Lucas
SAM
Norah
Charlotte
SAM
Stuur zelf je foto’s naar [email protected] of post ze op onze Facebookpagina
14
Verzorging
De babyrelax
Colofon
Abonnementen
T 02-507 88 88
F 02-507 88 50
E [email protected]
Indien je verhuist, geef dan zo snel mogelijk je
adreswijziging door.
Redactie en Briefwisseling
Troonstraat 125 1050 Brussel
T 02-507 89 50
E [email protected]
Rond deze tijd krijgt je baby
interesse in zijn omge­ving en
begint hij rond te kij­ken. Dus
vindt ie het fijn om af en toe
een kwar­tiertje in z’n r­ elax
te liggen.
Liggen en zitten
En dat mag best, als zijn zeteltje een
ligstand heeft. Zolang de spieren van
je baby te zwak zijn om zelf zijn rug te
rechten, mag er niet te veel gewicht op
zijn bekken rus­ten; dat is het geval bij
een schuine en nog meer bij een rechte
zit­stand.
Na een tijdje kan je de rug van het
stoel­t je geleide­lijk aan wat hoger plaatsen, op voor­waarde dat je baby mooi
recht en ontspan­nen blijft liggen. Als
je merkt dat hij in­een- of scheef­zakt,
plaats je het stoeltje weer in ligstand,
of je neemt hem er uit.
Een goede relax
>>Zo’n zuigeling moet met een rechte
rug kunnen liggen of zitten. Het is
dus belang­r ijk dat de rug van het
stoeltje stevig is en zo vlak moge­lijk
om hem goed te ondersteu­nen.
>>In een te brede relax kan hij makkelijk scheef­zak­ken; een heel smal­le
rugleuning laat geen plaats voor de
armpjes. De voetjes moeten ook steun
vinden, zelfs als hij wat groter wordt.
>>De gordel zorgt ervoor dat hij niet
weg­zakt bij een wat rechte­re stand.
Een te hoog inge­plan­te gordel kan
in de huid snijden. Je kleintje ‘hangt’
dan in zijn stoel­t je, wat natuurlijk
niet kan.
>>Een stevig onder­stel voor­ko­mt dat je
baby in zijn en­t housias­me on­der of
naast het stoel­t je te­rechtkomt.
>>Kies een relax met een makkelijk
wasbare bekleding.
De reeks Brieven aan Jonge Ouders
bestaat uit
Gratis verwachtingsnummer
12 nummers eerste levensjaar
6 nummers tweede levensjaar
Kleuternummer
Ouders met een pasgeboren of geadopteerd kind
ontvangen alle Brieven gratis
Andere geïnteresseerden krijgen de Brieven
toegestuurd mits betaling
Los nummer � 1
Eerste levensjaar (12 nummers) � 10
Tweede levensjaar (6 nummers) � 5
Op reknr. BE 77-4350-3052-2142
van Gezinsbond Brieven aan Jonge Ouders
met vermelding van de reden van betaling.
Redactiecomité
Jochem Poesen (voorzitter), Jef Bergmans, An
Debyser, Martine Deheyder, Els Demol, Cathleen
Gavel, Christian Lagrange, Koen Lannau, An
Lebacq, Sarah Saelens, Mieke Schevelenbos,
Greet Stevens, Christine Tierens, Sarah Van
Gysegem, Nicolas Van Herck.
Geen hele dag in het
autozitje
De huidige autostoeltjes zijn zo handig
dat sommige ouders in de verleiding
komen om hen ook binnenshuis te
gebruiken. Toch is zo’n auto­zit­je geen
relax. Wanneer je baby daar een hele
dag in zit, blijven zijn heupen altijd in
de­zelfde stand. Dat is niet zo voor­de­lig
voor zijn ontwikke­ling. Je legt je kleintje afwisselend in zijn relax, zijn box,
zijn bedje... En je ge­bruikt het autozit­je
waar­voor het bedoeld is, in de auto.
Met medewerking van
Kind en Gezin
Wetenschappelijke vereniging
van Vlaamse Huisartsen
Vlaamse Vereniging voor Logopedisten
Vlaamse Vereniging Kindergeneeskunde
Vlaamse Werkgroep voor Gezonde Tanden
Vlaamse Organisatie van Vroedvrouwen
Federatie van Ambulante Revalidatiecentra
Redactie
Sarah Saelens
Sarah Van Gysegem
fotografie
Simon Saelens, Shutterstock
Redactiesecretariaat en coördinatie
Jef Bergmans
ontwerp
Magelaan – Gent
Lay-out / Druk
Die Keure – Brugge
Publiciteit
Publicarto T 053 82 60 80
Verantwoordelijke Uitgever
Mieke Schevelenbos
Troonstraat 125 1050 Brussel
Tips
>>Maak er nu al een goede
gewoonte van om je baby in
zijn relax vast te riemen. Wacht
daar niet mee tot hij er een
keertje uitgetui­meld is!
>>Verplicht jezelf om hem in zijn
relax op de grond te zet­ten van
zodra je hem ook maar even
uit het oog ver­liest. Daar zit hij
im­mers veilig.
15
Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of
openbaar gemaakt worden door middel van druk,
fotokopie of op welke andere wijze ook zonder
voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van
de uitgever.
Je adresgegevens worden door de Gezinsbond
vzw opgenomen in een bestand met het oog op
het toesturen van de Brieven aan Jonge Ouders.
Overeenkomstig de wet van 8 december 1992
heb je recht op inzage en correctie van deze
gegevens of kan je hen uit het bestand laten
verwijderen.
De getuigenissen in de reeks Brieven aan Jonge
Ouders zijn persoonlijke ervaringen, die dus niet
altijd en voor iedereen gelden.
ISSN 1376-0416