ING Groep Jaarverslag 2009 – Back to Basics

ING Groep
Jaarverslag 2009
Back to Basics
1.1 Ons profiel
In dit verslag
1.1 Ons profiel
Kerncijfers
ING in het kort
Bericht van de voorzitter
Het aandeel ING
3
4
6
8
> ING rapporteert in 2009
onder­lig­gende nettowinst van
EUR 748 miljoen
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
ING en het financiële klimaat
Strategie
Verantwoord ondernemen
Kapitaalbeheer
Risicobeheer
Samenvatting Bank
Retail Banking
ING Direct
Commercial Banking
Samenvatting Verzekeringen
Insurance Europe
Insurance Americas
Insurance Asia/Pacific
Vermogensbeheer
Human resources
10
15
18
21
23
27
28
31
34
37
38
41
44
47
49
1.3 Onze governance
Bericht van de Raad van Commissarissen
Corporate governance
Rapport Stichting ING Aandelen
Rapport Stichting Continuïteit ING
Conformiteitsverklaring
Artikel 404 Sarbanes-Oxley-wet
Remuneratierapport
Ondernemingsraden
52
56
69
72
73
74
76
89
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Geconsolideerde balans
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en
niet-gerealiseerde resultaten
Geconsolideerd kasstroomoverzicht
Geconsolideerd mutatieoverzicht eigen vermogen
Grondslagen voor de geconsolideerde balans en
winst-en-verliesrekening
Grondslagen voor het geconsolideerd kasstroomoverzicht
Toelichting op de geconsolideerde balans
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans
Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening
Gesegmenteerde informatie
Toelichting op het geconsolideerd kasstroomoverzicht
Risicobeheer
Kapitaalbeheer
92
93
94
95
96
98
116
117
152
184
197
202
203
260
2.2 Vennootschappelijke jaarrekening
Vennootschappelijke balans
Vennootschappelijke winst-en-verliesrekening
Vennootschappelijk mutatieoverzicht eigen vermogen
Grondslagen voor de vennootschappelijke balans en
winst-en-verliesrekening
Toelichting op de vennootschappelijke balans
266
267
268
269
270
2.3 Overige informatie
Accountantsverklaring
Voorstel voor bestemming van het resultaat 275
276
2.4 Additionele informatie
Risicofactoren
RAROC performance
Aanvullende Pijler-3 informatie ING Bank
Financiële begrippenlijst
Algemene informatie
2
ING Groep Jaarverslag 2009
277
292
293
313
321
> Implementatie Back to Basics:
kostenbesparingen, balansverkorting,
klantenfocus
> Vroegtijdige terugbetaling aan Staat
der Nederlanden dankzij claimemissie
> Splitsing bank- en verzekeringsbedrijf
(inclusief vermogensbeheer) schept
duidelijk toekomstpad
> ING werkt in 2010 aan verdere
verbetering resultaten, ontvlechting
van de activiteiten en besluitvorming
inzake mogelijke transacties
Kerncijfers*
Groep
2009
2008
% mutatie
2007
In overeenstemming met IFRS-EU
Totale baten (x EUR miljoen)
Personeelslasten en overige bedrijfslasten (x EUR miljoen)
Nettoresultaat (x EUR miljoen)
Winst per aandeel (x EUR) (1)
Eigen vermogen per 31 december (in moederbedrijf, x EUR miljoen)
47.765
14.049
–935
–0,57
33.863
66.291
15.571
–729
–0,27
17.334
–27,9%
–9,8%
76.586
15.468
9.241
3,31
37.208
Overige gegevens:
Onderliggend nettoresultaat (x EUR miljoen)
Eigen vermogen per gewoon aandeel per 31 december (x EUR)
Dividend per gewoon aandeel (x EUR)
Verhouding schuld/eigen vermogen per 31 december
Beurswaarde per 31 december (x EUR miljard)
748
8,95
–
12,4%
26
–304
8,55
0,74
13,5%
15
95,4%
4,7%
73,3%
8.816
17,73
1,48
9,5%
60
ING Groep stelt haar resultaat vast met gebruikmaking van een non-GAAP-maatstaf, genoemd ‘onderliggend resultaat’. Het onderliggend resultaat
wordt afgeleid van cijfers gebaseerd op IFRS-EU, exclusief de invloed van desinvesteringen en bijzondere posten. Resultaten in het verleden zijn
herberekend om een vergelijkbare serie op te stellen. In de onderliggende resultaten over de jaren 2007, 2008 en 2009 zijn niet de resultaten
opgenomen van desinvesteringen die in 2009 zijn afgerond. Zie de tabel op pagina 13 en toelichting nr. 51 ‘Operationele segmenten’ in de Jaarrekening
voor de aansluiting tussen IFRS en onderliggend resultaat.
Bankbedrijf
Totale onderliggende baten (x EUR miljoen)
Onderliggend netto-renteresultaat (x EUR miljoen)
Onderliggende bedrijfslasten (x EUR miljoen)
Onderliggende toevoeging aan voorziening voor dubieuze debiteuren (x EUR miljoen)
Onderliggend nettoresultaat (x EUR miljoen)
Kernkapitaal ING Bank N.V. per 31 december
Balanstotaal ING Bank N.V. per 31 december (x EUR miljard)
Kernkapitaalratio bankbedrijf per 31 december (2)
Risico-gewogen activa per 31 december (x EUR miljard) (2)
Klantensaldi per 31 december (x EUR miljard)
Nettoproductie klantensaldi (x EUR miljard)
Asset leverage ratio (totale activa/eigen vermogen moedermij.) per 31 december
Rentemarge (%)
Onderliggende kosten/batenverhouding
Onderliggende kosten/batenverhouding, exclusief marktinvloeden
Medewerkers (aantal fte’s per jaarultimo)
2009
2008
% mutatie
2007
13.312
12.539
9.439
2.973
962
25.958
882
7,8%
332
1.108
21,5
27,8
1,32%
70,9%
54,4%
71.088
11.731
11.085
10.002
1.280
722
24.934
1.035
7,3%
343
1.074
89,2
35,3
1,07%
85,3%
65,4%
75.109
13,5%
13,1%
–5,6%
132,3%
33,2%
4,1%
–14,7%
14.614
9.061
9.522
125
3.982
23.375
994
5,8%
403
1.013
2009
2008
% mutatie
2007
30.179
3.849
–214
15.887
408
–9,4
502
4.456
9,7%
36.085
37.760
4.273
–1.026
11.892
382
6,3
804
5.944
8,8%
41.236
–20,1%
–9,9%
38.803
4.228
4.834
17.911
442
–3,2%
3,2%
–75,9%
–5,4%
(3)
39,0
0,94%
65,2%
66,9%
66.182
Verzekeringsbedrijf
Onderliggend brutopremie-inkomen (x EUR miljoen)
Onderliggende bedrijfslasten (x EUR million)
Onderliggend nettoresultaat (x EUR miljoen)
Eigen vermogen ING Verzekeringen N.V. per 31 december (x EUR miljoen)
Klantensaldi per 31 december (x EUR miljard)
Nettoproductie klantensaldi (x EUR miljard)
Waarde nieuwe levenproductie (x EUR miljoen)
Nieuwe omzet (APE, x EUR miljoen)
Verhouding schuld/eigen vermogen per 31/12, gecorrigeerd voor desinvesteringen
Medewerkers (aantal fte’s per jaarultimo), gecorrigeerd voor desinvesteringen
33,6%
6,8%
(3)
–37,6%
–25,0%
–12,5%
(3)
(3)
13,6%
46.197
Zie toelichting nr. 49 in de Jaarrekening.
(2)
Naar risico-gewogen activa en (kern)tier 1-ratio’s vanaf 2008 op basis van Basel II; vóór 2008 op basis van Basel I.
(3)
Niet beschikbaar.
(1)
* Ga naar pagina 90 voor een vijfjaarsoverzicht van de kerncijfers in overeenstemming met IFRS-EU.
ING Groep Jaarverslag 2009
3
1.1 Ons profiel
ING in het kort
ONZE MISSIE
BANKBEDRIJF
Financiële producten en diensten leveren zoals de klant het wil: met uitstekende service,
gebruiksgemak en tegen concurrerende tarieven. Dit klinkt door in onze missie: onze klanten
goede ondersteuning bieden bij het maken van hun financiële keuzes voor de toekomst.
ONS PROFIEL
ING is een wereldwijde financiële instelling van Nederlandse origine en levert diensten op het
gebied van bankieren, beleggen, levensverzekeringen en pensioenen die inspelen op de wensen
van een brede klantengroep. Voortaan richten wij ons op onze positie als internationale retail-,
direct- en zakenbank, terwijl we een optimale basis creëren voor een onafhankelijke toekomst
van onze verzekeringsactiviteiten (inclusief vermogensbeheer).
ONZE STRATEGIE
ING gaat haar bank- en verzekeringsactiviteiten scheiden om de belangen van haar stakeholders te
blijven dienen, de managementfocus te vergroten en waarde te creëren voor de aandeelhouders.
Wij zijn ervan overtuigd dat dit met het oog op de wijdverbreide vraag naar meer eenvoud,
betrouw­baarheid en transparantie de beste aanpak is. In de toekomst zal ING Bank haar
wereldwijde positie en internationale netwerk verder uitbreiden vanuit haar vooraanstaande
posities in sparen, multidistributiekanalen, eenvoudige producten en marketing. ING Verzekeringen
heeft een sterke positie als wereldwijde leverancier van levensverzekeringen en pensioenen en
kan daardoor uitstekend inspelen op de sociaaleconomische ontwikkelingen.
We gaan ons toeleggen op het winnen van het vertrouwen van de klanten met transparante
producten, waar voor hun geld en superieure service. Ons ideaal is dat sparen en beleggen
in de toekomst wereldwijd veel gemakkelijker moeten worden voor de klant.
VERZEKERINGSBEDRIJF
ONZE belanghebbenden
ING doet zaken op basis van duidelijke business principles. Bij alles wat wij doen, proberen we zo
goed mogelijk rekening te houden met de belangen van onze verschillende belanghebbenden:
klanten, medewerkers, zakenrelaties, leveranciers, de samenleving en aandeelhouders. ING streeft
ernaar een maatschappelijk betrokken organisatie te zijn.
VERANTWOORD ONDERNEMEN
ING streeft naar een toekomst met duurzame winst vanuit duidelijke ethische bedrijfs­principes en
met respect voor alle belanghebbenden. ING wil een maatschappelijk betrokken bedrijf zijn.
Alleen door professioneel en integer handelen kunnen wij het vertrouwen van onze
belanghebbenden behouden en onze reputatie hooghouden. Onze gedragscode, de ING Business
Principles, omvat de waarden en nor­men die wij nastreven, alsmede onze verantwoordelijkheden
ten aanzien van maatschappij en milieu: wij hechten aan onze integriteit, zijn open en helder,
respecteren elkaar en ondernemen maat­schap­pelijk verantwoord en milieubewust.
www.ing.com
SAMENSTELLING VAN DE RADEN*
op 1 januari 2010
RAAD VAN BESTUUR
drs. J.H.M. Hommen (66), voorzitter
P.G. Flynn (49), chief financial officer
drs. J.V. Timmermans (49), chief risk officer
RAAD VAN COMMISSARISSEN
mr. P.A.F.W. Elverding (61), voorzitter
drs. ir. J. van der Veer (62), vicevoorzitter
mw. prof. dr. J.P. Bahlmann (59)
drs. H.W. Breukink (60)
dr. C.D. Hoffmann (67)
P. Hoogendoorn RA(1) (64)
drs. P.C. Klaver (2) (64)
G.J.A. van der Lugt (69)
H. Manwani (1) (56)
A. Mehta (63)
mw. J.E. Spero (65)
J.P. Tai (59)
ir. K. Vuursteen (1) (68)
L.J. de Waal (59)
(1)
(2)
4
ING Groep Jaarverslag 2009
Treedt af per 27 april 2010.
Voorgedragen voor herbenoeming per 27 april 2010.
Retail Banking
Onder deze divisie vallen de bankdiensten
voor particulieren en het midden- en
kleinbedrijf in Nederland, België,
Luxemburg, Polen, Roemenië, Turkije, India,
Thailand en China (via het belang dat ING
heeft in de Bank of Beijing). De dienstverlening omvat een aanbod van diverse
producten en distributie via verschillende
kanalen. Binnen volwassen markten richten
wij ons op vermogensvorming, sparen en
hypotheken. Hierbij ligt de nadruk op
operationeel uitstekende prestaties,
kostleiderschap en klanttevredenheid. In
opkomende markten streven wij ernaar
een prominente lokale speler te worden
door eenvoudige producten van hoge
kwaliteit aan te bieden.
ING Direct
ING Direct richt zich op directbankieren
voor klanten in Canada, Spanje, Australië,
Frankrijk, de Verenigde Staten, Italië,
Duitsland, het Verenigd Koninkrijk
en Oostenrijk. Wij leggen ons toe op vijf
eenvoudige en transparante bancaire
retailproducten tegen aantrekkelijke
kosten: sparen, hypotheken,
betaalrekeningen, beleggingsproducten
en consumptieve kredieten.
Commercial Banking
Deze divisie richt zich primair op grote
ondernemingen in Nederland, België,
Polen en Roemenië. Hier bieden wij
een totaalpakket van producten,
van kasbeheer tot bedrijfsfinancieringen.
In andere landen hanteren wij een meer
selectieve aanpak. Wij richten ons op het
verwerven van een leidende positie in
een aantal belangrijke productgroepen,
waaronder Structured Finance,
Financial Markets, Payments en
Cash Management en Leasing.
ING Real Estate is ook onderdeel
van Commercial Banking.
Insurance Europe
Is actief in Nederland, België, Luxemburg,
Spanje, Griekenland, Polen, Hongarije,
Tsjechië, Slowakije, Turkije, Roemenië,
Bulgarije en Rusland. We stemmen onze
verzekerings-, beleggings- en pensioenproducten af op onze doelmarkten en
distributiekanalen, en richten ons op het
optimaliseren van klanttevredenheid,
versnelde groei in Centraal-Europa,
efficiënt kapitaalbeheer en kostenbeheersing. Tegelijkertijd springen
we in op de mogelijkheden die
ontstaan als gevolg van de vergrijzing.
Insurance Americas
Is actief in de Verenigde Staten en LatijnsAmerika. Gemeten naar beheerd vermogen
en aantal pensioenregelingen neemt ING
de derde plaats in binnen het Amerikaanse
segment van beschikbare premieregelingen. In Latijns-Amerika is ING de op
één na grootste pensioenuitvoerder. ING
biedt een uitgebreid assortiment financiële
diensten voor particuliere en institutionele
klanten op het gebied van pensioenen,
levensverzekeringen en beleggingen.
Insurance Asia/Pacific
Is actief op het gebied van levensverzekeringen, vermogensvorming en
vermogensbeheer voor particuliere en
institutionele klanten. ING staat hier,
gemeten naar nieuwe omzet, op de
tweede plaats als internationale
levensverzekeraar en is actief in zeven
landen. Gebaseerd op beheerd vermogen
bezetten wij als vermogensbeheerder
de vierde plaats en zijn we in 13 markten
actief. Ons distributienetwerk van eigen
adviseurs en financieel adviseurs wordt
aangevuld met alternatieve kanalen
waaronder tussenpersonen, verkoop
via de werkgever, direct marketing
en onlinedistributie.
Auditcommissie
Jackson Tai, voorzitter
Tineke Bahlmann
Henk Breukink
Piet Hoogendoorn
Godfried van der Lugt
Jeroen van der Veer
Remuneratiecommissie
Jeroen van der Veer, voorzitter
Peter Elverding
Piet Klaver
Joan Spero
Karel Vuursteen
Lodewijk de Waal
Corporate-Governance-commissie
Peter Elverding, voorzitter
Henk Breukink
Claus Dieter Hoffmann
Harish Manwani
Aman Mehta
Lodewijk de Waal
Risicocommissie
Peter Elverding, voorzitter
Tineke Bahlmann
Claus Dieter Hoffmann
Piet Klaver
Godfried van der Lugt
Nominatiecommissie
Peter Elverding, voorzitter
Piet Klaver
Joan Spero
Jeroen van der Veer
Karel Vuursteen
Lodewijk de Waal
* Meer informatie over de leden van de Raad van
Bestuur en over de leden van de Raad van
Commissarissen vindt u op pagina 62-63 en
66-67.
ING Groep Jaarverslag 2009
5
1.1 Ons profiel
Bericht van de voorzitter
Vormgeven aan onze toekomst
“We willen een bedrijf zijn dat
maatschappelijke verant­woor­de­lijk­
heden serieus neemt, klanten
gemak biedt, medewerkers
motiveert en voorspelbaar
is voor aandeelhouders.”
Jan Hommen, voorzitter Raad van Bestuur
Beste belanghebbende,
Aanpassing van ons bedrijf aan het veranderde
financiële landschap vroeg om krachtige maat­
regelen en ingrijpende beslissingen. Onze eerste
prioriteit in 2009 was onze financiële positie
ver­sterken en het bedrijf door de crisis loodsen.
We hebben het Back-to-Basics-programma
geïntroduceerd en onszelf daarbij hoge doelen
gesteld, die we in de loop van het jaar nog weer
opwaarts hebben bijgesteld. We hebben onze
balans met 18% verkort (doel was 10%), onze
bedrijfslasten met EUR 1,5 miljard teruggebracht
(doel was EUR 1 miljard) en ING op onderliggende
basis weer winstgevend gemaakt.
2009 was een uitdagend jaar voor de financiële markten en voor
ING. We zijn dan ook in het bijzonder onze klanten dankbaar voor
hun niet-aflatende loyaliteit, omdat hun vertrouwen de basis van
onze bedrijfsvoering vormt. Het afgelopen jaar hebben we onze
portefeuille herzien met als doel om een bedrijf te vormen met
minder, maar wel sterkere bedrijfsonderdelen en met een grotere
onderlinge samenhang. In 2009 werden verschillende
desinvesteringen aangekondigd waarvan de opbrengsten zijn
of zullen worden gebruikt om de vermogenspositie van ING te
versterken. De goede vooruitgang die met ons desinvesteringsprogramma is geboekt, laat zien dat de strategische hervormingen
op het juiste moment zijn ingevoerd. Desinvesteringen zijn
uitsluitend tegen aantrekkelijke voorwaarden uitgevoerd, wat
illustreert dat we dit proces zorgvuldig en weloverwogen uitvoeren
en ook een bewijs is van de waarde die in ons bedrijf aanwezig is.
Een van de belangrijkste doelstellingen van Back to Basics was de
complexiteit van de Groep te verminderen. Op 1 juni 2009 is een
operationele splitsing in het bestuur van de Groep doorgevoerd,
met een apart Bestuur Bank en een apart Bestuur Verzekeringen.
Tegelijkertijd is de Raad van Bestuur teruggebracht tot drie
personen: de chief executive officer, de chief financial officer en
de chief risk officer. Binnen de hele Groep is het bestuursmodel
aangepast aan onze strategie, hetgeen gepaard is gegaan met
een grondige beoordeling van de bedrijfsprestaties, aanscherping
van verantwoordelijkheden en het aanbrengen van meer focus.
Back to Basics heeft uiteindelijk geresulteerd in het besluit tot
volledige scheiding van onze bankactiviteiten en onze verzekeringsen vermogensbeheeractiviteiten. De behoefte aan eenvoud, in
combinatie met de negatieve invloed van de financiële crisis op
ING, woog zwaarder dan de voordelen van het bancassurancemodel. Op 25 november 2009 hebben onze aandeelhouders
het besluit tot deze splitsing goedgekeurd.
Tijdens diezelfde vergadering gaven onze aandeelhouders tevens
hun goedkeuring aan een claimemissie van EUR 7,5 miljard.
Deze claimemissie is 21 december 2009 met succes afgerond.
Hierdoor kon ING de helft van de in 2008 van de Nederlandse
6
ING Groep Jaarverslag 2009
Staat ontvangen middelen terugbetalen (plus de opgebouwde
rente van EUR 259 miljoen en een premie van EUR 346 miljoen)
en tegelijkertijd de vermogenspositie verder versterken. De
terugbetaling van de resterende som zal plaatsvinden uit
eigen middelen.
De splitsing van ons bedrijf is onderdeel van het herstructureringsplan dat wij met de Europese Commissie (EC) zijn overeengekomen
om met terugwerkende kracht haar goedkeuring voor de
staatssteun te verkrijgen. Dit plan behelst een groot aantal nieuwe
maatregelen bovenop de reorganisatie die wij binnen het Back-toBasics-programma al hadden geïnitieerd. We hebben deze
ingrijpende voorwaarden geaccepteerd, ervan uitgaande dat de EC
alle door de overheid gesteunde financiële instellingen gelijk zou
behandelen en zou zorgdragen voor waarborging van de gelijke
concurrentieverhoudingen binnen de interne Europese markt.
Echter, op basis van de bekendmaking van de herstructurerings­
overeenkomsten die de EC heeft afgesloten met andere door de
overheid gesteunde financiële instellingen, maken wij ons zorgen
dat de gelijke concurrentieverhoudingen binnen de interne
Europese markt in het geding zijn. Daarom zullen we de
evenredigheid van het besluit voorleggen aan de rechter, vooral
voor wat betreft de restrictie inzake prijsleiderschap in bepaalde
markten, evenals de manier waarop de EC de omvang van de
staatssteun aan ING heeft berekend. We denken dat het in het
belang is van al onze belang-hebbenden om gebruik te maken van
de mogelijkheden die de wet ons biedt om het Europese Hof te
laten oordelen over deze elementen in het besluit van de Europese
Commissie.
Vooruitkijkend zien wij een veelbelovende toekomst voor al onze
bedrijfsonderdelen. We zijn ervan overtuigd dat de onderliggende
basis van de bank, het verzekeringsbedrijf en de vermogensbeheeractiviteiten goed is. De bank heeft in West-Europa een
sterke positie op de particuliere en zakelijke markt, is de grootste
internetbank ter wereld en heeft groeiende marktkansen in
Centraal- en Oost-Europa en een aantal Aziatische landen. Het
verzekeringsbedrijf is een van de grootste ter wereld, is in de
volwassen markten in de VS en Nederland een specialist op het
gebied van levensverzekeringen en pensioenen, en heeft sterke
posities in de opkomende markten van Centraal- en Oost-Europa,
Azië en Latijns-Amerika.
In 2010 zullen we onze operationele en commerciële prestaties
verder proberen te verbeteren, de bank- en verzekeringsactiviteiten
ontvlechten en bepalen wat de beste manier is om onze
verzekerings- en vermogensbeheeractiviteiten te desinvesteren.
Wij zullen dit proces met de grootst mogelijke zorg aanpakken en
al het mogelijke doen om de splitsing ordelijk en evenwichtig te
laten verlopen, rekening houdend met alle belanghebbenden.
Met Back to Basics is de traditionele rol van financiële instellingen,
tegoeden aantrekken en weer uitzetten in de economie door
middel van leningen aan consumenten en bedrijven, bij ING weer
voorop komen te staan in de dagelijkse praktijk. Klanten vragen om
eenvoudiger producten. Dit vereist een grotere transparantie in de
activiteiten van banken en verzekeringsbedrijven, vooral waar het
gaat om risicospreiding en productdefinitie.
Financiële instellingen hebben een verantwoordelijkheid voor
financiële educatie en het verstrekken van informatie over de
eigenschappen van hun producten aan hun klanten, zodat die
goed gefundeerd kunnen beslissen over hun financiële toekomst.
Klanten helpen meer inzicht te krijgen in hun financiën vormt een
belangrijk onderdeel van onze Business Principles en veel van de
initiatieven die wij op dit punt hebben genomen, komen in dit
jaarverslag aan de orde. We willen een bedrijf zijn dat maatschappelijke verantwoordelijkheden serieus neemt, klanten
gemak biedt, medewerkers motiveert en voorspelbaar is voor
aandeelhouders.
Tineke Bahlmann, Jeroen van der Veer en Lodewijk de Waal traden
in 2009 toe tot de Raad van Commissarissen. Nadat de aandeelhouders mij in april 2009 hadden benoemd tot lid van de Raad
van Bestuur nam Peter Elverding mijn rol van voorzitter van de Raad
van Commissarissen over. In 2010 zullen Karel Vuursteen, Piet
Hoogendoorn en Harish Manwani de Raad van Commissarissen
verlaten. Namens mijn collega’s in de Raad van Bestuur en de
Raad van Commissarissen wil ik mijn dankbaarheid en waardering
uitspreken voor de bijdrage die zij hebben geleverd aan ING.
In april 2009 kwam Patrick Flynn naar ING in de positie van CFO.
Dick Harryvan en Jacques de Vaucleroy besloten ING te verlaten.
Ik wil Dick graag bedanken voor de drie decennia waarin hij uiterst
toegewijd was aan ING, en Jacques voor de belangrijke bijdrage die
hij 23 jaar lang aan ING heeft geleverd.
2008 en 2009 waren moeilijke jaren waarin onze trots een knauw
heeft gekregen. De medewerkers van ING verdienen een groot
compliment voor de manier waarop zij met alle noodzakelijke
veranderingen zijn omgegaan. Hun betrokkenheid en toewijding
zullen ons in 2010 weer stimuleren door te gaan. Namens de Raad
van Bestuur en de Besturen Bank en Verzekeringen wil ik hen ten
zeerste bedanken voor hun steun, betrokkenheid en toewijding.
Op onderliggende basis heeft ING weer winst geboekt. Onze
bedrijfsprestaties zijn structureel verbeterd en tegelijkertijd zijn
de risico’s verminderd en is onze balans verkort. Onze bedrijven
hebben zich aangepast aan de nieuwe economische realiteit
en zelfs onder deze moeilijke omstandigheden hebben we
goede vooruitgang geboekt met het verbeteren van onze
onderliggende resultaten.
Kijkend naar de toekomst zal onze aandacht gericht zijn op het
creëren van sterke en onafhankelijke bank- en verzekerings­be­drijven. 2010 wordt een overgangsjaar, waarin we toewerken
naar de operationele scheiding van deze bedrijven en ze voorbereiden op een onafhankelijke toekomst.
Jan Hommen
voorzitter Raad van Bestuur
ING Groep Jaarverslag 2009
7
1.1 Ons profiel
Het aandeel ING
reserverings- en dividendbeleid
Het reserverings- en dividendbeleid van ING Groep wordt
bepaald door enerzijds de behoefte aan interne financiering
en groeimogelijkheden, en anderzijds de dividendverwachtingen
van kapitaalverstrekkers. Bij de interne financieringsbehoefte
spelen onder andere de wettelijke solvabiliteitseisen en kapitaalratio’s een rol. Het is voor ING Groep van fundamenteel belang
om aan deze eisen te voldoen. Even belangrijk voor ING Groep
zijn de krediet­be­oor­delingen, die rechtstreeks van invloed zijn op
de financieringskosten en dus op de winstgevendheid. Beleggers
verwachten van hun kant een dividend dat recht doet aan
de behaalde financiële resultaten en dat bovendien een zekere
mate van voorspelbaarheid heeft.
Het beleid van ING is om dividend uit te keren, gekoppeld aan
de ontwikkeling van de onderliggende winst op lange termijn.
Dividend zal alleen worden voorgesteld indien de Raad van Bestuur
dat gepast acht, waarbij rekening wordt gehouden met de dan
geldende financiële omstandigheden en vooruitzichten op langere
termijn. Gezien het onzekere financiële klimaat zal ING over 2009
geen dividend uitkeren.
Wanneer dividend wordt uitgekeerd zal ook de coupon op de
kernkapitaaleffecten moeten worden betaald, afhankelijk van
goedkeuring door de Nederlandsche Bank.
KERNKAPITAALEFFECTEN
In oktober 2008 heeft ING gebruik gemaakt van de eerder door
de Nederlandse Staat ter beschikking gestelde kapitaalversterkingsfaciliteit. Dit gebeurde door het uitgeven van kernkapitaaleffecten
(core Tier 1 securities) aan de Nederlandse Staat voor een bedrag van
EUR 10 miljard, met een coupon van 8,5%. Deze kapitaalinjectie
heeft de vermogenspositie van ING aanzienlijk versterkt. Deze
effecten zijn balanstechnisch gelijkgesteld aan gewone aandelen.
In samenhang met het herstructureringsplan dat met de Europese
Commissie is overeengekomen, heeft ING overeenstemming
bereikt met de Nederlandse Staat over terugbetaling van de
helft van de in 2008 uitgegeven kernkapitaaleffecten, plus
de opgebouwde rente. ING heeft van de gelegenheid gebruik
gemaakt om in december 2009 EUR 5 miljard aan kern­kapitaal­
effecten terug te kopen. Dit is gefinancierd uit de succesvol
afgeronde claimemissie van EUR 7,5 miljard. Zie voor meer
informatie over de transacties met de Nederlandse Staat en
de claimemissie het hoofdstuk ‘ING en het financiële klimaat’
op pagina 10.
BEURSNOTERINGEN
Certificaten van gewone aandelen ING Groep zijn genoteerd aan
de effectenbeurzen van Amsterdam, Brussel en New York (NYSE).
Opties op (certificaten van) gewone aandelen ING Groep worden
verhandeld op de NYSE Euronext Amsterdam Derivative Markets
en op de Chicago Board Options Exchange.
AANDEELHOUDERS EN CERTIFICAATHOUDERS
MET MINIMAAL EEN 5%-BELANG
Voor zover bekend, waren er op 31 december 2009 geen
certificaathouders of aandeelhouders die op grond van de Wet
melding zeggenschap hebben gerapporteerd een (potentieel)
belang van 5% of meer te hebben, anders dan de Stichting ING
Aandelen en de Stichting Continuïteit ING.
Maatschappelijk en geplaatst kapitaal
in miljoenen euro’s
Gewone aandelen
– maatschappelijk
– geplaatst
Cumulatief preferente aandelen
– maatschappelijk
– geplaatst
Ultimo
2009
Ultimo
2008
1.080
919
1.080
495
1.080
–
1.080
–
Ultimo
2009
Ultimo
2008
3.831,6
2.063,1
47,1
36,5
3.784,5
2.026,6
Aantal geplaatste en uitstaande aandelen
in miljoenen
(Certificaten van) gewone aandelen
van nominaal EUR 0,24
(Certificaten van) gewone aandelen
gehouden door ING Groep of dochters
Aantal uitstaande (certificaten van)
gewone aandelen
Koersen certificaten van gewone aandelen*
NYSE Euronext
in euro’s
Hoogste beurskoers
Laagste beurskoers
Koers ultimo
Koers/winstverhouding**
2009
2008
2007
9,64
1,92
6,90
n.v.t.***
26,21
5,33
7,33
n.v.t.***
34,69
24,38
26,75
6,2
*** De 2009-koersen zijn aangepast voor toename aantal aandelen
ten gevolge van de claimemissie, terwijl de koersen over 2007 en
2008 niet zijn aangepast.
*** Gebaseerd op de beurskoers ultimo december en de nettowinst
per gewoon aandeel over het boekjaar.
*** Niet van toepassing.
Dividendhistorie
in euro’s
Interim-dividend
Slotdividend
Totaal
2009
2008
2007
–
–
–
0,74
–
0,74
0,66
0,82
1,48
Geografische spreiding ING-aandelen*
in procenten
Nederland
Verenigde Staten
Verenigd Koninkrijk
Luxemburg
België
Zwitserland
Overig
Totaal
34
24
17
9
6
5
5
100
* Cijfers 2009, gebaseerd op informatie van verschillende grote depotbanken.
8
ING Groep Jaarverslag 2009
INVESTOR RELATIONS
Om op de hoogte te blijven van de persberichten en ander
ING-nieuws kunt u zich via de Investor Relations-pagina op
www.ing.com opgeven voor de e-mailservice.
BELANGRIJKE DATA IN 2010*
Jaarlijkse Algemene Vergadering
dinsdag 27 april 2010
Beleggers en financieel analisten kunnen contact
opnemen met:
ING Groep
Investor Relations (IH 07.430)
Postbus 810
1000 AV Amsterdam
Telefoon: 020 541 5460
Fax: 020 541 8551
E-mail: [email protected]
Publicatie cijfers eerste kwartaal 2010
woensdag 12 mei 2010, 7.30 uur
Publicatie cijfers tweede kwartaal 2010
woensdag 11 augustus 2010, 7.30 uur
Publicatie cijfers derde kwartaal 2010
woensdag 10 november 2010, 7.30 uur
* Alle data zijn onder voorbehoud.
Belangrijkste kredietbeoordelingen van ING*
ING GROEP**
ING BANK
– kortlopend
– langlopend
– financiële kracht
ING VERZEKERINGEN
– kortlopend
– langlopend
Standard
& Poor’s
Moody’s
Fitch
A
A1
A
A-1
A+
P-1
Aa3
C+
F1+
A+
A-2
A–
P-2
Baa1
A–
* Nog van kracht op 15 maart 2010, de publicatiedatum van dit verslag.
** Alle kredietbeoordelingen m.b.t. ING Groep hebben een ‘stable outlook’.
Bovenstaande tabel geeft de kredietbeoordelingen voor ING voor de lange
termijn weer. Deze zijn uitsluitend gebaseerd op inzichten van de krediet­
beoordelaars zelf op het moment dat de beoordeling werd toegekend. Nadere
informatie over het belang van een beoordeling kan slechts worden verkregen
bij de kredietbeoordelaar. Een effectenbeoordeling is geen aanbeveling om
effecten te kopen, verkopen of aan te houden en alle beoordelingen moeten
onafhankelijk van elkaar worden afgewogen. Er is geen garantie dat een
bepaalde kredietbeoordeling gedurende een bepaalde periode van kracht
blijft en een kredietbeoordeling kan op ieder moment worden verlaagd,
opgeschort of ingetrokken door de kredietbeoordelaar wanneer de omstan­
digheden dit naar het oordeel van de kredietbeoordelaar rechtvaardigen.
ING is niet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid of betrouwbaarheid
van de beoordelingen.
Koersverloop over vierjaarsperiode certificaten van gewone aandelen ING
index 1 januari 2006 = 100
150
120
90
60
30
0
01/06
ING
04/06
07/06
10/06
MSCI World Banks
01/07
04/07
07/07
10/07
01/08
04/08
07/08
10/08
01/09
04/09
07/09
10/09
01/10
MSCI World Insurance
ING Groep Jaarverslag 2009
9
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
ING en het financiële klimaat
Back to Basics
Kernpunten
> Wereldwijd economisch herstel na
sterke teruggang
> Transacties met de Nederlandse Staat in
turbulente marktomstandigheden
> Verminderde complexiteit en scherpere
focus door Back-to-Basics-programma
> Goedkeuring herstructureringsplan door
Europese Commissie
> Eerste terugbetaling aan de Nederlandse
Staat na claimemissie
Na de ongekende schokgolf die in 2008 over de financiële markten
kwam, hebben we transacties geïnitieerd met de Nederlandse Staat
om ons kapitaal te versterken en onze risicoblootstelling te
verminderen. Ook hebben we onze strategische koers herzien. Al
vanaf het begin was duidelijk dat 2009 een zwaar jaar zou worden
voor ING. Het hele jaar bleven de marktomstandigheden moeilijk,
maar in de tweede helft van 2009 kwamen de eerste tekenen van
herstel. De eerste prioriteiten van ING waren herstel van stabiliteit,
geloofwaardigheid en vertrouwen. Deze brachten ons ertoe Back
to Basics te introduceren, een programma bestaande uit
maatregelen voor kostenverlaging, terugdringing van het risico en
verkorting van de balans, met als doel om meer nadruk te leggen
op de essentie van financiële dienstverlening en meer samenhang
te creëren tussen de activiteiten. We hebben de bestuursstructuur
vereenvoudigd door binnen de Groep de bank en het verzekeringsbedrijf operationeel van elkaar te scheiden en we hebben onze
portefeuille tegen het licht gehouden. Dit heeft geleid tot een
aantal desinvesteringen.
Intussen realiseerden we een omslag in ons commerciële resultaat.
Bovenal is 2009 het jaar waarin we de meest ingrijpende
beslissingen in de geschiedenis van ons bedrijf hebben moeten
nemen. Ten eerste hebben we een duidelijke koers gezet voor
de toekomst door aan te kondigen dat we het bank- en het
verzekeringsbedrijf volledig van elkaar gaan scheiden. Daarnaast
sloten we een overeenkomst met de Nederlandse Staat voor
vervroegde terugbetaling van 50% van het in oktober 2008
verstrekte kapitaal.
TEKENEN VAN HERSTEL VOOR WERELDECONOMIE
Sinds september 2008, vooral na de val van Lehman Brothers,
verslechterden de marktomstandigheden in hoog tempo. Als
gevolg van de financiële crisis waren de macro-economische
vooruitzichten begin 2009 zeer somber. De sterke economische
teruggang resulteerde in een scherpe daling van de wereldhandel,
vermogenswaarden en industriële productie, en in een verminderde
beschikbaarheid van krediet. Hierdoor leek zelfs een herhaling van
de Grote Depressie mogelijk. In tegenstelling tot de jaren dertig
kwamen de beleidsmakers echter snel in actie door zowel forse
economische stimuleringsmaatregelen als monetaire verruiming
toe te passen. Overheden namen buitengewone maatregelen
ter versterking van financiële instellingen en stabilisering van het
financiële systeem. Een toenemend aantal landen vertoonde
daardoor in de tweede helft van het jaar positieve economische groei.
De wereldhandel lijkt krachtig te zijn aangetrokken en in veel
landen zien we dat de stijging van de werkloosheid een minder
ongunstige invloed heeft op de economie dan verwacht. Toch blijft
het herstel van de wereldeconomie kwetsbaar. Bedrijven hebben
ondanks de de aantrekkende consumptieve en investeringsvraag
vooral voorraden opgebouwd. Daarnaast zijn overheidsfinanciën uit
balans geraakt als gevolg van de markt-interventies die gericht
waren op het opvangen van de crisis. Voor 2010 en 2011 wordt
door ons Economisch Bureau voorspeld dat
de wereldeconomie weer zal aantrekken, maar in een lager tempo
dan voor de crisis.
Ondanks de negatieve invloed van de financiële crisis op het
economisch klimaat en bijgevolg op de groeiperspectieven van de
financiële sector, biedt deze ook nieuwe kansen voor financiële
10
ING Groep Jaarverslag 2009
instellingen. De aanzienlijke daling van de vermogenswaarden heeft
de behoefte van de consument aan vermogensopbouw versterkt
en hem bewuster gemaakt van het belang van de bescherming van
zijn financiële positie.
TRANSACTIES MET NEDERLANDSE STAAT
Door de snel verslechterende omstandigheden na de zomer van
2008 groeide internationaal de overtuiging dat de kapitaaleisen
van financiële instellingen moesten worden opgeschroefd. Om in
dit moeilijke marktklimaat een sterke buffer te creëren, besloot
ING in oktober 2008 haar vermogenspositie te versterken door
voor EUR 10 miljard aan kernkapitaaleffecten uit te geven aan de
Nederlandse Staat. Als onderdeel van deze transactie verwierf
ING het recht om deze effecten te allen tijde geheel of gedeeltelijk
terug te kopen tegen 150% van de uitgifteprijs. Daarnaast
verwierven we het recht deze effecten vanaf drie jaar na de uitgifte
geheel of gedeeltelijk één op één om te zetten naar (certificaten
van) gewone aandelen. In dat geval zou de Nederlandse Staat
kunnen opteren voor terugbetaling van de effecten tegen EUR 10
per stuk, in contanten. De coupon op de kernkapitaaleffecten
zou alleen betaalbaar worden gesteld indien een interim- of
slotdividend zou worden uitgekeerd op gewone aandelen over het
boekjaar voorafgaand aan de coupondatum. Deze transactie stelde
ING in staat om haar vermogenspositie aanzienlijk te versterken.
In het vierde kwartaal van 2008 trad een verdere verslechtering
van de marktomstandigheden op, die resulteerde in het slechtste
kwartaal voor de aandelen- en kredietmarkten in meer dan 50 jaar.
De koersen voor RMBS (residential mortgage-backed securities:
door woninghypotheken gedekte vermogenstitels), inclusief de als
Alt-A gekwalificeerde RMBS), CDO’s (collateralised debt obligations,
oftewel door schuldpapier gedekte vermogenstitels) en CLO’s
(collateralised loan obligations, oftewel door kredietportefeuilles
gedekte vermogenstitels) daalden scherp onder invloed van de
opdroging van de liquiditeit. Dit had meer invloed op het resultaat
en eigen vermogen dan verwacht, vooral door de Alt-A-RMBSportefeuille. Daarom sloot ING een overeenkomst met de Neder­
landse Staat voor een steunfaciliteit voor illiquide activa, waarmee
80% van haar Alt-A-RMBS-portefeuille kon worden afgedekt.
Als onderdeel van deze steunfaciliteit werd het volledige risico van
80% van onze Alt-A-RMBS-portefeuille van circa EUR 30 miljard
bij ING Direct USA en ING Insurance Americas overgedragen aan
de Nederlandse Staat. Sindsdien valt 80% van het eventuele
rendement op deze portefeuille toe aan de Nederlandse Staat. De
risico-overdracht vond plaats tegen een korting van 10% op de
nominale waarde. In ruil hiervoor moest de Nederlandse Staat ING
rente en aflossing betalen op twee overheidsvorderingen. Voor de
eerste vordering gold in eerste instantie een rente van 3,5%, voor
de tweede een rente van Libor + 50 basispunten (deze tarieven
zijn na onderhandelingen met de Europese Commissie herzien,
waarover later meer). ING is voor 100% de juridische eigenaar
van deze effecten gebleven, doch thans met een risico van 20%
op het resultaat van de portefeuille. Als gevolg van de hierdoor
verminderde volatiliteit in het eigen vermogen, heeft de transactie
geresulteerd in een aanzienlijke versterking van de vermogenspositie en balans. Door de daling van de negatieve herwaarderingsreserve had de transactie tevens een positief effect op het eigen
vermogen van EUR 5 miljard.
BACK TO BASICS
Eerste fase
In april 2009 introduceerden we ons Back-to-Basics-programma:
een strategisch veranderingsprogramma gericht op het herstellen
van de stabiliteit en geloofwaardigheid van ING en het terugwinnen van het vertrouwen in de onderneming, met als uiteindelijk
doel aanscherping van de focus en grotere samenhang tussen de
activiteiten te realiseren.
Allereerst is een aantal maatregelen genomen om de financiële
positie te versterken door middel van kostenbeheersing,
terugdringing van het (vermogens)risico en verkorting van de
balans. Dit is gerealiseerd door een aantal activa af te stoten en
eigen vermogen vast te houden.
Deze eerste fase is in de loop van 2009 afgerond en heeft alle ge­
stelde doelen overtroffen. De bedrijfslasten zijn met EUR 1,5 miljard
gedaald ten opzichte van de oorspronkelijke doelstelling van
EUR 1 miljard, alsook ten opzichte van de naar boven bijgestelde
doelstelling van EUR 1,3 miljard op vergelijkbare basis. Ongeveer
EUR 1,2 miljard hiervan bestaat uit structurele en EUR 0,3 miljoen
uit eenmalige besparingen. De uitgaven zijn gecorrigeerd voor
overnames en desinvesteringen, evenals voor bijzondere
waardeverminderingen op vastgoedprojecten en de bijdrage van
ING aan het depositogarantiestelsel voor DSB Bank. Het aantal
medewerkers is in totaal met 11.331 afgenomen, onder andere
door desinvesteringen. Dit aantal ligt beduidend hoger dan de
aanvankelijk voorziene inkrimping met 7.000 fte’s. De maatregelen
voor risicoverlaging hebben effect gesorteerd, ook in het vierde
kwartaal. ING Direct heeft EUR 0,8 miljard van de prime-RMBSportefeuille verkocht, wat heeft geleid tot een verlies van EUR 83
miljoen, maar tevens tot een vrijval van EUR 7 miljard aan risicogewogen activa. Ook de gerealiseerde balansverkorting is hoger
dan onze doelstelling. Deze is uitgekomen op EUR 194 miljard,
oftewel 18,0%, ten opzichte van ultimo september 2008, toen
het verkorten van de balans van start ging.
Vervolgens hebben we een herziening aangekondigd van onze
portefeuille gericht op vereenvoudiging van de Groep, verbetering
van onze strategische focus en het aanbrengen van meer
samenhang in onze activiteiten. We besloten tot een operationele
splitsing van het bestuur van onze bedrijven in één bank met een
geïntegreerde balans en een verzekeringsbedrijf/vermogensbeheerder onder de paraplu van de Groep. Tevens kwam aan
het licht dat een aantal kleinere bedrijven binnen ING Groep een
disproportioneel beslag legde op kapitaal, terwijl een duidelijk
uitzicht op een marktleiderschapspositie ontbrak. We hebben
daarom een aantal keuzes in de portefeuille gemaakt, gebaseerd
op marktleiderschap, vermogensbeslag, rendement op kapitaal,
financieringsbehoefte, bijdrage aan de winst en samenhang
binnen de Groep.
We hebben besloten ons zowel geografisch als commercieel te
concentreren op markten waarin onze posities het sterkst zijn.
Hiertoe is in 2009 een aantal grote desinvesteringen gerealiseerd.
Deze betroffen onder meer onze lijfrenteactiviteiten in Argentinië,
ING Canada, onze levensverzekerings- en vermogensbeheerbedrijven in Australië en Nieuw-Zeeland, Private Banking in
Zwitserland en Azië, ING Reinsurance VS, drie onafhankelijke
effectenmakelaars in de VS, en onze lijfrente- en hypotheek­
ING Groep Jaarverslag 2009
11
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
ING en het financiële klimaat (vervolg)
activiteiten in Chili. Deze desinvesteringen hebben EUR 3,8 miljard
opgebracht, waardoor EUR 2,7 miljard aan kapitaal is vrijgekomen.
In juli kondigden we de samenvoeging aan van NationaleNederlanden, RVS en ING Verzekeren Retail (voorheen Postbank
Verzekeren) tot één klantgerichte organisatie in Nederland onder
de merknaam Nationale-Nederlanden. Het nieuwe verzekerings­
bedrijf zal zich richten op particuliere klanten, het mkb en grote
zakelijke klanten.
Ondertussen hebben we een omslag weten te realiseren in onze
commerciële resultaten. Terwijl de eerste fase van het Back-toBasics-programma werd uitgevoerd en de strategie werd herzien,
werkten we ook nauw samen met de Nederlandse autoriteiten en
de Europese Commissie (EC) aan het opstellen van maatregelen ter
verkrijging van goedkeuring van de EC van de door de Nederlandse
Staat aan ING verleende steun. Dit proces is in de tweede helft van
2009 afgerond.
Herstructureringsplan ingediend
bij Europese Commissie
Bedrijven die staatssteun ontvangen moeten volgens Europese
regelgeving aantonen dat ze ook op de lange termijn levensvatbaar
zijn en maatregelen nemen om oneerlijke concurrentie te
voorkomen. Als gevolg hiervan moest ING ten tijde van de
implementatie van de eerste fasen van het Back-to-Basicsprogramma ook een herstructureringsplan indienen bij de EC.
We moesten een plan ontwikkelen dat ons niet alleen in staat zou
stellen om de Nederlandse Staat terug te betalen en aan de eisen
van de EC te voldoen, maar ook om de focus weer te verleggen
naar onze activiteiten en klanten. Dat was een grote uitdaging,
vooral omdat de relevante richtlijnen van de EC pas in juli 2009
werden gepubliceerd, dus na de datum waarop ING de transacties
met de Nederlandse Staat heeft afgesloten.
Onze onderhandelingen met de EC zijn in oktober 2009 afgerond.
Op 18 november gaf de EC formele goedkeuring aan het inge­dien­
de herstructureringsplan. De EC gaf daarbij tevens finale toe­stem­
ming voor de uitgifte van kernkapitaaleffecten aan de Nederlandse
Staat en voor de steunfaciliteit voor illiquide activa. Tijdens een
Buitengewone Vergadering van Aandeelhouders op 25 november
2009 werd zowel de strategiewijziging als de voorgestelde
claimemissie van EUR 7,5 miljard voor vervroegde terugbetaling
aan de Nederlandse Staat goedgekeurd. De strategische gevolgen
van het herstructureringsplan worden hieronder nader uitgelegd.
Een belangrijke doelstelling van het Back-to-Basics-programma was
vermindering van de complexiteit van ING door de bank en het
verzekeringsbedrijf apart onder de paraplu van de Groep te laten
functioneren. De onderhandelingen met de EC over het her­struc­
tureringsplan hebben dit proces in een stroomversnelling gebracht
en ons ertoe gebracht om te kiezen voor een volledige splitsing van
het bank- en verzekeringsbedrijf en derhalve voor eliminatie van de
dubbele hefboomwerking. De achtergronden en doelstellingen van
deze strategische verandering worden nader uitgelegd in het
hoofdstuk ‘Strategie’ (pagina 15).
ING heeft een aantal concessies moeten doen om goedkeuring van
de EC te krijgen voor de steun van de Nederlandse Staat. Eén daar­
van is de desinvestering van ING Direct USA, die naar verwachting
een aantal jaren in beslag zal nemen en voor eind 2013 zal worden
12
ING Groep Jaarverslag 2009
afgerond. Ondertussen zullen we ervoor zorgen dat de waarde van
dit bedrijfsonderdeel blijft groeien en dat we blijven investeren in
een uitstekende dienstverlening aan de klant. We beschouwen ING
Direct als een zeer sterk bedrijfsonderdeel en de Amerikaanse
markt biedt ruimte voor groei. De concessie ten aanzien van ING
Direct USA heeft geen invloed op ING Direct in andere landen. We
zijn ervan overtuigd dat ING Direct een grote bijdrage zal blijven
leveren aan onze groei. Haar eenvoudige, transparante producten
en optimale efficiëntie zijn belangrijke elementen in onze
bankstrategie.
Een ander onderdeel van het herstructureringsplan is het opzetten
van een nieuw bedrijf in de Nederlandse retailmarkt door de
bankactiviteiten van Interadvies (inclusief WestlandUtrecht en
de hypotheekactiviteiten van Nationale-Nederlanden) samen te
voegen met de bestaande consumptieve kredietportefeuille van
ING Retail. Dit nieuwe bedrijf zal vervolgens in zijn geheel worden
gedesinvesteerd. Het nieuwe bedrijf zal dan de op vier na grootste
financiële instelling in Nederland zijn. Het bedrijf is winstgevend en
heeft momenteel een balanstotaal van EUR 37 miljard met onge­
veer 200.000 hypotheekcontracten, 320.000 consumptiefkrediet­
contracten, 500.000 spaarrekeningen en 76.000 effecten­rekenin­
gen. De hypotheekportefeuille heeft een waarde van ongeveer
EUR 34 miljard en een marktaandeel van zo’n 6%.
Voorts zal ING voor bepaalde bankproducten in de particuliere
en mkb-markten in de Europese Unie moeten afzien van prijsleiderschap. Ook zal ING geen financiële instellingen overnemen
indien de terugbetaling van de kernkapitaaleffecten daardoor zou
worden vertraagd. Deze beperkingen gelden voor een periode
van drie jaar of totdat de kernkapitaaleffecten volledig aan de
Nederlandse Staat zijn terugbetaald.
ING heeft haar herstructureringsplan uitsluitend bij de EC ingediend
op voorwaarde dat deze zou garanderen dat alle financiële instel­
lingen die staatssteun hebben ontvangen gelijk worden behandeld
en dat de concurrentieverhoudingen in de interne Europese markt
worden gewaarborgd. In januari 2010 tekende ING bij het Europese
Hof van Justitie beroep aan tegen bepaalde onderdelen van de
beschikking van de EC van 18 november 2009. Het eerste onder­
deel betreft de overeenkomst tussen ING en de Nederlandse Staat
aangaande een verlaging van de terugbetalings­premie voor de
eerste EUR 5 miljard van de kernkapitaal­effecten. De overeenkomst
met de Staat bood ING de mogelijkheid tot vervroegde terugkoop
tegen een aantrekkelijk rendement. De EC beschouwt de daaruit
voortvloeiende verlaging als additionele staatssteun ten bedrage
van ongeveer EUR 2 miljard. ING en de Nederlandse Staat vechten
dit onderdeel van de EC-beschikking aan bij het Europese Hof
omdat dit de onderhandelingen over het terugbetalen van de
resterende kernkapitaaleffecten zou kunnen belemmeren.
ING wil ook een uitspraak van het Hof over de door de EC
vereiste beperkingen rond prijsleiderschap en de proportionaliteit
van de herstructureringsmaatregelen. ING wil gebruikmaken
van de wettelijke mogelijkheden voor toetsing van deze
elementen van de beschikking van de EC door het Europese
Hof van Justitie en is ervan overtuigd dat zij hiermee in het
belang van alle belanghebbenden handelt. Het beroep doet
niets af aan de uitvoering van het herstructureringsplan zoals
aangekondigd op 26 oktober 2009. ING staat volledig achter
het strategische besluit tot opsplitsing van het bank- en
verzekeringsbedrijf en de daarop volgende desinvestering
van het verzekeringsbedrijf. Deze processen liggen op schema
en worden volgens planning uitgevoerd.
De herstructureringsmaatregelen, inclusief de maatregelen van
het Back-to-Basics-programma, resulteren naar verwachting in een
pro-formaverkorting van de balans van ongeveer EUR 600 miljard
in 2013, ongeveer 45% van het balanstotaal op 30 september
2008. Dit zal worden gerealiseerd door de hierboven genoemde
desinvesteringen en een verdere schuldafbouw op de bankbalans.
Inclusief de geschatte autonome groei zal het balanstotaal ultimo
2013 naar verwachting 30% lager zijn dan op 30 september 2008.
De opbrengst uit de desinvestering van de verzekeringsactiviteiten
zal worden gebruikt voor opheffen van de dubbele hefboom­
werking en voor verdere terugbetaling aan de Staat.
CLAIMEMISSIE EN OVERIGE AFSPRAKEN MET DE STAAT
In lijn met het herstructureringsplan voor de EC hebben we ook
overeenstemming bereikt met de Nederlandse Staat over
aanpassing van de voorwaarden voor vervroegde terugbetaling van
de kernkapitaaleffecten. Deze worden hierdoor vergelijkbaar met
die voor andere Nederlandse financiële instellingen. We hebben
daarbij gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot vervroegde
terugbetaling door uiterlijk ultimo januari 2010 de helft van de
kernkapitaaleffecten terug te kopen. Hierdoor is ING in staat
geweest om EUR 5 miljard van de kernkapitaaleffecten terug
te kopen tegen de uitgiftekoers (EUR 10 per stuk). De totale
terugbetaling bedroeg daarmee EUR 5.605 miljoen, bestaande
uit de terugbetaling van EUR 5 miljard plus de tussen 12 mei 2009
en 20 december 2009 opgebouwde coupon van EUR 259 miljoen
en een premie van EUR 346 miljoen.
Ter wille van de goedkeuring van de EC voor ons herstructureringsplan zullen we aanvullende betalingen doen aan de Nederlandse
Staat voor de steunfaciliteit voor illiquide activa. Deze komen
overeen met een korting van 50 basispunten op de rentevergoeding die ING maandelijks ontvangt en een toeslag van
82,6 basispunten op de garantievergoeding die ING jaarlijks betaalt.
Deze jaarlijkse extra betalingen hebben een nettovermogenswaarde
van in totaal EUR 1,3 miljard. Dit is in het vierde kwartaal van 2009
als eenmalige last voor belastingen afgeboekt. Conform de
overeenkomst blijft de in januari 2009 aangekondigde steunfaciliteit
inclusief de verrekenprijs van de effecten van 90%, gehandhaafd.
Om de terugbetaling van de kernkapitaaleffecten te financieren
en de invloed op het kapitaal van de additionele betalingen voor
Resultaat ING 2009*
Groep
In miljoenen euro’s
Onderliggend resultaat voor belastingen. exclusief marktinvloeden.
risicokosten en gewijzigde aannames variabele lijfrentes
Subprime-RMBS
Alt-A-RMBS
Prime-RMBS
Overige ABS
CDO/CLO’s
CMBS
Monoliners
Overig schuldpapier
Bijzondere waardeverminderingen / reële waarde-aanpassingen
schuldpapier
Bijzondere waardeverminderingen op beleggingen in aandelen
Verkoopwinsten op aandelen
Afdekking direct positie aandelen
Afdekking indirecte positie aandelen
Overlopende acquisitiekosten
Aan aandelen gekoppelde invloed
Herwaarderingen vastgoed/bijzondere waardeverminderingen
Herwaarderingen private equity
Vastgoed/private equity
Verkoopwinsten op schuldpapier
Overige marktinvloeden
Overig
Totaal marktinvloeden
Voorziening dubieuze debiteuren bankbedrijf
Gewijzigde aannames variabele lijfrentes
Totaal marktvolatiliteit, risicokosten en gewijzigde aannames
variabele lijfrentes
Onderliggend resultaat voor belastingen
Belastingen en minderheidsdeelenmingen
Onderliggend nettoresultaat
Desinvesteringen en bijzondere posten
Totaal nettoresultaat
*In de tabel kunnen afrondingsverschillen voorkomen.
Bank
Verzekeringen
2009
2008
2009
2008
2009
2008
8.767
–350
–1.405
–47
–37
133
–25
–58
–174
7.023
–120
–2.063
0
–4
–394
0
–9
–809
7.393
–160
–1.245
–47
–37
–1
0
–58
0
5.263
–81
–1.823
0
–4
–122
0
–9
–255
1.374
–190
–160
0
0
134
–25
0
–174
1.760
–39
–240
0
0
–272
0
0
–554
–1.963
–302
426
–312
–417
–351
–957
–2.156
56
–2.100
33
244
278
–4.742
–2.973
–343
–3.399
–1.454
754
482
–49
–1.094
–1.361
–1.173
–413
–1.587
–106
–220
–325
–6.674
–1.280
0
–1.548
–49
24
0
0
0
–25
–1.687
0
–1.687
–19
–241
260
–3.520
–2.973
0
–2.294
–331
30
0
0
0
–302
–732
0
–732
0
–206
–206
–3.534
–1.280
0
–415
–253
402
–312
–417
–351
–932
–469
56
–413
52
485
–538
–1.222
0
–343
–1.105
–1.123
724
482
-49
–1.094
–1.059
–441
–413
–855
–106
–14
–119
–3.140
0
0
–8.058
709
–38
748
–1.683
–935
–7.954
–931
–627
–304
–425
–729
–6.493
900
–61
961
–1.261
–299
–4.814
449
–273
722
–267
454
–1.565
–191
23
–214
–422
–636
–3.140
–1.380
–354
–1.026
–158
–1.183
ING Groep Jaarverslag 2009
13
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
ING en het financiële klimaat (vervolg)
de steunfaciliteit voor illiquide activa van EUR 1,3 miljard voor
belastingen te beperken, werd een claimemissie van EUR 7,5 miljard
gedaan. ING streeft ernaar eventuele verdere terugbetaling van
de kernkapitaaleffecten te kunnen financieren uit interne
middelen, waaronder de opbrengst van de desinvestering van
de verzekeringsactiviteiten.
FINANCIËLE HOOFDPUNTEN 2009
Ondanks de moeilijke omstandigheden in 2009 is ING in staat
gebleken haar bedrijfsprestaties aanzienlijk te verbeteren, de kosten
succesvol te reduceren en het bedrijf op onderliggende basis weer
winstgevend te maken.
Het totale nettoresultaat van de Groep daalde met EUR 206 miljoen
naar EUR –935 miljoen. Dit nettoverlies is toe te schrijven aan een
eenmalige last in verband met toekomstige betalingen aan de
Nederlandse Staat van EUR 930 miljoen na belastingen voor
de steunfaciliteit voor illiquide activa, als onderdeel van de
overeenkomst met de EC. Op onderliggende basis rapporteerde
ING een positief netto-resultaat van EUR 748 miljoen voor heel
2009, vergeleken met een verlies van EUR 304 miljoen in 2008,
dankzij het feit dat de marktomstandigheden zijn verbeterd.
Als gevolg van ons Back-to-Basics-programma zijn de bedrijfslasten,
opgenomen in het onderliggende resultaat, met 6,9% ofwel
EUR 987 miljoen (voor belastingen) verbeterd.
Het onderliggend nettoresultaat is het totale nettoresultaat
exclusief de invloed van desinvesteringen en bijzondere posten. De
bijzondere posten bedroegen EUR –1.759 miljoen na belastingen;
dit is inclusief de eenmalige last voor additionele toekomstige
betalingen aan de Nederlandse Staat van EUR 930 miljoen en
een last van EUR 554 miljoen die vooral betrekking heeft op
de inkrimping van het personeelsbestand in kader van het
Back-to-Basics-programma. Bijzondere posten waren verder een
reorganisatielast van EUR 165 miljoen vanwege de samenvoeging
van de retailbankingactiviteiten in Nederland en een verlies van
EUR 110 miljoen als gevolg van de met de Nederlandse Staat
overeengekomen steunfaciliteit voor illiquide activa in het eerste
kwartaal 2009. Desinvesteringen hebben een netto positieve
invloed van EUR 77 miljoen gehad ten opzichte van een verlies
van EUR 98 miljoen in 2008.
Over heel 2009 bedroeg de negatieve marktinvloed voor
belastingen EUR 4.742 miljoen. Bijzondere waardeverminderingen
en reële waardeaanpassingen van schuldpapieren hebben een
negatieve invloed gehad op het resultaat van EUR –1.963 miljoen,
in 2008 bedroeg dit nog EUR –3.399 miljoen. Bijzondere
waardeverminderingen op Alt-A-RMBS zijn in 2009 aanzienlijk
lager uitgevallen op EUR 1.405 miljoen ten opzichte van de piek
van EUR 2.063 miljoen in 2008. Bijzondere waardeverminderingen
op overige schuldpapieren, inclusief schulden van financiële
instellingen, zijn verbeterd van EUR –809 miljoen in 2008 naar
EUR –174 miljoen in 2009. De invloed van beleggingen in aandelen
is uitgekomen op EUR –957 miljoen, een verbetering van EUR 404
miljoen vergeleken met heel 2008. De negatieve invloed van
vastgoed en private equity is ten opzichte van 2008 gestegen van
EUR 1.587 miljoen tot EUR 2.100 miljoen. Herwaarderingen van
vastgoed en bijzondere waardeverminderingen zijn ondanks de
afname van de directe positie in vastgoed aanzienlijk gebleven.
Deze zijn toegenomen van EUR –1.173 miljoen in 2008 tot
14
ING Groep Jaarverslag 2009
EUR –2.156 miljoen in 2009. De herwaardering van private equity
bedroeg EUR 56 miljoen, vergeleken met EUR –413 miljoen in
2008. De overige marktinvloeden zijn positief uitgevallen, ondanks
de bijdrage aan de depositiegarantieregeling in Nederland na het
faillissement van DSB Bank in het vierde kwartaal van 2009.
Naast de marktinvloeden is in het resultaat over 2009 een last
van EUR 343 miljoen voor belastingen meegenomen in verband
met gewijzigde aannames voor variabele lijfrentes bij het
verzekeringsbedrijf. De toevoeging aan de voorziening voor
dubieuze debiteuren bij het bankbedrijf steeg met EUR 1.693
miljoen tot EUR 2.973 miljoen vanwege de economische
omstandigheden. De winst per aandeel is gedaald van EUR –0,27
in 2008 naar EUR –0,57. Kapitaal- en hefboomratio’s zijn goed
gebleven. Het eigen vermogen is bijna verdubbeld van EUR 17.334
miljoen tot EUR 33.863 miljoen door de netto-opbrengst van de
claimemissie en verbetering van de herwaarderingsreserve voor
schuldpapier. De verhouding schuld/eigen vermogen van ING
Groep is uitgekomen op 12,4%. De verhouding schuld/eigen
vermogen van het verzekeringsbedrijf stond eind 2009 op 9,7%
en de tier 1-ratio van ING Bank op 10,2%. De solvabiliteitsratio
van ING Bank (BIS-ratio) was 13,5%.
Het totaal aan toevertrouwde middelen is met EUR 62 miljard
gestegen tot EUR 1.517 miljard. Exclusief de invloed van
desinvesteringen, marktprestaties en valuta-invloeden, bedroeg de
uiteindelijke netto-toename van de klantensaldi EUR 12,1 miljard.
CONCLUSIE
2009 is voor ING een uitzonderlijk jaar geweest. De financiële crisis
en de steunfaciliteit van de Nederlandse Staat voor illiquide activa
vereisten besluitvaardig optreden om het bedrijf in rustiger
vaarwater te brengen en onze geloofwaardigheid en het
vertrouwen in ING te herstellen. Onder dit gesternte is Back to
Basics geïntroduceerd. In de eerste fase van de implementatie
slaagden we erin de financiële positie van het bedrijf door middel
van kostenbeheersing, (vermogens)risicovermindering en balansverkorting te versterken. Daarnaast hebben we de bestuursstructuur vereenvoudigd en op basis van een eerste herziening
van de portefeuille een aantal desinvesteringen gerealiseerd.
Tegelijkertijd hebben we nauw samengewerkt met de Nederlandse
autoriteiten en goedkeuring verkregen van de EC voor de door
de Nederlandse Staat verleende steun aan ING. Dit proces heeft
geresulteerd in een versnelling van het Back-to-Basics-programma:
de volledige splitsing van de bank- en verzekeringsactiviteiten.
Met de goedkeuring van de herstructureringsvoorstellen die ING bij
de EC had ingediend op voorwaarde dat de EC gelijke behandeling
van alle door de Staat gesteunde financiële instellingen zou
garanderen en gelijke concurrentieverhoudingen in de interne
EU-markt zou waarborgen, heeft de EC tevens haar goedkeuring
verleend aan de kapitaalinjectie en de van de Nederlandse Staat
ontvangen steunfaciliteit voor illiquide activa, al heeft ING voor
dit laatste ook een additionele betaling moeten doen. Eind 2009
hebben we bekend gemaakt dat we met succes EUR 7,5 miljard aan
kapitaal hebben kunnen aantrekken voor vervroegde terugbetaling
van de Nederlandse Staat. Zo hebben we een duidelijke koers voor
de toekomst kunnen uitstippelen en een moeilijke periode achter
ons gelaten, zodat we 2009 positief hebben kunnen afsluiten.
Strategie
Een duidelijke koers voor de toekomst
Kernpunten:
> Volledige splitsing bank- en verzekeringsactiviteiten, af te ronden voor jaareinde 2013
> Naar een toekomst met duurzame winst
gebaseerd op een zuivere bedrijfs­ethiek,
maatschappelijke betrokkenheid
en klantvertrouwen
> Uitgroeien naar een internationaal toon­
aangevende retail-, direct- en zakenbank
> Verzekeringsbedrijf goed gepositioneerd om
te profiteren van sociaaleconomische trends
2009 was het begin van een nieuw tijdperk voor ING. Na Back to
Basics zijn we een duidelijke route naar de toekomst ingeslagen
door toe te werken naar een volledige splitsing van onze banken verzekeringsactiviteiten (inclusief vermogensbeheer). Deze
belangrijke stap zal de organisatie eenvoudiger en flexibeler
maken waardoor we voldoen aan de herstructureringseisen van
de Europese Commissie. Dit is noodzakelijk in verband met de
transacties die zijn afgesloten met de Nederlandse Staat in oktober
2008 en januari 2009. In december 2009 zijn we gestart met
terugbetaling aan de Nederlandse Staat.
ING wil een internationaal toonaangevende retail-, direct- en
zakenbank worden, en een mooie toekomstbasis leggen voor
de verzekeringsactiviteiten. We richten ons op optimale klanttevredenheid, sterke financiële resultaten, toonaangevende
operationele efficiëntie en een solide kapitaalpositie. We willen
onze toekomst bouwen op duurzame winst gebaseerd op een
zuivere bedrijfsethiek en respect voor onze belanghebbenden.
We streven ernaar een maatschappelijk betrokken onderneming te
zijn en we willen het vertrouwen van onze klanten verdienen door
financiële producten en diensten aan te bieden zoals zij dat willen.
SPLITSING BANK- EN VERZEKERINGSACTIVITEITEN
In oktober 2009 heeft ING een duidelijke richting voor de toekomst
uitgezet. De Groep zal de bank- en verzekeringsactiviteiten volledig
van elkaar scheiden. We zetten hiermee een volgende stap
die voortvloeit uit de operationele splitsing van onze bank en
verzekeraar/vermogensbeheerder, die onderdeel was van het
in april 2009 ingezette Back-to-Basics-programma (voor meer
informatie over Back tot Basics, zie het hoofdstuk ‘ING en het
financiële klimaat’). Om de volgende redenen beschouwen we
het besluit tot deze splitsing als een besluit dat op het juiste
moment is genomen:
• Door de snelle groei van de afgelopen jaren werd het besturen
van de Groep steeds complexer. De bedrijfsmodellen van het
bank- en verzekeringsbedrijf (inclusief vermogensbeheer) zijn
namelijk gebaseerd op andere pijlers. Daarnaast staan beide
onderdelen voor andere uitdagingen voor wat betreft de
beheersing en beprijzing van risico, en beheersing van de
balanspositie en de kapitaalbehoeftes.
• In het verleden, vooral tijdens gunstige economische
omstandigheden, hebben we aanzienlijke kapitaalvoordelen
gekend. Onze diversificatie stelde ons in staat om op groepsniveau te profiteren van een dubbele hefboomwerking. Echter,
onder minder gunstige marktomstandigheden is dit element
van de kapitaalstructuur van ING juist minder gunstig gebleken.
• Er is onvoldoende geografishe overlap tussen de
productontwikkelingscapaciteit van het verzekeringsbedrijf en
de distributiecapaciteit van het bankbedrijf. Banken hoeven de
verzekeringsproducten die zij distribueren vandaag de dag niet
zelf te ontwikkelen.
• Ten slotte zien we een toenemende vraag naar meer eenvoud,
betrouwbaarheid en transparantie.
ING Groep Jaarverslag 2009
15
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Strategie (vervolg)
Daarnaast wilden we tijdig een beslissing nemen in de onderhandelingen met de Europese Commissie (EC) over de steun van
de Nederlandse Staat aan ING. Door versnelling van de splitsing
van de bank- en verzekeringsactiviteiten konden we voldoen aan
de eis van de EC om onze balans te verkorten en zijn we toch in
staat de strategische integriteit van beide bedrijfsonderdelen zo
veel mogelijk te handhaven. Om al deze redenen, denkt ING dat
de toekomst van de Groep het best is gediend door de bank- en
verzekeringsactiviteiten te splitsen. We onderzoeken alle opties,
zoals een beursgang, verkoop of een combinatie van deze, en
houden hierbij rekening met alle belanghebbenden.
Terugbetaling aan de Nederlandse Staat
In oktober 2008 en januari 2009 sloten we overeenkomsten met de
Nederlandse Staat. De eerste keer was dat om onze kapitaalpositie
te versterken, de tweede keer om de risico’s te beperken. In het
vierde kwartaal van 2009 ondernamen we actie om deze steun
terug te betalen. Via een claimemissie zijn we erin geslaagd
EUR 7,5 miljard aan nieuw kapitaal aan te trekken, waarmee we
EUR 5 miljard van de kernkapitaaleffecten konden terugbetalen,
dat wil zeggen, de helft van de totale kernkapitaaleffecten, plus de
tussen 12 mei 2009 en 20 december 2009 opgebouwde rente van
EUR 259 miljoen en een premie van EUR 346 miljoen. Daarnaast
leverde dit extra kapitaal ons voldoende buffer op ter compensatie
van de negatieve invloed van de extra betalingen voor de
steunfaciliteit voor illiquide activa (zie voor meer informatie
‘ING en het financiële klimaat’).
VORMGEVEN AAN ONZE TOEKOMST
ING zal zich de komende jaren richten op haar positie als inter­
nationaal toonaangevende retail-, direct- en zakenbank en wil een
mooie toekomst voor de verzekeringsactiviteiten waarborgen. We
streven naar superieure klanttevredenheid, een goed financieel
resultaat, toonaangevende operationele efficiëntie en een sterke
kapitaalpositie. Het hele herstructureringsproces zal, inclusief de
desinvesteringen, volgens planning eind 2013 zijn afgerond.
2010 zal een overgangsjaar zijn met de nodige uitdagingen,
aangezien we toewerken naar een operationele splitsing van het
bank- en verzekeringsbedrijf. Wij zullen dit proces met de grootst
mogelijke zorg aanpakken en al het mogelijke doen om het
splitsingsproces ordelijk en evenwichtig te laten verlopen.
Tegelijkertijd blijven we in het belang van onze klanten en aandeelhouders werken aan verbetering van de prestaties van beide
onderdelen. Dat zullen we doen door het stroomlijnen van ons
productaanbod, vereenvoudigen van processen en investeren in
verbetering van de dienstverlening. Hierdoor zullen we sterke en
onafhankelijke ondernemingen creëren die op eigen kracht aan
hun toekomst kunnen bouwen.
Naast deze strategische wijzigingen zullen we er alles aan doen
om het vertrouwen van onze belanghebbenden te behouden en
op een verantwoorde manier te ondernemen. Alleen door
professioneel en integer te handelen, kunnen we het vertrouwen
van onze belanghebbenden behouden en de reputatie van ons
bedrijf zekerstellen. Onze Business Principles spelen daarbij een
belangrijke rol. Hierin zijn de bedrijfswaarden vastgelegd die
we nastreven bij zowel het bank- als het verzekeringsbedrijf, en
zij definiëren onze verantwoordelijkheden ten opzichte van
maatschappij en milieu: we hechten aan onze integriteit, we
zijn open en eerlijk, we respecteren elkaar, we ondernemen
16
ING Groep Jaarverslag 2009
maatschappelijk verantwoord en milieubewust. Binnen de gehele
organisatie bevorderen we mensgericht leiderschap en een streven
naar excellentie. We zijn bijzonder trots op onze hooggekwalificeerde en betrokken medewerkers.
ING streeft ernaar het vertrouwen van de klant te verdienen
met financiële producten en diensten zoals hij die wenst: met
uitstekende dienstverlening en optimaal gemak tegen een
aantrekkelijke prijs. Onze klanten verwachten dat wij beschikbaar
zijn wanneer zij ons nodig hebben, dat wij een duidelijk overzicht
geven van hun financiële situatie, snel en efficiënt antwoord geven
op hun vragen, open en transparant zijn over onze producten en
diensten, en objectief en professioneel advies geven. We willen aan
deze verwachtingen voldoen door de juiste producten en diensten
aan de juiste klanten te leveren en met het juiste rendement. We
blijven onze merknaam dan ook verbinden aan ons universele
klantideaal om de klant een optimaal gebruiksgemak te bieden.
Vooraanstaande retail-, direct- en zakenbank
De bank van morgen zal op een effectieve manier particuliere
spaargelden moeten kunnen aantrekken, vooral omdat we
verwachten dat in reactie op de uitzonderlijke gebeurtenissen van
de afgelopen twee jaren de vraag naar traditionele spaarbanken
met lagere risicobereidheid zal toenemen. Het productaanbod van
ING moet daarom eenvoudiger worden. Tegelijkertijd willen we
hoogwaardige bankproducten blijven bieden die voldoen aan de
verwachtingen van de klant, die niet schadelijk zijn voor mens en
milieu, en die gemakkelijk toegankelijk en eenvoudig te begrijpen
zijn. We streven naar sterke, verdedigbare marktposities, een
betrouwbare merknaam en een stevige marketingorganisatie.
Onze uitgangspositie is veelbelovend. ING is een van ‘s werelds
grootste spaarbanken met een sterke financieringsbasis. We
hebben een leidende positie in onze thuismarkten en ons model
voor directbankieren is gebaseerd op efficiëntie en innovatieve
distributie, zoals blijkt uit onze lage kostenbasis en hoge mate van
klanttevredenheid. Die vormen dan ook de pijlers onder onze
ambitie uit te groeien tot een toonaangevende retail-, direct- en
zakenbank met aantrekkelijke groeikansen in Centraal-Europa,
Turkije en selecte markten in Azië. ING wil gebruikmaken van haar
wereldwijde marktpositie en internationale netwerk en profiteren
van een toonaangevende positie op het gebied van sparen, met
verschillende distributiekanalen, eenvoudige producten en uitgekiende marketing, vooral via ING Direct. Prijsleiderschap,
superieure dienstverlening, innovatieve distributie en een maat­
schappelijk betrokken organisatie zijn, zijn essentiële drijvers achter
onze toekomstige ontwikkeling.
Hoewel de acties die nodig zijn om onze ambities te realiseren per
regio en product zullen verschillen, kunnen we voor iedere divisie
al wel de belangrijkste uitgangspunten vaststellen:
• Retail
Banking: De transformatieprogramma’s in Nederland
en België worden voortgezet. Daarmee zal de klant centraler
komen te staan, worden de activiteiten gestroomlijnd en de
kosten van het kantorennetwerk verlaagd, zal de distributiecapaciteit worden uitgebreid en de kruisverkoop van
particuliere producten worden bevorderd. ING zal haar
productaanbod in de rest van Europa en Azië verder
vereenvoudigen en haar expertise op het gebied van direct­
bankieren gebruiken voor uitbreiding van de innovatieve
distributieplatformen.
• ING Direct: Met eenvoudige en transparante producten tegen
aantrekkelijke prijzen zullen we blijven inspelen op de behoeftes
van onze particuliere klanten. Met uitstekende dienstverlening
en hoogwaardige distributie zullen we ons concurrentievoordeel
van optimaal gebruiksgemak proberen te versterken. We gaan
de klantrelaties verdiepen en een nog completer assortiment
producten en diensten aanbieden.
• Commercial
Banking: Grote ondernemingen in de Benelux
en Centraal-Europa kunnen wij van dienst zijn met een volledig
productassortiment, van kasbeheer tot bedrijfsfinancieringen.
Elders hanteren we een selectievere aanpak. We kunnen
kostenvoordeel creëren door te profiteren van lokale schaalgrootte en kostenverlagingen door proces- en IT-verbeteringen.
De kruisverkoop van producten zal worden uitgebreid en
door gebruik te maken van onze expertise op het gebied van
vastrentende producten in opkomende markten zullen we onze
activiteiten in de financiële markten verder pogen te versterken.
Als gevolg van de vereisten van de EC voorziet ING voor het einde
van 2013 tevens de desinvestering van een aantal bancaire
activiteiten. Dit heeft vooral betrekking op ING Direct USA en een
combinatie van activiteiten van het Nederlandse retailbedrijf. Meer
informatie over deze desinvesteringen is te vinden in het hoofdstuk
‘ING en het financiële klimaat’.
Optimale toekomstbasis verzekeraar
Onze sterke positie als wereldwijd verzekeringsbedrijf gericht op
levensverzekeringen en pensioenen biedt concurrentievoordeel,
vooral in het huidige marktklimaat. De aanzienlijke daling van de
vermogenswaarden in de afgelopen twee jaar heeft niet alleen de
vraag naar vermogensopbouw versterkt, maar de klant ook nog
bewuster gemaakt van de noodzaak om zich in te dekken tegen
financiële risico’s. ING Verzekeringen is uitstekend gepositioneerd
om van deze sociaaleconomische trends te profiteren. We zijn een
belangrijke partij in een aantal grote markten (China, Brazilië),
toonaangevend in de Benelux en de Verenigde Staten, en hebben
sterke posities in Centraal-Europa, Latijns-Amerika en Azië.
ING wil met haar verzekeringsactiviteiten uitstekende operationele
en financiële prestaties blijven behalen om een optimale basis te
leggen voor de toekomst. We verwachten dat de vraag naar
beleggingsfondsen, pensioenen en verzekeringsproducten in de
nabije toekomst een vlucht zal nemen, vooral voor gegarandeerde
producten en kapitaalbescherming. Daarom streven we naar
kostenleiderschap, superieure dienstverlening en een benchmark
overtreffend beleggingsresultaat.
Om van lokale kansen en ontwikkelingen te kunnen profiteren,
implementeren we onze verzekeringsstrategie per regio. Hiervoor
zijn de volgende acties gepland:
• Nederland: We stappen over op één merk door alle activiteiten
te bundelen onder de naam Nationale-Nederlanden. Dit
bevordert verbetering van de klantgerichtheid, stroomlijning van
de distributie en verlaging van de kosten.
• Verenigde Staten: De verzekeringsactiviteiten worden
geherpositioneerd rondom drie kernactiviteiten: pensioenen,
lijfrentes en particuliere levensverzekeringen.
• Latijns-Amerika: Hier willen we blijven groeien door te profiteren
van onze sterke positie in de markt voor levensverzekeringen en
pensioenen (zowel wettelijk verplichte als vrijwillige regelingen).
We richten ons op operationele efficiëntie, productdiversificatie
en innovatie.
• Azië: We werken toe naar een kleiner aantal, onderling meer
samenhangende, sterke bedrijven. In 2009 zijn we begonnen
de beleggingskoopsompolisactiviteiten in Japan af te bouwen
en hebben we onze verzekeringsactiviteiten in Australië en
Nieuw-Zeeland verkocht.
• Centraal- en Oost-Europa: Onze belangrijkste prioriteit ligt bij
verdere efficiëntieverbetering met het in 2008 gestarte Vision
for Growth-programma. We streven naar één geïntegreerd
regionaal platform en verlaging van de administratiekosten.
• Vermogensbeheer: Door onze sterke beleggingsresultaten over
2009 kunnen we onze activa versterken en nieuwe klanten
aantrekken. Daarnaast gaan we op zoek naar synergie door
het opzetten van een wereldwijd gecoördineerde
vermogensbeheerfunctie.
Tijdens het splitsingsproces blijven we gefocust op het genereren
van voldoende inkomsten en kapitaal om de Nederlandse Staat
volledig terug te betalen en de vermogensbasis van zowel het bankals het verzekeringsbedrijf te versterken. De desinvestering van
het verzekeringsbedrijf zal volgens planning eind 2013 worden
afgerond. We zullen het desinvesteringsproces van het ver­ze­ke­
rings­bedrijf zodanig vormgeven, dat daarmee de belangen van
onze klanten, medewerkers en aandeelhouders zo goed mogelijk
gediend worden. Tijdens de gehele periode zullen we de markt­
ontwikkelingen natuurlijk nauwlettend in het oog houden.
CONCLUSIES EN AMBITIES
2009 was zonder twijfel een van de moeilijkste jaren in de
geschiedenis van ING. Gezien de toegenomen vraag naar eenvoud,
betrouwbaarheid en transparantie heeft ING besloten tot een
splitsing van de bank- en de verzekeringsactiviteiten. Hierdoor
kunnen we onze organisatie vereenvoudigen, zodat deze zich
sneller kan aanpassen, efficiënter wordt en de klant beter van
dienst kan zijn. Daarnaast hebben we stappen ondernomen om
de helft van het kapitaal dat we van de Nederlandse Staat hebben
ontvangen door een succesvol afgeronde claimemissie terug
te betalen.
Ons doel is om onze positie als toonaangevende, internationale
retail-, direct- en zakenbank te versterken en een optimale basis
te creëren voor een mooie toekomst voor onze verzekeringsactiviteiten. Tegelijkertijd zullen we ons uiterste best doen het
vertrouwen van onze belanghebbenden te behouden en
verantwoord te ondernemen. Ons universele ideaal is de klant
optimaal gemak te bieden. Daarom blijven we financiële producten
en diensten leveren zoals zij willen: met uitstekende dienstverlening
en tegen aantrekkelijke prijzen.
ING Groep Jaarverslag 2009
17
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Verantwoord ondernemen
Een verantwoorde financiële dienstverlener en een maatschappelijk betrokken organisatie
Kernpunten
> Key Performance Indicators voor 2009
onderstrepen succes van strategie voor
verantwoord ondernemen
> Vooruitgang geboekt met onder meer herziene
ING Business Principles, diverse initiatieven
op het gebied van financiële educatie, een
stringenter beleid voor de defensie-industrie,
een intensievere dialoog met onze
belanghebbenden en milieuvriendelijker
producten
> Verzoek aan wereldleiders en de Nederlandse
overheid om maatregelen te treffen op
het gebied van klimaatverandering
ING streeft naar een toekomst met duurzame winst op basis
van een gezonde bedrijfsethiek en met respect voor de belanghebbenden, en wil daarbij een maatschappelijk betrokken
organisatie zijn. Door de financiële crisis is onze verantwoordelijkheid tegenover de samenleving in het middelpunt van de publieke
belangstelling komen te staan. Dit rechtvaardigt onze voortdurende
inzet op het gebied van verantwoord ondernemen, maar laat
ook zien dat we die betrokkenheid nog verder moeten vergroten.
Daarom hebben wij ons streven een verantwoorde financiële
dienstverlener en een maatschappelijk betrokken organisatie
te zijn vastgelegd in onze bedrijfsstrategie.
DUIDELIJKE STRATEGIE VERANTWOORD ONDERNEMEN
De essentie van de strategie van ING voor verantwoord onder­
nemen is dat wij winst willen maken op basis van een gezonde
bedrijfsethiek en met respect voor onze belang­hebbenden. We
hebben daarom een duidelijke visie op ethiek, maatschappij en
milieu, zowel voor onze bank- als voor onze verzekerings­
activiteiten. Deze visie kan als volgt worden samengevat:
• Als verantwoorde financiële dienstverlener bieden wij
hoogwaardige producten en diensten die voldoen aan
de behoeften en verwachtingen van onze klanten.
Daarnaast financieren wij geen illegale, schadelijke of
onethische activiteiten.
• Verder willen wij bijdragen aan positieve maatschappelijke
ontwikkelingen. Daarom richten we ons op de ontwikkeling
van duurzame producten en diensten, die onder andere gelieerd
zijn aan onze maatschappelijke program­ma’s voor kinderen en
onderwijs, financiële educatie en bescherming van het milieu.
Wij hebben geconstateerd dat er mogelijkheden zijn ons beleid
voor verantwoord ondernemen verder te verbeteren. Het is van
het grootste belang dat we onze maat­schappelijke verant­woor­
delijkheden vervullen en voortdurend evalueren. We zoeken een
open en eerlijke dialoog met onze belanghebbenden om te
proberen van mogelijke zorgen of problemen op de hoogte
te zijn, gevoeligheden te kennen en feedback over ons gedrag
te krijgen. Indien nodig, passen we ons beleid aan op basis van
deze bevindingen.
We meten onze prestaties op het gebied van verantwoord
ondernemen sinds 1995. Tegenwoordig gebruiken we tien
Key Performance Indicators, zie pagina 20.
VOORTGANG IN 2009
Herziening ING Business Principles
In 2009 hebben we onze Business Principles herzien en zijn we
begonnen met een bewustwordingscampagne voor de medewerkers. De eerste ING Business Principles stammen uit 1999 en
elke vijf jaar worden ze aangepast zodat ze blijven aansluiten bij
een veranderende omgeving. De laatste herziening vond plaats in
2004. Uit een medewerkersonderzoek in 2009 bleek dat het
bewustzijn ten aanzien van de Business Principles was afgenomen
en hebben we besloten daar iets aan te doen. Alleen als alle
medewerkers van ING professioneel en integer handelen, blijven
we verzekerd van het vertrouwen van onze belanghebbenden en
houden we de reputatie van ons bedrijf intact. De Business
Principles spelen hierin een belangrijke rol. Die geven immers
18
ING Groep Jaarverslag 2009
duidelijke richtlijnen voor het gewenste gedrag van alle medewerkers in het bank- en verzekeringsbedrijf en voor onze verant­
woordelijkheden ten aanzien van de maatschappij en het milieu.
De Business Principles zijn nu als volgt geformuleerd: we hechten
aan onze integriteit, we zijn open en helder, we respecteren elkaar,
en we ondernemen maatschappelijk verantwoord en milieubewust.
Er is niet alleen gestart met een bewustwordingscampagne voor
alle medewerkers, ook onze 200 topmanagers hebben de Business
Principles ondertekend. Iedere medewerker van ING wordt geacht
ze na te leven.
Moreel-ethische verklaring
Wat betreft moreel en ethisch gedrag voldoet de herziene versie
van de ING Business Principles ruimschoots aan de principes van
de Code Banken. De leden van de Raad van Bestuur hebben een
verklaring ondertekend waarin ze beloven de ING Business
Principles te zullen uitvoeren en respecteren. Daarnaast hebben
de leden van het Bestuur Bank de in de Code Banken omschreven
moreel-ethische verklaring ondertekend. Meer informatie over
ING en de Code Banken is te vinden op www.ing.com.
Financiële educatie
Wij streven naar vergroting van de financiële vaardigheden van
afnemers van financiële diensten in het algemeen en van onze
eigen klanten in het bijzonder. Een eerste stap daarin is zorgen
voor duidelijke en transparante informatie die onze klanten helpt
onze producten en diensten te begrijpen. We hebben een aantal
praktische instrumenten ontwikkeld om ze een beter inzicht te
geven in hun persoonlijke financiële situatie en het nemen van
financiële beslissingen makkelijker te maken.
Zo heeft ING Direct Canada een educatieve website ontwikkeld
voor kinderen in het basisonderwijs – Planet Orange – met als doel
ze op een speelse en interactieve manier wegwijs te maken in finan­
ciële zaken. De website nodigt kinderen uit een ruimtevlucht te
maken naar Planet Orange waar ze hun astronautenprofiel kunnen
aanmaken en spelletjes kunnen doen. Op die manier leren ze de
basisbeginselen van geld verdienen, sparen, uitgeven en beleggen.
In Nederland organiseerden we in 2009 een reeks Financiële Infor­
matieavonden waar particuliere klanten, privatebankingklanten en
ondernemers met directieleden en managers van ING konden
praten over het huidige economische klimaat en de effecten daar­
van op hun financiële situatie. Er waren ruim 150 van dergelijke
bijeenkomsten met meer dan 4.000 klanten. Voor klanten die niet
aanwezig konden zijn, plaatsten we een aantal filmpjes op ing.nl en
startten we met een educatieve rubriek (eZonomics) op ing.com.
Deze onlineplatforms geven informatie over de grondbeginselen van
sparen, beleggen, levensverzekeringen, pensioenen en hypotheken.
Financieringsbeleid controversiële wapens
Onze visie op ethiek, milieu, mens en maatschappij is vertaald in
beleid dat we overal ter wereld toepassen. We houden rekening
met de eisen en zorgen van onze stakeholders en blijven voort­
durend in gesprek met klanten, medewerkers en aandeel­houders,
evenals met organisaties die zich bezighouden met mensenrechten
of klimaatverandering. Daardoor zijn wij in staat ons beleid
doorlopend te evalueren en waar nodig aan te passen.
Een duidelijk voorbeeld hiervan is ons beleid inzake controversiële
wapenhandel. In 2008 startten we met een evaluatie van dat beleid
om tegemoet te komen aan de veranderende eisen en verwach­
tingen van onze klanten, onze medewerkers en de maatschappij
in haar geheel ten aanzien van financieringen van en beleggingen
in controversiële wapens door financiële instellingen. Dit heeft in
2009 geleid tot een aantal wijzigingen in ons beleid.
We hebben de reikwijdte van het Defensiebeleid uitgebreid naar al
onze bedrijfsactiviteiten; naast kredietverlening en beleggingen voor
eigen rekening, is het beleid (met uitzondering van index-trackers)
nu ook van toepassing op ING-beleggingsfondsen. Hoe­wel we
geen stelling nemen tegen de defensie-industrie, neemt ING stevig
positie in tegen controversiële wapens en de handel daarin.
In het licht van internationale verdragen die anti-persoonsland­
mijnen en clustermunitie verbieden en de algemene zorg in de
maatschappij ten aanzien van munitie met verarmd uranium, en
biologische of chemische wapens, beschouwen wij deze wapens
als controversieel. ING zal de productie, het onderhoud of de
handel in deze wapens niet financieren. We verlenen geen finan­
ciële diensten aan bedrijven die bij dergelijke wapens betrokken
zijn. ING zal geen beleggingen voor eigen rekening in contro­ver­
siële wapenbedrijven doen. Met uitzondering van index-trackers en
expliciete opdrachten van klanten, zal ING waar juridisch mogelijk
en door ons eenzijdig afdwingbaar ervoor zorgen dat geld van
klanten niet via de door ING beheerde beleggings-fondsen in
dergelijke bedrijven wordt geïnvesteerd.
Ontwikkeling groene producten
Wij willen tegemoetkomen aan de groeiende vraag van klanten
naar producten en diensten die niet alleen milieuvriendelijk en
maatschappelijk verantwoord zijn, maar ook een goed rendement
opleveren. ING beschikt daartoe over verschillende beleggings­
fondsen en producten. Voorbeelden zijn duurzame beleg­gings­
fondsen, zoals de zogeheten themafondsen, die klanten de
moge­lijkheid bieden te investeren in microfinanciering,
duurzame energie of projecten voor duurzaam watergebruik.
ING Retail Nederland ging in 2009 een samenwerking aan met
Igogreen voor een autoverzekering die klanten de mogelijkheid
biedt de CO2 -uitstoot van hun auto te compenseren met
investeringen in duurzame projecten zoals wind- en bio­massa­
energie. Het duurzaam beheerd vermogen in 2009 bedroeg in
totaal EUR 2.524 miljoen.
Klimaatverandering
Milieubescherming is een belangrijk onderdeel van onze betrok­ken­
heid bij verantwoord ondernemen en we doen dan ook wat we
kunnen om oplossingen te vinden om klimaat­veran­dering tegen
te gaan. Wij hebben bijvoorbeeld samen met negen andere
Nederlandse banken een gezamenlijke verklaring afgegeven waarin
we bij de deelnemers aan de klimaatconferentie in Kopenhagen
pleitten voor heldere afspraken over duurzame energie. Daarnaast
hebben wij de Nederlandse overheid opge­roepen gunstige
investeringsvoorwaarden te scheppen voor een snelle overstap op
duurzame energiebronnen. Ook zijn we bezig met een evaluatie
van onze portefeuille en een inventarisatie van de mogelijkheden
om meer aandacht te geven aan de financiering van en investering
in duurzame energie.
ING Groep Jaarverslag 2009
19
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Verantwoord ondernemen (vervolg)
Global Challenge
Als onderdeel van ons ING Chances for Children-programma,
organiseren wij jaarlijks een evenement voor medewerkers die
vrijwilligerswerk verrichten of geld inzamelen voor kinderen en
onderwijsgerelateerde pro­jec­ten. Deze dag, de Global Challenge,
wordt gehouden op, of rond 20 november, de dag dat de
Verenigde Naties de Conventie over de Rechten van het Kind heeft
aangenomen. De Global Challenge van 2009 was een groot succes
dankzij de creatieve en enthousiaste inzet van onze medewerkers,
die met de meeste uiteenlopende ideeën kwamen om geld in
te zamelen.
Dit jaar telden we een recordaantal deelnemers en er werd meer
geld inge­zameld dan in 2008. Hoewel het aantal landen waar ING
is gevestigd in 2009 daalde ten opzichte van 2008, steeg het aantal
deelnemende landen van 29 in 2008 naar 33 in 2009. Ongeveer
17.000 medewerkers deden mee. Dat is 16,2% van alle ING-mede­
werkers (2008: 10%). Samen hebben zij vrijwillig 35.551 uren van
hun tijd geïnvesteerd, een bedrag van EUR 992.801 ingezameld en
een verschil gemaakt in het leven van 51.470 kinderen.
Dialoog met stakeholders geïntensiveerd
Met het oog op de onwikkelingen in de financiële sector, hebben
wij een aantal initiatieven genomen om transparanter te zijn en
open te staan voor feedback over onze normen voor milieu, maat­
schappij en ethiek. We zijn in 2009 begonnen met een reeks
discussiebijeenkomsten over de rol van ING in de samenleving.
Onze bestuursvoorzitter en het topmanagement gingen in gesprek
met klanten, sociale partners, non-gouver­ne­men­tele organisaties,
de media, beleidsmakers, academici en beleggers. We lanceerden
ook een nieuwe website (www.ingforsomethingbetter.com)
waarop we helder uitleggen wat we doen en waarom we bepaalde
keuzes maken. ING-medewerkers over de hele wereld gebruiken de
website om ideeën te delen met andere collega’s en om te zien hoe
zij een verschil kunnen maken door mee te doen aan een van onze
onderwijs- of milieuprojecten.
DOELSTELLINGEN VOOR 2010
• We zorgen ervoor dat verantwoord ondernemen een integraal
onderdeel vormt van onze strategie: onze doelstellingen voor
maatschappij, milieu en ethiek zullen worden gekwantificeerd
en als prestatiemaatstaf worden gebruikt in het remuneratie­
beleid voor de variabele beloning van de Raad van Bestuur.
• We ontwikkelen een programma ter ondersteuning van
duurzaam ondernemerschap.
• Onze doelstelling is ervoor te zorgen dat alle toevertrouwde
middelen en spaargelden van klanten in Nederland zo worden
geherinvesteerd dat ze geen negatieve invloed hebben op
maatschappij of milieu.
• We starten een programma voor topmanagers waarmee ze zich
persoonlijk kunnen ontwikkelen door te werken aan praktijk­
situaties bij NGO’s in ontwikkelingslanden.
• We streven ernaar ons duurzaam beheerd vermogen 5-10%
sterker te laten groeien dan ons totaal beheerd vermogen en
nieuwe duurzame producten of diensten te ontwikkelen.
Meer informatie over de strategie en prestaties van ING ten aanzien
van verantwoord ondernemen is te vinden in ons op 6 april 2010 te
publiceren Corporate Responsibility Performance Report 2009 en
op www.ingforsomethingbetter.com.
20
ING Groep Jaarverslag 2009
Key Performance Indicators 2009
ING heeft tien Key Performance Indicators (KPI’s) vastgesteld voor
de verslaglegging over verantwoord ondernemen. Deze KPI’s zijn
rechtstreeks gekoppeld aan het beleid van ING voor verantwoord
ondernemen en worden binnen ING gebruikt om de prestaties op
dit gebied te meten.
Key Performance Indicators (1)
Equator Principles
Aantal beoordeelde projecten
Duurzaam beheerd vermogen (2)
(in miljoenen euro’s)
Klanttevredenheidsindex (3)
Economische waarde (in miljoenen euro’s)
Balanstotaal
Eigen vermogen
Totale baten
Resultaat voor belastingen
Nettoresultaat
Personeelslasten: salarissen
Personeelslasten: overig
Medewerkersbetrokkenheid (4)
Diversiteit
% vrouwelijke leden van de internationale
Management Council
ING Chances for Children
Aantal kinderen met toegang tot onderwijs
Groene energie
kWh (x 1000) aan elektriciteit, ingekocht door
ING en betrokken uit duurzame bronnen
Dow Jones Sustainability Index
FTSE4Good Index
Ultimo
2009
Ultimo
2008
77
135
2.524
69,1%
2.295
69,6%
1.163.643
33.863
47.765
–1.525
–935
5.076
2.262
71%
1.331.663
17.334
66.291
–1.487
–729
5.885
2.879
83%
12,8%
11,8%
107.575
111.409
330.582
75
Opgenomen
344.448
71
Opgenomen
ccountantskantoor Ernst & Young heeft de betrouwbaarheid van de
A
KPI’s gecontroleerd.
(2)
Zie het Corporate Responsibility Report 2009 voor meer gedetailleerde
informatie (publicatiedatum 6 april 2010).
(3)
Tevredenheidsscores zijn gebaseerd op de American Customer Satisfaction
Index (ACSI)-methode, aangepast voor de financiële dienstverleningssector en
gebaseerd op een combinatie van vragen die te maken hebben met algehele
(klant)tevredenheid en de ideale dienstverlener. Deze score is niet markt­
gewogen. De selectie van landen verandert jaarlijks, met name vanwege
strategische beslissingen van ING (investeringen, desinvesteringen). Dit heeft
echter geen wezenlijk effect op de totale score van de klanttevredenheidsindex.
De klanttevredenheidsscores van ING Direct zijn niet opgenomen; dit
bedrijfs­onderdeel meet klanttevredenheid op een andere manier.
(4)
De index voor de betrokkenheid van medewerkers is het percentage
ING-medewerkers dat heeft aangegeven er trots op te zijn bij ING te werken.
Het onderzoek is uitgevoerd door Kenexa.
(1)
Kapitaalbeheer
Sterke vermogenspositie handhaven
ING streeft ernaar een sterke vermogenspositie te handhaven en
kapitaal zo efficiënt mogelijk toe te wijzen binnen de Groep. De uitzonderlijke marktomstandigheden in 2008 en begin 2009 hadden
een significant negatief effect op het eigen vermogen. ING heeft
in 2009 actie ondernomen om de vermogenspositie te versterken.
Vermogenspositie ING Groep N.V.
Ultimo
2009
Ultimo
2008
33.863
5.000
11.478
6.913
57.254
17.334
10.000
11.655
7.170
46.159
–1.291
–6.913
49.050
12,4%
6.769
–7.170
45.758
13,5%
Ultimo
2009
Ultimo
2008
25.958
8.057
34.015
10.716
44.731
332.375
26.590
28.709
7,8%
10,23%
13,46%
24.934
7.085
32.019
11.870
43.889
343.388
27.471
34.369
7,26%
9,32%
12,78%
in miljoenen euro’s
Eigen vermogen
+ Kernkapitaaleffecten (core Tier 1 securities)
+ Hybride kapitaal van ING Groep
+ Leverage van ING Groep (kernschuld)
Totale kapitalisatie (bank- en verzekeringsbedrijf)
–/– Herwaarderingsreserves vastrentend
en overig
–/– Leverage van ING Groep (kernschuld) (d)
Gecorrigeerd vermogen (e)
Verhouding schuld/eigen vermogen (d/(d+e))
Vermogenspositie ING Bank N.V.
in miljoenen euro’s
Kern-tier 1
Hybride tier 1
Beschikbaar tier 1-kapitaal
Overig kapitaal
BIS-kapitaal
Naar risico-gewogen activa (1)
Vereist kapitaal onder Basel II
Vereiste kapitaalvloer o.b.v. Basel I(2)
Kern-tier 1-ratio (1)
Tier 1-ratio (1)
BIS-ratio (1)
(1)
(2)
Vanaf 2008 gebaseerd op Basel II.
Gebruikmakend van 80% respectievelijk 90% in 2009 en 2008 van naar
risico-gewogen activa onder Basel I. Indien 80% zou zijn gehanteerd, dan zou
het vereiste kapitaal eind 2008 EUR 30.550 miljoen hebben bedragen.
Vermogenspositie ING Verzekeringen N.V.
Ultimo
2009
Ultimo
2008
23.954
2.586
9,7%
21.022
7.774
270%
23.903
2.301
8,8%
22.010
8.582
256%
in miljoenen euro’s
Gecorrigeerd vermogen (e)
Kernschuld (d)
Verhouding schuld/eigen vermogen (d/(d+e))
Beschikbaar kapitaal (a)
Door EU vereist wettelijk kapitaal (b)
Kapitaaldekkingsratio (a/b)
Veranderingen eigen vermogen
ING Groep in 2009 (x EUR miljard)
Gecorrigeerd vermogen
ING Groep in 2009 (x EUR miljard)
35
60
6,6
30
50
2,8
8,1
25
17,3
49,1
30
–5,0
–8,1
Goodwill
Eigen vermogen
Eigen vermogen,
einde periode
Netto-opbrengst claimemissie
Herwaarderingen aandelen
Herwaardering vastrentende
waarden + afdekken kasstroom
Nettoresultaat
over de periode
–0,2
Gecorrigeerd vermogen,
einde periode
0
–0,9
Herwaarderingsreserves
10
Kernkapitaaleffecten
20
5
Hybride kapitaal Groep
10
Eigen vermogen,
aanvang periode
0,0
45,8
40
15
0
16,6
Gecorrigeerd vermogen,
aanvang periode
20
33,9
MARKTOMSTANDIGHEDEN
Aan het eind van het eerste kwartaal waren de marktomstandigheden op een dieptepunt aangeland. Daarna trad een gestage
verbetering op. De Europese Centrale Bank heeft de kortlopende
rente het hele jaar laag gehouden. De onderliggende winstgevendheid werd tenietgedaan door bijzondere waardeverminderingen
op aandelen, vastrentende waarden en vastgoed.
STEUNFACILITEIT ILLIQUIDE ACTIVA
Om de effecten van de financiële crisis op te vangen is ING Groep
in januari 2009 met de Nederlandse Staat een steunfaciliteit voor
illiquide activa (IABF) overeengekomen. Via deze faciliteit draagt
ING Groep 80% van de Alt-A-woninghypotheekleningen van
ING Direct in de VS en ING Insurance US over voor 90% van
de nominale waarde, in ruil voor een vordering op de Staat.
De naar risico-gewogen activa daalden hierdoor met ongeveer
EUR 13 miljard.
HERSTRUCTURERINGSPLAN EC
Conform de regels van de Europese Commissie moeten bedrijven
die tijdens de financiële crisis overheidssteun hebben ontvangen
een herstructureringsplan indienen. Daaruit moet blijken dat ze
op de lange termijn levensvatbaar zijn en dat de ontvangen steun
oneerlijke concurrentie voorkomt. In november 2009 heeft de
Europese Commissie het herstructureringsplan van ING formeel
goedgekeurd. Meer informatie is te vinden in het hoofdstuk ‘ING
en het financiële klimaat’.
TERUGKOOP KERNKAPITAALEFFECTEN
In samenhang met het herstructureringsplan is ING met de
Nederlandse Staat overeengekomen de helft van de kernkapitaaleffecten die in 2008 zijn uitgegeven vervroegd terug te betalen.
ING heeft van de mogelijkheid gebruik gemaakt om in december
2009 EUR 5 miljard aan kernkapitaaleffecten terug te kopen. Dit
is gefinancierd met een volledig gegarandeerde claimemissie van
EUR 7,5 miljard.
DIVIDENDBELEID
Het beleid van ING is om dividend uit te keren op basis van de
onderliggende langetermijnontwikkeling van de winst. Een
dividend zal alleen worden voorgesteld indien de Raad van Bestuur
dat passend vindt in het licht van de financiële omstandigheden
en de langetermijnvooruitzichten. Gezien het onzekere financiële
klimaat keert ING over 2009 geen dividend uit.
GROEPSVERMOGEN
Het gecorrigeerde vermogen van ING Groep steeg van EUR 46
miljard tot EUR 49 miljard, terwijl het eigen vermogen toenam
van EUR 17 miljard tot EUR 34 miljard. De twee grafieken in de
linkerkolom illustreren deze ontwikkelingen.
Het eigen vermogen verbeterde door de opbrengst van de claim­
emissie van EUR 7,5 miljard, na aftrek van kosten en de opgebouwde
rente en aflossingspremie op de teruggekochte kernkapitaaleffecten
(EUR 0,9 miljard). De toename is verder met name te danken aan
hogere her­waar­de­rings­reserves voor vastrentende waarden en
voor aandelen.
In het gecorrigeerde vermogen wordt de herwaarderingsreserve
op vastrentende waarden weer toegevoegd met het oog op de
asymmetrie in de berekening van de activa en passiva. Voor
verkoop beschikbare activa worden gewaardeerd in het eigen
vermogen op basis van actuele marktprijzen, terwijl de passiva op
ING Groep Jaarverslag 2009
21
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Kapitaalbeheer (vervolg)
basis van de geamortiseerde kostprijs worden verantwoord.
Het gecorrigeerde vermogen verbeterde met EUR 3,3 miljard.
Daarvan viel EUR 1,7 miljard toe te schrijven aan de netto-opbrengst
van de claimemissie, die hoger lag dan de terugbetaling van de
kernkapitaaleffecten aan de Nederlandse Staat.
BELANGRIJKE KAPITAAL- EN LEVERAGERATIO’S
De hefboom (leverage) van ING Groep, gedefinieerd als
geïnvesteerd eigen vermogen van de Groep in ING Bank en
ING Verzekeringen na aftrek van het gecorrigeerde vermogen van
de Groep, daalde van EUR 7,2 miljard naar EUR 6,9 miljard. De
verhouding schuld/eigen vermogen nam derhalve af van 13,5% tot
12,4%. ING Groep heeft in de loop van het jaar EUR 0,15 miljard
in het bankbedrijf gestoken en per saldo EUR 0,2 miljard naar het
verzekeringsbedrijf uitgezet. De Groep heeft met een claimemissie
EUR 7,5 miljard aan kapitaal aangetrokken. Daarvan is EUR 5,6
miljard gebruikt voor de vervroegde terugkoop van kernkapitaaleffecten van de Nederlandse Staat voor EUR 5 miljard en EUR 1,3
miljard (voor belastingen) voor de eenmalige IABF-betaling, zoals
overeengekomen met de Europese Commissie.
In 2009 is geen hybride tier 1-kapitaal aangetrokken. Als gevolg
van de financiële crisis staan hybride leningen in de markt minder
hoog aangeschreven. Om het bedrag aan hybride leningen bij ING
Verzekeringen te verlagen, heeft ING Groep EUR 1 miljard aan
hybride leningen doorgeleend aan ING Bank, die eerder waren
doorgeleend aan ING Verzekeringen.
Het tier 1-kapitaal bij ING Bank steeg van EUR 32 miljard naar EUR 34
miljard, waardoor de tier 1-ratio verder verbeterde van 9,3% ultimo
2008 tot 10,2%. De nettowinst in het bankbedrijf bedroeg EUR 0,7
miljard. De naar risico-gewogen activa daalden van EUR 343 miljard
begin 2009 tot EUR 332 miljard tegen het eind van het jaar. Onder
Basel I was sprake van een afname van EUR 477 miljard tot EUR 448
miljard. De nominale balans van ING Bank daalde fors van EUR 1.035
miljard naar EUR 882 miljard (–15%) als onderdeel van het schuldafbouwprogramma. Het verschil tussen de nominale balansgroei en
de groei van naar risico-gewogen activa wordt verklaard door de
relatieve verlaging van de geldmarktactiviteiten. De nominale
kredietverlening door ING Bank daalde met 8% van EUR 598 miljard
naar EUR 552 miljard. De verhouding schuld/eigen vermogen steeg bij
ING Verzekeringen van 8,8% naar 9,7%. De ratio hybride leningen
van ING Verzekeringen is teruggebracht tot onder het streefdoel
van 25% door het overbrengen van het surplus naar ING Bank.
FINANCIERINGSTRANSACTIES
In 2009 zijn de volgende leningen uitgevoerd:
Voor ING Bank N.V.
• EUR 4.000 miljoen 5-jaars obligatie met staatsgarantie
• USD 6.000 miljoen 3-jaars obligatie met staatsgarantie
• USD 2.000 miljoen 5-jaars obligatie met staatsgarantie
• EUR 2.000 miljoen 5-jaars gedekte obligatie
• EUR 1.250 miljoen 10-jaars gedekte obligatie
ACQUISITIES EN DESINVESTERINGEN
In 2009 heeft ING als onderdeel van het Back-to-Basics-programma
diverse activiteiten afgestoten. De nadruk komt hierdoor te liggen
op minder, maar sterkere activiteiten.
ING heeft de Taiwanese levensverzekeringsactiviteiten verkocht aan
Fubon Financial Holding Co. Ltd voor een bedrag van EUR 466
22
ING Groep Jaarverslag 2009
miljoen. Het verlies op de verkoop, die in februari is afgerond,
kwam daarmee uit op EUR 292 miljoen. De uiteindelijke cijfers
wijken af van de opbrengst van EUR 447 miljoen die in 2008 was
gemeld. Dit komt door koersbewegingen in de dollar/euro in de
periode tussen het moment dat de voorlopige verkoopovereen­komst
werd ondertekend en de datum van afronding. Fubon heeft het
bedrag van de aankoop voldaan in aandelen en achtergesteld
schuldpapier. ING heeft hierdoor een aandelenbelang in Fubon
verworven van 5%, waarvan de koers ultimo 2009 met 71% was
gestegen (in euro’s). ING heeft het belang van 70% in ING Canada
verkocht. Via een onderhandse plaatsing bij een groep institu­tio­
nele beleggers is circa EUR 1.316 miljoen aangetrokken, terwijl
de resterende aandelen zijn overgedaan aan een syndicaat. De
verhouding schuld/eigen vermogen van ING Verzekeringen is
hierdoor met ruim 400 basispunten verbeterd. ING heeft daarnaast
de verkoop afgerond van het belang van 51% in ING Australia, de
joint venture voor verzekeringen en vermogensbeheer in Australië
en Nieuw-Zeeland, aan jointventurepartner ANZ Bank. Met de
transactie was EUR 1,1 miljard in contanten gemoeid, de winst
van ING bedroeg EUR 337 miljoen en de verhouding schuld/
eigen vermogen van ING Verzekeringen daalde hierdoor met
365 basispunten. Overige verkopen waren onder andere de
verkoop van annuïteiten- en hypotheekactiviteiten in Chili aan
Corp Group Vida Chile, ING’s particuliere pensioenfonds in
Rusland en de lijfrenteactiviteiten in Argentinië.
ING heeft de verkoop aangekondigd van Private Banking Azië aan
Oversea-Chinese Banking Corporation (OCBC). De verkoop van
circa EUR 1 miljard levert een winst op van circa EUR 300 miljoen.
De transactie is op 29 januari 2010 afgerond. De verkoop van de
Zwitserse Private Banking-activiteiten aan Julius Baer was eveneens
aangekondigd, voor circa EUR 344 miljoen (CHF 520 miljoen). De
winst bedraagt naar schatting EUR 70 miljoen. Deze transactie is
op 14 januari 2010 afgerond.
Andere aangekondigde transacties waren onder andere de
voorgenomen overdracht van de Amerikaanse herverzekeringsactiviteiten aan Reinsurance Group of America, Inc, met een
bescheiden positief effect op de winstontwikkeling van ING in
2010. De transactie levert naar verwachting EUR 100 miljoen aan
beschikbaar kapitaal op en verbetert de verhouding schuld/eigen
vermogen van ING Verzekeringen met circa 60 basispunten.
Deze overdracht is op 1 januari 2010 afgerond. ING heeft daarnaast de verkoop aangekondigd van drie onafhankelijke brokerdealeractiviteiten voor particulieren in de VS: Financial Network
Investment Corporation, Multi-Financial Securities Corporation en
PrimeVest Financial Services, Inc. De koper is Lightyear Capital LLC.
De transactie is afgerond op 31 januari 2010 en heeft naar ver­
wachting geen belangrijk effect gehad op de winstontwikkeling
van ING.
ING heeft tevens een overeenkomst aangekondigd voor de
verkoop van het 50%-belang in Pacific Antai Life Insurance
Company (PALIC) aan China Construction Bank (CCB). Deze
transactie wordt naar verwachting in de tweede helft van 2010
afgerond, onder voorbehoud van de benodigde goedkeuring
van de toezichthouders.
ING Platform Services (IPS), een vermogensbeheerplatform
in Hongkong en Singapore, is verkocht aan iFAST, een
Singaporese aanbieder.
Risicobeheer
Verdere risicovermindering in lijn met Back to Basics
ING is doorgegaan met het nemen van maatregelen ter
vermindering van risico’s, maar had in 2009 nog altijd last van
illiquide markten, al verbeterden sommige markten wel. Vooral de
vastgoedmarkten en activa met vastgoed als onderliggende waarde
hadden te lijden van de aanhoudende onrust. Het jaar 2009 stond
ook in het teken van voorstellen voor wijzigingen in wet- en
regelgeving. Veel van die regels kunnen effect hebben op
risicobeheer, risicometing en de financiële positie van ING.
Behalve aan de verlaging van het risicoprofiel via risicomitigatie
heeft ING ook gewerkt aan het in de praktijk brengen van de in
voorgaande jaren geleerde lessen. Dat gold met name voor de
risico-organisatie, de risicometing en de risicotolerantie. De risicoorganisatie is versterkt met een Risk Committee, bestaande uit
leden van de Raad van Commissarissen. Gedurende 2009 heeft
ING gewerkt aan het verder verbeteren en vereenvoudigen van de
methodologie voor risicometing en risicotolerantie.
Effect van bijzondere waardeverminderingen,
marktwaardeveranderingen en handelsverliezen
ten laste van de winst-en-verliesrekening voor belastingen
in miljoenen euro’s
Amerikaans subprime-RMBS
Alt-A-RMBS
CDO’s/CLO’s
CMBS
Totaal
2009
2008
–350
–1.405
133
–25
–1.647
–120
–2.064
–394
0
–2.578
Amerikaans subprime-RMBS, Alt-A-RMBS, CDO/CLO en CMBSposities en herwaarderingen ultimo 2009
in miljoenen euro’s
Marktwaarde
Herwaardering via
eigen
vermogen
(voor
belastingen)
Amerikaans subprime-RMBS
Alt-A-RMBS
CDO’s/CLO’s
CMBS
Totaal
1.428
2.964
4.087
7.711
16.190
–811
–239
–127
–1.834
–3.011
RISICOBEHEER BIJ ING
Het nemen van afgewogen risico’s is inherent aan de bedrijfs­voering van ING. Als financiële dienstverlener actief op het gebied
van bankieren, beleggen, levensverzekeringen en pensioenen staat
ING bloot aan diverse risico’s. Om ervoor te zorgen dat die risico’s
weloverwogen worden genomen, heeft ING het risicobeheer in de
dagelijkse activiteiten en strategische planning geïntegreerd. Risk
Management biedt ondersteuning door de risicotolerantie, de risico­
stra­te­gieën, het risicobeleid en de risicolimieten vast te stellen.
De afde­ling verzorgt evaluaties, toezicht en ondersteuning voor
de hele Groep.
Risk Management heeft als missie het creëren van een duurzaam
concurrentievoordeel door het volledig integreren van risicobeheer
in de dagelijkse bedrijfsactiviteiten en de strategische planning
van ING. De volgende uitgangspunten moeten helpen dat doel
te verwezenlijken:
• Producten en portefeuilles worden gestructureerd, geprijsd,
goedgekeurd en beheerd en de naleving van interne en externe
richtlijnen wordt bewaakt.
• Het risicoprofiel van ING is transparant en is in overeenstemming
met gedelegeerde bevoegdheden. Dit profiel wordt zodanig
beheerd dat verrassingen worden vermeden.
• Over risicobeheer en waardecreatie wordt open gecommuniceerd naar zowel interne als externe belanghebbenden.
De recente turbulentie op de markten benadrukt het belang
van het naleven van deze missie.
ING heeft het risicobeheer de afgelopen jaren stelselmatig
verbeterd door te investeren in mensen, aansturing, processen,
meetinstrumenten en systemen. Dit is noodzakelijk gezien de
toenemende eisen van investeerders en de met de marktpraktijken
mee ontwikkelende wet- en regelgeving.
ondersteunING BEDRIJFSactiviteiten
Risicobeheer komt direct ten goede aan ING en de aandeelhouders
van ING in de vorm van efficiënte kapitalisatie en lagere risico- en
financieringskosten. De kapitaalkosten worden teruggedrongen
door samen met kredietbeoordelaars en toezichthouders te
werken aan het afstemmen van de kapitaalvereisten en de risico’s.
Risk Management biedt ondersteuning bij het verlagen van de
financieringskosten, bij het toepassen van de nieuwste risico­
beheerinstrumenten en -vaardigheden en bij het verlagen van het
stra­te­gisch risico. De bedrijfsonderdelen kunnen zich op die manier
op hun kernexpertise toeleggen en daardoor sterker concurreren
in hun specifieke markten.
Met behulp van risicometing identificeert ING de portefeuilles die
economische waarde opleveren. Risicobeheer helpt niet alleen de
economisch meest kansrijke segmenten op te sporen, maar ook de
activiteiten die achterblijven en die in sommige gevallen moeten
worden verkocht.
Bepaling van de risicotolerantie
De risicotolerantie voor ING wordt bepaald door de Raad van
Bestuur en bekrachtigd door het Risk Committee van de Raad van
Commissarissen. Deze Risicocommissie is in 2009 opgericht om de
risico-organisatie van ING te versterken en de leden van de Raad
van Commissarissen in staat te stellen om meer op de toekomst
gericht mee te denken over risico. Door deze nieuwe structuur
richten de Auditcommissie en de Risicocommissie zich elk op een
eigen aandachtsgebied, waardoor er gewaarborgd wordt dat
ING Groep Jaarverslag 2009
23
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Risicobeheer (vervolg)
zowel de financiële rapportage als aan risico gerelateerde
onderwerpen meer verscherpte aandacht krijgen.
Het risicoraamwerk van ING moet ervoor zorgen dat de risicotolerantie binnen de hele Groep wordt gecommuniceerd en
nageleefd. Dit raamwerk bestaat uit drie verdedigingslinies: de
divisies, die primair de verantwoordelijkheid hebben voor het
dagelijks beheer; Risk Management en Finance, die het beleid en
de risicolimieten opstellen en het risicotoezicht uitvoeren en ook
zorgdragen voor de dagelijkse goedkeuring van transacties; en
Corporate Audit Services, de interne accountantsdienst van ING
Groep, dat de opzet en werking van de interne controle op de
risico’s op alle niveaus van ING Groep onafhankelijk beoordeelt.
Het financiële risicodashboard
De risicotolerantie, oftewel de bereidheid van de Groep om risico’s
te nemen, wordt gemeten aan de hand van drie maatstaven:
earnings at risk (EaR), capital at risk (CaR) en economisch kapitaal.
Het financiële risicodashboard meet EaR en CaR. Het is aan het
management van de divisies om binnen de vastgestelde risicogrenzen maximale waarde te realiseren, terwijl Risk Management
het feitelijke risicoprofiel aan de hand van de risicotolerantie
bewaakt en beheerst. Met behulp van deze maatstaven kan de
Raad van Bestuur eventuele risicoconcentraties identificeren en
risicoverminderende acties inzetten. Het risicodashboard biedt een
overzicht van de risico’s in alle bank- en verzekeringsactiviteiten.
Hiermee wordt de controle op de mate waarin genomen risico in
lijn is met de risicotolerantie mogelijk gemaakt. ING kan hiermee
strategische beslissingen baseren op vergelijkbare risicomaatstaven
en kapitaal zo efficiënt mogelijk toewijzen. De crisis heeft het
belang en de waarde van deze maatstaven bewezen: het risicodashboard werd ingezet als instrument om de Raad van Bestuur
te informeren over de potentiële effecten van risicoverminderende
acties op het Groepsbrede risicoprofiel. Door de crisis zijn tevens
een aantal tekortkomingen van de methodiek aan het licht
gekomen. Er is gewerkt aan het beter toesnijden van EaR op
de verslaggevingsgrondslagen.
Door de lering die uit de crisis is getrokken, heeft ING in 2009 het
risicotolerantieraamwerk geherdefinieerd. Het aangepaste raamwerk sluit nu beter aan bij de doelstellingen voor kapitaalbeheer.
Uit de crisis is tevens gebleken dat de kapitaalvereisten, en dan met
name veranderingen daarin, een knelpunt kunnen gaan vormen.
ING heeft in 2009 een aantal nieuwe maatstaven ontwikkeld om
het risico, dat de kapitaalvereisten als gevolg van gewijzigde
marktomstandigheden veranderen, beter te kunnen beheersen.
Met de maatstaf Risk-Weighted Assets at Risk (RWA@Risk) wordt
de beheersbaarheid van naar risico-gewogen activa voor ING Bank
verbeterd. Daarnaast werd de maatstaf Local Solvency at Risk
ontwikkeld voor ING Verzekeringen. Het herziene raamwerk is
ingevoerd in 2010 en zal verder uitgerold worden.
Niet-financieel risicodashboard
Sinds 2008 staat het niet-financiële risicodashboard als standaardrapportage op de agenda van zowel de Raad van Bestuur als de
Auditcommissie en (vanaf 2009) de Risicocommissie. Het nietfinanciële risicodashboard is geïntroduceerd om de belangrijkste
risicoposities in de gaten te houden als de risico’s van de bedrijfs­
onderdelen aan de orde zijn. Het dashboard biedt uitgebreide en
geïntegreerde risico-informatie over operationele, compliance- en
juridische risico’s, gebruikmakend van een consistente aanpak en
risico-gerelateerde vaktaal op alle niveaus binnen de organisatie.
24
ING Groep Jaarverslag 2009
MARKTONTWIKKELINGEN IN 2009
In 2009 herstelden sommige markten zich van de crisis van 20072008. Andere markten daarentegen stabiliseerden of verslechterden juist. Zo trokken de aandelenmarkten aan. De Amerikaanse
huizenmarkt gleed echter in de eerste helft van het jaar verder
af, maar verbeterde licht in het tweede halfjaar. Per saldo zijn
de Amerikaanse huizenprijzen ten opzichte van eind 2008 iets
gedaald. Vastgoedprijzen en koersen van beleggingen met
vastgoed als onderliggende waarde stonden daardoor nog altijd
onder druk.
De marktverbetering kwam tevens tot uitdrukking in afnemende
volatiliteit en minder hoge kredietopslagen. De korte rente is blijven
dalen in zowel de Verenigde Staten als Europa. De lange rente ging
in Europa iets omlaag ten opzichte van het niveau van 2008, terwijl
die in de Verenigde Staten in 2009 juist steeg.
RISICOVERMINDERING
Vooruitlopend op een verdere neergang van de markten in 2009
heeft ING nog meer acties ondernomen om de risico’s in de
belangrijkste beleggingscategorieën terug te dringen. Zo zijn de in
2008 ingezette initiatieven voor het verlagen van risico’s voortgezet
en verder uitgebreid. Door de afbouw van de schuldposities zijn de
risico’s verkleind. Dit gebeurde via een verkorting van de balans van
het bankbedrijf. Door Back to Basics is het risico verder afgenomen
via de verkoop van activiteiten, waardoor de aandacht meer is
komen te liggen op de kernactiviteiten en -markten van ING.
De inspanningen voor de balansverkorting van het bankbedrijf zijn
al in 2008 gestart. In de loop van 2009 is de balans nog verder
verkort, met EUR 153 miljard. Het streefdoel van EUR 108 miljard
is hiermee gehaald. De balansverkorting was ook duidelijk zichtbaar
in de ‘beschikbaar voor verkoop’-portefeuille, die in 2009
met EUR 45 miljard afnam. Deze verlaging is gerealiseerd door
aflopende obligatieleningen en vervroegde aflossingen, maar ook
door diverse herrubriceringen naar de categorieën Kredieten en
Bankiers. Van ING Direct is de beleggingsportefeuille verkleind en
is de nadruk verschoven naar activa gebaseerd op eigen productie.
Behalve dat de herwaarderingsreserve aanzienlijk is verbeterd,
is ING in 2009 ook minder gevoelig geworden voor veranderingen
in die herwaarderingsreserve. Door de combinatie van balansverkorting en verbetering van het IFRS-vermogen is de
hefboom verbeterd van 35,3 per 31 december 2008 tot 27,8
per 31 december 2009.
De nadruk lag in 2009 daarnaast op het beheersen van de naar
risico-gewogen activa. Veranderingen in de kredietkwaliteit
(credit migration) door verlaging van de kredietbeoordeling van
tegen­partijen zorgden voor hogere risicowegingen en vereisten
daardoor meer wettelijk kapitaal. Om de toename van de naar
risico-ge­wo­gen activa in te perken heeft ING diverse stappen
ondernomen om de risico’s terug te dringen. Een eerste, zeer
belangrijke stap was de steunfaciliteit voor illiquide activa die ING
en de Nederlandse Staat begin 2009 overeenkwamen (zie ‘ING en
het financiële klimaat’). De verdere beheersing van de migratie in
de naar risico-gewogen activa is mede gerealiseerd door de verdere
verlaging van de RMBS-portefeuille, bijvoorbeeld door de verkoop
van Amerikaanse prime-RMBS in het vierde kwartaal. Door deze
acties en andere maat­regelen van het management zijn de naar
risico-gewogen activa in 2009 met EUR 11 miljard teruggedrongen,
van EUR 343 miljard ultimo 2008 tot EUR 332 miljard ultimo 2009.
ING heeft in 2009 de risico’s binnen het productaanbod verder
verkleind, onder andere door aanpassing van producten (vooral
de lijfrentes met variabele uitkeringen in de VS) en het verwijderen
van producten uit het productaanbod in overeenstemming met
Back to Basics.
sector is de bancaire relatiebeheeractiviteiten uit te breiden, waarbij
strikte interne risico- en rendementsrichtlijnen en beheermaat­
regelen worden gehandhaafd.
DE VERMOGENSBASIS VAN ING
ING trekt voornamelijk spaargelden aan van particulieren en
bedrijven uit de hele wereld, en investeert deze vervolgens in
diverse activa. Als een van de grootste spaarbanken ter wereld had
ING ultimo 2009 een omvangrijke en kwalitatief hoogwaardige
balans van EUR 1.164 miljard. Naast ‘Financiële activa tegen reële
waarde met waardemutaties door het resultaat’, heeft ING twee
andere belangrijkste activa-categorieën op de balans. De eerste
groep van EUR 579 miljard bestaat uit zakelijke leningen en hypotheken, met een onderpand of een goede kredietbeoordeling.
De tweede groep activa, met een omvang van EUR 212 miljard,
betreft beleggingen, waarvan 95,8% in vastrentende waarden en
4,2% in aandelen. Tot slot heeft ING EUR 233 miljard in financiële
activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat.
Het kredietrisico van ING heeft voornamelijk betrekking op de
traditionele kredietverlening aan bedrijven en particulieren, gevolgd
door investeringen in obligaties en overige gesecuritiseerde activa.
Leningen aan particulieren betreffen hoofdzakelijk hypotheken
met onroerend goed als zekerheid. Kredieten (inclusief uitgegeven
garanties) aan bedrijven zijn veelal gedekt, maar kunnen ook
ongedekt worden verstrekt op basis van een interne analyse
van de kredietwaardigheid van de kredietnemer. Obligaties in de
beleggingsportefeuille zijn doorgaans ongedekt. Securitisaties,
zoals Mortgage Backed Securities (MBS, oftewel door
woninghypotheken gedekte vermogenswaarden) en Asset Backed
Securities (ABS, oftewel door activa gedekte vermogenswaarden),
zijn gedekt door het pro rata-deel van de onderliggende
gediversifieerde activa (zakelijke of woninghypotheken,
autoleningen of andere activa), die aangehouden worden door de
emittent van de effecten.
BEHEER VAN HET LIQUIDITEITSRISICO BIJ ING
De beschikbaarheid van liquiditeit op de kapitaalmarkten is in de
loop van 2009 sterk verbeterd. Het beheer van het liquiditeitsrisico
blijft altijd een belangrijk aandachtspunt. De benadering van het
liquiditeitsbeheer bij ING vereist een overschot aan liquide activa,
calamiteitenplannen voor liquiditeit en een nauwlettende bewaking
van de marktomstandigheden. ING Bank profiteert van een
gediversifieerde financieringsbasis: deposito’s zijn goed voor ruim
60% van de totale financiering. Deze particuliere tegoeden en
tegoeden van bedrijven worden beschouwd als een stabiele bron
van financiering.
BEHEER VAN HET MARKTRISICO BIJ ING BANK
Marktrisico betreft het risico dat bewegingen in marktfactoren,
zoals rentetarieven, aandelenkoersen, valutakoersen en vastgoedkoersen, een negatief effect hebben op de resultaten, de marktwaarde of de liquiditeitspositie van de bank. Marktrisico vloeit
voort uit posities in tradingboeken of in de bankboeken. De
handels­posities worden aangehouden om te profiteren van
koersbewegingen op de korte termijn, terwijl de posities in
de bankboeken worden aangehouden voor de lange termijn
(of tot einde looptijd) of voor het doel om andere posities in het
bankboek af te dekken.
Als gevolg van de financiële crisis hebben banktoezichthouders en
andere toezichthoudende instanties uitgebreid overleg gevoerd met
de financiële sector over een aanscherping van de liquiditeitseisen.
Naar verwachting worden de komende jaren strengere regels van
kracht. Vooruitlopend daarop heeft ING het afgelopen jaar de
liquiditeitsbuffers verhoogd.
Binnen ING Bank valt het toezicht op het marktrisico (inclusief
liquiditeitsrisico) onder de Asset and Liability Committee-functie
(ALCO), met ALCO Bank als hoogste autoriteit voor goedkeuring.
ALCO Bank bepaalt de totale risicotolerantie voor het marktrisico.
De ALCO-functie is regionaal georganiseerd met uitzondering van
ING Direct, dat een eigen ALCO heeft. De divisies Retail Banking
en Commercial Banking zijn vertegenwoordigd binnen de respectievelijke regionale en lokale ALCO’s. De ALCO-structuur binnen
ING Bank maakt top-down risicobeheer, limietbepaling, controle
van en toezicht op het marktrisico mogelijk. Dit verzekert een
correcte implementatie van de risicotolerantie van ING Bank.
Als aangewezen onafhankelijke afdeling is Corporate Market
Risk Management (CMRM) verantwoordelijk voor het ontwerp
en de uitvoering van de marktrisicobeheerfuncties van de bank
ter ondersteuning van de ALCO-functie. In de CMRM-structuur
wordt onderkend dat het nemen en beheersen van risico voor een
groot gedeelte op regionaal/lokaal niveau plaatsvindt. Bottom-up
rapportage stelt het management in staat om het marktrisico op
alle relevante niveaus volledig te overzien.
BEHEER VAN HET KREDIETRISICO
Kredietrisico is het risico van een verlies door het in gebreke blijven
van een debiteur (inclusief emittenten van obligaties) of tegenpartijen. Kredietrisico wordt onderverdeeld in vijf hoofdcategorieën
van risico: kredietverlening (inclusief garanties en kredietbrieven);
beleggingen; pre-settlement (derivaten, effectenfinanciering en
valutahandel); geldmarkten en settlement. Corporate Credit Risk
Management (CCRM) is verantwoordelijk voor het meten en
beheersen van het kredietrisico van alle entiteiten van ING Groep,
inclusief het landenrisico. CCRM is georganiseerd op het niveau van
de drie divisies van ING Bank (Retail Banking, ING Direct en
Commercial Banking) en van ING Verzekeringen. Het hoofd van
CCRM is functioneel verantwoordelijk voor het wereldwijde
netwerk van kredietrisicomedewerkers, terwijl de hoofden van
de kredietrisicobeheerfuncties van de divisies direct aan het
hoofd van CCRM rapporteren.
Het kredietbeleid van ING is gericht op het aanhouden van een
internationaal gediversifieerde kredietportefeuille, waarbij grote
risicoconcentraties worden vermeden. Het accent ligt op het
beheren van de activiteiten binnen de divisies door middel van topdown concentratielimieten voor landen, individuele leningnemers
en groepen van leningnemers. De doelstelling binnen de bancaire
CMRM is verantwoordelijk voor het bepalen van adequate
beleidslijnen en procedures voor het beheren van marktrisico en
voor het toezicht op de naleving van deze richtlijnen. Een belangrijk
element van de marktrisicobeheerfunctie is de beoordeling van
het marktrisico van nieuwe producten en activiteiten. Daarnaast
onderhoudt CMRM een adequaat limietenstelsel in lijn met de
totale risicotolerantie van de bank. Het is de verantwoordelijkheid
van de divisies om zich aan de door ALCO Bank goedgekeurde
limieten te houden. Limietoverschrijdingen worden tijdig aan het
senior management gerapporteerd en de divisies zijn verplicht om
ING Groep Jaarverslag 2009
25
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Risicobeheer (vervolg)
acties te ondernemen om de risicopositie te reduceren.
BEHEER VAN HET VERZEKERINGSRISICO
ING levert een breed scala aan levens- en schadeverzekeringen.
De risico’s die voortvloeien uit deze verzekeringsproducten hebben
betrekking op de toereikendheid van de verzekeringspremies
en de voorzieningen voor verzekeringsverplichtingen en de
ver­mogenspositie alsmede de onzekerheid over het toekomstig
rendement op investeringen van de verzekeringspremies. Risico’s
worden als volgt onderverdeeld: actuarieel en verzekerings­
technisch risico, marktrisico, liquiditeitsrisico, kredietrisico,
bedrijfsrisico en operationeel risico.
ING VERZEKERINGEN – VERZEKERINGSTECHNISCH RISICO
Actuariële en verzekeringstechnische risico’s zijn risico’s zoals
sterfte, langleven, invaliditeit, ongunstige schadeontwikkelingen bij
auto- of woningverzekeringen die voortkomen uit de prijsstelling
en acceptatie van de verzekeringscontracten. Deze risico’s kunnen
over het algemeen niet direct op de financiële markten worden
afgedekt en worden veelal verminderd door diversificatie over
grote portefeuilles. Zij worden derhalve hoofdzakelijk beheerst op
contractniveau door productontwikkelingseisen zoals opgesteld
door de Risk Managementfunctie van ING Verzekeringen, onaf­han­
kelijke goedkeuringsprocedures van nieuwe producten en risico­
beperkingen met betrekking tot de voorwaarden in de met de
klanten overeengekomen verzekeringspolissen.
Niet-gediversifieerde portefeuillerisico’s worden voornamelijk
beheerst aan de hand van concentratie- en positielimieten naast
herverzekering en/of securitisatie. Voor de schadeverzekeringen
worden de risicotoleranties vastgesteld per verzekeringstype voor
rampen (bijvoorbeeld natuurgeweld zoals stormen, aardbevingen
en overstromingen) en per individueel risico.
Voor de bepaling van de omvang van de benodigde
herverzekeringen worden de risicotolerantieniveaus afgezet tegen
het geschatte maximaal waarschijnlijke verlies als gevolg van
rampen met een kans op voorkomen van 1 op 250, hetgeen
in de sector gebruikelijk is. Het totaal van verzekeringsrisico’s
en concentraties daarin wordt binnen de gegeven limieten
en risicotolerantieniveaus actief beheerd met behulp van
herverzekering. Met name voor de schadeverzekeringsportefeuilles
koopt ING bescherming waardoor het risico door natuurrampen
aanzienlijk wordt verkleind. ING meent dat de kredietrisico’s uit
herverzekeringscontracten minimaal zijn. Deze posities worden
regelmatig gecontroleerd.
ING VERZEKERINGEN – Marktrisico
ING Verzekeringen staat bloot aan marktrisico, gekoppeld aan de
mate waarin ontwikkelingen op de financiële markten de marktwaarde van de nettobeleggingen nadelig kunnen beïnvloeden;
rente, aandelenkoersen, impliciete volatiliteiten van opties, wisselkoersen en vastgoedprijzen. Veranderingen in de koersen op de
financiële markten zijn direct van invloed op de marktwaarde van
de huidige vermogensportefeuille van ING en afdekkingsderivaten,
en indirect op de berekende marktwaarde van de
verzekeringsverplichtingen.
BEHEER VAN HET OPERATIONEEL RISICO
ING staat dagelijks bloot aan operationeel risico via de relatie met
klanten, het productaanbod, de IT-infrastructuur en de dagelijkse
activiteiten. Operationeel risico is het risico van directe of indirecte
verliezen als gevolg van ontoereikende of tekortschietende interne
26
ING Groep Jaarverslag 2009
processen, mensen en systemen of door externe gebeurtenissen.
Dit omvat ook het risico op reputatieverlies, evenals het juridisch
risico. De effectieve beheersing van operationele risico’s leidt tot
stabielere bedrijfsprocessen (inclusief IT-systemen) en lagere
operationele risicokosten. Operational Risk Management (ORM)
gebruikt een gelaagde, functionele aanpak op divisieniveau,
waardoor het Groepsbrede ORM-raamwerk, het beleid en de
minimumstandaarden systematisch en consequent worden
geïmplementeerd.
ING heeft een allesomvattend raamwerk ontwikkeld voor het
beheersen en ondersteunen van het proces van identificatie,
vermindering, meting en bewaking van operationele risico’s.
Generieke verplichte controlemaatregelen worden in het ORMbeleid omschreven. De beleidslijnen zijn in 2009 nader verfijnd.
Duidelijk en toegankelijk beleid en heldere procedures zijn
verankerd in de bedrijfsprocessen van alle divisies van ING. Via
de aanwezige infrastructuur kan het management incidenten en
operationele risicoproblemen volgen. Een uitgebreid systeem van
interne beheersing zorgt ervoor dat het operationele risico steeds
beter wordt beheerst. ING gebruikt deze kennis (en leert van
incidenten) om de beheersing van de belangrijkste processen
te verbeteren.
goede naleving van wet- en regelgeving
ING is van mening dat het goed naleven van wet- en regelgeving
in het belang is van haar klanten, aandeelhouders en medewerkers
en essentieel is voor de manier waarop ING zakendoet. Het naleven
van relevante wet- en regelgeving en ethische en interne normen,
zowel naar de letter als naar de geest, is een voorwaarde voor het
behoud van ING’s goede reputatie. Bovendien leidt dit tot lagere
operationele risicokosten en stabielere bedrijfsprocessen.
De Raad van Bestuur, het Bestuur Bank en het Bestuur Verzekeringen, alsmede het senior management hebben een duidelijke
visie op reputatiemanagement, die de nalevings- en operationele
risicobeheer-functie overstijgt. Ter bescherming van de reputatie
van ING verwachten zij van alle medewerkers en managers
onberispelijk persoonlijk gedrag en de hoogste mate van integriteit.
In 2009 is het niet-financiële risicodashboard, waarmee het
management beschikt over een overzicht van alle belangrijke risico’s
binnen het eigen aandachtsgebied, de standaard geworden voor
de rappor-tage aan het management. Er zijn tevens vervolgstappen
onder-nomen in de realisatie van een IT-toepassing voor het nietfinanciële risicodashboard. Met de in 2009 geactualiseerde FECminimum- standaarden wordt nogmaals het belang onderstreept
van het beleid tegen witwassen en de financiering van terroristische
en criminele activiteiten.
VERANKERING FEC-BELEID
ING’s inzet om elke betrokkenheid bij criminele activiteiten te
voorkomen is nog eens kracht bijgezet met een herziening en
actualisering van het extraterritoriale beleid en het beleid financieeleconomische criminaliteit. Als onderdeel van haar verplichting om
relevante scholing te verzorgen, heeft ING een aantal gespecialiseerde persoonlijke trainingssessies georganiseerd voor ruim 250
Money Laundering Reporting Officers, stafmedewerkers die zijn
belast met witwaspreventie en -rapportage. Op deze manier kon
informatie over het bijgewerkte beleid gedeeld worden, en tevens
boden de sessies een uitstekende gelegenheid om best practices
uit te wisselen.
Samenvatting
Bankbedrijf
Bestuur Bank
per 1 januari 2010
Jan Hommen
voorzitter
Patrick Flynn
chief financial officer
Koos Timmermans
chief risk officer
Eric Boyer de la Giroday
vicevoorzitter en
CEO Commercial Banking
Hans van der Noordaa
CEO Retail Banking Benelux
Eli Leenaars
CEO Retail Banking Direct & International
In 2009 was ING Bank samengesteld uit Retail Banking, ING Direct
en Commercial Banking. De bank is sterk gepositioneerd in Europa,
met name in haar thuismarkten in de Benelux, en heeft een goede
uitgangspositie in de grootste Centraal-Europese landen: Polen,
Roemenië en Turkije. Buiten Europa liggen de groeimogelijkheden
in Canada, Australië, India, China en Thailand.
De Beneluxlanden behoren tot de thuismarkt van ING Bank.
ING is de op één na grootste retailbank in Nederland en de op drie
na grootste in België en heeft een sterke commerciële bank in de
Benelux met een internationaal netwerk. ING is ‘s werelds leidende
directbank. Met ING-DiBa is ING Bank de op twee na grootste
retailbank in Duitsland.
Het onderliggende resultaat voor belastingen (exclusief de invloed
van desinvesteringen en bijzondere posten) verbeterde met 100,4%
naar EUR 900 miljoen, ondanks de aanhoudend zwakke Ameri­kaan­
se huizenmarkt en onroerendgoedmarkt. Hieraan werd bijgedragen
door een sterke verbetering van de onderliggende resultaten vóór
marktinvloeden en risicokosten bij alledrie de divisies. De risicokosten
stegen echter aanzienlijk, omdat de kredietcrisis ook de reële
economie beïnvloedde. Retail Banking en Commercial Banking
bleven winstgevend, terwijl ING Direct het verlies beperkte tot
EUR 666 miljoen.
Het totaalresultaat voor belastingen van het bankbedrijf daalde
naar een verlies van EUR 826 miljoen over 2009, vergeleken met
een winst van EUR 148 miljoen in 2008, vooral door EUR 1.726
miljoen aan bijzondere posten. Deze hebben vooral betrekking op
additionele betalingen in verband met de steunfaciliteit voor
illiquide activa en kosten als gevolg van de samenvoeging van de
retailbankingactiviteiten in Nederland.
De onderliggende baten stegen met 13,5% tot EUR 13.312 miljoen.
Het renteresultaat steeg met 13,1%, vooral door hogere marges bij
ING Direct en Commercial Banking. In 2009 stegen de klantensaldi
met EUR 35 miljard tot EUR 1.108 miljard. De totale rentemarge
verbeterde van 1,07% in 2008 tot 1,32%, onder andere door
het verkorten van de balans. De provisiebaten daalden met 7,5%,
vooral door lagere beheervergoedingen. Beleggings- en overige
opbrengsten bedroegen EUR –1.905 miljoen, vergeleken met
EUR -2.250 miljoen in 2008, vooral door aanhoudend hoge
bijzondere waardeverminderingen op obligaties en negatieve
herwaarderingen op onroerend goed.
De onderliggende bedrijfslasten daalden met 5,6% naar EUR 9.439
miljoen, vooral dankzij de kostenbeheersingsinitiatieven die onder­
deel vormen van het Back-to-Basics-programma. Deze daling werd
gerealiseerd ondanks hogere bijzondere waardeverminderingen op
vastgoedontwikkelingsprojecten, gestegen verzekeringspremies
voor depositogaranties bij ING Direct en de getroffen voorziening
voor het Nederlandse depositogarantiestelsel als gevolg van het
faillissement van DSB Bank.
De onderliggende kosten/batenverhouding verbeterde van 85,3%
in 2008 naar 70,9%, vooral door hogere baten. Exclusief bijzondere
waardeverminderingen en veranderingen in de reële waarde, bedroeg
de kosten/batenverhouding in 2009 54,4%.
De onderliggende nettotoevoeging aan de voorziening voor dubieuze
debiteuren steeg van EUR 1.280 miljoen in 2008 tot EUR 2.973
miljoen. De risicokosten in 2009 waren 102 basispunten van de
gemiddelde naar kredietrisico-gewogen activa (2008: 48 basispunten).
Het is ING’s ambitie om een internationaal leidende retail-, directen zakenbank te bouwen, met aantrekkelijke groeimogelijkheden in
Centraal-Europa, Turkije en selecte markten in de regio Azië/Pacific.
ING Groep Jaarverslag 2009
27
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Bankbedrijf
Retail Banking
Degelijk resultaat bij een duidelijke en consistente klantgerichte strategie
Kernpunten
> Voortzetting strategie in lijn met
Back-to-Basics-programma
> Kortetermijnfocus op kostenbesparing,
risicoverlaging en afbouwen schuldpositie
> Goede voortgang met nieuwe servicemodellen in Benelux
> Gericht op langetermijngroei in Azië
> Desinvestering Aziatische en Zwitserse
privatebankingactiviteiten
Ondanks het moeilijke bedrijfsklimaat heeft Retail Banking een
goed resultaat behaald. In lijn met het Back-to-Basics-programma
van de Groep heeft Retail Banking zich met name gericht op
kostenbesparingen, risicoverlaging en afbouwen van de schuld­
positie. In Europa is de geïntegreerde Nederlandse retailbank ING
succesvol geïntroduceerd en de nieuwe servicemodellen in de
Benelux lieten een goede voortgang zien. In Azië is het streven
naar lange­ter­mijn­groei met succes voortgezet. De private­banking­
activiteiten in Azië en Zwitserland zijn verkocht.
FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN
Het resultaat van Retail Banking stond onder druk van de toe­ge­
nomen concurrentie om spaargelden die al in 2008 begon, hoewel
in de loop van 2009 de rentemarges zich geleidelijk herstelden.
In 2009 was de vraag naar kredietverlening bescheiden. De risico­kosten zijn echter gestegen. De nettoproductie van klantensaldi
was EUR 10,9 miljard, waarmee het totaal uitkwam op EUR 497,9
miljard aan het eind van 2009.
Financieel overzicht
in miljoenen euro’s
Totale onderliggende* baten
Onderliggende* bedrijfslasten
Onderliggende* toevoeging aan voorziening
voor dubieuze debiteuren
Onderliggend* resultaat voor belastingen
Totaalresultaat voor belastingen
Onderliggende* kosten/batenverhouding
Klantensaldi (x EUR miljard)
Nettoproductie klantensaldi (x EUR miljard)
Risico-gewogen activa (x EUR miljard)
Onderliggende* RAROC na belastingen
Onderliggend* economisch kapitaal
(x EUR miljard)
2009
2008
7.239
4.708
7.399
5.307
997
1.534
1.164
65,0%
497,9
10,9
98,8
22,7%
401
1.691
1.420
71,7%
478,3
34,2
95,0
21,7%
6,6
5,9
* Onderliggende cijfers zijn afgeleid van cijfers gebaseerd op IFRS-EU, exclusief
de invloed van desinvesteringen en bijzondere posten.
Samenstelling onderliggende baten
in miljoenen euro’s
Nederland
België
Centraal-Europa*
Azië*
Totaal
2009
3.885
2.184
864
306
7.239
* M
et name de retailbankingactiviteiten in Polen, Turkije, Roemenië, India
(ING Vysya Bank), Private Banking Azië, de ING-belangen in Bank of Beijing,
TMB en Kookmin Bank.
Het onderliggend resultaat voor belastingen daalde met 9,3% naar
EUR 1.534 miljoen in 2009, vooral door een sterke stijging van de
risicokosten. Een lichte daling van de baten werd geheel gecom­
penseerd door lagere bedrijfslasten. Het totaalresultaat voor
belastingen daalde met 18,0% naar EUR 1.164 miljoen. Dit is het
gevolg van een last van EUR 370 miljoen die in 2009 als bijzondere
post is meegenomen in verband met de samenvoeging van de
retailbedrijven (Postbank en ING Bank) in Nederland en van het
in april 2009 aangekondigde kostenbesparingsprogramma.
De totale onderliggende baten daalden licht met 2,2% naar
EUR 7.239 miljoen. Het renteresultaat steeg met 3,3%, vooral
dankzij hogere marges en volumes in België. Dit werd grotendeels
tenietgedaan door de invloed van lagere rentemarges in Nederland.
Buiten de Benelux verbeterde het renteresultaat van ING Bank
Turkije en ING Vysya Bank, terwijl dit in Polen verslechterde.
De provisiebaten daalden met 13,3%, vooral als gevolg van lagere
vergoedingen op vermogensbeheerproducten. De beleg­gings­
opbrengsten en overige baten daalden met 44,8%, onder andere
door lagere baten uit producten gerelateerd aan financiële markten
in het mid-corporate segment en lagere dividendinkomsten uit de
aandelenbeleggingen in Azië.
De onderliggende bedrijfslasten namen met 11,3% af naar
EUR 4.708 miljoen, vooral door de kostenbesparingsmaatregelen,
de positieve effecten van de transformatieprogramma’s in de
Benelux en gunstige valuta-invloeden. In de Benelux kwamen de
lasten 10,6% lager uit. Buiten de Benelux bedroeg de afname
14,2%. Als onderdeel van het Back-to-Basics-programma werd in
2009 het aantal interne fte’s met 2.266 teruggebracht. Daarnaast
werd het personeelsbestand verder ingekrompen met nog eens
907 fte’s als gevolg van de samenvoeging van de retailbankingactiviteiten in Nederland. Daarbovenop verminderde Retail Banking
het aantal externe fte’s met bijna 3.800. De onderliggende kosten/
batenverhouding verbeterde van 71,7% in 2008 naar 65,0%.
De toevoeging aan de voorziening voor dubieuze debiteuren
verdubbelde in 2009 ruimschoots naar EUR 997 miljoen, vooral
door hogere risicokosten in de segmenten mid-corporate en
het mkb.
28
ING Groep Jaarverslag 2009
Bij Private Banking stegen de risicokosten omdat de onderliggende
zekerheden voor leningen afnamen. De risicokosten in de
hypothekenportefeuille bleven betrekkelijk laag.
Het onderliggende naar risico-gewogen rendement op kapitaal
(RAROC) na belastingen verbeterde van 21,7% in 2008 naar 22,7%
in 2009. Het gemiddeld economisch kapitaal nam met EUR 0,7
miljard toe tot EUR 6,6 miljard in 2009, vooral in de Benelux en
Turkije. In 2009 stegen de naar risico-gewogen activa met 4,0%
tot EUR 98,8 miljard aan het eind van het jaar; dit is vooral toe te
schrijven aan de stijgingen in Centraal-Europa.
ONTWIKKELINGEN PER LAND
In Nederland daalde het onderliggende resultaat voor belastingen
met 30,2%, vooral door een daling van 10,6% van de baten
als gevolg van lagere rentemarges en een verdubbeling van de
risicokosten. Dit werd gedeeltelijk tenietgedaan door 12,6% lagere
lasten. Ondanks substantieel hogere risicokosten steeg het resultaat
voor belastingen in België met 76,6% als gevolg van 18,6% hogere
baten en 6,7% lagere lasten. In Centraal-Europa steeg het resultaat
voor belastingen van EUR 17 miljoen in 2008 tot EUR 88 miljoen
in 2009, vooral door sterk verbeterde resultaten in Turkije. Het
resultaat in Polen verslechterde. Azië leed een verlies voor
belastingen van EUR 67 miljoen, vergeleken met een winst van
EUR 50 miljoen over 2008. Dit is het gevolg van een afname van de
baten met 8,1% en een sterke stijging van de risicokosten, vooral
bij Private Banking.
BEDRIJFSONTWIKKELINGEN
Ondanks een hoge marktvolatiliteit en een onzeker economisch
klimaat bleef in 2009 de trend op de consumentenmarkt
onveranderd: klanten zijn meer en meer op zoek naar eenvoudige
producten tegen een eerlijke prijs die beschikbaar zijn via het
distributiekanaal van hun keuze. Daarom behield het verbeteren
van producten en processen om aan de wensen van klanten
tegemoet te komen en hun vertrouwen te herwinnen hoge
prioriteit. Andere belangrijke elementen van de strategie om
de financiële crisis het hoofd te bieden, waren het terugdringen
van kosten, een evenwichtige mix van producten en hoge prioriteit
voor risicobeheer.
Zonder de langetermijndoelstellingen uit het oog te verliezen lag in
2009 de nadruk op kostenbesparingen, risico­verlaging en het
afbouwen van de schuldpositie. Op alle fronten werd goede vooruitgang geboekt. Van de beoogde EUR 200 miljoen aan kostenbesparingen voor Retail Banking was ultimo 2009 EUR 333 miljoen
gerealiseerd. Daarnaast heeft ING EUR 100 miljoen bespaard door
integratie van haar twee Nederlandse retailbanken, Postbank en
ING Bank, en een reductie doorgevoerd met 907 fte’s als gevolg
van de samenvoeging van Postbank en ING Bank in Nederland.
Retail Banking heeft haar personeelsbestand per ultimo december
met 2.266 fte’s ver­min­derd.
Er is goede vooruitgang geboekt met maatregelen ter vermindering
van risico’s. ING richt zich met name op het beheersen van de
hypotheekrisico’s en heeft haar acceptatiecriteria voor krediet­
verlening aangescherpt. De marges op leningen stegen door hogere
risicopremies. ING besloot tevens haar retailbankingactiviteiten in
Oekraïne stop te zetten, een markt die ING met succes in
2008 betrad.
Benelux: nieuw distributiemodel
Veranderende marktomstandigheden en klantgedrag heb­ben
geleid tot een verschuiving in het bedrijfsmodel van de retail­
bankingactiviteiten in de Benelux.
Twee jaar geleden heeft ING haar krachten gebundeld in een nieuw
onderscheidend ‘direct wanneer mogelijk, advies wanneer nodig’model dat de basis werd van ING’s strategie. Binnen haar volwassen
markten is ING’s langetermijn­strategie om zich op dit model te
concentreren en kantoren samen te voegen om kosten te besparen.
Ook in andere markten gaat ING over op hetzelfde model.
De veranderingsinitiatieven in de Benelux boekten goede
vooruitgang en geven ING een voorsprong op de concurrentie.
In februari 2009 is de Nederlandse retailbank ING (een combinatie
van Postbank en ING Bank) van start gegaan. De nieuwe bank,
op basis van het ‘direct eerst’-model, bedient meer dan 8 miljoen
particuliere en 600.000 zakelijke klanten. Dit grote klantenbestand
biedt ruimte voor groei en kans om de baten te verhogen door
meer kruisverkoop aan klanten. Dankzij de aanzienlijke kosten­
verlagingen door de integratie is ING uitstekend gepositioneerd
om te profiteren van toekomstig marktherstel.
Eind 2009 waren er 200 kantoren omgebouwd volgens het nieuwe
multidistributiekanaal-concept dat klanten de mogelijkheid biedt
om – net als in België – vanuit huis te bankieren via internet,
telefoon of e-mail, dan wel voor persoonlijk advies naar een
bankfiliaal te gaan.
In het licht van de kredietcrisis waren het verbeteren van de
reputatie en het herwinnen van het vertrouwen van de klant de
prioriteiten van ING Retail Nederland. Hiertoe is een programma
opgezet om producten, dienstverlening, processen, prijsstelling,
klantcontact en klanttevredenheid, en merkimago te verbeteren.
Zo is er een ‘Hypotheekhulp’-pakket geïntroduceerd dat informatie,
advies en betalingsalternatieven aanbiedt aan hypotheekklanten
die negatieve gevolgen ondervinden van de economische crisis. ING
heeft tevens financiële informatiebijeenkomsten georganiseerd om
klanten bij te praten over de economische crisis en de gevolgen
ervan voor hun dagelijkse uitgaven, financiële situatie, pensioenen
en spaargeld.
Op de markt voor spaargelden en deposito’s bleef de concurrentie fel
en dit zette marges onder druk. In Nederland gaf ING de voorkeur
aan marge boven volume. De gemiddelde marges daalden, maar
begonnen te herstellen in de tweede helft van het jaar. ING slaagde
erin klantentegoeden te handhaven en de spaargelden en
deposito’s zelfs enigszins te vergroten, wat resulteerde in een
nettoproductie van EUR 3,8 miljard in 2009.
De afzwakkende economie zorgde ervoor dat ondernemingen en
particulieren minder geneigd waren om leningen af te sluiten.
ING bleef zich echter inzetten voor het verstrekken van kredieten
aan ondernemingen. Ultimo 2009 was de totale uitstaande
portefeuille (inclusief consumenten) gestegen naar EUR 242,7
miljard. Als onderdeel van de steunfaciliteit voor illiquide activa van
de Nederlandse Staat had ING toegezegd om de groei van de
Nederlandse kredietverlening te steunen door een bedrag van
EUR 25 miljard op marktconforme voorwaarden beschikbaar te
stellen. ING heeft deze toezegging overtroffen en heeft in 2009
EUR 26,2 miljard uitgeleend.
ING Groep Jaarverslag 2009
29
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Retail Banking (vervolg)
Ook in België vindt een verschuiving plaats naar een bedrijfsmodel
op basis van ‘direct wanneer mogelijk, advies wanneer nodig’.
Traditionele kantoren worden omgebouwd tot klein­scha­liger
kantoren met zelfsbedieningskasfuncties en toegang tot online­
bankdiensten. Eind 2009 waren 262 van dergelijke kantoren
geopend. Naast de kleinschaliger kantoren opereren nog eens 242
kantoren met een volledig dienstenpakket. Evenals in Nederland is
het dienstenpakket verder uitgebreid met toegang tot specialisten.
In 2009 zijn 60.000 nieuwe onlinerekeningen geopend. ING België
heeft geprofiteerd van succesvolle productinnovaties. Sinds de
introductie van het nieuwe model zijn online meer dan 340.000
producten verkocht. De scherpere focus op directe kanalen leidde
tot lagere kosten. ING België heeft eveneens meer klantentegoeden
binnengehaald dankzij productinnovatie en een gediversifieerd
product­aanbod. Met succes is het ontwerp van kernproducten
aangepast en zijn onlineproducten geïntroduceerd.
Centraal-Europa en Azië
Retail Banking is goed gepositioneerd in Polen, Roemenië en
Turkije, evenals op de belangrijke Aziatische markten India, China
en Thailand.
Hoewel ING zich toelegt op groei in opkomende markten, heeft
zij voor het grootste deel van 2009 haar uitbrei­dingsactiviteiten
tijdelijk bevroren. Op al deze markten gaat ING over op het
‘direct eerst’-model. Tegelijk wordt er geïnvesteerd in geleidelijke
autonome groei om leidende posities in te nemen.
ING Bank Slaski is de meest internetgeoriënteerde bank in Polen en
is snel op weg de favoriete consumentenbank te worden. De bank
is goed gepositioneerd voor groei en is, dankzij terughoudendheid
in de kredietverlening, in staat om de mogelijkheden te benutten
en te profiteren van betere marges. Het aantal klanten steeg met
161.400 tot 2,77 miljoen.
In Roemenië heeft de Self’Bank sinds haar oprichting in 2004 haar
groei voortgezet. De bank verscherpte de focus op internet en op
nieuwe klantsegmenten. Het aantal klanten bleef stijgen tot meer
dan 900.000 eind 2009. Ultimo 2009 waren er 209 kantoren en in
december 2009 werd de bank winstgevend.
Het omdopen van Oyak Bank tot ING Bank Turkije is geslaagd. ING
Bank Turkije maakt gebruik van ING’s expertise op het gebied van
internetbankieren, massamarketing en risicobeheer. Er is een
programma voor het uitbreiden van de distributie opgestart waarin
onlinebankieren en relatiebeheer een belangrijke rol spelen. Dit
programma zal naar verwachting in 2012 worden afgerond. De
nieuwe website die in 2009 is opgezet, kreeg ´best-in-class awards’.
Op hypotheekgebied presteerde ING Bank Turkije in 2009 veel beter
dan de markt. In het mkb-segment is de kwaliteit van de portefeuille
verbeterd en vertoonde het marktaandeel een gezonde groei. Het
totaal aantal actieve klanten is gestegen tot ongeveer 1,2 miljoen.
De bank is ook actief betrokken bij gesyndiceerde en zogenoemde
club loans (waarbij meerdere banken zijn betrokken) in Turkije.
Binnen langetermijnkredietverlening stond ING in 2009 aan kop
wat betreft het aantal transacties (opgave Reuters Thomson).
30
ING Groep Jaarverslag 2009
De concurrentie bij de spaaractiviteiten in Centraal-Europa was
eveneens sterk en ook hier gaf ING de voorkeur aan marge boven
volume. Dankzij een comfortabele liquiditeitspositie hoefde ING
Bank Slaski niet aan de strijd om spaargeld mee te doen. In
Roemenië daalden de rentetarieven verder in lijn met de markt,
terwijl de rentepercentages in Turkije snel daalden nadat de
tarieven van de centrale bank waren verlaagd.
In India heeft ING een belang van 44% in ING Vysya Bank en is ING
de enige grootaandeelhouder. Ultimo 2009 bestond het netwerk
uit 460 kantoren. ING Vysya Bank biedt retail- en zakelijke bank­
diensten aan twee miljoen klanten.
In China heeft ING een belang van 16,7% in Bank of Beijing, de
grootste stedelijke commerciële bank in China.
In Thailand heeft ING een belang van 30% in TMB Bank, een alge­
mene bank met een landelijk netwerk. Met het omvormen van TMB
tot een vooraanstaande bank met topkwaliteit financiële oplos­singen werd goede vooruitgang geboekt. Vorig jaar werden flinke
vorderingen gemaakt bij het opbouwen van merkbewustzijn, hoge­
re efficiency en een sterkere servicecultuur bij kantoren. 2009 liet
een bemoedigende groei in tegoeden van particulieren zien. Dit
was deels het gevolg van de introductie van innovatieve en ver­be­
terde producten gekoppeld aan agressieve marketingcampagnes.
ING blijft zich inzetten voor deze samenwerkingsverbanden en blijft
hun groei steunen.
PRIVATE BANKING
In oktober 2009 kondigde ING de verkoop van haar private­banking­
activiteiten in Azië en Zwitserland aan. Deze desinvesteringen
maken deel uit van de strategie om de Groep Back to Basics te
brengen en om de organisatie te vereenvoudigen door het terug­
brengen van het aantal bedrijven en markten. Binnen haar thuis­
markten blijft ING actief op het gebied van private banking. Gezien
de druk op de groei van offshore private banking (het beheren van
rekeningen buiten het land waar de klant is gevestigd) heeft ING
besloten om zich te concentreren op groeiversnelling van locale
privatebankingactiviteiten op kernmarkten. ING wil zich richten op
het creëren van een sterke lokale privatebankingfranchise, dus
blijven ING Private Banking in de Benelux en in Centraal- en OostEuropa integraal deel uitmaken van de Groep.
CONCLUSIES EN AMBITIES
Retail Banking heeft gedurende de financiële crisis degelijk
gepresteerd. Bij de retailbankingstrategie bleef de klant centraal
staan en er is gewerkt aan het verbeteren van de dienstverlening
en processen om bankieren gemakkelijker te maken en om
vertrouwen te herwinnen.
De veranderingsprogramma’s in Nederland en België worden
voortgezet om de klantgerichte instelling te verbeteren, de activiteiten
te stroomlijnen, kosten te besparen, distributiemogelijkheden uit
te breiden en kruisverkoop te verbeteren. In lijn hiermee zal ING
haar producten in de rest van Europa en Azië verder vereenvou­
digen en blijven werken aan het vernieuwen van de distributie op
basis van haar ervaringen met onlinebankieren.
Bankbedrijf
ING Direct
Unieke klantervaring centraal in ING’s bankstrategie
Kernpunten
> Totale saldi klanten stegen met EUR 34,2
miljard, exclusief invloeden vreemde valuta
en markteffecten, tot EUR 353,8 miljard
per jaarultimo
> Aantal klanten stijgt tot 22,9 miljoen
> Bijzondere waardeverminderingen en hoge
risicokosten leidden tot onderliggend verlies
> IABF (de Steunfaciliteit) reduceerde de
impact van verliezen op de Alt-A-woninghypothekenportefeuille met 80%
> Onderliggende bedrijfslasten 3,3% lager,
ondanks een sterke stijging van de
verzekeringspremies voor depositogaranties
De commerciële resultaten van ING Direct waren positief
ondanks hevige concurrentie, moeilijke marktomstandigheden
en hoge marktvolatiliteit. Bijzondere waardeverminderingen van
de beleggingsportefeuille en een stijging van de voorzieningen voor
dubieuze debiteuren in de VS hadden echter een negatieve impact.
Dit heeft mede geleid tot een onderliggend verlies voor belastingen
van EUR 666 miljoen. De commerciële prestaties bleven sterk,
de nettoproductie van klantensaldi bedroeg EUR 34,2 miljard,
en steeg daarmee tot EUR 353,8 miljard per jaarultimo.
FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN
ING Direct boekte een onderliggend verlies voor belastingen van
EUR 666 miljoen, vergeleken met een verlies van EUR 1.125 miljoen
over 2008. Het verlies is vooral toe te schrijven aan de aanhoudend
zwakke Amerikaanse huizenmarkt. Dit leidde tot additionele
bijzondere waardeverminderingen, alhoewel minder dan in 2008,
en tot hogere risicokosten. Het renteresultaat vertoonde een
sterke stijging.
Financieel overzicht
in miljoenen euro’s
Totale onderliggende* baten
Onderliggende* bedrijfslasten
Onderliggende* toevoeging aan voorziening
voor dubieuze debiteuren
Onderliggend* resultaat voor belastingen
Totaalresultaat voor belastingen*
Onderliggende* kosten/batenverhouding
Klantensaldi (x EUR miljard)
Nettoproductie klantensaldi (x EUR miljard)
Risico-gewogen activa (x EUR miljard)
Onderliggende* RAROC na belastingen
Onderliggend* economisch kapitaal
(x EUR miljard)
2009
2008
1.762
1.663
878
1.719
765
−666
−641
94,4%
353,8
34,2
69,3
−1,0%
283
–1.125
–1.155
195,9%
308,3
23,3
67,9
–18,2%
4,2
3,4
* Onderliggende cijfers zijn afgeleid van cijfers gebaseerd op IFRS-EU, exclusief
de invloed van desinvesteringen en bijzondere posten.
Samenstelling onderliggend resultaat
voor belastingen
in miljoenen euro’s
Canada (1997)*
Spanje (1999)
Australië (1999)
Frankrijk (2000)
Verenigde Staten (2000)
Italië (2001)
Duitsland (2002)/Oostenrijk (2004)
Verenigd Koninkrijk (2003)
Japan**
Subtotaal
Bijzondere waardeverminderingen
Totaal
2009
2008
mutatie
129
75
174
54
−7
22
217
66
−
729
−1.395
-666
59
43
72
31
343
34
297
–72
–40
766
–1.891
–1.125
118,6%
74,4%
141,7%
74,2%
−102,0%
−35,3%
−26,9%
n.v.t.
n.v.t.
–4,8%
n.v.t.
n.v.t.
* Beginjaar tussen haakjes.
** Begin 2009 is besloten niet in Japan van start te gaan.
In 2009 heeft ING Direct de risico’s actief teruggebracht om haar
kapitaal te beschermen. De met de Nederlandse Staat overeen­
gekomen steunfaciliteit voor illiquide activa (IABF) heeft de invloed
van verliezen op de Alt-A-RMBS-portefeuille met 80% verminderd.
In het vierde kwartaal van 2009 verkocht ING Direct een deel van
haar Amerikaanse prime RMBS-portefeuille om de risico-gewogen
activa terug te brengen. Deze besluiten hebben grotendeels de
invloed van veranderingen in kredietbeoordeling en
modelaanpassingen gecompenseerd. In 2009 stegen de totale
risico-gewogen activa met 2,2% tot EUR 69,3 miljard.
Het totale saldo van klanten groeide met EUR 45,5 miljard
(of EUR 34,2 miljard exclusief valuta- en marktinvloeden) tot
EUR 353,8 miljard per ultimo 2009.
De totale onderliggende baten stegen met 100,7% tot EUR 1.762
miljoen, vooral dankzij lagere bijzondere waardeverminderingen
op schuldpapier, tezamen met een sterke verbetering van het
renteresultaat. Bijzondere waardeverminderingen, met name op
de Alt-A-RMBS-portefeuille in de VS, namen af van EUR 1.891
miljoen in 2008 naar EUR 1.395 miljoen. Exclusief bijzondere
waardeverminderingen stegen de onderliggende baten met
14,0% tot EUR 3.156 miljoen. De wereldwijde renteverlaging
door de centrale banken droeg bij tot een verruiming van de totale
rentemarge van ING Direct van 0,94% in 2009 naar 1,10% in 2009.
De onderliggende bedrijfslasten daalden met 3,3% naar EUR 1,663
miljoen, ondanks een scherpe stijging van de premies voor depo­
sito­garanties in de VS en Duitsland. De daling is het gevolg van
strikte kostenbeheersing, minder marketinguitgaven en het besluit
om niet van start te gaan met activiteiten in Japan. Exclusief
bijzondere waardeverminderingen verbeterde de onderliggende
kosten/batenverhouding van 62,1% in 2008 tot 52,7%.
De toevoeging aan de voorziening voor dubieuze debiteuren steeg
van EUR 283 miljoen in 2008 tot EUR 765 miljoen, vooral als gevolg
van het groeiend aantal klanten in de VS, dat niet aan de hypo­
theekverplichtingen kan voldoen. In 2009 bedroeg de toevoeging
124 basispunten van de gemiddelde naar kredietrisico-gewogen
activa, vergeleken met 63 basispunten in 2008.
Door lagere bijzondere waardeverminderingen en betere
rentemarges verbeterde het onderliggende naar risico-gewogen
rendement op kapitaal (RAROC) na belastingen van −18,2% in
ING Groep Jaarverslag 2009
31
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
ING Direct (vervolg)
2008 tot −1,0%. Het gemiddelde economisch kapitaal steeg
met 22% to EUR 4,2 miljard door het risicovoller klimaat.
ONTWIKKELINGEN PER LAND
Exclusief bijzondere waardeverminderingen daalde het onderliggend
resultaat voor belastingen van ING Direct met 4,8% naar EUR 729
miljoen. In de VS daalde het resultaat voor belastingen, exclusief
bijzondere waardeverminderingen, van EUR 343 miljoen in 2008
naar EUR 7 miljoen. Oorzaken waren hogere risicokosten, hogere
verzekeringpremies voor depositogaranties en een verlies op de
verkoop van een deel van de prime RMBS-portefeuille om de
risico’s binnen dit bedrijfsonderdeel terug te brengen. In Duitsland
daalde het resultaat voor belastingen van EUR 297 miljoen in 2008
naar EUR 217 miljoen, vooral als gevolg van druk op de rentemarges op een zeer competitieve spaarmarkt. In Italië daalde het
resultaat voor belastingen van EUR 34 miljoen in 2008 naar EUR 22
miljoen als gevolg van lagere baten. Alle andere landen rapporteerden hogere resultaten. In het Verenigd Koninkrijk werd een
verlies van EUR 72 miljoen in 2008 omgebogen tot een winst van
EUR 66 miljoen. Dit was mogelijk dankzij verbeterde rentemarges,
omdat de sterke verlaging van de rente van de centrale bank volledig
is doorgevoerd in het klantentarief. Exclusief bijzondere waardeverminderingen verdubbelde het resultaat in Canada en Australië
ruimschoots. Het resultaat in zowel Frankrijk als Spanje steeg met
74%, vooral dankzij verbeterde rentemarges en lagere kosten.
BEDRIJFSONTWIKKELINGEN
ING Direct bleef zich richten op de verkoop van vijf eenvoudige
bankproducten aan particuliere klanten in negen grote,
ontwikkelde landen, te weten sparen, hypotheken, betaalrekeningen, beleggingsproducten en consumptieve kredieten.
Deze producten bieden een in toenemende mate gespreide
inkomstenstroom. Deze is minder afhankelijk van inkomsten uit
spaargelden, wat leidt tot een lagere volatiliteit van de baten.
In 2009 investeerde ING Direct EUR 267 miljoen in de ontwikkeling
van het bedrijf. De strikte beheersing van risico’s, kapitaal en kosten
werd voortgezet, in lijn met de economische omstandigheden en
ING’s huidige prioriteit om haar vermogenspositie te handhaven.
Door de scherpe stijging van de verzekeringspremies voor
depositogaranties heeft ING Direct haar ambitie om in 2009 zo’n
EUR 150 miljoen aan kosten te besparen niet geheel kunnen
realiseren. Het interne en externe personeelsbestand is met 836
fte’s teruggebracht. Verdere besparingen zijn gerealiseerd door
de marketinguitgaven te verlagen, de leveranciersovereenkomsten
te heroverwegen en de bedrijfsprocessen verder te verbeteren.
Onderdeel van de met de Europese Commissie gesloten overeenkomst inzake ING’s herstructureringsplan (zie ook hoofdstuk ‘ING
en het financiële klimaat’) is de verkoop van ING Direct USA vóór
eind 2013. ING heeft alleen besloten te voldoen aan de vereisten
van de Europese Commissie onder voorwaarde dat de EC gelijke
behandeling garandeert van alle financiële instellingen die staatssteun hebben ontvangen en een gelijk speelveld waarborgt binnen
de Europese Interne Markt. ING beschouwt ING Direct USA als een
zeer sterke franchise en zal de waarde van het bedrijf blijven
vergroten. De overeenkomst met de Europese Commissie heeft
geen gevolgen voor andere landen waar ING Direct actief is en ING
zal ING Direct USA als een langetermijnaandeelhouder blijven
beheren. ING beschouwt ING Direct als een belangrijke aanjager
van toekomstige groei.
32
ING Groep Jaarverslag 2009
ING is bezig alle retailbankingactiviteiten samen te voegen. Als
gevolg hiervan werd ING Direct op 1 januari 2010 ondergebracht
bij de nieuw opgerichte divisie Retail Banking Direct & International.
ING zal haar wereldwijde positie, internationale netwerk en
leiderschapspositie in het aantrekken van spaargeld, distributie via
meerdere kanalen, eenvoudige producten en marketing verder
benutten, in het bijzonder via ING Direct.
UITBOUW BELANGRIJKSTE PRODUCTCATEGORIEËN
Sparen – aanhoudend sterke concurrentie
Ondanks aanhoudende hevige concurrentie kende ING Direct
een sterke instroom van spaargelden. In elk van de negen landen
bleef de bank haar spaarproducten, prijsbeleid en klantloyaliteits­
programma’s verfijnen om zowel nieuwe klanten als meer middelen
van bestaande klanten aan te trekken.
ING Direct heeft de spaarrente in alle landen verlaagd. Naarmate
centrale banken de rente verlaagden, volgde elk bedrijfsonderdeel
deze verlagingen zo snel mogelijk, terwijl met het oog op de
concurrentie op de lokale markt de tarieven toch op een aantrekkelijk niveau werden gehouden.
In het Verenigd Koninkrijk ligt ING Direct op koers met haar
herpositioneringsprogramma: spaarsaldi bleven stabiel en de
hypotheekproductlijn is opnieuw geactiveerd met als doel een
completere bank te worden. In 2009 riepen consumenten in het
Verenigd Koninkrijk ING Direct bij de uitreiking van de jaarlijkse
Moneywise-prijzen uit tot de op één na meest betrouwbare
leverancier van spaarproducten.
De totale aan ING Direct toevertrouwde middelen in alle negen
landen stegen met EUR 22,2 miljard. Inclusief positieve valuta- en
marktinvloeden bedroegen de toevertrouwde middelen ultimo
2009 EUR 217,1 miljard.
Hypotheken – beheerste groei van hypothecaire leningen
Een aandachtspunt in 2009 was beheersing van de groei van
hypothecaire leningen bij een strikte naleving van procedures en
acceptatiecriteria. In alle landen was sprake van een gematigde
productie van nieuwe hypotheken en een daling vergeleken met
2008, terwijl de marges stegen.
In de VS hebben de stijgende werkloosheid en aanhoudende
zwakte van de huizenmarkt geleid tot aanzienlijke bijzondere
waarde­ver­minderingen (voornamelijk op de resterende Alt-ARMBS-portefeuille) en hogere risicokosten bij de Amerikaanse
hypo­theekportefeuille. ING Direct USA heeft een aanpassings­pro­
gramma voor leningen geïntroduceerd om Amerikaanse
hypotheekklanten in hun huis te laten blijven wonen en de
risicokosten van hypotheken door gedwongen verkoop te
beperken. Het aantal hypotheken met een betaalachterstand van
meer dan 90 dagen in de VS stond ultimo 2009 op 4,7%. Dit is
beter dan het Amerikaanse gemiddelde voor de sector van 18,3%
voor primehypotheken met flexibele rente met een betaal­achter­
stand per eind november 2009. Per saldo bestaat de Amerikaanse
portefeuille van ING Direct uit hoogwaardige klanten met een
gemiddelde verhouding hypotheekschuld/waarde eigen woning
van 77% (aangepast voor veranderingen in de waarde van
onroerend goed); voor 96% van de hypotheken betreft het
eigenaar/bewoners.
Consumptief krediet – een stabiel product
Het vijfde kernproduct, consumptief krediet, wordt aangeboden
in Canada, Spanje, de VS en Duitsland. ING Direct berekent
geen provisie en hanteert voor dit product een terughoudende
marketingstrategie. Ultimo 2009 bedroeg het volume EUR 3,2 miljard.
De eigen woninghypotheekportefeuille van ING Direct in alle
landen waar zij actief was, steeg met EUR 10,2 miljard (exclusief
valuta-invloeden) in 2009 tot EUR 124,2 miljard, ofwel 57% van
de toevertrouwde middelen.
Betaalrekeningen – uitbreiding geografische aanwezigheid
De resultaten van de betaalrekeningen in 2009 waren goed. Er
werden 278.000 rekeningen geopend, waardoor het totaal per
jaareinde wereldwijd op 1,6 miljoen rekeningen kwam. Zes van
de negen landen bieden nu betaalrekeningen aan.
ING Direct Frankrijk en ING Direct Australië hebben dit product
in 2009 geïntroduceerd. Dit werd enthousiast ontvangen door
klanten en media. Money Magazine riep de provisievrije betaalrekening van ING Direct Australia uit tot ‘Beste Nieuwe Innovatieve
Bankproduct’.
ING Direct wil het aantal betaalrekeningen onder haar spaarklanten
de komende drie jaar verder verhogen. Dit zal mede leiden tot
meer diversificatie van baten en verbreding van de klantrelatie.
Beleggingsproducten – nieuwe initiatieven
In beleggingsproducten boekte ING Direct een netto-instroom van
klanten en middelen, waarbij de VS een grote bijdrage leverde met
ShareBuilder. Het beheerd vermogen steeg wereldwijd met EUR 3,0
miljard tot EUR 9,3 miljard.
ShareBuilder, de Amerikaanse online-effectenmakelaar van ING
Direct, heeft in 2009 130.000 nieuwe klanten aangetrokken – een
goed groeiresultaat. Met deze nieuwe klanten komt het totaal aantal
ShareBuilderklanten op ruim een miljoen. Van de nieuwe rekeningen
was 35% het resultaat van kruisverkoop aan klanten van ING Direct,
een bewijs van de synergie tussen de twee ondernemingen.
Naar aanleiding van een grotere vraag van klanten heeft ING Direct
Italië een onlinehandelsplatform geïntroduceerd. Hier kunnen
klanten handelen in aandelen, staatsobligaties en beursgenoteerde
beleggingsfondsen.
De totale effectenportefeuille – inclusief e-brokerage – in Duitsland
bedroeg eind 2009 EUR 13,8 miljard. Vergeleken met 2008 betekent
dit een recordgroei van 37%, of EUR 3,7 miljard, voornamelijk als
gevolg van het gunstige klimaat op de aandelenmarkt en een stijging
van het beleggingsvolume. Daarnaast bleven nieuwe klanten hun
portefeuilles bij ING-DiBa onderbrengen. In 2009 heeft de bank
meer dan 80.000 nieuwe effectendepots geopend.
KLANTTEVREDENHEID – KLANT STAAT VOOROP
Sinds de oprichting van ING Direct is de klanttevredenheid hoog.
ING Direct wordt gezien als innovatief, betrouwbaar, met een
goede prijs-kwaliteitsverhouding, gemakkelijk en eerlijk. In 2009
stond ING Direct in alle negen landen op de eerste of tweede
plaats op de Net Promotor Score, een erkende graadmeter van
klanttevredenheid. In 2009 heeft ING Direct het initiatief uit 2008
voortgezet: eigen medewerkers – de zogenoemde chief quality
officers – bekijken alle diensten en processen vanuit de invalshoek
van de klant.
ING Direct werkt voortdurend aan grotere transparantie. ING-DiBa
werd in 2009 door de Duitse regering geprezen omdat zij als eerste
kwam met financiële bijsluiters naar aanleiding van de oproep van
de regering om meer transparantie rond financiële producten. In
december won ING-DiBa de Innovatieprijs 2009 voor haar duide­
lijke en transparante online-productinformatie. De prijs is een
erkenning voor innovaties in retailbankieren die het vertrouwen
van de klant in de financiële sector herstellen.
De naamsbekendheid van ING Direct op alle markten waarop zij
actief is, varieert tussen de 75% en 99%.
CONCLUSIES EN AMBITIES
ING Direct heeft ondanks het aanhoudende lastige marktklimaat
positieve commerciële resultaten geboekt dankzij aanpassingen
van de tarieven en producteigenschappen aan het veranderde
economische klimaat. Het strikte beheersen van kosten, risico’s
en kapitaal zal ook in 2010 worden voortgezet.
De komende drie jaar streeft ING Direct naar een verdere stijging
van het aantal betaalrekeningen onder spaarklanten.
ING Direct heeft haar strategie om de klant voorop te stellen
voortgezet en zal dit ook in 2010 blijven doen bij een geleidelijke
uitbreiding van het productassortiment en verbreding van de
klantrelaties. Hierbij zal zij door toepassing van geavanceerde
IT-systemen zorgen dat de klanttevredenheid op een hoog
niveau blijft.
Aantal klanten, totaal toevertrouwde middelen, woninghypotheekportefeuille, beheerd vermogen/beleggingsfondsen
Klanten in duizendtallen
Toevertrouwde middelen, woninghypotheekportefeuille en beheerd
vermogen/beleggingsfondsen in miljarden euro’s
Canada
Spanje
Australië
Frankrijk
Verenigde Staten
Italië
Duitsland/Oostenrijk
Verenigd Koninkrijk
Totaal
Klanten
Toevertrouwde
middelen
Woninghypotheekportefeuille
Beheerd vermogen/
beleggingsfondsen
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
1.648
1.996
1.395
762
7.633
1.164
6.873
1.442
22.913
1.562
1.836
1.363
751
7.546
1.103
6.646
1.330
22.172
17,2
14,9
13,2
11,3
52,1
15,6
74,9
17,8
217,1
13,4
12,5
9,2
10,3
51,5
14,6
63,2
16,2
191,0
16,9
7,4
22,2
0,0
23,4
5,8
47,1
1,3
124,2
13,5
7,1
16,9
–
21,8
5,1
42,5
1,3
108,3
0,3
1,6
–
1,5
0,3
0,4
5,3
0,0
9,3
0,2
0,9
–
1,0
0,2
0,3
3,8
–
6,4
ING Groep Jaarverslag 2009
33
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Bankbedrijf
Commercial Banking
Sterke prestaties, behalve bij Real Estate
Kernpunten
> Hoge baten dankzij Financial Markets,
Structured Finance en General Lending
> Resultaat voor belastingen gedrukt door
bijzondere waardeverminderingen en
negatieve herwaarderingen bij Real Estate
> Hoge marktpenetratie, positie als leidende
bank en aansprekende deals op thuismarkten
> Aanzienlijke kostenbesparingen in 2009,
maar ook hogere risicokosten
Commercial Banking heeft zeer sterke bedrijfsresultaten behaald in
wederom een uiterst moeilijk jaar voor de sector. Dit was vooral te
danken aan een sterke toename van de baten bij Financial Markets,
Structured Finance en General Lending. De totaalresultaten werden
echter sterk gedrukt door negatieve herwaarderingen en bijzondere
waardeverminderingen op vastgoed. ING is er in 2009 in geslaagd
de kosten terug te dringen, maar de voorzieningen voor dubieuze
debiteuren zijn gestegen. Commercial Banking bleef zich in 2009
inzetten voor haar Fitter, Focused, Further-strategie, met als doel
ultimo 2010 de nummer één te zijn op diverse kernmarkten en
producten. Het succes van deze strategie werd nog eens onderstreept door een stevige marktpenetratie, een positie als leidende
bank en deelname aan aansprekende deals op de thuismarkten.
Financieel overzicht
in miljoenen euro’s
Totale onderliggende* baten
Onderliggende* bedrijfslasten
Onderliggende* toevoeging aan voorziening
voor dubieuze debiteuren
Onderliggend* resultaat voor belastingen
Totaalresultaat voor belastingen
Onderliggende* kosten/batenverhouding
Klantensaldi (x EUR miljard)
Nettoproductie klantensaldi (x EUR miljard)
Risico-gewogen activa (x EUR miljard)
Onderliggende* RAROC na belastingen
Onderliggend* economisch kapitaal
(x EUR miljard)
2009
2008
4.687
2.783
4.107
2.902
1.210
694
422
59,4%
256,5
–23,7
160,3
9,5%
596
609
609
70,7%
286,9
31,8
177,2
4,9%
9,5
9,3
* Onderliggende cijfers zijn afgeleid van cijfers gebaseerd op IFRS-EU,
exclusief de invloed van desinvesteringen en bijzondere posten.
Samenstelling onderliggende baten
2009
in miljoenen euro’s
General Lending & PCM
Structured Finance
Leasing & Commercial Finance
Financial Markets
Overige
ING Real Estate
Totaal
26%
24%
9%
41%
5%
–5%
100%
1.235
1.122
403
1.923
257
–253
4.687
FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN
Het onderliggende resultaat voor belastingen steeg met 14,0% tot
EUR 694 miljoen. ING Real Estate boekte een verlies van EUR 1.389
miljoen, vergeleken met een verlies van EUR 297 miljoen in 2008.
Exclusief ING Real Estate was er sprake van meer dan een verdubbeling van de onderliggende winst van Commercial Banking
tot EUR 2.083 miljoen. De onderliggende winst voor belastingen
van Financial Markets verdrievoudigde tot EUR 1.289 miljoen,
dankzij sterke commerciële prestaties, gecombineerd met
afgenomen negatieve marktinvloeden. De resultaten van General
Lending & Payments en Cash Manage­ment stegen met 40,6%
doordat hogere marges bij General Lending, tezamen met lagere
lasten, de gestegen risicokosten ruimschoots compenseerden. Het
resultaat van Structured Finance nam met 11,1% af door hogere
risicokosten. Exclusief risicokosten was het resultaat voor belastingen
38,7% hoger, vooral dankzij hogere marges. De winst voor
belastingen van Leasing & Commercial Finance nam met 43,7%
af naar EUR 67 miljoen.
In 2009 was de nettoproductie in klantensaldi EUR –23,7 miljard,
vooral door een lagere vraag naar kredietverlening. Hiermee
kwam het totaal per ultimo 2009 op EUR 256,5 miljard. In het
vierde kwartaal van 2009 was de nettoproductie in klantensaldi
weer positief.
De totale onderliggende baten stegen met 14,1% tot EUR 4.687
miljoen, vooral dankzij Financial Markets, General Lending &
Payments en Cash Management en Structured Finance. Dit heeft de
daling bij ING Real Estate ruimschoots gecompenseerd. De onderliggende bedrijfslasten bleven onder controle en daalden met 4,1%
naar EUR 2.783 miljoen. Dit ondanks bijzondere waardeverminderingen van EUR 451 miljoen op vastgoedontwikkelingsprojecten.
De onderliggende kosten/batenverhouding verbeterde van 70,7%
in 2008 naar 59,4%. Exclusief ING Real Estate bedroeg de kosten/
batenverhouding 38,2%, vergeleken met 61,4% in 2008.
De risicokosten stegen aanzienlijk tot EUR 1.210 miljoen, vergeleken
met EUR 596 miljoen in 2008. In de risicokosten zijn voorzieningen
opgenomen voor grote posten, onder andere bij Structured Finance
als gevolg van de recessie. In de tweede helft van 2009 daalden
de risicokosten, onder andere door de vrijval van eerder genomen
voorzieningen. Het onderliggende naar risico-gewogen rendement
op kapitaal (RAROC) na belastingen steeg van 4,9% in 2008 tot
9,5%. Het gemiddeld economisch kapitaal nam met 2,0% toe tot
EUR 9,5 miljard, vooral doordat de toegenomen veranderingen in
kredietrisicokwaliteit (credit risk migration) niet geheel teniet
werden gedaan door lagere volumes. In 2009 daalden de totale
naar risico-gewogen activa met 9,5% naar EUR 160,3 miljard,
34
ING Groep Jaarverslag 2009
vooral door verkorting van de balans, gecombineerd met minder
risico’s in de handelsboeken.
ING Real Estate rapporteerde een onderliggend verlies voor
belastingen van EUR 1.389 miljoen, vergeleken met een verlies
van EUR 297 miljoen in 2008. Dit was vooral het gevolg van zeer
ongunstige marktomstandigheden, hetgeen leidde tot EUR 1.076
miljoen aan negatieve veranderingen in de reële waarde van de
directe en indirecte vastgoedportefeuille en bijzondere waardeverminderingen van EUR 619 miljoen, vergeleken met EUR 663
miljoen respectievelijk EUR 60 miljoen in 2008. Exclusief herwaarderingen en bijzondere waardeverminderingen daalde het
onderliggende resultaat voor belastingen met EUR 120 miljoen
van EUR 426 miljoen in 2008 naar EUR 306 miljoen in 2009. Dit
lagere resultaat is vooral te wijten aan lagere transactievolumes.
BEDRIJFSONTWIKKELINGEN
Commercial Banking, sinds 2009 de nieuwe naam van Wholesale
Banking, behoudt zijn fundamentele rol binnen ING Groep. Eén van
de kernactiviteiten van de Groep is het aantrekken van door klanten
toevertrouwde middelen en deze als beleggingen weer uit te
zetten. Commercial Banking genereert hoogwaardige activa waarin
ING haar particuliere tegoeden kan investeren en biedt de Groep
veel relevante expertise over financiële markten, risico’s en
gespecialiseerde financiering.
Commercial Banking levert bancaire diensten aan zakelijke klanten
– van grote ondernemingen tot vooraanstaande multinationals,
overheden en financiële instellingen. De divisie bestaat uit
vijf productgroepen: General Lending & Payments en Cash
Management (PCM), Structured Finance, Leasing & Commercial
Finance, Financial Markets en ING Real Estate. Commercial Banking
richt zich primair op haar thuismarkten in de Benelux, alsmede
op Centraal- en Oost-Europa. Zij biedt daar een totaalpakket van
producten. In andere landen hanteert zij een meer selectieve
benadering in klanten en producten.
Gerichte strategie
In 2009 zette Commercial Banking haar Fitter, Focused, Furtherstrategie voor 2008-2010 voort, met als doel om eind 2010
uitgegroeid te zijn tot de nummer één in diverse kernmarkten
en producten. Met deze strategie wil Commercial Banking ook
marktleider worden in de Benelux, bij de vijf grootste zakelijke
banken horen in Centraal- en Oost-Europa, en een internationaal
marktleider worden voor Structured Finance en Financial Markets
en regionaal voor PCM en Leasing. Gedurende het hele jaar heeft
ING zich ingezet om deze doelstellingen op de middellange termijn
te behalen, om een betere kostenstructuur en operationele
efficiëntie te realiseren en om de kernmarkt en productposities te
versterken. Met het oog op de marktsituatie heeft Commercial
Banking besloten het initiatief van Financial Markets voor opkomende markten tijdelijk uit te stellen. Naar verwachting zal zij
dit in 2010 weer oppakken als de markten stabiliseren. Commercial
Banking heeft tevens belangrijk bijgedragen aan de algehele
balansverkorting van de Groep.
Commercial Banking heeft hard gewerkt aan het verlagen van de
risico’s en het besparen van kosten in lijn met ING’s Back-to-Basicsprogramma. Zij heeft de positie van haar Financial Marketactiviteiten aanzienlijk verlaagd, hetgeen tot uiting kwam in een
lagere ‘Value-at-Risk’. Ook heeft zij de risico’s in hoogrisicosectoren
teruggebracht, zoals de automobielindustrie en de bouwsector.
In oktober 2009 kondigde ING aan dat zij als onderdeel van de
strategische heroriëntatie van de Groep over zou gaan tot een
complete scheiding van haar bank- en verzekeringsactiviteiten. Dit
moet gezien worden als een logische volgende stap in het Back-toBasics-programma. ING’s bankactiviteiten zullen worden gebaseerd
op bewezen sterke punten, te weten het aantrekken van spaar­
gelden, leiderschap in distributie, eenvoudige producten en een
sterke marketing. De bank zal zich hoofdzakelijk richten op Europa
met selectieve groeiopties elders, waarbij Commercial Banking zich
in het bij­zon­der richt op de Benelux en Centraal- en Oost-Europa,
evenals op kernproductgebieden en groeimarkten. Zie het
hoofdstuk ‘Strategie’, pagina 15, voor verdere gegevens.
Aansprekende transacties
ING sloot in 2009 een aantal aansprekende transacties af,
waaruit haar streven naar kruisverkoop en het aanbieden van
grensoverschrijdende klantoplossingen bleek. Dit leidde tot hogere
posities in ranglijsten, waaronder de nummer één qua volume voor
fusies en overnames in de Benelux, de nummer één Mandated Lead
Arranger (MLA) en Bookrunner in Nederland, de nummer twee MLA
in Rusland, de nummer drie qua volume voor fusies en overnames in
Centraal- en Oost-Europa, en de nummer vier voor Lease in Europa.
Deze transacties waren inclusief een underwriting van EUR 2,05
miljard in een Jumbo Syndicated Loan van EUR 19 miljard ter
financiering van de overname door Gas Natural van Union Fenosa
in mei 2009. In juni speelde ING een leidende rol bij de balansherstructurering van de Vandemoortele Groep in België. In juli trad
ING op als enig financieel adviseur voor Vopak in een preferente
aandelentransactie van EUR 110 miljoen. Dit was de eerste grote
zakelijke emissie van preferente aandelen van een beursgenoteerde
onderneming in Nederland sinds 2004.
In mei was ING joint bookrunner van een gesyndiceerde faciliteit
voor Mobile TeleSystems, de grootste mobiele operator in Rusland
en omringende landen, voor de herfinanciering van USD 630
miljoen van haar gesyndiceerde lening van USD 1,33 miljard. In
augustus was ING co-adviseur bij de overname van een 50,91%
belang in Comstar-UTS door Mobile TeleSystems. Beide waren in
2009 spraakmakende transacties in Rusland. In september was ING
joint bookrunner bij een obligatie-emissie door General Electric van
EUR 1,5 miljard. In oktober trad ING op als bookrunner voor een
euro-obligatie-emissie van EUR 750 miljoen van A.P. Moller-Maersk.
Daling bedrijfslasten
In lijn met Back to Basics bleef Commercial Banking alert op de
kosten zonder daarbij de groeimogelijkheden te belemmeren. De
bedrijfslasten daalden in 2009 ten opzichte van 2008 als gevolg
van initiatieven voor kostenbeheersing en het verlagen van het
personeelsbestand met 1.562 fte’s, hetgeen meer was dan de
verwachte verlaging van 1.400 fte’s. Daarnaast is het aantal externe
werknemers afgenomen met 401 fte’s. Daarentegen heeft de onrust
op de markten tot extra risicokosten geleid, evenals tot bijzondere
waardeverminderingen op ontwikkelingsprojecten bij ING Real Estate.
Volumegroei bij General Lending & PCM
Kredietverlening fungeert in alle regio’s als entreeproduct voor
klantencontacten en voor kruisverkoop van andere hoogwaardige
producten. De volumes bij General Lending zijn in de loop van 2009
gedaald. De baten zijn echter gestegen dankzij tariefaanpassing
binnen de portefeuille en betere marges op kredietverlening in de
eerste helft van het jaar. Extra baten uit aansprekende deals met
ING Groep Jaarverslag 2009
35
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Commercial Banking (vervolg)
AB InBev en Gas Natural hebben het rendement ook doen stijgen.
Dit soort transacties hebben ertoe bijgedragen dat ING in 2009 de
leidende positie als bookrunner innam in het leningenklassement
voor de Benelux en Centraal- en Oost-Europa.
De baten bij ING’s PCM-activiteiten zijn beïnvloed door de lagere
rentetarieven en concurrentie om klanttegoeden. Dit gold vooral
voor Nederland en Centraal- en Oost-Europa, waar trans­actie­
volumes stegen en provisies onder druk stonden. In juli is ING door
AkzoNobel aangewezen als enige dienstverlener van betalings­
verkeer en cashmanagement voor Europa. In de komende periode
zal ING streven naar verdere verbetering van de capaciteit van haar
PCM-activiteiten.
Sterke vraag naar Structured Finance
Structured Finance, de gespecialiseerde financieringstak van ING,
helpt ondernemingen bij het financieren van grote investerings­
projecten en het beperken van risico’s met diverse producten.
ING heeft vooral expertise op het gebied van grondstoffen, telecommunicatie, media, financiële instellingen en nutsbedrijven.
In 2009 zijn een degelijke batengroei en dalende kosten bij
Structured Finance ruimschoots tenietgedaan door de gestegen
risicokosten. De rentemarges zijn sinds 2008 sterk toegenomen
door voortdurende tariefaanpassingen binnen de portefeuilles.
De provisiebaten zijn gestegen dankzij provisies uit waivers
en herstructureringen.
Gevolgen voor Leasing & Commercial Finance
De winst van Leasing & Commercial Finance daalde als gevolg van
zwakke economische omstandigheden. Deze hebben geleid tot
lagere winsten op de verkoop van leaseactiva en hogere rest­
waarde­voorzieningen, alsmede tot een stijging van risicokosten.
De lasten daalden als gevolg van kostenbeheersingsmaatregelen,
waaronder een daling van het aantal externe medewerkers door het
integreren van de Car Lease-activiteiten in Spanje en de reorganisatie
van General Lease-activiteiten in Duitsland en Frankrijk.
De baten van ING Car Lease werden negatief beïnvloed door de
lagere prijzen op de markt voor tweedehands auto’s. Dit leidde tot
een lagere winst op de verkoop van leaseactiva na beëindiging en
afloop van contracten. De markt voor tweedehands auto’s in
Nederland en het Verenigd Koninkrijk liet in de tweede helft van
het jaar wel een verbetering zien. De risicokosten zijn in 2009
gestegen, maar zijn in lijn met de algemene markttrend.
Degelijke resultaten Financial Markets
Financial Markets levert een breed assortiment producten aan ING’s
zakelijke en institutionele klanten, alsmede aan andere ING-onder­
delen, inclusief het retailnetwerk. ING wil met uitstekende winst­
gevendheid op geselecteerde markten of producten tot de top
behoren door te profiteren van haar geografische aanwezigheid,
naamsbekendheid en commerciële expertise en reputatie.
2009 was een goed jaar voor Financial Markets dankzij de steile
rentecurve, gestegen spreads en gunstige handelscondities. Het
niveau van de marges op gestandaardiseerde flowproducten
(inclusief valutaforwards, renteswaps en valutaopties) bleef hoog
daar tegenpartijrisico’s en kredietrisico’s in toenemende mate
werden doorberekend. Financial Markets was goed in staat kansen
voor kruisverkoop in alle productgebieden en klantgroepen
optimaal te benutten, als onderdeel van de vernieuwde focus
op opkomende markten, thuismarkten, strategische klanten en
36
ING Groep Jaarverslag 2009
mondiale klanten. ING richt zich steeds minder op risicovolle
activiteiten, waaronder handel voor eigen rekening. De vastrentende markt was uitermate vast door de aanhoudend slechte
markt van syndi­caats­leningen. Hierdoor is de positie van ING op
de ranglijst van eurostaatsobligaties en Benelux-bedrijfsobligaties
aanmerkelijk verbeterd. Financial Markets heeft tevens goede
resultaten geboekt met rentegerelateerde producten, zoals
staatsobligaties, kredietobligaties en rentederivaten.
ING Real Estate
ING Real Estate omvat de activiteiten Finance, Development en
Investment Management, en rapporteert aan Commercial Banking.
Het resultaat voor belastingen uit vergoedingen voor vermogensbeheer van Real Estate Investment Management daalde met
EUR 7 miljoen naar EUR 73 miljoen als gevolg van afgenomen
marktactiviteit. Het resultaat voor belastingen van de Investment
Portfolio van Real Estate daalde van een verlies van EUR 695
miljoen in 2008 naar een verlies van EUR 1.173 miljoen in 2009.
Dit hangt vrijwel geheel samen met de veel hogere negatieve
veranderingen in de reële waarde in 2009.
Het onderliggende resultaat van Real Estate Finance daalde van
EUR 240 miljoen in 2008 naar EUR 181 miljoen. De onderliggende
baten waren hoger en de bedrijfslasten waren lager. Dit werd
echter tenietgedaan door substantieel hogere risicokosten. Als
gevolg van beperkte marktactiviteit daalde de Finance-portefeuille
naar EUR 35,2 miljard, vergeleken met EUR 37,0 miljard
ultimo 2008.
Real Estate Development rapporteerde een verlies van EUR 470
miljoen, vergeleken met een winst van EUR 78 miljoen in 2008. Dit
was grotendeels het gevolg van bijzondere waardeverminderingen
en, in mindere mate, het gevolg van veranderingen in de reële
waarde. Exclusief veranderingen in de reële waarde en bijzondere
waardeverminderingen daalde het resultaat van EUR 66 miljoen in
2008 naar EUR 14 miljoen in 2009. De bedrijfslasten, exclusief
bijzondere waardeverminderingen, daalden met 29% door een
belangrijke vermindering van het personeelsbestand. Het totaal
beheerd vermogen van Real Estate (Real Estate Investment
Management en Real Estate Development) daalde licht van
EUR 69,5 miljard naar EUR 66,8 miljard.
CONCLUSIES EN AMBITIES
Commercial Banking heeft in 2009 goede vooruitgang geboekt met
de realisatie van haar Fitter, Focused, Further-strategie en heeft sterke
resultaten behaald, ondanks bijzondere waardeverminderingen en
veranderingen in reële waardes bij Real Estate en hogere risicokosten.
ING zet haar koers voort om een leidende Europese zakenbank te
worden met selectieve groeimogelijkheden in andere regio’s. Zij
zal dit doen door het binnenhalen van belangrijke mandaten
en transacties en door voort te bouwen op haar expertise en
internationale netwerk om wereldwijd aan de behoeften van haar
klanten te voldoen. Risico’s en kosten zullen zorgvuldig worden
beheerd en ING zal zich strategisch blijven richten op kernmarkten
en productgebieden waar zij een voorsprong heeft op de
concurrentie. In 2010 zal de bank haar Financial-Marketsplatform
en PCM-capaciteit versterken, en haar dienstenaanbod aan
financiële instellingen en klanten in België uitbreiden. Commercial
Banking is een uiterst waardevol onderdeel van ING en zal een
essentiële rol spelen in de vorming van de nieuwe bank.
Samenvatting
Verzekeringen
Bestuur ING Verzekeringen
per 1 januari 2010
Jan Hommen
voorzitter
Patrick Flynn
chief financial officer
Koos Timmermans
chief risk officer
Tom McInerney
chief operating officer
Matt Rider
chief administrative officer
ING Verzekeringen is qua premie-inkomen de op twee na grootste
verzekeringsmaatschappij ter wereld. ING Verzekeringen is
markt­leider op het gebied van pensioendiensten en beschikt
over een aantrekkelijke mix van volwassen bedrijven en sterke
marktposities in groeimarkten.
ING is de nummer één verzekeraar in Nederland, de op twee na
grootste aanbieder van pensioenregelingen met vaste premie in
de VS, de op een na grootste pensioenaanbieder in LatijnsAmerika, de grootste levensverzekeraar en pensioenaanbieder in
Centraal- en Oost-Europa, en de op twee na grootste buitenlandse
verzekeraar in Azië/Pacific. Er zijn maar weinig verzekeraars die
zo’n sterke positie hebben in alle drie de regio’s: Europa, Azië en
Noord- en Latijns-Amerika.
Het verzekeringsbedrijf boekte in 2009 betere resultaten, mede
dankzij gunstige rendementen op de aandelenmarkten, de
verkrapping van de kredietopslagen en lagere kosten. Het onder­
liggende verlies voor belastingen was EUR 191 miljoen, terwijl
in dezelfde periode vorig jaar nog sprake was van een verlies van
EUR 1.380 miljoen. Het totaalresultaat voor belastingen (inclusief
de invloed van desinvesteringen en bijzondere posten) was EUR 699
miljoen in 2009, vergeleken met een verlies van EUR 1.635 miljoen
over 2008.
Het onderliggende resultaat voor belastingen van het levenbedrijf
was EUR –458 miljoen, vergeleken met een verlies van EUR 1.814
miljoen over 2008. Het resultaat werd negatief beïnvloed door
wijzigingen in de aannames van variabele lijfrentes in de VS en
Japan. De onderliggende winst voor belastingen van het schade­
bedrijf daalde met 38,6% van EUR 435 miljoen in 2008 naar
EUR 267 miljoen.
Het onderliggende brutopremie-inkomen daalde met 20,1%, ofwel
20,9% exclusief valuta-invloeden, van EUR 37.760 miljoen in 2008
naar EUR 30.179 miljoen in 2009 als gevolg van een lagere omzet
van beleggingsgerelateerde producten in de VS, Japan en
Centraal-Europa.
De onderliggende bedrijfslasten van het verzekeringsbedrijf daalden
met 9,9% op vergelijkbare basis, ofwel 9,4% exclusief valutainvloeden, van EUR 4.273 miljoen in 2008 naar EUR 3.849 miljoen.
Deze daling was te danken aan de genomen kostenbeheersings­
maatregelen. In 2009 bracht ING Verzekeringen het aantal fte’s
terug met 5.151 en overtrof daarmee het gestelde doel van 4.200
per ultimo 2009.
De nieuwe premieproductie op jaarbasis (Annual Premium
Equivalent, APE) voor de levensverzekeringsactiviteiten daalde met
25,0% van EUR 5.944 miljoen over 2008 naar EUR 4.456 miljoen
over 2009. De nieuwe omzet nam af in Centraal- en Overig Europa,
de VS, Zuid-Korea en Japan als gevolg van aanhoudende druk op
beleggingsgerelateerde producten en de beslissing om de verkoop
van variabele lijfrentes in de VS te beperken. In Nederland steeg de
omzet met EUR 102 miljoen tot EUR 450 miljoen, vooral dankzij
collectieve verzekeringen. De waarde van de nieuwe productie
daalde met 37,6% naar EUR 502 miljoen.
ING Groep Jaarverslag 2009
37
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Verzekeringen
Insurance Europe
Nog steeds kansen ondanks economische teruggang
Kernpunten
> Lancering binnen Europa van verschillende
nieuwe producten, zoals variabele lijfrentes
> Uniform bedrijfsmodel voor Centraal-Europa
en Overig Europa
> Focus op risicoverlaging, kapitaalbehoud
en efficiëntieverhoging in het kader van
Back to Basics
Insurance Europe reageerde op het zwakke economische klimaat
en de volatiele financiële markten in 2009 met het terugbrengen
van de risico’s op haar balans, strikte kostenbeheersing en een
strategische focus op kernproducten en -markten. Het terug­
brengen van de risico’s werd in 2009 afgerond, terwijl de kosten­
beheersingsinspanningen en inspanningen in het kader van Back to
Basics in 2010 worden voortgezet om ING’s positie op de Europese
verzekerings­markt te consolideren. In Nederland gebeurt dit door
integratie van de bestaande verzekeringsonderdelen; in CentraalEuropa en Overig Europa is de focus gericht op het vereenvoudigen
en stroomlijnen van de activiteiten in kernmarkten.
Financieel overzicht
in miljoenen euro’s
Onderliggend* premie-inkomen
Onderliggende* bedrijfslasten
Onderliggend* resultaat voor belastingen
Totaalresultaat voor belastingen
Waarde nieuwe levenproductie
Intern rendement
Nieuwe omzet
2009
2008
9.750
1.503
650
261
185
14,6%
982
10.194
1.764
651
651
397
17,1%
1.010
* Onderliggend cijfers zijn afgeleid van cijfers gebaseerd op IFRS-EU, exclusief
de invloed van desinvesteringen en bijzondere posten.
Geografische spreiding premie-inkomen
2009
in miljoenen euro’s
Benelux
Centraal-Europa en Overig Europa*
Totaal
79%
21%
100%
7.721
2.029
9.750
* Bulgarije, Griekenland, Hongarije, Polen, Roemenië, Rusland, Slowakije,
Spanje, Tsjechië en Turkije.
38
ING Groep Jaarverslag 2009
FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN
De onderliggende winst voor belastingen van Insurance Europe is
in 2009 licht gedaald van EUR 651 miljoen in 2008 naar EUR 650
miljoen, ondanks het herstel op de financiële markten in de loop
van het jaar. Het resultaat over 2009 werd positief beïnvloed door
EUR 420 miljoen hogere herwaardering van private equity, EUR 261
miljoen lagere bedrijfslasten en een verbetering met EUR 190 miljoen
door een wijziging in de voorziening voor garanties op gesepareerde
pensioencontracten (onder aftrek van afdekkingskosten). Deze
positieve factoren werden tenietgedaan door EUR 499 miljoen lagere
inkomsten op de aandelenpositie door lagere bedrijfswinsten,
en door het beleid van ING om door verkoop van aandelen de
risico’s te verminderen. Daarnaast stegen de (netto) verliezen en
bijzondere waardeverminderingen op vastrentende beleggingen met
EUR 154 miljoen ten opzichte van 2008, steeg de winstdeling voor
polishouders in Nederland met EUR 88 miljoen, daalde het resultaat
op aandelenopties waarmee aandelenbeleggingen zijn afgedekt
met EUR 56 miljoen en daalde het verzekeringstechnisch resultaat
van het schadebedrijf met EUR 97 miljoen.
De zwakke economie kreeg een steeds grotere negatieve invloed
op de verzekeringspremies in Europa, vooral in Centraal- en Overig
Europa. De totale premies daalden met EUR 444 miljoen naar
EUR 9.750 miljoen, waarbij de levenpremies met EUR 480 miljoen
daalden naar EUR 8.025 miljoen. In lijn met een bescheiden inflatie
stegen de schadepremies met EUR 36 miljoen tot EUR 1.725
miljoen. In Nederland daalde het premie-inkomen met EUR 207
miljoen, in Centraal- en Overig Europa met EUR 457 miljoen;
België en Luxemburg rapporteerden een groei van de premies met
EUR 220 miljoen. In Nederland daalden de premies ondanks de
eenmalige, gunstige invloed van EUR 127 miljoen die een gevolg
waren van een wijziging in de verantwoording van collectieve
pensioenpremies. Deze waren op hun beurt weer het gevolg van
lagere salaris-indexatie op collectieve contracten en de hevige
concurrentie op de markt voor particuliere direct ingaande
lijfrentes. In België steeg het premie-inkomen in 2009 met EUR 73
miljoen tot EUR 1.068 miljoen door de verkoop van variabele
lijfrentes, waarmee begin 2009 is gestart. Het premie-inkomen
in Luxemburg steeg met EUR 148 miljoen tot EUR 274 miljoen
door de introductie van een variabel lijfrenteproduct dat door de
privatebankingtak van UniCredit wordt verkocht in Italië en door
de eigen verkoop van een nieuw levensverzekeringsproduct gericht
op vermogende particulieren in België en Luxemburg. In Centraalen Overig Europa daalde het premie-inkomen met EUR 457 miljoen
naar EUR 2.029 miljoen. Dit werd voor EUR 147 miljoen veroorzaakt
door lagere koersen van Centraal-Europese valuta ten opzichte van
de euro. De daling van het premie-inkomen deed zich met name
voor in Hongarije, Polen en Spanje. Dat het premie-inkomen in
2009 lager lag, is vooral toe te schrijven aan lagere omzet van
koopsompolissen en een collectief contract van EUR 70 miljoen
in Spanje dat begin 2008 was afgesloten.
De onderliggende bedrijfslasten van Insurance Europe daalden
in 2009 ten opzichte van vorig jaar met EUR 261 miljoen, ofwel
14,8%. Deze daling is voor EUR 25 miljoen toe te schrijven aan de
waardedaling van Centraal-Europese valuta ten opzichte van de
euro en voor EUR 53 miljoen door een wijziging in de toerekening
van bedrijfslasten. De resterende lastendaling is toe te schrijven
aan kostenbeheersing. In 2009 is het aantal interne fte’s met 1.366
teruggebracht. Daarnaast zijn in 2009 aanzienlijke besparingen
gerealiseerd in de kostenposten extern personeel, huisvesting en
marketing. Belangrijke kosten in verband met reorganisatieinitiatieven zijn niet opgenomen in de onderliggende bedrijfslasten,
maar als bijzondere posten verantwoord.
De nieuwe premieproductie op jaarbasis (Annual Premium
Equivalent, APE) van Insurance Europe daalde in 2009 met EUR 28
miljoen naar EUR 982 miljoen. Deze daling deed zich vooral voor
in Centraal- en Overig Europa. In Nederland steeg de omzet met
EUR 101 miljoen tot EUR 450 miljoen, vooral door toename in
de verlenging van collectieve levensverzekerings- en pensioencontracten en een APE van EUR 31 miljoen in verband met een
wijziging in de verantwoording van premies voor collectieve
pensioencontracten. In België en Luxemburg steeg de APE met
EUR 29 miljoen tot EUR 139 miljoen door de introductie van
variabele lijfrenteproducten in België en in Italië die ING Life
Luxembourg verkoopt via de privatebankingtak van UniCredit.
Alle landen hadden deel aan de daling van de omzet met EUR 159
miljoen in Centraal- en Overig Europa, met uitzondering van Turkije
waar eind 2008 een pensioenfonds werd overgenomen. De daling
van de APE in Roemenië met EUR 56 miljoen is grotendeels te
wijten aan de introductie van pensioenfondsen voor collectieve
en individuele pensioenen eind 2007. Die droegen in 2008 nog
EUR 57 miljoen bij aan de omzet en in 2009 EUR 10 miljoen. Door
de waardedaling van de Centraal-Europese valuta ten opzichte
van de euro daalde de omzet met EUR 48 miljoen.
De waarde van de nieuwe productie (WNP) van Insurance Europe
daalde van EUR 397 miljoen in 2008 naar EUR 185 miljoen in 2009.
Nederland was voor EUR 53 miljoen verantwoordelijk voor deze
daling en Centraal- en Overig Europa EUR 162 miljoen. De WNP in
Nederland was lager ondanks hogere omzet en lagere bedrijfslasten door hogere risicomarges en een verschuiving in de
activiteitenmix van de meer winstgevende lijfrentes naar collectieve
beleggingsverzekeringen. De lagere WNP in Centraal- en Overig
Europa is veroorzaakt door lager dan verwachte rendementen op
activa en hogere risicomarges in de disconteringsvoet, evenals
lagere omzet van koopsompolissen en negatieve valuta-invloeden
in Centraal-Europa en Overig Europa van EUR 28 miljoen. De
marges van de pensioenactiviteiten in Centraal- en Overig Europa
bleven onder druk staan door wijzigingen in de provisiestructuur,
die deels het gevolg waren van wetswijzigingen. In Roemenië
droegen de pensioenfondsen voor collectieve en individuele
pensioenen in 2009 EUR 12 miljoen bij aan de WNP tegen
EUR 80 miljoen in 2008.
ONTWIKKELINGEN PER LAND
In Nederland steeg de onderliggende winst voor belastingen in
2009 met EUR 62 miljoen tot EUR 305 miljoen. Dit kwam vooral
door een EUR 420 miljoen hogere herwaardering van private
equity, EUR 217 miljoen lagere bedrijfslasten en een verbetering
met EUR 190 miljoen door een wijziging in de voorziening voor
garanties op gesepareerde pensioencontracten (onder aftrek van
afdekkingskosten). Deze positieve posten werden grotendeels
tenietgedaan door EUR 452 miljoen lagere inkomsten op de
aandelenpositie door de verkoop van aandelenbeleggingen vanwege
het afbouwen van risico’s. Daarnaast steeg de waardevermindering
op vastrentende beleggingen met EUR 43 miljoen, steeg de
winstdeling voor polishouders met EUR 89 miljoen, daalde het
resultaat op aandelenopties waarmee aandelenbeleggingen zijn
afgedekt met EUR 56 miljoen en daalde het verzekeringstechnisch
resultaat van het schadebedrijf met EUR 97 miljoen.
In België en Luxemburg daalde de onderliggende winst voor
belastingen in 2009 met EUR 53 miljoen naar EUR 27 miljoen. Dit
was het gevolg van EUR 18 miljoen hogere bedrijfslasten en
EUR 76 miljoen aan verliezen en bijzondere waardeverminderingen
op vastrentende waarden. Dit werd deels gecompenseerd door
EUR 46 miljoen hogere provisiebaten. De stijging van de provisies
en de lasten is volledig toe te schrijven aan de juridische overdracht
van ING’s vermogensbeheeractiviteiten in België en Luxemburg van
het bankbedrijf naar het verzekeringsbedrijf in het vierde kwartaal
van 2008. De onderliggende winst voor belastingen daalde met
EUR 10 miljoen naar EUR 319 miljoen, doordat EUR 63 miljoen
lagere bedrijfslasten meer dan teniet werden gedaan door EUR 35
miljoen hogere verliezen en bijzondere waardeverminderingen op
vastrentende waarden en EUR 50 miljoen lagere herwaardering
van niet-handelsderivaten.
BEDRIJFSONTWIKKELINGEN
De economische situatie in 2009 had een duidelijk effect op de
prestaties van Insurance Europe en zal ook nog lang doorwerken
in de verzekeringsbranche. De nieuwe realiteit in de markt leidde
tot risicomijdend gedrag van de consument, verschuivingen in de
productvoorkeuren en, bij gevolg, veranderingen in productontwikkeling. In 2009 daalde het reële bruto nationaal product
in de eurozone naar verwachting met ongeveer 4%. Toch werden
de vooruitzichten voor de Europese economie in de tweede helft
van het jaar beter, niet in de laatste plaats door de uitzonderlijke
maatregelen van nationale overheden en monetaire autoriteiten.
In de meeste Europese landen was er in het derde kwartaal een
verbetering van de economische activiteit te zien, wat het officiële
einde van de recessie inluidde.
VERZEKERINGSACTIVITEITEN BENELUX
In de Benelux had de economische teruggang een negatief
effect op de belangrijkste pijlers onder de verzekeringsmarkt:
consumentenvertrouwen, werkgelegenheid en loonontwikkeling.
Daarnaast steeg de concurrentie in de Nederlandse levensverzekeringsmarkt doordat ook banken voortaan bepaalde
spaarproducten met belastingvoordeel mogen verkopen
(‘banksparen’). Ter compensatie van de dalende premies legde
ING in deze volwassen markt de nadruk op hogere marges door
verhoging van de efficiëntie en strikte beheersing van de kosten.
Het volume van de levensverzekeringsproducten van ING nam toe,
met name van lijfrentes die aantrekkelijk zijn voor klanten die
zekerheid zoeken. De waarde van de nieuwe productie werd echter
negatief beïnvloed door veranderingen in rendementscurves en
rekenrente als gevolg van het economische klimaat.
Integratie Nederlandse verzekeringsactiviteiten
In 2009 is aangekondigd dat Nationale-Nederlanden, RVS en ING
Verzekeren Retail (voorheen Postbank Verzekeren) zullen worden
samengevoegd tot één klantgerichte organisatie onder de naam
Nationale-Nederlanden. Deze strategische beslissing is ingegeven
door de wens te kunnen reageren op behoeften van klanten wat
ING Groep Jaarverslag 2009
39
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Insurance Europe (vervolg)
betreft gebruiksgemak, persoonlijk advies, transparantie en
zekerheid. Door het inzetten van alle bestaande distributiekanalen
kunnen klanten voortaan zelf kiezen hoe en waar ze hun producten
willen kopen. Het netwerk van onafhankelijke adviseurs blijft hierbij
een belangrijke rol spelen, evenals de banken en de eigen adviseurs
van ING in Nederland.
CENTRAAL- EN OVERIG EUROPA
In Centraal- en Overig Europa was er duidelijk meer vraag naar
producten die financiële bescherming bieden. De onrust in de
markt had een negatief effect op de lopende activiteiten in
Centraal- en Overig Europa, waar het aantal geroyeerde en
afgekochte polissen in de eerste helft van 2009 nog steeg,
maar later in het jaar stabiliseerde. In Polen, Hongarije, Slowakije
en Roemenië werden forse veranderingen doorgevoerd in de
regelgeving voor pensioenfondsen. Desondanks bleef het aantal
klanten van pensioenfondsen van ING stijgen.
In lijn met de actuele marktsituatie daalde de omzet van het
levensverzekeringsbedrijf in Centraal- en Overig Europa met 20%,
exclusief valuta-invloeden. De daling had echter weinig effect op de
winst, aangezien ook de lasten werden verlaagd. Bovendien kende
ING in Hongarije en Polen, twee belangrijke markten, een voortgaande stijging van zowel het marktaandeel bij levensverzekeringen
als van het aantal polishouders. Daarnaast pakte de samenwerking
tussen Insurance Europe, ING Direct Spanje en bancassurancedistributeurs in onder andere Griekenland heel goed uit.
Uniform bedrijfsmodel
Insurance Central Europe startte in 2009 met het opzetten van een
uniform bedrijfsmodel. Het nieuwe model bestaat uit onder andere
een regionaal grootboek, een regionaal productplatform en een
geharmoniseerd IT-platform. In de loop van 2010 wordt in het
Roemeense Cluj-Napoca een shared service centre in gebruik
genomen. Dat gaat geheel Centraal-Europa bedienen en zal na
verloop van tijd een aanzienlijk deel van alle backofficeactiviteiten
van de regio herbergen. Het uniforme bedrijfsmodel is een solide
basis voor toekomstige groei en biedt de mogelijkheid nog meer
nadruk te leggen op klantenservice en versterking van zowel het
merk als de distributie.
PRODUCTONTWIKKELING EN INNOVATIE
De veranderingen in de economische omgeving vragen om nieuwe
productkenmerken, grotere efficiency en een kostenefficiëntere
distributie. In de Benelux kan ING dankzij de verschuiving van
de traditionele distributie via tussenpersonen naar banken,
internetspelers en gemandateerde adviseurs optimaal gebruikmaken
van een uniek multidistributienetwerk (internet, banken,
onafhankelijke adviseurs, eigen adviseurs, eigen verkoopteam).
Er zijn initiatieven ontplooid ter verbetering van de productiviteit
van adviseurs en de verdere professionalisering van de
verkoopteams. Hiervoor zal de werving van nieuwe medewerkers
worden gecentraliseerd en zullen de trainings- en ontwikkelingsinspanningen worden verhoogd. Ook zullen voor de verschillende
markten producten worden aangeboden die gebaseerd zijn op
specifieke behoeften en segmenten.
40
ING Groep Jaarverslag 2009
Insurance Europe introduceerde diverse nieuwe producten in 2009,
waaronder een beroepsaansprakelijkheidsverzekering voor zzp’ers
van Nationale-Nederlanden, een nabestaandenverzekering van RVS
in Nederland, een pensioen met beperkte garanties in Griekenland,
en een gezinsongevallenverzekeringspakket in Polen.
De vraag naar variabele lijfrenteproducten nam toe. Het risicoprofiel
en ontwerp werden hierop aangepast. Een goed voorbeeld van een
dergelijke aanpassing is een nieuwe lijfrente met een gegarandeerde
levenslange uitkering in België. Deze vereenvoudigde variabele
lijfrente genereerde in 2009 ongeveer EUR 144 miljoen aan omzet.
Ook in Italië en Hongarije werden met succes nieuwe producten
voor vermogensopbouw geïntroduceerd. Verder werden in Spanje,
Luxemburg, Hongarije en Nederland ook in 2009 producten met
een verlaagd risico verkocht. Deze vier landen samen zorgden voor
een omzet van bijna EUR 100 miljoen aan variabele lijfrentes.
De totale nieuwe omzet aan variabele lijfrentes van Insurance
Europe in 2009 bedroeg EUR 280 miljoen: een stabiele,
winstgevende basis voor de toekomst.
BACK TO BASICS
In het kader van het veranderingsprogramma Back to Basics van
ING Groep lag de nadruk bij Insurance Europe in 2009 op verlaging
van risico’s, behoud van kapitaal en verhoging van de efficiëntie.
Lagere kredietopslagen en maatregelen ter verlaging van
balansrisico’s droegen mede bij aan een verbetering van de
kapitaalpositie. Dit leidde tot een kapitaaloverdracht van
EUR 630 miljoen aan ING Verzekeringen.
Inspelend op de nieuwe economische omstandigheden heeft
Insurance Europe ook gewerkt aan een herziening van de
kostenstructuur. Eind 2009 was het aantal medewerkers
teruggebracht. Alle kostenverlagingsprogramma’s liggen op schema.
ING kondigde aan het particulier pensioenfonds in Rusland te
verkopen en ook de levensverzekeringsactiviteiten in dat land te
beëindigen. Dit is geheel in lijn met de strategie van ING om te
focussen op de kernactiviteiten. In juni maakte ING Griekenland
bekend te zullen stoppen met de acceptatie van nieuwe
zorgverzekeringsrisico’s om zich te kunnen concentreren op
de kernactiviteiten levensverzekeringen en pensioendiensten.
CONCLUSIES EN AMBITIES
De grote geografische aanwezigheid in de regio, het vermogen de
kosten te beheersen, de efficiency te verhogen en de producten en
activiteiten te standaardiseren zullen bijdragen aan aanhoudende
groei van ING Insurance Europe.
Gegeven het besluit tot splitsing van ING Groep en de scheiding van
de bancaire en verzekerings- en vermogensbeheeractiviteiten heeft de
Groep zich voor de korte termijn ten doel gesteld de winstgevendheid
van de verzekerings- en vermogensbeheeronderdelen te verhogen
door verdere verlaging van de kosten, investering in een grotere
omzet en optimaal gebruik van het aanwezige talent.
Ons langetermijndoel is verdere versterking van de verzekerings- en
vermogensbeheerbedrijven tot spelers van wereldformaat.
Verzekeringen
Insurance Americas
Werken aan ingrijpende transformatie
Kernpunten
> Grotere winstgevendheid
> Aanhoudend degelijke resultaten in
Latijns-Amerika
> Start strategische veranderingen in de VS
> Kostenverlagingen vóór op schema
2009 was een jaar vol vooruitgang en veranderingen voor
Insurance Americas. De bedrijfsonderdelen in de VS opereerden in
lijn met de Back-to-Basics-strategie van ING Groep door hun risico’s
aanmerkelijk te verminderen, twee niet-kernactiviteiten af te stoten
en de kosten te verlagen. In Latijns-Amerika werd nog meer nadruk
gelegd op pensioenregelingen met verplichte of vrijwillige
deelname, wat leidde tot goede winstcijfers. ING Canada werd
verkocht. Dankzij het herstel van de economie en de verbetering
van de marktomstandigheden verbeterde Insurance Americas in
het tweede kwartaal haar winstgevenheid. De kostenbesparingen
lagen eind 2009 flink voor op schema.
Financieel overzicht
in miljoenen euro’s
Onderliggend* premie-inkomen
Onderliggende* bedrijfslasten
Onderliggend* resultaat voor belastingen
Totaalresultaat voor belastingen
Waarde nieuwe levenproductie**
Intern rendement
Nieuwe omzet
2009
2008
13.973
1.611
61
–246
190
11,9%
2.450
18.935
1.753
–958
–589
229
11,8%
3.438
* O
nderliggende cijfers zijn afgeleid van cijfers gebaseerd op IFRS-EU,
exclusief de invloed van desinvesteringen en bijzondere posten.
** De waarde van de nieuwe levenproductie en intern rendement zijn
aan­ge­past voor het jaar 2008, om de gecorrigeerde toepassing van
kapitaal­fac­to­ren voor de variabele lijfrenteactiviteiten, alsmede minimale
aan­pas­sin­gen in de kosten tot uitdrukking te laten komen, voor zowel
de variabele als de vaste lijfrenteactiviteiten.
Geografische spreiding premie-inkomen
2009
in miljoenen euro’s
VS
Latijns-Amerika*
Totaal *
99%
1%
100%
13.812
161
13.973
* Exclusief ING’s joint venture in Brazilië; dit is een minderheidsbelang.
FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN
Insurance Americas werd in 2009 weer winstgevend en boekte een
onderliggend resultaat voor belastingen van EUR 61 miljoen, een
stijging met EUR 1.019 miljoen ten opzichte van het verlies in 2008.
In de VS bedroeg het onderliggende verlies voor belastingen in
2009 EUR 219 miljoen, een aanmerkelijk verbetering vergeleken
met het verlies van EUR 1.117 miljoen in 2008. Oorzaken waren
vooral lagere negatieve overlopende acquisitiekosten, lagere
beleggingsverliezen en bijzondere waardeverminderingen en lagere
bedrijfslasten. In Latijns-Amerika verbeterde de onderliggende
winst voor belastingen met 76,1% tot EUR 280 miljoen door
goede resultaten van de pensioenactiviteiten.
In Noord- en Latijns-Amerika, en vooral in de Verenigde Staten, had
de zwakke economie een negatieve invloed op het onderliggende
premie-inkomen. Dit daalde met 26,2% naar EUR 13.973 miljoen,
vooral door het besluit om in de VS de verkoop van variabele
lijfrentes te beperken. De beleggingsopbrengsten en overige baten
daalden met 62,2%, ofwel EUR 1.807 miljoen, naar EUR 1.096
miljoen als gevolg van een combinatie van lagere beleggings­
opbrengsten door vermindering van de risico’s en ongunstige
resultaten uit niet-handelsderivaten, inclusief de kapitaalafdekking
die eind 2008 werd afgesloten.
De onderliggende lasten daalden in 2009 met 8,1% naar EUR 1.611
miljoen. In de VS daalden de lasten door lagere personeelskosten
en lagere verkoopgerelateerde kosten, vooral als gevolg van
reorganisatie-inspanningen. De kosten voor de integratie van
CitiStreet in de VS, voor de steunfaciliteit voor illiquide activa met
de Nederlandse Staat en voor de reorganisatieactiviteiten, in totaal
EUR 77 miljoen, zijn niet opgenomen in de onderliggende bedrijfs­
lasten, maar worden als bijzondere posten gepresenteerd.
De omzet, gemeten als genormaliseerde nieuwe premieproductie
op jaarbasis (APE) in Noord- en Latijns-Amerika, daalde in 2009
met 28,7% naar EUR 2.450 miljoen, vooral door een daling in de
VS. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door een verminderde vraag
naar beleg­gingsgeoriënteerde producten en het besluit om de
verkoop van variabele lijfrentes in de VS te beperken.
De waarde van de nieuwe productie (WNP) in Noord- en LatijnsAmerika daalde met 17,0%, of 14,8% exclusief valuta-invloeden,
naar EUR 190 miljoen in 2009.
Per 31 december 2009 was de toereikendheid van de voor­ziening­en voor verzekeringsverplichtingen onder IFRS voor Insurance
Americas verslechterd, vergeleken met ultimo 2008. De netto­
verzeke­ringsverplichtingen voor dit onderdeel waren ontoereikend
met EUR 1,6 miljard bij een betrouwbaarheidsniveau van 90%. Dit
is aanzienlijk conservatiever dan wanneer gebruik gemaakt wordt
ING Groep Jaarverslag 2009
41
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Insurance Americas (vervolg)
van de beste schatting over de toereikendheid die in de branche
gebruikelijk is, met name onder Amerikaanse maatschappijen.
De nettovoorzieningen voor verzekeringsverplichtingen bleven
toereikend op EUR 1,8 miljard bij een betrouwbaarheidsniveau
van 50%.
ONTWIKKELINGEN PER LAND
VERENIGDE STATEN
Het premie-inkomen daalde in 2009 met 26,3% naar EUR 13.812
miljoen. Deze daling was vooral toe te schrijven aan de verminderde
verkoop van variabele lijfrentes, waarvan de omzet doelbewust is
verminderd door hogere provisies en lagere uitkeringsgaranties. De
bedrijfslasten daalden met 7,0% (7,4% exclusief valuta-invloeden)
door lagere personeelskosten, omdat sinds eind 2008 het aantal
fte’s met 12% is teruggebracht, en door lagere verkoop­ge­re­la­teer­
de kosten. Op vergelijkbare basis en exclusief de valuta-invloe­den
daalden de bedrijfslasten met 20,7%. Het onderliggende verlies voor
belastingen was in 2009 EUR 219 miljoen, een substantiële verbetering
ten opzichte van het verlies van EUR 1.117 miljoen in 2008.
Lagere negatieve overlopende acquisitiekosten, lagere
beleggingsverliezen en bijzondere waardeverminderingen
en lagere bedrijfslasten zorgden voor dit herstel.
LATIJNS-AMERIKA
Het premie-inkomen daalde met 19,1% naar EUR 161 miljoen
doordat als gevolg van veranderde wetgeving in 2009 in Chili werd
gestopt met arbeidsongeschiktheids- en nabestaandenverzekeringen.
De bedrijfslasten daalden met 16,2%, of 10,1% exclusief valutainvloeden, vooral door lagere personeelskosten, inclusief prestatie­
beloning en professionele provisies. De onderliggende winst voor
belastingen verbeterde met EUR 121 miljoen tot EUR 280 miljoen,
omdat het herstel van de aandelenmarkt in de regio resulteerde in
een verbetering van de wettelijk vereiste investeringen in pensioen­
activiteiten. Ook de hogere provisiebaten voor pensioenen en de
lagere bedrijfslasten droegen bij aan de winstverbetering.
BEDRIJFSONTWIKKELINGEN
In zowel de VS als in Latijns-Amerika is Insurance Americas
marktleider op het gebied van pensioenen. De divisie verkeert dan
ook in een goede positie om in te spelen op de demografische
mogelijkheden op de lange termijn: de zeven landen waar ING
actief is, tellen in totaal 700 miljoen inwoners. In de VS heeft ING
drie kernactiviteiten: Retirement Services, Individual Life en
Individual Financial Solutions (vrijvallende lijfrentes). ING is in de
VS de op twee na grootste aanbieder van beschikbare premie­rege­lingen wat betreft beheerd vermogen en pensioenregelingen
onder beheer, de nummer twee wat betreft het aantal deelnemers,
en de nummer één wat betreft het aantal pensioenregelingen.
In Latijns-Amerika is ING de op één na grootste aanbieder van
verplichte pensioenregelingen.
Na de aankondiging van het Back-to-Basics-programma van ING
Groep in april heeft Insurance Americas goede voortgang geboekt
met het vereenvoudigen van de organisatie. Niet-kernactiviteiten
werden afgestoten, zoals de lijfrenteactiviteiten in Chili, het
70%-belang in ING Canada en de lijfrenteactiviteiten in Argentinië.
Verder werd in de VS overeenstemming bereikt over de verkoop
van de herverzekeringsactiviteiten aan RGA Incorporated (een
transactie die op 1 januari 2010 is afgerond) en werd het grootste
deel van het ING Advisors Netwerk verkocht (afronding op
31 januari 2010).
42
ING Groep Jaarverslag 2009
De focus van ING in de VS lag op versterking van de kapitaalpositie
en vermindering van de risico’s. Dat gebeurde enerzijds door het
terugdringen van de kosten en het afstoten van risicovolle activa
in de portefeuille en anderzijds door gebruik te maken van afdek­
kin­gen ter bescherming tegen verdere koersdalingen op de
aandelen­beurzen. Daarnaast lag de nadruk in 2009 op het
aanbieden van eenvoudiger producten, concurrerende
rendementen en meer gebruiksgemak.
Ook de herpositionering van de activiteiten van ING in LatijnsAmerika kreeg steeds meer vorm door in te spelen op de sterke
demografische en economische ontwikkelingen in de regio.
Ondanks de wereldwijde financiële crisis werden voor het tweede
opeenvolgende jaar solide resultaten geboekt.
US RETIREMENT SERVICES
Ondanks de uitdagingen in de markt werkte ING in de VS in 2009
verder aan de versterking van haar positie in de pensioenmarkt.
De vergrijzing van de Amerikaanse bevolking biedt aan­zien­lijke
groeikansen voor de langere termijn. Ruim tweederde van de
ongeveer USD 30 biljoen aan financiële activa in de VS is in handen
van 45-plussers. Door de naderende pensionering van de baby­
boomers en de recente financiële crisis richten ook zij hun aandacht
steeds meer op hun pensioen. De overname in juli 2008 van
Citistreet met haar geavanceerde, gestroomlijnde technologie­
platform en de bijbehorende webfunctionaliteiten zorgden voor
schaalgrootte en meer capaciteit. Hiermee kan ING beter inspelen
op de pensioenbehoeften van deelnemers aan collectieve
pensioen­regelingen en van ondernemingen en organisaties die
ze aanbieden. ING biedt in de VS nu het volledige spectrum aan
pensioendiensten, variërend van volwaardige pensioenregelingen
tot puur administratieve dienstverlening. US Retirement Services
verkeert nu in de unieke positie dat zij feitelijk alle soorten
pensioenregelingen aanbiedt voor alle segmenten in de markt:
bedrijven, onderwijs, overheid, gezond­heidszorg en non-profit.
De meeste Amerikanen verkeren weliswaar nog in onzekerheid
over de gevolgen van de financiële crisis, maar houden wel vast aan
de pensioenregeling van hun werkgever. Uit een enquête van het
ING Institute for Retirement Research blijkt dat de meerderheid
(84%) vindt dat de collectieve pensioenregeling van hun werkgever
een belangrijk onderdeel is van hun pensioenkeuzes. Verder gaf
92% aan dat een automatische maandelijkse inhouding van de
pensioenbijdrage in hun ogen de beste vorm van sparen is.
ING was qua omzet in 2009 voor het zesde jaar op rij de nummer
één op het gebied van pensioenproducten voor onderwijs­perso­
neel – van kleuteronderwijs tot en met voortgezet onderwijs – en
de nummer twee op het gebied van pensioenregelingen voor
kleine ondernemingen.
US ANNUITIES
De behoeften van de babyboomers stonden centraal in de her­
structurering van de lijfrenteactiviteiten in de VS in 2009. Die leidde
tot de opsplitsing van US Annuities in Individual Financial Solutions
en Legacy Annuity. Vanaf 2010 biedt ING een aantal goedkopere
geconverteerde lijfrentes die met name gericht zijn op
gepensioneerden van bedrijven met een collectieve pensioen­regeling
van ING. Deze lijfrentes vormen onderdeel van een breder pakket
aan eenvoudige, goedkopere beleggingsvehikels met een laag
risicoprofiel die in de loop van 2010 worden geïntroduceerd. De
ontwikkeling is in lijn met de strategie van ING om klanten
transparantere, minder risicovolle, goedkopere en eenvoudigere
producten aan te bieden. Geconverteerde ‘IRA’-producten, in feite
beleggingsproducten voor een pensioen, vormen waarschijnlijk het
snelstgroeiende segment in de Amerikaanse pensioenmarkt. In 2013,
als het grootste deel van de 78 miljoen Amerikaanse babyboomers
met pensioen gaat, vloeit naar verwachting bijna USD 400 miljard per
jaar aan pensioenactiva vanuit collectieve pensioenregelingen naar
IRA’s of andere pensioenproducten. ING is goed gepositioneerd om
deze ongekende mogelijkheid in de markt te benutten vanwege de
omvang van de huidige pensioenactiviteiten, zowel qua activa als qua
aantallen deelnemers. ING schat dat de jaarlijkse omzet in deze markt
binnen vijf jaar weleens kunnen stijgen tot minstens USD 6 miljard.
Legacy Annuity richt zich op alle tot eind 2009 verkochte lijfrentes.
ING realiseerde in 2009 een aanzienlijke vermindering van de
risico’s op variabele lijfrentepolissen door onder andere herziening
van de kostenstructuur van de producten, wijziging van de
uitkeringskenmerken, betere afdekking en uitbreiding met een
aanzienlijk aantal passieve fondsen. In de praktijk betekent dit dat
het oude product niet meer wordt verkocht en de verplichtingen als
een separaat geheel zullen worden uitgevoerd. De activiteit wordt
in de komende 20 jaar afgebouwd.
Succes in de geconverteerde lijfrentemarkt vraagt om nieuwe
distri­butie­kanalen in aanvulling op de distributiekanalen die ING
al benut. ING zal haar lijfrenteproducten blijven distribueren
via de gebruikelijke kanalen, zoals wirehouses (grote organisaties
voor financiële dienstverlening), onafhankelijke financiële adviseurs
en banken. Daarnaast zal zij directe kanalen gaan ontwikkelen,
zoals internet en de telefoon, die een belangrijke rol zullen spelen
bij de uitbreiding van deze nieuwe activiteit.
US INDIVIDUAL LIFE INSURANCE
US Individual Life Insurance profiteerde ook in 2009 weer van een
gediversifieerd productassortiment en een brede distributiecapaciteit.
Dit onderdeel biedt beleggings- en overlijdensrisicoverzekeringen, en
verkoopt deze via ruim 80.000 onafhankelijke adviseurs in het hele
land. In 2009 verkocht US Individual Life Insurance 159.000 polissen,
acht keer meer dan de 17.000 polissen in 2005, toen een nieuwe
levensverzekeringenstrategie in gang werd gezet.
ING is inmiddels de nummer 10 wat betreft de omzet van
individuele levensverzekeringen. Dit is vooral te danken aan de
sterke positie op het gebied van overlijdensrisicoverzekeringen.
Individual Life genereerde 20% van de nieuwe omzet in 2009 via
Specialty Markets, een distributiekanaal dat producten via
zogeheten internet quote shops, e-mail, of via het web aan de man
brengt. ING startte ook met ING for Life® (www.ingforlife.com),
een online-instrument waarmee klanten zelf gemakkelijk hun
levensverzekeringsbehoeften kunnen bepalen, een offerte kunnen
aanvragen of eventueel direct in contact kunnen komen met een
erkende levensverzekeringsadviseur.
LATIJNS-AMERIKA
ING is de op één na grootste pensioenaanbieder in Latijns-Amerika.
In Peru is ING de nummer één met een marktaandeel van 32%, in
Uruguay de nummer twee en in Mexico en Chili de nummer drie.
In Colombia staat ING in de top vijf. In deze vijf landen samen heeft
ING 9,4 miljoen klanten en een beheerd vermogen van EUR 35 miljard.
Ondanks moeilijke omstandigheden behield ING in deze landen
toch haar marktaandeel. De sterke positie op het gebied van
verzekerings- en pensioenactiviteiten in de regio zorgde ervoor dat
de onderneming in 2009, ondanks de financiële crisis, toch weer
een solide groei van de omzet en winst realiseerde.
ING werkte in 2009 gestaag verder aan het afbouwen van de
schadeverzekeringen en het verleggen van de focus naar pensioenen spaaractiviteiten. Niet-kernactiviteiten in Chili en Argentinië
werden afgestoten. Verder werden strategieën ontwikkeld voor
vermogensbeheer, met een sterke nadruk op particuliere en
collectieve pensioenregelingen.
Vanwege de almaar groeiende welvaart in Chili werd daar een
nieuw platform voor vermogensbeheer geïntroduceerd. Dat is zo’n
succes dat ING het platform ook in andere landen in de regio wil
introduceren. Dit past volledig in de strategie van Insurance
Americas om zich op de groeiende markt voor vermogenden in
Latijns-Amerika te richten.
EASIER!
ING startte in 2009 met diverse online-instrumenten waarmee
klanten een beter inzicht krijgen in en gemakkelijkere toegang tot
pensioenen, verzekeringen en beleggingen. Zo ging in maart
INGCompareMe.com de lucht in. Met deze website kunnen mensen
bepalen hoe hun financiële zaken, zoals spaargeld, bestedingen en
pensioenregelingen, zich verhouden ten opzichte van die van
anderen. Business Week vermeldde de website in een beknopt
overzicht van ‘nuttige pensioencalculators’ en de ING’er die de site
heeft ontwikkeld, werd door Bank Technology News uitgeroepen
tot een van de tien grote ‘vernieuwers’ van 2009. De nieuwe
website INGforLife.com van Individual Life is zowel een nuttige
informatiebron voor particulieren als een marketinginstrument voor
adviseurs. Bij Retirement Services ging My Retirement Outlook live
(www.ingretirementplans.com). Hiermee kunnen mensen zelf
bepalen of ze goed op schema liggen wat betreft hun
pensioendoelstellingen.
CONCLUSIES EN AMBITIES
Door het verminderen van risico’s, het afstoten van niet-kern­acti­vi­
teiten en het verlagen van de kosten speelde Insurance Americas in
2009 een centrale rol in de Back-to-Basics-strategie van ING Groep.
Tegelijkertijd werd de klanttevredenheid verbeterd ten opzichte van
de concurrentie.
Gezien het besluit tot splitsing van ING Groep en de verzekeringsen vermogensbeheeractiviteiten te scheiden van de bancaire
activiteiten heeft de Groep zich voor de korte termijn ten doel
gesteld de winstgevendheid van de verzekerings- en vermogensbeheeronderdelen te versterken door de kosten verder te verlagen, te
investeren in een grotere omzet, meer nadruk te leggen op producten
met een hoge marge en optimaal gebruik te maken van het
aanwezige talent. Het langetermijndoel van ING is verdere versterking
van de verzekerings- en vermogensbeheerbedrijven als wereldspelers.
Met een breed scala aan distributiekanalen en transparante pensioenen levensverzekeringsproducten blijft Insurance Americas zich richten
op de behoeften van de klant. De nadruk ligt hierbij op productinnovatie met eenvoud, lagere kosten, operationele efficiëntie en
uitmuntende klantenservice als centrale aandachtspunten.
Wat betreft de multiculturele pensioenmarkt bouwt ING voort op
het werk dat in 2009 is verricht. Eind 2009 werd het multiculturele
verkoopteam uitgebreid, met name bij de pensioendiensten.
Gegeven de sterke groei van het aantal Latino’s, Afro-Amerikanen,
Aziaten en mensen van andere etnische groepen in Noord- en
Latijns-Amerika zijn de multiculturele markten belangrijk voor de
groei van de kernactiviteiten van Insurance Americas: pensioenen,
levensverzekeringen en financiële oplossingen.
ING Groep Jaarverslag 2009
43
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Verzekeringen
Insurance Asia/Pacific
Klaar om te profiteren van hernieuwde vraag
Kernpunten
> Aanhoudend sterke marktpositie in
belangrijkste Aziatische economieën
> Gediversifieerde distributie, groot netwerk
van eigen adviseurs aangevuld door bancaire
samenwerkingsverbanden
> Goed gepositioneerd om in te spelen op
het herstel van economie en levensverzekeringssector
Financieel overzicht
in miljoenen euro’s
Onderliggend* premie-inkomen
Onderliggende* bedrijfslasten
Onderliggend* resultaat voor belastingen
Totaalresultaat voor belastingen
Waarde nieuwe levenproductie
Intern rendement
Nieuwe omzet
2009
2008
6.422
599
220
543
127
13,3%
1.024
8.591
702
–1
–213
177
13,3%
1.496
* Onderliggende cijfers zijn afgeleid van cijfers gebaseerd op IFRS-EU, exclusief
de invloed van desinvesteringen en bijzondere posten.
Geografische spreiding premie-inkomen
2009
in miljoenen euro’s
37%
43%
20%
100%
Japan
Zuid-Korea
Overig Azië*
Totaal
* India, China, Hongkong, Thailand en Maleisië.
2.383
2.731
1.308
6.422
Als toonaangevende internationale levensverzekeraar heeft ING
omvangrijke activiteiten in Azië. Insurance Asia/Pacific heeft hier,
met negen activiteiten in zeven Aziatische economieën, een goede
positie ook na de verkoop van de verzekerings- en vermogens­
beheeractiviteiten in Australië, Nieuw-Zeeland en al onze
activiteiten in Taiwan. ING staat in de top vijf van verzekeraars
in Zuid-Korea, Maleisië en in de Japanse collectieve
levensverzekeringenmarkt. Bovendien is ING steeds nadrukkelijker
aanwezig in Hongkong, Thailand, India en China. ING is qua
beheerd vermogen ook de op drie na grootste fondsbeheerder
in Azië/Pacific met activiteiten in elf landen.
FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN
Het brutopremie-inkomen daalde met 25,2% (EUR 2.169 miljoen)
van EUR 8.591 miljoen in 2008 naar EUR 6.422 miljoen in 2009.
Dit was vooral toe te schrijven aan de daling met 40,8% van het
premie-inkomen in Japan door beëindiging van de verkoop van
beleggingskoopsompolissen per 31 juli 2009. Exclusief deze
beëindiging nam het premie-inkomen met 7,8% af door een
lagere nieuwe omzet in Zuid-Korea doordat de vraag naar beleg­
gingsproducten in 2009 daalde. Dit werd deels gecom­pen­seerd
door hoger premie-inkomen door aanzienlijke groei van nieuwe
activiteiten in Maleisië, Hongkong en Thailand.
De totale onderliggende baten daalden met 33,4% van EUR 11.437
miljoen naar EUR 7.618 miljoen. Oorzaak waren vooral de beleg­
gingskoopsompolissen in Japan, waar veranderingen in de markt­
waarde van derivaten, gebruikt om de gegarandeerde uitkering
van variabele lijfrentes in Japan af te dekken, worden verantwoord
in ‘Totaal beleggingsopbrengsten en overige baten’. Dit werd
gecompenseerd door een afgenomen stijging van de uitkeringsreserve die wordt verantwoord onder verzekeringstechnische lasten.
De nieuwe productie daalde in 2009 met 31,6% van EUR 1.496
miljoen in 2008 naar EUR 1.024 miljoen. Exclusief de beëindigde
verkoop van beleggingskoopsompolissen in Japan daalde de
nieuwe omzet met 24,2% van EUR 1.226 miljoen in 2008 naar
EUR 929 miljoen. Dit is vooral toe te schrijven aan 34,6% lagere
nieuwe omzet in Zuid-Korea door aanhoudende druk op de
verkoop van beleggingsproducten gedurende het grootste deel
van 2009 en aan de reorganisatie binnen de organisatie van eigen
verzekeringsadviseurs. In Japan daalde de nieuwe omzet van
collectieve levensverzekeringen (COLI) met 19,3%. De daling in
Zuid-Korea en Japan werd deels gecompenseerd door dubbel­
cijferige groei in Maleisië en Thailand met respectievelijk 14,8%
en 14,1% dankzij aanhoudend sterke verkoop via Public Bank in
Maleisië en TMB Bank in Thailand.
De waarde van de nieuwe productie daalde met 28,2% van
EUR 177 miljoen in 2008 naar EUR 127 miljoen in 2009. Exclusief
de niet langer verkochte beleggingskoopsompolissen in Japan
daalde de waarde van de nieuwe productie met 19% van EUR 179
miljoen in 2008 naar EUR 145 miljoen. Dit was vooral toe te
schrijven aan de daling in de waarde van de nieuwe productie in
Zuid-Korea met 13,0% door lagere omzet. Dit werd deels
gecompenseerd door Maleisië, waar de waarde van de nieuwe
productie met 23,5% steeg. Het interne rendement bleef stabiel
op 13,3%.
44
ING Groep Jaarverslag 2009
De bedrijfslasten daalden met 14,7% ofwel EUR 103 miljoen,
naar EUR 599 miljoen ten opzichte van een jaar geleden door
aanhoudende kostenbesparingsinitiatieven. Vooral de bedrijfslasten
in Zuid-Korea en Japan daalden met respectievelijk 25,3% en
19,2% doordat structurele kosten, zoals administratiekosten,
afnamen door lagere vaste personeelskosten vanwege
vermindering van het aantal medewerkers en reorganisatie.
Op 30 november 2009 rondde ING de verkoop af van haar
levensverzekerings- en vermogensbeheeractiviteiten in Australië
en Nieuw-Zeeland. Dit genereerde een nettowinst van EUR 339
miljoen. De resultaten van de afgestoten onderdelen zijn niet
opgenomen in het onderliggende resultaat over 2008 en 2009.
Het totaalresultaat voor belastingen in 2009 steeg met
EUR 756 miljoen tot EUR 543 miljoen tegenover een verlies
van EUR 213 miljoen in 2008.
In 2009 bedroeg het onderliggende resultaat voor belastingen
EUR 220 miljoen, vergeleken met EUR –1 miljoen over 2008. Exclusief
het beëindigen van de verkoop van beleggingskoopsompolissen in
Japan was het onderliggende resultaat voor belastingen in 2009
EUR 374 miljoen, vergeleken met EUR 237 miljoen in 2008. Dit is
toe te schrijven aan verbeterde beleggingsopbrengsten doordat
de druk op het rendement als gevolg van de volatiele marktomstandigheden afnam, evenals door kostenbesparingen
gedurende het jaar.
ONTWIKKELINGEN PER LAND
In Zuid-Korea nam het onderliggende resultaat voor belastingen met
40,5% toe van EUR 163 miljoen in 2008 tot EUR 229 miljoen in
2009. De resultaten over 2009 stonden onder druk door markt­
gerelateerde invloeden, namelijk negatieve herwaarderingen op
een aandelen­deri­vaten­fonds en kredietgerelateerde effecten en
bijzondere waardeverminderingen op vast­rentende waarden. Het
premie-inkomen daalde in 2009 met 17,0% van EUR 3.291 miljoen
in 2008 naar EUR 2.731 miljoen in 2009 door een daling in de
nieuwe omzet. Deze werd deels gecom­pen­seerd door gunstig
behoud van eigen polissen. De bedrijfslasten daalden met 25,3%
door herstructurering en andere kosten­besparende maatregelen
die gedurende het jaar werden geïmplementeerd.
Japan rapporteerde een onderliggend verlies voor belastingen van
EUR 46 miljoen in 2009 tegenover een verlies van EUR 167 miljoen
in 2008. Met de beleggingskoopsompolissen werd in 2009 een
verlies van EUR 154 miljoen geleden, vergeleken met een verlies
van EUR 238 miljoen in 2008. Het resultaat over 2009 werd voor
EUR 191 miljoen negatief beïnvloed door een aanpassing van
de technische reserves in het vierde kwartaal door wijzigingen
in de royementsaannames voor variabele lijfrentes. Exclusief de
beleggingskoopsompolisactiviteiten steeg de onderliggende winst
voor belastingen van de COLI met 52,1% van EUR 71 miljoen
in 2008 tot EUR 108 miljoen, een stijging van 5,3% ten opzichte
van 2008, dankzij hogere premie-inkomsten en verbeterde
beleggingsresultaten. De bedrijfslasten daalden met 19,2%
door een daling met 27,9% van de bedrijfslasten voor
beleggingskoopsompolissen. De bedrijfslasten voor COLI
daalden ten opzichte van vorig jaar met 9,6%.
In Maleisië steeg het onderliggend resultaat voor belastingen met
10,3% van EUR 58 miljoen in 2008 tot EUR 64 miljoen in 2009.
De stijging van de winst is toe te schrijven aan verbetering van het
beleggingsresultaat, evenals aan een hoger premie-inkomen dat
met 6,5% steeg van EUR 550 miljoen in 2008 tot EUR 586 miljoen
in 2009. Dit is te danken aan aanhoudende groei van nieuwe
activiteiten, vooral via bancaire distributiepartner Public Bank. De
bedrijfslasten daalden ondanks sterke groei van de nieuwe omzet
met 2,0% door stringente kostenbeheersing.
In Overig Azië bedroeg het onderliggende verlies voor belastingen
in 2009 EUR 27 miljoen, vergeleken met een verlies van EUR 54
miljoen in 2008. Alle belangrijke bedrijfsonderdelen hadden hier
deel aan. In 2009 werd Thailand kostendekkend met een
onderliggend resultaat voor belastingen van EUR 1 miljoen,
tegenover een verlies van EUR 12 miljoen in 2008. Dit is toe te
schrijven aan sterke groei van nieuwe activiteiten, hetgeen
resulteerde in een stijging van het premie-inkomen met 26%,
en strikte kostenbeheersing. In China, India en Hongkong stegen
de onderliggende resultaten voor belastingen door verbeterde
beleggingsresultaten en lagere lasten.
BEDRIJFSONTWIKKELINGEN
Azië werd in 2009 hard getroffen door de economische neergang.
Exportvolumes in de hele regio daalden met 20 tot 40%, met als
gevolg een afname van de productie en een daling van werk­ge­le­
genheid en investeringen. Toch scoorde Azië economisch gezien
gemiddeld beter dan andere regio’s in de wereld, met name
vanwege de aanhoudend sterke groei in China. ING verkeert in
een goede positie om in te spelen op een herstel van de
levensverzekeringsmarkt.
China stapte door de sterke daling van de export over op een
expansief monetair en fiscaal beleid en verlegde hiermee de vraag
naar de binnenlandse markt. De groei van het bruto nationaal
product in China lag in 2009 waarschijnlijk hoger dan de door
de autoriteiten tevoren beoogde 8%, iets wat de meeste analisten
aan het begin van het jaar nog voor volstrekt onmogelijk hielden.
Het herstel in China had een stabiliserend effect op andere
Aziatische economieën. Met name landen die voor hun export
sterk afhankelijk zijn van de Chinese markt wisten zich goed te
herstellen. Dit betekende dat de Aziatische economie sterker
presteerde dan regio’s elders in de wereld. De aandelenmarkten
in belangrijke Aziatische landen boekten in 2009 dubbelcijferige
groei. Dat biedt perspectief voor ING, dat in Azië/Pacific, gezien
het herstel van de reële economie en het nieuwe momentum van
de levensverzekeringsmarkt, klaar is voor groei op de lange termijn.
Na een sterke daling in de tweede helft van 2008 toonde de omzet in
levensverzekeringen in 2009 een licht herstel. Toch bleef de algehele
stijging van de omzet zwak. De omzet van beleggingsgerelateerde
producten stond ook in 2009 onder druk door een verschuiving naar
meer traditionele beschermingsproducten. ING reageerde daarop met
een herpositionering van de productportefeuille en het ontwikkelen
van meer traditionele spaarproducten en producten met een
gegarandeerd eindkapitaal. De verwachting is dat de omzet van
alle producten zich zal herstellen in 2010, een jaar waarin sterke
economische groei in Azië gloort.
ING Groep Jaarverslag 2009
45
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Insurance Asia/Pacific (vervolg)
PRODUCTEN EN DISTRIBUTIEKANALEN
ING verkoopt in Azië/Pacific verzekerings- en vermogens­beheer­
producten. Dit gebeurt vooral via de eigen adviseurs, maar ook de
omzet van de bankdistributie groeit gestaag. Daarnaast onderzoekt
ING andere kanalen. Door de moeilijke marktomstandigheden
lagen de twee belangrijkste strategische prioriteiten van Insurance
Asia/Pacific in 2009 op herpositionering van de productportefeuille
en op het versterken van de distributiekanalen.
Zuid-Korea blijft een belangrijke pijler onder de winstgevendheid
van ING in Azië. Echter ook daar leidden moeilijke markt­omstan­
digheden in 2009 tot een daling van de omzet. Voortvarend werd
actie ondernomen om de commerciële slagkracht via de eigen
adviseurs te vergroten. Zo startte ING Life Korea in juli 2009 met
een nieuw, vereenvoudigd provisiesysteem met een sterkere relatie
tussen provisie enerzijds en productie en behoud van klanten
anderzijds. ING ziet ook groot potentieel in de uitbreiding van de
activiteiten van KB Life, de joint venture met Kookmin Bank, ZuidKorea’s grootste bank.
2009 was een goed jaar voor ING in Maleisië: de leidende positie in
de goedlopende markt voor employee benefits bleef gehandhaafd,
de activiteiten in de markt voor individuele levensverzekeringen
groeiden gestaag en de eerste vruchten van het eerste volledige
jaar van de samenwerking met Public Bank konden worden
geplukt. Verder werden onder de naam ‘Easi’ nieuwe producten
en pakketten geïntroduceerd die specifiek gericht zijn op mensen
die ervoor willen zorgen dat hun pensioen toereikend is om in
hun toekomstige financiële behoeften te voorzien.
ING Life Japan stopte in het kader van de risicoverlaging met de
verkoop van de bestaande beleggingskoopsommen. De collectieve
levensverzekeringen (COLI) blijven wel een belangrijk onderdeel van
de activiteiten uitmaken. ING Life Japan heeft op dit gebied nog
steeds een leidende marktpositie met een sterk productassortiment
en een uitgebreid netwerk van waardevolle distributiepartners.
ING zal in Japan blijven investeren in de groei van de COLIactiviteiten, aangezien die borg staan voor een aantrekkelijke,
stabiele winst. ING onderzoekt mogelijkheden voor uitbreiding van
het productassortiment in deze markt en wil voor de distributie de
relatie met Japanse financiële instellingen nieuw leven inblazen.
In China vond een strategische heroriëntatie van de verzekerings­
activiteiten plaats. ING heeft besloten nadruk te leggen op de groei
van ING Capital Life Insurance Company, de joint venture met
Beijing Capital Group. Daarom is overeengekomen het 50%-belang
van ING in Pacific Antai Life Insurance Company Ltd (PALIC) te
verkopen aan China Construction Bank (CCB).
OPERATIONELE STANDAARDISATIE
ING zal, als onderdeel van de uitgesproken belofte om te blijven
investeren in haar verzekeringsactiviteiten alsof zij de
langetermijneigenaar is, verder werken aan de regionale strategie
voor standaardisatie van de activiteiten, met als doel de kosten per
polis te verlagen. Bedrijfsonderdelen kunnen nu efficiënter
opereren en via meerdere kanalen en in meerdere markten
nieuwe producten introduceren.
BACK TO BASICS
Als gevolg van de marktvolatiliteit besloot ING in mei 2009
zich per 31 juli 2009 terug te trekken van de Japanse markt voor
beleg­gings­koopsommen. De uitstaande beleggingskoopsommen
worden aangehouden en zullen ook in de toekomst actief
worden ondersteund.
Op 25 september 2009 kondigde ING aan het 51%-belang in
ING Australië en ING Nieuw-Zeeland te verkopen aan jointventure­
partner ANZ. Hiermee was een bedrag gemoeid van EUR 1,1
miljard. De transactie werd op 30 november 2009 afgerond en
resulteerde voor ING in een nettowinst van EUR 339 miljoen en
het vrijmaken van EUR 950 miljoen aan kapitaal. De op 20 oktober
2008 aangekondigde verkoop van ING Life Taiwan aan Fubon
Financial Holding Co. Ltd. werd op 11 februari 2009 afgerond.
Hiermee viel EUR 5,7 miljard aan economisch kapitaal vrij.
ING boekte in 2009 aanzienlijke vooruitgang op het gebied van
kosten- en kapitaalbeheer. De bedrijfslasten daalden met EUR 103
miljoen ten opzichte van 2008 en dat was meer dan de geplande
EUR 75 miljoen over heel 2009. Dit was te danken aan kosten­
verlagingen in alle landen, maar vooral in Zuid-Korea en Japan.
Het totale aantal fte’s daalde met 1.000, meer dan de geplande
900. Dit is inclusief 200 fte’s vanwege de beëindiging van de
beleggingskoopsomactiviteiten in Japan.
In Hongkong zag ING een herstel van de activiteiten via de eigen
adviseurs en via de distributie via banken. Hierdoor dragen de
activiteiten in Hongkong inmiddels bij aan de winstgevendheid
in Azië/Pacific.
Insurance Asia/Pacific zette beleid in gang voor minimalisering van
het kapitaalgebruik en verhoging van de efficiency door middel
van actieve risicoverlaging en bewaking van de wettelijk vereiste
solvabiliteitsmarges.
GREENFIELDACTIVITEITEN OVERIG AZIË
In Thailand introduceerde ING nieuwe bankverzekeringsproducten,
speciaal voor distributie via TMB Bank, waarin ING een belang
heeft van 30%. De activiteiten droegen bij aan de winstgevendheid
van de regio en zorgden ook voor een verbetering van de
productiviteit van de verkoopadviseur- en bankverzekeringsdistributiekanalen met het doel schaalvergroting te realiseren.
CONCLUSIES EN AMBITIES
Insurance Asia/Pacific wil de omzet- en winstmarges vergroten
en wil voortbouwen op het bestaande bestand van bijna vijf
miljoen klanten. 2010 wordt naar verwachting een jaar van solide
economische groei in Azië en ING heeft in Azië een sterke positie
binnen levens­ver­zekeringen en pensioendiensten. Als sterke speler
wil Insurance Asia/Pacific optimaal inspelen op de kansen in de
meest aan­trekkelijke Aziatische groeimarkten om haar ambities
op langere termijn te realiseren.
India blijft in economische termen een van de aantrekkelijkste
landen. ING ziet potentieel in uitbreiding van de activiteiten van de
levensverzekeringen, vooral nu de verzekeringsmarkt weer tekenen
van herstel toont na een periode van sanering in 2009.
46
ING Groep Jaarverslag 2009
Vermogensbeheer
Op weg naar topklasse prestaties
Kernpunten
> Sterke rally op aandelen- en
kredietmarkten door terugkeer
van vertrouwen en risico-bereidheid
> Morningstar kent aan 74% van de
beleggingsfondsen van ING in Europa
en Noord- en Latijns-Amerika een beoordeling
toe van drie sterren of hoger
> Beheerd vermogen ING IM EUR 343,2 miljard
> Gestart met wereldwijde coördinatie
van ING IM
Beheerd vermogen per vermogensbeheerder
in miljarden euro’s
Investment Management
Europe
Investment Management
Americas
Investment Management
Asia/Pacific
Totaal
41,1%
141,0
41,6%
142,9
17,3%
100%
59,3
343,2
36,1%
124,0
10,5%
53,4%
100%
36,0
183,2
343,2
Beheerd vermogen per klantcategorie
in miljarden euro’s
Algemeen
Levensverzekeringspolishouders
Derden
Totaal
In de tweede helft van 2009 liet de sector tekenen van herstel
zien als gevolg van stijgende markten en een verbetering van de
eco­no­mische omstandigheden. Dit betekende het begin van herstel
na een van de slechtste jaren (2008) in de geschiedenis van de
ver­mo­gens­beheersector. Omzet, beheerd vermogen en provisie­
baten gingen omhoog naarmate vooral de aandelenmarkten
het dieptepunt van maart 2009 achter zich wisten te laten. ING
Investment Management zag verbeterde activiteit bij zowel
particuliere als institutionele klanten.
FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN
Het beheerd vermogen bedroeg ultimo 2009 EUR 343,2 miljard.
Hogere koersen van aandelen en vastrentende waarden zorgden
voor een vermogenswinst van EUR 42,2 miljard, inclusief een
positief valuta-effect van EUR 6,0 miljard. Een netto-uitstroom van
EUR 13,3 miljard en een afname van EUR 6,5 miljard in verband
met desinvesteringen zorgden echter voor een nadelig effect.
ING INVESTMENT MANAGEMENT
ING Investment Management (ING IM) is de belangrijkste vermogensbeheerder van ING Groep (exclusief Real Estate). ING IM levert een
belangrijke bijdrage aan het realiseren van de strategie van ING
om klanten goede ondersteuning te bieden bij het maken van hun
financiële keuzes voor de toekomst. Ook in 2009 was het streven
om uit te groeien tot een vermogensbeheerder van topklasse. Dankzij
haar wereldwijde distributie en sterke aanwezigheid in de opkomende
markten, de schaalgrootte in vastrentende waarden, de grote
naamsbekendheid en de toegang tot een internationaal netwerk
van ING-kanalen was ING IM in 2009 goed gepositioneerd om
in de aantrekkende markten een nieuwe instroom te realiseren.
In alledrie de regio’s waarin ING IM actief is (Europa, Noord- en
Latijns-Amerika en Azië/Pacific) bleef de kernstrategie onveranderd:
het beschikbaar stellen van een breed arsenaal beleggingsoplossingen
en -diensten aan het internationale netwerk van interne en externe
klanten van ING. De regio’s realiseerden deze doelstelling door hun
schaalgrootte, beleggingsexpertise en best practices te bundelen en
zo hun kruisverkoopmogelijkheden te optimaliseren.
ING IM zette in het institutionele segment de solide resultaatontwikkeling voort en wist een aantal belangrijke mandaten te
verwerven. In tegenstelling tot 2008 trokken ook de activiteiten
op de particuliere markt in het tweede halfjaar van 2009 weer aan.
Hier verbeterden zowel het beheerd vermogen als de provisiebaten.
Ultimo 2009 boekte ING IM een beleggingsresultaat waarbij 48%
van de beleggingsfondsen het op basis van drie jaar beter deed dan
de mediaan van de groep vergelijkbare fondsen. Morningstar kende
aan 74% van de beleggingsfondsen van ING in Europa en Noord- en
Latijns-Amerika een rating toe van drie sterren of hoger.
ÉÉn vermogensbeheerstrategie
In 2009 is ING als onderdeel van de Back-to-Basics-strategie
begonnen met het samenvoegen van de drie regionale IMonderdelen onder één internationaal managementteam. Hierdoor
kan ING IM in de drie regio’s een verbeterde en eenduidige
strategie hanteren. Bovendien biedt het samengaan behalve in
distributie en afzet ook bij de productontwikkeling, bedrijfsvoering
en administratie extra synergiemogelijkheden.
ING Groep Jaarverslag 2009
47
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Vermogensbeheer (vervolg)
ING IM Europe
ING IM Europe zette de implementatie van een meerjarig
investeringsprogramma in de activiteiten voort. In 2009 lag
de nadruk vooral op het creëren van extra capaciteit voor het
ontplooien van nieuwe bedrijvigheid, en op het versterken van de
bestaande vermogensbeheeractiviteiten. Om de extra capaciteit
vrij te maken zijn de vermogensbeheeractiviteiten voor de
Benelux in Nederland gecentraliseerd. Daarnaast zijn aanvullende
maatregelen getroffen om de efficiëntie van de organisatie te
verhogen. Door te investeren in product- en procesontwikkeling
heeft ING IM aanzienlijk betere beleggingsresultaten kunnen
behalen. De infrastructuur van IT & Operations en, het
allerbelangrijkst, het risicobeheer zijn verbeterd.
ING IM Europe heeft zich hiermee ontwikkeld tot een kundige
‘multi boutique’-organisatie bestaande uit gespecialiseerde
beleggingsteams die werken vanuit een cultuur van verantwoor­
delijkheid en ondernemerschap. Gestreefd wordt naar consistent
presterend vermogensbeheer. De beleggingsresultaten zijn
aanzienlijk verbeterd en het aantal fondsen met een Morningstarrating van 4 of 5 groeide.
De activiteiten van ING IM Europe hebben zich goed ontwikkeld,
met name de pensioenfondsactiviteiten in Centraal-Europa. In de
sector als geheel en ook bij IM Europe tekende zich het eerste
halfjaar een sterke verschuiving af van beleggingsvoorkeuren ten
faveure van de geldmarkten. Door in de tweede helft van het jaar
weer wat meer risico aan te gaan kon ING IM de institutionele
mandaten-activiteit verder uitbouwen. Het aantal partijen dat de
Luxemburgse fondsen van ING IM doorverkoopt, is gestegen,
waarbij dit onderdeel ook buiten de grenzen van Europa groeide.
ING IM Americas
In de Verenigde Staten verbeterden de marktvooruitzichten door
de toenemende economische bedrijvigheid en positieve bedrijfsresultaten in met name de tweede helft van 2009. Dit leidde
tot hogere omzet bij zowel particuliere als institutionele klanten.
Op beleggingsgebied boekte het aandelenteam sterkere
langetermijnresultaten, waardoor met name later in het jaar
het aantal informatieaanvragen van vermogensbeheeradviseurs
toenam. De vastrentende teams realiseerden sterke rendementen
voor de verzekeringspartners van ING en boekten goede voortgang
in de verbetering van de prestaties van de beleggingsfondsen en
institutionele vastrentende portefeuilles.
Bij de activiteiten voor particulieren zorgde het herstel van de
markten voor een verhoging van het beheerd vermogen en de
provisiebaten. Er is een belangrijke nieuwe distributiepartner
toegevoegd, waardoor de omzet in de toekomst aanzienlijk kan
stijgen. Verder is in de loop van het jaar een aantal nieuwe
producten op de markt gebracht, namelijk het Alternative Beta
Fund, het Global Real Estate Fund en US REIT SMA.
Speerpunt in het institutionele segment was nieuwe omzetontwikkeling. Daarnaast leverden we voortgaande inspanningen
om bestaande klanten te behouden. De strategie wierp vruchten
af: de instroom verbeterde in de loop van het jaar en dan met
name in strategieën op basis van emerging markets debt (EMD),
senior obligatieleningen en stabiele waardebeleggingen. ING IM
Americas bleef nauw samenwerken met de pensioenactiviteiten
van ING. De partners wonnen een belangrijk Index Target Datemandaat van het Oklahoma Teachers Retirement System.
48
ING Groep Jaarverslag 2009
ING IM bleef in Latijns-Amerika terrein winnen. ING heeft wat
betreft beheerd vermogen inmiddels een marktaandeel van 32%
in Peru, 22% in Chili, 18% in Uruguay en 12% in Mexico en
Colombia. Die forse marktposities zijn vooral te danken aan het
feit dat ING in Latijns-Amerika de op één na grootste pensioenaanbieder is.
ING IM Asia/Pacific
Ondanks het onzekere economische klimaat kon ING IM Asia/Pacific
toch een aantal belangrijke nieuwe en spraakmakende institutionele
mandaten verwerven, zowel op regioniveau als lokaal in markten
als Taiwan, Australië, Maleisië, de Filippijnen en Japan. Tot die
nieuwe mandaten behoorden onder andere het eerste
internationale aandelen­mandaat dat ING IM heeft verworven
van een lokaal staatspensioenfonds in Taiwan en een mandaat ter
waarde van EUR 67,9 miljoen voor een inter­na­tio­nale aandelenportefeuille volgens de islamitische sharia-wet­ge­ving, voor een
belangrijke klant in Maleisië. Het voor institutionelen beheerde
vermogen in Azië/Pacific nam in 2009 met 7,1% toe.
Op de markt voor particulieren vond een aantal belangrijke fonds­
introducties plaats, waaronder de introductie van een Amerikaans
obligatiefonds in Taiwan, waarmee al vóór de officiële oprichting
ruim EUR 113 miljoen was opgehaald. Dankzij de uitbreiding naar
de lokale markten voor particulieren is het aantal geregistreerde
fondsen in Hongkong met 12 gestegen, in Taiwan met 5 en in
Singapore met 24. Het totale voor particulieren beheerde ver­mo­gen
in de regio groeide in 2009 met 9,2%.
ING IM richt zich in 2010 op de verdere uitbouw van de
internationale beleggingsfondsactiviteiten in heel Azië. De
internationale capa­ci­teiten worden volop ingezet op de lokale
markten en vormen een goede aanvulling op de ontwikkeling
van de particuliere markt in geselec­teerde landen, waaronder
Hongkong en Singapore.
CONCLUSIES EN AMBITIES
ING IM wil in alle regio’s uitgroeien tot een vermogensbeheerder
van topklasse. Met vermogensbeheer heeft ING solide groeikansen
zowel via gelieerde ING-kanalen als via andere particuliere en
institutionele klanten. Dankzij de brede en gediversifieerde mix aan
producten en goede performance in alledrie de regio’s is ING IM
internationaal goed gepositioneerd.
Met ingang van 2010 worden de vermogensbeheeractiviteiten van
ING als één internationale organisatie aangestuurd. Tegelijkertijd
wordt ook het belang onderkend van een sterke lokale
aanwezigheid in belangrijke regio’s en markten in Europa,
Noord- en Latijns-Amerika en Azië/Pacific.
Het managementteam gaat zich met name toeleggen op het
verbeteren van de beleggingsresultaten in alle beleggingscategorieën, het versterken van het risicobeheer, het vergroten
van synergieën tussen de activiteiten van ING IM op regioniveau
en het actualiseren van systemen en infrastructuur.
In verband met de plannen van ING om het bank- en
verzekeringsbedrijf te scheiden, gaat ING IM in 2010 deel uitmaken
van ING Verzekeringen (zie hoofdstuk ‘Strategie’). Tijdens alle
veranderingen blijft het vermogensbeheerbedrijf zich zoals altijd
toeleggen op het voldoen aan de wensen van de klant en het
genereren van een bovengemiddeld (alfa) rendement.
Human resources
Meer focus op medewerkers, prestaties en betrokkenheid
In het uitdagende klimaat van 2009 hebben Human Resources
(HR) en de ING-bedrijfsonderdelen de onderlinge banden verder
versterkt door het personeelsbeleid af te stemmen op het Back-toBasics-programma en op de strategische beslissing te werken aan
een volledige scheiding van de bank- en verzekeringsactiviteiten.
De focus kwam nog meer te liggen op betrokkenheid van
medewerkers. Ook is een nieuw prestatiegericht managementsysteem ingevoerd. Daarnaast hebben wij de internationale
standaarden voor beloningsbeleid geëvalueerd, een nieuw
beloningsbeleid ontwikkeld en doelstellingen opgesteld om
meer managementfuncties door vrouwen te laten bezetten.
We zijn doorgegaan met het opbouwen van een inclusieve
werkomgeving met steun van het hoger management en
medewerkersnetwerken.
HR GOED AANGESLOTEN OP BEDRIJFSSTRATEGIE
De in 2009 genomen strategische beslissingen gingen gepaard met
ingrijpende organisatorische veranderingen die een grote impact
hadden op onze medewerkers. Hierdoor kwam het accent nog
meer te liggen op HR van de Groep en van de divisies, en op het
algehele personeelsbeleid van ING. HR werd breed ingezet om het
bedrijf door de uitdagende omstandigheden en de inkrimping van
het personeelsbestand te loodsen die was ingezet in het kader van
het Back-to-Basics-programma. HR speelde een belangrijke rol bij
het herstructureringsproces door medewerkers zorgvuldig te
begeleiden tijdens de wereldwijde inkrimping van het personeelsbestand naar 107.000 en bij het afronden van desinvesteringen.
Ofschoon in 2009 het transformatieprogramma het belangrijkste
aandachtspunt was en ondanks de impact die de uitdagende
marktomstandigheden hadden, zette HR alle reguliere activiteiten
normaal voort. Het ING International Graduate Programme,
waaraan 179 aankomende talenten deelnamen, vond voor het
vierde achtereenvolgende jaar plaats. Een uitgebreide inventarisatie
van talent, waarbij de HR-onderdelen nauw betrokken waren,
werd afgerond en het werven voor specifieke posities ging door.
De ING Business School bood doorlopende ontwikkelings­mo­ge­
lijkheden voor talentvolle medewerkers en leidinggevenden,
met name toegespitst op het reorganisatietraject. Onze afdeling
International Mobility heeft personeelsverschuivingen op
internationaal niveau zorgvuldig aangestuurd en de daarmee
samen­hangende kosten teruggedrongen. Door ons wereldwijde
aansturingsmodel is de samenwerking tussen Groep HR en die
van de divisies verder verbeterd.
Transformatie in GOEDE banen leiden
In het kader van het Back-to-Basics-programma werd nauw
samengewerkt met de bedrijfsonderdelen om de kosten terug te
dringen, de personeelsrisico’s en de organisatorische complexiteit
te verminderen en, later in het jaar, de splitsing van de bank- en
verzekeringsactiviteiten voor te bereiden. Ter ondersteuning van
de reorganisatie zijn werkstromen opgesteld, waarbij speciaal
aandacht uit is gegaan naar de organisatiestructuur en desinvesteringen, werknemersbetrokkenheid, prestatieverhoging,
het beloningsbeleid, leiderschapscapaciteiten en bedrijfscultuur.
Gezien de omvang van het programma hebben de werkstromen
ertoe bijgedragen dat de daarmee samenhangende processen
efficiënt verliepen.
ING blijft haar mensen met respect behandelen en steunt mede­
werkers die door de reorganisatie zijn geraakt. De personeels­
reductie werd door Groep HR centraal gecoördineerd, in nauwe
samenwerking met HR van de bedrijfsonderdelen. De Centrale
Ondernemingsraad is bij het proces betrokken en is om advies
gevraagd. De ING-mobiliteitscentra speelden een belangrijke rol
door medewerkers te helpen een nieuwe positie binnen of buiten
ING te vinden. Door desinvesteringen en reorganisaties als gevolg
van afgenomen zakenvolumes moest meer personeel afvloeien
dan aanvankelijk verwacht.
ING Groep Jaarverslag 2009
49
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Human resources (vervolg)
De juiste cultuur creëren
De HR-activiteiten sluiten aan op de bedrijfsstrategie van ING om
het klantenbelang optimaal te dienen. Ook zijn we continu bezig
de prestatiecultuur op basis van de ING Business Principles te
versterken. Zowel binnen als buiten de onderneming werden
integriteit en vertrouwen een punt van discussie, wat in onze
activiteiten rond prestatiemanagement en internationaal
beloningsbeleid tot uiting kwam. Ontwikkelings- en
opleidingsprogramma’s die de ING Business School en
HR-academies binnen de bedrijfsonderdelen verzorgden,
hebben bijgedragen aan het versterken van op waarden
gebaseerd leiderschap en van onze prestatiecultuur.
Enquête werknemerSbetrokkenheid
ING blijft de betrokkenheid van werknemers in de gehele
organisatie meten. Sinds 2008 worden alle medewerkers verzocht
aan de jaarlijkse enquête deel te nemen. In september 2009 vulden
ruim 78.000 medewerkers (74% van het aantal dat benaderd was)
de jaarlijkse enquête in, een uitzonderlijk hoge respons. De totale
werknemersbetrokkenheid daalde het afgelopen jaar met 6%
naar 65%. Daarmee lag deze nog altijd boven de trend in de sector
en bovendien was de daling conform de interne verwachtingen,
omdat de medewerkers de impact van de reorganisatie en de
uitdagende marktomstandigheden moesten verwerken. Het niveau
van betrokkenheid binnen financiële instellingen die afgelopen
jaar personeel lieten afvloeien ten opzichte van bedrijven
waarbinnen dit niet gebeurde, was gemiddeld 10% lager.
Ondanks de uitdagingen waar medewerkers mee werden
geconfronteerd, waren positieve uitkomsten dat ING een
stimulerende werkomgeving biedt en dat medewerkers trots op
de onderneming blijven. Als punten voor verbetering werden onder
andere betrokkenheid van leidinggevenden en carrièreperspectief
genoemd. Alle betrokken managers hebben de resultaten van de
Winning Performance Culture-enquête (WPC) ontvangen en krijgen
ondersteuning van HR bij het interpreteren van de resultaten het
koppelen van de resultaten aan hun eigen uitdagingen en bij het
opstellen van een werkplan dat is gebaseerd op de realiteit van
de nieuwe ING-organisatie. Afgelopen jaar was ook diversiteit
weer onderdeel van de WPC-enquête. Daarmee werd de
uitkomst van zowel de WPC-enquête van 2008 als die van
externe vergelijkingsonderzoeken bevestigd, die aangeven
dat diverse werknemersegmenten betrokkenheid op een
andere manier ervaren.
Diversiteit
Bij diversiteit gaat het om het bevorderen van een bedrijfscultuur
die mensen bindt en waarin er waardering is voor de verschillen
tussen mensen. Wij zijn van mening dat in een werkomgeving,
waar medewerkers als mens worden gewaardeerd en waar uit­
eenlopende standpunten worden erkend, medewerkers zich veel
meer betrokken voelen en de mogelijkheid krijgen hun talenten
verder te ontplooien. Dit leidt tot betere bedrijfsresultaten en zorgt
uiteindelijk voor een betere aansluiting met onze huidige en
potentiële klanten.
Bevordering van onze inclusieve bedrijfscultuur werd benadrukt
tijdens de geslaagde Conferentie Diversiteit, waar bestuursvoorzitter Jan Hommen als gastheer optrad en waaraan
50
ING Groep Jaarverslag 2009
leidinggevenden van bedrijfsonderdelen en HR uit geheel ING
deelnamen. De Global Diversity Office van ING heeft de Raad
van Bestuur, het Bestuur Bank en het Bestuur Verzekeringen
bijgestaan bij het zetten van de toon voor diversiteit in de gehele
onderneming. ING heeft doelstellingen bepaald voor het aantal
vrouwen in managementfuncties en voert door de gehele
onderneming op de bedrijfsonderdelen toegesneden plannen uit.
Deze plannen helpen bedrijfsonderdelen hun doelstellingen voor
uiteenlopende groepen werknemers te bepalen, bijvoorbeeld ten
aanzien van werknemers van verschillende etnische achter­gronden
of een andere seksuele geaardheid. En ze helpen leidinggevenden
hun vorderingen ten aanzien van benoeming van vrouwen in
leidinggevende functies te monitoren en te behalen. Momenteel
wordt druk gewerkt aan een wereldwijd leider­schaps­programma
gericht op versnelling van het ontwikkelingstraject voor
veelbelovend vrouwelijk hoger management, wat via onze Business
School zal gaan lopen. De Global Diversity Council, een raad waarin
leidinggevenden onder voorzitterschap van Jan Hommen zitting
hebben, bleef onze diversiteitdoelstellingen coördineren.
Prestatiemanagement voor leidinggevenden
ING heeft een nieuw prestatiemanagementsysteem voor hoger
management geïntroduceerd – een belangrijke stap in de huidige
activiteiten op dit gebied en onderdeel van het bevorderen van
een sterke prestatiecultuur binnen ING. Deze nieuwe benadering
brengt financiële en niet-financiële doelstellingen (‘wat’) en
leiderschapsgedrag (‘hoe’) met elkaar in evenwicht. Hierbij ligt
een grotere nadruk op risicobeheer en integer leiderschap ten
aanzien van hoe wij onze ondernemingsresultaten behalen
en hoe wij onze mensen aansturen. Bij het opsplitsen van de
bedrijfsactiviteiten is het van essentieel belang dat wij bij het banken verzekeringsbedrijf uitstekende prestaties blijven leveren. Het
nieuwe prestatiemanagementsysteem helpt ING haar doelstellingen
op de korte termijn te realiseren en tevens een sterke basis voor de
lange termijn te leggen voor deze bedrijven, zonder integriteit en
verantwoordingsplicht uit het oog te verliezen. Het draagt tevens bij
tot hogere transparantie en betere rapportagemogelijkheden voor
zowel interne als externe belanghebbenden, in overeenstemming
met de steeds strengere eisen die hieraan door de toezichthouders
worden gesteld.
Internationale beloningsnormen
Wij hebben, mede als onderdeel van de afspraken met de
Nederlandse Staat, een grondige evaluatie van ons beloningsbeleid
uitgevoerd. Dit heeft geleid tot een herziening van het bestaande
beloningsbeleid. Daarbij is rekening gehouden met zowel de
nieuwe internationale standaarden en aanbevelingen, als met
de Code Banken. Het nieuwe beleid is bepaald op basis van
een zorgvuldige afweging van een complexe reeks externe
en interne factoren.
In het licht van de wereldwijd veranderende visie op beloningsbeleid en het steeds nadrukkelijker appèl gericht aan financiële
instellingen om een gematigder beloningsbeleid te hanteren,
achtten wij het onze verantwoordelijkheid om ons beleid minder
op variabele beloning te richten en meer te enten op waarde
voor de lange termijn en een goede afstemming van risico en
beloning alsmede een groter gewicht voor niet-financiële
prestatie-indicatoren.
Conclusies en ambities
Het jaar 2009 was in vele opzichten een uniek jaar. Wij hebben
ons op het splitsingsproces voorbereid door te zorgen voor goede
begeleiding van ons personeel ten tijde van ingrijpende
organisatorische veranderingen en ons te richten op zaken
als de relatie met de ondernemingsraden, communicatie met de
werknemers, en ondersteuning van het management. De afdeling
HR zal wereldwijd de splitsing van activiteiten met de grootste
zorg in goede banen leiden. Daarbij zal het succes van onze
bedrijfsonderdelen voorop blijven staan in het belang van onze
werknemers en leidinggevenden. Wij zullen ons blijven inzetten
voor leiderschap met oog voor de menselijke maat, omdat we de
organisatorische veranderingen die ons te wachten staan alleen
met de inzet van onze medewerkers kunnen realiseren.
Het hoofdstuk ’Corporate Governance’ (vanaf pagina 56) en de in
het Remuneratierapport opgenomen paragrafen ‘Voorgesteld
nieuw remuneratiebeleid voor het senior management’ (pagina 80)
en ‘Huidig algemeen beloningsbeleid voor het topmanagement’
(pagina 81) worden geacht in dit verslag te zijn ingelast.
AMSTERDAM, 15 MAART 2010
De Raad van bestuur
In 2010 zal het ontwikkelen en op één lijn brengen van nieuwe HRstrategieën voor het bank- en het verzekeringsbedrijf prioriteit
hebben. Hierbij zal talentmanagement een belangrijke rol spelen,
zodat sleutelposities door onze beste medewerkers worden bezet
en het aantal vrouwen in leidinggevende functies wordt uitgebreid.
Bovendien zullen aspecten zoals betrokkenheid van medewerkers
en management, maar ook versterking van onze inclusieve
bedrijfscultuur, het nieuwe beloningsbeleid en de invoering
van het nieuwe prestatiemanagementsysteem belangrijke
aandachtspunten blijven.
ING Groep Jaarverslag 2009
51
1.3 Onze governance
Bericht van de Raad van Commissarissen
In 2009 hebben de Raad van Commissarissen en de Raad van
Bestuur zowel reguliere als additionele vergaderingen belegd.
Strategie en de financiële crisis stonden wederom hoog op de
agenda evenals de remuneratie en het overleg met de Europese
Commissie over het herstructureringsplan van ING.
De commissies van de Raad van Commissarissen bespraken een
reeks onderwerpen waarover zij de Raad van Commissarissen
adviseerden, zoals de kwartaalresultaten, de financiële crisis,
risicobeheer, corporate governance, het beloningsbeleid en
het personeelsbeleid.
ALGEMEEN
De Raad van Commissarissen vergaderde in 2009 15 keer, waarvan
7 vergaderingen volgens het gebruikelijke rooster. Bij deze reguliere
vergaderingen was gemiddeld 95% van de leden van de Raad van
Commissarissen aanwezig. Doordat sommige vergaderingen op
zeer korte termijn bijeengeroepen werden, was de opkomst hier
iets lager: gemiddeld 86%. De Auditcommissie vergaderde zeven
keer, waarbij één lid van de Auditcommissie één keer afwezig was.
De nieuwe Risicocommissie, die zich geheel wijdt aan risicobeheer,
ging in augustus van start en vergaderde twee keer. De Remune­
ratie­commissie vergaderde acht keer en de Nominatiecommissie
drie keer. Bij de Remuneratiecommissie was één lid twee keer afwezig
en één lid één keer. Bij de vergaderingen van de Nominatiecommissie
waren allen aanwezig. De Corporate-Governance-commissie
vergaderde één keer; hierbij was iedereen aanwezig.
Vergaderingen Raad van Commissarissen
De gevolgen van de financiële crisis voor ING bleven in 2009 een
zeer belangrijk onderwerp op de agenda van de vergaderingen
van de Raad van Commissarissen. Tijdens de ad-hocvergaderingen
werd vooral gesproken over de ontwikkelingen op de financiële
markten en de toekomststrategie van ING, evenals over de
steunfaciliteit voor illiquide activa met de Nederlandse Staat
en de discussie met de Europese Commissie over het
herstructureringsplan van ING.
De jaarlijkse Kennisdag van de Raad van Commissarissen, een hele
dag van presentaties en discussies over verschillende belangrijke
ING-onderwerpen, vond plaats in januari. Tijdens de Kennisdag
gaven vertegenwoordigers van de Nederlandsche Bank een
presentatie over het bancaire toezicht. De Raad van Commissarissen
werd tevens uitvoerig geïnformeerd over de ontwikkelingen rond
variabele lijfrentes en besprak de status van de IT-systemen binnen
de Groep.
Zoals elk jaar heeft de Raad van Commissarissen in januari een dag
vergaderd over de strategie en het middellangetermijnplan (MTP)
van ING, inclusief de daaraan gerelateerde risico’s. In het MTP staan
de plannen en financiële doelstellingen van de verschillende divisies,
alsmede die van de Groep als geheel. De Raad van Commissarissen
heeft het MTP en de strategische richting van ING besproken en
goedgekeurd, maar onderkent dat de aanhoudende financiële crisis
en de discussie met de Nederlandse Staat over de steunfaciliteit
voor illiquide activa van invloed kunnen zijn op het MTP en de
strategie. Een voorstel om het totaalbedrag aan bonussen te
reduceren werd goedgekeurd. Na beoordeling van de effecten
van de financiële crisis op ING werd besloten vanuit de Raad van
Commissarissen een aparte Risicocommissie te formeren teneinde
meer aandacht te schenken aan risicobeheer. De Raad van
Commissarissen is ook geïnformeerd over het commentaar van
de beleggers op de prestaties van ING in 2008.
In januari 2009 heeft de Raad van Commissarissen de overeen­
komst besproken en goedgekeurd die ING met de Nederlandse
Staat heeft afgesloten inzake een steunfaciliteit voor illiquide activa,
waarmee 80% van de Alt-A-hypotheekeffecten van ING is af­ge­dekt.
Met deze transactie werd de onzekerheid over de financiële invloed
van eventuele toekomstige verliezen op deze portefeuille aanzienlijk
verminderd. In verband met deze transactie kregen de door de
overheid genomineerde leden van de Raad van Commis­sa­rissen
een aantal additionele goedkeuringsrechten. Verder heeft de Raad
52
ING Groep Jaarverslag 2009
van Commissarissen een aantal maatregelen goedgekeurd om de
risico’s en de kosten te verminderen, waaronder een daling van de
personeelsaantallen met 6%.
In februari werden de jaarcijfers over 2008 besproken, inclusief de
bijbehorende rapporten van de interne en externe accountants.
Ook aan de orde kwamen de beoordeling door de Raad van
Bestuur van de toereikendheid en effectiviteit van het risicobeheer
en de controlesystemen van ING evenals de belangrijkste veran­
deringen die hierin zijn doorgevoerd. In het vierde kwartaal van
2008 werden de gevolgen van de financiële crisis duidelijk. Die
leidden voor het eerst tot een negatief resultaat over het kwartaal
alsmede een verlies over heel 2008. De conceptagenda voor de
jaarlijkse Algemene Vergadering werd besproken en goedgekeurd.
In mei, augustus en november werden de respectieve kwartaal­
cijfers besproken. In mei werd de jaarlijkse Algemene Vergadering
van 2009 geëvalueerd en in augustus werd de vermogenspositie
van ING Insurance US besproken. De strategie van Verzekeringen
Nederland kwam in september aan de orde. In september volgden
de nieuw benoemde commissarissen een uitgebreid introductie­
programma waarbij inzicht werd verschaft in de strategie van ING,
de zes divisies en de werkzaamheden van de Groepsstaven in relatie
tot de verantwoordelijkheden van de Raad van Commissarissen.
De Raad van Commissarissen kwam ook bijeen voor het bespreken
en goedkeuren van het Back-to-Basics-programma, uit hoofde
waarvan ING scherper focust op de klant en verandert in een
voornamelijk Europese bank en een wereldwijd verzekeringsbedrijf
voor levensverzekeringen en pensioenen, alsmede een wereldwijde
vermogensbeheerder. De strategie richt zich ook op kostenbesparingen en verschillende maatregelen om de schuldpositie
af te bouwen. De Back-to-Basics-strategie werd op 9 april 2009
extern aangekondigd.
Ook in de tweede helft van 2009 sprak de Raad van Commissa­
rissen over de strategie van ING, mede op basis van de discussie
met de Europese Commissie over het herstructureringsplan van
ING. Als logische volgende stap in de Back-to-Basics-strategie ging
de Raad van Commissarissen ermee akkoord om in de komende
vier jaar het bank- en het verzekeringsbedrijf volledig van elkaar te
scheiden en alle verzekeringsactiviteiten (inclusief de vermogens­
beheeractiviteiten) af te stoten.
Volgend op het besluit om het bedrijf te splitsen, heeft de Raad van
Commissarissen het herstructureringsplan dat overeengekomen is
met de Europese Commissie goedgekeurd. De Raad van
Commissarissen gaat er daarbij vanuit dat de concurrentieverhoudingen op de interne EU-markt en de gelijke behandeling
van alle door de overheid gesteunde financiële instell­ingen
door de Europese Commissie gewaarborgd worden. De Raad
van Commissarissen ging ook akkoord met aanpassing van de
voorwaarden in de overeenkomst met de Nederlandse Staat inzake
de kernkapitaaleffecten om vervroegde terugbetaling van EUR 5
miljard mogelijk te maken. Tevens werd het voorstel goedgekeurd
om op 25 november 2009 een buiten­gewone Algemene
Vergadering te houden voor het verkrijgen van goedkeuring
voor de strategische beslissing om de onderneming te splitsen
en voor het door middel van een claimemissie aantrekken van
EUR 7,5 miljard aan kapitaal voor de vervroegde terugbetaling
en de additionele vergoeding aan de Nederlandse Staat.
In oktober werden verschillende formele besluiten genomen over
de buitengewone Algemene Vergadering in november en werd de
agenda voor deze vergadering goedgekeurd. Tijdens de verga­
dering in november vond goedkeuring plaats van de jaarlijkse
update van de Regeling Financiële Instrumenten ING. Vanwege de
economische crisis en het kostenbesparingsprogramma heeft de
Raad van Commissarissen in 2009 geen buitenlandse onderdelen
van ING bezocht.
Tijdens de interne vergaderingen van de Raad van Commissarissen
(in aanwezigheid van de CEO) werden het aftreden van de heer
Tilmant als voorzitter van de Raad van Bestuur, zijn opvolging door
Jan Hommen, alsmede de opvolging van de CFO besproken.
Voorgesteld werd om Patrick Flynn tijdens de Algemene Verga­de­
ring 2009 voor te dragen voor benoeming tot CFO. De samen­
stelling van de referentiegroep op basis waarvan de beloning van
de Raad van Bestuur plaatsvindt, en de prestatiebeoordeling van de
verschillende leden van de Raad van Bestuur werden in februari
herzien. Tijdens de interne vergadering in mei werd de heer
Hommen door de Raad van Commissarissen benoemd tot
voorzitter van de Raad van Bestuur en de heer Elverding tot
voorzitter van de Raad van Commissarissen. Naast de leden van de
Raad van Commissarissen die worden benoemd door de Neder­
landse Staat, werden andere mogelijke kandidaten voor de Raad
van Commissarissen en voor de verschillende commissies van de
Raad van Commissarissen besproken. Er werd een nieuwe
bestuursstructuur voor ING goedgekeurd met een Bestuur Bank en
een Bestuur Verzekeringen, die rechtstreeks rapporteren aan de
Raad van Bestuur. De Raad van Commissarissen werd door de
Remuneratiecommissie regelmatig geïnformeerd over de ontwik­
kelingen rond het nieuwe beloningsbeleid van de Raad van Bestuur
en het senior management. De Raad van Commissarissen heeft per
1 oktober 2009 Jeroen van der Veer tot vicevoorzitter van de Raad
van Commissarissen benoemd. Tijdens de interne vergadering van
de Raad van Commissarissen in november werd het functioneren
van de Raad van Commissarissen, zijn commissies en individuele
leden besproken, evenals de conclusies die daaruit konden worden
getrokken. Dit werd gedaan in het licht van het profiel en de
samenstelling van de Raad van Commissarissen. Daarnaast werden
het functioneren van de Raad van Bestuur en de prestaties van de
individuele leden van de Raad van Bestuur besproken.
Vergaderingen Auditcommissie
In 2009 heeft de Auditcommissie vijf keer vergaderd om de jaar- en
kwartaalresultaten te bespreken. In twee additionele vergaderingen
aan het begin van het jaar werden conclusies getrokken uit de
beoordeling van de effecten van de financiële crisis op ING en er
werd gesproken over de te nemen acties, zoals het versterken van
de risicobeheerstructuur, het aanpassen van de risicoscenario’s en
het oprichten van een aparte Risicocommissie binnen de Raad van
Commissarissen. De Auditcommissie werd regelmatig geïnformeerd
over het effect van de maatregelen om de risico’s te verminderen.
Andere onderwerpen die tijdens de vergaderingen werden
besproken waren risico, bestuursmodel, kapitaalbeheer, kwesties
op het gebied van regelgeving en meer specifiek de financiële
positie van het pensioenfonds ING en de vermogenspositie van ING
Insurance US alsmede het verminderen van de risico’s van variabele
lijfrenteproducten.
ING Groep Jaarverslag 2009
53
1.3 Onze governance
Bericht van de Raad van Commissarissen (vervolg)
Vergaderingen Risicocommissie
De Risicocommissie van de Raad van Commissarissen ging in
augustus van start. In 2009 werden er twee vergaderingen
gehouden, waarbij alle leden aanwezig waren. Groepsrisico’s,
financiële en niet-financiële risico’s, die voorheen in de Auditcommissie werden besproken, komen nu aan de orde in aparte
bijeenkomsten van de Risicocommissie. Aanpassing van de
risicobereidheid van het bankbedrijf evenals het verzekeringsbedrijf
van ING kwam hierin specifiek aan de orde.
Vergaderingen Nominatiecommissie
In 2009 ging een aparte Nominatiecommissie van start en deze
vergaderde drie keer. De Nominatiecommissie besprak de
toekomstige samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn
commissies alsmede de opvolgingsplanning van de Raad van Bestuur
en de Besturen Bank en Verzekeringen. De Nominatiecommissie
sprak vooral over de verschillende kandidaten voor de functie van
CFO voor benoeming tijdens de Algemene Vergadering in 2009.
Vergaderingen Remuneratiecommissie
De Remuneratiecommissie heeft in 2009 acht keer vergaderd. Het
rapport van de Adviescommissie Toekomst Banken (commissie-Maas),
verschillende internationale standaarden (G20, FSB, FSA, IIF) en de
beloningsnormen zoals vastgelegd in de Code Banken werden
uitvoerig besproken. De reikwijdte en de details van het nieuwe
beloningsbeleid voor de Raad van Bestuur en het senior
management werden in de Remuneratiecommissie verder
uitgewerkt, evenals een formele procedure voor het vaststellen van
beloningen. Een onafhankelijke externe adviseur begeleidde de
Remuneratiecommissie tijdens dit proces. In februari werden de
prestaties van de leden van de Raad van Bestuur in 2008 besproken
op basis van de prestatiecriteria voor de Groeps- en de individuele
doelstellingen en de voorgestelde doelstellingen voor 2009 van de
Raad van Bestuur. Tijdens verschillende vergaderingen werd
gesproken over een vermindering van de discretionaire bonuspool
over 2008. Tevens kwam aan de orde wat de de gevolgen zijn voor
de remuneratie van de Raad van Bestuur van de met de Staat
overeengekomen steunfaciliteit voor illiquide activa.
Vergaderingen Corporate-Governance-commissie
De Corporate-Governance-commissie besprak de agenda voor de
Algemene Vergadering van 2009, waarin de benoeming van Jan
Hommen en Patrick Flynn tot leden van de Raad van Bestuur was
opgenomen. De Commissie sprak tevens over de positie van de
Stichting ING Aandelen.
SAMENSTELLING VAN DE RAAD VAN BESTUUR
Op 26 januari 2009 trad Michel Tilmant terug als voorzitter van de
Raad van Bestuur. De Algemene Vergadering benoemde in april
2009 Jan Hommen tot lid van de Raad van Bestuur en Patrick Flynn
tot nieuwe CFO van ING Groep. Vervolgens benoemde de Raad
van Commissarissen Jan Hommen tot nieuwe voorzitter van de
Raad van Bestuur van ING Groep.
In mei 2009 werden aparte Besturen Bank en Verzekeringen
ingesteld om de bestuursstructuur te vereenvoudigen en de focus
van het bedrijf verder te versterken. Jan Hommen, Patrick Flynn en
Koos Timmermans bleven lid van de Raad van Bestuur en zij
werden tevens lid van de Besturen Bank en Verzekeringen.
Eric Boyer de la Giroday, Eli Leenaars en Dick Harryvan traden terug
uit de Raad van Bestuur en werden lid van het Bestuur Bank.
Jacques de Vaucleroy, Hans van der Noordaa en Tom McInerney
54
ING Groep Jaarverslag 2009
traden terug uit de Raad van Bestuur en werden lid van het Bestuur
Verzekeringen. De samenstelling van het Bestuur Bank en het
Bestuur Verzekeringen is per 1 januari 2010 gewijzigd (zie pagina’s
27 en 37). Verdere gegevens over de leden van de Raad van
Bestuur treft u aan op pagina’s 62-63.
SAMENSTELLING VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN
Eric Bourdais de Charbonnière en Wim Kok zijn afgetreden als lid
van de Raad van Commissarissen en Godfried van der Lugt is
tijdens de Algemene Vergadering in april 2009 herbenoemd tot lid
van de Raad van Commissarissen. Na de overeenkomst met de
Nederlandse Staat in november 2008 om de vermogenspositie van
ING te versterken zijn Tineke Bahlmann en Lodewijk de Waal op
voordracht van de Nederlandse Staat benoemd tot nieuwe leden
van de Raad van Commissarissen. Vanaf 1 juli 2009 werd Jeroen
van der Veer eveneens benoemd tot nieuw lid van de Raad van
Commissarissen.
Na de Algemene Vergadering is Peter Elverding Jan Hommen
opgevolgd als voorzitter van de Raad van Commissarissen. Hij werd
tevens voorzitter van de Nominatiecommissie, de CorporateGovernance-Commissie en de Risicocommissie. Jackson Tai volgde
Wim Kok op als voorzitter van de Auditcommissie. In september
werd Jeroen van der Veer benoemd tot vicevoorzitter van de Raad
van Commissarissen.
Peter Elverding, Piet Klaver, Karel Vuursteen, Joan Spero en
Lodewijk de Waal werden begin 2009 lid van de Nominatie­
commissie. Peter Elverding, Jackson Tai, Godfried van der Lugt,
Claus Dieter Hoffmann, Piet Klaver en Tineke Bahlmann zijn lid
geworden van de Risicocommissie. Tineke Bahlmann werd tevens
benoemd in de Auditcommissie. Jeroen van der Veer werd lid van
de Auditcommissie en de Remuneratiecommissie, waarbij hij het
voorzitterschap van de Remuneratiecommissie overnam van Peter
Elverding, die deze commissie tijdelijk had voorgezeten. Lodewijk
de Waal werd eveneens lid van de Remuneratiecommissie en de
Corporate-Governance-commissie. Henk Breukink werd lid van
de Auditcommissie.
Karel Vuursteen zal na de Algemene Vergadering in april 2010
aftreden als lid van de Raad van Commissarissen, evenals de heren
Hoogendoorn en Manwani. Gezien zijn ervaring met ING en de eis
van de Code Banken om in de Raad van Commissarissen voldoende
bancaire kennis vertegenwoordigd te hebben, is Godfried van der
Lugt gevraagd aan te blijven als lid, hoewel hij in april 2010 zou
aftreden wegens het bereiken van de leeftijd van 70 jaar in dat jaar.
Gezien de nieuwe strategie van ING en na evaluatie van haar
functioneren heeft de Raad van Commissarissen de wens uitgesproken zijn omvang terug te brengen. Daarom zijn er geen
nieuwe kandidaten voor benoeming voorgedragen en zal de
Raad van Commissarissen uit 11 leden bestaan.
Momenteel kan slechts één lid van de Raad van Commissarissen,
Piet Hoogendoorn, worden aangemerkt als ‘niet-onafhankelijk’
zoals gedefinieerd in bestpracticebepaling III.2.1. van de Neder­
landse Corporate Governance Code. De heer Hoogendoorn wordt
niet als onafhankelijk beschouwd gezien zijn positie bij Deloitte
Touche Tohmatsu tot 1 juni 2007 en de belangrijke relatie van dit
bedrijf met ING.
Gegevens over de leden van de Raad van Commissarissen staan
op pagina’s 66-67.
Aftreden Karel Vuursteen
Karel Vuursteen zal na de Algemene Vergadering in april 2010
aftreden als commissaris, aangezien hij in 2011 de leeftijd van 70
jaar zal bereiken en de Raad van Commissarissen de wens heeft
uitgesproken om de omvang van de Raad terug te brengen. De heer
Vuursteen werd in 2002 benoemd in de Raad van Commissarissen.
Hij werd in 2007 lid van de Remuneratie- en Nominatiecommissie.
De heer Vuursteen was zeer betrokken bij de onderneming. Hij
was van grote waarde voor de Raad van Commissarissen en de
Remuneratie- en Nominatiecommissie vanwege zijn grote ervaring
met en inzicht in het internationale bedrijfsleven. Zowel de Raad
van Commissarissen als de Raad van Bestuur is zeer dankbaar voor
zijn grote persoonlijke bijdrage gedurende de afgelopen jaren.
ADDITIONELE INFORMATIE
Voor meer informatie, zie het hoofdstuk ‘Corporate Governance’
(pagina’s 56-68) en het ‘Remuneratierapport’ (pagina’s 76-88),
die geacht worden hier te zijn ingelast.
AMSTERDAM, 15 MAART 2010
DE RAAD VAN COMMISSARISSEN
Aftreden Piet Hoogendoorn
Piet Hoogendoorn trekt zich één jaar eerder dan gepland terug
uit de Raad van Commissarissen. De heer Hoogendoorn werd in
2007 benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen en bracht
door zijn voormalige positie bij Deloitte Touche Tohmatsu tot
1 juni 2007 waardevolle inzichten in verantwoordings- en
verslagleggingsmethoden met zich mee. Hij was een toegewijd
lid van de Auditcommissie. De Raad van Commissarissen en de
Raad van Bestuur danken de heer Hoogendoorn voor zijn
betrokkenheid bij en bijdrage aan ING.
Aftreden Harish Manwani
Vanwege zijn overplaatsing van Londen naar Singapore en zijn
toenemende verplichtingen bij zowel Unilever als elders heeft de
heer Manwani besloten terug te treden uit de Raad van
Commissarissen van ING Groep. De heer Manwani werd in 2008
benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen. Zijn inzichten
in opkomende markten en internationale marketingpraktijken,
en zijn ervaring als directeur van een internationale onderneming
waren van grote waarde voor de Raad van Commissarissen. De
Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur danken de
heer Manwani voor zijn betrokkenheid bij en bijdrage aan ING.
JAARREKENING EN DIVIDEND
De Raad van Bestuur heeft de jaarrekening opgesteld en deze
besproken met de Raad van Commissarissen. De jaarrekening zal
als onderdeel van het jaarverslag ter goedkeuring worden
voorgelegd aan de Algemene Vergadering 2010. In 2009 is geen
interim-dividend uitgekeerd. ING heeft aangekondigd dat in mei
2010 geen slotdividend over het jaar 2009 zal worden uitgekeerd.
WAARDERING VOOR DE RAAD VAN BESTUUR EN HET
ING-PERSONEEL
De Raad van Commissarissen dankt de leden van de Raad van
Bestuur en de Besturen Bank en Verzekeringen voor hun werk en
betrokkenheid bij ING onder zeer moeilijke politieke en economische
omstandigheden. In 2009 richtten de Raad van Bestuur en de
Besturen Bank en Verzekeringen zich erop om de koers van ING
opnieuw te bepalen en de toekomstige strategie op te stellen. De
Raad van Commissarissen wil ook graag zijn waardering uitspreken
voor de 107.000 medewerkers van ING die zich allen hebben
ingezet voor de belangen van de klanten, de aandeelhouders en de
overige belanghebbenden van ING, en in het afgelopen, moeilijke
jaar van grote betrokkenheid blijk hebben gegeven.
ING Groep Jaarverslag 2009
55
1.3 Onze governance
Corporate governance
Dit hoofdstuk beschrijft de wijze waarop ING Groep N.V. (‘ING
Groep’) de Nederlandse Corporate Governance Code toepast en
geeft informatie over kapitaal en zeggenschap, de Raad van
Bestuur, de Raad van Commissarissen en de externe accountant.
Dit hoofdstuk, inclusief verwijzingen die geacht worden hiervan
integraal deel uit te maken, dient tevens als verklaring inzake
corporate governance als bedoeld in artikel 2a van het Besluit tot
vaststelling van nadere voorschriften omtrent de inhoud van het
jaarverslag.(1)
RECENTE ONTWIKKELINGEN
Wet- en regelgeving
In december 2008 publiceerde de Monitoring Commissie Corporate
Governance Code (‘commissie-Frijns’) een herziene versie van de
Nederlandse Corporate Governance Code (‘Corporate Governance
Code’). De Corporate Governance Code trad op 1 januari 2009 in
werking. Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen dienen
op basis van ‘pas toe of leg uit’ verslag uit te brengen van de wijze
waarop zij de principes en bestpracticebepalingen van de Corporate
Governance Code toepassen, voor het eerst in hun jaarverslag over
het boekjaar 2009.
Op 9 september 2009 is door de Nederlandse Vereniging van
Banken de Code Banken vastgesteld. Deze is op 1 januari 2010 in
werking getreden. Met ingang van het boekjaar 2010 brengt ING
Bank N.V. verslag uit van de wijze waarop zij de Code Banken
toepast. Over de toepassing van de principes ten aanzien van het
beloningsbeleid zal met ingang van het boekjaar 2010 in het
jaarverslag van ING Groep verslag worden uitgebracht.
Daarnaast zijn verschillende wetsvoorstellen onder behandeling in
de Tweede Kamer of in 2009 door de Tweede Kamer aangenomen.
Deze wetsvoorstellen kunnen, als zij in werking treden, gevolgen
hebben voor ING Groep.
Transacties met de Staat der Nederlanden
Op 12 november 2008 gaf ING Groep één miljard kernkapitaaleffecten (‘Effecten’) uit aan de Staat der Nederlanden tegen
betaling van EUR 10 per Effect. Dit leidde tot een versterking van
het tier 1-kernkapitaal van ING Groep met EUR 10 miljard. De
Effecten vormen geen onderdeel van het aandelenkapitaal van
ING Groep en daarom is aan de Effecten geen stemrecht in de
Algemene Vergadering verbonden. De aan de Effecten
verbonden financiële rechten zijn beschreven op pagina 92
van de Jaarrekening.
Op 26 januari 2009 bereikten ING Groep en de Staat der
Nederlanden overeenstemming over een zogeheten Illiquid
Assets Back-up Facility (steunfaciliteit voor illiquide activa, hierna:
‘Steunfaciliteit’), die nader wordt beschreven op pagina 11.
Gedurende 2009 heeft ING Bank N.V. verschillende series
schuldpapier uitgegeven onder het 2008 Credit Guarantee Scheme
van de Staat der Nederlanden (‘Obligaties’), voor het eerst op
30 januari 2009.
In verband met deze transacties zijn met de Staat der Nederlanden
bepaalde regelingen getroffen ten aanzien van corporate
governance en de beloning van bestuursleden. Die regelingen
blijven van kracht zolang de Staat der Nederlanden ten minste 250
miljoen Effecten bezit, de Steunfaciliteit doorloopt of de Obligaties
uitstaan. Het gaat om de volgende regelingen:
• D
e Staat der Nederlanden mag twee commissarissen
voor benoeming aanbevelen (‘Overheidscommissarissen’).
Voor bepaalde besluiten van de Raad van Commissarissen
is goedkeuring van de Overheidscommissarissen vereist
(zie hieronder bij ‘Raad van Commissarissen’ voor een
nadere toelichting).
• ING Groep zal een duurzaam beloningsbeleid voor de Raad van
Bestuur en topmanagers ontwikkelen dat aansluit bij nieuwe
56
ING Groep Jaarverslag 2009
(1)
Staatsblad 2009, 154.
internationale normen en zal dit beleid te zijner tijd ter
goedkeuring voorleggen aan de Algemene Vergadering.
Het nieuwe beloningsbeleid zal prestatiebeloning omvatten,
gekoppeld aan waardecreatie op lange termijn, waarbij risico’s
worden meegewogen en het eventueel belonen van falen
wordt beperkt. Verder zal het beleid doelstellingen bevatten
voor verantwoord en duurzaam ondernemen.
• De leden van de Raad van Bestuur zullen in 2008, 2009 en
alle daaropvolgende jaren totdat het hierboven genoemde
nieuwe beloningsbeleid is goedgekeurd, geen prestatiebeloning
in de vorm van contanten, opties, aandelen of certificaten
van aandelen ontvangen.
• Zoals de Corporate Governance Code voorschrijft, wordt
de vertrekregeling van leden van de Raad van Bestuur
beperkt tot een maximum van eenmaal het vaste jaarsalaris.
• Voor de benoeming van de voorzitter van de Raad van
Bestuur (chief executive officer) is de goedkeuring van
de Over­heids­commissarissen vereist.
Meer informatie over de Overheidscommissarissen is te vinden in
de paragraaf over de Raad van Commissarissen. Meer informatie
over de overige regelingen is te vinden in het ‘Remuneratierapport’
(vanaf pagina 76).
De uitgifte van de Effecten en de Steunfaciliteit zijn door de Euro­
pese Commissie op 12 november 2008 respectievelijk 31 maart
2009 voorlopig goedgekeurd. Met het oog op het verkrijgen van
definitieve goedkeuring, presenteerde ING Groep op 26 oktober
2009 een herstructureringsplan (‘Herstructureringsplan’). Het Her­
structureringsplan voorziet in terugbetaling aan de Staat der Neder­
landen en in het voldoen aan de eisen van de Europese Commissie
ten aanzien van levensvatbaarheid en eerlijke con­cu­rrentie, alsmede
hernieuwde aandacht voor de bedrijfsactiviteiten en de wensen van
de klant. Het Herstructureringsplan behelst onder meer een split­
sing van de bank- en verzekeringsactiviteiten (inclusief ING Invest­
ment Management), de verkoop van ING Direct USA en de op­rich­
ting van een nieuwe onderneming in de Neder­landse particuliere
markt uit de huidige activiteiten. Deze nieuwe onderneming zal een
combinatie zijn van de bankdivisie Interadvies (inclusief Westland­
Utrecht Hypotheekbank en de hypotheek­acti­viteiten van NationaleNederlanden) en de bestaande consump­tieve kredietenportefeuille
van ING Retail Banking. De nieuwe onderneming zal na ver­zelf­stan­
diging verkocht worden. Het Her­structureringsplan voorziet ook in
vermindering door ING Groep van de uitstaande Effecten met
EUR 5 miljard nominaal. De voor­waarden hiervoor zijn in overleg
tussen ING Groep en de Staat der Nederlanden aangepast. Op
18 november 2009 keurde de Euro­pese Commissie het Herstruc­tu­
re­ringsplan goed en gaf zij defini­tieve goedkeuring voor de uitgifte
van de Effecten en de Steunfaciliteit.
Op 25 november 2009 keurde de Algemene Vergadering de
strategische beslissing van de Raad van Bestuur om alle verzeke­
ringsactiviteiten (inclusief het vermogensbeheer) af te stoten, goed.
Tevens gaf de Algemene Vergadering machtiging aan de Raad van
Bestuur om door uitgifte van gewone aandelen een bedrag van
maximaal EUR 7,5 miljard aan kapitaal bijeen te brengen om ING
Groep in staat te stellen om de helft van de uitstaande Effecten van
de Staat der Nederlanden terug te kopen en om de vermogens­
positie van ING Groep te versterken. Daartoe werd op 27 november
2009 een openbare emissie van gewone aandelen ING Groep aan­
gekondigd, die op 21 december 2009 met succes werd afgerond.
PARTICIPATIE aandeelhouders EN positie
Stichting ING Aandelen
Zoals eerder aangekondigd, zouden de Raad van Bestuur en de
Raad van Commissarissen de positie van Stichting ING Aandelen
en de certificering van aandelen heroverwegen, zodra gedurende
drie opeenvolgende jaren het aantal stemmen op gewone
aandelen en certificaten van gewone aandelen tijdens de
Algemene Vergadering, inclusief stemmen op afstand en exclusief
de stemmen die door Stichting ING Aandelen worden uitgebracht,
ten minste 35% is van het totale aantal stemmen dat kan worden
uitgebracht.
In 2006 werd 28% van het totale aantal uit te brengen stemmen
daadwerkelijk uitgebracht; in 2007 bedroeg dit percentage 36,7%
en in 2008 38,7%. In 2009 was dit percentage op de jaarlijkse
Algemene Vergadering 35,6% en op de buitengewone Algemene
Vergadering 31,1%. Daardoor werd in de jaarlijkse Algemene
Vergadering van 2009 het percentage van 35% voor de derde
achtereenvolgende keer overschreden.
In verband met het bovenstaande hebben de Raad van Bestuur en
de Raad van Commissarissen in de jaarlijkse Algemene Vergadering
van 2009 aangekondigd zich te zullen beraden over de te onder­
nemen stappen met betrekking tot Stichting ING Aandelen. In
samenhang daarmee werd medegedeeld dat, in het bijzonder
tegen de achtergrond van de financiële crisis, meer tijd nodig is om
de rol van Stichting ING Aandelen te beoordelen, aangezien de
certificering van belang kan zijn voor zorgvuldige besluitvorming in
de nabije toekomst en bovendien met het oog op de langetermijn­
belangen van ING Groep. Overeenkomstig deze aankondiging
hebben de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen in de
aanloop naar de jaarlijkse Algemene Vergadering in 2010 de rol van
de certificering nader bezien. In verband daarmee hebben zij het
volgende overwogen:
De Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen hebben
vastgesteld dat een aantal fundamentele veranderingen in gang
is gezet door de financiële crisis.
In algemene zin heeft een herijking van het evenwicht tussen de
diverse belangen bij financiële instellingen plaatsgevonden. Dit
betreft zowel het evenwicht tussen langetermijn- en kortetermijnbelangen als het evenwicht tussen de belangen van aandeelhouders en andere belanghebbenden. Het is onmiskenbaar en
onbetwistbaar dat volgens de overheersende mening, ‘goed
bestuur’ bij financiële instellingen inhoudt dat meer dan voorheen
de nadruk wordt gelegd op de langetermijnbelangen respectievelijk
de belangen van de overige belanghebbenden.
Daarnaast is ING Groep als gevolg van de financiële crisis overgegaan tot een ingrijpende strategie- en structuurwijziging. Deze
zal in de toekomst zijn beslag krijgen met het afstoten van de
verzekeringsactiviteiten, inclusief de vermogensbeheeractiviteiten.
De Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen hebben
verder vastgesteld dat de certificering, zoals door ING Groep
toegepast, ‘goed bestuur’ ondersteunt. Hoewel Stichting ING
Aandelen bij haar stemgedrag de belangen van aandeelhouders
en certificaathouders voorop stelt, houdt zij ook rekening met de
belangen van de andere belanghebbenden. Op die manier zorgt
zij voor evenwicht in de besluitvorming.
ING Groep Jaarverslag 2009
57
1.3 Onze governance
Corporate governance (vervolg)
De certificering zorgt ook voor consistentie in de besluitvorming
van ING Groep, omdat hiermee voorkomen wordt dat de
Algemene Vergadering te sterk beïnvloed wordt door een
minderheid. Deze consistentie is onontbeerlijk, met name in tijden
van fundamentele veranderingen.
Certificering zorgt er derhalve voor dat de Raad van Bestuur en de
Raad van Commissarissen de benodigde ruimte krijgen om recht te
doen aan de langetermijnbelangen en de belangen van de overige
belanghebbenden.
Gezien het belang van het evenwicht tussen de langetermijn- en
kortetermijnbelangen en tussen de belangen van aandeelhouders
en overige belanghebbenden, alsmede het belang van consistentie
in de besluitvorming van ING Groep, zijn de Raad van Bestuur en
de Raad van Commissarissen van mening dat – binnen het huidige
wetgevend kader – certificering nog steeds het meest geëigende
middel is om dat te bereiken.
Tegen deze achtergrond menen de Raad van Bestuur en de Raad
van Commissarissen dat het niet verantwoord is om op dit moment
voorstellen te doen om de certificering af te schaffen. Wanneer de
voorgenomen herstructureringen en desinvesteringen zijn
afgerond, is er een natuurlijk moment om de governance van ING
Groep in totaliteit opnieuw te bezien. Daarbij zal de rol van de
certificering worden meegenomen.
Risicocommissie, Remuneratiecommissie en
Nominatiecommissie
Op 1 januari 2009 werd de Remuneratie- en Nominatiecommissie
van de Raad van Commissarissen gesplitst in twee afzonderlijke
commissies: een Remuneratiecommissie en een Nominatiecommissie. Zoals aanbevolen in bestpracticebepaling III.5.11 van
de Corporate Governance Code wordt het voorzitterschap van
de Remuneratiecommissie niet vervuld door de voorzitter van de
Raad van Commissarissen. Op 1 juni 2009 werd een afzonderlijke
Risicocommissie ingesteld.
CORPORATE GOVERNANCE CODES
Naleving Corporate Governance Code
Voor haar corporategovernancestructuur en -praktijken hanteert
ING Groep de Corporate Governance Code als uitgangspunt. In
2009 heeft ING Groep zich beraden op de Corporate Governance
Code en de mogelijkheden om deze toe te passen. De toepassing
van de Corporate Governance Code door ING Groep zal aan de
Algemene Vergadering in 2010 ter goedkeuring worden voorgelegd. De Corporate Governance Code kan worden gedownload
van op de website van de commissie-Frijns (http://www.
commissiecorporategovernance.nl/Corporate_Governance_Code).
Eventuele afwijkingen van de Corporate Governance Code in 2009
worden in dit hoofdstuk vermeld. Afwijkingen van de Corporate
Governance Code die betrekking hebben op de beloning van de
Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen worden echter
behandeld in het Remuneratierapport (pagina 76), terwijl afwijkingen van de Corporate Governance Code die betrekking
hebben op Stichting ING Aandelen worden behandeld in het
Rapport van deze stichting (pagina 69).
ING Groep beschouwt bovendien de principes van de Code Banken
met betrekking tot beloning als uitgangspunt en zal, in overeen-
58
ING Groep Jaarverslag 2009
stemming met de Code Banken, over de toepassing daarvan verslag
uitbrengen met ingang van het boekjaar 2010. De overige principes
van de Code Banken worden niet beschouwd als een uitgangspunt
voor de eigen corporate governance van ING Groep, ook al zal de
toepassing daarvan door bankdochters van ING Groep in zekere
mate zijn weerslag vinden in de eigen corporategovernancestructuur en -praktijken van ING Groep.
Verschillen corporategovernancepraktijken
Nederland en de Verenigde Staten
Op grond van voorschriften van de Amerikaanse Securities en
Exchange Commission is ING Groep als buitenlandse op de New
York Stock Exchange (‘NYSE’) genoteerde onderneming verplicht in
het jaarverslag op formulier 20-F aan te geven op welke belangrijke
punten haar eigen praktijken inzake corporate governance afwijken
van de NYSE-noteringsvereisten die van toepassing zijn op
Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen.
Hierna volgt een opgave van de naar de mening van ING
Groep belangrijkste verschillen tussen de eigen corporategovernancepraktijken en de NYSE-corporategovernancevereisten
voor Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen:
• ING Groep heeft een dualistisch of two-tier bestuursmodel;
de meeste ondernemingen in de VS hebben een monistisch
of one-tier model. Nederlandse naamloze vennootschappen
kennen een raad van bestuur waaraan het bestuur van de
vennootschap is opgedragen, met daarnaast een raad van
commissarissen die advies geeft aan en toezicht houdt op
die raad van bestuur. De leden van de raad van bestuur zijn
doorgaans medewerkers van de vennootschap; de leden van de
raad van commissarissen zijn vaak voormalige vooraanstaande
politici of topmanagers en soms voormalige leden van de raad
van bestuur. Zittende leden van de raad van bestuur en andere
functionarissen en medewerkers kunnen niet tegelijkertijd
commissaris zijn. Voor specifieke besluiten van de raad van
bestuur is goedkeuring van de raad van commissarissen vereist.
Volgens de Corporate Governance Code dienen alle leden van
de raad van commissarissen – op maximaal één na – onafhankelijk te zijn. De huidige leden van de Raad van Commissarissen van ING Groep zijn volgens de criteria van de Corporate
Governance Code allemaal onafhankelijk, op één na. De
onafhankelijkheidscriteria in de Corporate Governance Code
wijken op detailpunten echter af van de onafhankelijkheidscriteria in de beursvoorschriften van NYSE. In sommige gevallen
zijn de Nederlandse eisen strenger en in andere gevallen de
NYSE-voorschriften. De Auditcommissie, Risicocommissie,
Remuneratiecommissie, Nominatiecommissie en CorporateGovernance-commissie van ING Groep bestaan uit leden
van de Raad van Commissarissen.
• In tegenstelling tot de Amerikaanse Sarbanes-Oxley-wet van
2002 bevat de Corporate Governance Code het principe van
‘pas toe of leg uit’. Dat betekent dat de mogelijkheid bestaat
om van de Corporate Governance Code af te wijken, mits de
afwijkingen worden uitgelegd. Indien dergelijke afwijkingen
worden goedgekeurd door de Algemene Vergadering, wordt
de vennootschap verondersteld de Corporate Governance Code
volledig na te leven.
• Conform de Nederlandse wet dient de externe accountant van
een vennootschap te worden benoemd door de Algemene
Vergadering en niet door de Auditcommissie.
• V
olgens de statuten van ING Groep (‘Statuten’) is bij een
Algemene Vergadering geen quorum vereist, maar kan voor
bepaalde acties van aandeelhouders en bepaalde besluiten
tijdens de betreffende vergadering wel een quorum gelden.
• Voor de goedkeuring van aandelen- en aandelenoptieplannen
door aandeelhouders krachtens de Nederlandse wet en de
Corporate Governance Code gelden andere eisen dan die welke
van toepassing zijn op Amerikaanse ondernemingen die de
beursvoorschriften van NYSE moeten naleven. Volgens het
Nederlandse vennootschapsrecht en de Corporate Governance
Code is alleen goedkeuring van de aandeelhouders vereist voor
aandelen- en aandelenoptieplannen (of wijzigingen daarin) voor
leden van de Raad van Bestuur en leden van de Raad van
Commissarissen, maar niet voor aandelen- en aandelenoptieplannen voor andere groepen medewerkers.
KAPITAAL EN AANDELEN
Kapitaalstructuur, aandelen
Het maatschappelijk kapitaal van ING Groep bestaat uit gewone
aandelen en cumulatief preferente aandelen. Momenteel zijn alleen
gewone aandelen geplaatst. Een recht tot het nemen van cumula­
tief preferente aandelen is verleend aan Stichting Continuïteit ING.
Voor de uitgifte van cumulatief preferente aandelen op grond van
de calloptie geldt de beperking dat het totale aantal uitstaande
cumulatief preferente aandelen direct na de plaatsing daarvan niet
meer dan een derde van het totale geplaatste aandelenkapitaal van
ING Groep mag zijn (zie pagina 72). De calloptie dient ter bescher­
ming van de zelfstandigheid, de continuïteit en de identiteit van
ING Groep tegen invloeden die in strijd zijn met de belangen van
ING Groep, haar onderneming en de ondernemingen van haar
dochtermaatschappijen en van alle betrokkenen (bijvoorbeeld in
geval van vijandige overnames). De gewone aandelen dienen
uitsluitend voor financieringsdoeleinden. De gewone aandelen,
die alle op naam luiden, zijn niet beursgenoteerd.
Certificaten
Meer dan 99,9% van de geplaatste gewone delen wordt gehouden door Stichting ING Aandelen. In ruil voor deze aandelen
geeft Stichting ING Aandelen certificaten aan toonder uit. Deze
certificaten zijn beursgenoteerd (zie pagina 8 voor een overzicht
van de noteringen). Certificaten kunnen op verzoek van de houders
worden omgewisseld voor de onderliggende niet-beursgenoteerde
gewone aandelen. De enige hiervoor geldende beperking is dat er
in dat geval administratiekosten in rekening worden gebracht van
één eurocent (EUR 0,01) per certificaat, met een minimum van
vijfentwintig euro (EUR 25,00) per omwisselingstransactie.
De certificaathouder is gerechtigd van Stichting ING Aandelen
dividenduitkeringen en eventuele andere uitkeringen te ontvangen,
evenredig aan de dividenduitkeringen en andere uitkeringen die
Stichting ING Aandelen ontvangt op een gewoon aandeel.
Het bestuur van Stichting ING Aandelen bestaat uit vijf leden die
allen onafhankelijk zijn van ING Groep. In het bestuur van Stichting
ING Aandelen zitten geen (voormalige) leden van de Raad van
Bestuur of Raad van Commissarissen, geen (voormalige) werknemers van ING Groep en geen (voormalige) vaste adviseurs van
ING Groep. Het bestuur van Stichting ING Aandelen benoemt zijn
eigen leden, zonder dat daarvoor de goedkeuring van ING Groep
is vereist.
Het bestuur van Stichting ING Aandelen rapporteert over de eigen
activiteiten door middel van een jaarlijks verslag, dat is opgenomen
op pagina’s 69-71 van dit jaarverslag.
Uitgifte van aandelen
Het maatschappelijk kapitaal van ING Groep vormt het statutaire
maximum voor het geplaatste kapitaal. Voordat nieuwe aandelen
boven dit maximum kunnen worden uitgegeven, dienen eerst de
Statuten te worden gewijzigd. Omwille van de flexibiliteit streeft
ING Groep ernaar om het maatschappelijk kapitaal in de Statuten
op termijn weer op het wettelijk toegestane maximum te stellen.
De uitgifte van aandelen geschiedt bij besluit van de Algemene
Vergadering, die deze bevoegdheid kan delegeren. Elk jaar wordt
de Algemene Vergadering gevraagd de bevoegdheid tot het
uitgeven van nieuwe gewone aandelen en tot het verlenen van
rechten tot het nemen van nieuwe gewone aandelen, al dan niet
met voorkeursrecht, te delegeren aan de Raad van Bestuur. De aan
de Raad van Bestuur gedelegeerde bevoegdheid is als volgt
beperkt:
• in tijd: de bevoegdheid wordt gedelegeerd voor een periode
van anderhalf jaar;
• in aantal: voor de uitgifte van gewone aandelen geldt een
maximum van 10% van het geplaatste kapitaal, of 20% bij
een fusie of overname;
• in bevoegdheid: besluiten van de Raad van Bestuur voor de
uitgifte van nieuwe aandelen dienen te worden goedgekeurd
door de Raad van Commissarissen.
Elke overschrijding van bovengenoemde beperkingen dient vooraf
te worden goedgekeurd door de Algemene Vergadering.
Overdracht van aandelen en certificaten en
overdrachtsbeperkingen
Voor overdracht van aandelen is een akte tussen de overdrager en
de verkrijger vereist. Om van kracht te worden, dient elke
overdracht altijd eerst door ING Groep te worden erkend, tenzij
ING Groep zelf partij is bij de overdracht. Krachtens de Statuten zijn
er geen beperkingen ten aanzien van de overdracht van gewone
aandelen. De overdracht van cumulatief preferente aandelen dient
wel vooraf te worden goedgekeurd door de Raad van Bestuur.
In de Statuten en de administratievoorwaarden voor aandelen op
naam in het kapitaal van ING Groep (‘Administratievoorwaarden’)
zijn geen beperkingen opgenomen voor de overdracht van
certificaten van aandelen. ING Groep is niet op de hoogte van het
bestaan van enige overeenkomst tot beperking van de overdracht
van gewone aandelen of certificaten daarvan.
Inkoop eigen aandelen
ING Groep kan uitstaande aandelen en certificaten van aandelen
weer inkopen. Hoewel de bevoegdheid tot inkoop van eigen
aandelen en certificaten daarvan toekomt aan de Raad van Bestuur,
onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen, is hiervoor
wel een voorafgaande machtiging van de Algemene Vergadering
vereist. Op grond van de Nederlandse wet is deze machtiging
geldig voor een periode van anderhalf jaar.
De Algemene Vergadering wordt elk jaar verzocht de Raad van
Bestuur opnieuw te machtigen tot de inkoop van eigen aandelen.
ING Groep Jaarverslag 2009
59
1.3 Onze governance
Corporate governance (vervolg)
De Raad van Bestuur dient zich bij het inkopen van eigen aandelen
te houden aan de in de machtiging vastgelegde minimum- en
maximumprijs. Voor gewone aandelen en certificaten daarvan
geldt voor de huidige machtiging een minimumprijs van één eurocent (EUR 0,01) en een maximumprijs gelijk aan de hoogste koers
op Euronext Amsterdam by NYSE Euronext op de datum van de
inkoopovereenkomst of de voorafgaande dag waarop deze beurs
open is.
kapitaal vertegenwoordigen of die samen, op basis van de koersen
op Euronext Amsterdam by NYSE Euronext, een beurswaarde van
ten minste EUR 50 miljoen vertegenwoordigen. In verband met de
voor stemmen op afstand aan te houden termijnen, dienen voor­
stellen voor agendapunten uiterlijk 50 dagen voor de dag van de
vergadering schriftelijk te worden ingediend. Correct ingediende
voorstellen worden op de agenda van de Algemene Vergadering
opgenomen.
Bijzondere rechten
Aan geen enkel aandeel zijn bijzondere zeggenschapsrechten
verbonden in de zin van artikel 10 van de EU-richtlijn betreffende
het openbaar overnamebod.
Dialoog met aandeelhouders en
certificaathouders
Aandeelhouders en certificaathouders werden in 2009 in de
gelegenheid gesteld vragen te stellen over punten op de agenda
van de jaarlijkse Algemene Vergadering en de buitengewone
Algemene Vergadering. Dat zal ook in 2010 weer mogelijk zijn.
Aandeelhouders en certificaathouders kunnen hun vragen indienen
via de website van ING Groep (www.ing.com).
Aandeelhoudersbestand
Informatie over beleggers die op grond van de Wet op het
financieel toezicht (of de voorganger van deze wet) hebben gemeld
een belang in ING Groep te hebben, is vermeld op pagina 8. ING
Groep is niet op de hoogte van het bestaan van beleggers die een
belang van 10% of meer in ING Groep houden.
ALGEMENE VERGADERING
Frequentie, oproeping en agenda van algemene
vergaderingen
Gewoonlijk wordt elk jaar in april of mei een Algemene
Vergadering gehouden voor het bespreken van de gang van zaken
tijdens het voorgaande boekjaar op basis van de verslagen die zijn
opgesteld door de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen, het vaststellen van het dividend of andere uitkeringen, het
(her)benoemen van leden van de Raad van Bestuur en Raad van
Commissarissen (indien van toepassing), het behandelen van
agendapunten die op grond van de Nederlandse wet goedkeuring
van de aandeelhouders vereisen en voor het bespreken van overige
onderwerpen die overeenkomstig de Statuten door de Raad van
Commissarissen, de Raad van Bestuur, aandeelhouders of
certificaathouders op de agenda zijn geplaatst.
Oproepingen tot een Algemene Vergadering worden openbaar
bekendgemaakt. Vanaf de datum van oproeping is alle voor
aandeelhouders en certificaathouders relevante informatie
beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com) en op
het hoofdkantoor van ING Groep, waarvan het adres is vermeld in
de oproeping.
Deze informatie bestaat uit de oproeping tot de Algemene
Vergadering, de agenda, de woordelijke tekst van de voorstellen
met toelichting en instructies over deelname aan de vergadering
(persoonlijk of bij gemachtigde), evenals de verslagen van de Raad
van Bestuur en de Raad van Commissarissen. Complexere
voorstellen, zoals wijzigingen in de Statuten, worden normaliter
niet in de oproeping opgenomen, maar worden afzonderlijk
beschikbaar gesteld via de website van ING Groep (www.ing.com)
en op het hoofdkantoor van ING Groep.
Voorstellen van aandeelhouders en
certificaathouders
Voorstellen voor agendapunten voor de Algemene Vergadering
kunnen worden ingediend door aandeelhouders en certificaat­
houders die een gezamenlijk belang van 0,1% van het geplaatste
60
ING Groep Jaarverslag 2009
Registratiedatum
Bij ING Groep is het gebruikelijk een registratiedatum vast te stellen
voor deelname aan de Algemene Vergadering en voor stemming
over voorstellen tijdens die Algemene Vergadering. Aandeelhouders en certificaathouders die aandelen en/of certificaten van
aandelen houden op de registratiedatum, zijn gerechtigd de
Algemene Vergadering bij te wonen en overige rechten met
betrekking tot die Algemene Vergadering uit te oefenen, op basis
van zijn of haar belang in ING Groep op de registratiedatum.
Eventuele aan- en verkopen van aandelen of certificaten van
aandelen na die datum worden hierbij buiten beschouwing gelaten.
De registratiedatum wordt bekendgemaakt in de oproeping tot de
Algemene Vergadering.
In overeenstemming met de in de Verenigde Staten geldende eisen
stelt de bewaarinstelling in de Verenigde Staten voor de American
Depositary Shares (‘ADS’) een registratiedatum vast. Op basis
hiervan wordt bepaald welke ADS-houders gerechtigd zijn om aan
die bewaarinstelling steminstructies te geven. Deze registratiedatum
kan afwijken van de door ING Groep vastgestelde registratiedatum
voor aandeelhouders en certificaathouders.
Deelname aan algemene vergaderingen
Uit logistieke overwegingen dienen aandeelhouders en
certificaathouders hun voornemen tot het bijwonen van een
Algemene Vergadering, persoonlijk of bij gevolmachtigde, vooraf
aan ING Groep mede te delen. Instructies daaromtrent worden
opgenomen in de oproeping tot de Algemene Vergadering.
Aandeelhouders en certificaathouders die de Algemene
Vergadering niet bijwonen, kunnen de gang van zaken in de
vergadering volgen via een webcast op internet.
Stemrecht op aandelen
Aan elk aandeel is het recht verbonden om in de Algemene
Vergadering één stem uit te brengen. In de Statuten zijn geen
stemrechtbeperkingen opgenomen voor welke soort aandelen van
ING Groep dan ook. ING Groep is niet op de hoogte van het
bestaan van overeenkomsten waarin het stemrecht op enige soort
van haar aandelen beperkt wordt.
Uitoefening stemrecht op gewone aandelen door
certificaathouders als gevolmachtigde van
Stichting ING Aandelen
Hoewel aan de certificaten van aandelen formeel geen stemrecht is
verbonden, worden certificaathouders in de praktijk op een lijn
gesteld met aandeelhouders ten aanzien van het stemmen.
Stichting ING Aandelen zal, onder bepaalde voorwaarden, een
stemvolmacht toekennen aan een houder van certificaten van
aandelen, zodat deze certificaathouder namens Stichting ING
Aandelen het stemrecht kan uitoefenen dat is verbonden aan een
aantal gewone aandelen dat overeenkomt met het aantal
certificaten dat door de desbetreffende certificaathouder wordt
gehouden. Op basis van een dergelijke volmacht kan een
certificaathouder geheel naar eigen inzicht stemmen.
Stichting ING Aandelen kent certificaathouders onder de volgende
voorwaarden een stemvolmacht toe:
• De desbetreffende certificaathouder moet hebben aangegeven
dat hij of zij voornemens is de Algemene Vergadering bij te
wonen, met inachtneming van de bepalingen als opgenomen in
de Statuten.
• Het is de desbetreffende certificaathouder toegestaan de aan
hem of haar bij de stemvolmacht toegekende bevoegdheden
over te dragen, mits de desbetreffende certificaathouder
Stichting ING Aandelen hiervan op de hoogte heeft gesteld
binnen een bepaalde termijn voor de Algemene Vergadering,
welke termijn door Stichting ING Aandelen zal worden
vastgesteld.
Steminstructies van certificaathouders aan
Stichting ING Aandelen
Certificaathouders die de Algemene Vergadering niet bijwonen,
kunnen Stichting ING Aandelen een bindende instructie geven voor
de uitoefening van het stemrecht verbonden aan de gewone
aandelen. Stichting ING Aandelen volgt de steminstructie op voor
het aantal gewone aandelen dat overeenkomt met het aantal
certificaten van aandelen in het bezit van de betreffende
certificaathouder. Stichting ING Aandelen heeft het op deze manier
uitbrengen van stemmen vereenvoudigd door stemmen op afstand
en stemmen via internet mogelijk te maken.
Uitoefening stemrecht op gewone aandelen door
Stichting ING Aandelen
Voor aandelen waarvoor Stichting ING Aandelen geen stem­
volmacht aan certificaathouders heeft verleend en waarvoor zij ook
geen steminstructies heeft ontvangen, stemt Stichting ING
Aandelen naar eigen inzicht. Op grond van haar statuten en de
Administratievoorwaarden is Stichting ING Aandelen bij het
uitbrengen van haar stem verplicht de belangen van alle certificaathouders te behartigen, ongeacht of zij wel of niet op de Algemene
Vergadering aanwezig zijn, mede met het oog op de belangen van
ING Groep, haar onderneming en die van haar groepsmaatschappijen en alle overige bij ING Groep betrokkenen en wel
op zodanige wijze dat al deze belangen zo goed mogelijk worden
gewogen en gewaarborgd.
De hierboven beschreven certificering en de rol van Stichting ING
Aandelen dienen om te voorkomen dat tijdens een Algemene
Vergadering een kleine minderheid, die vanwege de afwezigheid
van andere partijen toevalligerwijs de meerderheid vormt,
beslissingen kan nemen die uitsluitend in hun eigen belang zijn.
Faciliteiten stemmen op afstand
ING Groep participeert in Stichting Communicatiekanaal
Aandeelhouders, via welk kanaal deelnemende certificaathouders
steminstructies kunnen geven aan Stichting ING Aandelen. Voor
institutionele beleggers buiten Nederland biedt ING Groep een
vergelijkbare faciliteit voor stemmen op afstand. Bovendien
bevordert ING Groep, overeenkomstig algemeen gebruik in de
Verenigde Staten, het stemmen op afstand door ADS-houders.
Stemvolmachtformulieren voor aandeelhouders en steminstructieformulieren voor certificaathouders die niet deelnemen aan
Stichting Communicatiekanaal Aandeelhouders, zijn beschikbaar op
de website van ING Groep (www.ing.com). Het indienen van deze
formulieren dient aan in die formulieren vermelde aanvullende
voorwaarden te voldoen.
Belangrijkste bevoegdheden Algemene Vergadering
De Algemene Vergadering is onder meer bevoegd te beslissen over:
• De benoeming, schorsing en ontslag van leden van de Raad van
Bestuur en leden van de Raad van Commissarissen, met
inachtneming van een bindende voordracht of een voorstel van
de Raad van Commissarissen.
• De vaststelling van de jaarrekening.
• De vaststelling van dividend, met inachtneming van de
bevoegdheid van de Raad van Bestuur om – met instemming
van de Raad van Commissarissen – de winst geheel of
gedeeltelijk aan de reserves toe te voegen, alsmede de
vaststelling van andere uitkeringen voorgesteld door de Raad
van Bestuur met instemming van de Raad van Commissarissen.
• De benoeming van de externe accountant.
• Een wijziging van de Statuten, een fusie of splitsing van ING
Groep of ontbinding of liquidatie van ING Groep, dit alles op
voorstel van de Raad van Bestuur met goedkeuring van de Raad
van Commissarissen.
• De uitgifte van aandelen of de toekenning van rechten tot het
nemen van aandelen, de beperking of uitsluiting van
voorkeursrechten van aandeelhouders en het delegeren van
deze bevoegdheden aan de Raad van Bestuur, met
inachtneming van het daartoe door de Raad van Bestuur met
goedkeuring van de Raad van Commissarissen gedane voorstel.
• De machtiging voor het inkopen van uitstaande aandelen en tot
het intrekken van aandelen.
Bovendien is goedkeuring van de Algemene Vergadering vereist
voor besluiten van de Raad van Bestuur die zulke verstrekkende
gevolgen hebben dat ze de identiteit of het karakter van ING Groep
of haar onderneming ingrijpend zouden veranderen. Hieronder
vallen besluiten tot het overdragen of op andere wijze vervreemden
van (vrijwel) de gehele onderneming van ING Groep of haar
dochtermaatschappijen, als gevolg waarvan ING Groep of de groep
waarover ING Groep de centrale leiding uitoefent, niet langer zowel
het verzekerings- als bankbedrijf uitoefent.
ING Groep Jaarverslag 2009
61
1.3 Onze governance
Corporate governance (vervolg)
Verslaglegging
Besluiten die tijdens de Algemene Vergadering worden genomen,
zullen binnen een week na de vergadering ook op de website van
ING Groep worden bekendgemaakt. De conceptnotulen van de
Algemene Vergadering worden, in overeenstemming met de
Corporate Governance Code, uiterlijk drie maanden na de vergadering voor aandeelhouders en certificaathouders beschikbaar
gesteld op de website van ING Groep (www.ing.com). Zij kunnen in
de daaropvolgende drie maanden op de conceptnotulen reageren.
De definitieve notulen worden vervolgens vastgesteld door de
voorzitter van de betreffende vergadering en een door die vergadering aangewezen aandeelhouder of certificaathouder. De
definitieve notulen worden op de website van ING Groep geplaatst
(www.ing.com). In afwijking van de Corporate Governance Code
krijgen aandeelhouders en certificaathouders geen gelegenheid op
de notulen van een Algemene Vergadering te reageren indien er
van deze vergadering een notarieel proces-verbaal is opgemaakt,
omdat dit onverenigbaar is met de wetgeving dienaangaande.
RAAD VAN BESTUUR
Benoeming en ontslag
Leden van de Raad van Bestuur worden benoemd door de
Algemene Vergadering uit een door de Raad van Commissarissen
op te stellen bindende voordracht. Op deze voordracht dienen
volgens de wet voor elke vacature de namen van minimaal twee
kandidaten te worden vermeld. Als dat niet het geval is, is de
voordracht niet-bindend. Als tweede kandidaat stelt ING Groep
gepensioneerde topmanagers of andere hogere functionarissen
voor die, omdat de eis van twee kandidaten zal komen te vervallen,
niet hoeven te voldoen aan de profielschets van de Raad van
Bestuur. De Algemene Vergadering kan het bindende karakter aan
de voordracht ontnemen bij besluit genomen met volstrekte
meerderheid van de uitgebrachte stemmen, welke meerderheid
meer dan een derde van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigt.
Kandidaten voor benoeming tot lid van de Raad van Bestuur
moeten voldoen aan de deskundigheids- en betrouwbaarheidseisen
zoals vastgelegd in de Wet op het financieel toezicht.
Leden van de Raad van Bestuur kunnen te allen tijde worden
geschorst of ontslagen bij meerderheidsbesluit van de Algemene
Vergadering. Een besluit tot schorsing of ontslag van leden van de
Raad van Bestuur dat niet door de Raad van Commissarissen is
voorgesteld, kan door de Algemene Vergadering slechts worden
genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte
stemmen, welke meerderheid meer dan een derde van het
geplaatste kapitaal vertegenwoordigt.
Taak Raad van Bestuur
De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het bestuur van ING
Groep. Hieronder valt onder meer de verantwoordelijkheid voor het
vaststellen en verwezenlijken van de doelen van de vennootschap,
haar resultaten en het vaststellen van haar strategie en beleid. De
Raad van Bestuur is tevens verantwoordelijk voor het dagelijkse
bestuur van ING Groep. De Raad van Bestuur legt hierover
verantwoording af aan de Raad van Commissarissen en de
Algemene Vergadering. De verantwoordelijkheid voor het bestuur
van ING Groep berust bij de Raad van Bestuur als geheel. De
organisatie, bevoegdheden en werkwijze van de Raad van Bestuur
zijn vastgelegd in een door de Raad van Commissarissen
62
ING Groep Jaarverslag 2009
goedgekeurd reglement. Dit reglement is (uitsluitend in het Engels)
beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com).
Profielschets leden Raad van Bestuur
De Raad van Commissarissen heeft een profielschets opgesteld als
basis voor de selectie van leden van de Raad van Bestuur. De
profielschets is in 2005 voorgelegd aan de Algemene Vergadering.
Het document is beschikbaar op de website van ING Groep
(www.ing.com) en op het hoofdkantoor van ING Groep.
Beloning en effectenbezit
De gegevens over de beloning van de leden van de Raad van
Bestuur, inclusief aan hen toegekende aandelen en/of optierechten,
alsmede nadere informatie daarover, zijn opgenomen in het
‘Remuneratierapport’, beginnend op pagina 76. Het is leden van de
Raad van Bestuur toegestaan aandelen en certificaten van aandelen
in het kapitaal van ING Groep te houden als langetermijnbelegging.
Op transacties in deze aandelen en deze certificaten van aandelen
door leden van de Raad van Bestuur is de Insiderregeling van ING
Groep van toepassing. Deze regeling is beschikbaar op de website
van ING Groep (www.ing.com).
Nevenfuncties/tegenstrijdig belang
Geen enkel lid van de Raad van Bestuur bekleedt commissariaten
bij beursgenoteerde ondernemingen buiten ING. Dit is in overeenstemming met het beleid van ING Groep om tegenstrijdig belang te
voorkomen.
Transacties met (mogelijk) tegenstrijdig belang
Overeenkomstig de Corporate Governance Code worden
transacties met leden van de Raad van Bestuur waarbij sprake is van
een aanmerkelijk tegenstrijdig belang, gemeld in het Jaarverslag. In
afwijking van de Corporate Governance Code geldt dit echter niet
als (i) melding in strijd is met de wet, (ii) de vertrouwelijke,
koersgevoelige of concurrentiegevoelige aard van de transactie
openbaarmaking in de weg staat, en/of (iii) de informatie dusdanig
concurrentiegevoelig is dat melding schadelijk kan zijn voor de
concurrentiepositie van ING Groep.
Een aanmerkelijk tegenstrijdig belang wordt niet aanwezig geacht –
en bijgevolg vindt geen vermelding in het Jaarverslag plaats –
indien een lid van de Raad van Bestuur financiële produc­ten of
diensten, op voorwaarden die gelden voor het gehele personeel,
betrekt van dochtermaatschappijen van ING Groep die daarbij
handelen in hun gewone bedrijfsuitoefening. Dit geldt echter niet
voor leningen, met dien verstande dat financiële producten en
diensten waarbij het verlenen van krediet een ondergeschikt
karakter heeft (zoals creditcards en debetstanden in rekeningcourant) niet als ‘lening’ worden beschouwd; dit laatste op grond
van het ondergeschikte belang.
GEGEVENS LEDEN RAAD VAN BESTUUR
drs. J.H.M. Hommen, voorzitter (vanaf 27 april 2009)
(1943, Nederlandse nationaliteit, man; benoemd in 2009,
zittingsperiode eindigt in 2013)
Jan Hommen behaalde zijn doctoraal Bedrijfseconomie aan de
Universiteit van Tilburg. Hij werd benoemd tot lid van de Raad van
Bestuur op 27 april 2009. Hij is tevens voorzitter van het Bestuur
van ING Bank N.V. en het Bestuur van ING Verzekeringen N.V. De
heer Hommen was vanaf 1 juni 2005 lid van de Raad van
Commissarissen van ING Groep en werd in januari 2008 benoemd
tot voorzitter van de Raad van Commissarissen.
Tot 1 mei 2005 was hij vicevoorzitter en chief financial officer van
Koninklijke Philips Electronics N.V. Van 1975 tot 1997 was hij in
dienst van Alcoa Inc. Vanaf 1978 werkte hij op Alcoa’s hoofdkantoor in de Verenigde Staten, waar hij in 1991 werd benoemd tot
chief financial officer. De heer Hommen is bestuurslid van het
Koninklijk Concertgebouworkest. Zes stafafdelingen rapporteren
rechtstreeks aan de heer Hommen: Corporate Legal Department,
Corporate Human Resources, Corporate Development, Corporate
Communications & Affairs, Public & Government Affairs en
Corporate Audit Services.
P.G. Flynn, chief financial officer
(1960, Ierse nationaliteit, man; benoemd in 2009, zittingsperiode
eindigt in 2013)
Patrick Flynn is registeraccountant en lid van de Association of
Corporate Treasurers in het Verenigd Koninkrijk. Hij heeft een
bachelor’s degree in Business Studies (Bedrijfskunde) van het Trinity
College Dublin. Hij werd op 27 april 2009 benoemd tot lid van de
Raad van Bestuur. Van 2007 tot 2009 was hij chief financial officer
van HSBC Insurance Holdings Ltd. De heer Flynn is verantwoordelijk
voor ING’s financiële afdelingen.
drs. J.V. Timmermans, chief risk officer
(1960, Nederlandse nationaliteit, man; benoemd in 2007,
zittingsperiode eindigt in 2011)
Koos Timmermans behaalde zijn doctoraal Economie aan de
Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij was tot 1991 werkzaam bij ABN
AMRO op het gebied van derivaten. Voordat hij in dienst trad bij
ING in 1996 was hij in Ierland gestationeerd voor IBM’s Europese
treasury. Tot aan zijn benoeming tot lid van de Raad van Bestuur
vervulde de heer Timmermans verschillende functies: hoofd
Treasury van ING Verzekeringen, hoofd Corporate Market Risk
Management en van 2006 tot 2007 was hij deputy chief risk officer
van ING Groep. De heer Timmermans is verantwoordelijk voor de
risicoafdelingen van ING inclusief compliance.
Wijzigingen samenstelling van de Raad van Bestuur
De heer Tilmant is op 26 januari 2009 afgetreden als lid van de
Raad van Bestuur. Hij is als voorzitter van de Raad van Bestuur
opgevolgd door de heer Hommen, die op 27 april 2009 tot lid van
de Raad van Bestuur werd benoemd. In de tussenliggende
maanden trad de heer Boyer de la Giroday op als waarnemend
voorzitter van de Raad van Bestuur.
De heer Hele verliet ING op 31 maart 2009. Hij werd als chief
financial officer opgevolgd door de heer Flynn, die op 27 april 2009
tot lid van de Raad van Bestuur benoemd werd.
De voorgenomen splitsing van het bank- en verzekeringsbedrijf
heeft geleid tot veranderingen in de structuur en samenstelling van
de Raad van Bestuur. De heren Boyer de la Giroday, Harryvan,
Leenaars, McInerney, Van der Noordaa en de Vaucleroy zijn op
1 juni 2009 afgetreden als lid van de Raad van Bestuur van ING
Groep, maar bleven aan als leden van het Bestuur van ING Bank
N.V. dan wel van ING Verzekeringen N.V. De heer Harryvan, chief
executive officer van ING Direct en lid van het Bestuur van ING
Bank N.V., heeft besloten per 1 januari 2010 vervroegd met
pensioen te gaan. De heer de Vaucleroy besloot ING per 26
oktober 2009 te verlaten. Hij trad af als lid van het Bestuur van ING
Verzekeringen N.V., maar bleef ter wille van de continuïteit tot
1 januari 2010 aan als adviseur van het Bestuur van deze
vennootschap.
RAAD VAN COMMISSARISSEN
Benoeming en ontslag
Leden van de Raad van Commissarissen worden benoemd door de
Algemene Vergadering uit een door de Raad van Commissarissen
op te stellen bindende voordracht. Op deze voordracht dienen
volgens de wet voor elke vacature de namen van minimaal twee
kandidaten te worden vermeld. Als dat niet het geval is, is de
voordracht niet-bindend. Als tweede kandidaat stelt ING Groep in
de regel gepensioneerde topmanagers of andere hogere functio­
narissen voor die, omdat de eis van twee kandidaten zal komen te
vervallen, niet hoeven te voldoen aan de onafhankelijkheidscriteria
van de Corporate Governance Code of aan de profielschets van de
Raad van Commissarissen. De Algemene Vergadering kan het
bindend karakter aan de voordracht ontnemen bij besluit genomen
met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, welke
meerderheid meer dan een derde van het geplaatste kapitaal
vertegenwoordigt.
Kandidaten voor benoeming tot lid van de Raad van
Commissarissen moeten voldoen aan de betrouwbaarheidseisen
zoals vastgelegd in de Wet op het financieel toezicht.
Leden van de Raad van Commissarissen kunnen te allen tijde
worden geschorst of ontslagen door de Algemene Vergadering.
Een besluit tot schorsing of ontslag van commissarissen dat niet
door de Raad van Commissarissen zelf is voorgesteld, kan door de
Algemene Vergadering slechts worden genomen met volstrekte
meerderheid van de uitgebrachte stemmen, welke meerderheid
meer dan een derde van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigt.
In verband met de uitgifte van de Effecten aan de Staat der
Nederlanden zijn ING Groep en de Staat der Nederlanden
overeengekomen dat de Staat kandidaten mag aanbevelen voor
benoeming tot commissaris en wel zodanig dat de Raad van
Commissarissen, bij de benoeming van alle voorgedragen
kandidaten door de Algemene Vergadering, twee Overheids­
commissarissen telt. De Staat der Nederlanden mag hiertoe een
zittende commissaris aanbevelen. Het aanbevelingsrecht van de
Staat der Nederlanden geldt met inachtneming van de toepasselijke
wettelijke bepalingen en van de corporategovernancepraktijken die
algemeen zijn aanvaard in het kader van de voor ING Groep
geldende beursnoteringsvereisten. Het aanbevelingsrecht geldt
zolang de Staat der Nederlanden ten minste 250 miljoen Effecten
bezit, zolang de Steunfaciliteit doorloopt of zolang er Obligaties
uitstaan. Als het aantal Effecten in handen van de Staat der
Nederlanden daalt tot onder de 250 miljoen, de Steunfaciliteit is
opgeheven en de Obligaties het einde van hun looptijd bereikt
hebben, dan blijven de Overheidscommissarissen in functie tot het
einde van hun benoemingstermijn.
De door de Staat der Nederlanden aanbevolen kandidaten zullen,
bij wijze van bindende voordracht, worden voorgedragen voor
benoeming, tenzij zich een of meer specifieke situaties zouden
voordoen zoals:
ING Groep Jaarverslag 2009
63
1.3 Onze governance
Corporate governance (vervolg)
• D
e kandidaat is niet geschikt voor de vervulling van de taak van
commissaris.
• Door de benoeming zou de Raad van Commissarissen niet naar
behoren zijn samengesteld en/of zijn samenstelling zou niet
voldoen aan de profielschets van de Raad van Commissarissen.
• De benoeming zou in strijd zijn met een bepaling in de Statuten,
met het reglement van de Raad van Commissarissen, met een
principe of bestpracticebepaling in de Corporate Governance
Code zoals toegepast door ING Groep en/of met enige andere
algemeen aanvaarde corporategovernancepraktijk of -regel die
op ING Groep als internationaal beursgenoteerde onderneming
van toepassing is.
• Er zou sprake zijn van een structureel tegenstrijdig belang tussen
de kandidaat en ING Groep.
• De Nederlandsche Bank weigert met betrekking tot de
benoeming van de betreffende kandidaat een verklaring van
geen bezwaar af te geven.
De Staat der Nederlanden heeft de heer De Waal en mevrouw
Bahlmann aanbevolen voor benoeming tot lid van de Raad van
Commissarissen. Beiden zijn op 27 april 2009 door de Algemene
Vergadering benoemd.
Taak Raad van Commissarissen
De Raad van Commissarissen heeft tot taak toezicht te houden op
het beleid van de Raad van Bestuur en op de algemene gang van
zaken bij ING Groep en haar ondernemingen, alsmede de Raad van
Bestuur met raad terzijde te staan. In overeenstemming met het
Nederlandse vennootschapsrecht, de Corporate Governance Code
en de Statuten, eist het reglement van de Raad van Commissarissen
van alle leden van de Raad van Commissarissen, inclusief de
Overheidscommissarissen, dat zij handelen in het belang van ING
Groep en haar dochterondernemingen, daarbij rekening houden
met de belangen van alle belanghebbenden van ING Groep, hun
taken uitvoeren zonder mandaat en onafhankelijk van enig
persoonlijk belang bij de bedrijfsactiviteiten van ING Groep en geen
voorrang geven aan enig belang ten koste van andere belangen.
Bepaalde besluiten van de Raad van Bestuur zoals vermeld in de
Statuten en in het reglement van de Raad van Commissarissen
dienen te worden goedgekeurd door de Raad van Commissarissen.
In verband met de eerder genoemde transacties met de Staat der
Nederlanden kunnen bepaalde besluiten van de Raad van
Commissarissen slechts worden genomen indien geen van de
Overheidscommissarissen heeft tegengestemd. Deze rechten zijn
vanaf de Algemene Vergadering in 2009 in werking getreden. Het
gaat hierbij om besluiten betreffende de volgende onderwerpen:
a.De uitgifte of verkrijging van eigen aandelen door ING Groep,
anders dan in het kader van de uitgifte van de Effecten (ook,
voor alle duidelijkheid, als dit dient voor conversie dan wel voor
financiering van de inkoop van de Effecten), in het kader van
normale afdekkingstransacties, of in het kader van aandelen- en
optieregelingen voor werknemers.
b.De medewerking van ING Groep aan de uitgifte van certificaten
van aandelen.
c.De aanvraag van de notering of intrekking van de notering van
de onder a. of b. bedoelde effecten aan enige beurs.
d.Het besluit tot het aangaan of verbreken van een duurzame
samenwerking tussen ING Groep of een afhankelijke
64
ING Groep Jaarverslag 2009
maatschappij en een andere rechtspersoon of vennootschap, dan
wel als volledig aansprakelijke vennote in een commanditaire
vennootschap of vennootschap onder firma, indien deze
samenwerking van ingrijpende betekenis is voor ING Groep.
Daarvan is sprake indien het ten minste een vierde van het
geplaatste kapitaal plus reserves van ING Groep betreft, volgens
de balans met toelichting.
e. Het door ING Groep of een afhankelijke maatschappij nemen van
een deelneming in het kapitaal van een andere vennootschap ter
waarde van ten minste een vierde van het geplaatste kapitaal
plus reserves van ING Groep volgens de balans met toelichting,
alsmede het ingrijpend vergroten of verminderen van zulk een
deelneming.
f.Investeringen waarmee een bedrag is gemoeid van ten minste
een vierde van het geplaatste kapitaal plus reserves van ING
Groep volgens de balans met toelichting.
g.Een voorstel tot ontbinding van ING Groep.
h.Aangifte van faillissement of aanvraag van surseance van betaling
van ING Groep.
i.Een voorstel tot vermindering van het geplaatste kapitaal van ING
Groep (voor zover niet verband houdend met de uitgifte van
Effecten).
j.Een voorstel tot fusie, splitsing of ontbinding van ING Groep.
k.Een voorstel tot wijziging van het beloningsbeleid van ING
Groep.
l.De benoeming van de chief executive officer/voorzitter van de
Raad van Bestuur van ING Groep.
Profielschets Raad van Commissarissen
De Raad van Commissarissen heeft een profielschets opgesteld als
basis voor haar eigen samenstelling. De profielschets is in 2005
voorgelegd aan de Algemene Vergadering. Het document is
beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com) en op
het hoofdkantoor van ING Groep.
Gezien de ervaring van voormalige leden van de Raad van Bestuur
en de waardevolle bijdrage die zij kunnen leveren aan de Raad van
Commissarissen is, mede in het licht van de omvang van de Raad
van Commissarissen en het brede scala aan activiteiten van ING
Groep, besloten dat voormalige leden van de Raad van Bestuur
kunnen worden benoemd tot commissaris van ING Groep. Daarbij
geldt de beperking dat van iedere zes commissarissen er niet meer
dan één voormalig lid van de Raad van Bestuur mag zijn. Bovendien
dient een wachtperiode van minimaal één jaar na terugtreding uit
de Raad van Bestuur in acht te worden genomen voordat men tot
commissaris kan worden benoemd. Een voormalig lid van de Raad
van Bestuur kan niet tot voorzitter van de Raad van Commissarissen
worden benoemd.
Een voormalig lid van de Raad van Bestuur kan na benoeming tot
commissaris ook worden benoemd tot lid van een van de
commissies van de Raad van Commissarissen. Een benoeming tot
voorzitter van een commissie is echter uitsluitend mogelijk minimaal
vier jaar na aftreden als lid van de Raad van Bestuur.
Benoemingstermijn leden Raad van Commissarissen
Een lid van de Raad van Commissarissen treedt in ieder geval af aan
het einde van de eerste Algemene Vergadering gehouden vier jaar
na zijn of haar meest recente benoeming of herbenoeming.
Overeenkomstig de Corporate Governance Code mogen
commissarissen in beginsel nog tweemaal voor een termijn van vier
jaar worden herbenoemd. Onder bijzondere omstandigheden kan
hier echter van afgeweken worden, bijvoorbeeld ter wille van een
evenwichtige samenstelling van de Raad van Commissarissen en/of
het behoud van waardevolle kennis en ervaring. Doorgaans treden
leden van de Raad van Commissarissen bovendien af zonder dat
herbenoeming mogelijk is, aan het einde van de jaarlijkse
Algemene Vergadering die wordt gehouden in het jaar dat de
commissaris zeventig wordt. Het rooster van aftreden is
beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com).
Nevenfuncties/tegenstrijdig belang
Leden van de Raad van Commissarissen worden gevraagd een
overzicht te geven van alle andere commissariaten en bezoldigde
functies en nevenfuncties die zij vervullen. Deze functies mogen
niet strijdig zijn met de belangen van ING Groep. Het is de
verantwoordelijkheid van ieder individueel lid van de Raad van
Commissarissen en van de Corporate-Governance-commissie
ervoor te zorgen dat de bij de functie horende verplichtingen naar
behoren worden vervuld en dat het functioneren van de
commissaris niet wordt beïnvloed door eventuele andere functies
die de commissaris buiten ING Groep vervult.
Overeenkomstig de Corporate Governance Code dienen leden van
de Raad van Commissarissen ieder (potentieel) tegenstrijdig belang
te melden en alle hiervoor relevante informatie te verstrekken.
Vervolgens zal de Raad van Commissarissen – zonder de
betreffende commissaris – bepalen of er inderdaad sprake is van
tegenstrijdig belang. In bijzondere gevallen kan de Raad van
Commissarissen van deze regel afwijken en besluiten dat er geen
sprake is van tegenstrijdig belang, terwijl dat volgens de Code wel
het geval is. In het bijzonder gaat het om gevallen van tegenstrijdig
belang die voortkomen uit een ontbonden huwelijk, dit om
rekening te houden met situaties waarin er geen sprake is van een
wezenlijke familierelatie.
Indien sprake is van tegenstrijdig belang, dient de betreffende
commissaris zich, in overeenstemming met de Corporate
Governance Code, te onthouden van deelname aan discussies of
besluitvorming over het onderwerp of de transactie waarbij hij of zij
een tegenstrijdig belang heeft.
Transacties met (mogelijk) tegenstrijdig belang
Overeenkomstig de Corporate Governance Code worden transacties met leden van de Raad van Commissarissen waarbij sprake is
van een aanmerkelijk tegenstrijdig belang, gemeld in het jaarverslag. In afwijking van de Corporate Governance Code geldt dit
echter niet als (i) melding in strijd is met de wet, (ii) de vertrouwelijke, koersgevoelige of concurrentiegevoelige aard van de
transactie openbaarmaking in de weg staat, en/of (iii) de informatie
dusdanig concurrentiegevoelig is dat melding schadelijk kan zijn
voor de concurrentiepositie van ING Groep.
De relatie die een commissaris als particuliere klant heeft met een
dochteronderneming van ING Groep wordt niet aangemerkt als
een geval van aanmerkelijk tegenstrijdig belang. Een uitzondering
hierop vormen eventueel verstrekte leningen (een overzicht van de
aan leden van de Raad van Commissarissen verstrekte leningen
wordt gegeven op pagina 88).
Onafhankelijkheid
Jaarlijks wordt ieder van de leden van de Raad van Commissarissen
gevraagd na te gaan of de afhankelijkheidscriteria als opgenomen
in de Code niet op hen van toepassing zijn en dit schriftelijk te
bevestigen. Op basis van deze criteria dienen per 31 december 2009
alle leden van de Raad van Commissarissen als onafhankelijk te
worden beschouwd, met uitzondering van de heer Hoogendoorn,
vanwege zijn functie bij Deloitte Touche Tohmatsu tot 1 juni 2007
en de belangrijke zakelijke relatie van Deloitte Touche Tohmatsu
met ING destijds. Leden van de Raad van Commissarissen op wie
de afhankelijkheidscriteria van de Corporate Governance Code niet
van toepassing zijn en leden van de Raad van Commissarissen op
wie die criteria wel van toepassing zijn maar die kunnen uitleggen
waarom dit hun onafhankelijkheid niet aantast, worden als
onafhankelijk beschouwd.
Secretaris
Secretaris van ING Groep is de heer J-W.G. Vink, tevens general
counsel van ING Groep.
Commissies Raad van Commissarissen
De Raad van Commissarissen kende op 31 december 2009 vijf
commissies: de Auditcommissie, de Risicocommissie (per 1 juni
2009), de Remuneratiecommissie, de Nominatiecommissie
(ontstaan na splitsing op 1 januari 2009 van de voormalige
Remuneratie- en Nominatiecommissie) en de CorporateGovernance-commissie.
De organisatie, bevoegdheden en werkwijze van de Raad van
Commissarissen zijn nader geregeld in een reglement. Daarnaast
zijn afzonderlijke reglementen opgesteld voor de Auditcommissie,
de Risicocommissie, de Remuneratiecommissie, de Nominatie­
commissie en de Corporate-Governance-commissie. Deze
reglementen zijn (in het Engels) beschikbaar op de website van ING
Groep (www.ing.com). Hieronder volgt een korte beschrijving van
de commissies.
De Auditcommissie ondersteunt de Raad van Commissarissen bij
het toezicht op de betrouwbaarheid van de financiële verslaggeving
van ING Groep, ING Verzekeringen N.V. en ING Bank N.V., het
toezicht op de naleving van wet- en regelgeving, en het toezicht op
de onafhankelijkheid en het functioneren van de interne en externe
accountants van ING. Op 31 december 2009 bestond de Audit­
commissie uit de heer Tai (voorzitter), mevrouw Bahlmann en de
heren Breukink, Hoogendoorn, Van der Lugt en Van der Veer.
De Raad van Commissarissen heeft vastgesteld dat de volgende
leden van de Auditcommissie financiële experts zijn als omschreven
in de Corporate Governance Code: de heren Hoogendoorn, Van
der Lugt en Tai. De heer Hoogendoorn heeft zijn ervaring opgedaan in de accountancy, terwijl de heren Van der Lugt en Tai hun
ervaring hebben opgedaan als uitvoerend bestuurder en directielid
van internationale concerns: de heer Hoogendoorn was voorzitter
van de Raad van Bestuur van Deloitte Touche Tohmatsu, de heer
Van der Lugt was voorzitter van de Raad van Bestuur van ING
Groep zelf en de heer Tai was CEO van DBS Bank (Development
Bank of Singapore) en managing director van de divisie Investment
Banking van JP Morgan.
ING Groep Jaarverslag 2009
65
1.3 Onze governance
Corporate governance (vervolg)
De Risicocommissie ondersteunt en adviseert de Raad van
Commissarissen bij de bewaking van het risicoprofiel van ING
Groep en bij het toezicht op de structuur en werking van de interne
risicobeheersings- en controlesystemen. Op 31 december 2009
bestond de Risicocommissie uit de heer Elverding (voorzitter),
mevrouw Bahlmann en de heren Hoffmann, Klaver, Van der Lugt
en Tai.
De Remuneratiecommissie adviseert de Raad van Commissarissen
onder andere over de arbeidsvoorwaarden (waaronder de
beloning) van de leden van de Raad van Bestuur en over het beleid
en de algemene principes waarop de arbeidsvoorwaarden van de
Raad van Bestuur en het topmanagement van ING en haar
dochterondernemingen zijn gebaseerd. Op 31 december 2009
bestond de Remuneratiecommissie uit de heer Van der Veer
(voorzitter), mevrouw Spero en de heren Elverding, Klaver,
Vuursteen en De Waal.
De Nominatiecommissie adviseert de Raad van Commissarissen
onder andere over de samenstelling van de Raad van Commis­sa­
rissen en de samenstelling van de Raad van Bestuur. De Nominatiecommissie bestond op 31 december 2009 uit de heer Elverding
(voorzitter), mevrouw Spero en de heren Klaver, Van der Veer,
Vuursteen en De Waal.
De Corporate-Governance-commissie ondersteunt de Raad van
Commissarissen bij het toezicht op en de evaluatie van de corporate
governance van ING als geheel en de rapportage daarover in het
jaarverslag en aan de Algemene Vergadering, en adviseert de Raad
van Commissarissen over verbeteringen. Op 31 december 2009
bestond de Corporate-Governance-commissie uit de heren
Elverding (voorzitter), Breukink, Hoffmann, Manwani, Mehta
en De Waal.
Beloning en effectenbezit
De beloning van de leden van de Raad van Commissarissen wordt
vastgesteld door de Algemene Vergadering en is niet afhankelijk
van de resultaten van ING Groep. Meer informatie over de beloning
is te vinden in het ‘Remuneratierapport’ op pagina’s 76-88. Het is
leden van de Raad van Commissarissen toegestaan aandelen en
certificaten van aandelen in het kapitaal van ING Groep te houden
als langetermijnbelegging. Zie pagina 88 voor een overzicht. Op
transacties in deze aandelen en deze certificaten van aandelen door
leden van de Raad van Commissarissen is de ING Insiderregeling
van toepassing. Deze regeling is beschikbaar op de website van
ING Groep (www.ing.com).
GEGEVENS LEDEN RAAD VAN COMMISSARISSEN
mr. P.A.F.W. Elverding (voorzitter vanaf 27 april
2009)
(1948, Nederlandse nationaliteit, man; benoemd in 2007,
zittingsperiode eindigt in 2011)
Voormalig voorzitter Raad van Bestuur van Koninklijke DSM N.V.
en voormalig vicevoorzitter Raad van Commissarissen van De
Nederlandsche Bank N.V.
Overige functies: voorzitter Raad van Commissarissen Océ N.V.
(beursgenoteerde onderneming). Lid Raad van Commissarissen SHV
Holdings N.V. Vicevoorzitter Raad van Commissarissen Q-Park N.V.
Lid Raad van Commissarissen Koninklijke FrieslandCampina N.V.
Voorzitter Raad van Commissarissen Oostwegel Holding BV.
Lid Bestuur Stichting Instituut GAK.
66
ING Groep Jaarverslag 2009
drs. ir. J. van der Veer (vicevoorzitter vanaf
1 oktober 2009)
(1947, Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 2009,
zittingsperiode eindigt in 2013)
Voormalig voorzitter Raad van Bestuur van Royal Dutch Shell plc.
Overige functies: vicevoorzitter en niet-uitvoerend bestuurder
Unilever N.V., lid Raad van Commissarissen Royal Dutch Shell plc en
lid Raad van Commissarissen Koninklijke Philips Electronics N.V.
(beursgenoteerde ondernemingen). Vicevoorzitter van een NAVOexpertgroep m.b.t. de ontwikkeling van een nieuwe NAVOstrategie. Lid Raad van Commissarissen van Het Concertgebouw
N.V.
mw. prof. dr. J.P. Bahlmann
(1950, Nederlandse nationaliteit, vrouw; benoemd in 2009,
zittingsperiode eindigt in 2013)
Hoogleraar Bedrijfseconomie, Universiteit Utrecht. Voorzitter van
het Commissariaat voor de Media.
Overige functies: vicevoorzitter Raad van Commissarissen N.V.
Nederlandsche Apparatenfabriek ‘Nedap’ (beursgenoteerde
onderneming). Lid Bestuur van Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemen Nederland. Voorzitter van de Stichting Max Havelaar.
Lid Bestuur van De Baak Management Centre VNO-NCW. Lid Raad
van Toezicht van het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis. Lid Bestuur
van Toneelgroep Amsterdam.
drs. H.W. Breukink
(1950, Nederlandse nationaliteit, man; benoemd in 2007,
zittingsperiode eindigt in 2011)
Voormalig directielid van F&C en directeur F&C Nederland
(vermogensbeheerder).
Overige functies: vicevoorzitter Raad van Commissarissen VastNed
Offices/Industrial (vastgoedfonds) en lid Raad van Commissarissen
F&C hedge funds, Ierland (beursgenoteerde ondernemingen).
Commissaris van Heembouw Holding B.V. Voorzitter Raad van
Commissarissen Modulus VastGoed Ontwikkelingen. Lid Raad van
Toezicht Zorggroep De Omring en HaagWonen. Coach van TEC
(Top Executive Coaching).
dr. C.D. Hoffmann
(1942, Duitse nationaliteit, man; benoemd in 2003, zittingsperiode
eindigt in 2011)
Voormalig chief financial officer van Robert Bosch GmbH.
Managing partner van H+H Senior Advisors, Stuttgart.
Overige functies: voorzitter Raad van Commissarissen EnBW AG
(beursgenoteerde onderneming). Lid Raad van Commissarissen de
Boer Structures Holding B.V. Lid Raad van Commissarissen C.A.
Leuze GmbH & Co. KG. Voorzitter Charlottenklinik Foundation
(ziekenhuis). Voorzitter Raad van Toezicht (Vereinigung der Freunde)
van de Universiteit van Stuttgart.
P. Hoogendoorn, RA (tot 27 april 2010)
(1945, Nederlandse nationaliteit, man; benoemd in 2007, treedt af
in 2010)
Voormalig voorzitter Raad van Bestuur van Deloitte Touche
Tohmatsu en voormalig CEO van Deloitte in Nederland. Voormalig
voorzitter van Koninklijke NIVRA.
Overige functies: lid Raad van Commissarissen Conquaestor
Holding B.V. Lid Raad van Commissarissen Bodegraven B.V.
Voorzitter Raad van Toezicht De Zevenster (verpleging en
verzorging). Lid Raad van Toezicht Groene Hart Ziekenhuis Gouda.
drs. P.C. Klaver
(1945, Nederlandse nationaliteit, man; benoemd in 2006,
zittingsperiode eindigt in 2010)
Voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur van SHV Holdings
N.V.
Overige functies: voorzitter Raad van Commissarissen TNT N.V.
(beursgenoteerde onderneming). Voorzitter Raad van
Commissarissen van Dekker Hout Groep B.V., Jaarbeurs Holding
B.V. en Credit Yard Financial Services B.V. Lid Raad van
Commissarissen van SHV Holdings N.V. en Dura Vermeer Groep
N.V. Bestuurslid African Parks Foundation. Voorzitter Raad van
Toezicht Hogeschool voor de Kunsten Utrecht.
G.J.A. van der Lugt
(1940, Nederlandse nationaliteit, man; benoemd in 2001,
zittingsperiode eindigt in 2012)
Voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur van ING Groep (tot
zijn pensionering in mei 2000).
Overige functies: voorzitter Raad van Commissarissen Stadsherstel
Amsterdam N.V. Voorzitter Bestuur Kasteel De Haar en voorzitter
R.C. Oude Armenkantoor. Bestuurslid Beleggingsadviesraad
Stichting Instituut GAK.
H. Manwani (tot 27 april 2010)
(1953, Indiase nationaliteit, man; benoemd in 2008, treedt af in
2010)
President Unilever Asia, Africa, Central & Eastern Europe.
Overige functies: non-executive chairman Hindustan Unilever Ltd.
Lid Executive Board Indian School of Business.
A. Mehta
(1946, Indiase nationaliteit, man; benoemd in 2008, zittingsperiode
eindigt in 2012)
Voormalig chief executive officer van de Hong Kong & Shanghai
Banking Corporation (HSBC) in Hong Kong.
Overige functies: non-executive director van Tata Consultancy
Services, Jet Airways Ltd., PCCW Ltd., Vedanta Resources Plc,
Wockhardt Ltd., Godrej Consumer Products Ltd., Cairn India Ltd.,
Emaar MGF Land Ltd. en Max India Ltd. Lid governing board Indian
School of Business. Lid Internationale Adviesraad van INSEAD.
mw. J.E. Spero
(1944, Amerikaanse nationaliteit, vrouw; benoemd in 2008,
zittingsperiode eindigt in 2012)
Voormalig executive vice-president Corporate Affairs and
Communications van American Express Company. Voormalig Under
Secretary Economic Business & Agricultural Affairs van het
Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken. Voormalig
president Doris Duke Charitable Foundation.
Overige functies: non-executive director van IBM Corporation.
Trustee van Columbia University, Council on Foreign Relations.
Trustee Wisconsin Alumni Research Foundation.
J.P. Tai
(1950, Amerikaanse nationaliteit, man; benoemd in 2008,
zittingsperiode eindigt in 2012)
Voormalig vicevoorzitter en chief executive officer van DBS Group
Holdings. Voormalig managing director van de Investment Banking
Divisie van JP Morgan.
Overige functies: non-executive director van MasterCard
Incorporated, CapitaLand en Cassis International. Non-executive
chairman van de Board of Directors van Brookstone, Inc. Lid van de
Bloomberg Asia Pacific Advisory Board. Trustee van Rensselaer
Polytechnic Institute.
ir. k. Vuursteen (tot 27 april 2010)
(1941, Nederlandse nationaliteit, man; benoemd in 2002, treedt af
in 2010)
Voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur van Heineken N.V.
Overige functies: voorzitter Raad van Commissarissen van Akzo
Nobel N.V. en TomTom N.V., en lid van de Raad van Commissarissen
van Henkel KGaA (beursgenoteerde ondernemingen). Lid Raad van
Beheer Heineken Holding N.V. Voorzitter Stichting Concert­gebouw­
fonds. Lid Raad van Toezicht Stichting Nyenrode.
L.J. de Waal
(1950, Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 2009,
zittingsperiode eindigt in 2013)
Directeur van Humanitas.
Overige functies: lid Raad van Commissarissen PGGM N.V. Lid Raad
van Advies van Zorgverzekeraars Nederland. Voorzitter Raad van
Toezicht van SNV. Lid Raad van Toezicht van Stichting Nationaal
Fonds Kunstbezit. President van de Hay Group Vision Society.
Wijziging samenstelling Raad van Commissarissen
In april 2009 werden mevrouw Bahlmann en de heren Van der Veer
en De Waal door de Algemene Vergadering tot lid van de Raad van
Commissarissen benoemd. Mevrouw Bahlmann en de heer De
Waal werden door de Staat der Nederlanden aanbevolen voor
benoeming. Zij werden benoemd met ingang van 27 april 2009. De
heer Van der Veer werd benoemd met ingang van 1 juli 2009.
Mevrouw Bahlmann neemt als Overheidscommissaris de plaats in
van de heer Elverding, die de heer Hommen heeft opgevolgd als
voorzitter van de Raad van Commissarissen.
Verder traden de heren Bourdais de Charbonnière en Kok af als lid
van de Raad van Commissarissen wegens het bereiken of bereikt
hebben van de leeftijd van 70 jaar.
De heren Hoogendoorn, Manwani en Vuursteen hebben besloten
aan het einde van de Algemene Vergadering van 2010 af te treden
als lid van de Raad van Commissarissen. Op diezelfde vergadering
zal de heer Klaver voor herbenoeming worden voorgedragen.
Meer informatie is te vinden in de oproeping tot de Algemene
Vergadering van 2010, die beschikbaar is op de website van ING
Groep (www.ing.com).
FINANCIËLE VERSLAGGEVING
Een beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de systemen
van ING Groep voor interne controle en risicobeheer met be­trek­
king tot het financiële rapportageproces is opgenomen in de
verklaring omtrent artikel 404 van de Sarbanes-Oxley-wet op
pagina 74. Deze beschrijving wordt geacht integraal onderdeel uit
te maken van deze paragraaf.
ING Groep Jaarverslag 2009
67
1.3 Onze governance
Corporate governance (vervolg)
WIJZIGINGEN IN ZEGGENSCHAP
Wettelijke bepalingen
Ingevolge de Wet op het financieel toezicht zijn verklaringen van
geen bezwaar vereist van de minister van Financiën voor het
verwerven en houden van een deelneming van 10% of meer in
ING Groep en voor het uitoefenen van de aan die deelneming
verbonden zeggenschap. Op grond van toepasselijke wetgeving in
de verschillende jurisdicties waarin dochtermaatschappijen van ING
Groep opereren, kan de verkrijging van een aanmerkelijk belang in
ING Groep worden aangemerkt als een verkrijging van een
indirecte deelneming of indirecte zeggenschap in de betrokken
dochtermaatschappij, waarvoor toestemming van of kennisgeving
aan de desbetreffende lokale toezichthouders is vereist.
Change of control-clausules in BELANGRIJKE
overeenkomsten
ING Groep is niet partij bij enige belangrijke overeenkomst die in
werking treedt of wordt gewijzigd of beëindigd, bij een wijziging
van de zeggenschap over ING Groep als gevolg van een openbaar
bod, zoals bedoeld in artikel 5:70 van de Wet op het financieel
toezicht. Dochtermaatschappijen van ING Groep kunnen gebruike­
lijke change of control-clausules hebben opgenomen in overeenkomsten die verband houden met hun verschillende bedrijfsactiviteiten, zoals jointventureovereenkomsten, letters of credit en
andere krediet­faciliteiten, herverzekeringsovereenkomsten, alsmede
future- en optieovereenkomsten. Na wijziging van zeggenschap
over ING Groep (al dan niet als gevolg van een openbaar bod)
kunnen dergelijke contracten worden aangepast of beëindigd,
resulterend in bijvoorbeeld een verplichte overdracht van het belang
in de joint venture, vervroegde terugbetaling van verschuldigde
bedragen, verlies van kredietfaciliteiten of herverzekeringsdekking
en liquidatie van uitstaande future- of optieposities.
Vertrekregelingen leden Raad van Bestuur
De arbeidsovereenkomsten met de leden van de Raad van Bestuur
voorzien in een vertrekregeling die verschuldigd wordt bij
beëindiging van de overeenkomst in verband met een openbare
bieding zoals bedoeld in artikel 5:70 van de Wet op het financieel
toezicht. Voor de hoogte van de vergoeding is niet relevant of de
beëindiging van de overeenkomst al dan niet verband houdt met
een openbare bieding. Bij de uitgifte van de Effecten is bepaald dat
de leden van de Raad van Bestuur, overeenkomstig de Corporate
Governance Code, bij vertrek maximaal éénmaal hun vaste
jaarsalaris ontvangen.
STATUTENWIJZIGING
De Algemene Vergadering is bevoegd te besluiten tot wijziging van
de Statuten, mits het besluit wordt genomen op voorstel van de
Raad van Bestuur, welk voorstel is goedgekeurd door de Raad van
Commissarissen. Een dergelijk besluit van de Algemene Verga­de­
ring dient te worden genomen met tenminste twee derde van de
uitgebrachte stemmen in een Algemene Vergadering waarin
tenminste twee derde van het geplaatste kapitaal is vertegen­
woordigd. Een statutenwijziging treedt pas in werking na het
verlijden van een notariële akte van statutenwijziging en een
voorafgaande verklaring van geen bezwaar van de minister
van Justitie.
68
ING Groep Jaarverslag 2009
EXTERNE ACCOUNTANT
Tijdens de Algemene Vergadering op 22 april 2008 is aan Ernst &
Young de opdracht verleend de financiële gegevens van ING Groep
over de boekjaren 2008 tot en met 2011 te onderzoeken, hierover
aan de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen verslag
uit te brengen en een verklaring af te leggen over de jaarrekening
van ING Groep. Verder controleerde Ernst & Young de effectiviteit
van de interne controle op de financiële verslaglegging per 31
december 2009 en bracht daarover verslag uit.
De externe accountant nam deel aan de bijeenkomsten van de
Auditcommissie en aan de Algemene Vergadering in 2009.
Na een periode van maximaal vijf jaar van accountantscontrole van
de jaarrekeningen van ING Groep, ING Verzekeringen N.V. dan wel
ING Bank N.V. dienen de eerstverantwoordelijke partners en de
voor de controle van de audits verantwoordelijke partners van het
externe accountantskantoor vervangen te worden door andere
partners van het externe accountantskantoor. De Auditcommissie
doet in dezen aanbevelingen aan de Raad van Commissarissen,
onder andere op basis van een jaarlijkse evaluatie van de geleverde
diensten. In overeenstemming hiermee werd de eerst­verant­woor­
de­lijke partner van Ernst & Young na de eindejaarscontrole 2006
vervangen. De rotatie van andere bij de accountantscontrole van de
jaarrekeningen van ING betrokken partners verloopt volgens de van
toepassing zijnde wetgeving omtrent onafhankelijkheid.
Aan de externe accountant kunnen tijdens de jaarlijkse Algemene
Vergadering vragen worden gesteld over zijn verklaring omtrent de
jaarrekening. De externe accountant neemt derhalve deel aan die
vergadering en mag de aanwezigen toespreken.
De externe accountant mag alleen met toestemming van de
Auditcommissie audit- en niet-audit-gerelateerde diensten aan ING
Groep en haar dochtermaatschappijen aanbieden. De Audit­
commissie verleent jaarlijks vooraf algemene goedkeuring voor
bepaalde soorten auditdiensten, audit-gerelateerde diensten,
belastingadviezen en niet-audit-gerelateerde diensten van de
externe accountant van ING. Diensten waarvoor de Auditcommissie
niet vooraf algemene goedkeuring heeft gegeven, mogen door de
externe accountant niet worden verleend dan na specifieke
goedkeuring van de Auditcommisie op aanbeveling van het lokale
management.
De Auditcommissie stelt tevens het maximale jaarlijkse bedrag vast
dat voor dergelijke vooraf goedgekeurde diensten mag worden
uitgegeven. De besteding van de vooraf goedgekeurde bedragen
wordt gedurende het hele jaar door de externe accountant en ING
bewaakt. De externe accountant geeft de Auditcommissie een
volledig en gedetailleerd overzicht van alle aan ING geleverde
diensten, inclusief alle bijbehorende vergoedingen. Dit overzicht
wordt periodiek in de loop van het jaar door de Auditcommissie
geëvalueerd.
Meer informatie over het beleid van ING ten aanzien van de
onafhankelijkheid van de externe accountant is te vinden op de
website van ING Groep (www.ing.com).
Rapport Stichting ING Aandelen
Het onderstaande rapport is opgesteld overeenkomstig het
bepaalde in artikel 15 van de administratievoorwaarden voor
aandelen op naam in het kapitaal van ING Groep N.V. en
best-practice bepaling IV.2.6 van de Nederlandse Corporate
Governance Code.
Ingevolge haar statuten (de ‘Statuten’) heeft Stichting ING
Aandelen, een stichting opgericht naar Nederlands recht en
gevestigd te Amsterdam (de ‘Stichting’), tot doel:
a. het behartigen van de belangen van de houders van (certificaten
van) aandelen van ING Groep N.V. (‘ING Groep’) mede met
het oog op de belangen van (i) ING Groep zelf, (ii) die van de
ondernemingen die door ING Groep en de met haar in een
groep verbonden vennootschappen in stand worden gehouden
en (iii) alle overige bij ING Groep betrokkenen, op zodanige
wijze dat deze belangen zo goed mogelijk worden gewogen
en gewaarborgd;
b. het tegen uitgifte van royeerbare certificaten ten titel van beheer
verwerven en administreren van op naam luidende aandelen in
het kapitaal van ING Groep en van eventueel daarop uit te keren
bonusaandelen of bij wege van stockdividend of met behulp van
claims verkregen aandelen, het uitoefenen van aan die aandelen
verbonden stemrechten en alle andere aan die aandelen
verbonden rechten gelijk het uitoefenen van claimrecht en het
ontvangen van dividend en andere uitkeringen, waaronder
begrepen liquidatie-uitkeringen, onder de verplichting het
ontvangene aan de certificaathouders uit te keren, met dien
verstande dat voor bonusaandelen of bij wege van stockdividend
verkregen aandelen en voor aandelen welke voor een
certificaathouder bij de uitoefening van een claimrecht worden
verkregen, certificaten zullen worden uitgegeven;
c. het bevorderen van de informatie-uitwisseling tussen ING Groep
enerzijds en de certificaathouders en aandeelhouders van ING
Groep anderzijds;
d. het bevorderen en het organiseren van de werving van
stemvolmachten van andere aandeelhouders dan de Stichting
zelf, alsmede gerichte stemvolmachten en/of steminstructies
van certificaathouders,
en voorts het verrichten van al hetgeen met het bovenstaande
in de ruimste zin verband houdt, met dien verstande, dat alle
handelingen, die commercieel risico meebrengen, van het doel
van de Stichting zijn uitgesloten.
Het bestuur van de Stichting (het ‘Bestuur’) heeft gedurende het
verslagjaar 2009 acht keer vergaderd.
Op 3 maart 2009 kwam het Bestuur bijeen om de overeenkomst
tussen ING Groep en de Nederlandse Staat betreffende de Illiquid
Assets Back Up Facility ten aanzien van 80% van ING’s Alt-A
residential mortgage-backed securities te bespreken, alsmede een
beweerdelijk namens een groep belanghebbenden (zogenaamde
collectieve actie) in de Verenigde Staten aangespannen procedure,
waarin de juistheid van bepaalde uitingen ten aanzien de
aanbieding van ING Groep Perpetual Hybrid Capital Securities in
2007 en 2008 wordt aangevochten (de ‘Procedure’). De general
counsel van ING Groep was uitgenodigd voor de vergadering om
een toelichting te geven op deze onderwerpen en om verschillende
vragen van het Bestuur te beantwoorden. Tijdens dezelfde
vergadering besprak het Bestuur, zonder de aanwezigheid van de
general counsel, onder meer de samenstelling van het Bestuur en
de positie van de Stichting in het algemeen en werd de jaarlijkse
Algemene Vergadering van ING Groep van 27 april 2009 (de ‘AVA’)
voorbereid.
ING Groep Jaarverslag 2009
69
1.3 Onze governance
Rapport Stichting ING Aandelen (vervolg)
Op 9 april 2009 vergaderde het Bestuur om onder meer de
samenstelling van het Bestuur en de overeenkomst tussen de
Stichting en ING Groep inzake kostenvergoeding te bespreken.
Tijdens deze vergadering werd ook de balans en de staat van baten
en lasten van de Stichting over het boekjaar 2008 vastgesteld en
werd de AVA voorbereid. Voorafgaand aan deze vergadering
besprak het Bestuur de activiteiten en prestaties van ING Groep
over 2008 met de voorzitter van de Raad van Bestuur en de
voorzitter van de Raad van Commissarissen van ING Groep op basis
van het persbericht van 18 februari 2009 en de cijfers over het
boekjaar 2008.
Tevens kwam het Bestuur op 7 december 2009 bijeen met de
voorzitter van de Raad van Bestuur en de voorzitter van de Raad
van Commissarissen van ING Groep om de positie van de Stichting
in het algemeen te bespreken.
Op 27 april 2009 kwam het Bestuur bijeen voorafgaand aan de
AVA om de resultaten van de stemvolmachten te bespreken en
om het voorlopige standpunt van het Bestuur te bepalen ten
aanzien van de onderwerpen op de agenda van de AVA.
De Stichting heeft stemvolmachten verleend aan certificaathouders,
die de AVA en/of de BAVA in persoon bijwoonden of die door een
derde werden vertegenwoordigd, om naar eigen inzicht te
stemmen op een aantal aandelen gelijk aan het aantal certificaten
dat door de betreffende certificaathouder werd gehouden op de
registratiedatum, een en ander met inachtneming van de Statuten
en de administratievoorwaarden voor aandelen op naam in het
kapitaal van ING Groep (de ‘Administratievoorwaarden’).
Certificaathouders die de AVA en/of BAVA niet in persoon
bijwoonden of niet werden vertegenwoordigd door een derde,
hadden het recht om de Stichting een bindende steminstructie te
geven voor een aantal aandelen gelijk aan het aantal certificaten
dat door de betreffende certificaathouder werd gehouden op de
registratiedatum.
Op 12 mei 2009 kwam het Bestuur bijeen onder meer om
de AVA te evalueren.
Op 30 september 2009 hield het Bestuur een vergadering om
onder meer de positie van de Stichting in het algemeen, alsmede
de ontwikkelingen ten aanzien van de Procedure te bespreken.
Op 26 oktober 2009 kwam het Bestuur bijeen om de principeovereenkomst tussen ING Groep en de Europese Commissie, het
herstructureringsplan van ING Groep (het ‘Herstructureringsplan’)
en de claimemissie van ING Groep (de ‘Claimemissie’), zoals die op
dezelfde dag waren gepresenteerd door ING Groep, te bespreken.
De general counsel van ING Groep was uitgenodigd voor de
vergadering om een toelichting te geven op deze onderwerpen en
om verschillende vragen van het Bestuur te beantwoorden. Tijdens
dezelfde vergadering bereidde het Bestuur zich, zonder de
aanwezigheid van de general counsel, voor op de buitengewone
Algemene Vergadering van ING Groep van 25 november 2009
(de ‘BAVA’).
Op 16 november 2009 vergaderde het Bestuur om zich voor te
bereiden op de BAVA. Tijdens dezelfde vergadering besprak het
Bestuur, onder meer, een wijziging van de Statuten, welke wijziging
op 19 november 2009 is geëffectueerd en als gevolg waarvan de
leeftijdsgrens voor de leden van het Bestuur is geschrapt en de
statuten in overeenstemming zijn gebracht met een wijziging in
Euronext Rulebook, Book II.
Na deze vergadering kwam het Bestuur bijeen met de voorzitter
van de Raad van Bestuur en de voorzitter van de Raad van
Commissarissen om meer duidelijkheid te krijgen over het
Herstructureringsplan en de Claimemissie.
Op 25 november 2009 kwam het Bestuur bijeen voorafgaand aan
de BAVA om de resultaten van de stemvolmachten te bespreken en
om het voorlopige standpunt van het Bestuur te bepalen ten
aanzien van de onderwerpen op de agenda van de BAVA.
Daarnaast besprak het Bestuur op 2 december 2009 de activiteiten
en prestaties van ING Groep over de eerste negen maanden van
2009 met de voorzitter van de Raad van Bestuur en de voorzitter
van de Raad van Commissarissen van ING Groep op basis van de
persberichten van 26 oktober 2009 en 11 november 2009.
70
ING Groep Jaarverslag 2009
De Stichting heeft de AVA en de BAVA bijgewoond. Tijdens deze
vergaderingen heeft de Stichting de Raad van Bestuur en de Raad
van Commissarissen van ING Groep verschillende vragen gesteld,
vragen van aandeelhouders en certificaathouders beantwoord en
een verklaring gegeven over haar voorgenomen stemgedrag waar
dit wenselijk werd geacht.
Overeenkomstig de Statuten en de Administratievoorwaarden,
heeft de Stichting naar eigen inzicht gestemd op de aandelen
waarvoor zij geen stemvolmachten had verleend en geen
steminstructies had ontvangen. Deze aandelen vertegenwoordigden 64,4% respectievelijk 68,9% van het totaal aantal
stemmen dat kon worden uitgebracht op de AVA respectievelijk de
BAVA. Bij het stemmen op deze aandelen, behartigde de Stichting
primair de belangen van alle certificaathouders, daarbij rekening
houdend met de belangen van ING Groep zelf, die van de
ondernemingen die door ING Groep en de met haar in een groep
verbonden vennootschappen in stand worden gehouden en alle
overige bij ING Groep betrokkenen.
De Stichting organiseert de werving van stemvolmachten van
andere aandeelhouders van ING Groep dan de Stichting zelf en van
gerichte stemvolmachten of steminstructies van certificaathouders.
De Stichting stimuleert een zo groot mogelijke participatie door
aandeelhouders en certificaathouders en bevordert dat het
stemrecht op aandelen op een transparante wijze wordt uitgebracht. Tegelijkertijd voorkomt zij dat een minderheid van
aandeelhouders en certificaathouders een toevallige meerderheid
van stemmen kan gebruiken ten nadele van de aandeelhouders en
de certificaathouders, die aanwezig noch vertegenwoordigd zijn op
een algemene vergadering van ING Groep.
De Stichting heeft eerder aangegeven dat afschaffing van de
certificering zou worden overwogen, zodra de opkomst bij de
algemene vergadering van ING Groep ten minste 35% was van het
aantal op gewone aandelen uit te brengen stemmen gedurende
drie opeenvolgende jaren. De drempel van 35% werd overschreden
bij de jaarlijkse Algemene Vergadering in 2007 (36,7%), 2008
(38,7%) en 2009 (35,6%). Bij BAVA bedroeg het percentage 31,1%.
Tijdens de AVA kondigde ING Groep aan zich te zullen beraden
over de te ondernemen stappen met betrekking tot de Stichting. In
samenhang daarmee werd medegedeeld dat, in het bijzonder
tegen de achtergrond van de financiële crisis, meer tijd nodig is om
de rol van de Stichting te beoordelen, aangezien de certificering
van belang kan zijn voor zorgvuldige besluitvorming in de nabije
toekomst en bovendien met het oog op de langetermijnbelangen
van ING Groep. De Stichting gaf tijdens de AVA aan dat zij deze
overwegingen van ING Groep begrijpt. De Stichting vroeg ING
Groep om vóór de jaarlijkse Algemene Vergadering van ING Groep
in 2010 haar standpunt ten aanzien van de certificering opnieuw
kenbaar te maken.
Op 31 december 2009 bedroeg de nominale waarde van de in
administratie genomen gewone aandelen EUR 919.347.298,56,
waarvoor 3.830.613.744 certificaten zijn uitgegeven, elk met een
nominale waarde van EUR 0,24. Gedurende het verslagjaar is het
aantal certificaten per saldo met 1.768.433.481 toegenomen.
De toename kwam als volgt tot stand:
bij:
omzetting aandelen in certificaten uitgifte als gevolg van de Claimemissie
af:
omzetting certificaten in aandelen 40.920
1.768.412.544
In 2009 bedroegen de kosten in verband met de activiteiten
van de Stichting EUR 530.204,84.
In 2009 heeft de Stichting extern juridisch advies ingewonnen
over verschillende onderwerpen die relevant zijn voor haar
taakuitoefening.
Volgens de Administratievoorwaarden kan de Stichting
certificaathouders in een aparte vergadering raadplegen,
wanneer zij dit noodzakelijk of wenselijk acht. Hiervan is geen
gebruik gemaakt. Het Bestuur zal in een voorkomend geval
bezien of het houden van een vergadering van certificaathouders
toegevoegde waarde kan hebben naast de algemene
vergaderingen van ING Groep.
De werkzaamheden verbonden aan de administratie van aandelen
worden verricht door Administratiekantoor van het Algemeen
Administratie- en Trustkantoor B.V. te Amsterdam.
De contactgegevens van de Stichting zijn:
Mevrouw mr. M. Dapperen
Tel.: 020 541 86 45
E-mail: [email protected]
19.983
Het Bestuur is momenteel als volgt samengesteld:
• ir. J.J.M. Veraart, voorzitter, voormalig voorzitter Raad van
Bestuur van Hollandsche Beton Groep N.V.;
• mr. H.J. Blaisse, advocaat en partner bij Blaisse Advocaten;
• drs. C.J. van den Driest, voormalig voorzitter Raad van Bestuur
van Koninklijke Vopak N.V.;
• dr. P.M.L. Frentrop, hoofd Corporate Governance APG
Groep N.V.;
• H.J. Hazewinkel RA, voormalig voorzitter Raad van Bestuur van
Koninklijke Volker Wessels Stevin N.V.
Amsterdam, 15 maart 2010
Bestuur Stichting ING Aandelen
De website van de Stichting (www.stichtingingaandelen.nl) bevat
een profielschets en een overzicht van relevante nevenfuncties van
de leden van het Bestuur.
De leden van het Bestuur worden benoemd door het Bestuur zelf.
Volgens de Nederlandse Corporate Governance Code kunnen
certificaathouders aan het bestuur personen voor benoeming tot
bestuurslid aanbevelen. De Statuten geven hieraan invulling door te
bepalen dat elke voorgenomen benoeming wordt aangekondigd in
een landelijk verspreid dagblad ten minste dertig dagen voor de
datum van de voorgenomen benoeming, zodat de certificaathouders hierop kunnen reageren. Het bestuur zal aanbevelingen
van certificaathouders voor bestuursbenoemingen in zijn
besluitvorming betrekken.
In 2009 zijn er geen benoemingen of herbenoemingen tot het
Bestuur geweest.
Alle leden van het Bestuur hebben verklaard dat zij voldoen aan
de voorwaarden inzake onafhankelijkheid zoals opgenomen in de
Statuten en in de Nederlandse Corporate Governance Code.
De jaarlijkse vergoeding voor de voorzitter van het Bestuur
bedraagt EUR 25.000,00 en voor de overige leden van het Bestuur
EUR 20.000,00.
ING Groep Jaarverslag 2009
71
1.3 Onze governance
Rapport Stichting Continuïteit ING
Stichting Continuïteit ING, een stichting naar Nederlands recht,
werd op 22 januari 1991 opgericht en is gevestigd te Amsterdam.
Bij wijziging van de statuten op 23 juni 2003 is de voormalige naam
‘Stichting Cumulatief Preferente Aandelen ING Groep’ gewijzigd in
Stichting Continuïteit ING.
Tussen Stichting Continuïteit ING (de ‘Stichting’) en ING Groep N.V.
(‘ING Groep’) is een calloptie-overeenkomst gesloten die de
Stichting het recht geeft cumulatief preferente aandelen in het
kapitaal van ING Groep te verwerven tot een maximum van
4,5 miljard cumulatief preferente aandelen. Voor het verwerven
van cumulatief preferente aandelen door de Stichting geldt de
beperking dat onmiddellijk na plaatsing van cumulatief preferente
aandelen het totale geplaatste kapitaal van ING Groep voor niet
meer dan een derde uit cumulatief preferente aandelen bestaat.
Indien vervolgens nieuwe, andere dan cumulatieve preferente,
aandelen worden uitgegeven, kan de Stichting wederom gebruik
maken van bovengenoemd recht met inachtneming van de in de
vorige zin genoemde beperking. Bij het nemen van cumulatief
preferente aandelen dient ten minste 25% van de nominale
waarde van die aandelen te worden gestort.
Het bestuur van de Stichting (het ‘Bestuur’) vergaderde drie keer
in 2009 en wel op 9 april, 29 oktober en 2 december.
De samenstelling van het Bestuur is momenteel als volgt: prof. mr.
S.C.J.J. Kortmann, voorzitter van het bestuur, mr. A.C. Metzelaar en
dr. ir. W. van Vonno, die per 1 juli 2009 werd herbenoemd. Mr. P.N.
Wakkie is per 31 maart 2009 afgetreden als bestuurslid.
Alle leden van het Bestuur hebben verklaard dat zij voldoen aan
de voorwaarden inzake onafhankelijkheid zoals opgenomen in de
statuten van de Stichting.
Amsterdam, 15 maart 2010
Bestuur Stichting Continuïteit ING
72
ING Groep Jaarverslag 2009
Conformiteitsverklaring
De Raad van Bestuur dient over ieder boekjaar de jaarrekening
en het jaarverslag van ING Groep N.V. op te stellen in
overeenstemming met de van toepassing zijnde Nederlandse
wetgeving en die IFRS-verslaggevingregels welke door de
Europese Unie zijn goedgekeurd.
CONFORMITEITSVERKLARING KRACHTENS ARTIKEL 5:25C,
LID 2(c) VAN DE WET OP HET FINANCIEEL TOEZICHT
De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het bijhouden van
een adequate financiële administratie, het beschermen van de
activa en voor het ondernemen van redelijke stappen om fraude
of andere onregelmatigheden te voorkomen of op te sporen.
De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het selecteren van
passende verslaggevingrichtlijnen en de consistente toepassing
daarvan, waarbij voorzichtige en redelijke beoordelingen en
schattingen worden gemaakt. De Raad van Bestuur is ook
verantwoordelijk voor het opstellen en handhaven van interne
procedures die ervoor zorgen dat alle belangrijke financiële
informatie ter kennis komt van de Raad van Bestuur, zodat de
tijdige, complete en correcte externe financiële verslaggeving is
gewaarborgd.
Zoals vereist door artikel 5:25c, lid 2(c) van de Wet op het financieel
toezicht bevestigt elk van de ondergetekenden hierbij dat naar zijn
beste weten:
• De
Jaarrekening 2009 van ING Groep N.V. een getrouw beeld
geeft van de activa, de passiva, de financiële positie en de winst
of het verlies van ING Groep N.V. en de gezamenlijke in de
consolidatie opgenomen ondernemingen.
• H
et Jaarverslag 2009 van ING Groep N.V. een getrouw beeld
geeft omtrent de toestand op de balansdatum, de gang van
zaken gedurende het boekjaar 2009 van ING Groep N.V. en de
gezamenlijke in de consolidatie opgenomen ondernemingen
en dat de wezenlijke risico’s waarmee ING Groep N.V. wordt
geconfronteerd, zijn beschreven.
AMSTERDAM, 15 MAART 2010
Jan Hommen
CEO, voorzitter van de Raad van Bestuur
Patrick Flynn
CFO, lid van de Raad van Bestuur
Koos Timmermans
CRO, lid van de Raad van Bestuur
ING Groep Jaarverslag 2009
73
1.3 Onze governance
Artikel 404 Sarbanes-Oxley-wet
Interne beheersing van de financiële verslaggeving
Vanwege de beursnotering aan de New York Stock Exchange is ING
Groep verplicht te voldoen aan de regels van de Securities &
Exchange Commission (SEC, de Amerikaanse Commissie van
Toezicht op het effecten- en beurswezen), zoals vastgelegd in
artikel 404 van de Sarbanes-Oxley-wet, ofwel SOX 404. Op grond
van deze regels dienen de CEO (de voorzitter van de Raad van
Bestuur) en CFO van ING Groep jaarlijks verslag uit te brengen en
een verklaring af te leggen over de effectiviteit van de interne
beheersing binnen ING Groep van de financiële verslaggeving.
Voorts wordt de externe accountants gevraagd hun mening te
geven over de effectiviteit van de interne beheersing van financiële
verslaggeving van ING Groep.
VERKLARING VAN DE RAAD VAN BESTUUR OVER DE
INTERNE BEHEERSING VAN DE FINANCIËLE VERSLAGGEVING
De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het inrichten en
handhaven van een adequate interne beheersing van de financiële
verslaggeving. De interne beheersing binnen ING Groep van
financiële verslaggeving krijgt haar beslag in een proces dat onder
toezicht staat van onze voornaamste uitvoerende en financiële
functionarissen. Dit proces verschaft een redelijke mate van
zekerheid over de betrouwbaarheid van de financiële verslaggeving
en de opstelling van de externe jaarrekening in overeenstemming
met algemeen aanvaarde grondslagen voor de financiële
verslaggeving.
ING Groep hanteert al geruime tijd business principles en een
robuuste interne controlecultuur, waaraan alle medewerkers zich
dienen te houden. SOX 404-activiteiten worden conform de
bestuursstructuur georganiseerd en vereisen de betrokkenheid van
het hogere kader binnen de gehele onderneming. Op basis van de
SOX 404-aanpak is ING in staat een ongekwalificeerde verklaring
af te geven, waarin vastligt dat de interne beheersing van de
financiële verslaggeving effectief is per 31 december 2009.
De SOX 404-verklaring van de Raad van Bestuur is hiernaast
opgenomen, gevolgd door de verklaring van de externe
accountant.
Onze interne beheersing van de financiële verslaggeving is
gebaseerd op beleid en procedures die:
• Betrekking hebben op het voeren van een administratie
die in redelijk detail een juist en getrouw beeld geeft
van de transacties en beschikking over de activa van ING.
• Een redelijke mate van zekerheid verschaffen dat transacties
worden vastgelegd op zodanige wijze als noodzakelijk is voor
de opstelling van de jaarrekening conform algemeen aanvaarde
grondslagen voor financiële verslaggeving en dat onze
ontvangsten en uitgaven alleen geschieden met de goedkeuring
van onze managers en directeuren.
• Een redelijke mate van zekerheid verschaffen over het
voorkomen of tijdig opsporen van ongeautoriseerde verwerving
en gebruik van of beschikking over onze activa die een
belangrijk effect op onze jaarrekening zouden kunnen hebben.
Door de inherente beperkingen van de interne beheersing van de
financiële verslaggeving kunnen onjuistheden niet altijd worden
voorkomen of opgespoord. Daarnaast lopen inschattingen van de
verwachte effectiviteit voor toekomstige periodes het risico dat de
interne controlemaatregelen door veranderende omstandigheden
ontoereikend worden, of dat de mate van naleving van het beleid
of de procedures verslechtert.
De Raad van Bestuur heeft de effectiviteit van de interne
beheersing van de financiële verslaggeving per 31 december 2009
beoordeeld. De Raad van Bestuur heeft bij die beoordeling
gebruikgemaakt van toetsingen op basis van de criteria van de
Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway
Commission (COSO) in Internal Control – Integrated Framework.
Op basis van de beoordeling van Raad van Bestuur en die criteria
is de Raad van Bestuur tot de slotsom gekomen dat de interne
beheersing van de financiële verslaggeving per 31 december 2009
effectief was.
Onze externe accountant heeft de interne beheersing van de
financiële verslaggeving gecontroleerd en heeft daarover een
rapport uitgebracht dat op de volgende pagina is opgenomen.
AMSTERDAM, 15 MAART 2010
Jan Hommen
voorzitter van de Raad van Bestuur
Patrick Flynn
chief financial officer
74
ING Groep Jaarverslag 2009
RAPPORT VAN DE EXTERNE ACCOUNTANT
AAN DE AANDEELHOUDERS, DE RAAD VAN
COMMISSARISSEN EN DE RAAD VAN BESTUUR
VAN ING GROEP N.V.
We hebben de interne beheersing van de financiële verslaggeving
van ING Groep N.V. per 31 december 2009 gecontroleerd op basis
van criteria zoals die zijn vastgesteld in ‘Internal Control – Integrated
Framework’, uitgegeven door de Committee of Sponsoring
Organizations of the Treadway Commission (de COSO-criteria). Het
is de verantwoordelijkheid van het bestuur van ING Groep N.V. te
zorgen voor een effectieve interne beheersing van de financiële
verslaggeving en voor de beoordeling van de effectiviteit van de
interne beheersing van de financiële verslaggeving zoals deze is
opgenomen in bijbehorende Verklaring van de Raad van Bestuur
over de interne beheersing van de financiële verslaggeving. Onze
verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de interne
beheersing van de financiële verslaggeving van de onderneming op
basis van onze controle.
Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met de
standaarden van de Public Company Accounting Oversight Board
(Verenigde Staten). Dienovereenkomstig zijn wij verplicht de
controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate
van zekerheid wordt verkregen dat er in alle materiële opzichten
sprake is geweest van effectieve interne beheersing van de
financiële verslaggeving. Onze controle omvatte onder meer het
verwerven van inzicht in de interne beheersing van de financiële
verslaggeving, het beoordelen van het risico dat er sprake is van
een materiële tekortkoming, het testen en het evalueren van de
opzet en werking van het interne beheerssysteem op basis van
het vastgestelde risico en het verrichten van alle overige
werkzaamheden die wij gezien de omstandigheden noodzakelijk
achtten. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controleinformatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Vanwege haar inherente beperkingen zal de interne beheersing
van de financiële verslaggeving niet alle onjuistheden kunnen
voorkomen of signaleren. Daarnaast zijn schattingen omtrent de
effectiviteit van de beheersingsmaatregelen in de toekomst
onderhevig aan het risico dat die maatregelen ontoereikend
worden als gevolg van veranderde omstandigheden, of de mate
waarin voldaan wordt aan het beleid of de procedures verslechtert.
Naar ons oordeel is de interne beheersing van de financiële
verslaggeving van ING Groep N.V. per 31 december 2009 op
basis van de COSO-criteria in alle materiële opzichten effectief.
Tevens hebben wij in overeenstemming met de grondslagen van de
Public Company Accounting Oversight Board (Verenigde Staten) de
geconsolideerde balans per 31 december 2009, de geconsolideerde
winst-en-verliesrekening, het geconsolideerd overzicht van
gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het geconsolideerd
kasstroomoverzicht en het geconsolideerd mutatieoverzicht eigen
vermogen van ING Groep N.V gecontroleerd. Op 15 maart 2010
hebben wij daarbij een goedkeurende accountantsverklaring
verstrekt.
AMSTERDAM, 15 MAART 2010
ERNST & YOUNG ACCOUNTANTS
De interne beheersing van de financiële verslaggeving van een
onderneming is een proces dat is gericht op het verkrijgen van een
redelijke mate van zekerheid omtrent de betrouwbaarheid van de
financiële verslaggeving en de opstelling van de externe
jaarrekening overeenkomstig algemeen aanvaarde grondslagen
voor financiële verslaggeving. De interne beheersing van de
financiële verslaggeving van een onderneming heeft betrekking
op haar beleid en procedures die (1) relevant zijn voor het voeren
van een administratie die, met een redelijke mate van detaillering,
een juist en getrouw beeld geeft van de transacties en de
beschikking over de activa van de onderneming; (2) een redelijke
mate van zekerheid bieden dat transacties zodanig worden
vastgelegd dat de jaarrekening kan worden opgesteld in
overeenstemming met algemeen aanvaarde grondslagen voor
financiële verslaggeving en dat de ontvangsten en uitgaven van
de onderneming uitsluitend worden verricht met goedkeuring van
het bestuur van die onderneming; en (3) een redelijke mate van
zekerheid bieden dat ongeoorloofde verwerving en aanwending
van, dan wel beschikking over activa van de onderneming die van
materiële invloed zou kunnen zijn op de jaarrekening, wordt
voorkomen dan wel tijdig wordt gesignaleerd.
ING Groep Jaarverslag 2009
75
1.3 Onze governance
Remuneratierapport
Dit hoofdstuk behandelt de remuneratie van de leden van de Raad
van Bestuur en de Raad van Commissarissen. In 2009 heeft de
Remuneratiecommissie van de Raad van Commissarissen het
remuneratiebeleid voor de Raad van Bestuur grondig herzien. De
Remuneratiecommissie heeft een nieuw beloningsbeleid
voorgesteld, dat door de gehele Raad van Commissarissen werd
goedgekeurd. In het eerste deel van dit Remuneratierapport wordt
het voorgestelde nieuwe beloningsbeleid nader toegelicht, dat
vanaf 1 januari 2010 van kracht wordt en op 27 april 2010 ter
goedkeuring aan de jaarlijkse Algemene Vergadering zal worden
voorgelegd. Het Remuneratierapport biedt tevens een overzicht van
hoe de Remuneratiecommissie het nieuwe beleid in 2010 zal gaan
toepassen. Het laatste deel van het Remuneratierapport bevat
informatie over de beloning over 2009. Daarnaast is informatie
opgenomen over leningen en voorschotten aan de leden van de
Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen, alsmede over
certificaten van aandelen ING Groep die door de leden van deze
twee raden worden gehouden.
VOORGESTELDE NIEUWE BELONING
In het publieke debat over de oorzaken van de financiële crisis is
veel aandacht besteed aan de beloningspraktijk in de financiële
sector. Toezichthouders en financiële autoriteiten over de gehele
wereld hebben gereageerd door een groot aantal beloningsrichtlijnen uit te vaardigen. Op dit punt heeft de Nederlandse
banksector, waaronder ING, zelf een proactieve rol in het proces
gespeeld door de nieuwe Code Banken te ontwikkelen, waarin
onder andere basisprincipes voor beloning zijn opgenomen.
Het is uitermate belangrijk dat het beloningsbeleid van ING een
juist evenwicht vindt tussen de belangen van klanten,
medewerkers, aandeelhouders en de samenleving, en tevens de
doelstellingen van de onderneming op de lange termijn ondersteunt. Dit geldt eens te meer in het huidige klimaat, omdat de
financiële crisis de aandacht naar deze belangen heeft verschoven,
met nog meer focus op de publieke nutsfunctie van financiële
instellingen en hun verantwoordelijkheden ten opzichte van hun
belanghebbenden. ING is zich terdege bewust van de cruciale rol
die banken en verzekeringsbedrijven in de maatschappij vervullen.
Door de wereldwijd veranderende visies op het beloningsbeleid
worden financiële instellingen steeds nadrukkelijker opgeroepen
om hun beloningsbeleid te matigen en meer nadruk te leggen op
het creëren van langetermijnwaarde en het meten van prestaties op
basis van niet-financiële indicatoren. Tegen deze achtergrond
achtten wij het onze verantwoordelijkheid ons remuneratiebeleid te
evalueren. Op grond van deze evaluatie en met inachtneming van
de beginselen van de Code Banken hebben wij een nieuw
beloningsbeleid voor de Raad van Bestuur en het senior management ontwikkeld. Tijdens dit proces is rekening gehouden met
zowel nationale als internationale normen ten aanzien van beloning
en zijn diverse relevante belanghebbenden, waaronder de Centrale
Ondernemingsraad, de Nederlandse vakbonden en overheid,
geraadpleegd.
Het nieuwe beloningsbeleid voor de Raad van Bestuur zal ter
goedkeuring aan de jaarlijkse Algemene Vergadering 2010 worden
voorgelegd. Bij goedkeuring zal het beleid met ingang van het
beloningsjaar 2010 van kracht worden. De algemene beginselen die
aan de aanpassingen van het remuneratiebeleid voor de Raad van
Bestuur ten grondslag liggen, zullen ook van toepassing zijn op de
beloning van de Besturen Bank en Verzekeringen en overig senior
management in de gehele organisatie.
Een vergelijking van (de toepassing van) het huidige beloningsbeleid
voor de Raad van Bestuur ten opzichte van (de toepassing van) het
voorgestelde nieuwe beloningsbeleid wordt op pagina 79 nader
uiteengezet.
Algemene beginselen van een nieuwe beloningsstructuur
Ofschoon ING de beloning van haar management en werknemers
altijd vrij conservatief heeft benaderd, zoals blijkt uit het feit dat de
onderneming zich altijd heeft gericht op beloning op het mediaanniveau van de relevante markten, voorziet de nieuwe beloningsstructuur in een aantal aanpassingen. De volgende algemene
beginselen liggen aan de voorgestelde aanpassingen ten grondslag:
•
•
•
•
76
ING Groep Jaarverslag 2009
Meer evenwichtig samengestelde beloningspakketten creëren.
Minder nadruk leggen op variabele beloning.
Nog meer langetermijnwaarde creëren.
Risico en beloning nog beter op elkaar afstemmen.
• V
eel meer belang hechten aan niet-financiële, duurzame
prestatie-indicatoren.
• Invoering van terugvorderingsregelingen.
De belangrijkste doelstelling van het beloningsbeleid is om ING in
staat te stellen gekwalificeerde en ervaren managers te behouden
en aan te trekken, die streven naar excellentie in het dienen van
ING en haar belanghebbenden. ING streeft ernaar de beloning van
het management op gepaste wijze af te stemmen op een aantal
factoren, zoals de complexiteit van functies, omvang van verantwoordelijkheden, afstemming van risico en beloning en de doelstellingen voor de lange termijn van de onderneming en haar
belanghebbenden. Dit is des te meer van belang gezien de
veranderende internationale normen ten aanzien van verantwoorde
beloning. Deze factoren verschillen per functie, sector en land. Dit
is met name het geval bij ING, met bedrijfsactiviteiten in meer dan
40 landen en 107.000 medewerkers waarvan er circa 80.000
buiten Nederland werkzaam zijn (60% van het senior management
is niet-Nederlands). In zoverre dit mogelijk is bij een wereldwijde
financiële instelling van een dergelijke omvang, streeft ING naar
inachtneming van al deze verschillen, alsmede van de normen die
worden toegepast binnen soortgelijke financiële instellingen in de
diverse landen waar zij opereert.
VOORGESTELD NIEUW BELONINGSBELEID VOOR
DE RAAD VAN BESTUUR
De beloning van de Raad van Bestuur zal bestaan uit een combinatie van vaste beloning (basissalaris) en variabele beloning
(tezamen ‘totale directe beloning’), pensioenregelingen en
aanvullende arbeidsvoorwaarden zoals hieronder beschreven.
Totale directe beloning: matiging en minder nadruk
op variabele beloning
De totale directe beloningsniveaus zullen gebaseerd zijn op de
marktgegevens ten aanzien van referentiegroepen zowel binnen
als buiten de financiële sectoren van het internationale kader
waarbinnen ING opereert. De totale directe beloning zal vergeleken
worden met een referentiegroep van ondernemingen die, naar de
mening van de Raad van Commissarissen, qua omvang en
werkingssfeer vergelijkbaar zijn met ING. In lijn met het voorgaande, heeft de Raad van Commissarissen bepaald dat de
referentiegroep zal bestaan uit ondernemingen uit de Dow Jones
EURO STOXX 50 index. Dit zijn 50 bedrijven uit zowel financiële als
niet-financiële sectoren, die gevestigd zijn in landen binnen de
Economische en Monetaire Unie van de EU. In overeenstemming
met de Code Banken richt het nieuwe beloningsbeleid van ING
voor de Raad van Bestuur zich op totale directe beloning die iets
onder het mediaanniveau ligt van vergelijkbare posities in de
relevante markten.
Bovendien voorziet het nieuwe beloningsbeleid in een meer
evenwichtige samenstelling van vaste en variabele beloning. De
variabele beloning zal op het moment van toekenning de 100%
aan vast salaris niet overstijgen. De vaste beloning (basissalaris) zal
in lijn met de relevante marktomgeving worden bepaald, als een
integraal onderdeel van de totale directe beloning, en van tijd tot
tijd door de Raad van Commissarissen worden getoetst. Het
nieuwe beleid voorziet in een variabele beloning van 40% in
contanten en 40% in aandelen (totaal 80%) van het basissalaris
indien aan de prestatiecriteria wordt voldaan. Als de prestatiecriteria worden overstegen (zoals van tevoren door de Raad van
Commissarissen bepaald), kan de variabele component van
doelstelling tot maximum worden verhoogd.
Op het moment van toekenning zal het echter niet boven het
maximum van 100% van het basissalaris uitkomen.
Meer nadruk op langetermijnwaardecreatie
Het nieuwe beloningsbeleid voor de Raad van Bestuur maakt
het variabele beloningselement eenvoudiger door de variabele
componenten voor de korte en de lange termijn in één structuur
te combineren. Met deze structuur wordt beoogd langetermijnwaardecreatie en de doelstellingen van de onderneming voor de
korte termijn te ondersteunen. Er zal meer nadruk liggen op
prestatie-indicatoren voor de lange termijn binnen het variabele
component van het beloningspakket door middel van uitgestelde
beloning, een redelijkheidtoets, en terugvorderingsmechanismen.
Toekenning van variabele beloning zal afhankelijk zijn van het
behalen van een aantal prestatiedoelstellingen. De kortetermijncomponent, met een maximum van 50% van de totale variabele
beloning, wordt in het jaar volgend op het prestatiejaar in
contanten uitbetaald. De andere 50% van de totale variabele
beloning wordt uitgesteld. Deze component voor de lange termijn
wordt toegekend in de vorm van aandelen met het oog op gelijkschakeling van de belangen van de Raad van Bestuur met die van
de aandeelhouders. Deze component dient tevens om de leden
van de Raad van Bestuur voor langere tijd voor de onderneming te
behouden. De waarde van het pakket aandelen op het moment
van toekenning is zodanig vastgesteld dat de totale variabele
beloning het maximum van 100% niet overstijgt.
De aandelen worden onvoorwaardelijk drie jaar na de datum van
toekenning, afhankelijk van een door de Raad van Commissarissen
uit te voeren redelijkheidstoets om vast te stellen of toepassing van
de vooraf bepaalde criteria tot een ongewenst resultaat zal leiden.
Bijstelling van het aantal aandelen zal alleen in buitengewone
omstandigheden in overweging worden genomen. Het is de leden
van de Raad van Bestuur niet toegestaan om certificaten van
aandelen binnen een periode van vijf jaar na toekenning te
verkopen. Het is hen echter wel toegestaan een deel van hun
aandelen te verkopen op het moment van onvoorwaardelijke
verkrijging om de belasting over het gevestigde recht te betalen.
Meer focus op risico en niet-financiële prestaties
Variabele beloningen zullen in toenemende mate aan risico en
niet-financiële prestaties worden gekoppeld, waarbij zowel
individuele prestatiecriteria als de resultaten van de onderneming in
aanmerking zullen worden genomen. Bij het meten van prestaties
zal sterker rekening worden gehouden met geschatte risico’s en
kosten van kapitaal. Naast financiële indicatoren, zullen resultaten
ook op basis van niet-financiële factoren worden beoordeeld, aan
de hand van een aantal criteria op het gebied van economie, milieu,
klanttevredenheid en de maatschappij.
Pensioenen leden Raad van Bestuur
Als onderdeel van het nieuwe beloningsbeleid voor leden van de
Raad van Bestuur, zullen er twee nieuwe pensioenregelingen
worden aangeboden: een nieuw plan dat lijkt op het plan dat van
toepassing is op personeel dat onder de Nederlandse cao valt (dat
echter alleen zal worden ingevoerd na een positieve uitkomst van
het pensioenonderzoek dat op dit moment plaatsvindt) en een
nieuwe individuele regeling gebaseerd op beschikbare premie. Voor
beide regelingen geldt dat de bijdrage van ING lager zal zijn dan bij
de huidige pensioenregeling voor de Raad van Bestuur het geval is.
ING Groep Jaarverslag 2009
77
1.3 Onze governance
Remuneratierapport (vervolg)
Iedereen die na 1 januari 2010 als lid van de Raad van Bestuur van
ING wordt benoemd en een Nederlandse arbeidsovereenkomst
heeft, zal voor één van de twee nieuwe pensioenregelingen
kunnen kiezen. Individuele leden die deel uitmaken van de huidige
pensioenregeling kunnen kiezen of zij deze al dan niet willen
continueren. De huidige pensioenregeling die tijdens de Algemene
Vergadering van 2006 werd goedgekeurd, is gebaseerd op
beschikbare premie. Eventueel kunnen ook zij overstappen
op één van de nieuwe regelingen.
In navolging van de premiebetalingen uit hoofde van de ING-cao
in Nederland, zijn de leden van de Raad van Bestuur verplicht een
deel van hun pensioenpremie zelf te betalen.
Leden van de Raad van Bestuur die geen Nederlandse arbeidsovereenkomst hebben, zal een pensioenregeling worden aangeboden in lijn met de plaatselijke praktijk.
Aanvullende arbeidsvoorwaarden
Leden van de Raad van Bestuur blijven in aanmerking komen voor
een reeks aanvullende arbeidsvoorwaarden (zoals het gebruik van
een bedrijfsauto, bijdragen in bedrijfsspaarregelingen en, indien van
toepassing, vergoedingen voor expatriates). Leden van de Raad van
Bestuur kunnen gebruikmaken van de bank- en verzekeringsdiensten op voorwaarden die van toepassing zijn op de meeste
vergelijkbare medewerkers van ING die dochtermaatschappijen
van ING Groep in hun gewone bedrijfsuitoefening aanbieden.
Daarnaast zal worden voorzien in diensten op het gebied van
belastingen en financiële planning, om erop toe te zien dat
relevante wettelijke eisen worden nageleefd.
Arbeidsovereenkomsten
De arbeidsovereenkomst voor leden van de Raad van Bestuur
bepaalt dat zij worden benoemd voor een periode van vier jaar
en biedt de mogelijkheid tot herbenoeming door de Algemene
Vergadering. In het geval van onvrijwillige beëindiging hebben
leden van de Raad van Bestuur recht op een vertrekregeling die
ten hoogste één jaar basissalaris zal bedragen.
Andere zaken ter beoordeling van de Raad
van Commissarissen
Terugvordering en aanpassingen
Op basis van het verstrekken van onjuiste gegevens en/of gedrag
dat tot aanzienlijke schade voor de onderneming heeft geleid, is de
Raad van Commissarissen gemachtigd tot terugvordering van
variabele beloning die aan een bestuurslid is toegekend. De Raad
van Commissarissen is tevens gemachtigd variabele beloning aan te
passen indien toepassing van de vooraf bepaalde criteria tot
ongewenste resultaten leidt. Dienovereenkomstig is de Raad van
Commissarissen gerechtigd te beslissen in situaties waarin het
beleid niet voorziet.
Speciale arbeidsvoorwaarden
Speciale arbeidsvoorwaarden, zoals verplichtingen die zijn aangegaan om werving van nieuwe bestuurders veilig te stellen,
kunnen in buitengewone omstandigheden worden toegepast,
maar zijn onderhevig aan streng toezicht door de Raad van
Commissarissen.
78
ING Groep Jaarverslag 2009
Herziening van beleid en betaalde beloning ter beoordeling
van de Raad van Commissarissen
Aangezien ING de komende twee jaar grote veranderingen zal
doormaken en de voor ING relevante internationale arbeidsmarkt
in beweging is, zal de Raad van Commissarissen in 2012 opnieuw
beoordelen of het beloningsbeleid in lijn is met de langetermijnbelangen van de bank, de relevante internationale context en het
maatschappelijk draagvlak. Indien bij de beoordeling in 2012 blijkt
dat het beloningsbeleid op dat moment onbillijk of onbedoeld is,
heeft de Raad van Commissarissen, inclusief de overheidscommissarissen, voorts de bevoegdheid de eerder toegekende
variabele beloning te corrigeren, waarbij het in de Code Banken
opgenomen maximum van 100% van het vaste salaris in enig jaar
niet kan worden overschreden.
Met dit remuneratiebeleid vervult ING internationaal een voortrekkersrol in het matigen van beloningen. De commissarissen en
de Raad van Bestuur hebben ook de plicht zorg te dragen voor de
continuïteit van de onderneming. De commissarissen zullen daarom
van tijd tot tijd evalueren hoe deze twee verantwoordelijkheden
zich verhouden. Mocht dat nodig zijn dan zullen zij aanpassingen
aanbrengen.
BELONINGSSTRUCTUUR RAAD VAN BESTUUR 2010
Basissalaris Raad van Bestuur in 2010
Een belangrijke doelstelling van het nieuwe beloningsbeleid is een
meer evenwichtig en gematigder beloningspakket voor de
toekomst te ontwikkelen. Directe invoering van enkele voorgestelde
aanpassingen om dit te bewerkstelligen zouden echter een tegengesteld resultaat teweegbrengen. De voorgestelde wijziging in de
verhouding tussen vaste en variabele beloning zou een substantiële
verhoging van het vaste component (meer dan 50%) in 2010
inhouden teneinde de totale beloningsniveaus voor de Raad van
Bestuur iets onder het mediaanniveau van de markt te laten liggen,
in lijn met het nieuwe beleid.
Onder de huidige omstandigheden acht de Raad van Commissarissen een dergelijke verhoging van het basissalaris niet passend.
De Raad heeft daarom bepaald dat, met uitzondering van de
CEO-positie, in 2010 verhoging van de basissalarissen voor de leden
van de Raad van Bestuur beperkt moet blijven tot 13%. Deze
verhoging van 13% is in overeenstemming met de cumulatieve
verhogingen die werknemers de afgelopen zeven jaar uit hoofde
van de ING-cao in Nederland hebben ontvangen, minus de
gematigde verhoging die op het basissalaris van de leden van de
Raad van Bestuur ING over dezelfde periode van toepassing was
(slechts 5%). Wat betreft de positie van de CEO werd besloten het
basissalaris helemaal niet te verhogen. Het basissalaris voor de
leden van de Raad van Bestuur bedraagt in 2010 EUR 750.000 en
voor de CEO EUR 1.353.500.
Variabele beloning Raad van Bestuur in 2010
De beoogde variabele beloning is op 80% van het basissalaris
vastgesteld. De feitelijke uitbetaling kan variëren van 0% tot 125%
van het doelstellingsniveau (tussen 0% en 100% van het basissalaris). Met betrekking hierop heeft de Raad van Commissarissen
een analyse uitgevoerd van verschillende scenario’s die relevant
werden geacht. Voor ieder afzonderlijk lid van de Raad van Bestuur
zullen individuele financiële en niet-financiële prestatie-indicatoren
worden vastgesteld en door de Raad van Commissarissen worden
goedgekeurd.
Voor ieder Bestuurslid zullen financiële parameters worden gebruikt
om de resultaten op Groeps-, Bank- en Verzekeringsniveau vast te
stellen. Deze financiële parameters zijn: onderliggend nettoresultaat
ING Groep, rendement op het eigen vermogen van ING Groep, de
kernkapitaalratio van ING Bank, de verhouding schuld/eigen
vermogen van ING Verzekeringen, de onderliggende kosten/
batenverhouding van ING Bank en administratiekosten van ING
Verzekeringen. De kwantitatieve elementen van de doelstellingen
worden beschouwd als koers- en concurrentiegevoelige informatie
en worden daarom niet openbaar gemaakt.
De variabele beloning voor leden van de Raad van Bestuur en de
CEO wordt alleen toegekend bij een positief onderliggend
nettoresultaat van de ING Groep in 2010. In lijn met het beleid,
zal de Raad van Commissarissen de betaalde beloning toetsen.
Vergelijking huidige en voorgestelde beloning 2010
De totale beloning van leden van de Raad van Bestuur ING en de
CEO in 2010 wordt in de volgende twee tabellen weergegeven.
Voor 2010 zal minstens 40% van de totale variabele beloning zijn
gebaseerd op vooraf vastgestelde niet-financiële prestatieindicatoren. Het meewegen van niet-financiële indicatoren in de
totale beoordeling is met name gericht op verbetering van
bedrijfsresultaten binnen ING. Deze indicatoren zijn afhankelijk van
de specifieke verantwoordelijkheden van ieder individueel
Bestuurslid. Voor ieder lid van de Raad van Bestuur zal een aantal
prestatiedoelstellingen worden geformuleerd die betrekking
hebben op klanttevredenheid, verbetering van duurzame bedrijfsvoering, personeelsdiversiteit, werknemersbetrokkenheid en
verantwoord ondernemen.
Vergelijking van huidige en nieuwe beloning chief executive officer 2010
Huidig
Nieuw beleid
% Mutatie
Basissalaris (1)
Variabele beloning – conform doelstelling
Variabele beloning – op maximum
Totale beloning – conform doelstelling
Totale beloning – op maximum
1.353.500
200% 2.707.000
350% 4.737.250
4.060.500
6.090.750
1.353.500
80% 1.082.800
100% 1.353.500
2.436.300
2.707.000
0%
–60%
–71%
–40%
–56%
Type variabele beloning
Ruimte voor discretionaire aanpassing van variabele beloning?
Ruimte voor terugvordering van variabele beloning?
Maximale vertrekregeling
In geld +
aandelen/opties
Neen
Neen
1 jaar basissalaris
In geld + aandelen
Ja
Ja
1 jaar basissalaris (2)
in euro’s
et huidige basissalaris is genoteerd als het laatste basissalaris van de vorige CEO voor zijn vertrek. Het basissalaris van de heer J. Hommen is van toepassing
H
vanaf zijn aanstellingsdatum in 2009.
(2)
De heer Hommen komt contractueel niet in aanmerking voor een vertrekregeling.
(1)
Vergelijking van huidige en nieuwe beloning 2010 overige leden Raad van Bestuur
Huidig
Nieuw beleid
% Mutatie
Basissalaris
Variabele beloning – conform doelstelling
Variabele beloning – op maximum
Totale beloning – conform doelstelling
Totale beloning – op maximum
665.500
200% 1.331.000
350% 2.329.250
1.996.500
2.994.750
750.000
80%
600.000
100%
750.000
1.350.000
1.500.000
13%
–55%
–68%
–32%
–50%
Type variabele beloning
Ruimte voor discretionaire aanpassing van variabele beloning?
Ruimte voor terugvordering van variabele beloning?
Maximale vertrekregeling
In geld +
aandelen/opties
Neen
Neen
1 jaar basissalaris
In geld + aandelen
Ja
Ja
1 jaar basissalaris
in euro’s
ING Groep Jaarverslag 2009
79
1.3 Onze governance
Remuneratierapport (vervolg)
In de tabellen hieronder wordt de nieuwe remuneratie van ING
vergeleken met het mediaanniveau van de markt van de Dow Jones
EURO STOXX 50, zowel conform doelstelling als op maximum. Zij
geven aan dat de nieuwe totale beloning van ING voor 2010
aanzienlijk onder het mediaanniveau van de markt ligt.
Vergelijking van beloning 2010 conform doelstelling met mediaanniveau van de referentiegroep
in euro’s
CEO
Basissalaris
Variabele beloning – conform doelstelling
Totale beloning – conform doelstelling
Overige leden Raad van Bestuur
Basissalaris
Variabele beloning – conform doelstelling
Totale beloning – conform doelstelling
ING 2010
Mediaanniveau markt
ING vergeleken met
mediaanniveau markt
1.353.500
1.082.800
2.436.300
1.100.000
2.970.000
4.070.000
23%
–64%
–40%
750.000
600.000
1.350.000
670.000
1.373.500
2.045.500
12%
–56%
–34%
ING 2010
Mediaanniveau markt
ING vergeleken met
mediaanniveau markt
1.353.500
1.353.500
2.707.000
1.100.000
4.455.000
5.555.000
23%
–70%
–51%
750.000
750.000
1.500.000
670.000
2.060.250
2.730.250
12%
–63%
–45%
Vergelijking van maximumbeloning 2010 met mediaanniveau van de referentiegroep
in euro’s
CEO
Basissalaris
Variabele beloning – op maximum
Totale beloning – op maximum
Overige leden Raad van Bestuur
Basissalaris
Variabele beloning – op maximum
Totale beloning – op maximum
VOORGESTELD NIEUW REMUNERATIEBELEID VOOR HET
SENIOR MANAGEMENT
ING streeft ernaar, voor zover mogelijk voor een wereldwijde
financiële instelling van haar omvang, alle verschillen en normen die
worden toegepast binnen soortgelijke financiële instellingen in de
diverse landen waar zij opereert in acht te nemen. De remuneratie
van de leden van de Besturen Bank en Verzekeringen en het senior
management zullen in overeenstemming zijn met de algemene
beginselen van de nieuwe beloningsstructuur voor de Raad van
Bestuur, met inachtneming van internationale en plaatselijke
praktijken.
Totale directe beloning
De totale niveaus voor wat betreft directe beloning zullen
gebaseerd zijn op referentiegegevens in het internationale kader
waarbinnen wij opereren. ING streeft naar beloning op het
mediaanniveau van de markt. De totale beloningsniveaus zullen in
lijn met de relevante markt worden bepaald.
Meer focus op langetermijnwaardecreatie, risico en nietfinanciële prestaties
Variabele beloning zal steeds vaker aan langetermijnwaardecreatie
en risico worden gekoppeld en aan de hand van individuele
prestatiecriteria en de resultaten van het bedrijf en de Groep
worden vastgesteld. In de prestatiemeting zullen in toenemende
mate geraamde risico’s en kosten van kapitaal tot uiting komen. Er
zal steeds meer nadruk worden gelegd op het creëren van
langetermijnwaarde door middel van langetermijnbeloning,
uitgestelde betaling en terugvorderingsmechanismen.
80
ING Groep Jaarverslag 2009
Naast financiële indicatoren, zal prestatie ook aan de hand van
niet-financiële factoren worden beoordeeld. Het meewegen van
niet-financiële indicatoren in de totale beoordeling is met name
gericht op verdere verbetering van duurzame bedrijfsvoering
binnen ING. Daarom wordt een aantal doelen opgesteld voor
prestaties van ING onder andere op het gebied van personeelsdiversiteit, klanttevredenheid, de betrokkenheid van
belanghebbenden en duurzame productontwikkeling.
BELONINGSSTRUCTUUR SENIOR MANAGEMENT 2010
Gezien de verschillen in regelgeving voor het bank- en verzekeringsbedrijf en de op hand zijnde scheiding van de bank- en
verzekeringsactiviteiten van ING, zijn de beloningsstructuren voor
senior management van beide bedrijfsactiviteiten apart vastgesteld.
Het remuneratiebeleid voor de Raad van Bestuur zal volledig op de
leden van het Bestuur Bank van toepassing zijn. Wat betreft het
senior management bij het segment Bank zal zich de komende drie
jaar een geleidelijke verschuiving voordoen naar een meer evenwichtige samenstelling van vaste en variabele beloning, conform
het remuneratiebeleid voor de Raad van Bestuur. Er kunnen zich
uitzonderingen voordoen voor hoogwaardige specialisten en senior
management die binnen bepaalde divisies en/of geografische
gebieden werkzaam zijn. Voor het Bestuur Verzekeringen en senior
management in ons verzekeringssegment zullen aanpassingen
worden doorgevoerd die in overeenstemming zijn met de
algemene beginselen van het nieuwe remuneratiebeleid voor de
Raad van Bestuur. Met het oog op de verschillende regelgeving
voor het verzekeringswezen en de op hand zijnde scheiding van de
bank- en verzekeringsactiviteiten van ING zullen de wijzigingen in
de samenstelling van vaste en variabele beloning echter zorgvuldig
moeten worden afgewogen.
Bovendien zullen beloningspakketten die met toezichtsfuncties
(zoals risicobeheerfuncties) verband houden zo worden samengesteld dat er minder nadruk op variabele beloning komt te liggen.
Om de individuele autonomie te waarborgen, zullen meetmethoden gericht op financiële resultaten afhankelijk zijn van de
doelstellingen die op divisieniveau zijn bepaald (dat wil zeggen niet
op het niveau van het relevante bedrijfsonderdeel). Bovendien
zullen prestatiebeoordelingen niet alleen door het management
van het bedrijfsonderdeel maar ook langs de functionele lijn
worden beoordeeld.
REMUNERATIE 2009
HUIDIG ALGEMEEN BELONINGSBELEID VOOR
HET TOPMANAGEMENT
Achtergrond
De belangrijkste doelstelling van het remuneratiebeleid is om de
onderneming in staat te stellen gekwalificeerde en ervaren
managers aan te trekken en te behouden. Het beloningspakket
bevordert een cultuur waarin excellente prestaties worden geleverd,
waarbij de doelstellingen van ING op één lijn worden gebracht met
die van haar belanghebbenden. ING beloont prestaties op basis van
vooraf vastgestelde, uitdagende, meetbare en beïnvloedbare
doelstellingen voor de korte en lange termijn.
Het remuneratiebeleid van ING is gebaseerd op vijf belangrijke
principes die binnen het hele bedrijf gelden. Deze principes zijn:
• Het totale beloningsniveau wordt vergeleken met de beloning
in relevante markten waarin ING talent aantrekt in concurrentie
met andere bedrijven.
• ING streeft naar een totale beloning op het mediaanniveau van
de relevante markten, waarbij alleen in geval van uitzonderlijke
prestaties boven het mediaanniveau zal worden beloond.
• Het beloningspakket bestaat onder andere uit variabele
componenten (kortetermijn- en langetermijnbonussen) zodat
de remuneratie van het topmanagement is gekoppeld aan de
prestaties van ING op de korte en lange termijn.
• O
m de effectiviteit van het kortetermijnbonusplan te bevorderen
worden aan het begin van ieder jaar duidelijke, meetbare en
uitdagende doelstellingen vastgesteld.
• Bij de langetermijnbonus gaat het om strategische doelstellingen
voor de langere termijn en om het gelijkschakelen van de
belangen van het management met die van de aandeelhouders.
Een groot aantal managers van ING neemt aan het
langetermijnbonusplan deel om de gemeenschappelijke
aandacht op het totaalresultaat van ING te waarborgen.
Beloningsstructuur
De beloningsstructuur van ING bestaat uit drie basiscomponenten:
• vast of basissalaris, de gegarandeerde jaarlijkse beloning;
• een kortetermijnbonus in geld, gerelateerd aan de prestaties in
het afgelopen jaar;
• een langetermijnbonus in de vorm van aandelenopties en/of
prestatieaandelen, gerelateerd aan de prestaties over
verscheidene jaren en toekomstgericht.
Naast het basissalaris en participatie in het bonusplan genieten het
topmanagement en de leden van de Raad van Bestuur dezelfde
aanvullende arbeidsvoorwaarden als de meeste vergelijkbare
medewerkers van ING Groep, zoals het gebruik van een bedrijfsauto, bijdragen in bedrijfsspaarregelingen en, indien van
toepassing, vergoedingen voor expats.
REMUNERATIE RAAD VAN BESTUUR 2009
Ten aanzien van het remuneratiebeleid voor 2009 bleef de Raad
van Commissarissen voortbouwen op het beleid dat in 2003 werd
ingevoerd. In januari 2009 bereikten ING en de Nederlandse Staat
een overeenkomst over een zogenoemde Illiquid Assets Back-up
Facility (Steunfaciliteit). Volgens de bepalingen van deze
overeenkomst zullen de leden van de Raad van Bestuur geen
bonussen ontvangen totdat een herzien beloningsbeleid zal
zijn opgesteld.
Als gevolg van de Back-to-Basics-strategie en de vereenvoudiging
van de organisatie die daaruit voortvloeit, maken sinds 1 juni 2009
bepaalde bestuursleden niet langer deel uit van de Raad van
Bestuur van ING Groep N.V. Hun huidige arbeidsovereenkomsten
met ING Groep N.V. zijn echter in 2009 van kracht gebleven.
Basissalaris Raad van Bestuur 2009
Het basissalaris voor alle leden van de Raad van Bestuur is voor
2009 bevroren.
Kortetermijnbonus Raad van Bestuur 2009
Volgens de bepalingen van de Steunfaciliteit die met de
Nederlandse Staat is overeengekomen, zullen de individuele leden
van de Raad van Bestuur over 2009 geen kortetermijnbonus
ontvangen.
Langetermijnbonus Raad van Bestuur 2009
Volgens de bepalingen van de Steunfaciliteit die met de
Nederlandse Staat is overeengekomen, zullen de individuele leden
van de Raad van Bestuur over 2009 geen langetermijnbonus
ontvangen.
ING Groep Jaarverslag 2009
81
1.3 Onze governance
Remuneratierapport (vervolg)
De heer McInerney ontvangt voorwaardelijke aandelen op dezelfde
datum van toekenning als de andere langetermijnbonussen. Deze
voorwaardelijke aandelen worden vier jaar na toekenning 100%
onvoorwaardelijk mits op dat moment nog steeds sprake is van een
actief dienstverband.
Deze toekenning vormt onderdeel van het arbeidscontract van de
heer McInerney teneinde zijn totale beloning af te stemmen op de
markt voor topmanagers in de Verenigde Staten. De heer McInerney
zal over 2009 geen voorwaardelijke aandelen toegekend krijgen.
De heer Flynn ontving een buyout wegens het komen te vervallen
van inkomen dat hij bij zijn vorige werkgever zou hebben ontvangen als hij geen ontslag genomen had. Deze buyout bestaat uit
een voorwaardelijke toekenning van aandelen tot een maximum
van 100.000. Dertigduizend aandelen worden onvoorwaardelijk
tijdens de jaarlijkse Algemene Vergadering in 2010 en nog eens
30.000 tijdens de Algemene Vergadering van 2011. De resterende
40.000 aandelen worden onvoorwaardelijk tijdens de Algemene
Vergadering in 2012, afhankelijk van een bevredigende prestatie.
De cumulatieve waarde van de voorwaardelijke aandelen is
gemaximeerd op EUR 1,3 miljoen. ING heeft het aantal aandelen
aangepast aan de gevolgen van de claimemissie, terwijl de
cumulatieve maximale waarde van EUR 1,3 miljoen werd
gehandhaafd. Het eerste aantal van 39.069 aandelen (30.000
aangepast op de gevolgen van de claimemissie) zal op 27 april 2010
onvoorwaardelijk worden.
Langetermijnbonussen toegekend in voorgaande jaren
Het langetermijnbonusplan van ING bestaat uit zowel aandelenopties als prestatieaandelen. De aandelenopties van ING hebben
een totale looptijd van tien jaar en een wachttijd van drie jaar,
waarna ze de resterende zeven jaar uitgeoefend kunnen worden.
Prestatieaandelen worden voorwaardelijk toegekend. Het aantal
aandelen dat aan het einde van een beoordelingsperiode van drie
jaar onvoorwaardelijk wordt toegekend, is afhankelijk van het
totale rendement van ING voor aandeelhouders over drie jaar
(koerswinsten op aandelen en herbelegde dividenden die aandeelhouders in die periode ontvangen), gerelateerd aan het totale
rendement van een vooraf gedefinieerde referentiegroep van
vergelijkbare ondernemingen.
82
ING Groep Jaarverslag 2009
De plaats van ING binnen deze groep bedrijven op basis van het
totale rendement voor aandeelhouders is bepalend voor het
uiteindelijke aantal aandelen dat aan het einde van de beoordelingsperiode van drie jaar vrijkomt. De prestatieaandelen die in
2007 zijn toegekend, worden in 2010 onvoorwaardelijk, na een
beoordelingsperiode die liep van 2007 tot en met 2009. Het
uiteindelijke resultaat van 43% is gebaseerd op de 15e plaats die
ING op basis van het totale aandeelhoudersrendement inneemt in
de referentiegroep. Dit resultaat is vastgesteld door een onafhankelijke derde partij. De externe accountant van ING heeft de
betreffende berekening getoetst. In mei 2010 zal het definitieve
aantal prestatieaandelen worden toegewezen aan de leden van de
Raad van Bestuur die in 2007 prestatieaandelen toegekend hebben
gekregen als lid van de Raad van Bestuur. Voor de overige topmanagers aan wie voor de periode 2007-2009 prestatieaandelen
zijn toegekend, geldt dat deze aandelen in maart 2010
onvoorwaardelijk worden.
Het is de leden van de Raad van Bestuur niet toegestaan om
certificaten van aandelen, verkregen door het prestatieaandelenplan, binnen een periode van vijf jaar na toekenning te
verkopen. Het is deze deelnemers slechts toegestaan een deel van
hun aandelen te verkopen op het moment van onvoorwaardelijke
verkrijging teneinde de belasting over het gevestigde recht te
betalen. Aandelen verkregen uit de uitoefening van opties mogen
alleen binnen een periode van vijf jaar na toekenning van de opties
worden verkocht teneinde de belasting over het uitgeoefende recht
te betalen.
Remuneratie in contanten van de individuele leden van de Raad van Bestuur
bedragen in duizenden euro’s
Jan Hommen
Basissalaris (1)
Kortetermijnbonus
Totale beloning in contanten
2009
2008
2007
e heer Hommen is met ingang van 27 april 2009 benoemd tot
D
lid van de Raad van Bestuur. Hij zal vanaf die datum worden
betaald conform het ‘nieuwe’ remuneratiebeleid dat tijdens de
Algemene Vergadering van 2010 moet worden goedgekeurd.
Het vaste jaarsalaris zal in overeenstemming met dit beleid
worden bepaald. Vooruitlopend op goedkeuring van het
‘nieuwe’ remuneratiebeleid door de Algemene Vergadering is in
2009 een bedrag gereserveerd, gebaseerd op een basissalaris
per jaar van EUR 1.353.500. De heer Hommen zal voor 2009
geen kortetermijnbonus of langetermijnbonus ontvangen.
(2)
De heer Flynn is met ingang van 27 april 2009 benoemd tot lid
van de Raad van Bestuur. De bedragen voor dit lid geven de
beloning weer die hij in zijn hoedanigheid van lid van de Raad
van Bestuur heeft ontvangen. De cijfers voor 2009 hebben dus
betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van
Bestuur.
(3)
De heren Timmermans en Hele zijn met ingang van 24 april
2007 benoemd tot lid van de Raad van Bestuur. De bedragen
voor deze leden geven de beloning weer die zij in hun
hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur hebben
ontvangen. De cijfers voor 2007 hebben dus betrekking op een
gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Bestuur.
(4)
De heren Boyer de la Giroday, Harryvan, Leenaars, McInerney,
Van der Noordaa en de Vaucleroy maken sinds 1 juni 2009 niet
langer deel uit van de Raad van Bestuur van ING Groep N.V. De
bedragen voor deze leden geven de beloning weer die zij in hun
hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur hebben
ontvangen. De cijfers voor 2009 hebben dus betrekking op een
gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Bestuur.
(5)
De heren McInerney en Hele ontvangen hun salaris in
Amerikaanse dollars. Ieder jaar werd het jaarsalaris in dollars
omgerekend in euro’s tegen de gemiddelde koers van dat jaar.
(6)
De heer Tilmant heeft op 26 januari 2009 zijn functie in de Raad
van Bestuur neergelegd en is sinds 1 augustus 2009
gepensioneerd. De bedragen voor dit lid geven de beloning
weer die hij tot 1 augustus 2009 heeft ontvangen. Naast zijn
basissalaris, ontving de heer Tilmant een uitkering in verband
met vervroegde pensionering, berekend op basis van één jaar
basissalaris.
(7)
De heer Hele is op 31 maart 2009 afgetreden als lid van de Raad
van Bestuur. De bedragen voor dit lid geven de beloning weer
tot de laatste dag van het dienstverband. De cijfers voor 2009
hebben dus betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de
Raad van Bestuur.
(1)
0
Patrick Flynn(2)
Basissalaris
Kortetermijnbonus
Totale beloning in contanten
454
0
454
Koos Timmermans (3)
Basissalaris
Kortetermijnbonus
Totale beloning in contanten
665
0
665
665
0
665
423
637
1.060
Eric Boyer de la Giroday (4)
Basissalaris
Kortetermijnbonus
Totale beloning in contanten
372
0
372
892
0
892
850
1.319
2.169
Dick Harryvan (4)
Basissalaris
Kortetermijnbonus
Totale beloning in contanten
277
0
277
665
0
665
634
842
1.476
Eli Leenaars (4)
Basissalaris
Kortetermijnbonus
Totale beloning in contanten
277
0
277
665
0
665
634
956
1.590
Tom McInerney (4) (5)
Basissalaris
Kortetermijnbonus
Totale beloning in contanten
404
0
404
879
0
879
946
1.425
2.371
Hans van der Noordaa (4)
Basissalaris
Kortetermijnbonus
Totale beloning in contanten
277
0
277
665
0
665
634
956
1.590
Jacques de Vaucleroy (4)
Basissalaris
Kortetermijnbonus
Totale beloning in contanten
277
0
277
665
0
665
634
956
1.590
Michel Tilmant (6)
Basissalaris
Kortetermijnbonus
Totale beloning in contanten
789
0
789
1.353
0
1.353
1.289
2.001
3.290
John Hele (3) (5) (7)
Basissalaris
Kortetermijnbonus
Totale beloning in contanten
169
0
169
603
0
603
412
621
1.033
De beloning in contanten van voormalige leden van de Raad van
Bestuur die niet in deze tabel zijn opgenomen, was in 2009 en
2008 nihil en bedroeg in 2007 EUR 729 duizend.
ING Groep Jaarverslag 2009
83
1.3 Onze governance
Remuneratierapport (vervolg)
De tabellen hieronder geven het aantal opties (en hun aangepaste uitoefenprijs)
en het aantal prestatieaandelen weer, die zijn aangepast op de gevolgen van de
claimemissie.
Langetermijnbonus van de individuele leden van de Raad van Bestuur (1, 2)
Marktwaarde op de datum van toekenning,
in duizenden euro’s
2009
2008
2007
Jan Hommen
Aantal opties
Aantal prestatieaandelen
Marktwaarde van de langetermijnbonus (3)
0
0
0
Patrick Flynn (4)
Aantal opties
Aantal prestatieaandelen
Marktwaarde van de langetermijnbonus (3)
0
0
0
Koos Timmermans (5)
Aantal opties
Aantal prestatieaandelen
Marktwaarde van de langetermijnbonus (3)
0
0
0
0
0
0
56.405
13.367
499
Eric Boyer de la Giroday
Aantal opties
Aantal prestatieaandelen
Marktwaarde van de langetermijnbonus (3)
0
0
0
0
0
0
113.385
26.869
1.003
Dick Harryvan
Aantal opties
Aantal prestatieaandelen
Marktwaarde van de langetermijnbonus (3)
0
0
0
0
0
0
84.606
20.050
748
Eli Leenaars
Aantal opties
Aantal prestatieaandelen
Marktwaarde van de langetermijnbonus (3)
0
0
0
0
0
0
84.606
20.050
748
Tom McInerney (6)
Aantal opties
Aantal prestatieaandelen
Voorwaardelijk toegekende aandelen
Marktwaarde van de langetermijnbonus (3)
0
0
0
0
0
0
0
0
126.159
29.897
70.730
2.571
Hans van der Noordaa
Aantal opties
Aantal prestatieaandelen
Marktwaarde van de langetermijnbonus (3)
0
0
0
0
0
0
84.606
20.050
748
84
ING Groep Jaarverslag 2009
L angetermijnbonussen worden toegekend in het jaar volgend op
het verslagjaar. Het langetermijnbonusplan voorziet in een
combinatie van opties en voorwaardelijke prestatieaandelen
gebaseerd op een 50/50-verdeling van de waarde.
De verhouding tussen opties en prestatieaandelen varieert ieder
jaar als gevolg van de marktwaardeberekening en de 50/50verdeling in waarde. Op basis van de berekening van de marktwaarde voor het prestatiejaar 2009 is de verhouding tussen
opties en prestatieaandelen 2.55 : 1 (2008: 2.36 : 1,
2007: 4.22 : 1).
(2)
Het aantal toegekende opties en prestatieaandelen geeft de
aantallen weer zoals die zijn aangepast op de gevolgen van de
claimemissie van december 2009.
(3)
De marktwaarde van de langetermijnbonus geeft de geschatte
marktwaarde weer op de datum van toekenning, op basis van
een marktwaardeberekening. De waardeberekening van aan de
Raad van Bestuur toegekende opties en prestatieaandelen geschiedt jaarlijks op de laatste handelsdag van het betreffende jaar
waarin de prestatie is geleverd en wordt niet aangepast aan
huidige marktwaarden.
(4)
De heer Flynn ontving een buyout wegens het komen te
vervallen van inkomen dat hij bij zijn vorige werkgever zou
hebben ontvangen als hij geen ontslag genomen had. Deze
buyout bestaat uit een voorwaardelijke toekenning van aandelen
tot een maximum van 100.000. Dertigduizend aandelen worden
onvoorwaardelijk tijdens de Jaarlijkse Algemene Vergadering
in 2010 en nog eens 30.000 tijdens de vergadering van 2011.
De resterende 40.000 aandelen worden onvoorwaardelijk tijdens
de Algemene Vergadering in 2012, afhankelijk van een
bevredigende prestatie. De cumulatieve waarde van de
voorwaardelijke aandelen is gemaximeerd op EUR 1,3 miljoen.
ING heeft het aantal aandelen aangepast op de gevolgen van de
claimemissie, terwijl de cumulatieve maximale waarde van
EUR 1,3 miljoen werd gehandhaafd.
(5)
De heren Timmermans en Hele zijn met ingang van 24 april 2007
benoemd tot lid van de Raad van Bestuur. De bedragen voor
deze leden geven de beloning weer die zij in hun hoedanigheid
van lid van de Raad van Bestuur hebben ontvangen.
(6)
De heer McInerney heeft recht op voorwaardelijke aandelen op
dezelfde datum van toekenning als de andere langetermijnbonussen. Deze voorwaardelijke aandelen worden vier jaar na
toekenning 100% onvoorwaardelijk mits er op dat moment nog
steeds sprake is van een actief dienstverband. Deze toekenning
vormt onderdeel van het arbeidscontract van de heer McInerney
teneinde zijn totale beloning af te stemmen op de markt voor
topmanagers in de Verenigde Staten. De heer McInerney zal over
2009 geen voorwaardelijke aandelen toegekend krijgen.
(1)
Langetermijnbonus van de individuele leden van de Raad van Bestuur (1) (2) (vervolg)
Marktwaarde op de datum van toekenning,
in duizenden euro’s
2009
2008
2007
Jacques de Vaucleroy
Aantal opties
Aantal prestatieaandelen
Marktwaarde van de langetermijnbonus (3)
0
0
0
0
0
0
84.606
20.050
748
Michel Tilmant
Aantal opties
Aantal prestatieaandelen
Marktwaarde van de langetermijnbonus (3)
0
0
0
0
0
0
171.973
40.753
1.521
John Hele (5)
Aantal opties
Aantal prestatieaandelen
Marktwaarde van de langetermijnbonus (3)
0
0
0
0
0
0
54.993
13.032
486
De marktwaarde van de langetermijnbonussen van voormalige
leden van de Raad van Bestuur die niet in deze tabel zijn
opgenomen, was in 2009, 2008 en 2007 nihil.
Informatie over de opties en het verloop gedurende het boekjaar van door de leden van de Raad van Bestuur gehouden
opties per 31 december 2009 (1)
Aantal opties
Openstaand
per 31
december
2008
Toegekend in
2009
Niet geacUit- cepteerd
geoefend of verlopen
in 2009 in 2009 (2)
Openstaand
per 31
december
2009
Jan Hommen
0
0
0
0
Patrick Flynn
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
13.674
7.814
11.460
8.504
46.157
56.405
20.675
Koos Timmermans
13.674
7.814
11.460
8.504
46.157
56.405
20.675
Uitoefenprijs in
euro’s
Uitoefenprijs in
US dollars
22.57
14.37
17.88
25.16
24.72
19.53
14.36
Expiratiedatum
11 mrt 2012
15 mrt 2014
30 mrt 2015
23 mrt 2016
22 mrt 2017
15 mei 2018
17 sep 2018
et aantal opties en hun uitoefenprijs heeft betrekking op het aantal opties
H
en uitoefenprijzen dat is aangepast op de gevolgen van de claimemissie van
december 2009.
(2)
Niet geaccepteerd op datum toekenning of verlopen per expiratiedatum.
(1)
ING Groep Jaarverslag 2009
85
1.3 Onze governance
Remuneratierapport (vervolg)
Pensioenlasten
De onderstaande tabel toont de pensioenlasten van de individuele
leden van de Raad van Bestuur.
Pensioenlasten van de individuele leden van de Raad van Bestuur (1)
bedragen in duizenden euro’s
2009
Jan Hommen (2)
Patrick Flynn (3)
Koos Timmermans (4)
Eric Boyer de la Giroday (5)
Dick Harryvan (5)
Eli Leenaars (5)
Tom McInerney (5) (6)
Hans van der Noordaa (5)
Jacques de Vaucleroy (5)
Michel Tilmant (7)
John Hele (4) (6) (8)
0
78
115
100
74
48
193
48
48
213
18
2008
2007
m wille van de vergelijkbaarheid zijn de pensioenlasten herberekend volgens IAS 19,
O
waarbij van algemene aannames is uitgegaan voor de jaren 2007-2009.
(2)
De heer Hommen neemt niet deel aan de pensioenregeling.
(3)
De heer Flynn is met ingang van 27 april 2009 benoemd tot lid van de Raad van Bestuur.
De pensioenlasten voor dit lid over 2009 hebben betrekking op een gedeeltelijk jaar als
lid van de Raad van Bestuur.
(4)
De heren Timmermans en Hele zijn met ingang van 24 april 2007 benoemd tot lid van de
Raad van Bestuur. De bedragen van deze leden geven de pensioenlasten weer in hun
hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur. De cijfers voor 2007 hebben dus
betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Bestuur.
(5)
De heren Boyer de la Giroday, Harryvan, Leenaars, McInerney, Van der Noordaa en de
Vaucleroy maken sinds 1 juni 2009 niet langer deel uit van de Raad van Bestuur van ING
Groep N.V. De bedragen van deze leden geven de pensioenlasten weer in hun
hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur. De cijfers voor 2009 hebben dus
betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Bestuur.
(6)
De pensioenlasten van de heren McInerney en Hele zijn omgerekend van Amerikaanse
dollars in euro’s tegen de gemiddelde koers van dat jaar.
(7)
De heer Tilmant heeft op 26 januari 2009 zijn functie in de Raad van Bestuur neergelegd
en is vanaf 1 augustus 2009 gepensioneerd. De cijfers voor dit lid hebben betrekking op
de pensioenlasten tot 31 juli 2009.
(8)
De heer Hele is op 31 maart 2009 afgetreden als lid van de Raad van Bestuur. De cijfers
voor dit lid geven de pensioenlasten weer tot de laatste dag van het dienstverband. De
cijfers voor 2009 hebben dus betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van
Bestuur.
(1)
247
639
374
313
285
313
313
971
125
166
566
324
348
286
267
267
874
72
De pensioenlasten van voormalige leden van de Raad van Bestuur,
die niet in bovenstaande tabel zijn opgenomen, waren in 2009 en
2008 nihil, en bedroegen in 2007 EUR 1.386 duizend.
Leningen en voorschotten aan de leden van de Raad
van Bestuur
De navolgende tabel geeft een overzicht van de leningen en
voorschotten verstrekt aan leden van de Raad van Bestuur en die
op 31 december 2009, 2008 en 2007 openstonden. Deze leningen
zijn verstrekt onder de normale bedrijfsuitoefening en onder
voorwaarden die regulier gelden voor personeelsleden in het
algemeen. De Raad van Commissarissen heeft de leningen
goedgekeurd.
Leningen en voorschotten aan de individuele leden van de Raad van Bestuur
Openstaand
per 31
december
Gemiddelde
rentevoet
Aflossingen
Gemiddelde
rentevoet
2009
bedragen in duizenden euro’s
Koos Timmermans
Openstaand
per 31
december
380
4,6%
380
4,6%
Certificaten van aandelen ING Groep gehouden door leden van de Raad van Bestuur
2009
Jan Hommen
Patrick Flynn
Koos Timmermans
86
ING Groep Jaarverslag 2009
2008
2007
2.546
2.000
46.426
14.457
Gemiddelde
rentevoet
380
4,6%
2008
Certificaten van aandelen ING Groep gehouden door leden
van de Raad van Bestuur
De leden van de Raad van Bestuur zijn gerechtigd certificaten van
aandelen ING Groep te houden als langetermijnbelegging. De
onderstaande tabel toont het aandelenbezit van de leden van de
Raad van Bestuur.
aantal aandelen
Aflossingen
Openstaand
per 31
december
Aflossingen
2007
REMUNERATIE RAAD VAN COMMISSARISSEN
Remuneratie
De jaarlijkse remuneratie van de leden van de Raad van
Commissarissen is als volgt: voorzitter EUR 75.000, vicevoorzitter
EUR 65.000 en overige leden EUR 45.000. Voorts ontvangt ieder
lid een onkostenvergoeding. Voor de voorzitter en vicevoorzitter
bedraagt deze EUR 6.810; voor de overige leden EUR 2.270.
Leden van de Raad van Commissarissen ontvangen een additionele
vergoeding van EUR 2.000 per bijgewoonde vergadering van de
Raad van Commissarissen of commissievergadering als de
vergadering wordt gehouden in een ander land dan waar de
commissaris woonachtig is, of een additionele vergoeding van
EUR 7.500 voor iedere bijgewoonde vergadering van de Raad van
Commissarissen of commissievergadering waarvoor een intercontinentale reis moet worden gemaakt.
Voor de leden van commissies is de remuneratie als volgt: voorzitter
van de Auditcommissie EUR 8.000, leden van de Auditcommissie
EUR 6.000; voorzitters van de overige commissies van de Raad van
Commissarissen EUR 7.500, leden van de overige commissies van
de Raad van Commissarissen EUR 5.000. Naast deze vaste
vergoeding ontvangen de commissieleden een vergoeding voor
elke vergadering die zij bijwonen. Voor de voorzitter van de Auditcommissie is deze vergoeding EUR 2.000 per vergadering en voor
de leden EUR 1.500. Voor de voorzitters en leden van de overige
commissies bedraagt deze vergoeding EUR 450 per vergadering.
De remuneratie en vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie wordt niet uitgekeerd aan de
voorzitter en vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen indien
zij van een van de commissies lid zijn.
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de remuneratie,
onkostenvergoeding en de vergoeding voor het bijwonen van
vergaderingen per lid van de Raad van Commissarissen voor 2009
en voorgaande jaren.
Remuneratie van de leden van de Raad van Commissarissen
bedragen in duizenden euro’s
Peter Elverding (1)
Jeroen van der Veer (2)
Tineke Bahlmann (3)
Henk Breukink (4)
Claus Dieter Hoffmann
Piet Hoogendoorn (5)
Piet Klaver
Godfried van der Lugt
Harish Manwani (6)
Aman Mehta (6)
Joan Spero (6)
Jackson Tai (6)
Karel Vuursteen
Lodewijk de Waal (7)
Jan Hommen (8)
Eric Bourdais de Charbonnière (9)
Wim Kok (10)
2009
2008
2007
79
35
46
61
78
64
65
67
69
113
105
152
61
50
27
30
26
68
20
61
67
70
62
70
51
62
55
89
62
35
62
28
47
62
56
89
89
75
67
72
62
De heer Elverding is lid van de Raad van Commissarissen vanaf
augustus 2007. Het bedrag over 2007 heeft betrekking op een
gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Commissarissen. De heer
Elverding is voorzitter van de Raad van Commissarissen sinds
april 2009.
(2)
De heer Van der Veer is lid van de Raad van Commissarissen
vanaf juli 2009. Het bedrag over 2009 heeft betrekking op een
gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Commissarissen. De heer
Van der Veer is vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen
sinds oktober 2009.
(3)
Mevrouw Bahlmann is lid van de Raad van Commissarissen vanaf
april 2009. Het bedrag over 2009 heeft betrekking op een
gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Commissarissen.
(4)
De heer Breukink is lid van de Raad van Commissarissen vanaf
april 2007. Het bedrag over 2007 heeft betrekking op een
gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Commissarissen.
(5)
De heer Hoogendoorn is lid van de Raad van Commissarissen
vanaf juni 2007. Het bedrag over 2007 heeft betrekking op een
gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Commissarissen.
(6)
De heer Manwani, de heer Mehta, mevrouw Spero en de heer
Tai zijn lid van de Raad van Commissarissen vanaf april 2008. De
bedragen over 2008 hebben betrekking op een gedeeltelijk jaar
als lid van de Raad van Commissarissen.
(7)
De heer De Waal is lid van de Raad van Commissarissen vanaf
april 2009. De heer De Waal is sinds november 2008 actief als
waarnemer in de Raad van Commissarissen. Het bedrag over
2009 heeft betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de
Raad van Commissarissen. Tot de datum van benoeming heeft
de heer De Waal een beloning, een onkostenvergoeding en
vergoedingen voor het bijwonen van vergaderingen ontvangen
conform het Beloningsbeleid van de Raad van Commissarissen.
(8)
De heer Hommen is lid van de Raad van Commissarissen
geweest vanaf juni 2005 en voorzitter geweest vanaf januari
2008. Per april 2009 is hij afgetreden als lid van de Raad van
Commissarissen. Het bedrag over 2009 heeft betrekking op een
gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Commissarissen.
(9)
De heer Bourdais de Charbonnière is in april 2009 met pensioen
gegaan. Hij is vicevoorzitter geweest vanaf februari 2005. Het
bedrag over 2009 heeft betrekking op een gedeeltelijk jaar als
lid van de Raad van Commissarissen.
(10)
De heer Kok is in april 2009 met pensioen gegaan. Het bedrag
over 2009 heeft betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de
Raad van Commissarissen.
(1)
De beloning van voormalige leden van de Raad van Commissarissen
die niet in bovenstaande tabel zijn opgenomen bedroeg in 2009
nihil, in 2008 EUR 16 duizend en in 2007 EUR 162 duizend.
ING Groep Jaarverslag 2009
87
1.3 Onze governance
Remuneratierapport (vervolg)
Leningen en voorschotten aan leden van de Raad
van Commissarissen
Leden van de Raad van Commissarissen mogen op in de sector
gebruikelijke voorwaarden gebruikmaken van de bank- en
verzekeringsdiensten die dochtermaatschappijen van ING Groep in
hun gewone bedrijfsuitoefening aanbieden. De navolgende tabel
geeft een overzicht van de leningen en voorschotten verstrekt aan
leden van de Raad van Commissarissen en die op 31 december
2009, 2008 en 2007 openstonden.
Leningen en voorschotten aan de leden van de Raad van Commissarissen
Openstaand
per 31
december
Gemiddelde
rentevoet
Aflossingen
2009
bedragen in duizenden euro’s
Jeroen van der Veer (1)
(1)
Openstaand
per 31
december
282
Gemiddelde
rentevoet
Aflossingen
2008
Openstaand
per 31
december
Gemiddelde
rentevoet
Aflossingen
2007
8,6%
et bedrag geeft een hypotheek weer die in 1992 al werd toegekend,
H
geruime tijd voordat de heer Van der Veer tot lid van de Raad van
Commissarissen werd benoemd (per 1 juli 2009).
Certificaten van aandelen en aandelenopties gehouden
door leden van de Raad van Commissarissen
Het is de leden van de Raad van Commissarissen toegestaan
(certificaten van) aandelen ING Groep als langetermijnbelegging te
houden. Onderstaande tabel toont de aantallen (certificaten van)
aandelen gehouden door de leden van de Raad van Commissarissen. Leden van de Raad van Commissarissen bezaten geen
ING-opties aan het einde van 2009.
Certificaten van aandelen en aandelenopties gehouden door leden van de Raad van Commissarissen (1)
aantal aandelen
Piet Klaver
Godfried van der Lugt
Jeroen van der Veer (2)
Karel Vuursteen
88
ING Groep Jaarverslag 2009
2009
2008
2007
13.796
24.142
99.469
2.800
7.430
7.430
1.510
e aantallen certificaten van aandelen hebben betrekking op de
D
aandelen die in het bezit zijn van het lid van de Raad van
Commissarissen en hun partners.
(2)
De heer Van der Veer is sinds juli 2009 lid van de Raad van
1.510
Commissarissen.
(1)
Ondernemingsraden
CENTRALE ONDERNEMINGSRAAD
per 1 januari 2010
Rob Eijt, voorzitter
René van der Linden, secretaris
Bernard Wempe, plv. voorzitter
Rudie van Doorn, plv. secretaris
Goof Bode, Bernardt Bodt, Hans de Boer, Ron Brands,
Robert Coleridge, Anneke Dalger, Gerard Dekkers, Petra Delhez,
Petra Hartendorp, Winie den Hartog, Thea van der Heide,
Piet Hoekstra, Alex Hoogendoorn, Aad Kant, Maarten Kramer,
Gerrit Riphagen, Frans Rose, Sunil Tahloe, Michel Vonk,
Edwin de Weij.
EUROPESE ONDERNEMINGSRAAD
per 1 januari 2010
Mathieu Blondeel, voorzitter, België
Marcel Koopman, secretaris, Nederland
Norbert Lucas, plv. voorzitter, Duitsland
Gerlinde Korterink, plv. secretaris, Nederland
Jean-Claude Van Den Abeele, Leo D Antuono, Jean Pierre Lambert,
België
Kaloyan Marinov, Bulgarije
Carolin Simonis, Duitsland
Mourad Benzaaza, Frankrijk
Nikolaos Ploumis, Griekenland
Csilla Dobos, Hongarije
Anna Adinolfi, Italië
Arsène Kihm, Luxemburg
Bernard Bodt, Ron Brands, Jeffrey Dinsbach, Thea van der Heide,
Maarten Kramer, Robert Milewski, Gerrit Riphagen,
Bernard Wempe, Jelte Wiersinga, Nederland
Werner Fözö, Oostenrijk
Mieczyslaw Bielawski, Mariusz Cieslik, Jakub Dzianowicz, Polen
Mihai Ailincai, Roxana Florescu, Roemenië
Miguel Angel Hernandez, Araceli Rodriguez, Spanje
Vladimir Koudela, Tsjechië
Sam Chaudhuri, Rina Goldenberg, Verenigd Koninkrijk.
ING Groep Jaarverslag 2009
89
Kerncijfers
In overeenstemming met IFRS-EU
2009
2008
2007
2006
2005
Baten (in miljoenen euro’s)
Bancaire activiteiten
Verzekeringsactiviteiten
Totale baten (1)
12.311
35.790
47.765
11.731
54.851
66.291
14.602
62.208
76.586
14.195
59.642
73.621
13.848
57.403
71.120
Personeelslasten en bedrijfslasten (in miljoenen euro’s)
Bancaire activiteiten
Verzekeringsactiviteiten
Totaal
9.668
4.381
14.049
10.148
5.423
15.571
9.970
5.498
15.468
9.070
5.269
14.339
8.778
5.195
13.973
2.973
1.280
125
103
88
–826
–699
–1.525
–472
–118
–935
148
–1.635
–1.487
–721
–37
–729
4.510
6.533
11.043
1.535
267
9.241
5.005
4.935
9.940
1.907
341
7.692
4.916
3.978
8.894
1.379
305
7.210
Cijfers per gewoon aandeel (in euro’s)
Nettoresultaat
Gewoon resultaat
Dividend
Eigen vermogen (in moederbedrijf)
–0,44
–0,57
–
8,95
–0,36
–0,27
0,74
8,55
4,32
3,31
1,48
17,73
3,57
2,74
1,32
17,78
3,32
2,55
1,18
16,96
Balans (in miljarden euro’s)
Balanstotaal ultimo december
Totaal eigen vermogen ultimo december
Eigen vermogen (in moederbedrijf) ultimo december
Kernkapitaaleffecten per ultimo december
1.164
40
34
5
1.332
29
17
10
1.313
40
37
1.226
41
38
1.159
38
37
107.173
124.661
124.634
119.801
116.614
Toevoeging aan voorziening voor dubieuze debiteuren
bankbedrijf (in miljoenen euro’s)
Resultaat voor belastingen (in miljoenen euro’s)
Bankresultaat voor belastingen
Verzekeringsresultaat voor belastingen
Totaalresultaat voor belastingen
Belastingen
Minderheidsdeelnemingen
Nettoresultaat
Medewerkers (aantal fte’s per jaarultimo)
(1)
Inclusief intercompany-eliminaties.
90
ING Groep Jaarverslag 2009
Jaarrekening
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Geconsolideerde balans
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en
niet-gerealiseerde resultaten
Geconsolideerd kasstroomoverzicht
Geconsolideerd mutatie-overzicht eigen vermogen
Grondslagen voor de geconsolideerde balans en
winst-en-verliesrekening
Grondslagen voor het geconsolideerd kasstroomoverzicht
Toelichting op de geconsolideerde balans
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans
Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening
Gesegmenteerde informatie
Toelichting op het geconsolideerd kasstroomoverzicht
Risicobeheer
Kapitaalbeheer
92
93
94
95
96
98
116
117
152
184
197
202
203
260
2.2 Vennootschappelijke jaarrekening
Vennootschappelijke balans
Vennootschappelijke winst-en-verliesrekening
Vennootschappelijk mutatieoverzicht eigen vermogen
Grondslagen voor de vennootschappelijke balans en
winst-en-verliesrekening
Toelichting op de vennootschappelijke balans
266
267
268
269
270
2.3 Overige informatie
Accountantsverklaring
Voorstel voor bestemming van het resultaat 275
276
2.4 Additionele informatie
Risicofactoren
RAROC performance
Aanvullende Pijler-3 informatie ING Bank
Financiële begrippenlijst
Algemene informatie
ING Groep Jaarverslag 2009
277
292
293
313
321
91
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Geconsolideerde balans van ING Groep
per 31 december
bedragen in miljoenen euro’s
ACTIVA
Liquide middelen en tegoeden bij centrale banken 1
Bankiers 2
Financiële activa tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat 3
– activa aangehouden voor handelsdoeleinden
– beleggingen voor risico van polishouders
– niet-handelsderivaten
– geclassificeerd als activa tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat
Beleggingen 4
– beschikbaar voor verkoop
– tot einde looptijd aangehouden
Kredieten 5
Herverzekeringscontracten 17
Deelnemingen 6
Beleggingen in onroerend goed 7
Gebouwen en bedrijfsmiddelen 8
Immateriële vaste activa 9
Overlopende acquisitiekosten 10
Activa aangehouden voor verkoop 11
Overige activa 12
Totaal activa
EIGEN VERMOGEN
Eigen vermogen (moedermaatschappij) 13
Kernkapitaaleffecten zonder stemrecht 13
Minderheidsbelangen
Totaal eigen vermogen
2009
2008
15.390
43.397
22.045
48.447
111.444
104.597
11.632
160.378
95.366
16.484
5.517
8.277
197.703
14.409
578.946
5.480
3.699
3.638
6.119
6.021
11.398
5.024
39.229
1.163.643
242.852
15.440
619.791
5.797
4.355
4.300
6.396
6.915
11.843
15.312
47.665
1.331.663
33.863
5.000
38.863
915
39.778
17.334
10.000
27.334
1.594
28.928
10.099
119.981
23.151
240.858
84.235
469.508
10.281
96.488
31.198
240.790
152.265
522.783
VREEMD VERMOGEN
Achtergestelde leningen 14
Uitgegeven schuldbewijzen 15
Overige leningen 16
Verzekerings- en beleggingscontracten 17
Bankiers 18
Toevertrouwde middelen 19
Financiële verplichtingen tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat 20
– verplichtingen voor handelsdoeleinden
– niet-handelsderivaten
– geclassificeerd als verplichtingen tegen reële
waarde met waardemutaties door het resultaat
Verplichtingen aangehouden voor verkoop 11
Overige schulden 21
Totaal vreemd vermogen
98.245
20.070
152.616
21.773
11.474
4.890
41.354
1.123.865
14.009
15.020
45.512
1.302.735
Totaal eigen en vreemd vermogen
1.163.643
1.331.663
De referenties verwijzen naar de toelichting, beginnend op pagina 117, die onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.
92
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep
voor de jaren eindigend op 31 december
bedragen in miljoenen euro’s
2009
Rentebaten uit bancaire activiteiten
Rentelasten uit bancaire activiteiten
Renteresultaat uit bancaire activiteiten 35
Bruto premie-inkomen 36
Opbrengst beleggingen 37
Resultaat uit verkoop van groepsmaatschappijen 38
Bruto provisiebaten
Provisielasten
Provisie-inkomen 39
Herwaarderingsresultaat niet-handelsderivaten 40
Netto handelsresultaat 41
Resultaat deelnemingen 6
Overige baten 42
Totaal baten
79.850
–67.475
Bruto verzekeringstechnische lasten 43
Beleggingsresultaat voor risico van polishouders
Herverzekeringsdeel
Verzekeringstechnische lasten 43
Mutatie voorzieningen voor dubieuze debiteuren 5
Afschrijving immateriële vaste activa en overige
bijzondere waardeverminderingen 44
Personeelskosten 45
Overige rentelasten 46
Overige bedrijfslasten 47
Totale lasten
50.440
–17.742
–1.714
2009
2008
2008
97.011
–85.969
12.375
30.492
3.342
264
6.790
–2.177
2007
11.042
43.812
4.664
17
7.504
–2.539
4.613
–4.676
1.125
–461
691
47.765
2007
76.749
–67.773
8.976
46.818
13.352
430
7.693
–2.866
4.965
2.300
–749
–404
644
66.291
18.831
32.408
–1.754
4.827
–561
1.119
740
885
76.586
51.818
–1.079
–1.906
30.984
2.973
49.485
1.280
48.833
125
568
7.338
716
6.711
49.290
464
8.764
978
6.807
67.778
15
8.261
1.102
7.207
65.543
Resultaat voor belastingen
–1.525
–1.487
11.043
Belastingen 48
Nettoresultaat (voor minderheidsbelangen)
–472
–1.053
–721
–766
1.535
9.508
–935
–118
–1.053
–729
–37
–766
9.241
267
9.508
Verdeling:
Aandeelhouders van de moedermaatschappij
Minderheidsbelangen
bedragen in euro’s
Nettoresultaat per gewoon aandeel 49
Gewoon resultaat per gewoon aandeel 49
Verwaterd resultaat per gewoon aandeel 49
Dividend per gewoon aandeel 50
2009
2008
2007
–0,44
–0,57
–0,57
0,00
–0,36
–0,27
–0,27
0,74
4,32
3,31
3,29
1,48
De referenties verwijzen naar de toelichting, beginnend op pagina 184, die onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.
ING Groep Jaarverslag 2009
93
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde
resultaten van ING Groep
voor de jaren eindigend op 31 december
2009
2008
2007
Nettoresultaat
–1.053
–766
9.508
Ongerealiseerde herwaardering na belastingen
Gerealiseerde resultaten overgeheveld naar winst of verlies
Mutatie kasstroomhedge reserve
Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen en overlopende acquisitiekosten
Koersverschillen vreemde valuta
Overige herwaarderingen
Bedragen rechtstreeks verantwoord in het eigen vermogen (overige gerealiseerde
en niet-gerealiseerde resultaten)
11.867
1.554
–805
–2.079
59
–9
–18.485
2.476
746
2.193
–1.086
–23
–1.244
–3.186
–925
1.137
–1.358
31
10.587
–14.179
–5.545
9.534
–14.945
3.963
9.665
–131
9.534
–14.703
–242
–14.945
3.746
217
3.963
bedragen in miljoenen euro’s
Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
Verdeling gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten:
Aandeelhouders van de moedermaatschappij
Minderheidsbelangen
In Ongerealiseerde herwaardering na belasting is EUR 15 miljoen (2008: EUR 218 miljoen; 2007: EUR –183 miljoen) opgenomen
wat betrekking heeft op het aandeel in de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten deelnemingen.
In Koersverschillen vreemde valuta is EUR 131 miljoen (2008: EUR –214 miljoen; 2007: EUR –112 miljoen) opgenomen wat betrekking
heeft op het aandeel in de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten deelnemingen.
Verwezen wordt naar toelichting 21 ‘Overige schulden’ voor een toelichting met betrekking tot de belastingeffecten van elk
component van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten met uitzondering van Nettoresultaat welke toegelicht is in de
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening.
94
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Geconsolideerd kasstroomoverzicht van ING Groep
voor de jaren eindigend op 31 december
bedragen in miljoenen euro’s
Resultaat voor belastingen
Aanpassingen voor
– afschrijvingen
– overlopende acquisitiekosten en value of business acquired
– verzekeringstechnische voorzieningen en voorzieningen
voor beleggingscontracten
– mutatie voorzieningen voor dubieuze debiteuren
– overige
Betaalde belastingen
Mutaties in
– bankiers (te vorderen), niet direct opeisbaar
– activa aangehouden voor handelsdoeleinden
– niet-handelsderivaten
– overige financiële activa tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat
– kredieten
– overige activa
– bankiers (verschuldigd), niet direct opeisbaar
– toevertrouwde middelen
– verplichtingen voor handelsdoeleinden
– overige financiële verplichtingen tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat
– overige schulden
Netto kasstroom uit operationele activiteiten
Investeringen en verstrekkingen – groepsmaatschappijen
– deelnemingen
– voor verkoop beschikbare beleggingen
– tot einde looptijd aangehouden beleggingen
– beleggingen in onroerend goed
– gebouwen en bedrijfsmiddelen
– activa onder operationele leaseovereenkomsten
– beleggingen voor risico van polishouders
– overige beleggingen
Desinvesteringen en aflossingen – groepsmaatschappijen
– deelnemingen
– voor verkoop beschikbare beleggingen
– tot einde looptijd aangehouden beleggingen
– beleggingen in onroerend goed
– gebouwen en bedrijfsmiddelen
– activa onder operationele leaseovereenkomsten
– beleggingen voor risico van polishouders
– overige beleggingen
Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten 53
Uitgifte achtergestelde leningen
Uitgifte leningen en schuldbewijzen
Aflossing leningen en schuldbewijzen
Uitgifte van gewone aandelen
Uitgifte van kernkapitaaleffecten zonder stemrecht
Terugkoop van kernkapitaaleffecten zonder stemrecht
Inkoop eigen aandelen
Uitgifte eigen aandelen
Uitgekeerd dividend (1)
Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten
Netto kasstroom 54
Liquiditeiten begin van het jaar
Koersverschillen vreemde valuta op liquiditeiten
Liquiditeiten eind van het jaar 55
(1)
2009
2008
2007
–1.525
1.701
–1.131
–1.487
1.492
–444
11.043
1.382
–1.338
3.829
2.973
6.015
–412
8.611
47.963
864
16.363
1.280
6.955
–49
7.162
32.386
–2.020
26.494
125
–3.897
–1.347
–8.690
2.997
261
2.196
11.552
6.948
–67.410
21.073
–54.366
3.174
–76.215
–11.847
13.210
6.831
3.501
–4.878
–75.501
–6.534
15.414
28.640
20.916
–5.798
–10.483
–27.400
13.016
–485
12.823
44
6.577
11.708
–5
–181
–165.771
–1.725
–1.034
–228.291
–314
–905
–708
–1.401
–64.735
–881
1.590
972
225.539
1.640
415
137
428
59.251
19
–10.003
–3.215
–1.221
–284.006
2.721
391.915
–354.015
448
10.000
1.764
455.629
–464.982
397
–2.388
252
–3.207
45.726
48.546
–16.811
–464
31.271
–3.446
846
–3.039
–12.831
–15.056
–1.795
40
–16.811
–130
–640
–1.034
–65.362
–338
2.643
294
167.075
1.675
656
82
93
64.158
24
3.239
437.772
–425.182
7.276
–5.000
–101
118
–1.030
13.853
–10.308
31.271
–4
20.959
–876
–575
–1.393
–54.438
–316
1.012
1.049
281.198
822
309
151
417
47.136
13
–13.933
In 2007 en 2008 bestaat het Uitgekeerd dividend uit betaald dividend op gewone aandelen. In 2009 bestaat het uit de betaling met betrekking tot de
kernkapitaaleffecten zonder stemrecht (betaling van de coupon van 2008 van EUR 425 miljoen, de terugbetalingsvergoeding van EUR 346 miljoen en de
coupon in verband met de terugbetaling van EUR 259 miljoen).
In de Liquiditeiten per 31 december 2009 zijn Liquide middelen en tegoeden bij centrale banken opgenomen van EUR 15.390 miljoen
(2008: EUR 22.045 miljoen; 2007: EUR 12.406 miljoen). Verwezen wordt naar toelichting 55 ‘Liquiditeiten’.
De referenties verwijzen naar de toelichting, beginnend op pagina 202, die onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.
ING Groep Jaarverslag 2009
95
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Geconsolideerd mutatie-overzicht eigen vermogen van ING Groep
voor de jaren eindigend 31 december
Minderheids
belangen
Totaal
38.266
2.949
41.215
–1.135
–1.135
–109
–1.244
–3.186
–925
–3.186
–925
1.132
–1.381
1.132
–1.381
5
23
31
1.137
–1.358
31
–5.495
–5.495
–50
–5.545
9.241
3.746
9.241
3.746
267
217
9.508
3.963
104
104
–2.999
–2.304
–2.999
–2.304
395
27.935
37.208
–58
2.323
–745
–3.039
–2.304
395
–58
39.531
–18.437
–18.437
–48
–18.485
2.476
746
2.476
746
2.193
–952
2.193
–952
–13.974
bedragen in miljoenen euro’s
Aandelenkapitaal
Agioreserve
Reserves
Balans per 1 januari 2007
530
8.348
29.388
Ongerealiseerde herwaardering na
belastingen
Gerealiseerde resultaten overgeheveld
naar winst of verlies
Mutatie kasstroomhedge reserve
Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen
en overlopende acquisitiekosten
Koersverschillen vreemde valuta (1)
Overige herwaarderingen
Bedragen rechtstreeks verantwoord
in het eigen vermogen
Nettoresultaat
Op aandelengebaseerde beloningen
Veranderingen in de samenstelling
van de groep
Dividend (2)
Inkoop/uitgifte eigen aandelen
Uitoefening van warrants en opties
Mutaties in minderheidsbelangen
Balans per 31 december 2007
4
391
534
8.739
Ongerealiseerde herwaardering na
belastingen
Gerealiseerde resultaten overgeheveld
naar winst of verlies
Mutatie kasstroomhedge reserve
Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen
en overlopende acquisitiekosten
Koersverschillen vreemde valuta
Overige herwaarderingen
Bedragen rechtstreeks verantwoord
in het eigen vermogen
Nettoresultaat
Emissiekosten
Op aandelengebaseerde beloningen
Uitgifte kernkapitaaleffecten zonder
stemrecht
Veranderingen in de samenstelling
van de groep
Dividend (3)
Inkoop/uitgifte eigen aandelen
Uitoefening van warrants en opties
Balans per 31 december 2008
Eigen
Kernkapitaalvermogen
(moeder- effecten zonder
stemrecht
maatschappij)
–3.186
–925
104
–745
–40
2.476
746
–134
–23
2.193
–1.086
–23
–13.974
–205
–14.179
–729
–14.703
–729
–14.703
–37
–242
–766
–14.945
–20
31
–20
31
–20
31
10.000
–44
5
495
–3.600
–1.986
443
9.182
7.657
–3.600
–2.030
448
17.334
10.000
–455
–32
10.000
1.594
–455
–3.632
–2.030
448
28.928
In 2007 zijn in de Koersverschillen vreemde valuta koersverschillen van EUR –1.153 miljoen en Gerealiseerde resultaten overgeheveld naar winst of verlies van
EUR –228 miljoen opgenomen. Verwezen wordt naar toelichting 13 ‘Eigen vermogen (moedermaatschappij)/ kernkapitaaleffecten zonder stemrecht’.
(2)
2006 slotdividend van EUR 0,73 per gewoon aandeel en 2007 interimdividend van EUR 0,66 per gewoon aandeel.
(3) 2007 slotdividend van EUR 0,82 per gewoon aandeel, 2008 interimdividend van EUR 0,74 per gewoon aandeel en slotdividend van EUR 0,425 per
kernkapitaaleffect zonder stemrecht.
(1)
96
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Geconsolideerd mutatie-overzicht eigen vermogen van ING Groep (vervolg)
bedragen in miljoenen euro’s
Balans per 31 december 2008
Ongerealiseerde herwaardering na
belastingen
Gerealiseerde resultaten overgeheveld naar
winst of verlies
Mutatie kasstroomhedge reserve
Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen
en overlopende acquisitiekosten
Koersverschillen vreemde valuta
Overige herwaarderingen
Bedragen rechtstreeks verantwoord in het
eigen vermogen
Aandelenkapitaal
Agioreserve
495
9.182
Nettoresultaat
Emissiekosten
Op aandelengebaseerde beloningen
Terugbetaling kernkapitaaleffecten
zonder stemrecht
Veranderingen in de samenstelling
van de groep
Dividend en terugbetalingsvergoeding (4)
Claimemissie
Inkoop/uitgifte eigen aandelen
Balans per 31 december 2009
(4)
Eigen Kernkapitaaleffecten
vermogen
zonder
(moederstemrecht
Reserves maatschappij)
7.657
17.334
11.874
11.874
1.554
–805
1.554
–805
–2.079
56
–2.079
56
10.600
10.000
Minderheids
belangen
Totaal
1.594
28.928
–7
11.867
1.554
–805
3
–9
–2.079
59
–9
10.600
–13
10.587
–935
9.665
–935
9.665
–118
–131
–1.053
9.534
64
–222
64
–222
–222
64
–5.000
–605
424
7.074
919
16.034
129
16.910
–605
7.498
129
33.863
–5.000
–546
–2
5.000
915
–546
–607
7.498
129
39.778
et bedrag van EUR 605 miljoen in 2009 bestaat uit de coupon (EUR 259 miljoen) en de terugbetalingsvergoeding (EUR 346 miljoen) op de terugbetaling van
H
EUR 5 miljard kernkapitaaleffecten zonder stemrecht.
In 2009 bedroegen de latente belastingen over Ongerealiseerde herwaarderingen geboekt in 2009 EUR –3.520 miljoen (2008: EUR 5.381
miljoen; 2007: EUR 1.451 miljoen). Voor verdere informatie over latente belastingen wordt verwezen naar toelichting 21 ‘Overige schulden’.
De reserves bestaan uit de herwaarderingsreserve van EUR 2.466 miljoen (2008: EUR –8.502 miljoen; 2007: EUR 4.937 miljoen),
de reserve koersverschillen vreemde valuta van EUR –2.008 miljoen (2008: EUR –1.918 miljoen; 2007: EUR –1.354 miljoen) en overige
reserves van EUR 16.452 miljoen (2008: EUR 18.077 miljoen; 2007: EUR 24.352 miljoen). De mutaties van deze reserves worden
toegelicht in toelichting 13 ‘Eigen vermogen (moedermaatschappij)/kernkapitaaleffecten zonder stemrecht’.
ING Groep Jaarverslag 2009
97
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening
van ING Groep
VASTSTELLING JAARREKENING
De geconsolideerde jaarrekening van ING Groep N.V. (ING Groep) voor het jaar eindigend op 31 december 2009 is vastgesteld door de
Raad van Bestuur op 15 maart 2010. ING Groep N.V. is opgericht en gevestigd in Amsterdam. De primaire activiteiten van ING Groep
worden beschreven in paragraaf 1.1 ‘ING in het kort’.
ALGEMENE GRONDSLAGEN
ING Groep past de International Financial Reporting Standards toe zoals aanvaard binnen de Europese Unie (‘EU’).
In 2009 zijn de volgende nieuwe of gewijzigde standaarden, interpretaties en aanpassingen van standaarden en interpretaties
van kracht geworden:
• Aanpassing van IFRS 2 ‘Share-based Payments – Vesting Conditions and Cancellations’;
• IFRS 8 ‘Operating Segments’;
• IAS 1 ‘Presentation of Financial Statements’;
• IAS 23 ‘Borrowing Costs’;
• Aanpassing van IAS 32 ‘Financial Instruments: Presentation’ en IAS 1 ‘Presentation of Financial Statements – Puttable Financial
Instruments and Obligations Arising on Liquidation’;
• Aanpassing van IFRS 1 ‘First-time Adoption of IFRS’ en IAS 27 ‘Consolidated and Separate Financial Statements – Determining the cost
of an Investment in the Separate Financial Statements’;
• IFRIC 13 ‘Customer Loyalty Programmes’;
• IFRIC 15 ‘Agreements for the Construction of Real Estate;
• IFRIC 16 ‘Hedges of a Net Investment in a Foreign Operation’;
• 2008 Annual Improvements to IFRS;
• Aanpassing van IFRS 7 ‘Improving Disclosures about Financial Instruments’;
• Aanpassing van IFRIC 9 en IAS 39 – ‘Embedded Derivatives’.
Geen van de nieuwe of gewijzigde standaarden of interpretaties had een materieel effect op het eigen vermogen en resultaat over het
jaar. De invoeringen van de aanpassing van IFRS 7 ‘Improving Disclosures about Financial Instruments’ heeft een significante impact gehad
op de toelichting van de ‘toegepaste methoden voor bepaling reële waarden van financiële activa en verplichtingen’ (de drie niveaus van
de reële waarde hiërarchie). Meer informatie is opgenomen in toelichting 34 ‘Reële waarde van financiële activa en verplichtingen’.
De volgende nieuwe of gewijzigde standaarden en interpretaties uitgegeven door de IASB zijn van toepassing voor ING Groep
vanaf 2010 (tenzij anders aangegeven) wanneer deze ook goedgekeurd zijn door de EU:
• Aanpassing van IFRS 1 ‘First-time adoption of IFRS’;
• IFRS 3 ‘Business Combinations’ (aangepast) en IAS 27 ‘Consolidated and Separate Financial Statements’ (aangepast);
• Aanpassing van IAS 39 ‘Financial Instruments: Recognition and Measurement – Eligible Hedged Items’;
• IFRIC 17 ‘Distributions of Non-cash Assets to Owners’;
• IFRIC 18 ‘Transfers of Assets from Customers’;
• 2009 Annual Improvements to IFRS;
• Aanpassing van IFRS 2 ‘Group Cash-settled Share-based Payment Transactions’;
• Aanpassing van IFRS 1 ‘Additional Exemptions for First-time Adopters’;
• ’Classification of Rights Issues’ (aanpassing van IAS 32), van toepassing vanaf 2011;
• Aanpassing van IAS 24 ‘Related Party Disclosures’, van toepassing vanaf 2011;
• Aanpassing van IFRIC 14 ‘Prepayments of a Minimum Funding Requirement’, van toepassing vanaf 2011;
• IFRIC 19 ‘Extinguishing Financial Liabilities with Equity Instruments’, van toepassing vanaf 2011;
• Aanpassing van IFRS 1 ‘Limited Exemption from Comparative IFRS 7 Disclosure for First-time Adopters’, van toepassing vanaf 2011.
ING Groep verwacht niet dat de invoering van deze nieuwe of gewijzigde standaarden en interpretaties een materieel effect zal hebben
op de geconsolideerde jaarrekening.
Verder is IFRS 9 ‘Financial Instruments’ gepubliceerd, welke van toepassing is vanaf 2013. Aangezien deze standaard nog niet is
goedgekeurd door de EU is deze nog geen onderdeel van IFRS-EU. Toepassing van IFRS 9 – wanneer deze is goedgekeurd door
de EU – kan een significante impact hebben op het eigen vermogen en/of resultaat van ING Groep.
De International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de EU bevatten een aantal opties voor het bepalen van de
grondslagen voor financiële verslaggeving. De grondslagen zoals toegepast door ING, inclusief de keuzes die daarbij zijn gemaakt, zijn
beschreven in de paragraaf ‘Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling’.
In dit document wordt de term ‘IFRS-EU’ gebruikt om te verwijzen naar International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen
de EU, inclusief de keuzes die ING Groep heeft gemaakt met betrekking tot de opties toegestaan onder International Financial Reporting
Standards zoals aanvaard binnen de EU.
98
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Zoals toegelicht in ‘Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling’ en in toelichting 24 ‘Derivaten en hedge accounting’ maakt ING
Groep bij het afdekken van renterisico’s gebruik van de EU ‘carve-out’ in IFRS voor reële-waardehedges op portefeuilleniveau (macrohedges).
De presentatie van, en sommige begrippen gebruikt in de geconsolideerde balans, de geconsolideerde winst-en-verliesrekening, het
geconsolideerde kasstroomoverzicht, het geconsolideerde mutatie-overzicht eigen vermogen en bepaalde toelichtingen zijn gewijzigd om
additionele en meer relevante informatie te verstrekken.
BELANGRIJKSTE WAARDERINGSGRONDSLAGEN
ING Groep heeft bepaald welke waarderingsgrondslagen het belangrijkst zijn voor haar bedrijfsactiviteiten en de interpretatie van haar
resultaten. Bij het toepassen van deze belangrijkste waarderingsgrondslagen dienen complexe of subjectieve keuzes en inschattingen te
worden gemaakt. Het betreft de regels voor het vaststellen van de verzekeringstechnische voorzieningen en overlopende acquisitiekosten,
het vaststellen van de voorzieningen voor dubieuze debiteuren, het bepalen van reële waarden van onroerend goed en financiële activa en
verplichtingen, bijzondere waardeverminderingen en de personeelsbeloningen. Deze onderwerpen zijn van fundamenteel belang voor het
bepalen van de vermogenspositie en de bedrijfsresultaten van ING Groep. Hierbij worden situaties beoordeeld, gebaseerd op financiële
gegevens en informatie die in de tijd aan verandering onderhevig zijn. Het hanteren van andere aannames of financiële gegevens kan tot
significant andere uitkomsten leiden. Voor een nadere beschouwing van deze waarderingsgrondslagen wordt verwezen naar de
betreffende toelichting op de geconsolideerde jaarrekening en naar de onderstaande informatie in de paragraaf ’Grondslagen voor
waardering en resultaatbepaling’.
VERZEKERINGSTECHNISCHE VOORZIENINGEN, OVERLOPENDE ACQUISITIEKOSTEN EN VALUE OF BUSINESS ACQUIRED (VOBA)
Het vormen van de verzekeringstechnische voorzieningen, overlopende acquisitiekosten (ook wel deferred acquisition costs, ‘DAC’) en VOBA
is een proces dat van nature is omgeven met onzekerheden. In dit proces worden aannames gedaan met betrekking tot factoren als
rechterlijke uitspraken, wetswijzigingen, sociale, economische en demografische trends, inflatie, beleggingsrendementen, gedrag van
polishouders en andere factoren en, voor levensverzekeringen, aannames met betrekking tot de ontwikkeling van sterfte en invaliditeit.
Significante aannames met betrekking tot genoemde factoren zoals de ontwikkeling van rente, sterfte en invaliditeit, claims uit hoofde van
schadeverzekeringen, beleggingsrendementen op aandelen en vastgoed, vreemde valuta en aannames voor de toereikendheid zoals
voorzieningen voor levensverzekeringsverplichtingen kunnen een materieel effect hebben op het resultaat.
Het gebruik van andere aannames voor deze factoren zou een materieel effect kunnen hebben op de verzekeringstechnische voorzieningen
en verzekeringstechnische lasten. Veranderingen in aannames kunnen op den duur leiden tot veranderingen in de verzekeringstechnische
voorzieningen. Verder kunnen sommige van deze aannames fluctueren.
Daarnaast worden de verzekeringstechnische voorzieningen, verminderd met de overlopende acquisitiekosten en VOBA, regelmatig op
toereikendheid getoetst. In de test wordt de bestaande voorziening vergeleken met de beste op dat moment beschikbare inschatting van
factoren zoals rechterlijke uitspraken, wetswijzigingen, sociale, economische en demografische trends, inflatie, beleggingsrendementen,
gedrag van polishouders ontwikkelingen met betrekking tot sterfte en invaliditeit en andere factoren. Het gebruik van andere aannames in
deze test kan leiden tot een andere uitkomst.
De verzekeringstechnische voorzieningen bevatten ook het effect van afgegeven garanties begrepen in bepaalde levensverzekeringen. Dit
effect is afhankelijk van het verschil tussen de potentiële minimale uitkeringen en het totale opgebouwde bedrag, verwachte sterfte en het
percentage van afkopen. Bij het bepalen van de potentiële minimale uitkeringen wordt ook gebruik gemaakt van aannames met betrekking
tot factoren zoals inflatie, beleggingsrendementen, gedrag van polishouders, ontwikkeling van sterfte en invaliditeit en andere factoren. Het
gebruik van andere aannames voor deze factoren zou een materieel effect kunnen hebben op de hoogte van de verzekeringstechnische
voorzieningen en verzekeringstechnische lasten.
Het proces van het bepalen van de methodologie en de aannames voor de verzekeringstechnische voorzieningen, DAC en VOBA wordt
beheerst door ING Verzekeringen risicomanagement zoals beschreven in de paragraaf ‘Risicobeheer’.
Zie de paragraaf ‘Risicobeheer’ voor een gevoeligheidsanalyse van verzekerings-, rente-, aandelen-, vreemde valuta- en vastgoedrisico’s op
resultaat en eigen vermogen. Deze gevoeligheidsanalyses zijn gebaseerd op veranderingen in veronderstellingen die het management op
balansdatum redelijk acht.
VOORZIENINGEN VOOR DUBIEUZE DEBITEUREN
De voorzieningen voor dubieuze debiteuren worden bepaald op basis van een ’incurred loss’ model. Voor het bepalen van de hoogte van
de voorzieningen voor dubieuze debiteuren (bijzondere waardevermindering) wordt gebruik gemaakt van schattingen gebaseerd op
beoordelingen van het management van het risico in de portefeuille, huidige economische omstandigheden, geleden verliezen in de
laatste jaren en trends in krediet, bedrijfstak en geografische concentraties. Veranderingen in dit soort schattingen en analyses kunnen
leiden tot wijzigingen in de voorzieningen voor dubieuze debiteuren over de perioden.
Het vaststellen van een bijzondere waardevermindering en het bepalen van de realiseerbare waarde is een van nature met onzekerheden
omgeven proces waarbij gebruik wordt gemaakt van diverse aannames en omstandigheden, zoals de kredietwaardigheid van de
tegenpartij, de verwachte toekomstige kasstromen, marktprijzen en verwachte verkoopprijzen.
ING Groep Jaarverslag 2009
99
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Toekomstige kasstromen in een portefeuille van financiële activa, die collectief worden beoordeeld op bijzondere waardevermindering,
worden geschat op basis van de contractueel overeengekomen kasstromen en historische ervaringen met kredietverliezen op activa met
gelijkwaardige kredietkenmerken op portefeuilleniveau. De historische ervaringen met kredietverliezen worden aangepast voor recent
waargenomen ontwikkelingen om de effecten van de huidige marktomstandigheden weer te geven die nog niet in de historische ervaring
met kredietverliezen tot uitdrukking zijn gekomen en om effecten te elimineren van omstandigheden die niet langer actueel zijn. De recent
waargenomen ontwikkelingen kunnen veranderingen bevatten met betrekking tot werkloosheidcijfers, prijzen van vastgoed en
handelsgoederen. De methodologie en aannames voor het schatten van toekomstige kasstromen worden regelmatig herzien om
mogelijke verschillen tussen geschatte en werkelijke verliezen te beperken.
REËLE WAARDEN VAN BELEGGINGEN IN ONROEREND GOED
Beleggingen in onroerend goed worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardemutaties in de winst-en-verliesrekening worden
verwerkt. De reële waarden van beleggingen in onroerend goed zijn gebaseerd op recente taxaties uitgevoerd door onafhankelijke,
gekwalificeerde taxateurs. De reële waarde vertegenwoordigt het bedrag voor welke het vastgoed verhandeld zou kunnen worden op de
taxatiedatum tussen een bereidwillige koper en een bereidwillige verkoper in een ‘at arm’s length’ transactie na goed marktonderzoek
waarbij de partijen beide goed geïnformeerd, zorgvuldig en zonder verplichting handelen. De waarderingen zijn gebaseerd op de
veronderstelling dat het onroerend goed verhuurd is en verkocht aan derden gebaseerd op de actuele huurstand. De waarderingen zijn
gebaseerd op de contante kasstroomanalyse van elk onroerend goed. De contante-kasstroomanalyse is gebaseerd op de berekeningen
van de toekomstige huuropbrengsten in overeenstemming met de voorwaarden van bestaande huurovereenkomsten en inschattingen
van de verhuurde waarden wanneer de huurovereenkomsten aflopen.
Elke verslagperiode wordt voor ieder vastgoedobject intern een taxatierapport opgesteld of dit wordt door een onafhankelijk externe
taxateur gedaan. Bij interne waardebeoordeling wordt gebruik gemaakt van indexatie. De index is gebaseerd op de resultaten van externe
taxaties uitgevoerd in die periode. Markttransacties en verkopen van onroerend goed worden gebruikt als onderdeel van de procedure ter
toetsing van de indexatiemethodologie. Taxaties welke eerder in het verslagjaar uitgevoerd zijn worden indien noodzakelijk om de situatie
per jaareinde weer te geven, herzien.
Bij de waardering van onroerend goed wordt gebruik gemaakt van inschattingen en technieken. Het gebruik van verschillende
inschattingen en technieken zou tot significant afwijkende aanpassingen en waarderingen kunnen leiden.
REËLE WAARDEN VAN FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN
De reële waarden van financiële activa en verplichtingen worden bepaald aan de hand van beurskoersen als deze beschikbaar zijn. Zulke
beurskoersen worden primair verkregen van handelsprijzen voor genoteerde instrumenten. Wanneer een handelsprijs niet beschikbaar is
worden marktprijzen gebruikt van onafhankelijke handelaren/marktpartijen, effectenmakelaars en beursmakelaars. Over het algemeen
worden financiële activa gewaardeerd tegen de biedprijs en financiële verplichtingen tegen de laatprijs. In het geval dat posities tegen
middenkoers worden gewaardeerd, wordt een correctie op de reële waarde berekend.
In bepaalde markten welke significant minder actief of inactief zijn geworden kan voor dezelfde belegging de reikwijdte van de prijzen
van de verschillende prijsbronnen significant zijn. Het selecteren van de meest geschikte prijs tussen deze uitersten vereist
inschattingsvermogen. Het selecteren van verschillende prijzen kan materieel verschillende reële waardebepalingen veroorzaken.
Voor bepaalde financiële activa en verplichtingen is geen beurskoers beschikbaar. Voor deze financiële activa en verplichtingen
wordt de reële waarde bepaald met behulp van waarderingstechnieken. Deze waarderingstechnieken variëren van netto contante
waardeberekening tot waarderingsmodellen waarbij rekening wordt gehouden met relevante prijsfactoren waaronder marktprijzen
van de onderliggende instrumenten waaraan gerefereerd wordt, marktparameters (volatiliteiten, correlaties, kredietwaardigheid) en
cliëntgedrag. Alle gebruikte waarderingstechnieken worden intern beoordeeld en goedgekeurd. De meeste gegevens die in deze
waarderingstechnieken worden gebruikt worden dagelijks gevalideerd.
Waarderingstechnieken zijn van nature subjectief. Het vaststellen van de reële waarde van bepaalde financiële activa en verplichtingen is
dan ook in belangrijke mate afhankelijk van inschattingen. Waarderingstechnieken bevatten diverse veronderstellingen met betrekking tot
prijsfactoren. Het gebruik van andere waarderingtechnieken en aannames zou tot materieel afwijkende schattingen van reële waarden
kunnen leiden.
Prijstesten worden uitgevoerd om vast te stellen of het waarderingsproces heeft geleid tot de juiste reële waarde van de positie en of deze
waarderingen correct tot uitdrukking zijn gekomen in de winst-en-verliesrekening. Het doel van deze prijstesten is het minimaliseren van
het mogelijke risico op economische verliezen veroorzaakt door materieel onjuiste of verkeerd gebruikte modellen.
Zie toelichting 34 ‘Reële waarden van financiële activa en verplichtingen’ voor de wijze waarop reële waarden van financiële instrumenten
worden bepaald en gerelateerde gevoeligheden.
100
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN
De inschatting van bijzondere waardeverminderingen is een complex proces. Inherent aan dit proces is het grote belang van aannames
en onzekerheden, deze kunnen een significant effect hebben op de geconsolideerde jaarrekening van ING Groep. Bijzondere
waardeverminderingen hebben met name een grote invloed op twee posten: schuldbewijzen en aandelen beschikbaar voor verkoop
en immateriële vaste activa, inclusief goodwill.
Aandelen en schuldbewijzen welke niet zijn opgenomen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat dienen elke
rapportage periode getoetst te worden op eventuele bijzondere waardeverminderingen. De boekwaarde wordt beoordeeld om vast te
stellen of een bijzondere waardevermindering is opgetreden. Deze beoordeling omvat zowel getalsmatige als inhoudelijke overwegingen.
Voor schuldbewijzen worden onder andere beoordeeld de verwachte en reeds opgetreden kredietverliezen, bijvoorbeeld door
wanbetaling, marktgegevens over verwachte en reeds opgetreden kredietverliezen en overig bewijsmateriaal dat de uitgever niet aan
haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Een bijzondere waardevermindering wordt geboekt op aandelen wanneer het management
van mening is dat er een significante en/of langdurige waardevermindering is opgetreden. Een dergelijke waardevermindering is een
indicatie dat de verwervingsprijs niet terugverdiend wordt. De betekenis van ‘significant’ en ‘langdurig’ wordt op individueel niveau voor
elke aandelenbelegging apart geïnterpreteerd, in het algemeen gelden een waardedaling van 25% en een tijdsduur van zes maanden
als indicatoren.
Een bijzondere waardevermindering op schuldbewijzen wordt opgenomen voor het bedrag ter grootte van het verschil tussen de
geamortiseerde kostprijs en de reële waarde. Dit verschil wordt overgeheveld van de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen
naar de winst-en-verliesrekening. Bijzondere waardeverminderingen op schuldbewijzen kunnen worden teruggenomen wanneer het
bedrag van de bijzondere waardeverminderingen in een volgende periode afneemt en de daling objectief in verband kan worden
gebracht met een gebeurtenis die na de afboeking plaatsvond. Bijzondere waardeverminderingen op aandelenbeleggingen kunnen
niet worden teruggenomen.
Bijzondere waardeverminderingen op overige schuldinstrumenten (leningen en vorderingen en tot einde looptijd aangehouden
beleggingen) zijn onderdeel van de voorzieningen voor dubieuze debiteuren zoals hierboven beschreven.
Toetsing van immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur, inclusief goodwill en overige immateriële vaste activa, op bijzondere
waardeverminderingen geschiedt minimaal jaarlijks. Wanneer er aanwijzingen zijn dat er een bijzondere waardevermindering opgetreden
is, kan er ook tussentijds een toets plaatsvinden. Goodwill wordt getoetst door de boekwaarde van de rapporterende eenheid (inclusief
goodwill) te vergelijken met de reële waarde minus verkoopkosten van de rapporterende eenheid waaraan de goodwill is toegewezen.
Een rapporterende eenheid is het laagste niveau waarop goodwill gevolgd wordt. Immateriële vaste activa wordt getoetst op bijzondere
waardeverminderingen door de boekwaarde te vergelijken met de beste inschatting van de realiseerbare waarde.
Het vaststellen van bijzondere waardeverminderingen is een inherent onzeker proces waarbij gebruik gemaakt wordt van verschillende
aannames en factoren, waaronder de financiële positie van de tegenpartij, verwachte toekomstige kasstromen, statistische data omtrent
verliezen, disconteringspercentages, waarneembare marktprijzen, etc. Inschattingen en aannames zijn gebaseerd op de beoordeling van
het management en overige informatie welke beschikbaar is voordat de jaarrekening vastgesteld wordt. Materieel afwijkende resultaten
kunnen ontstaan wanneer omstandigheden wijzigen en aanvullende informatie bekend wordt.
PERSONEELSBELONINGEN
Groepsmaatschappijen zijn met een groot deel van hun medewerkers verschillende defined benefit plans (toegezegde pensioenregelingen)
overeengekomen.
De voorziening voor defined benefit plans is de contante waarde van de pensioenverplichtingen op balansdatum verminderd met de reële
waarde van de beleggingen, aangepast voor niet-verantwoorde resultaten en kosten met betrekking tot verstreken dienstjaren.
De voorziening voor defined benefit plans wordt bepaald aan de hand van interne en externe actuariële modellen en berekeningen.
De pensioenverplichtingen worden berekend in overeenstemming met de projected unit credit method. Inherent aan deze actuariële
modellen is het gebruik van aannames met betrekking tot disconteringsvoeten, stijgingspercentage van toekomstige salarissen en
beloningsniveaus, sterftecijfers, trends in kosten voor gezondheidszorg, de consumenten prijsindex en het verwachte
beleggingsrendement. De aannames worden jaarlijks geactualiseerd en zijn gebaseerd op beschikbare marktinformatie en
beleggingsrendementen uit het verleden.
De actuariële aannames kunnen aanmerkelijk verschillen met de werkelijke resultaten vanwege veranderingen in marktomstandigheden,
economische en sterftetrends en andere aannames. Iedere verandering in deze aannames kan een aanzienlijke invloed hebben op de
hoogte van de voorziening voor defined benefit plans en de toekomstige pensioenlasten. Verschillen tussen het verwachte en werkelijke
rendement op beleggingen door veranderingen in actuariële aannames en aanpassingen van ervaringscijfers worden niet in de winst-enverliesrekening verantwoord, tenzij het totaal van de cumulatieve wijzigingen buiten een bandbreedte van 10% van de grootste van de
verplichting uit hoofde van de regeling óf de reële waarde van de bijhorende beleggingen valt. Het deel dat buiten de bandbreedte valt,
wordt ten gunste of ten laste van de winst-en-verliesrekening gebracht over het verwachte gemiddeld resterend aantal dienstjaren van de
deelnemers. Zie toelichting 21 ‘Overige schulden’ voor de gewogen gemiddelden van de belangrijkste actuariële veronderstellingen met
betrekking tot de pensioenverplichtingen en overige verplichtingen uit hoofde van vergoedingen na uitdiensttreding.
ING Groep Jaarverslag 2009
101
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
GRONDSLAGEN VOOR CONSOLIDATIE
ING Groep (‘de Groep’) omvat ING Groep N.V., ING Verzekeringen N.V., ING Bank N.V. en alle andere groepsmaatschappijen. De
geconsolideerde jaarrekening van ING Groep omvat de jaarrekeningen van ING Groep N.V. en alle maatschappijen waarin ING Groep
of direct of indirect overheersende zeggenschap heeft middels het bezit van meer dan de helft van de stemrechten, danwel waarin
ING Groep zeggenschap heeft om het operationele en financiële beleid te sturen, via onder andere de volgende situaties:
• De macht om de meerderheid van de bestuurders te benoemen of te ontslaan;
• Op grond van de statuten of een overeenkomst zeggenschap verkrijgt over het operationele en financiële beleid; en
• Krachtens een overeenkomst met andere investeerders zeggenschap verkrijgt over meer dan de helft van de stemrechten.
Toelichting 29 ‘Belangrijkste dochterondernemingen’ bevat een lijst met de belangrijkste dochterondernemingen.
Het bestaan van potentiële stemrechten die direct uitoefenbaar of converteerbaar zijn worden in overweging genomen bij de beoordeling
of een onderneming beschikkingsmacht heeft over een andere onderneming. Voor belangen in beleggingsfondsen wordt bij het bepalen
of ING Groep overheersende zeggenschap heeft rekening gehouden met ING Groeps financiële belang voor eigen rekening en de rol van
ING Groep als fondsbeheerder.
De bedrijfsresultaten en het nettovermogen zijn opgenomen in de winst-en-verliesrekening en de balans vanaf het moment dat
overheersende zeggenschap is verkregen tot het moment dat geen sprake meer is van overheersende zeggenschap. Bij verkoop wordt
het verschil tussen de verkoopprijs minus de direct toe te rekenen transactiekosten, en het nettovermogen verwerkt in het resultaat.
Wanneer ING Groep met een externe partij is overeengekomen een groepsmaatschappij te verkopen maar er nog geen juridische
overdracht heeft plaatsgevonden is het mogelijk dat deze op balansdatum nog steeds onder de beschikkingsmacht van ING Groep valt.
In dat geval blijft de betreffende groepsmaatschappij opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening. Een dergelijk groepsmaatschappij
kan als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan kwalificeren als een groep van activa welke wordt afgestoten en geclassificeerd als
aangehouden voor verkoop. Een groep van activa welke wordt afgestoten classificeert als aangehouden voor verkoop als de boekwaarde
hoofdzakelijk zal worden gerealiseerd in een verkooptransactie en niet door het voortgezette gebruik ervan. Voorwaarden voor deze
classificatie is dat de verkoop zeer waarschijnlijk is en de groep van activa welke wordt afgestoten direct beschikbaar is voor verkoop in
haar huidige staat. Verder moet het management zich gecommitteerd hebben aan de verkoop, waarvan de verwachting is dat deze
binnen één jaar na het moment van classificatie als aangehouden voor verkoop plaats zal vinden.
Alle intercompanytransacties, -saldi en ongerealiseerde winsten of verliezen op intercompanytransacties worden geëlimineerd.
Waarderingsgrondslagen van groepsmaatschappijen worden waar nodig aangepast om ze in overeenstemming te brengen met
die van ING Groep. De rapportagedata van groepsmaatschappijen zijn in het algemeen hetzelfde als die van ING Groep N.V.
ING Groep past proportionele consolidatie toe op haar aandeel in joint ventures. Bij de proportionele consolidatie worden activa en
verplichtingen, baten en lasten en kasstromen naar evenredigheid van het belang opgenomen. Resultaten op transacties met joint
ventures worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord voor het belang van andere deelnemers in de joint venture. Als ING Groep
activa van de joint venture koopt, wordt het aandeel van ING Groep in de winst van de joint venture op die verkoop pas verantwoord als
de activa zijn (door)verkocht aan een derde. Verliezen op vlottende activa of bijzondere waardeverminderingen van vaste activa worden
direct verantwoord in de winst-en-verliesrekening.
GEBRUIK VAN SCHATTINGEN EN AANNAMES
Bij het opstellen van een jaarrekening is het gebruik van schattingen en veronderstellingen noodzakelijk. Deze schattingen en
veronderstellingen zijn van invloed op de gerapporteerde omvang van de activa en het vreemd vermogen, de omvang van de
voorwaardelijke verplichtingen per balansdatum en de gerapporteerde baten en lasten over het boekjaar. De werkelijke uitkomsten
kunnen afwijken van deze schattingen.
Het proces van vaststellen van aannames is omgeven door interne controle procedures en autorisaties en daarbij wordt gebruik gemaakt
van interne en externe onderzoeken, statische informatie met betrekking tot de bedrijfstak, omgevingsfactoren en trends alsmede
toezichtsvereisten.
GESEGMENTEERDE INFORMATIE
Een operationeel segment is een onderdeel van de Groep dat producten voortbrengt of diensten verleent met een rendement- en
risicoprofiel dat afwijkt van die van andere operationele segmenten. Een geografisch gebied is een onderdeel van de Groep dat producten
verkoopt of diensten verleent in een geografisch gebied dat een van andere geografische gebieden afwijkend rendements- en risicoprofiel
heeft. De geografische analyses zijn gebaseerd op de vestigingsplaats van het kantoor waar de transacties zijn geïnitieerd.
ANALYSE VAN HET VERZEKERINGSBEDRIJF
Wanneer bedragen in verband met het verzekeringsbedrijf worden gesplitst in ‘leven’ en ‘schade’, dan worden de verzekeringen voor
ziekte en invaliditeit begrepen onder ‘leven’ aangezien deze grotendeels dezelfde karakteristieken hebben als de levensverzekeringen.
102
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
VREEMDE VALUTA
Functionele valuta en rapporteringsvaluta
Balansposten van elke groepsmaatschappij worden gewaardeerd in de valuta van de economische omgeving waarin de entiteit
voornamelijk haar bedrijfsactiviteiten uitoefent (de functionele valuta). De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in euro, de
functionele valuta en rapporteringsvaluta van ING Groep N.V.
Transacties en balansposten
Transacties in vreemde valuta worden bij de eerste verwerking omgerekend naar de functionele valuta tegen de koers die geldt op de
transactiedatum. Koersverschillen die optreden bij de afwikkeling van deze transacties dan wel bij de omrekening van monetaire posten in
vreemde valuta worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening, behalve als deze onderdeel uitmaken van een kasstroomhedge of een
hedge van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen waarbij koersverschillen worden verantwoord in het eigen vermogen.
Voor niet-monetaire posten die worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij de waardemutaties in het resultaat worden beschouwd,
worden koersverschillen verantwoord als onderdeel van deze waardemutaties. Omrekening naar rapporteringsvaluta gebeurt voor deze
posten gelijktijdig met de bepaling van de reële waarde. Voor niet-monetaire posten waarbij waardemutaties in het eigen vermogen
worden verantwoord worden koersverschillen in de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen verwerkt.
Koersverschillen in de winst-en-verliesrekening worden in het algemeen opgenomen in Netto handelsresultaat. Onder toelichting 41
‘Netto handelsresultaat’ zijn de bedragen uiteengezet die zijn opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Koersverschillen die betrekking
hebben op de verkoop van schuldbewijzen en aandelen beschikbaar voor verkoop worden als een inherent onderdeel beschouwd van de
gerealiseerd resultaten en verantwoord onder Opbrengst beleggingen. Zoals hieronder toegelicht bij Groepsmaatschappijen worden
koersverschillen uitgesteld in het eigen vermogen en verwerkt in het resultaat bij verkoop van de groepsmaatschappijen. Onder toelichting
13 ‘Eigen vermogen (moedermaatschappij)/ kernkapitaaleffecten zonder stemrecht’ zijn de bedragen uiteengezet die zijn opgenomen in
de winst-en-verliesrekening.
Groepsmaatschappijen
De activa, verplichtingen, baten en lasten van groepsmaatschappijen met een andere functionele valuta dan de rapporteringsvaluta
worden als volgt omgerekend:
• Activa en verplichtingen worden omgerekend tegen de slotkoers op de balansdatum;
• Baten en lasten worden omgerekend tegen gemiddelde koersen. Indien dit gemiddelde geen redelijke benadering is van verwerking
tegen de koersen op transactiedatum, worden baten en lasten omgerekend tegen de koersen op transactiedatum;
• Het resulterende omrekeningsverschil wordt in een aparte reserve in het eigen vermogen verwerkt.
Bij consolidatie worden valutakoersverschillen op monetaire posten die onderdeel uitmaken van een netto-investering in buitenlandse
bedrijfsonderdelen verantwoord in het eigen vermogen. Tevens worden van schulden en andere posten die zijn aangemerkt als
afdekkingsinstrumenten van een dergelijke investering de koersverschillen in het eigen vermogen verwerkt. Bij verkoop van een
buitenlands bedrijfsonderdeel wordt het aan dit bedrijfsonderdeel gerelateerde deel van de reserve valutakoersverschillen in het
resultaat verantwoord als onderdeel van het resultaat op verkoop.
Goodwill en aanpassingen van de reële waarde die het gevolg zijn van acquisities van buitenlandse entiteiten worden gezien als activa
en verplichtingen van het buitenlandse bedrijfsonderdeel en verwerkt tegen de koers op balansdatum.
REËLE WAARDEN FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN
De reële waarden van financiële instrumenten zijn gebaseerd op beurskoersen per balansdatum als deze beschikbaar zijn. Voor financiële
activa wordt de biedprijs gehanteerd, voor financiële verplichtingen is dat de laatprijs.
De reële waarde van financiële instrumenten die niet worden verhandeld op actieve markten wordt bepaald met behulp van
waarderingstechnieken. De Groep gebruikt hiervoor verschillende methoden en hanteert veronderstellingen gebaseerd op de
marktomstandigheden op de balansdatum.
In toelichting 34 ‘Reële waarde van activa en verplichtingen’ zijn de grondslagen voor de bepaling van de reële waarden van de financiële
instrumenten opgenomen.
FINANCIËLE ACTIVA
In de balans opnemen van financiële activa
De aankoop of verkoop van financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat, geclassificeerd als aangehouden
tot einde looptijd of financiële activa beschikbaar voor verkoop die volgens standaard marktconventies worden afgewikkeld, worden,
opgenomen op de transactiedatum, de datum waarop de Groep zich verbindt om het actief te kopen of te verkopen. Leningen en
vorderingen worden verwerkt op de afwikkelingsdatum, de datum dat de Groep het actief ontvangt of levert.
ING Groep Jaarverslag 2009
103
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Niet langer in de balans opnemen van financiële activa
Financiële activa worden niet langer in de balans opgenomen als de Groep geen recht meer heeft op de kasstromen van het actief of
wanneer de Groep nagenoeg alle risico’s en voordelen verbonden aan het actief heeft overgedragen. Als de Groep noch nagenoeg alle
risico’s en voordelen heeft overgedragen, noch heeft behouden, wordt een financieel actief niet langer in de balans opgenomen, wanneer
de Groep geen aanhoudende betrokkenheid over het actief meer heeft. Bij overdracht van een financieel actief waar de Groep nog wel de
aanhoudende beschikkingsmacht over het actief heeft, blijft het actief in de balans opgenomen. De mate waarin de Groep blootgesteld is
aan veranderingen in de waarde van het actief is hierin bepalend.
Gerealiseerde resultaten op beleggingen
Gerealiseerde resultaten op beleggingen worden bepaald als het verschil tussen de verkoopopbrengst en de (geamortiseerde) kostprijs. Voor
aandelen wordt de kostprijs bepaald door middel van een gewogen gemiddelde per portefeuille. Voor schuldbewijzen wordt de kostprijs
bepaald op individueel niveau.
CLASSIFICATIE VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN
Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat
Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat bevatten aandelen, schuldbewijzen, derivaten, leningen en
vorderingen en overig en bestaan uit de volgende categorieën: activa aangehouden voor handelsdoeleinden, niet-handelsderivaten,
financiële activa die door het management zijn aangewezen en zijn geclassificeerd als financiële activa tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat en beleggingen voor risico van polishouders.
Financiële activa worden geclassificeerd tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat als deze worden aangehouden voor
handelsdoeleinden of als deze activa als zodanig zijn geclassificeerd door de Groep. Classificatie door de Groep vindt alleen plaats als dit
een asymmetrie in de waardering vermindert, of als de gerelateerde activa en verplichtingen op basis van hun reële waarde worden
beheerd.
Beleggingen voor risico van polishouders zijn beleggingen waarvoor alle waardemutaties worden gecompenseerd door aanpassingen van
de verzekeringstechnische voorzieningen. De transactiekosten worden bij de eerste verwerking verantwoord in de winst-enverliesrekening. Rentebaten op Schuldbewijzen en Leningen en vorderingen geclassificeerd als activa tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat zijn opgenomen in Rentebaten uit bancaire activiteiten en Opbrengsten beleggingen in de winst-enverliesrekening met gebruikmaking van de effectieve-rentemethode.
Dividendopbrengsten op aandelen geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat zijn opgenomen
in Opbrengst beleggingen en worden over het algemeen verwerkt als het dividend is vastgesteld. Beleggingsresultaat uit hoofde van
beleggingen voor risico van polishouders worden geclassificeerd als Beleggingsresultaat voor risico van polishouders. Voor meer informatie
over derivaten wordt verwezen naar ‘Derivaten en hedge accounting’. De veranderingen in de reële waarde van alle andere financiële
activa geclassificeerd tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat worden zijn opgenomen in Netto handelsresultaat.
Beleggingen
Beleggingen (inclusief leningen die genoteerd zijn op een actieve markt) worden ofwel geclassificeerd als aangehouden tot einde looptijd
ofwel als beschikbaar voor verkoop en worden bij de eerste verwerking verantwoord tegen reële waarde vermeerderd met de
transactiekosten. Effecten en leningen die genoteerd zijn op een actieve markt, en die een vaste looptijd hebben, worden geclassificeerd
als aangehouden tot einde looptijd als de Groep de intentie en de mogelijkheid heeft om de effecten aan te houden tot het einde van de
looptijd. Effecten in de beleggingsportefeuille en verhandelbare leningen die worden aangehouden voor een onbepaalde tijd en kunnen
worden verkocht als gevolg van liquiditeitsbehoefte, veranderingen in de rente, valutakoersen en aandelenkoersen, worden geclassificeerd
als beschikbaar voor verkoop.
Financiële activa beschikbaar voor verkoop
Financiële activa beschikbaar voor verkoop bevatten schuldbewijzen beschikbaar voor verkoop en aandelen beschikbaar voor verkoop.
Financiële activa die beschikbaar zijn voor verkoop worden bij eerste verwerking verantwoord tegen reële waarde, vermeerderd met de
transactiekosten. Voor schuldbewijzen die beschikbaar zijn voor verkoop wordt het verschil tussen kostprijs en nominale waarde
geamortiseerd over de resterende looptijd. Rentebaten worden verantwoord met gebruikmaking van de effectieve-rentemethode. Voor
verkoop beschikbare financiële activa worden verantwoord tegen reële waarde. Rentebaten op schuldbewijzen beschikbaar voor verkoop
zijn opgenomen in de Rentebaten uit de bancaire activiteiten en de Opbrengsten beleggingen in de winst-en-verliesrekening met
gebruikmaking van de effectieve-rentemethode. Dividendopbrengsten op aandelen beschikbaar voor verkoop zijn opgenomen in
Opbrengst beleggingen en worden over het algemeen verwerkt als het dividend is vastgesteld. Ongerealiseerde waardemutaties worden
verantwoord in het eigen vermogen. Bij verkoop van de stukken wordt de cumulatieve waardemutatie in het resultaat verantwoord onder
Opbrengst beleggingen. Voor bijzondere waardeverminderingen van financiële activa beschikbaar voor verkoop wordt verwezen naar de
paragraaf Bijzondere waardeverminderingen. Beleggingen in schuldbewijzen welke gevoelig zijn voor vooruitbetalingen, zoals ‘InterestOnly’ en ‘Principal-Only’ coupons, worden over het algemeen geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop.
104
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Tot einde looptijd aangehouden beleggingen
Financiële activa, niet zijnde derivaten, met vaste of bepaalde betalingen en vaste looptijd waarvoor de Groep de intentie en mogelijkheid
heeft om deze tot het einde van de looptijd aan te houden en die zijn geclassificeerd als tot einde looptijd aangehouden beleggingen
worden bij eerste verwerking verantwoord tegen reële waarde vermeerderd met de transactiekosten. Na eerste verwerking worden
deze verantwoord tegen geamortiseerde kostprijs gebruikmakend van de effectieve-rentemethode, verminderd met bijzondere
waardeverminderingen. Rentebaten op schuldbewijzen aangehouden tot het einde van de looptijd zijn opgenomen in de Rentebaten in
de winst-en-verliesrekening met gebruikmaking van de effectieve-rentemethode. Tot einde looptijd aangehouden beleggingen bevatten
alleen schuldbewijzen.
Leningen en vorderingen
Leningen en vorderingen zijn financiële activa, niet zijnde derivaten, met vaste of bepaalde betalingen die niet genoteerd staan op een
actieve financiële markt. Deze worden bij de eerste verwerking verantwoord tegen reële waarde vermeerderd met de transactiekosten. Na
eerste verwerking worden deze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs gebruikmakend van de effectieve-rentemethode, verminderd
met bijzondere waardeverminderingen. Leningen en vorderingen bevatten: Liquide middelen en tegoeden bij centrale banken, Bankiers,
Kredieten en Overige activa en zijn weergegeven in deze balansposten. Rentebaten op leningen en vorderingen zijn opgenomen in de
Rentebaten en de Opbrengsten beleggingen in de winst-en-verliesrekening met gebruikmaking van de effectieve-rentemethode.
Kredietrisicobeheer classificatie
Toelichting met betrekking tot kredietrisicobeheer zijn opgenomen in de paragraaf ‘Risicobeheer’. De relatie tussen de risicoclassificaties
in die paragraaf en de bovenstaande classificaties wordt hieronder uitgelegd:
• Kredietverleningsrisico ontstaat wanneer ING Groep een lening verstrekt aan een cliënt of garanties afgeeft uit naam van de cliënt
en heeft hoofdzakelijk betrekking op de balansclassificatie Kredieten en niet uit de balansblijkende verplichtingen, bijvoorbeeld
verplichtingen onder financiële garantiestellingen en accreditieven;
• Beleggingsrisico betreft het risico van in gebreke blijven dat is verbonden aan de beleggingsportefeuille van ING Groep en welke onder
andere betrekking heeft op de balansclassificaties Beleggingen (beschikbaar voor verkoop en aangehouden tot einde looptijd) en
Leningen;
• Geldmarktrisico ontstaat wanneer ING Groep kortlopende termijndeposito’s plaatst bij een tegenpartij om zo het liquiditeitsoverschot
te beheersen en heeft hoofdzakelijk betrekking op de balansclassificatie Bankiers;
• Pre-settlement risico ontstaat wanneer de tegenpartij bij een transactie in gebreke blijft voordat afwikkeling heeft plaatsgevonden
en ING Groep het contract moet vervangen met een transactie met een andere tegenpartij tegen de dan geldende marktprijs (welke
mogelijk minder gunstig is). De classificatie van pre-settlement risico heeft hoofdzakelijk betrekking op de balanspost Financiële activa
tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat (zoals activa voor handelsdoeleinden en niet-handelsderivaten) en
effectenfinanciering;
• Settlement risico ontstaat wanneer waarden worden uitgewisseld (fondsen, financiële instrumenten of grondstoffen) met dezelfde of
verschillende valutadata en de ontvangst niet wordt vastgelegd of verwacht voordat ING haar eigen deel van de transactie heeft voldaan
of geleverd. Settlement risico heeft hoofdzakelijk betrekking op het risico dat ontstaat bij verkoop van financiële instrumenten welke
classificeren als Financiële activa met waardemutaties in het resultaat (zoals activa voor handelsdoeleinden en niet-handelsderivaten)
en Beleggingen (beschikbaar voor verkoop en aangehouden tot einde looptijd).
DERIVATEN EN HEDGE ACCOUNTING
Derivaten worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde op het moment van het aangaan van het contract. Na
eerste verwerking wordt het derivaat gewaardeerd tegen reële waarde. Reële waarden worden gebaseerd op beurskoersen of op
waarderingtechnieken waarbij gebruik wordt gemaakt van kasstroommodellen en optiewaarderingsmodellen. Derivaten met een
positieve marktwaarde worden als activa gepresenteerd, derivaten met een negatieve marktwaarde als vreemd vermogen.
Bepaalde contracten die dienen om bescherming van kredieten tegen kredietrisico te kopen of te verkopen, zoals credit default swaps
zijn juridisch gezien derivaten, maar worden verantwoord als financiële garanties.
Bepaalde in andere contracten besloten derivaten worden gewaardeerd als een apart derivaat als geen nauw verband bestaat tussen de
economische kenmerken en risico’s van het in een contract besloten derivaat en die van het basiscontract, als het basiscontract niet tegen
reële waarde met waardemutaties door het resultaat is gewaardeerd en als een afzonderlijk instrument met dezelfde kenmerken zou
voldoen aan de definitie van een derivaat. Deze in een ander contract besloten derivaten worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij
waardemutaties in het resultaat worden verwerkt. Deze waardering vindt plaats wanneer de Groep een contract aangaat. Het later
opnieuw beoordelen van het contract vindt alleen plaats wanneer een wijziging in de contractvoorwaarden optreedt, welke de verwachte
kasstromen aanzienlijk beïnvloedt.
Als het derivaat onderdeel uitmaakt van een afdekkingsrelatie worden de waardemutaties anders verantwoord dan wanneer dit niet het
geval is. Daarnaast is ook het soort afdekking van invloed op de verwerking. Derivaten kunnen door de Groep worden aangemerkt als
afdekking van de reële waarde van een actief of verplichting of van een vastgesteld deel daarvan (reële-waardehedge), afdekking van
toekomstige kasstromen die toe te rekenen zijn aan een actief of verplichting of een verwachte transactie (kasstroomhedge), of afdekking
van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen. Alleen indien aan bepaalde criteria is voldaan wordt hedge accounting voor
deze afdekkingstransacties toegepast.
ING Groep Jaarverslag 2009
105
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Bij het afsluiten van afdekkingstransacties documenteert ING Groep de relatie tussen het afdekkingsinstrument en de afgedekte positie, de
doelstellingen ten aanzien van risicobeheer en de gebruikte methode ter beoordeling van de effectiviteit van de afdekkingstransactie. De
Groep documenteert ook de beoordeling of de afdekking bij zowel het aangaan van de transactie als gedurende de transactie in hoge
mate effectief is in het bereiken van compensatie van aan het afgedekte risico toe te rekenen veranderingen in reële waarde of
kasstromen.
Bij het afdekken van renterisico’s maakt ING Groep gebruik van de EU ‘carve-out’ in IFRS, welke toestaat om reële-waardehedges toe te
passen op portefeuilleniveau (‘macro hedging’). De EU ‘carve-out’ maakt het mogelijk om een groep van derivaten (gedeeltelijk) onderdeel
uit te laten maken van een afdekkingstransactie en neemt bepaalde beperkingen met betrekking tot het afdekken van core deposits en
het niet geheel afdekken van risico’s ongedaan. Door gebruik te maken van de EU ‘carve-out’ kunnen core deposits onderdeel worden
gemaakt van een afdekkingsrelatie en is er alleen sprake van ineffectiviteit als het bedrag aan kasstromen in een bepaald tijdsinterval
onder het in de afdekkingsrelatie aangewezen bedrag valt.
Ook bij het afdekken van renterisico’s voor de retailactiviteiten maakt ING Groep gebruik van de EU ‘carve-out’ in IFRS voor reëlewaardehedges toe te passen op portefeuilleniveau (‘macro hedging’). Het nettorisico op de retailfunding (spaar- en lopende rekeningen)
en de retaillending (hypotheken) wordt afgedekt. De afdekkingsactiviteiten vinden plaats in een reële-waardehedge op portefeuilleniveau
voor de hypotheken. Veranderingen in de reële waarde van de derivaten worden in het resultaat verwerkt, samen met de aanpassing van
de reële waarde van de hypotheken (afgedekte posities) voor zover deze toe is te rekenen aan het renterisico (het afgedekte risico).
Reële-waardehedges
Samen met de waardemutaties van het afgedekte instrument die zijn toe te rekenen aan het afgedekte risico, worden de waardemutaties
van een derivaat dat onderdeel uitmaakt van een reële-waardehedge verantwoord in de winst-en-verliesrekening. Als de afdekkingsrelatie
niet langer voldoet aan de criteria voor hedge accounting, wordt de cumulatieve aanpassing van het afgedekte instrument in het geval van
schuldbewijzen geamortiseerd over de resterende looptijd van de afdekkingsrelatie of direct verantwoord zodra het afgedekte instrument
niet langer in de balans wordt opgenomen. Voor instrumenten anders dan schuldbewijzen wordt de cumulatieve aanpassing van het
afgedekte instrument pas verwerkt in het resultaat op het moment dat het afgedekte instrument niet langer in de balans is opgenomen.
Kasstroomhedges
Het effectieve deel van de reële waardemutaties van een derivaat dat onderdeel uitmaakt van een kasstroomhedge wordt verwerkt in het
eigen vermogen. Het ineffectieve deel van de waardemutaties wordt onmiddellijk verantwoord in het resultaat. Het in het eigen vermogen
opgebouwde deel van de waardemutaties wordt gelijktijdig met de resultaatverantwoording van het afgedekte instrument in het resultaat
verantwoord. Als een afdekkingsinstrument afloopt of wordt verkocht, of als de afdekkingstransactie niet langer voldoet aan de criteria
voor hedge accounting, blijft het cumulatieve deel van de waardemutaties in het eigen vermogen opgenomen. Pas als de verwachte
transactie in het resultaat wordt verwerkt, worden de waardemutaties uit het eigen vermogen gehaald en in het resultaat verwerkt. Als
een verwachte transactie niet langer waarschijnlijk is, wordt het cumulatieve deel van de waardemutaties meteen uit het eigen vermogen
gehaald en verantwoord in het resultaat.
Hedge van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen
Hedges van een netto-investering in een buitenlands bedrijfsonderdeel worden op dezelfde wijze verwerkt als kasstroomhedges. Dat
deel van de waardemutaties dat gerelateerd is aan het effectieve deel van de hedge wordt verantwoord in het eigen vermogen. Het
ineffectieve deel wordt verantwoord in het resultaat. Als het buitenlandse bedrijfsonderdeel wordt verkocht, worden de in het eigen
vermogen opgebouwde waardemutaties in het resultaat verwerkt.
Niet-handelsderivaten die niet voldoen aan de criteria voor hedge accounting
Derivaten die wel worden gebruikt als onderdeel van het risicobeheer van de Groep, maar die niet voldoen aan de criteria voor hedge
accounting, worden verantwoord als niet-handelsderivaten. Niet-handelsderivaten worden gewaardeerd tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat.
SALDERING FINANCIËLE ACTIVA EN FINANCIËLE VERPLICHTINGEN
Financiële activa en verplichtingen worden gesaldeerd en in de balans gepresenteerd voor het nettobedrag als de Groep het juridisch
afdwingbare recht tot gesaldeerde of gelijktijdige afwikkeling heeft en de intentie heeft het actief en de verplichting gesaldeerd of
gelijktijdig af te rekenen.
LENEN EN UITLENEN VAN EFFECTEN
Verkochte effecten met een overeenkomst tot terugkoop (‘repos’) blijven in de balans opgenomen. De gerelateerde verplichting
is opgenomen in de juiste balanspost. Dit kan zijn onder Bankiers, Overige leningen of Toevertrouwde middelen.
Effecten gekocht met een overeenkomst tot terugverkoop (‘reverse repos’) worden gepresenteerd onder de balanspost Bankiers
of Kredieten. Het verschil tussen de verkoopprijs en de prijs waartegen zal worden ingekocht wordt verantwoord als interest over
de ooptijd van de overeenkomst met behulp van de effectieve-rentemethode.
106
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN KREDIETEN (VOORZIENINGEN VOOR DUBIEUZE DEBITEUREN)
De Groep beoordeelt regelmatig en op elke balansdatum of voor een financieel actief of een portefeuille van financiële activa objectief
bewijs bestaat dat sprake is van een bijzondere waardevermindering. Er is slechts sprake van een bijzondere waardevermindering, die als
verlies wordt verantwoord, wanneer objectieve indicatoren van bijzondere waardevermindering bestaan als gevolg van een of meerdere
gebeurtenissen na verkrijging van het actief, maar vóór balansdatum, die een betrouwbaar te schatten invloed hebben op de verwachte
toekomstige kasstromen van het financieel actief of de portefeuille van financiële activa. Onder andere worden de volgende
omstandigheden beschouwd als objectieve indicatoren van bijzondere waardevermindering voor een financieel actief of een
portefeuille van financiële activa:
• De debiteur is failliet verklaard, heeft hier aanvraag toe gedaan of is in vergelijkbare bescherming gesteld waardoor het terugbetalen
onmogelijk wordt of wordt vertraagd;
• De debiteur heeft al bepaalde tijd een betalingsachterstand voor het terugbetalen van de hoofdsom, rente of provisies;
• De debiteur verkeert in significante financiële moeilijkheden en deze omstandigheden hebben een negatieve invloed op toekomstige
kasstromen van de vordering;
• De vordering is geherstructureerd om andere dan commerciële redenen. ING Groep heeft in verband met de financiële moeilijkheden
concessies gedaan om economische of juridische redenen en dit resulteert in een daling van de verwachte toekomstige kasstromen; en
• Historische ervaring, aangepast voor recent waargenomen ontwikkelingen, is een indicator dat er sprake is van een bijzondere
waardevermindering voor een deel van een portefeuille van activa, ondanks dat samenhangende omstandigheden die fungeren als
indicatoren voor bijzondere waardeverminderingen nog niet zijn opgemerkt door de kredietrisicosystemen van ING Groep.
De Groep beschouwt mogelijke toekomstige gebeurtenissen niet als een objectieve indicator en die worden dan ook niet gebruikt voor
de bepaling of sprake is van een bijzondere waardevermindering van een financieel actief of een portefeuille van financiële activa.
Bij de bepaling van de bijzondere waardevermindering worden de toekomstig verwachte kasstromen geschat op basis van de contractueel
overeengekomen kasstromen en de historische ervaring ten aanzien van kredietverliezen op activa met gelijkwaardige kredietkenmerken.
De historische ervaring wordt aangepast voor recent waargenomen ontwikkelingen om de effecten van de huidige marktomstandigheden
weer te geven die nog niet in de historische ervaring tot uitdrukking zijn gekomen en om effecten van omstandigheden die niet langer
actueel zijn te elimineren. Verliezen verwacht op basis van toekomstige gebeurtenissen, ongeacht de waarschijnlijkheid, worden niet
verantwoord.
De Groep beoordeelt eerst of sprake is van bijzondere waardevermindering op individueel niveau voor individueel significante financiële
activa en vervolgens op individueel of portefeuilleniveau voor financiële activa die niet individueel significant zijn. Als geen sprake is van
een bijzondere waardevermindering op individueel niveau wordt het betreffende actief opgenomen in een portefeuille van financiële
activa met een overeenkomstig kredietrisico en wordt op portefeuilleniveau beoordeeld of sprake is van bijzondere waardevermindering.
Activa waarvoor op individueel niveau een bijzondere waardevermindering bestaat of blijft bestaan worden niet in een beoordeling op
portefeuilleniveau betrokken.
Als voor een financieel actief dat wordt gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs een bijzondere waardevermindering is vastgesteld,
wordt deze waardevermindering bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de contante waarde van de verwachte
toekomstige kasstromen (exclusief toekomstige kredietverliezen die nog niet zijn opgetreden), verdisconteerd tegen het oorspronkelijk
effectieve rendement van het actief. De boekwaarde van het actief wordt verlaagd door middel van een voorziening (Voorziening voor
dubieuze debiteuren) die ten laste van het resultaat wordt gevormd onder Mutatie voorzieningen voor dubieuze debiteuren. Voor activa
met een variabele rentevoet is de disconteringsfactor gelijk aan het huidige effectieve rendement op het actief.
Voor de (collectieve) beoordeling van eventuele bijzondere waardeverminderingen op portefeuilleniveau worden financiële activa
gegroepeerd op basis van overeenkomstige kredietrisico’s. Deze factoren zijn relevant voor de inschatting van verwachte toekomstige
kasstromen voor portefeuilles van activa omdat deze indicatief zijn voor de mate waarin de debiteur in staat is om alle voor de
desbetreffende activa contractueel overeengekomen bedragen te voldoen. De collectieve beoordeling van bijzondere
waardeverminderingen bevat de toepassing van een ‘loss confirmation period’ met betrekking tot de waarschijnlijkheidsberekening op
wanbetaling. De ‘loss confirmation period’ is een concept dat rekening houdt met het feit dat er een bepaalde periode zit tussen het
moment dat indicatoren voor bijzondere waardeverminderingen zich voor doen en het moment dat deze worden meegenomen in de
kredietrisicosystemen van de Groep. De toepassing van de ‘loss confirmation period’ zorgt er zo voor dat bijzondere
waardeverminderingen die zich al wel hebben voorgedaan maar nog niet als dusdanig zijn geïdentificeerd, in voldoende mate worden
meegenomen in de Voorzieningen voor dubieuze debiteuren van de Groep. Hoewel het concept ‘loss confirmation period’ inherent
onzekerheid in zich heeft, maakt de Groep gebruik van schattingen op basis van sub-portefeuilles (bijvoorbeeld grote, middelgrote en
kleine ondernemingen en retailportefeuilles). Hierbij wordt rekening gehouden met factoren als de frequentie waarmee klanten,
deeluitmakend van de sub-portefeuille, kredietrisico gevoelige informatie toelichten en de frequentie waarmee ze worden beoordeeld
door de accountmanagers van de Groep. Over het algemeen stijgt de frequentie naarmate de klant groter is. ‘Loss confirmation periods’
zijn gebaseerd op historische ervaring en worden gevalideerd, en aangepast waar nodig, door regelmatige back-testing zodat recente
ervaringen en actuele gebeurtenissen in deze worden meegenomen.
ING Groep Jaarverslag 2009
107
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Indien in een toekomstige periode het bedrag van de bijzondere waardevermindering afneemt en die afname gerelateerd is aan
gebeurtenissen die zijn opgetreden nadat de bijzondere waardevermindering werd verantwoord (zoals een verbetering in de
kredietwaardigheid van de debiteur), dan wordt de eerder verwerkte waardevermindering teruggeboekt waarbij de voorziening
aangepast wordt. De terugboeking wordt verwerkt in de winst-en-verliesrekening.
Als een vordering definitief niet meer kan worden geïncasseerd, wordt deze afgeboekt ten laste van de gerelateerde voorziening voor
dubieuze debiteuren. Vorderingen worden afgeboekt nadat aan alle noodzakelijke procedures is voldaan en het definitieve kredietverlies
is bepaald. Bedragen die alsnog worden geïncasseerd nadat een vordering is afgeboekt worden verwerkt in de winst-en-verliesrekening.
BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN OVERIGE FINANCIËLE ACTIVA
De Groep beoordeelt op elke balansdatum of er voor een financieel actief of een portefeuille van financiële activa objectief bewijs is dat er
sprake is van een bijzondere waardevermindering. In het specifieke geval van aandelenbeleggingen geclassificeerd als beschikbaar voor
verkoop wordt een significante of langdurige daling van de marktwaarde onder de kostprijs in de beoordeling meegenomen als indicator
voor een mogelijke bijzondere waardevermindering. De betekenis van ‘significant’ en ‘langdurig’ wordt op individueel niveau voor elke
aandelenbelegging apart geïnterpreteerd, in het algemeen gelden een waardedaling van 25% en een tijdsduur van zes maanden als
indicatoren. Indien er sprake is van bijzondere waardevermindering voor activa geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop wordt het
cumulatieve verlies bepaald als het verschil tussen kostprijs en de huidige reële waarde, verminderd met eventueel eerder verantwoorde
bijzondere waardeverminderingen en overgeboekt van de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen naar de winst-en-verliesrekening.
Bijzondere waardeverminderingen op aandelenbeleggingen kunnen niet worden teruggeboekt via de winst-en-verliesrekening. Bijzondere
waardeverminderingen op vastrentende waarden worden teruggeboekt via de winst-en-verliesrekening indien de waardevermindering is
afgenomen als gevolg van gebeurtenissen die zijn opgetreden nadat de bijzondere waardevermindering werd verantwoord.
DEELNEMINGEN
Deelnemingen zijn entiteiten waarin ING Groep invloed van betekenis heeft, maar geen overheersende zeggenschap. In het algemeen
is er sprake van invloed van betekenis bij een aandelenbezit tussen de 20% en 50% van de stemrechten, maar ook als de Groep invloed
kan uitoefenen op het operationele en financiële beleid, via bijvoorbeeld:
• Vertegenwoordiging in de Raad van Bestuur;
• Betrokkenheid bij het besluitvormingsproces; en
• Uitwisseling van managementpersoneel.
Deelnemingen worden bij eerste verwerking verantwoord tegen kostprijs en daarna volgens de equity-methode.
In de post deelnemingen, verminderd met eventuele bijzondere waardeverminderingen, is ook de bij acquisitie betaalde goodwill
begrepen. Onder de equity-methode worden de resultaten van de deelneming na verkrijging verantwoord in de winst-en-verliesrekening
van ING Groep. Wijzigingen in de reserves van de deelneming na het moment van verkrijging worden verwerkt in het eigen vermogen van
ING Groep. De boekwaarde van de deelneming wordt aangepast voor deze resultaten en wijzigingen in de reserves. Indien de waardering
van de deelneming nihil is geworden, worden geen verdere verliezen meer verantwoord, tenzij de Groep verplichtingen is aangegaan of al
betalingen voor de deelnemingen heeft verricht.
Ongerealiseerde winsten en verliezen op transacties tussen de Groep en deelnemingen worden geëlimineerd voor het belang van de
Groep in die deelneming. Ongerealiseerde verliezen worden ook geëlimineerd, behalve als deze het gevolg zijn van bijzondere
waardeverminderingen op overgedragen activa. Waarderingsgrondslagen van deelnemingen worden waar nodig aangepast om ze in
overeenstemming te brengen met die van de Groep. De rapporteringsdata van alle materiële deelnemingen zijn consistent met de
rapporteringsdatum van de Groep.
Voor belangen in beleggingsfondsen wordt bij het bepalen of ING Groep significante invloed heeft rekening gehouden met ING Groeps
financiële belang voor eigen rekening en de rol van ING Groep als fondsbeheerder.
BELEGGINGEN IN ONROEREND GOED
Beleggingen in onroerend goed worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardemutaties in de winst-en-verliesrekening worden
verwerkt. Bij verkoop wordt het verschil tussen de verkoopopbrengst en de boekwaarde in het resultaat verantwoord.
De reële waarden van beleggingen in onroerend goed zijn gebaseerd op recente taxaties uitgevoerd door onafhankelijke gekwalificeerde
taxateurs. Elk jaar wordt voor ieder onroerend goed object intern een taxatierapport opgesteld of dit wordt door een onafhankelijke
externe taxateur gedaan. Bij interne waardebeoordeling wordt gebruik gemaakt van indexatie. De index is gebaseerd op de resultaten
van externe taxaties uitgevoerd in die periode. Markttransacties en verkopen van onroerend goed door de Groep worden gebruikt als
onderdeel van de procedure ter toetsing van de indexatiemethodologie. Al het onroerend goed wordt minimaal eens in de vijf jaar
onafhankelijk getaxeerd.
108
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
GEBOUWEN EN BEDRIJFSMIDDELEN
Onroerend goed voor eigen gebruik
Onroerend goed voor eigen gebruik wordt gewaardeerd tegen reële waarde op balansdatum. Stijgingen in reële waarde boven de
kostprijs worden verantwoord in de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen. Dalingen in reële waarde worden verantwoord in het
eigen vermogen voor zover hiermee eerdere stijgingen ongedaan worden gemaakt. Alle andere dalingen in reële waarde worden in de
winst-en-verliesrekening verantwoord. Stijgingen die een eerdere daling verantwoord in het resultaat ongedaan maken, worden ook in het
resultaat verantwoord. Afschrijvingen worden gebaseerd op de reële waarde en de geschatte economische levensduur (meestal 20 tot 50
jaar). Afschrijvingen worden op lineaire basis berekend. Bij verkoop wordt het deel van de herwaardering dat is gerelateerd aan het
verkochte onroerend goed overgeheveld naar de overige reserves.
De reële waarde van gebouwen en terreinen is gebaseerd op recente taxaties door onafhankelijke gekwalificeerde taxateurs. Uitgaven na
de eerste verwerking van het onroerend goed worden geactiveerd als het waarschijnlijk is dat de toekomstige voordelen aan de Groep
zullen toevloeien en de kosten op een betrouwbare manier kunnen worden bepaald.
Onroerend goed verkregen uit executies
Onroerend goed verkregen uit executies wordt gewaardeerd tegen kostprijs of lagere realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde is de
geschatte verkoopprijs onder normale voorwaarden, verminderd met de relevante variabele verkoopkosten. Het onroerend goed verkregen
uit executies is opgenomen onder Overige activa – Onroerend goed aangehouden voor verkoop.
Onroerend goed in ontwikkeling
Onroerend goed ontwikkeld en in ontwikkeling waarvoor ING Groep de intentie heeft het onroerend goed in ontwikkeling te verkopen na
gereedkoming zijn opgenomen onder Overige activa – Onroerend goed aangehouden voor verkoop.
Onroerend goed in ontwikkeling waarvoor ING Groep de intentie heeft het onroerend goed in ontwikkeling te verkopen na gereedkoming
en waarvoor nog geen specifiek afgesloten overeenkomst is, wordt gewaardeerd tegen de tot en met balansdatum gemaakte directe
kosten vermeerderd met de financieringskosten en de ontwikkelings- en begeleidingskosten van de Groep, verminderd met eventuele
bijzondere waardeverminderingen. Winst wordt verantwoord op basis van de ‘completed contract’ methode (op de datum van verkoop
van het onroerend goed). Als de geschatte verkoopprijs onder normale voorwaarden, verminderd met de relevante variabele
verkoopkosten lager is dan de boekwaarde wordt een bijzondere waardevermindering in het resultaat verantwoord.
Bij onroerend goed in ontwikkeling waarvoor ING Groep de intentie heeft het onroerend goed in ontwikkeling te verkopen na
gereedkoming en waar een specifiek contract met een derde is afgesloten, wordt de winst verantwoord naar rato van de verrichte
prestaties bij de uitvoering van het werk (‘percentage of completion’ methode).
Onroerend goed in ontwikkeling is gewaardeerd tegen reële waarde (met waardemutaties door het resultaat) als ING Groep de intentie
heeft het onroerend goed in ontwikkeling na gereedkoming aan te houden als belegging in onroerend goed.
Bedrijfsmiddelen
Bedrijfsmiddelen worden gewaardeerd tegen kostprijs na aftrek van cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De
kostprijs wordt lineair afgeschreven over de economische levensduur van het actief. In het algemeen is de economische levensduur voor
computers twee tot vijf jaar, en voor inventaris vier tot tien jaar. Onderhoudskosten worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening.
Waardeverhogende uitgaven worden geactiveerd en afgeschreven.
Activa onder operationele leaseovereenkomsten
Activa onder operationele leaseovereenkomsten waarbij ING Groep optreedt als lessor worden gewaardeerd tegen kostprijs minus
cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs van de activa wordt lineair afgeschreven over de looptijd
van de leaseovereenkomst. Zie ook de paragraaf ‘Leaseovereenkomsten’.
Verkopen
Bij verkoop van gebouwen en bedrijfsmiddelen wordt het verschil tussen de verkoopopbrengst en de boekwaarde verantwoord in de
winst-en-verliesrekening.
Financieringskosten
Financieringskosten met betrekking tot de vervaardiging van een kwalificerend actief worden geactiveerd voor de periode die benodigd
is om het actief te vervaardigen en gereed te maken voor gebruik. Financieringskosten worden bepaald op basis van de gewogen
gemiddelde vermogenskostenvoet van een project.
LEASEOVEREENKOMSTEN
De vaststelling of een overeenkomst een lease is of een lease bevat wordt bepaald op basis van de economische realiteit van de
overeenkomst op aanvangsdatum.
ING Groep Jaarverslag 2009
109
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
De Groep als huurder (lessee)
De leaseovereenkomsten die ING Groep afsluit zijn voornamelijk operationele leases. Het totaal van de onder de leaseovereenkomsten
betaalde bedragen wordt lineair in de winst-en-verliesrekening verantwoord over de looptijd van de overeenkomst.
Als er betalingen aan de verhuurder (lessor) worden verricht in verband met het voortijdig beëindigen van de leaseovereenkomst,
worden deze onmiddellijk als last in de winst-en-verliesrekening verantwoord.
De Groep als verhuurder (lessor)
Voor activa verhuurd onder een financiële leaseovereenkomst wordt de contante waarde van de leasetermijnen in de balans opgenomen
onder Kredieten of Bankiers. Het verschil tussen de nominale waarde van de vordering en de contante waarde wordt verantwoord in de
winst-en-verliesrekening als niet-verdiend inkomen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten. De lease-inkomsten worden zodanig in
de winst-en-verliesrekening verwerkt dat een constant perioderendement ontstaat, berekend over de resterende netto-investering. Activa
onder een operationele leaseovereenkomst worden gepresenteerd als Activa onder operationele leaseovereenkomsten.
ACQUISITIE VAN GROEPSMAATSCHAPPIJEN, GOODWILL EN OVERIGE IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
Goodwill
Acquisities van ING Groep worden verantwoord volgens de ‘purchase’ methode, waarbij de kostprijs van de acquisities wordt toegerekend
aan de reële waarde van de verkregen activa, vreemd vermogen en niet in de balans opgenomen verplichtingen. De initiële verwerking
van de reële waarde van de nettoactiva van de gedurende het jaar verkregen ondernemingen kan alleen een voorlopige bepaling zijn want
de bepaling van de reële waarde kan complex zijn en de tijd tussen de aankoop en het opstellen van de jaarrekening kan beperkt zijn. De
initiële verwerking dient binnen een jaar na de acquisitiedatum voltooid te zijn. Goodwill, zijnde het verschil tussen de kostprijs van de
acquisitie (inclusief overgenomen schulden) en het aandeel van ING Groep in de reële waarde van de verkregen activa, vreemd vermogen
en niet in de balans opgenomen verplichtingen op de acquisitiedatum, wordt geactiveerd als immaterieel vast actief. De resultaten van de
activiteiten van de overgenomen vennootschappen worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening vanaf de datum waarop
zeggenschap is verkregen.
Goodwill wordt alleen geactiveerd voor acquisities die na de implementatiedatum van IFRS-EU (1 januari 2004) hebben plaatsgevonden.
In overeenstemming met de overgangsbepalingen van IFRS worden acquisities van voor die datum niet aangepast. Goodwill en intern
gegenereerde immateriële vaste activa gerelateerd aan deze acquisities zijn ten laste van het eigen vermogen gebracht. Voor de
beoordeling of bijzondere waardeverminderingen zijn opgetreden wordt goodwill toegerekend aan rapporterende eenheden. Deze
rapporterende eenheden stellen het laagste niveau voor waarop goodwill intern wordt beheerst. De beoordeling wordt jaarlijks
uitgevoerd, of vaker als er aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen. Bij de beoordeling wordt de boekwaarde van de
rapporterende eenheid (inclusief goodwill) vergeleken met de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde is de hoogste van de reële
waarde minus de verkoopkosten en de bedrijfswaarde.
Correcties in de reële waarde van overgenomen activa en verplichtingen op de overnamedatum die worden geconstateerd voor het einde
van het eerste jaar na de overname leiden tot een aanpassing van de goodwill. Correcties die op een later moment worden geconstateerd
worden verwerkt als een bate of een last. Echter, het in de balans opnemen van actieve belastinglatenties na acquisitiedatum wordt ook
na het einde van het eerste jaar na de overname verantwoord als een aanpassing op de goodwill. Bij verkoop van groepsmaatschappijen
wordt het verschil tussen de verkoopopbrengst en de kostprijs (inclusief goodwill) en ongerealiseerd resultaat (inclusief het bedrag aan
reserve voor koersverschillen vreemde valuta dat hiervoor is opgenomen in het eigen vermogen) verantwoord in de winst-enverliesrekening.
Software
Gekochte of intern gegenereerde software voor eigen gebruik wordt gewaardeerd tegen kostprijs minus cumulatieve afschrijvingen en
eventuele bijzondere waardeverminderingen. De software wordt lineair afgeschreven over de economische levensduur, normaal gesproken
niet meer dan drie jaar. De afschrijvingslast is opgenomen onder de Overige bedrijfslasten.
Value of business acquired (VOBA)
De actiefpost VOBA bestaat uit de contante waarde van de toekomstige kasstromen begrepen in de verzekeringscontracten van
een overgenomen bedrijf op het moment van overname en vertegenwoordigt het verschil tussen de reële waarde van de
verzekeringsverplichtingen en de boekwaarde. VOBA wordt op een soortgelijke wijze geamortiseerd als overlopende acquisitiekosten
zoals beschreven in de paragraaf Overlopende acquisitiekosten.
Overige immateriële vaste activa
Overige immateriële vaste activa worden geactiveerd en geamortiseerd over de economische levensduur, over het algemeen tussen
de drie en tien jaar. Immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur worden niet geamortiseerd.
110
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
OVERLOPENDE ACQUISITIEKOSTEN
De actiefpost overlopende acquisitiekosten bestaat uit de verwervingskosten van verzekeringscontracten en beleggingsverzekeringen die
worden geactiveerd en geamortiseerd. De geactiveerde kosten, die samenhangen met de productie van nieuwe verzekeringscontracten
en prolongaties, bestaan voornamelijk uit provisies, polisuitgiftekosten en andere afsluitkosten.
Voor traditionele levensverzekeringscontracten, bepaalde typen flexibele levensverzekeringscontracten en schadeverzekeringscontracten
worden de overlopende acquisitiekosten geamortiseerd gedurende de premiebetalingsperiode, op dezelfde wijze waarop
premieverantwoording plaatsvindt.
Voor andere typen flexibele levensverzekeringscontracten worden de overlopende acquisitiekosten geamortiseerd over de looptijd van de
polis, gebaseerd op de verwachte toekomstige resultaten. De amortisatie en de overlopende actiefpost worden gecorrigeerd wanneer de
veronderstellingen omtrent verwachte huidige en toekomstige winsten worden bijgesteld. De veronderstellingen worden aan het eind van
iedere verslagperiode herzien. Ten aanzien van de overlopende acquisitiekosten inzake flexibele verzekeringscontracten veronderstelt ING
Groep een fondsgroei, die voor de korte en de lange termijn gelijk is. Een opwaartse/neerwaartse bijstelling van de resultaatverwachting
– bijvoorbeeld als gevolg van een verbeterd/verslechterd beleggingsklimaat en een mutatie in het beheerd vermogen – kan resulteren in
een lagere/hogere balans van de overlopende acquisitiekosten om de afschrijving met betrekking tot het verleden en de toekomstige jaren
te corrigeren. Dit wordt aangeduid als ‘DAC unlocking’. De resultaten uit hoofde van ‘DAC unlocking’ worden in de winst-enverliesrekening verantwoord in de periode waarin de unlocking plaatsvindt.
Van overlopende acquisitiekosten worden bij activering beoordeeld of ze realiseerbaar zijn. Daarna worden overlopende acquisitiekosten
samen met verzekeringtechnische voorzieningen en VOBA getest. De toereikendheidstoets wordt beschreven onder ‘Verzekerings-,
herverzekerings- en beleggingscontracten’.
Voor bepaalde producten worden de overlopende acquisitiekosten via het eigen vermogen aangepast voor de impact van de
ongerealiseerde resultaten op gerelateerde beleggingen.
BELASTINGEN
Winstbelasting bestaat uit latente en acute belastingen. Winstbelastingen worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord tenzij de
belasting betrekking heeft op posten die direct in het vermogen worden verantwoord. In dit laatste geval wordt ook de belasting in het
vermogen verantwoord.
Belastinglatenties
Belastinglatenties worden opgenomen voor alle tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde, waarbij wordt uitgegaan
van belastingtarieven die zijn vastgesteld per balansdatum en die naar verwachting zullen gelden in de periode waarin de actieve
belastinglatenties worden gerealiseerd of passieve belastinglatenties worden afgewikkeld. Actieve en passieve belastinglatenties worden
niet verdisconteerd.
Actieve belastinglatenties worden alleen opgenomen indien het waarschijnlijk is dat in de nabije toekomst fiscale winsten zullen worden
gerealiseerd ter compensatie van deze tijdelijke verschillen. Voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en fiscale waarde van
investeringen in groepsmaatschappijen en deelnemingen worden belastinglatenties opgenomen, behalve als de Groep het tijdstip kan
bepalen waarop deze tijdelijke verschillen aflopen en als het waarschijnlijk is dat deze verschillen niet zullen aflopen in de nabije toekomst.
In de toekomst verrekenbare fiscale verliezen worden alleen opgenomen indien verwacht wordt dat in de nabije toekomst fiscale winsten
zullen worden gerealiseerd ter compensatie van deze verliezen.
Waardemutaties van beleggingen geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop en waardemutaties van derivaten die onderdeel zijn
van een kasstroomhedge worden onder aftrek van latente belastingen in het eigen vermogen verantwoord. Bij realisatie wordt de
waardemutatie tegelijkertijd met de actieve of passieve belastinglatentie verantwoord in het resultaat.
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN
Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs
Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs bevatten de volgende categorieën: preferente aandelen, overige leningen,
uitgegeven schuldbewijzen, achtergestelde leningen, bankiers en toevertrouwde middelen.
Leningen worden bij eerste verwerking tegen de reële waarde verantwoord na aftrek van transactiekosten. Na eerste verwerking worden
leningen tegen geamortiseerde kostprijs verantwoord; ieder verschil tussen opbrengst na aftrek van transactiekosten en de
aflossingswaarde wordt verantwoord in de winst-en-verliesrekening gedurende de looptijd van de lening op basis van de effectieverentemethode.
Bij inkoop van eigen schuldbewijzen door ING Groep, worden deze niet langer opgenomen in de balans. Het verschil tussen de
boekwaarde van de verplichting en het betaalde aankoopbedrag wordt verantwoord in de winst-en-verliesrekening.
ING Groep Jaarverslag 2009
111
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat
Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat bestaan uit de volgende categorieën: verplichtingen
voor handelsdoeleinden, niet-handelsderivaten en andere financiële verplichtingen die door het management zijn aangewezen en
geclassificeerd als financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat. Verplichtingen voor
handelsdoeleinden bevatten aandelen, schuldbewijzen, toevertrouwde middelen en derivaten. Aanwijzing door het management zal
alleen voorkomen als dit een inconsistentie in waarderingsgrondslagen wegneemt of als samenhangende activa en verplichtingen worden
beheerd op basis van reële waarde. ING Groep heeft een insignificant deel van de geplaatste schulden, gerelateerd aan marketmakingactiviteiten, geclassificeerd tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat. De geplaatste schuld bestaat hoofdzakelijk
uit eigen obligaties. De classificatie tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat neemt de inconsistentie in de timing van
het verwerken van winsten en verliezen weg. Alle overige financiële verplichtingen zijn tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd.
Financiële garantiecontracten
Financiële garantiecontracten zijn contracten die vereisen dat de uitgever de houder voor een bepaald bedrag schadeloos stelt voor
een verlies dat zich voordoet omdat een specifieke debiteur niet aan zijn verplichtingen voldoet, conform de voorwaarden van een
schuldbewijs. Zulke financiële garanties worden bij eerste verwerking tegen reële waarde verantwoord en vervolgens gewaardeerd tegen
de waarde van de verdisconteerde verplichting onder de garantie of hogere waarde bij eerste verwerking verminderd met het bedrag van
het reeds verantwoorde resultaat onder de garantie.
VERZEKERINGS-, HERVERZEKERINGS- EN BELEGGINGSCONTRACTEN
Verzekeringscontracten
Verzekeringspolissen met een significant verzekeringsrisico en/of met discretionaire winstdeling worden als verzekeringscontracten
gepresenteerd. Verzekeringstechnische voorzieningen geven de verwachte toekomstige uitbetalingen weer uit hoofde van aanspraken
op leven- en schadeverzekeringsuitkeringen, inclusief de kosten die verband houden met deze uitkeringen. De waardering van sommige
verzekeringscontracten weerspiegelt de actuele marktveronderstellingen.
Voorziening voor levensverzekeringen
De technische voorziening voor levensverzekeringen wordt berekend op basis van een prudente prospectieve actuariële methode, rekening
houdend met de voor de lopende verzekeringsovereenkomsten gestelde voorwaarden. Methodologieën van verschillende business units
kunnen verschillen door lokale toezichtsvereisten en gebruiken voor specifieke producteigenschappen in de lokale markt.
Om de verzekeringstechnische voorzieningen voor levensverzekeringen te bepalen worden diverse aannames gedaan, ondermeer inzake
sterfte, arbeidsongeschiktheid, kosten, beleggingsrendement en afkoop. De gebruikte aannames in verband met levensverzekeringen,
inclusief overlijdensrisicoverzekeringen, zijn gebaseerd op zo goed mogelijke inschattingen, rekening houdend met marges voor nadelige
afwijkingen. Deze aannames worden gedaan op de ingangsdatum van de polis en blijven constant gedurende de looptijd van de polis,
behalve in geval van verliezen.
Verzekeringstechnische voorzieningen voor ‘universal life’ producten, ‘unit-linked’ producten en overige levenproducten met een
beleggingscomponent worden gewaardeerd tegen de fondswaarde. Bepaalde beleggingsverzekeringen bevatten een gegarandeerde
minimumuitkering bij overlijden en/of op de einddatum. Bij het berekenen van de verzekeringstechnische voorziening worden deze
gegarandeerde minimumuitkeringen in overweging genomen, rekening houdend met het verschil tussen de potentiële minimumuitkering
en de fondswaarde, het verwachte overlijdensrisico en afkoop.
De nog niet geamortiseerde rentekortingen op koopsomcontracten en contracten met periodieke premiebetaling worden in mindering
gebracht op de Voorziening levensverzekeringen. Rentekortingen verleend gedurende het jaar worden geactiveerd en daarna
afgeschreven in lijn met het verwachte ‘realisatie’- patroon. Deze afschrijvingen worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening.
In 2009 is de methodologie voor het bepalen van de verplichting uit hoofde van verzekeringscontracten in Japan herzien. De verplichting
voor bepaalde garanties is nu gewaardeerd op reële waarde. De impact van deze wijziging in de grondslag (op 1 januari en op
vergelijkende voorgaande jaren) heeft geen materieel effect op eigen vermogen en het resultaat van ING Groep.
Voorziening voor niet-verdiende premies en lopende verzekeringsrisico’s
De voorziening wordt berekend naar evenredigheid van de nog niet verstreken risicotermijnen. Voor verzekeringen met een stijgend risico
met leeftijdsonafhankelijke premietarieven wordt bij vaststelling van de voorziening rekening gehouden met dit risico. Eveneens worden
voorzieningen gevormd ter dekking van schaden in verband met lopende verzekeringsovereenkomsten die hoger kunnen zijn dan de
niet-verdiende premies en de nog te ontvangen premies met betrekking tot deze overeenkomsten.
Voorziening voor te betalen schaden
De voorziening voor te betalen schaden wordt berekend op individuele basis of op basis van ervaringsgegevens. Er zijn ook voorzieningen
gevormd voor schades die zich wel reeds hebben voorgedaan maar die nog niet zijn gemeld en voor de kosten van afhandeling van
toekomstige schades (claims incurred but not reported). De voorziening voor te betalen schade wordt ieder jaar op toereikendheid
getoetst met gebruikmaking van standaard actuariële technieken. Bovendien worden zogenaamde ‘IBNR’ (Incurred But Not Reported)
voorzieningen aangehouden om de kosten te dekken van schades die zich wel reeds hebben voorgedaan maar die nog niet zijn gemeld
aan ING.
112
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Latente winstdeling
Voor verzekeringsproducten met discretionaire winstdeling wordt een latent winstdelingsbedrag opgenomen voor het volledige bedrag
van ongerealiseerde resultaten op de daaraan gerelateerde beleggingen. Bij realisatie wordt het latent winstdelingsbedrag voor
ongerealiseerde resultaten tegengeboekt en wordt een latent winstdelingsbedrag gevormd voor het deel van de gerealiseerde resultaten
op de daaraan gerelateerde beleggingen op basis van de verwachte winstdeling aan polishouders. De latente winstdeling wordt
verminderd met de werkelijke winstdeling die wordt toegerekend aan polishouders.
Technische voorziening voor levensverzekeringen voor risico van polishouders
De technische voorzieningen voor levensverzekeringen voor risico van polishouders zijn voor gesepareerde beleggingsdepots berekend
overeenkomstig de voorziening voor levensverzekeringen. Voor verzekeringen voor risico van polishouders worden de technische
voorzieningen in het algemeen gewaardeerd op de boekwaarde van de daarmee samenhangende beleggingen.
Herverzekeringscontracten
Herverzekeringspremies, provisies, schade-uitkeringen, alsmede voorzieningen die betrekking hebben op herverzekering worden op
dezelfde wijze verantwoord als de oorspronkelijke contracten waarvoor ze zijn afgesloten. De Groep blijft aansprakelijk jegens haar
polishouders voor het herverzekeringsgedeelte als de herverzekeraars niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Dientengevolge
worden voorzieningen opgenomen voor als oninbaar beschouwde herverzekeringsontvangsten.
Toereikendheidstoets
De voorziening voor levensverzekeringsverplichtingen verminderd met niet geamortiseerde rentekortingen, de overlopende
acquisitiekosten en VOBA (de netto-verzekeringsverplichtingen) wordt regelmatig door elke business unit op toereikendheid getoetst. De
toets houdt rekening met huidige schattingen van alle contractuele en gerelateerde kasstromen en met toekomstige ontwikkelingen.
Opbrengsten van beleggingen worden meegenomen overeenkomstig de verantwoording in het resultaat.
Wanneer voor een business unit op basis van een zo goed mogelijke inschatting met een betrouwbaarheidsniveau van 50% is vastgesteld
dat een tekort bestaat en geen compensabele bedragen aanwezig zijn bij andere business units binnen het segment, dan wordt dit tekort
direct verwerkt in de winst-en-verliesrekening. Als bij een business unit de netto-verzekeringsverplichtingen niet toereikend zijn bij
toepassing van een voorzichtig betrouwbaarheidsniveau van 90%, maar er zijn compenserende bedragen bij andere business units van
ING Groep, dan is het de business unit toegestaan om maatregelen te treffen ter versterking van de netto-verzekeringsverplichtingen over
een periode van maximaal de verwachte resterende duur van de polissen. Indien er geen compenserende bedragen zijn bij andere business
units van ING Groep, dan wordt ieder tekort bepaald met een betrouwbaarheidsniveau van 90% onmiddellijk verantwoord in de winsten-verliesrekening.
Als de netto-verzekeringsverplichtingen adequaat zijn met een betrouwbaarheidsniveau van boven de 90%, wordt geen vermindering
van de netto-verzekeringsverplichtingen verantwoord.
Beleggingscontracten
Verzekeringscontracten zonder discretionaire winstdeling die geen significant verzekeringsrisico dragen worden gepresenteerd in de balans
als Beleggingscontracten. Voorzieningen voor verplichtingen voor beleggingscontracten zijn gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs op
basis van de effectieve-rentemethode (inclusief bepaalde initiële acquisitiekosten) of reële waarde.
OVERIGE VERPLICHTINGEN
Personeelsverplichtingen – pensioenverplichtingen
Groepsmaatschappijen zijn met hun medewerkers verschillende pensioenregelingen overeengekomen. De regelingen zijn in het algemeen
gefinancierd door premies aan verzekeringsmaatschappijen of fondsen op basis van periodieke actuariële berekeningen. De Groep heeft
pensioenregelingen op basis van vaste toezeggingen (defined benefit plans) en pensioenregelingen waarbij het pensioen is gebaseerd op
de door groepsmaatschappijen gestorte bedragen (defined contribution plans).
Een defined benefit plan is een regeling waarbij de uitkering aan de gepensioneerde werknemer wordt vastgelegd, rekeninghoudend met
factoren als leeftijd, dienstjaren, en salaris.
De voorziening voor defined benefit plans is de contante waarde van de pensioenverplichtingen op balansdatum verminderd met de
reële waarde van de beleggingen, aangepast voor niet-verantwoorde resultaten en kosten met betrekking tot verstreken dienstjaren.
De pensioenverplichtingen worden jaarlijkse berekend door interne en externe actuarissen in overeenstemming met de ‘projected unit
credit method’.
De verwachte waarde van de activa in de pensioenverplichting wordt berekend met gebruik van het verwachte rendement op beleggingen.
Verschillen tussen het verwachte en het werkelijk rendement op de beleggingen alsmede actuariële wijzigingen worden niet in de winst-enverliesrekening verantwoord, tenzij het totaal van deze cumulatieve verschillen en wijzigingen buiten een bandbreedte van 10% van de
grootste van de verplichting uit hoofde van de regeling óf de reële waarde van de bijbehorende beleggingen valt. Het deel dat buiten de
bandbreedte valt, wordt ten gunste of ten laste van de winst-en-verliesrekening gebracht over de resterende dienstjaren van de deelnemers.
In overeenstemming met de overgangsbepalingen van IFRS, is op de implementatiedatum van IFRS-EU de bandbreedte op nul gezet.
ING Groep Jaarverslag 2009
113
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Onder defined contribution plans betaalt de Groep premies aan gemeenschappelijke of particuliere pensioenfondsen of
verzekeringsmaatschappijen op een verplichte, contractuele of vrijwillige basis. De Groep heeft geen verplichting om verdere betalingen te
verrichten nadat de premies zijn betaald. De premies worden verantwoord als personeelskosten wanneer ze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde
premies worden in de balans als actiefpost opgenomen voor zover sprake is van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de
toekomst verschuldigde premies.
Verplichtingen uit hoofde van vergoedingen na uitdiensttreding
Sommige groepsmaatschappijen verstrekken vergoedingen aan bepaalde medewerkers en voormalige medewerkers met betrekking
tot medische verzorging. Het recht op deze vergoedingen is vaak onder de voorwaarde dat de werknemer in dienst blijft tot aan de
pensioengerechtigde leeftijd en onder de voorwaarde dat een minimum aantal dienstjaren is verstreken. De verwachte kosten van deze
regelingen worden verantwoord over de periode dat de werknemer in dienst is met gebruikmaking van dezelfde methodologie als bij
defined benefit plans.
Overige voorzieningen
Een voorziening is een verplichting waarvan de omvang of het moment van afwikkeling onzeker is. Een voorziening wordt in de balans
opgenomen als de Groep een uit het verleden voortvloeiende verplichting heeft, het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling ervan een
uitstroom van middelen noodzakelijk is en er een betrouwbare schatting van kan worden gemaakt. Voorzieningen worden verdisconteerd
wanneer de tijdswaarde van het geld een materieel effect heeft, hierbij wordt gebruik gemaakt van een bruto disconteringsvoet. Het
bepalen van de hoogte van de voorziening is van nature omgeven door onzekerheden waarbij inschattingen met betrekking tot de
omvang en het tijdstip van toekomstige kasstromen worden gemaakt.
Reorganisatievoorzieningen bevatten vergoedingen voor het uitdienst treden van personeel als de Groep concrete voornemens heeft om
conform een gedetailleerd formeel plan bestaande dienstverbanden te beëindigen zonder dat er nog een redelijke mogelijkheid bestaat
dit terug te draaien. Daarnaast bevat de voorziening vergoedingen als gevolg van regelingen voor aanmoediging van vrijwillige
uitdiensttreding.
VERWERKING VAN OPBRENGSTEN
Bruto premie-inkomen
Premies uit hoofde van levensverzekeringsproducten worden als inkomsten verantwoord wanneer deze verschuldigd zijn door de
polishouder. Bruto premie-inkomen uit hoofde van schadeverzekeringen wordt naar rato verantwoord gedurende de periode van
de polisdekking. Ontvangsten uit hoofde van beleggingscontracten worden niet verantwoord als bruto premie-inkomen.
Rente
Rentebaten en rentelasten worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord gebruikmakend van de effectieve-rentemethode. De
effectieve-rentemethode is een methode voor het berekenen van de geamortiseerde kostprijs van een financieel actief of financiële
verplichting en van de allocatie van rentebaten en rentelasten over de relevante periode. De rentevoet waarbij de contante waarde van
de verwachte kasstromen over de looptijd van het financieel instrument, of waar van toepassing een kortere periode, precies gelijk is aan
de boekwaarde van het financieel actief of financiële verplichting, is de effectieve rente. Bij de berekening van de effectieve rente houdt
de Groep rekening met alle contractuele bepalingen van het financiële instrument (zoals bijvoorbeeld vervroegde aflossing), maar niet
met toekomstige verliezen als gevolg van oninbaarheid. In de berekening worden alle provisies en andere contractuele kasstromen
meegenomen die onderdeel uitmaken van de effectieve-rentemethode evenals transactiekosten, agio en disagio. Als een financieel actief
of een groep van financiële activa is afgeschreven als gevolg van een bijzondere waardevermindering, worden rentebaten verantwoord
met behulp van de rentevoet die is gebruikt om de hoogte van de bijzondere waardevermindering te berekenen.
Alle rentebaten en rentelasten van handelsposities en niet-handelsderivaten worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening als
rentebaten en rentelasten. Mutaties in de ’zuivere reële waarde’ worden verantwoord onder Nettohandelsresultaat en
Herwaarderingsresultaat niet-handelsderivaten.
Commissies en provisies
Commissies en provisies worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord in de periode waarin de diensten zijn geleverd.
Bereidstellingsprovisie op leningen waarvan wordt verwacht dat de leningsovereenkomst tot stand komt, wordt samen met andere direct
gerelateerde kosten geactiveerd en behandeld als een aanpassing van de effectieve rente. Consortiumprovisie wordt verantwoord in het
resultaat wanneer de syndicaatvorming is voltooid en de Groep geen deel van de leningen zelf heeft genomen, dan wel leningen heeft
die dezelfde effectieve rente hebben als de andere consortiumleden. Commissies en provisies uit hoofde van het voeren van
onderhandelingen ten behoeve van een transactie van een derde partij zoals de koop van aandelen of andere effecten of de (ver)koop van
een bedrijfsonderdeel, worden in het resultaat verantwoord als de transactie tot stand is gekomen. Vergoedingen voor het beheren van
portefeuilles worden verantwoord in de periode waarin de diensten zijn geleverd, gebaseerd op het onderliggende contract. Vergoedingen
voor vermogensbeheer die samenhangen met beleggingsfondsen worden verantwoord in de periode waarin de diensten zijn geleverd.
Hetzelfde principe wordt gehanteerd voor continu over de perioden heen verleende diensten zoals vermogensbeheer, financiële planning
en bewaring. Ontvangen en betaalde provisies tussen banken voor betalingsverkeer worden geclassificeerd als provisiebaten en -lasten.
114
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Lease-inkomsten
De opbrengsten uit operationele leaseovereenkomsten worden gelijkmatig verantwoord over de looptijd van de leaseovereenkomst.
Leasetermijnen ontvangen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten waar ING Groep de lessor is worden opgedeeld in een
rentedeel (verantwoord in het resultaat als renteopbrengst) en een aflossingsdeel.
VERWERKING VAN LASTEN
Lasten worden in de winst-en-verliesrekening verwerkt wanneer deze zich voordoen of bij een vermindering van het economisch
potentieel, verband houdend met een afname van een actief of een toename van vreemd vermogen, heeft plaatsgevonden waarvan
de omvang op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld.
Op aandelen gebaseerde betalingen
Kosten voor op aandelen gebaseerde betalingen worden verantwoord gedurende de levering van de prestaties van de werknemers. Een
overeenkomstige toename in eigen vermogen wordt verantwoord bij een op aandelen gebaseerde betaling die wordt afgerekend in
aandelen. Een verplichting wordt opgenomen bij een op aandelen gebaseerde betaling afgerekend in contanten. De aan deze transactie
gerelateerde kosten worden geclassificeerd als personeelskosten. Vóór 2007 verstrekte ING Groep over het algemeen op aandelen
gebaseerde betalingen die afgerekend werden in aandelen. Vanaf 2007 verstrekt ING Groep over het algemeen aandelen gebaseerde
betalingen die afgerekend worden in contanten. De reële waarde van op aandelen gebaseerde betalingen afgerekend in aandelen wordt
op de datum van verstrekking bepaald. De reële waarde van op aandelen gebaseerde betalingen afgerekend in contanten wordt op elke
balansdatum bepaald.
OVERHEIDSSUBSIDIES
Overheidssubsidies worden opgenomen wanneer met redelijke zekerheid kan worden gesteld dat de subsidie zal worden ontvangen en
dat aan de daaraan gekoppelde voorwaarden zal worden voldaan. Overheidssubsidies moeten systematisch worden opgenomen over de
perioden die nodig zijn om deze subsidies toe te rekenen aan de gerelateerde kosten die ze beogen te compenseren. In dergelijke gevallen
wordt de subsidie in mindering gebracht op de gerelateerde kosten in de winst-en-verliesrekening.
RESULTAAT PER GEWOON AANDEEL
Het resultaat per gewoon aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen. Bij de
berekening van het gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen worden de volgende overwegingen in aanmerking
genomen:
• het totaal aantal uitgegeven gewone aandelen wordt verminderd met de eigen aandelen die door groepsmaatschappijen worden
aangehouden;
• de berekening is gebaseerd op gemiddelden per dag;
• warrants worden in aanmerking genomen vanaf de dag waarop deze worden uitgeoefend.
De kernkapitaaleffecten zonder stemrecht zijn geen gewone aandelen omdat hun voorwaarden en condities, vooral met betrekking tot
de coupons en de stemrechten, significant anders zijn. Daardoor is er geen impact op de gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone
aandelen tijdens het boekjaar uit hoofde van de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht.
Als gevolg van de claimemissie in 2009 is het resultaat per gewoon aandeel in 2008 en 2007 herzien. Verwezen wordt naar
toelichting 49 ‘Resultaat per gewoon aandeel’ voor een nadere uitleg over de aard en het effect van deze herziening.
Het verwaterde resultaat per aandeel wordt berekend alsof de aan het eind van het boekjaar alle uitstaande converteerbare instrumenten
aan het begin van het boekjaar zijn uitgeoefend. Tevens wordt verondersteld dat de na uitoefening ontvangen opbrengsten door ING
Groep worden gebruikt om eigen aandelen tegen de gemiddelde beurskoers gedurende het boekjaar in te kopen. De toename van het
aantal aandelen als gevolg van de uitoefening wordt opgeteld bij het gemiddeld aantal aandelen dat wordt gebruikt bij de berekening
van het resultaat per aandeel.
Opties uit op aandelen gebaseerde betalingen worden voor de berekening van het verwaterde resultaat per aandeel als gewone opties
meegenomen hoewel deze nog voorwaardelijk zijn. De opties worden meegenomen vanaf de datum van verstrekking. Opties uit op
aandelen gebaseerde betalingen die prestatieafhankelijk zijn, worden als voorwaardelijke aandelen meegenomen omdat de uitgifte
van deze aandelen niet alleen afhangt van het verstrijken van de tijd.
FIDUCIAIRE ACTIVITEITEN
ING Groep houdt of plaatst namens individuele personen, trusts, pensioenmaatschappijen en andere instellingen activa in haar rol van
trustee of in andere fiduciaire rollen. Deze activa zijn niet opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening omdat dit geen activa zijn van
ING Groep.
ING Groep Jaarverslag 2009
115
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Grondslagen voor het geconsolideerd kasstroomoverzicht van ING Groep
Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit
operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. Bij de nettokasstroom uit operationele activiteiten wordt het resultaat voor
belasting gecorrigeerd voor posten in de winst-en-verliesrekening en mutaties in balansposten die niet daadwerkelijk leiden tot kasstromen
in het boekjaar.
Ten behoeve van het kasstroomoverzicht zijn onder liquiditeiten posten begrepen die op het moment van verkrijgen een looptijd hebben
korter dan drie maanden. Daaronder zijn begrepen tegoeden bij centrale banken die ter vrije beschikking staan, leningen en voorschotten
aan banken, kortlopende schatkistpapieren en schulden aan banken. Beleggingen kwalificeren als liquiditeiten als deze zonder
beperkingen kunnen worden gerealiseerd voor een vaststaand bedrag en niet onderhevig zijn aan materiële risico’s van
waardevermindering.
Kasstromen luidend in vreemde valuta worden omgerekend naar de functionele valuta door middel van de valutakoers op de dag dat de
kasstroom plaatsvindt.
De nettokasstroom met betrekking tot kredieten heeft slechts betrekking op transacties die voortvloeien uit daadwerkelijke betalingen en
ontvangsten. De toevoegingen aan de voorzieningen voor dubieuze debiteuren die in mindering zijn gebracht op de balanspost Kredieten
zijn gecorrigeerd op het resultaat voor belasting en zijn separaat opgenomen in het kasstroomoverzicht.
Het verschil tussen de in het kasstroomoverzicht opgenomen nettokasstroom en de mutatie van de in de balans opgenomen liquiditeiten
is het gevolg van valutakoersverschillen en is afzonderlijk opgenomen als onderdeel van de aansluiting tussen de nettokasstroom en de
balansmutatie van de Liquiditeiten.
116
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep
bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven
ACTIVA
1 LIQUIDE MIDDELEN EN TEGOEDEN BIJ CENTRALE BANKEN
Liquide middelen en tegoeden bij centrale banken
Tegoeden bij centrale banken
Kasgelden en banktegoeden
Daggeldleningen van het verzekeringsbedrijf
2009
2008
10.989
3.965
436
15.390
16.432
5.052
561
22.045
2 BANKIERS
Bankiers
Nederland
Leningen en voorschotten aan banken
Liquide middelen, rekening-courant
Internationaal
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
9.101
2.550
11.651
15.234
4.800
20.034
30.641
1.151
31.792
25.556
2.942
28.498
39.742
3.701
43.443
40.790
7.742
48.532
11.651
20.034
–46
31.746
–85
28.413
–46
43.397
–85
48.447
Voorziening voor dubieuze debiteuren
Onder Bankiers zijn per 31 december 2008 mede opgenomen vorderingen in verband met effecten die zijn verkregen met een
overeenkomst tot terugverkoop uit hoofde van bancaire activiteiten ten bedrage van EUR 2.458 miljoen (2008: EUR 3.005 miljoen)
en vorderingen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten ten bedrage van EUR 64 miljoen (2008: EUR 100 miljoen).
De niet-achtergestelde vorderingen bedragen per 31 december 2009 EUR 43.396 miljoen (2008: EUR 48.443 miljoen) en de
achtergestelde vorderingen EUR 1 miljoen (2008: EUR 4 miljoen).
Er zijn geen vorderingen op bankiers waarvan de voorwaarden een materieel effect zouden kunnen hebben op de omvang, timing
en zekerheid van de geconsolideerde kasstromen van ING Groep. Voor informatie over significante concentraties wordt verwezen naar
de paragraaf ‘Risicobeheer’.
3 FINANCIËLE ACTIVA TEGEN REËLE WAARDE MET WAARDEMUTATIES DOOR HET RESULTAAT
Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat
Activa aangehouden voor handelsdoeleinden
Beleggingen voor risico van polishouders
Niet-handelsderivaten
Geclassificeerd als activa tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat
2009
2008
111.444
104.597
11.632
160.378
95.366
16.484
5.517
233.190
8.277
280.505
Activa aangehouden voor handelsdoeleinden per soort
Aandelen
Schuldbewijzen
Derivaten
Leningen en vorderingen
2009
2008
2.732
25.287
41.450
41.975
111.444
2.352
26.652
71.925
59.449
160.378
In de balanswaarde per 31 december 2009 zijn aandelen begrepen die zijn uitgeleend of verkocht met overeenkomst tot terugkoop ten
bedrage van respectievelijk EUR 175 miljoen (2008: EUR 1 miljoen) en nihil (2008: nihil). In de balanswaarde per 31 december 2008 zijn
schuldbewijzen begrepen die zijn uitgeleend of verkocht met overeenkomst tot terugkoop ten bedrage van respectievelijk EUR 325 miljoen
(2008: EUR 28 miljoen) en EUR 353 miljoen (2008: EUR 1.904 miljoen).
Per 31 december 2009 zijn onder de Activa aangehouden voor handelsdoeleinden vorderingen opgenomen ten bedrage van
EUR 40.940 miljoen (2008: EUR 57.968 miljoen) welke betrekking hebben op overeenkomsten tot terugverkoop.
ING Groep Jaarverslag 2009
117
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Beleggingen voor risico van polishouders per soort
Aandelen
Schuldbewijzen
Leningen en vorderingen
2009
2008
93.268
8.215
3.114
104.597
83.208
7.729
4.429
95.366
De aanpassingen in de reële waarde van de Leningen en vorderingen opgenomen onder de Beleggingen voor risico van polishouders,
welke toe te schrijven is aan de aanpassingen van het kredietrisico van de financiële activa is nihil (2008: nihil) of cumulatief nihil
(2008: nihil).
De reële waarde van de kredietderivaten opgenomen in de beleggingen voor risico van polishouders om het kredietrisico op de
schuldbewijzen te mitigeren is nihil (2008: EUR –12 miljoen) en de aanpassing van deze reële waarde is nihil (2008: EUR –5 miljoen).
De verkrijgingsprijs van de beleggingen voor risico van polishouders bedraagt per 31 december 2009 EUR 106.904 miljoen
(2008: EUR 115.929 miljoen).
Beleggingen in beleggingsfondsen met onderliggende beleggingen in aandelen, obligaties, derivaten en onroerend goed zijn
begrepen in aandelen.
Niet-handelsderivaten per soort
Derivaten aangehouden voor:
– reële waardehedges
– kasstroomhedges
– een hedge van een netto-investering in
buitenlandse bedrijfsonderdelen
Overige niet-handelsderivaten
2009
2008
2.727
5.521
3.862
5.771
38
3.346
11.632
670
6.181
16.484
De reële waarde van de kredietderivaten opgenomen in de niet-handelsderivaten aangehouden om het kredietrisico te mitigeren is
EUR 60 miljoen (2008: nihil) en de aanpassing van deze reële waarde is EUR –121 miljoen (2008: nihil).
Overige niet-handelsderivaten bestaan voornamelijk uit interest rate swaps waarvoor geen hedge accounting wordt toegepast.
Geclassificeerd tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat
Aandelen
Schuldbewijzen
Leningen en vorderingen
Overig
2009
2008
392
3.478
524
1.123
5.517
313
5.445
637
1.882
8.277
De aanpassing in de reële waarde van de Leningen en de vorderingen opgenomen onder Geclassificeerd als activa tegen reële waarde
met waardemutaties door het resultaat, toe te schrijven aan de aanpassing van het kredietrisico van de financiële activa gedurende 2009,
is nihil (2008: nihil) en cumulatief nihil (2008: nihil).
In Overig zijn beleggingen in private equity fondsen, hedgefondsen, andere niet-traditionele beleggingsvormen en commanditaire
vennootschappen opgenomen.
118
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
4 BELEGGINGEN
Beleggingen per soort
Beschikbaar voor verkoop
– aandelen
– schuldbewijzen
Tot einde looptijd aangehouden
– schuldbewijzen
2009
2008
8.853
188.850
197.703
8.822
234.030
242.852
14.409
14.409
15.440
15.440
212.112
258.292
De reële waarde van de aandelen geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop is per 31 december 2009 EUR 14.809 miljoen
(2008: EUR 15.566 miljoen).
Verloop in beleggingen – beschikbaar voor verkoop en tot einde looptijd aangehouden
Aandelen beschikbaar voor verkoop
Balanswaarde begin van
het jaar
Investeringen
Afschrijving
Overhevelingen en
herrubricering
Wijzigingen in de
samenstelling van de
groep en overig
Ongerealiseerde
herwaarderingen
(Terugboeking van)
bijzondere
waardeverminderingen
Desinvesteringen en
aflossingen
Koersverschillen vreemde
valuta
Balanswaarde eind van
het jaar
Schuldbewijzen
beschikbaar voor verkoop
Tot einde looptijd
aangehouden
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
8.822
1.590
19.947
4.503
234.030
161.312
84
255.950
225.703
–48
15.440
16.753
315
–33
258.292
162.902
54
292.650
230.521
–81
689
–28.943
–1.440
–30
19
154
–29.651
–1.594
–1.354
–748
–4.223
–11.670
–5.577
–12.418
3.151
–4.621
14.994
–14.877
18.145
–19.498
–409
–1.916
–2.075
–2.904
–2.484
–4.820
–3.052
–8.320
–186.968
–217.239
–1.675
–1.640
–191.695
–227.199
86
–177
1.347
709
–15
45
1.418
577
8.853
8.822
188.850
234.030
14.409
15.440
212.112
258.292
Opgenomen in overhevelingen en herrubricering beleggingen beschikbaar voor verkoop en tot einde looptijd aangehouden
Aandelen beschikbaar
voor verkoop
2009
Naar/van tot einde
looptijd aangehouden
Naar/van beschikbaar
voor verkoop
Naar/van Kredieten /
Bankiers
Naar/van deelnemingen
2008
Schuldbewijzen beschikbaar
voor verkoop
2009
2008
Tot einde looptijd
aangehouden
2009
–689
10
9
19
154
154
2008
Totaal
2009
2008
–689
–28.962
–1.594
–29.651
–1.594
689
689
689
–28.952
9
–28.943
–1.594
154
–1.440
Herrubriceringen naar beleggingen tot einde looptijd aangehouden
Gedurende het tweede kwartaal van 2009 heeft ING Groep EUR 0,7 miljard geherrubriceerd van beleggingen beschikbaar voor verkoop
naar aangehouden tot einde looptijd. De herrubriceringen resulteerde in een afname van de marktliquiditeit van deze activa. ING Groep
heeft de intentie en mogelijkheid om deze activa aan te houden tot einde looptijd.
ING Groep Jaarverslag 2009
119
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Herrubricering naar Kredieten en Bankiers
Herrubriceringen van beleggingen beschikbaar voor verkoop naar Kredieten is toegestaan onder IFRS vanaf het derde kwartaal van 2008.
In het eerste en tweede kwartaal van 2009 en het vierde kwartaal van 2008 heeft ING Groep bepaalde financiële activa van Beleggingen
naar Kredieten en Bankiers geherrubriceerd. In 2009 is EUR 23.355 miljoen (2008: EUR 1.594 miljoen) geherrubriceerd naar Kredieten en
EUR 5.608 miljoen naar Bankiers. ING Groep heeft activa geselecteerd welke in aanmerking komen voor herrubricering en waarvan ING
Groep op het moment van herrubricering de intentie heeft deze aan te houden in de nabije toekomst.
Herrubricering naar Kredieten en Bankiers
Per herrubriceringsdatum
Reële waarde
Effectief interestpercentage (gewogen gemiddelde)
Verwachte terug te verdienen kasstromen
Ongerealiseerde herwaarderingsverliezen
in het eigen vermogen (vóór belasting)
Verwerkte herwaarderingswinst(verliezen) in het eigen
vermogen (vóór belasting) tussen het begin van het jaar
waarin de herrubricering heeft plaatsgevonden en
de herrubriceringsdatum
Verwerkte bijzondere waardeverminderingen
(vóór belasting) tussen het begin van het jaar waarin
de herrubricering plaats heeft gevonden en
de herrubriceringsdatum
2009
Boekwaarde per 31 december
Reële waarde per 31 december
Ongerealiseerde herwaarderingsverliezen in het
eigen vermogen (vóór belasting) per 31 december
Effect op het eigen vermogen (vóór belasting)
als geen herrubricering had plaatsgevonden
Effect of het resultaat (vóór belasting) als geen
herrubricering had plaatsgevonden
Effect op het resultaat (vóór belasting) na de
herrubricering tot 31 december (voornamelijk rentebaten)
Opgenomen voorziening voor oninbaarheid
(vóór belasting)
Verwerkte bijzondere waardeverminderingen
(vóór belasting)
2008
Boekwaarde per 31 december
Reële waarde per 31 december
Ongerealiseerde herwaarderingsverliezen opgenomen in
het eigen vermogen (vóór belasting) gedurende het jaar
Effect op het eigen vermogen (vóór belasting)
als geen herrubricering had plaatsgevonden
Effect of het resultaat (vóór belasting)
als geen herrubricering had plaatsgevonden
Effect op het resultaat (vóór belasting) na de
herrubricering tot 31 december (voornamelijk rentebaten)
Verwerkte bijzondere waardeverminderingen
(vóór belasting)
Opgenomen voorziening voor oninbaarheid
(vóór belasting)
2007
Ongerealiseerde herwaarderingsverliezen opgenomen in
het eigen vermogen (vóór belasting) gedurende het jaar
Verwerkte bijzondere waardeverminderingen
(vóór belasting)
120
ING Groep Jaarverslag 2009
Q2 2009
Q1 2009
Q4 2008
6.135
1,4%-24,8%
7.118
22.828
2,1%-11,7%
24.052
1.594
4,1%-21%
1.646
–896
–1.224
–69
nihil
nihil
–79
nihil
nihil
nihil
6.147
6.472
20.551
20.175
1.189
1.184
–734
–902
–67
325
–376
–5
nihil
nihil
nihil
54
629
47
nihil
nihil
nihil
nihil
nihil
nihil
1.592
1.565
–971
–192
–79
nvt
nvt
–28
nvt
nvt
nihil
nvt
nvt
9
nihil
nihil
nihil
nvt
nvt
nihil
–20
nihil
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Niet meer in de balans opgenomen schuldbewijzen beschikbaar voor verkoop - Transactie met de Nederlandse overheid
Op 26 januari 2009 zijn ING Groep en de Nederlandse overheid een steunfaciliteit voor illiquide activa (de ’steunfaciliteit’)
overeengekomen. De transactie is op 31 maart 2009 afgerond. Onder de steunfaciliteit heeft ING 80% overgedragen van het economisch
eigendom van de Alt-A portefeuille aan de Nederlandse overheid. Deze portefeuille was opgenomen in Schuldbewijzen beschikbaar voor
verkoop. Voor meer details wordt verwezen naar paragraaf 33 ‘Verbonden partijen’.
Aandelen beschikbaar voor verkoop naar bancaire en verzekeringsactiviteiten
Beursgenoteerd
Bancaire activiteiten
Verzekeringsactiviteiten
Niet-beursgenoteerd
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
3.209
3.257
6.466
1.418
5.083
6.501
473
1.914
2.387
445
1.876
2.321
3.682
5.171
8.853
1.863
6.959
8.822
Schuldbewijzen naar bancaire en verzekeringsactiviteiten
Beschikbaar voor verkoop
Bancaire activiteiten
Verzekeringsactiviteiten
Tot einde looptijd aangehouden
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
88.500
100.350
188.850
131.502
102.528
234.030
14.409
15.440
14.409
15.440
102.909
100.350
203.259
146.942
102.528
249.470
In de balanswaarde per 31 december 2009 zijn aandelen begrepen die zijn uitgeleend of verkocht met overeenkomst tot terugkoop
ten bedrage van respectievelijk nihil (2008: EUR 182 miljoen) en nihil (2008: nihil). In de balanswaarde per 31 december 2009
zijn schuldbewijzen begrepen die zijn uitgeleend of verkocht met overeenkomst tot terugkoop ten bedrage van respectievelijk
EUR 6.853 miljoen (2008: EUR 9.822 miljoen) en EUR 20.900 miljoen (2008: EUR 35.795 miljoen).
Geleende aandelen en converteerbare obligaties worden niet in de balans opgenomen en bedragen per 31 december 2009 nihil
(2008: nihil).
Geleende schuldbewijzen worden niet in de balans opgenomen en bedragen per 31 december 2009 EUR 1.842 miljoen
(2008: EUR 166 miljoen).
Beleggingen in verband met de verzekeringsactiviteiten met een gecombineerde boekwaarde van EUR 26 miljoen (2008: EUR 47 miljoen)
genereerden geen resultaat gedurende 2009.
5 KREDIETEN
Kredieten naar bancaire en verzekeringsactiviteiten
Bancaire activiteiten
Verzekeringsactiviteiten
Eliminaties
2009
2008
554.682
29.060
583.742
–4.796
578.946
601.638
25.681
627.319
–7.528
619.791
Kredieten per soort – bancaire activiteiten
Nederland
Leningen aan of gegarandeerd door de overheid
Leningen met hypothecaire zekerheid
Leningen gegarandeerd door kredietinstellingen
Particuliere leningen
Mortgage backed securities
Zakelijke leningen
Voorzieningen voor dubieuze debiteuren
Internationaal
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
28.149
164.111
468
4.972
16.288
158.861
295
7.158
48.767
246.467
126.772
309.374
22.933
142.415
9.761
14.988
17.814
104.657
312.568
10.099
145.090
5.606
23.110
9.055
101.830
294.790
51.082
306.526
10.229
19.960
17.814
153.424
559.035
26.387
303.951
5.901
30.268
9.055
228.602
604.164
–1.461
245.006
–761
308.613
–2.892
309.676
–1.765
293.025
–4.353
554.682
–2.526
601.638
ING Groep Jaarverslag 2009
121
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Kredieten naar niet-achtergestelde en achtergestelde vorderingen – bancaire activiteiten
Niet-achtergestelde vorderingen
Achtergestelde vorderingen
2009
2008
554.267
415
554.682
601.434
204
601.638
Gedurende 2009 zijn bepaalde productkenmerken en interne procedures voor rekening couranten aangepast. Als gevolg daarvan voldoen
deze rekening couranten aan de criteria die IFRS stelt voor saldering van posities per cliënt in de balans. Deze aanvullende saldering heeft
geresulteerd in een daling van de Kredieten (bancaire activiteiten) en een vergelijkbare afname van de Toevertrouwde middelen van
ongeveer EUR 73,9 miljard.
Kredieten per soort - verzekeringsactiviteiten
Nederland
Internationaal
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
Polisbeleningen
Leningen met hypothecaire zekerheid
Leningen zonder onderpand
Mortgage backed securities
Overig
50
6.700
4.030
4.336
427
15.543
52
6.804
3.210
2.853
7.368
2.072
2.908
8.789
2.058
2.960
15.593
5.268
309
10.375
1.335
13.628
1.610
15.365
2.903
14.068
6.102
4.336
1.762
29.171
1.919
25.740
Voorzieningen voor dubieuze debiteuren
–52
15.491
–27
10.348
–59
13.569
–32
15.333
–111
29.060
–59
25.681
Onder Kredieten zijn per 31 december 2009 mede opgenomen vorderingen in verband met effecten die zijn verkregen met een
overeenkomst tot terugverkoop uit hoofde van bancaire activiteiten ten bedrage van EUR 2.409 miljoen (2008: EUR 946 miljoen).
Geen van de leningen heeft voorwaarden die een materieel effect zouden kunnen hebben op de omvang, timing en zekerheid
van de geconsolideerde kasstromen van ING Groep. Zie de paragraaf ‘Risicobeheer’ voor details over significante concentraties.
Vorderingen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten die opgenomen zijn onder Kredieten en Bankiers, kunnen als volgt
worden geanalyseerd:
Vorderingen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten
Looptijd van bruto-investeringen uit hoofde van
financiële leaseovereenkomsten
– korter dan 1 jaar
– langer dan 1 jaar en korter dan 5 jaar
– langer dan 5 jaar
Niet-verdiend inkomen uit hoofde van financiële
leaseovereenkomsten
Netto-investeringen in financiële
leaseovereenkomsten
Looptijd van netto-investeringen uit hoofde van
financiële leaseovereenkomsten
– korter dan 1 jaar
– langer dan 1 jaar en korter dan 5 jaar
– langer dan 5 jaar
Inbegrepen in Bankiers
Inbegrepen in Kredieten
122
ING Groep Jaarverslag 2009
2009
2008
5.163
9.739
6.041
20.943
6.363
9.766
4.836
20.965
–3.783
–3.614
17.160
17.351
4.365
8.088
4.707
17.160
5.157
7.955
4.239
17.351
64
17.096
17.160
100
17.251
17.351
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
In de voorzieningen voor dubieuze debiteuren is per 31 december 2009 EUR 161 miljoen (2008: EUR 88 miljoen) opgenomen als
voorziening voor oninbare vorderingen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten.
Geen van de financiële leaseovereenkomsten heeft een materieel effect op de omvang, timing en zekerheid van de geconsolideerde
kasstromen van ING Groep.
Voorzieningen voor dubieuze debiteuren naar zekerheid – bancaire activiteiten
Nederland
2009
Leningen gegarandeerd door de overheid
Leningen met hypothecaire zekerheid
Leningen gegarandeerd door kredietinstellingen
Particuliere leningen
Mortgage backed securities
Overige zakelijke leningen
De balanswaarde eind van het jaar is inbegrepen in
– Bankiers
– Kredieten
2008
Internationaal
Totaal
2009
2008
2009
2008
2
425
85
533
2
592
85
653
805
1.850
3
1.356
47
690
15
2.288
4.399
1.279
2.611
85
1.765
1.850
46
4.353
4.399
85
2.526
2.611
290
167
254
120
917
1.461
474
761
3
1.066
47
436
15
1.371
2.938
1.461
1.461
761
761
46
2.892
2.938
Verloop van de voorzieningen voor dubieuze debiteuren
Bancaire activiteiten
Balanswaarde begin van het jaar
Wijzigingen in de samenstelling van de groep
Afboekingen
Ontvangen op reeds afgeboekte kredieten
Toename van voorzieningen voor dubieuze
debiteuren
Koersverschillen vreemde valuta
Overige mutaties
Balanswaarde eind van het jaar
Verzekeringsactiviteiten
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2.611
–3
–1.217
148
2.001
2
–728
91
59
–3
–13
1
30
–4
–6
2
2.670
–6
–1.230
149
2.031
–2
–734
93
2.973
–47
–66
4.399
1.280
–50
15
2.611
67
38
–1
111
59
3.040
–47
–66
4.510
1.318
–51
15
2.670
Veranderingen in de Voorzieningen voor dubieuze debiteuren welke betrekking hebben op verzekeringsactiviteiten zijn opgenomen onder
Opbrengst beleggingen. Veranderingen in de Voorzieningen voor dubieuze debiteuren welke betrekking hebben op de bancaire
activiteiten zijn opgenomen als een afzonderlijke regel in de winst-en-verliesrekening.
ING Groep Jaarverslag 2009
123
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
6 DEELNEMINGEN
Deelnemingen
Percentage
deelneming
(%)
2009
TMB Public Company Limited
Sul America S.A.
ING Winkels Basisfonds
ING Dutch Office Master Fund C.V.
Lionbrook Property Partnership
Property Fund Iberica
ING Woningen Basisfonds
ING Retail Property Fund Australia
Dutch Office Fund II
ING Real Estate Asia Retail Fund
ING Vastgoed Kantoren C.V.
ING Vastgoed Winkels C.V.
ING Industrial Fund Australia
Lion Industrial Trust
Retail Property Fund France Belgium (RPFFB)
ING Re French Residential Fund
Property Fund Central Europe
ING REI Investment DOF B.V.
Dutch Residential Fund II
Lion Properties Fund
ING Re Nordic Property Fund
Steadfast Capital Fund II LP
ING Retail Property Partnership Southern Europe
ING Logistics Property Fund Europe
Overige deelnemingen met invloed van betekenis
30
36
16
16
33
30
13
29
16
28
10
10
8
10
15
45
25
3
13
5
16
68
21
25
Reële waarde
beursgenoteerde
deelnemingen
338
61
Balanswaarde
Totaal
activa
457
288
210
201
151
140
111
107
104
99
89
87
78
72
71
67
67
66
65
65
56
56
55
51
886
3.699
11.474
931
1.642
1.527
572
1.635
1.019
886
775
723
952
870
2.265
2.374
1.381
233
806
2.402
626
2.766
940
83
1.001
467
Totaal
vreemd
vermogen
10.503
121
310
285
148
1.156
194
479
129
417
44
5
1.343
1.640
909
83
540
514
141
1.506
588
745
263
Totaal
baten
Totaal
lasten
309
3.360
56
–12
27
–51
–34
20
31
–46
10
53
344
–174
2
–1
–25
–215
–25
–226
–7
2
–27
–22
281
3.138
37
30
20
50
22
65
27
140
33
19
387
729
87
8
52
266
26
1.167
52
6
69
23
Overige deelnemingen met invloed van betekenis vertegenwoordigt een groot aantal deelnemingen met een individuele balanswaarde van
minder dan EUR 50 miljoen.
De cumulatieve bijzondere waardeverminderingen bedragen EUR 59 miljoen (2008: EUR 50 miljoen).
Voor de bovenstaande deelnemingen met een aandelenbezit van minder dan 20% van de stemrechten is sprake van invloed van betekenis
door de combinatie van ING Groeps financiële belang voor eigen rekening en de rol van ING Groep als fondsbeheerder.
De waardes, zoals opgenomen in de bovenstaande tabel, kunnen afwijken van waardes gepresenteerd in de individuele jaarrekeningen
van de deelnemingen, omdat voor praktische redenen, de individuele waardes in lijn zijn gebracht met ING Groeps
waarderingsgrondslagen.
Over het algemeen zijn de rapportagedata van alle materiële deelnemingen gelijk aan de rapportagedatum van ING Groep. Echter,
de rapportagedatum van bepaalde deelnemingen wijkt enigszins af van de rapportagedatum van ING Groep, het verschil tussen de
rapportagedatum van de deelnemingen en die van ING Groep is in ieder geval niet meer dan drie maanden.
In geval de reële waarde van beursgenoteerde deelnemingen lager is dan de balanswaarde is beoordeeld of sprake is van bijzonder
waardeverminderingen en heeft een evaluatie van de continuïteit plaatsgevonden.
124
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Deelnemingen
2008
TMB Public Company Limited
ING Dutch Office Master Fund C.V.
ING Winkels Basisfonds
Sul America S.A.
ING Industrial Fund Australia
Property Fund Iberica
Lionbrook Property Partnership
Lion Industrial Trust
Lion Properties Fund
ING Woningen Basisfonds
ING Real Estate Asia Retail Fund
Dutch Office Fund II
ING Retail Property Fund Australia
ING Vastgoed Kantoren C.V.
ING Vastgoed Winkels C.V.
Property Fund Central Europe
Retail Property Fund France Belgium (RPFFB)
Dutch Residential Fund II
ING Retail Property Partnership Southern Europe
ING REI Investment DOF B.V.
ING European Infrastructure Fund
Lion Value Fund
ING Logistics Property Fund Europe
ING RE Nordic Property Fund
ING Property Fund Central and Eastern Europe
ING Vastgoed Woningen C.V.
ING Re French Residential Fund
Overige deelnemingen met invloed van betekenis
Percentage
deelneming
(%)
30
16
16
36
18
30
29
10
5
13
28
16
29
10
10
25
15
13
21
4
25
22
25
16
20
10
45
Reële waarde
beursgenoteerde deelnemingen
171
14
Balanswaarde
Totaal
activa
Totaal
Vreemd
vermogen
443
219
218
168
164
157
145
133
125
122
121
109
109
98
88
83
79
74
73
71
70
68
65
64
55
53
50
1.131
4.355
12.247
1.624
1.736
557
2.377
1.835
626
2.898
4.135
1.064
850
817
790
1.006
898
880
1.602
602
1.218
2.679
662
442
530
979
791
528
182
11.246
258
346
91
1.033
1.301
126
1.528
1.757
155
412
136
412
22
22
546
1.075
51
879
383
409
139
269
579
519
1
69
Totaal
baten
Totaal
lasten
812
63
119
2.663
166
–2
–283
98
313
58
57
50
13
101
83
69
71
62
6
197
7
–5
16
32
36
3
589
75
51
2.348
147
96
15
207
771
45
72
58
7
93
22
37
57
127
67
212
2
56
21
62
60
25
4
ING Groep Jaarverslag 2009
125
Verloop van deelnemingen
Balanswaarde begin van het jaar
Investeringen
Wijzigingen in de samenstelling van de groep
Overheveling van/naar beleggingen
Herwaarderingen
Resultaat deelnemingen
Ontvangen dividend
Desinvesteringen
Bijzondere waardeverminderingen
Koersverschillen vreemde valuta
Balanswaarde eind van het jaar
2009
2008
4.355
180
–96
–9
19
–458
–126
–294
–3
131
3.699
5.014
1.034
46
–154
217
–375
–212
–972
–29
–214
4.355
Het Resultaat deelnemingen van EUR –458 miljoen (2008: EUR –375 miljoen) en de Bijzondere waardeverminderingen van
EUR –3 miljoen (2008: EUR –29 miljoen) zijn in 2009 opgenomen in de winst-en-verliesrekening in Resultaat deelnemingen
EUR –461 miljoen (2008: EUR –404 miljoen).
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
7 BELEGGINGEN IN ONROEREND GOED
Verloop van beleggingen in onroerend goed
Balanswaarde begin van het jaar
Investeringen
Wijzigingen in de samenstelling van de groep
Overheveling van/naar Onroerend goed
in eigen gebruik
Overheveling van/naar Overige activa
Reële waarde-aanpassingen winst/verlies
Desinvesteringen
Koersverschillen vreemde valuta
Balanswaarde eind van het jaar
2009
2008
4.300
130
–54
4.829
905
–296
58
322
–713
–656
251
3.638
–38
117
–400
–415
–402
4.300
De blootstelling aan vastgoedrisico’s is opgenomen in de volgende balansregels:
Blootstelling aan vastgoedrisico’s
Beleggingen in onroerend goed
Deelnemingen
Overige activa – onroerend goed aangehouden
voor verkoop
Gebouwen en bedrijfsmiddelen – onroerend goed
in eigen gebruik
Beleggingen – beschikbaar voor verkoop
2009
2008
3.638
2.580
4.300
3.200
2.515
3.143
1.686
689
11.108
1.841
663
13.147
Verder bestaat er een blootstelling door belangen in derden, hefboomwerking van fondsen en niet in de balans opgenomen
verplichtingen, wat resulteert in een totale blootstelling van EUR 13,1 miljard (2008: EUR 15,5 miljard). Verwezen wordt naar
de paragraaf ‘Risicobeheer’.
Beleggingen in onroerend goed naar bancaire en verzekeringsactiviteiten
Bancaire activiteiten
Verzekeringsactiviteiten
2009
2008
2.569
1.069
3.638
3.182
1.118
4.300
Het totale bedrag aan huuropbrengsten dat is verantwoord in de winst-en-verliesrekening is EUR 345 miljoen (2008: EUR 361 miljoen).
Het totale bedrag aan voorwaardelijke leasebetalingen dat verantwoord is in de winst-en-verliesrekening is EUR 8 miljoen
(2008: EUR 17 miljoen).
Het totale bedrag aan directe bedrijfskosten (inclusief kosten van reparatie en onderhoud) met betrekking tot beleggingen in onroerend
goed die over 2009 huuropbrengsten genereerden was EUR 87 miljoen (2008: EUR 71 miljoen). Het totale bedrag aan directe
bedrijfskosten (inclusief kosten van reparatie en onderhoud) met betrekking tot beleggingen in onroerend goed die over 2009 geen
huuropbrengsten genereerden was EUR 46 miljoen (2008: EUR 36 miljoen).
Taxatie van beleggingen in onroerend goed getaxeerd door onafhankelijke gekwalificeerde taxateurs
per meest recente taxatie (in percentages)
2009
Meest recente taxatie uitgevoerd in 2009
Meest recente taxatie uitgevoerd in 2008
Meest recente taxatie uitgevoerd in 2005
126
ING Groep Jaarverslag 2009
98
1
1
100
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
8 GEBOUWEN EN BEDRIJFSMIDDELEN
Gebouwen en bedrijfsmiddelen per soort
Onroerend goed in eigen gebruik
Bedrijfsmiddelen
Activa onder operationele leaseovereenkomsten
2009
2008
1.686
1.442
2.991
6.119
1.841
1.407
3.148
6.396
Onroerend goed in eigen gebruik naar bancaire en verzekeringsactiviteiten
Bancaire activiteiten
Verzekeringsactiviteiten
2009
2008
1.364
322
1.686
1.447
394
1.841
Verloop in onroerend goed in eigen gebruik
Balanswaarde begin van het jaar
Investeringen
Wijzigingen in de samenstelling van de groep
Herrubricering van/naar Beleggingen
in onroerend goed
Herrubricering van/naar Overige activa
Afschrijvingen
Herwaarderingen
Bijzondere waardeverminderingen
Terugboeken van bijzondere waardeverminderingen
Desinvesteringen
Koersverschillen vreemde valuta
Overige mutaties
Balanswaarde eind van het jaar
Bruto boekwaarde per 31 december
Cumulatieve afschrijvingen per 31 december
Cumulatieve bijzondere waardeverminderingen
per 31 december
Netto boekwaarde
Herwaarderingssurplus
Balanswaarde begin van het jaar
Waardeverandering gedurende het jaar
Vrijval gedurende het jaar
Balanswaarde eind van het jaar
2009
2008
1.841
46
–2
2.069
85
–150
–58
–24
–33
–51
–8
12
–37
–1
1
1.686
38
5
–39
–5
–1
1.841
2.574
–764
2.701
–755
–124
1.686
–105
1.841
606
–3
–72
531
633
–48
21
606
–114
–47
De kost- of aanschafprijs bedraagt EUR 2.043 miljoen (2008: EUR 2.087 miljoen). De verkrijgingsprijs verminderd met de
cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen zou EUR 1.155 miljoen (2008: EUR 1.226 miljoen) bedragen.
Taxatie van onroerend goed in eigen gebruik getaxeerd door onafhankelijke gekwalificeerde taxateurs
per meest recente transactie (in percentages)
2009
Meest recente taxatie uitgevoerd in 2009
Meest recente taxatie uitgevoerd in 2008
Meest recente taxatie uitgevoerd in 2007
Meest recente taxatie uitgevoerd in 2006
Meest recente taxatie uitgevoerd in 2005
39
28
18
7
8
100
ING Groep Jaarverslag 2009
127
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verloop van bedrijfsmiddelen
Informatieverwerkende
apparatuur
Balanswaarde begin van het jaar
Investeringen
Wijzigingen in de samenstelling van de groep
Desinvesteringen
Afschrijvingen
Bijzondere waardeverminderingen
Koersverschillen vreemde valuta
Overige mutaties
Balanswaarde eind van het jaar
Bruto boekwaarde per 31 december
Cumulatieve afschrijvingen per 31 december
Cumulatieve bijzondere waardeverminderingen per
31 december
Netto boekwaarde
Inrichting, installaties
en andere bedrijfsmiddelen
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
320
189
–9
–13
–155
1.087
407
–88
–32
–261
4
–19
1.098
989
396
10
–20
–263
–9
–28
12
1.087
1.407
596
–97
–45
–416
6
6
344
281
227
–4
–2
–146
–9
–13
–14
320
10
–13
1.442
1.270
623
6
–22
–409
–18
–41
–2
1.407
1.582
–1.238
1.562
–1.231
3.084
–1.986
2.935
–1.840
4.666
–3.224
4.497
–3.071
344
–11
320
1.098
–8
1.087
1.442
–19
1.407
Verloop van activa onder operationele leaseovereenkomsten
Auto’s
Balanswaarde begin van het jaar
Investeringen
Wijzigingen in de samenstelling van de groep
Desinvesteringen
Afschrijvingen
Bijzondere waardeverminderingen
Koersverschillen vreemde valuta
Overhevelingen en overig
Balanswaarde eind van het jaar
Bruto boekwaarde per 31 december
Cumulatieve afschrijvingen per 31 december
Cumulatieve bijzondere waardeverminderingen per
31 december
Netto boekwaarde
Overig geleasde activa
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
3.140
1.034
8
12
3.148
1.034
–3
28
–334
2.986
2.886
1.401
172
–123
–764
–3
–116
–313
3.140
4.516
–1.530
2.986
–93
–789
–2
–93
–792
5
8
28
–334
2.991
2.898
1.401
170
–123
–766
–3
–116
–313
3.148
4.466
–1.324
27
–22
28
–20
4.543
–1.552
4.494
–1.344
–2
3.140
5
8
2.991
–2
3.148
–2
Overhevelingen en overig hebben voornamelijk betrekking op de overheveling van auto’s onder operationele leaseovereenkomsten
naar Overige activa vanwege de afloop van de leaseovereenkomst.
Afschrijvingen van activa onder operationele leaseovereenkomsten worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening onder
Overige baten en zijn in mindering gebracht op de baten uit operationele leaseovereenkomsten.
Geen van de afzonderlijke operationele leaseovereenkomsten bevat contractuele bepalingen welke een materieel effect zouden
kunnen hebben op de omvang, timing en zekerheid van de geconsolideerde kasstromen van ING Groep.
De Groep verhuurt activa aan derden middels operationele leaseovereenkomsten. De minimaal te ontvangen toekomstige
leasebetalingen uit hoofde van niet-opzegbare operationele leaseovereenkomsten bedragen:
Minimale te ontvangen toekomstige leasebetalingen naar looptijd
Korter dan 1 jaar
Langer dan 1 jaar en korter dan 5 jaar
Langer dan 5 jaar
128
ING Groep Jaarverslag 2009
2009
2008
1.094
1.893
4
2.991
1.072
2.072
4
3.148
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
9 IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
Verloop van immateriële vaste activa
Value of
business acquired
Balanswaarde begin van het jaar
Aankopen
Geactiveerde kosten
Amortisatie en ‘unlocking’
Bijzondere
waardeverminderingen
Effect van ongerealiseerde
herwaarderingen in het eigen
vermogen
Wijzigingen in de samenstelling
van de groep
Koersverschillen vreemde valuta
Verkopen
Balanswaarde eind van het jaar
Bruto boekwaarde per 31
december
Cumulatieve afschrijvingen per
31 december
Cumulatieve bijzondere
waardeverminderingen per 31
december
Netto boekwaarde
Goodwill
Software
Overig
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2.084
2.301
3.070
39
2.245
1.329
722
244
98
–298
472
213
420
–173
880
3
79
–120
881
188
132
–342
–120
–157
6.915
230
211
–582
5.740
1.786
518
–628
–27
–9
–44
–9
–226
–482
555
–155
–482
555
–11
–48
–730
158
1.502
2.084
–94
62
–6
3.071
–3
–340
–6
3.070
–62
10
–4
803
5
–17
–12
881
–143
36
–2
645
229
–113
–1
880
–310
60
–12
6.021
–499
–312
–19
6.915
2.518
2.980
3.136
3.225
2.217
1.988
1.007
1.125
8.878
9.318
–1.016
–896
–1.393
–1.051
–308
–200
–2.717
–2.147
1.502
2.084
–21
803
–56
881
–54
645
–45
880
–140
6.021
–256
6.915
–65
3.071
–155
3.070
Amortisatie van software en overige immateriële vaste activa is inbegrepen in de winst-en-verliesrekening in de post Overige bedrijfslasten
en Afschrijving immateriële vaste activa en overige bijzondere waardeverminderingen. Amortisatie van value of business acquired is
inbegrepen in Bruto verzekeringstechnische lasten.
De aankopen in 2009 met betrekking tot Goodwill hebben voornamelijk betrekking op de consolidatie van 3W Holding B.V.
(EUR 26 miljoen) en op de uitbreiding van het aandeel in Interhyp AG van ING Groep voor EUR 7 miljoen.
Goodwill wordt getoetst op bijzondere waardeverminderingen op het laagste niveau waarop toezicht wordt gehouden voor interne
beheersingsdoeleinden. Goodwill wordt als volgt aan de rapporterende eenheden toegerekend:
Goodwill toegerekend aan rapporterende eenheden
Retail Banking – Centraal Europa
Retail Banking – Zuid-west Europa
Retail Banking – Nederland
ING Direct
Commercial Banking Leasing & Factoring
Commercial Banking Real Estate
Commercial Banking Overig
Insurance Europe – Benelux
Insurance Europe – Overig Europa
Insurance Americas – Latijns Amerika
Insurance Americas – Verenigde Staten
Insurance Americas – Canada
Insurance Asia/Pacific – Zuid Korea
Insurance Asia/Pacific – Overig Azië
2009
2008
834
49
1
460
66
39
14
48
122
591
483
839
49
1
456
61
11
15
49
124
543
501
71
164
186
3.070
171
193
3.071
In 2008 werd als gevolg van de nationalisatie van AFJP Pension in Argentinië EUR 155 miljoen goodwill afgeboekt.
ING Groep Jaarverslag 2009
129
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Goodwill wordt minimaal jaarlijks getoetst op bijzondere waardeverminderingen door de boekwaarde van de rapporterende eenheid
(inclusief goodwill) te vergelijken met de beste schatting van de reële waarde van de rapporterende eenheid. Als eerste wordt de beste
schatting van de reële waarde bepaald op basis van een waardering van het totaal van de verschillende onderdelen (Sum of Partswaardering, ook wel SOP). Als de uitkomst van de SOP aangeeft dat geen significante afwijking bestaat tussen de reële waarde en de
boekwaarde zal de reële waarde meer in detail geanalyseerd worden. De belangrijkste veronderstellingen in de SOP-waardering zijn de
verwachte resultaten, groei van de activiteiten, disconteringsvoet, waarde van nieuwe productie, overwaarde inbegrepen in de
marktwaarde etc. Voor beursgenoteerde ondernemingen worden relevante marktprijzen gehanteerd. De gedetailleerdere analyse maakt
gebruik van waarderingsmodellen welke gelijk zijn aan die van de oorspronkelijke waardering bij aankoop, embedded value berekeningen,
beoordeling van soortgelijke ondernemingen, etc. De waarderingsmodellen zijn gevalideerd en houden rekening met de ontwikkeling
van de activiteiten na de aankoop, de laatste resultaatinschattingen van het management, beoordeling van disconteringspercentages
en de maximale groeipercentages, etc. Beoordeling van soortgelijke ondernemingen houdt een analyse in van marktprijs/opbrengsten
en marktprijs/boekwaarde van vergelijkbare beursgenoteerde ondernemingen. Veronderstellingen worden gewoonlijk gebaseerd op
ervaringen uit het verleden, de meest juiste inschatting van het management van toekomstige ontwikkelingen en waar voorhanden
relevante externe informatie. De toetsing van de goodwill op bijzondere waardeverminderingen heeft per 31 december 2009, waarbij
de meest juiste inschatting van de veronderstellingen en de meest waarschijnlijke veranderingen daarin gehanteerd zijn, niet geresulteerd
in een bijzondere waardevermindering (2008: nihil).
10 OVERLOPENDE ACQUISITIEKOSTEN
Verloop van overlopende acquisitiekosten
Beleggingscontracten
Balanswaarde begin van het jaar
Geactiveerd
Amortisatie en ‘Unlocking’
Effect van ongerealiseerde
herwaarderingen in het eigen
vermogen
Wijzigingen in de samenstelling van
de groep
Koersverschillen vreemde valuta
Verkoop van portefeuilles
Balanswaarde eind van het jaar
Levensverzekeringen
Schadeverzekeringen
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
89
9
–11
101
50
–12
11.489
1.609
–435
10.183
2.495
–1.884
265
12
–12
408
126
–130
11.843
1.630
–458
10.692
2.671
–2.026
–1.140
1.523
–1.140
1.523
58
–227
1
11.355
–1.289
461
–231
9
–104
–35
–1.427
410
11.489
43
265
–277
–201
1
11.398
–104
17
–34
–16
0
89
11.843
Voor flexibele levensverzekeringcontracten bedraagt de groeiveronderstelling voor het berekenen van de amortisatie van de Overlopende
acquisitiekosten voor 2008 8,2% bruto en 5,6% na aftrek van vergoedingen voor vermogensbeheer (2008: 6,4% bruto en 5,6% na aftrek
van vergoedingen voor vermogensbeheer).
De verandering in Wijzigingen in de samenstelling van de groep in 2008 heeft voor EUR 1.164 miljoen betrekking op de verkoop van
ING Life Taiwan.
11 ACTIVA EN VERPLICHTINGEN AANGEHOUDEN VOOR VERKOOP
Een groep van activa welke wordt afgestoten classificeert als aangehouden voor verkoop als de boekwaarde hoofdzakelijk zal worden
gerealiseerd in een verkooptransactie en niet door het voortgezette gebruik ervan. Dit heeft betrekking op activiteiten waarvoor een
verkoop overeen is gekomen of een verkoop zeer waarschijnlijk is op balansdatum maar waarvan de transactie nog niet volledig
afgewikkeld is. Per 31 december 2009 heeft dit hoofdzakelijk betrekking op de Zwitserse en Aziatische Private Banking activiteiten,
Pacific Antai Life Insurance Company (PALIC) en de drie onafhankelijke Amerikaanse retail broker-dealer units. Per 31 december 2008
heeft dit betrekking op ING Life Taiwan. Verwezen wordt naar toelichting 30 ‘Aankoop en verkoop van maatschappijen’.
Activa aangehouden voor verkoop
Liquide middelen en tegoeden bij centrale banken
Bankiers
Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties
door het resultaat
Beleggingen beschikbaar voor verkoop
Kredieten
Herverzekeringscontracten
Gebouwen en bedrijfsmiddelen
Immateriële vaste activa
Overlopende acquisitiekosten
Overige activa
130
ING Groep Jaarverslag 2009
2009
2008
264
474
80
389
458
3.242
3
37
3
35
119
5.024
1.552
9.801
1.341
41
671
1.164
662
15.312
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verplichtingen aangehouden voor verkoop
Verzekerings- en beleggingscontracten
Bankiers
Toevertrouwde middelen
Financiële verplichtingen tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat
Overige schulden
2009
2008
191
31
4.480
14.294
36
152
4.890
126
600
15.020
In de cumulatieve niet-gerealiseerde resultaten is EUR 13 miljoen (2008: EUR 94 miljoen) opgenomen wat betrekking heeft op
Activa aangehouden voor verkoop.
12 OVERIGE ACTIVA
Overige activa per soort
Vorderingen uit herverzekeringen en verzekeringen
Latente belastingvorderingen
Onroerend goed aangehouden voor verkoop
Terug te vorderen vennootschapsbelasting
Overlopende rente en huren
Overige overlopende activa
Pensioenactiva
Overige vorderingen
2009
2008
2.125
3.969
2.515
836
18.306
1.635
3.143
6.700
39.229
3.683
8.034
3.143
776
20.156
1.758
1.781
8.334
47.665
Nadere informatie met betrekking tot latente belastingvorderingen en pensioenactiva is begrepen in de toelichting 21 ‘Overige schulden’.
Overlopende rente en huren bevat overlopende rente op financiële activa opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs (geclassificeerd
als ‘Leningen en vorderingen’ onder IAS 39) voor een bedrag van EUR 6.956 miljoen (2008: EUR 7.980 miljoen).
In 2009 is voor EUR 98 miljoen aan financieringskosten geactiveerd met betrekking tot onroerend goed in ontwikkeling voor derden
en onroerend goed aangehouden voor verkoop (2008: EUR 115 miljoen).
Herverzekeringen en vorderingen uit verzekeringen
Vorderingen uit directe verzekeringen op:
– polishouders
– tussenpersonen
Vorderingen uit herverzekeringen
2009
2008
1.443
113
569
2.125
2.750
191
742
3.683
Onroerend goed aangehouden voor verkoop
2009
2008
Onroerend goed ontwikkeld voor verkoop
Onroerend goed verkregen uit executies
Onroerend goed in ontwikkeling
917
160
1.438
2.515
640
91
2.412
3.143
Bruto boekwaarde per 31 december
Cumulatieve bijzondere waardeverminderingen
per 31 december
Netto boekwaarde
3.228
3.276
–713
2.515
–133
3.143
ING Groep Jaarverslag 2009
131
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
EIGEN VERMOGEN
13 EIGEN VERMOGEN (MOEDERMAATSCHAPPIJ)/ KERNKAPITAALEFFECTEN ZONDER STEMRECHT
Eigen vermogen (moedermaatschappij)
Aandelenkapitaal
Agioreserve
Herwaarderingsreserve
Reserve voor koersverschillen vreemde valuta
Overige reserves
Eigen vermogen (moedermaatschappij)
2009
2008
2007
919
16.034
2.466
–2.008
16.452
33.863
495
9.182
–8.502
–1.918
18.077
17.334
534
8.739
4.937
–1.354
24.352
37.208
De herwaarderingsreserve, de reserve deelnemingen (opgenomen in Overige reserves) en de reserve voor koersverschillen vreemde valuta
zijn niet vrij uitkeerbaar.
De Overige reserves bevatten op 31 december 2009 een bedrag van EUR 645 miljoen (2008: EUR 566 miljoen; 2007: EUR 566 miljoen)
aan kapitaal en reserves van de voormalige Stichting Regio Bank dat niet vrij uitkeerbaar is.
Aandelenkapitaal
Aantal X1.000
Maatschappelijk aandelenkapitaal
Aandelenkapitaal in portefeuille
Geplaatst aandelenkapitaal
Gewone aandelen (nominale waarde EUR 0,24)
Bedrag
2009
2008
2007
2009
2008
2007
4.500.000
668.439
3.831.561
4.500.000
2.436.852
2.063.148
3.000.000
773.555
2.226.445
1.080
161
919
1.080
585
495
720
186
534
Verloop in geplaatst aandelenkapitaal
Gewone aandelen
(nominale waarde EUR 0,24)
Aantal X1.000
Bedrag
Geplaatst aandelenkapitaal per 1 januari 2007
2.205.093
530
Uitgifte van aandelen
Uitoefening warrants B en opties
Geplaatst aandelenkapitaal per 31 december 2007
5.569
15.783
2.226.445
1
3
534
Uitgifte van aandelen
Inkoop aandelen
Uitoefening warrants B
Geplaatst aandelenkapitaal per 31 december 2008
1.848
–183.158
18.013
2.063.148
–44
5
495
Uitgifte van aandelen
Geplaatst aandelenkapitaal per 31 december 2009
1.768.413
3.831.561
424
919
Agioreserve
Het verloop in de agioreserve is toegelicht in het geconsolideerde mutatie-overzicht eigen vermogen van ING Groep.
Claimemissie
Op 26 november 2009 hebben bestaande houders van (certificaten van) gewone aandelen claims ontvangen die hen het recht geven om
zich in te schrijven op nieuw te plaatsen (certificaten van) gewone aandelen, afhankelijk van het toepasselijke effectenrecht. Houders van
claims konden zich inschrijven op 6 nieuwe (certificaten van) gewone aandelen in verhouding tot elke 7 claims die zij hielden. De
emissieprijs is vastgesteld op EUR 4,24 per aandeel. Dit vertegenwoordigt een korting van 37,3% op de Theoretische Ex-Claim Prijs (TERP),
gebaseerd op de slotkoers van ING Groep N.V. aandelen genoteerd aan Euronext Amsterdam en Euronext Brussel op 26 november 2009,
van EUR 8,92.
In totaal zijn 1.768.412.544 (certificaten van) gewone aandelen aangeboden en verkocht, waarvan ongeveer 97% middels de uitoefening
van de claims en het restant door plaatsing bij institutionele beleggers. Als gevolg hiervan heeft ING netto ongeveer EUR 7,3 miljard
ontvangen; hierbij is rekening gehouden met vergoedingen en kosten.
132
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Terugkoopprogramma (2007/2008)
In mei 2007 heeft ING Groep een plan bekend gemaakt om een terugkoopprogramma te starten om zo de (certificaten op de) gewone
aandelen, welke een totale waarde van EUR 5 miljard hebben, terug te kopen over een periode van 12 maanden, aanvangend in juni 2007.
Op 23 mei 2008 was dit programma beëindigd, omdat ING Groep nagenoeg de wettelijke grens bereikt had voor het inkopen van eigen
aandelen welke op dat moment van kracht was (10% van het geplaatst aandelenkapitaal). In totaal zijn 183,2 miljoen (certificaten van)
gewone aandelen teruggekocht onder dit programma tegen een gemiddelde prijs van EUR 26,77 en voor een bedrag van EUR 4,9 miljard
(98% van het aangekondigde bedrag van het terugkoopprogramma). Teruggekochte gewone aandelen en certificaten zijn daarom
opgenomen in de tabel ‘Verloop in eigen aandelen’.
De teruggekochte gewone aandelen (waar de certificaten betrekking op hebben), zijn ingetrokken in twee stappen, van kracht op
respectievelijk 25 juni 2008 en 7 oktober 2008, zodat deze nu onderdeel uitmaken van het aandelenkapitaal in portefeuille.
Gewone aandelen
Alle gewone aandelen staan op naam. Er zijn geen aandeelbewijzen uitgegeven. Gewone aandelen kunnen worden overgedragen. Een
overdracht van gewone aandelen vereist een schriftelijke kennisgeving door ING Groep N.V. De nominale waarde van de gewone aandelen
is EUR 0,24. Het maatschappelijk kapitaal van ING Groep bestaan op het moment uit 4.500 miljoen gewone aandelen, het is in 2009
verhoogd van 3.000 miljoen naar 4.500 miljoen aandelen als gevolg van een statutenwijziging op 8 oktober 2008. Per 31 december 2009
zijn 3.832 miljoen gewone aandelen uitgegeven en volgestort.
Certificaten van gewone aandelen
Meer dan 99% van de gewone aandelen is in bezit van de Stichting ING Aandelen. In ruil voor deze aandelen heeft de Stichting ING
Aandelen certificaten aan toonder uitgegeven van deze gewone aandelen. De certificaten zijn genoteerd aan verschillende
aandelenbeurzen. Certificaten kunnen worden omgewisseld op verzoek van de houders van certificaten in (niet-genoteerde) gewone
aandelen. Dit kan zonder beperking, maar wel dient een administratieve vergoeding van EUR 0,01 per certificaat met een minimum van
EUR 25 per omwisseltransactie betaald te worden.
De certificaathouder heeft het recht op de dividendbetalingen en uitkeringen die corresponderen met de dividenden en uitkeringen die
zijn ontvangen door de Stichting ING Aandelen voor een gewoon aandeel.
Daarnaast is de certificaathouder gerechtigd om de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van ING Groep bij te wonen en daar het
woord te voeren, zowel in persoon als bij volmacht. Een certificaathouder die de Algemene Vergadering van Aandeelhouders bijwoont is
gerechtigd om namens de Stichting ING Aandelen stemrecht uit te oefenen, naar eigen inzicht, voor het aantal aandelen dat
correspondeert met het aantal gehouden certificaten.
Een certificaathouder die de Algemene Vergadering van Aandeelhouder niet bijwoont, in persoon of bij volmacht, heeft het recht om
een bindende stemaanwijzing te geven aan de Stichting ING Aandelen voor het aantal aandelen dat correspondeert met het aantal
gehouden certificaten.
Certificaten van gewone aandelen gehouden door ING Groep (Eigen aandelen)
Per 31 december 2009 hielden ING Groep of haar dochtermaatschappijen 47,0 miljoen (2008: 36,5 miljoen; 2007: 126,8 miljoen)
certificaten van gewone aandelen van ING Groep N.V. met een nominale waarde van EUR 0,24. Deze zijn ingekocht om het risico in
verband met de aan de leden van de Raad van Bestuur en de overige werknemers toegekende optierechten af te dekken.
Beperkingen met betrekking tot dividend en terugbetaling van kapitaal
ING Groep N.V. is gebonden aan wettelijke beperkingen ten aanzien van het dividend dat aan de gewone aandeelhouders mag worden
uitgekeerd. In het Burgerlijk Wetboek is de beperking opgenomen dat dividend alleen mag worden uitgekeerd voor zover het eigen
vermogen van de onderneming groter is dan de som van het bedrag van het gestorte en opgevraagde deel van het aandelenkapitaal
en de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden.
Voorts is de mogelijkheid om dividend uit te keren door ING Groep N.V. afhankelijk van de mogelijkheid van de groepsmaatschappijen
en deelnemingen om dividend uit te keren. ING Groep N.V. is wettelijk verplicht om een reserve te vormen voor niet-uitkeerbare reserves
voorzover de winst van de groepsmaatschappijen en deelnemingen onderworpen is aan beperkingen met betrekking tot de uitkering
van dividend welke van toepassing zijn voor de groepsmaatschappijen en deelnemingen zelf. Deze beperkingen kunnen onder andere van
vergelijkbare aard zijn als de beperkingen welke van toepassing zijn voor ING Groep N.V. Verder kunnen beperkingen bestaan als gevolg
van minimum kapitaalvereisten zoals opgelegd door de toezichthouder in de landen waarin de groepsmaatschappijen opereren, ook
kunnen andere beperkingen bestaan in bepaalde landen.
Onder voorbehoud van de bevoegdheid van de Raad van Bestuur om de winst toe te wijzen aan de reserves en vanwege het feit dat de
gewone aandelen de meest achtergestelde aandelen zijn, bestaat geen specifieke beperking met betrekking tot de uitkering van dividend
op gewone aandelen.
ING Groep Jaarverslag 2009
133
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verder is ING Groep N.V. onderworpen aan wettelijke beperkingen met betrekking tot de terugbetaling van kapitaal aan de gewone
aandeelhouders. Kapitaal mag terugbetaald worden aan gewone aandeelhouders waarbij overeenkomstig een statutenwijziging de
nominale waarde van de gewone aandelen verlaagd wordt.
Overeenkomstig het Burgerlijk Wetboek mag kapitaal alleen terugbetaald worden als geen van de schuldeisers van ING Groep N.V.
bezwaar maakt tegen een dergelijke betaling binnen twee maanden na de bekendmaking van het besluit daartoe.
Bij uitkering van een dividend is ING Groep verplicht dividendbelasting van 15% in te houden.
Warrants B (2007/2008)
In 1998 heeft ING Groep N.V. de uitgifte van maximaal 17.317.132 warrants B goedgekeurd, waarvan 17.220.200 uitstonden. Op 5 januari
2008 zijn van de resterende 9.266.097 warrants 259.484 warrants ingetrokken en 9.006.613 uitgeoefend. Als gevolg daarvan stonden
per 31 december 2009 geen warrants B uit (2008: nihil; 2007: 9.266.097). Houders van warrants B hadden het recht om certificaten van
gewone aandelen ING Groep N.V. te verkrijgen tegen een van tevoren vastgestelde prijs: een warrant B geeft recht op twee certificaten
van aandelen. Houders van warrants B mochten hun recht naar eigen inzicht uitoefenen maar niet later dan 5 januari 2008.
De sluitingsdatum voor het uitoefenen van warrants B was 5 januari 2008. De uitoefenprijs van warrants B was EUR 49,92 voor twee
certificaten van aandelen.
Verloop in herwaarderingsreserve
Herwaarderingsreserve
beleggingen
Herwaarderingsbeschikbaar
reserve
voor verkoop
onroerend goed
2009
Balanswaarde begin van het jaar
Ongerealiseerde herwaarderingen na belasting
Gerealiseerde resultaten overgeheveld naar resultaat
Mutaties in de kasstroomhedgereserve
Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen/
overlopende acquisitiekosten
Balanswaarde eind van het jaar
461
–50
–10.140
12.496
1.406
Kasstroomhedge
reserve
1.177
Totaal
–805
–8.502
12.446
1.406
–805
–2.079
2.466
411
–2.079
1.683
372
Herwaarderingsreserve onroerend
goed
Herwaarderingsreserve
beleggingen
beschikbaar
voor verkoop
Kasstroomhedge
reserve
Verloop in herwaarderingsreserve
2008
Balanswaarde begin van het jaar
Ongerealiseerde herwaarderingen na belasting
Gerealiseerde resultaten overgeheveld naar resultaat
Mutaties in kasstroomhedgereserve
Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen/
overlopende acquisitiekosten
Balanswaarde eind van het jaar
439
22
4.067
–18.876
2.476
431
Totaal
746
4.937
–18.854
2.476
746
2.193
–8.502
461
2.193
–10.140
1.177
Herwaarderingsreserve onroerend
goed
Herwaarderingsreserve
beleggingen
beschikbaar
voor verkoop
Kasstroomhedge
reserve
Verloop in herwaarderingsreserve
2007
Balanswaarde begin van het jaar
Ongerealiseerde herwaarderingen na belasting
Gerealiseerde resultaten overgeheveld naar resultaat
Mutaties in kasstroomhedgereserve
Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen/
overlopende acquisitiekosten
Balanswaarde eind van het jaar
468
–29
439
7.629
–1.508
–3.186
1.132
4.067
1.356
Totaal
–925
9.453
–1.537
–3.186
–925
431
1.132
4.937
Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen / overlopende acquisitiekosten bevat de mutatie in de voorziening voor (uitgestelde)
winstdeling en kortingen na belasting. Verwezen wordt naar toelichting 17 ‘Verzekerings- en beleggingscontracten en
herverzekeringscontracten’.
134
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verloop in reserve voor koersverschillen vreemde valuta
Balanswaarde begin van het jaar
Ongerealiseerde herwaarderingen na belasting
Gerealiseerde resultaten overgeheveld naar resultaat
Valutakoersverschillen
Balanswaarde eind van het jaar
2009
2008
2007
–1.918
–294
148
56
–2.008
–1.354
388
156
–1.108
–1.918
–473
500
–228
–1.153
–1.354
De Ongerealiseerde herwaarderingen na belastingen hebben betrekking op waardeveranderingen van hedge instrumenten welke geclassificeerd
zijn als hedge van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen.
Verloop in overige reserves
2009
Balanswaarde begin van het jaar
Nettoresultaat voor de periode
Ongerealiseerde herwaarderingen na belasting
Mutatie eigen aandelen
Overgeheveld naar Reserve deelnemingen
Dividend en terugbetalingsvergoeding
Op aandelen gebaseerde betalingen
Balanswaarde eind van het jaar
Reserve
ingehouden
winsten
Reserve
deelnemingen
Eigen
aandelen
Overige
reserves
23.232
–935
–273
726
–866
–5.015
76
–259
64
21.905
–76
–5
129
–346
645
–737
–5.361
Totaal
18.077
–935
–278
129
0
–605
64
16.452
Het bedrag van EUR 605 miljoen in 2009 bestaat uit de coupon (EUR 259 miljoen) en de terugbetalingsvergoeding (EUR 346 miljoen)
op de terugbetaling van EUR 5 miljard kernkapitaaleffecten zonder stemrecht.
Verloop in overige reserves
2008
Balanswaarde begin van het jaar
Nettoresultaat voor de periode
Ongerealiseerde herwaarderingen na belasting
Mutatie eigen aandelen
Dividend
Op aandelen gebaseerde betalingen
Emissiekosten
Intrekking van aandelen
Balanswaarde eind van het jaar
Reserve
ingehouden
winsten
Reserve
deelnemingen
Eigen
aandelen
Overige
reserves
27.025
–360
–77
1.202
–369
106
–3.740
–135
–3.387
31
–213
–2.030
–20
–4.860
–5.015
23.232
726
4.904
–866
Reserve
ingehouden
winsten
Reserve
deelnemingen
Eigen
aandelen
Overige
reserves
20.700
8.894
1.181
347
–1.436
–37
Totaal
24.352
–729
29
–2.030
–3.600
31
–20
44
18.077
Verloop in overige reserves
2007
Balanswaarde begin van het jaar
Nettoresultaat voor de periode
Ongerealiseerde herwaarderingen na belasting
Mutatie eigen aandelen
Dividend
Op aandelen gebaseerde betalingen
Overige
Balanswaarde eind van het jaar
–135
2007
2009
2008
2007
1.436
2.505
36.457.118
11.648.765
126.759.829
94.105.700
53.859.235
79.652.109
–201
–1.058.658
–183.158.017
–1.250.394
–6.751.515
3.740
47.047.225
36.457.118
126.759.829
–98
–2.304
–2.826
104
153
27.025
–153
1.202
2009
2008
866
47
–64
3.740
2.159
Totaal
20.408
9.241
–98
–2.304
–2.999
104
0
24.352
–173
–3.740
Verloop in eigen aandelen
Bedrag
Balanswaarde begin van het jaar
Gekocht/verkocht
Claimemissie
Ingetrokken aandelen
Op aandelen gebaseerde betalingen
Overige
Balanswaarde eind van het jaar
–27
–85
737
–4.904
–22
–107
866
Aantal
ING Groep Jaarverslag 2009
135
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Kernkapitaaleffecten zonder stemrecht (Core Tier 1 securities)
Op 12 november 2008 heeft ING Groep N.V. 1 miljard kernkapitaaleffecten zonder stemrecht uitgegeven aan de Nederlandse overheid
tegen EUR 10 per kernkapitaaleffect zonder stemrecht; wat resulteerde in een toename van het kernkapitaal van ING Groep met EUR 10
miljard. De nominale waarde van elk effect is EUR 0,24. Deze kernkapitaaleffecten zonder stemrecht maken geen onderdeel uit van het
aandelenkapitaal van ING Groep en hebben dus geen stemrecht in de Algemene vergadering van Aandeelhouders.
Deze kernkapitaaleffecten zonder stemrecht zijn in geval van liquidatie van ING Groep zeer achtergesteld en hebben gelijke rechten
als de gewone aandelen.
Op deze kernkapitaaleffecten zonder stemrecht moet een coupon betaald worden gelijk aan de hoogste van:
• EUR 0,85 per effect, jaarlijks achteraf betaalbaar, met een coupon van EUR 0,425 per effect betaald op 12 mei 2009; en
• 110% van het betaalde dividend op de gewone aandelen over 2009 (betaalbaar in 2010);
• 120% van het betaalde dividend op de gewone aandelen over 2010 (betaalbaar in 2011);
• 125% van het betaalde dividend op de gewone aandelen over 2011 en latere jaren (betaalbaar in 2012 en latere jaren).
Aangezien ING Groep N.V. al een interim dividend van EUR 0,74 per gewoon aandeel betaald had in augustus 2008 heeft ING een
verplichting aan de Nederlandse overheid tot betaling van een coupon van EUR 425 miljoen opgenomen in de balans per 31 december
2008. Deze coupon is betaald op 12 mei 2009.
Volgende coupons moeten elk jaar betaald worden op 12 mei (de coupondatum) in contanten als het dividend op de gewone aandelen
uitbetaald wordt in contanten of in aandelen in het geval het dividend op de gewone aandelen wordt uitgekeerd in aandelen. Coupons
zijn alleen opeisbaar en betaalbaar, op een niet-cumulatieve basis, wanneer een dividend wordt betaald op de gewone aandelen over het
verslagjaar voorafgaand aan de coupondatum (op een interim of op een slotdividend basis) onder voorwaarde dat De Nederlandsche Bank
van mening is dat kapitaalspositie van ING Groep toereikend is en blijft, zowel voor als na de betaling.
Op 26 oktober 2009 heeft ING bekend gemaakt dat overeenkomst is bereikt met de Nederlandse overheid over de aanpassing van
de terugbetalingsvoorwaarden voor de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht, welke in november 2008 waren uitgegeven, om zo
vervroegde terugbetaling mogelijk te maken. Onder de overeenkomst heeft ING op 21 december 2009 EUR 5 miljard van de effecten
teruggekocht, dit is de helft van de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht, tegen de uitgifteprijs (EUR 10) plus een te betalen
coupon en een vergoeding voor terugbetaling. De coupon van 8,5% was EUR 259 miljoen op het moment van terugbetaling en de
terugbetalingsvergoeding was EUR 346 miljoen. De totale betaling bedroeg EUR 5.605 miljoen. De voorwaarden voor de resterende
kernkapitaaleffecten zonder stemrecht blijven ongewijzigd, inclusief beperkingen op beloningen en corporate governance. Verwezen
wordt naar de toelichting in paragraaf 33 ‘Verbonden partijen’.
Cumulatief preferente aandelen
Als gevolg van de statutenwijziging van ING Groep N.V. op 8 oktober 2008 bestaat het maatschappelijk kapitaal cumulatief preferente
aandelen uit 4,5 miljard preferente aandelen, waarvan niets is geplaatst. De nominale waarde van deze cumulatief preferente aandelen
is EUR 0,24.
De cumulatief preferente aandelen gaan voor de gewone aandelen betreffende de rechten op dividend en verdeling bij liquidatie van
ING Groep N.V.
Het dividend op cumulatief preferente aandelen is gelijk aan het percentage berekend over het verplicht gestorte of nog te storten bedrag.
Dit percentage is gelijk aan het gemiddelde van de Euro OverNight Index Average (EONIA), berekend door de Europese Centrale Bank. Dit
percentage wordt gedurende het boekjaar waarover de uitkering geschiedt gewogen naar het aantal dagen waarvoor deze van toepassing
was, verhoogd met 2,5 procentpunt.
Voor zover de uit te keren winst niet toereikend is om het hierboven genoemde dividend volledig uit te keren, zal het tekort indien
mogelijk worden onttrokken aan de reserves. Voor zover het uit te keren dividend niet aan de reserves kan worden onttrokken, zullen de
winsten van de volgende jaren eerst worden gebruikt om het tekort te compenseren voordat een uitkering mag plaatsvinden op aandelen
uit een andere categorie.
Volgens de statuten van ING Groep N.V. kunnen cumulatief preferente aandelen worden ingetrokken. Bij het intrekken van de cumulatief
preferente aandelen en bij liquidatie van ING Groep N.V. zal het op de cumulatief preferente aandelen gestorte bedrag worden
terugbetaald samen met het tekort aan dividend van voorgaande jaren, voor zover dit tekort niet reeds is gecompenseerd.
136
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Cumulatief preferente aandelen – beperkingen met betrekking tot dividend en terugbetaling van kapitaal
ING Groep N.V. is gebonden aan wettelijke beperkingen ten aanzien van het dividend dat aan de cumulatief preferente aandeelhouders
mag worden uitgekeerd. In het Burgerlijk Wetboek is de beperking opgenomen dat dividend alleen mag worden uitgekeerd voor zover
het eigen vermogen van de onderneming groter is dan de som van het bedrag van het gestorte en opgevraagde deel van het
aandelenkapitaal en de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden.
Voorts is de mogelijkheid om dividend uit te keren door ING Groep N.V. afhankelijk van de mogelijkheid van de groepsmaatschappijen om
dividend uit te keren, aangezien ING Groep N.V. wettelijk verplicht is om een reserve te vormen voor niet-uitkeerbare reserves voorzover de
winst van de groepsmaatschappijen onderworpen is aan beperkingen met betrekking tot de uitkering van dividend welke van toepassing
zijn voor de groepsmaatschappijen zelf. Deze beperkingen kunnen onder andere van vergelijkbare aard zijn als de beperkingen welke van
toepassing zijn voor ING Groep N.V. of kunnen het gevolg zijn van minimum kapitaalvereisten zoals opgelegd door de toezichthouder in
de landen waarin de groepsmaatschappijen opereren ook kunnen andere beperkingen bestaan in bepaalde landen.
Onder voorbehoud van de bevoegdheid van de Raad van Bestuur om de winst toe te wijzen aan de reserves en vanwege het feit dat de
cumulatief preferente aandelen de meest achtergestelde aandelen zijn, bestaat geen specifieke beperking met betrekking tot de uitkering
van dividend op cumulatief preferente aandelen.
Verder is ING Groep N.V. onderworpen aan wettelijke beperkingen met betrekking tot de terugbetaling van kapitaal aan de cumulatief
preferente aandeelhouders. Kapitaal mag terugbetaald worden aan cumulatief preferente aandeelhouders waarbij overeenkomstig (i) een
statutenwijziging de nominale waarde van de cumulatief preferente aandelen verlaagd wordt of door (ii) een besluit tot terugbetaling en
intrekking van de cumulatief preferente aandelen.
Overeenkomstig het Burgerlijk Wetboek mag kapitaal alleen terugbetaald worden als geen van de schuldeisers van ING Groep N.V.
bezwaar maakt tegen een dergelijke betaling binnen twee maanden na de bekendmaking van het besluit daartoe.
ING Groep Jaarverslag 2009
137
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
VREEMD VERMOGEN
14 ACHTERGESTELDE LENINGEN
Achtergestelde leningen
Interest
percentages
Uitgiftejaar
9,000%
8,500%
8,000%
7,375%
6,375%
5,140%
5,775%
6,125%
4,176%
Variabel
6,200%
Variabel
7,200%
7,050%
2008
2008
2008
2007
2007
2006
2005
2005
2005
2004
2003
2003
2002
2002
Vervaldag
Eeuwigdurend
Eeuwigdurend
Eeuwigdurend
Eeuwigdurend
Eeuwigdurend
Eeuwigdurend
Eeuwigdurend
Eeuwigdurend
Eeuwigdurend
Eeuwigdurend
Eeuwigdurend
Eeuwigdurend
Eeuwigdurend
Eeuwigdurend
Nominaal bedrag
in originele valuta
EUR
USD
EUR
USD
USD
GBP
USD
USD
EUR
EUR
USD
EUR
USD
USD
10
2.000
1.500
1.500
1.045
600
1.000
700
500
1.000
500
750
1.100
800
Balanswaarde
2009
2008
10
1.357
1.479
1.022
713
670
690
472
498
999
337
731
656
465
10.099
10
1.393
1.474
1.048
731
623
711
487
497
939
348
684
773
563
10.281
Achtergestelde leningen bestaan uit eeuwigdurende achtergestelde obligatieleningen uitgegeven door ING Groep N.V. Deze
obligatieleningen zijn uitgegeven om hybride kapitaal voor ING Verzekeringen N.V. en tier 1-vermogen voor ING Bank N.V. te verwerven.
Onder IFRS-EU worden deze leningen geclassificeerd als verplichtingen, voor wettelijke vereisten met betrekking tot bankentoezicht
worden deze obligatieleningen beschouwd als kapitaal.
Met uitzondering van de 9% 2008-eeuwigdurende lening van EUR 10 miljoen zijn deze leningen door ING Groep N.V. doorgeleend als
achtergestelde leningen aan ING Bank N.V. en ING Verzekeringen N.V. op dezelfde voorwaarden als de oorspronkelijke obligatieleningen
als volgt:
Achtergestelde leningen uitgegeven door ING Groep N.V. aan ING Bank N.V. en ING Verzekeringen N.V.
ING Bank N.V.
ING Verzekeringen N.V.
138
ING Groep Jaarverslag 2009
2009
2008
6.822
3.267
10.089
5.800
4.471
10.271
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
15 SCHULDBEWIJZEN
De uitgegeven schuldbewijzen betreffen obligaties en andere geëmitteerde schuldbewijzen met een vaste of van de rentestand afhankelijke
rente, zoals depositocertificaten en geaccepteerde wissels uitgegeven door de Groep, voor zover niet achtergesteld. De uitgegeven
schuldbewijzen zijn exclusief de schuldbewijzen die gepresenteerd worden als Financiële verplichtingen tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat. ING Groep heeft geen schuldbewijzen uitgegeven onder andere voorwaarden dan zoals van
toepassing in de normale bedrijfsuitoefening. De looptijden van de uitgegeven schuldbewijzen is als volgt:
Looptijden uitgegeven schuldbewijzen
2009
2008
Schuldbewijzen met een vaste rente
Korter dan 1 jaar
Langer dan 1 jaar en korter dan 2 jaar
Langer dan 2 jaar en korter dan 3 jaar
Langer dan 3 jaar en korter dan 4 jaar
Langer dan 4 jaar en korter dan 5 jaar
Langer dan 5 jaar
Totaal schuldbewijzen met een vaste rente
64.994
2.376
6.551
4.938
9.542
8.151
96.552
50.994
2.448
2.410
2.429
4.332
6.290
68.903
Schuldbewijzen met een variabele rente
Korter dan 1 jaar
Langer dan 1 jaar en korter dan 2 jaar
Langer dan 2 jaar en korter dan 3 jaar
Langer dan 3 jaar en korter dan 4 jaar
Langer dan 4 jaar en korter dan 5 jaar
Langer dan 5 jaar
Totaal schuldbewijzen met een variabele rente
10.021
6.545
1.164
1.375
1.478
2.846
23.429
11.858
5.325
5.189
1.423
28
3.762
27.585
119.981
96.488
Totaal uitgegeven schuldbewijzen
Per 31 december 2009 had ING Groep voor een bedrag van EUR 7.029 miljoen (2008: EUR 5.649 miljoen) aan ongebruikte
kredietfaciliteiten beschikbaar, inclusief ‘commercial paper borrowings’ met betrekking tot Uitgegeven schuldbewijzen.
In januari 2009 heeft ING Bank voor USD 6 miljard een vastrentende 3 jarige niet-achtergestelde obligatielening (zonder onderpand) met
overheidsgarantie uitgegeven. USD 5 miljard van de uitgifte was tegen een vaste rente van 80 basispunten op basis van mid-swaps en
USD 1 miljard was tegen een variabele rente van 80 basispunten op basis van 3-maands LIBOR.
In februari 2009 heeft ING Bank een vastrentende 5 jarige niet-achtergestelde obligatielening (zonder onderpand) met overheidsgarantie
voor een bedrag van EUR 4 miljard uitgegeven. De uitgifte was tegen een vaste rente van 3,375% en 75 basispunten op basis van
mid-swaps.
In maart 2009 heeft ING Bank een vastrentende 5 jarige niet-achtergestelde obligatielening (zonder onderpand) met overheidsgarantie
voor een bedrag van USD 2 miljard uitgegeven. De uitgifte was tegen een vaste rente van 3,90% en 145 basispunten op basis van
USD mid-swaps.
Deze leningen zijn uitgegeven onder het kredietgarantiestelsel van de Nederlandse staat en zijn onderdeel van de reguliere
middellangetermijnfinanciering van ING Groep. ING Groep betaalt een vergoeding van 84 basispunten over de uitgegeven
obligatieleningen aan de Nederlandse overheid voor deelname aan het kredietgarantiestelsel.
ING Groep Jaarverslag 2009
139
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
16 OVERIGE LENINGEN
Overige leningen naar resterende looptijd
2009
Achtergestelde leningen van groepsmaatschappijen
Preferente aandelen van groepsmaatschappijen
Leningen o/g
Leningen van kredietinstellingen
2010
2011
2012
2013
2014
Daarna
Totaal
1.107
3.570
1.671
681
81
2.985
2.046
6.138
201
3.771
32
1.703
29
710
74
24
179
7.320
1.040
1.636
654
10.650
14.430
1.040
4.695
2.986
23.151
Overige leningen naar resterende looptijd
2008
Achtergestelde leningen van groepsmaatschappijen
Preferente aandelen van groepsmaatschappijen
Leningen o/g
Leningen van kredietinstellingen
2009
2010
2011
2012
2013
Daarna
Totaal
553
1.058
1.502
1.706
652
5.590
4.580
10.723
1.126
279
2.463
180
1.682
1
1.707
652
10.398
1.071
1.756
746
13.971
15.869
1.071
8.472
5.786
31.198
De Achtergestelde leningen van groepsmaatschappijen betreffen kapitaalobligaties en onderhandse leningen die zijn achtergesteld bij alle
lopende en toekomstige verplichtingen van ING Bank N.V.
Preferente aandelen van groepsmaatschappijen bestaan uit ‘non-cumulative guaranteed Trust Preferred Securities’, die zijn uitgegeven
door 100%-dochterdeelnemingen van ING Groep N.V. Deze effecten kennen een prioriteitsrecht bij liquidatie van een bepaald bedrag plus
opgelopen interest en onbetaald dividend. Dividenden met betrekking tot deze effecten worden verantwoord in de winst-enverliesrekening als rentelasten. Deze effecten hebben geen stemrecht.
17 VERZEKERINGS- EN BELEGGINGSCONTRACTEN, HERVERZEKERINGSCONTRACTEN
De voorzieningen voor verzekerings- en beleggingscontracten, exclusief herverzekering (dat wil zeggen de voorziening voor rekening van
ING Groep) wordt bruto opgenomen in de balans onder Verzekerings- en beleggingscontracten en herverzekeringscontracten.
Verzekerings- en beleggingscontracten, herverzekeringscontracten
Voorziening exclusief
herverzekering
Voorziening levensverzekeringen zonder winstdeling
Voorziening levensverzekeringen met winstdeling
Voorziening voor (uitgestelde) winstdeling en kortingen
Voorziening voor verzekeringen voor risico
van polishouders
Voorziening levensverzekeringen
Voorziening niet-verdiende premies en lopende risico’s
Voorziening gemelde schades
Voorgedane schades, nog niet gemeld (IBNR)
Voorziening voor te betalen schaden
Totaal technische voorzieningen
Beleggingscontracten
Beleggingscontracten voor risico van polishouders
Totaal voorzieningen voor beleggingscontracten
Totaal
Herverzekeringscontracten
Verzekerings- en
beleggingscontracten
2009
2008
2009
2008
2009
2008
69.641
50.102
1.600
67.120
55.266
147
4.798
200
3
4.822
217
2
74.439
50.302
1.603
71.942
55.483
149
99.299
220.642
84.279
206.812
374
5.375
541
5.582
99.673
226.017
84.820
212.394
361
1.756
4
13
365
1.769
2.580
493
3.073
3.995
1.345
5.340
96
5
101
202
202
2.676
498
3.174
4.197
1.345
5.542
224.076
213.908
5.480
5.797
229.556
219.705
5.896
5.406
11.302
9.804
11.281
21.085
5.896
5.406
11.302
9.804
11.281
21.085
235.378
234.993
240.858
240.790
5.480
5.797
Voor verzekeringsproducten met discretionaire winstdeling wordt een latent winstdelingsbedrag opgenomen voor het volledige bedrag
van ongerealiseerde resultaten op de daaraan gerelateerde beleggingen. Bij realisatie wordt het latente winstdelingsbedrag voor
ongerealiseerde resultaten tegengeboekt en wordt een latent winstdelingsbedrag gevormd voor het deel van de gerealiseerde resultaten
op de daaraan gerelateerde beleggingen op basis van de verwachte winstdeling aan polishouders. De latente winstdeling wordt
verminderd met de werkelijke winstdeling die wordt toegerekend aan polishouders. De verandering in het uitgesteld winstdelingsbedrag
met betrekking tot ongerealiseerde herwaardering (rekeninghoudend met latente belasting) is verwerkt in het eigen vermogen in de
herwaarderingsreserve. Het uitgesteld winstdelingsbedrag met betrekking tot ongerealiseerde herwaardering is opgenomen in de
Voorziening voor (uitgestelde) winstdeling en kortingen en bedraagt EUR 313 miljoen per 31 december 2009 (2008: EUR –1.174 miljoen).
140
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verloop in voorziening levensverzekeringen
Voorziening exclusief
herverzekering
Balanswaarde begin van het jaar
Wijzigingen in de samenstelling van de groep
Voorzieningen lopend boekjaar
Mutatie in latente winstdelingsverplichting
Voorziening voorgaande boekjaren:
– uitkeringen aan polishouders
– rente-aanwas
– herwaarderingen voor risico van polishouders
– effect van veranderingen van de disconteringsvoet
– effect van veranderingen in andere aannames
Koersverschillen vreemde valuta
Overige mutaties
Balanswaarde eind van het jaar
Herverzekeringscontracten
Verzekerings- en
beleggingscontracten
2009
2008
2009
2008
2009
2008
206.812
–2.864
203.948
227.400
–15.050
212.350
5.582
–65
5.517
5.300
–25
5.275
212.394
–2.929
209.465
232.700
–15.075
217.625
21.598
33.078
574
884
22.172
33.962
1.476
–1.169
1.476
–1.169
–21.191
4.311
16.652
–2
97
–133
–24.626
4.059
–32.408
–1
–32
–53.008
–452
39
–719
–15
–2
–415
–734
–21.643
4.350
16.652
–2
95
–548
–25.345
4.044
–32.408
–1
–32
–53.742
–3.275
–2.972
220.642
9.918
5.643
206.812
–124
–177
5.375
259
–102
5.582
–3.399
–3.149
226.017
10.177
5.541
212.394
Wijzigingen in de samenstelling van de groep in 2009 heeft voornamelijk betrekking op de verkoop van lijfrente- en hypotheekactiviteiten
in Chili. In 2008 heeft dit voornamelijk betrekking op ING Life Taiwan. Verwezen wordt naar toelichting 30 ‘Aankoop en verkoop van
maatschappijen’.
Indien de voorziening voor levensverzekeringen wordt verdisconteerd, ligt de disconteringsvoet tussen 2,8% en 5,8% (2008: 3,1% en 6,0%).
De disconteringsvoet is gebaseerd op gewogen gemiddelden.
In de Voorziening voor verzekeringscontracten zijn de verwachte kosten van de overeenkomst met betrekking tot de beleggingsverzekeringen
opgenomen. Voor meer informatie wordt verwezen naar toelichting 31 ‘Juridische procedures’.
ING heeft in 2004 een deel van haar levensverzekeringsactiviteiten overgedragen aan Scottish Re door middel van een
medeverzekeringscontract. Deze activiteiten blijven opgenomen onder de Voorziening levensverzekeringen. De activa welke samenhangen
met dit medeverzekeringscontract zijn opgenomen onder de Herverzekeringscontracten. Op 23 januari 2009 hebben Hannover Re en Scottish
Re bekend gemaakt dat Hannover Re overeengekomen is ING Groeps herverzekeringen van de individuele levensverzekeringsactiviteiten over
te nemen, deze waren oorspronkelijk overgedragen aan Scottish Re.
Voor zover herverzekeraars niet aan hun verplichtingen uit hoofde van deze contracten kunnen voldoen, blijft ING Groep aansprakelijk
ten opzichte van polishouders voor het herverzekerde deel. Er worden dan ook voorzieningen gevormd voor vorderingen uit hoofde van
herverzekeringen waarvan de ontvangst niet waarschijnlijk wordt geacht. De markt voor herverzekering van levensverzekeringen is in
hoge mate geconcentreerd, hetgeen het spreiden van risico’s bemoeilijkt. Om het risico op aanzienlijke verliezen uit hoofde van insolvabele
herverzekeraars te minimaliseren, evalueert ING Groep de financiële positie van haar herverzekeraars, bewaakt zij de concentratie van risico’s
uit hoofde van gemeenschappelijke geografische gebieden, activiteiten of economische kenmerken van de herverzekeraar en handhaaft zij
onderpand. Verwezen wordt naar de paragraaf ‘Risicobeheer’.
Per 31 december 2009 bedroeg de totale blootstelling aan herverzekeringsrisico’s, inclusief herverzekeringscontracten en Vorderingen uit
herverzekeringen (zoals opgenomen onder de overige activa), EUR 6.049 miljoen (2008: EUR 6.539 miljoen). Dit is na aftrek van de
voorziening voor oninbare herverzekeringen van EUR 1 miljoen (2008: nihil).
ING Groep Jaarverslag 2009
141
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verloop van de voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico’s
Voorziening exclusief
herverzekering
Herverzekeringscontracten
Verzekerings- en
beleggingscontracten
2009
2008
2009
2008
2009
2008
Balanswaarde begin van het jaar
Wijzigingen in de samenstelling van de groep
1.756
–1.454
302
2.614
–643
1.971
13
–11
2
99
–93
6
1.769
–1.465
304
2.713
–736
1.977
Geboekte premies
Verdiende premies gedurende het jaar
Koersverschillen vreemde valuta
Overige mutaties
Balanswaarde eind van het jaar
1.702
–1.704
58
3
361
4.747
–4.719
–231
–12
1.756
70
–68
196
–190
–1
2
13
1.772
–1.772
58
3
365
4.943
–4.909
–232
–10
1.769
4
Wijzigingen in de samenstelling van de groep in 2009 heeft voornamelijk betrekking op de verkoop van ING Canada. Verwezen wordt
naar toelichting 30 ‘Aankopen en verkopen van maatschappijen’.
Verloop van de voorziening voor te betalen schaden
Voorziening exclusief
herverzekering
Balanswaarde begin van het jaar
Wijzigingen in de samenstelling van de groep
Toevoegingen
– lopend boekjaar
– vorige boekjaren
– rente-aanwas voorzieningen
Betaalde schaden en schadebehandelingskosten
– lopend boekjaar
– vorige boekjaren
Koersverschillen vreemde valuta
Overige mutaties
Balanswaarde eind van het jaar
Herverzekeringscontracten
Verzekerings- en
beleggingscontracten
2009
2008
2009
2008
2009
2008
5.340
–2.366
2.974
6.172
–401
5.771
202
–110
92
475
–135
340
5.542
–2.476
3.066
6.647
–536
6.111
1.111
–361
277
1.027
2.934
–583
291
2.642
21
–6
–93
–12
15
–105
1.132
–367
277
1.042
2.841
–595
291
2.537
485
574
1.059
1.399
1.209
2.608
2
10
12
8
18
26
487
584
1.071
1.407
1.227
2.634
95
36
3.073
–407
–58
5.340
4
2
101
–26
19
202
99
38
3.174
–433
–39
5.542
Wijzigingen in de samenstelling van de groep in 2009 heeft voornamelijk betrekking op de verkoop van ING Canada. Verwezen wordt
naar toelichting 30 ‘Aankopen en verkopen van maatschappijen’.
ING Groep heeft per 31 december 2009 een voorziening van EUR 42 miljoen (2008: EUR 52 miljoen) opgenomen voor milieu- en
asbestclaims uit het verzekeringsbedrijf. Bij het vormen van de voorziening voor te betalen schaden en schadebehandelingskosten voor
asbestgerelateerde ziekten en het opruimen van gevaarlijk afval neemt de Groep de huidige bekende feiten en de huidige status van
regelgeving en jurisprudentie op dit gebied in beschouwing. Voorzieningen zijn gevormd voor IBNR schaden en voor bekende schaden
(inclusief kosten van de gerelateerde rechtzaken) als genoeg informatie beschikbaar is om een specifieke verzekeringspolis aan te wijzen
en de Groep de voorziening redelijk kan inschatten. Bovendien worden de voorzieningen regelmatig herzien.
Indien de voorziening voor levensverzekeringen wordt verdisconteerd, ligt de disconteringsvoet tussen 3,0% en 4,0% (2008: 3,0%
en 4,0%) op basis van gewogen gemiddelden.
142
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verloop in verplichtingen uit hoofde van beleggingscontracten
Balanswaarde begin van het jaar
Wijzigingen in de samenstelling van de groep
Voorzieningen lopend boekjaar
Voorzieningen voorgaand boekjaar
– betalingen aan contracthouders
– rente-aanwas
– waardeveranderingen van beleggingen
Koersverschillen vreemde valuta
Overige mutaties
Balanswaarde eind van het jaar
2009
2008
21.085
–8.208
12.877
23.652
–548
23.104
5.573
8.635
–9.711
122
1.089
–8.500
–8.472
268
–1.535
–9.739
981
371
11.302
–1.111
196
21.085
Wijzigingen in de samenstelling van de groep in 2009 heeft voornamelijk betrekking op de verkoop van ING Australië. Verwezen wordt
naar toelichting 30 ‘Aankoop en verkoop van maatschappijen’.
Bruto schade-ontwikkeling
Tekenjaar
Schatting van cumulatieve schades:
Aan het einde van het tekenjaar
1 jaar later
2 jaar later
3 jaar later
4 jaar later
5 jaar later
Schatting van de cumulatieve
schades
Cumulatieve betalingen
Effect van discontering
Opgenomen verplichtingen
2004
2005
2006
2007
2008
2009
1.234
1.101
947
924
924
915
1.126
1.055
953
924
909
1.118
1.085
996
984
1.038
954
890
1.088
1.078
1.184
915
909
984
890
1.078
1.184
5.960
–752
163
–21
142
–697
212
–29
183
–746
238
–29
209
–566
324
–40
284
–644
434
–44
390
–487
697
–52
645
–3.892
2.068
–215
1.853
Verplichtingen opgenomen voor
voorgaande tekenjaren
Totaal bedrag opgenomen in de
balans
Totaal
1.321
3.174
ING Groep maakt gebruik van de uitzondering in IFRS-EU om de bruto schade-ontwikkeling niet te presenteren voor de jaren voorafgaand
aan 1 januari 2004 (de overgang op IFRS-EU) omdat het praktisch niet haalbaar is deze informatie te verkrijgen.
ING Groep Jaarverslag 2009
143
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
18 BANKIERS
Bankiers betreft niet-achtergestelde schulden aan banken, voor zover niet in de vorm van schuldbewijzen. Per 31 december 2009 zijn
onder Bankiers verplichtingen opgenomen uit hoofde van tijdelijk verkochte effecten met een overeenkomst tot terugkoop ten bedrage
van EUR 17.991 miljoen (2008: EUR 41.336 miljoen).
Bankiers per soort
Nederland
Niet-rentedragend
Rentedragend
Internationaal
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
1.615
35.681
37.296
1.108
74.580
75.688
669
46.270
46.939
2.482
74.095
76.577
2.284
81.951
84.235
3.590
148.675
152.265
19 TOEVERTROUWDE MIDDELEN
Toevertrouwde middelen
Spaargelden
Creditsaldi van rekeninghouders
Zakelijke deposito’s
Overig
2009
2008
304.104
110.087
53.272
2.045
469.508
263.637
174.141
80.230
4.775
522.783
Toevertrouwde middelen per soort
Nederland
Niet rentedragend
Rentedragend
Internationaal
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
13.541
124.488
138.029
14.220
195.727
209.947
5.936
325.543
331.479
5.330
307.506
312.836
19.477
450.031
469.508
19.550
503.233
522.783
Cliënten hebben ING Groep geen middelen toevertrouwd onder andere voorwaarden dan zoals van toepassing in de normale
bedrijfsuitoefening. Per 31 december 2009 zijn onder Toevertrouwde middelen tevens verplichtingen opgenomen uit hoofde van
tijdelijk verkochte effecten met een overeenkomst tot terugkoop ten bedrage van EUR 7.326 miljoen (2008: EUR 5.759 miljoen).
Spaargelden betreffen de saldi van spaarrekeningen, spaarbankboekjes, spaardeposito’s en termijndeposito’s van particulieren. De te
betalen rente op spaargelden, voor zover contractueel is overeengekomen dat deze op de spaarrekening wordt bijgeschreven, is eveneens
onder deze balanspost opgenomen.
Gedurende 2009 zijn bepaalde productkenmerken en interne procedures voor rekening couranten aangepast. Als gevolg daarvan voldoen
deze rekening couranten aan de criteria die IFRS stelt voor saldering van posities per cliënt in de balans. Deze aanvullende saldering heeft
geresulteerd in een daling van de Kredieten (bancaire activiteiten) en een vergelijkbare afname van de Toevertrouwde middelen van
ongeveer EUR 73,9 miljard.
20 FINANCIËLE VERPLICHTINGEN TEGEN REËLE WAARDE MET WAARDEMUTATIES DOOR HET RESULTAAT
Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat
Verplichtingen voor handelsdoeleinden
Niet-handelsderivaten
Geclassificeerd tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat
2009
2008
98.245
20.070
11.474
129.789
152.616
21.773
14.009
188.398
Verplichtingen voor handelsdoeleinden per soort
Aandelen
Schuldbewijzen
Toevertrouwde middelen
Derivaten
2009
2008
3.052
12.457
42.505
40.231
98.245
3.338
12.448
64.463
72.367
152.616
Per 31 december 2009 zijn onder de Toevertrouwde middelen verplichtingen met betrekking tot terugkooptransacties voor
EUR 41.876 miljoen (2008: EUR 63.107 miljoen) opgenomen.
144
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Niet-handelsderivaten per soort
Derivaten aangehouden voor:
– reële waardehedges
– kasstroomhedges
– hedges van een investering in buitenlandse
bedrijfsonderdelen
Overige niet-handelsderivaten
2009
2008
8.866
6.468
8.912
6.089
316
4.420
20.070
370
6.402
21.773
Geclassificeerd tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat
Schuldbewijzen
Toevertrouwde middelen
Achtergestelde verplichtingen
Overig
2009
2008
9.396
560
1.518
9.963
1.972
1.733
341
14.009
11.474
In 2009 is de verandering in de reële waarde van de financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat,
welke toe te schrijven is aan de aanpassing van het kredietrisico van die verplichting, EUR –191 miljoen (2008: EUR 230 miljoen) en
cumulatief EUR 39 miljoen (2008: EUR 208 miljoen). Deze aanpassing is bepaald als het bedrag van de reële waardeverandering van
de financiële verplichting welke geen verband houdt met de veranderingen in de marktcondities welke marktrisico veroorzaken (met
andere woorden hoofdzakelijk renterisico gebaseerd op rendementscurve). Per 31 december 2009 is in de waardering van de Financiële
verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat EUR 39 miljoen (2008: EUR 230 miljoen) opgenomen met
betrekking tot eigen kredietrisico.
Het bedrag dat ING Groep contractueel verplicht is te betalen op vervaldatum aan de houders van de financiële verplichtingen tegen
reële waarde met waardemutaties door het resultaat is EUR 11.444 miljoen (2008: EUR 14.336 miljoen).
21 OVERIGE SCHULDEN
Overige schulden per soort
Latente belastingverplichtingen
Te betalen vennootschapsbelasting
Pensioenverplichtingen
Overige personeelsverplichtingen na beëindiging
dienstverband
Overige personeelsverplichtingen
Overige belastingen en premies sociale verzekeringen
Depots van herverzekeraars
Overlopende rente
Nog te betalen kosten
Nog te betalen bedragen aan effectenmakelaars
Nog te betalen bedragen aan polishouders
Reorganisatievoorziening
Overige voorzieningen
Verplichtingen uit hoofde van op aandelen
gebaseerde betalingen
Ontvangsten op onroerend goed in ontwikkeling ten
behoeve van derden
Vereffeningsrekeningen
Te betalen dividend
Overige
2009
2008
2.399
1.225
589
3.602
940
609
175
484
1.001
870
16.789
2.654
200
2.182
644
747
219
342
1.104
909
17.552
3.764
89
2.231
583
969
24
11
120
2.930
175
3.753
425
8.235
45.512
8.321
41.354
Onder de Overige personeelsverplichtingen zijn de verplichtingen uit hoofde van vakantiedagen, jubileumuitkering en
arbeidsongeschiktheid opgenomen.
Onder overige zijn overlopende passiva per jaareinde opgenomen genomen welke betrekking hebben op de normale bedrijfsvoering
en welke afzonderlijk niet materieel zijn.
Latente belastingverplichtingen en vorderingen worden berekend voor alle tijdelijke verschillen volgens de periodetoerekeningsmethode,
met gebruikmaking van de op de Groep van toepassing zijnde belastingpercentages in de landen waarin ING Groep belastingplichtig is.
ING Groep Jaarverslag 2009
145
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verloop in latente belasting
Mutaties
Mutaties
verantwoord verantwoord
in het
Netto in het eigen
resultaat
vermogen
verplichting
2008
Beleggingen
Financiële activa en verplichtingen tegen reële
waarde met waardemutaties door het resultaat
Overlopende acquisitiekosten en VOBA
Fiscale egalisatiereserve
Afschrijvingen
Voorziening voor verzekeringsverplichtingen
Kasstroomhedgereserve
Pensioenen en overige personeelsvoorzieningen na
dienstverband
Overige voorzieningen
Vorderingen
Kredieten
Fiscaal compensabele verliezen
Overige
Opbouw:
– latente belastingverplichtingen
– latente belastingvorderingen
–5.418
Wijzigingen
in de
samenstelling van
de groep
Koersverschillen
vreemde
valuta
Overig
Netto
verplichting
2009
–114
53
209
5.330
341
17
28
–1
–324
–21
10
–4
–312
3.481
–568
–12
–174
–483
–197
55
–1
–2
71
48
1
–56
–9
2.967
15
–494
277
169
–48
–4
–467
12
–1.446
69
4
116
–5
1
82
19
–68
–72
–11
45
7
85
158
700
–1.012
–149
714
–2.508
–814
–1.570
374
–1.422
–61
560
–1.653
–119
–4.432
2
–70
4.013
326
360
–72
136
–951
–695
–1.229
–28
7
–34
–12
2.399
–3.969
–1.570
3.602
–8.034
–4.432
Mutaties verantwoord in het resultaat – Overige heeft hoofdzakelijk betrekking op het belastingeffect op de aanvullende betalingen in
verband met de Steunfaciliteit voor illiquide activa als onderdeel van de overeenkomst met de Europese Commissie van EUR 1,3 miljard
en fiscaal compensabele verliezen van buitenlandse kantoren.
De Mutaties verantwoord in het eigen vermogen met betrekking tot Beleggingen van EUR 5.330 miljoen (2008: EUR –5.409 miljoen)
bestaan uit een latente belastingcomponent van EUR 4.836 miljoen (2008: EUR –6.832 miljoen) met betrekking tot Ongerealiseerde
herwaarderingen en een latente belastingcomponent van EUR 494 miljoen (2008: EUR 1.423 miljoen) met betrekking tot Gerealiseerde
resultaten overgeheveld naar winst of verlies.
Verloop in latente belasting
Netto
verplichting
2007
Beleggingen
Financiële activa en verplichtingen tegen reële
waarde met waardemutaties door het resultaat
Overlopende acquisitiekosten en VOBA
Fiscale egalisatiereserve
Afschrijvingen
Voorziening voor verzekeringsverplichtingen
Kasstroomhedgereserve
Overige voorzieningen
Vorderingen
Kredieten
Fiscaal compensabele verliezen
Overige
Opbouw:
– latente belastingverplichtingen
– latente belastingvorderingen
146
ING Groep Jaarverslag 2009
258
156
3.047
15
–11
–871
43
–1.146
100
96
–932
–46
709
3.432
–2.723
709
Mutaties
Mutaties
verantwoord
in het eigen verantwoord
vermogen in het resultaat
Wijzigingen
in de
samenstelling
van de groep
Koersverschillen
vreemde
valuta
Overig
Netto
verplichting
2008
114
–268
350
–5.418
–5.409
–463
–2
–303
17
–10
170
28
778
36
–3
3
–104
–10
–255
–41
494
–633
24
–1.255
–632
–1
22
571
266
–14
–11
4
–484
78
–11
–107
–25
–165
365
150
3.481
1
450
154
19
–52
–4.061
41
–12
–1
97
41
257
–4
–56
12
–70
–1
–4
–20
–77
–232
15
–494
277
–1.422
–61
560
–1.653
255
–4.432
3.602
–8.034
–4.432
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Latente belastingen met betrekking tot fiscaal compensabele verliezen
2009
2008
Totaal fiscaal compensabele verliezen
Fiscaal compensabele verliezen niet aangemerkt
als een latente belastingvordering
Fiscaal compensabele verliezen aangemerkt
als een latente belastingvordering
10.073
6.392
–1.779
–638
8.294
5.754
Gemiddeld belastingpercentage
Latente belastingvordering
30,2%
2.508
28,7%
1.653
De expiratiedatum van de fiscaal compensabele verliezen is per 31 december als volgt:
Totaal fiscaal compensabele verliezen naar expiratiedatum
Niet aangemerkt als latente
belastingvordering
Tot een jaar
Vanaf een jaar tot vijf jaar
Vanaf vijf jaar tot tien jaar
Vanaf tien jaar tot twintig jaar
Onbeperkt
Aangemerkt als
latente belastingvordering
2009
2008
2009
2008
54
510
177
962
76
1.779
2
68
219
298
51
638
79
381
3.199
3.960
675
8.294
56
425
2.802
1.540
931
5.754
Latente belastingvorderingen voor voorwaartse verliescompensatie en fiscale verrekeningsmogelijkheden worden opgenomen
voor zover realisatie waarschijnlijk wordt geacht.
De latente belastingvorderingen bestaan uit bedragen waar van de realisatie afhankelijk is van toekomstige belastbare winsten in geval
de betrokken ondernemingen verliezen hebben geleden in het huidige jaar of in het voorafgaande jaar. Het totaalbedrag voor de
meest significante ondernemingen waar dit van toepassing is, is EUR 1.754 miljoen. Het opnemen van een latente belastingvordering
is gebaseerd op het feit dat het waarschijnlijk is dat de onderneming belastbare winsten zal genereren en/of gebruik kan maken van
mogelijkheden uit hoofde van belastingplanning voordat de latente belastingvordering verjaard. Veranderingen in omstandigheden in
toekomstige perioden kunnen een tegengesteld effect hebben op de beoordeling van de realiseerbaarheid. Bij het bepalen van de hoogte
van de latente belastingvordering is rekening gehouden met de onzekerheid omtrent realisatie.
Per 31 december 2009 en 31 december 2008 had ING Groep geen significante tijdelijke verschillen welke betrekking hebben op
vennootschappelijke investeringen in groepsmaatschappijen, deelnemingen en joint ventures aangezien enig economisch voordeel
uit dergelijke investeringen niet belastbaar is op vennootschappelijk niveau.
Verloop van reorganisatievoorziening
Balanswaarde begin van het jaar
Wijzigingen in de samenstelling van de groep
Toevoegingen
Rentelast
Vrijval
Ten laste gebracht van voorziening
Koersverschillen vreemde valuta
Overige mutaties
Balanswaarde eind van het jaar
2009
2008
583
619
–22
162
15
–18
–169
–6
2
583
686
11
–89
–604
–2
59
644
De reorganisatievoorziening per 31 december 2009, waarvan EUR 433 miljoen betrekking heeft op afvloeiingsregelingen,
bestaat voornamelijk uit de reorganisatie van Postbank, Postkantoren, Nationale Nederlanden, RVS en Insurance Americas.
Onder de reorganisatievoorziening per 31 december 2008 is EUR 360 miljoen opgenomen voor herstructurering van de retailbusiness
van Postbank en ING Bank.
ING Groep Jaarverslag 2009
147
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verloop van overige voorzieningen
Rechtzaken
Balanswaarde begin van het jaar
Wijzigingen in de samenstelling van de groep
Toevoegingen
Vrijval
Ten laste gebracht van voorziening
Koersverschillen vreemde valuta
Overige mutaties
Balanswaarde eind van het jaar
Overig
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
371
7
24
–3
–109
1
16
307
229
–1
202
598
–35
247
–11
–347
6
–18
440
552
8
313
–6
–279
–15
25
598
969
–28
271
–14
–456
7
–2
747
781
7
515
–6
–307
–21
–28
–6
–25
371
969
In 2009 is onder Overige voorzieningen een voorziening opgenomen voor het deposito garantiestelsel voor het hele bankwezen
in Nederland als gevolg van het failliet gaan van DSB Bank.
Onder Overige voorzieningen is in 2008 een voorziening opgenomen voor een verlies van EUR 292 miljoen welke betrekking heeft
op de overeengekomen verkoop van ING Life Taiwan zoals toegelicht in toelichting 30 ‘Aankoop en verkoop van maatschappijen’.
Over het algemeen hebben de Reorganisatievoorziening en de Overige voorzieningen een korte looptijd.
De bedragen begrepen onder Overige voorzieningen zijn gebaseerd op de beste schattingen omtrent omvang en tijdstip van
de verwachte toekomstige kasstromen benodigd om de verplichting af te wikkelen.
Pensioen- en overige personeelsverplichtingen na dienstverband
Samenvatting van pensioenverplichtingen
2009
2008
2007
2006
2005
Verplichtingen uit hoofde van defined benefit plans
Reële waarde van de beleggingen
14.209
15.310
–1.101
14.271
13.366
905
14.499
14.708
–209
15.758
14.361
1.397
15.782
12.937
2.845
Niet-verantwoorde kosten verstreken dienstjaren
Niet-verantwoorde actuariële winsten/(verliezen)
–3
–1.450
–2.554
–5
–2.072
–1.172
–3
198
–14
–687
710
–1.778
1.067
589
–3.143
–2.554
609
–1.781
–1.172
425
–439
–14
961
–251
710
1.067
1.067
Gepresenteerd als:
– Overige schulden
– Overige activa
Samenvatting van overige personeelsverplichtingen
2009
2008
2007
2006
2005
Verplichtingen uit hoofde van defined benefit plans
Reële waarde van de beleggingen
156
156
210
210
220
220
239
239
441
441
Niet-verantwoorde kosten verstreken dienstjaren
Niet-verantwoorde actuariële winsten/(verliezen)
8
11
175
2
7
219
4
8
232
10
–2
247
–6
–27
408
175
175
219
219
232
232
247
247
408
408
Gepresenteerd als:
– Overige schulden
ING Groep is in de meeste landen waar zij actief is, met haar medewerkers pensioenregelingen op basis van vaste toezeggingen
(defined benefit plans) overeengekomen. Deze regelingen hebben veelal betrekking op alle medewerkers en leiden tot vergoedingen die
gebaseerd zijn op het loon en het aantal dienstjaren van medewerkers op hun pensioengerechtigde leeftijd. Sommige plannen kennen
een vorm van indexatie. Voor een aantal plannen wordt indexatie toegewezen door het management, voor andere plannen hangt dit af
van de toereikendheid van de activa.
Jaarlijks wordt zoveel premie aan de fondsen afgedragen als nodig is ter financiering van de bestaande verplichtingen die in
overeenstemming met de lokale wettelijke vereisten zijn berekend. Pensioenregelingen in andere landen zijn in overeenstemming
met de relevante lokale regelgeving met betrekking tot beleggingen en de mate van financiering.
148
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
ING Groep verstrekt overige vergoedingen aan bepaalde medewerkers en voormalige medewerkers. Deze vergoedingen hebben
voornamelijk betrekking op ziektekosten en kortingen op ING producten voor medewerkers en voormalige medewerkers.
Enkele groepsmaatschappijen hebben een pensioenregeling waarbij het pensioen is gebaseerd op de door deze groepsmaatschappijen
gestorte bedragen (defined contribution plans). Deze pensioenregelingen leiden niet tot de opname van een voorziening, maar tot
opname van een kortlopende schuld in het geval er een verschil bestaat tussen het tijdstip van betaling en afrekening. Het over 2009
verantwoorde bedrag was EUR 81 miljoen (2008: EUR 68 miljoen).
Actuariële winsten en verliezen voor pensioen- en overige personeelsverplichtingen bevatten per 31 december 2009 een bedrag van
EUR 387 miljoen aan ervaringsaanpassingen op activa (2008: EUR –2.647 miljoen; 2007: EUR –789 miljoen; 2006: EUR –180 miljoen;
2005: EUR 873 miljoen) en een bedrag van EUR 172 miljoen aan ervaringsaanpassingen op de verplichtingen (2008: EUR –70 miljoen;
2007: EUR 83 miljoen; 2006: EUR –163 miljoen; 2005: EUR 116 miljoen).
Verloop van verplichtingen uit hoofde van defined benefit plans
Pensioenverplichtingen
Balanswaarde begin van het jaar
Jaarlast
Rentelast
Werkgeversbijdrage
Werknemersbijdrage
Uitkeringen
Actuariële winsten en verliezen
Kosten met betrekking tot verstreken dienstjaren
Wijzigingen in de samenstelling van de groep en
overige wijzigingen
Effect van inkrimping of afrekeningen
Koersverschillen vreemde valuta
Balanswaarde eind van het jaar
Bestaand uit:
– Gedekt door onderliggende beleggingen
– Niet gedekt door onderliggende beleggingen
Personeelsverplichtingen na
dienstverband anders
dan pensioenen
2009
2008
2009
2008
14.271
320
778
14.499
356
787
210
–8
10
220
–1
12
2
3
–640
–100
18
7
–601
–369
79
–6
–10
–27
–8
1
1
–372
–96
27
14.209
–169
–135
–183
14.271
–10
–18
–3
156
1
210
14.160
49
14.209
14.219
52
14.271
156
156
210
210
Voor 2010 bedragen de geschatte afschrijvingen van nog niet in de winst-en-verliesrekening verantwoorde kosten met betrekking
tot verstreken dienstjaren en actuariële winsten en verliezen respectievelijk nihil en EUR 16 miljoen.
Verloop van reële waarde beleggingen van pensioenregelingen
Pensioenverplichtingen
Balanswaarde begin van het jaar
Verwachte rendement op activa
Werkgeversbijdrage
Werknemersbijdrage
Uitkeringen
Actuariële winsten en verliezen
Wijzigingen in de samenstelling van de groep en
overige wijzigingen
Koersverschillen vreemde valuta
Balanswaarde eind van het jaar
2009
2008
13.366
842
1.632
3
–600
387
14.708
886
1.366
7
–584
–2.647
–374
54
15.310
–127
–243
13.366
De werkelijke opbrengsten van de beleggingen bedragen EUR 1.229 miljoen (2008: EUR –1.761 miljoen).
Uitbetaling van fondsbeleggingen aan ING Groep wordt niet verwacht in 2010.
ING Groep Jaarverslag 2009
149
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Beleggingsbeleid pensioenen
De voornaamste financiële doelstelling van het ING Employee Benefit Plan (het plan) is het veiligstellen van de pensioenuitkeringen van de
deelnemers. De belangrijkste doelstelling van het financiële beheer van het plan is daarom het bevorderen van stabiliteit en, voor zover van
toepassing, verbetering van de dekkingsgraad (d.w.z. de ratio tussen de marktwaarde van de beleggingen en de verplichtingen). Met het
beleggingsbeleid voor de beleggingsportefeuille van het plan (het fonds) wordt een evenwicht gezocht tussen de eis om rendement te
behalen en de noodzaak de risico’s te beheersen. De samenstelling van de beleggingen wordt gezien als het belangrijkste mechanisme om
de opbrengst en risico structuur van het fonds te optimaliseren teneinde de financieringsdoelstellingen van het fonds te behalen. Voor de
verschillende categorieën van activa wordt de gewenste samenstelling bepaald. Binnen deze categorieën wordt bijzondere aandacht
gegeven aan een evenwichtige verdeling tussen industrieën, geografische spreiding, rentegevoeligheid, afhankelijkheid van economische
groei, valuta en andere factoren die het rendement bepalen. De beleggingen worden beheerd door professionele vermogensbeheerders.
De vermogensbeheerders zijn gebonden aan strikte mandaten en worden aan de hand van specifieke criteria beoordeeld. Door de
beheerders wordt onder andere aandacht gegeven aan het beperken van concentraties in beleggingen, de beleggingsstijl en de
afhankelijkheid van bepaalde actieve beleggingsstrategieën. Regelmatig wordt de samenstelling van de beleggingen beoordeeld. In het
algemeen zal de samenstelling van de beleggingen worden aangepast aan de voorgenomen samenstelling als individuele portefeuilles
hun minimum- of maximumniveaus bereiken.
Fondsbeleggingen naar type
Doelstelling
allocatie
Aandelen
Schuldbewijzen
Overige
Percentage van
fondsbeleggingen
Gewogen gemiddelde verwachte
lange termijn rendement
2010
2009
2008
2009
2008
44
45
11
100
40
48
12
100
33
53
14
100
7,8
4,8
6,3
6,0
8,1
4,7
6,5
6,2
Per 31 december 2009 zijn onder Aandelen voor EUR 3 miljoen (0,02% van de fondsbeleggingen) aandelen ING Groep begrepen
(2008: EUR 4 miljoen, 0,03% van de fondsbeleggingen). In Overige is voornamelijk onroerend goed opgenomen. Onder Overige is geen
(0,0% van de activa) onroerend goed opgenomen dat op 31 december 2009 in gebruik was door ING Groep (2008: nihil, 0,0% van
de fondsbeleggingen).
Vaststelling van de verwachte rendement op aandelen
Een belangrijk onderdeel van de financiële planning is de veronderstelling voor beleggingsrendement (Return On Assets, ROA). De ROA wordt
minstens een maal per jaar vastgesteld, hierbij rekening houdend met de samenstelling van de beleggingsmix, historische rendementen op de diverse
beleggingscategorieën van het fonds en de huidige economische situatie. Op grond van deze factoren wordt aangenomen dat de beleggingen van
het fonds een gemiddeld rendement voor de lange termijn zullen behalen. Deze schatting is gebaseerd op een gewogen gemiddeld rendement, na
aftrek voor administratiekosten en externe beleggingskosten. Voor schattingsdoeleinden wordt verondersteld dat op de lange termijn de
samenstelling van de beleggingen consistent zal zijn met de huidige samenstelling. Veranderingen in de samenstelling van de beleggingen
kunnen van invloed zijn op de gerapporteerde pensioenlasten, de dekkingsgraad van het plan en de noodzaak voor toekomstige stortingen.
Gewogen gemiddelden van belangrijkste actuariële veronderstellingen in % per jaar per 31 december
Pensioenverplichtingen
Disconteringsfactor
Sterfterisico
Verwachte salarisontwikkeling (exclusief
verhogingen uit hoofde van promoties)
Ontwikkeling van medische kosten
Consumentenprijsinflatie
150
ING Groep Jaarverslag 2009
Personeelsverplichtingen na
dienstverband anders dan
pensioenen
2009
2008
2009
2008
5,70
1,30
5,70
1,60
5,30
1,30
5,50
1,60
2,80
2,70
3,10
3,20
2,00
2,10
2,10
2,10
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Deze veronderstellingen zijn gewogen gemiddelden naar grootte van de afzonderlijke pensioenverplichtingen. De veronderstellingen met
betrekking tot de salarisontwikkeling, rentedisconteringsfactoren en andere pensioenaanpassingen geven de specifieke omstandigheden
in het desbetreffende land weer.
De gepresenteerde disconteringsfactor is het gewogen gemiddelde van de verdisconteringsfactoren welke van toepassing zijn in de
verschillende landen. Deze factoren zijn gebaseerd op rentes van AA-bedrijfsobligaties van de specifieke landen met looptijden welke
overeenkomen met de pensioenverplichtingen.
Een stijging van 1% van de veronderstelde trendmatige ontwikkeling van medische kosten voor toekomstige jaren zou op 31 december
2009 hebben geresulteerd in een additionele verplichting van EUR 4 miljoen (2008: EUR 4 miljoen) en EUR 2 miljoen stijging van de lasten
voor het jaar (2008: nihil). Een daling van 1% van de trendmatige ontwikkeling van medische kosten voor toekomstige jaren zou op
31 december 2009 hebben geresulteerd in een vrijval van de pensioenverplichtingen van EUR 3 miljoen (2008: EUR 4 miljoen) en
EUR 1 miljoen daling van de lasten voor het jaar (2008: nihil).
Toekomstige kasstromen
Voor 2010 is de verwachte afdracht voor de pensioenregelingen EUR 1.193 miljoen.
De toekomstige uitkeringen, in lijn met de toekomstige dienstjaren, zijn als volgt:
Uitkeringen
2010
2011
2012
2013
2014
Jaren 2015 – 2019
Pensioenverplichtingen
Personeelsverplichtingen na
dienstverband anders
dan pensioenen
611
589
543
583
594
3.183
15
14
14
14
13
44
ING Groep Jaarverslag 2009
151
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep
bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven
22 ACTIVA NAAR CONTRACTUELE LOOPTIJD
Activa naar contractuele looptijd
Minder
dan 1 maand
2009
Liquide middelen en tegoeden bij centrale banken
Bankiers
Financiële activa tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat
– activa aangehouden voor handelsdoeleinden
– beleggingen voor risico van polishouders (1)
– niet-handelsderivaten
–g
eclassificeerd als activa tegen reële waarde
met waardemutaties door het resultaat
Beleggingen
– beschikaar voor verkoop
– tot einde looptijd aangehouden
Kredieten
Herverzekeringscontracten
Immateriële vaste activa
Overlopende acquisitiekosten
Activa aangehouden voor verkoop
Overige activa
Activa zonder vaste looptijd (2)
Totaal activa
1–3
maanden
3–12
maanden
1–5
jaren
Langer
dan 5 jaar
15.390
25.598
2.649
4.448
7.733
2.969
39.844
8.316
12.827
28.014
22.443
Looptijd
niet van
toepassing
Totaal
15.390
43.397
104.597
111.444
104.597
11.632
320
205
668
4.843
5.596
412
169
626
1.244
1.577
1.489
5.517
3.129
172
61.973
13
3
28
4.524
15.564
6.716
475
14.357
27
7
20
218
3.621
15.449
1.840
32.322
122
254
128
282
7.451
67.065
10.336
141.482
626
705
451
83.655
1.586
324.625
2.591
317
2.752
21.689
6.385
5.594
166.970
36.780
76.417
268.884
453.705
614
13.456
160.887
197.703
14.409
578.946
5.480
6.021
11.398
5.024
39.229
13.456
1.163.643
4.187
2.101
4.735
8.019
Beleggingen voor risico van polishouders worden beheerd ten behoeve van de polishouders op basis van reële waarde. Alhoewel individuele instrumenten een
vervaldatum hebben (of niet) welke afhankelijk is van hun aard, heeft dit geen impact op de liquiditeitpositie van ING.
In Activa zonder vaste looptijd zijn begrepen gebouwen en bedrijfsmiddelen, beleggingen in onroerend goed en deelnemingen. Gezien de aard van de Activa
zonder vaste looptijd bestaan deze voornamelijk uit activa welke na meer dan 12 maanden terugbetaald zullen worden.
(1) (2)
De gepresenteerde bedragen in deze tabel naar contractuele looptijd komen overeen met de verantwoorde bedragen in de balans.
Activa naar contractuele looptijd
Minder
dan 1 maand
2008
Liquide middelen en tegoeden bij centrale banken
Bankiers
Financiële activa tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat
– activa aangehouden voor handelsdoeleinden
– beleggingen voor risico van polishouders
– niet-handelsderivaten
– geclassificeerd als activa tegen reële waarde
met waardemutaties door het resultaat
Beleggingen
– beschikaar voor verkoop
– tot einde looptijd aangehouden
Kredieten
Herverzekeringscontracten
Immateriële vaste activa
Overlopende acquisitiekosten
Activa aangehouden voor verkoop
Overige activa
Activa zonder vaste looptijd
Totaal activa
152
ING Groep Jaarverslag 2009
1–3
maanden
3–12
maanden
1–5
jaren
Langer
dan 5 jaar
22.045
32.620
3.086
5.019
6.299
1.423
52.759
13.871
22.061
36.396
34.784
2.456
1.024
1.521
3.907
703
232
829
4.508
74
145.911
30
3
11
15.446
10.485
139
16.390
46
7
110
15.312
4.669
276.566
65.371
Looptijd
niet van
toepassing
Totaal
22.045
48.447
7.531
507
95.366
45
160.378
95.366
16.484
2.057
2.154
2.302
8.277
14.589
1.109
30.279
204
315
247
77.844
10.758
111.262
886
810
390
101.595
3.360
314.858
1.148
2.268
2.637
33.831
9.526
7.075
8.254
85.699
257.684
480.012
2.695
15.051
166.331
242.852
15.440
619.791
5.797
6.915
11.843
15.312
47.665
15.051
1.331.663
1.091
3.483
3.512
8.448
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
23 VERPLICHTINGEN NAAR CONTRACTUELE LOOPTIJD
Als gevolg van de aanpassingen in IFRS 7 is de toelichting op de contractuele looptijd herzien voor 2009. De aanpassingen hebben alleen
een impact op de toelichting van de financiële verplichtingen naar contractuele looptijd voor 2009, aangezien de aanpassing van IFRS 7
geen vermelding van vergelijkende cijfers vereist. De onderstaande tabel bevat alle financiële verplichtingen naar looptijd gebaseerd op
contractuele, niet-verdisconteerde kasstromen. Verder is de niet-verdisconteerde toekomstige couponinterest op te betalen financiële
verplichtingen opgenomen in een afzonderlijke regel in de relevante looptijdcategorie. Derivatenverplichtingen zijn netto opgenomen als
kasstromen op gesaldeerde basis afgewikkeld worden. Voor overige derivatenverplichtingen is de contractuele bruto te betalen kasstroom
opgenomen. Verwezen wordt naar de paragraaf Liquiditeitsrisico in de sectie ‘Risicobeheer’ voor een beschrijving over hoe liquiditeitsrisico
wordt beheerst.
Verplichtingen naar contractuele looptijd
2009
Achtergestelde leningen
Uitgegeven schuldbewijzen
Overige leningen
Bankiers
Toevertrouwde middelen
Financiële verplichtingen tegen
reële waarde met waardemutaties
door het resultaat
– overige verplichtingen voor
handelsdoeleinden
– handelsderivaten
– niet-handelsderivaten
– geclassificeerd als verplichtingen
tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat
Financiële verplichtingen
Verzekerings- en beleggingscontracten
Verplichtingen aangehouden
voor verkoop
Overige schulden
Totaal vreemd vermogen
Minder
dan 1 maand
1–3
maanden
3–12
maanden
1–5
jaren
Langer
dan 5 jaar
Looptijd
niet van
toepassing
Aanpassing
10.099
18.851
2.692
45.326
410.522
36.436
528
15.044
26.092
19.717
2.923
10.131
21.819
34.563
4.109
9.768
9.418
11.143
12.332
3.966
1.657
41.942
2.725
1.459
1.891
3.419
2.369
3.243
11.235
6.696
7.022
27.908
24.150
218
523.735
616
86.395
1.715
77.479
1.618
1.830
4.630
15.567
545.550
4.163
Te betalen couponinterest op
financiële verplichtingen
Totaal
10.099
119.981
23.151
84.235
469.508
1.040
–729
–473
4.376
12.258
9.755
677
–460
–17.314
–25.036
58.014
40.231
20.070
5.220
122.158
4.047
59.534
11.816
–342
–44.354
11.474
836.763
7.300
33.723
90.322
106.065
240.858
77
3.059
91.361
183
12.256
97.218
5.586
161.467
4.319
154.175
567
118.448
4.890
41.354
1.123.865
1.578
5.654
15.371
55.681
–44.354
82.447
De gepresenteerde bedragen in de kolom Aanpassing geven de aansluiting tussen de contractuele bedragen en de balanswaarden.
Verplichtingen naar contractuele looptijd
2008
Achtergestelde leningen
Uitgegeven schuldbewijzen
Overige leningen
Verzekerings- en beleggingscontracten
Bankiers
Toevertrouwde middelen
Financiële verplichtingen tegen reële waarde
met waardemutaties door het resultaat
– verplichtingen voor handelsdoeleinden
– niet-handelsderivaten
– geclassificeerd als verplichtingen tegen reële
waarde met waardemutaties door het resultaat
Verplichtingen aangehouden voor verkoop
Overige schulden
Totaal vreemd vermogen
Minder
dan 1 maand
1–3
maanden
3–12
maanden
1–5
jaren
Langer
dan 5 jaar
Looptijd
niet van
toepassing
10.281
Totaal
10.281
96.488
31.198
240.790
152.265
522.783
25.666
3.354
2.345
83.456
438.451
24.299
4.700
2.485
38.600
18.801
11.886
2.668
9.289
17.626
49.951
24.585
6.505
33.569
9.454
12.843
10.052
13.971
93.538
3.129
2.737
99.564
62.251
1.316
13.121
882
16.632
1.134
31.011
7.831
29.598
10.575
3
35
152.616
21.773
573
833
15.020
5.782
124.523
2.429
5.935
4.239
9.540
121.155
7.855
139.588
3.715
171.554
1.567
111.450
14.009
15.020
45.512
1.302.735
17.053
634.465
ING Groep Jaarverslag 2009
153
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
24 DERIVATEN EN HEDGE ACCOUNTING
Gebruik derivaten en hedge accounting
Zoals ook beschreven in de paragraaf ‘Risicobeheer’, maakt ING Groep gebruik van derivaten (met name renteswaps en ‘cross currency
interest rate swaps’) om economisch gezien risico’s af te dekken. Deze hedges maken onderdeel uit van de beheersing van verschillende
portefeuilles van activa en verplichtingen en van de beheersing van structurele posities. Doelstelling is om het totale risicoprofiel terug te
brengen door posities in te nemen met een risicoprofiel tegengesteld aan dat van een oorspronkelijke positie. Met het afdekken van
risico’s wordt beoogd de kosten die gepaard gaan met het verkrijgen van vreemd vermogen te reduceren en marktrisico’s als gevolg van
structurele risicoposities in rentegevoeligheid en andere risico’s te beperken. Daarnaast worden risico’s afgedekt die samenhangen met
uitstaande hypotheekoffertes in de retailmarkt en rentemarges in relatie tot rentedragende activa en de daaraan gerelateerde financiering.
De verwerking van deze transacties in de jaarrekening hangt af van de aard van de activa en verplichtingen waarvan de risico’s worden
afgedekt en van het al dan niet voldoen aan de hedge accounting criteria onder IFRS-EU. De verwerking van derivaten die voldoen aan de
hedge accounting criteria onder IFRS-EU is afhankelijk van de afgedekte activa of verplichtingen en van het toegepaste hedge accounting
model. Onder IFRS-EU zijn drie hedge accounting modellen mogelijk: reële-waardehedges, kasstroomhedges en hedges van nettoinvesteringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen. Deze worden hieronder besproken. De waarderingsgrondslagen voor de hedge
accounting modellen worden besproken in de paragraaf Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening
van ING Groep.
Om voor hedge accounting onder IFRS-EU in aanmerking te komen, moet aan bepaalde strikte criteria worden voldaan. Sommige hedges
die vanuit het oogpunt van risicobeheer effectief zijn, kwalificeren niet voor hedge accounting onder IFRS-EU. De waardemutaties van
derivaten die niet in aanmerking komen voor hedge accounting worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord. De hieruit
voortvloeiende schommelingen in het resultaat worden in bepaalde gevallen tegengegaan door de afgedekte activa en verplichtingen te
classificeren als activa of verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat. Wanneer hedge accounting onder
IFRS-EU wordt toegepast bestaat de mogelijkheid dat gedurende de hedge deze niet meer als hedge classificeert en dat hedge accounting
moet worden beëindigd, zelfs wanneer de hedge vanuit economisch perspectief effectief te noemen is. Hierdoor kunnen deze hedges
resultaatschommelingen veroorzaken welke vanuit een economisch gezichtspunt niet verwacht zouden worden.
Voor de rente- en valutaderivaten geven de nominale of contractuele bedragen van deze instrumenten alleen een indicatie van de
nominale waarde van de openstaande transacties per balansdatum. Het nominale bedrag is geen indicatie van het werkelijke risico dat
per balansdatum wordt gelopen. Om het kredietrisico te beheren gebruikt ING Groep kredietderivaten, waaronder ‘credit default swaps’
en ‘total return swaps’ om bescherming te kopen of te verkopen tegen kredietrisico’s in lening-, beleggings- of handelsportefeuilles. Met
betrekking tot kredietderivaten wordt hedge accounting niet toegepast.
Verwerking reële-waardehedges
Reële-waardehedges binnen ING Groep bestaan voornamelijk uit renteswaps en ‘cross currency interest rate swaps’ die voor vastrentende
instrumenten bescherming bieden tegen wijzigingen in reële waarde als gevolg van wijzigingen in de rentestand.
Winsten en verliezen op derivaten onder reële-waardehedges worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening. Het effectieve deel
van de waardemutaties van het afgedekte instrument dat betrekking heeft op het afgedekte risico worden eveneens in de winst-enverliesrekening verantwoord. Hierdoor heeft per saldo alleen het ineffectieve deel van de hedge invloed op het resultaat.
In 2009 heeft ING Groep een bedrag van EUR –1.130 miljoen (2008: EUR –5.492 miljoen) verantwoord als veranderingen in reële waarde
van derivaten in reële-waardehedges. Dit bedrag wordt deels gecompenseerd door een bedrag van EUR 975 miljoen (2008: EUR 5.697
miljoen) verantwoord als wijziging in reële waarde van activa en verplichtingen die deel uitmaken van reële-waardehedges. Dit heeft
geresulteerd in een resultaat van EUR –155 miljoen (2008: EUR 205 miljoen) verantwoord als het ineffectieve deel van reële-waardehedges.
Op 31 december 2009 bedroeg de reële waarde van de derivaten die onderdeel uitmaken van reële-waardehedges EUR –6.139 miljoen
(2008: EUR –5.050 miljoen). Dit bedrag wordt in de balans gepresenteerd als EUR 2.727 miljoen (2008: EUR 3.862 miljoen) aan positieve
reële waarden onder de activa en EUR 8.866 miljoen (2008: EUR 8.912 miljoen) aan negatieve reële waarden onder de verplichtingen.
Bij het afdekken van renterisico’s maakt ING Groep gebruik van de EU ‘carve-out’ in IFRS voor reële-waardehedges op portefeuilleniveau.
De EU ‘carve-out’ maakt het mogelijk om een groep van derivaten (gedeeltelijk) onderdeel uit te laten maken van een hedge en neemt
bepaalde beperkingen weg met betrekking tot het hedgen van deposito’s en het niet geheel hedgen van risico’s (onder-hedgen). Door
gebruik te maken van de EU ‘carve-out’ kunnen deposito’s onderdeel worden gemaakt van een hedgerelatie en is er alleen sprake van
ineffectiviteit als het bedrag aan kasstromen in een bepaalde periode onder het in de hedgerelatie aangewezen bedrag valt. ING past
de IFRS-EU ‘carve-out’ toe voor de retailactiviteiten waarmee een nettorisico op de retailfunding (spaar- en lopende rekeningen) en de
retaillending (hypotheken) wordt afgedekt. De hedgingsactviteiten vinden plaats in een reële-waardehedge op portefeuilleniveau op
de hypotheken, gebruikmakend van de IFRS-EU voorzieningen.
154
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Kasstroomhedges
Kasstroomhedges bestaan voornamelijk uit (forward) renteswaps en ‘cross currency interest rate swaps’ die worden gebruikt om ING
Groep te beschermen tegen fluctuaties in kasstromen uit hoofde van rente van niet-handelsportefeuilles die variabel rentend zijn of die in
de toekomst worden geherfinancierd of worden herbelegd. De bedragen en timing van de kasstromen worden voor elke portefeuille van
activa en verplichtingen geschat op basis van contractuele voorwaarden en andere relevante factoren waaronder vervroegde aflossingen
en wanbetaling. Deze kasstromen betreffen zowel rente als aflossing. Het totaal van deze kasstromen vormt de basis voor het bepalen
van het nominale bedrag dat onderhevig is aan renterisico en deel uit maakt van de kasstroomhedge.
Winsten en verliezen op het effectieve deel van de derivaten die onderdeel zijn van kasstroomhedges worden verantwoord in het eigen
vermogen. De rentestromen van de derivaten worden in dezelfde periode in de winst-en-verliesrekening als rente verantwoord als de rente
van de afgedekte positie. Winsten en verliezen op het ineffectieve deel van de derivaten worden verantwoord in het resultaat.
In 2009 heeft ING Groep een bedrag van EUR –805 miljoen (2008: EUR 746 miljoen) (na belasting) in het eigen vermogen verantwoord
als effectieve veranderingen in reële waarde van derivaten in kasstroomhedges. Daardoor bedroeg de kasstroomhedge reserve in het
eigen vermogen per 31 december 2009 EUR 442 miljoen (2008: EUR 1.457 miljoen) bruto en EUR 372 miljoen (2008: EUR 1.177 miljoen)
na latente belastingen. Dit bedrag fluctueert met de reële waarde van de derivaten in de kasstroomhedges en wordt in het resultaat
verantwoord over de looptijd van de afgedekte posities als rentebaten of rentelasten. De kasstroomhedgereserve heeft betrekking op een
groot aantal derivaten en afgedekte posities met verschillende looptijden. Voor verzekeringen lopen deze tot 44 jaar en voor de bank tot
50 jaar, met de grootste concentraties voor verzekeringen van 4 tot 9 jaar en voor de bank van 1 tot 13 jaar. Het ineffectieve deel van de
winsten en verliezen op derivaten in kasstroomhedges verantwoord in het resultaat bedroeg in 2009 EUR –10 miljoen (2008: EUR 22 miljoen).
Op 31 december 2009 bedroegen de derivaten die onderdeel uitmaken van kasstroomhedges EUR –947 miljoen (2008: EUR –318
miljoen). Dit bedrag wordt in de balans gepresenteerd als EUR 5.521 miljoen (2008: EUR 5.771 miljoen) aan positieve reële waarden
onder de activa en EUR 6.468 miljoen (2008: EUR 6.089 miljoen) aan negatieve reële waarden onder de verplichtingen.
Per 31 december 2009 en 31 december 2008 stonden geen niet-handelsderivaten die onderdeel zijn van de kasstroomhedge uit.
Onder renteopbrengsten en rentekosten op niet-handelsderivaten is respectievelijk EUR 2.159 miljoen (2008: EUR 3.082 miljoen)
en EUR 1.964 miljoen (2008: EUR 2.744 miljoen) verwerkt met betrekking tot derivaten gehanteerd bij kasstroomhedges verwerkt.
Hedges van netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen
Hedges van netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen bestaan uit derivaten (valuta forwards en swaps) en andere financiële
instrumenten zoals leningen in vreemde valuta die worden gebruikt om bescherming te bieden tegen valutarisico gerelateerd aan
buitenlandse deelnemingen.
Winsten en verliezen op het effectieve deel van de derivaten die onderdeel zijn van hedges van netto-investeringen in buitenlandse
bedrijfsonderdelen worden verantwoord in het eigen vermogen. Als de deelneming wordt verkocht, valt het gerelateerde deel van
de reserve vrij in het resultaat. Winsten en verliezen op het ineffectieve deel van de derivaten worden verantwoord in het resultaat.
Op 31 december 2009 bedroegen de derivaten die onderdeel uitmaken van hedges van netto-investeringen in buitenlandse
bedrijfsonderdelen EUR –278 miljoen (2008: EUR 300 miljoen). Dit bedrag wordt in de balans gepresenteerd als EUR 38 miljoen
(2008: EUR 670 miljoen) aan positieve reële waarden onder de activa en EUR 316 miljoen (2008: EUR 370 miljoen) aan negatieve
reële waarden onder de verplichtingen.
Per 31 december 2009 bedroeg de reële waarde van de uitstaande niet–handelsderivaten die onderdeel zijn van de hedge van de
netto-investeringen in de buitenlandse bedrijfsonderdelen EUR 555 miljoen (2008: EUR –881 miljoen). Hedge-instrumenten welke
geen derivaten zijn en onderdeel uitmaken van de hedge-instrumenten bestaan hoofdzakelijk uit leningsovereenkomsten.
Het ineffectieve deel van derivaten en hedge-instrumenten welke geen derivaten zijn die onderdeel uitmaken van hedges van nettoinvesteringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen verantwoord in het resultaat bedroeg in 2009 EUR 1 miljoen (2008: EUR –6 miljoen).
ING Groep Jaarverslag 2009
155
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
25 MAXIMALE BLOOTSTELLING AAN KREDIETRISICO’S
De maximale blootstelling aan kredietrisico’s voor ING Groep per 31 december 2009 en 2008 is als volgt:
Maximale blootstelling aan kredietrisico’s
Liquide middelen de tegoeden bij centrale banken
Bankiers
– leningen en voorschotten aan banken
– liquide middelen, rekening courant en
overige tegoeden
Activa aangehouden voor handelsdoeleinden
– schuldbewijzen
– leningen en schuldbewijzen
– derivaten
Niet-handelsderivaten
Geclassificeerd als activa tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat
Schuldbewijzen beschikbaar voor verkoop
Schuldbewijzen tot einde looptijd aangehouden
Kredieten
– polisbeleningen
– leningen aan of gegarandeerd door de overheid
– leningen met hypothecaire zekerheid
– leningen gegarandeerd door kredietinstellingen
– leningen zonder onderpand
– overige particuliere leningen
– mortgage backed securities
– overige zakelijke leningen
– overige
Herverzekeringscontracts
Herverzekering en verzekeringsvorderingen
Overige
Maximale blootstelling aan kredietrisico’s
uit de balans blijkend
Niet uit de balans blijkende krediet verplichtingen:
– verdisconteerde wissels – Bank
– garanties – Bank
– onherroeplijke accreditieven – Bank
– overige – Bank
– onherroepelijke faciliteiten
– verplichtingen – Verzekeringen
– garanties – Verzekeringen
Maximale blootstelling aan kredietrisico’s niet
uit de balans blijkend
Maximale blootstelling aan kredietrisico’s
2009
2008
15.390
22.045
39.696
40.705
3.701
7.742
25.287
41.975
41.450
11.632
26.652
59.449
71.925
16.484
5.517
188.850
14.409
8.277
234.030
15.440
2.903
51.079
319.174
10.229
5.995
19.270
22.135
147.097
1.062
5.480
2.125
6.700
2.960
26.385
318.917
5.816
2.612
29.615
9.055
222.533
1.898
5.797
3.683
8.334
981.156
1.140.354
1
21.545
12.352
202
85.835
1.646
3.463
1
22.391
10.458
453
89.081
4.221
2.460
125.044
129.065
1.106.200
1.269.419
De maximale blootstelling aan kredietrisico’s voor de verschillende balansposten is de betreffende boekwaarde. Voor niet uit de balans
blijkende verplichtingen is dit het maximale bedrag dat uitbetaald zou kunnen worden. Ontvangen zekerheden zijn hierbij niet in
beschouwing genomen.
De wijze waarop ING Groep het kredietrisico beheerst en voor dat doel blootstellingen aan kredietrisico bepaalt is uiteengezet in de
paragraaf ‘Risicobeheer’.
156
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
26 NIET TER VRIJE BESCHIKKINGSTAANDE ACTIVA
Niet ter vrije beschikking staande activa betreffen voornamelijk rentedragende waardepapieren die tot zekerheid dienen voor bij De
Nederlandsche Bank en andere banken opgenomen gelden en worden aangehouden in verband met prolongatierekeningverplichtingen
en overige wettelijke vereisten. Niet ter vrije beschikkingstaande activa bestaan uit:
Niet ter vrije beschikkingstaande activa
Beleggingen
Kredieten
Bankiers
Overige activa
2009
2008
5.906
33.053
7.441
6.350
52.750
6.521
3.136
6.889
6.438
22.984
Onder Bankiers zijn de gelden van De Nederlandsche Bank en andere banken opgenomen. ING Bank N.V. had op 31 december 2009
de verplichting om een reserve bij De Nederlandsche Bank aan te houden met een maandsgemiddelde van EUR 5.620 miljoen
(2008: EUR 5.810 miljoen). Op 31 december 2009 bedroeg deze reserve EUR 354 miljoen (2008: EUR 3.529 miljoen).
Niet ter vrije beschikkingstaande kredieten bestaan uit de lening van de Nederlandse overheid in verband met de Steunfaciliteit
voor illiquide activa zoals uiteengezet in toelichting 33 ‘Verbonden partijen’ en leningen die voor liquiditeitsdoeleinden in pand gegeven
zijn in de Verenigde Staten van EUR 7 miljard en Duitsland van EUR 5 miljard.
De niet ter vrije beschikkingstaande activa, in bovenstaande tabel, hebben geen afzonderlijk significante voorwaarden anders
dan het onderpand.
27 VOORWAARDELIJKE VERPLICHTINGEN EN TOEZEGGINGEN
ING Groep is betrokken bij activiteiten waar risico’s aan zijn verbonden die niet of niet volledig in de geconsolideerde balans tot
uitdrukking komen. Om in de behoefte van haar klanten te voorzien, biedt ING Groep kredietgerelateerde financiële producten aan. Dit
betreft ook de traditionele kredietgerelateerde ‘off-balance sheet’ instrumenten.
Voorwaardelijke verplichtingen en toezeggingen
Bancaire activiteiten
Voorwaardelijke verplichtingen van:
– verdisconteerde wissels
– garanties
– onherroepelijke accreditieven
– overig
Verzekeringsactiviteiten
Verplichtingen
Garanties
Onherroepelijke faciliteiten
Minder
dan 1
maand
1–3
maanden
3–12
maanden
1–5
jaren
14.492
5.413
112
20.017
1
403
4.460
36
4.900
1.017
1.190
42
2.249
2.359
757
12
3.128
1.218
8
292
1.218
8
83
826
909
36.284
57.519
17.539
22.447
8.351
11.509
Langer
dan 5
jaar
Looptijd
niet van
toepassing
3.274
532
3.806
Totaal 2009
Totaal 2008
1
21.545
12.352
202
34.100
1
22.391
10.458
453
33.303
292
2
1.679
1.681
43
958
1.001
1.646
3.463
5.109
4.221
2.460
6.681
20.130
23.550
3.531
9.018
1.001
85.835
125.044
89.081
129.065
Garanties betreffen zowel kredietvervangende als niet-kredietvervangende garanties. Kredietvervangende garanties zijn door ING Groep
verstrekte garanties met betrekking tot door derden aan klanten verleende kredieten. Naar verwachting zullen de meeste garanties
aflopen zonder dat daarop aanspraak wordt gemaakt en zullen dientengevolge geen toekomstige kasstromen veroorzaken. Behalve de
garanties die begrepen zijn in de voorwaardelijke verplichtingen, heeft ING Groep ook garanties afgegeven als deelnemer in collectieve
garantieregelingen die zijn opgezet op initiatief van landelijke bedrijfstakorganisaties, of die verplicht zijn voorgeschreven door de overheid
in verschillende landen.
Onherroepelijke accreditieven garanderen hoofdzakelijk betalingen aan derden voor binnenlandse en buitenlandse handelstransacties in
het kader van de financiering van goederenzendingen. Het kredietrisico dat ING Groep loopt is beperkt aangezien de verzonden goederen
bij deze transacties als onderpand dienen en de transacties kort van duur zijn.
Overige voorwaardelijke verplichtingen zijn geaccepteerde wissels opgenomen met een korte looptijd. Ook zijn hier onder de
verplichtingen opgenomen die voortvloeien uit de reguliere vastgoedactiviteiten. Hieronder vallen de verplichtingen uit projectontwikkeling
en bouwcontracten. Geen van deze verplichtingen is afzonderlijk significant.
ING Groep Jaarverslag 2009
157
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Onherroepelijke faciliteiten bestaan voornamelijk uit onherroepelijke kredietfaciliteiten die zijn toegezegd aan zakelijke klanten, maar
waarop nog geen beroep is gedaan. Veel van deze faciliteiten zijn toegezegd voor een vastgestelde tijdsduur en tegen een variabel
rentepercentage. Het kredietrisico en renterisico dat ING Groep loopt bij deze transacties is beperkt.
Voor het merendeel van de onherroepelijke kredietfaciliteiten waarop geen beroep is gedaan, is zekerheid gesteld in de vorm van
onderpand of contra-garanties van de overheid en vrijgestelde organen onder de solvabiliteitsrichtlijnen. Onder onherroepelijke faciliteiten
worden tevens de toezeggingen opgenomen tot het aankopen van nog door overheden en private instellingen uit te geven effecten.
Toekomstige huurverplichtingen uit hoofde van operationele leasecontracten
209
170
180
231
157
132
2010
2011
2012
2013
2014
jaren na 2014
28 SPECIAL PURPOSE ENTITIES EN SECURITISATIES
Securitisaties
ING Groep als initiatiefnemer
Om het kredietrisico op bepaalde activa te verlagen maakt ING gebruik van synthetische securitisaties. Bij synthetische securitisaties sluit
ING een kredietderivaat af met een ‘Special Purpose Entity’ (SPE). Onder dit contract koopt ING Groep bescherming tegen kredietrisico
op bepaalde hypothecaire leningen en leningen verstrekt aan het midden- en kleinbedrijf. De SPE dekt dit kredietrisico vervolgens af door
‘credit linked notes’ uit te geven. Als gevolg van deze transacties heeft ING Groep een groot deel van het kredietrisico op deze portefeuilles
afgewenteld op investeerders. In het algemeen hebben deze investeerders alleen verhaalsrecht op de activa van de SPE en niet op de
activa van ING Groep.
Na de securitisatietransactie blijven deze activa opgenomen op de balans van ING Groep onder Kredieten. Deze transacties zijn daarom
geen off-balance sheet regelingen.
Activa onder synthetische securitisatieprogramma’s
Leningen aan het midden- en kleinbedrijf
Leningen met hypothecaire zekerheid
Totaal
2009
2008
6.583
6.865
13.448
8.603
6.101
14.704
ING Groep als sponsor van een ‘multi-seller conduit’
In het kader van haar normale werkzaamheden, ondersteunt ING Groep haar relaties bij het verkrijgen van financieringsmiddelen door
het opzetten van transacties waarbij vorderingen van deze relaties of andere financiële activa worden verkocht aan een SPE. Om deze
aankopen te financieren geeft de SPE in de markt ‘asset backed commercial papers’ uit. ING Groep in haar rol als administrateur,
ondersteunt deze transactie door deze te structureren, door het verlenen van administratieve en operationele diensten en door het
verstrekken van financieringsfaciliteiten.
ING Groep ondersteunt de commercial paper uitgiftes door de SPE’s korte termijn liquiditeitsfaciliteiten te verschaffen. Deze faciliteiten zijn
bedoeld om tijdelijke verschillen tussen vraag en aanbod in de markt voor commercial paper op te vangen. Zodra deze liquiditeitsfaciliteit
door de SPE gebruikt wordt, loopt ING Groep het normale kredietrisico. In een aantal gevallen verstrekt ING Groep naast de gewone
liquiditeitsfaciliteiten tevens aanvullende liquiditeitsfaciliteiten, waarbij ING Groep tot op zekere hoogte het kredietrisico dat aan de
commercial paper uitgifte verbonden is, overneemt. Hieruit kunnen kredietverliezen voortvloeien. Verder garandeert ING Groep tot een
beperkt bedrag, in geval van een zogenaamde Program Wide Credit Enhancement, aan de investeerders in het commercial paper alle
overblijvende verliezen binnen de SPE. Deze verschillende faciliteiten hebben elk een eigen risicoprofiel. Zij worden slechts aan de SPE
verstrekt nadat de bij ING Groep gebruikelijke beoordeling heeft plaatsgevonden ten aanzien van kredietrisico en liquiditeitsrisico. Voor
het verlenen van deze diensten en het ter beschikking stellen van faciliteiten worden marktconforme commissies in rekening gebracht.
De SPE is opgenomen in de consolidatie van ING Groep. De transactie is daarom geen off-balance sheet regeling.
De verstrekte reguliere korte termijn liquiditeitsfaciliteiten en de aanvullende liquiditeitsfaciliteiten zijn verantwoord onder de
onherroepelijke faciliteiten.
158
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Collateralised debt obligations (CDO) transacties
Ten behoeve van CDO-transacties gebruikt ING Groep SPE’s. Bij een standaard CDO-transactie wordt een SPE gebruikt om een samenstel
van effecten met een rating uit te geven, die worden gedekt door overdraagbare schuldinstrumenten. Naast investeren in CDO’s vervult
ING Groep vaak meerdere rollen in deze transacties:
• ING Groep arrangeert de transactie, zet de SPE op, verwerft de activa die aan de SPE worden verkocht en verkoopt de CDO aan
investeerders;
• ING Groep is verantwoordelijk voor het beheer van de activa in de SPE waarbij het beheer geschiedt op basis van strikte voorwaarden
zoals verwoord in de statuten van de SPE.
ING Groep ontvangt een marktgerelateerde vergoeding voor het opzetten en verkopen van CDO’s aan investeerders. Het totaal van deze
vergoeding is niet significant.
ING Groep als investeerder
ING investeert in schuldpapier uitgegeven door securitisatie SPE’s als onderdeel van haar beleggingsactiviteiten. Voor sommige
securitisatieprogramma’s houdt ING Groep beperkte posities aan in de rol van market maker.
Investeringen, anders dan middels inbreng in natura, worden gedaan door ING Groep door kredietbescherming te verkopen door middel
van kredietderivaten.
Andere entiteiten
ING Groep is ook betrokken bij SPE’s die worden gebruikt in bijvoorbeeld structured finance en leasetransacties.
Beleggingsfondsen
ING Groep als fondsbeheerder en belegger
ING Groep lanceert nieuwe beleggingsfondsen waarin ING Groep bij oprichting optreedt als fondsmanager en enige investeerder op
het moment van oprichting. Daarna worden derden gezocht die willen investeren in het fonds waardoor het aandeel van ING Groep
wordt teruggebracht. In het algemeen houdt ING Groep een bescheiden aandeel in het fonds aan. De fondsen zijn opgenomen in de
geconsolideerde jaarrekening van de Groep als en wanneer zeggenschap bestaat, daarbij wordt rekening gehouden met zowel ING
Groeps financiële belang voor eigen risico en haar rol als vermogensbeheerder.
ING Groep als fondsbeheerder
ING Groep treedt op als fondsbeheerder voor verschillende fondsen. Beheerprovisies die hiervoor in rekening worden gebracht zijn
marktconform. In het algemeen treedt ING Groep voor deze fondsen op in een fiduciaire rol en neemt daarom deze fondsen niet op
in de geconsolideerde jaarrekening.
29 BELANGRIJKSTE DOCHTERONDERNEMINGEN
De belangrijkste dochterondernemingen van ING Groep zijn als volgt:
Dochterondernemingen onderdeel van de bancaire activiteiten
ING Bank N.V.
Bank Mendes Gans N.V.
ING Lease Holding B.V.
ING Corporate Investments B.V.
ING Vastgoed Management Holding B.V.
Interadvies N.V.
Nationale-Nederlanden Financiële Diensten B.V.
ING Commercial Finance B.V.
Westland Utrecht Hypotheekbank N.V.
ING België N.V.
ING Bank Slaski S.A.
ING Bank Deutschland A.G.
ING Financial Holdings Corporation
ING Middenbank Curaçao N.V.
ING Vysya Bank Ltd.
ING Direct N.V.
ING Bank A.S.
Nederland
Nederland
Nederland
Nederland
Nederland
Nederland
Nederland
Nederland
Nederland
België
Polen
Duitsland
Verenigde Staten
Nederlandse Antillen
India
Canada, Duitsland, Spanje, Australië,
Frankrijk, Verenigde Staten, Italië,
Verenigd Koninkrijk
Turkije
ING Groep Jaarverslag 2009
159
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Dochterondernemingen onderdeel van het verzekeringsbedrijf
ING Verzekeringen N.V.
ING Vastgoed Belegging B.V.
Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V.
Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V.
Parcom Capital B.V.
ING Levensverzekering Retail N.V.
ING Schadeverzekering Retail N.V.
RVS Levensverzekering N.V.
RVS Schadeverzekering N.V.
Movir N.V.
ING Zivotna Poistovna a.s.
ING Nationale-Nederlanden Polska S.A.
ING Nationale-Nederlanden Polska Powszechne Towarzystwo Emerytaine S.A.
ING Asigurari de Viata S.A.
ING Greek Life Insurance Company S.A.
ING Nationale-Nederlanden Magyarorszagi Biztosito Rt.
Nationale-Nederlanden Vida, Compañia de Seguros y Reaseguros S.A.
Nationale-Nederlanden Generales, Compañia de Seguros y Reaseguros S.A.
ING America Insurance Holdings, Inc.
ING International Insurance Holdings, Inc.
ING Life Insurance and Annuity Company
ING North America Insurance Corporation
Lion Connecticut Holdings Inc.
ReliaStar Life Insurance Company
ReliaStar Life Insurance Company of New York
Security Life of Denver Insurance Company
ING USA Annuity and Life Insurance Company
ING Life Insurance Company (Bermuda) Limited
Security Life of Denver International Limited
ING Seguros de Vida S.A.
AFP Capital S.A.
ING Insurance Berhad
ING Afore S.A. de C.V.
ING Life Insurance Company (Japan) Limited
ING Life Insurance Company (Korea) Limited
ING Australia Holdings Limited
ING Re (Nederland) N.V.
160
ING Groep Jaarverslag 2009
Nederland
Nederland
Nederland
Nederland
Nederland
Nederland
Nederland
Nederland
Nederland
Nederland
Slowakije
Polen
Polen
Roemenië
Griekenland
Hongarije
Spanje
Spanje
Verenigde Staten
Verenigde Staten
Verenigde Staten
Verenigde Staten
Verenigde Staten
Verenigde Staten
Verenigde Staten
Verenigde Staten
Verenigde Staten
Hong Kong
Bermuda
Chili
Chili
Malaysia
Mexico
Japan
Zuid Korea
Australië
Nederland
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
30 AANKOOP EN VERKOOP VAN MAATSCHAPPIJEN
Zoals uiteengezet in toelichting 9 ‘Immateriële vaste activa’ is in 2009 EUR 39 miljoen goodwill verwerkt. Hiervan heeft EUR 26 miljoen
betrekking op de consolidatie van 3W Holding B.V. zoals hieronder toegelicht. In 2009 waren er geen significante aankopen.
In augustus 2009 heeft ING de volledige beschikkingsmacht verkregen over haar joint venture 3W Holding B.V., een onderneming welke
zich bezig houdt met vastgoedontwikkeling, waarvan ING al 50% van het eigendom had. ING kreeg een meerderheidszetel in de Raad van
Commissarissen van 3W Holding B.V. en ging een optie-overeenkomst aan welke ING in staat stelde om de resterende 50% te verkrijgen. Als
gevolg van de verkregen beschikkingsmacht is 3W Holding B.V. volledig opgenomen in de consolidatie per september 2009. De netto-activa
voor consolidatie bedroegen EUR –21 miljoen. Het aankoopbedrag voor het verkrijgen van de resterende 50%, onder de optie-overeenkomst,
was ongeveer EUR 5 miljoen. Derhalve is bij de aankoop een goodwill van EUR 26 miljoen opgenomen. De goodwill is hoofdzakelijk toe te
schrijven aan operationele synergieën, welke samenhangen met het verkrijgen van de beschikkingsmacht over het professionele netwerk
van 3W Holding B.V. en het toekomstige businesspotentieel in het zuiden van Nederland, waar 3W Holding B.V. opereert.
3W Holding B.V.
Algemeen
Belangrijkste branche
Datum van volledige consolidatie
Verwachte te betalen aankoopwaarde
Bank
1 september 2009
5
Activa
Diverse overige activa
51
Verplichtingen
Toevertrouwde middelen
Diverse overige verplichtingen
21
51
Netto activa
Geactiveerde goodwill
Winst sinds datum van volledige consolidatie
Baten als volledige consolidatie plaats had gevonden
bij aanvang boekjaar
Winst als volledige consolidatie plaats had gevonden
bij aanvang boekjaar
–21
26
–16
–5
–19
ING Groep Jaarverslag 2009
161
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verkopen gerealiseerd in 2009
Verkoop van meest significante maatschappijen in 2009
ING Life Taiwan (5)
Algemeen
Belangrijkste branche
Verkoopopbrengst
Opbrengst in contacten (1)
Opbrengst anders dan in contanten
Verkoopopbrengst
Activa
Liquiditeiten
Beleggingen
Kredieten
Financiële activa tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat
Diverse overige activa
Verplichtingen
Verzekerings- en beleggingscontracten
Diverse overige verplichtingen
Netto activa
% verkocht
Netto activa verkocht
Winst/verlies op verkoop (2)
ING Canada
Lijfrente- en
hypotheekactiviteiten
in Chili
Australië/
Nieuw Zeeland
Totaal
Verzekeringen Verzekeringen Verzekeringen Verzekeringen
1.316
217
1.106
466
466
2.639
466
3.105
1.316
217
1.106
80
9.801
1.341
322
2.350
79
2
1.803
413
233
385
637
14.339
1.833
1.552
2.538
1.075
2.092
52
74
8.370
639
11.049
5.343
14.294
260
3.761
223
2.009
95
8.524
334
28.588
912
758
100%
758
1.934
70% (4)
1.354
240
100%
240
769
100%
769
3.701
–292 (3)
–38
–23
337
–16
3.121
In de ingaande en uitgaande kasstromen van maatschappijen in het kasstroomoverzicht zijn ingaande en uitgaande kasstromen begrepen van
individueel immateriële verkopen in aanvulling op de hier gepresenteerde kasstromen.
(2)
Winst/verlies op verkoop bestaat uit de verkoopopbrengst, de netto activa verkocht, de kosten die direct verband houden met de verkoop en de
realisatie van de ongerealiseerde reserves.
(3)
Verlies is verwerkt in 2008.
(4)
Na verkoop van het 70% -belang heeft ING geen resterend belang in ING Canada.
(5)
Activa en verplichtingen in deze kolom waren gepresenteerd als activa/ verplichtingen aangehouden voor verkoop per 31 december 2008.
(1)
In oktober 2008 heeft ING overeenstemming bereikt om alle Taiwanese levensverzekeringsactiviteiten, ING Life Taiwan te verkopen aan
Fubon Financial Holding Co. Ltd. De verkoop is afgerond in februari 2009 tegen een uiteindelijke verkoopprijs van EUR 466 miljoen (USD
600 miljoen). Dit wijkt af van de verantwoorde opbrengst in 2008 van EUR 447 miljoen wat veroorzaakt wordt door fluctuaties in de
dollar/euro wisselkoers tussen de datum van ondertekening van de verkoopovereenkomst en de datum van afwikkeling. ING heeft een
betaling ontvangen in een vast aantal aandelen waarbij het verschil tussen de reële waarde van die aandelen op de afwikkeldatum en
de verkoopprijs betaald is in achtergestelde schuldbewijzen van de koper. Deze transactie resulteerde in een verlies van EUR 292 miljoen.
Dit verlies bevat EUR 214 miljoen verkoopverlies (verwerkt in 2008 in Resultaat uit verkopen van groepsmaatschappijen in de winst-enverliesrekening) en EUR 78 miljoen operationeel verlies in de periode dat ING Taiwan classificeerde als aangehouden voor verkoop. ING
Life Taiwan was voorheen opgenomen in het segment Insurance Asia/Pacific.
In februari 2009 heeft ING de verkoop afgewikkeld van haar belang van 70% in ING Canada, voor een netto-opbrengst van EUR 1.316
miljoen. Dit wijkt af van de verantwoorde opbrengst van EUR 1.265 miljoen in het jaarverslag 2008 wat veroorzaakt wordt door fluctuaties
in de Canadese dollar/euro wisselkoers tussen de datum van ondertekening van de verkoopovereenkomst en de datum van afwikkeling.
De verkoop is geëffectueerd door een onderhandse plaatsing en een aanvullende gelijktijdige openbare plaatsing. De transactie
resulteerde in een verlies van EUR 38 miljoen. ING Canada was voorheen opgenomen in het segment Insurance Americas.
In juli 2009 heeft ING overeenstemming bereikt om haar niet-kernactiviteiten met betrekking tot de lijfrente- en hypotheekactiviteiten in
Chili te verkopen aan Corp Group Vida Chile S.A voor EUR 217 miljoen. De verkoop heeft geen effect op de pensioen-, levensverzekeringsen investment managementactiviteiten van ING in Chili. Op die gebieden blijft ING toegewijd om zich te ontwikkelen als toonaangevende
marktpartij. De transactie is afgewikkeld in november 2009 en resulteerde in een verlies van EUR 23 miljoen. Deze lijfrente- en
hypotheekactiviteiten waren voorheen opgenomen in het segment Insurance Americas.
162
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
In september 2009 heeft ING overeenstemming bereikt om haar samenwerkingverband op het gebied van levensverzekeringen en
vermogensbeheer in Australië en Nieuw-Zeeland te verkopen aan ANZ, haar joint venture partner. Onder de voorwaarden van de
overeenkomst zal ING 51% van haar aandelenbelang in ING Australië en ING Nieuw-Zeeland verkopen aan ANZ, voor EUR 1.106 miljoen
in contanten. De transactie is onderdeel van ING’s Back-to-Basics-programma. De verkoop is afgewikkeld in november 2009 en resulteerde
in een winst van EUR 337 miljoen voor ING. De joint venture was voorheen opgenomen in het segment Insurance Asia/Pacific.
Aankopen en verkopen aangekondigd en plaatsvindend of naar verwachting plaatsvindend in 2010
In oktober 2009 heeft ING overeenstemming bereikt om haar Private Banking activiteiten in Zwitserland te verkopen aan Julius Baer voor
een bedrag van EUR 344 miljoen (CHF 520 miljoen). De transactie genereert een nettowinst van ongeveer EUR 70 miljoen voor ING, die
is opgenomen bij afwikkeling van de transactie in 2010. Een belastingvoordeel van EUR 83 miljoen met betrekking tot Private Banking
activiteiten in Zwitserland was opgenomen in 2009. Op de sluitingsdatum van de verkoop van de Private Banking activiteiten in
Zwitserland heeft ING een totale winst van ongeveer EUR 150 miljoen bekend gemaakt. De verkoop is afgewikkeld in januari 2010. De
Private Banking activiteiten in Zwitserland zijn opgenomen in het segment Retail Banking.
In oktober 2009 heeft ING overeenstemming bereikt om de Private Banking activiteiten in Azië te verkopen voor USD 1.463 miljoen
(ongeveer EUR 1.000 miljoen). Dit onderdeel biedt private banking diensten aan in 11 markten, waaronder Hong Kong, de Filippijnen en
Singapore. De transactie genereert een nettowinst van ongeveer EUR 300 miljoen voor ING. De verkoop is afgewikkeld in januari 2010.
De Private Banking activiteiten in Azië zijn opgenomen in het segment Retail Banking.
In november 2009 heeft ING een overeenkomst bereikt om drie van haar onafhankelijke Amerikaanse retail broker-dealer units, wat
driekwart van ING Advisors Network inhoudt, aan Lightyear Capital LLC. De transactie omvat Financial Netwerk Investment Corporation,
gevestigd in El Segundo, Californië, Multi-Financial securities Corporation, gevestigd in Denver, Colorado, Primevest Financial Services Inc.,
gevestigd in St. Cloud, Minnesota en ING Brokers Network LLC, de houdstermaatschappij en de back-office welke gemeenschappelijk
ondersteunende diensten verleent aan de broker-dealers, welke collectief opereren als ING Advisors Network. De verkoop is in februari
2010 afgerond. De drie onafhankelijke Amerikaanse retail broker-dealer units zijn opgenomen in het segment Insurance Americas.
In december 2009 heeft ING bekend gemaakt dat het haar volledige belang in het Chinese Pacific Life Insurance Company Ltd. (PALIC)
zal verkopen aan China Construction Bank. Dit is de uitkomst van een strategische analyse zoals bekend gemaakt in april 2009 als
onderdeel van ING’s Back-to-Basics-programma. Het belang in het PALIC is opgenomen in het segment Insurance Asia/Pacific. Het is de
verwachting dat de transactie in de tweede helft van 2010 afgewikkeld zal worden.
Bovengenoemde verkopen zullen niet meer in de consolidatie worden opgenomen in 2010 op het moment dat ING de beslissende
zeggenschap niet meer heeft. Ze kwalificeren als groepen van activa die worden afgestoten per 31 december 2009 aangezien ING de
boekwaarden hoofdzakelijk zal realiseren door een verkoop. Zij zijn direct beschikbaar voor verkoop in hun huidige staat, onder normale
en gebruikelijke voorwaarden bij de verkoop van dergelijk activa, en de verkoop wordt zeer waarschijnlijk geacht.
ING Groep Jaarverslag 2009
163
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Aankoop van meest significante maatschappijen in 2008
Algemeen
Belangrijkste branche
Datum van aankoop
Percentage verkregen stemrecht
Interhyp AG
Universal
Lease Iberia
Chileense
pensioenactiviteiten van
Santander
Bank
Bank
Verzekeringen
1 augustus 2008
1 oktober 2008
16 januari 2008
99%
100%
100%
100%
100%
578
5
583
110
110
1.503
9
1.512
45
538
35
75
80
1.432
45
35
80
8
6
43
Aankoopprijs
Aankoopprijs
Acquisitiekosten
Aankoopprijs in contanten
418
397
4
401
Overgenomen liquiditeiten
Uitgaande kasstroom bij aankoop (2)
418
401
Activa
Liquiditeiten
Beleggingen
Kredieten
Bankiers
Financiële activa tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat
Immateriële vaste activa
Diverse overige activa
Verplichtingen
Verzekerings- en beleggingscontracten
Toevertrouwde middelen
Diverse overige verplichtingen
Netto activa
Minderheidsbelangen
Verkregen netto activa
Geactiveerde goodwill (1)
Winst sinds datum van aankoop
Baten als aankoop plaats had gevonden bij
aanvang boekjaar
Winst als aankoop plaats had gevonden bij
aanvang boekjaar
(1)
(2)
418
CitiStreet
Oyak Emeklilik
Verzekeringen
Verzekeringen
1 juli 2008 1 december 2008
8
6
43
78
31
2
8
78
104
289
26
116
2
41
7
224
70
307
112
116
41
307
285
462
69
1.196
3
–7
20
235
16
47
224
20
–9
6
112
47
–9
371
9
73
24
7
–7
Totaal
61
42
17
275
–20
–1
1
8
–11
12
407
–12
oodwill verantwoord op kleine aankopen bedraagt EUR 133 miljoen waardoor het totale bedrag aan goodwill EUR 1.329 miljoen bedraagt. Zie ook toelichting
G
9 ‘Immateriële vaste activa’.
In de ingaande en uitgaande kasstromen van maatschappijen in het kasstroomoverzicht zijn ingaande en uitgaande kasstromen begrepen van individueel
immateriële verkopen en vastgoedportefeuilles in aanvulling op de hier gepresenteerde kasstromen.
164
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Aankopen gerealiseerd in 2008
In december 2008 heeft ING 100% van de aandelen van vrijwillig pensioenfonds Oyak Emeklilik verkregen voor een totaalbedrag van
EUR 110 miljoen. Bij de aankoop is goodwill opgenomen van EUR 69 miljoen welke hoofdzakelijk is toe te rekenen aan de operationele
synergieën en het toekomstige businesspotentieel welke voortkomen uit de aankoop.
In augustus 2008 heeft ING ongeveer 97% van de aandelen van Interhyp AG, de grootste Duitse onafhankelijke hypotheekverstrekker
verkregen, voor een totaalbedrag van EUR 418 miljoen. Bij de aankoop is een goodwill opgenomen van EUR 371 miljoen welke
hoofdzakelijk toe te rekenen is aan het toekomstige potentieel voor het verbeteren van ING distributiekanalen in Europa, welke
voortkomt uit de aankoop.
In juli 2008 heeft ING 100% van de aandelen van CitiStreet verkregen, een vooraanstaande pensioenuitvoerder- en administratieve
maatschappij op de Amerikaanse markt voor defined contribution regelingen voor een totaalbedrag van EUR 578 miljoen. Bij de aankoop
is een goodwill opgenomen van EUR 462 miljoen welke hoofdzakelijk is toe te rekenen aan de operationele synergieën en het toekomstige
businesspotentieel welke voortkomen uit de aankoop. ING wordt hierdoor één van de grootste aanbieders van defined contribution
regelingen in de Verenigde Staten.
In januari 2008 heeft ING de transactie afgesloten waarbij 100% van de Latijns Amerikaanse pensioen- en lijfrente-activiteiten van
Banco Santander middels de aankoop van de pensioenactiviteiten in Chili. Zie Aankopen gerealiseerd in 2007 voor de volledige details
van deze transactie.
Verkoop van meest significante maatschappijen in 2008
NRG
Mexicaanse
schadeverzekeringsactiviteiten
Verzekeringen
Verzekeringen
Verkoopopbrengst
Verkoopopbrengst
Opbrengst in contanten
272
272
950
950
1.222
1.222
Verkochte liquiditeiten
Ingaande kasstroom bij verkoop (1)
12
260
26
924
38
1.184
12
461
137
26
1.146
65
38
1.607
202
26
41
1.261
41
1.287
210
10
1.497
274
1.707
284
416
100%
416
768
100%
768
1.184
–144
182
38
Algemeen
Belangrijkste branche
Activa
Liquiditeiten
Beleggingen
Kredieten
Financiële activa tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat
Diverse overige activa
Verplichtingen
Verzekerings- en beleggingscontracten
Diverse overige verplichtingen
Netto activa
% verkocht
Netto activa verkocht
Winst/verlies op verkoop (2)
Totaal
1.184
In de ingaande en uitgaande kasstromen van maatschappijen in het kasstroomoverzicht zijn ingaande en
uitgaande kasstromen begrepen van individueel immateriële verkopen in aanvulling op de hier gepresenteerde
kasstromen.
(2) Winst/verlies op verkoop bestaat uit de verkoopopbrengst, de netto activa verkocht, de kosten die direct verband
houden met de verkoop en de realisatie van de ongerealiseerde reserves.
(1)
ING Groep Jaarverslag 2009
165
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verkopen gerealiseerd in 2008
In december 2007 is ING met Berkshire Hathaway overeengekomen om het herverzekeringsonderdeel NRG N.V. te verkopen voor
EUR 272 miljoen. Deze verkoop heeft geresulteerd in een nettoverlies van EUR 144 miljoen. In 2007 is een verkoopverlies van EUR 129
miljoen verwerkt. In 2008 is een additioneel verlies van EUR 15 miljoen verwerkt wat voornamelijk betrekking had op veranderingen
in de valutakoersen.
In juli 2008 heeft ING bekend gemaakt dat de verkoop van een deel van haar activiteiten in Mexico, te weten Seguros ING SA de CV en
haar dochtermaatschappijen, aan AXA, zoals bekend gemaakt in februari 2008, is afgerond voor een totaalbedrag van EUR 950 miljoen
(USD 1,5 miljard). De verkoop resulteerde in een winst van EUR 182 miljoen.
In januari 2008 heeft ING de verkoop van haar health-activiteiten in Chili, ING Salud, aan Said Group en Linzor Capital Partners afgerond.
Dit resulteerde in een verkoopwinst van EUR 55 miljoen.
Zoals opgenomen in de Aankopen gerealiseerd in 2007 heeft ING AFJP Pension (Origines AFJP S.A.) een onderneming in Argentinië
gekocht als onderdeel van de Santander-transactie. In november 2008 heeft de Argentijnse overheid wetgeving aangenomen welke
private pensioensystemen (AFJPs) nationaliseert. Onder deze wet moeten alle cliëntrekeningen aangehouden door de private
pensioensystemen overgedragen worden aan de Argentijnse overheid en de AFJPs pensioenactiviteiten moeten worden beëindigd. De wet
werd van toepassing in december 2008 toen de Argentijnse sociale zekerheidsinstantie (ANSES) de beschikkingsmacht over de betrokken
rekeningen overnam. De nationalisatie heeft alleen een impact gehad op de pensioenbeleggingen, daarbij bleef ING verantwoordelijk voor
de lopende bedrijfslasten en verplichtingen waaronder verplichtingen voor ontslagvergoedingen. Dit heeft geresulteerd in een verlies van
EUR 188 miljoen welke verwerkt is in 2008.
166
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Aankoop van meest significante maatschappijen in 2007
Algemeen
Belangrijkste branche
Datum van aankoop
Oyak Bank
Sharebuilder
Corporation
Landmark
Latijns Amerikaanse
pensioenactiviteiten
van Santander
Bank
Bank
Verzekeringen
Verzekeringen
31 december 2007 15 november 2007
31 juli 2007
4 december 2007
Totaal
Percentage verkregen stemrecht
100%
100%
100%
100%
Aankoopprijs
Aankoopprijs
Acquisitiekosten
Aankoopprijs in contanten
1.903
2
1.905
152
1
153
255
2
257
692
8
700
3.002
13
3.015
Overgenomen liquiditeiten
Uitgaande kasstroom bij aankoop (2)
75
1.830
12
141
29
228
28
672
144
2.871
75
1.332
4.824
508
12
29
28
86
144
1.418
4.839
508
520
154
85
563
390
657
500
Activa
Liquiditeiten
Beleggingen
Kredieten
Bankiers
Financiële activa tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat
Immateriële vaste activa
Diverse overige activa
41
236
474
15
2
80
18
Verplichtingen
Verzekerings- en beleggingscontracten
Bankiers
Toevertrouwde middelen
Diverse overige verplichtingen
Netto activa
Verkregen netto activa
632
5.369
601
888
888
51
58
58
47
47
182
191
191
500
632
5.369
834
1.184
1.184
Geactiveerde goodwill (1)
1.015
94
208
501
1.818
–1
1
8
8
38
15
209
262
–2
4
46
128
Winst sinds datum van aankoop
Baten als aankoop plaats had gevonden
bij aanvang boekjaar
Winst als aankoop plaats had gevonden
bij aanvang boekjaar (3)
80
oodwill verantwoord op kleine aankopen bedraagt EUR 222 miljoen waardoor het totale bedrag aan goodwill EUR 2.040 miljoen bedraagt.
G
Zie ook toelichting 9 ‘Immateriële vaste activa’.
In de ingaande en uitgaande kasstromen van maatschappijen in het kasstroomoverzicht zijn ingaande en uitgaande kasstromen begrepen van individueel
immateriële verkopen en vastgoedportefeuilles in aanvulling op de hier gepresenteerde kasstromen.
(3)
De schatting van de winst over het hele jaar van de aangekochte onderneming is gebaseerd op lokale verslaggevingsregels.
(1)
(2)
ING Groep Jaarverslag 2009
167
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Aankopen gerealiseerd in 2007
In september 2007 heeft ING EUR 20 miljoen betaald om haar belang in ING Piraeus Life (de joint venture tussen ING en Piraeus Bank)
uit te breiden van 50% naar 100%.
In april 2007 heeft ING een 100% belang gekregen in AZL, een onafhankelijke verstrekker van management service activiteiten
op het gebied van pensioenfondsen, voor EUR 65 miljoen.
In juli 2007 heeft ING bekend gemaakt dat zij tot een overeenstemming is gekomen om het volledige eigendom te verwerven in Landmark
Investment Co Ltd, de op elf na grootste vermogensbeheerder van Korea. De betaalde aankoopprijs voor Landmark was EUR 255 miljoen.
Bij de aankoop is een goodwill opgenomen van EUR 208 miljoen welke hoofdzakelijk is toe te rekenen aan de operationele synergieën
en het toekomstige businesspotentieel welke voortkomen uit de aankoop. Tussen de boekwaarden van de verkregen netto activa net
voor de aankoop en hun reële waarden bestond geen significant verschil. Alle immateriële vaste activa met een significante waarde zijn
afzonderlijk van de goodwill opgenomen en zijn opgenomen in de Immateriële vaste activa. In 2008 zijn geen significante aanpassingen
gemaakt op de bedragen welke voorlopig bepaald waren in 2007.
In november 2007 heeft ING 100% van Sharebuilder Corporation, een effectenmakelaarsbedrijf in Seattle gekocht voor EUR 152 miljoen
om het aanbod van producten op de markt voor particuliere beleggingen en de geografische spreiding in de Verenigde Staten uit te
breiden. Bij de aankoop is goodwill opgenomen van EUR 94 miljoen welke hoofdzakelijk is toe te rekenen aan de operationele synergieën
en het toekomstige businesspotentieel welke voortkomen uit de aankoop. Tussen de boekwaarden van de verkregen netto activa net
voor de aankoop en hun reële waarden bestond geen significant verschil. Alle immateriële vaste activa met een significante waarde zijn
afzonderlijk van de goodwill opgenomen en zijn opgenomen in de Immateriële vaste activa. Met uitzondering van het effect van de
nationalisatie van de Argentijnse pensioen business zoals toegelicht in Bekendgemaakte en verwachte verkopen in 2009, zijn in 2008
zijn geen significante aanpassingen gemaakt op de bedragen welke voorlopig bepaald waren in 2007.
In november en december 2007 heeft ING de Latijns-Amerikaanse pensioenactiviteiten van Banco Santander in Mexico gekocht voor
349 miljoen, in Colombia voor EUR 88 miljoen, in Uruguay voor EUR 20 miljoen en in Argentinië voor EUR 235 miljoen. Zoals toegelicht
in Aankopen gerealiseerd in 2008 zijn de pensioenactiviteiten in Chili gekocht in januari 2008 voor EUR 450 miljoen. De totale kosten van
de transactie bedroegen ongeveer EUR 1.142 miljoen. Bij de aankoop is goodwill opgenomen van EUR 786 miljoen welke hoofdzakelijk
is toe te rekenen aan het toekomstige businesspotentieel welke voortkomt uit de aankoop. De gekochte Latijns-Amerikaanse
pensioenactiviteiten bestaan uit de aankoop van toonaangevende posities in pensioenservices in snelgroeiende opkomende markten,
waardoor ING een duurzaam schaalbaar platform heeft verkregen in Latijns-Amerika. Tussen de boekwaarden van de verkregen netto
activa net voor de aankoop en hun reële waarden bestond geen significant verschil. Alle immateriële vaste activa met een significante
waarde zijn afzonderlijk van de goodwill opgenomen en zijn opgenomen in de Immateriële vaste activa. In 2008 zijn geen significante
aanpassingen gemaakt op de bedragen welke voorlopig bepaald waren in 2007.
In december 2007 heeft ING de afronding van de aankoop van 100% van de aandelen van Oyak Bank voor een bedrag van EUR 1.903
miljoen bekend gemaakt. Oyak Bank is een toonaangevende bank in de Turkse markt en biedt een volledig aanbod van bankdiensten met
een focus op retail banking. Bij de aankoop is een bedrag aan goodwill verantwoord van EUR 1.015 miljoen welke hoofdzakelijk is toe te
rekenen aan het toekomstige businesspotentieel welke voortkomen uit de aankoop, aangezien Oyak een grote bank is, welke ook een
platform biedt voor de distributie van verzekeringen, asset management en pensioenproducten, in Europa’s snelst groeiende economieën.
Tussen de boekwaarde van de verkregen netto activa direct voor de transactie en hun reële waarde bestond geen significant verschil. Alle
immateriële vaste activa met een significante waarde zijn afzonderlijk van de goodwill opgenomen en zijn opgenomen in de immateriële
vaste activa. De jaarwinst (voor afschrijvingen van de immateriële vaste activa, uit hoofde van purchase accounting) over 2007 was
ongeveer EUR 80 miljoen. Er is geen winst of verlies verwerkt in het resultaat van 2007 van ING Groep.
168
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verkoop van meest significante maatschappijen in 2007
ING Trust
Algemeen
Belangrijkste branche
Belgische
verzekeringsactiviteiten via
tussenpersonen en
inzake Employee
benefit
ING Regio B.V.
Totaal
Bank
Bank
Verzekeringen
Verkoopopbrengst
Verkoopopbrengst
Opbrengst in contanten
25
25
51
51
777
777
853
853
Verkochte liquiditeiten
Ingaande kasstroom bij verkoop (1)
25
51
11
766
11
842
4
1.156
11
4.622
301
11
4.622
1.461
10
110
350
463
350
583
5.075
–4
2.052
–811
178
5.075
2.052
–637
18
100%
18
25
100%
25
494
100%
494
537
7
26
418
451
Activa
Liquiditeiten
Beleggingen
Kredieten
Financiële activa tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat
Diverse overige activa
Verplichtingen
Verzekerings- en beleggingscontracten
Toevertrouwde middelen
Diverse overige verplichtingen
Netto activa
% verkocht
Netto activa verkocht
Winst/verlies op verkoop (2)
(1)
(2)
537
In de ingaande en uitgaande kasstromen van maatschappijen in het kasstroomoverzicht zijn ingaande en uitgaande kasstromen
begrepen van individueel immateriële verkopen in aanvulling op de hier gepresenteerde kasstromen.
Winst/verlies op verkoop bestaat uit de verkoopopbrengst, de netto activa verkocht, de kosten die direct verband houden met de
verkoop en de realisatie van de ongerealiseerde reserves.
Verkopen gerealiseerd in 2007
In juni 2007 heeft ING haar belang in Nationale Borg, een gespecialiseerde verstrekker van garanties, verkocht aan Hal Investments BV
en Egeria.
ING heeft in juli 2007 ING Trust verkocht aan het management en aan Foreman Capital, een onafhankelijke investeringsmaatschappij
in Nederland. De verkoop is onderdeel van de strategie van ING om te focussen op de kernactiviteiten van de bank- en
verzekeringsactiviteiten en vermogensbeheer.
In juli 2007 heeft ING haar totale belang in ING Regio B.V. een dochtermaatschappij van Regio Bank N.V. verkocht aan SNS REAAL
voor EUR 50,5 miljoen. Dit resulteerde in een winst van EUR 26 miljoen. Dit onderdeel voerde het grootste deel van de activiteiten
van Regio Bank uit. De juridische entiteit Regio Bank N.V. zelf maakte geen onderdeel uit van de transactie.
In september 2007 heeft ING haar Belgische verzekeringsactiviteiten via tussenpersonen en inzake Employee benefit aan
P&V Verzekeringen verkocht voor EUR 777 miljoen. Deze verkoop resulteerde in een winst van EUR 418 miljoen.
ING Groep Jaarverslag 2009
169
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
31 JURIDISCHE PROCEDURES
Vennootschappen behorende tot ING Groep zijn zowel in Nederland als in een aantal andere landen, inclusief de Verenigde Staten,
verwikkeld in rechtszaken en arbitrageprocedures die door en tegen deze vennootschappen zijn ingesteld met betrekking tot claims
die voortkomen uit de normale bedrijfsuitoefening, inclusief hun activiteiten als verzekeraar, kredietverschaffer, werkgever, belegger en
belastingplichtige. In een aantal van deze procedures worden grote of onbepaalde bedragen geëist, inclusief hoge schadevergoedingen
en andere soorten vergoedingen. Hoewel het niet mogelijk is de uitkomst van alle lopende of dreigende juridische procedures en
procedures tegen de toezichthouder te voorspellen of te bepalen, is de Raad van Bestuur van ING van mening dat noch zij noch ING’s
dochtervennootschappen op de hoogte is van enige overheids-, juridische of arbitrage procedure (inclusief een dergelijke procedure
waarmee ING Groep bekend is dat aanhangig is of dat daarmee wordt gedreigd) in de 12 maanden voorafgaand aan de datum van dit
document die in die periode materiële gevolgen zou kunnen hebben gehad of heeft gehad op de financiële positie of de bedrijfsresultaten
van ING Groep.
Deze procedures hebben onder meer betrekking op klachten en rechtszaken die zijn aangespannen met betrekking tot de resultaten van
bepaalde rentegevoelige producten die werden verkocht door een voormalige dochtermaatschappij van ING in Mexico. Tevens wordt in
een procedure die beweerdelijk namens een groep belanghebbenden (zgn. collectieve actie) bij de rechter in New York is aangespannen
betoogd dat bepaalde openbaarmakingen ten aanzien van de aanbieding van ING perpetual hybrid capital securites in 2007 en 2008
in strijd zijn geweest met federale effecten wetten. De betwiste openbaarmakingen betreffen vooral de investering door ING Groep in
bepaalde door hypotheken gesecuritiseerde effecten. Via een andere beweerdelijke collectieve actie worden handelingen omtrent ING’s
Amerikaanse spaar-, ESOP- en 401(k)-plannen voor ILIAC agenten aangevochten. Er is ook een rechtszaak aanhangig die gaat over
de renteberekeningsmethodologie die wordt toegepast op annuïteiten producten en over de uitlatingen over die methodologie. Een
rechtbank heeft geoordeeld dat deze zaak als nationale collectieve actie kan worden voortgezet. Een hoger gerechtshof is gevraagd
om deze zaak opnieuw te beoordelen en het vonnis van de rechtbank te vernietigen. ING voert krachtig verweer in voornoemde zaken,
maar is nog niet in staat hun definitieve uitkomst in te schatten.
In november 2006 kreeg de kwestie rondom, onder andere, de transparantie met betrekking tot beleggingsverzekeringen de aandacht
van zowel de Nederlandse media, de Nederlandse toezichthouder op de verzekeringsbranche als de consumentenorganisaties. ING heeft
medio november 2008 met de consumentenorganisaties in Nederland een overeenkomst op hoofdlijnen gesloten teneinde het geschil ten
aanzien van de beleggingsverzekeringen, die door de verzekeringsmaatschappijen van ING aan klanten in Nederland werden verkocht,
op te lossen. Er is overeengekomen dat de Nederlandse verzekeringsmaatschappijen van ING een schadevergoeding aanbieden aan de
polishouders aan wie hogere kosten in rekening zijn gebracht dan het afgesproken maximum. De kosten die met de schikking gemoeid
zijn, worden gewaardeerd op EUR 365 miljoen. De Nederlandse verzekeringsmaatschappijen van ING zijn met de desbetreffende
consumentenorganisaties in onderhandeling teneinde de overeenkomst nader uit te werken. Ondanks het feit dat de schikking niet
bindend is voor de polishouders, is ING van mening dat een significante stap voorwaarts is gemaakt in het oplossen van deze kwestie.
Net als veel andere bedrijven op het gebied van fondsen voor gemene rekening, effectenbemiddeling, beleggingen en verzekeringen,
hebben verschillende vennootschappen behorende tot ING informele en formele verzoeken om informatie ontvangen van diverse
overheidsinstanties en zelfregulerende organisaties of hebben zij op andere manieren kwesties geconstateerd die verband houden met
transacties in beleggingsfondsen, beloning, belangenconflicten, mededingingsbeperkende activiteiten, overdracht van verzekeringsrisico,
passendheid, contract administratie en interpretatie en verkooppraktijken. ING beantwoordt thans deze verzoeken en werkt aan het
oplossen van kwesties met de toezichthouders. ING is van mening dat de kwesties die tot nu toe zijn geconstateerd niet duiden op een
structureel probleem in de betrokken ING vennootschappen en dat daarnaast de uitkomst van de onderzoeken geen materieel effect
zal hebben op ING Groep.
Vanwege de geografische spreiding van haar activiteiten, kan ING op ieder moment onderworpen worden aan belastingcontroles in
talrijke jurisdicties. Hoewel ING Groep meent dat zij adequate voorzieningen heeft opgenomen voor alle belastingposities, kan de
uiteindelijke uitkomst van deze controles leiden tot aansprakelijkheden die afwijken van de opgenomen bedragen.
Op 28 januari 2010 heeft ING beroep aangetekend bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen tegen specifieke onderdelen
van de beslissing van de Europese Commissie met betrekking tot ING’s herstructureringsplan. In haar beroepschrift bestrijdt ING de manier
waarop de Commissie het bedrag aan door ING ontvangen staatssteun heeft berekend en de disproportionaliteit van de beperkingen met
betrekking tot prijsleiderschap in het bijzonder en de disproportionaliteit van de herstructureringseisen in het algemeen.
170
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
32 JOINT VENTURES
De volgende joint ventures worden proportioneel geconsolideerd in de geconsolideerde jaarrekening:
Belangrijkste joint ventures
2009
Eigendom (%)
Activa
Verplichtingen
Baten
Lasten
50
49
50
26
147
748
236
342
1.473
152
702
214
329
1.397
143
281
57
112
593
141
277
59
122
599
Eigendom (%)
Activa
Verplichtingen
Baten
Lasten
51
50
49
51
50
26
6.690
161
498
95
200
193
7.837
6.218
169
462
3
186
186
7.224
406
226
254
38
94
112
1.130
317
266
257
34
105
132
1.111
Postkantoren B.V.
KB Life Insurance Company
ING Capital Life Insurance Company Ltd
ING Vysya Life Insurance Company Ltd (1)
Totaal
(1)
Opgenomen als joint venture omdat er sprake is van gezamelijke zeggenschap.
Belangrijkste joint ventures
2008
ING Australia Ltd
Postkantoren B.V.
KB Life Insurance Company
ING (NZ) Holdings Ltd
ING Capital Life Insurance Company Ltd
ING Vysya Life Insurance Company Ltd (1)
Totaal
(1)
Opgenomen als joint venture omdat er sprake is van gezamelijke zeggenschap.
33 VERBONDEN PARTIJEN
Bij het uitoefenen van haar bedrijfsactiviteiten gaat ING Groep transacties aan met verbonden partijen. Partijen worden als verbonden
beschouwd wanneer één partij de mogelijkheid heeft om invloed van betekenis uit te oefenen bij het nemen van financiële of operationele
beslissingen door de andere partij.
Transacties hebben plaatsgevonden op marktconforme voorwaarden en bestaan uit het leveren van diensten, leasing, overdrachten door
middel van financieringsovereenkomsten en het verstrekken van garanties en zakelijke onderpanden.
Transacties met joint ventures en deelnemingen
Joint ventures
Deelnemingen met
invloed van betekenis
2009
2008
2009
2008
Vorderingen
Schulden
432
187
204
122
648
6
389
164
Ontvangen opbrengsten
Betaalde kosten
103
136
35
82
115
158
31
Transacties met ING Bank N.V. en ING Verzekeringen N.V.
ING Bank N.V.
Vorderingen
Schulden
Ontvangen opbrengsten
Betaalde kosten
ING Verzekeringen N.V.
2009
2008
2009
2008
9.154
793
8.764
1.317
3.412
7
4.564
2
725
237
675
226
299
248
Vorderingen op ING Bank N.V. en ING Verzekeringen N.V. bestaan voornamelijk uit lange termijn financieringen. Schulden aan ING Bank
N.V. bestaan voornamelijk uit kortlopende deposito’s.
Transacties met bestuurders (Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen) en pensioenfondsen zijn transacties met verbonden partijen.
Deze transacties worden verder toegelicht in het Remuneratierapport in het jaarverslag en in toelichting 21 ‘Overige schulden’.
Als gevolg van een wijziging in de strategie van ING Groep N.V. is de Raad van Bestuur van ING Groep N.V. teruggebracht van acht naar
drie leden in 2009. Deze wijziging is effectief geworden per 1 juni 2009. Op hetzelfde moment werd de Raad van Bestuur van ING Bank
N.V. en ING Verzekeringen N.V. omgezet in een Bestuur ING Bank N.V. en Bestuur ING Verzekeringen N.V. De voormalige leden van de
Raad van Bestuur van ING Groep N.V. zijn lid geworden van het Bestuur van ING Bank N.V. en ING Verzekeringen N.V. Verder zijn de drie
leden van de Raad van Bestuur van ING Groep N.V. ook lid van het Bestuur van ING Bank N.V. en ING Verzekeringen N.V.
ING Groep Jaarverslag 2009
171
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Beloningen (Raad van Bestuur ING Groep N.V., Bestuur ING Bank N.V. en Bestuur ING Verzekeringen N.V.)
bedragen in duizenden euro’s
Basissalaris en kortetermijnbonus (3)
Pensioenlasten
Uitkeringen bij uitdiensttreding
Uitkeringen bij pensionering
Totale beloning
Raad van Bestuur
van ING Groep
N.V. (1)
4.936
935
1.353
7.224
Bestuur ING Bank
N.V. en Bestuur
ING Verzekeringen N.V. (2)
Totaal 2009
Totaal 2008
2.933
772
665
1.200
5.570
7.869
1.707
665
2.553
12.794
7.052
3.580
10.632
Bestaat uit acht leden van 1 januari 2009 tot 31 mei 2009 en drie leden van 1 juni 2009 tot 31 december 2009.
(2)
Per 1 juni 2009, exclusief drie leden welke ook leden zijn van de Raad van Bestuur van ING Groep N.V.
(3)
De stijging in 2009 is veroorzaakt door de wijziging in de samenstelling.
(1)
Beloningen (Raad van Commissarissen)
Raad van Commissarissen
bedragen in duizenden euro’s
Basissalaris en kortetermijnbonus
Totale beloning
2009
2008
1.128
1.128
986
986
Leningen aan bestuurders en commissarissen
Openstaand per 31 december
bedragen in duizenden euro’s
Raad van Bestuur
Bestuursleden van ING Bank N.V. en ING
Verzekeringen N.V.
Raad van Commissarissen
Totaal
Gemiddelde rentevoet
2009
2008
2009
2008
380
999
4,6%
4,8%
244
282
906
1.342
3,6%
8,6%
4,4%
2.341
Aflossingen
2009
2008
16
933
19
933
35
Het totaal aantal opties op aandelen ING Groep N.V. die worden gehouden door de leden van de Raad van Bestuur van ING Groep N.V.
bedraagt op 31 december 2009 164.689 (2008: 896.934) en het totaal aantal opties op aandelen ING Groep N.V. die worden
aangehouden door de leden van het Bestuur van ING Bank N.V. en het Bestuur van ING Verzekeringen N.V. bedraagt per 31 december
2009 2.718.765 (2008: 2.539.649). De leden van de Raad van Bestuur van ING Groep N.V. hielden op 31 december 2009 60.883
aandelen ING Groep N.V. (2008: 39.456) en de Bestuursleden van ING Bank N.V. en ING Verzekeringen N.V. hielden op 31 december 2009
266.239 aandelen ING Groep N.V. (2008: 209.131). De leden van de Raad van Commissarissen hielden per 31 december 2009 140.207
aandelen ING Groep N.V. (2008: 8.940).
Er zijn geen significante voorzieningen voor dubieuze vorderingen gevormd of kosten gemaakt die verband houden met openstaande
posities met verbonden partijen.
Transacties met de Nederlandse overheid
Steunfaciliteit voor illiquide activa
Op 26 januari 2009 zijn ING Groep en de Nederlandse overheid een steunfaciliteit voor illiquide activa (de ‘steunfaciliteit’)
overeengekomen. De transactie is op 31 maart 2009 afgerond. De steunfaciliteit dekt de Alt-A portefeuille van zowel ING Direct US
en ING Insurance Americas, welke een nominale waarde hebben van ongeveer EUR 30 miljard. Onder de steunfaciliteit heeft ING 80%
overgedragen van het economisch eigendom van de Alt-A portefeuille aan de Nederlandse overheid. Een onverdeeld belang van 80%
van de risico’s en de voordelen is als gevolg daarvan overgedragen aan de Nederlandse overheid. ING behoudt 100% van het juridisch
eigendom van de Alt-A portefeuille. De transactieprijs was 90% van de nominale waarde met betrekking tot het 80%-deel van de
portefeuille waar de Nederlandse overheid de economische eigenaar van is geworden. De door de overheid te betalen transactieprijs is
niet betaald aan ING, maar wordt afgelost over de resterende looptijd. Verder moet ING onder de steunfaciliteit een garantievergoeding
betalen aan de overheid en ontvangt zij een investerings- en beheersvergoeding. Als gevolg van de transactie is 80% van de Alt-A
portefeuille niet meer in de balans opgenomen en is een corresponderende vordering op de Nederlandse overheid opgenomen in de
balans. Deze portefeuille was voorheen opgenomen in Schuldbewijzen beschikbaar voor verkoop. De Nederlandse overheid heeft ook
bepaalde goedkeuringsrechten verkregen met betrekking tot een overdracht van het 20%-deel van de Alt-A portefeuille welke ING
aanhoudt.
Binnen de voorwaarden van de transactie, zoals overeengekomen op 26 januari 2009, bedraagt de totale verkoopopbrengst
EUR 22,4 miljard. De geamortiseerde kostprijs (na eerdere bijzondere waardeverminderingen) op de transactiedatum was ook ongeveer
EUR 22,4 miljard. De transactie resulteerde in een verlies in het eerste kwartaal van 2009 van EUR 109 miljoen na belasting (het verschil
tussen de verkoopopbrengst en de geamortiseerde kostprijs). De reële waarde onder IFRS op de transactiedatum was EUR 15,2 miljard.
172
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Om goedkeuring te krijgen van de Europese Commissie voor het Herstructureringsplan van ING Groep (zie hieronder), heeft ING
ingestemd met aanvullende betalingen in verband met de steunfaciliteit voor illiquide activa als onderdeel van de totale overeenkomst
met de Europese Commissie aan de Nederlandse Staat. Dit betreft een aanpassing van de vergoeding voor de steunfaciliteit. In totaal
bedragen deze aanvullende betalingen in verband met de steunfaciliteit als onderdeel van de totale overeenkomst met de Europese
Commissie EUR 1,3 miljard vóór belasting, wat opgenomen is als een eenmalige last voor belastingen in het vierde kwartaal van 2009.
De overige voorwaarden van de steunfaciliteit, zoals aangekondigd in januari 2009, inclusief de verkoopprijs van de effecten voor 90%,
blijft ongewijzigd.
Het verschil tussen de totale verkoopopbrengst van EUR 21,1 miljard (EUR 22,4 miljard -/- aanpassing van EUR 1,3 miljard) en de reële
waarde onder IFRS-EU van EUR 15,2 miljard classificeert als een overheidssubsidie onder IAS 20. Deze overheidssubsidie wordt beschouwd
als een integraal onderdeel van de transactie en wordt daarom verwerkt als onderdeel van het transactieresultaat.
De transactie leidde tot een afname van de negatieve herwaarderingsreserve van EUR 4,6 miljard (na belasting) en deed overeenkomstig
het eigen vermogen toenemen.
De waarderingsmethode van de 20% Alt-A beleggingen in de IFRS balans is niet geraakt door de steunfaciliteit. Voor de methodologie
welke toegepast wordt voor het bepalen van de reële waarde voor deze activa in de balans onder IFRS-EU wordt verwezen naar
paragraaf 34 ‘Reële waarden van financiële activa en verplichtingen’.
Kernkapitaaleffecten zonder stemrecht (Core Tier 1 securities)
Op 12 november 2008 heeft ING Groep N.V. 1 miljard kernkapitaaleffecten zonder stemrecht uitgegeven aan de Nederlandse overheid
tegen EUR 10 per kernkapitaaleffect zonder stemrecht; wat resulteerde in een toename van het kernkapitaal van ING Groep met EUR 10
miljard. De nominale waarde van elk effect is EUR 0,24. Deze kernkapitaaleffecten zonder stemrecht maken geen onderdeel uit van het
aandelenkapitaal van ING Groep en hebben dus geen stemrecht in de Algemene vergadering van Aandeelhouders.
De kernkapitaaleffecten zonder stemrecht zijn in geval van liquidatie van ING Groep zeer achtergesteld en hebben gelijke rechten als
de gewone aandelen.
Op deze kernkapitaaleffecten zonder stemrecht moet een coupon betaald worden gelijk aan de hoogste van:
• EUR 0,85 per effect, jaarlijks achteraf betaalbaar, met een coupon van EUR 0,425 per effect betaald op 12 mei 2009; en
• 110% van het betaalde dividend op de gewone aandelen over 2009 (betaalbaar in 2010);
• 120% van het betaalde dividend op de gewone aandelen over 2010 (betaalbaar in 2011);
• 125% van het betaalde dividend op de gewone aandelen over 2011 en latere jaren (betaalbaar in 2012 en latere jaren).
Aangezien ING Groep N.V. al een interim dividend van EUR 0,74 per effect betaald heeft in augustus 2008 heeft ING een verplichting
aan de Nederlandse overheid tot betaling van een coupon van EUR 425 miljoen opgenomen in de balans per 31 december 2008. Deze
coupon is betaald op 12 mei 2009.
Volgende coupons moeten elk jaar betaald worden op 12 mei (de coupondatum) in contanten als het dividend op de gewone aandelen
uitbetaald wordt in contanten of in aandelen in het geval het dividend op de gewone aandelen wordt uitgekeerd in aandelen. Coupons
zijn alleen opeisbaar en betaalbaar, op een niet-cumulatieve basis, wanneer een dividend wordt betaald op de gewone aandelen over het
verslagjaar voorafgaand aan de coupondatum (op een interim of op een slotdividend basis) onder voorwaarde dat De Nederlandsche Bank
van mening is dat kapitaalspositie van ING Groep N.V. toereikend is en blijft, zowel voor als direct na de betaling.
ING Groep N.V. heeft op elk moment het recht om alle of een deel van de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht tegen EUR 15 per stuk
terug te kopen, samen met de pro-rata coupon, indien betaalbaar gesteld, opgenomen als verplichting tot dat moment. ING Groep N.V.
en de Nederlandse overheid zijn in oktober 2009 overeengekomen dat EUR 5 miljard van de EUR 10 miljard kernkapitaaleffecten zonder
stemrecht teruggekocht zouden worden op enig moment tot 31 januari 2010 tegen de oorspronkelijke uitgifteprijs van EUR 10 per
kernkapitaal zonder stemrecht, inclusief een terugkoopvergoeding en te betalen interest.
ING Groep N.V. heeft ook het recht om alle of een deel van de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht één op één te converteren naar
gewone aandelen vanaf drie jaar na de uitgiftedatum. De Nederlandse overheid heeft in dat geval het recht om een terugbetaling te eisen
van EUR 10 per kernkapitaaleffect zonder stemrecht, samen met de pro-rata coupon, indien betaalbaar gesteld, opgenomen als
verplichting tot dat moment.
Zowel terugkoop als conversie van de effecten moeten goedgekeurd worden door De Nederlandsche Bank.
Terugbetaling van de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht
Op 26 oktober 2009 heeft ING Groep N.V. bekend gemaakt dat overeenkomst is bereikt met de Nederlandse overheid over de aanpassing
van de terugbetalingsvoorwaarden van de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht, welke in november 2008 zijn uitgegeven, om zo een
vervroegde terugbetaling mogelijk te maken. De mogelijkheid tot vervroegde terugbetaling is geldig tot eind januari 2010. ING Groep N.V.
heeft EUR 5 miljard kernkapitaaleffecten zonder stemrecht terugbetaald op 21 december 2009.
ING Groep Jaarverslag 2009
173
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Onder de overeenkomst heeft ING EUR 5 miljard van de effecten teruggekocht, dit was de helft van de kernkapitaaleffecten zonder
stemrecht, tegen de uitgifteprijs (EUR 10) plus een te betalen coupon en een vergoeding voor terugbetaling. De coupon van 8,5% was
ongeveer EUR 259 miljoen op het moment van terugbetaling en de terugbetalingsvergoeding was EUR 346 miljoen. De totale betaling
bedroeg EUR 5.605 miljoen. De voorwaarden voor de resterende kernkapitaaleffecten zonder stemrecht blijven ongewijzigd, inclusief
de beperkingen op de beloningen en de corporate governance.
Om de kernkapitaaleffecten terug te kopen en de daarmee gepaard gaande kosten terug te kunnen betalen, alsmede de impact van
de additionele betalingen in verband met de steunfaciliteit voor illiquide activa als onderdeel van de overeenkomst met de Europese
Commissie om de vermogenspositie te beperken, heeft ING EUR 7,5 miljard kapitaal aangetrokken via de claimemissie (verhandelbaar
recht om met voorkeur in te schrijven op nieuw uit te geven aandelen) voor houders van (certificaten van) gewone aandelen. De
claimemissie, zoals toegelicht in paragraaf 13 ‘Eigen vermogen (moedermaatschappij)/kernkapitaaleffecten zonder stemrecht’, is
goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 25 november 2009. De opbrengst van het aangetrokken
kapitaal dat het bovengenoemde bedrag te boven gaat, is aangewend voor de versterking van ING’s vermogenspositie.
Herstructureringsplan Europese Commissie
In 2009 heeft ING Groep N.V. een Herstructureringsplan overlegd aan de Europese Commissie als onderdeel van het proces om
goedkeuring te krijgen voor de steunmaatregelen van de overheid. Het Herstructureringsplan is formeel goedgekeurd door de Europese
Commissie. De belangrijkste elementen van het Herstructureringsplan zijn bekend gemaakt op 26 oktober 2009 en zijn als volgt:
• ING zal de dubbele hefboomwerking elimineren en haar balans significant reduceren;
• ING zal alle Verzekerings- en Investment Managementactiviteiten afstoten;
• Om goedkeuring te krijgen van de Europese Commissie moet ING ING Direct in de Verenigde Staten verkopen voor het einde van 2013;
• ING zal een nieuwe onderneming oprichten in de Nederlandse retailmarkt welke bestaat uit Interadvies (inclusief Westland Utrecht en
de hypotheekactiviteiten van Nationale Nederlanden) en de bestaande kredietportefeuille particulieren van ING Retail in Nederland.
Deze activiteiten zullen, wanneer deze zijn afgesplitst, worden verkocht;
• ING is overeengekomen geen prijsleider te zijn in enig EU-land voor bepaalde retailproducten en bankproducten voor het midden- en
kleinbedrijf en zal zich onthouden van de aankoop van financiële instellingen en andere activiteiten welke de terugbetaling van de
kernkapitaaleffecten kunnen vertragen;
• ING is overeengekomen met de Nederlandse overheid om de terugbetalingsvoorwaarden voor 50% van de kernkapitaaleffecten
aan te passen;
• Dat EUR 5 miljard van de kernkapitaaleffecten welke uitgegeven waren aan de Nederlandse overheid in november 2008 teruggekocht
zullen worden;
• Aanvullende betalingen in verband met de steunfaciliteit voor illiquide activa als onderdeel van de overeenkomst met de Europese
Commissie. De betalingen moeten worden gedaan aan de Nederlandse overheid in de vorm van een aanpassing van de vergoeding
gerelateerd aan de steunfaciliteit voor illiquide activa welke resulteert voor ING in een eenmalige last voor belasting in het vierde
kwartaal van 2009 van EUR 1,3 miljard;
• ING voert een claimemissie uit van EUR 7,5 miljard om zo de terugbetaling van de 50% van de kernkapitaaleffecten te financieren en
om de impact van de additionele betalingen in verband met de steunfaciliteit voor illiquide activa als onderdeel van de overeenkomst
met de Europese Commissie van EUR 1,3 miljard aan de Nederlandse overheid mogelijk te maken; en
• ING zal het Herstructureringsplan uitvoeren voor eind 2013.
Op 28 januari 2010 heeft ING beroep aangetekend tegen specifieke onderdelen van de beslissing van de Europese Commissie.
Kredietgarantiestelsel
Als onderdeel van de genomen maatregelen om de financiële sector te beschermen heeft de Nederlandse overheid een garantiestelsel
van EUR 200 miljard voor de plaatsing van middellangetermijnfinanciering (het Kredietgarantiestelsel) ten uitvoer gebracht.
ING Bank heeft door de overheid gegarandeerde schuldbewijzen uitgegeven onder dit Kredietgarantiestelsel als zijn onderdeel van
reguliere middellangetermijnfinancieringsactiviteiten (obligatieleningen met overheidsgarantie) van ING Groep. De van toepassing zijnde
voorwaarden van het Kredietgarantiestelsel kondigen de regels af die van toepassing zijn voor elke uitgifte onder het Kredietgarantiestelsel
en geven informatie over reikwijdte, klassering, contractuele voorwaarden en te betalen vergoedingen door de banken. ING Groep betaalt
een vergoeding van 84 basispunten over de uitgegeven obligatieleningen aan de Nederlandse overheid voor deelname aan het
Kredietgarantiestelsel. Verwezen wordt naar paragraaf 15 ‘Uitgegeven schuldbewijzen’.
174
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Overige
Als gevolg van de transacties zoals uiteengezet in deze toelichting is de Nederlandse overheid een verbonden partij van ING Groep. Alle
andere transacties tussen ING Groep en de Nederlandse overheid hebben een normaal zakelijk karakter en vinden plaats op basis van
marktconforme voorwaarden.
Binnen het raamwerk van de transacties met de Nederlandse overheid zoals uiteengezet in deze toelichting, zijn bepaalde afspraken met
betrekking tot corporate goverance en directievergoedingen overeengekomen met de Nederlandse overheid welke van kracht blijven
zolang de Nederlandse overheid tenminste 250 miljoen van de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht bezit, de steunfaciliteit voor illiquide
activa van kracht is of enige obligatielening met overheidsgarantie uitgegeven is (ongeacht welke als laatste vervalt). Deze afspraken
houden het volgende in:
• De Nederlandse overheid mag twee kandidaten (de ‘overheidskandidaten’) aanbevelen voor benoeming in de Raad van Commissarissen.
Bepaalde beslissingen van de Raad van Commissarissen vereisen de goedkeuring van deze overheidscommissarissen;
• ING Groep zal een duurzaam beloningsbeleid uiteenzetten voor de Raad van Bestuur en voor het senior management wat aansluit op
nieuwe internationale richtlijnen en zal dit indienen bij de Raad van Commissarissen. De Raad van Commissarissen dient dit goed te
keuren. Dit beloningsbeleid zal bestaan uit beloningsplannen welke gekoppeld zijn aan langetermijn waardecreatie, waarbij rekening
gehouden wordt met risico en voorkomen wordt dat eventuele wanprestaties beloond worden. Het nieuwe beloningsbeleid zal
ondermeer doelstellingen bevatten met betrekking tot bedrijfs- en sociale verantwoordelijkheid;
• Leden van de Raad van Bestuur zullen geen prestatiegerelateerde beloning, in zowel geld, opties, aandelen of certificaten van aandelen,
ontvangen over de jaren 2008, 2009 en volgende jaren totdat het nieuwe beloningsbeleid, zoals hierboven genoemd, goedgekeurd is;
• Uitkeringen aan leden van de Raad van Bestuur bij uitdiensttreding zullen gemaximeerd worden tot een jaarsalaris, in overeenstemming
met de Code Tabaksblat;
• ING heeft zich verplicht de groei van de kapitaalverschaffing aan bedrijven en consumenten (inclusief hypotheken) te ondersteunen
voor een bedrag van EUR 25 miljard, op basis van marktconforme voorwaarden;
• ING heeft ingestemd om proactief gebruik te maken van EUR 10 miljard van het kredietgarantiestelsel voor 2009;
• ING heeft zich gecommitteerd om het Nederlandse betalingssysteem PIN te in stand te houden voor bankpassen zolang andere
marktparticipanten, welke een groot deel van het marktaandeel uitmaken, nog gebruik maken van dit betalingssysteem; en
• Benoeming van de Voorzitter van de Raad van Bestuur vereist goedkeuring van de overheidskandidaten.
ING Groep Jaarverslag 2009
175
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
34 REËLE WAARDEN VAN FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN
De volgende tabel geeft inzicht in de geschatte reële waarde van de financiële activa en verplichtingen van ING Groep. Een aantal
balansposten is niet in deze tabel opgenomen, omdat zij niet voldoet aan de definitie van een financieel actief of financiële verplichting.
Het totaal van de hieronder weergegeven reële waarden geeft niet de onderliggende waarde van ING Groep weer en moet derhalve
niet als zodanig worden geïnterpreteerd.
Reële waarden van financiële activa en verplichtingen
Geschatte reële waarde
Financiële activa
Liquide middelen en tegoeden bij centrale banken
Bankiers
Financiële activa tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat
– activa aangehouden voor handelsdoeleinden
– beleggingen voor risico van polishouders
– niet-handelsderivaten
– geclassificeerd als activa tegen reële waarde
met waardemutaties door het resultaat
Beleggingen
– beschikbaar voor verkoop
– tot einde looptijd aangehouden
Kredieten
Overige activa (1)
Financiële verplichtingen
Achtergestelde leningen
Uitgegeven schuldbewijzen
Overige leningen
Beleggingscontracten
Beleggingscontracten voor risico van polishouders
Bankiers
Toevertrouwde middelen
Financiële verplichtingen tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat
– verplichtingen voor handelsdoeleinden
– niet-handelsderivaten
– geclassificeerd als verplichtingen tegen reële waarde
met waardemutaties door het resultaat
Overige schulden (2)
Balanswaarde
2009
2008
2009
2008
15.390
43.506
22.045
48.308
15.390
43.397
22.045
48.447
111.444
104.597
11.632
160.378
95.366
16.484
111.444
104.597
11.632
160.378
95.366
16.484
5.517
8.277
5.517
8.277
197.703
14.809
578.488
28.764
1.111.850
242.852
15.566
622.641
33.931
1.265.848
197.703
14.409
578.946
28.764
1.111.799
242.852
15.440
619.791
33.931
1.263.011
7.478
118.950
22.261
5.896
5.406
84.968
466.822
6.277
93.536
26.544
9.804
11.281
153.368
522.693
10.099
119.981
23.151
5.896
5.406
84.235
469.508
10.281
96.488
31.198
9.804
11.281
152.265
522.783
98.245
20.070
152.616
21.773
98.245
20.070
152.616
21.773
11.474
33.946
875.516
14.009
36.533
1.048.434
11.474
33.946
882.011
14.009
36.533
1.059.031
verige activa bevatten geen (latente) belastingvorderingen, onroerend goed aangehouden voor verkoop, onroerend goed in ontwikkeling ten behoeve van
O
derden, pensioenbeleggingen en geactiveerde kosten.
(2) Overige schulden bevatten geen (latente) belastingverplichtingen, pensioenvoorzieningen, verzekeringsverplichtingen, ontvangsten op onroerend goed in
ontwikkeling ten behoeve van derden, op aandelengebaseerde betalingen andere voorzieningen en overige belastingen en sociale lasten.
(1)
De geschatte reële waarden vertegenwoordigen de bedragen, bepaald op basis van de beste schatting, waarvoor de financiële
instrumenten op balansdatum op een reële economische basis tussen goed geïnformeerde en bereidwillige partijen kunnen worden
verhandeld (‘at arm’s length’). De reële waarde van financiële activa en passiva is gebaseerd op marktprijzen, voor zover deze beschikbaar
zijn. Zulke marktprijzen worden primair verkregen van handelsprijzen voor genoteerde instrumenten. Wanneer een handelsprijs niet
beschikbaar is worden marktprijzen verkregen van onafhankelijke handelaren/markpartijen, effecten- of beursmakelaars. Daar waar geen
markten zijn waar actief wordt gehandeld in deze financiële instrumenten, zijn diverse technieken ontwikkeld om de reële waarde van
deze financiële activa en verplichtingen welke niet actief verhandeld worden te benaderen. Deze technieken zijn subjectief van aard en
maken gebruik van diverse veronderstellingen met betrekking tot de relevante prijsfactoren, met name voor factoren die niet direct
beschikbaar zijn in de markt (zoals credit spreads voor zelf-verstrekte leningen en voorschotten). Veranderingen in deze veronderstellingen
kunnen de geschatte reële waarden significant beïnvloeden. Dit kan tot gevolg hebben dat de weergegeven reële waarden geen goede
benadering zijn van de directe opbrengstwaarde. Daarnaast is de berekening van de geschatte reële waarde gebaseerd op de
marktomstandigheden op een bepaald moment en is daarom mogelijk geen goede benadering van de toekomstige reële waarden.
176
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
De volgende methoden en veronderstellingen zijn door ING Groep gebruikt om de geschatte reële waarde van de financiële instrumenten
te bepalen:
Financiële activa
Liquide middelen en tegoeden bij centrale banken
De boekwaarde van de liquide middelen wordt geacht een redelijke benadering te zijn van de reële waarde.
Bankiers
De reële waarden van de vorderingen op banken zijn over het algemeen gebaseerd op genoteerde marktprijzen. Wanneer deze niet
genoteerd zijn dan worden deze geschat op basis van de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen, gebruik makend
van de interestvoet die op de markt geldt voor vorderingen met dezelfde karakteristieken, overeenkomstig Kredieten zoals hieronder
beschreven.
Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat
Derivaten
Derivatencontracten kunnen of via de effectenbeurs of via de markt voor incourante fondsen verhandeld worden. De reële waarde van
derivaten welke verhandeld worden via de effectenbeurs wordt bepaald op basis van genoteerde marktprijzen in een actieve markt.
Deze derivaten zijn geclassificeerd in Niveau 1 van de reële waardehiërarchie. Voor die instrumenten welke niet actief worden verhandeld
worden de reële waarden bepaald op basis van waarderingsmethoden. Derivaten die niet aan de beurs zijn genoteerd en derivaten
welke verhandeld worden in een niet-actieve markt worden gewaardeerd met behulp van waarderingsmethoden omdat genoteerde
marktprijzen in een actieve markt niet beschikbaar zijn voor dergelijk instrumenten. De waarderingsmethoden en de input zijn afhankelijk
van het soort derivaat en de aard van de onderliggende instrumenten. De belangrijkste waarderingsmethoden om deze instrumenten te
waarderen zijn gebaseerd op verdisconteerde kasstromen, Black-Scholes-optiewaarderingsmodellen en Monte Carlo simulatie. Deze
waarderingsmodellen berekenen de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen, gebaseerd op ‘no-arbitrage’ principes.
Deze modellen worden veelal gebruikt binnen het bankbedrijf. Input voor het waarderingsmodel wordt waar mogelijk bepaald op basis
van waarneembare marktgegevens. Voor bepaalde inputs is het mogelijk dat deze niet direct waarneembaar zijn in de markt, maar dat
deze bepaald kunnen worden op basis van waarneembare prijzen middels verfijning met behulp van het waarderingsmodel. De
gehanteerde input bestaat uit prijzen verkregen van beurzen, beurshandelaren, effectenmakelaars of verschaffers van prijsinformatie,
rendementscurven, credit spreads, mate van in gebreke blijven, realisatiepercentages, dividendpercentages, volatiliteit van onderliggende
interestpercentages, effectenprijzen en vreemde valutakoersen. Deze input wordt bepaald door middel van gepubliceerde noteringen,
recentelijk uitgevoerde verkopen, onafhankelijke marktnoteringen en algemeen aanvaarde gegevens, indien beschikbaar.
Aandelen
De reële waarden van genoteerde aandelen zijn gebaseerd op gepubliceerde noteringen als deze beschikbaar zijn. Waar geen
gepubliceerde genoteerde marktprijzen beschikbaar zijn wordt de reële waarde bepaald op basis van genoteerde prijzen voor soortgelijke
beleggingen of andere waarderingsmethoden. De reële waarde van private equity is gebaseerd op gepubliceerde noteringen als deze
beschikbaar zijn. Wanneer geen gepubliceerde noteringen beschikbaar zijn in een actieve markt wordt de reële waarde geschat op basis
van een analyse van de financiële positie en resultaten, vooruitzichten, prijzen, rendementsvergelijking en opbrengstmultiples van de
onderneming waarin belegd wordt en door een verband te leggen met marktwaarderingen voor soortgelijke ondernemingen welke wel
genoteerd zijn in een actieve markt.
Schuldbewijzen
De reële waarden van schuldbewijzen is gebaseerd op gepubliceerde genoteerde marktprijzen als deze beschikbaar zijn. Genoteerde
marktprijzen kunnen verkregen worden van een beurs, handelaar, effectenmakelaar, branchegroep, verschaffers van prijsinformatie of
toezichthoudende instelling. Als gepubliceerde noteringen in een actieve markt niet beschikbaar zijn dan wordt de reële waarde bepaald
door het management op basis van een analyse van beschikbare marktgegevens, welke kunnen bestaan uit waarden verkregen van één
of meer verschaffers van prijsinformatie of een waarderingsmethode welke verwachte toekomstige kasstromen verdisconteert tegen een
marktrentevoet, van toepassing zijnde credit spreads, looptijd van de belegging en ingeschatte vervroegde aflossingpercentages, indien
beschikbaar.
Bepaalde asset backed securities in de Verenigde Staten worden gewaardeerd door gebruik te maken van prijzen welke verkregen zijn
van externe verschaffers van prijsinformatie en effectenmakelaars. Gedurende 2008 was de markt voor deze activa inactief geworden,
waardoor de spreiding tussen de prijzen verkregen uit verschillende bronnen voor dezelfde belegging significant was. Het management
past aanvullende processen toe om de meest juiste prijs te selecteren, waarbij rekening wordt gehouden met een intern ontwikkelde
prijsvalidatiematrix en een proces om de betreffende bron te beoordelen. De waardering van deze portefeuilles zou significant af kunnen
wijken wanneer andere prijzen gehanteerd worden.
ING Groep Jaarverslag 2009
177
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Om vast te stellen welke onafhankelijke prijs in de reeks van verkregen prijzen het beste de reële waarde onder IAS 39 weergeeft
hanteert ING Groep een kasstroommodel om een indicatieve reële waarde te berekenen. De belangrijkste input voor dit model is een
disconteringsfactor welke afgeleid is van een interne matrix die gebruikt wordt voor het vormen van de disconteringsfactor per belegging
bij het toepassen van credit en liquidity spreads die relevant zijn voor de karakteristieken van een dergelijk activaklasse. De belangrijkste
veronderstellingen in deze matrix zijn:
• Een basis spread;
• Een premie voor liquiditeitsrisico;
• Een additionele credit spread gebaseerd op:
• Achterstelling in de kapitaalstructuur – een aanpassing wordt gemaakt voor elke belegging afhankelijk van de positie binnen
de kapitaalstructuur;
• Jaarlaag – een aanpassing wordt gemaakt voor regels voor het afsluiten van verzekeringen welke verslechterd zijn tussen 2004
en 2007 in combinatie met verschillen in woningprijsontwikkelingen voor deze jaarlagen.
De spreads worden uitgedrukt in basispunten en geven de huidige marktkarakteristieken weer voor krediet- en liquiditeitsrisico.
De indicatieve reële waarde, verkregen met behulp van het kasstroommodel, wordt gehanteerd voor het selecteren van de onafhankelijk
verkregen prijs welke het dichtst ligt bij de indicatieve prijs. Verder vindt beoordeling plaats in geval de resulterende indicatieve reële
waarde het dichtst ligt bij de hoogst verkregen verkoopprijs en de prijs een significante uitschieter is vergeleken met de overige verkregen
verkoopprijzen. In dergelijke situaties wordt de één na hoogst verkregen verkoopprijs verondersteld de meest representatieve reële waarde
te zijn. De indicatieve prijs wordt niet zelf gehanteerd bij het waarderen van de belegging, maar het wordt gebruikt bij het selecteren van
de meest juiste prijs verkregen uit onafhankelijke externe bronnen. Als gevolg daarvan wordt de waardering van elke belegging in de
portefeuille gebaseerd op een externe prijs, zonder aanpassing door ING Groep.
Leningen en vorderingen
Verwezen wordt naar Kredieten zoals hieronder beschreven.
Kredieten
De boekwaarde van kredieten waarvan de waarde regelmatig wordt herzien en het kredietrisico niet in belangrijke mate is gewijzigd,
wordt geacht een redelijke benadering te zijn van de reële waarde. De reële waarden van de overige leningen zijn geschat op basis van
de contante waarde van de verwachte toekomstige geldstromen, gebruikmakend van de rentevoet die op dat moment geldt voor leningen
aan kredietnemers met een vergelijkbaar risicoprofiel.
De reële waarden van hypothecaire leningen zijn geschat door het bepalen van de contante waarde van de toekomstige kasstromen
rekeninghoudend met het aflossingsgedrag en gebruikmakend van de rentevoet die op dat moment geldt voor soortgelijke leningen aan
leners met een vergelijkbaar risicoprofiel. De reële waarden van de polisbeleningen met een vaste rente zijn geschat door het bepalen van
de contante waarde van de kasstromen, gebruik makend van de rentevoet die geldt voor op dit moment uitgegeven polisbeleningen
inzake vergelijkbare polissen. Ten behoeve van de berekening worden leningen met vergelijkbare karakteristieken geaggregeerd. De reële
waarde van polisbeleningen met een variabele rente is bij benadering gelijk aan de boekwaarde.
Overige activa
De boekwaarde van de overige activa wijkt niet materieel af van de reële waarde.
Financiële verplichtingen
Achtergestelde leningen
De reële waarde van achtergestelde leningen is geschat op basis van de contante waarde van de geldstromen, gebruikmakend
van de rentevoet en credit spreads die gelden voor vergelijkbare instrumenten.
Beleggingscontracten
De reële waarden die zijn gerelateerd aan de beleggingscontracten voor risico van de onderneming, zijn geschat door de contante waarde
van de geldstromen te bepalen, gebruikmakend van de interestvoet die op dit moment van toepassing is op soortgelijke contracten met
een resterende looptijd die overeenkomt met die van de betreffende contracten. De reële waarden die zijn gerelateerd aan
beleggingscontracten voor risico van polishouders komen over het algemeen overeen met de reële waarden van de onderliggende activa.
Bankiers
De reële waarden van de schulden aan banken zijn over het algemeen gebaseerd op genoteerde marktprijzen of wanneer deze niet
beschikbaar zijn dan worden deze geschat op basis van de contante waarde van de toekomstige geldstromen, gebruik makend van de
rentevoet en credit spreads die op dat moment van toepassing zijn op schulden aan banken met vergelijkbare voorwaarden.
Toevertrouwde middelen
De boekwaarden van de deposito’s van klanten en overige deposito’s zonder overeengekomen looptijden worden geacht een redelijke
benadering te zijn van de reële waarde. De reële waarde van de overige deposito’s met overeengekomen looptijden zijn geschat op basis
van de contante waarde van de toekomstig geldstromen, gebruik makend van de rentevoet die op dat moment van toepassing is op
deposito’s met eenzelfde resterende looptijd.
178
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat
De reële waarde van financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat is gebaseerd op beurskoersen.
Voor verplichtingen waarvoor geen beurskoers beschikbaar is worden interne contante kasstroom-waarderingstechnieken gebruikt,
waarbij de rentevoet en credit spreads worden gehanteerd die van toepassing zijn voor soortgelijke instrumenten. Verwezen wordt naar
Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat zoals hierboven beschreven.
Uitgegeven schuldbewijzen en overige leningen
De reële waarden van uitgegeven schuldbewijzen en overige leningen zijn over het algemeen gebaseerd op de genoteerde marktprijzen
of wanneer deze niet beschikbaar zijn worden deze geschat op basis van de contante waarde van de toekomstige kasstromen, gebruik
makend van de huidige marktrente en credit spreads die van toepassing is op het rendement, kredietkwaliteit en looptijd.
Overige schulden
De boekwaarde van de overige schulden wijkt niet materieel af van de reële waarde.
Reële waardehiërarchie
ING Groep heeft haar financiële instrumenten, die in de balans worden gewaardeerd op reële waarde, onderverdeeld in een hiërarchie
van drie niveaus gebaseerd op de prioriteit van de input van de waardering. De reële waardehiërarchie geeft de hoogste prioriteit
aan gepubliceerde noteringen in een actieve markt voor vergelijkbare activa en verplichtingen en de laagste prioriteit aan
waarderingstechnieken gebaseerd op niet op de markt waarneembare input. Een actieve markt voor activa en verplichtingen is een
markt waar transacties voor activa en verplichtingen plaatsvinden met voldoende frequentie en omvang om in betrouwbare prijsinformatie
te voorzien op een doorlopende basis. De reële waardehiërarchie bestaat uit drie niveaus afhankelijk van het feit of de reële waarde
bepaald wordt op basis van gepubliceerde noteringen in een actieve markt (Niveau 1), waarderingsmethoden met in de markt
waarneembare parameters (Niveau 2) of waarderingsmethoden die input betrekken die niet-waarneembaar is in de markt en die een
meer dan insignificante impact heeft op de reële waarde van het instrument (Niveau 3). Financiële activa in Niveau 3 bestaan onder
andere uit niet-liquide schuldbewijzen, complexe niet aan de beurs genoteerde financiële instrumenten en kredietderivaten, bepaalde
complexe leningen (waarvoor geen actuele marktinformatie, met betrekking tot vergelijkbare activa, dat kan dienen als waarneembare,
ondersteunende data voor alle significante input voor het waarderingsmodel, beschikbaar is) en asset backed securities waarvoor geen
actieve markt meer is en waarvoor een brede spreiding van de noteringen bestaat.
Waarneembare input geeft marktgegevens weer die verkregen zijn van onafhankelijke bronnen. Niet-waarneembare input is input die
gebaseerd is op eigen veronderstellingen van ING Groep met betrekking tot factoren die marktpartijen zouden gebruiken bij het bepalen
van de prijs van een actief of verplichting, ontwikkeld op basis van de meest juist informatie beschikbaar in die omstandigheden. Nietwaarneembare input kan bestaan uit volatiliteit, correlatie, spreiding van disconteringspercentages, mate van in gebreke blijven,
realisatiepercentages, vervroegde aflossingpercentages en bepaalde credit spreads.
De reële waarde van financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde is als volgt bepaald:
Toegepaste methoden voor bepaling reële waarden van financiële activa en verplichtingen
2009
Activa
Activa aangehouden voor handelsdoeleinden
Beleggingen voor risico van polishouders
Niet-handelsderivaten
Financiële activa tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat
Beleggingen beschikbaar voor verkoop
Verplichtingen
Verplichtingen voor handelsdoeleinden
Niet-handelsderivaten
Financiële verplichtingen tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat
Beleggingscontracten
(voor contracten op reële waarde)
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Totaal
40.357
100.541
308
70.872
4.002
11.110
215
54
214
111.444
104.597
11.632
1.469
113.913
256.588
2.477
76.827
165.288
1.571
6.963
9.017
5.517
197.703
430.893
27.234
444
70.956
18.739
55
887
98.245
20.070
3.955
7.184
335
11.474
3.040
34.673
2.327
99.206
39
1.316
5.406
135.195
ING Groep Jaarverslag 2009
179
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Toegepaste methoden voor bepaling reële waarden van financiële activa en verplichtingen
2008
Activa
Activa aangehouden voor handelsdoeleinden
Beleggingen voor risico van polishouders
Niet-handelsderivaten
Financiële activa tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat
Beleggingen beschikbaar voor verkoop
Verplichtingen
Verplichtingen voor handelsdoeleinden
Niet-handelsderivaten
Financiële verplichtingen tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat
Beleggingscontracten
(voor contracten op reële waarde)
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Totaal
72.139
92.340
2.651
87.027
2.723
13.830
1.212
303
3
160.378
95.366
16.484
2.930
121.437
291.497
3.474
94.054
201.108
1.873
27.361
30.752
8.277
242.852
523.357
69.853
3.313
82.406
18.435
357
25
152.616
21.773
5.591
8.354
64
14.009
9.352
88.109
1.830
111.025
99
545
11.281
199.679
Niveau 1 – Prijsnoteringen in actieve markten
In deze categorie zijn financiële instrumenten opgenomen waarvan de reële waarde direct wordt bepaald op basis van gepubliceerde
noteringen in een actieve markt. Een financieel instrument wordt beschouwd als genoteerd in een actieve markt als de genoteerde prijs
eenvoudig verkrijgbaar en regelmatig beschikbaar is van een beurs, handelaar, effectenmakelaar, branchegroep, verschaffer van
prijsinformatie of toezichthoudende instelling en als deze prijzen de actuele en regelmatig voorkomende markttransacties, op basis van
marktvoorwaarden, weergeven.
Niveau 2 – Waarderingsmethode op basis van waarneembare informatie
In deze categorie zijn financiële instrumenten opgenomen waarvan de reële waarde bepaald wordt met behulp van een
waarderingstechniek (bijvoorbeeld een model), waarbij inputs worden gehanteerd van een actieve markt of welke waarneembaar zijn.
Wanneer bepaalde inputs in het model niet waarneembaar zijn, wordt dit instrument nog steeds geclassificeerd in deze categorie, mits
de impact van deze niet waarneembare inputs op de totale waardering niet-significant is. In deze categorie zijn ook items opgenomen
waarvan de waarde is afgeleid van genoteerde prijzen of vergelijkbare instrumenten, maar waarvoor de prijzen zijn aangepast aan de
andere waarneembare externe marktgegevens.
Niveau 3 – Waarderingsmethode op basis van niet waarneembare informatie
In deze categorie zijn financiële instrumenten opgenomen waarvan de reële waarde bepaald is met behulp van een waarderingsmethode
(bijvoorbeeld een model) waarbij meer dan een insignificant deel van de input als onderdeel van de totale waardering niet waarneembaar
is in de markt. In deze categorie zijn ook financiële activa en verplichtingen opgenomen waarvan de reële waarde bepaald is op basis van
prijsnoteringen maar waarvoor de markt als niet-actief wordt beschouwd. Beleggingen beschikbaar voor verkoop in Niveau 3 bestaan
voornamelijk uit investeringen in asset backed securities in de Verenigde Staten zoals beschreven onder ‘Schuldbewijzen’. In Activa
aangehouden voor handelsdoeleinden, niet-handelsderivaten, Activa geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties
door het resultaat en Verplichtingen geclassificeerd als verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat in Niveau
3 zijn financiële instrumenten opgenomen met verschillende eigenschappen en van verschillende aard. Deze worden gewaardeerd op basis
van waarderingsmethoden welke zich kenmerken door hantering van één of meer significante inputs welke niet waarneembaar zijn. Een
instrument wordt geheel aangemerkt als gewaardeerd op basis van significante niet-waarneembare input als een significant deel van de
reële waarde van het instrument gebaseerd is op niet-waarneembare input. Niet-waarneembaar in deze context betekent dat er weinig tot
geen courante marktgegevens beschikbaar zijn waarvan de prijs in een waarschijnlijke, tegen algemene marktcondities, transactie afgeleid
zou kunnen worden. Meer details met betrekking tot de bepaling van de reële waarde van deze instrumenten zijn opgenomen onder
‘Derivaten’, ‘Schuldbewijzen’ en ‘Kredieten’.
Aanpassingen IFRS 7 (van toepassing in 2009)
IFRS 7 ‘Financial Instruments: Disclosures’ is herzien in maart 2009 door de publicatie van ‘Improving Disclosures about Financial
Instruments’ door de IASB. De aangepaste IFRS 7 is van toepassing voor de jaarrekening van 2009 en vereist dat de activa en
verplichtingen opgenomen tegen reële waarde worden toegelicht volgens een hiërarchie van drie niveaus. ING Groep paste deze
toelichting van de hiërarchie van drie niveaus al toe in de jaarrekeningen van eerdere jaren vanaf 2007. Hoewel de eerdere toelichting van
ING Groep conceptueel in lijn is met de nieuwe vereisten van IFRS 7 leiden de specifieke vereisten van IFRS 7 tot een aantal verschillen.
Als gevolg hiervan zijn bepaalde financiële instrumenten welke voorheen geclassificeerd waren als Gerelateerd aan gepubliceerde
prijsnoteringen in actieve markten (het equivalent van Niveau 1 volgens IFRS 7) geclassificeerd als Niveau 2 in 2009. De vergelijkende cijfers
over 2008 zijn overeenkomstig aangepast. Dit resulteert in een herrubricering van de vergelijkende cijfers over 2008 van Niveau 1 naar
Niveau 2. Dit heeft hoofdzakelijk betrekking op derivaten (aangehouden voor handelsdoeleinden en niet-handelsderivaten voor EUR 38,6
miljard (activa) en EUR 38,0 miljard (verplichtingen) en schuldbewijzen (beleggingen beschikbaar voor verkoop), activa geclassificeerd als
activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat en beleggingen/ beleggingscontracten voor risico van polishouders voor
EUR 28,9 miljard (activa) en EUR 1,8 miljard (verplichtingen).
180
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Derivaten
In voorgaande jaren zijn bepaalde niet-genoteerde derivaten, waarvan de reële waarde is bepaald met behulp van een
waarderingsmethode waarbij genoteerde marktprijzen werden gebruikt (wat onder IAS 39 classificeert als een genoteerde prijs),
geclassificeerd in de categorie Gerelateerd aan gepubliceerde prijsnoteringen in actieve markten. Hierin zijn derivaten opgenomen
waarvan de prijs volgens marktgebruik gebaseerd is op een enkele gepubliceerde koers (bijvoorbeeld een genoteerde rentecurve in
geval van een eenvoudig rentederivaat). Onder de aangepaste versie van IFRS 7 worden alleen derivaten waarvan genoteerde prijzen
direct beschikbaar zijn (voornamelijk derivaten welke op de beurs verhandeld worden) geclassificeerd als Niveau 1. Overige derivaten
worden geclassificeerd als Niveau 2 of 3.
Schuldbewijzen
In voorgaande jaren zijn bepaalde schuldbewijzen, waarvan de reële waarde was bepaald op basis van prijzen van beurshandelaren,
geclassificeerde effectenmakelaars en/of verschaffers van prijsinformatie (wat onder IAS 39 classificeert als een genoteerde prijs)
geclassificeerd in de categorie Gerelateerd aan gepubliceerde prijsnoteringen in actieve markten als actief gehandeld werd in die markt
voor die beleggingen. Onder IFRS 7 worden deze beleggingen alleen geclassificeerd in Niveau 1 als op individuele basis aangetoond kan
worden door ING dat deze genoteerd zijn in een actieve markt. Dat wil zeggen dat de verkregen prijsnoteringen representatief zijn voor
actuele handel in de markt (bijvoorbeeld door het verkrijgen van bindende prijsnoteringen of door bevestiging met gepubliceerde
marktprijzen). Zo niet dan worden deze in Niveau 2 geclassificeerd.
Overige wijzigingen (2009 vergeleken met 2008)
Als gevolg van wijzigingen in de portefeuilles en/of de markten in 2009, hebben de volgende belangrijkste wijzigingen in de reële
waardehiërarchie zich voorgedaan:
• Daling van Niveau 1 en 2:
Herrubriceringen van Beleggingen beschikbaar voor verkoop naar Kredieten en Bankiers: De herrubricering in het eerste kwartaal van
Beleggingen beschikbaar voor verkoop naar Kredieten (EUR 17,2 miljard) en Bankiers (EUR 5,6 miljard) resulteert in een afname van
Niveau 2 van ongeveer EUR 22,8 miljard. Verder zijn bepaalde asset backed securities (ongeveer EUR 6,1 miljard) geherrubriceerd van
Niveau 2 naar Niveau 3 gedurende het eerste kwartaal omdat de relevante markten inactief zijn geworden; vervolgens zijn deze
geherrubriceerd in het tweede kwartaal. Na herrubricering naar Kredieten en Bankiers zijn deze niet langer opgenomen tegen reële
waarde en zijn daarom niet langer onderdeel van de toelichting op de reële waarde hiërarchie;
• Daling van Niveau 3 – Het niet meer opnemen van de asset backed securities in de Verenigde Staten:
De steunfaciliteit voor illiquide activa zoals overeengekomen met de Nederlandse overheid resulteert in het niet meer opnemen van de
asset backed securities in de Verenigde Staten welke zijn geclassificeerd als Niveau 3. Als gevolg van deze transactie zijn de financiële
activa (Beleggingen beschikbaar voor verkoop) gedaald met ongeveer EUR 15,2 miljard. Deze daling bestaat uit de verkoopopbrengst
van EUR 22,4 miljard en de herwaardering in het eigen vermogen van EUR 7,2 miljard;
• Daling van Niveau 3 – Herrubricering van de asset backed securities in de Verenigde Staten en bepaalde beleggingen in private equity
naar Niveau 2:
Gedurende 2009 nam de transparantie met betrekking tot prijsstelling en de mate van handel in de secundaire markten voor asset
backed securities in de Verenigde Staten toe. Ook de prijs van de aandelen zoals verstrekt door onafhankelijke verschaffers van
prijsinformatie convergeerde. Overeenkomstig zijn in het vierde kwartaal van 2009 beleggingen in asset backed securities in de
Verenigde Staten van EUR 2,8 miljard geherrubriceerd van Niveau 3 naar Niveau 2. Deze activa zijn geherrubriceerd in 2008 toen de
markt inactief werd en de spreiding van prijzen voor dezelfde belegging zoals verkregen van verschaffers van prijsinformatie significant
toenam. Verder zijn voor ongeveer EUR 0,7 miljard beleggingen in private equity activiteiten (opgenomen in Aangehouden voor
handelsdoeleinden en Beschikbaar voor verkoop) geherrubriceerd van Niveau 3 naar Niveau 2, aangezien bepaalde inputs voor
prijsstelling waarneembaar werden in de markt;
• Overig:
De bedragen voor elk van de Niveaus worden beïnvloed door de wijzigingen en samenstelling van de relevante balansposten
gedurende het jaar.
ING Groep Jaarverslag 2009
181
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Veranderingen in Niveau 3 Activa
2009
Activa
aangehouden
voor handelsdoeleinden
Beleggingen
voor risico van
polishouders
Niet-handelsderivaten
Financiële
activa tegen
reële waarde
met waardemutaties door
het resultaat
1.212
303
3
1.873
27.361
30.752
–69
2
–133
–90
–1.512
–1.802
164
–112
–41
–43
65
–113
–68
6
94
–4
8
–123
–20
243
5
718
–569
–171
–67
123
–76
–78
7.344
997
–22.204
–3.103
–5.994
7.095
–3.641
698
7.344
1.950
–22.904
–3.387
–6.104
7.469
–4.736
605
54
214
–92
1.571
–78
6.963
–170
9.017
Financiële
verplichtingen
tegen reële
Beleggingswaarde met
contracten
waardemutaties
door het (voor contracten
resultaat op reële waarde)
Totaal
Openingsbalans
Bedragen verwerkt in de winst-enverliesrekening gedurende het jaar
Herwaardering opgenomen in het
eigen vermogen gedurende het jaar
Aankoop van activa
Verkoop van activa
Beëindiging of afwikkeling
Herrubricering
Overhevelingen naar Niveau 3
Overhevelingen van Niveau 3
Koersverschillen
Wijzigingen in de samenstelling
van de groep
Eindbalans
–896
215
Beleggingen
beschikbaar
voor verkoop
Totaal
Veranderingen in Niveau 3 Verplichtingen
2009
Openingsbalans
Bedragen verwerkt in de winst-enverliesrekening gedurende het jaar
Uitgifte van verplichtingen
Eerdere aflossing van verplichtingen
Herrubricering
Overhevelingen naar Niveau 3
Overhevelingen van Niveau 3
Koersverschillen
Wijzigingen in de samenstelling van de groep
Eindbalans
Verplichtingen
voor handelsdoeleinden
Niet-handelsderivaten
357
25
64
99
545
–64
57
–110
–173
30
–42
–87
541
–26
124
539
–155
–121
174
–290
2
22
–72
18
–1
887
335
39
–25
1.159
–363
–294
629
–342
8
–1
1.316
Niet meer
opgenomen
in de balans
Totaal
417
55
Bedragen verwerkt in de winst-en-verliesrekening gedurende het jaar (Niveau 3)
Tot einde
looptijd
aangehouden
2009
Activa
Activa aangehouden voor handelsdoeleinden
Beleggingen voor risico van polishouders
Niet-handelsderivaten
Financiële activa tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat
Beleggingen beschikbaar voor verkoop
Verplichtingen
Verplichtingen voor handelsdoeleinden
Niet-handelsderivaten
Financiële verplichtingen tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat
Beleggingscontracten (voor contracten op
reële waarde)
–69
2
–69
2
–133
–104
–1.523
–1.829
14
11
27
–90
–1.512
–1.802
–64
–154
67
–64
–87
–133
124
–94
182
ING Groep Jaarverslag 2009
124
2
69
2
–25
8
–10
–10
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Gevoeligheid van reële waarden in Niveau 3
Eventuele wijzigingen in niet-waarneembare veronderstellingen in de waarderingsmethoden van activa en verplichtingen in Niveau 3,
zouden geen significante impact hebben op het eigen vermogen en resultaat, anders dan hieronder beschreven voor de beleggingen in
asset backed securities in de Verenigde Staten.
Asset backed securities in de Verenigde Staten
Activa in Niveau 3 bestaat voor EUR 6,4 miljard (2008: EUR 25,2 miljard) uit beleggingen in asset backed securities in de Verenigde Staten.
De daling heeft voornamelijk betrekking op de overdracht van de Alt-A beleggingen aan de Nederlandse overheid als onderdeel van de
steunfaciliteit voor illiquide activa en de herrubricering naar Niveau 2 zoals hierboven is toegelicht. Deze activa worden gewaardeerd door
gebruik te maken van externe prijsbronnen welke verkregen worden van onafhankelijke verschaffers van prijsinformatie en
effectenmakelaars.
In 2008 namen de handelsvolumes in deze markten significant af en werden deze inactief. De spreiding tussen prijzen voor dezelfde
belegging verkregen van verschillende bronnen namen ook significant toe. Om zeker te stellen dat de meest accurate en relevante
beschikbare bronnen gehanteerd werden bij het bepalen van de reële waarde voor deze beleggingen werd het waarderingsproces verder
versterkt in 2008 door gebruik te maken van informatie van meerdere bronnen en versterking van het proces van het selecteren van de
meest juiste prijs.
Over het algemeen wordt gebruik gemaakt van maximaal vier verschillende verschaffers van prijsinformatie. Het management beoordeelt
zorgvuldig de verkregen prijzen in samenhang met de beschikbare informatie, rekeninghoudend, met handel in de markt, noteringen van
effectenmakelaars en interne beoordelingen. Wanneer de spreiding tussen verschillende prijzen voor dezelfde belegging beperkt is bestaat
een rangorde welke zekerstelt dat een consistente selectie van de meest juiste prijs wordt gemaakt. Wanneer de spreiding tussen
verschillende prijzen voor dezelfde belegging significant is worden additionele processen toegepast om de meest juiste prijs te selecteren,
waarbij rekening wordt gehouden met een intern ontwikkelde prijsvalidatiematrix en een proces om de externe bron te toetsen.
Waardering van deze beleggingen is inherent complex en subjectief. Hoewel iedere belegging in de portefeuille is gewaardeerd op basis
van een extern verkregen prijs, zonder aanpassing door ING Groep en het management zeker is dat zij de meest juiste prijs in de huidige
marktomstandigheden gekozen heeft, kan de waardering significant afwijken van deze portefeuilles wanneer andere prijzen gehanteerd
waren. De gevoeligheid van de waardering in dit verband kan als volgt geïllustreerd worden:
• Als de waardering gebaseerd zou zijn op de hoogst beschikbare marktprijs voor iedere belegging in deze portefeuilles dan zou
de waardering in totaal ongeveer 2,8% hoger zijn dan de door ING Groep toegepaste waardering (31 december 2008: ongeveer
7,6% hoger);
• Als de waardering gebaseerd zou zijn op de laagst beschikbare marktprijs voor ieder belegging in de deze portefeuilles, dan zou
de waardering in totaal ongeveer 1,6% lager zijn dan de door ING Groep toegepaste waardering (31 december 2008: ongeveer
18,3% lager);
• Als de waardering gebaseerd zou zijn op het gewogen gemiddelde van beschikbare marktprijs voor deze portefeuilles, dan zou
de waardering in totaal ongeveer 0,6% hoger zijn dan de door ING Groep toegepaste waardering (31 december 2008: ongeveer
6,3% hoger).
Dit zijn indicatoren van de gevoeligheid en geen alternatieven voor de reële waarde onder IFRS-EU. Deze gevoeligheden hebben
voornamelijk betrekking op de bancaire activiteiten.
Verwezen wordt naar de paragraaf ‘Risicobeheer’ met betrekking tot de omvang van deze asset backed securities per 31 december 2009
en 2008 en de impact van deze asset backed securities op het resultaat over 2009 en 2008.
Verder is in de paragraaf ‘Risicobeheer’ in het onderdeel Effect van de financiële crisis een uiteenzetting gegeven van de gehanteerde
methode bij het bepalen van de reële waarden van de onder druk staande beleggingen.
ING Groep Jaarverslag 2009
183
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep
bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven
35 RENTERESULTAAT UIT BANCAIRE ACTIVITEITEN
Renteresultaat bancaire activiteiten
Rentebaten op leningen
Rentebaten op leningen waarbij sprake is van een
bijzondere waardevermindering
Totale rentebaten op leningen
Rentebaten op beleggingen beschikbaar
voor verkoop
Rentebaten op tot einde looptijd
aangehouden beleggingen
Rentebaten op handelsportefeuille
Rentebaten niet-handelsderivaten
Overige rentebaten
Rentebaten uit bancaire activiteiten
2009
2008
2007
24.983
31.174
26.390
24
25.007
–24
31.150
–26
26.364
3.923
7.449
7.397
612
40.844
3.936
5.528
79.850
669
45.510
7.076
5.157
97.011
736
32.443
6.190
3.619
76.749
Rentelasten op deposito’s bij banken
Rentelasten op toevertrouwde middelen
Rentelasten op uitgegeven schuldbewijzen
Rentelasten op achtergestelde leningen
Rentelasten op verplichtingen voor
handelsdoeleinden
Rentelasten op niet-handelsderivaten
Overige rentelasten
Rentelasten uit bancaire activiteiten
1.266
10.976
2.657
1.784
4.856
19.594
4.109
1.784
5.131
18.563
3.648
1.167
40.023
4.483
6.286
67.475
44.093
7.391
4.142
85.969
29.383
6.115
3.766
67.773
Renteresultaat uit bancaire activiteiten
12.375
11.042
8.976
2009
2008
2007
1,34
1,07
0,94
Rentemarge
in percentages
Rentemarge
In 2009 heeft de afname van het gemiddeld balanstotaal geresulteerd in een daling van het renteresultaat met EUR 929 miljoen (In 2008
heeft de toename van het gemiddeld balanstotaal geresulteerd in een groei van het renteresultaat met EUR 811 miljoen; in 2007 heeft de
toename van het gemiddeld balanstotaal geresulteerd in een groei van het renteresultaat met EUR 753 miljoen). De toename van de
rentemarge met 25 basispunten in 2009 heeft geresulteerd in een toename van het renteresultaat met EUR 2.406 miljoen. De toename
van de rentemarge met 13 basispunten heeft in 2008 geresulteerd in een toename van het renteresultaat met EUR 1.440 miljoen. In 2007
heeft een verkrapping van de marge van 12 basispunten geresulteerd in een afname van EUR 1.051 miljoen van het renteresultaat.
36 BRUTO PREMIE-INKOMEN
Bruto premie-inkomen
Bruto premie-inkomen levensverzekeringen
Bruto premie-inkomen schadeverzekeringen
2009
2008
2007
28.720
1.772
30.492
38.869
4.943
43.812
40.732
6.086
46.818
Het bruto premie-inkomen is afgenomen als gevolg van de bedrijfsverkopen zoals toegelicht in toelichting 30 ‘Aankoop en verkoop van
maatschappijen’, waaronder de verkoop van ING Life Taiwan, ING Canada, de lijfrente- en hypotheek-activiteiten in Chili en Australië/
Nieuw-Zeeland. Verder is het bruto premie-inkomen gedaald in verband met de beslissing van ING Groep om verkopen van variabele
lijfrentes te beperken in de Verenigde Staten en de beëindiging van de verkoop van variabele lijfrentes in Japan, evenals afgenomen
interesse in beleggingsgerelateerde producten.
Het bruto premie-inkomen is opgenomen vóór aftrek van afgegeven herverzekerings- en retrocessiepremies. Onder bruto premie-inkomen
zijn geen ontvangen premies voor beleggingscontracten opgenomen, hiervoor wordt ‘deposit accounting’ toegepast.
184
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Effect van herverzekering op geboekte premies
Schade
Leven
Totaal
2009
2008
2007
2009
2008
2007
2009
2008
2007
Geboekte bruto premies
Geboekte bruto ontvangen herverzekeringspremies
Totaal geboekte bruto premies
1.746
26
1.772
4.920
23
4.943
6.062
24
6.086
27.421
1.299
28.720
37.487
1.382
38.869
39.170
1.562
40.732
29.167
1.325
30.492
42.407
1.405
43.812
45.232
1.586
46.818
Afgegeven herverzekeringspremies
–70
1.702
–196
4.747
–306
5.780
–1.867
26.853
–1.802
37.067
–1.968
38.764
–1.937
28.555
–1.998
41.814
–2.274
44.544
Effect van herverzekering op verdiende schadepremies
2009
2008
2007
Verdiende bruto premies
Verdiende bruto ontvangen herverzekeringspremies
Totaal verdiende bruto premies
1.746
26
1.772
4.889
20
4.909
6.003
24
6.027
Afgegeven herverzekeringspremies
–68
1.704
–190
4.719
–326
5.701
Verwezen wordt naar toelichting 43 ‘Verzekeringstechnische lasten’ voor een toelichting op de afgegeven herverzekeringspremies.
37 OPBRENGST BELEGGINGEN
Opbrengst beleggingen naar bancaire en verzekeringsactiviteiten
Bancaire activiteiten
Opbrengst uit beleggingen in onroerend goed
Dividendopbrengsten
Resultaat op verkoop van aandelen
Bijzondere waardeverminderingen op aandelen
beschikbaar voor verkoop
Resultaat en bijzondere waardeverminderingen op
aandelen
Veranderingen in reële waarde van beleggingen in
onroerend goed
Opbrengst beleggingen
Totaal
2008
2007
2009
2008
2007
2009
2008
2007
157
46
203
196
84
280
252
70
322
63
172
235
75
646
721
80
750
830
220
218
438
271
730
1.001
332
820
1.152
5.429
6.535
6.857
5.429
6.535
6.857
223
856
177
101
209
1.044
200
92
76
1.313
215
323
223
856
177
101
209
1.044
200
92
76
1.313
215
323
6.786
8.080
8.784
6.786
8.080
8.784
Opbrengst uit beleggingen in schuldbewijzen
Opbrengst uit leningen:
– leningen zonder onderpand
– leningen met hypothecaire zekerheid
– polisbeleningen
– overig
Opbrengst uit beleggingen in schuldbewijzen
en leningen
Resultaat op verkoop schuldbewijzen
Bijzondere waardeverminderingen op schuldbewijzen
beschikbaar voor verkoop
Resultaat en bijzondere waardeverminderingen
op schuldbewijzen
Verzekeringsactiviteiten
2009
–945
40
138
–168
48
–9
–1.113
88
129
–1.491
–2.127
–57
–584
–777
–76
–2.075
–2.904
–133
–2.436
–2.087
81
–752
–729
–85
–3.188
–2.816
–4
24
30
330
404
685
2.975
428
715
3.305
–49
–331
–17
–360
–1.585
–36
–409
–1.916
–53
–25
–301
313
44
–900
2.939
19
–1.201
3.252
–588
–2.846
–350
–2.458
93
809
–125
6.188
–50
7.122
75
12.543
–713
3.342
–400
4.664
168
13.352
Verwezen wordt naar de paragraaf ‘Risicobeheer’ voor nadere informatie over bijzondere waardeverminderingen.
ING Groep Jaarverslag 2009
185
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
38 RESULTAAT UIT VERKOOP VAN GROEPSMAATSCHAPPIJEN
Resultaat uit verkoop van groepsmaatschappijen
2009
ING Australië en Nieuw Zeeland
ING Canada
Lijfrente- en hypotheekactiviteiten in Chili
Overig
337
–38
–23
–12
264
Overig heeft betrekking op het resultaat uit verkoop van kleine groepsmaatschappijen welke afzonderlijk niet significant zijn.
Resultaat uit verkoop van groepsmaatschappijen
2008
ING Salud, Chili
Seguros ING, Mexico
NRG
ING Life Taiwan
Overig
55
182
–15
–214
9
17
Verwezen wordt naar toelichting 30 ‘Aankoop en verkoop van maatschappijen’.
39 PROVISIE-INKOMEN
Provisie-inkomen
Bancaire activiteiten
Betalingsverkeer
Effectenbedrijf
Assurantiebedrijf
Beheervergoeding voor asset management
Makelaarscourtage en advieskosten
Overig
2009
2008
2007
859
780
188
584
317
825
3.553
888
891
175
934
256
850
3.994
746
1.049
180
1.140
233
818
4.166
Verzekeringsactiviteiten
2009
241
1.874
582
540
3.237
2008
87
2.129
763
531
3.510
Totaal
2007
2009
2008
2007
124
2.025
1.014
364
3.527
859
780
429
2.458
899
1.365
6.790
888
891
262
3.063
1.019
1.381
7.504
746
1.049
304
3.165
1.247
1.182
7.693
In Provisie-inkomen zijn beheersvergoedingen welke betrekking hebben op het beheer van beleggingen aangehouden voor risico van
polishouders opgenomen voor EUR 825 miljoen (2008: EUR 1.174 miljoen; 2007: EUR 1.261 miljoen).
In Overig zijn vergoedingen voor het afsluiten van syndicaatleningen voor EUR 18 miljoen (2008: EUR 21 miljoen; 2007: EUR 26 miljoen)
opgenomen.
Provisiekosten
Bancaire activiteiten
Betalingsverkeer
Effectenbedrijf
Assurantiebedrijf
Beheervergoeding
Makelaarscourtage en advieskosten
Overig
186
ING Groep Jaarverslag 2009
2009
2008
2007
200
159
185
268
–4
169
5
476
1.099
144
370
24
43
449
875
230
5
491
1.240
Verzekeringsactiviteiten
2009
332
241
496
233
1.302
2008
574
217
573
76
1.440
Totaal
2007
2009
2008
2007
686
182
673
85
1.626
200
159
332
265
539
682
2.177
185
268
570
386
578
552
2.539
144
370
686
412
678
576
2.866
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
40 HERWAARDERINGSRESULTAAT NIET-HANDELSDERIVATEN
Herwaarderingsresultaat niet-handelsderivaten
Bancaire activiteiten
Veranderingen in reële waarde derivaten:
– reële-waardehedges
– kasstroomhedges (ineffectief deel)
– hedges van netto investeringen in buitenlandse
bedrijfsonderdelen (ineffectief deel)
– overige niet-handelsderivaten
Netto resultaat op niet-handelsderivaten
Verandering in reële waarde van activa en
verplichtingen (afgedekte instrumenten)
Herwaarderingen op activa en verplichtingen
geclassificeerd als tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat (exclusief
handelsportefeuille)
Netto herwaarderingsresultaat
Verzekeringsactiviteiten
Totaal
2009
2008
2007
2009
2008
2007
2009
2008
2007
–1.321
–2
–5.299
924
–4
191
–8
–193
22
–227
–5
–1.130
–10
–5.492
22
697
–9
–237
–1.560
–28
–5.327
36
956
1
–3.722
–3.538
–6
2.412
2.235
–14
–753
–999
1
–3.959
–5.098
–6
2.384
–3.092
–14
–717
–43
1.201
5.533
–886
–226
164
223
975
5.697
–663
–557
–916
127
333
56
126
4
–3.760
–432
1.967
89
–687
–553
–4.676
–305
2.300
145
–561
Herwaarderingsresultaat niet-handelsderivaten is hoofdzakelijk het resultaat van negatieve veranderingen in de reële waarde van derivaten
welke gebruikt worden om directe en indirecte blootstelling aan beleggingsrisico’s af te dekken waarbij geen gebruik wordt gemaakt van
hedge accounting. Indirecte blootstellingen aan beleggingsrisico’s hebben vooral betrekking op bepaalde gegarandeerde uitkeringen van
verzekeringsverplichtingen in de Verenigde Staten, Japan en Nederland. In 2009 waren de veranderingen in de reële waarde van deze
derivaten negatief aangezien de beursresultaten positief waren. De veranderingen in de reële waarde van de derivaten welke gerelateerd
zijn aan indirecte blootstelling aan beleggingsrisico’s worden over het algemeen gecompenseerd door een tegengesteld bedrag in de
verzekeringstechnische lasten (verwezen wordt naar toelichting 43 ‘Verzekeringstechnische lasten’).
Herwaarderingen op activa en verplichtingen geclassificeerd als tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat zijn
hoofdzakelijk het resultaat van de veranderingen in de reële waarde van de financiële verplichtingen tegen reële waarde met
waardemutaties door het resultaat als gevolg van de marktomstandigheden; het bevat veranderingen in reële waarde van uitgegeven
schuldbewijzen geclassificeerd tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat, inclusief waardemutaties welke toe te schrijven
zijn aan aanpassingen van het kredietrisico van de verplichting zoals uiteengezet in toelichting 20 ‘Financiële verplichtingen tegen reële
waarde met waardemutaties door het resultaat’.
41 NETTO HANDELSRESULTAAT
Netto handelsresultaat
Bancaire activiteiten
Resultaat uit handelsportefeuille effecten
Valutaresultaat
Resultaat uit handelsderivaten
Overige
Verzekeringsactiviteiten
Totaal
2009
2008
2007
2009
2008
2007
2009
2008
2007
331
–158
815
–185
803
130
274
–766
–43
–405
–2.147
401
2.469
26
749
155
167
–239
–90
79
–94
–344
246
174
30
–80
370
486
9
815
–185
1.125
–109
184
–687
–137
–749
–1.901
575
2.499
–54
1.119
322
Resultaat uit handelsportefeuille effecten bevat de resultaten uit ‘market-making’ voor effecten zoals schatkistpapier, aandelen, obligaties
uitgegeven door bedrijven, geldmarktproducten en rentederivaten zoals swaps, opties, futures en termijncontracten. Valutaresultaat bevat
resultaten uit contante transacties en termijntransacties, opties, futures en resultaten uit de omrekening van activa en verplichtingen
luidende in vreemde valuta.
Het deel van het netto handelsresultaat voor het jaar 2009 dat betrekking heeft op effecten uit de handelsportefeuille die op 31 december
nog op de balans stonden bedraagt EUR 105 miljoen (2008: EUR –246 miljoen; 2007: EUR –60 miljoen).
De meerderheid van de risico’s uit valuta- en effectenhandel is economisch afgedekt door derivaten. Het resultaat uit effectenhandel
wordt deels gecompenseerd door deze derivaten. Het resultaat uit deze derivaten is opgenomen onder Resultaat uit handelsderivaten.
ING Groep Jaarverslag 2009
187
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
42 OVERIGE BATEN
Overige baten
Bancaire activiteiten
Baten uit operationele leaseovereenkomsten
Resultaat vastgoedontwikkeling projecten
Resultaat postkantoren
Overige
2009
2008
2007
175
59
99
123
456
195
124
144
28
491
79
95
148
258
580
Verzekeringsactiviteiten
2009
235
235
2008
153
153
Totaal
2007
2009
2008
2007
305
305
175
59
99
358
691
195
124
144
181
644
79
95
148
563
885
De netto baten uit operationele lease bestaan uit opbrengsten van EUR 967 miljoen (2008: EUR 961 miljoen; 2007: EUR 803 miljoen)
afschrijving van EUR 792 miljoen (2008: EUR 766 miljoen; 2007: EUR 724 miljoen) en overige bedrijfslasten van nihil
(2008: nihil; 2007: nihil).
43 VERZEKERINGSTECHNISCHE LASTEN
Verzekeringstechnische lasten
Bruto verzekeringstechnische lasten:
– voor het effect van het beleggingsresultaat
voor risico van polishouders
– effect van het beleggingsresultaat voor risico
van polishouders
Beleggingresultaat voor risico van polishouders
Herverzekeringsdeel
Verzekeringstechnische lasten
2009
2008
2007
32.698
51.239
50.739
17.742
50.440
–17.742
–1.714
30.984
–32.408
18.831
32.408
–1.754
49.485
1.079
51.818
–1.079
–1.906
48.833
Beleggingsresultaat en herwaarderingen op beleggingen voor risico van polishouders van EUR 17.742 miljoen (2008: EUR –32.408 miljoen;
2007: EUR 1.079 miljoen) worden niet verantwoord onder Opbrengst beleggingen en herwaarderingen op activa en verplichtingen
geclassificeerd als tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat, maar zijn begrepen onder Verzekeringstechnische lasten
tezamen met een gelijk bedrag aan verandering van de voorziening voor verzekeringen voor risico van polishouders.
188
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Verzekeringstechnische lasten per soort
Lasten uit levensverzekeringen
Herverzekerings- en retrocessiepremies
Bruto uitkeringen
Herverzekeringsdeel
Mutatie in technische voorzieningen
voor eigen rekening
Acquisitiekosten inzake verzekeringsactiviteiten
Overige verzekeringstechnische lasten
Winstdeling en kortingen
Lasten uit schadeverzekeringen
Herverzekerings- en retrocessiepremies
Bruto schaden voor eigen rekening
Herverzekeringsdeel
Mutatie in de voorziening voor
niet-verdiende premies
Mutatie in de voorziening voor te betalen schaden
Acquisitiekosten inzake verzekeringsactiviteiten
Overige verzekeringstechnische lasten
Lasten uit beleggingscontracten
Acquisitiekosten inzake beleggingscontracten
Winstdeling en kortingen
Overige wijzigingen in de verplichting voor
beleggingscontracten
2009
2008
2007
1.867
24.044
–1.708
1.802
27.159
–1.662
1.968
28.877
–1.749
2.692
350
460
1.029
28.734
17.407
1.877
462
–416
46.629
11.979
1.098
457
424
43.054
70
1.012
–6
196
2.846
–92
306
3.589
–157
–2
–23
290
–4
1.337
28
54
742
–22
3.752
79
13
979
–50
4.759
3
11
9
19
16
899
913
–905
–896
985
1.020
30.984
49.485
48.833
Winstdelingen en kortingen
Uitkeringen uit hoofde van renteof verzekeringstechnisch resultaat
Winsttoekenningen in de vorm van bijschrijvingen
Lasten uit latente winstdeling
2009
2008
2007
682
289
58
1.029
–576
131
29
–416
–133
411
146
424
De totale Acquisitiekosten inzake verzekeringscontracten (leven en schade) en beleggingscontracten bedragen EUR 643 miljoen
(2008: EUR 2.628 miljoen; 2007: EUR 2.096 miljoen). Dit is inclusief amortisatie en ‘unlocking’ van de overlopende acquisitiekosten
van EUR 458 miljoen (2008: EUR 2.026 miljoen; 2007: EUR 1.552 miljoen) en het saldo van betaalde provisies van EUR 1.815 miljoen
(2008: EUR 3.273 miljoen; 2007: EUR 3.598 miljoen) en de provisies geactiveerd in Overlopende acquisitiekosten van EUR 1.630 miljoen
(2008: EUR 2.671 miljoen; 2007: EUR 3.054 miljoen).
Het totale bedrag aan betaalde en nog te betalen provisies met betrekking tot de verzekeringsactiviteiten bedraagt EUR 2.483 miljoen
(2008: EUR 3.804 miljoen; 2007: EUR 4.275 miljoen). Dit is inclusief de provisies opgenomen in Acquisitiekosten inzake
verzekeringsactiviteiten van EUR 1.815 miljoen (2008: EUR 3.273 miljoen; 2007: EUR 3.598 miljoen) zoals hierboven beschreven en
provisies inbegrepen in de Overige verzekeringstechnische lasten van EUR 668 miljoen (2008: EUR 531 miljoen; 2007: EUR 677 miljoen).
Overige verzekeringstechnische lasten bevatten ook ontvangen herverzekeringsprovisies van EUR 255 miljoen (2008: EUR 306 miljoen;
2007: EUR 350 miljoen).
De Mutatie in overige technische voorzieningen voor eigen rekening bevat een bedrag van ongeveer EUR 343 miljoen in 2009 gerelateerd
aan wijzigingen in de veronderstellingen voor variabele lijfrente producten in de Verenigde Staten en Japan. Deze aannames zijn aangepast
om de lager dan verwachte afkopen op deze polissen weer te geven, waar dat bedrag significant is.
De Mutatie in overige technische voorzieningen omvatte in 2008 en 2007 een bedrag van respectievelijk EUR 136 miljoen en
EUR 110 miljoen voor het versterken van de reserves in de divisie Insurance Asia/Pacific zoals beschreven onder Gesegmenteerde
informatie. In 2009 is dit bedrag nihil als gevolg van de verkoop van ING Life Taiwan.
ING Groep Jaarverslag 2009
189
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
In 2004 heeft ING Groep door middel van een medeverzekeringsovereenkomst een deel van de levensverzekeringsactiviteiten aan Scottish
Re overgedragen. ING Groep heeft voor deze transactie in 2004 een verlies verantwoord in de Verzekeringstechnische lasten voor een
bedrag van EUR 160 miljoen. Dit verlies geeft de vermindering weer van de hieraan gerelateerde overlopende acquisitiekosten. Daarnaast
zal een bedrag van EUR 240 miljoen worden afgeschreven over de looptijd van de onderliggende contracten, te beginnen in 2005 en
geleidelijk afnemend naar mate de contracten aflopen. Het bedrag aan afschrijving bedroeg in 2009 EUR 13 miljoen (2008: EUR 12
miljoen; 2007: EUR 15 miljoen). De cumulatieve afschrijvingen bedroegen EUR 107 miljoen (2008: EUR 96 miljoen; 2007: EUR 81 miljoen).
Op 23 januari 2009 hebben Hannover Re en Scottish Re bekend gemaakt dat Hannover Re overeengekomen is ING Groeps
herverzekeringen van de individuele levensverzekeringsactiviteiten over te nemen welke oorspronkelijk overgedragen waren
aan Scottish Re in 2004.
44 AFSCHRIJVINGEN IMMATERIËLE VASTE ACTIVA EN OVERIGE BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN
Afschrijvingen immateriële vaste activa en (terugboekingen van) bijzondere waardeverminderingen
Bijzondere
waardeverminderingen
Gebouwen en bedrijfsmiddelen
Onroerend goed aangehouden voor verkoop
(projecten in ontwikkeling)
Goodwill
Overige immateriële vaste activa
Overig
(Terugboeking van) bijzondere waardeminderingen
Terugboekingen van bijzondere
waardeverminderingen
2009
2008
2007
2009
8
19
2
–12
450
93
155
71
41
–7
9
467
338
2009
2008
2007
–14
–4
19
–12
–31
–43
443
–2
9
62
155
71
–31
–4
–61
448
307
15
–4
–3
120
568
157
464
18
15
15
58
–19
Totaal
2007
2008
Afschrijvingen overige immateriële vaste activa
Bijzondere waardeverminderingen op Kredieten worden verantwoord onder Mutatie voorzieningen voor dubieuze debiteuren. Bijzondere
waardeverminderingen op beleggingen worden verantwoord onder Opbrengst beleggingen. Verwezen wordt naar de paragraaf
‘Risicobeheer’ voor nadere informatie met betrekking tot bijzondere waardeverminderingen.
De bijzondere waardeverminderingen op onroerend goed aangehouden voor verkoop (projecten in ontwikkeling) zoals opgenomen
voor een groot aantal van de vastgoedontwikkelingsprojecten in Europa, Australië (Waterfront City project) en in de Verenigde Staten.
Omstandigheden die tot deze bijzondere waardevermindering hebben geleid zijn de ongunstige economische omstandigheden in alle
gebieden welke geresulteerd hebben in lagere verwachte verkoopprijzen, de veranderingen in strategie van ING Real Estate Development
waardoor bepaalde projecten niet verder ontwikkeld worden en operationele inefficiënties bij een beperkt aantal projecten.
Afschrijvingen immateriële vaste activa heeft betrekking op immateriële vaste activa welke worden opgenomen als onderdeel van de
aankoop van maatschappijen. Tot 2007 werden deze geclassificeerd onder ‘Overige bedrijfslasten’. De vergelijkende cijfers over 2007
zijn aangepast om deze gewijzigde presentatie weer te geven. De aanpassing heeft geen invloed op de totale lasten.
45 PERSONEELSKOSTEN
Personeelskosten
Bancaire activiteiten
Salarissen
Lasten met betrekking tot pensioenen en andere
personeelsverplichtingen
Sociale lasten
Op aandelen gebaseerde betalingen
Uitzendkrachten
Scholing
Overige personeelskosten
Verzekeringsactiviteiten
Totaal
2009
2008
2007
2009
2008
2007
2009
2008
2007
3.555
3.816
3.646
1.521
2.069
2.050
5.076
5.885
5.696
178
510
58
660
57
195
5.213
104
516
75
1.056
105
252
5.924
159
466
73
668
81
331
5.424
142
161
38
96
8
159
2.125
140
205
49
160
11
206
2.840
48
201
54
160
320
671
96
756
65
354
7.338
244
721
124
1.216
116
458
8.764
207
667
127
828
81
655
8.261
324
2.837
Onder Op aandelen gebaseerde betalingen zijn EUR 65 miljoen (2008: EUR 98 miljoen; 2007: EUR 110 miljoen) op aandelen gebaseerde
betalingen opgenomen die worden afgerekend in aandelen en voor een bedrag van EUR 31 miljoen (2008: EUR 26 miljoen; 2007:
EUR 17 miljoen) op aandelen gebaseerde betalingen die worden afgerekend in contanten.
190
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Pensioen- en andere personeelskosten
Personeelskosten
na dienstverband
anders dan pensioenen
Pensioenkosten
Kosten huidige
dienstjaar
Kosten verstreken
dienstjaren
Rentelasten
Verwachte opbrengsten
op beleggingen
Amortisatie van
ongerealiseerde kosten
verstreken dienstjaren
Amortisatie van
ongerealiseerde
actuariële resultaten
Effect van inkrimping
of afrekening
Overig
Defined benefit plans
Overig
Totaal
2009
2008
2007
2009
2008
2007
2009
2008
2007
2009
2008
2007
320
356
408
–8
–2
11
–38
5
–13
274
359
406
20
778
77
787
–86
739
–21
10
11
13
9
4
–1
9
–1
797
77
802
–87
761
–842
–886
–869
–841
–886
–869
–1
–1
–5
4
106
–23
33
1
0
–96
1
239
–140
–12
176
–32
–68
139
81
68
68
320
244
207
1
–1
106
–23
29
–96
–14
272
–140
–18
153
–32
–62
127
–1
–5
–5
–25
5
8
–7
12
15
–8
Defined contribution
plans
6
15
Beloning van Senior Management, Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen
Verwezen wordt naar toelichting 33 ‘Verbonden partijen’.
Optie- en aandelenregeling
ING Groep heeft optierechten op aandelen ING en voorwaardelijke rechten op certificaten van aandelen toegekend aan een aantal
leidinggevende functionarissen (leden van de Raad van Bestuur, alsmede directeuren en overige door de Raad van Bestuur aangewezen
functionarissen) en aan een aanzienlijk aantal medewerkers van ING Groep. Het doel van de optie- en aandelenregeling is, naast het
bevorderen van een duurzame groei van ING Groep, het aantrekken, behouden en motiveren van leidinggevende functionarissen en
medewerkers.
ING Groep houdt eigen aandelen aan om te voldoen aan haar verplichtingen die uit de bestaande optieregeling voortvloeien om het
positierisico met betrekking tot de betreffende opties af te dekken (een zogenaamde delta hedge). Per 31 december 2009 worden
35.178.086 eigen aandelen (2008: 32.367.870; 2007: 36.028.881) gehouden in verband met de optieregeling tegenover 122.334.486
uitstaande opties (2008: 87.263.381; 2007: 76.888.553). Hiermee zijn de toegekende optierechten afgedekt (door middel van een
zogenaamde delta hedge), rekening houdend met de volgende factoren: uitoefenprijs, beurskoers, de zero-coupon rentevoet,
dividendrendement, verwachte volatiliteit en het gedrag van medewerkers. Op vooraf vastgestelde tijdstippen wordt bekeken
of de afdekking nog voldoende effectief is.
In december 2009 heeft ING Groep een claimemissie van EUR 7,5 miljard afgerond. Uitstaande optierechten en aandelenregelingen zijn
aangepast om de impact van de claimemissie weer te geven door middel van een herzieningsfactor welke rekening houdt met het feit dat de
uitoefenprijs van de claimemissie lager was dan de reële waarde van de aandelen. Als gevolg hiervan zijn de uitoefenprijzen en de uitstaande
optierechten en aandelenregelingen aangepast middels een herzieningsfactor van ongeveer 1,3.
Verplichtingen uit hoofde van aandelenregelingen worden niet afgedekt. De verplichtingen uit hoofde van deze regelingen zullen in de
toekomst worden voldaan in contanten of in aandelen uit de delta hedgeportefeuille op verzoek van de houder. Op 31 maart 2008 zijn
1.786.762 miljoen aandelen uitgegeven met betrekking tot het onvoorwaardelijk worden van aandelenregelingen.
ING Groep N.V. heeft 7.260.000 (certificaten van) gewone aandelen gekocht voor haar delta hedge portefeuille, welke gebruikt wordt voor
het afdekken van de opties voor werknemers. De aandelen werden gekocht op de open markt tussen 19 maart en 23 maart 2009 tegen een
gemiddelde prijs van EUR 4,24 per aandeel.
ING Groep N.V. heeft 5.230.000 (certificaten van) gewone aandelen verkocht voor haar delta hedge portefeuille, welke gebruikt wordt voor
het afdekken van de opties voor werknemers. De aandelen werden verkocht op de open markt tussen 2 juni en 5 juni 2009 tegen een
gemiddelde prijs van EUR 7,80 per aandeel.
ING Groep N.V. heeft 1.450.000 (certificaten van) gewone aandelen verkocht voor haar delta hedge portefeuille, welke gebruikt wordt voor
het afdekken van de optie voor werknemers. De aandelen werden verkocht op de open markt op 1 en 2 september 2009 tegen een
gemiddelde prijs van EUR 10,53 per aandeel.
ING Groep Jaarverslag 2009
191
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
In verband met de claimemissie heeft ING Group 34,3 miljoen claims verkocht die zij ontvangen had op (certificaten van) aandelen die
aangehouden werden in de delta hedge portefeuille. Deze wordt gebruikt voor het afdekken van de optierechten voor medewerkers. De
claims zijn verkocht door middel van onderhandse plaatsing tegen een gemiddelde prijs van EUR 1,85 per claim. ING Group heeft de
opbrengst gedeeltelijk gebruikt voor het financieren van de aankoop van 10,4 miljoen (certificaten van) aandelen tegen een prijs van
EUR 6,55 per aandeel. Deze transacties zijn uitgevoerd om de economische positie van de delta hedge van ING Groep te handhaven.
Optierechten hebben een looptijd van vijf of tien jaar. Optierechten die niet binnen deze periode worden uitgeoefend, komen te vervallen.
Toegekende optierechten zullen geldig blijven tot de uitoefendatum, zelfs na beëindiging van de optieregeling. Aan de optierechten zijn
bepaalde voorwaarden verbonden, waaronder een dienstverband gedurende een bepaalde aaneengesloten periode. De uitoefenprijzen van
de opties zijn gelijk aan de beurskoers van het aandeel ING Groep op de dag dat de opties worden toegekend.
Aan het voorwaardelijke recht op certificaten van aandelen zijn bepaalde voorwaarden verbonden. Als de deelnemer vanaf de datum van
ontvangst van het recht drie jaar onafgebroken in dienst blijft bij ING, wordt het recht onvoorwaardelijk. In 2009 zijn geen rechten (2008:
211.049; 2007: 139.113) op certificaten van aandelen verstrekt aan de leden van de Raad van Bestuur, de Bestuursleden van ING Bank en
ING Verzekeringen en 6.273.467 rechten (2008: 3.380.706; 2007: 2.415.649) op certificaten van aandelen verstrekt aan leidinggevende
functionarissen en overig personeel.
De Raad van Bestuur van ING Groep zal ieder jaar vaststellen of, en in welke mate, de optie- en aandelenregeling zal worden voortgezet.
Mutaties van de openstaande optierechten (1)
Aantal uitstaande opties (in aantallen)
Balanswaarde begin van het jaar
Verstrekt
Uitgeoefend
Vervallen
Claimemissie
Verlopen
Balanswaarde eind van het jaar
(1)
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in euro)
2009
2008
2007
2009
2008
2007
87.263.381
14.803.109
–22.757
–5.974.275
28.395.811
–2.130.783
122.334.486
76.888.553
14.905.232
–1.225.856
–3.304.548
74.175.909
12.139.472
–7.163.332
–2.263.496
25,93
3,93
5,33
26,30
26,66
21,85
18,09
28,87
25,99
32,13
19,73
27,68
87.263.381
76.888.553
32,11
17,31
25,93
26,66
De aantallen en bedragen van 2008 en 2007 zijn niet aangepast met de herzieningsfactor voor de claimemissie.
Per 31 december 2009 bestaan de totale openstaande optierechten uit 103.523.988 (2008: 73.826.891) optierechten op aandelen
gebaseerde betalingen die worden afgerekend in aandelen en 18.810.498 (2008: 13.436.490) optierechten op aandelen gebaseerde
betalingen die worden afgerekend in contanten.
De gewogen gemiddelde aandelenkoers op de datum van uitoefening in 2009 was EUR 8,57 (2008: EUR 24,07).
Mutaties van de voorwaardelijke optierechten (1)
Gewogen gemiddelde
reële waarde bij verstrekking (in euro)
Voorwaardelijke opties (in aantallen)
Balanswaarde begin van het jaar
Verstrekt
Onvoorwaardelijk geworden
Vervallen
Claimemissie
Balanswaarde eind van het jaar
(1)
2009
2008
2007
2009
2008
2007
37.867.732
14.803.109
–11.100.675
–2.931.533
11.678.032
50.316.665
38.405.158
14.905.232
–13.173.224
–2.269.434
38.551.921
12.139.472
–10.112.348
–2.173.887
6,03
2,52
6,48
5,67
5,83
5,28
3,49
5,64
4,57
6,52
6,14
5,46
37.867.732
38.405.158
3,52
6,03
5,83
Uitoefenbare
Gewogen
opties per 31
gemiddelde
uitoefenprijs december 2009
Gewogen
gemiddelde
resterende
uitoefenperiode
Gewogen
gemiddelde
uitoefenprijs
3,18
3,35
4,50
1,73
4,40
9,20
14,20
17,77
22,38
25,83
De aantallen en bedragen van 2008 en 2007 zijn niet aangepast met de herzieningsfactor voor de claimemissie.
Uitstaande en uitoefenbare optierechten
2009
uitoefenprijs in euro’s
18.394.697
7.257.362
11.132.430
35.095.363
28.576.153
21.878.481
122.334.486
0,00 – 5,00
5,00 – 10,00
10,00 – 15,00
15,00 – 20,00
20,00 – 25,00
25,00 – 30,00
192
Aantal
uitstaande
opties per 31
december 2009
ING Groep Jaarverslag 2009
Gewogen
gemiddelde
resterende
uitoefenperiode
3,57
8,76
3,51
6,19
4,02
4,50
2,88
9,17
14,20
17,29
23,38
25,82
6.826.298
10.802.627
17.396.930
15.861.602
21.130.364
72.017.821
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Uitstaande en uitoefenbare optierechten (1)
2008
uitoefenprijs in euro’s
0,00 – 15,00
15,00 – 20,00
20,00 – 25,00
25,00 – 30,00
30,00 – 35,00
35,00 – 40,00
(1)
Aantal
uitstaande opties
per 31 december
2008
Gewogen
gemiddelde
resterende
uitoefenperiode
Gewogen
gemiddelde
uitoefenprijs
Uitoefenbare
opties per 31
december 2008
5.772.054
9.425.787
28.055.499
15.390.859
23.157.582
5.461.600
87.263.381
4,19
4,70
7,49
2,74
7,71
2,13
12,11
18,69
22,49
28,57
32,46
35,51
5.772.054
9.149.037
14.212.102
14.729.456
71.400
5.461.600
49.395.649
Gewogen
gemiddelde
resterende
uitoefenperiode
Gewogen
gemiddelde
uitoefenprijs
4,19
4,55
5,83
2,44
2,57
2,13
12,11
18,69
23,22
28,71
33,06
35,51
Gewogen
gemiddelde
resterende
uitoefenperiode
Gewogen
gemiddelde
uitoefenprijs
5,19
5,55
3,21
3,42
3,59
3,14
12,02
18,47
21,83
28,74
33,08
35,51
De aantallen en bedragen van 2008 zijn niet aangepast met de herzieningsfactor voor de claimemissie.
Uitstaande en uitoefenbare optierechten (1)
2007
uitoefenprijs in euro’s
0,00 – 15,00
15,00 – 20,00
20,00 – 25,00
25,00 – 30,00
30,00 – 35,00
35,00 – 40,00
(1)
Aantal
uitstaande opties
per 31 december
2007
Gewogen
gemiddelde
resterende
uitoefenperiode
Gewogen
gemiddelde
uitoefenprijs
Uitoefenbare
opties per 31
december 2007
6.236.710
9.773.356
15.180.545
15.338.397
24.726.711
5.632.834
76.888.553
5,19
5,55
6,84
3,46
8,69
3,14
12,02
18,47
23,10
28,72
32,47
35,51
6.236.710
9.773.356
1.556.832
15.206.363
77.300
5.632.834
38.483.395
De aantallen en bedragen van 2007 zijn niet aangepast met de herzieningsfactor voor de claimemissie.
De geaggregeerde intrinsieke waarde van uitstaande en uitoefenbare opties was op 31 december 2009 EUR 74 miljoen en nihil
respectievelijk.
De totale niet-verantwoorde kosten met betrekking tot opties bedraagt per 31 december 2009 EUR 62 miljoen (2008: EUR 94 miljoen;
2007: EUR 69 miljoen). Van deze kosten wordt verwacht dat ze worden verantwoord over een gemiddelde periode van 1,6 jaar (2008:
1,8 jaar; 2007: 1,7 jaar). Het bedrag aan contanten dat is ontvangen bij het uitoefenen van aandelenopties was nihil (2008: EUR 22
miljoen; 2007: EUR 131 miljoen).
De reële waarde van de toegekende opties wordt over de periode waarin de opties onvoorwaardelijk worden onder de personeelskosten
verantwoord als last. De reële waarden worden bepaald aan de hand van een Monte Carlo simulatie. In dit model wordt de risicovrije
interestvoet (tussen 2,64% en 4,62%) in de berekening meegenomen, evenals de verwachte looptijd van de toegekende opties (5 tot 8
jaar), de uitoefenprijs, de huidige prijs van een aandeel (EUR 2,90– EUR 26,05), de verwachte volatiliteit van de certificaten van aandelen
ING Groep (25% – 84%) en verwachte dividenden tussen 0,94% en 8,99%. De bron voor de toegepaste volatiliteiten, gehanteerd bij de
waardering van de aandelenopties, is het trading systeem van ING. De gehanteerde volatiliteiten in dit systeem zijn vastgesteld door
handelaren van ING en zijn gebaseerd op volatiliteiten welke afgeleid zijn van marktgegevens en niet van historische volatiliteiten.
Door verschillen in het tijdstip van het toekennen van de optierechten en de inkoop van eigen aandelen om deze optiepositie af te dekken
kunnen verschillen ontstaan indien aandelen worden ingekocht tegen een andere prijs dan de uitoefenprijs van de opties. ING Groep is
echter niet voornemens dergelijke posities te creëren en indien posities ontstaan, worden deze zo spoedig mogelijk afgedekt. Indien
optierechten vervallen wordt het resultaat op (de verkoop van) de aandelen die waren gekocht om de optierechten af te dekken ten
gunste dan wel ten laste van het Eigen vermogen gebracht.
ING Groep Jaarverslag 2009
193
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Verloop van aandelenregeling (1)
Gewogen gemiddelde reële
waarde bij verstrekking (in euro)
Aandelen (in aantallen)
Balanswaarde begin van het jaar
Verstrekt
Rendementeffect
Onvoorwaardelijk geworden
Vervallen
Claimemissie
Balanswaarde eind van het jaar
(1)
2009
2008
2007
2009
2008
2007
7.792.009
6.273.467
–1.085.987
–1.228.764
–498.553
3.401.501
14.653.673
7.133.714
3.591.755
–451.070
–1.945.092
–537.298
8.373.146
2.554.762
2.463.058
–5.569.061
–688.191
22,60
3,29
32,52
32,63
24,01
27,52
16,74
27,44
27,51
25,92
24,90
19,74
19,35
19,35
26,39
7.792.009
7.133.714
7,53
22,60
27,52
De aantallen en bedragen van 2008 en 2007 zijn niet aangepast met de herzieningsfactor voor de claimemissie.
Per 31 december 2009 bestaat de totale openstaande aandelenregeling uit 10.810.687 (2008: 5.719.281) aandelenregelingen op
aandelen gebaseerde betalingen die worden afgerekend in aandelen en 3.842.986 (2008: 2.072.728) aandelenregelingen op aandelen
gebaseerde betalingen die worden afgerekend in contanten.
De reële waarde van de toegekende aandelen wordt over de periode dat de toegekende aandelen onvoorwaardelijk worden als last in de
winst-en-verliesrekening verwerkt onder de Personeelskosten. De reële waarden zijn bepaald aan de hand van een op een Monte Carlo
simulatie gebaseerd waarderingsmodel. Dit model houdt rekening met de risicovrije rente, de huidige aandelenkoersen, verwachte
volatiliteit en de huidige dividenden van de referentiegroep die wordt gebruikt om ING Groeps totale rendement voor aandeelhouders
te bepalen.
De totale niet-verantwoorde kosten met betrekking tot aandelen bedragen per 31 december 2009 EUR 41 miljoen (2008: EUR 56 miljoen;
2007: EUR 53 miljoen). Van deze kosten wordt verwacht dat ze worden verantwoord over een gemiddelde periode van 1,8 jaar (2008:
1,8 jaar; 2007: 1,7 jaar).
46 OVERIGE RENTELASTEN
Overige rentelasten bestaan voor het grootste deel uit rente in verband met verzekeringsactiviteiten, inclusief rente op de eeuwigdurende
achtergestelde leningen.
Onder de Overige rentelasten is voor nihil en EUR 86 miljoen betaald dividend op preferente aandelen en trust preferred securities
begrepen (2008: EUR 1 miljoen en EUR 94 miljoen; 2007: EUR 7 miljoen en EUR 92 miljoen).
Het totaal aan rentebaten en -lasten voor instrumenten niet gewaardeerd tegen reële waarde met waarde mutaties door het resultaat
voor 2008 bedroeg respectievelijk EUR 41.856 miljoen (2008: EUR 52.505 miljoen; 2007: EUR 46.900 miljoen) en EUR 22.253 miljoen
(2008: EUR 33.507 miljoen; 2007: EUR 31.173 miljoen). Het Totaal netto renteresultaat van EUR 18.445 miljoen wordt gepresenteerd
in de volgende regels van de winst-en-verliesrekening.
Totaal netto renteresultaat
Renteresultaat – Bank 35
Opbrengst uit beleggingen – Verzekeringen 37
Rentelasten
2009
2008
2007
12.375
6.786
–716
18.445
11.042
8.080
–978
18.144
8.976
8.784
–1.102
16.658
47 OVERIGE BEDRIJFSLASTEN
Overige bedrijfslasten
Bancaire activiteiten
Afschrijvingen op gebouwen en bedrijfsmiddelen
Afschrijvingen op software
Automatiseringskosten
Huisvestingskosten
Reis- en verblijfkosten
Reclame en public relations
Kosten externe adviseurs
Portokosten
Toevoeging/vrijval van voorzieningen voor
reorganisaties en bedrijfsverplaatsingen
Overig
194
ING Groep Jaarverslag 2009
Verzekeringsactiviteiten
Totaal
2009
2008
2007
2009
2008
2007
2009
2008
2007
365
282
637
679
99
539
401
111
353
103
733
687
163
833
459
130
321
117
561
628
153
759
491
113
84
60
270
476
66
90
289
95
70
297
599
101
204
373
98
104
289
660
102
258
455
449
342
907
1.155
165
629
690
111
448
173
1.030
1.286
264
1.037
832
130
419
221
850
1.288
255
1.017
946
113
339
1.003
4.455
136
627
4.224
434
969
4.546
258
663
2.256
8
836
2.583
11
684
2.661
597
1.666
6.711
144
1.463
6.807
445
1.653
7.207
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
In de overige bedrijfslasten zijn huurbetalingen begrepen van EUR 169 miljoen (2008: EUR 172 miljoen; 2007: EUR 156 miljoen) in verband
met operationele leaseovereenkomsten waarin ING Groep de huurder is. In 2009 is in Overige bedrijfslasten EUR 22 miljoen opgenomen
met betrekking tot integratiekosten van CitiStreet, EUR 21 miljoen met betrekking tot de verkoop van ING Advisors Network en EUR 59
miljoen met betrekking tot assurantiebelasting. Verder zijn in de overige bedrijfslasten ook kosten opgenomen met betrekking tot deposito
garantiestelsel voor het hele bankwezen in Nederland als gevolg van het failliet gaan van DSB Bank en premies voor het
depositogarantiestelsel in andere landen.
Voor Toevoeging/vrijval van voorzieningen voor reorganisaties en bedrijfsverplaatsingen wordt verwezen naar toelichting 21 ‘Overige
schulden’ meer informatie over de reorganisatievoorziening.
Geen van de afzonderlijke operationele leaseovereenkomsten heeft een materieel effect op de omvang, timing en zekerheid van de
geconsolideerde kasstromen van ING Groep.
De Kosten externe adviseurs bevatten vergoedingen voor audit- en niet-auditdiensten voor accountants van ING Groep.
Vergoedingen voor accountants ING Groep
Auditvergoedingen
Audit-gerelateerde vergoedingen
Vergoedingen voor belastingadviezen
Overige vergoedingen
Totaal
2009
2008
2007
35
6
2
2
45
46
3
3
7
59
61
7
5
2
75
2009
2008
2007
2009
2008
2007
2009
2008
2007
159
–1.051
–892
–296
–197
–493
6
133
139
598
–178
420
830
–1.058
–228
1.069
327
1.396
757
–1.229
–472
534
–1.255
–721
1.075
460
1.535
48 BELASTINGEN
Belastingen per soort
Nederland
Acute belastingen
Latente belastingen
Internationaal
Totaal
Aansluiting tussen het gewogen gemiddelde wettelijke en het effectieve belastingpercentage van ING Groep
Resultaat voor belastingen
Gewogen gemiddeld wettelijk belastingpercentage
Gewogen gemiddeld wettelijk belastingbedrag
Deelnemingsvrijstelling
Andere vrijgestelde inkomsten
Niet-aftrekbare kosten
Impact op latente belasting door wijzigingen in belastingpercentages
Latente belastingbate gerelateerd aan niet eerder verantwoorde bedragen
Acute belastingbate gerelateerd aan niet eerder verantwoorde bedragen
Afboeking/terugdraaiing van latente belastingvoordelen
Aanpassingen voorgaande boekjaren
Effectief belastingbedrag
Effectief belastingpercentage
2009
2008
2007
–1.525
36,3%
–554
–1.487
49,9%
–742
11.043
28,7%
3.169
–135
–227
47
69
–210
106
–25
546
–117
–472
360
–279
–721
–814
–577
93
–9
–64
–222
8
–49
1.535
30,9%
48,5%
13,9%
–32
Het gewogen gemiddelde statutaire belastingpercentage is afgenomen in 2009 vergeleken met 2008, dit werd veroorzaakt doordat een
kleiner deel van de verliezen, vergeleken met 2008, geleden was in jurisdicties met een hoog belastingtarief.
Het gewogen gemiddelde statutaire belastingpercentage is significant toegenomen in 2008 vergeleken met 2007, dit werd veroorzaakt
door het feit dat de meeste verliezen in 2008 geleden werden in jurisdicties met een hoog belastingtarief.
Het effectieve belastingpercentage was in 2009 lager dan het gewogen gemiddelde statutaire belastingpercentage wat resulteert in een
lager belastingvoordeel voor het verlies vóór belasting. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de afname van de boekwaarde van de
latente belastingvorderingen en de niet-aftrekbare kosten het van belastingvrijgestelde resultaat overschrijdt en door vrijval van
belastingvoorzieningen.
Het effectieve belastingpercentage was is 2008 iets lager dan het gewogen gemiddelde statutaire belastingpercentage. De voornaamste
redenen hiervoor zijn vrijgestelde inkomsten en vrijvallen van belastingvoorzieningen, welke deels gemitigeerd werden door nietaftrekbare kosten en een afname van de latente belastingvorderingen.
ING Groep Jaarverslag 2009
195
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
49 RESULTAAT PER GEWOON AANDEEL
Resultaat per gewoon aandeel
Gewogen gemiddeld
aantal uitstaande gewone
aandelen tijdens het boekjaar
(in miljoenen)
Bedrag
(in miljoenen euro’s)
Nettoresultaat
Toekenning aan kernkapitaaleffecten zonder
stemrecht (1)
Impact claimemissie (2)
Gewoon resultaat
2009
2008
2007
2009
2008
2007
2009
2008
2007
–935
–729
9.241
2.102,9
2.042,7
2.141,1
–0,44
–0,36
4,32
–729
9.241
583,1
2.686,0
617,5
2.660,2
647,2
2.788,3
–0,57
–0,27
3,31
5,7
5,7
1,0
1,0
4,2
16,0
20,2
2.691,7
2.661,2
2.808,5
–0,57
–0,27
3,29
–605
–1.540
Verwateringseffect
Kernkapitaaleffecten zonder stemrecht
Warrants
Optie- en aandelenregeling
Verwaterde resultaat
Per gewoon
aandeel (in euro’s)
–1.540
–729
9.241
Het bedrag van EUR 605 miljoen voor 2009 bestaat uit de coupon (EUR 259 miljoen) en de terugbetalingsvergoeding (EUR 346 miljoen) met betrekking tot de
terugbetaling van EUR 5 miljard kernkapitaaleffecten zonder stemrecht. De coupon in 2008 van EUR 425 miljoen, betaald op de kernkapitaaleffecten zonder
stemrecht, had geen impact op het gewoon resultaat.
(2)
De claimemissie welke op 15 december 2009 is afgewikkeld heeft een effect op het gewone resultaat en het verwaterde resultaat per aandeel zoals gedefinieerd
door IFRS. Alle gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen voor de claimemissie zijn herzien waarbij een herzieningsfactor van 1,3 is gehanteerd
welke rekening houdt met het feit dat de uitoefenprijs van de claimemissie lager is dan de reële waarde van de aandelen. Het verwateringseffect van de effecten
is ook aangepast.
(1) Het verwaterde resultaat per aandeel wordt berekend alsof de aan het eind van het boekjaar uitstaande opties en warrants aan het begin
van het boekjaar zijn uitgeoefend. Tevens wordt verondersteld dat na uitoefening van de opties en warrants en conversie van
kernkapitaaleffecten zonder stemrecht ontvangen opbrengsten door ING Groep worden gebruikt om eigen aandelen tegen de
gemiddelde beurskoers gedurende het boekjaar in te kopen. De toename van het aantal aandelen als gevolg van de uitoefening van
warrants en opties en conversie van kernkapitaaleffecten zonder stemrecht wordt opgeteld bij het gemiddeld aantal aandelen dat wordt
gebruikt bij de berekening van het verwaterde resultaat per aandeel. De mogelijke conversie van de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht
heeft een tegengesteld verwateringseffect op de berekening van het resultaat per aandeel (het verwaterde resultaat per aandeel wordt
minder negatief dan het gewoon resultaat per aandeel) in 2009 en 2008. Derhalve is geen rekening gehouden met de mogelijke conversie
bij vaststelling van het gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen voor de berekening van het verwaterd resultaat per
aandeel in deze jaren.
50 DIVIDEND PER GEWOON AANDEEL
Dividend per gewoon aandeel
Per gewoon aandeel (in euro’s)
Totaal vastgesteld dividend (in miljoenen euro’s)
(1)
2009(1)
2008
2007
0,00
0
0,74
1.500
1,48
3.180
e Raad van Bestuur heeft, met goedkeuring van de Raad van Commissarissen, een dividendvoorstel gedaan van EUR 0,00 per aandeel in 2009, dat zal worden
D
voorgesteld aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
In 2009 is een coupon van EUR 259 miljoen betaald aan de Nederlandse overheid als onderdeel van de terugbetaling van de EUR 5 miljard
kernkapitaaleffecten zonder stemrecht.
In 2008 was per kernkapitaaleffect zonder stemrecht een coupon van EUR 0,425 betaald aan de Nederlandse overheid, onder de
voorwaarde dat kapitaaltoereikendheidspositie van ING Groep toereikend was en bleef na de betaling volgens De Nederlandsche Bank.
Het totale bedrag van EUR 425 miljoen is verwerkt als een verplichting per 31 december 2008. Het bedrag was betaald op 12 mei 2009.
196
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Gesegmenteerde informatie
bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven
51 OPERATIONELE SEGMENTEN
ING Groep past IFRS 8 toe met ingang van 1 januari 2009. IFRS 8 vereist dat operationele segmenten onderscheiden worden op basis
van interne rapportages van de onderdelen van ING Groep welke periodiek beoordeeld worden door de hoogstgeplaatste functionaris
die belangrijke operationele beslissingen neemt om zo middelen toe te kennen aan en de financiële prestaties te beoordelen van de
operationele segmenten van een entiteit. De vorige standaard (IAS 14 ‘Segment Reporting’) daarentegen vereiste dat een onderneming
twee soorten segmenten (bedrijfs- of geografisch segment) onderscheidde, gebaseerd op het rendements- en risicoprofiel, waarbij het
systeem van interne financiële rapportage aan managers op sleutelposities, zoals gehanteerd door de onderneming diende als het
startpunt voor onderscheid van deze segmenten. De indeling van de rapporterende segmenten binnen ING Groep is ongewijzigd als
gevolg van de toepassing van IFRS 8.
De operationele segmenten van ING Groep hebben betrekking op de indeling van de interne bedrijfsvoering naar divisies. De divisies
zijn Retail Banking, ING Direct, Commercial Banking, Insurance Europe, Insurance Americas en Insurance Asia/Pacific. Tot 2008 heette
het operationele segment Commercial Banking Wholesale Banking. De samenstelling van het segment blijft ongewijzigd. Onder Overige
zijn hoofdzakelijk activiteiten opgenomen die niet direct toe te rekenen zijn aan de divisies.
De Raad van Bestuur bepaalt de prestatiedoelstellingen en autoriseert en bewaakt de budgetten die zijn voorbereid door de divisies. Het
management van de divisies bepaalt, in overeenstemming met de strategie en prestatiedoelstellingen zoals geformuleerd door de Raad
van Bestuur, het strategische, commerciële en financiële beleid van de divisies.
Voor een operationeel segment worden dezelfde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling gehanteerd als beschreven in
Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep. Als verrekenprijzen voor transacties tussen
divisies worden de prijzen gehanteerd die zouden ontstaan onder marktomstandigheden (‘at arm’s length’). Overheadkosten van het
hoofdkantoor worden aan de divisies toegerekend op basis van de tijdsbesteding van het personeel op het hoofdkantoor, op basis van
het relatieve aantal personeelsleden, of op basis van de baten en/of de activa van het operationele segment.
De Corporate Line Banking en de Corporate Line Insurance zijn beide opgenomen in Overige. Dit zijn geen aparte rapporterende
segmenten omdat zij niet classificeren als operationele segmenten die bedrijfsactiviteiten uitoefenen waaruit opbrengsten kunnen
worden verdiend en waarbij kosten kunnen worden gemaakt.
De Corporate Line Banking is een afspiegeling van de kapitaalbeheeractiviteiten en van bepaalde kosten welke niet gealloceerd kunnen
worden aan bancaire activiteiten. ING Groep past voor haar bancaire activiteiten een systeem toe waarbij een doorbelasting op basis van
het kapitaal plaatsvindt, wat het mogelijk maakt om de business units wereldwijd te vergelijken, ongeacht hun boekwaarde en de valuta
waarin zij opereren. ING Groep heeft de gedragslijn dat eigen vermogen lokaal alleen geïnvesteerd mag worden tegen de lokale-risicovrije
rentevoet. Bancaire business units worden doorbelast vanuit de Corporate Line voor het resultaat dat zij behaald hebben op het
geïnvesteerde vermogen en krijgen een vergoeding gebaseerd op de risicovrije euro rentevoet op het geïnvesteerde economische kapitaal.
Hieruit volgt dat de resultaten van de segmenten zoals toegelicht de lokale resultaten na de doorbelasting van overheadkosten vanuit de
Groep zijn, terwijl het rendement op het eigen vermogen gebaseerd is op de risicovrije euro rentevoet van het economisch kapitaal.
De Corporate Line Insurance bestaat uit zaken zoals die gerelateerd aan kapitaalbeheer, winsten op beursgenoteerde beleggingen
(rekeninghoudend met bijzondere waardeverminderingen) en afwikkeling van portefeuilles. Alle opbrengsten uit beleggingen in aandelen,
rekening houdend met bijzondere waardeverminderingen, gerealiseerd in de business units, worden overgeheveld naar de Corporate Line.
In ruil daarvoor ontvangen de business units een vast rendement van 3% over deze beleggingen. Het verschil wordt gepresenteerd in de
Corporate Line.
ING Groep beoordeelt de resultaten van haar operationele segmenten gebruikmakend van het onderliggende resultaat voor belastingen
als prestatiemaatstaf. De informatie zoals toegelicht in deze toelichting is in overeenstemming met de informatie welke verstrekt wordt
aan de Raad van Bestuur. Onderliggende resultaat voor belastingen wordt gedefinieerd als IFRS resultaat voor belastingen exclusief
desinvesteringen en bijzondere posten.
De volgende tabel specificeert de belangrijkste inkomstenbronnen van de segmenten:
Specificatie van de belangrijkste inkomstenbronnen van de segmenten
Segment
Belangrijkste inkomstenbron
Retail Banking
Baten van retail en private banking activiteiten. De belangrijkste aangeboden producten zijn spaarrekeningen en hypotheken.
ING Direct
Baten uit directe retail banking activiteiten. De belangrijkste aangeboden producten zijn spaarrekeningen en hypotheken.
Baten uit wholesale banking activiteiten. Een volledige range van producten wordt aangeboden van cash management tot
Commercial Banking
corporate finance. Commercial Banking bestaat ook uit ING Real Estate.
Baten van levensverzekeringen, niet-levensverzekeringen, investment management, asset management en
Insurance Europe
pensioenverzekeringsactiviteiten in Europa.
Baten van levensverzekeringen, investment management, asset management en pensioenverzekeringsactiviteiten in de
Insurance Americas
Verenigde Staten en Latijns-Amerika.
Insurance Asia/Pacific
Baten van levensverzekeringen, investment management, asset management en pensioenverzekeringsactiviteiten in Azië/Pacific.
ING Groep Jaarverslag 2009
197
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Gesegmenteerde informatie (vervolg)
Deze toelichting geeft geen informatie over de baten gespecificeerd per product of dienst aangezien dit intern niet wordt gerapporteerd
en dus niet direct beschikbaar is.
Operationele segmenten
Retail
Banking
2009
Onderliggende baten:
– Bruto premieinkomen
– Netto renteresultaat
– bancaire activiteiten
– Provisiebaten
– Totale beleggings- en
overige baten
Totaal onderliggende
baten
Onderliggende lasten:
– Verzekeringtechnische lasten
– Bedrijfslasten
– Overige rentelasten
– Mutatie voorzieningen
dubieuze debiteuren
– Overige bijzondere
waardeverminderingen
Totaal onderliggende
lasten
Onderliggend resultaat
voor belasting
Belastingen
Minderheidsbelangen
Onderliggend
nettoresultaat
ING Direct
Commercial
Banking
Insurance
Europe
Insurance
Insurance
Americas Asia/Pacific
9.750
13.973
6.422
Totaal
Overige segmenten
Eliminaties
Totaal
34
30.179
30.179
–155
12.539
4.479
–164
12.375
4.479
5.737
1.332
3.136
167
3.821
1.185
494
1.194
107
170
–1.541
–318
2.390
1.095
1.089
1.436
4.321
–3.161
1.160
7.239
1.762
4.688
12.634
16.262
7.618
1.315
51.518
–3.325
48.193
4.708
1.663
2.350
10.163
1.503
318
14.365
1.611
225
5.877
599
922
33
358
2.576
30.438
12.792
4.041
–3.325
30.438
12.792
716
997
765
1.211
433
2.973
2.973
132
565
565
5.705
2.428
3.994
11.984
16.201
7.398
3.099
50.809
–3.325
47.484
1.534
328
17
–666
–252
694
186
–158
650
135
27
61
146
6
220
80
2
–1.784
–544
–12
709
79
–118
709
79
–118
1.189
–414
666
488
–91
138
–1.228
748
748
Hoewel de voorzieningen voor verzekeringsverplichtingen voor het bedrijfssegment Insurance Americas toereikend zijn op
een betrouwbaarheidsniveau van 50%, bestaat een ontoereikendheid voor een netto-voorziening wanneer een conservatief
betrouwbaarheidsniveau van 90% wordt gehanteerd. In overeenstemming met het beleid van de Groep, neemt dit bedrijfssegment
maatregelen om de toereikendheid van haar voorzieningen voor verzekeringsverplichtingen te verbeteren. Tegenover deze
ontoereikendheid staan voorzieningen voor verzekeringsverplichtingen in andere segmenten die wel toereikend zijn, waardoor op
Groepsniveau de voorzieningen voor verzekeringsverplichtingen toereikend zijn bij een conservatief betrouwbaarheidsniveau van 90%.
Aansluiting tussen IFRS en Onderliggende baten, lasten en nettoresultaat
2009
Baten
Lasten
Nettoresultaat
Onderliggend
48.193
47.484
748
Desinvesteringen
Bijzondere posten
IFRS zoals toegepast door ING Groep
840
–1.268
47.765
754
1.052
49.290
76
–1.759
–935
Desinvesteringen in 2009 geven voornamelijk de netto-impact weer van de verkoop van 70%-belang ING Groep in ING Canada,
de Bedrijfspensionsfondsportefeuille van Nationale Nederlanden, de lijfrente- en hypotheekactiviteiten in Chili, drie onafhankelijke
Amerikaanse retail broker-dealer units (driekwart van ING Advisors Network) en ING Australia Pty Limited.
Bijzondere posten in 2009 bestaan voornamelijk uit de netto-impact van het transactieresultaat op de steunfaciliteit voor illiquide activa,
waaronder de aanvullende betalingen uit hoofde van de steunfaciliteit voor illiquide activa als onderdeel van de overeenkomst met de
Europese Commissie van EUR 1,3 miljard (EUR 930 miljoen na belasting) en herstructureringskosten.
Bijzondere waardeverminderingen op beleggingen zijn gepresenteerd onder Opbrengst beleggingen, wat onderdeel is van Totaal baten. In
2009 zijn de totale bijzondere waardevermindering van EUR 2.485 miljoen opgenomen in de volgende bedrijfssegmenten: nihil in Retail
Banking, EUR 1.393 miljoen in ING Direct, EUR 130 miljoen in Commercial Banking, EUR 244 miljoen in Insurance Europe, EUR 501 miljoen
in Insurance Americas, EUR 12 miljoen in Insurance Asia/Pacific en EUR 205 miljoen in Overige.
198
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Gesegmenteerde informatie (vervolg)
Operationele segmenten
2008
Onderliggende baten:
– Bruto premieinkomen
– Netto renteresultaat
– bancaire activiteiten
– Provisiebaten
– Totale beleggings- en
overige baten
Totaal onderliggende
baten
Onderliggende lasten:
– Verzekeringtechnische lasten
– Bedrijfslasten
– Overige rentelasten
– Mutatie voorzieningen
dubieuze debiteuren
– Overige bijzondere
waardeverminderingen
Totaal onderliggende
lasten
Onderliggend resultaat
voor belasting
Belastingen
Minderheidsbelangen
Onderliggend
nettoresultaat
Retail
Banking
ING Direct
Commercial
Banking
Insurance
Europe
Insurance
Americas
Insurance
Asia/Pacific
Overige
Totaal
segmenten
10.194
18.935
8.591
40
37.760
Eliminaties
Totaal
37.760
5.556
1.535
2.517
150
3.240
1.213
1.201
116
–228
3
11.085
4.709
–43
491
11.042
4.709
308
–1.790
–346
3.804
2.903
2.730
1.028
8.637
–2.861
5.776
7.399
877
4.107
14.489
23.039
11.437
843
62.191
–2.904
59.287
5.307
1.719
2.840
11.559
1.764
513
22.022
1.753
222
10.017
702
719
6
73
2.428
43.604
14.158
3.882
–2.904
43.604
14.158
978
401
283
596
62
2
1.280
1.280
134
198
198
5.708
2.002
3.498
13.838
23.997
11.438
2.641
63.122
–2.904
60.218
1.691
355
36
–1.125
–394
2
609
193
–107
651
159
–6
–958
–240
5
–1
20
19
–1.798
–658
–11
–931
–565
–62
–931
–565
–62
1.300
–733
523
498
–723
–40
–1.129
–304
–304
Aansluiting tussen IFRS en Onderliggende baten, lasten en nettoresultaat
2008
Onderliggend
Desinvesteringen
Bijzondere posten
IFRS zoals toegepast door ING Groep
Baten
Lasten
Nettoresultaat
59.287
60.218
–304
7.004
7.167
393
67.778
–97
–328
–729
66.291
Desinvesteringen in 2008 hebben voornamelijk betrekking op de verkoop van de Chileense health activiteiten (ING Salud), wat onderdeel
was van de Mexicaanse activiteiten (ING Seguros SA) en de Taiwanese levensverzekeringsactiviteiten (ING Life Taiwan).
Bijzondere posten in 2008 bestaan uit de nationalisatie van de lijfrente-activiteiten in Argentinië, het samenvoegen van ING Bank en
Postbank en de afwikkeling van Postkantoren.
Bijzondere waardeverminderingen op beleggingen zijn gepresenteerd onder Opbrengst beleggingen, wat onderdeel is van Totaal baten. In
2008 zijn de totale bijzondere waardevermindering van EUR 4,820 miljoen opgenomen in de volgende bedrijfssegmenten: EUR 4 miljoen
in Retail Banking, EUR 1.891 miljoen in ING Direct, EUR 267 miljoen in Commercial Banking, EUR 241 miljoen in Insurance Europe,
EUR 692 miljoen in Insurance Americas, EUR 223 miljoen in Insurance Asia/Pacific en EUR 1.502 miljoen in Overige.
ING Groep Jaarverslag 2009
199
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Gesegmenteerde informatie (vervolg)
Operationele segmenten
Retail
Banking
2007
Onderliggende baten:
– Bruto premieinkomen
– Netto renteresultaat
– bancaire activiteiten
– Provisiebaten
– Totale beleggings- en
overige baten
Totaal onderliggende
baten
Onderliggende lasten:
– Verzekeringtechnische lasten
– Bedrijfslasten
– Overige rentelasten
– Mutatie voorzieningen
dubieuze debiteuren
– Overige bijzondere
waardeverminderingen
Totaal onderliggende
lasten
Onderliggend resultaat
voor belasting
Belastingen
Minderheidsbelangen
Onderliggend
nettoresultaat
ING Direct
Commercial
Banking
Insurance
Europe
Insurance
Americas
Insurance
Asia/Pacific
Overige
Totaal
segmenten
10.253
19.156
9.347
46
38.802
Eliminaties
Totaal
38.802
5.378
1.591
1.932
98
1.748
1.235
978
120
3
9
9.061
4.507
–60
476
9.001
4.507
486
166
1.818
4.626
4.280
1.007
3.804
16.187
–1.838
14.349
7.455
2.196
4.801
15.355
24.414
10.474
3.862
68.557
–1.898
66.659
4.855
1.598
2.884
11.205
1.726
582
20.825
1.705
327
9.181
690
175
53
292
1.910
41.264
13.750
2.994
–1.898
41.264
13.750
1.096
1
125
125
–5
–3
–3
198
68
–142
2
5.053
1.666
2.742
13.515
22.857
10.046
2.251
58.130
–1.898
56.232
2.402
532
44
530
105
2.059
262
68
1.840
252
16
1.557
410
8
428
120
44
1.611
–229
–21
10.427
1.452
159
10.427
1.452
159
1.826
425
1.729
1.572
1.139
264
1.861
8.816
8.816
Per 31 december 2007 had het bedrijfssegment Insurance Asia/Pacific bij een conservatief betrouwbaarheidsniveau van 90%
ontoereikende voorzieningen voor verzekeringsverplichtingen. Tegenover deze ontoereikendheid staan reserves in andere segmenten die
wel toereikend zijn, waardoor op Groepsniveau de reserves toereikend zijn bij een conservatief betrouwbaarheidsniveau van 90%. Als
gevolg van de overeenkomst om ING Life Taiwan te verkopen, is de ontoereikendheid in Insurance Asia/Pacific niet langer aanwezig per
31 december 2008.
Aansluiting tussen IFRS en Onderliggende baten, lasten en nettoresultaat
2007
Baten
Lasten
Nettoresultaat
Onderliggend
66.659
56.232
8.816
Desinvesteringen
Bijzondere posten
IFRS zoals toegepast door ING Groep
9.971
–44
76.586
8.865
446
65.543
795
–370
9.241
Desinvesteringen in 2007 bestaan hoofdzakelijk uit de verkoop van NRG en de verkoop van de Belgische brokeractiviteiten.
Bijzondere posten in 2007 hebben betrekking op de reorganisatie van Oyak Bank en het samenvoegen van ING Bank en Postbank.
Rentebaten (extern) en rentelasten (extern) per divisie
2009
Rentebaten
Rentelasten
200
ING Groep Jaarverslag 2009
Retail
Banking
ING Direct
Commercial
Banking
Insurance
Europe
16.412
8.903
7.509
10.532
7.451
3.081
52.051
48.743
3.308
2.443
43
2.400
Insurance
Insurance
Americas Asia/Pacific
3.579
284
3.295
658
3
655
Overig
Totaal
1.458
3.261
–1.803
87.133
68.688
18.445
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Gesegmenteerde informatie (vervolg)
Rentebaten (extern) en rentelasten (extern) per divisie
2008
Rentebaten
Rentelasten
Retail
Banking
ING Direct
Commercial
Banking
Insurance
Europe
Insurance
Americas
Insurance
Asia/Pacific
Overig
Totaal
15.754
12.792
2.962
13.293
10.501
2.792
67.834
60.855
6.979
2.543
87
2.456
4.311
333
3.978
912
4
908
444
2.375
–1.931
105.091
86.947
18.144
Retail
Banking
ING Direct
Commercial
Banking
Insurance
Europe
Insurance
Americas
Insurance
Asia/Pacific
Overig
Totaal
15.068
12.442
2.626
12.040
9.963
2.077
49.753
43.583
6.170
3.026
85
2.941
4.603
376
4.227
975
4
971
68
2.422
–2.354
85.533
68.875
16.658
Rentebaten (extern) en rentelasten (extern) per divisie
2007
Rentebaten
Rentelasten
52 INFORMATIE OVER GEOGRAFISCHE GEBIEDEN
De zes divisies van ING Groep zijn actief in zeven belangrijke geografische gebieden: Nederland, België, Overig Europa, Noord-Amerika,
Latijns-Amerika, Azië en Australië. ING Groep is statutair gevestigd in Nederland. De bijdragen aan de baten van de geografische gebieden
zijn gebaseerd op de herkomst van inkomsten.
Een geografisch segment is een onderscheidbaar onderdeel van de Groep dat producten verkoopt of diensten verleent in een geografisch
gebied dat een van andere geografische gebieden afwijkend rendements- en risicoprofiel heeft. De geografische analyses zijn gebaseerd
op de locatie van het kantoor waar de transacties zijn geïnitieerd.
Geografische gebieden
Nederland
België
Overig
Europa
NoordAmerika
LatijnsAmerika
Azië
Australië
Overig
Eliminaties
Totaal
Totaal baten
13.165
4.569
7.658
15.222
1.210
8.322
838
–150
–3.069
47.765
Totale activa
526.248
156.059
317.312
291.658
15.671
80.594
33.889
28.871
–286.659
1.163.643
Nederland
België
Overig
Europa
NoordAmerika
LatijnsAmerika
Azië
Australië
Overig
Eliminaties
Totaal
Totaal baten
13.888
4.070
7.942
24.958
2.498
14.224
786
–513
–1.562
66.291
Totale activa
740.436
173.064
428.722
290.340
25.199
108.074
37.124
45.139
–516.435
1.331.663
Nederland
België
Overig
Europa
NoordAmerika
LatijnsAmerika
Azië
Australië
Overig
Eliminaties
Totaal
Totaal baten
16.263
5.149
7.151
27.777
3.364
14.303
1.025
3.526
–1.972
76.586
Totale activa
676.676
177.716
363.178
313.263
23.631
89.079
40.915
36.243
–408.191
1.312.510
2009
Geografische gebieden
2008
Geografische gebieden
2007
ING Groep Jaarverslag 2009
201
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op het geconsolideerd kasstroomoverzicht van ING Groep
bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven
53 NETTO KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN
Informatie over verkochte en gekochte ondernemingen is opgenomen in de toelichting 30 ‘Aankoop en verkoop van maatschappijen’.
54 RENTE EN DIVIDEND BEGREPEN IN NETTO KASSTROOM
Ontvangen en betaalde rente en dividend
Ontvangen rente
Betaalde rente
Ontvangen dividend
Betaald dividend
2009
2008
2007
89.229
–69.274
19.955
103.534
–84.061
19.473
82.707
–66.463
16.244
218
–1.030
730
–3.207
820
–3.039
55 LIQUIDITEITEN
Liquiditeiten
Kortlopend schatkistpapier
Bankiers
Liquide middelen en tegoeden bij centrale banken
Liquiditeiten eind van het jaar
2009
2008
2007
3.182
2.387
15.390
20.959
7.009
2.217
22.045
31.271
4.130
–33.347
12.406
–16.811
2009
2008
2007
2.284
2.770
1.806
898
3.182
4.239
7.009
2.324
4.130
2009
2008
2007
–12.334
14.721
2.387
–13.738
15.955
2.217
–42.154
8.807
–33.347
–71.901
28.676
–43.225
–138.527
32.492
–106.035
–124.818
40.068
–84.750
–84.235
43.397
–40.838
–152.265
48.447
–103.818
–166.972
48.875
–118.097
Kortlopend schatkistpapier begrepen in liquiditeiten
Kortlopend schatkistpapier begrepen in activa
aangehouden voor handelsdoeleinden
Kortlopend schatkistpapier begrepen in voor verkoop
beschikbare beleggingen
Bankiers
Verantwoord in liquiditeiten
– bedragen te betalen aan bankiers
– bedragen te vorderen van bankiers
Niet verantwoord in liquiditeiten
– bedragen te betalen aan bankiers
– bedragen te vorderen van bankiers
Verantwoord in de balans
– bedragen te betalen aan bankiers
– bedragen te vorderen van bankiers
Onder liquiditeiten zijn bedragen te betalen/te vorderen begrepen die op het moment van verkrijgen en looptijd hebben korter dan drie
maanden.
Het risicobeheer (inclusief liquiditeitsbeheer) is uiteengezet in de paragraaf ‘Risicobeheer’.
202
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer
Inhoud
Opbouw van de Risicoparagraaf
Risicobeheer in 2009
ING Groep
Risicobouwwerk
Financieel Risicoprofiel ING Groep
ING Bank
Risicoprofiel ING Bank
ING Bank – Kredietrisico
ING Bank – Marktrisico ING Bank – Liquiditeitsrisico
ING Verzekeringen
Risicoprofiel ING Verzekeringen
ING Verzekeringen – Marktrisico ING Verzekeringen – Verzekeringstechnisch risico
ING Verzekeringen – Kredietrisico ING Groep – niet-financiële risico’s Operationele risico’s
Compliancerisico
Modeltoelichtingen
204
208
208
210
215
215
216
222
231
233
234
235
238
240
242
242
245
249
ING Groep Jaarverslag 2009
203
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer
bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven
Risicobeheer in 2009
RISICOBEHEER IN 2009
Het nemen van afgewogen risico’s vormt onderdeel van de bedrijfsvoering van ING. Als financiële dienstverlener in bankieren, beleggen,
levensverzekeringen en pensioenen ziet ING zich geconfronteerd met diverse risico’s. Om zeker te stellen dat die risico’s weloverwogen
worden genomen, heeft ING de risicobeheeractiviteiten in de dagelijkse bedrijfsactiviteiten en de strategische planning geïntegreerd.
Ter ondersteuning formuleert Risk Management de risicotolerantie, de risicostrategieën, het risicobeleid en de risicolimieten. De afdeling
verzorgt evaluaties, toezicht en ondersteuning voor risicoaangelegenheden voor de hele Groep. De belangrijkste financiële risico’s waaraan
ING Groep blootgesteld is zijn kredietrisico (inclusief transferrisico), marktrisico (inclusief rente-, aandelen-, vastgoed- en valutarisico),
verzekeringstechnisch risico en liquiditeitsrisico. Daarnaast ziet ING Groep zich geconfronteerd met niet-financiële risico’s. Hieronder
vallen onder meer het operationele risico en het compliancerisico. De manier waarop ING Groep het beheer van deze risico’s op dagbasis
verzorgt, is het onderwerp van deze risicoparagraaf.
Ook in 2009 lag de nadruk weer op risicovermindering en schuldafbouw. Desondanks zijn er ook diverse methodologie updates
gerealiseerd, en gebaseerd op de ervaring van de voorgaande twee jaar was stresstesting daarin een belangrijk zwaartepunt. Naast de
reguliere stresstesten zijn ook voor de planning op de middellange termijn stresstesten gebruikt. Verder wordt het economisch kapitaalmodel voor kredietrisico geactualiseerd en meer afgestemd op het wettelijk vereiste kapitaal raamwerk, wat diversificatievoordelen uitsluit.
Het aangepaste model wordt in 2010 geïmplementeerd. Ook voor de risicotolerantie is het kader herzien en beter afgestemd op de
streefdoelen voor de kapitaalratio’s. Tot slot was de meest opvallende wijziging in het risicobouwwerk in 2009 de oprichting van het Risk
Committee. Het Risk committee is een subcommissie van de Raad van Commissarissen, en houdt zich speciaal bezig met zaken als het
risicobouwwerk, het algehele risicobeleid en het vaststellen van risicotolerantie.
MARKTONTWIKKELINGEN IN 2009
Na de crisis van 2008 zijn de financiële markten in 2009 aanzienlijk verbeterd, met uitzondering van direct en indirect onroerend goed
beleggingen. De volatiliteit werd fors minder: eind 2009 was het volatiliteitsniveau weer vergelijkbaar met de eerste helft van 2008. Van
de meeste belangrijke vermogenscategorieën herstelden ook de koersen over de hele wereld sterk. Aandelenmarkten boekten forse
terreinwinst: de S&P 500 steeg op jaarbasis met 23% en de AEX met 36%. De vastgoedprijzen stonden daarentegen nog altijd onder
druk: ultimo 2009 lag de belangrijkste vastgoedindex van de Verenigde Staten, de S&P Case-Shiller, 3% lager dan eind 2008. In december
2009 was de prijsindex van Nederlandse koopwoningen, zoals gerapporteerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het
Kadaster, 5.3% lager dan in december 2008. Deze afname had betrekking op alle typen koopwoningen en alle Nederlandse provincies.
Daarnaast, na de vergroting van de creditspreads in 2008, was in 2009 weer sprake van een daling van de spreads in de financiële sector
en het bedrijfsleven, zowel in de Verenigde Staten als in Europa. In deze beide regio’s is de korte rente in de loop van 2009 verder gedaald,
met uitzondering van 3-maands Amerikaans schatkistpapier, dat op een niveau net boven nul bleef. Lange termijn rente percentages
stegen in de Verenigde Staten maar nam in Europa licht af ten opzichte van eind 2008.
Risicovermindering
Vooruitlopend op een verdere neerwaartse ontwikkeling van de markten in 2009 heeft ING aanvullende maatregelen getroffen om het
risico in alle belangrijke vermogenscategorieën te verminderen. Het proces van risicoafbouw dat in 2008 was ingezet, is in 2009 verder
voortgezet en versneld. Ten tweede is door de afbouw van de schuldpositie het risico verlaagd in de vorm van een balansverkorting. Met
het Back to Basics-initiatief is het risico nog verder verminderd: activiteiten werden verkocht en de nadruk kwam steeds duidelijker op de
kernactiviteiten en -markten van ING te liggen.
De verkortingsinspanningen voor de balans van het bankbedrijf zijn al in 2008 ingezet (EUR 41 miljard), maar in de loop van 2009 is de
balans nog verder ingekort met EUR 153 miljard. Het streefdoel van EUR 108 miljard is daarmee gehaald. De balansverkorting was ook
duidelijk zichtbaar is de ‘beschikbaar voor verkoop’-portefeuille, die in 2009 EUR 45 miljard lager werd. De verlaging is gerealiseerd door
aflopende obligatieleningen en vervroegde aflossingen, maar ook door diverse herrubriceringen naar de categorieën Bankiers en
Kredieten. Van de ‘beschikbaar voor verkoop’-positie van ING Bank onderging EUR 22,8 miljard een herrubricering naar leningen en
voorschotten. Daarvan houdt EUR 13,3 miljard verband met ABS-effecten en EUR 9,5 miljard met posities in gedekte obligatieleningen.
De herrubricering is in januari 2009 uitgevoerd. In January 2009 zijn ING en de Nederlandse staat de steunfaciliteit voor illiquide activa
aangegaan. Deze overeenkomst heeft geresulteerd in het feit dat een EUR 15,2 miljard van de ‘beschikbaar voor verkoop’ positie niet
meer in de balans hoefde te worden opgenomen. In het begin van het tweede kwartaal heeft ING verzekeringen EUR 6,1 miljard
geherrubriceerd van ‘beschikbaar voor verkoop’ categorie naar de categorie Kredieten.
Van ING Direct is de beleggingsportefeuille verlaagd en is de nadruk verschoven naar zelf verstrekte activa. Behalve dat de
herwaarderingsreserve in 2009 aanzienlijk is verbeterd, is ING ook minder gevoelig geworden voor veranderingen in de
herwaarderingsreserve. Door de combinatie van balansverkorting en verbetering van het IFRS-vermogen is de hefboom verbeterd
van 35,3 op 31 december 2008 tot 27,8 op 31 december 2009.
De nadruk lag in 2009 daarnaast op het bedwingen van de naar risico gewogen activa. Veranderingen in de kredietkwaliteit (‘credit
migration’) door verlaging van de kredietbeoordeling van tegenpartijen zorgden voor hogere risicowegingen en vereisten daardoor
meer wettelijk kapitaal. Om die toename van de naar risico gewogen activa in te perken, heeft ING diverse stappen ondernomen ter
terugdringing van de risico’s. Een eerste, zeer belangrijke stap was de steunfaciliteit voor illiquide activa waarover ING en de Nederlandse
Staat het begin 2009 eens werden. Die steunfaciliteit betreft de Alt-A woninghypotheekportefeuille (Alt-A RMBS) van ING. De
Nederlandse Staat is door de transactie economisch eigenaar geworden van 80% van de Alt-A RMBS-portefeuille. De transactie is
aangegaan voor 90% van de nominale waarde ultimo 2008 (op dat moment circa EUR 30 miljard). ING blijft voor 20% blootgesteld aan
204
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
Risicobeheer in 2009
het resultaat van de Alt-A RMBS-portefeuilles en blijft tevens juridisch eigenaar van de effecten (100%). Als zodanig heeft de transactie
de onzekerheid van de invloed van mogelijke toekomstige verliezen ingrijpend verlaagd. Als gevolg van de steunfaciliteit wordt 80%
van de Alt-A RMBS portefeuille onder IFRS niet langer in de portefeuille opgenomen. In verband hiermee is 80% van de negatieve
herwaarderingsreserve voor de effecten teruggenomen en steeg het eigen vermogen met EUR 4,6 miljard. De naar risico gewogen
activa zijn hierdoor eveneens met circa EUR 13 miljard gedaald.
De ‘migratie’ in de naar risico gewogen activa is mede gerealiseerd door middel van de verdere verlaging van de RMBS-portefeuille,
bijvoorbeeld door de verkoop van Amerikaanse ‘prime’ RMBS in het vierde kwartaal van 2009. ING Direct heeft 27 van die kwalitatief
hoogwaardige RMBS van de hand gedaan, tegen een geamortiseerde kostprijs van EUR 0,8 miljard. Op de verkoop is een verlies voor
belastingen van EUR 83 miljoen genomen. De resterende Amerikaanse ‘prime’ RMBS-portefeuille van ING Direct heeft op dit moment een
marktwaarde van EUR 0,9 miljard en heeft een investmentgrade rating voor de volle 100% van de portefeuille. Door deze acties en ander
managementingrijpen zijn de naar risico gewogen activa in 2009 met EUR 11 miljard teruggedrongen, van EUR 343 miljard ultimo 2008
tot EUR 332 miljard ultimo 2009.
In 2009 heeft ING, bij de productie van nieuwe hypotheken, een reductie doorgevoerd in het aandeel van hypotheken waarbij de
schuldberekeningsmethode niet standaard is of hypotheken die een hoge leningwaarde ten opzichte van onderliggende waard (loan to
value; LTV) hebben.
ING heeft in 2009 de risico’s verder uit het productaanbod verwijderd, onder meer door het herontwerpen van producten en het
verwijderen van producten uit het productaanbod in overeenstemming met Back to Basics. Dat herontwerpen van producten betrof met
name lijfrentes met variabele uitkeringen in Amerika en Europa en is in fasen uitgevoerd op basis van lagere risico’s en een duurzamer
product. In Japan zijn bepaalde koopsompolissen met garanties uit het aanbod gehaald.
ING heeft daarnaast ook de beursgenoteerde aandelenpositie van ING Verzekeringen afgedekt met put opties op de Eurostoxx 50.
Het afgedekte bedrag was ultimo 2009 EUR 3,0 miljard nominaal, ten dele via een collar-structuur.
In het onderdeel Aanvullende informatie van het jaarverslag is uitgebreidere informatie te vinden over de risicofactoren waarmee ING
en de financiële sector zich geconfronteerd zien.
Effect van de financiële crisis
Effect op onder druk staande beleggingscategorieën
Diverse markten verkeerden ook in 2009 nog in de problemen, waardoor ING te maken kreeg met negatieve herwaarderingen op de
beleggingsportefeuille, die tevens hun weerslag hadden op het eigen vermogen. Verder werd ING Groep geconfronteerd met bijzondere
waardeverminderingen, veranderingen in de reële waarde en handelsverliezen die direct ten laste van de winst-en-verliesrekening
kwamen.
In onderstaande tabel worden de posities, de negatieve herwaarderingen en verliezen geïllustreerd die in 2009 op de onder druk staande
activa zijn genomen, zoals Amerikaanse subprime en Alt-A Residential Mortgage-Backed Securities (RMBS), Collateralised Debt Obligations
(CDO’s), Collateralised Loan Obligations (CLO’s) en Commerciële Mortgage Backed Securities (CMBS).
Amerikaanse subprime RMBS, Alt-A RMBS, CDO- en CLO-posities, CMBS, herwaarderingen en verliezen
31 december 2009
Amerikaans subprime RMBS
Amerikaans Alt-A RMBS
CDO’s/CLO’s
CMBS
Totaal
Marktwaarde
Herwaardering
via het eigen
vermogen (voor
belastingen)
Mutatie in 2009
Waarde
vermindering via
winst-en-verliesrekening (voor
belastingen)
Overige
veranderingen
Marktwaarde
Herwaardering
via het eigen
vermogen (voor
belastingen)
1.428
2.964
4.087
7.711
16.190
335
7.235
225
1.176
8.971
–350
–1.405
133
–25
–1.647
–335
–21.713
260
–1.179
–22.967
1.778
18.847
3.469
7.739
31.833
–1.146
–7.474
–352
–3.010
–11.982
31 december 2008
• De totale positie van ING Groep van EUR 1,4 miljard in Amerikaanse subprimeleningen betreft niet zelf verstrekte leningen, maar
beleggingen in RMBS. Deze positie vertegenwoordigt 0,1% van de totale activa. Per jaarultimo had 50% van de Amerikaanse
subprimeportefeuille van ING een rating van A of hoger. ING Groep verstrekt zelf geen subprimehypotheken. Het overgrote deel
van alle (woning)hypotheekeffecten (MBS) betreft (woning)hypotheken die niet tot het subprimesegment behoren.
• De totale Alt-A positie van ING Groep bedroeg per 31 december 2009 EUR 3,0 miljard. Van deze portefeuille had circa 32% een rating
van A of beter. De Alt-A beleggingen beschikbaar voor verkoop van ING worden tegen de reële waarde in de balans opgenomen. Het
omvangrijke bedrag aan negatieve herwaarderingen en bijzondere waardeverminderingen (voor belastingen) op deze portefeuille is
hoofdzakelijk toe te schrijven aan markten die in 2009 weinig liquide zijn gebleven. De aanzienlijke verlaging van de positie onder
‘Overige wijzigingen’ was hoofdzakelijk te danken aan de steunfaciliteit voor illiquide activa. Het substantiële bedrag van negatieve
herwaarderingen door eigen vermogen is hoofdzakelijk het resultaat van afnemende marktwaarde in markten die niet liquide zijn.
Onder de geldende boekhoudstandaard worden bijzondere waardeverminderingen op schuldpapier slechts teweeg gebracht door
ING Groep Jaarverslag 2009
205
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
Risicobeheer in 2009
kredietgebeurtenissen. Op het moment dat een bijzondere waardevermindering genomen moet worden, moet de volledige
ongerealiseerde herwaardering voor de desbetreffende waardepapieren (inclusief het deel veroorzaakt doordat de markt niet liquide is)
worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Het bedrag aan bijzondere waardeverminderingen is hoofdzakelijk een weergave
van het niet liquide zijn van de markt en krediet gebeurtenissen die plaatsgevonden hebben.
• De nettobeleggingen in CDO’s/CLO’s besloegen 0,4% van het balanstotaal per jaarultimo 2009. De overgrote meerderheid van de
CDO’s/CLO’s heeft investmentgrade bedrijfsobligaties als onderliggend instrument. Overige wijzigingen bevat aankopen en verkopen
van CDO’s/CLO’s en valuta-effecten.
• De CMBS portefeuille had een marktwaarde van EUR 7,7 miljard op 31 december 2009. De huidige reële waarde is 81% van de
oorspronkelijke aanschafprijs. Verbeteringen in de portefeuille waren hoofdzakelijk zichtbaar in de ‘super senior’ en AAA lagen,
desalniettemin heeft ING toch EUR 25 miljoen aan bijzondere waardeverminderingen op de CMBS portefeuille moeten boeken
gedurende 2009.
Van de EUR 16,2 miljard aan beleggingen in Amerikaans subprime RMBS, Amerikaans Alt-A RMBS en CDO’s/CLO’s wordt voor EUR 12,6
miljard de waardebepaling gedaan op basis van reële waarde (waarvan de herwaardering wordt verantwoord in het eigen vermogen
behalve bijzondere waardeverminderingen op deze transacties die verantwoord worden in de winst-en-verliesrekening). Voor de reële
waarde van Amerikaanse subprime RMBS, Amerikaanse Alt-A RMBS, CDO’s/CLO’s en CMBS per 31 december 2009, zoals in de tabel
hieronder weergegeven, werd de volgende uitsplitsing gebruikt:
Niveau 1 – Prijsnoteringen in actieve markten
Niveau 2 – Waarderingsmethode op basis van waarneembare informatie
Niveau 3 – Waarderingsmethode op basis van niet waarneembare informatie
Een analyse van de gehanteerde methode voor de bepaling van de reële waarde van financiële activa en verplichtingen is te vinden
in de toelichting op de jaarrekening, toelichting 34 ‘Reële waarden van financiële activa en passiva’.
Reële waarde Amerikaanse subprime RMBS, Alt-A RMBS, CDO’s/CLO’s en CMBS
2009
Amerikaans subprime RMBS
Amerikaans Alt-A RMBS
CDO’s/CLO’s
CMBS
Totaal
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Totaal
2.509
123
2.632
16
2.308
454
5.074
7.852
1.412
656
54
18
2.140
1.428
2.964
3.017
5.215
12.624
Reële waarde Amerikaanse subprime RMBS, Alt-A RMBS, CDO’s/CLO’s en CMBS
2008
Amerikaans subprime RMBS
Amerikaans Alt-A RMBS
CDO’s/CLO’s
CMBS
Totaal
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Totaal
20
26
244
162
2.050
2.482
1.732
18.244
34
42
20.052
1.778
18.488
3.469
7.112
30.847
3.273
5.020
8.313
Effect op vastgoed
Ultimo 2009 bedroeg de totale positie van ING Groep in vastgoed EUR 13,1 miljard (2008: EUR 15,5 miljard), waarvan EUR 7,7 miljard
(2008: EUR 9,8 miljard) in de accounting categorie ‘Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat’. In 2009
verantwoordde ING EUR 2.156 miljoen aan negatieve herwaarderingen en bijzondere waardeverminderingen (voor belastingen). De
vastgoedportefeuille van ING heeft een hoge bezettingsgraad en is gespreid over sectoren en regio’s maar ondervond duidelijk negatieve
gevolgen van de voortdurend ongunstige vastgoedmarkten over de hele wereld.
Effect op aandelen – beschikbaar voor verkoop
De directe aandelenpositie op 31 december 2009 was EUR 6,5 miljard (beursgenoteerd) en EUR 2,4 miljard (niet-beursgenoteerd). In 2009
heeft ING EUR 409 miljoen aan waardeverminderingen (voor belastingen) verantwoord op deze directe publieke aandelenpositie. ING gaat
in het algemeen over tot afwaardering van een beursgenoteerde aandelenbelegging op basis van twee vuistregels: als de reële waarde
minder dan 75% van de kostprijs bedraagt of als de koers zich langer dan zes maanden onder de kostprijs bevindt.
Effect op tegenpartijrisico
In 2009 is het effect op tegenpartijen hoofdzakelijk beperkt gebleven tot de ondergang van DSB Bank. Die bank viel onder het
Nederlandse deposito garantiestelsel, wat betekent dat van ING als één van de deelnemers aan het stelsel een bijdrage wordt verlangd ter
dekking van de vorderingen van depositohouders. Uit hoofde van dat garantiestelsel zijn deposito’s tot EUR 100.000 per persoon, voldoen
aan de eisen van het deposito garantiestelsel, gegarandeerd.
206
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
Risicobeheer in 2009
Effect op monolines
ING heeft een blootstelling van EUR 1,1 miljard naar monolines per eindejaar 2009 (2008: EUR 2,2 miljard). Deze positie is gedurende het
jaar afgenomen, hoofdzakelijk door verkopen.
Effect op liquiditeitsprofiel
Door de financiële crisis werd liquiditeit schaars en centrale banken over de hele wereld voorzagen in kapitaal om te voorkomen dat de
interbancaire markt op slot zou gaan. Gedurende het jaar bleef de liquiditeitspositie van ING binnen de intern gestelde limieten. ING Bank
heeft een gunstig financieringsprofiel omdat het overgrote deel van de financiering afkomstig is van door klanten toevertrouwde
middelen.
Effect op de kredietvoorzieningen
De leningenportefeuille van ING bevat hoofdzakelijk bedrijfsleningen en woninghypotheken. De leningenportefeuille blijft goed presteren
ondanks een stijging in de kredietvoorzieningen gedurende het jaar. De aanvullingen voor de kredietvoorzieningen van ING Bank waren
EUR 2.973 miljoen of 102 basispunten ten opzichte van de gemiddelde risicogewogen activa voor kredietrisico. Dit in vergelijking met een
toename in de voorzieningen van EUR 1.280 miljoenn of 48 basispunten in 2008. Gedurende het eerste half jaar van 2009 werd het
grootste deel van de toename zichtbaar bij het Commercial Banking bedrijfsonderdeel, met name in de Structured Finance en vastgoed
portefeuilles. Gedurende de tweede helft van 2009 werden de toevoegingen aan de voorzieningen voor Commercial Banking minder
door een afname van het aantal incidenten en het sluiten van een aantal herstructureringen. De toename in kredietvoorzieningen was
hoofdzakelijk het gevolg van de problemen in het midden-en-klein bedrijf in de thuismarkten van ING, te weten Nederland en België. De
toename in kredietvoorzieningen in de hypotheekportefeuille in de thuismarkten was gematigd aangezien er in 2009 geen materiële
toename was in betalingsachterstanden en het niveau van ingebrekeblijvingen. De toename in kredietvoorzieningen voor ING Direct werd
met name veroorzaakt door de huizenmarkt in de Verenigde Staten.
Veranderingen in wet- en regelgeving
Na de crisis op de financiële markten gedurende de afgelopen paar jaar en de noodzaak voor overheidssteun aan financiële instellingen
worden die instellingen veel nauwlettender in de gaten gehouden door toezichthouders en het grote publiek. In 2009 zijn diverse
voorstellen gedaan voor wijzigingen in de regels voor financiële instellingen. De bedoeling van die herziene regels is dat deze een
toekomstige crisis in het financiële stelsel helpen voorkomen. De belangrijkste speerpunten zijn:
• Strakkere afstemming van de genomen risico’s op de kapitaalpositie van de financiële instellingen (herzien Basel II voor banken).
In de voorgestelde herziening van Basel II wordt de definitie van kernkapitaal en tier 1-kapitaal minder ruim en komt er een nieuwe
definitie voor de schuldhefboom of ‘leverage ratio’ die onderdeel gaat vormen van pijler 1 van het Basel II-raamwerk. De Basel II
commissie heeft ook een voorstel voor nieuwe liquiditeitsvereisten uitgegeven.
• Naast de bovengenoemde voorstel, is een ander doel het verminderen van ‘procycliciteit’, om te vermijden dat banken in slechte tijden –
en wanneer het kapitaal schaars is – hun kapitaal moeten verhogen. Ten slotte is er het voorstel voor een extra kapitaalvereiste voor
kredietrisico uit hoofde van tegenpartijen.
• De Basel II-voorstellen bevinden zich nog in de consultatiefase. De feitelijke benchmarks en limieten worden pas na een serie
kwantitatieve impact studies nader gespecificeerd.
• Onafhankelijk van, maar in lijn met het voorstel voor het herzien van Basel II, worden lokale toezichthouders strenger op het maximale
krediet risico dat bankonderdelen en -dochters mogen nemen richting hun moedermaatschappij. Dit leidt tot een nieuw fenomeen
van zogenoemde afgesloten liquiditeitsbronnen, te weten onbenut liquiditeit in een land kan niet (ongedekt) worden overgedragen
aan een centrale beheerder in een ander land.
• Solvabiliteit II: In 2009 is de richtlijn Solvabiliteit II officieel goedgekeurd door de Europese Commissie en het Europees Parlement.
Lidstaten moeten de nieuwe richtlijn uiterlijk 31 oktober 2012 in nationale wetgeving hebben omgezet. ING heeft zich altijd een sterk
voorstander betoond van het Solvabiliteit II initiatief, een economisch, op risico gebaseerd solvabiliteitsstelsel naar algemeen aanvaarde
uitgangspunten, empirische inzichten en de economische realiteit op de financiële markten. De maatregelen voor de wettelijke invoering
worden op dit moment nader uitgewerkt. In de branche zijn echter ernstige twijfels gerezen over diverse aspecten van de voorstellen
zoals die er nu liggen, aspecten die nadelig zijn voor de consument , de sector en de Europese economie. ING werkt actief samen met
alle belanghebbenden aan pragmatische oplossingen waardoor Solvabiliteit II aan de oorspronkelijke intenties kan voldoen.
Op de navolgende pagina’s wordt een overzicht gegeven van het risicobouwwerk en het risicoprofiel vanuit het perspectief van de Groep.
Daarna wordt gedetailleerder ingegaan op de diverse risico’s, onderverdeeld naar kredietrisico, marktrisico, liquiditeitsrisico,
verzekeringsrisico, operationeel risico en compliancerisico voor zowel ING Bank als ING Verzekeringen. De paragraaf wordt afgesloten
met modeltoelichtingen voor Earnings at Risk (EaR), Capital at Risk (CaR) en economisch kapitaal.
ING Groep Jaarverslag 2009
207
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Groep
ING GROeP
Om zeker te stellen dat risico’s in de gehele organisatie weloverwogen worden genomen, opereert ING Groep door middel van een
allesomvattend raamwerk van risicobeheer. De risico’s worden hiermee op alle niveaus van de organisatie gesignaleerd, gemeten en
beheerst, zodat de financiële positie van ING Groep gewaarborgd is.
De risicobeheerfunctie van ING Groep heeft als missie het creëren van duurzaam concurrentievoordeel door het volledig integreren van
risicobeheer in de dagelijkse bedrijfsactiviteiten en de strategische planning. Deze missie is volledig verankerd in de bedrijfsprocessen van
ING Groep.
Aan deze missie liggen de volgende uitgangspunten ten grondslag:
• Producten en portefeuilles worden op de juiste manier gestructureerd, geaccepteerd, geprijsd, goedgekeurd en beheerd en de naleving
van interne en externe regels en richtlijnen wordt bewaakt;
• Het risicoprofiel van ING Groep is transparant, levert geen verrassingen op en is in overeenstemming met gedelegeerde bevoegdheden;
• Gedelegeerde bevoegdheden komen overeen met de algehele strategie en risicotolerantie van de Groep;
• Over risicobeheer en waardecreatie wordt open gecommuniceerd naar zowel interne als externe belanghebbenden.
RISICOBOUWWERK
Het risicobouwwerk van ING is gebaseerd op het concept van de ‘drie verdedigingslinies’ dat ervoor zorgt dat risico’s beheerd worden in
overeenstemming met de risicotolerantie gedefinieerd door de Raad van Bestuur (en goedgekeurd door de Raad van Commissarissen). Dat
concept wordt in de gehele Groep gehanteerd en voorziet in een duidelijke verdeling van de verantwoordelijkheden voor ‘eigendom’ en
beheer van risico, waardoor overlappingen en/of gaten in het risicobouwwerk worden vermeden. Het management van de divisies en
managers op lokaal en regioniveau hebben de primaire verantwoordelijkheid voor de beheersing van de dagelijkse risico’s; zij vormen de
eerste verdedigingslinie. De tweede verdedigingslinie wordt op lokaal, Regio- en Groepsniveau gevormd door de risicobeheerfunctie, die
als primaire taak heeft om het nemen van risico af te stemmen op de strategische planning (bijvoorbeeld door het stellen van limieten).
Risicobeheerders binnen de divisies hebben een functionele rapportagelijn naar de hoofden van Corporate Risk, zoals hierna beschreven.
De interne Audit-afdeling verzorgt een voortdurende, onafhankelijke (dat wil zeggen, buiten de risico-organisatie) en objectieve
beoordeling van de effectiviteit van de interne controles, inclusief financieel en operationeel risicobeheer, en vormt daarmee de
derde verdedigingslinie.
Groepsrisicobeheerfunctie
De risicobeheerfunctie is verankerd in alle organisatieniveaus van de organisatie van ING Groep.
Chief Risk Officer
De Chief Risk Officer (CRO), die lid is van de Raad van Bestuur, is de eerstverantwoordelijke persoon voor de Groepsrisicobeheerfunctie. De
CRO is eindverantwoordelijk voor het risicobeheer en de risicobeheersing op geconsolideerd niveau om zeker te stellen dat het risicoprofiel
van ING Groep overeenstemt met de financiële middelen en de door de Raad van Bestuur vastgestelde risicotolerantie. De CRO is tevens
verantwoordelijk voor de inrichting en handhaving van een solide organisatiebasis voor risicobeheer in de hele organisatie.
Groepsrisicobeheerorganisatie
In het volgende diagram worden de functionele rapportagelijnen binnen de Groepsrisicobeheerorganisatie weergegeven.
Chief Risk Officer
Corporate Credit
Risk Management
(Bank & Verzekeringen)
Corporate Market
Risk Management
(Bank)
Corporate Insurance
Risk Management
(Verzekeringen)
Corporate Operational
Risk Management
(Bank & Verzekeringen)
Group Compliance
Risk Management
(Bank & Verzekeringen)
De risico-organisatie functioneert onafhankelijk van de divisies en is onderverdeeld in vijf risicoafdelingen:
• Corporate Credit Risk Management (CCRM) is verantwoordelijk voor het kredietrisicobeheer van ING Bank en ING Verzekeringen;
• Corporate Market Risk Management (CMRM) is verantwoordelijk voor het beheer van marktrisico en liquiditeitsrisico van ING Bank;
• Corporate Insurance Risk Management (CIRM) is verantwoordelijk voor het beheer van verzekeringsrisico, marktrisico en liquiditeitsrisico
van ING Verzekeringen;
• Corporate Operational Risk Management (CORM) is verantwoordelijk voor het operationele risicobeheer binnen ING Bank en ING
Verzekeringen;
• Group Compliance Risk Management (GCRM) is verantwoordelijk voor (i) het signaleren, beoordelen, bewaken en rapporteren van de
compliancerisico’s waarvoor ING zich gesteld ziet, (ii) het ondersteunen en adviseren van het management over de uitvoering van hun
nalevingsverantwoordelijkheden en (iii) het adviseren van medewerkers over hun (persoonlijke) nalevingsverplichtingen.
208
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Groep
De hoofden van deze afdelingen (de directeuren Corporate Risk) rapporteren aan de CRO en dragen directe verantwoordelijkheid voor
(het verkleinen van) risico’s en risicobeheersing op Groepsniveau. De directeuren Corporate Risk en de CRO zijn verantwoordelijk voor de
harmonisering en standaardisatie van het risicobeheer.
Verder rapporteren twee stafafdelingen direct aan de CRO:
• De afdeling Risk Integration & Analytics is verantwoordelijk voor de aggregatieprocessen van de risico’s onderling en voor de voorziening
van Groepsbrede risico-informatie aan de CRO en de Raad van Bestuur;
• De afdeling Model Validation. De afdeling voert periodiek validaties uit op alle door ING gebruikte risicomodellen. Om zeker te stellen
dat deze afdeling onafhankelijk opereert van de bedrijfsactiviteiten en de andere risicoafdelingen rapporteert het afdelingshoofd direct
aan de CRO.
Risicocomités op Groepsniveau
De hieronder beschreven risicocomités op Groepsniveau maken eveneens deel uit van de tweede verdedigingslinie. Zij functioneren binnen
de grenzen van het algehele risicobeleid en de door de Raad van Bestuur gedelegeerde bevoegdheden en hebben een adviserende rol
richting de CRO. Om een nauwe aansluiting tussen de zakelijke divisies en de risicobeheerfunctie te waarborgen, zijn de hoofden van de
zakelijke divisies en de directeuren Corporate Risk in elk comité vertegenwoordigd (met uitzondering van het Operational and Residual Risk
Committee, waarin de zakelijke divisies niet zijn vertegenwoordigd).
• ING Groep Krediet Comité Beleid (GCCP): overlegt over en accordeert beleid, methoden en procedures ten behoeve van krediet-,
landen- en reputatierisico’s binnen ING Groep. Het GCCP komt maandelijks bijeen;
• ING Groep Krediet Comité Transactie Goedkeuring (GCCTA): overlegt over en accordeert transacties voor het aangaan van kredietrisico
(inclusief het kredietrisico met betrekking tot de beleggingsportefeuille). Het GCCTA komt tweemaal per week bijeen;
• ING Groep Investment Committee (GIC): overlegt over en accordeert beleggingsvoorstellen voor ING Real Estate. Het GIC komt
maandelijks bijeen;
• Asset and Liability Committee ING Bank (ALCO Bank): overlegt over en accordeert het totale risicoprofiel van alle marktrisico’s van
Commercial Banking, Retail Banking en ING Direct. Het ALCO Bank bepaalt het beleid ten aanzien van de financiering, liquiditeit,
rentemismatch en solvabiliteit van ING Bank. Het ALCO Bank komt maandelijks bijeen;
• Asset and Liability Committee ING Insurance (ALCO Insurance): overlegt over en accordeert alle risico’s verbonden met de
verzekeringsactiviteiten van ING, waaronder volatiliteit (dat gevolgen heeft voor de baten en waardering), financiële risico’s (vereist
kapitaal en marktrisico) en verzekeringstechnische risico’s. Het ALCO Insurance komt tien keer per jaar bijeen;
• Operational and Residual Risk Committee (ORRC): overlegt over en accordeert zaken aangaande methoden, modellen en parameters
met betrekking tot operationeel risico, bedrijfsrisico in het bankbedrijf, diversificatie tussen risico’s onderling en consistentie tussen
risicotypes en bedrijfsonderdelen. Het ORRC komt ten minste twee maal per jaar bijeen.
Aanvullend fungeert het Finance and Risk Committee (F&RC) als platform voor de CRO en CFO, en de stafmedewerkers die direct aan hen
rapporteren, om te overleggen en te besluiten over kwesties met raakvlakken op beide terreinen van financiën en risico. Naar aanleiding
van het Back to Basics-initiatief in april 2009 is het Finance & Risk Committee opgedeeld in F&RC Bank en F&RC Insurance, in
overeenstemming met de gescheiden managementstrategie voor het bank- en verzekeringsbedrijf. Er wordt ten minste éénmaal per
kwartaal op Groepsniveau een bijeenkomst van F&RC georganiseerd, dat zich buigt over zaken die specifiek de Groep aangaan.
ING Groep maakt bij haar besluitvorming gebruik van risicobeoordelingen en -meting. Om deze reden is de kwaliteit van de gehanteerde
risicomodellen belangrijk. Door het beleidsproces voor de goedkeuring van risicomodellen en methoden, en de bepaling van parameters
wordt via een duidelijke toewijzing verantwoordelijkheid voldaan aan de eisen van de bedrijfsonderdelen en de toezichthouder.
Risicotoezicht op bestuursniveau
ING Groep is een structuurvennootschap met een Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen. Beide raden spelen een belangrijke
rol in het beheren en bewaken van het risicobeheerkader. Op het hoogste niveau van de ING-organisatie houden bestuurscommissies
toezicht op het nemen van risico, en tevens vormen deze comités het hoogste beslissingsniveau met betrekking tot het nemen van risico’s.
• De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de beheersing van de risico’s die voortvloeien uit de activiteiten van ING Groep. De Raad
van Bestuur ziet onder meer toe op de effectiviteit van de interne risicobeheer- en controlesystemen en de naleving van de van
toepassing zijnde wet- en regelgeving door ING Groep. De Raad van Bestuur brengt regelmatig verslag uit over deze aangelegenheden
en overlegt over de interne risicobeheer- en controlesystemen met de Raad van Commissarissen. De Raad van Bestuur bespreekt ieder
kwartaal het risicoprofiel in verhouding tot de risicotolerantie van de Groep met het Audit Committee en licht eventuele wijzigingen in
het risicoprofiel toe.
• De raad van Commissarissen is verantwoordelijk voor het toezicht op het beleid van de Raad van Bestuur, de algehele gang van zaken
binnen het bedrijf en de daarmee samenhangende bedrijfsactiviteiten (inclusief de financiële beleidsbepaling en de bedrijfsstructuur). De
raad van Commissarissen heeft meerderen subcommissies gerelateerd aan specifieke onderwerpen. Van deze subcommissies zijn er
twee relevant voor de risicobeheerfunctie en risico rapportages, te weten:
• Het Audit Committee, welke de Raad van Commissarissen assisteert bij de evaluatie en beoordeling van de belangrijkste risicoposities
en de werking van de interne risicobeheer- en controlesystemen, evenals beleid en procedures met betrekking tot het naleven van
relevante wet- en regelgeving.
ING Groep Jaarverslag 2009
209
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Groep
• Het Risk Committee, welke de Raad van Commissarissen assisteert bij zaken gerelateerd aan het risicobouwwerk, het risicobeleid en
het vaststellen van risicotolerantie. De commissie is in 2009 in het leven geroepen en brengt verslag uit aan de Raad van
Commissarissen over de belangrijkste risicoaangelegenheden binnen de Groep.
Lidmaatschap van het Commissies is zodanig georganiseerd dat specifieke zakelijke kennis en ervaring gerelateerd aan de activiteiten van
ING en aan het onderwerp van de commissies. De vergaderingen van het Audit Committee en het Risk Committee worden bijgewoond
door de CRO.
De CRO houdt de raden op de hoogte en ziet erop toe dat de risicopositie van ING Groep hen te allen tijde duidelijk is. Elk kwartaal
informeert de CRO de bestuurscommissies over de risicotolerantieniveaus van ING en het risicoprofiel van ING Groep. Daarnaast krijgen de
bestuurscommissies van de CRO de laatste ontwikkelingen te horen met betrekking tot intern en extern risico, waarbij de CRO zekerstelt
dat de bestuurscommissies specifieke risicoconcepten begrijpen.
ING heeft risicobeheer in het jaarlijkse strategische planningsproces geïntegreerd. In dit proces worden de strategische doelstellingen, de
bedrijfsstrategieën en de middelen van de hele ING Groep op elkaar afgestemd. Het proces begint met een Planning Letter van de Raad
van Bestuur waarin de organisatie op de hoogte wordt gesteld van de Groepsstrategie en de belangrijkste risicopunten. Op basis van die
Planning Letter stellen de divisies en bedrijfsonderdelen hun bedrijfsplan op in overeenstemming met de groepsstrategie. Het proces
bestaat daarnaast uit een kwalitatieve en kwantitatieve beoordeling van de bijkomende risico’s bij de plannen. Een expliciete discussie van
de strategische limieten en risicotolerantieniveaus van de Groep behoort tot dat proces. Op elk niveau worden strategieën en maatstaven
vastgesteld aan de hand waarvan het succes van de realisatie van de doelstellingen wordt gemeten. Deze moeten ervoor zorgen dat
volgens het strategische plan wordt gehandeld. Op basis van de plannen van de divisies en bedrijfsonderdelen formuleert de Raad van
Bestuur het Groep Strategisch Plan dat ter goedkeuring aan de Raad van Commissarissen wordt voorgelegd.
Groepsrisicobeleid
ING heeft een raamwerk van beleid, procedures en normen voor risicobeheer dat zorgt voor consistentie in de hele organisatie en aan de
hand waarvan minimumvereisten worden gedefinieerd waaraan alle bedrijfsonderdelen zich hebben te houden. Het raamwerk voor
risicobeheer van de bedrijfsonderdelen is afgestemd op het raamwerk van de Groep en voldoet aan de eisen van onder andere de lokale
toezichthouder. Het is aan het senior management om erop toe te zien dat beleid, procedures en normen worden ingevoerd en toegepast.
Medewerkers over de hele wereld kunnen via een interne website kennis nemen van het raamwerk voor risicobeheer van de Groep. Beleid,
procedures en normen worden regelmatig geëvalueerd en door de betreffende risicocommissies aangepast aan veranderingen in markten
en producten en aan de laatste ontwikkelingen in best practice.
FINANCIEEL RISICOPROFIEL ING GROEP
ING Groep hanteert een geïntegreerde benadering voor risicobeheer. In het risicodashboard worden de risico’s in alle divisies van het
bank- en verzekeringsbedrijf in de vorm van Earnings at Risk en Capital at Risk samengebracht. Verder maakt het dashboard het effect van
diversificatie voor de Groep duidelijk. De Raad van Bestuur gebruikt het om het feitelijke risicoprofiel ten opzichte van de risicotolerantie
van de Groep te bewaken en te beheersen. Hierdoor kan de Raad van Bestuur eventuele risicoconcentraties onderkennen en afgewogen
strategische beleidsbeslissingen nemen. Over het risicodashboard wordt op kwartaalbasis aan de Raad van Bestuur verslag uitgebracht en
het risicodashboard wordt aansluitend gepresenteerd aan het Risk Committee.
De risicotolerantie van ING Groep wordt als onderdeel van het strategische planningsproces door de Raad van Bestuur vastgelegd.
Aanvaardbare typen risico’s en risiconiveaus zijn aan strikte grenzen gebonden. Dankzij het risicoraamwerk van de drie verdedigingslinies
wordt gewaarborgd dat risico’s beheerst worden in overeenstemming met de risicotolerantie zoals die door de Raad van Bestuur is
bepaald. Die risicotolerantie wordt vervolgens van boven naar beneden door de hele Groep doorvertaald, waardoor het nemen van
beheerste risico’s zeker wordt gesteld. Het is vervolgens aan de divisies om binnen de vastgelegde risicogrenzen de maximale waarde te
realiseren. Elk kwartaal controleert de Raad van Bestuur of de financiële en niet-financiële risico’s binnen de grenzen van het
risicotolerantieniveau blijven zoals bepaald in het strategische planningsproces.
Het risicotolerantiekader voor ING Groep is in de loop van 2009 herzien en vervolgens door de Raad van Bestuur goedgekeurd. De
bepaling van de risicotolerantie sluit nu beter aan bij de streefdoelen voor de kapitaalratio’s. Dit nieuwe kader wordt in 2010
geïmplementeerd.
ING Groep Risicomaatstaven in 2009
De risicotolerantie van de Groep wordt op drie verschillende manieren uitgedrukt, namelijk:
• Earnings at Risk (EaR): de potentiële daling van het IFRS resultaat voor het komende jaar, bij een gematigd stressscenario (d.w.z. van
1 op de 10); een hoge winstkwaliteit voorkomt een neerwaartse bijstelling van de rating van ING door de ratingbureaus;
• Capital at Risk (CaR): de potentiële daling van de huidige nettovermogenswaarde (op basis van reële waarde) voor het komende jaar,
bij een gematigd stressscenario (d.w.z. van 1 op de 10);
• Economisch kapitaal: het kapitaal dat nodig is om onverwachte verliezen op te vangen bij een ‘ernstig’ stressscenario (d.w.z. van 1
op de 2000), gegeven de beoogde AA-kredietrating van ING Groep.
De risicomaatstaven van ING Groep omvatten de belangrijkste aspecten op basis van ernst van de gebeurtenissen (normale ten opzichte
van extreme stress) en van prestatiemaatstaven waarin risico kan optreden (waarde ten opzichte van winst). EaR en CaR zijn vanuit het
210
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Groep
perspectief van de aandeelhouder belangrijke maatstaven omdat zij inzicht bieden in het niveau van het risico dat ING neemt om
rendement te realiseren bij ‘gematigde stress’-marktverwachtingen. Vanuit het perspectief van de leningsverschaffer- en polishouder is
economisch kapitaal daarentegen belangrijker, omdat dit fungeert als buffer tegen extreme verliezen.
De belangrijkste verschillen en overeenkomsten tussen de risicomaatstaven worden hieronder geïllustreerd:
Betrouwbaarheidsinterval
Risicomaatstaf in
stressscenario
Deviatie ten
opzichte van
Interpretatie
Earnings at Risk
Capital at Risk
90%
90%
Economisch kapitaal
99,95% (op basis van beoogde AArating)
IFRS resultaat
IFRS resultaat zonder marktvolatiliteit en
risicokosten (voor het komende jaar)
Potentiële daling van het IFRS resultaat bij
‘gematigd’ stressscenario
(d.w.z. 1 op de 10)
Waarde
Huidige nettovermogenswaarde op basis
van reële waarde (voor het komende jaar)
Potentiële daling van de waarde bij
‘gematigd’ stressscenario
(d.w.z. 1 op de 10)
Waarde
Huidige nettovermogenswaarde op basis
van reële waarde (voor het komende jaar)
Potentiële daling van de waarde bij
‘ernstige’ stressscenario
(d.w.z. 1 op de 2000)
Bij de interpretatie van de EaR- en CaR-maatstaven is het belangrijk op te merken dat dit geen geschatte verliezen van een specifiek
nadelig scenario betreft. Daarnaast wordt er in de maatstaven geen rekening gehouden met discretionair ingrijpen door het management
in een specifieke crisissituatie; de berekeningen zijn gebaseerd op crisisscenario’s met onmiddellijke veranderingen.
Voor de risicomaatstaf Earnings at Risk is de methode in 2009 geactualiseerd en beter afgestemd op het boekhoudregime. In het
bijzonder, voor wat betreft het risico van bijzondere waardeverminderingen. In de aangepaste methode wordt nu ook rekening gehouden
met eventuele bijzondere waardeverminderingen op goodwill; ook worden de bijzondere waardeverminderingen op schuldpapier beter
verwerkt. Het effect van deze wijzigingen is een toename van ongeveer EUR 900 miljoen op totaal EaR niveau.
Het herziene risicotolerantie kader, dat in 2010 wordt ingevoerd, zal een aantal nieuwe risicomaatstaven bevatten, zoals Risk Weighted Assets
at Risk voor ING Bank en Local Solvency at Risk voor ING Verzekeringen. In combinatie met de bestaande maatstaven zullen deze nieuwe
risicomaatstaven een beter inzicht bieden in de ontwikkeling van de kapitaalratio’s bij een gematigd stressscenario (d.w.z. 1 op de 10).
Typen risico’s
Het financiële risicoprofiel van ING omvat de volgende belangrijkste typen risico’s die voortvloeien uit de bedrijfsactiviteiten:
• Kredietrisico: het risico van verlies door het in gebreke blijven van een debiteur (inclusief emittenten van obligaties) of tegenpartij van
ING;
• Marktrisico: het risico van verlies als gevolg van nadelige bewegingen in marktvariabelen zoals aandelenkoersen, vastgoedprijzen,
rentetarieven en valutakoersen. Deze vier marktrisico’s zijn alle marktrisico’s waarmee ING in haar bedrijfsvoering te maken heeft;
• Verzekeringstechnisch risico: risico’s zoals sterfte, invaliditeit en schade behorend bij de claims die ING uit hoofde van
verzekeringspolissen ontvangt. Dit betreft specifiek het risico dat de verzekeringspremies en voorzieningen ontoereikend zijn om de
(schade)claims te dekken;
• Operationeel risico is het risico van directe of indirecte verliezen als gevolg van ontoereikende of tekortschietende interne processen,
mensen en systemen of door externe gebeurtenissen. Dit omvat ook het risico van reputatieverlies, evenals het juridisch risico;
strategische risico’s vallen hier niet onder;
• Bedrijfsrisico - de mogelijkheid van waardeverlies als gevolg van schommelingen in volumes, marges en kosten, als mede
klantgedragrisico. Deze schommelingen kunnen voorkomen als gevolg van interne, industriële of bredere marktfactoren. Dit betreft het
risico dat onlosmakelijk verbonden is met strategische beslissingen en interne efficiëntie.
De aanpak voor bedrijfsrisico bij ING Bank is in 2008 en het eerste kwartaal van 2009 herzien. De nieuwe methode is beter afgestemd op
die van ING Verzekeringen en geeft de schommelingen in volume, marge en kosten beter weer dan de vorige. De nieuwe methode
bestaat uit drie componenten, (i) volume-/margerisico, (ii) kostenrisico en (iii) klantgedragrisico. De nieuwe methode is na goedkeuring van
het ORRC in het eerste kwartaal van 2009 in gebruik genomen.
De genoemde risicomaatstaven omvatten niet het liquiditeitsrisico, het risico dat ING of één van haar dochterondernemingen niet op het
gewenste moment tegen redelijke kosten aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Voor de beheersing van dit risico hanteert ING
een apart liquiditeitsbeheersingsraamwerk. Dat raamwerk wordt nader besproken in het onderdeel liquiditeitsrisico van respectievelijk ING
Bank en ING Verzekeringen.
In het onderdeel Modeltoelichtingen, aan het eind van het risicobeheer hoofdstuk, is een nadere beschrijving te vinden van de modellen,
onderliggende aannames en belangrijkste uitgangspunten voor de berekening van Earnings at Risk, Capital at Risk en economisch kapitaal.
Earnings at Risk
Het niveau van de Earnings at Risk (EaR) verschaft inzicht in het risico dat ING kan absorberen ten opzichte van haar winstpotentieel. In de
onderstaande tabellen wordt de EaR per type risico gegeven, onderverdeeld naar bank en verzekeringen en gecombineerd voor ING
Groep. Weergegeven zijn niet gediversifieerde niveaus voor ING Bank en ING Verzekeringen, wat betekent dat de diversifiëring tussen de
ING Groep Jaarverslag 2009
211
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Groep
bank- en het verzekeringsbedrijf nog niet in deze cijfers is verwerkt. Het diversificatievoordeel wordt apart gespecificeerd. Op de regel
‘diversificatie Bank-Verzekeringen in %’ wordt aangegeven in welke mate ING profiteert van het combineren van de EaR van de bank en
de verzekeraar. Ter illustratie: het cijfer van 1% voor krediet- en transferrisico betekent dat op Groepsniveau het cijfer voor krediet- en
transferrisico 1% lager ligt dan wanneer de afzonderlijke cijfers voor krediet- en transferrisico van het bankbedrijf en het verzekeringsbedrijf
bij elkaar opgeteld worden. Uit de kolom ‘diversificatie interrisico in %’ valt het diversificatievoordeel af te lezen van het combineren van
de diverse soorten risico op het niveau van respectievelijk ING Bank, ING Verzekeringen en ING Groep. Dit presentatieformaat verschilt van
het formaat in het 2008 jaarverslag en zodanig zijn de cijfers anders dan vorig jaar weergegeven. Aangezien dit slechts een andere
weergave van de cijfers betreft is het totaal getal voor ING Groep niet anders dan dat het vorig jaar was weergegeven.
Earnings at Risk per risicotype
Krediet en
transfer
2009
ING Bank
ING Verzekeringen
Diversificatie BankVerzekeringen in %
Totaal ING Groep
Markt
Verzekeringstechnisch
Bedrijfs
Operationeel
Diversificatie
interrisico
in %
Totaal
Rente
Aandelen
Vastgoed
FX
2.117
1.378
510
259
85
753
454
428
135
224
194
1.750
211
607
260
38%
39%
3.505
2.269
1%
3.471
4%
737
2%
821
6%
825
6%
337
0%
194
7%
1.814
16%
730
40%
7%
5.371
Totaal
Earnings at Risk per risicotype
Krediet en
transfer
2008
ING Bank
ING Verzekeringen
Diversificatie BankVerzekeringen in %
Totaal ING Groep
Markt
Verzekeringstechnisch
Bedrijfs
Operationeel
Diversificatie
interrisico
in %
Rente
Aandelen
Vastgoed
FX
2.519
320
444
61
303
699
476
525
89
224
214
357
223
626
344
30%
42%
3.367
1.519
5%
2.699
9%
458
2%
982
6%
936
5%
297
0%
214
20%
466
26%
714
36%
12%
4.313
De gepubliceerde Earnings at Risk voor ING is in 2009 gestegen. Dat wil niet zeggen dat er in 2009 meer risico is genomen; in het cijfer voor
2009 zijn risico’s verwerkt waarmee in 2008 geen rekening was gehouden. Het kredietrisico lag hoger vanwege specifieke regels voor
bijzondere waardeverminderingen op voor verkoop beschikbaar schuldpapier. In overeenstemming met die nieuwe regels wordt dat
schuldpapier tot de marktwaarde afgewaardeerd, zelfs als er veel kleinere kredietverliezen worden voorzien. Dit wordt nu beter
weergegeven op het risicodashboard. Daarnaast zijn ook de cijfers voor bedrijfsrisico fors omhooggegaan doordat nu rekening wordt
gehouden met a) het risico van bijzondere waardeverminderingen op goodwill en b) het risico dat de bedrijfsvolumes lager uitvallen dan
wordt verwacht.
Zonder de correctie voor de geschetste modelaanpassingen zou het Earnings at Risk-profiel van ING Groep in 2009 gedaald zijn.
Bijvoorbeeld zou het kredietrisico lager gelegen hebben door de omvangrijke toevoegingen aan de voorzieningen in 2009. De afname in
aandelenrisico heeft te maken met het herstel van de markten: aandelenbeleggingen zijn inmiddels verder uit de buurt van de
waardeverminderingsdrempel.
Capital at Risk
Het niveau van de Capital at Risk (CaR) afgezet tegen de financiële positie van ING maakt duidelijk of ING een solide financiële positie kan
handhaven bij een ‘gematigd’ (dat wil zeggen ‘1 op de 10’) stressscenario.
In de onderstaande tabellen wordt de EaR per type risico gegeven, onderverdeeld naar bank en verzekeringen en gecombineerd voor ING
Groep. Weergegeven zijn niet gediversifieerde niveaus voor ING Bank en ING Verzekeringen, wat betekent dat de diversificering tussen de
bank- en het verzekeringsbedrijf nog niet in deze cijfers is verwerkt. Het diversificatievoordeel wordt apart gespecificeerd. In de kolom
‘diversificatie interrisico in %’ wordt aangegeven in welke mate ING profiteert van het combineren van de CaR voor alle typen risico. Ter
illustratie: het percentage voor ING Bank van 39% geeft aan dat het totale cijfer voor ING Bank voor alle typen risico 39% lager ligt dan
de som van de individuele CaR-cijfers per type risico. Uit de regel ‘diversificatie Bank-Verzekeringen in %’ valt het voordeel op te maken
van de combinatie van de CaR-cijfers voor ieder risicotype in het bank- en verzekeringsbedrijf in een Groeps-CaR voor ieder type risico. Dit
presentatieformaat verschilt van het formaat in het 2008 jaarverslag en zodanig zijn de cijfers anders dan vorig jaar weergegeven.
Aangezien dit slechts een andere weergave van de cijfers betreft is het totaal getal voor ING Groep niet anders dan dat het vorig jaar
was weergegeven.
212
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Groep
Capital at Risk per risicotype
Krediet en
transfer
2009
ING Bank
ING Insurance
Diversificatie BankVerzekeringen in %
Totaal ING Groep
Markt
Verzekeringstechnisch
Bedrijfs
Operationeel
Diversificatie
interrisico
in %
Totaal
Rente
Aandelen
Vastgoed
FX
3.396
1.047
2.128
3.287
930
2.209
720
401
210
681
736
1.367
1.059
607
260
39%
42%
5.673
5.609
0%
4.427
45%
2.970
8%
2.892
6%
1.054
5%
850
0%
736
21%
1.928
16%
730
41%
18%
9.240
Totaal
Capital at Risk per risicotype
Krediet en
transfer
2008
ING Bank
ING Insurance
Diversificatie BankVerzekeringen in %
Totaal ING Groep
Markt
Verzekeringstechnisch
Bedrijfs
Operationeel
Diversificatie
interrisico
in %
Rente
Aandelen
Vastgoed
FX
2.852
710
2.169
2.146
760
1.641
773
473
416
608
758
357
801
626
344
36%
44%
5.097
4.226
0%
3.562
24%
3.294
4%
2.306
6%
1.171
6%
960
0%
758
18%
955
26%
714
40%
12%
8.223
Het cijfer voor Capital at Risk is in 2009 aanzienlijk gestegen door een hoger kredietrisico, aandelenrisico en bedrijfsrisico.
De toename van het kredietrisico hield met name verband met veranderingen in de kredietkwaliteit (‘credit migration’) door verlaging van
de kredietbeoordeling van tegenpartijen. Het hogere aandelenrisico heeft vooral te maken met het herstel van de markten: een hogere
waarde van aandelenbeleggingen betekent dat de blootstelling eveneens groter is. Dat ook het bedrijfsrisico bij ING Bank steeg, had te
maken met een herclassificatie van het klantgedragrisico van rente- naar bedrijfsrisico. De risico’s gerelateerd aan klantgedrag (‘Client
Behaviour risk’) hangen samen met de particuliere portefeuilles; voorbeelden zijn het risico van uitstroom uit de spaarportefeuilles en het
modelrisico van eerdere aflossingen bij hypotheken. Alhoewel deze herclassificatie initieel het renterisico voor ING Bank verlaagd heeft,
werd deze afname teniet gedaan door renterisico voor investeringen in kernkapitaal toe te voegen.
In de tabel worden Earnings at Risk en Capital at Risk per divisie geïllustreerd. Deze cijfers zijn gediversifieerd binnen ING Bank en binnen
ING Verzekeringen, maar niet tussen het bank- en verzekeringsbedrijf. Het diversificatievoordeel Bank-Verzekeringen wordt op een aparte
regel getoond. Uit de regel ‘diversificatie Bank-Verzekeringen in %’ valt het voordeel op te maken van het combineren van de risicocijfers
in het bank- en verzekeringsbedrijf in een Groepscijfer. Dit presentatieformaat verschilt van het formaat in het 2008 jaarverslag en zodanig
zijn de cijfers anders dan vorig jaar weergegeven. Aangezien dit slechts een andere weergave van de cijfers betreft is het totaal getal voor
ING Groep niet anders dan dat het vorig jaar was weergegeven.
Capital at Risk en Earnings at Risk per divisie
Earnings at Risk
Capital at Risk
2009
2008
2009
2008
Commercial Banking
Retail Banking
ING Direct
Overig bankbedrijf
Diversificatie Bank divisies in %
ING Bank
2.186
1.124
565
120
12%
3.505
2.310
788
558
110
11%
3.367
2.238
1.747
1.575
1.240
17%
5.673
2.752
1.365
1.143
513
12%
5.097
Insurance Americas
Insurance Asia/Pacific
Insurance Europe
Overig verzekeringsbedrijf
Diversificatie Verzekerings divisies in %
ING Verzekeringen
1.738
232
718
134
20%
2.269
790
250
655
208
20%
1.519
3.812
678
1.593
768
18%
5.609
2.467
1.038
1.278
782
24%
4.226
Diversificatie Bank-Verzekeringen in %
ING Groep
7%
5.371
12%
4.313
18%
9.240
12%
8.223
Het Bank-Verzekeringen diversificatie percentage voor EaR is afgenomen van 12% naar 7%, doordat de krediet risico component gestegen
is. Krediet risico diversifieert nauwelijks tussen Bank en Verzekeringen.
ING Groep Jaarverslag 2009
213
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Groep
Het Bank-Verzekeringen diversificatie percentage voor CaR steeg van 12% naar 18%. De belangrijkste oorzaak is de toename in
compenserende posities voor renterisico.
Economisch kapitaal ING Groep
ING Bank maakt sinds 1999 informatie over economisch kapitaal openbaar, terwijl ING Verzekeringen in 2007 voor het eerst informatie
over het economisch kapitaal heeft gepubliceerd. Hoewel de fundamentele uitgangspunten hetzelfde zijn, wordt de informatie over het
economisch kapitaal van ING Bank en van ING Verzekeringen momenteel op basis van (gedeeltelijk) apart ontwikkelde modellen berekend
(zie onderdeel Modeltoelichtingen). Deze modellen kunnen van elkaar verschillen in de berekenings- en aggregatiebenadering als gevolg
van andere marktgewoonten en standaarden in de bank- en verzekeringssector.
Het economisch kapitaal en het bank-verzekeringdiversificatievoordeel van ING Groep worden vastgesteld door toepassing van één
gezamenlijke geaggregeerde aanpak van ING Bank en ING Verzekeringen.
In de onderstaande tabel wordt de opbouw weergegeven van het economisch kapitaal van ING Groep. De specifieke economisch
kapitaal-cijfers van het bank- en verzekeringsbedrijf worden in de betreffende paragrafen nader toegelicht.
Economisch kapitaal Groep (in miljarden euro’s)
ING Bank
ING Verzekeringen
Geconsolideerd voordeel
Totaal ING Groep
2009
2008
23,1
18,1
–6,2
35,0
22,4
13,7
–5,4
30,7
Het potentiële risicokapitaaleffect voor ING Groep van de verplichtingen uit hoofde van de pensioenaanspraken voor de medewerkers van
ING is momenteel niet opgenomen in de geaggregeerde risicomaatstaven van de Groep. Het economisch kapitaaleffect van verplichtingen
uit hoofde van de pensioenaanspraken voor de medewerkers van ING wordt apart berekend en vanuit kapitaalbeheerperspectief is er
momenteel geen noodzaak om extra kapitaal te reserveren voor verplichtingen uit hoofde van pensioenaanspraken van ING.
Het economisch kapitaal van ING Groep is 15% lager dan de som der delen (bank- en verzekeringsbedrijf). Drie factoren dragen bij aan
dit consolidatievoordeel:
1.compenserende posities tussen het bank- en verzekeringsbedrijf, met name aan de rentekant, waar de langlopende activa van de bank
kunnen worden afgezet tegen de langlopende verplichtingen van Verzekeringen;
2.diversificatie van de vermogenscategorieën van de bank en verzekeraar op basis van waargenomen correlaties, zoals minder dan één
overeenkomst tussen de aandelenpositie in verzekeren en de vastgoedpositie bij bank;
3.diversificatie tussen de risicofactoren van het bank- en verzekeringsbedrijf op basis van door experts bepaalde correlaties; zo zijn de
operationele risico-incidenten bij het bankbedrijf en renterisico bij verzekeringen niet perfect gecorreleerd.
Het voor 2009 gehanteerde diversificatievoordeel van 15% is gebaseerd op berekeningen op Groepsniveau (2008: 15%).
In de tabel wordt de bijdrage van de verschillende risicofactoren aan het consolidatievoordeel geïllustreerd:
Bijdrage aan consolidatievoordeel
Type risico
Renterisico
Aandelenrisico
Valutarisico
Vastgoedrisico
Kredietrisico
Bedrijfsrisico
Operationeel risico
Totaal
2009
2008
70%
7%
1%
2%
1%
13%
6%
100%
60%
7%
1%
3%
3%
12%
14%
100%
Risicoberekening ING Bank en ING Verzekeringen
De algehele risicotolerantieniveaus voor ING Groep worden vertaald in specifieke limieten, die binnen de organisatie gelden, waaronder:
• kredietrisicolimieten voor het bank- en verzekeringsbedrijf;
• limieten op de Market Value at Risk voor het verzekeringsbedrijf;
• limieten voor ALM/Value-at -Risk voor de bankactiviteiten;
• sterfterisico en concentratierisico limieten voor het verzekeringsbedrijf.
De hierna volgende risicotoelichtingen geven meer inzicht in hoe de door de risico-organisatie toegepaste risicomaatstaven samenhangen
met het risicodashboard en het economisch kapitaal van ING Groep.
214
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
ING BANK
ING Bank is actief in een breed scala van producten. Het Bestuur Bank is verantwoordelijk voor het beheer van risico’s voortkomend uit de
activiteiten van ING Bank. De financiële risico’s die voortvloeien uit de verkoop van deze producten worden beheerst door de afdelingen
Corporate Credit Risk Management en Corporate Market Risk Management, terwijl de afdeling Corporate Operational Risk Management
verantwoordelijk is voor de operationele risico’s.
RISICOPROFIEL ING BANK
Economisch kapitaal ING Bank
Een van de belangrijkste risicobeheerinstrumenten voor ING Bank is economisch kapitaal, dat wordt gebruikt om het bedrag te bepalen
dat voor een transactie of een bedrijfsonderdeel nodig is om de economische risico’s op te vangen. ING Bank heeft in 1998 het
economisch kapitaal als maatstaf voor intern gebruik ingevoerd en maakt sinds 1999 ook informatie over economisch kapitaal openbaar.
In de onderstaande tabellen staan de gegevens voor het economisch kapitaal van ING Bank per type risico en divisie.
Economisch kapitaal (alleen ING Bank gediversifieerd) per risicotype
Kredietrisico (inclusief transferrisico)
Marktrisico
Bedrijfsrisico
Operationeel risico
Totaal activiteiten bankbedrijf
2009
2008
9.991
8.435
2.581
2.074
23.081
8.686
10.349
1.221
2.151
22.407
Economisch kapitaal (alleen ING Bank gediversifieerd) per divisie
Commercial Banking
Retail Banking
ING Direct
Overig bankbedrijf (1)
Totaal activiteiten bankbedrijf
(1)
2009
2008
8.662
7.166
4.466
2.787
23.081
9.849
6.169
4.050
2.339
22.407
nder Overige bankbedrijf vallen onder meer kapitaalactiviteiten op ING Bank-niveau, interne transacties tussen bedrijfsonderdelen en de Corporate Line. De
O
afdeling Kapitaalbeheer verzorgt het beheer hiervan.
In de cijfers zijn alle diversificatie-effecten binnen ING Bank verwerkt, inclusief de risicoreductie tussen de risicocategorieën onderling. Niet
meegenomen zijn de diversificatie-effecten van de combinatie van ING Bank en ING Verzekeringen. In de bepaling van het kapitaal voor
bedrijfsrisico wordt rekening gehouden met onverwachte verliezen als gevolg van veranderingen in klantgedrag en kosten.
Het economisch kapitaal-model van ING Bank wordt nader beschreven in het onderdeel Modeltoelichtingen.
Ondanks de inspanningen tot risicoafbouw resulteerde de kredietverslechtering in een verhoging van het kredietrisicokapitaal. Met ingang
van 2009 valt klantgedrag onder bedrijfsrisico in plaats van onder marktrisico. Dit verklaart de toename van bedrijfsrisico. Dat het
marktrisicokapitaal nog verder daalde, heeft te maken met de afbouw van de risicopositie.
Bij Commercial Banking leidt de risicoafbouw tot lager kapitaal; voor Retail Banking verklaren de waardetoename van strategische
aandelenbelangen en de verslechtering van de particuliere portefeuille een toename van het economisch kapitaal; en bij ING Direct
valt het hogere kapitaal vooral te wijten aan veranderingen in de kredietkwaliteit (‘credit migration’) ten behoeve van securitisatie.
Economisch kapitaal is een niet accounting maatstaaf, welke inherent onderhevig is aan dynamische veranderingen en aanpassingen als
een gevolg van de portefeuille samenstelling van ING en de algehele marktontwikkelingen. ING is bezig met het herkalibreren van de
onderliggende aannames van de economisch kapitaal modellen om het economisch kapitaal raamwerk beter in lijn te brengen met het
raamwerk voor vereist kapitaal, en om tevens de effecten van extreme markt invloeden van de laatste paar jaar op te nemen. Per 1 januari
2010 kan dit als gevolg hebben dat de economisch kapitaal bedragen voor krediet risico op een materieel hoger niveau komen te liggen.
ING Groep Jaarverslag 2009
215
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
ING BANK – KREDIETRISICO’S
Kredietrisico is het risico van een verlies door het in gebreke blijven van een debiteur (inclusief emittenten van obligaties) of tegenpartijen.
Kredietrisico wordt onderverdeeld in vijf hoofdcategorieën van risico: a) kredietverlening (inclusief garanties en kredietbrieven;
b) beleggingen; c) pre-settlement (derivaten, effectenfinanciering en valutahandel); d) geldmarkten en e) settlement. Corporate Credit
Risk Management (CCRM) is verantwoordelijk voor het meten en beheersen van het kredietrisico van alle entiteiten van ING Groep,
inclusief het landenrisico. CCRM is georganiseerd op het niveau van de divisies Retail Banking, Commercial Banking, ING Direct en ING
Verzekeringen. Het hoofd van CCRM is functioneel verantwoordelijk voor het wereldwijde netwerk van kredietrisicomedewerkers,
terwijl de hoofden van de kredietrisicobeheerfuncties van de divisies weer direct aan het hoofd van CCRM rapporteren.
Kredietrisicobeheer wordt ondersteund door speciaal daarvoor ingerichte kredietrisico-informatiesystemen en interne kredietrisicomeetmethoden voor debiteuren, emittenten en tegenpartijen. CCRM schept consistentie binnen de kredietrisico-organisatie door middel
van gezamenlijk kredietrisicobeleid, gestandaardiseerde methoden, handleidingen en systemen voor de hele Groep.
Het kredietbeleid van ING is gericht op het aanhouden van een internationaal gediversifieerde kredietportefeuille, waarbij grote
risicoconcentraties worden vermeden. Het accent ligt op het beheren van de activiteiten binnen de divisies door middel van top-down
concentratielimieten voor landen, individuele leningnemers en groepen van leningnemers. De doelstelling binnen de bancaire sector is
de bancaire relatiebeheeractiviteiten uit te breiden, waarbij strikte interne risico- en rendementsrichtlijnen en beheermaatregelen
worden gehandhaafd.
Kredietanalyse is gericht op risico en rendement, waarbij het niveau van de kredietanalyse een functie is van de omvang van het
risicobedrag, de looptijd, de structuur (bijvoorbeeld ontvangen zakelijke zekerheden) van de faciliteit en de risico’s die worden aangegaan.
Voor kredietrisicobeheerdoeleinden worden financiële verplichtingen onderverdeeld in kredietverlening, beleggingen, (pre)settlement,
geldmarkten en settlement. ING gebruikt de RAROC-methodologie (risk-adjusted return on capital), die de prestaties van de diverse
activiteiten meet en vertaalt naar aandeelhouderswaarde. Het gebruik van RAROC verscherpt de focus op risico versus rendement in het
besluitvormingsproces en bevordert daardoor een zo effectief mogelijk gebruik van schaars kapitaal. Meer verfijnde RAROC-instrumenten
worden intern gebruikt om te zorgen voor een evenwichtige verhouding tussen risico en rendement binnen de portefeuille- en de
concentratieparameters. De kredietanalisten van ING maken gebruik van openbare informatie in combinatie met interne analyses die
gebaseerd zijn op informatie die de klant verstrekt, vergelijkingen met andere financiële instellingen, vergelijkingen binnen de bedrijfstak
en andere kwantitatieve technieken.
Kredietverleningsrisico
Kredietverleningsrisico ontstaat wanneer ING een lening verstrekt aan of garanties afgeeft namens een klant. Onder deze meest
voorkomende risicocategorie vallen onder andere termijnleningen, hypotheken, doorlopend krediet, bankschulden, garanties,
kredietbrieven etc. Het risico wordt berekend tegen de nominale waarde van de financiële verplichting die de klant aan ING moet
betalen, exclusief eventuele opgebouwde en onbetaalde rente, amortisaties van kostenopslag of kortingen dan wel bijzondere
waardeverminderingen.
Beleggingsrisico
Het beleggingsrisico is het kredietverzuim- en migratierisico van de rating dat samenhangt met de beleggingen van ING in obligaties,
handelspapieren, securitisaties en andere vergelijkbare verhandelbare effecten. Beleggingsrisico ontstaat als ING een (synthetische)
obligatie koopt met de bedoeling de obligatie gedurende langere tijd aan te houden (doorgaans tot einde looptijd). Obligaties die zijn
gekocht met de bedoeling deze weer op korte termijn door te verkopen worden gezien als handelsrisico’s, die worden gemeten en
bewaakt door de afdeling Corporate Market Risk Management. Wat betreft kredietrisico wordt het beleggingsrisico berekend als de
historische kostprijs (aankoopkosten) na aftrek van eventuele vooruitbetalingen of amortisatie en exclusief eventuele opgebouwde en
onbetaalde rente of de effecten van bijzondere waardeverminderingen.
Geldmarktrisico
Geldmarktrisico ontstaat wanneer ING kortlopende betaaltegoeden bij een tegenpartij plaatst met als doel een liquiditeitsoverschot te
beheren. In beginsel zijn geldmarktdeposito’s kortlopend van aard (1 à 7 dagen is gangbaar). Blijft de tegenpartij in gebreke, dan kan ING
de geplaatste tegoeden verliezen. Het geldmarktrisico wordt derhalve eenvoudigweg gemeten als de nominale waarde van het tegoed,
exclusief eventuele opgebouwde en onbetaalde rente of de effecten van bijzondere waardeverminderingen.
Pre-settlement risico
Pre-settlement risico ontstaat als een tegenpartij nog vóór de afhandeling van een transactie in gebreke blijft en ING de overeenkomst
moet vervangen door een transactie met een andere tegenpartij, tegen de dan geldende (mogelijk ongunstige) marktkoers. Het presettlement risico (potentieel of verwacht) betreft de kosten van de vervanging van een transactie in de markt. Deze categorie kredietrisico
gaat vooral gepaard met dealingroom-producten zoals opties, swaps en effecten-financieringstransacties. Bij een wederzijdse waardeuitwisseling is het uitstaande kredietrisicobedrag over het algemeen gebaseerd op de vervangingswaarde (tegen marktwaarde) plus een
potentiële toekomstige volatiliteit, waarbij gebruik wordt gemaakt van een historische tijdshorizon van zeven jaar en een
betrouwbaarheidsniveau van 99%.
216
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
Settlementrisico
Settlementrisico ontstaat wanneer waarden worden uitgewisseld (fondsen, instrumenten of goederen en grondstoffen) voor dezelfde of
verschillende valutadata en de ontvangst niet wordt geverifieerd of verwacht voordat ING haar eigen deel van de transactie heeft voldaan
of geleverd. Het risico bestaat dat ING levert, maar geen levering van de tegenpartij ontvangt. Settlementrisico kan gewoonlijk worden
beheerst en beperkt door transacties met een ‘delivery versus payment’ (DVP) regeling, zoals gebruikelijk is bij de meeste clearingbanken,
of middels een settlement-netting overeenkomst.
Voor transacties waarbij een DVP-regeling niet mogelijk is, stelt ING settlementlimieten vast via het kredietfiatteringsproces. Het
settlementrisico wordt dan nauwlettend bewaakt en beheerd door de kredietrisicobeheerafdelingen. Het risico wordt verder beperkt via
operationele procedures waarbij transactiebevestigingen aan de tegenpartijen met alle transactiedetails vereist zijn. Ook kan gebruik
worden gemaakt van internationaal aanvaarde documentatie, zoals ‘master agreements’ van de International Swaps and Derivatives
Association (ISDA) voor derivatentransacties. Bovendien neemt ING regelmatig deel aan projecten met andere banken om
clearingsystemen en -mechanismen te verbeteren en te ontwikkelen met als doel het niveau van het settlementrisico nog verder te
verlagen. Vanwege de zeer korte aard van de settlementpositie (dagelijks) zijn settlementrisico’s niet onderhevig aan economische of
wettelijke kapitaalvereisten en worden ze niet opgenomen in de risicotoelichting.
Landenrisico
Landenrisico is het risico dat specifiek is toe te schrijven aan gebeurtenissen in een bepaald land (of bepaalde groep landen). Dit risico
kan zich voordoen in elk van de vijf hierboven beschreven risicocategorieën. Alle transacties en handelsposities van ING dragen een
landenrisico. Het landenrisico is verder onderverdeeld in economisch risico en transferrisico. Economisch risico is het concentratierisico
dat in verband staat met een bepaalde gebeurtenis in het risicoland dat van invloed kan zijn op transacties en elk ander risico in dat
land, ongeacht de valuta. Transferrisico is het risico dat wordt gelopen dat ING of haar tegenpartijen niet in staat zijn te voldoen aan de
verplichtingen in de betreffende vreemde valuta als gevolg van een specifieke gebeurtenis in het bewuste land.
In landen waar ING actief is, wordt het relevante landenrisicoprofiel regelmatig geëvalueerd, op basis waarvan een landenrating wordt
toegekend. Op basis van deze rating en de risicotolerantie van ING worden risicolimieten per land bepaald. Risico’s voortkomend uit
kredietverstrekking, beleggings-, pre-settlement- en geldmarktactiviteiten worden dagelijks gemeten en gerapporteerd op basis van
de risicolimieten per land. Ook voor transferrisico worden per land risicolimieten toegekend, doorgaans alleen in opkomende markten.
Bepaling van uitstaand kredietrisico
De cijfers over geldmarkt- en kredietverleningsactiviteiten zijn in principe nominale bedragen, terwijl cijfers over beleggingsactiviteiten
gebaseerd zijn op het oorspronkelijk geïnvesteerde bedrag minus aflossingen. Off-balance sheet posities omvatten documentaire kredieten
en garanties die verband houden met de risicocategorie kredietverlening. Verder bevatten off-balance-sheet posities een deel van de niet
gebruikte limieten, dat verband houdt met het statistisch verwachte gebruik van het niet gebruikte deel van de limiet tussen het moment
van meting en het theoretische moment van statistische ingebrekeblijving. Gezamenlijk worden deze bedragen uitstaand kredietrisico
genoemd.
Posities die verband houden met securitisaties (asset-backed-financieringen, commercial/residential mortgage-backed securities en gedekte
obligaties) worden apart weergegeven. Deze bedragen houden ook verband met het geïnvesteerde bedrag voorafgaand aan enige
bijzondere waardeverminderingsactiviteit of marktwaarde-aanpassing. Ook dit wordt aangemerkt als ‘uitstaand’.
Verpanding
Zoals alle financiële instellingen, en dat geldt vooral voor banken, neemt ING kredietrisico op zich. Daarom evalueren we continu de
kredietwaardigheid van onze klanten, handelspartners en investeringen om na te gaan in hoeverre zij aan de financiële verplichtingen
jegens ING kunnen voldoen. Tijdens het beoordelingsproces voor het aangaan van nieuwe leningen, handelslimieten of investeringen,
alsook het beoordelen van bestaande leningen, handelsposities en investeringen, bepaalt ING het bedrag en type onderpand, indien
vereist, dat een klant zou moeten belenen. In het algemeen geldt dat hoe lager de waarneembare kredietwaardigheid van de
kredietnemer of financiële tegenpartij, hoe hoger het bedrag dat de klant of tegenpartij in onderpand moet geven. Als onderdeel van
de handelsactiviteiten met andere financiële instellingen sluit ING diverse juridische overeenkomsten af waarbij ING en/of de tegenpartij
onderpand verleent/verlenen om marktfluctuaties van hun onderlinge posities af te dekken. Wetten in de verschillende rechtsgebieden
hebben invloed op het type en bedrag aan onderpand dat ING kan ontvangen of verlenen. In bepaalde gevallen zal ING kredietderivaten,
of een andere soortgelijke transactie aangaan, om het kredietrisico van een bepaalde kredietnemer of portefeuille te verminderen. Het
type onderpand dat als zekerheid voor een lening wordt aangehouden wordt bepaald door de structuur van de lening of de positie.
Vanwege het gediversifieerde karakter van ING’s portefeuille is er ook een grote verscheidenheid in het type onderpand, waardoor geen
enkel soort onderpand is oververtegenwoordigd ten opzichte van andere.
KREDIETRISICOPROFIEL ING BANK
Het kredietrisico van ING Bank heeft voornamelijk betrekking op de traditionele kredietverlening aan bedrijven en particulieren, gevolgd
door investeringen in obligaties en overige gesecuritiseerde activa. Leningen aan particulieren betreffen hoofdzakelijk hypotheken met
onroerend goed als zekerheid. Kredieten (inclusief uitgegeven garanties) aan bedrijven zijn veelal gedekt, maar kunnen ook ongedekt
worden verstrekt op basis van een interne analyse van de kredietwaardigheid van de kredietnemer. Obligaties in de beleggingsportefeuille
zijn doorgaans ongedekt. Securitisaties, zoals ‘Mortgage Backed Securities’(MBS) en ‘Asset Backed Securities’ (ABS), zijn gedekt door het
pro rata deel van de onderliggende gediversifieerde activa (zakelijke of woninghypotheken, autoleningen en andere activa), die
ING Groep Jaarverslag 2009
217
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
aangehouden worden door de emittent van de securitisatie. Het laatste belangrijke onderdeel van kredietrisico betreft pre-settlement
kredietrisico, dat voortvloeit uit handelsactiviteiten, inclusief derivaten, ‘repo’-transacties, het lenen en uitlenen van effecten en vreemde
valutatransacties.
ING maakt binnen het bankbedrijf gebruik van verschillende marktprijsmodellen en berekeningstechnieken om de omvang van het
kredietrisico op pre-settlementactiviteiten te bepalen. Op basis van deze technieken maakt ING een schatting van het mogelijke
toekomstige risico op individuele transacties en handelsportefeuilles. Er worden regelmatig raamovereenkomsten en zekerheidsstellingen
afgesloten om deze kredietrisico’s te beperken.
Probleemleningen
Herstructurering
ING’s herstructureringsactiviteiten concentreren zich op het beheren van de relatie met de klant, het verbeteren van het risicoprofiel van de
debiteur, het maximaliseren van eventuele opbrengsten en, indien mogelijk, het voorkomen van executoriale verkopen en inbeslagnames.
Deze herstructureringsactiviteiten zijn pro-actief en voornamelijk gericht op Wholesale Banking- en MKB-klanten (‘Zakelijk’), die nog niet
in gebreke zijn. De meest gebruikelijke manieren zijn, onder andere, het herzien dan wel verlengen van de aflossingsperiode, iemand
bijstaan bij een financiële reorganisatie en/of operationele reorganisatie, het uitstellen van executoriale verkoop, het aanpassen van
leningsvoorwaarden en het opschorten van bepaalde betalingen in afwachting van een verandering van de omstandigheden. Voor
consumenten- en hypotheekleningen (‘Particulier’) is de benadering meer portefeuillegericht.
Herstructureringsactiviteiten voor zakelijke klanten beginnen doorgaans met een zogeheten watch list-indicatie. Klanten op deze lijst
behouden hun rating (1-19). Een watch list-indicatie kan leiden tot een herstructureringsstatus (18-19) of zelfs een probleemleningstatus
(20-22). De meeste klanten met een watch list-indicatie keren terug naar een reguliere status. Voor particuliere klanten is de watch
list-status of de status van potentiële probleemlening doorgaans het gevolg van betalingsachterstanden (meer dan één maand), die
vervolgens tot uitdrukking komt in een risicorating 18-19 (of vergelijkbare status gebaseerd op de gestegen kans op in gebreke blijven).
Na herstructurering wordt het relatiebeheer overgedragen aan de normale commerciële bankafdelingen, dan wel beëindigd.
ING’s geherstructureerde leningen die anders achterstallig zouden zijn of een bijzondere waardevermindering zouden hebben ondergaan,
staan in de volgende tabel:
Geherstructureerde leningen die anders achterstallig of voorzien zouden zijn
Van herstructurering (18-19) naar normaal (1-17)
Van afwikkeling (20-22) tot normale of herstructureringsstatus (1-19)
Totaal geherstructureerde leningen
2009
2008
2.737
6.105
8.842
1.183
3.556
4.739
De verdeling tussen Zakelijk en Particulier is als volgt:
Geherstructureerde zakelijke leningen die anders achterstallig of voorzien zouden zijn
Van herstructurering (18-19) naar normaal (1-17)
Van afwikkeling (20-22) tot normale of herstructureringsstatus (1-19)
Totaal geherstructureerde zakelijke leningen
2009
2008
2.737
2.895
5.632
1.183
978
2.161
ING blijft zakelijke klanten die financiële problemen ondervinden pro-actief benaderen door leningen te herstructureren en de bewuste
ondernemingen te helpen bij het hervinden van hun economische stabiliteit. De omvangrijke stijgingen van 2009 weerspiegelen het
grotere aandeel van leningen die als gevolg van de financiële crisis in aanmerking komen voor herstructurering.
Geherstructureerde particuliere leningen en hypotheekleningen die anders achterstallig of voorzien zouden zijn
Van afwikkeling (20-22) tot normale of herstructureringsstatus (1-19)
Totaal geherstructureerde leningen en hypotheken (‘Particulier’)
2009
2008
3.210
3.210
2.578
2.578
De stijging van het totale bedrag aan geherstructureerde consumenten- en hypotheekleningen weerspiegelt de groei van de portefeuille,
alsook ING’s pro-actieve portefeuillebeheer. Dit omvat onder andere geautomatiseerde herinnerings- en waarschuwingsbrieven aan
particuliere klanten die anders in financiële problemen zouden kunnen zijn gekomen. Particuliere klanten hebben geen
herstructureringsstatus.
Achterstallige betalingsverplichtingen
ING volgt voortdurend de betalingsachterstanden in haar portefeuille. Met name de particuliere portefeuilles worden maandelijks
nauwlettend gevolgd om vast te stellen of er significante wijzigingen in het niveau van betalingsachterstanden optreden. In het algemeen
wordt een verplichting beschouwd als achterstallig indien een betaling van rente of aflossing meer dan één dag te laat is. In de praktijk
worden de eerste 5-7 dagen nadat een betalingsverplichting achterstallig wordt, beschouwd als operationeel van aard bij particuliere
218
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
leningen en leningen aan kleine bedrijven. Na deze periode wordt een brief aan de debiteur verzonden ter herinnering aan de
(achterstallige) betalingsverplichtingen. Als de betalingsachterstand na 90 dagen nog steeds bestaat, wordt de verplichting gewoonlijk
overgedragen aan één van de ‘probleemleningen’-afdelingen. Om het aantal betalingsachterstanden te verminderen, moedigen de meeste
ING bedrijfsonderdelen hun debiteuren aan automatisch te betalen zodat betalingen tijdig ontvangen worden.
Leningen naar kredietkwaliteit: portefeuille ING Bank, uitstaand
Niet achterstallig,geen bijzondere
waardevermindering
Achterstallig, maar geen bijzondere
waardevermindering (1-90 dagen) (1)
Bijzondere waardevermindering
(1)
2009
2008
790.377
817.069
7.404
11.983
809.764
7.224
8.592
832.885
Gebaseerd op kredietverlening (alleen hypotheken en leningen aan particulieren).
Ouderdomsanalyse (achterstallig maar geen bijzondere waardevermindering): portefeuille ING Bank, uitstaand (1),( 2)
Achterstallig gedurende 1-30 dagen
Achterstallig gedurende 31-60 dagen
Achterstallig gedurende 61-90 dagen
2009
2008
5.967
1.281
156
7.404
5.844
1.223
157
7.224
Gebaseerd op kredietverlening (alleen hypotheken en leningen aan particulieren).
Het bedrag dat achterstallig is maar geen bijzondere waardevermindering heeft ondergaan bij de niet-kredietactiviteiten was niet van materieel belang.
(1) (2)
Er is geen significante concentratie van een specifiek leningtype in de achterstallige leningen of in de portefeuille van leningen met
bijzondere waardeverminderingen.
De categorie ‘achterstallig, geen bijzondere waardevermindering’ wordt het meest stringent gevolgd bij consumentenleningen en
hypotheken. Alle leningen met achterstallige betalingsverplichtingen van meer dan 90 dagen worden over het algemeen automatisch
geclassificeerd als lening met bijzondere waardevermindering. Voor de zakelijke kredietverleningsportefeuille en effectenverplichtingen
bestaat over het algemeen een reden om een lening vóór het verstrijken van de termijn van 90 dagen als bijzondere waardevermindering
aan te merken, zoals de inschatting van ING dat een klant niet aan zijn financiële verplichtingen zal kunnen voldoen, of dat een klant
faillissement of surseance van betaling aanvraagt. In sommige gevallen zal een materiële overtreding van de financiële afspraken
(contractbreuk) ook aanleiding zijn om een lening te kwalificeren als lening met bijzondere waardevermindering.
Procedure voor inbeslagname
Het beleid van ING is om geen activa van niet-nakomende debiteuren in beslag te nemen. ING probeert eerder het actief te verkopen
vanuit de rechtspersoon die de activa in onderpand heeft gegeven, in overeenstemming met de overeenkomsten tot verpanding zoals
ondertekend door de debiteur. In die gevallen dat ING wel het onderpand opeist, zal ING over het algemeen zo snel mogelijk het actief
proberen te verkopen aan een gegadigde. Op basis van een interne inschatting van welke aanpak het snelst het hoogste resultaat zal
opleveren voor ING, kan de gehele onderneming verkocht worden (of ten minste alle activa), of de activa kunnen stuksgewijs worden
verkocht.
Leningen die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan:
portefeuille ING Bank, uitstaand per economische sector
Privépersonen
Onroerend goed
Bedrijfsleven algemeen
Voedingsmiddelen, dranken en persoonlijke
verzorging
Bouw
Diensten
Media
Vervoer en logistiek
Overige
Totaal
2009
2008
4.589
1.528
933
3.718
1.094
1.036
681
628
611
583
415
2.015
11.983
397
676
270
135
146
1.120
8.592
In bovenstaande tabel wordt een overzicht gegeven van uitstaand kredietrisico (inclusief leningen die een bijzondere waardevermindering
hebben ondergaan) voor leningen en posities die zijn aangemerkt als probleemleningen en waarvoor reserveringen zijn getroffen. Voor
deze portefeuille heeft ING specifieke en collectieve voorzieningen getroffen van respectievelijk EUR 2.115 miljoen en EUR 1.246 miljoen
(2008: EUR 1.067 miljoen en EUR 799 miljoen), wat het verschil is tussen de geamortiseerde kostprijs van de onderliggende portefeuille
en de tegen de effectieve rente verdisconteerde realiseerbare waarde. Daarnaast is een voorziening van EUR 1.005 miljoen voor de
gezonde portefeuille.
ING Groep Jaarverslag 2009
219
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
Voorzieningen
De kredietportefeuille wordt doorlopend geëvalueerd. Ieder kwartaal vindt er een formele analyse plaats om de voorzieningen voor
mogelijk dubieuze debiteuren vast te stellen volgens een ‘bottom-up’ benadering. Conclusies worden besproken in het IPC, dat over
het niveau van de specifieke debiteurenvoorzieningen aan de Raad van Bestuur adviseert. ING Bank beschouwt leningen als zijnde in
gebreke indien het, op basis van actuele informatie en gebeurtenissen, waarschijnlijk is dat de contractueel verschuldigde hoofdsom
en rentebedragen niet conform de contractbepalingen zullen worden ontvangen.
Voorzieningen: portefeuille ING Bank
Commercial Banking
Balanswaarde begin van het jaar
Wijzigingen in de samenstelling van de Groep
Afboekingen
Ontvangen op reeds afgeboekte kredieten
Toename/(afname) voorziening dubieuze debiteuren
Koersverschillen vreemde valuta
Overige mutaties
Balanswaarde einde van het jaar
Retail Banking
ING Direct
Totaal ING Bank
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
1.024
921
2
–260
24
596
–17
–242
1.024
1.070
–3
–493
125
997
–12
27
1.711
771
517
309
–399
63
401
–36
270
1.070
–204
2
765
–8
–12
1.060
–69
4
283
3
–13
517
2.611
–3
–1.217
148
2.973
–48
–65
4.399
2.001
2
–728
91
1.280
–50
15
2.611
–520
21
1.211
–28
–80
1.628
In overeenstemming met de ontwikkelingen in de wereldeconomie zijn de risicokosten in 2008 gestegen. Deze trend zette ook in 2009
door, zij het in een lager tempo in de tweede helft van 2009.
Zekerheidsstelling
ING-onderdelen sluiten actief overeenkomsten tot het kopen en terugkopen van verhandelbare effecten af als onderdeel van hun
effectenfinancieringsactiviteiten. Deze transacties kunnen vele juridische vormen hebben. (Omgekeerde) repo-, effectenleen- en
-uitleenovereenkomsten; evenals koop/terugverkoop- dan wel verkoop/terugkoopovereenkomsten; en aandelenleen- en
uitleenovereenkomsten; zijn de meest gangbare. Het bedrag van als zekerheid aanvaarde financiële activa door ING onder deze
overeenkomsten bedroeg EUR 72,7 miljard op 31 december 2009 en EUR 82,1 miljard op 31 december 2008. Deze verlaging komt
overeen met de algehele afname in openstaande effectenfinancieringstransacties ultimo 2009 in vergelijking met eind 2008. Deze
bedragen zijn exclusief het contante deel van deze transacties en exclusief verpandingen onder tripartiete overeenkomsten (omdat de
onderliggende waarde niet direct verpand is aan ING en ook geen eigendom is van ING). Normaal gesproken kunnen deze verhandelbare
effecten in de markt worden doorverkocht of doorverpand onder soortgelijke overeenkomsten. ING is verplicht om in zulke situaties
soortgelijke effecten terug te geven.
Risicoklassen
Risicoklassen zijn bepaald op basis van de kwaliteit van de uitstaande bedragen naar kredietwaardigheid, variërend van beleggingsklasse
tot probleemklasse uitgedrukt in Standard & Poor’s-equivalenten.
Risicoklassen: portefeuille ING Bank per divisie in % van de totaal uitstaande bedragen (1)
Commercial Banking
1
(AAA)
2-4 (AA)
5-7 (A)
8-10 (BBB)
11-13 (BB)
14-16 (B)
17-22(CCC & probleemleningen)
(1)
(2)
Retail Banking
ING Direct (2)
Totaal ING Bank
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
3,7%
18,7%
21,4%
20,7%
22,0%
8,5%
5,0%
100,0%
9,3%
19,3%
16,7%
23,2%
23,3%
5,8%
2,4%
100,0%
0,2%
3,5%
4,9%
37,5%
40,9%
7,7%
5,3%
100,0%
1,3%
5,7%
4,0%
34,3%
42,9%
6,9%
4,9%
100,0%
19,8%
17,2%
18,3%
25,0%
11,4%
5,6%
2,7%
100,0%
27,6%
17,1%
15,6%
22,2%
14,8%
1,5%
1,2%
100,0%
7,8%
13,4%
15,2%
27,4%
24,5%
7,3%
4,4%
100,0%
12,6%
14,5%
12,5%
26,2%
26,6%
4,8%
2,8%
100,0%
basis van de berekening van het kredietrisico in kredietverlening, (pre)-settlement, geldmarkt- en beleggingsactiviteiten.
Op
De ratings drukken uit wat de kans is dat leningen oninbaar worden. Mogelijk onderpand wordt hierbij buiten beschouwing gelaten.
Gedekte obligaties worden gepresenteerd op basis van de externe kredietrating van de betreffende emittent. Gedekte obligaties hebben doorgaans
een betere externe kredietrating dan de emittent op zich, vanwege de structurele kenmerken van dit papier.
220
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
Risicoklassen: portefeuille ING Bank in % van de totaal uitstaande bedragen (1)
Kredietverlening
1
(AAA)
2-4 (AA)
5-7 (A)
8-10 (BBB)
11-13 (BB)
14-16 (B)
17-22(CCC &
probleemleningen)
(1)
Beleggingen
Geldmarkt
Pre-settlement
Totaal ING Bank
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
0,8%
7,0%
9,1%
35,0%
32,7%
9,9%
1,3%
4,2%
10,2%
36,1%
37,8%
6,6%
36,9%
29,4%
23,1%
6,5%
1,8%
0,6%
49,8%
28,8%
15,0%
3,6%
1,5%
0,6%
1,2%
45,6%
40,9%
7,2%
4,7%
0,2%
7,1%
57,3%
26,3%
4,8%
4,4%
0,1%
5,9%
26,1%
46,7%
11,0%
7,3%
1,8%
8,1%
48,3%
21,5%
11,2%
7,2%
2,7%
7,8%
13,4%
15,2%
27,4%
24,5%
7,3%
12,6%
14,5%
12,5%
26,2%
26,6%
4,8%
5,5%
100,0%
3,8%
100,0%
1,7%
100,0%
0,7%
100,0%
0,2%
100,0%
100,0%
1,2%
100,0%
1,0%
100,0%
4,4%
100,0%
2,8%
100,0%
p basis van de berekening van het kredietrisico in kredietverlening, (pre)-settlement, geldmarkt- en beleggingsactiviteiten.
O
De ratings drukken uit wat de kans is dat leningen oninbaar worden. Mogelijk onderpand wordt hierbij buiten beschouwing gelaten.
Bij ING Bank was sprake van een forse neerwaartse verandering in risicoklassen, die grotendeels verband hield met de aanhoudende
neerwaartse druk op de externe ratings voor securitisaties in handen van ING Direct en afnemende kredietwaardigheid in de gehele
economie. De toename van probleemleningen in de loop van het jaar was vooral te wijten aan de groeiende financiële problemen van
het MKB. De trend werd nog verder versterkt door neerwaartse bijstellingen van financiële instellingen, zoals blijkt uit geldmarkt- en
pre-settlementactiviteiten.
Risicoconcentratie: portefeuille ING Bank, per economische sector
(1) (2)
Commercial Banking
Privépersonen
Financiële instellingen
(excl. banken)
Zakenbanken
Overheid
Vastgoed
Natuurlijke hulpbronnen
Centrale Banken
Vervoer en logistiek
Diensten
Overige
(1)
(2)
Retail Banking
ING Direct
Totaal ING Bank
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
0,2%
0,2%
70,5%
68,4%
49,7%
44,1%
38,2%
34,5%
13,0%
19,5%
12,3%
13,8%
8,7%
3,7%
5,6%
3,2%
20,0%
100,0%
13,5%
20,4%
12,8%
12,5%
6,9%
2,4%
5,4%
3,5%
22,4%
100,0%
1,9%
0,8%
1,8%
4,1%
0,8%
0,3%
1,5%
3,3%
15,0%
100,0%
2,0%
1,2%
1,5%
3,9%
0,7%
1,6%
1,6%
3,1%
16,0%
100,0%
20,0%
14,4%
8,6%
0,8%
29,9%
15,4%
2,7%
0,6%
2,8%
4,5%
0,1%
3,6%
100,0%
2,8%
100,0%
11,8%
12,0%
7,8%
6,6%
3,4%
2,3%
2,5%
2,2%
13,2%
100,0%
15,0%
13,1%
6,2%
6,2%
2,9%
2,8%
2,6%
2,3%
14,4%
100,0%
Percentages zijn gebaseerd op het totale bedrag aan kredietrisico in de betreffende kolom, gemeten volgens de interne kredietrisicoberekeningsmethoden van ING.
Economische sectoren met lager aandeel dan 2% zijn samengevoegd onder Overige.
Bij ING Direct ging de diversificatie naar woninghypotheken verder, terwijl de securitisatie- en obligatieportefeuilles verhoudingsgewijs
omlaag gingen. De grotere concentratie van de overheid bij ING Direct hangt samen met de Alt-A transactie met de Nederlandse Staat. De
volgende sectoren zijn in 2009 onder de drempel van 2% gezakt: Voedingsmiddelen, dranken en persoonlijke verzorging (2008: 2,2%),
Bedrijfsleven algemeen (2,1%) en Bouw (2,0%).
Grootste economische risico’s: portefeuille ING Bank, per land (1) (2)
Commercial Banking
(in miljarden euro’s)
Nederland
Duitsland
België
Verenigde Staten
Spanje
Australië
Frankrijk
Italië
Verenigd Koninkrijk
Canada
Polen
Turkije
Retail Banking
ING Direct
Totaal ING Bank
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
54,8
11,2
26,5
31,3
12,3
4,4
23,0
13,6
13,9
0,7
9,0
0,7
56,2
12,5
25,6
35,3
15,2
4,3
23,4
14,7
15,8
1,4
9,7
0,8
187,0
0,2
52,9
0,6
0,4
0,1
0,8
0,6
0,2
0,0
6,2
9,0
171,9
0,2
52,6
0,2
0,4
17,7
70,3
0,9
48,2
36,4
31,8
5,1
12,2
12,1
21,8
1,0
61,5
1,1
63,6
40,1
23,0
4,2
12,8
13,5
17,4
259,5
81,7
80,3
80,1
49,1
36,3
28,9
26,4
26,2
22,5
15,2
9,7
229,1
74,2
79,3
99,1
55,7
27,3
28,3
28,0
29,5
18,8
11,8
9,4
0,7
0,5
0,2
0,0
2,1
8,6
eeft uitsluitend betrekking op risico’s > EUR 9 miljard, inclusief intercompany risico’s met ING Verzekeringen. De selectie bevat dezelfde landen als vorig jaar, zij
H
het in een andere volgorde.
(2)
Land is gebaseerd op het vestigingsland van de schuldenaar.
(1)
ING Groep Jaarverslag 2009
221
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
In lijn met de strategie van ING om de risico’s af te bouwen, vormden de portefeuilleontwikkelingen in de meeste landen een afspiegeling
van de ontwikkeling van de totale portefeuille. De groei bij ING Direct in Nederland en de afname in de Verenigde Staten vloeien voort uit
de Alt-A transactie met de Nederlandse overheid. De stijging in Australië is hoofdzakelijk het gevolg van valuta-effecten, terwijl de grotere
positie in Canada op het conto komt van de groei van de portefeuille woninghypotheken.
ING BANK – MARKTRISICO’S
Marktrisico betreft het risico dat bewegingen in marktfactoren, zoals rentetarieven, aandelenkoersen, valutakoersen en vastgoedkoersen,
een negatief effect hebben op de resultaten, de marktwaarde of de liquiditeitspositie van de bank. Marktrisico vloeit voort uit posities in
trading boeken of in de banking boeken. De trading posities worden aangehouden om te profiteren van koersbewegingen op de korte
termijn, terwijl de posities in de banking boeken worden aangehouden voor de lange termijn (of tot einde looptijd) of voor het doel om
andere posities in het banking boek af te dekken.
Binnen ING Bank valt het toezicht op het marktrisico (inclusief liquiditeitsrisico) onder de ALCO-functie met ALCO Bank als hoogste
autoriteit voor goedkeuring. Het ALCO Bank bepaalt de totale risicotolerantie voor het marktrisico. De ALCO-functie is regionaal
georganiseerd met uitzondering van ING Direct, dat een eigen ALCO heeft. De divisies Retail Banking en Commercial Banking zijn
vertegenwoordigd binnen de respectievelijke regionale en lokale ALCO’s. De ALCO-structuur binnen ING Bank maakt top-down
risicobeheer, limietbepaling, controle van en toezicht op het marktrisico mogelijk. Dit verzekert een correcte implementatie van de
risicotolerantie van ING Bank.
Als aangewezen onafhankelijke afdeling is Corporate Market Risk Management (CMRM) verantwoordelijk voor het ontwerp en de
uitvoering van de marktrisicobeheerfuncties van de bank ter ondersteuning van de ALCO-functie. In de CMRM-structuur wordt onderkend
dat het nemen en beheersen van risico voor een groot gedeelte op regionaal/lokaal niveau plaatsvindt. Bottom-up rapportage stelt het
management in staat om het marktrisico op alle relevante niveaus volledig te overzien.
CMRM is verantwoordelijk voor het bepalen van adequate beleidslijnen en procedures voor het beheren van marktrisico en voor het
toezicht op de naleving van deze richtlijnen. Een belangrijk element van de marktrisicobeheerfunctie is de beoordeling van het marktrisico
van nieuwe producten en activiteiten. Daarnaast onderhoudt CMRM een adequaat limietenstelsel in lijn met de totale risicotolerantie
van de bank. Het is de verantwoordelijkheid van de divisies om zich aan de door ALCO Bank goedgekeurde limieten te houden.
Limietoverschrijdingen worden tijdig aan het senior management gerapporteerd en de divisies zijn verplicht om de benodigde acties
te ondernemen om de risicopositie te reduceren.
Marktrisico in trading boeken
Organisatie
In de trading boeken worden posities aangehouden op de professionele financiële markten met als doel te profiteren van
koersbewegingen op de korte termijn. Marktrisico in de trading boeken vloeit voort uit de blootstelling aan diverse marktrisicofactoren,
waaronder rentetarieven, aandelenkoersen en valutakoersen.
Het Financial Markets Risk Committee (FMRC) is de marktrisicocommissie die, binnen de door ALCO Bank vastgestelde richtlijnen,
marktrisicolimieten vaststelt op zowel geaggregeerd niveau als per trading boek, en die nieuwe producten goedkeurt. CMRM adviseert
zowel het FMRC als het ALCO Bank over de risicotolerantie van de Commercial Banking-activiteiten.
Voor de trading boeken richt CMRM zich op het beheer van marktrisico’s binnen Commercial Banking (hoofdzakelijk Financial Markets),
aangezien dit de enige divisie is waar omvangrijke trading activiteiten plaatsvinden. Trading activiteiten zijn onder andere het faciliteren
van klantactiviteiten, market-making en het innemen van eigen posities in effecten- en derivatenmarkten. CMRM is verantwoordelijk voor
de ontwikkeling en implementatie van beleid met betrekking tot marktrisico en methodieken voor risicometing, rapportage en controle
van trading risicoposities ten opzichte van goedgekeurde limieten en de validatie van waarderingsmodellen. Verder beoordeelt CMRM
mandaten en limieten voor trading activiteiten en bewaakt CMRM het proces met betrekking tot het introduceren van nieuwe producten
voor trading activiteiten. Het beheer van de marktrisico’s in de trading boeken wordt op diverse organisatorische niveaus uitgevoerd,
van geconsolideerd niveau (CMRM) tot op het niveau van specifieke trading boeken en trading locaties.
Risicometing
CMRM past de Value at Risk (VaR)-methodiek toe als de belangrijkste risicomaatstaf. VaR voor marktrisico geeft, met een eenzijdig
betrouwbaarheidsniveau van 99%, de maximale ééndagsverliezen die kunnen optreden ten gevolge van veranderingen in risicofactoren
(zoals rentetarieven, valutakoersen, aandelenkoersen, creditspreads, impliciete volatiliteiten) als de posities onveranderd blijven binnen een
tijdsinterval van een dag. Het effect van de historische marktbewegingen op de huidige portefeuille wordt geschat op basis van het gelijk
gewogen gemiddelde van de waargenomen marktbewegingen in het voorgaande jaar. ING past VaR toe op basis van een horizon van één
dag voor interne risicoberekening, controle en backtesting, en VaR met een horizon van tien dagen voor de bepaling van het wettelijk
vereiste kapitaal. Het gebruik van het VaR-model van ING is goedgekeurd door DNB voor de berekening van het wettelijk vereiste kapitaal
van de belangrijkste trading activiteiten.
222
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
Marktrisico voor de vastrentende waarden- en aandelenmarkten is opgesplitst in twee componenten: algemeen marktrisico en specifiek
marktrisico. Het algemene marktrisico geeft een schatting van de VaR die voortvloeit uit algemene waardefluctuaties in de markt
(bijvoorbeeld renteschommelingen). Het specifieke marktrisico geeft een schatting van de VaR die voortvloeit uit waardefluctuaties in
de markt die betrekking hebben op de onderliggende emittent van waardepapieren in de portefeuilles. Dit specifieke risico betreft alle
waardeschommelingen die niet samenhangen met algemene marktbewegingen.
CMRM heeft voor de geconsolideerde risicorapportage van de trading boeken een VaR-model op basis van historische simulatie
ingevoerd, in plaats van de eerder gehanteerde variantie-covariantie-methode. Gekozen is voor een gefaseerde uitrol en ING is, na
goedkeuring van DNB, op 1 januari 2009 met de eerste fase gestart. In die eerste fase zijn de berekeningen van lineaire portefeuilles en
aandelenderivatenposities overgegaan van variantie-covariantie naar historische simulatie. Veel andere niet-lineaire en specifieke risico’s
worden vooralsnog met Monte Carlo of variantie-covariantie-methoden berekend. De berekening van alle niet-lineaire en specifieke
risico’s zal te zijner tijd worden vervangen door historische simulatie-resultaten op basis van volledige herwaardering. De harmonisering
van VaR-methoden is een van de belangrijkste doelstellingen van CMRM voor 2010.
Beperkingen
VaR als risicomaatstaf heeft enige beperkingen. VaR maakt gebruik van historische gegevens om het gedrag van toekomstige
prijsfluctuaties te voorspellen. Toekomstige prijsschommelingen kunnen substantieel afwijken van in het verleden waargenomen
fluctuaties. Daarnaast veronderstelt het gebruik van een ééndagshorizon (of tien dagen voor wettelijke berekeningen) dat alle posities
in de portefeuille in één dag kunnen worden geliquideerd of afgedekt. Ten tijde van illiquiditeit of extreme gebeurtenissen in de markt
kan deze veronderstelling onjuist blijken. Tevens geeft het gebruik van een 99% betrouwbaarheidsniveau aan dat VaR geen verliezen
meeneemt die buiten dit betrouwbaarheidsniveau vallen.
Het Basel Comité heeft nu voorgesteld om het huidige op VaR gebaseerde toezichtsraamwerk voor trading posities aan te vullen met
onder andere een Incremental Risk Charge (IRC) en stressed-VaR. Deze maatregelen moeten de tekortkomingen van het huidige
risicoraamwerk ondervangen. De bedoeling is dat kapitaaleisen van Basel II met de IRC bepaalde risico’s dekken die momenteel niet
tot uitdrukking komen in het 99%, 10-daags VaR-model voor de trading boeken (wanbetalingen, veranderingen in de kredietkwaliteit).
De nieuwe IRC-vereisten treden vanaf 2011 in werking.
Backtesting
Backtesting is een techniek voor de voortgaande bewaking van de aannemelijkheid van het toegepaste VaR-model. Hoewel met
VaR-modellen de potentiële toekomstige resultaten worden ingeschat, zijn de schattingen gebaseerd op historische marktgegevens.
In een backtest wordt het feitelijke resultaat op dagbasis vergeleken met de ééndags VaR. Naast feitelijke resultaten voor backtesting
gebruikt ING ook hypothetische resultaten, waarbij het effect van daghandel (intraday trading), honoraria (fees) en provisies wordt
uitgesloten. Wanneer het feitelijke of hypothetische verlies de VaR overstijgt, is er sprake van een overschrijding. Op basis van ING’s
eenzijdige betrouwbaarheidsniveau van 99% zal een overschrijding naar verwachting één keer in de 100 trading dagen voorkomen. In
2009 is er net als in 2008 geen overschrijding voorgekomen waarbij een ééndags trading verlies de ééndags geconsolideerde VaR van
ING Commercial Banking heeft overschreden. ING brengt op kwartaalbasis aan DNB verslag uit over de uitkomsten van de backtesting.
Stresstesting
Stresstesten worden gebruikt om marktrisico’s onder extreme marktomstandigheden te bewaken. Aangezien VaR in het algemeen
geen schatting geeft van de potentiële verliezen die kunnen voortvloeien uit extreme fluctuaties in de markt, past ING gestructureerde
stresstesting toe voor het bewaken van het marktrisico onder extreme marktomstandigheden. Stressscenario’s zijn gebaseerd op
historische en hypothetische extreme gebeurtenissen. Het resultaat van deze stresstesting is een ‘event risk’ getal. Dit is een schatting
van het resultaat als gevolg van een mogelijke extreme gebeurtenis en het wereldwijde effect daarvan op ING Commercial Banking. Het
event risk-getal voor de trading activiteiten van ING Commercial Banking wordt op weekbasis berekend. Net als VaR wordt het event
risk gelimiteerd door het ALCO Bank. Het beleid met betrekking tot event risk (en de technische implementatie daarvan) is ING-specifiek,
aangezien er voor event risk geen door andere banken en toezichthouders algemeen aanvaarde berekeningsmethode bestaat (zoals
voor het VaR-model). Het event risk-model bestaat in feite uit stressparameters per land en per markt (vastrentende waarden, aandelen,
vreemde valuta, creditspread en gerelateerde derivatenmarkten). De scenario’s en stressparameters worden achteraf vergeleken met
extreme marktbewegingen die zich daadwerkelijk in die markten hebben voorgedaan. Indien nodig evalueert ING specifieke
stressscenario’s naast de stresstests die structureel worden uitgevoerd. Deze specifieke scenario’s hebben betrekking op actuele
problemen, zoals politieke instabiliteit in bepaalde regio’s, terroristische aanslagen of extreme bewegingen in energieprijzen.
Overige controle op de trading boeken
Limieten op VaR en event risk zijn de belangrijkste limieten voor de beheersing van de trading boeken. Daarnaast maakt ING gebruik
van diverse andere limieten in aanvulling op VaR en event risk. Met limieten op positie en gevoeligheid wordt voorkomen dat er te grote
concentraties ontstaan in specifieke emittenten, sectoren of landen. Verder gelden ook andere risicolimieten op de handel in exotische
derivaten. Het marktrisico van deze producten wordt beheerst door productspecifieke limieten en beperkingen.
ING Groep Jaarverslag 2009
223
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
Ontwikkeling marktrisico
Onderstaande grafiek toont de ontwikkeling van de ééndags VaR met een betrouwbaarheidsinterval van 99% en een tijdshorizon van één
dag. De ééndags VaR wordt gepresenteerd voor de trading boeken van Commercial Banking gedurende 2008 en 2009 die onder
risicotoezicht staan van CMRM. Verscheidene banking boeken worden intern beheerd via het trading risicoproces. Deze boeken zijn
daarom uitgesloten van de banking risicotabel (in de volgende sectie) en inbegrepen in de onderstaande trading risicografiek en -tabel.
Geconsolideerde Trading VaR ING Commercial Banking 2008-2009
in miljoenen euro’s
80
70
60
50
40
30
20
10
0
jan 08
apr 08
jul 08
okt 08
jan 09
apr 09
jul 09
okt 09
jan 10
Datum
Value at Risk
VaR Limiet
Gedurende 2009 varieerde de ééndags-VaR van de Commercial Banking-trading boeken van EUR 25 miljoen tot EUR 60 miljoen. Er was
in 2009 sprake van één kleine overschrijding van de VaR-limiet. Op 16 januari 2009 is de VaR-limiet van EUR 60 miljoen met EUR 50.000
overschreden.
De gemiddelde VaR was in 2009 aanzienlijk lager dan in 2008 (VaR 2009: gemiddeld EUR 39 miljoen en VaR 2008: gemiddeld
EUR 53 miljoen). Na de extreme marktvolatiliteit in het vierde kwartaal van 2008 door de teloorgang van diverse financiële instellingen in
combinatie met de sombere economische vooruitzichten is de VaR in het vierde kwartaal van 2009 gezakt tot EUR 27 miljoen. Die daling
werd in belangrijke mate ingegeven door de ING-strategie van risico-afbouw en de afnemende volatiliteit op de diverse financiële markten.
In onderstaande tabel staat een verdere opsplitsing van de VaR van de trading boeken van Commercial Banking voor 2009 en 2008.
Geconsolideerde VaR trading boeken: ING Commercial Bank
Laag
Vreemde valuta
Aandelen
Rente/creditspread
Diversificatie (1)
Totaal VaR
(1)
Hoog
Gemiddeld
Ultimo
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
1
4
20
4
5
33
11
11
54
9
13
58
24
42
60
72
5
7
33
–6
39
5
8
45
–5
53
3
5
24
–5
27
7
7
43
–3
54
e totale VaR voor de kolommen Hoog en Laag kan niet worden berekend als de som van de individuele componenten omdat de gegevens van zowel
D
individuele markten als voor de totale VaR afkomstig kunnen zijn van verschillende datums.
NB: de termen hierboven zijn ontleend aan de terminologie die intern wordt gebruikt voor risicobeheer en zijn geen directe verwijzing naar balansposten.
De VaR lag in 2009 over het algemeen lager en liet na februari 2009 een neergaande ontwikkeling zien. De rentemarkt, waaronder
de algemene rentepositie en creditspreadposities, droeg het sterkst bij aan de VaR.
Onderstaande tabel geeft de grootste trading posities weer in vreemde valuta en in rente- en creditspread-gevoeligheden. Creditspreadgevoeligheden zijn verder onderverdeeld naar verschillende risicocategorieën en sectoren.
224
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
Belangrijkste valutaposities trading boeken (ultimo 2009)
2009
Valuta
Amerikaanse dollar
Chinese yuan
Bulgaarse lev
Poolse zloty
Zuid-Koreaanse won
–266
208
37
31
20
2008
Valuta
Singaporese dollar
Mexicaanse peso
Zuid-Koreaanse won
Amerikaanse dollar
Chinese yuan
–91
69
–68
55
46
Belangrijkste rente- en creditspread-gevoeligheden trading boeken (ultimo 2009)
in duizenden euro’s
Rente (BPV (1))
Eurozone
Verenigde Staten
Mexico
Verenigd Koninkrijk
Japan
Creditspread (BPV (1))
Verenigde Staten
Eurozone
Mexico
Japan
Rusland
(1)
2009
–1.175
–359
–153
–109
107
–115
–86
–57
–17
–13
2008
Rente (BPV (1))
Eurozone
Mexico
Verenigde Staten
Zuid-Korea
Taiwan
–1.272
–289
241
–111
60
Creditspread (BPV (1))
Eurozone
Verenigde Staten
Mexico
Japan
Verenigd Koninkrijk
–247
–187
–97
–56
–32
BPV (basis point value) betreft de gevoeligheid van de winst-en-verliesrekening per één basispunt toename in de rente of de creditspread.
Gevoeligheid creditspread per risicoklasse en sector trading boeken (ultimo 2009)
in duizenden euro’s
Creditspread (BPV (1))
Risicoklassen
1
(AAA)
2-4 (AA)
5-7 (A)
8-10 (BBB)
11-13 (BB)
14-16 (B)
17-22 (CCC & probleemleningen)
Geen rating
Totaal
2009
2008
Bedrijfsleven
Financieel
Bedrijfsleven
Financieel
–18
–18
83
16
–12
–21
–47
15
–2
–145
–34
–100
14
–20
20
–11
–16
–292
–20
–19
4
–75
–37
–6
–21
–19
–193
–40
–115
–88
–103
–54
–18
–2
–28
–448
BPV (basis point value) betreft de gevoeligheid van de winst-en-verliesrekening per één basispunt toename in de rente of de creditspread.
(1) Marktrisico in banking boeken
Organisatie
Binnen ING Bank worden posities aangeduid als trading of banking posities. Het belangrijkste aspect voor het onderscheiden van de
banking boeken van de trading boeken is de intentie achter de posities die worden aangehouden in deze boeken. De posities in de
banking boeken worden aangehouden voor de lange termijn (of tot einde looptijd) of om de risicopositie in andere banking boeken
af te dekken (de hypothekenportefeuille bijvoorbeeld).
ING Groep Jaarverslag 2009
225
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
Renterisico
Het renterisico van de banking boeken is het risico dat de resultaten of de marktwaarde van ING Bank die voortvloeien uit de banking
posities nadelig door rentebewegingen worden beïnvloed. Om verantwoordelijkheden voor risico en resultaat binnen de banking
boekstructuur duidelijk toe te wijzen is door ALCO Bank een Asset & Liability Management (ALM) raamwerk geïmplementeerd. Door
middel van dit raamwerk is een duidelijke splitsing gemaakt in drie typen activiteiten: het investeren van het eigen kapitaal, de
commerciële activiteiten en het aansturen van de strategische rentepositie van de Bank in de specifieke ALM-boeken. Onderstaande
figuur laat het ALM-raamwerk van ING Bank zien waarbinnen het renterisico wordt gemeten en bewaakt:
ING Bank
Kapitaalbeheer
ING Direct
Retail Banking
Risicoverplaatsing
naar markt
Risicoverplaatsing
naar FM ALM
Modelrisico
(replicatie, vervroegde
aflossingen)
Modelrisico
(replicatie, vervroegde
aflossingen)
Commercial Banking
Commercial Bank
Risicoverplaatsing
naar FM ALM
Financial Markets
ALM
Financial Markets
Handel
Voor eigen risico
ING Bank’s kapitaalbeheerposities, zijnde de eigen fondsen (kernkapitaal) en de investeringen van deze eigen fondsen, worden geïsoleerd
onder de ING Bank Corporate Line. ALCO Bank bepaalt het looptijdprofiel waaraan de investering van de eigen fondsen moet voldoen. Dit
looptijdprofiel geeft het langetermijnkarakter weer van de rendementseis van de investeerders en streeft naar maximalisatie en stabilisatie
van de resultaten. Binnen het interne raamwerk van risico-overdracht beschouwt ALCO Bank een evenwichtige portefeuille van vastrentende
beleggingen met een lange looptijd als de risiconeutrale positie.
Het principe van risico-overdracht vormt de basis van het ALM-raamwerk van ING Bank. Uitgangspunt is dat de open renterisicopositie
vanuit de commerciële banking boeken wordt overgedragen naar de ALM-boeken. Het renterisico van de commerciële banking boeken
komt voort uit de rentetypische mismatch van de door de bank aangegane bezittingen en schulden. De overdracht van het renterisico is
voor een groot gedeelte gebaseerd op het modelleren van klantgedrag. Binnen CMRM wordt uitgebreid onderzoek verricht om het
modelleren van het klantgedrag te optimaliseren. Er worden verschillende methoden gebruikt om het renterisico na te bootsen waarbij de
contractuele en gedragsafhankelijke karakteristieken van rekeningen-courant, spaargelden en hypotheken in ogenschouw worden
genomen. De werking van de gebruikte modellen en veronderstellingen wordt op regelmatige basis geanalyseerd door middel van
backtests. De resultaten van deze backtests worden gepresenteerd aan het verantwoordelijke ALCO.
Om de rentegevoeligheid van spaargelden en rekeningen-courant te bepalen, zijn verschillende methoden ontwikkeld, afhankelijk van de
focus van de risicoanalyse. Voorbeelden hiervan zijn historische simulatie, Earnings Sensitivity-analyse en waarderingsmodellen. Er wordt in
deze modellen rekening gehouden met prijsstrategieën, uitstaande volumes en het niveau en de vorm van de yieldcurve. Op basis van deze
analyses zijn de investeringsregels voor de verschillende portefeuilles vastgesteld.
Het afdekken van de optie om vervroegd af te lossen binnen de hypothekenportefeuilles is gebaseerd op modellen waarin het vervroegd
aflossingsgedrag wordt voorspeld. In deze modellen wordt rekening gehouden met de stimulans voor klanten om vervroegd af te lossen. De
parameters van deze modellen zijn gebaseerd op historische data en worden regelmatig herzien. De gevoeligheid van de renteopties in de
uitstaande hypotheekoffertes wordt bepaald en er is ook een afdekkingsproces om het resulterende renterisico te minimaliseren.
Het renterisico dat in de commerciële boeken achterblijft na het overdragen van de open rentepositie naar de ALM-boeken wordt
veroorzaakt door basisrisico en optionaliteiten. De commerciële bedrijfsonderdelen dragen de verantwoordelijkheid voor dit overgebleven
renterisico dat voortvloeit uit bancaire producten waarvan de toekomstige kasstromen afhankelijk zijn van klantgedrag (bijvoorbeeld
optionaliteiten in hypotheken) en van bancaire producten waarvan de klantrente niet perfect correleert met de veranderende marktrente
(basisrisico). Rekeningen-courant, spaargelden en hypotheken zijn voorbeelden van producten waar deze risico’s uit voortvloeien.
226
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
Binnen ING Direct wordt het renterisico op het niveau van de lokale ING Direct-entiteiten beheerd en gemeten. Het renterisico dat bij de
entiteiten van ING Direct achterblijft, wordt eveneens in grote lijnen veroorzaakt door het basisrisico en optionaliteiten, aangezien de open
rentepositie grotendeels wordt afgedekt.
De ALM-boeken worden beheerd binnen de divisie Commercial Banking en bevatten de strategische rentepositie van de bank. Binnen deze
boeken is de belangrijkste doelstelling om de economische waarde te maximaliseren en om adequate en stabiele jaarlijkse resultaten te
genereren binnen de risicotolerantiegrenzen van ING Bank.
In de volgende onderdelen worden de risicocijfers voor renterisico in de banking boeken gepresenteerd. ING Bank gebruikt verschillende
risicomaatstaven om renterisico te beheersen, zowel vanuit een resultaten- als een waardeperspectief. De Earnings Sensitivity-maatstaf laat
het winstperspectief zien en de cijfers voor Net Present Value at Risk en Base Point Values tonen het waardeperspectief. Diverse kleine
banking boeken vallen onder het trading risicoproces en komen derhalve niet voor in de navolgende banking tabellen. De bewuste banking
boeken zijn opgenomen in de trading risicografiek en tabel onder ‘Marktrisico in de trading boeken’.
Earnings Sensitivity (ES)
ES meet de invloed van veranderende marktrentes op IFRS resultaten (winst-en-verliesrekening, vóór belastingen) over de periode van één
jaar. Managementinterventies zijn niet meegenomen in deze berekeningen; veranderingen in balansdynamiek (bijv. nieuwe activiteiten)
alleen indien van belangrijke omvang. De ES-cijfers in de onderstaande tabel zijn bepaald op basis van een onmiddellijke opwaartse
verandering van de marktrente van 1%. Aangenomen wordt dat de marktrente na zo’n verandering de rest van dat jaar stabiel blijft. Voor
de ALM-boeken meet de ES het potentiële verlies dat veroorzaakt wordt door de structurele rentetypische mismatch in de aangehouden
posities. De berekeningen voor de ALM-boeken geven de ES van de huidige posities weer. Voor de commerciële boeken geeft de ES het
renterisico voortkomend uit de rekeningen-courant, (direct opvraagbare) spaargelden en de meest belangrijke hypothekenportefeuilles weer.
Bij de ES-berekeningen voor de rekeningen courant en de (direct opvraagbare) spaargelden is het effect van nieuwe activiteiten wel
meegenomen omdat dit het meest relevant is voor deze portefeuilles. De ES van de Corporate Line, zijnde de investering van ING Bank’s
eigen vermogen, weerspiegelt het renterisicoprofiel van alleen deze investeringen.
Earnings Sensitivity banking boeken (1% onmiddellijke opwaartse verandering van de marktrentes)
2009
2008
Per divisie
ING Commercial Banking
ING Retail Banking
ING Direct
ING Bank Corporate Line
ING Bank Totaal
–44
–115
–281
5
–435
–91
–102
5
46
–142
Per valuta
Euro
Amerikaanse dollar
Britse pond
Overig
Totaal
–262
–193
–26
46
–435
–220
80
5
–7
–142
De totale ES is gestegen van EUR –142 miljoen naar EUR –435 miljoen. In 2008 is de rente door stevig ingrijpen van de centrale banken
naar een uitzonderlijk laag niveau gedaald. Vooral Retail Banking en ING Direct hebben meer activa kortlopend uitgezet, waardoor de ES
ultimo 2008 verhoudingsgewijs laag uitviel. De rente op spaargelden is in de loop van 2009 verlaagd in overeenstemming met de
ontwikkeling van de marktrente. Tegelijkertijd werd die klantrente gevoeliger voor opwaartse veranderingen, waardoor de ES verder
toenam. Dit effect werd nog uitvergroot door de groei van het spaarvolume. Bovendien is de looptijd van de hypotheken van ING Direct
US na de stijging van de lange rente met circa 1% in de loop van 2009 aanzienlijk gestegen. De Earnings Sensitivity is mede hierdoor nog
verder toegenomen. Van Commercial Banking ging de ES omlaag na een reductie in de structurele mismatch in de rentepositie van de
strategische ALM-portefeuille.
NPV at Risk
De NPV at Risk-cijfers geven het volledige effect op de waarde (inclusief convexiteit) van de banking boeken weer die het resultaat zijn van
veranderende marktrentes. Dit volledige waarde-effect kan niet worden gerelateerd aan de balans of de resultaten omdat de
marktwaardemutaties in de banking boeken over het algemeen niet in de resultaten of het eigen vermogen worden geboekt. Het
grootste gedeelte, namelijk de waardemutaties van de posities die tegen geamortiseerde kostprijs worden verantwoord, worden noch in
de balans noch in de winst-en-verliesrekening meegenomen. Deze mutaties treden naar verwachting in de loop der tijd op in bijvoorbeeld
de winst-en-verliesrekening, mits de rente en portefeuille zich gedurende de resterende looptijd van de portefeuille conform de
termijnkoersen ontwikkelen. De NPV at Risk-cijfers in de onderstaande tabel zijn vastgesteld op basis van een onmiddellijke parallelle
opwaartse verandering van de marktrente van 1% in lijn met de ES-berekeningen. Voor de ALM-boeken bevatten de NPV at Risk-cijfers de
potentiële waardeverandering als gevolg van een structurele mismatch in de renteposities. Voor de commerciële bankboeken bevatten de
NPV at Risk-berekeningen de convexiteit die resulteert uit de belangrijkste hypothekenportefeuilles, bijvoorbeeld vervroegde aflossing als
de klant verhuist. In deze berekeningen wordt aangenomen dat de spaargelden en de rekeningen-courant van Retail Banking en
ING Groep Jaarverslag 2009
227
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
Commercial Banking perfect worden weergegeven door de replicatiemethoden en daarom volledig zijn afgedekt. De NPV at Risk
van de Corporate Line laat opnieuw alleen het renterisicoprofiel van de belegging van de eigen middelen zien.
NPV at Risk banking boeken (1% onmiddellijke opwaartse verandering van de marktrentes)
2009
2008
Per divisie
ING Commercial Banking
ING Retail Banking
ING Direct
ING Bank Corporate Line
ING Bank Totaal
–427
–51
49
–1.406
–1.835
–674
–100
–232
–1.388
–2.394
Per valuta
Euro
Amerikaanse dollar
Britse pond
Overig
Totaal
–1.811
–39
–53
68
–1.835
–2.105
–238
–40
–11
–2.394
De NPV at Risk per jaarultimo daalde aanzienlijk met EUR 559 miljoen tot EUR 1.835 miljoen negatief. Deze verandering is hoofdzakelijk
afkomstig van ING Direct, waar het NPV at Risk-cijfer is omgeslagen van een negatieve naar een positieve waarde door de
looptijdverkorting van de beleggingen bij bepaalde onderdelen. Bij Commercial Banking is de structurele mismatch in de rentepositie
in de strategische ALM-portefeuille verlaagd. De NPV at Risk daalde hierdoor eveneens.
Base Point Values (BPV’s)
De onderstaande tabellen geven het waarde-effect weer op de banking boeken van een verandering in de rente met 1 basispunt. Uit de
BPV-cijfers komt de richting van de positie bij een kleine opwaartse verandering naar voren en niet de convexiteit die voortkomt uit de
optionaliteiten in hypotheken bij grotere rentebewegingen.
BPV’s per valuta banking boeken
in duizenden euro’s
Valuta
Euro
Amerikaanse dollar
Britse pond
Overig
Totaal
2009
2008
–15.340
757
–684
475
–14.792
–19.176
337
–582
–373
–19.794
De open renterisicopositie die wordt uitgedrukt in BPV’s in de bovenstaande tabel wordt met name veroorzaakt door de investeringen
van het kernkapitaal van de Bank. De BPV-cijfers zijn in lijn met de NPV at Risk en weerspiegelen de afgenomen blootstelling aan de
veranderende rente.
Valutarisico in banking boeken
Valutaposities in banking boeken zijn het gevolg van commerciële banking activiteiten van ING-bedrijfsonderdelen (activiteiten in andere
valuta’s dan de eigen lokale valuta), translatierisico in niet-euro investeringen (inclusief gerealiseerde resultaten) en strategische
aandelenbelangen in buitenlandse deviezen. Het beleid met betrekking tot deze risico’s wordt hieronder kort beschreven.
Commerciële banking activiteiten
Elk bedrijfsonderdeel dekt het valutarisico van de eigen commerciële activiteiten af naar de lokale valuta. Activa en passiva komen
daardoor wat betreft valuta overeen.
Valutatranslatieresultaten
De strategie van ING is het beschermen van de kernkapitaalratio (Tier 1-ratio) van ING Bank tegen ongunstige wisselkoersschommelingen.(1)
De bescherming hiervan wordt grotendeels gerealiseerd door het uitgeven van hybride schuldpapier dat wordt aangemerkt als Tier
1-kapitaal (‘Tier 1-effecten’), in zowel de Amerikaanse dollar als het Britse pond, en door het structureel innemen van posities in
buitenlandse valuta. Het bewust innemen van open posities in buitenlandse valuta wordt ingegeven door het streven om het Tier
1-kapitaal en de risico-gewogen activa even gevoelig te maken voor veranderingen in de valutakoersen. De Amerikaanse dollar,
het Britse pond, de Poolse zloty, de Australische dollar en de Turkse lira zijn in dit verband de voornaamste valuta’s.
(1)
Recentelijk is de strategie gewijzigd en wordt core Tier 1-ratio, in plaats van de Tier 1-ratio, beschermd tegen wisselkoersschommelingen.
228
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
In de navolgende tabellen worden de valutaposities in de banking boeken gepresenteerd.
Netto valutapositie banking boeken
Buitenlandse investeringen
Amerikaanse dollar
Britse pond
Poolse zloty
Australische dollar
Turkse lira
Overige valuta’s
Totaal
Afgedekt
Netto positie
2009
2008
2009
2008
2009
2008
6.913
–1.155
1.153
2.186
1.752
7.321
18.170
9.061
–1.132
1.027
1.031
1.687
4.897
16.571
–3.980
1.220
–486
–1.423
–233
–3.549
–8.451
–4.502
1.113
–490
–700
–193
–3.794
–8.566
2.933
65
667
763
1.519
3.772
9.719
4.559
–19
537
331
1.494
1.103
8.005
De buitenlandse investeringen in Amerikaanse dollars zijn in 2009 gedaald door forse negatieve resultaten, vooral binnen ING Direct US.
Buitenlandse investeringen in Australische dollars gingen omhoog om de volgende redenen: een kapitaalinjectie in ING Direct Australia,
de stijging van de wisselkoers met 25% en positieve gerealiseerde resultaten. De fors hogere nettopositie in de categorie ‘overige valuta’s’
houdt voornamelijk verband met de gestegen koersen van strategische aandelenbelangen. Zo is de koers van Bank of Beijing met meer
dan 100% gestegen en daardoor is de positie in de Chinese renminbi eveneens hoger.
Voor de bepaling van de resterende gevoeligheid van de Tier 1-ratio voor schommelingen in de wisselkoersen wordt gebruik gemaakt van
de maatstaf Tier 1-ratio at risk (TaR), zoals weergegeven in onderstaande tabel. Met de TaR wordt de daling van de Tier 1-ratio gemeten
als een bepaalde wisselkoers fors verandert. De voor de berekening van de TaR gehanteerde stressscenario’s worden in de laatste twee
kolommen gepresenteerd. Een positief stressscenario betekent dat de buitenlandse munt stijgt ten opzichte van de euro. Voor de
Amerikaanse dollar houdt dat in dat de Tier 1-ratio ultimo 2009 met 0,030% zou dalen (absoluut, bijvoorbeeld van 9,030% tot 9,000%)
als de dollar 15% inlevert.
Tier 1-papier en gevoeligheid Tier 1-ratio ING Bank
TaR
Amerikaanse dollar
Britse pond
Poolse zloty
Australische dollar
Turkse lira
Totaal
Stressscenario
2009
2008
2009
2008
0,030%
0,002%
0,006%
0,010%
0,006%
n/a
0,041%
0,000%
0,001%
0,003%
0,017%
n/a
–15%
–15%
–15%
–20%
–25%
n/a
–10%
+5%
+20%
+5%
–30%
n/a
Aandelenrisico in banking boeken
Het risico op aandelen vloeit voort uit het feit dat aandelenkoersen kunnen fluctueren. Dit heeft invloed op de waarde van de aandelen en
andere instrumenten waarvan de prijs net zo beweegt als een bepaald aandeel, een mandje met aandelen of een aandelenindex. ING
Bank houdt een strategische portefeuille aan met een substantiële aandelenpositie in de banking boeken. Deze bestaat voornamelijk uit de
deelnemingen van EUR 1.396 miljoen (2008: EUR 1.813 miljoen) en de aandelen aangehouden in de beschikbaar-voor-verkoop portefeuille
van EUR 3.682 miljoen (2008: EUR 1.863 miljoen). De waarde van de aandelen die worden aangehouden in de beschikbaar-voor-verkoop
portefeuille is direct verbonden met de aandelenkoersen, waarbij een eventuele toename/daling wordt opgenomen in de
herwaarderingsreserve (behalve in het geval van een bijzondere waardevermindering). Tijdens het boekjaar 2009 schommelde de
herwaarderingsreserve in verband met aandelen die worden aangehouden in de beschikbaar-voor-verkoop portefeuille tussen een laag
maandultimo van EUR 1.198 miljoen (2008: EUR 776 miljoen) en een hoog maandultimo van EUR 2.536 miljoen (2008: EUR 1.969
miljoen). De deelnemingen worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaarde. Om die reden is de balanswaarde niet direct
verbonden aan de aandeelkoersen.
Vastgoedrisico in banking boeken
Het risico op onroerend goed vloeit voort uit de mogelijkheid dat vastgoedprijzen fluctueren. Dit heeft invloed op de waarde van
vastgoedbezittingen en de resultaten die met vastgoedactiviteiten samenhangen.
ING Bank kent posities in drie verschillende categorieën vastgoed in de banking boeken. Ten eerste is een deel van de gebouwen waarin
ING Bank gevestigd is eigendom van ING. Ten tweede heeft ING Bank een vastgoedontwikkelingsbedrijf, ING Real Estate Development,
waarvan de resultaten samenhangen met de ontwikkelingen op de vastgoedmarkt, al is het wel beleid om de risico’s waar mogelijk te
verminderen door vooraf verkoopovereenkomsten af te sluiten. Ten derde heeft ING Bank voor verscheidene vastgoedfondsen
opstartkapitaal en overbruggingskapitaal medegeïnvesteerd voor de introductie van nieuwe fondsen. Bij een daling van de vastgoedprijzen
gaat behalve de waarde van dat opstart-, en overbruggingskapitaal ook het niveau van het voor externe klanten beheerd vermogen
omlaag, wat dan weer leidt tot minder provisiebaten uit deze activiteiten.
ING Groep Jaarverslag 2009
229
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
De crisis in de financiële markten heeft geleid tot een verdergaande vertraging van de wereldeconomie in het algemeen. Deze mondiale
economische factoren hebben ook negatieve consequenties voor de waarde van vastgoed gehad.
Voor de derde categorie zoals hierboven aangegeven kunnen prijsschokken een direct effect op de gerapporteerde nettowinst hebben.
De totale ING Bank vastgoedpositie (inclusief leverage en toekomstig gecommitteerde aankopen) bedraagt EUR 7,0 miljard waarvan
EUR 3,3 miljard geherwaardeerd wordt via de winst-en-verliesrekening en EUR 3,7 miljard niet via de winst-en-verliesrekening
geherwaardeerd wordt, maar geboekt wordt tegen kostprijs of geherwaardeerd via het eigen vermogen (met bijzondere
waardeverminderingen verwerkt in de winst-en-verlies-rekening). Per saldo is de vastgoedpositie EUR 1,9 miljard in waarde gedaald
door afname in de marktwaarde (EUR 800 miljoen), bijzondere waardeverminderingen (EUR 620 miljoen) en netto desinvesteringen
(EUR 900 miljoen), met daar tegenover een positief valutaresultaat ter waarde van EUR 420 miljoen.
Onroerend goed positie banking boeken (gerapporteerd als financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat)
2009
Europa
Noord- en Latijns-Amerika
Australië
Azië
Totaal
Woningen
Kantoren
Winkels
Industrieel
Overig
Totaal
146
18
34
198
357
93
24
24
498
196
91
298
267
852
94
1.040
121
224
220
32
1.255
476
871
1.590
493
325
3.279
Onroerend goed positie banking boeken (gerapporteerd als financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat)
2008
Europa
Noord- en Latijns-Amerika
Australië
Azië
Totaal
Woningen
Kantoren
Winkels
Industrieel
Overig
Totaal
1
237
3
244
485
893
172
93
99
1.257
454
234
261
278
1.227
133
1.199
126
7
1.465
98
295
51
19
463
1.579
2.137
534
647
4.897
De vastgoedpositie van ING Bank waarvan de herwaardering in de winst-en-verliesrekening wordt verantwoord, is gedaald als gevolg van
waardedalingen, uitstroom van beleggingen in fondsen en verkopen. Voor de vastgoedpositie in Europa werd EUR 80 miljoen aan
veranderingen in de marktwaarde verantwoord en deze regio is minder sterk getroffen dan de andere regio’s. Mede door verkopen en de
uitstroom uit beleggingsfondsen met een totale omvang van EUR 650 miljoen is de vastgoedpositie in Europa significant gedaald. De positie
in Noord-Amerika werd negatief beïnvloed door marktwaardeveranderingen in de Summit-portefeuille (EUR 290 miljoen) en andere
Amerikaanse posities (EUR 200 miljoen). De verkoop van Canadese activa (EUR 160 miljoen) waar ten dele de appreciatie van de Canadese
munt tegenover stond, resulteerde in een verder daling van de positie. De positie in Australië nam licht af door negatieve
marktwaardeveranderingen (EUR 160 miljoen) ten dele gecompenseerd door een sterkere Australische dollar. De vastgoedpositie in Azië
daalde vooral door de verkoop van activa, uitstroom uit fondsen (EUR 250 miljoen) en negatieve reële waardeveranderingen (EUR 70 miljoen).
Onroerend goed posities banking boeken (niet geherwaardeerd door de winst-en-verliesrekening)
2009
Europa
Noord- en Latijns-Amerika
Australië
Totaal
Woningen
Kantoren
Winkels
Industrieel
Overig
Totaal
515
95
8
618
1.392
140
15
1.547
846
74
463
37
883
74
99
562
3.290
235
159
3.684
Onroerend goed posities banking boeken (niet geherwaardeerd door de winst-en-verliesrekening)
2008
Europa
Noord- en Latijns-Amerika
Australië
Totaal
Woningen
Kantoren
Winkels
Industrieel
Overig
Totaal
644
78
22
744
1.500
158
1
1.659
853
7
87
947
81
359
24
147
530
3.437
267
257
3.961
81
De vastgoedpositie van ING Bank waarvan de herwaardering niet in de winst-en-verliesrekening wordt verantwoord, is eveneens
afgenomen. De belangrijkste wijzigingen vielen toe te schrijven aan bijzondere waardeverminderingen (EUR 620 miljoen) en nettoinvesteringen (EUR 290 miljoen) in Europa en Australië, ten dele gecompenseerd door de stijging van de Australische dollar.
230
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
ING BANK – LIQUIDITEITSRISICO
Net als andere marktrisico’s voor het bankbedrijf valt ook het liquiditeitsrisico onder het toezicht van de ALCO-functie binnen ING Bank,
waarbij ALCO Bank als hoogste autoriteit voor goedkeuring fungeert.
Definitie
Liquiditeitsrisico is het risico dat ING Bank of een van haar dochterondernemingen niet op het gewenste moment tegen redelijke kosten
aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Liquiditeitsrisico kan voortvloeien uit zowel de trading als de banking posities. Binnen ING
Bank wordt het raamwerk voor liquiditeitsrisico geformuleerd door ALCO Bank, dat eindverantwoordelijk is voor liquiditeitsrisico. Dat
raamwerk wordt top-down doorgevoerd in de organisatie onder verantwoordelijkheid van de regionale en lokale ALCO’s. De belangrijkste
doelstelling van het liquiditeitsrisicoraamwerk van ING is het handhaven van voldoende liquiditeit om activiteiten goed en stabiel te laten
verlopen. Om die reden beschouwt ING het liquiditeitsrisico vanuit drie verschillende invalshoeken: structureel, tactisch en in tijden van
crisis.
Structureel liquiditeitsrisico
Het structurele liquiditeitsrisico betreft het risico dat vanuit langetermijnperspectief bezien de structurele balans niet op het gewenste
moment of tegen redelijke kosten kan worden gefinancierd. Bij het structurele liquiditeitsrisico worden de totale posities binnen en buiten
de balans bekeken vanuit het perspectief van structureel ALM beheer. Door ALCO Bank is een werkgroep opgezet bestaande uit
Corporate Market Risk Management, Capital Management en Financial Markets. De werkgroep richt zich op liquiditeitsrisico-aspecten van
de bedrijfsvoering op continuïteitsbasis en heeft als belangrijkste doel om het liquiditeitsprofiel gezond te houden, onder meer door:
• een goed gespreide mix van financieringsbronnen aan te houden wat betreft financiële producten (bijv. ongedekte deposito’s,
commercial paper, langlopende obligaties of repo-overeenkomsten), geldverstrekkers (bijv. professionele geldmarktpartijen, wholesaleof retailklanten), geografische markten en valuta;
• toegang tot de kapitaalmarkten actief te beheren door het regelmatig emitteren van schuldpapier in alle belangrijke markten en het
onderhouden van relaties met beleggers;
• een brede portefeuille met beleenbare activa aan te houden die kunnen worden ingezet om financieringen op basis van onderpand
aan te trekken, bijvoorbeeld vanuit de repo-markt of van de ECB; hierop gebaseerd bedraagt het totale beleenbare onderpand
EUR 165 miljard (nominaal);
• een adequaat structureel liquiditeitsprofiel aan te houden, waarbij rekening wordt gehouden met de samenstelling van de activa
en met de financieringsmogelijkheden van ING Bank al dan niet op basis van onderpand;
• een methode voor de funds transfer pricing te onderhouden (interne verrekenprijzen voor liquiditeiten) waarin recht wordt gedaan
aan de liquiditeitskosten van ING Bank zowel op basis van continuïteit als in tijden van crisis.
Wat de financieringsbronnen betreft wil ING Bank de zelf-georigineerde activa (leningen) in grote mate financieren met eenzelfde
bedrag aan zelf-georigineerde verplichtingen (deposito’s), oftewel een verhouding kredieten/toevertrouwde middelen van ongeveer 1
(verhouding per jaareinde 2009: 1,16). De feitelijke financieringsmix wordt in de onderstaande tabel weergegeven.
Financieringsmix ING Bank
Type financiering
Particuliere deposito’s
Deposito’s bedrijfsleven & overig
Interbancair (incl. centrale bank)
Leen-/repo-overeenkomsten
Uitgifte schuldpapier
Achtergestelde schulden
Totaal
2009
2008
46%
17%
10%
8%
16%
3%
100%
36%
25%
14%
11%
11%
3%
100%
N.B. In deze tabel worden eigen vermogen, handels- en niet- handelsverplichtingen, derivaten
en overige verplichtingen buiten beschouwing gelaten.
De financieringsmix is gunstig en goed gediversifieerd gebleven. Deposito’s waren goed voor ruim 60% van de totale funding portefeuille.
ING Groep Jaarverslag 2009
231
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
Tactisch liquiditeitsrisico
Vanuit tactisch en kortetermijnperspectief wordt het liquiditeitsrisico dat voortvloeit uit de kortlopende posities in kasmiddelen
en onderpand bezien. ALCO Bank heeft het dagelijkse liquiditeitsbeheer overgedragen aan Financial Markets Amsterdam, dat
verantwoordelijk is voor de beheersing van de totale liquiditeitsrisicopositie van ING Bank, terwijl lokale en regionale afdelingen
van Financial Markets zich bezighouden met het liquiditeitsbeheer voor hun eigen locatie en regio.
Binnen Financial Markets ligt de nadruk hoofdzakelijk op zowel de eindedagposities in kasmiddelen en onderpand als deze posities
gedurende de dag. Het is beleid om de dagelijkse financieringsbehoeften afdoende te spreiden. Met dat doel bewaakt de Treasury
afdeling alle vervallende kasstromen, samen met verwachte veranderingen in de financieringseisen voor de kernactiviteiten.
De liquiditeitsrisicobeheerfunctie is gedelegeerd aan CMRM, dat de verantwoordelijkheid draagt voor de stresstesting van het
liquiditeitsrisico alsmede voor de signalering, meting en bewaking van de liquiditeitsrisicopositie. Bij de meting en bewaking van
de feitelijke liquiditeitspositie ligt de nadruk op de dagpositie in kasmiddelen en onderpand. Voor de stresstesting worden de
liquiditeitsrisicoposities berekend op basis van de rapportagevereisten inzake liquiditeitsrisico van DNB. Met dat doel worden de
wekelijkse en maandelijkse liquiditeitsposities van ING Bank aan een stresstest onderworpen op basis van een scenario dat een mix
is tussen een gebeurtenis in de markt en een ING-specifieke gebeurtenis. De resulterende liquiditeitsposities worden gecorrigeerd
voor het aanwezige liquiditeitssurplus zowel in niet inwisselbare valuta als op locaties waar kapitaaloverdracht gelimiteerd is.
Liquiditeitsrisico in tijden van crisis
In dit onderdeel wordt de organisatie van het liquiditeitsbeheer in tijden van crisis geregeld. Binnen ING is een speciaal team
verantwoordelijk voor het liquiditeitsbeheer bij een crisis. Het crisisteam bestaat uit de CRO, de CFO, het lid van de Bank Management
Board die verantwoordelijk is voor Commercial Banking, de directeuren van CMRM en Kapitaalbeheer en de directie van Treasury van
zowel ING Bank als ING Verzekeringen. Binnen de hele organisatie van ING is het beleid om adequate en actuele crisisfinancieringsplannen
klaar te hebben liggen. Het belangrijkste doel van de financieringsplannen is om het senior management in staat te stellen om op een
effectieve en efficiënte manier te reageren in tijden van crisis. Noodplannen worden opgesteld om tijdelijke en langdurige verstoringen in
liquiditeit op te vangen die worden veroorzaakt door algemene marktomstandigheden of door specifieke omstandigheden binnen ING.
Op basis van deze plannen zijn alle taken en verantwoordelijkheden duidelijk gedefinieerd en is alle benodigde managementinformatie
beschikbaar. De financieringsplannen voor tijden van crisis worden regelmatig getest op lokaal en geconsolideerd niveau zodat ING zo
goed mogelijk op potentiële liquiditeitsproblemen is voorbereid.
232
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Verzekeringen
ING VERZEKERINGEN
ING is actief in een breed spectrum van levens en schadeverzekeringsproducten. De risico’s die voortvloeien uit deze
verzekeringsproducten hebben betrekking op de toereikendheid van de verzekeringspremies en de voorzieningen met betrekking
tot verzekeringsverplichtingen en de vermogenspositie alsmede de onzekerheid met betrekking tot het toekomstig rendement op
investeringen van de verzekeringspremies. Risico’s worden als volgt onderverdeeld: actuarieel en verzekeringstechnisch risico, marktrisico,
liquiditeitsrisico, kredietrisico, bedrijfsrisico en operationeel risico.
Het Bestuur Verzekeringen is verantwoordelijk voor het beheer van risico’s voortkomend uit de activiteiten van ING Verzekeringen. De
verantwoordelijkheid voor het meten en beheersen van het kredietrisico en het operationeel risico ligt respectievelijk bij Corporate Credit
Risk Management (CCRM) en Corporate Operational Risk Management (CORM). Corporate Insurance Risk Management (CIRM) is
verantwoordelijk voor het meten en beheersen van verzekeringsrisico (actuarieel en verzekeringstechnisch), marktrisico en liquiditeitsrisico
en het meten van bedrijfsrisico, en ziet er verder op toe dat in beleggingsmandaten afdoende wordt ingespeeld op het
kredietportefeuillerisico.
Bouwwerk risicobeheer
Insurance Risk Management (IRM) van ING is op basis van functielijnen georganiseerd op drie niveaus van de organisatie: op groeps-,
divisie- en bedrijfsonderdeelniveau. Als general manager van CIRM staat de Chief Insurance Risk Officer (CIRO) aan het hoofd van die functie
en rapporteert hij of zij direct aan de Groep CRO. Elke divisie en elk bedrijfsonderdeel heeft een vergelijkbare functie met aan het hoofd een
Chief Insurance Risk Officer (CIRO divisie en bedrijfsonderdeel). Door deze gelaagde functionele aanpak is ING verzekerd van een
consequente toepassing van richtlijnen en procedures, regelmatige rapportages en de juiste communicatie binnen de hele
risicobeheerfunctie, alsmede de voortgaande steun aan de business. Het mandaat, de rol, de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden
van de diverse niveaus van de risicobeheerfunctie zijn duidelijk vastgelegd in een raamwerk voor risicobeheer van het verzekeringsbedrijf
waaraan alle bedrijfsonderdelen en divisies zich te houden hebben.
De risicobeheerfunctie van het verzekeringsbedrijf heeft als doel om samen met de business te werken aan een duurzaam
concurrentievoordeel door het volledig integreren van risicobeheer in de tactische dagelijkse bedrijfsactiviteiten en de bredere
bedrijfsstrategie van ING. Insurance Risk Management realiseert dit streven met vier kernactiviteiten. Ten eerste ziet IRM erop toe dat
producten en portefeuilles op de juiste manier worden gestructureerd, geaccepteerd, geprijsd, goedgekeurd en beheerd conform interne
en externe richtlijnen. Ten tweede zorgt IRM ervoor dat het risicoprofiel van ING Verzekeringen transparant is en goed wordt begrepen
door het management, alsmede dat het risicoprofiel in overeenstemming is met gedelegeerde bevoegdheden op basis van een ‘geen
verrassingen’-benadering van risicorapportage en -bewaking. In de derde plaats houdt IRM in de gaten dat bij de ontwikkeling van de
bedrijfsstrategie zowel risico als rendement afdoende worden meegewogen, bijvoorbeeld door tijdens het strategische planningsproces
de planning en de allocatie van economisch kapitaal en limieten te ondersteunen. Tot slot kweekt IRM begrip voor deze stappen bij de
belanghebbenden van ING, waaronder de aandeelhouders, ratingbureaus, toezichthouders en polishouders.
Beleid en instrumenten risicobeheer
In nauwe samenwerking met de CIRO’s van de divisies heeft CIRM ten bate van adequaat risicobeheer diverse standaarden ontwikkeld
waarmee richtlijnen en instrumenten voor het beheersen van de risico’s worden aangereikt. In beginsel zijn deze standaarden op algemeen
geldende bedrijfsprincipes gebaseerd, al zijn hierin ook de wettelijke vereisten verwerkt. De CIRO van het bedrijfsonderdeel dient aan deze
standaarden te voldoen.
Een belangrijk uitgangspunt voor het risicobeheer is dat alle nieuwe producten correct worden ontworpen, geaccepteerd en geprijsd. Dit
wordt expliciet beschreven in de standaard Product Approval and Review Process (PARP). Deze standaard omvat onder andere vereisten
ten aanzien van risicoprofiel, traditionele en op waarde gerichte prijsstellingsmaatstaven alsmede doelstellingen en documentatie. Als
onderdeel van de Back to Basics-strategie vormt klantgeschiktheid sinds december 2009 een integraal onderdeel van de PARP-standaard.
Behalve op verzekeringstechnisch en marktrisico hebben de vereisten ook betrekking op operationeel, juridisch en compliancerisico etc.
Voor laatstgenoemde risico’s werkt het IRM-netwerk nauw samen met de betreffende andere risicoafdelingen. In de PARP-standaard zijn
tevens vereisten opgenomen voor de beoordeling van gevoeligheid voor veranderingen in de financiële markten en het
verzekeringstechnisch risico (bijvoorbeeld sterfte, ontwikkeling schadeclaims), alsmede de beoordeling van de administratie en de
boekhoudkundige verwerking van het product.
Overige standaarden beschrijven onder meer de volgende zaken: kwartaalrapportages verzekeringstechnisch risico, ALM-procedures en
rapportage, formulering van actuariële en economische aannames, toereikendheidstoetsen en de berekening en rapportage van
embedded value.
ING Verzekeringen heeft gekozen voor een economisch kapitaal-benadering als een van de belangrijkste risicoberekeningsinstrumenten.
De gekozen methode is vergelijkbaar met die van ING Bank. Een nadere beschrijving van dat economisch kapitaal-model volgt hierna. In
2007 heeft ING Verzekeringen het op het intranet gebaseerde ECAPS geïntroduceerd als economisch kapitaal-rapportagesysteem dat
gebruik maakt van replicerende portefeuilletechnieken. Het ECAPS-systeem vormt een goed gecontroleerde, automatische basis voor
economisch kapitaal en risicorapportage alsmede een sterk verbeterd marktrisicoanalyse-instrument voor de verzekeringsgroep en voor
rapportagedoeleinden op groepsniveau. ECAPS is gebaseerd op innovatieve replicerende portefeuille-methoden; de verwachting is dat dit
systeem de hoeksteen zal vormen van het interne model van CIRM voor reële waarde en solvabiliteit, inclusief de berekening van de
kapitaaleisen na de introductie van Solvabiliteit II. In de loop van 2009 is het systeem verbeterd en is de functionaliteit uitgebreid.
ING Groep Jaarverslag 2009
233
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Verzekeringen
Voor de verdere risicobeheersing hanteert ING Verzekeringen diverse limietstructuren. Voorbeelden zijn onder andere:
• de Market Value at Risk (MVaR) limieten die het fundamentele raamwerk vormen voor de beheersing van de markten kredietrisico’s die voortvloeien uit de mismatch tussen activa en passiva van de verzekeringsactiviteiten;
• concentratielimieten voor kredietrisico;
• concentratielimieten voor sterfterisico;
• bij het verzekeringstechnisch risico, limieten op het eigen behoud voor de blootstelling van ING aan rampen en sterfte, en
• richtlijnen beleggingen en derivaten.
Meer informatie over een aantal van deze limieten is te vinden in de navolgende onderdelen.
Toereikendheid van voorzieningen
ING Corporate Insurance Risk Management (CIRM) houdt toezicht op en vaardigt instructies uit aan alle ING bedrijfsonderdelen teneinde
zeker te stellen dat de verzekeringsverplichtingen (voorzieningen en kapitaal) worden getoetst op toereikendheid waarbij rekening wordt
gehouden met premieniveaus en toekomstige beleggingsopbrengsten. Dat gebeurt aan de hand van een waardering van de
verzekeringsverplichtingen op basis van de huidige actuariële ‘best estimate’ aannames plus een risicomarge. Op deze manier wordt
zekergesteld dat de voorzieningen op basis van de huidige aannames toereikend zijn. De veronderstelde beleggingsopbrengsten zijn een
combinatie van de uitloop van de portefeuillerendementen op bestaande activa, nieuw geld- en herbeleggingsrente. Bij nieuwe gelden
en herbeleggingen wordt uitgegaan van ‘best estimate’-veronderstellingen voor de lange termijn, hoewel huidige nieuw geld-rentes
worden gehanteerd voor de kortlopende herbeleggingen. Bij de meeste producten is stochastisch toetsen vereist, waarbij het 90%
betrouwbaarheidsniveau als uitkomst dient te worden genomen. In het geval dat deterministisch wordt getoetst, wordt het
betrouwbaarheidsniveau van 90% bereikt door 1% of 20% van de best estimate-rentes af te trekken, afhankelijk van welke van
de twee het hoogste is.
Het beleid van ING ten aanzien van de toereikendheidstoetsen is beschreven in ‘Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-enverliesrekening’. Ultimo december 2009 (en per ultimo 2008) waren de voorzieningen voor alle verzekeringsactiviteiten van ING toereikend
op basis van een betrouwbaarheidsinterval van 90%. Ook voor elk van de divisies, op basis van zelfstandigheid, waren de voorzieningen
voor verzekeringen toereikend op basis van het 90% betrouwbaarheidsniveau, met uitzondering van de divisie Insurance Americas waar
sprake was van een ontoereikendheid van EUR 1,6 miljard. (EUR 0,6 miljard toereikend op 31 december 2008). De afname van de
toereikendheid bij Insurance Americas is grotendeels het gevolg van gewijzigde aannames met betrekking tot afkoop voor bepaalde retail
annuity producten in de US.
RISICOPROFIEL ING VERZEKERINGEN
Economisch kapitaal ING Verzekeringen
Het doel van het economisch kapitaal-raamwerk van ING Verzekeringen is te komen tot een geavanceerd berekenings- en
beheersingssysteem voor risico en kapitaal dat:
• alle risico’s in de bedrijfsonderdelen bestrijkt en consequent op alle risico’s en bedrijfsonderdelen wordt toegepast;
• adequaat risico- en kapitaalbeheer vergemakkelijkt en stimuleert, waaronder ook de juiste prijsstelling van producten en gedegen
kapitaalallocatiebeslissingen.
Het economisch kapitaal-model van ING Verzekeringen is gebaseerd op een 99,95% Value at Risk-kader met een éénjarige tijdshorizon.
Opgemerkt dient te worden dat de praktijken in de bedrijfstak rond economisch kapitaal nog steeds in ontwikkeling zijn en dat bovendien
ook nog volop wordt gediscussieerd over de standaarden van Solvabiliteit II. Het valt dan ook te verwachten dat de modellen van ING
Verzekeringen zich nog verder zullen uitontwikkelen. In Solvabiliteit II wordt op dit moment een 99,5% Value at Risk-norm voor interne
modellen overwogen, wat een lagere risicodrempel inhoudt dan die van het model van ING.
Het economisch kapitaalmodel van ING Verzekeringen wordt nader toegelicht in het onderdeel Modeltoelichtingen.
De weergegeven cijfers voor economisch kapitaal zijn na diversificatie binnen ING Verzekeringen. Onderstaande tabel geeft de
samenstelling van het economisch kapitaal per risicocategorie, waarbij het diversificatievoordeel proportioneel verdeeld is over de
risicotypes:
Samenstelling economisch kapitaal per risicocategorie ING Verzekeringen (1)
Kredietrisico (inclusief transferrisico)
Marktrisico
Verzekeringstechnisch risico
Overige risico’s (2)
Totaal verzekeringsbedrijf
2009
2008
1.319
11.552
1.666
3.568
18.105
891
8.455
1.557
2.779
13.682
e bedragen per categorie van het economisch kapitaal zijn exclusief eventuele belastingvoordelen in verband met verliezen die zich voordoen onder nader
D
gespecificeerde omstandigheden.
(2)
Overige risico’s omvatten zowel het operationeel risico als het bedrijfsrisico (kostenrisico en royementsrisico).
(1)
Totale diversificatie over deze typen risico’s bedroeg 32% in 2009 (2008: 34%).
234
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Verzekeringen
Het economisch kapitaal voor ING Verzekeringen hangt met name samen met (afdekbare en niet-afdekbare) marktrisico’s. Per saldo zijn
het economisch kapitaal en het risicoprofiel in 2009 gestegen. De belangrijkste verandering was het verhoogde marktrisico in verband met
het herstel van de financiële markten in combinatie met verbeterde modellen voor de rente- en creditspreadpositie. Daarnaast waren er
diverse veranderingen in het risicoprofiel in verband met de verkoop van bedrijfsonderdelen en het hogere bedrijfsrisico door verbeterde
modellen voor het royementsrisico.
Onderstaande tabel geeft de samenstelling weer van het economisch kapitaal per divisie waarbij het diversificatievoordeel proportioneel
verdeeld is over de divisies:
Samenstelling economisch kapitaal per divisie ING Verzekeringen
Insurance Americas
Insurance Asia/Pacific
Insurance Europe
Corporate Line Insurance (1)
Totaal verzekeringsbedrijf
(1)
2009
2008
9.705
2.256
3.969
2.175
18.105
6.049
2.817
2.985
1.831
13.682
T ot Corporate Line worden de financieringsactiviteiten op het niveau van ING Verzekeringen gerekend, alsmede expliciete interne transacties tussen de
bedrijfsonderdelen en Corporate Line (beheerd door Kapitaalbeheer) en herverzekeringen op corporate niveau. De verantwoordelijkheid voor (en het risico van)
vrije activa in de divisie waarvoor geen expliciete overdracht via een Corporate Line-transactie geldt, blijft op het niveau van het bedrijfsonderdeel.
Hoewel de cijfers hierboven per divisie getoond worden, wordt de diversificatie tussen risico’s berekend over bedrijfsonderdelen heen. De
totale diversificatie tussen de bedrijfsonderdelen en de Corporate Line van ING Verzekeringen bedraagt 32% voor 2009 (2008: 39%).
De regio Noord- en Latijns-Amerika is de grootste gebruiker van economisch kapitaal. Door betere modellen voor de rentegarantie in onze
verplichtingen en het creditspreadrisico van onze activa is het beslag op economisch kapitaal verhoogd. In de regio Azië/Pacific is dat
beslag afgenomen, deels vanwege de desinvestering van bedrijfsonderdelen in Australië en Nieuw-Zeeland. In het economisch kapitaal
voor Azië/Pacific en Europa zijn de financiële en niet-financiële risico’s nu in evenwicht, terwijl het kapitaal in Noord- en Latijns-Amerika
nog vooral wordt bepaald door de rente, de creditspread en het aandelenrisico dat samenhangt met klantenfondsen. Voor de Corporate
Line zit het risico met name in het valutatranslatierisico in verband met het potentiële marktwaardesurplus van bedrijfsonderdelen buiten
de eurozone.
ING VERZEKERINGEN – MARKTRISICO
ING Verzekeringen loopt marktrisico in de mate waarin het marktwaardesurplus nadelig kan worden beïnvloed door financiële
marktbewegingen, waaronder rentetarieven, aandelenkoersen, door de markt geïmpliceerde optievolatiliteit, valutakoersen en
vastgoedprijzen. Prijsveranderingen in de financiële markten beïnvloeden niet alleen direct de marktwaarde van de huidige
activaportefeuille en de afdekkingsderivaten van ING, maar ook de berekende marktwaarde van de verzekeringsverplichtingen
van ING. Onderstaande tabel geeft de samenstelling van het economisch kapitaal per risicocategorie:
Economisch kapitaal marktrisico’s verzekeringsbedrijf
Renterisico
Creditspread-risico
Aandelenrisico
Vastgoedrisico
Impliciete volatiliteitsrisico
Valutarisico
Totaal
2009
2008
4.244
1.914
1.836
239
1.451
1.868
11.552
2.739
880
1.293
252
1.857
1.434
8.455
Renterisico’s vormen de grootste marktrisico’s voor ING Verzekeringen. Renterisico’s zijn vooral significant in de Verenigde Staten. In het
algemeen vormt een dalende rente het grootste risico. De tabel laat een aanzienlijke toename van het renterisico over 2009 zien,
hoofdzakelijk vanwege de verbeterde modellen voor de rentegaranties in de ‘variable annuities’ producten in de Verenigde Staten.
Credit spread risico heeft te maken met oplopende vergoedingen voor kredietrisico op vastrentende beleggingen. Vastgoedrisico is vooral
aanwezig in Nederland en betreft grotendeels directe vastgoedbeleggingen. Impliciete volatiliteit is het risico dat de marktwaarde van
activa en verplichtingen door optieprijsbewegingen verandert. Doorgaans is ING blootgesteld aan stijgingen in de impliciete volatiliteit
omdat dan de aan klanten verstrekte garantie duurder wordt. Valutarisico in de bedrijfsonderdelen zelf is klein, dus het risico is vooral
gerelateerd aan het naar euro’s vertaalde marktwaardesurplus van bedrijfsonderdelen buiten de eurozone.
ING Groep Jaarverslag 2009
235
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Verzekeringen
Het aandelenrisico is meer bepalend geworden door de afbouw van afdekkingsactiviteiten in verband met de directe en indirecte positie
en de hogere waarden van aandelen dankzij het marktherstel in 2009. Directe blootstelling betreft het aanhouden van aandelen en is
voor ING vooral van belang in Nederland. Indirecte blootstelling hangt samen met het mogelijke verlies op kostenvergoedingen bij
beleggingsverzekeringen, variabele lijfrentes en pensioenbedrijven in alle regio’s. Directe beleggingen in aandelen behelzen ongeveer
25% van het aandelenrisico als rekening wordt gehouden met de afdekkingsposities.
Het creditspreadrisico is eveneens bepalender geworden. Dit heeft te maken met hogere op onze activa toegepaste
creditspreadveranderingen en verbeterde risicomodellen voor gestructureerde obligatieleningen.
ING is verder gegaan met de beheersing van de markt- en kredietrisico’s die voortvloeien uit de internationale verzekeringsactiviteiten aan
de hand van het bepalen van limieten voor Market Value at Risk (MVaR). ALCO Insurance bepaalt elk jaar een totale MVaR-limiet voor ING
Verzekeringen en sublimieten voor iedere divisie, die uiteindelijk weer worden toegewezen aan de bedrijfsonderdelen. De MVaR-limiet
wordt bepaald in overeenstemming met de maatstaf voor economisch kapitaal, namelijk op basis van een betrouwbaarheidsniveau van
99,95% met een éénjarige tijdshorizon.
Deze MVaR-limieten worden beheerst door ALCO Insurance op het betreffende organisatieniveau. Dat wil zeggen dat ALCO van ING
Verzekeringen de totale limiet bepaalt en erop toeziet dat de Groep binnen de limiet blijft, en verder de sublimieten alloceert aan de
divisies. De ALCO’s van de divisies en de bedrijfsonderdelen hanteren dezelfde rolverdeling. Limietoverschrijdingen door de divisies
worden gerapporteerd aan ALCO Insurance en – in lijn met bestaand beleid – binnen het volgende kwartaal verholpen.
Corporate Insurance Risk Management (CIRM) consolideert en houdt toezicht op de MVaR-omvang van de divisies inclusief de
diversificatie effecten op kwartaalbasis. Samen met ING Kapitaalbeheer wordt de MVaR binnen de limieten gehouden.
In 2009 was sprake van een limietoverschrijding van de MVaR-limiet van ING Verzekeringen. Deze was te wijten aan overschrijdingen in
USFS en de Corporate Line. Voor beide overschrijdingen is tijdelijk toestemming verleend om toezichtsproblemen, die op dat moment
hogere prioriteit hadden dan economisch kapitaal, te kunnen oplossen. Maatregelen om het renterisico te mitigeren zouden een nadelig
effect op het lokale solvabiliteitskapitaal hebben gehad. Daarom is voor deze overschrijdingen tijdelijk toestemming verleend.
Onroerend goed
Het prijsrisico op vastgoed vloeit voort uit de mogelijkheid dat de waarde van vastgoed fluctueert door veranderingen in de
winstontwikkeling van vastgoedactiviteiten en/of een wijziging in het rendement dat beleggers verlangen.
ING Verzekeringen kent posities in twee verschillende vastgoedcategorieën in de verzekeringsboeken. Ten eerste is een deel van de
gebouwen waarin ING Verzekeringen gevestigd is, het eigendom van ING. Ten tweede heeft ING Verzekeringen geïnvesteerd in diverse
onroerend goed-fondsen alsmede rechtstreeks in onroerend goed. Een daling van de vastgoedprijzen vermindert de waarde van het
geïnvesteerd vermogen. ING Verzekeringen staat hierdoor bloot aan eventuele prijsschokken in onroerend goed.
De tweede categorie kan worden onderverdeeld in (i) minderheidsbelangen in direct onroerend goed waarvan herwaarderingen in
het eigen vermogen worden verantwoord en (ii) belangen in fondsen in beheer bij ING waarvan de herwaarderingen via de winst-enverliesrekening lopen. Veranderingen in de onroerend goed-prijzen hebben alleen voor de laatstgenoemde categorie directe invloed
op het gerapporteerde nettoresultaat.
De crisis op de financiële markten heeft tot een verdergaande neergang van de wereldeconomie in het algemeen geleid. Deze mondiale
economische factoren hadden tevens negatieve consequenties voor de waarde van vastgoed.
Per jaareinde 2009 heeft ING Verzekeringen EUR 3,7 miljard aan vastgoedbeleggingen. De totale onroerend goed-positie van ING
Verzekeringen (inclusief leverage) bedraagt EUR 6,1 miljard, waarvan EUR 4,4 miljard geherwaardeerd wordt in de winst-en-verliesrekening
en waarvan de herwaardering van EUR 1,7 miljard niet via de winst-en-verliesrekening loopt, maar wordt geboekt tegen kostprijs of ten
laste van het eigen vermogen wordt gebracht (met bijzondere waardeverminderingen verwerkt in de winst-en-verlies-rekening).
In totaal is de vastgoedpositie EUR 0,4 miljard in waarde gedaald door afname in de marktwaarde (EUR 396 miljoen), speciale
waardeverminderingen (EUR 77 miljoen), met daar tegenover netto investeringen (EUR 22 miljoen) en een positief valutaresultaat ter
waarde van EUR 42 miljoen.
Onroerend goed posities (gerapporteerd als financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat)
2009
Europa
Noord- en Latijns-Amerika
Australië
Azië
Totaal
236
ING Groep Jaarverslag 2009
Woningen
Kantoren
Winkels
Industrieel
Overig
Totaal
379
1.366
1.958
450
379
1.366
1.958
450
83
94
25
68
270
4.236
94
25
68
4.423
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Verzekeringen
Onroerend goed posities (gerapporteerd als financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat)
2008
Woningen
Kantoren
Winkels
Industrieel
Overig
Totaal
438
1.609
2.207
522
438
1.609
2.207
522
28
93
121
4.804
93
4.897
Europa
Noord- en Latijns-Amerika
Totaal
Onroerend goed posities (niet geherwaardeerd door de winst-en-verliesrekening)
2009
Woningen
Kantoren
Winkels
Industrieel
Overig
Totaal
747
228
125
20
373
3
5
541
3
5
541
1.524
125
20
1.669
Europa
Noord- en Latijns-Amerika
Azië
Totaal
747
Onroerend goed posities (niet geherwaardeerd door de winst-en-verliesrekening)
2008
Woningen
Kantoren
Winkels
Industrieel
Overig
Totaal
781
250
149
21
420
9
20
469
9
20
469
1.529
149
21
1.699
Europa
Noord- en Latijns-Amerika
Azië
Totaal
781
Earnings at Risk (EaR)
In aanvulling op economisch kapitaal, dat gebaseerd is op een analyse van de marktwaarde, berekent ING Verzekeringen risico ook op
basis van IFRS-resultaten. In het bijzonder meet ING Verzekeringen met behulp van scenarioanalyse de potentiële gevoeligheid van de
resultaten voor belastingen van de verzekeringsactiviteiten op basis van een toename/afname van diverse risicofactoren in een volledig
jaar. Deze resultaatgevoeligheden vormen de input voor de Earnings at Risk (maatstaf van ING Groep), waar deze gevoeligheden volledig
gediversifieerd worden met ING Bank. Wel dienen de onderliggende resultaatgevoeligheden afzonderlijk te worden geïnterpreteerd,
omdat ING er niet vanuit gaat dat alle scenario’s zich op hetzelfde moment zullen voordoen.
Resultaatgevoeligheden worden gedefinieerd als het effect van veranderingen op basis van een betrouwbaarheidsinterval van 90%
op de IFRS-resultaten voor belastingen, gerekend over één jaar vanaf de berekeningsdatum. De onderstaande tabel verschaft daarom
resultaatgevoeligheden na veranderingen op basis van een betrouwbaarheidsinterval van 90% die met onmiddellijke ingang plaatsvinden
en aanhouden tot en met 31 december 2010.
Resultaatgevoeligheden marktrisico’s verzekeringsbedrijf
Rente (1% omhoog)
Rente (1% omlaag)
Aandelen (25% omlaag (VS 15%))
Vastgoed (8% omlaag)
Vreemde valuta (10% slechtste geval)
2009
2008
–222
270
–814
–434
–224
–67
82
–795
–533
–224
De tabel laat getallen zien voor diversificatie tussen risico’s en bedrijfsonderdelen. Voor renterisicos presenteren we het effect van een
parallelle verschuiving van de rentecurve van 1% in alle regio’s en nemen we dan de som van de verschuivingen. Voor de activiteiten
in Japan passen we een parallelle verschuiving van 0,5% toe, omdat deze activiteiten opereren in een omgeving met een lagere rente.
Valutarisico behelst de som van lokale valuta’s alsmede het valutatranslatierisico voor resultaten van bedrijfsonderdelen buiten
de eurozone.
Uit de tabel blijkt dat vastgoedfluctuaties relatief grote invloed hebben op de resultaten, aangezien de prijsvolatiliteit van
vastgoedbeleggingen volledig in het resultaat terechtkomt. Veranderingen in rente en aandelen hebben normaal gesproken minder
invloed op de resultaten dan op het eigen vermogen en het marktwaardesurplus, gegeven het feit dat de huidige boekhoudregels
niet volledig op marktwaarden zijn gebaseerd. De resultaatgevoeligheden laten overigens wel de invloed zien van de asymmetrische
boekhoudregels, waarbij afdekposities op marktwaarde door het resultaat lopen en de verzekeringsverplichting niet op marktwaarde
door het resultaat lopen.
ING Groep Jaarverslag 2009
237
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Verzekeringen
Resultaatgevoeligheden geven een indicatie van toekomstige winsten die gevaar lopen als de markten verslechteren. De winstontwikkeling
kan hard achteruitgaan als bepaalde drempels voor bijzondere waardevermindering en vrijval van overlopende acquisitiekosten worden
bereikt. Op dit moment is er, ondanks de risico-afbouw, sprake van een aanzienlijke toename van de resultaatgevoeligheid voor aandelen.
Oorzaken zijn de potentiële vrijval van overlopende acquisitiekosten en negatieve herwaarderingen die de grenzen voor bijzondere
waardevermindering naderen of overschrijden. Hierbij is al rekening gehouden met compensatie als gevolg van de
afdekkingsprogramma’s.
ING Verzekeringen – Liquiditeitsrisico
Net als alle andere marktrisico’s van ING Verzekeringen valt het liquiditeitsrisico onder het toezicht van de ALCO functie. Liquiditeitsrisico is
het risico dat ING Bank of één van haar dochterondernemingen niet op het gewenste moment tegen redelijke kosten aan haar financiële
verplichtingen kan voldoen. ING Verzekeringen bewaakt het structurele risico, het tactische risico en het liquiditeitsrisico in tijden van crisis.
Daarnaast test zij nadelige scenario’s om de veerkracht tegen die risico’s te meten. Door de ernstige economische neergang is het
liquiditeitsrisico fors gestegen. Voor de beheersing van deze risico’s heeft ING Verzekeringen meer kapitaal toegewezen aan de liquide
activa.
ING VERZEKERINGEN – VERZEKERINGSTECHNISCH RISICO
Algemeen
Actuariële en verzekeringstechnische risico’s zijn risico’s zoals sterfte, langleven, invaliditeit, ongunstige schadeontwikkelingen bij auto- of
woningverzekeringen etc. die voortkomen uit de prijsstelling en acceptatie van de verzekeringscontracten. Deze risico’s kunnen over het
algemeen niet direct op de financiële markten worden afgedekt en worden veelal verminderd door diversificatie over grote portefeuilles.
Zij worden derhalve hoofdzakelijk beheerst op contractniveau door standaard verzekeringsacceptatie, productontwikkelingseisen zoals
opgesteld door de ING Insurance Risk Management-functie, onafhankelijke goedkeuringsprocedures van nieuwe producten en
risicobeperkingen met betrekking tot de voorwaarden in de verzekeringspolissen overeengekomen met de klanten.
Berekening
Niet-gediversifieerde portefeuillerisico’s worden voornamelijk beheerst aan de hand van concentratie- en positielimieten naast
herverzekering en/of securitisatie. Limieten en risicotolerantie voor de totale portefeuille worden bepaald aan de hand van potentiële
verliezen als gevolg van verzekeringsclaims in de ING verzekeringsportefeuilles, die jaarlijks worden vastgesteld door de Raad van
Bestuur. ING Groep heeft actuariële en verzekeringstechnische risicotoleranties vastgesteld voor specifieke terreinen van haar
verzekeringsactiviteiten, zoals hierna beschreven. Voor de schadeverzekeringen worden de risicotoleranties vastgesteld per
verzekeringstype voor catastrofes (bijvoorbeeld natuurgeweld zoals stormen, aardbevingen en overstromingen) en per individueel risico.
Voor de belangrijkste schadebedrijven (in de Benelux) is de risicotolerantie voor schadeverzekeringen vastgesteld op 2,5% van
het verwachte resultaat van ING Groep na belastingen. Voor 2009 komt dit overeen met een risicotolerantie voor belastingen van
EUR 190 miljoen voor de Benelux (2008: EUR 265 miljoen).
Voor de bepaling van de omvang van de benodigde herverzekeringen worden deze risicotolerantieniveaus afgezet tegen het geschatte
maximaal waarschijnlijke verlies als gevolg van catastrofes met een kans op voorkomen van 1 op 250, wat overeenkomt met de normale
praktijk in de bedrijfstak. Het maximaal geschatte waarschijnlijke verlies bij brandverzekeringen is gebaseerd op in de bedrijfstak
geaccepteerde modellen voor het beoordelen van de risico’s.
Voor de kleinere schadebedrijven gold voor 2009 een risicotolerantie per gebeurtenis per bedrijfsonderdeel van EUR 5 miljoen
(2008: EUR 5 miljoen) voor belastingen.
Met betrekking tot levensverzekeringsbedrijven is de risicotolerantie (voor belastingen) voor sterfterisico van ING Groep voor 2009
vastgesteld op EUR 22 miljoen (2008: EUR 22 miljoen) per verzekerd leven. Een portefeuille van levensverzekeringsrisico’s wordt geacht
van nature diversifieerbaar te zijn omdat elk leven een apart risico vormt. Collectieve contracten kunnen echter resulteren in een grote
risicoconcentratie. Voor gebeurtenissen waarbij meerdere levens betrokken zijn, schat ING de mogelijke verliezen ten gevolge van een
significante gebeurtenis op het gebied van sterfte niet hoger dan de risicotolerantie voor 2009 van EUR 1.100 miljoen (2008: EUR 1.100
miljoen). De mogelijke gevolgen van epidemieën worden door ING nog altijd op basis van onderzoek door gerenommeerde internationale
instanties gemodelleerd.
Met het oog op de belangrijk lagere resultaten wordt de bepaling van de risicotolerantie voor toekomstige verzekeringstechnische risico’s
op dit moment opnieuw bezien. ING overweegt of risicolimieten moeten worden afgeleid van het economisch kapitaal en beschikbare
financiële middelen (AFR at Risk).
238
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Verzekeringen
Het totaal van verzekeringsrisico’s en concentraties daarin wordt binnen de gegeven limieten en risicotolerantieniveaus actief beheerd
met behulp van herverzekering door goedgekeurde herverzekeraars die voldoen aan de kredieteisen van ING. Met name voor de
schadeverzekeringsportefeuilles koopt ING bescherming waardoor het risico door natuurrampen aanzienlijk wordt verkleind. ING is
van mening dat de door haar gelopen kredietrisico’s voortvloeiende uit herverzekeringscontracten minimaal zijn. De posities worden
regelmatig bekeken en de risico’s worden daarnaast beperkt door een kredietrisicobeleid voor herverzekeren.
Voor extreme verliezen als gevolg van bijvoorbeeld terrorisme stelt ING zich op het standpunt dat het niet mogelijk is een bedrijfsmodel
te maken waarbij met deze gebeurtenissen in een verzekering op betrouwbare wijze rekening kan worden gehouden. De zeer hoge
onzekerheid over zowel de frequentie als de hoogte van dergelijke gebeurtenissen maakt deze naar de mening van ING onverzekerbaar.
Voor onze schadebedrijven geldt dat deze verliezen niet zijn gedekt, tenzij wettelijk vereist. In sommige landen worden de risico’s van
terrorisme voor de individuele verzekeraars verkleind (waar ze desalniettemin nog steeds aan bloot staan) door middel van pooling binnen
de bedrijfstak. ING participeert in zulke pools.
De navolgende tabel geeft een overzicht van het economisch kapitaal voor verzekeringstechnische risico’s, onderverdeeld naar sterfterisico,
invaliditeitsrisico en met schadeproducten samenhangend risico:
Economisch kapitaal verzekeringstechnische risico’s
Sterfte
Invaliditeit
Schade
Totaal
2009
2008
981
505
180
1.666
781
483
293
1.557
Sterfterisico heeft te maken met een mogelijk stijgend (kortlevenrisico) of dalend (langlevenrisico) aantal overlijdensgevallen. Sterfterisico
kan zich manifesteren in de vorm van rampen en door wijzigingen in de sterftekansen op de lange termijn. Zoals gezegd, beheerst ING
schaderisico via limieten en externe herverzekering. Het invaliditeitsrisico houdt verband met arbeidsongeschiktheidsproducten in
Nederland en sommige aanvullende gezondheidsdekkingen die worden verkocht in Azië. Schaderisico komt vooral voor in de Benelux.
Met behulp van scenarioanalyses meet ING Verzekeringen de gevoeligheid van de resultaten voor belasting van de verzekeringsactiviteiten
als gevolg van een stijging of daling van de belangrijke risicofactoren bij verzekeringen gedurende een periode van één jaar. De
veranderingen in de resultaten kunnen betrekking hebben op gerealiseerde claims of enige andere resultaatpost die wordt beïnvloed
door de verandering van deze factoren. ING gaat er niet vanuit dat al deze veranderingen in risicofactoren gelijktijdig plaatsvinden in
alle bedrijfsonderdelen.
Resultaatgevoeligheden worden gedefinieerd als het effect van veranderingen op basis van een betrouwbaarheidsinterval van 90%
op het IFRS-resultaat vóór belastingen, gerekend over één jaar vanaf de berekeningsdatum. Onderstaande tabel verschaft daarom
resultaatgevoeligheden na veranderingen op basis van een betrouwbaarheidsinterval van 90% die met onmiddellijke ingang plaatsvinden
en aanhouden tot en met 31 december 2010.
Resultaatgevoeligheden verzekeringstechnische risico’s
Sterfte
Invaliditeit
Schade
2009
2008
–39
–113
–42
–61
–105
–49
De tabel hierboven laat getallen zien na diversificatie tussen verzekeringsrisico’s en na diversificatie tussen de bedrijfsonderdelen van
ING Verzekeringen. De grootste resultaatgevoeligheid van schade-uitkeringen betreft ziekte- en/of invaliditeitsuitkeringen en schadeuitkeringen in Nederland. De resultaatgevoeligheid van sterfte en invaliditeit is gelijkmatiger over de regio’s verdeeld.
ING Groep Jaarverslag 2009
239
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Verzekeringen
ING VERZEKERINGEN – KREDIETRISICO
Op de kredietrisico’s binnen ING Verzekeringen zijn dezelfde uitgangspunten, hetzelfde beleid, dezelfde definities en berekeningen van
toepassing als op die voor het bankbedrijf. De kredietrisico’s worden gemeten en bewaakt door Corporate Credit Risk Management
(CCRM) en door lokale kredietrisicobeheerders op de diverse locaties waar binnen ING Verzekeringen en ING Investment Management
kredietrisico wordt gelopen. De doelstelling binnen het verzekeringsbedrijf is een laag risico en een goed gediversifieerde portefeuille,
die marktconforme maatstaven haalt of overtreft.
ING Verzekeringen loopt kredietrisico door het beleggen van verzekeringspremies in activa die gevoelig zijn voor kredietrisico,
voornamelijk investeringen in ongedekte obligaties en in mindere mate ook particuliere hypotheken en structured finance-producten.
Kredietrisico vloeit ook voort uit derivaten, ‘repo‘- en ‘reverse repo’ transacties, het lenen en uitlenen van effecten en uit
herverzekeringscontracten voor het afdekken van de portefeuille. ING Verzekeringen streeft naar een hoge kredietwaardigheid
van de beleggingsportefeuille.
De totale kredietrisicolimieten worden bepaald en in beleggingsmandaten geïntegreerd door ALCO Insurance op basis van vermogens- of
beleggingscategorie en ratingniveau. Individuele kredietlimieten worden vastgesteld op basis van de rating van de debiteur. Deze limieten
worden beheerd in de regio waar de moedermaatschappij is gevestigd, maar kunnen in voorkomende gevallen worden toegerekend aan
lokale of regioportefeuilles. Daarnaast heeft elk verzekeringsbedrijf één of meer beleggingsmandaten waarbij de kredietrisicotolerantie
wordt gespecificeerd naar soort emittent en kwaliteit.
De kredietrisicorubricering van emittenten, debiteuren en tegenpartijen binnen de kredietrisicoportefeuilles van het verzekeringsbedrijf
wordt steeds verder afgestemd op de methodiek die voor het bankbedrijf wordt gehanteerd. Net als ING Bank maakt ING Verzekeringen
gebruik van risicoklassen die zijn gebaseerd op de kans op in gebreke blijven van de emittent, debiteur of tegenpartij. Deze risicoklassen
zijn bepaald op basis van de kwaliteit van de kredietwaardigheid van de emittent, variërend van beleggingsklasse tot probleemklasse
uitgedrukt in Standard & Poor-equivalenten.
Risicoklassen: portefeuille ING Verzekeringen, in % van de totaal uitstaande bedragen (1)
Insurance Americas
1
2-4
5-7
8-10
11-13
14-16
17-22
(AAA)
(AA)
(A)
(BBB)
(BB)
(B)
(CCC & probleemleningen)
Insurance Europe
Insurance Asia/Pacific
Totaal
ING Verzekeringen
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
24,8%
13,1%
22,7%
20,1%
8,0%
5,0%
6,3%
100,0%
27,5%
19,6%
18,9%
20,0%
5,2%
5,0%
3,8%
100,0%
39,8%
16,0%
22,5%
11,7%
7,2%
1,2%
1,6%
100,0%
34,8%
20,2%
23,5%
9,3%
10,7%
1,2%
0,3%
100,0%
3,5%
21,9%
56,7%
7,4%
0,8%
7,1%
2,6%
100,0%
5,3%
29,6%
43,1%
9,6%
0,9%
9,4%
2,1%
100,0%
28,1%
15,4%
26,9%
15,1%
6,8%
3,7%
4,0%
100,0%
27,2%
21,1%
23,7%
14,8%
6,6%
4,2%
2,4%
100,0%
Op basis van de berekening van het kredietrisico in kredietverlening, (pre)-settlement, geldmarkt- en beleggingsactiviteiten.
De risicoklassen drukken uit wat de kans is dat leningen oninbaar worden. Mogelijk onderpand wordt hierbij buiten beschouwing gelaten.
(1) De spreiding over de risicoklassen verslechterde bij ING Verzekeringen in 2009. Neerwaartse bijstellingen van de kredietkwaliteit waren
hier grotendeels debet aan. De toename in de klasse CCC en probleemleningen had vooral te maken met securitisaties die een lagere
rating kregen. Ook private equity-investeringen zonder rating behoren tot deze categorie. De verschuiving van AA naar AAA bij Insurance
Europe werd veroorzaakt door een toename van bij de overheid uitstaande leningen in verband met de risico-afbouw.
Risicoconcentratie: portefeuille ING Verzekeringen, per economische sector (1) (2)
Insurance Americas
Financiële instellingen (niet-banken)
Overheid en semi-overheid
Zakenbanken
Privépersonen
Vastgoed
Nutsbedrijven
Natuurlijke hulpbronnen
Overige
Insurance Europe
Insurance Asia/Pacific
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
47,9%
12,1%
3,8%
3,5%
9,1%
4,0%
3,6%
16,0%
100,0%
53,3%
3,2%
6,2%
3,5%
8,7%
4,0%
3,5%
17,6%
100,0%
23,9%
42,2%
10,5%
10,1%
0,9%
1,8%
0,8%
9,8%
100,0%
26,4%
33,7%
12,8%
10,5%
1,7%
1,7%
0,6%
12,6%
100,0%
14,0%
39,1%
15,1%
7,0%
1,3%
4,4%
2,4%
16,7%
100,0%
18,7%
22,7%
23,7%
11,8%
2,0%
4,0%
1,6%
15,5%
100,0%
34,0%
27,7%
7,9%
6,6%
4,8%
3,1%
2,3%
13,6%
100,0%
39,1%
16,6%
10,8%
7,1%
5,4%
3,2%
2,2%
15,6%
100,0%
p basis van de berekening van het kredietrisico in kredietverlening, (pre)-settlement, geldmarkt- en beleggingsactiviteiten.
O
De risicoklassen drukken uit wat de kans is dat leningen oninbaar worden. Mogelijk onderpand wordt hierbij buiten beschouwing gelaten
(2)
Economische sectoren met lager aandeel dan 2% zijn samengevoegd onder Overige.
(1)
240
ING Groep Jaarverslag 2009
Totaal
ING Verzekeringen
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Verzekeringen
De risicoconcentratie binnen ING Verzekeringen verschoof per saldo naar ‘Overheid en semi-overheid’ in 2009, met name in Europa. Het
relatieve aandeel van deze categorie in de totale portefeuille is ook gestegen omdat andere delen van de portefeuille daalden, met name
hypotheekleningen bij Insurance Americas.
Grootste economische risico’s: portefeuille ING Verzekeringen per land (1)(2)
Insurance Americas
Insurance Europe
Insurance Asia/Pacific
Totaal
ING Verzekeringen
In miljarden euro’s
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
Verenigde Staten
Nederland
Frankrijk
Zuid-Korea
Duitsland
Italië
Verenigd Koninkrijk
Japan
54,3
2,6
0,3
0,1
0,2
0,3
1,4
0,2
58,6
0,8
0,3
0,1
0,3
0,3
1,8
0,4
2,4
14,7
8,1
2,0
14,6
6,8
6,0
5,0
3,2
0,1
5,3
5,9
3,5
1,2
0,2
0,1
7,4
0,1
1,1
0,2
0,1
6,2
0,1
0,2
0,4
4,5
57,9
17,5
8,5
7,5
6,3
5,3
4,9
4,6
61,7
15,6
7,2
6,3
5,7
6,4
5,7
4,9
(1)
(2)
0,3
4,3
Heeft uitsluitend betrekking op risico’s groter dan EUR 4 miljard, inclusief intercompany risico’s met ING Bank.
Land is gebaseerd op het vestigingsland van de schuldenaar.
De afgenomen portefeuille in de Verenigde Staten valt hoofdzakelijk toe te schrijven aan de daling van de dollar ten opzichte van de
euro, bijzondere waardeverminderingen en de Alt-A transactie met de Nederlandse overheid. De portefeuille in Nederland nam juist toe
door de steunfaciliteit voor illiquide activa. Er waren geen andere verschuivingen van belang in de portefeuilleconcentratie.
ING Groep Jaarverslag 2009
241
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer (vervolg)
ING Groep – niet-financiële risico’s
ING GROEP – NIET-FINANCIËLE RISICO’S
Behalve de hierboven beschreven financiële risico’s (krediet-, markt-, verzekerings- en liquiditeitsrisico) komen in de navolgende
onderdelen de niet-financiële risico’s aan de orde, namelijk de operationele risico’s en de compliancerisico’s.
ALGEMEEN
Implementatie beleid
Voor een krachtige beheersing van het niet-financiële risico ziet ING toe op een volledige invoering van het risicobeleid en de
minimumstandaarden van ING. Bedrijfsonderdelen moeten kunnen aantonen dat ze de juiste stappen hebben genomen om het
operationele en compliancerisico’s te beheersen. ING maakt gebruik van scorecards om de kwaliteit van de interne controle binnen
een bedrijfsonderdeel te meten. Scores hangen samen met de aantoonbare – en effectieve – toepassing van de vereiste
risicobeheerprocessen in de bedrijfsonderdelen.
Verbeteringen in het Non-Financial Risk Dashboard
Het Non-Financial Risk Dashboard (NFRD) is een verslag dat standaard op de agenda staat van het bestuur van het bank- en
verzekeringsbedrijf en het Risk Committee. Het NFRD verzorgt geïntegreerde risicoinformatie over operationale, compliance- en juridische
risico’s op alle niveaus van de organisatie. ORM, Compliance Risk Management en Legal stellen in nauw overleg het NFRD op, en maken
daarbij gebruik van een consistente aanpak en risicoterminologie. NFRD biedt het management een overzicht van de belangrijke risico’s
op basis van de eigen risicotolerantie en met een duidelijke beschrijving van de risico’s en acties. Het management kan op die manier zelf
tot een afgewogen prioriteitsstelling komen om de operationele, nalevings- en juridische risico’s beheersen.
OPERATIONELE RISICO’S
Operationele risico’s
Operationele risico’s vloeien voort uit directe of indirecte verliezen als gevolg van ontoereikende of tekortschietende interne processen,
mensen en systemen of door externe gebeurtenissen. Ook het afgeleide risico op reputatieverlies en het juridische risico worden tot
de operationele risico’s gerekend; strategische risico’s echter niet. Effectief toezicht en beheersing van operationele risico’s leiden tot
stabielere bedrijfsprocessen (inclusief de onderliggende IT-systemen) en lagere operationele risicokosten. Generieke verplichte
beheersingsmaatregelen worden in het ORM-beleid omschreven. Dat beleid is in 2009 geactualiseerd en is gestructureerd naar
de onderkende risicogebieden. Voor elke beleidslijn zijn één of meer minimumstandaarden van kracht.
ING onderscheidt de volgende operationele risicogebieden:
ORM Framework
Operational Risk Policies
Beheersrisico
Risico op ongeautoriseerde
activiteiten
Proces
risico
Arbeidsomstandighedenrisico
Persoonlijke
en fysieke
beveiligingsrisico’s
Information
Technology
Risk
Continuïteitsrisico
Fraude
risico
• Het beheersrisico betreft het risico van verliezen als gevolg van de niet naleving van beheersingsmaatregelen gerelateerd aan
besturingsprocessen en/of projectbeheersingsmethoden. Het beheersingsrisico gaat over, onder andere, het opsporen van potentiële
tekortkomingen in de inrichting of structuur van het beheersingsproces, het handhaven van de juiste beheersingsstructuur, het hebben
van duidelijke taken en verantwoordelijkheden en een adequate rapportagestructuur, en over het borgen van adequate acties bij
signalering van risico’s. Bij een incident is in het algemeen sprake van ee