Strategisch Beleidsplan 2014 - 2018 © Louis ‘t Hart LEREN VOOR HET LEVEN “We leren niet meer voor een loopbaan, maar voor het leven”. 15 scholen maken de Stichting Westelijke Tuinsteden Strategisch beleidsplan 2014-2018 / Toekomstplan StWT bestuurskantoor Inhoudsopgave 1. DE LERENDE GEMEENSCHAP IN ONTWIKKELING: LEREN VOOR HET LEVEN .................................................................. 1 2. VISIE ................................................................................................................................................................. 2 Een mogelijke alledaagse praktijk in 2018 ..................................................................................................... 2 Waarden en hun vertaling .............................................................................................................................. 4 3. AMBITIES ........................................................................................................................................................... 5 4. VERVOLG............................................................................................................................................................ 7 1. De lerende gemeenschap in ontwikkeling: LEREN VOOR HET LEVEN 15 scholen, ieder met een grote eigenheid, ontwikkelen zich samen tot een lerende gemeenschap waarvan de leden met en van elkaar leren. Die ontwikkeling is in gang gezet en zet door. Het leren in die gemeenschap heeft een heel duidelijke focus: alles in het werk zetten om het best mogelijke onderwijs te bieden dat onze leerlingen verdienen, zodat zij zich kunnen ontwikkelen in een warme, veilige en uitdagende omgeving. Dat vraagt boven alles een sterk ontwikkelde wil om te leren. Te leren om het beter te doen, iedere dag weer. En dus ontwikkelen de scholen processen om met elkaar die leerprocessen in te richten. Dat zijn processen van individuele leerkrachten, van leerkrachten in teams, van leerkrachten en hun leidinggevende, van leerkrachten en de ouders van de leerlingen. Maar ook, en dat is een extra dimensie, processen tussen scholen. De scholen ontwikkelen zich tot partners op allerlei gebied: leidinggevenden die elkaar coachen, leerkrachten die kwaliteiten voor andere scholen inzetten en conciërges die de krachten bundelen om samen klussen te klaren. Dit vraagt om een bestuur en Raad van Toezicht dat dit mogelijk maken, faciliteren en bewaken. Wat in alles doorklinkt is dat leren alom aanwezig is en een voortdurende activiteit van geboorte tot heengaan. Onze scholen bereiden jonge kinderen voor op levenslang leren: uitdagend, leuk, boeiend, interessant. LEREN VOOR HET LEVEN. Dit motto willen we graag aan onze kinderen meegeven, maar net zo goed aan onszelf! Dit strategisch beleidsplan is een plan dat ontstaan is uit de ontmoeting van de scholen. De scholen bevinden zich in een proces van elkaar leren kennen, ontmoeten en samenwerken, de zogenaamde scholentour. Vanuit de scholen zijn de gemeenschappelijke onderwerpen aangereikt. Het bestuur heeft daar op gereageerd en aangevuld. De gedeelde onderwerpen houden alle betrokkenen bezig en ieder zal daar vanuit zijn eigen rol flinke stappen voorwaarts mee maken in de komende jaren. Iedere school doet dat vanuit zijn eigenheid en tegelijkertijd gevoed door de verbondenheid met de andere scholen. Zoals gezegd, het bestuur en het bestuurskantoor stellen alles in het werk om deze ontwikkeling te faciliteren. Dit plan is een plan dat aanzet tot actie vanuit een gedeelde visie en daarbij passende ambities. A. Iedere school vertaalt dit op een eigen manier naar afspraken die in interactie met de eigen personeelsleden tot stand komen. De afspraken zullen zowel ambitieus als haalbaar zijn, afgestemd op de specifieke context van de school en vastgelegd in een schoolplan. Met ieder van de scholen wordt het eigen schoolplan met het bestuur en het bestuurskantoor besproken. Hierbij gelden twee punten van aandacht: 1. de aansluiting op de gedeelde visie en ambities, i.c. dit strategisch beleidsplan 2. de wenselijke steun vanuit het bestuur en het bestuurskantoor B. Het bestuur en het bestuurskantoor formuleren activiteiten die de lerende gemeenschap kunnen versterken We spreken over een dynamisch strategisch beleidsplan fase 1. Dit is fase 1. Deze fase geldt voor de rest van dit schooljaar 2013-2014. Fase 2 wordt in gang gezet nadat alle scholen bezocht zijn in het kader van de scholentoer en er met de individuele scholen vertalingen zijn gemaakt naar de eigen situatie. De inhoud van Fase 2 wordt in grote lijnen bepaald en krijgt zijn beslag in schooljaar 2014-2015. Op die manier blijft het strategisch beleidsplan in contact met de werkelijkheid van de stichting en alle betrokkenen. Naast de dynamiek is er ook stabiliteit. De waarden die in dit plan beschreven worden, staan vast voor de periode 2014 – 2018. 1 2. Visie Een visie is letterlijk een beeld. Een beeld dat een wenkend perspectief is, geprojecteerd in de toekomst. Hieronder hebben we een dergelijk beeld in woorden omgezet. Het is een mogelijk beeld dat iedere school uitnodigt om de deuren open te zetten en na te denken over het scheppen van een eigen werkelijkheid die tegemoetkomt aan de belangrijkste waarden van onze scholen. Een mogelijke alledaagse praktijk in 2018 Ayoub, 12 jaar, leerling Ayoub staat op en voelt zich meteen zenuwachtig. Vandaag moet hij samen met zijn schoolmaat Justin een presentatie geven met als titel ‘wijs in de media’. Het is een goed verhaal geworden. Ze kregen hulp van een vader van een meisje in de klas. Die man doet iets met media voor zijn werk, dus dat was handig. Justin zou nog wat aanvullen, maar gisteravond om 22.00 uur had hij dat nog niet gedaan. Ayoub logt in op zijn tablet op hun gezamenlijke werkruimte om te kijken of Justin het nu wel gedaan heeft. Pfff, gelukkig, Justin heeft om 22.30 nog aangevuld. Laat naar bed, die jongen. School is niet makkelijk voor Ayoub. Hij heeft veel moeite zich goed te concentreren als een leraar iets vertelt. En dan is hij ook nog eens minder goed in keuzes maken en in het plannen van zijn werk. Op zich is hij wel heel gemotiveerd om zijn werk goed te doen. Sinds 2 jaar is er een nieuwe werkwijze gestart op school. Ze zitten met 2 groepen 7 en 2 groepen 8 in één grote ruimte. Er zijn ook aparte plekken voor instructie. Iedere leerling heeft een eigen tablet. Sinds twee jaar begint Ayoub dan ook iedere dag met het maken van zijn eigen dag-plan op zijn tablet. Dat plan past weer in het week-plan dat hij iedere maandag opstelt. Dat is nog niet eenvoudig, maar zijn persoonlijk begeleider Marloes helpt hem daar gelukkig bij. Met hem heeft ze het jaarplan eerst opgeknipt in maanden en iedere week probeert hij het zo te plannen dat hij zijn werk afkrijgt. In het begin was het heel moeilijk, nu gaat het best al goed. Iedere dag moet hij zijn dagtaken af hebben. Lukt dat niet, dan moet hij nablijven. Niet zo leuk maar dat is hem pas 2 x overkomen. Soms werkt hij alleen, soms in tweetallen en soms in groepjes. Bij het werken in groepjes is er aparte instructie. Dat werken in groepjes vindt hij nog zwaar, zeker als ze samen opdrachten moeten maken. Ze horen elkaar zoveel mogelijk aan te vullen, maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Andere kinderen willen het vaak anders dan hij en hij is eigenwijs. Met Justin ging het gelukkig goed dit keer. Hij heeft zin om straks zijn presentatie te doen. Zijn moeder komt ook. Karima, 38 jaar, moeder van Ayoub. De moeder van Ayoub heeft nog 2 kinderen op school. Ze is al jaren heel actief betrokken en zit ook in de ouderraad. Sinds 3 jaar begint ieder schooljaar met een startgesprek met de persoonlijke begeleider van je kind. Daar wordt de tijd voor genomen. Het gaat niet alleen over je kind, maar ook over wat je als ouder kunt doen om het leren van je kind te steunen en hoe je je kunt inzetten voor de school. Haar man, vader van Ayoub, is bakker en heeft onlangs bijvoorbeeld geholpen met een week over beroepenoriëntatie. Karima zelf heeft in de loop van de jaren haar organisatietalent ontwikkeld en dat ingezet in de ouderraad. Daarnaast heeft zij haar kinderen goed kunnen helpen met woordenschat. Na een dergelijke intake is in ieder geval duidelijk wat de verwachtingen zijn over en weer. De 10 –minutenavonden zijn afgeschaft. Als er dingen spelen, hoort ze dat wel via mail en kan ze school om een gesprek vragen. Regelmatig logt ze in op het LVS om te zien hoe het gaat met de vorderingen van haar zoon. Het jaar wordt ook weer afgerond met een eindgesprek. Karima is blij met deze goede samenwerking tussen de school en de ouders en ze beseft dat zij zich daarvoor vanuit de ouderraad ook flink heeft ingezet. Ze vindt het ook leuk dat ze zo meteen met de vader van Justin gaat kijken en luisteren naar de presentatie van Ayoub en Justin. Tussendoor wil ze Marloes, de persoonlijke begeleider van Ayoub, even aanspreken of Ayoub zich goed gedraagt de laatste tijd. 2 Marloes, 32 jaar, leerkracht Ayoub is 1 van de 25 leerlingen waarvan Marloes de persoonlijke begeleider is. Het gaat goed met Ayoub. Hij heeft veel baat bij het experiment op school. Marloes is een van de ontwikkelaars geweest van de nieuwe werkwijze op school. Het is flink bikkelen geweest om het voor elkaar te krijgen, maar nu is bijna alles zoals ze het willen. Ze staan nu met 5 leerkrachten (4 fte) op een groep van 102 leerlingen, verdeeld over 2 jaargroepen. Daarnaast zijn er 2 IB-ers, 1 zorgcoördinator en 1 vakleerkracht aan hun team toegevoegd. Die werken ook voor andere teams, maar dit is hun kernteam. Samen organiseren ze het passend onderwijs vanuit het gegeven dat iedere kind een eigen traject heeft. Ze begeleiden de kinderen, die afwisselend werken in groepjes, in tweetallen en individueel. Vanaf de middenbouw leren de kinderen te werken met een tablet. Daarin staat hun individuele planning. Een deel van hun werk kunnen ze ook uitwerken op de tablet. Voor de medewerkers is het heel belangrijk om het beste uit zichzelf te halen. Iedere medewerker wil zichzelf blijven uitdagen en maakt zijn eigen ontwikkelplan. Wel in afstemming met het team, zodat de leerlingen optimaal begeleid worden. Marloes is een kei in het ontwikkelen van lessen waarin cognitieve, creatieve en lichamelijke componenten samen opgaan in een leerproces. Ze werkt graag met groepjes van 10 tot 20 leerlingen. Ze heeft daarbij veel gehad aan de kennisacademie van de Stichting. Dat is een overkoepelend orgaan, waar de kennis en kunde van leerkrachten gedeeld worden, zowel in digitale vorm als door middel van fysieke bijeenkomsten in een kenniscafé. Marloes heeft iemand van een andere school via deze academie ontmoet die haar geïnspireerd heeft om haar lessen veel meer integraal te maken, zoals ze het zelf noemt. Medewerkers die een speciale kwaliteit hebben, delen die tijdens bijeenkomsten en kennis wordt ook altijd op film of in documenten gedeeld op de site. Er zijn bijvoorbeeld flink wat lessen van Marloes gepost. Soms treden ook externe sprekers op. Door een koppeling met de academische Pabo, kun je via de kennisacademie ook een academische graad halen. Na een langzame start is deze kennis-academie een succes aan het worden. Het wordt steeds gewoner dat iedere medewerker bezig is zijn eigen ontwikkeling te sturen. Het lijkt misschien heel logisch, maar dat was het in ieder geval niet. Marloes is er ook blij mee dat er steeds meer ruimte lijkt te ontstaan; ruimte voor creatieve vakken en beweging, voor ‘aandachtslessen’ en ook voor de eigen professionele ontwikkeling, de afstemming met anderen en het bezoeken van elkaar. Voor een belangrijk deel komt dit door de slimmere organisatie van de groepen en de helderheid over de individuele leerplannen van de leerlingen. Werken met een team in een grotere groep blijkt goed te combineren met individuele aandacht. En door het werken in een team, win je zeker een dagdeel per medewerker per week. Marloes kijkt naar de presentatie van Ayoub en Justin. Het zijn kanjers als je ziet hoe ze een groep van 100 leerlingen weten te interesseren. De directeur is ook binnengelopen, omdat zij graag wil leren van dit onderwerp. Karlijn, 39 jaar, directeur, Karlijn is sinds 4 jaar directeur van deze school. Ze heeft hard met de collega’s meegebouwd aan de nieuwe vormgeving van het onderwijs. Ze heeft geld georganiseerd, de ruimte aangepast, inhoudelijke adviezen gegeven en de samenwerking met ouders en partners in de wijk georganiseerd. Zoals die leerlingen gegroeid zijn door de combinatie van individueel maatwerk en onderlinge hulp! De digitale ontwikkeling is daarvoor natuurlijk onmisbaar geweest. Het laatste jaar is het werk van Karlijn lichter geworden. En zij verwacht dat er nog meer ruimte zal ontstaan. Vroeger voerde ze bijvoorbeeld wekelijks een functionerings- en een beoordelingsgesprek. Nu doen de teams dat zelf. 1 van de 4 teams kan dat al zelfstandig. Zij weten heel goed wat goed gaat en wat beter kan. Dat bespreken ze met elkaar. Bij 1 ander team loopt het wat minder, dat begeleidt ze nog intensief. De 2 andere teams groeien duidelijk naar zelfstandigheid. Het motto “heft in eigen handen” krijgt steeds meer vorm. Deze geweldige presentatie van Ayoub en Justin is voor haar het bewijs dat er veel ten goede is gekeerd op school. 3 Dit beeld is een uitnodiging. Een uitnodiging aan iedere school om een toekomstbeeld te schetsen dat past bij de eigen school. Een uitnodiging om in ieder geval de deuren open te zetten en te denken over nieuwe mogelijkheden om het onderwijs te organiseren, zolang er uitgegaan wordt van een aantal fundamentele waarden die in dit beeld besloten liggen. Waarden en hun vertaling De scholen van de Stichting Westelijke Tuinsteden bieden openbaar onderwijs. Op onze scholen is ieder kind en iedere leerkracht welkom, ongeacht zijn of haar sociale, culturele of levensbeschouwelijke achtergrond. Openbare scholen leren kinderen van jongs af aan respect te hebben voor elkaars mening of overtuiging. Er wordt actief aandacht besteed aan de overeenkomsten en verschillen tussen kinderen, zonder voorkeur voor één bepaalde opvatting. Een openbare school heeft aandacht voor én biedt ruimte aan ieder kind én iedere leerkracht. Niet apart, maar samen. Die verschillen zijn een bron van inspiratie en kwaliteit van ons onderwijs. Onze scholen zijn gevestigd in een grootstedelijke, multiculturele omgeving, i.c. in Amsterdam Nieuw West, voorheen de wijken Osdorp, Slotervaart en Geuzenveld/Slotermeer. Dit noodzaakt de scholen extra aandacht te besteden aan de Nederlandse taal. Bijna alle scholen bieden dan ook de voorschool aan als extra faciliteit waarbij kinderen vanaf 2,5 jaar al op speelse wijze taalonderwijs genieten. Alle scholen delen met elkaar dat zij streven naar een zo hoog mogelijke onderwijskwaliteit, met zoveel mogelijk aandacht voor de eigenheid van het kind. Het bieden van een veilige omgeving waarin met respect voor elkaar wordt omgegaan heeft hoge prioriteit. We werken de komende vier jaren vanuit de volgende waarden 1. Uniciteit Dit is de centrale waarde van ons onderwijs. Ieder mens is uniek. Het onderwijs stelt weliswaar eisen aan kennis en kunde waar ieder mens mee in contact wordt gebracht, maar er is volop ruimte om dit op verschillende manieren aan te bieden, passend bij de uniciteit van ieder kind en passend bij de uniciteit van de begeleider. Het ultieme criterium is dat het onderwijs stimuleert dat het kind het beste uit zichzelf haalt en dus aanmoedigt en uitdaagt. Deze algemene beschrijving zullen we de komende periode in het bijzonder vertalen naar een vorm van onderwijs, waarin maatwerk steeds meer tot op het niveau van het kind geboden wordt. Van ieder kind zullen we steeds meer kennis krijgen over zijn geaardheid, zijn leerstijl en mogelijkheden. Deze kennis stelt ons in staat om het onderwijs daarop af te stemmen. 2. Openheid: Ons onderwijs stimuleert een open houding. Een open houding naar de medemens, een open houding naar de stof en een open houding naar manieren waarop het onderwijs georganiseerd en aangeboden wordt. Deze algemene beschrijving zullen we de komende periode vertalen naar het stimuleren van het onderzoeken van nieuwe mogelijkheden om het onderwijs beter te organiseren om de waarde van uniciteit ook waar te kunnen maken. De openheid krijgt ook vorm door meer in te zetten op open communicatie tussen alle partners die bij het onderwijs betrokken zijn. 3. Verbondenheid Onderwijs komt in onderlinge verbondenheid tot stand en versterkt ook de verbondenheid. Iedere leerling, medewerker, ouder en andere betrokkene wordt gestimuleerd zich te verbinden met anderen en bij te dragen aan het doel om voor iedere leerling het best mogelijke te bieden. 4 Deze algemene beschrijving zullen we de komende periode concretiseren door fors in te zetten op lerende gemeenschappen in en om de scholen en tussen de scholen. Die lerende gemeenschappen zullen bij kunnen dragen aan het verzamelen en delen van kennis over het best mogelijke onderwijs om de centrale waarde van uniciteit te kunnen realiseren. 4. Verantwoordelijkheid We hechten grote waarde aan het nemen van verantwoordelijkheid voor de taken en rollen die ieder van ons zijn toebedeeld. Deze algemene beschrijving zullen we de komende periode in het bijzonder vertalen naar het vergroten van de zeggenschap en zelfsturing van de onderwijsgevenden. Zij krijgen een grotere rol in het vormgeven van het dagelijkse onderwijs, omdat zij ook het grote verschil maken voor de leerling. Tegelijkertijd zal dit aan ook betekenen dat de onderwijsgevenden meer verantwoording afleggen over de inspanningen die zij doen om het onderwijs zo optimaal mogelijk vorm te geven. De manier waarop dit per school plaatsvindt, zal verschillen, mede gezien de fase waarin een school zich bevindt. In ieder geval zal veel aandacht gegeven moeten worden aan de kwaliteit van de interactie die zichtbaar wordt in o.a. een feedbackcultuur. Dat vraagt om coachend leiderschap. 3. Ambities In de komende periode wordt er in het bijzonder ingezet op onderstaande ambities. De ambities gaan uit van congruentie. Dat wil zeggen dat wat voor de relatie tussen leerkracht en leerling geldt, evenzo geldt voor alle andere relaties. Per school worden verschillende accenten gelegd tussen en binnen de onderstaande ambities, afhankelijk van de ontwikkelingsfase van de school en de eigen voorkeuren. 1. Het beste uit ieder kind Aandachtspunten voor de scholen: o Blijven onderzoeken hoe het onderwijs zo georganiseerd kan worden dat er gedifferentieerd wordt tot op het niveau van ieder kind o Sturen op zo hoog mogelijke resultaten, verder internaliseren van OGW o Naast de nadruk op cognitieve opbrengsten, meer ruimte organiseren voor sociaal emotionele, creatieve en fysieke ontwikkeling van het kind o Expliciet aandacht besteden aan ‘leren is leuk’, zodat kinderen een gezonde basis leggen voor ‘leren voor het leven’ o ICT integreren als een natuurlijk onderdeel van zowel het organiseren van het leren als het leren zelf Aandachtspunten voor het bestuurskantoor: o In afstemming met scholen nagaan hoe zij hierbij zo goed mogelijk ondersteund kunnen worden met kennis, vaardigheden, materialen, etc. 2. Ouders als educatieve partners Aandachtspunten voor de scholen: o o o In samenspraak met ouders verwachtingen uitspreken ten aanzien van het bereiken van doelen voor het kind en de ondersteunende rol die ouders kunnen vervullen Ouders eventueel toerusten met materiaal en tips vanuit school Continuïteit bieden door over de voortgang van het kind actief te communiceren 5 o Ouders betrekken bij de doelen van de school en onderzoeken welke bijdrage zij kunnen en willen leveren o Virtuele gemeenschappen inzetten om de informatie, communicatie en organisatie te versterken Aandachtspunten voor het bestuurskantoor: o o In afstemming met scholen nagaan hoe zij hierbij zo goed mogelijk ondersteund kunnen worden met kennis, vaardigheden, materialen, etc. Boven-schoolse initiatieven nemen om feedback van ouders te verzamelen en te vertalen naar wenselijke ontwikkelingen. 3. De school verbonden met de wijk Aandachtpunten voor de scholen: o Ambities formuleren over wat de school wilt bereiken in en met de omringende samenleving o Partners in de wijk identificeren, contact leggen en delen van ambities o Gezamenlijke acties formuleren met deze partners, al dan niet afzonderlijk o Virtuele gemeenschappen inzetten om de informatie, communicatie en organisatie te versterken Aandachtspunten voor het bestuurskantoor: o o Op stadsdeel/stadsniveau opereren en voorwaarden optimaliseren Scholen informeren over ontwikkelingen en hen voeden met relevante tips 4. De school/de scholen als lerende gemeenschap Aandachtspunten voor de scholen: o In samenspraak met onderwijsgevenden werken aan een vanzelfsprekende lerende houding die leidt tot actieve zelfsturing in het leren van de professionals. o Met teams uitdagingen formuleren over leerbehoeften en leren met en van elkaar o Het leren tussen medewerkers van de scholen stimuleren door te onderzoeken welke match er gemaakt kan worden tussen brengen en halen van kennis en kunde. o Hiervoor Kansrijk verder uitrusten en actief inzetten voor ALLE scholen o Ouders betrekken bij deze lerende gemeenschap (zie ook punt 2) o Andere partners in de omgeving van de school betrekken o Deze aandachtspunten vanzelfsprekend ondersteunen met ICT Aandachtspunten voor het bestuurskantoor: o o Het ontwikkelen van beleid op het gebied van organisatie en personeel om deze ontwikkeling te versterken. In afstemming met de scholen werken aan de ontwikkeling van een StWT-academie, die zowel fysiek als digitaal kennis en kunde biedt en een inspiratiebron is voor het leerproces van alle medewerkers. 5. Coachend leiderschap Aandachtspunten voor de scholen: o Bewust gebruikmaken van wat mensen al aan kwaliteiten en mogelijkheden in zich hebben en deze beter benutten, 6 o Zelfregulering en autonomie van de medewerkers versterken, waarbij autonomie in dit verband een houding is, waarin de medewerker spontaan, zingevend, in volle verantwoordelijkheid en in relatie met de ander de dingen doet die van belang zijn in de organisatie o Met medewerkers hun overtuigingen bespreken, en de medewerker coachen in het aanpakken van eventuele belemmerende overtuigingen. Aandachtspunten voor het bestuurskantoor: o Nagaan welke ondersteuning de scholen nodig hebben om verder te professionaliseren op dit terrein, dan wel hoe de scholen elkaar kunnen ondersteunen (zie ook StWTacademie) Deze ambities gelden voor de scholen en het bestuurskantoor. De scholen werken daarnaast aan een eigen schoolplan en het bestuurskantoor aan een eigen toekomstplan. Een bestuurskantoor dat vanuit kaders faciliteert 4. Vervolg Dit strategisch beleidsplan is - Een samenhangend kader van waaruit alle betrokkenen kunnen werken. - Een uitnodiging om binnen de eigen geleding een eigen beeld van de toekomst te creëren - Een inspiratiebron voor de scholen, die ieder in hun jaarlijks schoolplan terug zullen grijpen naar dit plan als een kader waarbinnen ze opereren. Datzelfde geldt voor de jaarlijkse plannen van het bestuurskantoor, waarin concrete acties benoemd worden die betrekking hebben op alle onderdelen. - Een toetsingskader om te beoordelen of we met elkaar op de goede weg zijn. Zowel de scholen als het bestuurskantoor werken op basis van afspraken aan een verdere concretisering voor de implementatie in schooljaar 2014-2015 7 © Louis ‘t Hart
© Copyright 2024 ExpyDoc