Eindredactie personeelsblad AMC

mei 2014
nummer 5, jaargang 23
Health
­Informatics
ICT voor zorgprofessionals
Topsport
past goed bij ons
De nieuwe
­verpleegkundige
Coaching en
casemanagement
Status_1405_proef2.indd
1
02-05-14
15:56
Inhoud
Op de cover:
Robert
Simons (p.12)
Foto: Jeroen
Oerlemans
03
Patiëntenraad dichter bij het
vuur
04
Informatica voor zorg­
professionals
08
Goed arbeidsklimaat voor
topsporters
10
Mozambique: op weg naar
medisch leiderschap
12
De verpleegkundige als
coach
16
De switch van Ymke Fokma
18
Samenwerking AMC ­Flevoziekenhuis
Colofon
Status is het interne voorlichtingsorgaan
van het Academisch Medisch Centrum
(AMC), Amsterdam. Gepensioneerden
kunnen een abonnement nemen voor
10 euro per jaar via [email protected].
Redactie: Tim van den Berg, Frank van
den Bosch (hoofdredactie), Marc van den
Broek, Irene van Elzakker, Jasper Enklaar,
Edith Gerritsma, Andrea Hijmans, Simon
Knepper, Fija Nijenhuis (eindredactie)
en Marleen Kamminga (eindredactie a.i.).
Basisvormgeving: Vandejong, Amsterdam.
Opmaak: Pre Press Media Groep, Zeist.
Druk: Drukkerij Wilco, Amersfoort.
­Redactieadres: Afdeling Communicatie,
C0-229, Academisch Medisch Centrum,
Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam
­Zuidoost, telefoon (020) 5667943, e-mail:
[email protected].
Niets uit deze uitgave mag worden gerepro­
duceerd door middel van druk, kopie of op
welke andere wijze dan ook, zonder
­voorafgaande toestemming van de uitgever.
Status is verpakt in polytheen, een
­plasticsoort die volledig afbreekbaar is
en onschadelijk bij verbranding.
Status_1405_proef2.indd
2
AMC breed
Dubbelingen en overlap zorgdocumenten voorkomen
Richtlijnen, beleid, protocollen, procedures, werkinstructies en werkafspraken:
er bestaan er veel van zulke zorginhoudelijke of zorggerelateerde documenten
binnen het AMC. Elk daarvan moet
‘uniek’ zijn. De Redactiecommissie – met
vertegenwoordigers uit verschillende
divisies – ziet erop toe dat er geen dubbelingen zijn en dat er geen documenten
naast elkaar bestaan over (deels) hetzelfde onderwerp. Deze commissie
houdt het overzicht over alles wat er op
dit gebied verschijnt binnen de organisatie. Werkt u aan een nieuw document?
Raadpleeg dan in Kwadraet de Aanmel­
dingsprocedure: opstellen van een zorg­
inhoudelijk of zorggerelateerd docu­
ment (inclusief voorwaarden). Deze
procedure ondersteunt u bij het documentbeheer. Dubbelingen melden? Dat
kan via [email protected].
Even voorstellen: Begeleidingscommissie Sociaal Beleidskader
Stel: je afdeling maakt een reorganisatie
door en je moet op zoek naar een andere baan. Alle inzet ten spijt word je herplaatsingskandidaat en ga je met een
begeleider op zoek naar de mogelijkheden. Loopt dat proces niet naar wens?
Dan kun je een beroep doen op de Begeleidingscommissie Sociaal beleidskader. Deze commissie behandelt je
verzoek objectief en zo nodig met hoor
en wederhoor. De begeleidingscommissie bestaat uit een lid aangewezen door
het AMC (Marian Mens), een lid aangewezen door de vakcentrales van
overheidspersoneel (Carel van den
Bergh) en een onafhankelijk voorzitter
(Pierre Rutgers). Doel van de commissie is toezien op zorgvuldige toepassing van het Sociaal Beleidskader
AMC 2012-2016. Meer informatie over
de Begeleidingscommissie en de leden
van deze commissie: zie intranet onder
‘Alles over reorganisaties’. Vragen?
Lisette van Egmond, afd. HR Advies
tst. 61481, [email protected].
ZHMC: nieuw document medicatie beschikbaar
Het AMC medicatiebeleid is in 2013 herzien door de Ziekenhuismedicatiecommissie (ZHMC). De zeven oude beleidsdocumenten zijn samengevoegd tot één
document, dat beschikbaar is in Kwadraet: Beleid, beheer en gebruik van me­
dicatie in het AMC. Vanuit dit document
zijn alle AMC-brede medicatie-gerelateerde werkinstructies beschikbaar.
Proefaudit JCI brengt inzicht
In de week van 7 t/m 11 april hebben
JCI-consultants Terence Shea en Richard
Wright een proefaudit (mock survey)
uitgevoerd in het AMC. Doel: inzicht krijgen in de actuele risico­gebieden en verbeterpunten, zodat het AMC zich goed
kan voorbereiden op de JCI-heraccreditatie. De consultants hebben zowel goede
voorbeelden (‘best practices’) als risicovolle situaties voor de patiënt aangetroffen. Hun belangrijkste bevindingen:
– Beleid en uitvoering: Het huidige beleid blijkt over het algemeen goed
bekend binnen het AMC, maar vaak
onvolledig geïmplementeerd op afdelingsniveau. Advies: beleid en registratie ‘smart en simple’ houden door te
focussen op essentiële punten voor de
patiënt. Essentieel daarbij is samenwerking tussen afdelingen.
– Overdracht, anamnese, zorgplan en
patiëntveiligheid: Overdrachten tussen afdelingen, dienstoverdrachten en
instellingen) worden onvolledig uitgevoerd. Multidisciplinaire zorgplannen
ontbreken. Advies: beoordeel de situatie van de patiënt (anamnese); inventariseer de medische/zorgbehoeftes
van de patiënt en prioriteer deze. Formuleer op basis van de behoeftes een
(evt. protocollair) zorgplan voor de
patiënt en (her)beoordeel het behalen
van de behandeldoelen.
Aan het einde van de audit-week presenteerden de consultants hun uitgebreide rapport met bevindingen. Het
volledige surveyrapport is te lezen op
intranet. ­Vragen? Bureau Kwaliteit en
Veiligheid, tel. 62329 of [email protected].
Seminars AMC-VUmc over ethiek en
recht
De afdelingen/secties Medische Ethiek/
Gezondheidsrecht van AMC en VUmc
zijn een samenwerkingsverband Ethiek
en recht gestart. Elk kwartaal wordt er
een seminar georganiseerd dat ook toegankelijk is voor externe geïnteresseerden. De eerste keer ging het over de verantwoordelijkheid van de hulpverlener
voor familieleden van indexpatiënten in
de klinische genetica. Dinsdag 27 mei
2014 vindt de tweede seminar plaats
over de Wet zorg en dwang. Locatie:
VUmc, van 16.00-18.00 uur. U kunt zich
aanmelden bij Corrette Ploem
([email protected]).
02-05-14
15:56
Patiëntenparticipatie
Eigen
cliëntenraad
in aantocht
De CRAZ gooit het roer om.
Eén cliëntenraad kan niet alle
­universitair medische centra goed
­bedienen, vindt de huidige generatie
patiëntvertegenwoordigers. Nog dit
najaar komen er daarom acht van
­zulke raden. Alle acht lekker dicht
bij het vuur.
Tekst: Simon Knepper
Illustratie: Gemma Pauwels
Wat de ondernemingsraad is voor medewerkers is de CRAZ voor patiënten.
In theorie tenminste. De Cliënten Raad
Academische Ziekenhuizen, circa veertig leden groot, ziet erop toe dat de
­raden van bestuur bij hun beleidsbeslissingen ook het perspectief van de
patiënt meenemen.
Dat de acht umc’s sámen zo’n orgaan inrichtten, was anderhalf decennium geleden nogal bijzonder. ’Die keuze
is vooral uit praktische overwegingen
gemaakt’, zegt AMC’er Sjaak Molenaar, naast stafadviseur KPI (Kwaliteit
en Proces Innovatie) contactpersoon
voor de CRAZ. ‘De umc-besturen vreesden dat het veel tijd zou kosten om de
juiste mensen te vinden. En de advies­
waardige kwesties van de verschillende
huizen zouden toch sterk overeenkomen.’
Viermaal per jaar komt de CRAZ
sindsdien in plenair overleg bijeen met
alle raden van bestuur. Dan gaat het
onveranderlijk over ‘grote’ onderwerpen. ‘Wat het AMC betreft moet je denken aan bijvoorbeeld de alliantie, JCI
3
Status_1405_proef2.indd
3
en ingrijpende verbouwingen.’ Om het
patiëntenbelang ook voor de afzonderlijke ziekenhuizen goed te behartigen,
hebben daarnaast acht ledenduo’s elk
een specifiek umc onder hun hoede.
Op de schop
Keurige regeling, vonden alle partijen
aanvankelijk. Maar binnen de CRAZ-­
gelederen klonk de afgelopen jaren
toenemend gemor. De gecreëerde afstand zou de invloed van de CRAZ
­onnodig beperken. ‘Met name het
­kritisch volgen van beleidsuitvoering
komt zo niet erg tot z’n recht’, bevestigt
Molenaar. ‘Omdat patiëntenparticipatie
steeds belangrijker wordt gevonden,
ervaren de ziekenhuizen dat zelf ook
steeds vaker als een probleem.’
Daarom gaat de CRAZ rigoureus op
de schop. ‘Het doel blijft onveranderd:
medezeggenschap op een vrij abstract
niveau. Maar alle umc’s krijgen nu hun
eigen cliëntenraad. Die moet vier- tot
zesmaal per jaar bij elkaar komen – in
het ziekenhuis, dus altijd dicht op het
vuur.’ Het gaat om teams van zeven tot
negen onafhankelijke leden, aangevuld
door een onafhankelijk voorzitter en
een ambtelijk secretaris. In de nog samen te stellen Cliëntenraad AMC vervult Molenaar die laatste functie. Om
ook umc-overstijgende thema’s recht te
blijven doen, worden verder vanuit elke
raad twee leden afgevaardigd naar
­periodieke centrale bijeenkomsten bij
de NFU.
Geen sluitpost meer
Net als de overige zeven raden zal de
Cliëntenraad AMC nog dit najaar in de
startblokken staan, vrijwel zeker met
een grotere slagkracht dan voorganger
CRAZ. Behalve op meer gelegenheid
tot ‘monitoring’ rekent de ambtelijk secretaris in spe op meer betrokkenheid
bij de voorbereiding van beleidsmaatregelen. Molenaar: ‘Nu is het patiëntenperspectief toch nog vaak een sluitpost:
o ja, nog even de CRAZ raadplegen.
Mijn hoop is dat de nieuwe cliëntenraad vaker in een pril stadium aan z’n
mouw wordt getrokken. Als er nog
ruimte is voor wezenlijke invloed.’
status
02-05-14
15:56
Informatica
voor zorg­
professio­nals
Veel zorgprofessionals geven aan dat
ze te weinig kaas gegeten hebben van
ICT. Toch heeft het steeds meer invloed
op ons werk. Het programma Health
Informatics, waarmee het AMC eind
vorig jaar is begonnen, voorziet in
praktische ICT-kennis waarmee
­zorgprofessionals meer grip krijgen
op toepassingen in hun werkgebied.
Age Boelens, anesthesioloog in opleiding, volgt de module Beginselen van de
informatica. ‘Als ik het kan bolwerken, wil ik meer modules volgen.’
‘Zorgprofessionals beseffen vaak niet
dat dat ICT een inherent onderdeel is
van hun werk. Maar zonder die kennis
zijn ze eigenlijk gehandicapt.’ Ameen
Abu-Hanna, hoogleraar Medische informatiekunde en hoofd van de AMC-afdeling Klinische Informatiekunde (KIK), is
duidelijk: kennis van informatie- en
communicatietechnologie is onmisbaar
in de zorg. Wil je als medische instelling
of afdeling invloed uit kunnen oefenen
op bijvoorbeeld een elektronisch patiëntendossier of nieuwe e-health toepassingen, dan heb je mensen nodig die
zowel de medische praktijk als de mogelijkheden van ICT kennen.
Reden voor de afdeling KIK om het
programma Health Informatics te beginnen. In verschillende modules van
elk tien weken, met een werkbelasting
van ongeveer twaalf uur per week, leren
zorgmedewerkers over een ICT-gerelateerd onderwerp. Via e-learning, waardoor de cursisten thuis kunnen studeren. Op dit moment zijn er zes modules
in ontwikkeling: over dossiervoering,
de implementatie van zorginformatiesystemen, beslissingsondersteuning,
e-health, strategisch informatiemanage-
4
Status_1405_proef2.indd
4
Tekst: Tim van den Berg
Foto: Sake Rijpkema
ment en beginselen van de informatica.
Uiteindelijk moeten alle modules samen
een volwaardige NVAO-geaccrediteerde
deeltijdmaster vormen. De module over
dossiervoering ging eind vorig jaar als
pilot van start. Op dit moment loopt de
pilot Beginselen van de informatica.
Praktijkgericht
Age Boelens, anesthesioloog in opleiding in het AMC, volgt die module sinds
eind maart en is enthousiast. ‘Het is erg
praktijkgericht. Ik kreeg bijvoorbeeld
een opdracht waarin een pc is opgezet
als werkplek voor een onderzoeker, met
de vraag of het voldoet aan de eisen
voor een bepaald onderzoek. Met zo’n
situatie kan ik later als staflid zeker te
maken krijgen.’ Boelens zou in de toekomst graag verantwoordelijk worden
voor ICT-zaken binnen zijn team. ‘Als ik
het kan bolwerken wil ik ook meer modules van Health Informatics volgen,
ook al is het pittig om het naast mijn
opleiding te doen. Ik zit nu elke avond
een uur aan de studie en in het weekend
vaak nog een paar uur. Het scheelt dat
ik het zelf kan indelen.’
Dat er bij meer zorgmedewerkers
behoefte is aan bijscholing op het gebied van ICT, blijkt uit een enquête die
de KNMG onlangs uitvoerde in samenwerking met de afdeling KIK. Iets meer
dan een kwart van de ruim negenhonderd respondenten gaf aan betrokken te
zijn bij ICT-projecten op het werk, maar
ruim de helft daarvan zei over onvoldoende ICT-kennis en -vaardigheden te
beschikken. ‘Er is dus zeker een markt
voor’, aldus Abu-Hanna. ‘Zeker nu artsen naar verwachting twintig accreditatiepunten per module krijgen. En aangezien het AMC als enig umc een
afdeling Klinische Informatiekunde
heeft die ook nog eens gelieerd is aan
de bachelor- en masteropleidingen Medische informatiekunde, is het logisch
dat Health Informatics hier is gestart.’
In de zomer van 2015 moet het gehele
curriculum van tien modules en eind­
scriptie klaar zijn. En dan? Abu-Hanna:
‘Ik hoop dat we kort na de start tussen
de vijftig en vijfenzeventig deelnemers
hebben waaronder een groot deel dat
de hele master gaat volgen. Misschien
kunnen we op termijn zelfs wel internationaal gaan. De eerste evaluaties zijn
in elk geval erg positief.’
mei 2014
02-05-14
15:56
AMC kort
Meertalige AMC’ers
gezocht
Afscheidssymposium
prof. dr. L. Lie-A-Huen
Zorgverleners van het AMC kunnen 24 uur per
dag rechtstreeks bij het Tolk- en Vertaalcentrum
Nederland (TVcN) een tolkdienst aanvragen (zie
protocol in Kwadraet: ‘Regelen van een tolk in het
AMC’). Voor deze diensten heeft het AMC een centraal budget gecreëerd. Maar soms komt het voor
dat het TVcN geen (geschikte) professionele tolkdienst kan bieden. In dat geval kan de zorgverlener gebruik proberen te maken van de diensten
van een meertalige AMC-collega. Twee jaar geleden heeft de afdeling Patiëntenvoorlichting &
Klachtenopvang hiervoor een AMC-tolkenpool
opgezet. Inmiddels zijn er ongetwijfeld nieuwe
meertalige AMC-medewerkers, die zich nog niet
hebben opgegeven voor de AMC-tolkenpool.
Zij worden verzocht contact op te nemen met
Chris­tiaan Both, hoofd Patiëntenvoorlichting &
Klachten­opvang (tel. 68511, [email protected]).
Op vrijdagmiddag 13 juni is er een afscheidssymposium van het hoofd van de apotheek Loraine
Lie-A-Huen, die sinds 1 mei met vervroegd pensioen is. Het symposium start om 13.30 in collegezaal 4 onder de titel ‘De betrouwbare innovatieve
PIL’. De titel refereert aan haar oratie uit 2008,
waarin ze aangaf dat de ziekenhuisapotheker de
Professional In the Lead is als het gaat om de bereiding en toepassing van geneesmiddelen in het
ziekenhuis. Meer informatie en aanmelden: [email protected], Thea Hoogendoorn
tst. 63473.
Recreatieve fietstocht
21 juni VUmc-AMC
Ook op sportief vlak komt er al iets van een fusiegevoel opzetten tussen de beide Amsterdamse
academisch medische centra. Zes enthousiastelingen uit de VU-stal organiseren op zaterdag 21 juni
een recreatieve fietstocht voor AMC’ers en
VUmc’er. Een tocht die de sportievelingen zowel
langs het VUmc leidt als langs het AMC. De deelnemers hebben de keuze uit 50 of 100 kilometer.
‘Marcel Levi en Wouter Bos hebben al aangegeven
dat ze proberen die dag vrij te houden en mee te
rijden’, meldt de organisatie. ‘Ons idee is om de
AMC’ers en de VUmc’ers wat dichter bij elkaar te
brengen. En dat kan prima op de fiets.’ De route is
er al. De fietsers zoeken de stille en rustige wegen
ten zuiden van de twee universitaire medische
centra op. De deelnemers aan de 50 km-tocht
­komen tot de Baambrugse Zuwe in de Vinkeveense plassen, de fietsers die 100 km willen wegtrappen, keren in Bodegraven. Inschrijven voor de
tocht is nu al geopend. De kosten bedragen 15 euro
per persoon. Dit geld gaat naar de Stichting
­Ambulance Wens, een vrijwilligersorganisatie die
probeert de laatste bijzondere wens van een terminaal zieke patiënt te realiseren. Alle deelnemers
die meefietsen krijgen een fraai fietsshirt. Meer
inlichtingen en inschrijven op www.cocycling.nl
5
Status_1405_proef2.indd
5
Ruyschlezing 10 juni:
tumorscreening
Op dinsdag 10 juni vindt in Collegezaal 1 de jaarlijkse Ruyschlezing plaats onder de titel Analyse
van klinische tumoren tart de paradigma’s geba­
seerd op modelsystemen voor kanker. De lezing
wordt gegeven door Rogier Versteeg (hoofd afdeling Oncogenomics).
De grote doorbraken in het onderzoek naar
kanker in de afgelopen decennia komen vooral
voort uit onderzoek in modelsystemen, in vitro of
in vivo. Systematisch onderzoek aan humane
tumoren in de kliniek werd pas mogelijk met de
recente ontwikkeling van de zogenoemde high
throughput analysetechnieken, zoals mRNA
profilering en het bepalen van volledige genoomsequenties. De onderzoeksgroep van Rogier
Versteeg heeft deze nieuwe technieken systematisch toegepast op de kindertumor neuroblastoma.
De volledige DNA-volgorde en de mRNA expressieprofielen van honderden neuroblastomen
maakte duidelijk dat er grote verschillen zitten
tussen tumoren zoals die in modelsystemen
bestudeerd worden en de realiteit van de klinisch
gevonden tumoren. Om de complexiteit van
humane tumoren te ontrafelen is verdere integratie nodig van high throughput analyse van
humane tumoren en het in vitro en in vivo onderzoek met humane tumorcellen. Dergelijk onderzoek zal het beste gedijen in grote, multidisciplinaire onderzoeksteams.
status
02-05-14
15:56
AMC kort
Traineeprogramma
voor jonge academici
Het AMC werkt al een paar jaar mee aan het traineeprogramma ‘Eerst de Klas’, een tweejarig traineeprogramma voor jonge academici. De trainees
geven les op een middelbare school, halen hun
onderwijsbevoegdheid aan een universiteit en volgen een eigen leiderschapsprogramma, waarbij
ook het AMC betrokken is. Eind april verzorgden
het Directoraat HR en de Arbodienst een masterclass in het AMC over leiderschap en over duurzaamheid voor dertig trainees. Drie trainees worden gedurende project van een aantal maanden
begeleid door het AMC; de trainees van dit jaar
werken aan een project om meer AMC’ers in het
openbaar vervoer of op de fiets te krijgen. Vorig
jaar realiseerden drie trainees de intranetpagina
Groen=Doen. ‘Eerst de Klas’ is opgezet om het
dreigende tekort aan bevoegde eerstegraads en
universitair opgeleide docenten in de nabije toekomst tegen te gaan.
AMC-lintjes
Analist Ilse de Beer
wint e-scooter
Forenzen op de route Almere - Amsterdam konden
afgelopen najaar via hun werkgever een dag de
e-scooter uitproberen. Wie zijn of haar avonturen
met de scooter via een blog wereldkundig wilde
maken, maakte bovendien kans om er een te winnen. Ilse de Beer, analist bij de afdeling Medische
Microbiologie, kreeg het voor elkaar met een
spannend reisverslag. ‘Uitgerekend de dag waarop
ik de testrit zou maken, werd er een weeralarm
code rood afgekondigd.’ Terwijl de auto’s op de
snelwegen stilstaan en overal treinen uitvallen,
trotseert Ilse storm, slagregens en omgewaaide
boomstammen op de freeway. De terugweg de volgende morgen verloopt een stuk rustiger: de wind
is gaan liggen en ze geniet volop van de mooie
groene route. Inmiddels heeft Ilse de scooter al
weken in haar bezit: ‘Het is een gaaf ding. Bij mooi
weer is het fijn om ermee naar het AMC te komen.’
De wedstrijd, georganiseerd door ANWB en overheid, was georganiseerd om de Electric Freeway te
promoten: een snelle bewegwijzerde verbinding
tussen Almere en Amsterdam, die bedoeld is om
forenzende automobilisten een milieuvriendelijk
alternatief voor de dagelijkse files te bieden.
Bij de jaarlijkse lintjesregen zijn twee AMC’ers
­onderscheiden. Emeritus hoogleraar Piet Bakker
(Procesinrichting en Procesinnovatie in de zorg)
heeft de dag voor Koningsdag de onderscheiding
Officier in de Orde van Oranje-Nassau gekregen.
Luzi Abraham-Inpijn ( internist en emeritus hoog­
leraar algemene pathologie en inwendige geneeskunde) kreeg de onderscheiding Ridder in de Orde
van Oranje-Nassau. Beiden kregen hun onderscheiding uit handen van burgemeester van ­Amsterdam
Eberhart van der Laan in de Nieuwe Kerk, samen
met 52 andere Amsterdammers. ­Bakker werd geprezen om het werk dat hij voor het AMC heeft verricht, vooral op het gebied van procesinnovatie en
de toekenning van het JCI-keurmerk. ‘Ik zie de onderscheiding als een grote blijk van waardering en
ben er erg trots op’, aldus Bakker. Helemaal als een
verrassing kwam het niet. ‘Ik kwam erachter, toen
ik een brief van de gemeente op de deurmat tegenkwam en die meteen openmaakte. Mijn vrouw, die
via AMC-­collega’s in het complot zat, had die brief
moeten onderscheppen, maar ik was haar voor.’
6
Status_1405_proef2.indd
6
mei 2014
02-05-14
15:56
H8 - zuid IC Kinderen
Hennie Knoester
Kinderarts – intensivist
Tekst: Irene van Elzakker
Foto: Sake Rijpkema
‘Voordat ik in 2001 naar het AMC
kwam, werkte ik in het UMC Groningen. Wat een verschil! Amsterdammers
hebben het hart op de tong. Als je iets
goed of verkeerd doet, krijg je het meteen te horen. In Groningen kwam dat
soms pas drie weken later naar boven.
Op de IC Kinderen kunnen we tussen de tien en twaalf patiëntjes aan,
maar het gaat met pieken en dalen.
Soms liggen er drie, andere dagen kunnen we ze niet goed kwijt en moeten
we een plek in een van de andere academische ziekenhuizen zoeken. Dat is
7
Status_1405_proef2.indd
7
een deel van ons werk, instabiele kinderen ophalen uit ziekenhuizen in de
regio en zo nodig wegbrengen naar een
ander centrum. Dat doen we twee tot
drie keer per week met een door ons en
het VUmc ontwikkelde brancard. Sinds
kort hebben we een speciale ambulance, waar de loodzware brancard zonder
tillen in gereden kan worden.
Dit is nog maar even mijn werkplek.
We verhuizen begin juni naar de
nieuwbouw op H8. Daar zijn we absoluut aan toe. Straks zijn er geen zalen
meer met elk vier bedden, maar krijgt
iedere patiënt een aparte kamer. Dat
was nodig in verband met de privacy
en de rust; je hoort alles wat er aan het
bed naast je gebeurt. Daarnaast is er,
net als op de andere kinderafdelingen,
de mogelijkheid voor rooming-in voor
de ouders. Aan de ene kant van het bed
staat alle apparatuur en de andere zijde
is de “veilige” kant, waar ouders kunnen
zitten en slapen. Die situatie hebben we
nu alvast nagebootst om te testen of dat
goed werkt.’
status
02-05-14
15:56
Werkgeverskeurmerk
Goed klimaat
voor
topsport
Tekst: Andrea Hijmans
Foto: Hans van den Bogaard
Het begon allemaal thuis, op de bank van Leonie
Löffelman, tijdens de Winterspelen in Sotchi. ‘In
Rusland zat er elke avond een andere topsporter
bij de NOS om na te praten. Zo ook de succesvolle
bobsleeër Esmé Kamphuis. Zij vertelde sidekick
Erben Wennemars hoe ze haar sportloopbaan combineerde met een promotie-onderzoek. Erben
werkt bij Randstad, mijn man ook – als marketingmedewerker; Esmé werkt in het AMC en ik ook.
Dus wij zitten samen op de bank te kijken – hij
naar zijn collega, ik naar de mijne – en mijn man
vertelt over het keurmerk dat Randstad ieder jaar
uitreikt.’
Later heeft hij het AMC voorgedragen bij zijn
collega’s; zelf stapte Löffelman naar haar eigen
baas, HR-directeur Bert Roelofs. ‘Zijn reactie?
Enthousiast! Hij zei: “In zekere zin doet iedereen
in het AMC aan topsport”. Klopt natuurlijk: als
organisatie willen we immers mensen die topprestaties leveren in hun vakgebied. En liefst
zonder dat hun privéleven daar teveel onder
lijdt.’
8
Status_1405_proef2.indd
8
Het AMC werd recentelijk
door ­uitzendbureau Randstad erkend als ‘topsportvriendelijke werkgever’ en
kreeg een keurmerk om dat
te bewijzen. Leonie Löffelman, HR-adviseur bij de divisie Vrouw-Kind, licht toe.
‘Eigenlijk best logisch. In
het AMC doen we in zekere
zin allemaal aan topsport’.
Topsportvriendelijk ziekenhuis
Randstad bemiddelt ‘gewone’ werknemers, maar
ook topsporters. Dit vanuit de gedachte dat zij eigenlijk al in hun sportieve hoogtijdagen zouden
moeten nadenken over het leven na de sportloopbaan. Bekende Nederlanders als schaatser Wennemars proberen namens het uitzendbureau de verbinding te leggen tussen sport en arbeidsmarkt.
Met het keurmerk worden instellingen bedankt die
daadwerkelijk een topsporter in dienst namen. Bij
het AMC ligt het iets anders: het keurmerk is een
vorm van erkenning voor ons topsportvriendelijke
arbeidsklimaat.
Hoe gaat dat in de praktijk, een topsportvriendelijk ziekenhuis zijn? Kamphuis: ‘Ik was nog niet
zo lang bezig met mijn promotie-onderzoek bij
Verloskunde toen het NOC/NCF eiste dat sporters
zich, in de aanloop naar de Winterspelen, fulltime
zouden voorbereiden op trainingscentrum Papendal. Gelukkig is er mail en kon ik op afstand gebruikmaken van alle AMC-faciliteiten die ik nodig
had. En – heel belangrijk – ik kreeg alle steun van
mei 2014
02-05-14
15:56
Werkgeverskeurmerk
collega’s en promotor. De onderzoeksdata waren
er al; ik concentreerde me volledig op het schrijven. Dat deed ik tussen de trainingen door, als mijn
teamgenootjes een dutje deden. Zwaar? Tsja… ik
heb nu eenmaal twee grote passies: sport en
gynae­cologie. ’
Paralympisch atlete en Olympisch veteraan
Marije Smits deed mee aan maar liefst drie Spelen: in 2004 in Athene, in 2008 in Peking en in 2012
in Londen. ‘In 2004 begon ik ook met mijn studie
Geneeskunde. De eerste twee maanden vielen samen met “Athene”, dus ik begon al met een achterstand.’ Hoe combineerde ze sporten en studeren?
‘Door vooruit plannen en veel te overleggen met
docenten en studie-adviseur. Vaak kon ik in plaats
van een practicum bijvoorbeeld een extra opdracht maken. Maar coschappen lopen ging gewoon niet. In plaats daarvan haalde ik een doctoraalexamen. Daarna kwam ik als promovenda
terecht bij Kindergastro-enterologie. De eerste
twee jaar parttime – lukte prima, ik richtte me
vooral op het theoretische deel van het onderzoek
– en sinds ik in 2012 ben gestopt met topsport,
weer fulltime.’
Rogier Postma tenslotte combineert een volledige baan als bedrijfseconomisch adviseur met
sporten op hoog niveau. ‘Ultimate frisbee, een
teamsport waarbij het draait om het gooien en
vangen van de bekende plastic schijf.’ Vorig jaar
deed hij met het Nederlandse mixteam (mannen en
vrouwen) mee aan het EK, volgend jaar reist hij af
naar het WK, en tussendoor staan er heel veel
wedstrijden op het programma. ‘Elke maand wel
ergens een toernooi’. Zijn geheim? Arbeidstijdverkorting. ‘Ik werk in de praktijk 40 uur, maar heb
een aanstelling voor 36 uur per week. Om de week
spaar ik dus een extra vrije dag bij elkaar.’
Gouden tips
Cruciaal voor een goed topsportklimaat is onze
jaarurensystematiek, zegt Löffelman. ‘Je moet als
werknemer een bepaald aantal uren per jaar maken. Die hoeven echter niet per se gelijk verdeeld
te zijn over het jaar. Een tijdje wat meer en vervolgens wat minder werken? Een vaste dag vrij om
voor je zieke moeder te zorgen, vrijwilligerswerk
te doen of je voor te bereiden op een belangrijke
sportwedstrijd? In principe kan het, mits je leidinggevende instemt.’ Het gaat, benadrukt ze, om ‘de
volwassen dialoog’ over wat er binnen de CAO en
binnen de organisatie mogelijk is. ‘Stel het aan de
orde in je jaargesprek’.
En de topsporters zelf? Hebben zij nog gouden
tips? Kamphuis: ‘De werkgever moet meedenken
over praktische zaken. En erop vertrouwen dat áls
je er bent, je er ook echt helemáál bent, je volledig
inzet voor je werk.’ Smits: ‘ Hoe een instelling topsportvriendelijk wordt? Nou, door veel mensen aan
te nemen zoals mijn begeleider, kinderarts Marc
Benninga. Hij heeft me werkelijk op alle mogelijke
manieren gesteund!’
9
Status_1405_proef2.indd
9
Stout
Onbetaalde
postbezorging
Tekst: Marc van den Broek
Foto: Sake Rijpkema
Bestellen via internet neemt een hoge vlucht. Soms
is dat best lastig als je de hele dag werkt. Dan kan
het handig zijn de doos wijn, om maar wat te noemen, op je werk te laten bezorgen. Maar de medewerkers van goederenontvangst en de dienst ICT
(die de computers en andere hardware verspreidt)
zijn hier hoogst ongelukkig mee.
‘Veel mensen realiseren zich niet dat dat veel
extra werk voor ons meebrengt’, zegt Peter
Duivenvoorden, manager Fysieke Distributie. ‘Het
is oneigenlijk gebruik van onze dienst’, vult Alyn
Doornbos van ADICT aan. Van alles komen ze
tegen tussen de pakketjes bedoeld voor het AMC.
Tandenborstels, dozen wijn, boeken, computers,
stofzuigers, kleding, noem maar op. ‘Meerdere
zendingen per dag’, zegt Duivenvoorden. Doornbos: ‘ADICT ont- vangt twee zendingen per week
voor privépersonen.’
Alle postpakketjes komen binnen bij goederenontvangst op H01, waar voor ontvangst wordt
getekend. Doorgaans is die post in één zending op
pallets gebundeld. Je kunt er natuurlijk niet aan af
zien wat privépost is, dus de goederenontvangst
moet alle bestellingen verwerken. Dat is een hele
klus.
Eerst wordt de werkplek van de geadresseerde
opgezocht in het systeem en wordt er een etiket
aangebracht. Dan gaan de pakketjes en route met
een medewerker van het Distributiecentrum. Deze
moet op zoek gaan naar de besteller, die wellicht
niet op z’n plek zit. Pakketje weer terug... etc. ‘Het
kan dagen duren voor het bij de eigenaar is. Snel is
het niet’, zegt Doornbos.
AMC-medewerkers zijn zich zelden bewust van
de extra tijd, moeite en kosten die hun privépakketjes opleveren. ‘Als je de hele dag niet thuis bent en
de buurvrouw ook niet, dan is het verleidelijk om je
werkadres op te geven. Ik heb het weleens overwogen’, vertelt een AMC’er. ‘Ik heb het uiteindelijk niet
gedaan omdat ik vreesde dat het hier in dit grote
gebouw vreselijk mis kan gaan met je bestelling.’
status
02-05-14
15:56
Mozambique
Op weg naar
medisch
leiderschap
Tekst: Tim van den Berg
AMC-internist Jeannet Bos coördineert een project in Mozambique
waarin lokale basisartsen worden
opgeleid tot internist. ‘Jammer genoeg worden richting­gevende functies vrijwel zonder uitzondering
­ingevuld door buiten­landers. Dat
proberen wij te veranderen.’
Als je een straatarm land als Mozambique structureel wilt helpen op het gebied van de gezondheidszorg, waar begin je dan? AMC internist-­infectioloog
Jeannet Bos zoekt de oplossing sinds 2006 in de op
een na grootste stad van M
­ ozambique, Beira. Samen
met Jan Prins, hoogleraar infectieziekten in het
AMC, zette ze een samenwerking op met de faculteit Geneeskunde van de Katholieke Universiteit
van Mozambique (UCM) op het gebied van medisch
onderwijs. Het project richtte zich aanvankelijk op
onderwijs voor co-assistenten, maar dit jaar gaat
een nieuw onderdeel van start: de medisch specialistische opleiding tot internist. Het project kreeg
onlangs twee belangrijke subsidies toegekend.
Net als in veel andere landen in zuidelijk Afrika
kampt Mozambique met een enorm tekort aan artsen en verpleegkundigen. ‘Ondanks de huidige economische groei is Mozambique een van de armste
landen ter wereld’, zegt Bos. ‘Door de hiv- en tuberculose-epidemieën is de gezondheidsinfrastructuur
nog verder onder druk komen te staan. Naast een
gebrek aan algemene dokters is hier ook een te-
10
Status_1405_proef2.indd
10
kort aan medisch specialisten, in het bijzonder internisten. Terwijl zij dokters op moeten leiden, een
leidende rol moeten spelen in de behandeling van
hiv-patiënten en mede richting moeten geven aan
de ontwikkeling van de gezondheidszorg.’ Om de
stroom aan gezondheidsproblemen aan te pakken
hebben de artsen volgens Bos medisch leiderschap
nodig. ‘Jammer genoeg worden richtinggevende
functies vrijwel zonder uitzondering ingevuld door
buitenlanders. Dat proberen wij te veranderen,
door het opleiden van de Mozambikanen die veranderingen in gang moeten gaan zetten’.
Gefascineerd
Bos belandde na haar opleiding tot internist-­
infectioloog in Mozambique via Botswana. Daar
was ze anderhalf jaar lang betrokken bij het starten
van het nationale antiretrovirale behandelprogramma. ‘Ik raakte gefascineerd door de omvang van de
gezondheidsproblematiek en door het land zelf.’ Ze
besloot dat ze meer wilde doen in Afrika. Die kans
kwam toen ze in 2005 werd uitgenodigd op de fa-
mei 2014
02-05-14
15:56
Mozambique
Internist Jeannet Bos in Beira: ‘De impact van ziekte op de samenleving is hier enorm.’
culteit Geneeskunde in B
­ eira, voor het samenstellen van een cursus over hiv/aids. Bos: ‘Na dit verblijf in Beira ging ik zoeken naar mogelijkheden
voor het opzetten van onderwijs voor interne geneeskunde en hiv/aids. Zes maanden later zat ik
met steun van het ­Amsterdam Institute for Global
Health and ­Development (het toenmalige CPCD) en
met geld van het Aids Fonds in Mozambique.’
Hoewel Bos door haar tijd in Botswana was
voorbereid op hitte, verrassingen en teleurstellingen,
bleek de Mozambikaanse realiteit van een andere
orde: armoede, bureaucratie en politiek maakten het
moeilijk om dingen te veranderen. ‘Verder zag ik dat
de impact van ziekte op de ­samenleving enorm was’,
aldus Bos. ‘Op de afdeling Interne Geneeskunde van
het ziekenhuis in Beira merk je dat aan het aantal
ernstig zieke mensen met vooral hiv-gerelateerde
ziekten en de hoge sterfte. Ongeveer een derde van
de patiënten komt in de eerste dagen na opname te
overlijden. Een groot verschil met onze situatie in
Nederland is dat het hier gaat om jonge mensen.’
Nationale internistenopleiding
Met meer lokaal opgeleide Mozambikaanse internisten hoopt Bos een bijdrage te leveren aan
de gezondheidszorg. In overleg met de lokale
artsenorganisaties en de overheid ontwikkelden
Bos en Prins een nieuw curriculum voor de oplei-
11
Status_1405_proef2.indd
11
ding tot internist, dat nu is aangenomen als de
nationale internistenopleiding. De komende vier
jaar worden twee ervaren Nederlandse internisten-infectiologen full-time gedetacheerd in Beira,
om daar een eerste groep Mozambikaanse internisten op te leiden. ‘Als die eerste lokale internisten klaar zijn met hun opleiding, kunnen zij hun
kennis doorgeven aan de nieuwe lichting’, aldus
Bos. ‘We werken inmiddels samen met het VUmc
en Frans Claessen, tot voor kort internist-infectioloog in het VUmc, neemt als docent deel aan
het project. Ook infectiologen- en longartsenin-opleiding kunnen een aantal maanden van
hun opleiding hier doorbrengen om co-assistenten te begeleiden. Zo komt hoogleraar Neurologie Jan Stam bijvoorbeeld al jaren naar Beira
voor het geven van onderwijs en voormalig
AMC-chirurg John Tinnemans was twee jaar
lang in Beira voor de klinische stage chirurgie.’
Bos zelf heeft inmiddels bijna tien jaar voornamelijk in Afrika gewoond en gewerkt. Dat was af en
toe frustrerend. Bos: ‘Ik heb soms wel mijn twijfels
gehad over het nut van onze inspanningen. Maar
Afrika fascineert me. Ziektes kunnen in dit deel van
de wereld dwingende en verlammende machines
zijn door de maatschappelijke krachten in het land.
Het kost veel inspanning om hier dingen te veranderen, maar als dat lukt kan het veel opleveren.’
status
02-05-14
15:56
Uitgelicht
De rol en positie van de verpleegkundige is toe aan een
update, vinden de verpleegkundig bestuurders. In het
nieuwe verpleegkundig activiteitenplan Zorgzaam &
Zorgvuldig IV 2014-2018 leggen ze de belangrijkste
koerswijzigingen uit.
12
Status_1405_proef2.indd
12
mei 2014
02-05-14
15:56
Uitgelicht
Coach en
casemanager
Tekst: Suzanne Bremmers
Illustraties: Gemma Pauwels
Foto: Jeroen Oerlemans
‘Het is eigenlijk heel vreemd’, vindt verpleegkundig bestuurder Robert Simons. ‘Als je vier bent en
geopereerd wordt, zijn je ouders constant bij je.
Ben je 85, dan wordt de partner geacht na een
halfuurtje weer te vertrekken. Wat nu als de patiënt leidt aan geheugenverlies? Hoe kan hij dan
alles onthouden wat voor en na de operatie wordt
gezegd?’ Een van de meest innovatieve punten uit
het verpleegkundig activiteitenplan gaat over
mantelzorg in het AMC. In onze “participatie­
samenleving” wordt een groot beroep gedaan op
familie en buren bij de verzorging van ouderen en
zieken; die denkrichting heeft Simons doorgetrokken naar het ziekenhuis. ‘Maar’, verduidelijkt hij
meteen, ‘het is niet bedacht om te bezuinigen of
om de verpleegkundige te ontlasten. We willen de
zorg verbeteren.’
Actieve mantelzorg
In het AMC bestaat al een vorm van mantelzorg:
de partner van de patiënt kan soms op dezelfde
kamer verblijven (rooming-in). ‘Een passieve vorm
van mantelzorg’, zegt Simons. ‘We hebben nu een
actieve vorm voor ogen waarbij de verpleegkundige de partner leert hoe deze bepaalde zorgtaken
kan uitvoeren. Denk aan tanden poetsen en samen
aan tafel eten. Dat is na een buikoperatie belangrijk bij het voorkomen van een longontsteking,
een delier en ondervoeding.’ Verpleegkundig bestuurder van de polikliniek Ineke Moleman vult
aan: ‘Dat klinkt simpel, maar dat is het niet. Met
een sonde in de mond is tandenpoetsen niet eenvoudig. Het vergt de nodige aandacht om dat te
leren.’
Voor de verpleegkundige betekent mantelzorg
in het ziekenhuis dat de werkzaamheden langzaam verschuiven van doen naar coaching. Om
dat te leren, wordt een trainingsprogramma samengesteld. De afdeling Algemene chirurgie be-
13
Status_1405_proef2.indd
13
gint met een proef; het plan is dat er eind 2017 op
elke klinische divisie een werkplek zal zijn met
mantelzorg.
Het AMC is het eerste ziekenhuis in Nederland dat mantelzorg introduceert. Het sluit aan
op actuele ontwikkelingen. Simons: ‘De ligduur
wordt korter, het aantal interventies groter. Heel
effectief, maar voor de patiënt is het een uitdaging om in zo’n korte tijd de enorme hoeveelheid
emoties en informatie te verwerken. Vroeger lagen ze drie weken te wachten op hun diagnose,
nu is dat binnen tien minuten bekend. Ik chargeer
een beetje, maar feit blijft dat de patiënt hier binnen in een sneltrein zit. Die houdt het allemaal
niet meer bij.’
Daarom kan de patiënt in de toekomst ook rekenen op een eigen casemanager; wederom een
nieuwe taak voor de verpleegkundige. De case­
manager coördineert de zorg, begeleidt de patiënt
door het ziekenhuis, let op medicatie en is een
aanspreekpunt bij vragen. En moet daarom over
de muur van de eigen afdeling kijken. Eigenlijk de
taken van een zaalarts, maar die is daar volgens
Simons niet op toegerust. ‘De verpleegkundige is
een logischere keuze, maar die heeft nu geen tijd.
Een casemanager zal dus minder tijd besteden
aan uitvoerende zorg en geen onregelmatige diensten meer draaien. Let wel, het is geen bureau­
functie. Uiteraard worden geïnteresseerde verpleegkundigen hierin bijgeschoold. Veel zullen
het leuk vinden, want ik heb het idee dat we het
­potentieel van goed opgeleide verpleegkundigen
nu onderbenutten.’
Niet nieuw
Niet alle ideeën in Zorgzaam & Zorgvuldig IV zijn
nieuw. Sommige dingen zijn nog niet breed geïmplementeerd of moeten vanwege de heraccreditatie
van JCI anders worden ingevuld. Het Patiëntenma-
status
02-05-14
15:56
Uitgelicht
Verpleegkundig bestuurders Robert Simons en Ineke Moleman
nifest bijvoorbeeld. Het recht van de patiënt op
goede educatie over wat hij thuis zelf moet doen en
wat de thuiszorg kan doen, is niet duidelijk genoeg. JCI wil dat verbeterd zien. Simons: ‘Op basis
van onder andere input van de klachtencommissie
gaan we het manifest nog eens goed onder de loep
nemen en alle verbeterpunten verzamelen. Ik verwacht dat er een nieuwe versie komt.’
‘Patiënt moet kunnen
meebeslissen’
Ook zijn sommige onderwerpen uit het manifest
niet volledig uitgevoerd. Simons denkt daarbij aan
operaties die twee keer niet doorgaan om organisatorische redenen. ‘Denk aan de spanning die de
patiënt telkens weer ervaart voor een operatie.
Werk afgezegd, hond naar het asiel gebracht. Tot
twee keer toe. Ik vind dat we als we een operatie
afzeggen, we moeten garanderen dat het de tweede keer doorgaat.’
Moleman denkt bij logistieke processen en het
Patiëntenmanifest aan wachttijdverkorting bij de
poli. Die gaat er ook heel anders uitzien in de toekomst. De balies maken plaats voor zuilen en medewerkers benaderen patiënten proactief. Patiënten moeten zich daardoor beter gehoord en beter
geholpen voelen. ‘Belangrijk’, zegt Moleman, ‘want
de polikliniek is het visitekaartje van het ziekenhuis.’
14
Status_1405_proef2.indd
14
Besluitvormingspartner
Patiënten krijgen in de toekomst dus hulp van hun
partner en de casemanager, maar zijn zelf ook beter
geïnformeerd en kunnen meebeslissen over de behandeling. Shared Decision Making heet dat: gezamenlijke besluitvorming. Simons: ‘Bij gezamenlijke
besluitvorming denkt men vaak dat de belangrijkste
rol is weggelegd voor de arts, maar het is bij uitstek
een multidisciplinaire taak. De verpleegkundige, de
anesthesiemedewerker, dokters- en operatieassistenten kunnen de patiënt na het gesprek met de arts
helpen bij het verwerken van de informatie. En op
een aantal verpleegkundige onderwerpen als palliatieve zorg en pijnbestrijding kan de verpleegkundige een partner zijn in de besluitvorming.’
Moleman herinnert zich een lezing van geriater Sophia de Rooij waar ze vertelde over een arts
die de patiënt met kanker eerst alleen maar wilde
behandelen, maar er later achter kwam dat de patiënt eigenlijk alleen maar nog een keer naar Griekenland wilde met zijn familie. ‘We zijn niet gewend de patiënt mee te laten beslissen.’ Volgens
Simons is het de hoogste tijd voor een omslag. ‘We
moeten de werkzaamheden van de verpleegkundigen meer laten aansluiten bij veranderingen die in
het ziekenhuis hebben plaatsgevonden. De rol en
positie van de verpleegkundige moet worden bijgesteld aan deze tijd.’
Vanaf 12 mei wordt Zorgzaam & Zorgvuldig IV in
boekvorm verspreid over alle afdelingen in het AMC.
mei 2014
02-05-14
15:56
De dag van...
Charlotte
van Tuijn
Tekst: Marc van den Broek
Foto: Sake Rijpkema
‘Op zaterdagmorgen 5 april om kwart over zeven
zat ik in de auto naar het AMC voor de tweede sikkelceldag. Met een gezonde spanning voor de aftrap. Ik dacht: ik hoop dat we met ons team en de
patiënten een inspirerende dag gaan beleven.
We hadden voor deze dag, met dank aan de
­donateurs van de AMC Foundation, een opzet gekozen die past bij sikkelcel-patiënten. Bij deze ernstige erfelijke aandoening krijgen de rode bloed­
lichaampjes de vorm van een sikkel en verstoppen
de bloedvaten. Onze patiënten komen voornamelijk
uit Suriname, de Nederlandse Antillen en Ghana. Er
zijn vijftienhonderd patiënten in Nederland; meer
dan vijfhonderd daarvan worden in het AMC behandeld. Dat maakt ons tot het grootste sikkelcel-centrum van Nederland.
De dag ging goed. We hadden een ontvangst met
een heerlijk Surinaams buffet, onder de ritmische
begeleiding van de Nyun Pransun band. Daarna was
de opening in collegezaal 5. We hadden een Mystery
Guest aangekondigd. Er ging een golf van herkenning door de zaal toen tante Es opkwam – Jörgen
Raymanns creatie van een oudere Creoolse vrouw.
Tante Es pikte een 61-jarige vrouw uit de zaal
voor een praatje. Geweldig was dat. Je moet weten
dat de levensverwachting bij sikkelcelziekte niet
hoog is. Dus het was goed dat een levenslustige
dame van 61 vertelde over haar leven met de ziekte.
Een geweldige oppepper voor patiënten en ouders
van kinderen met sikkelcelziekte. Na tante Es was er
voor de kinderen een programma met sport en spel.
Het inhoudelijke deel van de dag met praatjes
en workshops over therapietrouw, ouder worden en
reizen naar de tropen heb ik grotendeels moeten
missen, omdat er achter de schermen veel te doen
was. We hadden zevenhonderd blikjes Fernandes
gekregen, de mierzoete Surinaamse frisdrank, die
uitgedeeld moesten worden.
Na afloop kregen we veel complimentjes, maar
het mooiste kwam ’s avonds thuis. Op Facebook las
ik: “Bedankt voor de Sikkelceldag, wederom een
topdag. Mijn zoon heeft genoten, een lichtpunt in
zijn leven. Heel even blij zijn dat je sikkelcel hebt
i.p.v. de rest van het jaar ervan balen.” Kijk… daar
doe je het voor.’
Status_1405_proef2.indd
15
02-05-14
15:56
Ymke Fokma
Tekst: Jasper Enklaar
Foto: Jeroen Oerlemans
Ymke Fokma (40) is sinds
januari directeur bedrijfsvoering van Divisie A
– ­In- en Uitwendige
­Specialismen. Hiervoor
werkte ze bij Achmea en
The Boston ­Consulting
Group.
Status_1405_proef2.indd
16
02-05-14
15:56
Switch
‘Je kunt zorgzaam zijn en tegelijk
­zakelijk de juiste beslissingen nemen.’
Waarom deze carrièreswitch?
‘Ik heb tien jaar bij The Boston Consulting Group
(BCG) gewerkt, daarna vier jaar bij Achmea. Bij
BCG heb ik er heel bewust voor gekozen om me op
de zorg te gaan richten. Later ben ik benaderd of ik
bij Achmea de innovatie-afdeling wilde opbouwen.
Dat was een prachtige baan in een heel mooi team.
Vervolgens heb ik de stap gemaakt naar leidinggeven aan leidinggevenden op een grote afdeling, dat
was heel goed voor mijn persoonlijke ontwikkeling.
Maar omdat het een operationele afdeling was, begon ik de complexiteit te missen. Van huis uit ben ik
scheikundige, ik heb geleerd om zeer complexe
problemen op te lossen en snel tot de kern te komen. Ik heb een omgeving nodig waar het echt ingewikkeld is, waar ik m’n tanden in de complexiteit
moet zetten om het te doorgronden. Als het te simpel is, vind ik het niet spannend genoeg. Dat is ook
wat ik heb gezocht in een nieuwe baan – en dat is
gelukt. Ik wil heel graag iets doen in een deel van
de maatschappij dat voor mensen waardevol is. Het
is zo belangrijk dat de zorg goed geregeld is. Ik ben
ermee opgegroeid. Mijn moeder was maatschappelijk werkster, als kind stond ik al voor Humanitas
te collecteren. Ik ging ooit scheikunde studeren
omdat ik het milieu wilde redden. Het heeft er altijd
al ingezeten: ik wil iets doen dat goed is voor deze
wereld. En wat me in het AMC aanspreekt is de
creativiteit, de innovatie en het baanbrekende denken.’
Over welke kwaliteiten moet een directeur
­bedrijfsvoering beschikken?
‘Je moet conceptueel sterk en analytisch zijn en
een lange termijn visie hebben. Goed kunnen inschatten wat echt essentieel is, want er is zoveel dat
je kunt aanpakken. Maar het is ook belangrijk dat
je in de cultuur past van het AMC. Dat wil zeggen
dat je je hart op de goede plek hebt en vooral niet
gaat voor eigen eer en glorie.’
Vul aan: het belangrijkste wat ik van mijn ouders
heb geleerd, is…
‘Ruimdenkend zijn. Ik heb een brede algemene ontwikkeling mee gekregen. Mijn moeder legde me als
klein kind al de overeenkomsten tussen Thora, Koran en het Oude Testament uit en dat hoe wij leefden niet voor iedereen van zelfsprekend is. Ik heb
ook geleerd – met name van mijn vader – om on-
17
Status_1405_proef2.indd
17
derzoekend en leergierig te zijn. Ik wil begrijpen
hoe dingen zitten. En ik heb geleerd door te zetten,
als je iets wilt, moet je daar ook je best voor doen.’
Wie is de belichaming van je belangrijkste idealen?
‘Dat vind ik een moeilijke vraag. Ik kan heel veel
bewondering hebben voor echte topartiesten, voor
mij is dat bijvoorbeeld Prince. Als hij op het podium staat, swingt het de pan uit. Daar zit zoveel passie en drive in! Het is inspirerend om te zien: op
topniveau presteren, en tegelijk zit er zoveel pret,
plezier en ontspanning in. Het is heel gaaf hoe hij
zijn eigen hart heeft gevolgd. Zo goed als hij is,
heeft hij altijd zijn eigen koers gevolgd. Hij is bij
zichzelf gebleven. Daarin is hij een voorbeeld. Mijn
ideaal op maatschappelijk gebied is, vooruit,
­Barack Obama. Ik heb bewondering voor wat hij
probeert te bereiken met de gezondheidszorg. Dat
doet hij met het nodige risico. Het had hem de kop
kunnen kosten. Tegelijk noem ik hem ook vanwege
‘Yes we can’. De can do-houding, het optimisme.’
Welk heersende misverstand moet nodig worden
rechtgezet?
‘Dat zorgzaamheid een softe eigenschap is en een
teken van zwakte. Als je echt zorgzaam wilt zijn,
heb je daar soms heel veel moed en zelfvertrouwen
voor nodig. Je kunt zorgzaam zijn en tegelijk zakelijk de juiste beslissingen nemen. Het wordt vaak
neergezet als tegenstelling. Ik denk dat het samen
kan gaan, maar daar is de wil voor nodig om het
vanuit alle perspectieven goed door te denken en
goed naar iedereen te luisteren. Ik wil de juiste zakelijke beslissingen nemen maar ik ben tegelijk
heel zorgzaam. Dan wordt het zakelijk beter, en
ook vanuit menselijk perspectief. Ik denk dat dat in
het AMC best goed gaat. Daarom heb ik voor deze
organisatie gekozen.’
Wat is het beste advies dat je ooit hebt gekregen?
‘Het zijn er twee: volg je hart en alles wat je uit liefde doet, is altijd goed.’
Hoe ziet je ideale avond eruit?
‘Koken en eten met mijn drie kinderen, dansen - we
dansen veel, samen lezen. Daarna leg ik ze in bed,
en ga ik ergens een hapje eten of een borrel drinken, of met een kop thee kletsen op de bank.’
status
02-05-14
15:56
Convenant AMC – Flevoziekenhuis
Verenigd voor
verdeling
De samenwerking tussen
het AMC en het Flevo­
ziekenhuis verloopt naar
volle tevredenheid. Dankzij
de overeengekomen taakverdeling heeft het AMC
meer ruimte voor complexe
chirurgische ingrepen.
Om uitbreiding naar andere
vakgebieden te stimuleren,
hebben beide partijen begin
april het strategisch convenant ondertekend.
Tekst: Annet Muijen
Foto: Hans van den Bogaard
Een academisch ziekenhuis is in eerste instantie
bedoeld voor patiënten met een ‘hoog complexe en
laag volume zorgbehoefte’. Om die kerntaak naar
behoren te vervullen is het AMC in november 2009
een chirurgische alliantie met het Flevoziekenhuis
in Almere aangegaan. Niet-academische behandelingen en operaties worden waar mogelijk in het
Flevoziekenhuis verricht. Dat ziekenhuis stuurt op
haar beurt patiënten met complexe chirurgische
pathologie naar het AMC.
Om de samenwerking soepel te laten verlopen,
heeft het Flevoziekenhuis zes chirurgen aangetrokken die één dag per week aan de Meibergdreef
werkzaam zijn. AMC-chirurgen reizen zo nodig af
naar Almere om daar patiënten te behandelen en
te participeren in de chirurgie-opleiding en de
scholing van coassistenten. Jean Klinkenbijl is één
van de heen en weer pendelende chirurgen uit de
‘brugvakgroep’. Elke maandag draait hij samen
met een collega uit Almere de mammapoli in het
AMC. Op vrijdag is hij in het Flevoziekenhuis te
18
Status_1405_proef2.indd
18
Jean Klinkenbijl (rechts) en Klaas in ’t Hof vinden het strategisch convenant een
absolute win-winsituatie.
vinden, waar hij borstkankeroperaties uitvoert.
‘Het Flevoziekenhuis is vergeleken met het AMC
kleinschalig’, zegt hij. ‘Mensen vinden er makkelijk
de weg en worden er echt vertroeteld. Dat laatste is
– zeker voor kankerpatiënten – geen overbodige
luxe. Patiënten die ik in het AMC zie, worden ook
door mij geopereerd. We schakelen geen andere
dokter in, maar volgen de patiënt. Ook dat wordt
als uitermate plezierig ervaren.’
Voorzichtige start
Bij de start van de chirurgische alliantie was er de
nodige aarzeling. Was het Flevoziekenhuis voldoende geëquipeerd om de rol van gelijkwaardige
partner te vervullen? En hoe zouden patiënten reageren als ze naar een perifeer ziekenhuis werden
gedirigeerd? ‘We zijn voorzichtig gestart’, zegt
Klinkenbijl. ‘In 2010 zijn er 150 AMC-patiënten in
het Flevo geopereerd. In 2011 waren dat er 170, het
jaar daarop 450 en vorig jaar piekte dat aantal op
517. Patiënten zijn uiterst tevreden over de gebo-
mei 2014
02-05-14
15:56
Convenant AMC – Flevoziekenhuis
den zorg en de aandacht die er aan hen wordt besteed. Het ziekenhuis is ook prima met het openbaar vervoer bereikbaar: de bus stopt pal voor de
deur. Het Flevo is de laatste jaren een verdraaid
goed ziekenhuis geworden. In 2009 is de nieuwbouw afgerond, waardoor de capaciteit flink is vergroot. Tegelijkertijd zijn er veel jonge specialisten
aangetrokken. Inmiddels telt het ziekenhuis al negen erkende opleidingen tot medisch specialist.
Dat zegt iets over de geboden kwaliteit.’
Klaas in ’t Hof, oncologisch chirurg, solliciteerde in 2009 op de vacature die detachering in deeltijd in het AMC beloofde. ‘Deze constructie heeft
meerwaarde voor alle partijen’, zegt hij gedecideerd. ‘Door de niet-academische zorg naar het
Flevo te halen, zien wij voor dat type aandoeningen meer patiënten. Door die groeiende aantallen
verbetert de kwaliteit van de geboden zorg. Deze
samenwerking biedt ons ook de mogelijkheid om
mee te liften op het gebied van wetenschappelijk
onderzoek. Voor mijzelf betekent dit alles een verdieping en verbreding van mijn vakgebied, omdat
je nu ook die academische component erbij pakt.
Zo is en blijft je vak interessant.’
‘Ik hoop dat andere
­vakgroepen dit beseffen en
soortgelijke verbintenissen
aangaan.’
De verplaatsing van niet-academische chirurgie
naar Almere brengt ook een lastenverlichting mee
voor de poliklinieken en operatiekamers van het
AMC: minder wachttijden voor ingewikkelde ingrepen, betere kwaliteit en toegankelijkheid van
de zorg. ‘Het is platweg gezegd echt een win-win
situatie’, concludeert Klinkenbijl. ‘Ik hoop dat andere vakgroepen dit beseffen en soortgelijke verbintenissen aangaan.’ Met de recente ondertekening van het strategisch convenant is de weg
geëffend voor andere specialismen die een brug
willen slaan richting het Flevoziekenhuis.’
Kostenbesparend en kwaliteitverhogend
Met het uitdijen van de samenwerking kan een
verrekening van wederzijds geleverde diensten
niet uitblijven. Tot nu toe is de uitwisseling van
artsen en patiënten met gesloten beurs verlopen.
Dat is welbewust gedaan om niet voortijdig te
struikelen over financiële hobbels. ‘Binnenkort’,
zegt Klinkenbijl, ‘moet er een constructie worden
bedacht die strookt met de nieuwe regelgeving
van de NZa die in 2015 van kracht wordt. Met de
verzekeraar en de beide Raden van Bestuur moeten we goed bekijken hoe we dat oplossen. Of dat
gaat lukken? Vast wel. Dit zinnige, kostenbesparende en kwaliteitverhogende initiatief mag domweg niet stuklopen op starre toepassing van regels.’
19
Status_1405_proef2.indd
19
Cor
ALS...
Anke Kroon (Neonatologie, H3): ‘Je kent toch die
spotjes van tv? “Ik ben die en die, en ben inmiddels
overleden aan ALS. Help ons door te gaan met de
strijd…”. Nou, ík leef nog volop en vind het
verschrikkelijk als mensen doodgaan aan ALS.
Mocht je ooit ziek worden, dan kun je maar beter
kanker krijgen, daar is vaak nog iets aan te doen.
Van ALS ga je onherroepelijk dood! Dus sta ik
7 april in het holst van de nacht om 03.50 uur op
de hoek Keizersgracht – Reguliersgracht. Om
07.00 uur start daar de inschrijving voor de
­Amsterdam City Swim, baantjes trekken door
de grachten ten bate van de Stichting ALS.
HM Maxima dook er eerder ook al in.
Waarom ik daar zo vroeg zit? Nou, de eerste
­vijfentwintig inschrijvers krijgen een wetsuit.
Ik dacht: dat wordt een hele stormloop, maar het
blijft mooi windstil. Ik zit daar moederziel alleen
op een bankje in het duister op de hoek van de
gracht. Aangeschoten jongeren lopen langs,
roepen rare dingen. Een junk bedelt om een
sigaret. Pas om 05.30 uur meldt zich de tweede
inschrijver! Daarna wordt het snel drukker. Omdat
ik de eerste was, krijg ik behalve mijn wetsuit ook
nog een toespraak van de organisatie én word ik,
terwijl ik een héérlijk ontbijtje wegwerk (broodjes,
croissants, koffie en jus), geïnterviewd door Radio
Noord-Holland. Daarna als een sneltrein naar het
AMC, want er moet vandaag ook nog gewerkt
worden.
Dus beste Statuslezer, google even naar
www.amsterdamcityswim.nl, vul bij wave 3 mijn
naam in (het wijst zich vanzelf) en dok a.u.b.
allemaal 5 euro of een veelvoud daarvan! Dan
helpen we met z’n allen ALS de wereld uit.’
Cor van der Wijk
status
02-05-14
15:56
Mijn ding
Stoftrofee
Een triplex sleutel die een
dubbele geboorte inluidde: die van het AMC én
de AMC Loop. Chris Bor
koestert zijn erfstuk.
Tekst: Simon Knepper
Foto: Hans van den Bogaard
20
Status_1405_proef2.indd
20
Verplaatsen wij ons even naar zaterdagochtend 26 mei 1984. Op het terrein
van het Wilhelmina Gasthuis (WG) verzamelen zich bijna tweeduizend lopers.
Onder aanvoering van de legendarische marathonveteraan Piet van
­Alphen (2.22.49 op z’n eenenvijftigste)
spoedt de meute zich direct na het
startschot richting het vers opgeleverde
AMC, zestien kilometer verderop in het
Holendrechtse polderland. ‘We hadden
de technische dienst gevraagd een grote nepsleutel te maken’, zegt medisch
illustrator Chris Bor. ‘Zogenaamd van
de nieuwe behuizing. Bij de start kreeg
Van Alphen hem overhandigd van burgemeester Ed van Thijn.’ Die het object
op zijn beurt minder dan een uur later
in handen duwde van Boy Trip, toenmalig bestuursvoorzitter. Stormachtig applaus, eeuwige roem.
Minder duidelijk is wat Trip er na
afloop mee heeft gedaan. Achtergelaten
bij de finish? In de garderobe laten liggen? Niet lang daarna moet de sleutel
op een plankje zijn geschroefd met een
keurig tekstbordje erbij. De rest is mistig.
Ank Lely trof de ernstig verstofte
trofee zo’n twee decennia later in de
catacomben van het AMC, waar ze als
accountmanager Materiële Faciliteiten
orde op zaken kwam stellen. Zonde,
vond Ank, die zelf in later jaren een
steunpilaar van de AMC Loop-organisatie was geworden. Na een handwarm
sopje kreeg het ding een plaatsje op
haar kamer. Tot ze met pensioen ging
en het overdeed aan AMC Loop-collega
Bor.
Sindsdien siert het de wand naast
diens tekentafel. ‘Hangt hier mooi’,
meent de eigenaar. ‘Een stukje nostalgie.’
mei 2014
02-05-14
15:56