Nieuwsbrief Aanbestedingsrecht 12 juni 2014 Abnormaal lage inschrijving: verplichting tot het voeren van een contradictoir debat Inleiding In artikel 2.116 Aanbestedingswet 2012 is geregeld dat een aanbestedende dienst een abnormaal lage inschrijving pas mag afwijzen nadat zij de inschrijver schriftelijk heeft verzocht om zijn inschrijving te verduidelijken én de aanbestedende dienst aan de hand van de ontvangen toelichting in overleg met de inschrijver de samenstelling van de inschrijving heeft onderzocht. Een gelijkluidende bepaling is opgenomen in het ARW (2005 en 2012). In de recent gepubliceerde uitspraak van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag van 12-02-2014 ( gepubliceerd 2105-2014; ECLI:RBDHA:2014:2962) legt de Voorzieningenrechter nader uit wat de bedoeling is van deze bepaling. Uit de uitspraak volgt dat een “contradictoir debat” moet worden gevoerd aan de hand van de specifieke punten die bij de aanbestedende dienst vragen hebben doen rijzen. Dit houdt in dat de aanbesteder gehouden is om met inschrijver in overleg te treden over de inschrijving en de gegeven verduidelijking. Essentie / les voor de praktijk In de praktijk vragen aanbestedende diensten in geval van een vermoeden van een abnormaal lage inschrijving de inschrijver meestal wel om een (schriftelijke) toelichting. Aan de hand van deze toelichting wordt vervolgens echter vaak verder geen overleg met de inschrijver gevoerd, maar beslist de aanbestedende dienst zelf of er aanleiding bestaat om de inschrijving wel of niet van de hand te wijzen. Uit de uitspraak van de pagina 2 Voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag van 12-02-2014 blijkt dat deze aanpak onvoldoende is. Er moet daadwerkelijk een debat worden gevoerd, waarbij partijen over en weer reageren op elkaars standpunten. Kenmerkend voor een debat is dat partijen over en weer reageren op standpunten die door de ander worden ingenomen. Aanbestedende diensten moeten de inschrijving dus daadwerkelijk onder de loep nemen, ook de gegeven toelichting beoordelen en de inschrijver de gelegenheid geven om op de beoordeling door de aanbestedende dienst te reageren. De drempel om een inschrijving terzijde te leggen omdat deze abnormaal laag is, is dus hoger geworden. Casus Rijkswaterstaat organiseert een niet-openbare Europese aanbestedingsprocedure op basis van het ARW 2005. In het aanbestedingsdocument wordt vermeld dat in verband met het bepaalde in artikel 3.29 van het ARW 2005 vermoed wordt dat een inschrijving abnormaal laag is indien: 1. er bij de aanbesteding ten minste vijf inschrijvingen zijn ontvangen, en 2. het bedrag van de inschrijving meer dan 50% lager is dan het gemiddelde bedrag van alle overige inschrijvingen, en 3. het bedrag van de inschrijving meer dan 20% lager is dan het bedrag van de, qua prijs, opvolgende inschrijving. Eiseres doet een inschrijving die op grond van deze criteria vermoed wordt abnormaal laag te zijn. Zij krijgt van de aanbestedende dienst de kans om de inschrijving toe te lichten. Er vind een gesprek plaats en de aanbestedende dienst stelt aanvullende vragen. De aanbestedende dienst reageert echter niet inhoudelijk op de toelichting van eiseres. Wel wordt de inschrijving van eiseres ongeldig verklaard. De voorzieningenrechter wijst erop dat in artikel 3.29.1 ARW 2005 is bepaald dat de aanbesteder, vóórdat hij een inschrijving die abnormaal laag lijkt kan afwijzen, schriftelijk verzoekt om de door hem nodig geachte verduidelijkingen over de samenstelling van de inschrijving. Daarna dient de aanbesteder in overleg met de inschrijver de samenstelling te onderzoeken aan de hand van de ontvangen toelichtingen. Uit jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie vloeit voort dat een daadwerkelijk contradictoir debat moet plaatsvinden aan de hand van de specifieke punten die bij de aanbestedende dienst vragen hebben doen rijzen (HvJEU 29 maart 2012, C-599/10 en HvJEU 27 november 2011, C-285/99). Kenmerkend voor pagina 3 een debat is dat partijen over en weer reageren op standpunten die door de ander worden ingenomen. Uit de stukken en het verweer van de aanbestedende dienst kan niet worden afgeleid dat een dergelijk debat heeft plaatsgevonden. Het feit dat eiseres de gelegenheid heeft gekregen om de inschrijving toe te lichten is in ieder geval niet voldoende. Daarom mag de aanbestedende dienst de opdracht niet gunnen, alvorens zij met eiseres het bedoelde debat heeft gevoerd over haar inschrijving. Voor vragen en/of opmerkingen naar aanleiding van deze nieuwsbrief kunt u zich wenden tot: Elise Zeelenberg Anita Serra [email protected] 024 – 3 828 466 [email protected] 024 – 3 828 466 Disclaimer De informatie in deze nieuwsbrief is bedoeld ter voorlichting van cliënten en andere relaties en kan niet worden gebruikt als advies in individuele situaties. In die gevallen kan vanzelfsprekend een op de specifieke situatie toegesneden advies worden gegeven. Hoewel deze nieuwsbrief met de grootst mogelijke zorgvuldigheid tot stand is gekomen, aanvaardt Hekkelman Advocaten N.V. geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele fouten of andere onjuistheden (of de gevolgen daarvan). © Hekkelman Advocaten N.V.
© Copyright 2024 ExpyDoc