Jaarverantwoording 2013 Rubicon op weg naar betere jeugdzorg Inhoudsopgave MAATSCHAPPELIJK VERSLAG ............................................................................... 3 1. Profiel van de organisatie ....................................................................................... 3 2. Kernprestaties ........................................................................................................ 4 Cliënten in zorg in 2013 ..................................................................................................... 4 Productie in cijfers in 2013 ................................................................................................. 5 Medewerkers in 2013 ........................................................................................................ 6 3. Maatschappelijk ondernemen ................................................................................. 7 4. Toezicht, bestuur en medezeggenschap ................................................................ 9 4.1 Governance code ........................................................................................................ 9 4.2 Toezichthoudend orgaan ............................................................................................. 9 4.3 Bestuur .......................................................................................................................11 4.4 Medezeggenschap .....................................................................................................13 4.4.1 Cliëntenraad......................................................................................................................... 13 4.4.2 Ondernemingsraad .............................................................................................................. 13 4.4.3 Pleegouderraad ................................................................................................................... 14 4.4.4 Vertrouwenspersoon medewerkers ..................................................................................... 15 5. Beleid, inspanningen en prestaties ....................................................................... 17 5.1 Kwaliteit ......................................................................................................................17 5.1.1 Kwaliteit van zorg ................................................................................................................. 17 5.1.2 Klachten ............................................................................................................................... 19 5.1.3 Personeelsbeleid en kwaliteit van het werk ......................................................................... 20 Medewerkertevredenheid ......................................................................................... 20 5.2 Financieel beleid .........................................................................................................21 5.2.1 Hoofdlijnen financieel beleid ................................................................................................ 21 5.2.2 Beschrijving positie op balansdatum ................................................................................... 21 5.2.3 Toekomstverwachtingen ...................................................................................................... 23 II JAARREKENING ................................................................................................... 24 III DIGIMV ................................................................................................................. 24 2 MAATSCHAPPELIJK VERSLAG 1. Profiel van de organisatie Naam verslagleggende rechtspersoon Adres Postcode Plaats Telefoonnummer Identificatienummer Kamer van Koophandel E-mailadres Internetpagina/website Rechtsvorm Stichting Rubicon jeugdzorg Bergerweg 23 6085 AS Horn 0475 58 84 03 41064403 [email protected] www.rubicon-jeugdzorg.nl stichting Voor de juiste interpretatie van het jaarverslag vermeldt Rubicon hierbij: dat onder de organisatie geen andere rechtspersonen vallen; dat Rubicon jeugdzorg biedt aan jeugdigen tot 23 jaar en dat het werkgebied van Rubicon Noord- en Midden-Limburg is. 3 2. Kernprestaties Cliënten in zorg in 2013 Het aantal cliënten wordt weergegeven in unieke jeugdigen, in aansluiting op onze jaarrekening. Onderstaande cijfers zijn gebaseerd op de landelijke definitie ‘unieke jeugdige’, zoals deze ook gehanteerd worden door onze subsidiegever en Jeugdzorg Nederland. Stand per 1 januari periode Instroom in periode Uitstroom in periode Stand per einde periode Realisatie 2011 1184 Realisatie 2012 1006 Realisatie 2013 1000 846 991 1039 844 850 1000 805 797 1008 4 Productie in cijfers in 2013 De productie wordt weergegeven in de zogenaamde p*q systematiek, conform afspraken met de subsidiegever en aansluitend aan de jaarrekening. Zorgaanspraken BE Omschrijving 1. jeugdhulp thuis, individueel JH2-A Ambulante specialistische jeugdhulp Ambulante therapeutische jeugdhulp Jeugdhulp crisis Totaal Specialistische jeugdhulp bij de zorgaanbieder € JH3-A JH4 2. jeugdhulp op accommodatie zorgaanbieder, individueel JH2-B JH3-B 3. jeugdhulp op accommodatie zorgaanbieder, groep JH2-C JH2-D JH3-C 4. verblijf zorgaanbieder 24 uurs VF2 VF3 VF4 VF5 VF6 VF7 VF8 VF9 5. verblijf zorgaanbieder deeltijd 6. verblijf pleegouder deeltijd 7. verblijf pleegouder 24 uurs 8. observatiediagnostiek Kostprijs per bke * 227 185 240 22 € 5.328 7.923 € € 1.466.902 - 56 € 12.040 € Specialistische groepsjeugdhulp zwaar Therapeutische groepsjeugdhulp Totaal Behandelgroep kamertraining centrum Behandelgroep gezinshuis licht Behandelgroep gezinshuis Behandelgroep fasehuis Behandelgroep Behandelgroep zwaar Behandelgroep crisis Gesloten behandelgroep Totaal € OD Totaal Observatiediagnostiek * BKE = bekostigingseenheid 5 672.411 3.821.196 1.461.574 Therapeutische jeugdhulp bij de zorgaanbieder Totaal Specialistische groepsjeugdhulp Deeltijd pleegzorg 24-uurs pleegzorg 3.148.785 € € € € PL1 PL2 € 2.537 16.409 7.900 265 Dagbehandeling 13.871 Totaal € € VF1 Aantal bke * 215 € - € 112 56 1.251 € € 12.040 140.112 € 150 8.792 € 1.318.800 € 200 € € 300 375 € - € - 8.214 1.202 € € € € 2.464.200 450.750 - 19.459 € 4.373.862 € € 33 - 173.176 € € 5.714.808 217.022 € € 15.388.808 Medewerkers in 2013 (31 december) 2013 (31 december) 2012 184 (158,75 fte's) 198 (173,6 fte's Personeelsopbouw naar leeftijd tot 25 jaar 25 tot en met 34 jaar 35 tot en met 44 jaar 45 tot en met 54 jaar vanaf 55 jaar Totaal 1 35 37 52 59 184 3 49 38 57 51 198 Personeelsopbouw naar geslacht Man Vrouw 41 143 43 155 Personeelsopbouw naar dienstverband Fulltime Parttime 72 112 72 126 9 23 13 26 6,40% 5,35% 7,66% 6,36% Aantal medewerkers Instroom en uitstroom personeel Instroom Uitstroom Gemiddeld ziekteverzuim Ziekteverzuim Exclusief zwangerschap Ziekteverzuim Inclusief zwangerschap 6 3. Maatschappelijk ondernemen Als maatschappelijke organisatie zoekt Rubicon lokale binding. Medewerkers van Rubicon zijn op lokaal niveau actief binnen de regio Noord- en Midden-Limburg. Rubicon sluit aan bij de netwerken van de cliënten en daar waar dat nodig blijkt, worden op instellingsniveau afspraken gemaakt met ketenpartners. Daarnaast mengt Rubicon zich in het maatschappelijk debat over jeugd en jeugdzorg in Limburg. In het kader van de transitie van de jeugdzorg zijn de contacten op locaal en regionaal niveau geïntensiveerd en neemt Rubicon deel aan pilots en werkgroepen. Rubicon heeft periodiek contact met Bureau Jeugdzorg, de andere zorgaanbieders van jeugdhulp, jeugd-ggz, jeugd-lvb, de Raad voor de Kinderbescherming, de justitiële jeugdinrichting en jeugdhulpplus en de voorliggende voorzieningen AMW en MEE. Doel van dit contact is, om informatie-uitwisseling over de ontwikkelingen en afstemming van beleid tussen de ketenpartners te realiseren. Rubicon is lid van de brancheorganisatie Jeugdzorg Nederland. ‘Goed luisteren naar onze omgeving’, ligt aan de basis van het project ‘Rubicon op weg naar betere jeugdzorg’. Dit project bereidt medewerkers voor op de transitie van de jeugdzorg in 2015. Hiermee heeft Rubicon de weg ingeslagen naar een duurzame vernieuwing van de zorg. De hulp is van een hoog niveau en sluit aan op de vraag van onze omgeving. De jeugdzorg wordt in de nabijheid van de jeugdige, het gezin en de school georganiseerd, door de inzet van vaste medewerkers in kleine, zelfsturende teams, gekoppeld aan een lokale setting (de wijk, de school, het CJG, het wijkcentrum, etc.). Op deze manier kan de cliënt zo zelfstandig mogelijk functioneren en laagdrempelig een beroep doen op hulp in de eigen omgeving. De medewerker krijgt optimale ruimte om zijn of haar vakmanschap in te zetten en zich verder te ontwikkelen. Hierbij staat de professionele ruimte voor medewerkers centraal. Tevens wordt economische meerwaarde gecreëerd door de zorg in de eigen omgeving van de cliënt, dicht bij huis, aan te bieden. Dat wordt bereikt, door gerichte ondersteuning en hulp aan te bieden in de eigen omgeving van de jeugdige en het gezin. Dit voorkomt, dat lichte problemen uitgroeien tot zware problemen, waarvoor specialistische zorg nodig is. Een aantal projecten ondersteunt medewerkers in dit traject: Toegang De toegang tot Rubicon is klantvriendelijk en dat betekent: snel, efficiënt en van hoge kwaliteit. Onze cliënten zijn zo snel als mogelijk verbonden aan de juiste hulpvorm en aan de juiste hulpverlener. Deze toegang is dusdanig gereorganiseerd, dat de medewerkers van de (regio)teams hun werk efficiënt verrichten en zich kunnen concentreren op de hulpverlening. De cliënt kiest zijn professional Rubicon participeert in het door de Provincie Limburg gefinancierde project ‘Cliënten kiezen hun professional’. Hiermee sluit Rubicon aan bij de toenemende aandacht voor de kwaliteit van de relatie tussen professional en cliënt als belangrijk element voor het resultaat van de hulpverlening. Veilig werken in de zorg Adequaat omgaan met agressie en geweld moet voldoende ingebed zijn in de organisatie. Medewerkers zijn intensief getraind. Op provinciaal niveau neemt Rubicon deel aan het project ‘Veilige publieke taak’. 7 Jeugdzorg Limburg werkt aan effectiviteit De drie Limburgse zorgaanbieders - de Mutsaersstichting, Rubicon jeugdzorg en Xonar willen effectieve hulp op een efficiënte manier aanbieden bij opvoed- en opgroeiproblemen. Onderzoek naar effectiviteit moet in die zin een vanzelfsprekend onderdeel uitmaken van de hulpverlening. Daartoe is een project opgestart, waarmee de werkzaamheid van interventies in de Limburgse jeugdzorg beter inzichtelijk wordt gemaakt. Onderwijs en jeugdzorg Ontwikkelingen binnen (passend) onderwijs en de transitie en transformatie van de Jeugdzorg lopen naast elkaar op en het is vooral belangrijk om hierin te verbinden. Rubicon ondersteunt scholen en leerkrachten, daar waar de reguliere (eerste lijn) partners de vraag niet kunnen oppakken. 1Gezin1Plan Rubicon participeert in de pilot 1Gezin1Plan in Midden-Limburg en in de gemeente Peel en Maas. Huisvesting en begeleiding van kwetsbare burgers in Roermond In 2013 zijn convenanten ondertekend met de gemeente Roermond omtrent de huisvesting en begeleiding van kwetsbare burgers. Nieuwe Autoriteit Het doel van Nieuwe Autoriteit is, dat ouders, leerkrachten en andere opvoeders een einde maken aan het destructieve gedrag van kinderen, zonder dat dit tot escalatie leidt. De methodiek sluit aan bij het werken met jeugdigen en hun gezinnen en geeft meer tools in handen om de machteloosheid van ouders, hulpverleners en docenten aan te pakken bij escalerend gedrag van kinderen. Online hulp Rubicon sluit aan bij de ontwikkelingen op het gebied van online hulp en maakt deze vorm van hulp toegankelijk voor bestaande cliënten. Een cliënt kan flexibel, op tijdstippen dat het hem/haar uitkomt, op een laagdrempelige wijze contact hebben met de hulpverlener. BOR Rubicon participeert in het project begeleide omgang van kinderen en ouders bij (vecht)scheidingen in Limburg. Het project voorziet in een provinciaal dekkend aanbod van omgangsbegeleiding bij (vecht)scheidingen. Toekomstbestendige residentie Op basis van een doelgroepanalyse van het NJI is in de behandelgroepen van Rubicon een project gestart om voor jongeren sneller een (behandel)perspectief te formuleren, zodat de verblijfsduur kan worden verkort. Om medewerkers en organisatie optimaal te ondersteunen in de nieuwe organisatiestructuur, is de ‘WerkVermogensMonitor’ (WVM) afgenomen bij alle medewerkers. Het onderzoek meet de duurzame inzet van zowel individuele als groepen medewerkers en geeft inzicht in de factoren gezondheid, inzetbaarheid en productiviteit. 8 4. Toezicht, bestuur en medezeggenschap 4.1 Governance code De Raad van Toezicht werkte in 2013, evenals voorgaande jaren, volgens de principes van ‘Good Governance’. Deze zijn voor Rubicon jeugdzorg in 2010 goedgekeurd en vastgesteld. 4.2 Toezichthoudend orgaan De bezetting van de Raad van Toezicht van Rubicon wijzigde in 2013 door het afscheid van mevrouw C.H.A. Simons en de verwelkoming van haar opvolgster, mevrouw C.G.H.M. Stallenberg. De samenstelling van Raad was in 2013 als volgt: de heer H.J. Meijers – zelfstandig bestuursadviseur; mevrouw M.E.G.M. d’Agnolo – juridische omgeving; de heer G.J.C.J. Krabbe – vastgoeddeskundige; mevrouw C.H.A. Simons – financiële omgeving, tot 31.12.2013; mevrouw C.G.H.M. Stallenberg – financiële omgeving, met ingang van 01.08.2013; de heer J.F.W.M. Timmermans – omgeving zorg en welzijn. Mevrouw Simons heeft gedurende twee volledige zittingstermijnen van elk vier jaar toezicht op de financiële omgeving van de instelling gehouden op een gedegen, opbouwend kritische en onbaatzuchtige wijze. De Raad dankte haar bij haar afscheid voor haar onverminderde inzet. Mevrouw Stallenberg werd bij haar toetreding tot de Raad hartelijk welkom geheten en veel succes toegewenst bij de uitoefening van haar toezichthoudende functie. In 2013 waren vier subcommissies van de Raad actief, te weten: Commissie Samenwerking, opgericht in 2011, waarin de heer H.J. Meijers en mevrouw M.E.G.M. d’Agnolo zitting hebben. De commissie Samenwerking heeft in 2013 geoordeeld, dat de inspanningen om tot verdergaande samenwerking te komen met de Mutsaersstichting, niet tot het gewenste resultaat leidden. In goed overleg met de Mutsaersstichting is daarom besloten verdere onderhandelingen te beëindigen. De commissie heeft samen met de Mutsaersstichting voor borging van de reeds bestaande inhoudelijke samenwerking zorg gedragen. Commissie Vastgoed, eveneens opgericht in 2011, bezet door de heer H.J. Meijers en de heer G.J.C.J. Krabbe. De commissie Vastgoed heeft de organisatie van advies gediend inzake het strategisch vastgoedbeleid. Commissie Renumeratie Raad van Bestuur, opgericht in 2012, bezet door de heer H.J. Meijers en mevrouw M.E.G.M. d’Agnolo. De commissie Renumeratie heeft zich onder meer beziggehouden met de evaluatie van het functioneren van de Raad van Bestuur. Commissie Aanbestedingstraject accountant, opgericht in 2013, bezet door de heer G.J.C.J. Krabbe, de heer J.F.W.M. Timmermans, mevrouw E.E.A. Theunissen (clusterleider Ondersteuning) en de heer E.J.M.R. Vijgen (Raad van Bestuur). De commissie Aanbestedingstraject accountant oordeelde, dat regelmatige vervanging van de aan de organisatie verbonden accountant, de onafhankelijkheid van de uitgevoerde controles ten goede komt. De commissie is vervolgens een offertetraject ingegaan en heeft drie aanbieders vergeleken. De keus is gevallen op BDO Nederland. 9 Ter verdere verdieping van de binnen de Raad aanwezige kennis, heeft de voltallige Raad twee themabijeenkomsten bijgewoond, betreffende risicomanagement en betreffende de positionering van de organisatie. Daarnaast kwam de Raad van Toezicht in 2013 zes maal bijeen voor een regulier overleg. Tijdens deze overlegmomenten heeft de Raad van Toezicht twee maal met de Ondernemingsraad en twee maal met de Cliëntenraad overlegd. Tijdens de overlegmomenten met de Ondernemingsraad is herhaaldelijk aandacht geschonken aan de transitie van de jeugdzorg van de provincie naar de gemeenten, de mogelijkheden tot samenwerking met andere jeugdzorgaanbieders en de effecten van de bezuinigingen op de organisatie. Daarnaast is de verhoging van de vergoeding van de leden van de Raad van Toezicht aan de orde gekomen. Gedurende het overleg met de Cliëntenraad is intensief ingegaan op de werving van nieuwe leden voor de Cliëntenraad. Ultimo 2013 wierpen de voortdurende inspanningen op het vlak van ledenwerving vruchten af, tot grote tevredenheid van beide Raden. Daarnaast waren de bezuinigingen, de transitie van de jeugdzorg, de samenwerkingsmogelijkheden met ketenpartners, de invloed van de leden van de Cliëntenraad op de positionering van de organisatie en de effecten van de organisatieverandering op de medewerkers belangrijke aandachtspunten. Tijdens de reguliere overlegmomenten heeft de Raad van Toezicht indringend gefocust op de voorbereiding van Rubicon op de transitie per 01-01-2015, zoals de aanscherping van de strategische koers van de organisatie, de financiële positie - mede met het oog op de bezuinigingen -, de positionering van de organisatie in de verschuivende maatschappelijke omgeving, de aanwezige vastgoedportefeuille en de kwaliteit van de geboden zorg - onder meer in relatie tot de veiligheid -. Bovendien was risicomanagement opnieuw een prominent gesprekonderwerp. Daarnaast heeft de Raad zich verdiept in de werving en selectie van een nieuw lid van de Raad, de honorering van de leden van de Raad, die met ingang van 2013 conform de richtlijnen van de NVTZ plaatsvindt, de evaluatie van het eigen functioneren, de wijze waarop de organisatie stuurt op MTO resultaten, de verzuimcijfers en het jaarverslag 2012. Verder kreeg de afronding van het traject om tot bestuurlijke samenwerking met de Mutsaersstichting te komen de aandacht, evenals de borging van de operationele samenwerking en de verkenning van andere samenwerkingsmogelijkheden. Mede op basis van de bevindingen van de jaarrekening en de externe accountantsverklaring, heeft de Raad van Toezicht op 22-04-2013 de jaarrekening 2012 goedgekeurd en op 16-122013 de begroting en het jaarplan 2014 vastgesteld. De Raad sprak bij deze gelegenheid haar waardering uit voor de sluitende begroting 2014 en het jaarplan 2014. De Raad heeft begrip voor het feit dat de directie niet in de gelegenheid is een meerjarenbegroting vanaf 2015 voor te leggen. Reden daarvoor is de onzekerheid over de hoogte van de gelden ten behoeve van jeugdzorg die met ingang van 1 januari 2015 van de centrale overheid naar de gemeentes gaan en hoeveel daarvan ten goede van Rubicon zal komen. Echter de Raad betreurt deze gang van zaken - die niet is gelegen aan interne omstandigheden - en meent dat hieraan grote risico’s voor de instelling zijn verbonden. Uit de zelfevaluatie van de Raad in 2013 kwam naar voren, dat de leden afzonderlijk en in Raadsverband goed functioneren. De samenwerking binnen de Raad werd als constructief ervaren, waarbij sprake was van voldoende complementariteit in kennis en karakter. Ook de samenwerking met de bestuurder werd als positief aangemerkt. De ruimte voor eigen inbreng en het invullen van de klankbordfunctie werd door allen positief beoordeeld. Er was voldoende afstand tot de bestuurlijke verantwoordelijkheid, zonder dat deze afstand ten koste ging van de betrokkenheid, die groot blijkt te zijn. De aanbevelingen vanuit de 10 evaluatie 2012 werden in 2013 goed opgepakt. De aanbevelingen uit de evaluatie 2013 zullen tijdens het eerste reguliere overleg van de Raad in 2014 worden besproken. Tot slot In 2013 heeft Rubicon verdere stappen gezet om de toekomstbestendigheid te verstevigen; een eerste prioriteit, gezien de bezuinigingen, de transitie per 01-01-2015 en de breed gedragen wens de zorg dichterbij de cliënt te organiseren. De zorg voor de cliënt blijft de drijvende kracht achter alle veranderingen die de organisatie inzet. De Raad van Toezicht heeft in 2013 terecht vertrouwd op de visie van de heer E.J.M.R. Vijgen als Raad van Bestuur. Deze visie kwam mede tot stand in samenwerking met het management, in de vorm van een team van clusterleiders. De visie vindt weerklank bij de medewerkers, die deze dan ook volmondig uitdragen als ambassadeurs van de organisatie. De Raad van Toezicht vertrouwt op de gedrevenheid van bestuur, management en medewerkers van de organisatie bij het uitzetten en volvoeren van de strategie die tot handhaving van een optimaal zorgniveau voor de cliënt zal leiden. H.J. Meijers, Voorzitter Raad van Toezicht 4.3 Bestuur Vanaf 1 januari 2015 worden de gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdzorg. De verwachting is dat gemeenten door intensivering van de preventie en ambulante jeugdhulp, complexere (en duurdere) hulp kunnen voorkomen. Een ambitieuze opdracht, die voor de gemeenten een grote uitdaging vormt. Dit maakt dat er ook zorgen zijn. De Transitiecommissie Jeugdzorg concludeert in het laatste rapport, dat de meeste gemeenten nog niet klaar zijn om vanaf 1 januari 2015 alle jeugdhulp adequaat uit te voeren. Voorzitter Leonard Geluk noemt het 'zorgelijk', dat veel regionale samenwerkingsverbanden niet op orde zijn. Alleen als de gemeenten nu grote haast maken met de voorbereidingen, kan ook in 2015 verantwoorde jeugdzorg worden geboden. Ook kinderombudsman Dullaert sluit zich hier bij aan en vraagt zich af, of het lokaal bestuur de eindsprint nog wel kan maken. Ook de gemeenten van Noord-Limburg zetten de eindsprint in. Ze zijn voornemens in 2015 80% van het jeugdbudget, zoals is benoemd in de meicirculaire van 2014, aan de bestaande jeugdhulpaanbieders beschikbaar te stellen. Gemeenten verwachten, dat dit voldoende zekerheid geeft om de infrastructuur, die voor continuïteit van zorg nodig is, te waarborgen. Het inkooptraject start met een mondelinge markverkenning in april 2014, die gevolgd wordt door een schriftelijke marktverkenning in mei. Op basis hiervan wordt in mei een programma van eisen opgesteld, dat vervolgens ter besluitvorming wordt voorgelegd aan de verschillende colleges van B&W. In juli zal het aanbestedingstraject starten, dat in november wordt afgerond. In 2013 zijn veel momenten aan te wijzen waarop binnen Rubicon ontwikkelingen in gang zijn gezet. Achterom kijken is echter moeilijk in deze tijd van voordurende veranderingen. We 11 kijken liever vooruit. Het project ‘Rubicon op weg naar betere jeugdzorg’ biedt onze medewerkers een adequate voorbereiding op de transitie en hun veranderende rol. De beweging naar regiogericht, integraal en zelforganiserend werken, zetten we stevig door. Medewerkers worden toegerust met vaardigheden, die hen helpen bij het nemen van nieuwe verantwoordelijkheden. Ook zijn nieuwe producten ontwikkeld, die aansluiten bij de vraag van onze omgeving. Al deze projecten vragen extra inzet, maar ook extra middelen. Het positieve resultaat over 2013 is mede oorzaak van het feit, dat deze investering onze vermogenspositie niet negatief heeft beïnvloed. In 2013 heeft het decentraal huisvesten van onze teams een doorstart gemaakt. Hiertoe zijn verschillende locaties in Noord- en Midden-Limburg aangezocht. Deze huisvestingsoperatie is mede mogelijk gemaakt door subsidie van de Provincie Limburg. Deze subsidie is, conform de subsidievoorwaarde, aangewend om onze terreinvoorziening in Horn af te waarderen. Dit gebaar van de Provincie Limburg is een steun in de rug en draagt bij aan het oplossen van onze huisvestingsproblematiek, waarvoor dank. De transitie van de jeugdzorg maakt, dat onze financiële positie een blijvend punt van aandacht is. Voor de komende jaren is het financieel perspectief onzeker. Koersvast doorgaan op de ingeslagen weg en financieel de zaken op orde houden, is dan ook het devies. Alles overziend heeft Rubicon in 2013 een evenwichtige financiële prestatie geleverd. We kunnen spreken van een mooi resultaat. Ook al omdat we, naast het behouden van een stabiele vermogenspositie, in staat zijn gebleken een voorziening in te richten, die de verwachte frictiekosten bij de transitie reduceert. Het is verheugend te constateren, dat juist in moeilijke omstandigheden ook de kracht van Rubicon sterk naar voren komt. De interne en externe ontwikkelingen vergen het nodige van onze medewerkers. Desalniettemin hebben zij in 2013 opnieuw onverminderd hun energie, tijd en enthousiasme ingezet om de (dagelijkse) zorg aan cliënten goed uit te voeren. Ook in 2013 heeft Rubicon kwalitatief goede jeugdzorg geboden. Nu er een nieuwe werkelijkheid ontstaat, is innovatie op alle fronten geboden. Flexibiliteit, vernieuwend vermogen en streven naar hoge constante kwaliteit, zijn diep geworteld in onze organisatie. Deskundige en gemotiveerde medewerkers zijn de spil van het succes. Tegen de achtergrond van alle geschetste ontwikkelingen en onzekerheden een prestatie van formaat. Langs deze weg wil ik dan ook al onze medewerkers danken voor hun inzet en prestaties in 2013. Jongeren, ouders, gezinnen, pleegouders en vrijwilligers stellen vertrouwen in ons. We zijn ons bewust van onze verantwoordelijkheid. Rubicon helpt vooruit! Je bent gewoon goed af bij Rubicon, vraag maar na! Ward Vijgen Bestuurder 12 4.4 Medezeggenschap 4.4.1 Cliëntenraad Bezetting Waar in 2012 nog sprake was van een onderbezetting, is het in het afgelopen jaar gelukt om enkele nieuwe leden te verwelkomen. Dit na inspanning vanuit diverse gelederen, waaronder de bestuurder en de Raad van Toezicht. Uiteraard is de CR hier heel blij mee. Adviezen De CR heeft in 2012 advies uitgebracht en kennisgenomen van de volgende zaken: Medicatieprotocol; Implementatie meldcode; Individuele Cliënt Risico Inventarisatie en implementatieplan; Jaarverslag en jaarbericht. Transitie gemeentes De CR blijft actief in werkgroepen en andere overlegvormen waar dit thema besproken wordt. Zo zijn er ook gesprekken gevoerd met raadsleden. Waar invloed kan worden uitgeoefend, zullen de leden dit ook doen. Sociale Media Na afscheid genomen te hebben van Rico, heeft de CR zich beziggehouden met het op een ander manier bereiken van de cliënt. Zo is er in het overleg met de aandachtfunctionarissen cliëntenbelangen gesproken over Internet, waar een link naar de CR zou kunnen staan om de cliënt uit te nodigen hier te reageren bij eventuele vragen of opmerkingen. Ook is er een start gemaakt met inzetten van bijvoorbeeld Face-book. Dit zal voortgezet worden in 2014. Noot van de bestuurder: Rubicon heeft de adviezen van de Cliëntenraad opgevolgd. 4.4.2 Ondernemingsraad Adviezen De Ondernemingsraad heeft in 2013 onder meer advies uitgebracht over: Begroting en jaarplan 2012; Outsourcing salarisadministratie; Voorstel FOB werkgroep. Deskundigheidsbevordering De OR heeft 27 en 28 augustus studiedagen gehad met als speerpunten: Bezuinigingen Transitie gemeenten In het kader daarvan de medezeggenschap onder de loep genomen; hoe wordt in de nieuwe organisatie hieraan vorm gegeven? Gezamenlijke ondernemingsraden De OR-en van Rubicon, Mutsaersstichting, Xonar, Bureau Jeugdzorg en SJSJ zijn enkele malen bijeen gekomen. De agendapunten weken niet af van het voorgaande jaar: samenwerking, transitie, bezuinigingen en beroepsregistratie. 13 Samenwerking met bestuurder Deze is geëvalueerd aan de hand van een aantal stellingen. De informatievoorziening en openheid van zaken blijven gecontinueerd. In vergelijking met voorgaande jaren is er een duidelijke vooruitgang geconstateerd in het werken volgens de afgesproken procedures. Transitie naar gemeentes Dit onderwerp wordt door de hele organisatie als bijzonder spannend ervaren. De OR heeft, naar aanleiding van de informatie vanuit de organisatie en vanuit het omliggende veld, inspanningen verricht om de medewerkers bij te staan in het traject naar 2015. Vanwege de grote onduidelijkheid omtrent de transitie, die ook door de Raad van Bestuur als zodanig wordt ervaren, is het niet altijd mogelijk gebleken optimale ondersteuning aan de medewerkers te geven, daar men ook naar zekerheden zoekt die nog niet voorhanden zijn. Vragen en opmerkingen van de medewerkers zijn, voor zover dit kon, opgepakt of beantwoord door de OR of doorgestuurd naar de Raad van Bestuur. Diverse andere activiteiten Uiteraard heeft de OR met de Raad van Toezicht om de tafel gezeten. De betrokkenheid naar de organisatie, zeker met alle lopende ontwikkelingen, is een positief gegeven. Noot van de bestuurder: De adviezen van de Ondernemingsraad zijn door Rubicon opgevolgd. 4.4.3 Pleegouderraad In het kader van de transitie en transformatie van de jeugdzorg, heeft de pleegouderraad (POR) het afgelopen jaar velerlei onderwerpen besproken tijdens de twaalf onderlinge bijeenkomsten en de acht vergaderingen met Rubicon. In de loop van 2013 hebben twee leden zich vanwege privé omstandigheden afgemeld als lid van de POR. De transitiecommissie heeft honderd zeventien knelpunten gedetecteerd en haar zorgen uitgesproken omtrent de voortgang van de decentralisatie van de Jeugdzorg, Participatie en WMO. Een aantal belangrijke knelpunten heeft betrekking op de financiering van de jeugdzorg na 1 januari 2015. De POR maakt zich grote zorgen over het feit, dat kinderen met een hulpvraag de kans lopen de dupe te worden van de flinke bezuinigingen die doorgevoerd moeten gaan worden. De POR leden hebben zich ingelezen en zich laten informeren gedurende bijeenkomsten met derden. Ook hebben ze discussies gevoerd met vertegenwoordigers van andere belanghebbende partijen in deze. Verder hebben de leden tips en adviezen aangedragen, die gemeenten kunnen gebruiken bij het inrichten van de zorg voor de jeugd in hun gemeente of regio. De volgende onderwerpen zijn in 2013 de revue gepasseerd: de transitie en transformatie van de jeugdzorg; de bezuinigingen die doorgevoerd gaan worden; de samenwerkingsmogelijkheden tussen Rubicon en de Mutsaersstichting; de stand van zaken van de organisatieverandering; de bezwarencommissie en de vertrouwenscommissie; de verkiezing van nieuwe POR leden / verkiezingscommissie; het conceptplan ‘Borging Prima Pleegzorg’; de nieuwe Jeugdwet; 14 mogelijke hiaten in verzekeringen voor pleegkinderen, zoals de WA verzekering, voor het geval pleegkinderen schade toebrengen aan eigendommen van pleegouders, die niet wordt vergoed door de verzekering; de CTO toets, waarbij de POR de stellingen heeft aangevuld met de volgende stellingen: o ik ben van meet af aan betrokken bij het opstellen van het hulpverleningsplan; o ik ben tevreden over het aantal en de inhoud van de contacten met de pleegzorgwerker; o ik voel me voldoende vrij om op een open manier te vertellen over thuis; o de telefonische bereikbaarheid is voldoende; o ik ben tevreden over de informatie van mijn pleegzorgwerker over de klachtenregeling voor pleegouders; o het verschil tussen de rol van de case manager en de pleegzorgwerker is mij duidelijk; de Individuele Cliënt Risico Inventarisatie en het Implementatieplan, dat aan de POR werd voorgelegd ter instemming en waarmee de POR heeft ingestemd; de exacte verbeteringen voor pleegouders in het kader van de Wet verbetering positie pleegouders; de bijzondere kosten, die door pleegouders voor hun pleegkinderen worden gemaakt, maar niet onder de reguliere onkostenvergoeding vallen. Het gaat o.a. om extra kosten voor pleegkinderen met een beperking / ziekte, die nu door pleegouders worden betaald; de begroting van Rubicon en van de POR; het jaarverslag 2012 van Rubicon; de gezamenlijk voogdijregeling; de handreiking bezwaarprocedure; de voorbereiding en screening van aspirant pleegouders en het vervolgtraject na de acceptatie. Het maakt immers een onlosmakelijk deel uit van het proces van de organisatie. De organisaties voor jeugd- en opvoedhulp met pleegzorg hebben ervoor gekozen gezamenlijk een kwaliteitskader te ontwikkelen, dat het proces van voorbereiding, screening en begeleiding van aspirant pleegouders beschrijft, met als doel duidelijkheid, eenduidigheid en transparantie in dit proces te brengen; de problemen die medewerkers ervoeren met de nieuwe netwerkomgeving van Rubicon; de pilot 1gezin1plan; het feit dat voor bestandpleegzorg sprake is geweest een overschrijding van de reguliere wachttijd van negen weken met vier weken. Deels werd dit verklaard door het niet vinden van een geschikte match met pleeggezinnen. Concluderend kunnen we stellen, dat de zorgen van de POR aangaande de transitie en transformatie van de jeugdzorg naar de gemeenten ook ten tijde van het opstellen van dit jaarverslag nog aanwezig zijn. Daarentegen biedt deze decentralisatie volgens de POR ook veel kansen / mogelijkheden, die we met beide handen moeten grijpen. Van een verbetering van de positie van pleegouders in het kader van de wet die hierop betrekking heeft, is de pleegouderraad helaas niet overtuigd. Maar uiteraard blijft de POR verdere ontwikkelingen op het gebied van jeugdzorg, ook in 2014, op de voet volgen. Noot van de bestuurder: De door de Pleegouderraad verwoorde adviezen zijn door Rubicon opgevolgd. 4.4.4 Vertrouwenspersoon medewerkers Een oud medewerker van Rubicon jeugdzorg functioneert sinds 2005 als vertrouwenspersoon. Een medewerker, pleegouder of stagiaire kan hem benaderen indien zich een probleem of problematische situatie aandient waar betrokkene niet goed raad mee weet. 15 Contact met de vertrouwenspersoon is bedoeld om de medewerker de helpende hand te bieden bij het zoeken naar een passende aanpak of mogelijke oplossing. Gedurende 2013 is van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. 16 5. Beleid, inspanningen en prestaties 5.1 Kwaliteit 5.1.1 Kwaliteit van zorg Cluster Pleegzorg 2013 heeft in het teken gestaan van de borging van de resultaten van project Prima Pleegzorg, zoals dat is ingezet vanaf 2010 - 2012. Hiervoor is een borgingstraject beschreven en gefinancierd door de Provincie Limburg. In september 2013 is verlenging aangevraagd om een aantal organisatorische en inhoudelijke redenen. Deze verlenging is door de Provincie Limburg goedgekeurd. Het Borgingsproject loopt daarom nog door tot juli 2014. Maandelijks hebben besprekingen plaatsgevonden met de Borgingsprojectgroep om de voorgang te monitoren. Daarnaast zijn de resultaten en de voortgang besproken in de Provinciale Werkgroep Pleegzorg. Pleegzorg heeft in 2013 geïnvesteerd in de nieuwe, bewezen effectieve, methodiek VIPP-sd, waarmee we pleegouders ondersteunen bij de verbetering van: het zich inleven in de noden van hun pleegkind; het interpreteren van de signalen die dit kind geeft en het omgaan met gedragsproblemen die zich voordoen. Cluster Verblijf In 2013 is de reorganisatie in het kader van het toekomstbestendig maken van Verblijf afgerond. In eerste instantie betrof de reorganisatie de inrichting, met name op het vlak van het aantal groepen, de doelgroep en de locatie. Inhoudelijk hebben de Verblijfteams een perspectief biedend plan per jeugdige ontwikkeld, dat is gericht op wonen, daginvulling en vrije tijd. Belangrijke ingrediënten voor de hulp hierbij zijn: de eigen perceptie van de cliënt op het probleem en de oplossing; het eigenaarschap en de maximale verantwoordelijkheid van ouders, door bij Verblijf altijd ambulante hulp in het netwerk aan te bieden, opdat het systeem zo snel als mogelijk weer zelfstandig verder kan. Ter voorbereiding op de transitie heeft Verblijf samenwerkingsafspraken gerealiseerd met GGZ-instellingen als Riagg en Vincent van Gogh, om de hulp sneller, efficiënter en effectiever vorm te geven. Cluster Ambulant Na de vorming van regioteams in 2012, met de nodige aandacht voor het interne proces, werd 2013 het jaar waarin deze teams zich nadrukkelijk hebben gericht op hun inbedding in hun regio. Teams zijn gaan participeren in lokale netwerken en hebben zich op de kaart gezet. De aansluiting bij de gemeentelijke ontwikkelingen is daarbij wezenlijk. De contacten met de verschillende gemeenten hebben geleid tot de keuze bij te dragen aan de vorming van de lokale pilot teams: teams van jeugd- en gezinswerkers of teams van gezinscoaches. Omdat tegelijk een daling in het aantal aanmeldingen voor ambulante hulp werd geconstateerd, kon deze bijdrage zonder extra middelen worden gerealiseerd. In november 2013 startte de eerste actieve participatie, door twee ambulante werkers in de pilot in regio Oost- en MiddenLimburg. Daarop kwam al heel snel eenzelfde vraag vanuit de gemeenten Peel en Maas en Gennep en, nog iets later, vanuit de gemeente Venlo. De realisatie hiervan heeft in 2014 vorm gekregen. 17 Tegelijk groeide het besef, dat Rubicon in de toekomst minder begeleiding bij opvoedingsvragen zal bieden, omdat dit veelal in de gemeentelijke teams zal worden opgepakt. Rubicon zal vooral gevraagd worden om ambulant te begeleiden c.q. te behandelen bij zwaardere problemen; situaties waarin bijvoorbeeld sprake is van huiselijk geweld en heftige (v)echtscheidingen. In die context is in 2013 veel aandacht uitgegaan naar de implementatie van nieuwe methodieken en interventies, naast de bestaande methodieken voor hulp bij seksueel misbruik (clas) en acute zorg (ambulante spoedhulp). Het cluster Ambulant is aan de slag gegaan met: BOR (Begeleide OmgangsRegeling) binnen het kader van de provinciale projectsamenwerking; Triple P voor ouders van jonge kinderen en voor ouders van tieners op niveau 4 en 5; Nieuwe Autoriteit (Geweldloos verzet: een adequaat en effectief antwoord aan ouders in het omgaan met jongeren, die agressief en destructief gedrag vertonen); De oriëntatie op mogelijkheden voor online hulp en De oriëntatie op hulp in complexe echtscheidingssituaties. Ten aanzien van dit laatste thema is de keuze gemaakt om in 2014 verder te gaan met een pilot ‘gescheiden samenwerken’ volgens een methodiek die is ontwikkeld in het Lorentzhuis. Veiligheid Binnen Rubicon was ‘veiligheid’ een belangrijk onderwerp. Veilig opgroeien in de breedste zin van het woord is iets waarvoor Rubicon zich sterk maakt. Er is een checklist ‘Risico inventarisatie per individuele cliënt’ geïmplementeerd, die de hulpverlener helpt breed te kijken naar alle factoren die van invloed zijn op de veiligheid en de ontwikkeling van een kind. Ook de adviezen van de Commissies Samson en Rouvoet zijn volgens plan geïmplementeerd. Met name het bespreekbaar maken van thema’s als seksualiteit, intimiteit en relaties voor zowel medewerkers als cliënten zijn hierbij speerpunten. Het onderwerp veiligheid is geborgd in het totale hulpverleningsproces en opgenomen in de procesverslagen. Weerbaarheid is onlosmakelijk verbonden met een thema als veiligheid. Rubicon biedt cliënten daarom weerbaarheidtrainingen aan. Rubicon heeft daarin onder andere de samenwerking gezocht met de Latasteschool - een school voor speciaal basisonderwijs -, omdat deze school met een zelfde groep kwetsbare jeugdigen als Rubicon te maken heeft. Ook de veiligheid van medewerkers, die een functie bekleden in de publieke ruimte, heeft hoog op de agenda gestaan. Rubicon heeft deelgenomen aan provinciaal georganiseerde overleggen, symposia en workshops met betrekking tot de Veilige Publieke Taak. Er is een convenant ondertekend tussen organisaties, die een publieke taak bekleden, en de politie. Rubicon heeft afspraken gemaakt met de politie over bijstand en aangifte in geval van agressie en medewerkers hebben ondersteuning gekregen door middel van een training ‘veilig werken in de zorg’. Cliënttevredenheid Binnen het cluster Pleegzorg is in het najaar van 2013 de CPO-toets afgenomen. Dat wil zeggen, dat zowel bij ouders, als bij pleegkinderen van 12 jaar en ouder, als bij pleegouders een tevredenheidsonderzoek heeft plaatsgevonden. De resultaten hiervan zijn ten tijde van de samenstelling van dit verslag, ter bespreking voorgelegd aan de Cliëntenraad, de Pleegouderraad en de Ondernemingsraad. 18 5.1.2 Klachten De binnen Rubicon gehanteerde klachtenregeling voor cliënten beschrijft: de gebruikte definities; de samenstelling van de klachtencommissie; de wijze waarop een klacht wordt behandeld en afgehandeld; de wijze waarop wordt omgegaan met een klacht die wordt ingetrokken; de jaarlijkse verslaglegging van de klachtencommissie en de verspreiding daarvan en enkele afrondende slotbepalingen. De klachtencommissie voor cliënten van Rubicon jeugdzorg is als volgt samengesteld: de heer P.P.J. Reinders (voorzitter); mevrouw M. Kruit (lid); de heer M. Ortu (lid); de heer H. Handels (reservelid). Alle cliënten die bij Rubicon starten, ontvangen een introductie map waarin hun rechten en plichten staan verwoord. De klachtencommissie maakt in de vorm van een leaflet deel uit van deze informatie. Enkele weken/maanden na de start van de zorg, wordt de cliënt nogmaals gewezen op de inhoud van de map. Daarnaast is de informatie betreffende de mogelijkheid een klacht in te dienen op www.rubicon-jeugdzorg.nl permanent beschikbaar. In 2013 hebben geen klachten de Klachtencommissie Cliënten bereikt, ook niet van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Wel heeft Rubicon in 2013 een aantal meldingen van onvrede ontvangen en geregistreerd in het Kwaliteit Management Systeem (KMS). Deze meldingen zijn door de betreffende clusterleider, in overleg met de betrokken medewerker, besproken met de melder en in overeenstemming met alle partijen afgehandeld, zonder dat dit tot een formele klacht bij de klachtencommissie leidde. Het betrof voornamelijk onvrede over bejegening of een verschil van mening met de hulpverlener. De clusterleiders van Pleegzorg en Verblijf voeren tweejaarlijks een bespreking met de vertrouwenpersoon van het AKJ. De vertrouwenspersoon van het AKJ ondersteunt (pleeg)ouders bij uitingen van onvrede en klachten. Tijdens deze bespreking komt de evaluatie van het afgelopen jaar aan de orde en wordt een jaarplan voor het komende jaar gemaakt. In 2013 hebben pleegouders geen gebruik gemaakt van de diensten van het AKJ voor het uiten van een klacht of het melden van onvrede richting Rubicon jeugdzorg. De aanpak in het cluster Verblijf is anders; het AKJ bezoekt de cliënten in Verblijf. Cliënten maken weinig gebruik van de mogelijkheden die de vertrouwenspersoon hen biedt. De vertrouwenspersoon blijft de verblijfsgroepen bezoeken om in ieder geval de toegankelijkheid zo hoog mogelijk en de drempel zo laag mogelijk te houden. 19 5.1.3 Personeelsbeleid en kwaliteit van het werk Leven lang leren De werkgroep Beroepsregistratie heeft in 2013 uitvoering gegeven aan het plan van aanpak voor professionalisering en beroepsregistratie van jeugdzorgwerkers en gedragswetenschappers, analoog aan de landelijke campagne. Inmiddels zijn de meeste jeugdzorgwerkers geregistreerd en de gedragswetenschappers aangemeld. De jeugdzorgwerkers die nog niet aan de opleidingseis van de registratie voldoen. zijn gestart met een EVC procedure. Daarnaast wordt een voorstel voor de inzet van reflectieactiviteiten bekeken. In 2014 zal het opleidingsbeleid, gericht op herregistratie, worden vormgegeven. Instrument functioneren, ontwikkelen en beoordelen Om de cyclus van functioneren, ontwikkelen en beoordelen opnieuw vorm te geven, vond in 2013 een pilot plaats met een feedbackinstrument van Bright Signals. Bij de pilot is, van elk cluster, het regioteam van een lid van de werkgroep ‘functioneren, ontwikkelen en beoordelen’ betrokken. Inmiddels heeft de afronding en de eindevaluatie plaatsgevonden en is een nieuwe regeling geformuleerd. Het instrument wordt in 2014 gefaseerd voor de hele organisatie ingezet. Gezondheidsbeleid Om de medewerkers en de organisatie optimaal te ondersteunen in de nieuwe Organisatiestructuur, is de WerkVermogensMonitor (WVM) aangeboden aan alle medewerkers van Rubicon. Het WVM onderzoek bestond uit een vragenlijst, die – na beantwoording – zowel voor individuele medewerkers als voor (sub)groepen inzicht geeft in de factoren gezondheid, inzetbaarheid en productiviteit. Aan dit onderzoek hebben 125 medewerkers deelgenomen. Dit is een gemiddelde respons van 65% van het totaal (191). Het werkvermogen van de onderzochte groep medewerkers is, in vergelijking met de benchmark, gemiddeld. Binnen Rubicon heeft 2% een slecht werkvermogen gescoord. Dit percentage is lager dan de score in de benchmark. 19% heeft een matig werkvermogen gescoord. Dit is, in vergelijking met de bechmark, hoger dan gemiddeld. Het doel van het project is voor Rubicon, om zowel tot persoonlijke ondersteuning van de medewerkers te komen, als de organisatie van informatie te voorzien waarop beleid, gericht op gezondheid en duurzame inzetbaarheid, kan worden ingevuld. Medewerkertevredenheid Het MTO 2013 is uitgevoerd en vormde een onderdeel van de werkvermogensmonitor. Deze bestond uit de module ‘werktevredenheid’ en is gericht op het achterhalen van de afstemming tussen de belangen van de organisatie en haar medewerkers. De stellingen waren onderverdeeld in vier onderwerpen: 1. Doelen en resultaten; 2. Gesprekscyclus; 3. Opleiding en ontwikkeling; 4. Rol leidinggevende. De uitkomsten zijn verwerkt in een plan van aanpak en teruggekoppeld naar de medewerkers. 20 5.2 Financieel beleid 5.2.1 Hoofdlijnen financieel beleid De stichting Rubicon jeugdzorg streeft naar een gezonde vermogenspositie met maximale reserves, binnen de kaders die door de subsidiegever worden gesteld. Daarbij dienen de structurele baten en lasten met elkaar in evenwicht te zijn. Incidentele middelen worden ingezet voor incidentele projecten. In 2013 is overeenstemming met de subsidiegever bereikt over de vastgoedpositie. Dit resulteerde in een projectsubsidie, die de vastgoedproblematiek van de instelling deels oplost en mogelijkheden biedt om de huisvesting ondersteunend aan het ‘wijkgericht werken’ in te richten. In 2013 werd verder geanticipeerd op de ontwikkelingen binnen de jeugdzorg, met name de transitie van provincie naar gemeenten. Op financieel gebied betekent dit, naast de reeds gevormde reserve ten behoeve van de transformatie van de jeugdzorg, de vorming van een voorziening om de noodzakelijke reorganisatie te financieren. Met de subsidiegever i.c. de provincie Limburg werden productieafspraken gemaakt, die voor 2013, ten gevolge van de bezuinigingen, naar beneden zijn bijgesteld. Eén en ander volgt de zogenaamde. P*Q systematiek. Hierbij dient te worden opgemerkt, dat de subsidie bij ondercapaciteit naar beneden wordt bijgesteld. Daartegenover staat, dat overcapaciteit niet in rekening kan worden gebracht. Rubicon jeugdzorg is een voor 95% provinciaal gefinancierde stichting. 5.2.2 Beschrijving positie op balansdatum Exploitatierekening 2013 2012 Baten Provinciaal subsidie Overige subsidies en bijdragen Overige baten Totaal baten 16.185.791 193.329 1.418.457 17.797.577 15.134.337 207.615 757.326 16.099.278 Lasten Personeelskosten Apparaatskosten Automatiseringskosten Huisvestingskosten Afschrijvingskosten Verzorgingskosten Totaal lasten 11.091.020 829.017 203.201 407.298 1.940.992 3.238.171 17.709.698 10.712.753 890.110 256.319 469.862 421.781 3.107.007 15.857.832 Exploitatierusultaat (voor resultaatbestemming) 87.879 241.445 21 Balans per 31 december 2013 2012 2013 2012 Activa Passiva Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa 1.193.104 5.590 1.198.694 3.072.592 10.950 3.083.542 Eigen vermogen Vrij vermogen Bestemmingsreserves Totaal eigen vermogen 1.421.294 1.150.267 2.571.561 2.483.682 2.483.682 Vlottende activa Debiteuren Overige vorderingen Liquide middelen 60.335 260.694 4.151.828 55.732 704.842 2.022.189 Totaal vlottende activa 4.472.858 2.782.763 Voorzieningen Uitgestelde beloningen Reorganisatievoorziening CAO verhoging Doorbetaling bij ziekte Totaal voorzieningen 271.296 1.077.181 91.703 22.000 1.462.180 271.833 185.613 22.000 479.446 2.018 - 6.054 1.060.078 - 2.018 1.066.132 1.635.794 1.837.046 5.671.552 5.866.305 Langlopende schulden Egalisatiereserve Waarborghypotheken Leningen Totaal langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal generaal 5.671.552 5.866.305 Solvabiliteit en liquiditeit Solvabiliteit Weerstandsvermogen 1 Weerstandsvermogen 2 Liquiditeit 2013 0,8 8% 25% 2,6 2012 0 0 0 1,5 Bij de berekening van de solvabiliteit wordt de verhouding tussen het vrije vermogen en de kortlopende verplichtingen weergegeven; Het weerstandsvermogen 1 is het vrije vermogen ten opzichte van de opbrengsten; Het weerstandsvermogen 2 is het vrije vermogen ten opzichte van het balanstotaal; Liquiditeit is berekend als de vlottende activa versus de kortlopende schulden. 5.2.3 Toekomstverwachtingen De bestaande subsidierelatie tussen Rubicon en de financier provincie Limburg is opgezegd per 1 januari 2015, de invoeringsdatum van de nieuwe Jeugdwet. In de tweede helft van 2013 hebben de gemeenten binnen de regio’s Midden- en Noord-Limburg, gezamenlijk met zorgaanbieders en Bureaus Jeugdzorg (BJZ’s), gewerkt aan het opstellen van de Regionale Transitiearrangementen (RTA’s). De RTA’s voor de regio Midden-Limburg en Noord-Limburg beogen invulling te geven aan de wijze waarop de overgang van het oude jeugdstelsel naar het nieuwe jeugdstelsel per regio wordt vormgegeven. De Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd (TSJ) heeft de regionale transitiearrangementen getoetst op de mogelijkheid tot het realiseren van zorgcontinuïteit, continuïteit van zorginfrastructuur en beperking van de frictiekosten. Hierbij is gebleken, dat zowel het RTA Midden-Limburg als het RTA Noord-Limburg onvoldoende voldoet aan de landelijke eisen die gesteld zijn aan de RTA’s. Vooruitlopend op deze wijziging van financiering en de daarmee gepaard gaande aangekondigde bezuinigingen, is eind 2013 een bezuinigingsplan op hoofdlijnen opgesteld. In de loop van 2014 zal dit bezuinigingsplan uitgevoerd worden. Vanwege de onduidelijkheden over de hoogte van de financiering voor de jaren 2015 en verder, zijn de effecten van dit bezuinigingsplan nog niet volledig uitgekristalliseerd. II JAARREKENING Te downloaden via: http://www.rubicon-jeugdzorg.nl/download/3355-Jaarrekening2013.pdf III DIGIMV Te downloaden via: https://www.cibg.nl/productenendiensten/jaarverslagenzorg/default.asp U dient in te loggen met uw DigiMV code. 24
© Copyright 2024 ExpyDoc