1 RIJNMONDNIEUWS 350

RIJNMONDNIEUWS 350
Sleeptransporten en scheepsbewegingen
We pakken de draad weer op 16 februari als de Bremen Fighter vanuit Scheveningen naar zee vertrekt voor
een rig-move met het booreiland Noble Linda Bossler. Hiervoor werden ook de Brent en Multratug 20 gecharterd. Eind van de middag arriveerde de Opal vanuit Schotland (Buckie, noord Schotland), waar ze enige maanden als bewakingsvaartuig bij onderzoekswerkzaamheden actief was. In de avond arriveerde nog de Westsund
met sleep uit Brunsbuttel. Op 17 februari vertrok de Dutch Pioneer met de onderlossers DD512 en DD517 vanuit Dordrecht naar Deauville (noord Frankrijk). Rond dezelfde tijd vertrok ook de Louise Van Der Wees vanuit
Dordrecht naar Deauville met de 44 meter lange dieplepel Obelix van aannemer de Klerk. Op 18 februari keerde de M.P.R. 3 vanaf de Noordzee terug in Schiedam. In de ochtend van 18 februari vertrok de Westsund vanuit de Eemhaven naar Cuxhaven met de kabelponton SB 7020, stuurboot op de rivier was de Marshal. Laat in
de avond arriveerde in de 1e Werkhaven vanuit Den Helder de nieuwe multipurpose werkboot Coastal Chariot
van ACTA Marine. Op 19 februari, in de vroege ochtend, arriveerde de GPS Napia (ex Napia) met de Panamese
hopper Paul (535 brt.) in Ridderkerk. In de middag vertrok de Bommel vanuit de Drechtstreek naar IJmuiden.
Kort hierna arriveerde de Hunter met baggermaterieel bestemd voor Sliedrecht, ze had de bakken B44 en B45
op sleeptouw en kwam vanuit de Oostzee via Brunsbuttel naar Rotterdam. Rond dezelfde tijd vertrok de GPS
Napia weer naar haar thuisbasis Chatham in Engeland.
Op 18 februari kreeg de uitgaande coaster Altamar een ‘black-out’ ter hoogte van Rozenburg, ze liep uit het
roer en liet het anker vallen in afwachting sleepboothulp. De ZP Chalone en Limburgia sleepten haar naar de
Waalhaven. In de ochtend van 20 februari keerde de MTS Victory terug in Rotterdam. Ze was een aantal dagen
eerder vanuit Rotterdam naar Velzen gevaren om daar het vrachtschip Marlene op te halen. De Marlene had te
kampen met machineschade (tandwielkasten) en werd naar de werf in Harlingen gesleept. In de avond van 20
februari vertrok de Agat vanuit de Lekhaven naar Den Helder. Vandaar vertrok ze met het voormalige marine
bevoorradingsschip Zuiderkruis (1975) naar Turkije. De Zuiderkruis zal in Turkije worden gesloopt. Dezelfde dag
arriveerde de Marzamemi vanuit Vlissingen, na aldaar de ponton AMT Trader vanuit Gdansk te hebben afgeleverd. In de ochtend keerde de Louise van der Wees vanuit Deauville terug en meerde af langs het Noordereiland te Rotterdam. Tegen de avond keerde ook de Dutch Pioneer vanuit Deauville terug in de Rijnmond, ze ging
naar Dordrecht. Even na middernacht, op 21 februari, vertrok de Coastal Chariot vanuit Rotterdam naar St.
Nazaire. Later op de dag vertrok de Multratug 4 vanaf Van Brink naar zee, met bestemming het Engelse kanaal.
Op 22 februari keerde de Mena C of Rhu vanuit de Middellandse Zee terug in Maassluis, ze ging de volgende
dag door naar Hardinxveld voor onderhoud bij Neptun Repair. Ook de Normand Jarl arriveerde op 22 februari
in Rotterdam, in de Lekhaven. Ze was afkomstig uit Odense. Tegen middernacht vertrok de Normand Jarl, om
ter hoogte van Schiedam vast te maken op de bak S600 en daarmee naar Verdal, Noorwegen te vertrekken. Op
26 februari arriveerde Normand Atlantic vanuit Aberdeen in de 2e Werkhaven voor de rig-move van de Seafox
1, ze werd hiervoor samen met de sleepboten Viking en En Avant 10 gecharterd door OMC. In de ochtend vertrok de Baloe met de Jedset naar Tilbury, er werd op Maasvlakte vastgemaakt. Eerder vertrok ook de SD
Seahorse naar de Thames. Tegen middernacht arriveerde de Smit Angola met de Smitbarge 2 vanuit Brazilië,
onderweg werd een bunkerstop gemaakt in Spanje. Als laatste vertrok de En Avant 20 op 26 februari nog naar
zee. Op 27 februari, rond middernacht vertrokken de Normand Atlantic, Viking en En Avant 10 vanuit de 2e
Werkhaven met het werkeiland Seafox 1 naar een locatie boven Cromer, Norfolk. De Ereclea en Marian V vertrokken naar respectievelijk Ferrol en IJmuiden. De volgende dag arriveerde de Isa met de JB 118 vanaf een
locatie voor de Zuid-Hollandse kust. De JB 118 werd in het Calandkanaal afgeleverd en een dag later verhaald
naar Keppel Verolme.
Op 1 maart arriveerde de Westsund met de bak SB7020 vanuit de Oostzee in de Eemhaven, Pernis. Korte tijd
later vertrok ze alweer, nu naar Svendborg. Vanuit Engeland kwam de GPS Napia met de ponton John naar Bolnes, Dockside. In de middag arriveerde de Hunter uit de Oostzee in Stellendam met de kotter Saltvik. Het vissersschip had brand aan boord gehad en werd op de werf afgeleverd. In de loop van de middag vertrok de Amstelstroom vanuit Hardinxveld naar de Lekhaven waar de ponton Stemat 78 op sleeptouw werd genomen met
bestemming Duinkerken. Op de rivier werd assistentie verleend door de Saluté. Verder vertrok de FCS 2610
Njord Alpha na oplevering naar zee en in de loop van de ochtend de En Avant 20 vanuit Dordrecht naar Bremerhaven met de feeder Hercules J. Op 2 maart vertrok de Hunter vanuit Stellendam naar Ceuta en arriveerde de
Neptun 10 vanuit Vlissingen in Hardinxveld-Giessendam. Op 3 maart keerde de Amstelstroom alweer terug uit
1
Duinkerken en vertrok de MTS Viscount vanuit de Lekhaven naar Jersey. Op 4 maart keerde de Fenna B terug in
Rotterdam na werkzaamheden uitgevoerd te hebben in Britse wateren ter hoogte van de Humber. Tevens arriveerde de Coastal Vanguard in de Werkhaven. In de vroege ochtend van 5 maart keerde de Viking terug in
Schiedam na de rig-move met de Seafox 1 in Britse wateren. Tegen het einde van de middag vertrok de Coastal
Vanguard weer vanuit de Werkhaven terug naar Den Helder, korte tijd later gevolgd door de Smit Beluga, die
naar Esbjerg ging.
Op 6 maart arriveerde de Osprey Fighter vanuit Britse wateren in Moerdijk. Op 7 maart vertrok ze met de ponton Osprey Trader vanuit Moerdijk naar Middlesbrough. De volgende dag vertrok de MTS Victory vanuit de
Lekhaven naar Brixham. Vroeg in de ochtend van 10 maart arriveerde de En Avant 10 met de ponton UR 3 in de
Waalhaven. Ook de Eraclea arriveerde op 10 maart, met de ponton AMT Challenger, vanuit Ferrol in Rotterdam. De Red Dolphin had de AMT Challenger begin februari in Ferrol afgeleverd. Eerder die dag vertrok de En
Avant 20 met sleep naar St. Nazaire.
Na enige tijd bij La Coruna te hebben liggen schuilen arriveerden de East, South en North in ‘s-Gravendeel.
Waarschijnlijk heeft de bank deze drie zusterschepen teruggenomen van Avra Towing en worden ze openbaar
verkocht. Later zou ook de West naar ‘s-Gravendeel komen. De West verloor op 14 januari de bak Prima 105
ter hoogte van Cape Tourinan, Spanje, waarbij de West de sleepdraad in de schroef kreeg. De Prima 105 liep bij
slecht weer bij Cabo Trece aan de grond en de West werd naar La Coruna gesleept. Ze was onderweg van Odessa naar Riga.
In de loop van de middag arriveerde de Dutch Pioneer met de Lastdrager 19 vanuit Engeland terug in Dordrecht, op de rivier werd geassisteerd door de Johanna van der Wees. Dezelfde dag nog vertrok het vrachtschip
Audre met aan dek de Damen multicat Kulan uit Rotterdam. Op 12 maart keerde de Smit Buffalo vanuit Engeland terug in de Waalhaven. Op 13 maart vertrok de Mena C of Rhu uit de Wiltonhaven naar zee, naar een baggerlocatie vlak voor de kust bij Katwijk. In de middag liep de Union Sovereign weer binnen, ze was afkomstig uit
de Eemshaven na een sleepreis samen met de Blizzard vanuit de Baltische zee. Korte tijd later keerde de SD
Salvor terug vanuit Vlissingen, na een sleepreis met de ponton H 406 vanuit de Europoort. Eerder die ochtend
was de MTS Taktow al met haar sleep Limosa 2 vanuit St. Nazaire (Frankrijk) in Rotterdam gearriveerd. De Limosa 2, een 3.148 brt. metende Franse tankbak werd in de Kortenoordsehaven afgeleverd.
Op 14 maart arriveerde de Salviceroy en Fairmount Glacier met de Castoro Sei op de rede van HvH. Vanwege
de dichte mist bleef de Fairmount Glacier met de Castoro Sei ten Westen van de Maasvlakte liggen, terwijl de
Salviceroy werd vrijgegeven, naar binnen kwam en afmeerde aan de Parkkade. Later zou de Fairmount Glacier
met de Castoro Sei in de Europahaven op de Maasvlakte afmeren. Het transport kwam uit Genua.
Begin van de middag arriveerde de MTS Vengeance vanuit Britse wateren in de Lekhaven. De volgende dag
verhaalde ze naar Hardinxveld-Giessendam. Vanuit de Waalhaven vertrok de SD Salvor met de Smitbarge 2
naar Vlissingen. Op 16 maart arriveerde de Magnus in de Lekhaven en vertrok de Viking met de Svanen, geëscorteerd door de Mena C of Rhu, naar Esbjerg. Verder keerde de Fenna B vanuit Southampton terug in Rotterdam. Na een hijsklus in het buitenland arriveerde op 17 maart de Jan Leenheer met de bok Matador 3 in
Rotterdam. De volgende dag vertrok de Baloe vanuit Hardinxveld naar Harwich en kwam de Holland vanaf Terschelling naar Rotterdam, ze meerde af aan de Holland Amerika kade. Na enige weken in Ferrol te hebben gelegen keerde de Red Dolphin als losse boot weer terug naar Rotterdam, ze meerde af in de Lekhaven. De Louise
van der Wees keerde op 19 maart vanuit Duinkerken via Vlissingen en Hansweert terug in Dordrecht. Op 20
maart vertrok de MTS Taktow naar Milford Haven en de Amerstroom, vanuit Hardinxveld naar Motril. Dezelfde
dag arriveerde de En Avant 1, na weer een reis, terug in Dordrecht. Ze vertrok de volgende dag alweer vanuit
de Drechtstreek met bestemming Stavanger.
Op 22 maart vertrok de Zwerver III vanaf Gebr. Kooiman te Zwijndrecht naar Brest. De Ginger en Brent arriveerden vanuit IJmuiden in de Botlek bij Keppel Verolme. Ze werden gecharterd door SeaRenergy om het transformatorplatform Borwin Beta samen met de Urag sleepboot Elbe naar het Duitse plat te slepen. Op 24 maart
vertrokken de drie sleepboten met de Borwin Beta vanuit de 2e Werkhaven naar de Eemshaven in Groningen.
Begin van de avond arriveerden achtereenvolgens de Union Beaver in de Waalhaven en de nieuwe sleepboot
van B&B, Baus in het Calandkanaal. De Baus was onderweg van de werf in Turkije naar Noorwegen en liep binnen voor een korte tussenstop. Ze is uitgebracht door TOS.
Op 25 maart arriveerde de MTS Vector vanuit Sheerness in Stellendam, waarschijnlijk voor reparaties. In de
avond van 29 maart vertrok de Union Sovereign vanuit de Waalhaven naar zee met bestemming Eemshaven.
Kort hiervoor arriveerde de West vanuit Vigo, na daar enige tijd aan de ketting gelegen te hebben, en ging naar
’s-Gravendeel, waar haar drie zusters al lagen. Op 30 maart vertrok de Dutch Pioneer vanuit Dordrecht met
bestemming Duinkerken. In de vroege ochtend was de Smit Angola al uit de Waalhaven naar zee vertrokken
om later in de Maasmond de Saipem 3000 bij haar proefvaart te assisteren. Hier was ook de RT Magic bij betrokken. Vanuit Frankrijk was de Walrus II met een sleep in de Waalhaven gearriveerd en in de middag vertrok
2
de Afon Cadnant vanuit Hardinxveld met bestemming Brest. Op 31 maart arriveerde de Seafox 4, gesleept door
de Bremen Fighter, Bugsier 19 en Bugsier 20 vanaf een locatie op het Britse plat (Leman Field, Humber) in Schiedam. In de Maasmond werden de Bugsier 19 en Bugsier 20 afgelost door de SD Rebel, RT Adriaan en SD Stingray en vertrokken naar Duitsland. De Bremen Fighter vertrok later vanuit Schiedam terug naar haar thuishaven
Scheveningen. Ook de Maria-G ging na een dokbeurt bij Van Brink/ Damen Pernis weer naar Scheveningen.
Verder zette die dag nog de VOS Shine (vanuit Lekhaven) en Terramare 1 (vanuit Hardinxveld-Giessendam)
koers naar het Calandkanaal. De VOS Shine had als eindbestemming Cuxhaven. De Walrus II vertrok vanuit de
Waalhaven naar Stellendam, waar de Cyclop dezelfde dag met het casco van de 7-Oceans bij Scheepswerf
Maaskant arriveerde.
Op 1 april vertrok de SD Salvor naar Hartlepool en arriveerde de Fairplay-33 vanuit Bremerhaven in de Waalhaven. In de avond arriveerde de MTS Indus vanuit Frankrijk in Hardinxveld bij Damen Shipyards. Vroeg in de ochtend van 2 april arriveerde de Neptun Mariner in Dordrecht, ze was afkomstig uit Duinkerken. Korte tijd later
keerde, na vele maanden, de Zephyrus (Mammoet) met de ponton Krammer terug uit Schotland en ging naar
Schiedam. In de middag vertrok de Fairplay-33 met de ponton UR 3 uit de Noordpijp van de Waalhaven naar
zee met bestemming Burntisland. Vanuit Stellendam vertrok de MTS Vector naar haar thuishaven Brixham. In
de nacht/ ochtend keerde de Smit Angola terug in de Waalhaven nadat ze enkele dagen de Saipem 3000 bij
haar proefvaart voor de Zuid-Hollandse kust had geassisteerd. Op 3 april keerde de Jan Leenheer met de Matador 3 terug vanuit Zeeuwse wateren in de Heijsehaven en arriveerde de M.P.R. 3 in Schiedam. De Dutch Pioneer
werd vanuit Frankrijk met de dieplepel ponton Obelix verwacht in het Mallegat bij Dordrecht. In de loop van de
middag van 3 april vertrok de Fairmount Glacier na een dokbeurt naar zee met bestemming Oktpo, Korea. Even
eerder was de RT Magic uit de 4e Petroleumhaven naar Londen vertrokken en in de avond keerde de SD Salvor
terug vanuit Hartlepool. Op 4 april kwam de Zhen Hua 29 aan in het Calandkanaal vanuit het Verre Oosten. Ze
was geladen met vier kleine sleepboten, drie tenders en meerdere pontons voor Damen. Eerder arriveerde de
Baloe vanuit Engeland in de Amazonehaven vanwaar ze later in de middag vertrok naar Cuxhaven. In de middag vertrok ook nog de Isa met de Smitbarge 9 vanuit Waalhaven naar St. Petersburg.
Op 5 april kwam vanuit Duitsland de Bugsier 9 naar de Rijnmond en ging naar de GEM-steiger in de Elbehaven.
Later vertrok de Anna B vanuit de Werkhaven naar Duinkerken en arriveerde de Bremen Fighter vanuit Scheveningen en ging naar Schiedam. In de avond kwam ook nog de Bugsier 20 vanuit Duitsland naar de Rijnmond. De
Bremen Fighter (ex Primus) vertrok later in de avond met het werkeiland Seafox 4, geassisteerd door de SD Rebel, SD Seahorse, SD Jacoba en SD Salvor richting zee. In de Maasmond werden de Kotug sleepboten afgelost
door de Bugsier 9 en Bugsier 20. Bestemming van het transport was opnieuw het Leman Field in Britse wateren
ter hoogte van de Humber. In de ochtend van 6 april vertrok de Meander met de Duitse kabelponton Vetag 8
vanuit de Waalhaven naar Harlingen. Laat in de avond arriveerde de Fairplay-33 terug in Rotterdam vanuit het
Schotse Burntisland (Firth of Forth) en keerde de RT Magic terug vanaf de London Gateway Port aan de Thames. Op 7 april vertrok de Smit Angola vanuit Rotterdam naar de Eemshaven en keerde de Fairplay-33 alweer
terug uit Burntisland en ging naar de Merwehaven. Vanuit Noorwegen arriveerde de Hellas in de Lekhaven en
de Anna B in de Werkhaven. Later in de middag arriveerde ook de werkboot Forth Constructor vanuit Burntisland in de Rijnmond en ging naar Sliedrecht. De Multratug 19 leverde de Heerema ponton H 404 af in het Calandkanaal, ze kwam uit Vlissingen. Eerder was de Dutch Pioneer vanuit Deauville naar Dordrecht gekomen met
de onderlossers DD-517 en DD 512. Op 8 april leverden de President Hubert en Kolga het kraaneiland Thialf af
in het Calandkanaal, dit transport was afkomstig uit de Golf van Mexico. Laat in de middag vertrok de MTS Indus vanuit Hardinxveld naar Brunsbuttel en in de avond vertrok de Magnus vanuit de Lekhaven naar Vlissingen.
Op 9 april, eind van de dag, vertrok de Ereclea vanuit de Lekhaven naar Vlissingen, om de volgende dag met
sleep naar Noorwegen te vertrekken. Dezelfde dag vertrok de Forth Constructor met de 500 brt. metende bak
B 48 naar Burntisland. Op 10 april vertrok de MTS Vengeance met sleep vanuit de Waalhaven naar Lagos en de
Fenna B vanuit Werkhaven naar Tanger. De laatste met de Stemat 63 en Stemat 80 op sleeptouw. De Salviceroy
zette vanaf de Parkkade koers naar Vlissingen, de SD Salvor vertrok met de ponton AMT Commander naar Ravenna. Op 11 april arriveerde de Fairplay-33 met het werkplatform JB 117 met de Meander stand-by in Rotterdam. Op 12 april vertrok de RT Magic vanuit de 4e Petroleumhaven naar het Dan Fystk Field in de Duitse Bocht.
In de middag keerde de Baloe terug via de Rijnmond in Hardinxveld.
Begin van de avond vertrok de Kolga vanuit de Waalhaven naar het Calandkanaal, om een dag later naar het
Helwin Beta veld te vertrekken met de Thialf. Laat in de avond keerde de Marian-V terug bij Stemat aan de
Werkhaven. In de ochtend van 13 april vertrok de Union 11 vanuit Schiedam naar Antwerpen en rond dezelfde
tijd arriveerde de Smit Barracuda vanuit uit de Ierse Zee/ Liverpool Bay in de Waalhaven. Tegen de avond arriveerde de Dutch Pioneer vanuit Frankrijk via Vlissingen weer terug in Dordrecht. Op 14 april vertrok de Bommel
met de Terraferre 302 vanuit Hardinxveld naar St. Petersburg en op 15 april vertrok de Baloe vanuit Hardinx-
3
veld naar Harwich/ Felixstowe. In de avond vertrok nog de MTS Vanquish vanuit de Lekhaven via het Kielerkanaal richting Lubmin.
Vanuit Aberdeen arriveerde de Maersk Transporter op 16 april in de 1e Werkhaven en in de nacht van 16 op 17
april arriveerde ook de Maersk Tracer in de Botlek. Beide AHTS werden door Saipem gecharterd voor 40 dagen
met een optie van nog maximaal 23 dagen. Aanvankelijk werd ook het zusterschip Maersk Tackler gecharterd,
maar dit schip werd vervangen door de Maersk Helper, die na een rig-move met de John Shaw naar Invergordon vandaar naar de rijnmond kwam. Twee dagen later vertrokken de drie Maersk schepen met de pijpenlegger Castoro Sei naar zee, waar vanaf 24 april ook de AHTS Rem Gambler haar diensten ging uitvoeren. In de
avond van 17 april vertrok de Marzamemi vanuit de Lekhaven richting Stavanger en in de vroege ochtend van
18 april keerde de Fairplay-31 terug in de Lekhaven. Ze kwam na een sleepreis van de Zwarte Zee naar Noorwegen via Wilhelmshaven naar de Rijnmond. Korte tijd later werd ze verhaald naar Van Brink/ Damen Pernis voor
onderhoud.
Offshore
Op 17 februari vertrok de Toisa Voyager naar het L9 veld boven de Waddeneilanden. Ze keerde twee dagen
later terug en meerde af aan de Parkkade.
Op 9 maart kwam de pijpenlegger Seven Waves voor het testen van de installaties naar de Waalhaven, Westerstuw. Op 10 maart arriveerde OSV Aquarius-G vanuit West Afrika in Scheveningen. Op 11 maart arriveerde
het offshore constructieschip Polar Onyx vanuit Ulsteinvik in de Wiltonhaven bij Huisman. Op 13 maart kwam
de OSV VOS Shine naar Rotterdam na een proefvaart op zee vanuit IJmuiden. Een aantal dagen later vertrok de
VOS Shine naar Great Yarmouth. Op 19 maart arriveerde de OSV Maria-G in Rotterdam. Ze was op 17 februari
vertrokken en kwam via Las Palmas uit Montevideo gevaren. Op 20 maart arriveerde het offshore constructieschip Skandi Constructor vanuit Pointe Noire in de Waalhaven bij RHB. De volgende dag zette ze koers naar
Leith. Op 30 maart arriveerde de VOS Shine vanuit Middlesbrough in Rotterdam en op 7 april arriveerde de PSV
Toisa Voyager vanuit Schotse wateren weer in de Rijnmond. Dezelfde dag keerde het kraanschip Saipem 3000
terug naar de 2e Werkhaven na een proefvaart van enkele dagen op de Noordzee. Op 18 april vertrok het diving support schip EDT Protea in charter van Boskalis weer naar zee. Ze was afkomstig uit Antwerpen waar ze
een onderhouds dokbeurt had ondergaan.
Van de werven
In de avond van 28 februari vertrok de Seven Waves vanaf Huisman in de Wiltonhaven naar zee. Ter hoogte
van Goeree werden de bij Huisman geplaatste installaties getest. Op 2 maart kwam ze naar het Calandkanaal
voor de aflosbemanning en vertrok weer naar zee voor verdere testen. Na voltooiing keerde de Seven Waves
op 9 maart terug en ging naar de Waalhaven waar alle restpunten werden afgewerkt. Na oplevering vertrok ze
op 22 maart vanuit de Waalhaven naar Brazilië, de reis ging via Las Palmas.
In Gorinchem werd op 1 maart de sleepboot Alcmene te water gelaten. De Alcmene is een Damen Stan Tug
2608, ze voerde in februari onder bouwnummer YN 509826 de technische proefvaart uit.
Op 5 maart kwam de nieuwe PSV World Sapphire vanuit Harlingen naar de Wilhelminakade te Rotterdam, waar
Damen op 7 maart een presentatie had georganiseerd voor genodigden. Op 8 maart vertrok de World Sapphire
naar Aberdeen, om van daaruit op de ‘spot-markt’ te worden ingezet. De World Sapphire is de laatste van een
serie van zes platform supply schepen gebouwd voor World Wide Supply, Noorwegen. Eerder werden in Harlingen door Damen diverse aanpassingen uitgevoerd aan de vier zusterschepen. Deze waren noodzakelijk voor de
charter in Brazilië.
Op 23 maart arriveerde de Eurocarrier 2611 NP 435 binnendoor vanuit Amsterdam in Aalst. Enkele dagen later
werd ze van Aalst verhaald naar Neptune Marine te Hardinxveld. Op 2 april voerde de Afon Llifon (ex Ak Burkut) een proefvaart uit in de buurt van Hardinxveld en Werkendam. Op 5 april vertrok de Eurotug ET 2710 Inge
W vanaf Stemat in de Werkhaven naar Aalst.
Bij IHC Merwede te Krimpen a/d IJssel werd wederom een pijpenlegger te water gelaten. Dit schip, de Sapura
Topåzio is het tweede vaartuig voor Sapura Navegação Marítima (SapuraKencana en Seadrill). Hierna volgen er
nog drie zusterschepen. De eerste twee vaartuigen gaan voor Petrobras in Brazilië aan het werk in water met
een maximale diepte van 2.500 meter.
4
De MTS Vanquish onderging een dokbeurt in Stellendam en verhaalde eind februari naar Damen te Hardinxveld, voor verder onderhoud en aanpassingen. Ze werd tevens volledig in de ‘MTS’ kleuren gebracht. Bij Damen
Pernis onderging de SD Seal in februari een dokbeurt en eind februari kwamen ook de RT Spirit en SD Sparta
naar Pernis voor onderhoud. De SD Sparta kreeg daar uiteindelijk ook de volledige Kotug kleuren. Sinds de indienststelling was ze met een voor Kotug ongebruikelijke zwarte romp actief. Op 2 maart vertrok ze weer van
de werf. In februari werd er in Stellendam onderhoud uitgevoerd aan de Smit Bulldog en Smit Bronco. De Smit
Bulldog werd bovendien in de Boskalis kleuren gebracht en uitgevlagd naar Cyprus met registratiehaven Limassol. Op 9 april lagen er vier sleepboten bij Damen Pernis voor onderhoud. Dit waren de RT Spirit, SD Salvor,
Fairplay-27 en Fairplay-34. De laatste kreeg de Fairplay kleuren aangemeten.
Overig
Het afzinkbaar zware ladingschip Hua Hai Long kwam op 16 maart vanuit Qingdao via Singapore met het nieuwbouw booreiland Ensco 121 naar Rotterdam. Op 21 maart werd de Ensco 121 gelost en naar Keppel Verolme
verhaald. Later in de nacht vertrok de Hua Hai Long vanuit het Calandkanaal naar Port Said.
Het in Rotterdam gevestigde bedrijf Fairmount Marine werd in het eerste kwartaal van 2014 aan Royal Boskalis
Westminster N.V. verkocht en kwam daarmee weer in Nederlandse handen. Fairmount werd zeven jaren geleden verkocht aan Louis Dreyfus Armateurs Group in Frankrijk. Voorlopig blijft Fairmount binnen Boskalis zelfstandig opereren met de vloot bestaande uit de Fairmount Sherpa, Fairmount Summit, Fairmount Alpine,
Fairmount Glacier, Fairmount Expedition en Gavea Lifter. Begin dit jaar werd de kleinere AHTS Fairmount Fuji
verkocht naar West Afrika.
5