Clubblad 054 – april - Vriendenkring 3 Para – Regionale Tielen

1922961
Kw P. GAILLY
Kaliebaan 30
2460 KASTERLEE
U.V.
UITGAVE
April 2014 NR 54
In Illo tempore
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: LEOPOLD OOMS
DE BOSSEN 32 - 2300 TURNHOUT
Samenstelling Bestuur
Voorzitter:
Leopold Ooms
Tel: 014 424765
De Bossen 32 te 2300 Turnhout
[email protected]
Ondervoorzitter: Jos Verholen Herentalsesteenweg 15 te 2460 Lichtaart
Tel: 014 552262
Penningmeester: Ronny Mertens Kattenberg 30 te 2460 Kasterlee
Gsm +32 477552746 [email protected]
Secretaris:
Robert De Trogh
Tel: 03 3840633
Schildedreef 5 – 2970 Schilde
[email protected]
Commissarissen / Rekenplichtigen:
Jos Verholen
Herentalsestwg. 15 te 2460 - Lichtaart
Jos Testelmans
Zoerledorp 84 -2260 Westerlo
Tel: 014 547717
Gsm +32 472455250 [email protected]
Public Relations
Feestcomité: Jos Verholen
Frans Van Depoel Stwg op Wiekevorst 10 te 2270 Herenthout
Tel: 014 512368
[email protected]
Sport Algemeen: Henr i Gilleber t
Tel: 014 454011
De Bossen 24 – 2300 Turnhout
[email protected]
Redactie Tijdschrift: Ronny Mer tens
Verantwoordelijke website: Pol Ooms - Ronny Mertens - Robert De Trogh
VRIENDENKRING 3 PARA - 2300 TURNHOUT
Fortis Bankrekening: 001-3182607-16
IBAN: BE 72 0013 1826 0716
Lidgeld
Mogelijkheid A: U bent reeds lid van het ANPCV, dan betaald u € 10 per jaar en wordt dus lid van de
‘Vriendenkring 3 Para’. U krijgt driemaal per jaar ons tijdschrift
Mogelijkheid B: U betaalt € 20 per jaar, dit bedrag wordt verdeeld:
(1) € 10 voor Vriendenkring 3 Para
(2) € 10 lidgeld voor «Amicale Nationale Para Commando Vriendenkring » (ANPCV) en bent U eveneens
geabonneerd op hun driemaandelijks tijdschrift.
WOORDJE VAN DE VOORZITTER
Beste Vrienden(innen)
Zoals jullie weten is ons Bestuur vanaf dit jaar herschikt, om eerlijk te zijn
moet ik zeggen dat niet zonder slag of stoot is gegaan er moeten nog wat rimpels worden gladgestreken. Ik heb er vertrouwen in dat dit in orde komt wanneer we op kruissnelheid zitten en men beseft dat we allemaal aan de kar moeten trekken en liefst aan dezelfde kant en in dezelfde richting.
Ronny Mertens onze nieuwe redacteur en penningmeester heeft er een erezaak van gemaakt om het boekje op tijd te laten verschijnen, hij zit me achter
de veren en dat is een goede zaak. Dit wil wel zeggen dat er misschien vervolgartikels niet op tijd klaar zijn door heirkracht maar deze kunnen nog altijd in
een volgend boekje verschijnen.
Onze busreis gaat door op 17 mei, twee memorabele plaatsen worden bezocht, het Fort van Breendonk en de Dossin Kazerne te Mechelen. Lees alles
hierover wat verder in dit blad. Mag ik vragen tijdig in te schrijven.
Het volgend tijdschrift zal verschijnen begin augustus met de aankondiging van het tuinfeest. Samen met jullie hoop ik dat de zachte winter zal overgaan in een mooie lente en prachtige zomer.
Pol Ooms
1
INHOUD
3
Nieuws uit het Bataljon
8
Van Heppen naar Korea afl 6*
12
Uit de oude doos ( ingestuurd artikel )
13
Peterconcert te Kasterlee
15
Pol en Rik naar JAAK deel 12
22
Het 15° Detachement van het 4Cdo (ingestuurd artikel)
31
Terug naar de Belgische frank
32
Diversen
33
De kring in de 21ste Eeuw
34
Voorwoord busreis
35
Inschrijving uitstap Breendonk - Dossin kazerne
36
Info over Breendonk en Dossin kazerne
39
Iets plezant om te eindigen
2
NIEUWS UIT HET BATALJON
We gaan verder met de opdracht Kindu. 3 Para heeft vorig jaar in Kongo een bataljon commando’s opgeleid. In
vorig tijdschrift is de beginperiode beschreven tot aan de half sessie testen door verschillende ooggetuigen. We
vervolgen de gebeurtenissen.
Adjt maj Peter Spitaels, de RSM van het bataljon bijt de spits af. Hij heeft
ook oog voor de omgeving, en dankzij dit verslag leer ik er weer een nieuwe
afkorting bij.
Ten zuiden van de evenaar is alles net iets anders. Ja, ook hier komt de zon op in het
oosten en gaat ze onder in het westen. Maar ze beweegt hier wel van rechts naar links
en ze staat op de middag hoog in het noorden. Hoe verder zuidwaarts van de evenaar
hoe duidelijker dit wordt. Ook de sterrenhemel is hier verschillend. Het Zuiderkruis
geldt hier als richtbaken zoals de poolster dat is voor het noordelijk halfrond. Andere
bekende heldere sterren zijn Canopus, Achernar en Alpha-Centauri. Op de evenaar is
de draaiing van de aarde het grootst namelijk 1670 kilometer per uur maar gelukkig
voelen we daar niets van omdat de atmosfeer meedraait. Ook staat de zon tweemaal
per jaar precies recht boven de grond en daarom is het rond de evenaar meestal erg
heet en zijn er geen seizoenen zoals wij die in een gematigd gebied als België wel
kennen. Men spreekt hier van een natte en een droge tijd en de nachten en dagen duren bijna even lang. Dit
alles maar als inleiding om te zeggen dat het programma en het battle rythm grotendeels gekoppeld zijn aan
deze gegevens. Overigens gaat het de goede richting uit met het onderricht. Op het vlak van TGS* (technieken
gevecht schieten) werden de vier basisregels er goed ingepompt door onze schootsonderrichter Bram Lameir.
Weliswaar na tientallen herhalingen en het invoeren van de nodige visuele ezelsbruggetjes maar het schijnt toch
goed door te dringen bij onze kandidaat commando’s. Ook op de hindernissenbaan wordt vooruitgang geboekt
en wordt er al iets meer over de hindernissen “gevlogen”. Groot probleem blijft het opklimmen vast touw en de
portiek. Hiervoor zullen de spieren nog wat opgepompt moeten worden, misschien een werkje voor Yoeri
Thys? Op tactisch vlak werden de eerste merkschetsen afgeleverd en werden er al stellingen gegraven zodat de
tien punten van de fuselier in het terrein zichtbaar kunnen toegepast worden. Ook hier is veel uitleg, herhaling
en geduld de toepassende regel maar
het vordert. De les waar de meeste
kandidaten met een vorm van vrees
naar toekomen, blijft de close combat.
We laten in het midden of dat aan de
instructeurs ligt of aan het intensieve
lessenpakket. Een iets mindere zaak is
het medisch aspect. Sinds kort wordt
er een betere opvolging gedaan van de
fysieke en medische toestand van de
kandidaten omdat de Congolese omkadering te weinig middelen en personeel heeft om de situatie op de voet te
kunnen volgen. Gevolg is wel dat de
TGS, techniek gevecht schieten. Een van de eerste lessen is de fitting
van het wapen. * dit is de voor mij nieuwe afkorting. Toen ik nog in
dienst was noemde het NTGS, maar het Nieuwe is er af. Ik ben dan
ook al 4 jaar burger.
3
Medische steun op het terrein, zo te zien aan patiënten
geen gebrek. Geen vakantieperiode voor Doc Van Neste
deze zorgsector nu volledig open ligt en vele
kandidaten nu met hun grote en kleine problemen voor de deur van onze dokter staan. Soms
staat er een gans peloton aan te schuiven
waarbij het moeilijk in te schatten is of ze echt
ziek zijn of dat ze redenen zoeken om eens
een roadworkje, een les close combat of een
sessie watergewenning te ontglippen. Het doet
een beetje terugdenken aan de milicientijd.
Maar dit neemt niet weg dat het medisch team
goed werk levert. Ook in de eigen rangen zijn
er zieken geslopen. Bij de meeste zijn de Afrikaanse parasieten de boosdoeners en ondanks al de uitgebreide
hygiënemaatregelen heeft een kleine 20% van onze mannen al te kampen gehad met een of meerdere dagen
inactiviteit. Gelukkig is iedereen weer snel te been. Er werd ook al een initiële verkenning uitgevoerd voor de
syntheseoefening die parallel zal uitgevoerd worden door de Congolezen en onze trainingscompagnie eind september. Het belooft een zware maar mooie oefening te worden in een tot de verbeelding sprekende tropische
omgeving.
Djambo
Peter Spitaels
Volgend verslag is ons bezorgd door Adjt chef Dirk Biemans. Hij werkt al
geruime op het bureel ‘estwee’, nadat hij jàààren de 22e Cie mee heeft rechtgehouden van Sectie Comd tot CSM.
Dit zal, voor mij althans, het laatste verslagje zijn vanuit het zonnige KINDU.
Doordat er problemen waren met de Falcon, zijn de opgaande CO en S3
gestrand in Kinshasa. De Maj BAERT en de Cdt MESMAECKERS zijn
toch kunnen vertrekken waardoor het detachement even onder deskundige
leiding van de Kapt DECUYPER staat. De Doc, die ook gepland stond om
te vertrekken, is hier gebleven om de medische steun te blijven garanderen.
Hij is ondertussen afgelost door de LCL DUMALIN, een van de weinig
gebrevetteerde dames die nog actief zijn. De CO en de S3 zijn in Kin gebrieft door de Maj en de Cdt, waardoor ze perfect op de hoogte zijn bij aankomst te Kindu. Het belangrijkste is nu de laatste hand leggen aan de SynthEx (synthese oefening), waarvoor er
huddles (populaire zelfuitgevonden benaming voor een briefing of vergadering met een bepaald de reden bv. de
einde sessie raid), briefings, coördinaties en draaiboeken worden georganiseerd.
De marathon van 29 Sep is een succes, iedereen, zowel individueel als per ploeg, heeft uitgelopen. De winnaar
Marathon in de tropen!
Tijdens een langdurige opdracht wordt er om de
‘sleur’ te breken een uitdaging georganiseerd waar
men naar toe kan werken. In vorig tijdschrift was het
verhaal van de Highland Games te lezen, ditmaal is
er een marathon. Natuurlijk loopt niet iedereen een
volledige, maar iedereen neemt wel deel.
Vijf personen lopen volledig, anderen per twee dus
ieder 21 km, en sommigen waaronder Dirk zelf per
vier, dus ieder ongeveer 10 km. Het terrein is zwaar
met een aantal pittige kuitenbijters maar het zwaarste is de warmte. Iedereen die deelneemt heeft uitgelopen. De winnaar is 1Sd Soetens hier NUMBER
ONE genoemd, gezien zijn sportieve prestaties en
nog wat anders.
Voor zijn loopbaan bij de para’s was hij Semi-prof
veldrijden, dat verklaard waarom hij zo’n konijn is.
Hij is nu wel gestopt met koersen
4
Over maaltijden en koks!
‘Une armée marche sur son ventre’ zei Napoleon. Belangrijk tijdens opdrachten is de goede werking van de keuken. Niet alleen voor de fysieke gezondheid maar ook
voor het moreel. De taak van koks is niet te onderschatten, drie maaltijden per dag verzorgen in moeilijke omstandigheden voor een zeer kritisch cliënteel. Om de koks
een beetje te ontlasten worden er op zondag C Rantsoenen verbruikt maar de andere dagen is er werk aan de
winkel.
Hier zien we Hendrik Goethals een kok in versterking van
het 29e Bn Log uit Grobbendonk frietjes bakken, een
feest.
is de 1SD SOETENS, met als bijnaam Nr One, met een
tijd van 3 Hr 12 Min (voor de kenners een supertijd).
Voor vier andere individuele lopers was het hun eerste
marathon ooit, gezien het terrein en de warmte een schitterende prestatie. De avond is afgesloten door een echte
Belgische maaltijd, FRIETJES. De honderd kilo’s aardappelen werden de dag ervoor door vele handige Ninja’s,
met een klein mesje geschild. De friteuse werd gebracht
door een lokaal restaurant en dankzij onze geweldige
koks is het een feest, waardoor de dag erna velen aan het sporten gingen, kwestie van de tempels strak te houden 
Deze week leggen onze rekruten een aantal testen af CSA, MED, Cdo parcours (rappel vanuit de boom) en
Jungle piste. De CieComd’en worden getest op het geven van een CieOrder. Sommige orders zijn niet naar
behoren waardoor enkele Belgische onderrichters hun zondag moesten opofferen om bij te sturen waar nodig.
De rest van de Belgen heeft meer geluk, ons tweede volleybal tornooi staat op het agenda. Ditmaal op een
nieuw veld in LWAMA, aangelegd met behulp van de Genie, strijdlustige Hunnen en onze rekruten van WAPI
‘wachtpersoneel).
Het veld is zo professioneel dat bij ons vertrek de AfrikaCup Beachvolley hier georganiseerd wordt, aan de
strings en bikini’s moet nog
wel gewerkt worden
De ploeg met de originele bijnaam “de Para’s” heeft de
wedstrijd gewonnen. Doordat
onze drie sterspelers (Maj,
Comd en de Karel) er niet bij
waren, was de staf ditmaal
slechts vijfde van de acht ploegen.
Volgende week staat voor onze rekruten de testen Paracommando op het programma.
200 meter mandragen in 120
Sec, hindernispiste in 4 Min,
koordenpiste in 3 Min en ten
slotte de speedmars16 Km in
Hier een andere organisatie waar naar uitgekeken wordt, Beach volleyball in
120 Min. Daarna de SynthEx
Centraal Afrika, vele km’s verwijderd van een echt strand.
met als kers op de taart, de
uitreiking van de fel begeerde commando brevetten, hopelijk voor iedereen, tijdens de parade te Jericho (naam
van het Kongolees kamp) op 28 Nov.
De sfeer hier is optimaal en ik hoop dat dit verder gezet kan worden voor Mod 3 en de TrgCie. De meeste beginnen aan hun tweede tour en voor diegene die hier nog niet geweest zijn, profiteer en geniet van deze ervaring, velen zijn jaloers en het zal nog lang duren, voor we terug op Afrikaanse bodem terecht komen.
Dirk BIEMANS
5
De RSM Peter Spitaels levert het laatste verslag in twee delen.
De titel in de pers omvatte het mooi : “150 para’s trainen in tropische omstandigheden. Ze
nemen deel aan een oefening zonder voorgaande om er de opleiding van een Congolees elitebataljon af te ronden”.
Verslag van de laatste module.
Na een vluchtige groet aan onze voorgangers op het vliegveld van KINDU en een behouden
vlucht, stonden we weer met onze voetjes op Congolese grond. De verwelkoming verliep zoals steeds hartelijk: “Djambo, Habari, Congo Paradiso, donne moi des biscuits”. Voor de
“nieuwen” was het vooral een onderdompeling in het Afrikaanse cultuurbad, de meeste ook
voor de eerste keer de evenaar over. Voor diegene die er al een module hadden opzitten, was
de aanpassing iets minder groot en na een paar dagen leek het alsof we hier nooit waren weggeweest. Met de toevoeging van de trainingscompagnie barst de compound hier wel uit zijn voegen en zitten
we als sardienen opeengepakt. Met vier man per kamer blijft er niet veel manoeuvreerruimte over. Gelukkig
zijn de meeste logistieke voorzieningen goed geregeld en overtreft de keuken met de bende van Marc zichzelf
telkens weer om, met een schaarsheid aan middelen, een lekkere maaltijd voor te schotelen. En om in de sfeer
van de overbevolking te blijven, ook hier zitten de sardienen, olijven en rozijnen welig opeengepakt in de niet
te mijden pasta.
In het overzicht van de eerste weken
kunnen we kort zijn: alles stond in
het teken van de voorbereidingen
voor de synthese oefening. En dat
deze “oefening zonder voorgaande”,
zoals bovenaan vermeld, een tot in de
puntjes voorbereide uitvoering moest
kennen, werd ons snel duidelijk. Bijna vanaf dag één was het overleggen,
coördineren, huddlelen (nieuw werkwoord) en back-en crosschecken. Na
een kleine twee weken resulteerde dit
in een Start-Ex briefing voor alle
deelnemers die, gedurende vijf uur,
de gedreven en enthousiaste sprekers
vol aandacht en geduld aanhoorden.
En zo werd ook het excuus meteen
Trainingsmarsen ofwel acclimatisatietraning genoemd in een
schitterend panorama.
weggenomen dat sommige,
meestal dezelfden, niet op de
hoogte waren. De hoofdinvulling voor al diegene van de Trg
Cie die niet zo nauw betrokken
waren bij het administratieve en
logistieke geweld, bestond
voornamelijk uit een acclimatisatieprogramma: enkele aanpassingsmarsen, lessen aidmen,
brancard, waterfiltering met de
katadyne pomp, winch, Bams
en BGan , GPS, surviekit, bootevacuaties en nine-liner, junglepiste, volleybal en transpiratiejoggings. De mensen van de Mod 3 sloten hun opleidingsprogramma af met een
week Spec Ops waarbij er niet op een blank patroontje werd gekeken. Bij valavond was het telkens weer opschrikken van de plotselinge salvo’s in de omgeving van het kamp. De Blue screen werd echter niet geactiveerd. Onder de jarigen hier mochten we de kolonel verrassen met een cadeau in levende lijve, namelijk met
een redelijk gezette kip naar Afrikaanse normen. Het beestje dwarrelt hier nu rond de villa om zich nog wat aan
te sterken voor de ongewisse toekomst. De tweede week spitste zich toe op de tactische briefings. Vetrekkende
van de OGp Brigade werden de orders verder doorgegeven naar de Cie en de Pl. Voor de coaches was dit ook
weer een serieuze boterham want zij dienden eerst mee de orders te ontvangen om dan het Congolese kader te
6
Lt Kol SBH Luc Leclerq is jarig, een cadeau met waarschijnlijk
heel wat ‘inside joke’ gehalte is zijn deel.
delen op hun briefingcapaciteiten. Sommige donkerblauwe kaderleden kwamen zichzelf tegen,
bevangen door een lichtgetinte versie van stress
zonder echter van kleur te veranderen. Anderen
deden het dan weer met verve en maakten indruk
op hun fiere coaches.
En zo was op het einde van de tweede week iedereen klaar voor het grote avontuur.
De tijd staat echter niet stil en de derde week is
ondertussen ingegaan en we zitten nu volop in de
start van de oefening. Het eerste bataljon heeft
gisteren de oversteek van de Fleuve uitgevoerd en
heeft na het eerste bivak vandaag de vordering
ingezet naar het eerste objectief. Het belooft een
pittige etappe te worden want de zon schijnt ongenadig en er moet 25 km beton gekapt worden.
Vooral voor onze mannen, zwaar gepakt en geladen met individueel en collectief materiaal, zal
dit al een eerste beproeving worden. Een eerste
Medevac diende gisteren al uitgevoerd te worden
nadat een schijnbaar dronken Congolese boer twee Belgen had aangereden met zijn tractor. Vanmorgen heeft
de eerste compagnie van het tweede bataljon ook zijn vordering van Jericho ingezet en morgen zal ook dit
bataljon de oversteek aanvatten. Om geen verliezen te lijden onderweg, voeren de S1 en de RSM telkens een
appel uit bij de Congolezen alvorens aan boord te gaan van de overzetboot. Voor het eerste Bn was dit een
succes met maar vier afwezigen, waaronder drie “non justifié”, op 356 man. Hopelijk houdt die trend morgen
aan. Aan bekijks onderweg en aan de ferry geen gebrek. Met de ondersteuning van de Psy Ops team wordt het
talrijk opgekomen en verwonderde publiek onmiddellijk mee in de setting gezogen. Zowel de Belgen als de
Congolezen krijgen op vele plaatsen bewonderende en enthousiaste reacties. De klimatologische omstandigheden blijven onveranderd: het blijft ontzettend warm met af en toe een stevige bui maar het gevreesde regenseizoen lijkt nog niet te zijn ontwaakt. Ondertussen is ook de Bde Comd toegekomen en ook hij heeft de oversteek naar de andere oever al uitgevoerd. Verder verwachten we hier nog enkele juliettes, lees J1, J3, J4 en J6
die hier hun kennis komen updaten in het terrein. Voorlopig hebben we nog geen zicht over hoe diep zij de
jungle zullen intrekken om zo te kunnen komen tot een volledige informatie absorptie.
Wordt vervolgd.
RSM Peter Spitaels
Het verslag over de opdracht te Kindu is hiermee nog niet beëindigd, de rest is voor het volgende boekje
7
Wat voorafging.
Tijdens de Koreaanse oorlog in 1950- 1955 nam steeds een Belgisch vrijwilligers-bataljon deel aan de geallieerde operaties. In april 1951 hebben de Belgen het zwaar te verduren aan de Imjinrivier en de tweede harde
dobber was voor hen in oktober van dat jaar nabij het plaatsje Haktang-Ni.
Na drie dagen en drie nachten afgezonderd te hebben gelegen 4 km van de frontlijn, voortdurend onder Chinees mortier- en artillerievuur en vooral de laatste nacht op het nippertje ontsnapt aan algehele uitroeiing
door massale aanvallen, mogen de Belgen deze benarde positie verlaten.
VAN HEPPEN NAAR KOREA afl 6*
*Er is niets mis met uw wiskundig geheugen, dit is aflevering 6. We hebben foutief tweemaal een Afl 4 genummerd.
Het was al laat in de namiddag als we onze nieuwe stelling bereikten. Ze lag, achter de frontlinie en wij, die
dachten eens goed te mogen uitslapen op veldbedden in tenten, kwamen bedrogen uit. We waren doodmoe, vuil
en loom van drie dagen en nachten onder spanning, met weinig slapen, geen eetlust en geen mogelijkheid zich
eens wat op te frissen.
Slechts één nacht zouden we op deze rustige plek verblijven. Van zodra het mogelijk was kropen we ergens
ineengerold in onze vuil aanvoelende slaapzak. Met een minimum aan wachtposten en zonder die oorverdovende ontploffingen rondom ons vielen we in een diepe slaap.
De volgende morgen was het weer alle hens aan dek: munitie, rantsoenen, briefings en aankomende vrachtwagens waren het teken dat het onrustige leven herbegon. En er begon inderdaad een woelige, hectische periode.
Ik heb nooit een dagboek bijgehouden zodat de belevenissen chronologisch fout kunnen zijn.
Gedurende één maand zullen we voortdurend van positie veranderen. Het Belgisch bataljon bestond slechts uit
350 man in plaats van 800 man, ik denk dat we daarom zowat overal de gaten moesten dichten tussen verschillende Amerikaanse eenheden. De vredesbesprekingen in Panmoendjon gingen beginnen en de Amerikanen
wilden nog enig terrein veroveren om een betere verdedigingslijn te vormen. Door het voortdurend veranderen
van positie hadden we nooit de tijd om het terrein voor ons te leren kennen, alhoewel het niemandsland er
meestal heel smal was.
De eersten die we aflosten waren Portoricanen*, ze zagen er vermoeid uit en waren dolblij dat we hen vervingen. Lees vervolg op volgende Blz.
Terwijl de manschappen aan de voet van de berg bleven wachten, gaf de compagniecommandant boven enige
instructies aan enkele officieren en onderofficieren. Hij was nauwelijks bezig de voornaamste posities aan te
*Puerto Rico of Porto Rico, formeel een ‘unincorporated territory’ (door US beheerd gebied) van de
Verenigde Staten, is gelegen in het oostelijk deel van de Caribische Zee. Tijdens de Koreaanse oorlog dienden Portoricanen in het 65th Infantry Regiment, bijgenaamd"The Borinqueneers" naar Borinquen de originele Indiaanse naam van het eiland. Met het 7e en 15e Infantry Regt vormde het 65e de
3e US Infantry Division waarbij het Belgisch bataljon dikwijls ingedeeld was.
Insigne van het 65e Regt
Enkele foto’s en een pamflet van Portoricaanse soldaten in
Korea, het 65e Regt bestond niet volledig uit Portoricanen.
61.000 Portoricanen hebben gediend in de Koreaanse oorlog, 732 zijn gesneuveld, 121 vermist tijdens operaties en
2771 zijn er gewond.
8
Hieronder beschrijft Rik dat hij met een machinegeweer vuurt op aanvallende Chinezen, hij zegt niet
welk wapen. Hij had keuze tussen drie types, licht, medium en zwaar, vraag hem zelf welk hij heeft
gebruikt, ik denk de medium.
Machinegeweren in gebruik bij US Army tijdens de Koreaanse oorlog
.M1918 Browning Automatic Rifle ook BAR
genoemd.
Ontworpen door John Browning, bevat een magazijn van 20 .30-06 Springfieldpatronen. Gewicht 8 kg, afhankelijk van het model.
De Browning M1919 (bij ons bekend als
‘de .30’),automatisch luchtgekoeld ontworpen door
Browning. In gebruik bij de infanterie en door 2 man
bediend.
Gewicht 14 kg lengte 96,4 cm.
Vuursnelheid 400-600 s/min
Gemonteerd op driepoot, al zijn er modellen op
tweepoot.
M2 Browning (bekend als ‘de .50’)
Nog steeds in gebruik bij veel landen, ook
België, in een modernere versie (QCB).
Gewicht 38kg, lengte 1.65 m, Dracht
1800 m, kadans 50-600 s/min
duiden als rechts van ons de Amerikanen een aanval inzetten op een kaal geschoten heuvel. In ver open formatie klommen ze traag naar boven terwijl een drietal tanks met enige moeite de niet te steile heuvel poogden op
te rijden, één van hen was uitgerust met een luidspreker waardoor luid gesproken werd, waarschijnlijk werden
de Chinezen aangemaand zich maar over te geven. Maar dat had een averechts effect. Plots zagen we voor ons
op ongeveer 400m een ganse rij lichte-kaki kleurige Chinese petjes, juist boven de kam uitstekend, zich bewegen in de richting van de Amerikaanse aanval, om de verdedigers aldaar bij te staan. Samen met de compagniecommandant keken we onthutst toe, vlakbij ons stond een mitrailleur maar de schutter was er niet. Op vraag
van de compagniecommandant bevestigde ik dat ik het wapen kon bedienen. Ik gooide me achter het stuk, zette
de opzet juist en geholpen door een andere onderofficier, die de patronenband begeleidde, begon ik in korte
buien op de rij gele petjes te vuren. Dankzij de spoorkogels en de inslagen was het vuur goed te regelen, de
petjes verdwenen, waarschijnlijk bukten ze zich wat dieper, maar ze renden verder en daarvan was het resultaat
goed te zien.
Rondom de Amerikanen die al tamelijk de top genaderd waren, ontploften in kleine wolkjes tientallen handgranaten. Van op een hoogte en vanuit een loopgraaf, kan men gemakkelijk en zonder zich bloot te geven, handgranaten tot ver beneden keilen.
De aanval stokte en de Amerikanen trokken terug naar beneden. De heuvel waarop we ons opstelden was omgeploegd door de vele artillerie-inslagen. Van de vroegere sparren was brandhout gemaakt en ook de loopgraven waren gedeeltelijk verwoest. Haastig en nerveus begonnen we fatsoenlijke schutterskuilen te graven. De
nacht was onrustig, de helft sliep en de helft bleef waken. Na mijn wachtbeurt kroop ik vermoeid in mijn slaapzak en zonk weg. Plots kwam het gezicht van mijn steeds bange soldaat Bangeman boven me hangen “ Sergeant” fluisterde hij “ Ze zijn daar, ik heb ze gehoord.” Ik kende hem en zolang een andere wacht van mijn sectie
me niet kwam verwittigen, geloofde ik hem niet. Immers, ‘s nachts, in wrakhout met ratten, muizen en soms
verwilderde katten waren er altijd alarmerende geluiden. Dikwijls werd er dan ook gevuurd, wat aanstekelijk
werkte zodat wel eens minuten lang geschoten werd zonder dat er een Chinees in de omgeving was.
Ik probeerde Bangeman te overtuigen rustig te blijven bij zijn wachtmaat, ze waren immers altijd met twee.
Vermoeid sliep ik terug in. Een poos later maakte hij me weer wakker en paniekerig fluisterde hij “ Sergeant,
ze zijn er, ik weet het zeker”. Langzaam kwam ik overeind, tastte naar mijn gevechtsgordel en gaf hem een
lichtgranaat. “Wanneer ge echt twijfelt” raadde ik hem aan, “ werp ze dan”.
Lichtgranaten zijn handgranaten die bestaan uit magnesium in een blikken omhulsel. Ze werden ‘s nachts bij
onraad gebruikt en verlichten na ontploffing minuten lang met een zeer hel licht. Ze waren moeilijk te bekomen
en ik was er dan ook zuinig mee.
Nauwelijks had ik mijn hoofd neergelegd of.... een doffe knal en alles badend in het licht... hij had ze al geworpen! Haastig kroop ik uit mijn slaapzak en sloop naar de wachtpost.
Nog lange tijd heb ik zwijgend, gespannen luisterend, machinepistool in de aanslag, starend in de duisternis
9
weg naar deze zorgsector nu volledig open ligt en vele kandidaten nu met hun grote en kleine problemen voor
de deur van onze dokter staan. Soms staat er een gans peloton aan te schuiven waarbij
We waren amper een kwartier bezig als een kogel vlakbij in de grond sloeg, een fractie later hoorden we het
geluid van het schot, zo te horen was het van zeer ver afgevuurd. We bekeken elkaar met vragende blik, maar
ook de prikkeldraadversperring was van belang voor ons. Zwijgend, haastig, werkten we verder.
Even later, tsjak! weer een inslaande kogel. Ergens had een verre Chinese scherpschutter ‘n hekel aan ons
werk. Mijn sectie bekeek me met smekende ogen, het gezicht van Bangeman verried paniek. “Als er nog één
schot valt, stoppen we” beloofde ik. Een derde projectiel sloeg droog in tussen ons. Zonder één woord lieten we
alles liggen en trokken gemaakt rustig naar boven, naar onze veilige schutterskuil, daar zat Bangeman al met
grote verschrikte ogen naar de Chinese kant te turen, als een wezel was hij door de wirwar van draden, takken
en omgewoelde grond naar boven geritst zonder dat we het gemerkt hadden.
Af en toe kregen we wat Chinees mortiervuur te verduren, wat ons weer dat weeë gevoel van angst in de maagstreek bezorgde. Wanneer het de volgende nacht zijn beurt was om wacht te doen, was Bangeman onvindbaar.
Ik vond hem ‘s morgens, slapend nabij de positie van onze compagniecommandant, waarschijnlijk dacht hij dat
daar de veiligste plek was. Met een forse trap tegen zijn slaapzak heb ik hem gewekt en hem een dubbele
wachtrol beloofd.
Enkele dagen later begonnen de Amerikanen een aanval op een heuvel links van ons. Een uur lang daverde de
top onder zwaar artillerievuur, dan klommen een honderdtal man traag naar boven. Ze sleepten een rood paneel
mee om aan de geallieerde vliegtuigen te tonen waar ze zich bevonden.
Vijf tanks bewogen zich traag door de smalle vallei en vuurden met hun kanon in mogelijke Chinese bunkers.
Wij zelf zaten hoog als in een tribune toe te kijken en voelden dat het weer slecht zou aflopen. Ineens, beneden
een zware dreun en een hoog opstijgende zwarte rookkolom voor één der tanks: ze was op een mijn gelopen.
Ze stond nu roerloos met gebroken ketting. Aarzelend vorderden de anderen, dan volgden in amper enkele seconden weer twee identieke ontploffingen. Drie van de vijf tanks waren op een mijn gelopen. Als versteende,
voorhistorische monsters bleven ze staan. De Chinezen waren werkelijk meesters in het efficiënt plaatsen van
mijnen op de mogelijke toegangswegen die in een bergstreek al zeer beperkt zijn.
Wanneer de omhoogklimmende Amerikanen halfweg de helling waren opgeklommen, vluchtten ze plots naar
beneden. We beseften niet goed waarom, maar dan zagen we de tientallen wolkjes van ontploffende handgranaten die naar hen geworpen werden. Sommige soldaten tuimelden of schoven naar beneden, waarschijnlijk waren ze gewond. Het rode paneel bleef boven liggen als triest symbool van mislukking.
De Amerikaanse artilleriewaarnemer die naast ons stond schudde meewarig het hoofd. De drie buiten gevecht
gestelde tanks vuurden hun munitie op, waarna de bemanning, onder dekking van de rest, naar de bevriende
lijnen vluchtte.
Na enkele dagen veranderden we weer van positie. Achter Amerikaanse tanks kwamen we behoedzaam op een
lange, lage heuvelkam, alles was er stukgeschoten en het ergste was die vreselijke lijkengeur. Tientallen Chinezen, dagen tevoren gesneuveld en waarschijnlijk inderhaast onder een dun laagje aarde begraven, waren in staat
van ontbinding. Witte wormen kropen uit oogkassen en mond, de stank was ondraaglijk, vooral ‘ s morgens.
Wanneer ik, na het afhalen van bevoorrading, plots moest gaan liggen voor de Chinese beschieting merkte ik
ontzet dat op de rest van een boomstronk waaronder ik lag, de helft van een menselijk lichaam hing, waarvan
de rottigheid afdroop.
Het wegslepen van sommige hinderende lichamen gebeurde met een lang stuk telefoondraad want aan sommige lijken was een handgranaat als boobytrap vastgemaakt. Het was een hele opluchting wanneer we van die
“Stinkberg” werden weggeroepen.
Onze volgende heuvel was vrij intact gebleven, er stonden nog grote dennenbomen en de lange Chinese loopgraven waren in vrij goede staat. We waren pas toegekomen of we kregen artillerievuur op ons, de loopgraven
boden goede dekking maar sommige obussen ontploften met een felle steekvlam hoog in de boomtoppen wat
ons verschillende gekwetsten bezorgde.
Mijn Bangeman was weer in alle staten. Wanneer de ontploffingen rechts van ons gebeurden, rende hij met
grote bange ogen door de loopgracht naar de andere kant. Wanneer de obussen dan plots daar ontploften
vluchtte hij weer in de andere richting. Zelf schuilde ik met enkele mannen in een uitholling van de loopgraaf.
Ik had medelijden met Bangeman en telkens hij paniekerig voorbij rende smeekte ik hem bij ons te komen zitten, maar hij hoorde of zag ons niet.
Zo ging de maand oktober tumultueus voorbij en werden we teruggetrokken voor een rustperiode. Ondertussen
was het mooie weer voorbij, het werd kouder, de winter was immers in aantocht en die kon in Korea hard zijn.
PSYCHOLOGISCHE OORLOGVOERING IN KOREA.
Op regelmatige tijdstippen wierpen Amerikaanse vliegtuigen massa’s strooibiljetten uit boven de Chinese stellingen en achterliggend gebied. De geallieerden beloofden de Chinezen goede behandeling bij overgave, overvloedig eten en behouden terugkeer thuis. ‘s Avonds vlogen soms toestellen met luidsprekers over hun stellingen die hen tot desertie aanmaanden. Dat het weinig effect had bewezen de resem spoorkogels die in de richting van het toestel vertrokken.
10
De Chinezen zelf beschikten niet over een luchtmacht die tot boven het front kwam. Ze vonden er wel een
oplossing voor. Vlak voor Kerstmis 1951 vonden we langs onze patroeljewegen mooi gekleurde strooibriefjes, borstspelden in de vorm van een vredesduif met palmtak en versierde zakdoekjes. Al deze voorwerpen
werden er door de Chinezen gelegd waarmee ze ons een Zalig Kerstfeest en Gelukkig Nieuwjaar toewensten maar ons tevens aanspoorden in verzet te komen tegen het gezag. Het was wel een verrassende attentie
vanwege de Chinese Volksvrijwilligers
Amerikaans strooibiljet: een Chinees soldaat voorstellend vol ellende, kou en honger, terwijl zijn bevoorrading door geallieerde vliegtuigen vernietigd wordt. De andere kant staat vol mooie beloftes wanneer hij
zich overgeeft.
Beste soldaten,
Het is Kerstmis en u bent ver van huis, kou lijdend en niet wetend wanneer u zult sterven. De hoge pieten
zijn thuis zich vermakend, goed etend en goede likeur drinkend, waarom zou u hier zijn, uw leven wagend
voor hun profijt?
De Koreanen en Chinezen willen niet uw vijand zijn. Onze en uw vijanden zijn zij die u naar hier stuurden
en uw geluk vernietigden.
Soldaten, laat ons elkaar de hand reiken. U hoort terug thuis te zijn met zij die van u houden en u terug thuis
willen, gaaf en gezond. Zo wensen we u......................
Rik WOUTERS
Wordt vervolgd.
Zijn er drie mannen die op een nacht nog vertoeven aan den toog en wat zatte
praat verkopen. Zegt er ene als ik straks thuis kom en ik begin dan bij die van
ons stillekes aan haar oorlelletje te prutsen, dan naar haar borsten en dan
overgaan tot de daad, dan doe die lelijk. Maar jongen toch zegt den tweede ik
doe dat ook, ik begin ook bij haar oorlelletjes, zo naar haar borsten, stillekes
verder naar beneden, daar nog wat spelen en dan gaan we over tot de daad,
dan doet die lelijk. Wat is dat nu voor uitleg zegt den derde, ik doe dat helemaal anders. Ik begin bij haar teentjes, zo stillekes naar boven, langzaam
naar haar borsten, dan naar de oorlelletjes links, rechts, terug naar haar borsten, stillekes naar onder, daar nog wat friemelen en dan gaan we over tot de
daad. Als ik de mijne dan daarna aan de gordijnen afkuis, dan doe die lelijk!!
11
Uit de oude doos
Als je eens met de mensen herinneringen ophaalt kom je soms tot de slotsom van , “ Euh, ik
was daar toen ook “ ??
Het gevolg is dat Edgard Tresinie in 1960 te Kamina—Belgisch Congo samen met mij
(Rik Stabel) de grondopleiding heeft gevolgd, zonder dat we dat wisten van elkaar of het
vergeten waren.
Tot onze euro ( vroeger de frank) plots was gevallen. Bekijk deze foto maar eens!
Hij is genomen door onze dispatcher 1 Sgt. Roothoofd. Op de foto herken je uiterst links
Edgard met Clerckx trekken de parachute open, onder de geopende koepel staan van links
naar rechts; NN - Jos Van De Plas - Luc Thorman - NN - KRO Pauwels - NN - Eric Simons
- Levi - Rik Stabel - NN.
De korperaal Levi heeft zich na zijn demobilisering onmiddellijk aangesloten bij de Katangese troepen van Tshombe. Op de foto’s en filmjournaalbeelden van de Katangese Secessieoorlog is hij nog te zien.
Zijn zoon heeft later dienstplicht gedaan als Sergeant - Milicien in 3Bn Para en dit in de jaren 80.
Een goed en aandachtig lezer zal denken, heeft deze foto al eens niet in het ledenblad gestaan ……….. en dat klopt ook maar de kwaliteit ervan is nu veel beter en vooral duidelijker, vandaar deze herneming in ons ledenblad, waarvoor dank.
Rik Stabel
12
Peterconcert door Muziekkapel van de Gidsen
Op donderdag 27 februari was het weer zover. Voor de tweede maal werd het Peterconcert georganiseerd in de kerk van Kasterlee. Wij als vriendenkring 3 Para waren dan ook bijzonder fier om aanwezig te zijn met een delegatie van een 25-tal leden samen met hun partner.
Het was dan ook met enige trots dat Luc Leclercq
Luitenant-kolonel Stafbrevethouder, Commandant
3e Bataljon Parachutisten de talrijk aanwezigen
mocht verwelkomen. Wij geven dan ook graag het
volgende mee;
Beste bewoners van Kasterlee en omstreken,
beste vrienden van het 3e Bataljon Parachustisten,
beste petekinderen,
De eerste editie van het Peterconcert vond plaats in
2012, nog geïnitieerd door mijn voorganger Luitenant-kolonel Vincent Descheemaeker. In het militair
jargon, een schot in de roos.
De talrijke en positieve reacties van de aanwezigen hebben er ons dan ook toe aangezet om voor een
tweede maal ons Peterconcert te organiseren.
Het 3e Bataljon Parachutisten was gedurende het jaar 2013 quasi permanent aanwezig in de Democratische Republiek Congo in het kader van een vormingsopdracht ten voordele van de reguliere
Congolese strijdkrachten. Deze opdracht liet toe om enkele Afrikaanse realiteiten onder ogen te zien,
sommige goed andere minder.
Ik verwijs naar een gesprek waarbij een Congolees me zei: “ In Afrika is er nooit één persoon alleen
die honger heeft of die eten heeft, niemand komt ooit ongelegen en wat men heeft, wordt steeds gedeeld”. Terug in België zijn er andere realiteiten die zich opdringen. Gemeenschappelijk aan beide
culturen is echter de vaststelling dat een individu geen betekenis heeft zonder maatschappij en
dat zijn bijdrage aan deze maatschappij zijn
eigen plaats daarin bepaalt.
Het 3e Bataljon Parachutisten maakt deel uit
van de gemeente Kasterlee; het Bataljon kent in
deze niet alleen zijn plaats doch ook zijn mogelijkheden. Vandaag is er één van.
De muziekkapel van de Gidsen zal ons ongetwijfeld doen wegdromen en ons onze zorgen laten
vergeten. De zorgen van onze petekinderen zijn
er echter elke dag. Vandaag staan dan ook zowel “de Mast” alsook “‘t Margrietje” in het
Onze leden Roger, Jan, Frans, Rudi en Rob luisteren
middelpunt, ook zij komen nooit ongelegen.
vol bewondering naar het concert.
Dat we dit samenzijn kunnen organiseren met het gemeentebestuur van Kasterlee en samen met jullie
allen, bewijst eens te meer de waarde van deze gemeenschap. Het Bataljon beschouwt het dan ook
een eer om hier deel uit te mogen van maken.
In naam van mezelf, de officieren, onderofficieren en vrijwilligers wensen wij jullie dan ook te danken voor jullie gastvrijheid en daarnaast, veel luistergenot.
Luc Leclercq , Commandant 3Bn Para Tielen
13
Gelegenheid om mij eens voor te stellen
Met de uitgave van het eerste nieuwe boekje uitgave 2014 wil ik van de gelegenheid gebruik
maken om mij even voor te stellen als nieuwe penningmeester, redacteur clubblad en beheerder van onze website.
Ik ben geboren als Ronny Mertens op 27 juni 1957 te Turnhout als tweede in een gezin van
vijf kinderen. Na het doorlopen van de lagere school en middelbaar was het toen in die tijd
nog de gewoonte dat je werd opgeroepen om uw drie-dagen te komen doen.
Dat was het begin van een raar verhaal vol toevalligheden. De kans was dus bijzonder groot
dat je op het klein kasteeltje schoolmakkers tegenkwam. Zo overkwam dit mij en mij schoolvriend Guilliaume Derboven en het zou niet de laatste keer zijn dat we elkaar tegenkwamen.
Zonder het van elkaar te weten hadden wij beide gekozen om ons kandidaat Para-commando
te stellen. Later moesten wij op dezelfde dag naar Namen onze testen afleggen en werden na
de sportieve testen met succes te hebben afgelegd opgeroepen om onze legerdienst te vervullen op 01 februari 1976 en moesten ons dan ook aanmelden te Lombardsijde.
Daar werden wij beiden ingedeeld in de 22 Cie van 3Bn Para peloton C. Amper na één dag
in Lombardsijde werden wij al overgebracht naar Tielen. Bij de indeling van de kamers kon
het niet anders….. jawel beide op dezelfde kamer.
Gedurende gans onze legerdienst hebben wij altijd samen lief en leed gedeeld. Op 02 maart
1977 mochten wij afzwaaien en geen van ons beide vertrouwde de ander dat hij wel of niet
zou bijtekenen en dan besloten we toch maar om af te zwaaien. Onze wegen scheiden daar
en ik ging werken op 18 april 1977 bij den “ijzereweg” ,de spoorwegen dus. Wie kwam ik
daar ook tegen…… juist de Gille.
Wij werken dus al sinds 1977 samen en ik heb mij ondertussen van lader, rangeerder, klerk
van de beweging, onderstationschef 2e klasse en onderstationschef een weg gevonden binnen de NMBS.
Ondertussen had ik het sportieve dat ik meegekregen had van mijn opleiding als paracommando maar kandidaat gesteld als voetbalscheidsrechter. Hier heb ik op 22 jaar een
schitterende carrière uitgebouwd binnen de Provincie Antwerpen waar ik het genoegen
mocht hebben om gedurende twee jaar bij de top 2 te behoren.
Ik ben dan ook gedurende 19 jaar aan het bestuur geweest van de vriendenkring scheidsrechters Herentals en ik mee de drijvende kracht was van het uitgeven van een ledenblad.
Na al een aantal jaren lidmaatschap van onze Vriendenkring 3 Para en nadat onze vorige
penningmeester te kennen gaf om de fakkel te willen doorgeven had ik besloten om mij meer
ten diensten te stellen van onze Vriendenkring. Zodoende is alles vrij snel gegaan en ben ik
dan ook verkozen met voltallige meerderheid als nieuwe penningmeester en tevens ook de
job van nieuwe redacteur van ons clubblad en dit onder het toeziend oog van onze voorzitter.
Dit blad is dus het eerste dat in samenwerking met het Bataljon, leden en bestuur tot stand is
gekomen. Zonder samenwerking van medewerkers kan je gewoon geen ledenblad uitbrengen. Dus alle suggesties voor ons ledenblad zijn van harte welkom, ook alle positieve (hoop
ik) commentaar ook.
Met “ jongere” bestuursleden komen er ook andere ideeën naar voor. Het eerste initiatief is
er gekomen met Robert De Trogh en mezelf. Wij zijn met het idee naar de voorzitter gestapt
om een eigen website te mogen ontwikkelen voor onze Vriendenkring. Meer nieuws vind U
verder in dit clubblad. Hopende op een prettige samenwerking met alle leden,
Ronny Mertens
14
Pol Ooms en Rik Gillebert, twee gepensioneerde anciens van 3 Para, maken in 2009 een pelgrimstocht van Turnhout naar Santiago de Compostela.
Pol heeft een dagboek bijgehouden. Ze zijn intussen meer ver in het zuiden van Frankrijk en
kunnen de Pyreneeën in de verte al zien. Sedert twee weken stappen ze in groep maar een
voor een moet hun lotgenoten afhaken, ze zijn nog met vier en weer moet er iemand afscheid
nemen…
Doel van de dag is Vic Rarou, die samen met Astrid een huisje aan het opknappen is te Narp
niet te ver van onze volgweg af, een en ander was al geregeld.
POL EN RIK NAAR JAAK deel 12
3 Juni, dag 62. Naar Narp bij Astrid en Vic.
Vroeg op want we hebben afspraak met
Desiré en Paul aan de Pont Vieux. De brug
is helemaal wat ik me er van had voorgesteld een schitterend bouwwerk, een mijlpaal in de geschiedenis van de pelgrimage
naar Santiago. Desiré en Paul zijn op tijd,
en we vervolgen samen onze weg, via Ste
Suzanne, Lanneplaà naar l’Hôpital d’Orion. Daar rusten we wat op een pleintje
waar een standbeeld staat van een middeleeuwse pelgrim, zijn staf is gebroken maar
handige Paul doet de nodige herstellingen
en we kunnen een foto nemen van een op
het eerste zicht perfect standbeeld. We
nemen nu de D23 richting Narp, het dorpje
waar Vic en Astrid wonen, de D23 klimt
van hoogte 80 naar hoogte 225 op zo een 3
km, het is warm tot heet en dus een zware We nemen afscheid van Desirée, hij
klim. We zijn nu duidelijk in de uitlopers
van de Pyreneeën, in ruil voor de zware klim naar rechts richting Saint Jean Pied
krijgen we prachtige panorama’s te zien. Te de Port, wij naar links richting Vic
Beuste d’Orion nemen we afscheid van De- en Astrid te Narp. Desirée komt uit
siré, hij heeft afspraak met zijn vrouw in Asch sur Alzette Groothertogdom
Pamplona en moet daar binnen zes dagen Luxemburg, een toffe reisgezel en
zijn, normaal geen probleem maar hij heeft een ongelooflijke plantrekker.
ook geen tijd te verliezen. Het afscheid is
moeilijk, Desiré is een toffe reisgenoot en eigenlijk de eerste waarvan we afscheid nemen die niet gekwetst is.
Te Narp vragen we waar ‘les Belges’ wonen, het dorp is zo klein dat we dit maar eenmaal moeten vragen. We worden goed ontvangen, frisse pint met hapje. Vic en Astrid
hebben hard gewerkt en van een halve ruïne een mooie woning gemaakt, al hebben ze
nog veel werk. De slaapkamers zijn in orde, het terras is in orde en de keuken wordt vandaag voor het eerst in
werking gesteld, en dat zullen we geweten hebben. We babbelen honderduit, Vic is in de jaren 70 een paar
jaar bij de para commando’s geweest in dezelfde eenheid als Ritten en ik. Zoals velen is hij zijn diensttijd
nooit vergeten en fier ‘erbij’ te zijn geweest.
We maken een wandeling naar de Gave* d’Oloron, snelstromende bergrivier met ijskoud kristalhelder water
waar naar verluid veel op ‘geraft’ wordt. Daarna bezoeken we Marie, de dame waar Vic het huis van gekocht
heeft, ze woont op een oude boerderij samen met haar inwonende boerenknecht Robert. Er komt al vlug een
fles Pernod op tafel, gelukkig ook een karaf ijskoud water. Robert ge(mis)bruikt duidelijk de situatie, om de
fles leeg te krijgen. Paul drinkt nooit alcohol, Vic alleen met mate(n) en Ritten en ik zijn ‘drooggemarcheert’
en hebben weinig weerstand tegen het gevaarlijke drankje. We komen dan ook half in de wind terug bij Astrid aan, maar deze had dit zien aankomen en lacht ons wat uit. Dan volgt een overvloedige maaltijd, gourmet
met veel groenten, we blijven lang op het terras zitten en drinken een behoorlijke dosis pinten.
Wat kan het heerlijk zijn in het zuiden van Frankrijk.
Gegevens: Start 07:30, aankomst 13:30. Afstand 20 km, totaal 1445 km. AM: Warm. PM: Warm-heet. Overnachting: Bij Vic en Astrid. Volgweg: Rustige paden tot halfweg, dan departementale bergwegen. Zeer heuvelachtig.
15
Astrid en Vic op hun splinternieuw zelfgemaakt terras, Vic is een oud
Para Commando, samen met Astrid heeft hij van een ruïne een knappe zuiderse woning gemaakt.
*Gave: is een rivier in de Pyreneeën. Hij wordt ook Grand Gave
genoemd omdat hij allerlei riviertjes met de naam Gave ontvangt. Hij ontspringt op het cirque de Gavarnie in de Hoge Pyreneeën. Voorbij Luz-Saint-Sauveur, na de samenvloeiing met de
Gave de Gavarnie, wordt hij Gave de Pau genoemd. Nog verder
stroomafwaarts, vanaf de samenvloeiing met de Gave d'Oloron,
krijgt hij de naam Gaves réunis tot hij bij Peyrehorade in de
Adour uitmondt. Bij de bronriviertjes die de Gave van water
voorzien, hoort ook de gekende miraculeuze bron van Lourdes.
4 Juni, dag 62. Rustdag bij Vic en Astrid.
Goed geslapen in een spiksplinternieuw dubbelbed. Toch vroeg
op want we moeten wassen en dringend gas voor onze vuurtjes
kopen. Vic rijdt ons naar Navarenx een bekende stad die op de
pelgrimsweg van Le Puy en Velay ligt, ook dit stadje ademt pelgrimsfeer uit, we zien onmiddellijk dat er meer mensen deze weg
volgen dan op de Voie de Vezelay. Binnen enkele dagen komen
beide wegen samen.
We drinken koffie bij de ‘alchimist’ en komen in gesprek met een
jonge Fransman die enkele dagen geleden op de Camino Frances
is geweest (de weg in Spanje) en hij zegt dat er niet overdreven veel volk op de Camino loopt. We rijden terug,
bezoeken het kerkje van Narp en nemen rust. Ik profiteer ervan om na te kijken hoe we ervoor staan en dit ziet
er goed uit. We zitten terug op schema en hebben zelfs een ‘Happy problem’ als we niets tegen komen hoeven
we maar een gemiddelde van minder dan 25 km per dag aan te houden en hebben dan zelfs nog vijf rustdagen
over. Ik denk even terug aan La Charite sur Loire waar ik een telfout vaststelde die me liet panikeren. Wij hebben een datum vastgesteld, 24 juli, dan komen onze vrouwen naar Santiago, en op 28 Juli is ons vliegtuig vastgelegd. Ik raad iedereen die de tocht maakt dit niet te doen. Lees in de Epiloog waarom niet.
Vic en Astrid leggen ons intussen in de watten en we gaan weer niet al te vroeg naar bed, een zwaar onweer
breekt uit in de Pyreneeën maar we zitten weer eens aan de goede kant van het venster.
Gegevens: AM: Grijs. PM: Warm, bij nacht zwaar onweer. Overnachting: Bij Vic en Astrid.
5 Juni, dag 63. Naar Sauveterre de Béarn*.
We slapen wat uit, we kunnen pas om 0930 hr op de Mairie van Narp zijn, we moeten een attest vast zien te
krijgen wat ons vrijpleit van onze kiesplicht aanstaande zondag in België. Na wat ‘gepallaver’ verkrijgen we
het nodige en we nemen afscheid van Vic en Astrid. Vandaag een korte etappe naar Sauveterre de Bearn waar
we de Voie de Vezelay terug zullen vinden. Het is wat grijs en regenachtig, na een km of vijf stelt Ritten vast
dat hij zijn Petzl (hoofdlamp) vergeten is bij Vic en Astrid. We stappen verder, maar het is allesbehalve goed
weer, eerder herfst in de Kempen dan zomer in Zuid-Frankrijk.
Ondertussen naderen we Sauveterre een middeleeuws stadje op de flank van de Gave d’Oloron. Ook hier een
middeleeuwse brug bekend in de pelgrimage. We bezoeken de kerk en moeten schuilen voor een enorme regenbui. We plannen een overnachting op de plaatselijke camping maar onderweg er naar toe komen we in een
immense stortbui terecht. Het water valt er met bakken uit, geen kampeerweer. Ik neem contact met het Office
de Tourisme en krijg een adres van een APD net buiten de stad te Guinarthe-Parenties bij de familie Bigne.
Intussen heeft Vic contact genomen en zal de lamp van Ritten naar Sauveterre brengen, we spreken af in een
gezellig cafeetje aan de goede kant van het venster. Met een pint in de hand valt het gemakkelijker om afscheid
te nemen. Dan stappen we verder naar de familie Bigne, we worden er goed ontvangen, kunnen alles laten drogen en krijgen een goed avondmaal.
Gegevens: Start 10:30, aankomst 16:00. Afstand 19km, totaal 1464 km. AM: Grijs-motregen. PM: Regen,
stortregen. Overnachting: APD bij familie Bigne. Volgweg: Departementale wegen.
*Béarn is een streek (voormalig een provincie) en vormt drie vijfde van het huidige departement Pyrénées Atlantiques. Het maakt deel uit van Frans-Baskenland, de streek werd vroeger ook Neder Navarra genoemd.
6 Juni, dag 64. Naar Ostabat- Asme
Goed ontbijt en vroeg weg. Mooie wandeling door de uitlopers van de Pyreneeën. Te Osserain Rivareyte stuiten we op een hindernis, de koeien moeten naar de wei en dus ligt al het verkeer, twee auto’s en drie pelgrims
plat.
16
Daarna door een prachtig bos naar
Arbouet-Sussaute, in het bos stuiten we op een oude grenspaal, de
vroegere middeleeuwse grens met
Navarra. Vanaf nu zijn we in Frans
Baskenland. Het landschap is
schitterend, voortdurend vangen
we een glimp op van het hooggebergte, nog veraf dat wel. We lopen door tot Saint-Palais waar we
inkopen doen en wat verder komen
we aan de ‘Stèle de Gibraltar’* de
zuil van Gibraltar op deze plaats
komen er drie pelgrimswegen samen. Onmiddellijk zien we andere
pelgrims, de meeste komen van Le
Puy en Velay en volgen de Via
Podiensis, het meest belopen en
best uitgebouwde pelgrimspad in
Frankrijk. We maken een praatje
De Stele de Gibraltar, op deze plaats komen er drie
met twee Fransen die in Le Puy
pelgrimswegen samen, vanaf nu zullen we altijd an- zijn vertrokken en tot St Jean Pied de Port zullen
stappen. Tijdens de nadering van de zuil had ik al
dere stappers voor en achter zien
de ‘tegenhelling’ in het oog met een wandelweg
recht omhoog, het deed me een beetje aan de ‘Russels Cairn’, een berg in de Cheviots op de grens Schotland
Engeland denken, welbekend bij alle paracommandos. En ja, we moeten er op, van 151 naar 287 m is 126 m
hoogte verschil op een kleine 800 m. We stappen omhoog samen met de twee Fransen en dan komt het kleine
jongetje naar boven, zij beginnen te versnellen en wij laten ons niet doen. Een ware wedstrijd tussen de Via
Limovicensis (wij) en de Via Podiensis (de Fransen). Ongelijke strijd, wij komen helemaal uit België sleuren al
twee maanden 20 kg op de rug en krijgen terug dat gevoel ons aangeleerd bij de para’s (ni plooien). De Fransen
trappen op de adem en moeten plots stoppen voor een ‘fotoke’ te maken, van onze rug dan. Ik voel me enerzijds een beetje belachelijk, maar af en toe terug speels worden houdt iemand jong, al leerde ik vooral dat Paul
Janssens, die niet bij de para’s is geweest, zijn conditie helemaal niet moet onder doen voor de onze, een geruststelling.
Boven op de helling staat de kapel van Soyarce en daar zien we iets wondermoois. We staan eigenlijk op een
kam tussen twee valleien, en een vlucht van de beroemde Vale Gieren vliegt van de ene vallei naar de andere.
Ze doen dat economisch op glijvlucht en suizen daarom op enkele meter van de grond, en van ons, over de
kam. Gier na gier vliegt voorbij, zelden zo iets moois gezien. Bij de kapel houden we rust, pelgrim na pelgrim
komt er toe en iedereen stopt er, het is dan ook een mooie plaats met een fantastisch uitzicht op de bergen.
Daarna stappen we verder, eerst afdalen tot Harambeltz en verder naar Ostabat Asme (het tweede deel van de
naam is Baskisch). Hier is een gîte, maar men dient er op voorhand te reserveren, een algemeen gebruik op de
weg van Le Puy. Natuurlijk is alles volzet en we zien ook iets dat we enkel kenden van horen zeggen. We rusten wat aan de gîte en plots stopt er een busje, de chauffeur laadt een hoop rugzakken
uit en één wandelaar. De weg van Le Puy
loopt samen met de GR65 en het zijn dus
niet alleen pelgrims die hier stappen, het is
een algemeen gebruik tijdens lange afstandswandelingen om de rugzakken door
een reisorganisatie naar de volgende rustplaats te laten brengen, wij vinden dit maar
‘plattekes’.
We besluiten dan maar ergens een kampeerplaats te zoeken maar dan begint het te regenen, een echte stortbui. Er is een Chambre
d’Hote twee kilometer voorbij Ostabat op
een oude boerderij ‘Gainako-Etxea, niet
goedkoop maar we besluiten er toch maar
naar toe te gaan. De plaats is bekend in pelgrimsmiddens er zijn een vijftigtal bedden,
men eet er gezamenlijk een goede maaltijd
De Kapel van Soyarce wordt bereikt na een steile klim, maar de
inspanning wordt beloond met in 360° prachtige panorama’s.
17
Een vale gier is circa 1 meter lang, van kop tot staart, spanwijdte 2,30-2,65 m, een
van de grootste vogels ter wereld. Gewicht 6 tot 10 kilo.
en de gastheer zingt dan Baskische liederen. We maken er kennis met
een stel Fransen, de man is ook parachutist geweest tijdens de Algerijnse oorlog, en het wordt al bij al een gezellige avond. Tijdens de
maaltijd breekt er een reusachtig onweer uit boven de bergen, een
adembenemend gezicht, de felle lichtflitsen en oorverdovend gedonder. We prijzen ons gelukkig dat we niet in ons tentje zitten. Toch
vinden wij het ontbreken van voldoende pelgrims-gîtes te Ostabat
een mankement, per slot van rekening komen hier drie paden samen
en zijn er dagelijks een 40-tal pelgrims die logement zoeken.
Gegevens: Start 07:30, aankomst 15:30. Afstand 25km, totaal 1489
km. AM: Grijs. PM: Wisselvallig met stortregens en bij nacht een
onweer. Overnachting: Chambre d’Hote. Volgweg: Gedeeltelijk onverharde pelgrimswegen, veel klimmen en dalen.
*Stele de Gibraltar. Er staat een replica van een middeleeuwse grafsteen. De naam verwijst niet naar Gibraltar, maar naar St. Sauveur. In het Basks is zijn naam Chabaltorre wat uiteindelijk weer verbasterd is in Chabaltar en later in Gibraltar. Op deze plek komen 3 pelgrimswegen samen, vanuit Tours, Vézelay en Le Puy.
7 Juni, dag 66. Naar Saint Jean Pied de Port laatste stad in Frankrijk.
Het logement is niet goedkoop, maar wel goed, zeker van eten. Het valt wel op bij het ontbijt, dat het enkel de
pelgrims zijn die er vroeg bij zijn. De ‘randonneurs’ zijn duidelijk op verlof en dus nog onder wol. Het is grijs
wat druilerig weer, jammer want de etappe is niet zwaar maar wel mooi, het pad loopt evenwijdig met de D933
in een vallei. We zien tientallen wandelaars, iets waar we nog wat aan moeten wennen, een voorproefje van de
Camino op Spaanse bodem. We stappen rustig verder en passeren Larceveau-Arros, Gamarthe en Mongelos.
Daar moeten we kiezen, de drukke D933 volgen of een alternatieve volgweg, met wat meer km’s en een beetje
reliëf. De D933 is erg druk en we hebben tijd genoeg dus nemen we de rustige omweg en zijn onmiddellijk terug alleen op de ‘Voie’. We beklagen het ons niet, schitterende streek, we zijn nu al diep in de bergen zonder
weliswaar veel geklommen te hebben. Rond de middag komen we in St Jean le Vieux, het is de zondag van de
Europese verkiezingen en het is dus druk in dit kleine stadje, we zoeken een schuilplaatsje in een bushalte en
maken middagmaal. Men heeft een wandelpad gemaakt los van de D933 die ons naar St Jean Pied de Port
(vanaf nu SJPDP) brengt, we komen het stadje binnen langs de ‘Porte de Saint Jacques’ aan de voet van de Citadelle.
In de Rue de Citadelle 39 is een pelgrims informatiebureel, we worden er vriendelijk ontvangen en krijgen er
behalve onze stempel ook twee A4’tjes met inlichtingen. En het moet gezegd en voorbeeld van een informatieblad, alle noodzakelijke praktische informatie is er op terug te vinden in tabelvorm. Reliëf, tussenafstanden,
refugio’s met aantal bedden, al dan niet met keuken of verwarming, winkels, restaurants, bars, campings, apothekers, banken, openingsuren, nuttige telefoonnummers, zelden zo een volledig en compact document gezien
en nog ‘up to date’ ook. Een pelgrim zou aan de hand van deze twee papiertjes gemakkelijk in Santiago geraken
want de man die ons ontvangt, verzekerd ons dat de ganse Camino Frances duidelijk is ‘geballiseerd’ met gele
pijlen en de klassieke schelpen. Na onze gastheren te hebben bedankt gaan we naar de Rue d’Espagne, daar is
een privé refugio ‘Le Chemin
vers l’Etoille’ uitgebaat door Jean
Pierre Bonhomme en ons aangeraden door George ‘le Breton’
enkele weken geleden te Hagetmau.
We kunnen pas om vier uur op
onze kamers, laten dus onze rugzak achter en gaan een welverdiende pint drinken. Het is zondag, traditioneel komen er dan
veel nieuwe pelgrims toe, de
meeste (vooral Duitsers) beginnen de tocht vanaf hier, elk uur
arriveert er een trein met nog
Pol en Rik op wandel in Sant Jean Pied de Port, een pittoresk stadje
in de Pyreneeën. Het merendeel van de Pelgrims vertrekt van hier,
heel het stadje staat dan ook in het teken van de pelgrimstocht
naar Santiago de Compostela.
18
De refuge ‘Le Chemin vers l’Etoille’ van binnen, verzorgd en gezellig.
meer stappers. Men kan de nieuwe pelgrims en de
oude gemakkelijk onderscheiden, een blik op de
schoenen is voldoende, nieuwe schoen is nieuwe
pelgrim. Veel nieuwe schoenen gezien in SJPDP.
Het was vandaag de laatste volledige etappe in
Frankrijk, we hebben dit gastvrije land diagonaal
doorkruist, van Rocroi in het noordoosten tot St
Jean Pied de Port in het zuidwesten. 1312 km in 56
dagen waarvan 4 rustdagen geeft een gemiddelde
van 25 km per dag, dat is wat we gepland hadden.
De vijfde rustdag nemen we hier aan de voet van de
Pyreneeën.
Gegevens: Start 07:30, aankomst 13:30. Afstand
22km, totaal 1511 km. AM: Grijs. PM: Wisselvallig. Overnachting: Prive refugio. Volgweg: Pelgrimspad grotendeel evenwijdig van departemental, beetje reliëf.
8 Juni, dag 67. Rustdag aan de voet van de Pyreneeën.
Goede nachtrust al slapen we met acht op een kamer, bij ochtend hebben we een kleine teleurstelling, we
moeten de kamer verlaten tussen 8 en 14 uur, dit hadden ze ook kunnen zeggen wanneer we ons inschreven. Toekomstige pelgrim, neem te SJPDP gewoon de officiële pelgrims-gîte, een privé gîte hanteert dezelfde regels voor meer geld, we voelen ons nogmaals ‘gepakt’ door de Franse middenstand. Gelukkig is
maandag de marktdag en is er dus heel wat te zien. Markt in de bergen wil zeggen dat bewoners van afgelegen dorpen er hun wekelijkse inkopen komen doen, vrouwen zeulen rond met zware tassen en de mannen zitten op café de laatste nieuwtjes te bespreken.
Vandaag komt Ann, de dochter van Paul Janssens op bezoek, we zullen ervan profiteren om wat overtollige uitrusting mee te geven naar het vaderland. Onze tentjes, tweede pull en zware slaapzak samen toch een
kilo of vier, maken dat we nu wat lichter zullen rondstappen.
Mijn ‘Poste Restante’ met de gids voor Spanje ligt klaar op het postkantoor en ik profiteer ervan om de
eerste week te plannen. Veel pelgrims beginnen te stappen en laten alles op zich afkomen, dat is iets wat
wij niet kunnen. We zijn gewoon alles goed te voorzien, afstand, hoogteverschillen, bevoorrading, overnachting zijn dingen die we graag onder controle hebben. Na wat rekenwerk stel ik voor om de dagelijkse
etappes na Roncesvalles (in het Frans Roncesvaux) wat korter te maken, anders zullen we veel te vroeg te
Santiago zijn, voorstel wordt aanvaard.
Donibani Garazi is de Baskische naam voor St Jean Pied de Port, het stadje is niet groot maar heeft toch
een grote historische betekenis. Vooral dan door zijn ligging, er zijn niet veel plaatsen om te voet de Pyreneeën over te trekken, zeker niet met een heel leger. SJPDP heeft in zijn bestaan de Romeinen, het leger
van Karel de Grote, en de legers van Napoleon zien voorbijtrekken. In hun voetsporen zullen wij morgen
op onze beurt met meer vredelievende bedoelingen Spanje betreden. Net als miljoenen pelgrims, soldaten,
handelaars zullen wij de ‘route Napoleon’ volgen tot Roncesvalles, een etappe van 27 km met een hoogteverschil van 1200 m.
Hier eindigt de Via Limovicensis, het tweede deel van onze tocht, rest ons de Camino Frances, het meest
belopen pad ter wereld, 750 km tot Santiago de Compostela en dan nog wat verder tot Finisterra. We kijken er naar uit.
19
Een overlijden: Wat moet je doen?
Bij het overlijden van een geliefde is het automatisme van de dagelijkse handelingen in geen velden te bespeuren. We worden verscheurd door een enorm verdriet en kunnen nog amper logisch nadenken, we zijn soms
compleet het noorden kwijt en afhankelijk van je familiale toestand wordt de chaos nog groter. Met deze willen
we een aantal kleine maar doeltreffende tips geven zodat je zelf of nabestaanden weten wat er moet gebeuren of
kan gedaan worden. Wij overlopen hierna wat toch wel belangrijk kan zijn en een leidraad die je kunt gebruiken om de meest nuttige info te noteren zodat de nabestaanden makkelijker hun weg vinden om de noodzakelijke verplichtingen uit te voeren.
We gaan het nu niet hebben over de begrafenisvergoeding maar wel over een aantal nuttige details die specifiek
zijn bij overlijden en dit in het bijzonder voor gepensioneerde militairen.
Als een familielid een over lijden aangeeft, dien je zo spoedig mogelijk naar dienst bur ger lijke stand van
het gemeentehuis van de woonplaats van de overledene te gaan en neem je volgende documenten mee:

Het attest van overlijden door de geneesheer ingevuld

De identiteitskaart, trouwboekje en trouwboekje van de overledene

De identiteitskaart van de aangever

Eventueel een aanvraag tot crematie
Na aangifte kan je bij de dienst burgerlijke stand uittreksels uit de overlijdensakte halen. Denk eraan dat je er
gewoonlijk meerdere nodig hebt o.a. voor; het ziekenfonds, de financiële instelling(en), verzekering(en),
enz………..
Indien het overlijden zich buiten de woonplaats heeft voorgedaan, zendt de gemeente van overlijden een overlijdensakte naar de gemeente van woonplaats, waar je dan achteraf het nodige aantal uittreksels kunt halen.
De overlevende partner moet zijn identiteitskaart en trouwboekje laten aanpassen op het gemeentehuis.

De pensioendienst voor de Overheidssector ( Victor Hortaplein 40 bus 30 te 1060 – Brussel
telefoon 02/558.60.00 of het gratis nummer=pensioenlijn 1765 of [email protected] of
www.pdos.fgov.be wordt in principe rechtstreeks verwittigd door het Rijksregister.

Indien de overledene een rustpensioen ten laste van de Staatskas genoot (uitbetaald door
CDVU), kunnen de nabestaanden een begrafenisvergoeding krijgen die gelijk is aan het laatste bruto maandbedrag van het rustpensioen, doch beperkt tot een bedrag van maximum
€ 2557,95.
Bij nalatenschap: de langstlevende echtgenoot is een volwaar dig er fgenaam en kan niet meer onter fd
worden, tenzij in zeer uitzonderlijk situaties. Enkele begrippen:
Vruchtgebruik: het recht om van een goed, waarvan men geen eigenaar is, het genot te hebben en er de opbrengsten van op te strijken.
Naakte eigendom: eigendomsrecht van een zaak, maar zonder het vruchtgebruik ervan.
Volle eigendom: dit is de naakte eigendom en het vruchtgebruik ervan
Nalatenschap: de baten en lasten, goeder en en schulden van de er flater vor men diens nalatenschap. Hoe
die nalatenschap is samengesteld hangt af van het persoonlijk statuut van de erflater:

Gehuwd of ongehuwd;

Feitelijk of wettelijk samenwonend;

Gehuwd onder het wettelijk huwelijksstelsel of onder een ander huwelijksstelsel;
20

Enz …………
Aangifte van de nalatenschap: Deze dient te gebeur en binnen de 4 maanden na het over lijden in België
van je familielid bij het registratiekantoor van de woonplaats van de overledene. Indien het overlijden zich
voortdoet in een ander land van Europa bedraagt de termijn 5 maanden.
De erfgenamen mogen de aangifte van nalatenschap zelf opstellen. Een aangifteformulier kan je bekomen bij
het registratiekantoor. Je kan je eveneens wenden tot een notaris of tot een bevoegd persoon voor het vervullen
van deze formaliteit. De keuze hierin is volledig vrij. Als je beroep doet op een notaris moet je rekening houden
dat de erelonen volgens een degressief (*) tarief berekend worden op de opeenvolgende schijven van het geheel
van de erfenis en dat er altijd een minimum ereloon verschuldigd is.
Bovendien worden de erelonen opgetrokken als het niet gaat om erfgenamen in rechte lijn, echtgenoten of wettelijk samenwonenden.
*Degressief= het deel van je inkomsten dat van belasting moet worden afgedragen daalt naarmate je inkomen
stijgt.
Voor wat betreft de materie van successierechten, erfenisrechten, nalatenschap, eigendommen, enz ….. kunnen
we later eens een thema avond rond organiseren. We komen hier nog op terug.
Houd er alvast rekening mee dat het organiseren van een uitvaartplechtigheid heel wat kopzorgen teweeg
brengt. We weten dat crematie in de lift zit, een stijging van 50% in het jaar 2012 en stilaan de traditionele methode benadert of zelfs overtreft.
Gelijk welke plechtigheid je organiseert, sterven kost geld, soms veel geld.
Een crematie is goedkoper maar daar komen een aantal zaken bij kijken zoals: wat doe je met de as: naar het
kerkhof of blijf je aan in het crematorium? En op het kerkhof: verstrooien of begraven van de urne? En zet je ze
dan in de muur of in een eventuele kelder? Wil je echt dat de as van je dierbare verstrooid wordt in zee dan jaag
je de prijs met de minstens € 1000 de hoogte in.
Er zijn dus grote verschillen voor een uitvaartplechtigheid, ook in de kerk, afhankelijk van het bisdom.
Je moet er toch rekening mee houden dat een simpele uitvaart met een gewone kist, geen overlijdensbrieven,
geen nagedachtenisprentje, geen koffietafel, kortom zo simpel als mogelijk minimum een kostprijs heeft van €
2500 tot € 3000.
Auto
Als je partner titularis was van de nummerplaat, kan je deze behouden, maar moet je ze wel op jouw naam inschrijven. Verwittig dan de verzekeringsmaatschappij en de dienst van het wegverkeer.
Wens je de auto niet te behouden dan dien je zo vlug mogelijk en uiterlijk binnen de 4 maanden de nummerplaat aangetekend over te maken aan:
FOD Mobiliteit en Vervoer
Dienst van het wegverkeer – DIV
Vooruitgangstraat 56
1210 – Brussel
Huur
Het huurcontract kan niet beëindigd worden omwille van het overlijden van de huurder of verhuurder. Bij een
overlijden blijft de langstlevende partner de rechtmatige huurder, tenzij anders bepaald in het contract. Als de
huurder overlijdt, worden zijn rechten en plichten overgedragen op zijn erfgenamen.
De huurovereenkomst betreffende de woning die bestemd is tot hoofdverblijfplaats van een gehuwd paar wordt
altijd verondersteld gesloten te zijn geweest door beide echtgenoten, zelfs indien het contract slechts gesloten
werd door één van de echtgenoten en zelfs als het gesloten werd vóór het huwelijk. De huurovereenkomst is
dus altijd “ het eigendom “ van beide echtgenoten.
Dit geldt eveneens voor wettelijk samenwonenden, niet voor feitelijk samenwonenden. Indien je een sociale
woning huurt, dien je aangifte te doen bij de huisvestingsmaatschappij. Het overlijden heeft immers gevolgen
voor je inkomsten die op hun beurt betrekking hebben op de huurprijs.
Belastingen
Het jaar waarin je weduw(e)(naar) bent geworden, moet je kiezen om als alleenstaande of samen met je overleden partner te worden belast. De fiscus neemt niet automatisch de oplossing die voor jou het best is! Je moet
dus zelf een keuze maken. En als alleenstaande ouder geniet je automatisch van een speciale belastingvermindering. Naast de financiële instelling(en) dienen ook verschillende instellingen te worden aangeschreven in de
weken na het overlijden. Dit hetzij om de naam van titularis te wijzigen, hetzij het adres, hetzij beide. Leg deze
checklist al aan met mogelijk te contacteren instellingen; energieleverancier(s), kabelmaatschappij, Gemeentehuis, notaris, bank, verzekering, enz …….
Met dank aan KNFOM – Kring Limburg,
Ronny Mertens
21
Het 15° Detachement van het 4 Cdo
Om niet direct met de deur in huis te vallen als dit boek in feuilletonvorm in ons tijdschrift
zal verschijnen eerst een klein woordje uitleg geven over het ontstaan ( zeer beknopt, de rest
lees je de volgende maanden) van dit 15° detachement van het 4 Cdo.
Het 15° detachement 4 Cdo werd gesticht in 1959 en ontbonden met de onafhankelijkheid
van Rwanda in Juli 1962. De Lt-Kolonel Bruneau een zeer aimabel en sociaal persoon beschreef de gebeurtenissen van het 15° Detachement onder boekvorm op papier, zij het wel
enkel in het frans.
Het was Willy De Breucker (overleden), Rik Latet en zijn broer Alex die het vertaalden in
het Nederlands.
Het was Eddy Hoedt, reeds schrijver van 2 boeken over het Para—Cdo leven die het boek
styleerde naar taalgebruik om alzo het nog meer als een echt Nederlandstalig boek op de
markt te brengen en voorzag het van de nodige Lay - Out, dit om het allemaal nog aantrekkelijker en aangenamer te maken om lezen.
Een persoonlijk woord van dank vind U hieronder dan ook van Eddy aan de weduwe van LtKolonel Bruneau welke haar toestemming graag hiervoor gaf.
Ik bedank mevrouw BRUNEAU-STORM, die me toestemming gaf tot vertaling en commandant b.d. DEUDON, die me het oorspronkelijke Franstalige werk «Le Quinziéme Détachement du 4ieme Bataillon Commando – Afrique 1959-1960» ter beschikking stelde (Museum 2 Commando, Flawinne).
Dit boek zal dus in ons tijdschrift verschijnen
de volgende maanden. Het zal zeer zeker
door iedereen en zeker door een groot aantal
oudgedienden van het 4 Bn Cdo met plezier
en een zekere heimwee gelezen worden.
Ikzelf als nieuwe redacteur van ons tijdschrift wens ik bij deze al zeker de heren Eddy Hoedt en Roger Debaere te bedanken
voor hun bijdrage aan ons tijdschrift.
Ik hoop dan ook beste para vrienden dat dit
eerste initiatief van mezelf een meevaller zal
zijn en wens U allen heel veel leesplezier, en,
vooral de levende herinnering van hoe het
moest geweest zijn toen die tijd.
Ronny Mertens
22
DEEL I
VOORWOORD
Dit «Het V ijftiende Detachement» is in de eerste plaats geschreven om de vijf soldaten te herdenken
die de eer hadden te mogen dienen onder het Vaandel van het Vierde Bataljon Commando’ en die
dit met hun leven betaalden:
Soldaat Delahaut, Denis
Soldaat Geelen, Roger
Soldaat Geeraets, Paul
Soldaat Hosselet, Robert
Soldaat Sosnowski, Joseph
Het ligt in mijn bedoeling om met dit «V ijftiende Detachement » een reconstructie te maken van de
twaalf maanden ‘Afrikaans leven’ waarbij ook onze vijf gevallen broeders intens betrokken waren.
Tevens willen we hiermee bij wijze van eerbetoon, aan hun ouders en aan hun familieleden, een
waardig document aanbieden.
De meeste artikelen die tussen de teksten van dit «Vijftiende Detachement» zijn ingelast zijn eerder
al verschenen in ons eenheidsblaadje «Bilulu». Ze werden geschreven door de soldaten zelf, op het
moment van de gebeurtenissen zelf. We menen er dan ook goed aan te doen, om deze hier in dit relaas letterlijk over te nemen. Waarom deze keuze? Omdat de mannen hiermee een getuigenis afleggen die rechtstreeks gebaseerd is op het echte leven daar ter plaatse, omdat deze artikelen getuigen
van een zeer dichte betrokkenheid en omdat ze als het ware geschreven zijn in het heetst van de
strijd zonder er achteraf nog verfraaiingen of wijzigingen aan toe te voegen. Heeft hun stijl soms een
kritische ondertoon, of is deze nogal ruig? Net hierdoor slagen ze er perfect in, dit is mijn persoonlijke mening, om een levensechte en wezenlijke beschrijving te geven van een intense periode die deel
uitmaakte van hun dagdagelijkse bestaan.
Wij bieden u dit relaas aan, ontdaan van elke vorm van romantiek of literaire ‘spielereien’. Het zijn
de naakte feiten zoals ze echt beleefd werden. Ik wil hier benadrukken dat wat volgt niet enkel gebaseerd is op het werk en het wedervaren van een enkeling, maar wel op deze van een volledige eenheid. Zoals alle verdiensten voor de opdrachten die we hebben uitgevoerd niet toekomen aan één
man, maar het werk zijn van een heel bataljon.
Als ik me de moeite getroostte om van al deze «Afrikaanse stenen» een geheel te maken, lag het in
mijn bedoeling om hiermee een symbolisch monument op te trekken. Een monument als eerbetoon
voor hen die door hun werk in Congo en in [Ruanda] Rwanda ons land hebben gediend. Daar precies heb ik het mooiste zien openbloeien dat er bestaat: zelfopoffering. Het is namelijk daar in Afrika dat ik het puurste heb zien vorm krijgen van wat de echte waarde is van de Belgische soldaat. Het
is daar ook dat ik bij onze jongens van twintig jaar, met hun soms onbehouwen uiterlijk, werkelijk
de hoogste morele kwaliteiten heb zien openbloeien. Ginder zijn ze onze landgenoten zonder onderscheid van taal, religie of klasse ter hulp gesneld en sommigen betaalden dit met hun leven.
Het gaat hier over waargebeurde feiten en het is zeer belangrijk dat we deze niet vergeten. In een
periode waarin egoïstische invloeden steeds maar toenemen en de grenzen van de menselijke waardigheid steeds maar verder wordt teruggedrongen is het hoopgevend te zien dat onze jeugd toch de
gepaste veerkracht kan etaleren. Die veerkracht zorgt er voor dat hun daden de hoogste regio’s van
menselijke waardigheid bereiken en dit onder de puurste vorm van edelmoedigheid. Dit alles toont
aan dat we in alle deugdzaamheid tot veel in staat zijn als we de draagkracht van onze opdracht maar
beseffen en volledig begrijpen.
23
Citadel van Namen, augustus 1959. Speedmars
16 km van het peloton «Recce» onder het bevel
van luitenant Lardin (L) en 1ste sergeantmajoor Delaet. (foto Delaet L.)
Ik draag dit ‘Vijftiende Detachement’
op aan allen over wie ik de eer had het
bevel te mogen voeren en die uit puur
idealisme en in alle nederigheid hun
taak hebben vervuld. Men mag hier
zelfs gerust zeggen: een soms ondankbare taak. Dit 6.000 kilometer van hun
vaderland verwijderd en afgezonderd
in volle brousse.
Ik betrek bij dit eerbetoon ook graag
de zustereenheden van het Regiment
Para-Commando die gedurende tien
jaren in Afrika gediend hebben. En met hen alle eenheden van het Belgische leger die zich, zij aan
zij met ons, vrijwillig aan het gevaar hebben blootgesteld en die onder alle omstandigheden eer
hebben gebracht aan de hoogste militaire tradities.
Dit ‘Vijftiende Detachement’ vertelt geen oorlogsfeiten. In feite zijn we nooit in oorlog geweest.
De gebeurtenissen die we na 30 juni 1960 hebben beleefd waren soms nogal tragisch. Omstandigheden plaatsten ons voor situaties waarin men niet mocht of kon aarzelen en waar niet zelden in
enkele minuten tijd beslist diende te worden. Jammer genoeg ging dit soms ook gepaard met dramatische gevolgen.
Ik wil u uitleggen op welke manier de soldaten onder mijn bevel in de tragiek anno 1960 betrokken en meegezogen raakten.
Dit werk bestaat uit twee delen. Het eerste deel gaat over de periode van september 1959 tot mei
1960 en beschrijft de aankomst en het verblijf van het 4 Bataljon Commando in Kitona.
Het tweede deel behandelt de periode van mei tot augustus 1960 en beschrijft onze tussenkomsten
in Rwanda en onze opdrachten in Congo na de Onafhankelijkheid van 30 juli 1960 voor welke we
werden opgeroepen om tussenbeide te komen.
Het ligt niet in mijn bedoeling om hier nog maar eens een overzicht te geven van de oorzaken en
de gebeurtenissen die Congo op zijn grondvesten deden daveren. Ik wil enkel die feiten beschrijven bij de welke het 4de Bataljon Commando zelf betrokken werd. Ik heb tevens de pretentie niet
om in dit relaas een algemeen oordeel te vellen over de Congolese politiek op zich. Toch kan ik
niet nalaten om uit de feiten en ervaringen die we daar persoonlijk hebben gezien en meegemaakt
de nodige besluiten te trekken. Hoewel mijn enige betrachting hier vooral ligt om u een correct
beeld te schetsen van de opdrachten die onze commando’s in zwart Afrika uitvoerden – of dit althans probeerden te doen – en deze aan de hand van enkele sprekende getuigenissen te staven. Deze door de uitvoerders zelf verwoorde testimoniums schetsen ons de moeilijkheden, de vreugdes
en de wilskracht die zich tijdens het constructieve aspect van de opleiding zelf manifesteerden.
Deze pagina’s beslaan vooreerst persoonlijke getuigenissen gekoppeld aan niet te miskennen historische gebeurtenissen waarvan men met stellige zekerheid kan aannemen dat deze serieus zullen
verdraaid worden.
Zoals ik hierboven al aanhaalde zijn een groot deel van de fragmenten die ik tussen mijn relaas
invoeg artikelen afkomstig uit ons eenheidsblaadje Bilulu. Deze periodiek die uitgegeven is ten
behoeve en door onze mannen, werd in november 1959 in Kitona uitgebracht en verscheen maandelijks tijdens de ganse periode van het verblijf van het 15de detachement in Afrika. Zelfs tijdens
de meest moeilijke uren hebben we ons de nodige inspanningen getroost om dit blad zonder onderbreking te laten verschijnen. Vooral omdat het voor de manschappen van ons bataljon het enige
en bruikbare orgaan was op een moment dat we verspreidt zaten over het hele grondgebied van
Rwanda, waar we onze opdrachten moesten uitvoeren. De oplage, in de begindagen niet meer dan
vijftig stuks, oversteeg toen we uit Afrika vertrokken de kaap van de vijfhonderd exemplaren. Dit
illustreert perfect de belangstelling die onze periodiek te beurt viel zowel binnen als buiten het
bataljon. Veel van onze soldaten stuurden het na lezing dan ook door naar België en zo ontvingen
24
Special Air Service
< Namen, 21 augustus 1959: mutsuitreiking. Links de S4 (hoofd van de logistiek) van het 2 de Commando, kapitein Bruggeman. (foto Delaet L.)
Citadel van Namen, augustus 1959. De uitreiking van de Groene Mutsen aan de nieuwe rekruten. (foto Ongenae E.)
INLEIDING
De oorsprong van het Regiment Para-Cdo.
In 1942 tijdens de Tweede Wereldoorlog, werden in Groot-Brittannië de twee eenheden opgericht die door hun samensmelting tien jaren later het Regiment Para-Commando zouden
vormen. De twee eenheden bestonden enerzijds uit een Troop Belgische Commando’s, die
onder het bevel stonden van reservekapitein Georges Danloy, en anderzijds uit een Squadron
Belgische SAS Parachutisten, onder bevel van reservekapitein Eduard Blondeel. Beiden eenheden evolueerden onafhankelijk van elkaar en ze doorliepen in de schoot van de grote Britse
zustereenheden een verschillende training. Ze vormden een elite-eenheid die volledig was
samengesteld uit soldaten van Belgische nationaliteit, soldaten die bulkten van enthousiasme
en die uitermate gebrand waren om ingezet te worden.
De Commando’s – een honderdtal ongeveer – onderscheiden zich in Italië en Joegoslavië en
tijdens de ontscheping in Walcheren, waarvoor ze drie vermeldingen verwierven.
De Para’s – ongeveer tweehonderd man sterk – volbrachten niet minder dan dertien SASopdrachten. Twee van die opdrachten werden uitgevoerd als verkenningseskadron. Eenmaal
de nieuwe eenheid versterkt werd met tweehonderd nieuwe vrijwilligers, gerekruteerd uit het
pas bevrijde België, werd het een Regimentscompagnie die zowel verkenningen uitvoerde,
als deelnam aan de eigenlijke gevechten. In minder dan een jaar tijd verwierven ze de volgende vermeldingen:
Normandië – België – Ardennen – Emden - Oldenburg
Na de oorlog hervormden beide eenheden zich tot twee verschillende bataljons, die vanaf
1949 zelf instonden voor de opleiding van (dienstplichtige) parachutisten en commando’s. In
1950 namen ze de training van de Korea-vrijwilligers op zich. Vele para’s en commando’s
hadden de eer om onder de vlag van de Verenigde Naties in dat verre land te dienen.
In 1952 beslistte het opperbevel van het Belgisch leger om de parachutisten- en commandoeenheden samen te brengen in één regiment. Van dan af was het Regiment Para-Commando een
feit en beschikte het buiten zijn Staf nog over twee bataljons: het Eerste Bataljon Parachutisten (1
Bon Para) en het Tweede Bataljon Commando (2 Bon Cdo) Verder had men nog het Opleidingscentrum voor Parachutisten (Trg C Para) en het Opleidingscentrum voor Commando’s (Trg C
Cdo) Vanaf 1954 werd de opleiding van de para’s en commando’s
25
eenvormig. De eenheden van het Regiment aanvaarden de belangrijke opdracht om detachementen
te leveren voor de Metropolitaanse Basis van Kamina in het toenmalige Belgisch- Congo.
Citadel van Namen: na de speedmars, volgt de miling… (foto
Delaet L.)
Een praktisch gevolg van de fusie van de para’s en de
commando’s was een completere opleiding en vorming. Alle manschappen dienden van dan af, met succes hun para- en commandobrevet te behalen, om
daarna hun diensttijd in Belgisch-Congo af te ronden
waar ze hun vaardigheden en technieken aanpasten
aan de uitzonderlijke omstandigheden tijdens hun verdere opleiding op Afrikaanse bodem. Ondertussen
was de Koreaanse oorlog beëindigd. In 1955 werd
beslist dat de detachementen die naar de Basis van Kamina werden gestuurd een nieuw bataljon
zouden vormen: het Derde Bataljon Para-Commando (3 Para-Cdo) Het Bataljon nam het vaandel,
de kenmerken en de tradities van het glorieuze Korea Bataljon over.
In principe moest elke dienstplichtige die bij het Regiment Para-Commando was ingedeeld tijdens
zijn diensttijd drie periodes met succes doorlopen.
De eerste periode bracht men door in één van onze twee bataljons in België: duur ongeveer 3 maanden. Daar werd de rekruut tot volwaardig soldaat omgevormd. Aan het einde van deze eerste
opleidingsfase en na zware testen werden hen tijdens een plechtigheid de mutsen uitgereikt:
groene muts voor de commando’s, wijnrode muts voor de para’s. De kandidaten-kaderleden
werkten hun opleiding af in de Schoolcompagnie in Marche-Les-Dames.
Tijdens de tweede fase doorliepen ze achtereenvolgens het CE Para en het CE Cdo.
In het CE Para in Schaffen kregen ze de opleiding van militair parachutist met volledige uitrusting. Een training die hen moest klaarstomen voor luchtlandingsopdrachten. Deze opleiding was
uiterst praktijkgericht en verliep onder toezicht van speciaal daarvoor opgeleide instructeurs en
onder uiterst veilige omstandigheden. Het parabrevet – de W ings – betekenden de bekroning na
negen sprongen.
In het CE Commando in Marche-Les-Dames werd men opgeleid om op de meest moeilijke terreinen ingezet te worden; men oefende zich in het overschrijden van hindernissen allerlei aard:
moerassen, rivieren en rotsen. Men leerde er de bijzondere technieken van het alpinisme en men
trainde zich in het gebruik van allerhande amfibie-technieken. Ook hier gebeurde dit onder leiding van daarvoor speciaal opgeleide instructeurs. Op het einde van deze periode, de Battle
School genaamd, werd men Para-Commando en droeg men het insigne dat men zijn commandobrevet had behaald op de linkermouw: de Dolk op zwarte driehoek.
Uiteindelijk, als derde en laatste periode, sloot de dienstplichtige zijn diensttijd af met een verblijf
van enkele maanden in Afrika. Dit stelde hem in staat om de verschillende aangeleerde technieken in de praktijk om te zetten en zich verder te ontwikkelen tot volwaardig elitesoldaat.
Dit is schematisch en beknopt de samenstelling, de organisatie en de opleiding die gold in het Regiment Para-Commando, anno 1959.
Het ontstaan van het 4 Bataljon CDO
In januari 1959 telde het Regiment Para-Commando dus drie bataljons: het 1 Bon Para, het 2 Bon
Cdo en het 3 Bon Para-Cdo. Een vierde bataljon zou zich – onder uitzonderlijke omstandigheden –
weldra gaan vormen onder omstandigheden, die waarschijnlijk vrij uniek waren in de analen van
het Belgische leger.
Op 4 januari 1959 barstte de opstand in Leopoldstad los. Het 2 Bon Commando, dat ingekwartierd was in Namen, werd gealarmeerd en in hoogste staat van paraatheid gebracht. Het alarm,
in volle nacht verstrekt, wekte de officieren in hun haardsteden en de soldaten die op de Citadel
zaten. Er bevond zich echter nog één compagnie, die bezig was met het afwerken van zijn paraopleiding, in Schaffen; en een tweede compagnie was op manoeuvre in de Ardennen. Elk van
hen haastten zich om hun garnizoen in Namen te vervoegen; sommigen
26
deden hiervoor zelfs een internationale trein stoppen! De eerste helft van het bataljon nam diezelfde namiddag nog het vliegtuig in Melsbroek. De rest kwam twee dagen later in Leopoldstad aan.
< Basis van Kamina: manschappen van het peloton
«Pipo» (15e Det), na het behalen van hun «Wings».
(foto Ongenae E.)
Om kort te zijn: het 2 Bon Commando [13de
Det.] bevond zich na 48 uur op Congolees
grondgebied. Op dat moment hield men al rekening met de nieuwe rekruten van het 2 Bon
Commando, die de komende maanden op de
Citadel van Namen moesten binnenkomen. Men
zou de commando’s die naar Afrika kwamen te
vertrekken [het 13de Det. dus] samenvoegen met
de nieuwe lichting die er nog moest aankomen.
Het [13de Det.] nieuwe bataljon zou eerst het 5
Bataljon Commando, dan het 6 Bataljon Commando en uiteindelijk als het 4 Bataljon Commando aangeduid worden. De kaderleden kwamen of gingen van Congo naar België. M.a.w.:
men ‘muteerde’ of ‘permuteerde’. Dit leidde tot
een volgend resultaat: het 2 Bon Commando
bleef in de Citadel van Namen gekazerneerd en het 4 Bon Commando zou weldra op de Basis van
Kitona (BAKI), Beneden-Kongo, zijn kwartieren opslaan. Terwijl het 3 Bon Para-Commando
(intussen wordt dit bataljon tot het 3 Bon Parachutisten omgedoopt) op de Basis van Kamina
(BAKA), Katanga, verbleef.
Tijdens hun geschiedenis hadden de paracommandobataljons wat organisatie en indeling betreft, verschillende types gekend voordat ze tot hun samenstelling kwamen die ze in 1959 hadden: in die periode ontstonden namelijk de typische «bataljons van het lichte type.» Deze eenheden bestonden uit drie compagnieën: een Stafcompagnie (Cie EMA / StafCie) en twee fuseliercompagnies (Cie Fus). Wat de StafCie betreft: deze beschikte buiten de Staf van het Bataljon en de Diensten, nog over drie gevechtspelotons: één peloton met gepantserde jeeps, één
peloton met mortieren en één peloton met stormpioniers («pipo’s»).
Onze eenheden waren praktisch de enigen waar zich geen taalproblemen voordeden. In principe was ieder bataljon samengesteld uit een Franstalige en een Nederlandstalige fuseliercompagnie. De StafCie zelf was tweetalig. Het kwam dikwijls voor dat soldaten van een bepaald
taalstelsel vroegen om over te gaan naar een compagnie van een ander taalstelsel, daar ze er
goede vrienden hadden of omdat ze zich wilden bekwamen in de andere taal. Nooit deed zich
daar enig taalprobleem voor. Dit bewees dat de aanwezigheid van onze beide landstalen geen
obstakel vormden om tot grootse resultaten te komen. Er mag dan ook gezegd worden dat onze eenheden een schoolvoorbeeld waren van nationale eenheid.
Zij van het 15e Detachement – 4 Bon Cdo .
Sinds 1954 leverden de twee bataljons die in België waren gestationeerd beurtelings een lichting dienstplichtigen (detachementen) voor het 3de Para-Cdo, dat op de Basis van Kamina was
ondergebracht. Ieder detachement ontving een nummer. De detachementen met even nummering leverden de Rode Mutsen, de oneven nummers groepeerden de Groene Mutsen.
2 Hier betreft het nog de manschappen van het 13de Detachement.
3 Hier gaat het dus wel degelijk over het 15de Detachement
4 Het 5 Commando was een reserve-eenheid: aankomst van de «rappellés» op de Citadel van Namen in de
nacht van 9 op 10 juli 1960. Op 12 juli ‘s namiddags bevinden de 477 manschappen van dit bataljon
«wederopgeroepenen» zich al in Kitona. De manschappen nemen deel aan verschillende operaties en blijven
in Afrika tot augustus 1960.
27
De duur van het verblijf van de verschillende detachementen in Afrika varieerde: de eerste detachementen verbleven er zes maanden. Naargelang de gebeurtenissen echter werd hun verblijf
verlengd.
«Zij van het Vijftiende Detachement» waren de dienstplichtigen die op 2 mei 1959 bij het 2 Bon
Cdo op de Citadel in Namen binnenkwamen. Het detachement dat hen vooraf ging [het 14de
Detachement] moest normaal in de maand september 1959 afgelost worden. Dit was de reden
dat onze soldaten van het «Vijftiende Detachement» – na een eerste uitzonderlijk korte opleiding van slechts vier maanden in België – moesten inschepen met bestemming Basis van Kitona. Terwijl voor hun verblijf in Afrika tien maanden waren voorzien, verbleven ze er praktisch
twaalf. Uiteraard lagen de tragische omstandigheden van juli ’60 aan de basis van deze uitzonderlijk lange overzeese periode. Het «Vijftiende Detachement» was dan ook het eerste detachement dat gedurende een vol jaar overzeese dienst deed, zonder enige vorm van verlof. Het was
ook het enige bataljon dat er gedurende het hele droge seizoen verbleef, onder de helse klimatologische omstandigheden die heersten in Beneden-Kongo. Het was tevens het eerste bataljon
dat zulk een zware tol aan mensenlevens heeft betaald. Niet alleen verloor het manschappen
tijdens operaties, maar eveneens door tegenslagen. Vijf van onze soldaten mochten dan ook de
vreugde van de terugkeer naar België niet meer beleven…
Inplanting van de Basis Kitona (B) in Beneden-Congo.
28
HOOFDSTUK I
AANKOMST VAN HET VIJFTIENDE DETACHEMENT IN KITONA.
DE BASIS VAN KITONA.
14 september 1959 : vertrek van de Stafcompagnie vanop Melsbroek (foto Ongenae E.)
Op 5 september 1959 zetten de eerste soldaten van het Vijftiende Detachement voet op Congolese
bodem. Dit is het relaas, dat één onder hen hierover schreef:
(…) We waren met een zestigtal manschappen in de eerste DC6 die de eerste elementen van het
«Vijftiende Detachement» naar de Basis van Kitona overbrachten. Onze reis werd steeds boeiender. Tussenlanding in Tripoli en een eerste kennismaking met de Afrikaanse temperaturen: meer
dan 30°. Daarop volgt een eindeloos lijkende vlucht over de woestijn.
Tussenlanding in Kano (Nigeria); nog warmer dan in Tripoli. Daar hadden we de indruk op een
gloeiend hete plaat te lopen. Uiteindelijk kwamen we aan in Leo, na een vlucht op geringe hoogte
boven de Congostroom.
In Leo verlaten we de comfortabele DC6 om in een oude C119 plaats te nemen. Bestemming nu
is de Basis van Kitona. Gelukkig was dit traject minder lang dan het vorige dat we net achter de
rug hadden: anderhalf uur vlucht. Vertrokken om 14:00u in Melsbroek op 4 september, ontschepen we in Moanda in de vroege namiddag van 5 september. Moanda is een klein vliegveldje aan
de kust van de Atlantische Oceaan gelegen, in Beneden-Congo. Dit vliegveld verzorgt de dienst
voor de hele kuststreek. Drie keer per week brengt een DC3 met een geregelde vlucht, hier de post
over vanuit Leopoldstad. De weinige kilometers kust, de enige die Congo rijk is, was zeer geliefd
bij de kolonialen uit Leopoldstad die op zoek waren naar wat frisse zeelucht. Deze regio werd
door hen dan ook druk bezocht.
Een prachtig hotel: «Le Mangrove», strekt zijn magnifieke tuinen uit tot aan de kliffen die een
dertigtal meter boven zee uitsteken. Vanuit dit enig mooie uitzicht kan men in de verte, in een
bundel van schuim, het Portugese punt van Angola waarnemen: «Sint Antonio van Zaïre».
Op enkele kilometers van Moanda bevindt zich de haven van Banana, de eerste Congolese haven
op de monding van de Congostroom. De Marinehaven van Banana werd hier in 1952 aangelegd,
6 Leopoldstad, nu Kinshasa
29
Voor wat de Basis van Kitona (BAKI) betreft: deze was gebouwd op een reusachtig plateau dat op
12 km van de kust was gelegen. Het traject per vrachtwagen van Moanda naar Kitona bracht ons
voor de eerste maal in contact met de ‘verbluffende’ wegen van Beneden-Congo: pistes van rood
stof, overal bezaaid met de onvermijdelijk putten. Deze eerste confrontatie met de Congolese pistes waren dan ook bijna even vermoeiend als onze hele vlucht die we net achter de rug hadden!
Nochtans ontvangt BAKI ons met open armen. Rondom ons verdringen zich officieren, onderofficieren en commando’s. Allen met een stralende glimlach: we komen hen aflossen en dit heuglijke vooruitzicht stemt hen tot vreugde; ze zullen naar het land terug keren dat ze in januari hadden verlaten, na een verblijf van 8 maanden hier. Een snelle rondrit op de Basis maakt ons vertrouwd met de voornaamste wegen en met de gebouwen waarin wij gedurende verschillende
maanden zullen verblijven.
Intussen is het nu bijna drie weken geleden dat we zijn aangekomen op Congolese bodem. We
zijn nu al enigszins vertrouwd geraakt met de Basis, met zijn grijze hemel ook – nogal teleurstellend trouwens voor hen die er een eeuwig blauwe lucht verwachtten - met zijn kleurrijke tropische bloemen in prachtig aangelegde parken en met zijn inlanders. Iedere dag moesten we met
tientallen onder hen omgaan: werknemers op de Basis, of chauffeurs, of keukenpersoneel, boys,
etc.… Ze zijn nogal sympathiek, op het kinderlijke af, getooid met een glimlach tot achter de
oren.
Wij zijn hier uit België aangekomen om een termijn te doen van een tiental maanden en hebben
absoluut nog geen ‘koloniale ingesteldheid’. Onze eerste reflex is er één om de zwartjes te beklagen: ze leven karig, eten weinig en trekken, bij het zien van ons uurwerk, sigarettenaansteker of
jeep, ogen zo groot als biljartballen. Onze op westerse leest geschoeide opvoeding doet ons verwonderd opkijken als we vaststellen dat de zwarte niet over hetzelfde comfort lijkt te beschikken
als wij, Europeanen. We voelen dan ook gemakkelijk een zweem van medelijden voor deze ‘arme
zwartjes’ bij ons opkomen. En als puntje bij paaltje komt: waarom zouden we hen van tijd tot tijd
niet eens een matabiche geven? Ondanks het feit dat de anciens ons hadden gewaarschuwd. «…
Hoedt u…» hadden ze gezegd…, «…de simpele geest van de zwarten begrijpt niet waarom u
hem vandaag iets geeft omdat hij uw schoenen goed heeft gepoetst en hij morgen niets krijgt, hoewel uw schoenen even goed zijn gepoetst…»
Ondanks al deze raadgevingen zijn we in die begindagen nogal
sceptisch en we beoordelen we de anciens zo een beetje als harde
kolonialen…
BAKI is een mooie Basis en in de komende weken zullen we deze
nog beter leren kennen (…)
C-119 «Flying Boxcar», tot begin de jaren zeventig van vorige eeuw, het werkpaard van de «15 de Wing» (foto DeLaet L.)
Na verkenningen en voorbereidende werken die in 1952 begonnen, kregen de eerste constructies op
de Basis vanaf 1954 hun volledige afwerking. Deze verzameling gebouwen vormden in principe een
lucht- en landmacht basis in Kitona (BAKI), waar wij dus ingekwartierd zijn en verder nog een Marinebasis in Banana met een depot in Boma die onder de bescherming valt van de Basis Bas-Congo
(BACO)
BAKI groepeert alle technische installaties en werkplaatsen die nodig zijn voor het onderhoud van
het materieel en voor de voorzieningen van het Belgische en het Congolese personeel: genie, QM,
ordonnans, TTR, medische diensten, etc. Een complete verzameling van ateliers allerlei aard dus:
algemene diensten voor waterbedeling, elektriciteit, vervoer, etc., imposante keukeninstallaties, frigo’s, etc.… De Basis beschikt verder over een riante cité. Deze bestaat uit een honderdtal villa’s,
bestemt voor de permanente en gehuwde militairen (BAKIVILLE). Verder zijn daar kwartieren die
plaats bieden aan een bataljon Para-Commando’s en uiteraard ook een transitkamp voor eenheden
op doortocht. Dan hebben we nog de mess in verschillende gebouwen, kantines, een grote cinemazaal die weldra zal afgewerkt zijn, sportinstallaties met zwembad en trainingsaccommodaties. En
last but not least: een compleet nieuw hospitaal met 150 bedden, leslokalen voor de kinderen van de
Belgische militairen en ook voor de Congolese kinderen, een mooie kerk, etc. Al deze gebouwen
zijn nieuw en uiterst modern. 7 Fooi of drinkgeld.
30
Terug naar de Belgische Frank ….
We werken nu al ruim tien jaar met
de Euro, maar toch zijn velen nog
steeds geneigd om de bedragen om
te zetten naar de Belgische frank
van weleer. Eigenlijk nog zo’n
slecht idee niet, al was het maar om
even te vergelijken en te mijmeren
over die “ goede oude tijd “.
Immers , van zodra we aan € 1000
komen, moeten we zeker de omzetting doen om te kunnen verwijzen
naar het nostalgisch vroeger.
Volgende vaststellingen bevatten
enkele bedragen in Belgische franken.

Wie zou ooit gedacht hebben dat één pintje drinken op café ons 100 tot 150 frank zou kosten?
Totaal onmogelijk: in deze omstandigheden zouden we zelfs het café niet binnengestapt zijn!

Kunnen we ons voorstellen dat we 160 tot 200 frank betalen voor een belegde sandwich of
500 tot 600 frank voor een gewone dagschotel in een “ goedkoop” restaurant.
‘s Avonds mag je in een ietwat gedistingeerd eethuis 4000 tot 6000 frank neertellen voor een
menuutje van drie gangen, gevolgd door een klein dessert met een “ koffie van het huis” waar
we begonnen met een aperitief. Zelfs bij de “ de Chinees “ moet je met geen klein geld voor de
dag komen.
En dan hebben we het nog niet over het restaurant van één of andere Tv-kok, zorg er maar
voor dat je een groen bankbiljet op zak hebt!
Gelukkig zijn er nog onze wereldbekende “frietkoten”, maar die prijs kun je niet als vergelijk
baar beschouwen.

Het is nu heel normaal dat je bij de kapper minstens 400 frank betaald zelfs wanneer de glimmende vorm van je schedel aan duidelijkheid niets verbergt. En dan spreken we nog niet over
onze dames die wekelijks de moed hebben toch 2000 frank en meer op te offeren.

Stel je voor dat je voor dochter of zoon nu 12000 frank op tafel legt als huur voor een kot aan
een universiteit of Hogeschool. En wat zijn de voorwaarden? Verwarming en elektriciteit inbegrepen?

En ondertussen heb je 40000 frank nodig om je mazouttank even bij te vullen terwijl in die van
je wagen ook 3000 frank hoort inlopen. En
toch kun je een tiental duizenden franken besparen door de juiste stroomleverancier te kiezen.

Met enkele 10000 franken koop je nu nog juist
geen emirachtige sportwagen, doch een moda
le familiewagen.

Voor een huisje moet een jong koppel 8 à 12
miljoen neertellen, als je al krediet krijgt bij de
bank.

Wie zou ooit gedacht hebben dat je destijds
met een maandloon van 40000 tot 50000 frank
zou doorgaan voor een arme drommel?
En toch zijn we nu blijkbaar rijk en voelen we, althans volgens de regering, zeer weinig van de crisis
om ons heen.
Ronny Mertens
31
DIVERSEN
LIDGELD 2014
Het jaar is alweer meer dan drie maanden verder en voor hen die hun lidgeld nog niet
betaald hebben wordt het dus de hoogste tijd. Zij die dit nog niet in orde hebben gebracht
vinden in dit tijdschrift dan ook een overschrijvingsformulier.
We zullen voor hen die het zijn vergeten nog eens toelichten wat U mag/moet betalen voor
uw lidmaatschap 2014.
Mogelijkheid A: U wenst lid te worden/blijven van onze vriendenkring zonder lid te zijn
van ANPCV, dan betaald U jaarlijks € 10.
Mogelijkheid B: U wenst lid te worden/blijven van onze vriendenkring en ook lid van
ANPCV dan betaald U jaarlijks € 20.
U dient dit bedrag te betalen tegen uiterlijk 30 A PRIL 2014 anders zal dit tijdschrift het
laatste zijn dat U ontvangt.
VRIENDENKRING 3 PARA
Fortis Bankrekening: 001– 3182607 - 16
IBAN: BE 72 0013 1826 0716
OPENING VAN ONS LOKAAL
Nog steeds is iedere veertien dagen op zondagochtend ons lokaal te Tielen geopend van
10:00 tot 13:00 uur.
April 6—20, Mei 4 - 18, Juni 1 - 15 - 29, Juli 13 - 27, Augustus 10 - 24, September 7 - 21,
Oktober 5 - 19, November 2 - 16 - 30, December 14 - 28.
EVENEMENTEN








Zaterdag 3 mei Her denkingsplechtigheid 1944—2014 70 jaar oprichting Belgian
SAS Squadron voor alle gesneuvelden S.A.S. Parachutisten en Para-Commando’s in
humanitaire opdrachten. Deze herdenking zal plaatsvinden St. Janskerkhof te Kortrijk, aanvang om 11:00 uur. Wie wil meegaan inschrijving via secretaris.
Donderdag 8 mei Klimdag te Bouillion, inschr ijving via secr etar is
Zaterdag 17 mei uitstap naar Br eendonk - Dossin Kazerne te Mechelen. Meer info
op pagina 39.
Vrijdag 27 juni J obdag in Kazer ne 3Bn Par a te Tielen (onder voor behoud).
Zaterdag 6 september Opendeur dag in Kazer ne 3Bn Par a te Tielen (onder voorbehoud).
Zaterdag 27 september vier ing van 70ste ver jaar dag bevr ijding Wer eldoor log II
van Turnhout, Kasterlee en Geel Ten Aard. Latere info volgt nog.
Woensdag 8 oktober vier ing van 50ste Afr ika Her denking met uiteenzetting
door Kolonel Quinten.
Donderdag 9 oktober Kor ea Memor ial Day te Tielen.
32
De Vriendenkring in de 21ste eeuw
Achter de schermen wordt er hard gewerkt aan een heuse website voor de vriendenkring.
We hebben het wat stil gehouden, om ons geen tijdsdruk op te leggen (groot probleem voor
gepensioneerden). De constructie staat nog in de steigers, maar is bijna bruikbaar.
Wij (Robert De Trogh en Ronny Mertens) hebben het idee gelanceerd om een eigen website te maken met alle mogelijk nieuws op van het Bataljon, ANPCV, foto’s en filmarchief,
archief edenblad, ledenbestand, activiteiten, enz……..
Als jullie dit lezen zijn we normaal al een heel eind opgeschoten en zijn volop bezig aan de
invulling van onze web-site. Wij mogen zeker en vast niet vergeten Roel te bedanken voor
het schitterend ontwerp van de website.
Wij rekenen uiteraard ook op de medewerking van onze leden om al wat belangrijk of interessant kan zijn voor deze site kenbaar te maken.
Dus vanaf nu kunnen jullie inloggen op www.vriendenkring3para-regionaletielen.be om
een eerste kennismaking met de site. Houd er rekening mee dat de site nog in ontwikkeling
is en volop wordt aangevuld waar en wanneer mogelijk.
Laat zoveel als mogelijk weten wat jullie mening is, wat en waar moet het anders of beter,
wat had je graag op de site, kortom, werk zoveel als mogelijk mee aan jullie eigen site.
Hopelijk zijn jullie tevreden over dit initiatief en kan het alleen maar bijdrage tot een betere
nieuwsverspreiding naar de leden toe.
De Webmasters Robert De Trogh - Ronny Mertens
Jos Verholen bij zijn laatste kasverslag en Louis Vandromme tijdens de algemene vergadering van januari 2013
33
Voorwoord busreis 2014
Beste Vrienden(innen)
Laat ons even overlopen waar we de laatste jaren naartoe geweest zijn, in 2010 bezochten
we de KMS en het Legermuseum, 2011 ging de reis naar Arnhem met een fronttoer en bezoek aan het Airborne museum, in 2012 naar de Westhoek met een fronttoer en bezoek aan
het museum van Zonnebeke en deelname aan de Last Post, vorig jaar naar Overloon, zowat
het grootste legermuseum in de Lage Landen.
Dit jaar hebben we gekozen om een bezoek te brengen aan Breendonk en de Dossin Kazerne te Mechelen, een rondvraag leerde dat er weinig mensen deze twee belangrijke plaatsen
in onze streek reeds bezocht hebben. We gaan dus deze leemte opvullen.
De VrKr draagt financieel een groot deel bij. Ongeveer per persoon zal een derde van de
kostprijs door onze clubkas gedragen worden, we hopen dat dit gewaardeerd wordt door een
talrijke deelname.
Pol Ooms
Binnenkoer van Fort van Breendonk
Ingang oude Dossin-kazerne
Zicht op slaapplaats in Fort van Breendonk
Enkele van de zovelen gedeporteerden uit
de Dossin-kazerne
34
UITSTAP BREENDONK - DOSSIN
Onze jaarlijkse uitstap is dit jaar gepland naar het Fort van Breendonk en de vernieuwde
Dossin Kazerne te Mechelen.
Het Fort: Het For t van Br eendonk is een ontroer end en
sprekend bewijs van de gruwel van het nazisme in België.
Het voormalige transit– en werkkamp is één van de best bewaarde kampen in Europa. Het toont je de werf waar gevangen dwangarbeid moesten verrichten, de folterkamer, de executieplaats, de gevangenenkamers…. Originele getuigenissen
van oud-gevangen, films, foto’s en audiogidsen begeleiden je
tijdens je bezoek.
Zo wordt je ondergedompeld in het leven van de gedetineerden: een leven in de greep van de S.S. Museumzalen tonen
Breendonk als radertje in de terreurmachine van de nazi’s en een portrettengalerij van 20
gevangen.
Holocaust: Kazer ne Dossin, dat is een bijzondere plaats van herinnering voor de Holocaust in
België. Meer dan 25.000 Joden en Zigeuners werden hier samengebracht, op de trein gezet en weggevoerd naar Auschwitz-Birkenau. Minder dan 5
procent overleefde. Een indrukwekkend museum geeft deze vergeten massa opnieuw een
gezicht en brengt vergeten verhalen weer tot leven. Een bezoek dat ontroert, ontstelt en doet
nadenken. Het gloednieuwe museumgebouw is een ontwerp van toparchitect Bob Van
Reeth. In de kazerne zelf kan je nog een bezoek brengen aan het Memoriaal, een ingetogen
herdenkingsruimte voor de vele slachtoffers.
Programma en kostprijs voor deelname op ZATERDAG 17 MEI 2014










08:00 uur: Samenkomst aan hindernissenpiste te Tielen
08:20 uur: Vertrek met autobus naar Fort van Breendonk
09:30 uur: Bezoek met gidsen in Fort van Breendonk
11:30 uur: Vertrek naar Dossin Kazerne te Mechelen
12:00 uur: Middagmaal in Dossin Kazerne met keuze tussen Mechelse koekoek (een
kieken dus) met Carolussaus en krielaardappelen OF Schartongrolletjes met
duglérésaus en gekookte krieltjes.
14:00 uur: Rondleiding Dossin Kazerne met gidsen
16:00 uur: Nog iets drinken ‘één of …. in kantine Dossin
17:00 uur: Vertrek naar Tielen
18:00 uur: Aankomst te Tielen en afscheidsdrink in ons lokaal
19:00 uur: Moe maar tevreden naar huis …………
Wie wil deelnemen aan deze uitstap moet zich inschrijven via storting van € 30 per persoon
en dit UITERLIJK tegen 25 APRIL op ons gekend rekeningnummer met mededeling:
Deelname uitstap, …… X kip OF vis. U krijgt dus voor deze prijs busreis heen - terug, inkom met gidsen in beide musea, eetmaal in Dossin Kazerne, twee drankjes en als afsluiter
gratis drank van 18:00—19:00 uur in ons lokaal.
Namens bestuur Vriendenkring 3 Para
Ronny Mertens, Penningmeester
35
Ons bezoek aan Breendonk en Dossin
Ik wil even dieper ingaan op wat wij gaan bezoeken, hoe dit tot stand is gekomen en wat er zich verder heeft
afgespeeld tijdens de oorlog vanaf mei 1940.
De Holocaust in België – Dossin-kazerne
Verdeel en Heers
De Duitse invasie van mei 1940 brengt de Endlösung ook naar België en naar Antwrpen. Op basis
van het werk van Eprham Schimdt, de verzameling documenten van Serge Klarsfeld en Maxim
Steinberg, Die Endlosung von der Judenfrage in Belgien en vooral van de studie van Stenberg Lotoile et le fusil hebben we een goed idee hoe ze de joden in ons land hebben vervolgd.
Vanaf het begin maakt de Duitse bezetter handig gebruik van de verschillen binnen de joodse gemeenschap zelf. Ze vaardigen verschillende wetten en verordeningen uit voor joden die gedoopt en
niet-gedoopt zijn. Ze maken een onderscheid tussen joden die al dan niet met een niet-joodse partner
zijn gehuwd. Ze maken vooral onderscheid tussen joden van Belgische nationaliteit en vreemde joden (vluchtelingen, recente immigranten). Dat plaats zowel de katholieke kerk als de vertegenwoordigers van de Belgische administratie voor moeilijke keuzen: moeten ze de relatieve bescherming
die hun joden (bekeerlingen, Belgische staatsburgers) genoten in gevaar brengen uit naam van de
solidariteit met alle vervolgden? Kunnen ze niet tenminste een deel van de mensen redden? Mogen
ze de bezetter zodanig irriteren dat ook niet-joden erdoor bedreigd worden?
Jij bent beter dan hij !
Door die verschillende manieren om mensen te behandelen, wekken de Duitsers de indruk dat ze
hier maar een selectieve vervolging inzetten. Bij de groepen die niet onmiddellijk of voorlopig minder bedreigd zijn, blijft de hoop leven: Ons zullen ze sparen!! Achteraf weten we dat het de bedoeling was alle joden uit België te deporteren en uit te roeien. Tussen december 1941 en juli 1944 is
dat niet zo duidelijk. De Duitse propaganda maakte een merkwaardig en macaber onderscheid. Er
zijn serieuze straffen, daarnaast is r naar het concentratiekamp verhuizen. Dat is gewoon een verzamelplaats en een werkkamp. Zo krijg je de indruk dat het beter was je voor dat werkkamp te melden
om erger te voorkomen.
Help ons !
Uit de documenten van de SS en de Sicherheitsdienst leer je dat de bezetter zich ergert aan de slappe
houding van niet-joodse bevolking die de joden probeert te beschermen. Duizenden joodse kinderen
en volwassenen verbergen ze in privé-huizen, kloosters, scholen en weeshuizen. Op 31 januari 1942
zendt SS-Sturmbannfuhrer Ehlers een bericht naar Berlijn. Das Judentum in Belgien is een document van 56 bladzijden. Een merkwaardig getuigenis. Het geeft kort overzicht van de geschiedenis
van de joodse gemeenschap in de Nederlanden, het analyseert de verhoudingen tussen de joden en
de twee machtsgroepen, kerk en loge. Ehlers tilt zwaar aan het incident met de St. Louis. Dat schip
met joodse vluchtelingen krijgt tenslotte toegang tot Antwerpen. Dat is slechts een voorbeeld voor
Frankrijk, Engeland en Holland die nu ook meer vluchtelingen opnemen.
Verder noteert Ehlers: Je moet in België voorzichtig te werk gaan, als je niet de meerderheid van de
bevolking tegen je wil krijgen. Ehlers overdrijft de jodenvriendelijkheid van de Belgische bevolking
om de trage gang van zaken in zijn departement te verontschuldigen. Toch is het een bijzonder vleiende getuigenis uit onverwachte hoe. Een concreet voorbeeld?De aarzeling om de gele jodenster in
België verplicht te maken. Daarmee wachten ze tot 15 maart 1942. Ze zijn bang voor een beweging
van medelijden die onder de bevolking zou kunnen ontstaan. Vanaf 15 maart 1942 dringt Berlijn aan
om de Endlosung te bespoedigen: We hebben al meer dan genoeg tijd verloren.
Zeker vanaf december 1942 geven illegale publicaties van onder meer het O.F, het Onafhankelijk
Arbeidsfront gedetailleerde beschrijvingen van de werkelijke toestand in de arbeidskampen. Elke
dag zijn er berichten van de BBC over de vooruitgang van de geallieerde legers, over de concentratiekampen in Duitsland, enz…….
36
Naar de Dossin-kazerne
Als gevolg daarvan wordt het altijd moeilijker om de joden vrijwillig naar de Dossin-kazerne in Mechelen te lokken. Ze moeten razzia’s en huiszoekingen organiseren. Dat doen de leden van de Duitse
SS en Gestapo met de actieve medewerking van de Algemene SS Vlaanderen.
De samenstelling van de transporten dragen ze bij voorkeur op aan de Judenrat. De Duitsers hebben
die “ Joodse Raad” opgericht. Zijn opdracht?
De joodse emigratie regelen, het onderwijs (de joodse kinderen verbannen ze uit officiële scholen),
sociale hulpdiensten organiseren, de Umsiedlung naar de joodse verzamelgebieden in Oost-Europa
regelen.
OPROEPINGSBRIEF
Als voorbeeld de vertaling van een oproepingsbevel afgeleverd door de Judenrat in opdracht van de
SS.
Brussel, 6 mei 1943
Oproepingsbevel tot arbeid Nr. 5687, meneer David Aardman, geboren 17-2-1922 wonende Antwerpen, Grote Hondstraat 32 moet zich op woensdag 12 augustus, voor 12 uur aanmelden in het verzamelingskamp Mechelen, Dossin-Kazerne, Lierschesteenweg.
Mee te brengen:
Eten voor 14 dagen (alleen eten dat niet kan bederven zoals bv. Peulvruchten, meel, enz..)
1 paar stevige werkschoenen, 2 paar sokken, 2 hemden, 2 onderbroeken, 1 werkpak of werkjurk,
2 wollen dekens, 2 bed overtrekken, eetschaaltje, drinkbeker, 1 lepel, 1 pullover
Levensmiddelen- en klederkaarten, identiteitskaart en andere papieren.
Voor de rest moet U zich onvoorwaardelijk schikken naar de instructies van de Vereniging van de
Joden in België. Het wordt U uitdrukkelijk verboden bezwaren tegen dat bevel in te dienen bij om
het even welke Belgische of Duitse overheidsinstantie of individuen. Mogelijke bezwaren kunt U in
het verzamelkamp voorleggen. Als U zich niet op de voorgeschreven tijd in het verzamelkamp meldt,
volgt daarop Uw aanhouding en verzending naar een concentratiekamp in Duitsland en het verbeurd verklaren van al Uw bezittingen. Dit oproepingbevel moet U afgeven bij de aankomst in het
verzamelkamp.
In opdracht Get. Ehlers
Op dat ogenblik is David Aardman al in de Dossin-kazerne, maar dit bevel maakt alles administratief in orde.
Velen zijn geroepen, weinigen zijn (terug)gekomen. Hoeveel joden zijn er in Antwerpen geweest? In
1939 waren er 45000, de duizenden vluchtelingen op doorreis niet meegerekend. Er waren 42000
joodse mensen in het Belgische jodenregister ingeschreven. Van die 42000 hebben ze er tussen 4
augustus 1942 en 31 juli 1944 25631 via het Sammellager Mechelen (de Dossin-kazerne) gedeporteerd.
Sommigen kunnen onderduiken. Velen vluchten naar
Frankrijk, ze ondergingen hetzelfde lot. Tussen 4 augustus 1942 en 31 juli 1944, dus vlak voor de bevrijding,
zijn 26 konvooien vanuit de Dossin-kazerne in Mechelen vertrokken. Bestemming: Vittel, Buchenwald, Ravensbruck, 18 ervan gaan direct naar Auschwitz en Birkenau. Het gaat om 10591 mannen, 10282 vouwen en
4758 kinderen of 25631 van de 42000 ingeschreven joden.
Er zijn er maar 1244 van teruggekeerd. Nog geen vijf
procent heeft de concentratiekampen overleefd. Die
“gelukkigen“ zijn na hun terugkeer lichamelijk en geestelijk kapot. De meesten moeten ze jarenlang geneeskundig verzorgen. Meestal zonder veel resultaat.
37
Breendonk
Het Kamp
Samen met Auschwitz en Therensiënstadt is Breendonk het best bewaard gebleven naziconcentratiekamp. Hiervan is onder meer de oorzaak dat het hier om stenen gebouwen gaat. Breendonk is het
enige kamp dat intact is gebleven in West-Europa. De SS had dadelijk begrepen dat het fort nuttig
gebruikt kon worden. Ze besloot er een “Auffangsslager” in te richten, een soort opvangkamp dat
gevangen voorlopig moest onderbrengen in afwachting van hun transport naar gevangenissen of
echte concentratie kampen. De officiële Duitse benaming is dan ook “Auffangslager” en niet
“Konzentrationslager”.
Aanvankelijk was het regime streng maar niet ondraaglijk. De eerste “hechtelingen” – oktober 1940
waren het er reeds 52- werden aan het werk gezet. De bedoeling was circa 300000 kubieke meter
grond af te graven, waaronder het eigenlijke fort was weggeborgen. Dit geschiedde uitsluitend met
handenarbeid zonder mechanische hulpmiddelen.
Zo ontstonden er grote binnenplaatsen en de grond werd gebruikt om langs de binnenzijde van de
gracht die het fort volledig omringt, een hoge berm te vormen die het fort volledig aan het zicht van
de buitenstaanders moet onttrekken. De gevangenen verbleven in betonnen kazematten. De ventilatie was onvoldoende en koud. Er waren lokalen waar iedere morgen grote waterplassen op de vloer
lagen.
De muren waren beschimmeld en er hingen stalactieten aan het plafond.
De handdoeken die in het begin iedere zaterdag werden uitgedeeld konden nooit helemaal drogen,
zelfs niet als de kachel brandde. Het toilet bestond uit twee emmers, die ook gebruikt werden om
schoon te maken en om kolen te halen. In 1940 en begin 1941 was het “verboten” om ziek te zijn.
Breendonk had zoals de grote concentratiekampen zijn donkere cellen, zijn bunker, zijn folterzaal.
Commandanten
Erich Adler was de eerste Zugführer die ervoor moest zorgen dat de gevangenen meteen begrepen
wat “nieuwe orde” – “ Duitse discipline” betekenden. Waar in de ander kampen de bewakers bijna
uitsluitend SS-mannen waren, stond in Breendonk een compagnie Wehrmacht-soldaten voor de bewaking in. Later, in september 1941 kwamen Belgische SS-mannen het kleine Duitse SS-garnizoen
aanvullen. Vanaf dat moment verscherpte het regime van ongelooflijk hard naar onmenselijk.
Zo beste leden, ik heb getracht een beeld te scheppen van wat er ons te wachten staat zonder natuurlijk al teveel in detail te treden, dat is uiteraard de bedoeling van de gidsen.
Dit verhaal is nog niet ten einde en gaat verder door tot de concentratiekampen van Auschwitz en
Birkenau.
In ons volgende tijdschrift zal er zeker een vervolg komen op dit verhaal.
Ronny Mertens
38
Om af te sluiten iets plezant
Voor als je eens tijd over hebt en niet weet wat doen!
Hoe leer ik gemakkelijk ‘ANTWAARPS‘
De truc in deze
wereldtaal is eigenlijk gewoon: een hele zin herleiden tot 1 woord:
Het is nu jullie beurt - Tizonnolle
Ik heb je er nog voor gewaarschuwd - Kemmetoenogzoegezei
Hij kon er niets aan doen - A kosterniondoeng
Ze heeft het niet goed verwerkt - Zissernichoefan
Hij zei het immers ook - A zeigetoemmesoek
Dat had je niet gedacht he? - Dadoddenichedochtei
Ze hebben u in de maling genomen - Zemmenoeligge
Ze was het moe - Zewieretbeu
Hij neemt alles mee - A schaardallesmej?
Het is er echt aan te zien - Geziegeterbegoton
Hij praat nonsens - Azeiwerriswa
Hij kon er niet op komen - A kwammerniejoep
Dat is zeer goedkoop - Dasbekaanstverniet
Hij heeft in de gaten - A jeigeteur
Een klaploper - Nenapsjaar
Je moest eens weten - Gemoestetbegotisweete
Het is haar dagje niet - Zeigetnogalissitte
Een ruitjeshemd - Eukarowem
Kan ik u ergens mee van dienst zijn? - Kannekoewellepe?
Heb je het door? - Eddetindemot?
Wat had je zoal graag gehad? - Wamoetemme?
Wat heeft hij gezegd? - Wasseitem?
Wat doet hij nu weer? - Watoetemnawer?
Wat sta je daar nu te kijken? - Oestodderna?
Edetverstoan?
39
Wie slaapt waar en vooral, waar is onze (mannen) plaats in bed?
40
WIJ HETEN VAN HARTE WELKOM
Vandevelde Eric
Uit
Mol
Paradis Thieu
Uit
Lille
Nelissen Ghislain
Uit
Diepenbeek
Dieudonné Julien
Uit
Grobbendonk
Conard Cederick
Uit
Leopoldsburg
Willems Ria
Uit
Rijkevorsel
FOTO OP SCHUTBLAD
Bloemenhulde aan Menenpoort te Ieper naar aanleiding van de grensoverschrijdende activiteiten ingericht door Regionale van Menen.