Afgiftekantoor Gent X // Erkenningsnummer: P508750 // bpost PB- PP B- 12633 BELGIE(N) - BELGIQUE Troonstraat 125 1050 Brussel n e d n a a m 2 maandblad 2014 jaargang 32 dagboek rubriektitel Gezondheid 2de maand inhoud Jenne Dagboek Jenne3 ontwikkeling Mijn tweede maand Fitness voor baby’s 4 5 verzorging Nageltjes knippen De babyrelax 4 15 ouderschap Het wenen voorbij: een huilbaby Kindje met een handicap 6 12 gezonde voeding Borstvoeding? Blijven gaan! Een flesje drinken gezondheid Een eerste prik eigen kweek Babyfoto’s 8 9 10 14 We zijn 2013 en tot hiertoe is de wetenschap er nog niet in geslaagd om mensen te klon en . Dat is erg jammer. Een Chloé die ‘s nachts doorslaapt en ‘s ochtends onbezorgd naar haar werk fietst en een mams die zich volledig kan richten op jou en je mama, dat zou toch mooi zijn? In plaats daarvan pendel ik tussen werk en gezin totdat mijn ton g op de grond han gt. Ik ben soms blij dat ik naar het werk kan rijden om de pampers, de huilbuien en de slapeloze nachten van me af te schudden , om dan vervolgens te vechten tegen het gevoel dat ik allerlei moois mis of dat ik er niet ben voor mijn vrouw op momenten dat het voor haar ook even te veel wordt. Die twee avonden in de week dat ik naar vergaderin gen moet, maken het er niet beter op. Stilaan drin gt de realiteit tot mij door: het huidige ritme zal nog een hele tijd de dienst uitmaken en ik zal moeten zorgen dat ik kan volgen . Jouw mama heeft het zelf ook lastig om je temperament te volgen , want je wil overdag niet slapen , tenzij je op mama’s arm ligt. Als Anke jou even durft n eer te leggen , ben je weer wakker en huil je tran en met tuiten . Eén keer huilde jouw mama uit pure ellende mee. Gelukkig belde ze mij op zodat ik haar toch even kon troosten . Geen moment heeft ze haar handen vrij. Met een baby op de arm en een recente keizersn ede achter de rug wordt haar bewegin gsvrijheid door pijn en vermoeidheid tot een karig minimum beperkt. En dan … ontdekt mama de draagdoek. Er gebeuren twee wonderlijke din gen . Jij slaapt meteen in en lekker door, én Anke kan weer din gen doen in huis zonder al te veel on gemak of pijn . Wat een verademin g! Stukje bij beetje overwinn en we de uitdagin g die het prille ouderschap ons voorschotelt. We leren jou steeds beter kenn en , welk huiltje voor welke vraag staat en wat voor trucjes het beste werken om weer een blije Jenn e van je te maken . Af en toe gooi jij dan het hele schema eens ondersteboven en reageer je totaal anders dan gewoonlijk. Dan werkt er plots geen enkel trucje meer. Op zo’n moment gaan we eens lezen wat de Oei, ik groei! appTM zegt over de periode waarin jij je bevindt en welke mentale ontwikkeling je doormaakt in deze fase. Meer dan eens heeft het ons een aha-erlebnis bezorgd. Want niet enkel groeiende ledemaatjes geven groeipijn en maar ook een inn erlijke leefwereld die alle kanten op schiet. De beschrijvingen zijn heel herkenbaar en geruststellend, een echte must have dus voor debuterende ouders. Maar ouders zijn ook geliefden en met Valentijn willen we daar nog eens de volle aandacht aan besteden . Dit wordt jouw eerste avondje logeren . Zo spann end als we dat vinden , zo probleemloos laat jij je onder de liefdevolle vleugels n emen van je tantes om ons een avondje onversn eden romantiek te gunn en . Mama en mams zijn fier op hun meid! Chloé 3 ontwikkeling Mijn tweede maand Motorische ontwikkeling >>Als ik op mijn buik lig, kan ik mijn hoofdje minstens tien seconden omhoog houden. >>Het lukt me al om vijf seconden te zitten. Mijn hoofdje schommelt wel nog heen en weer. >>Mijn aangeboren reflexen beginnen te verdwijnen. De stapreflex is al helemaal weg. >>Mijn handjes zijn al (een beetje) geopend. Zintuiglijke ontwikkeling >>Bij het geluid van een bel schrik ik niet meer, maar ik kijk rond. Ik leer dus luisteren. >>Ik zie alles scherp wat tussen 15 en 30 cm van me verwijderd is. >>Ik herken kleuren. Rood, blauw, geel en groen zie ik het liefst, in die volgorde. >>Als ik wakker ben, maak ik tevreden geluidjes: eh, aha, e-che… >>Ik kijk naar gezichten en volg die met mijn ogen. >>Mijn eerste lachjes duiken op! Vorige maand waren dat nog instinctieve reacties, nu reageer ik echt op het zien van een gezicht of het herkennen van een stem. GewichtLengte Jongen: 4.250-6.500 g Jongen: 54-62 cm Meisje: 4.000-6.000 g Meisje: 53-60,5 cm Zoals al eerder gesteld: de gemiddelde baby bestaat niet. Hij lijkt alleen maar op jouw kind dat nu ook twee maanden wordt. Geen reden tot paniek dus als hij sommige dingen nog niet doet of kan. Sociale ontwikkeling >>Ik slaap al wat minder overdag, maar ’s nachts word ik meestal nog wakker. Manicure & pedicure Nageltjes knippen, heel wat ouders vinden het een zenuwslopende zaak. Begint een baby zich te krabben? Kortwiek de nageltjes dan voorzichtig. Wacht tot je kleintje rustig is en gebruik een (ontsmet) nagelschaartje met stompe punten. Opa klein en dik (het duimpje) Oma breit van rikke-tikke-tik (wijsvinger) Papa sterk en groot (middelvinger) Mama snijdt het brood (ringvinger) En xxxxx (naam van je kindje) draagt het mandje (pinkje) dat is het familiehandje (en je zwaait eens met het ‘pasgeknipte’ handje!) Wie het leuk wil maken, kan de tip van mama Benedicte gebruiken: “Toen ik ongeveer negen jaar geleden de reeks ‘Brieven aan Jonge Ouders’ in de bus kreeg, las ik daarin een versje voor bij het nagelknippen. Dat leuke rijmpje heb ik elke keer bij al m’n kinderen opgezegd. De allerjongsten zitten stilletjes te luisteren, maar als ze wat ouder zijn zeggen ze het rijmpje mee op. Zelfs onze twee grote sjarels, die al bijna negen zijn, vinden het nog steeds leuk om hun nageltjes zo te knippen. Het versje maakt van nageltjes knippen een leuk moment in plaats van een zenuwslopende zaak. Daarom wil ik het graag delen met andere jonge ouders: 4 ontwikkeling Fitness voor baby’s Plat hoofdje De meeste baby’s draaien hun hoofdje steeds weer naar dezelfde kant als ze op hun rug liggen. Klinkt logisch, maar zo’n voorkeurshouding kan nadelig zijn voor z’n ontwikkeling en het veroorzaakt soms (tijdelijk) een scheef hoofdje. Stimuleer je kleintje daarom zo dat hij zijn hoofd ook eens de andere kant opdraait. Enkele tips: >>Bij borstkindjes wisselt mama automatisch van kant als ze voeding geeft. Ook bij flesvoeding kan je afwisselen. >>Zet leuke, aantrekkelijke dingen aan de ‘niet-voorkeurskant’ van zijn bedje: een lichtje, fel gekleurd speelgoed, een mobile, dingen die bewegen of muziek maken… >>Ga misschien eens aan de andere kant van het verzorgingskussen staan. >>Ook jij hebt een voorkeursarm om je kindje te dragen. Probeer toch af te wisselen. Elke baby ontwikkelt in z’n eigen tempo. Maar hoe wordt dat tempo bepaald? Veel hangt af van de natuurlijke aanleg van je kind, de genen, weet je wel! Maar dat is niet alles. Ook de kansen die gecreëerd worden en de aanmoedigingen van de omgeving spelen een belangrijke rol. Zin om z’n ontwikkeling te stimuleren? Dan is ‘afwisseling’ het sleutelwoord. Baby’s slapen op hun rug, dat is nu eenmaal de veiligste houding om wiegendood te voorkomen. Als je kleintje wakker wordt, kan hij wel wat afwisseling gebruiken. Naar de arts? Soms is er meer aan de hand. Je kindje kan bijvoorbeeld aan één kant een verkorte nekspier hebben. Dan is stimuleren alleen niet meer voldoende en heb je gespecialiseerde hulp nodig. Maak je je zorgen? Neem dan contact op met de (kinder)arts of met de verpleegkundige van Kind en Gezin. Powertraining Baby’s zijn erg nieuwsgierig. Als je hem dus even op z’n buikje legt, probeert hij zijn hoofdje op te tillen zodat hij kan rondkijken. Vooral als jij voor hem op de grond gaat liggen! In het begin houdt hij dat maar enkele tellen vol. Toch is het een uitstekende oefening om zijn nek-, schouder- en armspieren te versterken. Ligt je baby te weinig op zijn buikje, dan blijven die spiergroepen langer ongebruikt en verloopt zijn fysieke ontwikkeling wat trager. Natuurlijk moet je hierin niet overdrijven. In het begin is enkele minuten oefenen ruim voldoende. Wees gerust, je kindje geeft zelf wel aan wanneer hij er genoeg van heeft. TIP Ook Bavo had zo’n voorkeurshouding. Zo erg, dat hij last kreeg van een afgeplat hoofdje. Omdat baby’tjes goed reageren op gezichten, heb ik naast zijn verzorgingskussen een grote prent van een babygezichtje gehangen. Voor Bavo is dit de perfecte stimulans om zijn hoofdje naar links te draaien. Hij ligt er zelfs naar te lachen! 5 ouderschap Het wenen voorbij: een huilbaby inschakelt, voelt zijn omgeving een bijna onweerstaanbare drang om de oorzaak van dat huilen te achterhalen en te verhelpen. Bij een huilbaby is er voor dat wenen echter geen echte oorzaak te vinden, dus kan je zijn alarm niet uitschakelen. Gevolg: dat signaal blijft op je systeem werken, als een haast lichamelijke kwelling. Stapelgek word je ervan. Elk ‘huiluurtje’ duurt 3600 verschrikkelijke seconden: pure stress voor wie in de buurt is! Het zal je kind maar wezen… zo’n baby die vaak en lang huilt, of liever: niet huilt maar tiert, krijst… en op geen enkele manier te troosten is. Hij is wellicht al onderzocht door één of meerdere dokters, maar die vonden geen medische oorzaak. Niks aan de hand, dus? Natuurlijk wel! Een huilbaby betekent namelijk een zware beproeving voor zijn huisgenoten. Eindeloze cirkel Een doorsnee-ouder heeft gelukkig wat weerstand tegen dat soort spanning. Iedereen moet wel eens door zo’n huiluurtje. Maar een huilbaby houdt het niet bij ‘eens een weenuurtje’. Het worden er (heel) veel. De stress stapelt zich op en er lijkt maar geen einde aan te komen. Aan de weerstand van de getergde ouders komt wel een einde: ze raken meer en meer overbelast en dus ten einde raad. Nu wil het wrede lot dat Moeder Natuur de kleine mensenbaby ook uitgerust heeft met een heel gevoelige antenne voor stress in zijn omgeving: zijn de mensen die hem moeten verzorgen te gespannen, dan gaat zijn alarm weer af. Na een tijdje zitten de ouders dus gevangen in een uitputtende cirkel… Alarmsignaal Eigenlijk is zo’n mensenbaby maar een hulpeloos wezentje: in z’n eentje kan hij onmogelijk overleven. Gelukkig laat Moeder Natuur hem niet aan zijn lot over. Hij kreeg van haar een erg doeltreffende alarminstallatie mee. Zodra hij die 6 ouderschap Help! Loopt de stress te hoog op in je gezin? Heb je het gevoel dat heel je leven door dat babygehuil beheerst wordt? Ben je ten einde raad en wordt het je allemaal te veel? Dan kun je best actie ondernemen. Maak een afspraak met de dokter of de verpleegkundige van Kind en Gezin. In afwachting van dat contact kan je best het gedrag van je kindje goed observeren. Je noteert dan elke dag wanneer hij eet, slaapt, speelt en huilt. Dat ‘huildagboek’ kan een duidelijker beeld geven van het probleem. Praten Het is belangrijk dat je niet geïsoleerd raakt in je ellende. Zo’n huilbaby is niet het schattige kind dat jij je gedroomd had, dus praten over je problemen en je gevoelens is een must. Als je voelt dat je er stilaan onderdoor gaat, ga dan op zoek naar een vertrouwenspersoon om die negatieve gevoelens en de boosheid samen aan te pakken. Dat kan iemand uit je omgeving zijn, je partner, je beste vriendin of je moeder, maar je kan ook terecht bij je arts of bij de verpleegkundige van Kind en Gezin. Vertrouwenspersoon De arts zal je baby eerst onderzoeken. Huilen zonder enig ander symptoom vormt maar zelden een teken van lichamelijke ziekte. Bij de meerderheid van de huilbaby’s wordt er gewoon géén organische oorzaak gevonden. Maar… de deskundigheid van een bezorgde arts gaat verder dan dat. Vergeet niet dat je dokter ook een vertrouwenspersoon is waaraan je je zorgen kwijt kunt. Vertel hem dat je stapelgek wordt van die schreeuwlelijk, dat je niet weet hoe lang je die beproeving nog aankan, dat er spanningen zijn in jullie gezin,… Een betrokken arts maakt tijd om naar jou te luisteren. Omgekeerd kan jij hem ook vertrouwen wanneer hij zegt dat alles in orde is met je kindje, dat er geen medische oorzaak is voor zijn geween én dat het huilen mindert met het opgroeien. Volhouden Net zoals bij een ‘gewone’ baby moet je ook bij een huilbaby niet te snel van aanpak veranderen. Probeer de gekozen tactiek dus even vol te houden. Je huilbaby moet de tijd krijgen om tot rust te komen. Dat kan wel even duren. Als je intussen zelf kalm blijft, draag je die rust over. Is hij getroost, leg hem dan niet meteen terug in zijn bedje. Dan begint hij bij de eerste nasnik opnieuw te huilen. Nooit doen!! Een baby die maar blijft huilen en niet te troosten is, geeft zijn ouders een gevoel van machteloosheid. Het kan zo ver gaan dat je kwaad wordt op je kind. Dat is heel normaal, je hoeft je daarom geen ‘slechte ouder’ te voelen. Let wel op dat je die machteloosheid nooit omzet in agressie. Je baby is een heel teer wezentje. Zelfs hem ‘alleen maar’ flink door elkaar schudden kan een hersenbloeding veroorzaken met blijvende schade als gevolg. Als je de woede voelt opkomen, leg je baby dan veilig in zijn bedje en verlaat de kamer. Kom eerst tot rust voor je opnieuw naar hem toe gaat. Batterijen opladen Dat het wenen mindert met het opgroeien, is op dit moment maar een magere troost. Want nu moet jij je kindje bemoederen zonder dat je zelf ten onder gaat aan die voortdurende druk. Het huilen zelf kan misschien niet verholpen worden, maar jij kunt gelukkig wel iets doen aan al die spanningen door jezelf te verzorgen. De batterijtjes van dat kleine stresskonijn lijken wel onuitputtelijk in vergelijking met de jouwe. Plan dus regelmatig een ‘oplaadmoment’ voor jezelf. Het is echt geen overbodige luxe om een paar keer per week (en liefst nog vaker) enkele uren af te kicken. Alleen zo kan je die stresserende tijd ‘overleven’. Zoek een goede babysit en probeer er (samen met je partner) een momentje tussenuit te knijpen. De Babysitdienst van de Bond In méér dan 800 plaatselijke afdelingen beschikt de Gezinsbond over een kinderoppasdienst. De tar ieven worden zo laag mogelijk gehouden (4 euro per uur). Bovendien zijn je kind én de babysit verzekerd tegen risico’s als lichamelijke ongevallen, ongevallen onderweg naar en van de prestat ie, burgerlijke aansprakelijkheid voor ongevallen én stoffelijke schade. Deze verzekering kost 7,5 euro voor 5 prestaties. Meer weten? Op www.kindengezin.be vind je de brochure ‘Als troosten niet helpt…’ Daarin lees je alles over huilen en huilbaby’s. Wil je weten wie de plaatselijke verantwoordelijke is in jouw buurt, neem dan contact op met de Centrale Kinderoppasdienst, Troonstraat 125, 1050 Brussel, T. 02 507 89 66. www.gezinsbond.be. 7 ouderschap Borstvoeding? Blijven gaan! Borstvoeding en seks Laat je niet wijsmaken dat vrouwen, zolang ze borstvoeding geven, geen zin hebben in seks. De (tegen)zin om te vrijen wordt bepaald door andere factoren. Borstvoeding heeft ook een sensueel aspect, waardoor borstvoedende vrouwen soms meer zin krijgen in seks. Tijdens de borstvoeding komt immers het hormoon oxytocine in de bloedbaan dat ook bij het vrijen een niet onbelangrijke rol speelt. Wel zit een vrouw soms verveeld met die lekkende borsten en vindt ze het niet leuk dat ze aangeraakt worden. Vaak stoppen moeders na zes tot acht weken met borstvoeding, ook al is hun melkproductie flink op gang gekomen en gebleven. De ‘hongerdagen’ waarover we het in Brief 1 al hadden, spelen daarin ongetwijfeld een rol: gedurende een paar dagen moet je je baby veel vaker aanleggen en dat kan best vermoeiend zijn. Zie je ook het einde van je bevallingsverlof snel naderbij komen, dan lijkt het verstandig om de borstvoeding maar meteen af te bouwen. Niet doen. Blijf ervoor gaan. TIP Ben je van plan afgekolfde melk te geven als je terug aan het werk gaat? Begin dan ongeveer twee weken voor je je job weer opneemt, te oefenen. Tips tegen krampjes Welk type voeding ze ook krijgen, de meeste baby’s hebben de eerste maanden wel eens last van krampjes. Hoe kan je hen daarbij helpen? >> Lichamelijk contact kan verlichting en troost bieden. Zo vinden de meeste baby’s het fijn om in een draagdoek (buik tegen buik) rondgedragen te worden. >> Een badje geven. >> Hem met zijn buikje op je schoot leggen en zachtjes zijn rug masseren. >> Je baby in een licht dekentje wikkelen. >> De voeding even onderbreken voor een extra boertje. >> Over wat een vrouw die borstvoeding geeft mag eten, doen veel fabeltjes de ronde. Mama mag alles eten en drinken. Het komt niet zo vaak voor dat krampjes veroorzaakt worden door wat mama eet. Allergie aan een of ander voedingsmiddel kan de oorzaak zijn. Meest voorkomend is allergie aan koemelkeiwitten. Als moeder een dieet volgt zonder melkproducten, verdwijnen de klachten. Ook andere voedingsstoffen (ei, vis, noten,..) kunnen verantwoordelijk zijn, maar dat komt minder vaak voor. Als Routine... Borstvoeding blijft (nog altijd) de optimale voeding voor je baby. Bovendien word je nu geroutineerd en ondervind je er de praktische voordelen van. Het zou dus erg jammer zijn om er al mee te stoppen. Die fameuze hongerdagen kom je wel door met extra rust en wat hulp van partner, familie of vrienden. Gelukkig duurt zo’n groeispurt maar even: een dag of twee, drie. Daarna is je melkproductie weer aangepast aan baby’s behoefte en verloopt de borstvoeding opnieuw vlot en makkelijk. Borstvoeding en werken Overloop rustig de mogelijkheden om borstvoeding straks te combineren met je werk. In veel gevallen lukt dat. Informeer je over de mogelijkheden van borstvoedings- of ouderschapsverlof. Wordt dat toegestaan, dan kan de combinatie ‘werk en borstvoeding’ nog wat uitgesteld worden. Tot je kindje zeven maanden is, mag je op je werk borstvoedingspauzes nemen om je baby te voeden of om melk af te kolven. Breng je werkgever twee maanden vooraf op de hoogte met een aangetekend schrijven of attest. Als je na je bevallingsverlof weer aan ’t werk gaat, kan je ’s morgens en ’s avonds zelf voeden en kan de opvang je baby een flesje afgekolfde melk (van de vorige dag) geven. Als je kinderopvang dicht bij je werk hebt, ben je minder lang gescheiden van je baby en misschien kan je tijdens je middagpauze zelfs even naar hem toe voor een voeding. 8 Gezonde voeding Papa, onderschat je rol niet! Een mama die zelf voedt, moet op haar omgeving kunnen steunen! Daarin is jouw bijdrage als partner heel waardevol. Door een deel van de huishoudelijke taken over te nemen schep je voor moeder en kind de ruimte om in alle rust door te gaan met borstvoeding. Stimuleer mama om tijdig te rusten, moedig haar aan als ze het even niet meer ziet zitten. Misschien zaaien opmerkingen van derden twijfel en onrust: laat dan duidelijk merken dat jullie samen voor borstvoeding gekozen hebben. Zo krijgen negatieve invloeden van buitenaf geen kans. Zelfs al kan je als vader je kind niet zelf voeden, toch kunnen jullie een hechte band opbouwen. Er zijn immers nog zo veel andere dingen die je als papa kan doen: je baby knuffelen, hem na een voeding overnemen, een badje geven en hem nadien verwennen met een heerlijke massage, wiegen, zingen, hem in een draagdoek dragen, wandelen… En mama vindt het vast heerlijk dat zij even kan relaxen. Enkel melk is nog voldoende Voor een baby is moedermelk de meest volledige en best verteerbare voeding. Tot zes maanden kan je zonder problemen uitsluitend borstvoeding geven. Enkel vitamine D en vitamine K moeten vanaf de geboorte bijgegeven worden (zie Brief 1). Ook kunstvoeding is de laatste jaren zo geëvolueerd dat ze alle voedingsstoffen bevat die een baby de eerste maanden nodig heeft. Fruit- en/of groentepap heeft hij nu nog niet nodig. Een flesje drinken kan je controleren of de melk niet te snel of te traag komt. Ongeveer om de seconde moet er een druppeltje uitvallen. Dan kan je baby rustig drinken, zonder zich te verslikken of hevig te moeten zuigen. Laat je bij de keuze van een flesje en een speentje adviseren door de apotheker. Er bestaan zelfs flesjes die krampjes helpen voorkomen. Een flesje drinken duurt - naargelang hon ger en temperament van je baby - tien tot twintig minuutjes. Heeft hij daarvoor meer of minder tijd nodig, dan kan dat aan het speentje liggen. Veranderen van voeding? Een mondje melk teruggeven na de voeding, veranderingen in de stoelgang (wat vaster of wat platter), krampjes, huilen, windjes en boeren zijn heel normale verschijnselen bij baby’s. Vaak wordt de voeding (ten onrechte) als oorzaak aangewezen. Veranderen van voeding lost deze probleempjes niet altijd op. Integendeel zelfs: dan moet het spijsverteringsstelsel van je baby zich telkens opnieuw aanpassen, wat het ongemak nog kan verhogen. Verander dus enkel van voeding op advies van je arts, vroedvrouw of regioverpleegkundige. Soorten speentjes Er zijn verschillende soorten speent jes op de markt: kleinere (‘voor de eerste leeftijd’- ongeveer tot vier maanden), grotere (‘voor de tweede leeft ijd’, vanaf ongeveer vier maanden). De melkstroom varieert naargelang het vastschroeven van de speen. Op de grotere staan meesta l cijfers of streepjes van 1 tot 3. Door de fles schuin ondersteboven te houden 9 gezondheid Een eerste prik Waarom vaccineren? Vaccinatie is een belangrijk middel in de strijd van de mens tegen infectieziekten. Er bestaan vaccinaties tegen een heleboel levensbedreigende infectieziekten, veroorzaakt door virussen of bacteriën: kinderverlamming (poliomyelitis), echte kroep (difterie), wondk lem (tetanus), kinkhoest (pertussis), geelzucht (hepatitis B), mazelen, bof, rubella, en hersenvliesontsteking (meningitis) door haemophilus influenzae type B, meningokokken en pneumokokken, gastro-enteritis door het rotavirus. Veel van die ziekten komen bij ons bijna niet meer voor omdat hier goed gevaccineerd wordt. Na vaccinatie maakt het lichaam antistoffen aan tegen deze ziekteverwekkers. Deze antistoffen blijven na volledige vaccinatie(met herhalingsinentingen!) meestal levenslang in het bloed en stijgen na contact met de ziektekiem zeer snel terug tot beschermende hoeveelheden. Je kind kan de ziekte dan niet meer of slechts in lichte mate krijgen. Wat en wanneer? In België is enkel de vaccinatie tegen polio verplicht. Het poliovaccin wordt meestal toegediend in combinatie met vijf andere vaccins : difterie, tetanus en pertussis, haemophilus influenzae B en hepatitis B (zie vaccinatieschema). Dit vaccinatieschema wordt door experten regelmatig aangepast i.f.v. nieuwe ontwikkelingen en inzichten. De inentingen worden gestart op de leeftijd van acht weken om de baby’s zo vroeg mogelijk te beschermen. Er zijn weinig contra-indicaties voor vaccinatie. Een gewone verkoudheid, diarree, allergie of inname van antibiotica zijn geen reden tot uitstel. Uitzonderlijk kan de arts besluiten om de vaccinatie wat uit te stellen, bv. bij een acute ziekte met koorts. Onoordeelkundig uitstellen van vaccinatie houdt in dat je kind niet (tijdig) beschermd is. Vaccin tegen rotavirus Een rotavirusinfectie is de meest voorkomende oorzaak van maag-darminfecties (gastro-enteritis) bij baby’s en peuters. Het virus veroorzaakt ernstige diarree, braken en koorts met een grote kans op uitdroging, wat vaak zelfs een ziekenhuisopname vereist. Besmetting met het rotavirus komt vooral voor bij kindjes tussen 6 en 24 maanden, maar kan ook bij jongere zuigelingen optreden. De ziekte komt het vaakst voor van december tot april. Er bestaan verschillende types van het rotavirus. Een eerste contact gaat vaak gepaard met een ernstige infectie. Daaropvolgende contacten (al dan niet met andere types van het rotavirus) verlopen meestal veel milder. De vaccinatie bestaat uit twee of drie dosissen (afhankelijk van het merk), via de mond (vaccinatie zonder prik!) en kan gegeven worden vanaf 8 weken (op 8, 12 en 16 weken). Het vaccin moet toegediend worden vóór de leeftijd van 6 maanden. Vaccin tegen pneumokokken De pneumokok is een bacterie die hersenvliesontsteking, longontsteking, middenoorontsteking en bloedvergiftiging kan veroorzaken. Kinderen onder de 2 jaar lopen het meeste gevaar omdat hun afweersysteem nog onvoldoende ontwikkeld is. Hoe meer contacten je kind heeft met anderen, des te groter het risico om besmet te raken. Overdracht van de bacterie is dus niet altijd te vermijden. Vaccinatie wordt aanbevolen voor alle kleintjes tot 2 jaar. Ze bestaat uit drie dosissen en wordt best toegediend op 8 en 16 weken en op 12 maanden. Het vaccin beschermt tegen de meest voorkomende pneumokokkensoorten. Mazelen Mazelen is geen onschuldige kinderziekte! Vaccinatie tegen mazelen-bof-rubella gebeurt via één prik op 12 maanden (met een herhaling rond 10 jaar). En dan is er nog het vaccin tegen meningokokken C op 15 maanden. 10 ouderschap AANBEVOLEN VACCINATIESCHEMA 8 12 16 wkn. wkn. wkn. 12 m. Difterie (kroep) X X X X Tetanus (klem) X X X X Pertussis (kinkhoest) X X X X Polio X X X X Haemophilus Influenzae B X X X X Hepatitis B X X X X Pneumokokken 13-serotypes X Rotavirus X X X Dus best wel veel prikjes, veel vaccinaties, tegen veel verschillende ziekten! Alle vaccins van het basisschema worden gratis verstrekt en worden op de raadpleging van Kind en Gezin of door de (kinder)arts gegeven. Enkel het vaccin tegen rotavirus is niet gratis (11,60 euro remgeld per vaccin). Meestal wordt vaccinatie goed verdragen door de kinderen. Er kunnen wat algemene (koortsig en lastig zijn) en lokale (roodheid en zwelling ter hoogte van de vaccinatieplaats) klachten zijn maar ernstige neveneffecten komen uiterst zeldzaam voor. 15 m. X X* Mazelen, Bof & Rodehond Meningokokken C Meer info vind je op www.kindengezin.be of in het ‘ABC van baby tot kleuter’. X X * twee of drie dosissen afhankelijk van het merk. Ferre couveuse. Niet veel later kregen we te horen dat ons kindje een hartafwijking had: een klein gaatje tussen zijn twee hartkamers. Dat kwam wel vaker voor bij prematuurtjes en soms groeit zo’n opening vanzelf dicht. Afwachten was de boodschap. Toch was hij te klein en te fragiel om bij ons in het ziekenhuis te blijven. Daarom werd hij nog diezelfde dag overgebracht naar de High Intensive Care van een ander ziekenhuis. Wij konden voorlopig niet mee met Ferre. En daar lig je dan op je kamer… alleen. Door de muren heen hoor je de uitbundige telefoontjes en gesprekken van kersverse ouders. Je luistert keer op keer naar dezelfde vrolijke gesprekken terwijl jij op een kamer ligt zonder je kind. Je weet bovendien dat er iets ernstigs aan de hand is, maar je weet niet wat. Vreselijk! Na enkele moeilijke uurtjes konden we gelukkig allebei naar het andere ziekenhuis. Daar mochten we door een raampje naar onze zoon kijken. Meer niet. Op het geboortekaartje van Ferre staat te lezen: ‘Je bent wie je bent. Je wordt wie je wordt.’ Ferre werd zes weken eerder geboren, maar mocht pas op 31 december naar huis: het allermooiste eindejaarsgeschenk voor zijn mama en papa. Mama Joke blikt samen met ons terug op zijn geboorte en haar kraamtijd. Klein mondje Pas op de derde dag kregen we te horen dat Ferre het syndroom van Down had (n.v.d.r.: omdat Ferre een mozaïekvorm van het downsyndroom heeft, zijn de typische kenmerken wat minder uitgesproken). In het ziekenhuis hadden ze wel al opgemerkt dat hij opvallend kleine oortjes en een kleine mond had. Nu weten we dat ze ons hints gaven. Maar wij legden de link niet. Nee, we vonden het vooral een bende muggenzifters: “Zo’n details! Een klein mondje kan toch ook mooi zijn?” Maar toen de kinderarts ons wou spreken over het bloedonderzoek van Ferre, wist mijn man meteen dat er slecht nieuws ging volgen. Het resultaat was voor ons beiden een zware klap. Ook de telefoontjes naar de familie vielen ons zwaar. Al bij de geboorte hadden we niet alleen goed nieuws: “Ferre is “ Eigenlijk wisten we pas drie dagen na zijn geboorte dat ons kersverse zoontje het syndroom van Down had. Hoewel ik al veertig was toen ik zwanger werd, lieten we bewust geen vruchtwaterpunctie doen. Ik vond niet alleen het risico op een miskraam te hoog, we wisten ook heel goed dat we ons kindje sowieso zouden houden. Dus ook als er iets ‘mis’ mee was. Elk kindje was hier welkom, dus waarom zouden we dat risico lopen? Alleen op de kamer De zwangerschap verliep vlot, maar Ferre kwam uiteindelijk twee weken te vroeg op de wereld. Met een keizersnede. Hij woog ietsje meer dan twee kilo en moest meteen in de 11 ouderschap Kindje met een handicap geboren, maar… er is iets met zijn hartje.” Nu moesten we nog een keer ‘slecht nieuws’ melden. Gelukkig kregen we volop steun uit onze omgeving. Sterke man Ferre is duidelijk een volhouder, een vechter vanaf dag één. Stapje voor stapje werd hij sterker. Op de vijfde dag mocht de zijkant van de couveuse één keer per dag open. Wat een onbeschrijflijk gevoel: eindelijk mocht ik hem knuffelen! Maar we hadden weinig privacy en moesten natuurlijk nog heel voorzichtig zijn: als zijn alarmpje afging, moest hij meteen terug in de couveuse. Ongeveer twee weken na zijn opname op High Intensive Care mocht hij terug naar de gewone neonatale afdeling. Drie weken later, op 31 december, was zijn gewicht op peil en mocht Ferre naar huis: ons allermooiste eindejaarsgeschenk! Na zes weken waar we voor het eerst alleen met ons drietjes en konden we eindelijk beginnen genieten van ons gezinnetje… Wanneer je hoort dat je kind een handicap heeft, staat je wereld even stil. Je hele leven wijzigt plots van koers. Niet alleen moet je proberen die handicap een plaats te geven in je leven en je gezin. Je hebt je ook een weg te banen doorheen een doolhof van diagnosecentra, therapieën, begeleidingsdiensten, voorzieningen en administratie. Toekomst Het is moeilijk te voorspellen wat Ferre later allemaal zal kunnen en wat nooit zal lukken. Bij downkinderen zie je enorme verschillen: sommigen leren vlot lezen, anderen kunnen amper spreken. Sommigen lopen mee in het gewone onderwijs, anderen hebben bijzonder onderwijs nodig. Ferre’s evolutie is dus moeilijk in te schatten. Momenteel is onze jongen twee en half en kan hij net kruipen. Zijn ontwikkeling verloopt dus duidelijk een pak trager dan normaal. Daarom vonden wij het ook zo lastig om ‘Brieven aan Jonge Ouders’ te krijgen. Die eerste rubriek ‘Wat kan ik al?’ was elke keer opnieuw een slag in ons gezicht. Ik heb het abonnement dan ook stopgezet. Nu bij Warre, Ferres jongere broer, verslinden we ze wel van voor tot achter. Ik merk wel dat mijn man en ik onze normen enorm verlegd hebben. De geboorte van Warre liep niet supervlot, maar ik vond het gewoon al fantastisch dat hij naast me op de kamer lag, dat ik hem kon vastpakken wanneer ik wou. We relativeren alles veel meer en dat lijkt me een gezonde levenshouding. ‘Gezin en Handicap’ krijgt heel wat vragen van jonge ouders. Ook wij klopten bij hen aan en werden vriendelijk te woord gestaan door Katleen Joos, An Sarens, Rosie Roothans en Lief Vanbael. Bom Hoe is het om te horen dat je kindje een handicap heeft? Lief: De meeste ouders vertellen ons dat het aanvoelt als een bom die inslaat… Rosie: Elk individu gaat op een persoonlijke manier met die ‘bom’ om. Sommigen schieten na de eerste schok meteen uit de startblokken en gaan op zoek naar een kinesist. Voor anderen is dat de laatste van hun zorgen. De ene wil een tijdje alleen zijn, de andere belt meteen heel z’n familie en al zijn vrienden op. Lief: De reactie kan dus sterk verschillen, maar de klap is altijd immens. Je verwacht een gezond kindje dat heel gewoon en vlotjes ontwikkelt. Ontdekken dat het anders gaat lopen is altijd een zware dobber, voor iedere ouder. Je hele levenspad wordt ineens anders georiënteerd, wordt door elkaar geschud. ” Meer weten? ‘‘Downsyndroom Vlaanderen’ is er voor kinderen en volwassenen met het syndroom van Down, voor hun familie en voor allen die met hen begaan zijn. De organisatie bundelt en verspreidt niet alleen informatie, maar organiseert ook activiteiten zoals oudercontacten en informatieavonden. Meer info op www.downsyndroom.eu. Met algemene vragen over het downsyndroom kun je ook terecht op [email protected] of T 0474-321 321. Zo’n diagnose kan dus maar beter met de nodige zorg gebracht worden? Lief: Natuurlijk. En toch loopt dat eerste gesprek wel eens fout. Nogal wat specialisten brengen hun informatie te complex en te medisch voor de meeste ouders. Eigenlijk zou je zo’n dokter dan meteen moeten afremmen en om extra uitleg vragen. Maar welke ouder staat op dat moment zo stevig in z’n schoenen? 12 ouderschap Rosie: Ze horen er bovendien getuigenissen die een pak genuanceerder zijn dan de griezelverhalen die je op het internet kunt lezen. Katleen: Ouders vertellen ons vaak dat de manier waarop de diagnose wordt gebracht en de informatie die ze meekrijgen, voor verbetering vatbaar is. Vergeet ook niet dat de meeste ouders zodanig in shock zijn dat het gesprek nauwelijks tot hen doordringt. Lief: Weet je wat het voor ouders nog pijnlijker maakt? Een medische staf die na het moeilijke nieuws met een grote boog rond hun kamer loopt. Natuurlijk is het voor niemand makkelijk om geconfronteerd te worden met het verdriet van jonge ouders en natuurlijk kan je niet al hun vragen beantwoorden, maar daarom moet je hen toch niet mijden? Het is belangrijk dat ze hun vragen kwijt kunnen. Dat telt. Je relatie Al die emoties lijken ons ook ongelooflijk belastend voor een relatie… Lief: Dat is zeker mogelijk. Weet je wanneer het vooral lastig is? Als beide ouders op een verschillende manier met hun verdriet omgaan. De ene heeft vooral behoefte aan praten, de andere kropt het op. Probeer elkaar dan zo veel mogelijk de ruimte te gunnen, maar let op dat je mekaar onderweg niet kwijtraakt, want ook dat kan sterk gaan wegen. Katleen: Het verschilt enorm van koppel tot koppel. Sommigen proberen elkaar zo veel mogelijk te sparen en groeien daardoor langzaam uit elkaar. Anderen vertellen ons dat ze er net nog sterker, nog hechter zijn uitgekomen. Ook dat kan dus. De manier waarop de omgeving reageert mogen we niet onderschatten? Katleen: Ja, die eerste reacties blijven lang hangen… Lief: Het eerste telefoontje naar de familie kan bijvoorbeeld ontzettend doorslaggevend zijn. Als je eigen moeder of vader positief reageert, voel je je enorm gesterkt en gesteund. Als ze je vertellen dat ze er samen met jullie voor willen gaan, krijg je de kracht om ervoor te vechten en door te zetten. Maar stel je voor wat er gebeurt als je omgeving ontwijkend of afwijzend reageert… Katleen: Dat is dan dubbel kwetsend! Schuldgevoel Want naast verdriet komen daarbij ook nog andere gevoelens kijken!? Lief: Vaak speelt ook een schuldgevoel mee. Toch valt het me op dat ouders zich daar relatief snel overheen zetten. Ze willen volop voor hun kind gaan en zich niet meer moe maken in beschuldigingen en verwijten. Katleen: Ouders zitten ook met heel wat onzekerheid, met veel vragen over de toekomst. Ze willen weten wat hun kindje later zal kunnen. Jammer genoeg bestaat daar geen antwoord op. Daarom vinden wij het vooral belangrijk om te blijven geloven in kinderen met een handicap, om te vertrouwen in hun vooruitgang en daar volledig voor te gaan. Probeer het als een uitdaging te zien! Lief: Je merkt dat die ouders met een andere bril gaan kijken. Ze turen niet twintig jaar vooruit. Nee, ze focussen op hier en nu. Ze zijn oprecht gelukkig met elk stapje, hoe klein ook. Rosie: Wat niet wil zeggen dat ze nooit meer kwaad kunnen zijn. Niet op hun kindje, maar op die handicap. Maar dat zijn lastige gevoelens om over te praten… Meer weten? >>‘Gezin en Handicap’ wil een bondgenoot zijn voor alle ouders van een kind met een handicap. Ze organiseren niet alleen een heleboel vormingsavonden, maar geven ook een pak publicaties uit en runnen een documentatiecentrum. Je kan er terecht met je vragen en twijfels. Hun project ‘Eerste momenten’ wil zoveel mogelijk vragen van jonge ouders beantwoorden en hen zo concreet mogelijk op weg zetten. Als je niet weet waar te beginnen, neem dan eens een kijkje op www.eerstemomenten.be of bel naar 03 216 29 90. >>Bij ‘Trefpunt Zelfhulp’ kan je terecht om uit te vissen of er een zelfhulpgroep bestaat rond de specifieke handicap van je kind: www.zelfhulp.be of 016 23 65 07. Waar kunnen ze die gevoelens kwijt? Lief: Ik ben nogal een voorstander van zelfhulpgroepen. Daar krijgen ouders niet enkel meer info, maar kunnen ze ook ervaringen delen. Katleen: Ja, ze kunnen er eindelijk eens babbelen met lotgenoten die begrijpen wat het is om een kind met een handicap te hebben. Dan kunnen ze hun verhaal kwijt en daardoor voelen ze zich minder alleen. 13 Eigen kweek Jasper en Elias Maks RACHELLE ROBBE KAI Lucas SAM Norah Charlotte SAM Stuur zelf je foto’s naar [email protected] of post ze op onze Facebookpagina 14 Verzorging De babyrelax Colofon Abonnementen T 02-507 88 88 F 02-507 88 50 E [email protected] Indien je verhuist, geef dan zo snel mogelijk je adreswijziging door. Redactie en Briefwisseling Troonstraat 125 1050 Brussel T 02-507 89 50 E [email protected] Rond deze tijd krijgt je baby interesse in zijn omgeving en begint hij rond te kijken. Dus vindt ie het fijn om af en toe een kwartiertje in z’n r elax te liggen. Liggen en zitten En dat mag best, als zijn zeteltje een ligstand heeft. Zolang de spieren van je baby te zwak zijn om zelf zijn rug te rechten, mag er niet te veel gewicht op zijn bekken rusten; dat is het geval bij een schuine en nog meer bij een rechte zitstand. Na een tijdje kan je de rug van het stoelt je geleidelijk aan wat hoger plaatsen, op voorwaarde dat je baby mooi recht en ontspannen blijft liggen. Als je merkt dat hij ineen- of scheefzakt, plaats je het stoeltje weer in ligstand, of je neemt hem er uit. Een goede relax >>Zo’n zuigeling moet met een rechte rug kunnen liggen of zitten. Het is dus belangr ijk dat de rug van het stoeltje stevig is en zo vlak mogelijk om hem goed te ondersteunen. >>In een te brede relax kan hij makkelijk scheefzakken; een heel smalle rugleuning laat geen plaats voor de armpjes. De voetjes moeten ook steun vinden, zelfs als hij wat groter wordt. >>De gordel zorgt ervoor dat hij niet wegzakt bij een wat rechtere stand. Een te hoog ingeplante gordel kan in de huid snijden. Je kleintje ‘hangt’ dan in zijn stoelt je, wat natuurlijk niet kan. >>Een stevig onderstel voorkomt dat je baby in zijn ent housiasme onder of naast het stoelt je terechtkomt. >>Kies een relax met een makkelijk wasbare bekleding. De reeks Brieven aan Jonge Ouders bestaat uit Gratis verwachtingsnummer 12 nummers eerste levensjaar 6 nummers tweede levensjaar Kleuternummer Ouders met een pasgeboren of geadopteerd kind ontvangen alle Brieven gratis Andere geïnteresseerden krijgen de Brieven toegestuurd mits betaling Los nummer � 1 Eerste levensjaar (12 nummers) � 10 Tweede levensjaar (6 nummers) � 5 Op reknr. BE 77-4350-3052-2142 van Gezinsbond Brieven aan Jonge Ouders met vermelding van de reden van betaling. Redactiecomité Jochem Poesen (voorzitter), Jef Bergmans, An Debyser, Martine Deheyder, Els Demol, Cathleen Gavel, Christian Lagrange, Koen Lannau, An Lebacq, Sarah Saelens, Mieke Schevelenbos, Greet Stevens, Christine Tierens, Sarah Van Gysegem, Nicolas Van Herck. Geen hele dag in het autozitje De huidige autostoeltjes zijn zo handig dat sommige ouders in de verleiding komen om hen ook binnenshuis te gebruiken. Toch is zo’n autozitje geen relax. Wanneer je baby daar een hele dag in zit, blijven zijn heupen altijd in dezelfde stand. Dat is niet zo voordelig voor zijn ontwikkeling. Je legt je kleintje afwisselend in zijn relax, zijn box, zijn bedje... En je gebruikt het autozitje waarvoor het bedoeld is, in de auto. Met medewerking van Kind en Gezin Wetenschappelijke vereniging van Vlaamse Huisartsen Vlaamse Vereniging voor Logopedisten Vlaamse Vereniging Kindergeneeskunde Vlaamse Werkgroep voor Gezonde Tanden Vlaamse Organisatie van Vroedvrouwen Federatie van Ambulante Revalidatiecentra Redactie Sarah Saelens Sarah Van Gysegem fotografie Simon Saelens, Shutterstock Redactiesecretariaat en coördinatie Jef Bergmans ontwerp Magelaan – Gent Lay-out / Druk Die Keure – Brugge Publiciteit Publicarto T 053 82 60 80 Verantwoordelijke Uitgever Mieke Schevelenbos Troonstraat 125 1050 Brussel Tips >>Maak er nu al een goede gewoonte van om je baby in zijn relax vast te riemen. Wacht daar niet mee tot hij er een keertje uitgetuimeld is! >>Verplicht jezelf om hem in zijn relax op de grond te zetten van zodra je hem ook maar even uit het oog verliest. Daar zit hij immers veilig. 15 Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze ook zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de uitgever. Je adresgegevens worden door de Gezinsbond vzw opgenomen in een bestand met het oog op het toesturen van de Brieven aan Jonge Ouders. Overeenkomstig de wet van 8 december 1992 heb je recht op inzage en correctie van deze gegevens of kan je hen uit het bestand laten verwijderen. De getuigenissen in de reeks Brieven aan Jonge Ouders zijn persoonlijke ervaringen, die dus niet altijd en voor iedereen gelden. ISSN 1376-0416
© Copyright 2024 ExpyDoc