Kadernota 2015 - Waterschap Hollandse Delta

Datum:
Agendapunt nr:
26 juni 2014
9.
Aan de Verenigde Vergadering
Kadernota 2015
Aard voorstel
Aantal Bijlagen
Besluitvormend voorstel
4
Voorstel behandeld door
Verenigde Vergadering
Commissie MBH
Commissie Water
Commissie WWV
College Dijkgraaf en Heemraden
College Dijkgraaf en Heemraden
Directieraad
Datum
26 juni 2014
11 juni 2014
10 juni 2014
10 juni 2014
20 mei 2014
4 maart 2014
5 februari 2014
Voorstel geparafeerd door
Secretaris-Directeur
Dijkgraaf
Paraaf
Akkoord
Akkoord
Naam
Arnoud van Vliet
Jan Geluk
Ridderkerk, 26 juni 2014.
Dijkgraaf en heemraden voornoemd,
secretaris-directeur,
dijkgraaf,
drs. A.A. van Vliet.
ing. J.M. Geluk.
Bijlagen:
Voorstel: Voorstel_1020.docx
Bijlage: Presentatie Kadernota 2015 dd 2 april 2014.pdf
Bijlage: Kadernota 2015 versie 0 6.pdf
Bijlage: Verslag_opiniÃrende_bijeenkomst_Kadernota_d1.pdf
Datum
22-05-2014
22-05-2014
PAGINA
2
Stukken ter inzage:
Kadernota 2015
1.
Aanleiding
Voor u ligt de Kadernota 2015. In de Kadernota worden de uitgangspunten en kaders voor het beleid
voor de komende jaren uiteengezet.
2.
Voorstel
De Kadernota 2015 vast te stellen met als belangrijkste kaders voor het opstellen van de
Programmabegroting 2015-2019:
1. Het instellen van een voorziening baggerwerken;
2. Een kwaliteitsverbetering en inhaalslag stedelijk baggeren conform scenario 1 (3 jaar);
3. De ontwikkelingen van de WCK nader uit te werken in een onderzoeksvoorstel;
4. Het achterstallig onderhoud wegen terug te dringen tot 6% in 2023;
5. Trainees en workmates in te zetten conform scenario 2.
3.
Motivering
De Kadernota is in 2013 voor de eerste maal opgesteld. De nu voorliggende Kadernota 2015 bouwt
voort op de fundamenten van de Kadernota 2014, waarbij, mede aan de hand van de bestuurlijke
evaluatie en de opgedane ervaringen, een aantal wijzigingen is doorgevoerd.
In de Kadernota worden de uitgangspunten en kaders voor het beleid van de komende jaren
uiteengezet. Het is een strategisch opgezet document dat de financiële en beleidskaders weergeeft.
De behandeling van de onderwerpen in de kadernota vindt plaats op hoofdlijnen, waarbij een
beperkt aantal prioriteiten en belangrijke wijzigingen in het beleid worden aangeduid. Dit betekent
dat bij de Kadernota géén volledige financiële doorrekening plaatsvindt van de (meerjarige)
financiële begroting, maar alleen de grote financiële afwijkingen ten opzichte van de meest actuele
meerjarenraming worden weergegeven.
In de Kadernota 2014 is (conform het bestuurskrachtonderzoek van 2012) een focus gelegd op de
doelen die bereikt moeten worden. De Kadernota 2015 is voornamelijk gericht is op de
maatregelen die uitgevoerd moeten worden om de vastgestelde doelen te bereiken.
Bij het opstellen van deze Kadernota is gebruik gemaakt van de evaluatie over het opstellen van de
vorige Kadernota. Daarbij zijn de volgende leerpunten en inzichten meegenomen:

Versterk de bestuurskracht van de Verenigde Vergadering door voldoende informatie te
geven om kennis te verdiepen. Maak daarmee een professionaliseringsslag;

Deel tijdig de beschikbare informatie met de Verenigde Vergadering.

Neem voldoende voorbereidingstijd voor ingewikkelde / controversiële onderwerpen;

Het denken in scenario’s is wenselijk;

Geef een wettelijke ondergrens aan en maak duidelijk wat niet mogelijk is.
Op grond van deze inzichten is in een opiniërende bijeenkomst gesproken over verschillende
scenario’s, die in deze Kadernota zijn uitgewerkt.
In deze Kadernota wordt, per programma, aan de hand van een aantal onderwerpen als kerntaken
en wettelijke kaders, een overzicht gegeven van de belangrijkste kaders. Vervolgens wordt
ingegaan op twee algemene speerpunten van deze Kadernota, te weten asset management en
samenwerking in de afvalwaterketen. De term “algemeen” heeft in deze betrekking op het feit dat
deze speerpunten op meerdere programma’s van toepassing zijn.
In hoofdstuk 9 worden 4 onderwerpen beschreven die in een scenario zijn gevat. De betreffende
onderwerpen en scenario’s zijn :
a.
b.
c.
d.
e.
Beheerplan baggeren : het al dan niet instellen van een voorziening baggerwerken, conform
het beheerplan baggeren 2014-2028;
Baggeren stedelijk gebied : Een kwaliteitsverbetering en inhaalslag bij het baggeren stedelijk
gebied in 3 of in 6 jaar;
WCK : Langs welke lijn dient de WCK zich te ontwikkelen;
Wegen : Het achterstallig onderhoud wegen terug te dringen tot 6% in 2023 of 2025;
Trainees en workmates : al dan niet in te zetten en de kosten van een positief besluit ten laste
van de uitstroom van personeel of de begroting te laten komen.
In een opiniërende bijeenkomst op 2 april 2014 heeft de Verenigde Vergadering zowel plenair als in
groepen gediscussieerd over de verschillende scenario’s welke in deze Kadernota zijn opgenomen.
Mede aan de hand van de informatie welke tijdens deze bijeenkomst is gedeeld heeft het college
per scenario een voorstel gedaan :
a. Het instellen van een voorziening baggerwerken, conform het beheerplan baggeren 20142028;
b. Een kwaliteitsverbetering en inhaalslag bij het baggeren stedelijk gebied in 3 jaar in te lopen;
c. De ontwikkelingen van de WCK nader uit te werken in een onderzoeksvoorstel;
d. Het achterstallig onderhoud wegen terug te dringen tot 6% in 2023;
e. Trainees en workmates in te zetten en de kosten daarvan op te nemen in de begroting.
In onderstaande tabel zijn de gevolgen voor de belastingopbrengst van de voorstellen van het college
afgezet tegen de Programmabegroting 2014. In deze tabel is tevens de stijging van de autonome
ontwikkelingen opgenomen.
Jaar
2015
Belastingopbrengst Programmabegroting 20142018
+ autonome ontwikkelingen Kadernota 2015
+ voorgestelde scenario's Kadernota 2015
Stijging in belastingopbrenst in procenten
Belastingopbrengst Programmabegroting 2014
2016
2017
2018
144.667.127 147.833.586 148.153.387 151.315.940 154.282.773
2,48%
2,38%
0,61%
2,54%
2,41%
2,29%
1,98%
0,22%
2,09%
In dit overzicht zijn de mutaties van Burap 1-2014 niet meegerekend.
De Kadernota sluit af met een beschouwing en analyse op de algemene reserves en de
bestemmingsreserves zoals gevraagd met vaststelling van de motie Slachter in Verenigde
Vergadering van 28 november 2013.
4.
Risico’s
Niet van toepassing
5.
Financiële aspecten
De financiële aspecten zijn opgenomen op pagina 8 van de Kadernota 2015.
6.
Personele aspecten
Niet van toepassing
7.
2019
Juridische aspecten
2
Niet van toepassing
8.
Duurzaamheidsaspecten
Niet van toepassing
9.
Communicatieve aspecten (in-en extern)
Niet van toepassing
10.
Wijze van publiceren
Kies één of meerdere items:
☒ Intranet
☒ Internet
☐ Terinzagelegging
☐ Pers
11.
Verdere aanpak/ procedure
Na vaststelling van de Kadernota 2015 wordt een aanvang gemaakt met het opstellen van de
Programmabegroting 2015 inclusief meerjarenraming 2016 - 2019. Deze begroting wordt u ter
vaststelling aangeboden in de Verenigde Vergadering van 27 november 2014.
12.
Evaluatie
Niet van toepassing
3
Vergaderdatum : 26 juni 2014
Agendapunt
:
BESLUIT VERENIGDE VERGADERING
Kadernota 2015
Kortheidshalve wordt verwezen naar het besluit zoals dat is opgenomen in hoofdstuk 11 van de
Kadernota 2015.
4
1
Kadernota 2015
Kadernota 2015
Opiniërende VV
woensdag 2 april 2014
2
Agenda
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Opening
Presentatie kaders Kadernota 2015
Speerpunten Kadernota 2015
Financieel perspectief
Vragen
Pauze en uiteen in groepen
Scenario’s (discussiegroepen)
Terugkoppeling discussiegroepen
Samenvatting en afsluiting
Tijd
18.30 uur
18.35 uur
18.45 uur
19.10 uur
19.15 uur
19.30 uur
19.45 uur
21.30 uur
22.00 uur
3
Kaders Kadernota 2015
Uitkomsten evaluatie VV
Bestuurskracht
Kadernota in perspectief
Focus op uitvoering
4
Uitkomsten evaluatie I
• Denken in scenario’s is wenselijk;
• Geef een wettelijke ondergrens aan;
• Geef helder aan wat niet mogelijk is.
5
Uitkomsten evaluatie II
• Geef de VV informatie om de kennis van
de VV te verdiepen en maak daarmee
een professionaliseringsslag;
• Meer voorbereidingstijd op
(controversiële) onderwerpen is
gewenst.
• Van belang is dat informatie van te
voren en tijdig gedeeld wordt met de VV.
6
Bestuurskracht I
• Uitgangspunt is sturing en
controle op doelrealisatie
• Formuleren van SMART
doelstellingen
• Geleidelijk proces
• VV geeft richting
7
Bestuurskracht II
• Inhoudelijk gesprek met VV over
doelrealisatie.
• Eerste proeve : WBP
• Uitkomsten WBP, landen in
Kadernota 2016
• In kadernota 2015 focus op
uitvoering
8
Kadernota in perspectief
• Kadernota 2014 : 1e Kadernota.
Ambitie en koers bepaald.
• Kadernota 2015 : Meerjarige focus op
uitvoering.
• Kadernota 2016 : WBP en nieuw
bestuur.
9
Focus op uitvoering
• Op professionele wijze de
realisatiegraad verhogen binnen de
afgesproken scope (tijd, geld en
kwaliteit);
• Anders aanbesteden biedt ruimte voor
innovatie, duurzaamheidsvraagstukken en efficiënter werken.
10
Speerpunten Kadernota 2015
 Asset Management;
 Samenwerking in de afvalwaterketen
 Zuiveren
 Watersysteem
 Waterkeringen
 Wegen
 Beschouwing reserves
 Personeelsbeleid - ontwikkelingen
Asset management
Definitie: “Planning & Control van onderhoud en
vernieuwing per object op basis van optimale
verhouding tussen kosten, prestaties en risico’s over
de gehele levenscyclus”.
Ontwikkeling komende jaren:
• Toegroeien naar risico-gestuurd onderhoudsmanagement voor de programma’s
watersystemen, waterkeringen en wegen
• Bestuurlijk vaststellen levensduur verlengende
maatregelen voor het programma zuiveren
• Bestuurlijk vaststellen toelaatbaar risiconiveau in
relatie tot kosten en prestaties
12
BAW : samenwerking afvalwaterketen
• Meer regie en kwaliteit in de
waterketen;
– Urgentie versterken en vasthouden;
– Intensievere samenwerking;
– Nadruk op kosten, kwaliteit &
kwetsbaarheid;
– Koppelen aan de ontwikkeling WCK.
13
Programma Zuiveren
-




Komende jaren geen uitbreiding afvalwateraanbod of
strengere eisen;
Huidige prestaties goed, zie landelijke
Bedrijfsvergelijking;
Landelijk volop aandacht voor kostenbesparing en
duurzaamheid (energie en grondstoffen).
We richten ons op in stand houden installaties
Onderzoek naar mogelijkheden tot levensduurverlenging
Te beginnen met SVB Sluisjesdijk
Herprogrammering van lopend investeringsprogramma
Programma Zuiveren
Slibverwerking Sluisjesdijk
In Kadernota 2014:
• Assetlifecycle-studie (ALM-studie) aangekondigd
• 3-tal noodzakelijke herinvesteringen opgenomen
• Nieuwe levensduur verlengende maatregelen
o.b.v. ALM studie aangekondigd
Voorlopige resultaten ALM-studie :
• Scope van reeds in Kadernota 2014 voorgenomen
herinvesteringen uitgebreid
• Resultaten nog niet in Kadernota 2015; Voorstel
naar VV in 2e helft 2014; samenhang financiën en
planning worden in beeld gebracht en worden
meegenomen in Begroting 2015
15
Watersysteem
• Het nieuwe
Waterbeheerprogramma;
• Deltaprogramma;
• Baggeren;
• Bestuursakkoord Water
(afvalwaterketen);
• Nieuwe KNMI Klimaatscenario’s.
16
Waterkeringen
Voor de financiële ontwikkelingen zijn de
volgende onderwerpen van belang:
 HWBP2;
 nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma
(nHWBP);
 De overgang naar nieuwe normen voor de
waterkeringen;
 De toetsing en verbetering van genormeerde
regionale keringen;
 De aanwijzing en normering van overige
regionale keringen.
17
Waterkeringen
• Ontwikkeling van een Plan van Aanpak tot
2024 voor het verder inrichten en uitvoeren
van de toetsingstaak;
• Vaststellen versterkingsprogramma naar
aanleiding van de resultaten van de verlengde
derde toetsronde;
• Vooruitlopend op het versterkingsprogramma
is zettingsvloeiing V3T al opgenomen in HWBP
2015-2020.
18
Wegen
• Uitvoering maatregelen uit Kadernota
2014 staat centraal
• Onderhoud asfalt en kunstwerken
• Vervanging verlichting
• Categorisering getemporiseerd
• Richt zich op planperiode 2014-2017
• Focus nu op planvorming (middel)lange
termijn
19
Beschouwing reserves
Reserves (motie Slachter) : een analyse en
beschouwing over de algemene reserves en
de bestemmingsreserves:
 Algemene reserves : in stand houden
 Bestemmingsreserves : gewenste
hoogte nog niet altijd te bepalen
20
Personeelsbeleid - ontwikkelingen
• Stagnerende arbeidsmarkt (laag verloop) leidt
tot beperkte vacatureruimte (circa 3% in
2013)
• Vergrijzing: Uitstroom tot 2022 van 74
medewerkers door pensionering;
• Afronding HWBP 2 moet leiden tot uitstroom
van 22 fte in 2017, in de begroting
2014-2018 is hiervoor taakstelling
opgenomen van € 1,8 mln.
• Door ontwikkeling naar regie-organisatie,
minder vast personeel, maar hoger
gekwalificeerd, inhuur beperkt tot tijdelijke
vervanging.
21
Financieel perspectief
Jaar
Programmabegroting 2014 (belastingopbrengst)
Financieel effect autonome mutaties
Solidariteitsbijdrage HWBP
Beheer en onderhoudskosten a.g.v. HWBP
Loonindexering
Prijsindexering materiele budgetten
Effect kapitaallasten
Verminderde inkomsten reserve Cross Border Lease en DRSH
Totaal
2014
2015
2016
2017
2018
2019
141.166.000 144.396.000 147.256.000 147.574.000 150.655.000 150.655.000
-900.000
50.000
-1.200.000
100.000
400.000
-1.100.000
150.000
804.000
-1.500.000
200.000
1.208.040
-1.400.000
200.000
1.612.120
1.475.000
-3.873
-147.414
-524.613
-197.100
154.287
636.366
143.542.127 146.408.586 146.903.387 150.365.940 153.332.773 a
250.000
175.000
700.000
250.000
475.000
700.000
250.000
300.000
700.000
250.000
250.000
700.000
700.000
0
1.125.000
0
1.425.000
0
1.250.000
0
950.000
0
950.000 b
Scenario
Achterstallig onderhoud wegen terugdringen tot 6% in 2023
Trainees en Workmates
Projectmatig baggerwerk (grote wateren)
Stedelijk baggeren (dekking middels reserve, geen gevolgen
voor de belastingopbrengst)
Maximaal scenario
Programmabegroting + autonome ontwikkelingen + scenario's
Stijging in belastingopbrenst in procenten
Belastingopbrengst Programmabegroting 2014
Een "+ " is een nadelig budgettair effect
Een "- " is een voordelig budgettair effect
144.667.127 147.833.586 148.153.387 151.315.940 154.282.773 c = a + b
2,48%
2,38%
0,61%
2,54%
2,41%
2,29%
1,98%
0,22%
2,09%
0,00%
22
Scenario’s
1. Baggeren;
2. Innovatie : Centrale aansturing
(WCK);
3. Wegen;
4. Inzet van trainees en
workmates.
23
Baggeren : context
€
Imago
Waterkwaliteit
Ecosysteem
(KRW,
EHS)
Bedrijfszekerheid
watersysteem
Baggeren
Waterkwantiteit
24
Baggeren : uitgangspunten
• Geen concessies aan de bedrijfszekerheid van het watersysteem;
• Scenario’s gebaseerd op actuele
ontwikkelingen;
• Bij baggeren ligt de focus op uitvoering
en verder bouwen aan een solide
proces en implementatie van het lean
management traject.
25
Projectmatig baggeren van grote wateren
• Instellen voorziening conform
beheerplan baggeren 2013?
26
Stedelijk baggeren : scenario 1
Scenario 1
Inlopen achterstanden in stedelijk gebied in 3 jaar
• Wat houdt het in?
In de periode 2010-2013 zijn achterstanden
ontstaan in stedelijk baggerwerk. Deze worden in
3 jaar risicogestuurd ingelopen.
• Voordelen
Achterstanden zo snel mogelijk, in realistisch
tempo ingelopen; strak sturen op het totale budget
beleidsproduct baggeren;
• Nadelen
Hogere financiële impact dan in scenario 2. Mits
gemeenten meewerken.
• Financiële consequenties
Begroting gemiddeld + €800.000 (voor een
periode van 3 jaar vanaf 2014). Start in 2014 via
Burap
27
Stedelijk baggeren : scenario 2
Scenario 2
Inlopen achterstanden in stedelijk gebied in 6 jaar
• Wat houdt het in?
In de periode 2010-2013 zijn achterstanden
ontstaan in stedelijk baggerwerk. Deze zijn in 6
jaar ingelopen, de oudste achterstanden eerst.
• Voordelen
Lagere financiële impact dan nuloptie
• Nadelen
Knelpunten in de waterkwaliteit en –kwantiteit
blijven langer bestaan en er kunnen nieuwe
knelpunten ontstaan. Mits gemeenten meewerken.
• Financiële consequenties
Begroting gemiddeld + €400.000 (voor een
periode van 6 jaar vanaf 2014). Start in 2014 via
Burap.
28
Innovatie : Centrale aansturing (WCK)
Anticiperen op ontwikkelingen
binnen en buiten ons waterschap
Afvalwaterketen
Technische
WCK
Zuiveren
Automatisering
Watersystemen
29
Drie richtingen
1. Huidige situatie handhaven
(waterystemen): geen centraal
inzicht noodzakelijk, werk volledig in
de regio;
2. Informatie wel centraal beschikbaar
met mogelijkheid centraal te
bedienen (bv calamiteiten);
3. Zelfregulerend systeem waarbij alle
processen centraal aangestuurd
worden.
30
Vervolgaanpak WCK
Bij de Programmabegroting 2015
komt er een onderzoeksvoorstel.
Hierbij zal de richting van de VV
met betrekking tot de WCK
worden meegenomen.
31
Scenario Wegen
Achterstallig onderhoud terugdringen tot
6%
• Scenario 0 (=huidig scenario) : 6% te
bereiken in 2025 overeenkomstig
Programmabegroting 2014;
• Scenario 1 : 6% te bereiken in 2023
door structurele verhoging van het
onderhoudsbudget met € 250.000.
32
Trainees en workmates
Ontwikkelen en borgen van kennis en
kwaliteit voor langere termijn
personeelsvoorziening en verjongen
personeelsbestand door inzet van
workmates (MBO) en trainees (HBO)
Kosten 2015: € 175.000
Kosten 2016: € 475.000
Kosten 2017: € 300.000
33
Trainees en workmates
Scenario 0:
Geen inzet van workmates en trainees
of Workmates en Trainees opnemen in
strategische personeelsplanning;
gebruik van uitstroom (pensionering,
en/of gebruik stelpost HWBP tot 2018).
Scenario 1:
Additionele kosten opnemen in de
begroting.
Kadernota 2015
Ridderkerk, 26 juni 2014
Kadernota 2015
juni 2014
Inhoudsopgave:
Voorwoord
1
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
3
Inleiding
4
Algemeen ................................................................................................................ 4
Missie waterschap Hollandse Delta ............................................................................. 4
Bestuurlijk kader Kadernota 2015 .............................................................................. 4
Uitgangspunten en normen ....................................................................................... 5
Leeswijzer ............................................................................................................... 6
2
Financieel perspectief
7
3
Programma Waterkeringen
9
4
Programma Watersysteem
12
5
Programma Zuiveren
14
6
Programma Wegen
18
7
Algemene beleidstaken en bedrijfsvoering
20
8
8.1
8.2
Algemene speerpunten
22
Asset management .................................................................................................. 22
Samenwerking in de afvalwaterketen......................................................................... 23
9.1
9.2
9.3
9.4
9.5
Scenario’s
24
Inleiding ................................................................................................................ 24
Baggeren ............................................................................................................... 24
Innovatie: centrale aansturing (WCK) ........................................................................ 26
Wegen ................................................................................................................... 27
Inzet trainees en workmates .................................................................................... 28
9
10
Beschouwing Reserves
31
11
Vaststelling Kadernota 2015
35
12
Bijlagen bij de Kadernota 2015
36
2
Kadernota 2015
juni 2014
Voorwoord
Geachte lezer,
Voor u ligt de Kadernota 2015 van waterschap Hollandse Delta. Vorig jaar hebben wij bij het
vaststellen van de Kadernota 2014 de nadruk gelegd op onze ambities. In deze Kadernota 2015
focussen wij ons met name op het realiseren van de projecten die nodig zijn voor het uitoefenen
van onze kerntaken: het zuiveren van afvalwater, de zorg voor het watersysteem, de
waterkeringen en de wegen. Op deze manier wil waterschap Hollandse Delta onder meer voldoen
aan de eisen uit het landelijk versterkingsprogramma voor de waterkeringen
(Hoogwaterbeschermingsprogramma) en de afspraken uit het Bestuursakkoord Water over
doelmatiger waterbeheer. Dat laatste bijvoorbeeld door als waterschap steeds meer samen te
werken met Rijk, provincie, gemeenten en drinkwaterbedrijven. De inzet hierbij is om de lokale
lastenontwikkeling gematigd te houden.
Wij menen in deze Kadernota heldere uitgangspunten te hebben neergezet voor sturing en controle
op doelrealisatie binnen een afgesproken scope van tijd, geld en kwaliteit. Hierbij liggen de
speerpunten in 2015 met name op het gebied van Asset Management, samenwerking in de
afvalwaterketen en ontwikkelingen in het personeelsbeleid.
Dit is tevens de laatste Kadernota uit deze bestuursperiode die in 2009 begonnen is. Wij zijn al
bezig met de voorbereidingen voor de waterschapsverkiezingen die op 18 maart 2015, samen met
de verkiezingen voor Provinciale Staten, gaan plaatsvinden. Tot die tijd blijft het huidige bestuur
van waterschap Hollandse Delta samen met de ambtelijke organisatie hard werken aan een
onafhankelijke en zichtbare regionale inbreng in het proces van integrale belangenafweging op het
gebied van water op de Zuid-Hollandse Eilanden. Zodat u als inwoner van ons werkgebied er veilig
kunt blijven wonen, werken en recreëren.
Hoogachtend,
Ing. J.M. Geluk
Dijkgraaf
3
Kadernota 2015
1
juni 2014
Inleiding
1.1 Algemeen
Hierbij bieden wij u de Kadernota 2015 van waterschap Hollandse Delta aan. De Kadernota is in
2013 voor de eerste maal opgesteld. De nu voorliggende Kadernota 2015 bouwt voort op de
fundamenten van de Kadernota 2014, waarbij, mede aan de hand van de bestuurlijke evaluatie en
de opgedane ervaringen, een aantal wijzigingen zijn doorgevoerd.
In de Kadernota worden de uitgangspunten en kaders voor het beleid van de komende jaren
uiteengezet. Het is een strategisch opgezet document dat de financiële én beleidskaders weergeeft.
De behandeling van de onderwerpen in de kadernota vindt plaats op hoofdlijnen, waarbij een
beperkt aantal prioriteiten en belangrijke wijzigingen in het beleid worden
aangeduid.
Dit betekent dat bij de kadernota nadrukkelijk géén volledige financiële doorrekening plaatsvindt
van de (meerjarige) financiële begroting, maar alleen de grote financiële afwijkingen ten opzichte
van de meest actuele meerjarenraming worden weergegeven.
1.2 Missie waterschap Hollandse Delta
De missie voor waterschap Hollandse Delta is als volgt geformuleerd. Bepalend hierbij zijn het
gebied, de taken, het kwaliteitsniveau en de relatie met anderen (zowel inwoners als medeoverheden) en de medewerkers.
"Waterschap Hollandse Delta beschermt de Zuid-Hollandse Eilanden tegen wateroverlast, beheert
het oppervlaktewater, zuivert het afvalwater, beheert de (vaar)wegen en levert een actieve
bijdrage aan de ruimtelijke invulling van zijn gebied. Het richt zich daarbij, samen met anderen, op
veilig en duurzaam wonen, werken en recreëren voor burgers, bedrijven en andere gebruikers.
Hollandse Delta is vooruitstrevend, open en transparant in de uitvoering van zijn taken, streeft
naar de beste verhouding tussen maatschappelijke kosten en baten, stelt zich ten dienste van zijn
omgeving en is een goed en aantrekkelijk werkgever."
1.3 Bestuurlijk kader Kadernota 2015
Deze Kadernota 2015 bouwt voort op de Kadernota 2014, zoals deze in juni 2013 door de VV is
vastgesteld.
In de Kadernota 2014 is (conform het bestuurskrachtonderzoek van 2012) een duidelijke focus
gelegd op de doelen die bereikt moeten worden. Het is dan ook logisch dat de Kadernota 2015
gericht is op de maatregelen die uitgevoerd moeten worden om de vastgestelde doelen te
bereiken. In het Waterbeheerprogramma, dat in november in ontwerp aan u wordt voorgelegd,
worden de doelstellingen voor de periode 2016-2021 aangegeven, die dan in de Kadernota 2016
kunnen worden vastgelegd.
Bij het opstellen van deze Kadernota 2015 is gebruik gemaakt van de evaluatie over het opstellen
van de vorige Kadernota. Daarbij zijn de volgende leerpunten en inzichten meegenomen:
• Versterk de bestuurskracht van de Verenigde Vergadering door voldoende informatie te
geven om kennis te verdiepen. Maak daarmee een professionaliseringsslag;
• Deel tijdig de beschikbare informatie met de Verenigde Vergadering.
• Neem voldoende voorbereidingstijd voor ingewikkelde / controversiële onderwerpen;
• Het denken in scenario’s is wenselijk;
• Geef een wettelijke ondergrens aan en maak duidelijk wat niet mogelijk is.
Op grond van deze inzichten is in een opiniërende bijeenkomst gesproken over verschillende
scenario’s, die in het vervolg van deze Kadernota zijn uitgewerkt.
4
Kadernota 2015
juni 2014
De Kadernota 2015 vormt een duidelijke stap in de ontwikkeling van bestuurskracht, waarbij de
sturing en controle op doelrealisatie een belangrijk uitgangspunt is. Het komen tot concrete
doelstellingen betreft een geleidelijk proces, waarbij tijd en ruimte voor kennisdeling en
visievorming voorop staan. Bij de totstandkoming van het nieuwe Waterbeheerprogramma komt
dit nadrukkelijk aan de orde. De Verenigde Vergadering wordt nauw betrokken bij de totstandkoming van dit programma. Uw inbreng wordt geborgd in meerdere afstemmingsmomenten,
waarbij verschillende scenario’s worden besproken om tot meetbare doelstellingen te komen. De
vaststelling van het ontwerp-Waterbeheerprogramma is voorzien in de komende november-VV.
Het bestendig sturen op doelen getuigt van bestuurskracht. Daarbij vormen de waterschapsverkiezingen wel een belangrijk ijkpunt. Met de bespreking van het ontwerp-Waterbeheerprogramma geeft deze Verenigde Vergadering duidelijk richting voor de toekomst, maar laat ook
het nieuwe bestuur de ruimte om bij de definitieve vaststelling van het Waterbeheerprogramma in
2015 nieuwe accenten te kunnen leggen. Deze nieuwe beleidsdoelen zullen dan ook opgenomen
worden in de volgende Kadernota.
In deze Kadernota 2015 wordt de meerjarige focus gelegd op de uitvoering van de maatregelen om
de doelen te bereiken. Deze meerjarige focus op de uitvoering richt zich op het op een
professionele wijze verhogen van de realisatiegraad binnen de bestuurlijk vastgestelde scope van
tijd, geld en kwaliteit. De professionaliteit gaat daarbij verder dan de uitvoering van een enkele
maatregel. Een efficiënte en effectieve organisatie biedt ook ruimte voor innovatie, duurzaamheid
en het aanbesteden op maat. Daarbij hoort ook samenwerking met andere overheden,
maatschappelijke organisaties en marktpartijen. Door de sturing op doelen geeft de Verenigde
Vergadering daarbij ook de ruimte aan de organisatie om de professionaliseringsslag te maken.
Daarmee vormt deze Kadernota ook een belangrijk overdrachtsdocument voor een volgend
bestuur.
1.4 Uitgangspunten en normen
Voor de samenstelling van de Kadernota 2015 is een aantal uitgangspunten geformuleerd:
•
De Programmabegroting 2014-2018 is op 28 november 2013 bestuurlijk vastgesteld. De in
deze programmabegroting opgenomen jaarschijven 2015, 2016, 2017 en 2018 zijn leidend
voor de Kadernota 2015.
•
Het waterschap streeft naar een structureel sluitende begroting. Structurele lasten dienen te
worden gedekt door structurele baten.
•
De belastingopbrengst is een reguliere begrotingspost en geen sluitpost.
•
Reserves worden benut ter dekking van incidentele uitgaven en niet ter dekking van structurele
uitgaven.
•
De rekenrente (Het rente-omslagpercentage ) bedraagt 4,24%.
De afgelopen periode is gebleken dat, ten opzichte van de vigerende Programmabegroting 20142018, een aantal nieuwe projecten zich aandient of dat er significante wijzigingen zijn in tijd en
geld van projecten welke op dit moment worden uitgevoerd. Deze nieuwe of gewijzigde projecten
zijn op dit moment naar scope, inhoud of financiële consequenties nog onvoldoende helder.
Duidelijk is echter wel dat deze mutaties op enig moment in de exploitatie of
investeringsportefeuille verwerkt dienen te worden. In deze kadernota is ervoor gekozen om, in het
kader van maximale transparantie, deze nieuwe of gewijzigde projecten nu reeds middels een
toelichting te melden. Per programma is een paragraaf 'niet gekwantificeerde posten' opgenomen.
Dit kunnen zowel posten in de exploitatie of investeringensfeer zijn. Zodra het mogelijk is deze
posten nader te duiden zullen deze, conform de reguliere werkwijzen, bestuurlijk worden
voorgelegd.
5
Kadernota 2015
juni 2014
1.5 Leeswijzer
In het volgende hoofdstuk is een financiële samenvatting weergegeven van zowel de autonome
mutaties als de diverse keuzemogelijkheden van de scenario’s welke in deze Kadernota worden
voorgelegd.
In hoofdstuk 3 tot en met 7 treft u de hoofdlijnen per programma aan, waarbij de bedrijfsvoering is
opgenomen bij de Algemene Beleidstaken. Per programma wordt, aan de hand van een aantal
onderwerpen als kerntaken en wettelijke kaders, een overzicht gegeven van de belangrijkste
kaders.
Hoofdstuk 8 gaat in op twee algemene speerpunten, te weten asset management en samenwerking
in de afvalwaterketen. Deze algemene speerpunten zijn op meerdere programma’s van toepassing.
Hoofdstuk 9 geeft op 4 onderwerpen een beschrijving van scenario’s. In dit hoofdstuk wordt, per
onderwerp, het voorstel van het college met betrekking tot de scenario-keuze weergegeven.
Hoofdstuk 10 geeft de beschouwing en analyse op de algemene reserves en de
bestemmingsreserves zoals gevraagd met vaststelling van de motie Slachter in Verenigde
Vergadering van 28 november 2013.
6
Kadernota 2015
2
juni 2014
Financieel perspectief
In een opiniërende bijeenkomst op 2 april 2014 heeft de Verenigde Vergadering zowel plenair als in
groepen gediscussieerd over verschillende scenario’s. De scenario’s worden nader toegelicht in
hoofdstuk 9. Daarnaast is sprake van enkele autonome financiële ontwikkelingen. Deze
ontwikkelingen worden per programma nader toegelicht in de hoofdstukken 3 tot en met 7.
In navolgende tabel is de financiële samenvatting weergegeven van zowel de autonome mutaties
als de diverse keuzemogelijkheden van de scenario’s welke in deze Kadernota worden voorgelegd.
Bij het opstellen van de Programmabegroting 2015-2019 vormt de besluitvorming van de
Kadernota 2015 het financiële kader.
7
Kadernota 2015
Jaar
Programmabegroting 2014 (belastingopbrengst)
Financieel effect autonome mutaties
Solidariteitsbijdrage HWBP
Beheer en onderhoudskosten a.g.v. HWBP
Loonindexering
Prijsindexering materiele budgetten
Effect kapitaallasten
Verminderde inkomsten reserve Cross Border Lease en DRSH
Totaal
juni 2014
2014
2015
2016
2017
2018
2019
141.166.000 144.396.000 147.256.000 147.574.000 150.655.000 150.655.000
-900.000
50.000
-1.200.000
100.000
400.000
-1.100.000
150.000
804.000
-1.500.000
200.000
1.208.040
-1.400.000
200.000
1.612.120
1.475.000
-3.873
-147.414
-524.613
-197.100
154.287
636.366
143.542.127 146.408.586 146.903.387 150.365.940 153.332.773 a
250.000
175.000
700.000
250.000
475.000
700.000
250.000
300.000
700.000
250.000
250.000
700.000
700.000
0
1.125.000
0
1.425.000
0
1.250.000
0
950.000
0
950.000 b
Scenario
Achterstallig onderhoud wegen terugdringen tot 6% in 2023
Trainees en Workmates
Projectmatig baggerwerk (grote w ateren)
Stedelijk baggeren (dekking middels reserve, geen gevolgen
voor de belastingopbrengst)
Maximaal scenario
Programmabegroting + autonome ontwikkelingen + scenario's
Stijging in belastingopbrenst in procenten
Belastingopbrengst Programmabegroting 2014
144.667.127 147.833.586 148.153.387 151.315.940 154.282.773 c = a + b
2,48%
2,38%
0,61%
2,54%
2,41%
2,29%
1,98%
0,22%
2,09%
Een "+ " is een nadelig budgettair effect
Een "- " is een voordelig budgettair effect
8
Kadernota 2015
3
juni 2014
Programma Waterkeringen
Algemeen
Waterschap Hollandse Delta heeft als wettelijke taak de waterstaatkundige verzorging van zijn
beheergebied. Tot die taak wordt gerekend de zorg voor het watersysteem, waaronder de
waterkeringen vallen.
Kerntaken
Zorgdragen dat de primaire en regionale waterkeringen voldoen aan de vigerende normen, zodat
de kans op een overstroming beperkt is. Voorkomen of beperken van de gevolgen van een
overstroming
Dit wordt gedaan door middel van (in het kader van de zorgplicht):
- Uitvoering van de 12-jaarlijkse toetsing van de waterkeringen
- Uitvoeren van inspecties
- Uitvoeren van onderhoud
- Uitvoeren van dijkversterkingsprogramma's
- Beheren en actualiseren van de leggers en beheerregisters
- Op orde hebben van de dijkbewakingsorganisatie
Omgevingsfactoren
In de Deltabeslissing Waterveiligheid staan nieuwe normen voor de waterveiligheid centraal. Deze
nieuwe normen zijn gebaseerd op een risicobenadering, waarbij de kans op een overstroming en
de mogelijke gevolgen beide de hoogte van de norm bepalen. Deze overstap van
overschrijdingskans naar overstromingskans zal vanaf 2017 op een nieuwe manier getoetst moeten
worden. Dit kan leiden tot een aangepaste opgave voor de primaire waterkeringen.
Naar aanleiding van de (provinciale) onderzoeken naar nut- en noodzaak van
compartimenteringskeringen kan de provincie Zuid-Holland besluiten om deze keringen te
reglementeren en van een veiligheidsnorm te voorzien. Hieruit kunnen nieuwe opgaven volgen.
Voor de financiering van versterking van primaire waterkeringen op basis van de huidige normen
geldt dat deze voor 90% subsidiabel zijn. Dit Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) wordt
jaarlijks, op basis van de urgentie en de beschikbare middelen, vastgesteld. De programmering
van de WSHD-projecten is hiervan afhankelijk. Voor de extra veiligheidsopgave als gevolg van het
nieuwe normstelsel zullen aparte afspraken tussen het Rijk en de waterschappen gemaakt moeten
worden.
Technologische ontwikkelingen
Monitoring
Op het gebied van monitoring zullen de inspecties van de waterkeringen in de toekomst steeds
beter ondersteund worden door digitale middelen, zoals mobiele toepassingen, satellietbeelden en
sensoren. Dit zal naar verwachting geen hoge kosten met zich brengen, wellicht zullen hierdoor
kosten bespaard kunnen worden.
Toetsing
De komende jaren wordt, als gevolg van de overstap naar de overstromingsrisicobenadering en de
nieuwe normen, een nieuw landelijk toetsinstumentarium ontwikkeld. Het toetsinstrumentarium
moet in 2017 beschikbaar zijn
Dijkversterkingen
Op het gebied van dijkversterkingen zijn in de komende 10 jaar innovaties te verwachten o.a. op
het gebied van het toepassen van sensortechniek. Tevens zal onderzoek gedaan worden naar
technische oplossingen voor onder andere piping en zettingsvloeiing
9
Kadernota 2015
juni 2014
Wettelijke kaders
- De Waterschapswet;
- De Waterwet, waarin opgenomen het Deltaprogramma;
- De Waterverordening Zuid-Holland;
- Reglement van bestuur voor waterschap Hollandse Delta.
Beleidsuitgangspunten
In het nieuwe waterbeheerprogramma, dat eind 2015 vastgesteld zal worden, zullen de lange
termijndoelen en de doelen voor de komende planperiode opgenomen worden. De belangrijkste
uitgangspunten voor het waterbeheerprogramma zijn:
- Het Deltaprogramma en de Deltabeslissingen. In de deltabeslissing Waterveiligheid staan nieuwe
normen voor de waterveiligheid centraal. Deze nieuwe normen komen tot stand op basis van een
risicobenadering, waarbij de kans op een overstroming en de mogelijke gevolgen beide de hoogte
van de norm bepalen. De preventie (verantwoordelijkheid waterschap) is genormeerd via
overstromingskansen voor de waterkeringen, de gevolgen kunnen beperkt worden door de
ruimtelijke inrichting (gemeente) en de crisisbeheersing (veiligheidsregio). Door samen te werken
kan er voor specifieke gevallen een meerlaags-veiligheid oplossing gecreëerd worden.
- De aanwijzing en normering van regionale waterkeringen door de Provincie Zuid-Holland.
Hierdoor kan het areaal te toetsen en te verbeteren regionale waterkeringen uitgebreid worden.
- De overgang van een zes-jaarlijkse naar twaalf-jaarlijkse verplichte toetsing voor zowel de
primaire als regionale waterkeringen
- De overgang van het aflopend versterkingsprogramma HWBP2 naar het (voortrollend) HWBP
- Overstap naar risicogestuurd beheer en onderhoud van waterkeringen en kunstwerken in
waterkeringen
Autonome financiële mutaties
1. Solidariteitsbijdrage HWBP
Met ingang van 1 januari 2014 is de (solidariteits)bijdrage vanuit de individuele waterschappen aan
het Hoogwaterbeschermingsprogramma in de Waterwet verankerd (Deltafonds). Daarbij is ook
vastgelegd dat de subsidie vanuit het Rijk voor dijkversterkingsprojecten uit HWBP2 100%
bedraagt en voor projecten uit het nHWBP 90%. De resterende 10% dienen de waterschappen zelf
te betalen, het zogenaamde Project Gebonden Aandeel (PGA).
Door het Ministerie is onlangs inzicht gegeven over de bijdragen aan het Rijk over de komende
jaren. Het verschil tussen deze bijdragen en de bedragen in de Programmabegroting is in tabel 1
weergegeven.
Tabel 1: verschil programmabegroting en bijdrage aan Deltafonds (x miljoen)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
HWBP-bijdrage cf
6,5
9,0
9,5
9,5
9,5
9,5
Programmabegroting
Afdracht HWBP aan Rijk
6,4
8,1
8,3
8,4
8,0
8,1
(Deltafonds)
Verschil
-0,1
-0,9
-1,2
-1,1
-1,5
-1,4
Het verschil kan verklaard worden doordat in de oorspronkelijke bedragen uit de
programmabegroting rekening gehouden is met de 10% eigen bijdrage (het Project Gebonden
Aandeel (PGA)), en hiervoor een inschatting is gemaakt.
De bedragen die nu zijn opgenomen betreffen alleen de solidariteitsbijdrage van het waterschap.
2. Beheer- en onderhoudskosten als gevolg van HWBP
De resultaten van de verlengde derde toetsronde zijn in november 2013 bestuurlijk vastgesteld.
Voor de afkeuringen wordt in 2014 bepaald welke maatregelen noodzakelijk zijn om deze delen te
verbeteren. Het kan gaan om onderhoudsmaatregelen of versterkingsmaatregelen. Voor de
onderhoudsmaatregelen geldt dat deze niet gesubsidieerd worden.
10
Kadernota 2015
juni 2014
Nog niet gekwantificeerde posten
In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de niet gekwantificeerde posten van het
programma Waterkeringen. Dit overzicht geeft de niet gekwantificeerde posten uit de
Kadernota 2014, waarbij in de kolom “Kadernota 2015” de actuele stand van zaken van deze
posten is weergegeven. Daarnaast is een nieuwe post opgenomen, “nieuwe normen primaire
waterkeringen”.
Niet gekwantificeerde posten programma Waterkeringen
Kadernota 2014
Professionalisering onderhoudsmanagement
nHWBP (resultaten verlengde derde toetsronde)
Resultaten toetsing regionale keringen
Toetsing niet genormeerde keringen en de
Resultaten uit toetsing niet genormeerde keringen
Kadernota 2015
In 2013 is een traject gestart waarin de werkwijze met betrekking tot
het uitvoeren van onderhoud geprofessionaliseerd en risicogestuurd
ingericht wordt. Tot die tijd zal de oude werkwijze (jaarlijks slechte
assets inventariseren/inspecteren en aanpakken) nog blijven bestaan.
Voor de kunstwerken in de waterkeringen wordt op deze wijze gewerkt
aan een meerjarenonderhoudsplan. De langjarige financiele
consequenties hiervan zijn nog niet bekend.
Maatregelen naar aanleiding van verlengde derde toetsronde primaire
waterkeringen. Behoudens het project 'zettingsvloeiing V3T' zijn de
afgekeurde delen uit de verlengde derde toetsronde nog niet
aangemeld voor het HWBP. In 2014 zal bepaald worden welke
versterkings- (en/of onderhouds-)maatregelen nodig zijn.
Maatregelen regionale keringen. De kosten van eventuele extra
onderhoudsmaatregelen als gevolg van de toetsing regionale keringen
zijn nog niet bepaald.
Aanwijzing en normering van regionale waterkeringen. Op dit moment
wordt in opdracht van de provincie Zuid-Holland onderzoek gedaan
naar nut- en noodzaak van regionale (compartimenterings-)keringen.
De aanwezigheid van een compartimenteringskering kan belangrijk zijn
in het beperken van de gevolgen van een overstroming van een
primaire waterkering, maar kan net zo goed de gevolgen van een
overstroming verergeren (‘badkuip-effect’). Nadat de provincie de
lopende modelstudies heeft afgerond, zal er samen met WSHD bepaald
worden welke compartimenteringskeringen een belangrijke functie
hebben in het kader van het beperken van de gevolgen van een
overstroming. Deze keringen zullen vervolgens een norm opgelegd
krijgen, waarna getoetst zal gaan worden of deze keringen aan de
norm voldoen. Als dat niet zo is, zullen verbetermaatregelen getroffen
moeten worden. Er zijn nog geen financiële consequenties aan te
geven.
Nieuwe normen primaire waterkeringen. In het Deltaprogramma
worden nieuwe normen voor de primaire waterkeringen opgenomen,
gebaseerd op de overstromingsrisicobenadering. Vanaf 2017 zal hierop
getoetst worden. Er is in de kadernota nog geen rekening gehouden
met verbetermaatregelen als gevolg van de nieuwe normen
11
Kadernota 2015
4
juni 2014
Programma Watersysteem
Algemeen
Waterschap Hollandse Delta heeft als wettelijke taak de waterstaatkundige verzorging van zijn
beheersgebied. Tot die taak wordt gerekend de zorg voor het watersysteem.
Kerntaken
Het aanleggen en onderhouden van waterlopen en kunstwerken voor het uitvoeren van het
waterbeheer inclusief de waterkwaliteit.
Omgevingsfactoren
Deltaprogramma
In het kader van het Deltaprogramma worden in 2014 de Deltabeslissingen over de toekomstige
zoetwatervoorziening, de ruimtelijke adaptatie en de Rijn-Maasmonding genomen. Deze drie
beslissingen hebben invloed op de invulling van de regionale waterbeheertaken in de toekomst.
- De Deltabeslissing Zoetwater gaat over de afstemming tussen het hoofdsysteem en het regionaal
systeem en over het voorzieningenniveau dat in toekomstig droge tijden voor de verschillende
gebruikers en functies beschikbaar is.
- De Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie gaat over de klimaatbestendige en waterrobuuste stad,
waarbij het waterschap via de watertoets een expliciete adviesrol vervult.
- De Deltabeslissing Rijn-Maasmonding geeft invulling aan de middellange en lange termijn
maatregelen om de veiligheid en zoetwatervoorziening ook in de komende eeuw te kunnen
waarborgen.
Zie verder ook de “samenwerking in de afvalwaterketen” bij de algemene speerpunten.
Technologische ontwikkelingen
Zie innovatie : centrale aansturing WCK
Wettelijke kaders
De wettelijke kaders voor het programma watersysteem zijn :
. Waterschapswet
. Waterwet
. Reglement van bestuur voor waterschap Hollandse Delta
. Waterverordening provincie Zuid Holland
Bestuurlijke akkoorden:
. Bestuursakkoord Water
Beleidsuitgangspunten
De beleidsuitgangspunten zijn verwoord in:
1. Waterbeheerplan 2009-2015
2. Uitwerkingsprogramma van het Waterbeheerplan (uWBP) 2012
In de Deltabeslissing over zoetwater zal een landelijk kader voor de zoetwatervoorziening gegeven
worden. Dit zal in het nieuwe Waterbeheerprogramma nader geconcretiseerd worden voor het
beheergebied van Hollandse Delta.
Ten aanzien van het baggeren en de WCK wordt verwezen naar hoofdstuk 9, scenario’s.
12
Kadernota 2015
juni 2014
Nog niet gekwantificeerde posten
In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de niet gekwantificeerde posten van het
programma Watersysteem. Dit overzicht geeft de niet gekwantificeerde posten uit de
Kadernota 2014, waarbij in de kolom “Kadernota 2015” de actuele stand van zaken van deze
posten is weergegeven. Daarnaast is een nieuwe post opgenomen, “ontwikkeling WCK”.
Niet gekwantificeerde posten programma Watersysteem
Kadernota 2014
* Professionalisering onderhoudsprogramma
* Grote duikers
* Handmatige stuwen (Investeringen vanaf 2020)
* Bomen en bossages
Baggeren grote wateren
Peilbesluiten
Kadernota 2015
In 2013 is een traject gestart waarin de werkwijze met betrekking tot
het uitvoeren van onderhoud geprofessionaliseerd en risicogestuurd
ingericht wordt. Tot die tijd zal de oude werkw ijze (jaarlijks slechte
assets inventariseren/inspecteren en aanpakken) nog blijven bestaan.
De langjarige financiele consequenties hiervan zijn nog niet bekend.
Zie scenario's
In de tweede helft 2013 heeft er besluitvorming rondom het
wegwerken van de achterstand in peilbesluiten plaatsgevonden. De
financiele consequenties hiervan zijn verwerkt in de
Programmabegroting 2014-2018.
Voor de ontwikkeling van de WCK kan pas na het opstellen van het
plan van aanpak een kostenraming opgesteld worden.
13
Kadernota 2015
5
juni 2014
Programma Zuiveren
Algemeen
Het programma Zuiveren draagt met de zuiveringtechnische werken zorg voor het transporteren
en zuiveren van het aangeboden communale afvalwater en de verwerking van het hierbij
geproduceerde slib.
Om deze taak binnen de wettelijke eisen en kaders te kunnen uitvoeren, nu en in de toekomst, is
het noodzakelijk om in een continue cyclus:
- de operationele bedrijfsvoering doelmatig en efficiënt uit te voeren;
- middels onderhoud het functioneren van deze werken te garanderen;
- met het doen van investeringen installaties te vernieuwen en uit te breiden;
- door het uitvoeren van onderzoek en het ontwikkelen van nieuwe of verbeterde processen te zijn
voorbereid op de toekomst.
Kerntaken
· Transport en zuivering van afvalwater.
· Slibverwerking.
· Lange termijn: huidige kerntaken + een uitbreiding naar productie/terugwinning van energie,
grondstoffen en producten (duurzaamheid & technologie).
Omgevingsfactoren
Demografisch: Er is een trend gaande waarbij de bevolkingsaantallen op de eilanden dalen terwijl
de populatie in stedelijk gebied stijgt dan wel gelijk blijft. De afvalwaterprognoses op basis van
voorgaande ontwikkelingen zijn nog geen reden om de verwerkingscapaciteit voor de toekomst aan
te passen.
Belangrijke aandachtspunten in politiek / wet en regelgeving:
· Doelmatigheid; bestuursakkoorden water(keten).
· Samenwerking in afvalwaterketen.
· Klimaatakkoord (duurzaamheid/energie).
. Ontwikkeling in aanbestedingsvormen.
Technologische ontwikkelingen
Bij technologische ontwikkelingen kan gedacht worden aan het vergaand doorvoeren van
procesautomatisering en besturing op afstand (WCK). Met een WCK kan voor zuiveringen een
zelfregulerend systeem ontwikkeld worden waarmee voor WSHD diverse voordelen zijn te behalen.
Bij gebiedsontwikkeling en herstructuring van (stads)wijken kan worden gekozen voor decentrale
sanitatietechnieken. Nieuwe reeds toepasbare ontwikkelingen worden gevormd door nieuwe
zuiveringsconcepten zoals aerobe korreltechnologie (Nereda).
De ontwikkelingen op deze gebieden worden nauwgezet gevolgd en daar waar dit voor WSHD van
toepassing is zal gebruik van deze technieken worden overwogen.
Ten aanzien van nog (nader) te onderzoeken ontwikkelingen kan gedacht worden aan het
toepassen van nieuwe zuiveringsconcepten zoals koude Anammox en energie neutrale systemen
(Energiefabriek). Het principe van de koude Anammox wordt binnen het CENIRELTA-project nader
beschouwd voor toepassing in de B-trap van de RWZI Dokhaven. Andere technologieontwikkelingen worden gevolgd in STOWA-verband. Op het gebied van het verhogen van de eigen
duurzame energieproductie voert WSHD verkenningen uit naar de mogelijkheden van toepassing
van wind- en zonne-energie.
Wettelijke kaders
. Kader Richtlijn Water
. Waterwet
. Wet Milieubeheer
. Activiteitenbesluit.
. Reglement van bestuur voor waterschap Hollandse Delta
14
Kadernota 2015
juni 2014
Bestuurlijke akkoorden:
. Bestuursakkoord Water 2011;
. Klimaatakkoord Unie van Waterschappen;
. Meerjarenafspraak Energie-efficiëntie (MJA3);
. Initiatief Energie- en Grondstoffenfabriek Unie van Waterschappen.
Beleidsuitgangspunten
Voor de taakuitvoering wordt uitgegaan van:
1. Voldoen aan wettelijke normen en eisen:
- gemalen en rwzi's voldoen nu en in de toekomst aan afnameverplichting en aan de normen
gesteld in vergunningen dan wel algemene wettelijke bepalingen;
2. Zuiveren tegen de laagste kosten:
- door continue verbetering wordt de efficiëntie verhoogd;
- kosten en prestaties worden transparant gemaakt in Bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer (ZB),
Waterschapspeil en Waterschapsspiegel;
3. Optimale beschikbaarheid en betrouwbaarheid installaties in relatie tot geaccepteerd
risiconiveau.
4. Maximale veiligheid installaties, met als uitgangspunt dat er geen (zware) ongevallen kunnen
optreden.
5. Optimaal niveau van duurzaamheid bij ontwerp en beheer installaties op het gebied van:
· energieverbruik / energiewinning;
· chemicaliëngebruik;
· terugwinning van reststoffen;
· duurzaam bouwen:
Stand van zaken Programma Zuiveren
Uit de jaargegevens en uit de bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer blijkt dat de prestaties van de
zuiveringen van WSHD op orde zijn. Er zijn op zuiveringsgebied momenteel geen ontwikkelingen
gaande ten aanzien van:
wet- en regelgeving (strengere eisen afvalwater)
aanbod afvalwater.
In de komende jaren richten we ons daarom vooral op het behouden van deze prestaties door het
in stand houden van de installaties d.m.v. levensduurverlenging.
In 2013 is een uitgebreide Asset Lifecycle Management (ALM) studie uitgevoerd, waarbij samen
met een externe partij alle toekomstmogelijkheden van het Slibverwerkingsbedrijf (SVB)
Sluisjesdijk zijn doorgelicht. Vooruitlopend op de uitkomsten van de ALM-studie is in de kadernota
2014 al een aantal projecten aangekondigd met individuele revisies van onderdelen van het SVB
Sluisjesdijk. In de Kadernota 2014 is al gemeld dat de resultaten van de ALM studie mogelijk
nieuwe investeringsprojecten zou opleveren en dat al geplande projecten kunnen wijzigen van
scope. De uitwerking van de ALM studie zit momenteel in de afrondingsfase.
Voordat we de uitkomsten en het geheel van projecten voorleggen aan de VV vindt nog een
aanvullende toetsing van financiën en planning plaats. De verwachting is dat de resultaten in de
tweede helft van 2014 kunnen worden voorgelegd aan de VV en na positieve besluitvorming
vervolgens meegenomen worden in de Programmabegroting 2015-2018.
Autonome financiële mutaties
Voor deze Kadernota heeft een heroverweging plaatsgevonden van het investeringsprogramma.
Een aantal onzekere projecten, met name aanleg van persleidingen, die afhankelijk zijn van
activiteiten van derden zijn uit de meerjarenraming gehaald. Hierdoor zijn de kapitaallasten
gewijzigd. Het financieel effect is opgenomen als “effect kapitaallasten” in de tabel in hoofdstuk 2.
Vanaf begrotingsjaar 2019 wordt de bijdrage vanuit de bestemmingsreserve DRSH en de
bestemmingsreserve Cross Borderlease in enkele jaren afgebouwd naar nihil.
15
Kadernota 2015
juni 2014
Nog niet gekwantificeerde posten
In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de niet gekwantificeerde posten van het
programma Zuiveren. Dit overzicht geeft de niet gekwantificeerde posten uit de
Kadernota 2014, waarbij in de kolom “Kadernota 2015” de actuele stand van zaken van deze
posten is weergegeven. Daarnaast zijn twee nieuwe posten opgenomen, “ontwikkeling WCK” en
“schoonmaak circuits”.
Niet gekwantificeerde posten programma Zuiveren
Kadernota 2014
Verwerkt slib. Bij HVC is Zuiderzeeland
toeleverancier van slib. Zij hebben in het voorjaar
2013 de slibverwerking opnieuw aanbesteed,
w aarna zij de slibverw erking aan een andere
aanbieder hebben gegund. Omdat de kosten voor
verwerking van slib voornamelijk bepaald wordt
door vaste lasten leidt het afhaken van
Zuiderzeeland mogelijk tot een tariefstijging per
2014 van ca. 5% ofwel € 4,- per ton. Dit betekent
een structurele verhoging van de exploitatiekosten
van ca. € 350.000.
Asbestcement leidingen. Een aantal
asbestcementleidingen van het w aterschap zijn na
het voltooien van projecten vòòr 2010 niet
verwijderd. In 2013 wordt bezien welk beleid het
w aterschap zal voeren inzake het verw ijderen van
asbestcementleidingen. De (eenmalige) kosten voor
de verwijdering bedragen meer dan €1 mln, deels
te verrekenen met gemeenten.
Voor onderzoeken in het kader van
grondstoffenterugw inning vindt in 2013 op
landelijke schaal afstemming plaats binnen de
Grondstoffenfabriek, Binnen dit kader zal een
landelijk onderzoeksprogramma w orden
uitgewerkt, waarin WSHD zal participeren.
Het voornemen bestaat om in de komende jaren de
aanpak van asset management verder te
ontwikkelen voor het beheer van de bestaande
installaties. Hiermee kunnen op de lange termijn de
laagste maatschappelijke kosten worden behaald
met inrichtingen die zijn afgestemd op de omgeving
en die zijn voorbereid op de toekomst. Met name
een methodiek, waarin de kosten over de gehele
levensduur van de installatie w orden beschouwd,
zal hierin een steeds voornamere rol krijgen.
Onder w elke voorwaarden deze ontwikkeling kan
w orden doorgezet zal nog in beeld worden
gebracht.
* Groot onderhoud slibgistingstanks. De twee
gistingstanks op Sluisjesdijk zullen in 2014 en 2015
w orden geïnspecteerd en aangepast. We gaan er
daarbij vanuit dat bij het opengaan van de tanks
verschillende onderdelen (direct) moeten worden
vervangen of gerepareerd om verlenging van de
levensduur te realiseren. Het is daarom van belang
geld te reserveren voor aanpassingen die moeten
w orden uitgevoerd, zoals betonreparaties,
veiligheidsvoorzieningen, leidingwerk en
mengvoorzieningen. Het gaat hier om een bedrag
van max 2,5 M€, w aarbij pas na opening van de
tanks beter zicht is op de hoogte van de
investering.
* Resultaten ALM studie slibverwerkingsbedrijf
Sluisjesdijk. In januari 2013 is de ALM (asset
lifecycle management) studie voor
Slibverwerkingsbedrijf Sluisjesdijk gestart. Deze
studie zal inzicht geven in de ontwikkeling van de
financiële en operationele prestaties van de
installatie gedurende de komende 15 jaar. De
kwaliteit van de bestaande installaties zal in de
studie zichtbaar gemaakt worden en na afronding,
in juli 2013, zal een reeks van nieuwe projecten
w orden gedefinieerd, die er voor moeten zorgen
dat het gehele Slibverw erkingsbedrijf klaar is voor
de toekomst en voldoet aan de moderne eisen voor
veiligheid, efficiëntie en duurzaamheid. De scope en
de grootte van de projecten is in dit stadium nog
niet te bepalen.
Kadernota 2015
De in 2013 aangekondigde tariefverhoging door HVC als gevolg van het
afhaken van Zuiderzeeland is doorgevoerd.
Het beleid ten aanzien van het verwijderen van oude
asbestcementleidingen zal in 2014 aan het bestuur worden
voorgelegd.
Eind 2013 zijn de energie en de grondstoffenfabriek samengevoegd.
Alle 24 waterschappen zijn nu bij dit initiatief betrokken.
De actuele stand van zaken rondom asset management is beschreven
in hoofdstuk 8.
In 2013 is een uitgebreide Asset Lifecycle Management (ALM) studie
uitgevoerd, waarbij samen met een externe partij alle
toekomstmogelijkheden van het Slibverwerkingsbedrijf (SVB)
Sluisjesdijk zijn doorgelicht. Vooruitlopend op de uitkomsten van de
ALM-studie is in de kadernota 2014 al een aantal projecten
aangekondigd met individuele revisies van onderdelen van het SVB
Sluisjesdijk. In de Kadernota 2014 is al gemeld dat de resultaten van
de ALM studie mogelijk nieuwe investeringsprojecten zou opleveren en
dat al geplande projecten kunnen w ijzigen van scope. De uitwerking
van de ALM studie zit momenteel in de afrondingsfase.
Voordat we de uitkomsten en het geheel van projecten voorleggen aan
de VV vindt nog een aanvullende toetsing van financiën en planning
plaats. De verwachting is dat de resultaten in de tweede helft van 2014
kunnen w orden voorgelegd aan de VV en na positieve besluitvorming
vervolgens meegenomen w orden in de Programmabegroting 20152018.
16
Kadernota 2015
juni 2014
Het aanpassen van de beluchting B-trap Dokhaven is opgenomen in de
Aanpassen beluchting B-trap rwzi Dokhaven. De
vervanging van de puntbeluchting in de B-trap van investeringsvoorstellen.
rwzi Dokhaven door een bellenbeluchtingsinstallatie
betekent een (her)investering van ca. 3,3 miljoen
euro. Hiermee kan een besparing worden bereikt in
energiegebruik van 2.500.000 kWh per jaar. Een
dergelijk besparing levert een grote bijdrage (ca. 5
% van het jaarverbruik van het programma
zuiveren) aan het bereiken van de doelstellingen in
het MJA3 programma. De investering kan naar
verwachting worden terugverdiend door de lagere
energiekosten en door een besparing op de
vervangings-investeringen op de bestaande
installatie. Begin 2013 zal de business case worden
afgerond. De aanvraag van het uitvoeringskrediet
zal in 2014 plaatsvinden.
Nadere invulling en gebruik WCK. Het verder optimaliseren van de WCK
is afhankelijk van een aantal factoren die nog nadere uitw erking
behoeven. Voor Zuiveren w ordt met een studie nagedacht over
verdergaande automatisering van on line metingen op de installaties
en sturing vanuit de WCK. Ook zal op basis van een visie op centrale
sturing en regie in de toekomst een vertaalslag moeten worden
gemaakt naar prioritering van maatregelen en financiële consequenties.
Schoonmaak circuits. Een aantal rwzi’s is in 2012 en 2013 schoon
gemaakt. In de Kadernota 2014, en in het verlengde hiervan de
Programmabegroting 2014-2018, is structureel alleen een bedrag voor
de schoonmaak van de selectoren (begingedeelte van de installatie)
opgenomen. Op basis van recente peilingen is het aannemelijk dat ook
in 2015 en 2016 circuits dienen te w orden schoongemaakt. Het betreft
hier niet het begingedeelte van de installatie, maar de rest van de
installatie. Op dit moment wordt de schoonmaak van de circuits en de
huidige stand van zaken geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie zal
bepaald kunnen worden of er nog extra middelen, al dan niet
structureel, benodigd zijn.
17
Kadernota 2015
6
juni 2014
Programma Wegen
Algemeen
Waterschap Hollandse Delta is binnen zijn beheergebied wegbeheerder van de wegen buiten de
bebouwde kom. Dit komt mede voort uit het oorspronkelijke beheer van wegen op dijken. De Wet
Herverdeling Wegen uit 1993 heeft de wegentaak van het waterschap verder vormgegeven. Dit
uitgangspunt betekent dat het wegennet zodanig dient te worden beheerd, dat een goede
verkeersveiligheid, berijdbaarheid en bereikbaarheid gewaarborgd zijn. Het programma Wegen
richt zich dan ook op het ontwikkelen en in standhouden van een veilig wegennet, conform de
doelstellingen van Duurzaam Veilig. Daarnaast wordt gewerkt aan het optimaliseren van de
bereikbaarheid van het gebied en een goede staat van onderhoud. De strategische visie,
vastgelegd in het Wegenbeleidsplan 'Wegen naar de toekomst' (maart 2008), is dat het waterschap
een goed wegbeheerder wil zijn, met wegen van een voldoende kwaliteitsniveau en een daarop
toegesneden organisatie.
Kerntaken
Binnen de wegentaak zijn een viertal thema’s gedefinieerd: verkeersveiligheid, mobiliteit,
berijdbaarheid en weginrichting:
•
Verkeersveiligheid: optimalisering van de verkeersveiligheid.
•
Mobiliteit: het optimaal gebruiken van het wegennetwerk.
•
Berijdbaarheid: de instandhouding van het wegennetwerk.
•
Weginrichting: de bruikbaarheid van de weg garanderen.
Dit wordt onder andere vertaald in de aanpak van kruispunten en wegvakken waar veel ongevallen
gebeuren. Daarnaast worden de wegen zodanig ingericht dat het gebruik, de functie en de
inrichting in overeenstemming zijn. Ook worden ontbrekende schakels in het wegennet aangepakt.
De focus ligt daarbij vooral op fietspaden, waarbij de aanpak van drukke woon-werk/school-relaties
prioriteit heeft. Verder wordt de staat van onderhoud op een niveau gebracht dat sprake is van
duurzame objecten welke gedurende de gehele levensduur kunnen blijven functioneren.
Omgevingsfactoren
Het waterschap is als wegbeheerder een autonome speler. De gevolgen kunnen echter wegbeheeroverschrijdend zijn. Daarnaast kunnen ook bepaalde gebruikers/belanghebbenden gevolgen
ondervinden van de activiteiten van het waterschap.
Zowel beleidsmatig als financieel zijn er belangrijke partners (provincie, Rijk, regionale verbanden).
Technologische ontwikkelingen
Het waterschap gaat in het kader van het programma Beter Benutten (gericht op een optimaler
gebruik van de bestaande wegen) in samenwerking met de Stadsregio Rotterdam werken aan een
koppeling van verkeersregelinstallaties aan de regionale Verkeersregiekamer. Daarmee kunnen
dynamisch de verkeersstromen worden beïnvloed. Daarnaast wordt het mogelijk bredere
verkeerskundige analyses uit te voeren ten aanzien van het functioneren van de verkeerslichten.
Wettelijke kaders
De wettelijke kaders voor het programma wegen zijn:
. Waterschapswet
. Wegenwet
. Wegenverkeerswet
. Reglement van bestuur voor waterschap Hollandse Delta
Beleidsuitgangspunten
1. Landelijke Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (ministerie I&M)
2. Nota Mobiliteit (ministerie I&M)
3. Regionale en Provinciale verkeers- en vervoerplannen (Stadsregio en provincie Zuid-Holland)
4. Wegenbeleidsplan 2008 (WSHD)
Ten aanzien van het onderhoud van asfalt wordt verwezen naar hoofdstuk 9, scenario’s
18
Kadernota 2015
juni 2014
Nog niet gekwantificeerde posten
In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de niet gekwantificeerde posten van het
programma Wegen. Dit overzicht geeft de niet gekwantificeerde posten uit de
Kadernota 2014, waarbij in de kolom “Kadernota 2015” de actuele stand van zaken van deze
posten is weergegeven.
Niet gekwantificeerde posten programma Wegen
Kadernota 2014
Structureel hoger niveau onderhoudsbudget
(professionaliseren onderhoudsprogramma)
Kadernota 2015
Professionalisering onderhoudsmanagement. In 2013 is een traject
gestart waarin de w erkw ijze met betrekking tot het uitvoeren van
onderhoud geprofessionaliseerd en risicogestuurd ingericht w ordt. Als
basis voor het w egbeheer hanteert w shd de systematiek van het
CROW . Met deze systematiek kan op rationele w ijze de aanpak van het
onderhoud w orden geformuleerd.
19
Kadernota 2015
7
juni 2014
Algemene beleidstaken en bedrijfsvoering
Algemeen
Het bestuur, de communicatie, vergunningverlening en handhaving en heffing en invordering zijn
de algemene, taak overstijgende beleidstaken, die door het waterschap als functionele overheid
worden uitgevoerd.
Kerntaken
Bestuursbeslissingen, vergunningverlening en belastingheffing dienen rechtmatig, transparant en
integer te gebeuren. De externe communicatie moet toegesneden zijn op het onderwerp en de
doelgroep die het betreft.
Omgevingsfactoren
Bestuursakkoord Water
In het Bestuursakkoord Water is het twee-lagenmodel vastgelegd, waarbij één overheid
kaderstellend is en toezicht houdt, en één overheid is verantwoordelijk voor de uitvoering. Het
verminderen van de bestuurlijke drukte is immers een van de doelstellingen van het BAW.
In het Regeerakkoord van Rutte II is ook aangegeven, dat de provincies samengevoegd worden tot
landsdelen en dat de waterschappen op termijn opgenomen gaan worden in deze landsdelen.
Vooralsnog zijn de waterschappen van mening, dat een zelfstandig voortbestaan van de
waterschappen de beste waarborg biedt voor een optimale zorg voor de waterveiligheid en het
waterbeheer.
In een studie van de Organisatie van Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) wordt
het huidige Nederlandse bestel voor het waterbeheer onderschreven, al worden er wel enkele
kanttekeningen geplaatst (m.n. t.a.v. het waterbewustzijn van de gemiddelde burger).
In 2014 zijn de Waterschapswet en de Kieswet aangepast, zodat in 2015 de
Waterschapsverkiezingen als stembusverkiezing gelijktijdig met de verkiezingen voor de Provinciale
Staten zullen worden uitgevoerd.
De samenwerking op het gebied van de vergunningverlening en handhaving met Rivierenland zal
bezien worden in het licht met de eventuele samenwerking met Regionale Uitvoerings Diensten
(RUDs) én RWS.
Wettelijke kaders
. Waterschapswet
. Waterwet
. Kieswet
Beleidsuitgangspunten
Nadat in maart 2015 een nieuwe Verenigde Vergadering is beëdigd, zal het nieuw gekozen college
van Dijkgraaf en Heemraden met een eigen Bestuursprogramma voor de komende bestuursperiode
komen.
Het nieuwe Bestuur zal tevens een nieuwe Kostentoedelingsverordening moeten vaststellen omdat
die eens in de vier jaar opnieuw vastgesteld moet worden.
Autonome financiële mutaties
Als gevolg van de nullijn dateert de laatste verhoging van de cao-lonen van 1 april 2009. In 2012
en 2013 is het IKB-budget met respectievelijk 1% en circa 2% aangepast. Naast de economische
ontwikkeling is de vraag hoe lang deze nullijn in de onderhandelingen tussen sociale partners stand
houdt. Ter indicatie een looneis van 1% kost Hollandse Delta circa € 400.000 structureel per jaar.
Voor de cao van 2014 wordt de verlaging van de pensioenpremie aangewend voor een
loonsverhoging van ca. 2% netto. Deze uitgaven zijn al begroot en leiden niet tot extra uitgaven
voor het waterschap.
Vanaf 2016 wordt voor de periodieke stijging van de loonsom 1% in de begroting opgenomen.
20
Kadernota 2015
juni 2014
Vanaf 2019 wordt rekening gehouden met een prijsindexering van de materiele budgetten van 2%
per jaar.
In hoofdstuk 9 wordt nader ingegaan op HRM ontwikkelingen en is een scenario opgenomen voor
de inzet van workmates en trainees.
21
Kadernota 2015
8
8.1
juni 2014
Algemene speerpunten
Asset management
In het Bestuursakkoord Water van 2011 wordt de gezamenlijke invoering van asset management
genoemd als voorwaarde voor doelmatig en efficiënt beheer. Asset management is kort gezegd de
“Planning & Control van onderhoud en vernieuwing per object op basis van optimale verhouding
tussen kosten, prestaties en risico’s over de gehele levenscyclus”.
Hiervoor is vereist dat alle objecten (assets) in kaart zijn gebracht en voorzien zijn van een risico
gestuurd onderhoudsconcept en dat deze assets regelmatig integraal beoordeeld worden.
De organisatorische structuur voor doelmatig asset management is in de afgelopen jaren voor alle
programma’s binnen het waterschap ingevoerd. De inrichting van asset management is volop in
gang, waarbij de verschillende
programma’s binnen het waterschap in een verschillende staat van ontwikkeling verkeren.
Voor de programma’s Watersystemen, Waterkeringen en Wegen wordt in 2014 de basis gelegd om
te gaan werken met een onderhoudssysteem dat is gebaseerd op geïnventariseerde objecten. In
een traject tot 2018 wordt de status van alle objecten stapsgewijs in kaart gebracht waarbij
telkens een onderhoudsconcept op basis van risicoanalyse wordt vastgesteld. Het toelaatbaar
risiconiveau wordt hierbij bestuurlijk vastgesteld. Het streven hierbij is om uiteindelijk overwegend
preventief onderhoud te verrichten.
Voor het programma Zuiveren is al een aantal jaren een risico gestuurd onderhoudsmanagement in
werking. In 2013 is in een externe toets een goede score behaald, waarbij geconstateerd is dat
onderhoud en vervangingen systematisch worden gestuurd en overwegend preventief van aard
zijn. Bij Zuiveren zijn veel objecten aan het einde van hun eerste levenscyclus gekomen. Daarom is
doorontwikkeling van belang naar asset lifecycle management waarin met name ook gekeken
wordt naar eisen en doelstellingen in de toekomst. Op deze wijze kan het bestuur goed
gefundeerde beslissingen nemen over vervanging dan wel levensduurverlenging van bestaande
objecten. Uiteindelijk is het doel voor het gehele waterschap te werken met een asset management
systeem dat op elk gewenst moment beschikt over een actueel inzicht in de omvang, de aard en de
onderhoudstoestand van de beheerde objecten in relatie tot de risico’s die gelopen worden.
22
Kadernota 2015
8.2
juni 2014
Samenwerking in de afvalwaterketen
Invulling Bestuursakkoord Water
In het Bestuursakkoord Water (BAW) is als financiële ambitie verankerd dat in 2020 de kosten voor
het beheer van de afvalwaterketen € 380 miljoen lager moeten zijn dan voorzien in het Landelijke
Feitenonderzoek. Voor de waterschappen is het van strategisch belang de doelstellingen uit het
Bestuursakkoord Water te halen.
WSHD is voor haar deel van de opgave (€ 100 miljoen autonome besparing voor de
waterschappen) al klaar. Voor het gezamenlijk deel (€ 140 miljoen voor waterschappen en
gemeenten) zijn stappen gezet om deze doelstelling te halen (samenwerkingsovereenkomsten
bestuurlijk getekend, projecten om te komen tot deze besparing opgestart). In het gemeentelijk
domein (€ 140 miljoen) heeft het waterschap geen zeggenschap.
Zoals ook uit de financiële gegevens blijkt (rapportage aan de Visitatiecommissie, november 2013),
heeft de implementatie van het BAW nog niet overal voldoende (bestuurlijke) prioriteit bij de
gemeenten. Zij voelen weinig urgentie t.a.v. de risico’s van het niet halen van de doelstellingen en
voelen zich in hun autonomie aangetast wanneer het waterschap zich te nadrukkelijk mengt in de
organisatie van taken en verantwoordelijkheden in het gemeentelijk domein.
Doelstelling komende periode
Uitgangspunt bij de implementatie BAW is tot nu toe geweest dat wij ons inzetten om de doelen uit
het BAW voor het waterschap deel te halen. Het belang van WSHD belang, echter, is breder: het is
van strategisch belang dat het waterschap goede resultaten laat zien ten aanzien van de
doelstelling uit het BAW. Aals de gemeenten hun doelstelling niet halen, straalt dat tevens af op
het waterschap.
Strategie
1. Urgentie vasthouden bij gemeenten: door een verzwaarde communicatiestrategie kan het
gevoel van urgentie bij de gemeenten voor dit dossier worden vastgehouden en waar nodig
vergroot worden (bestuurlijke inzet).
2.
Intensievere samenwerking op strategisch niveau: sturen op beleidskeuzes en doelen van
gemeenten (met afvalwaterketenplannen regie op het besluitvormingsproces binnen
gemeenten).
3.
Inzicht in financiële huishouding van gemeenten: m.b.v. het financiële monitoringsinstrument
krijgen wij inzicht in de financiële huishouding en proberen we daar invloed op uit te oefenen.
4.
Kostenstijging bij gemeenten verlagen: de grootste kostenstijging is het gevolg van extra
investeringen, veelal leidingvervanging. Met procesbegeleiding en kennisdeling kunnen we de
gemeenten ondersteunen bij het opzetten van asset management en risico gestuurd beheer.
ISA is een goed instrument om voldoende zicht te krijgen op de proces in het gemeenlijk
domein om advies te kunnen geven.
Risico’s
Bij een te assertieve houding in deze aanpak kan de relatie met de gemeenten zodanig onder druk
komen te staan, dat het de doelstellingen uit het BAW en de doelstelling de afvalwaterketen te
beheren “als ware wij één bedrijf” kan schaden.
23
Kadernota 2015
9
9.1
juni 2014
Scenario’s
Inleiding
In een opiniërende bijeenkomst op 2 april 2014 heeft de Verenigde Vergadering zowel plenair als in
groepen gediscussieerd over de verschillende scenario’s waarover in deze Kadernota keuzes
kunnen worden gemaakt; zie de bijgevoegde documentatie en verslaglegging. De volgende
scenario’s zijn besproken:
Baggeren:
1. Instellen voorziening conform beheerplan baggerwerken 2014-2028;
2. Inlopen achterstanden in stedelijk gebied in 3 jaar of in 6 jaar;
Innovatie : Centrale aansturing (WCK):
De ontwikkeling van de WCK langs de lijn:
a. Huidige situatie handhaven (watersystemen): geen centraal inzicht noodzakelijk, werk
volledig in de regio of
b. Informatie wel centraal beschikbaar met mogelijkheid centraal te bedienen
(bv calamiteiten)
c. Zelfregulerend systeem waarbij alle processen centraal aangestuurd worden.
Wegen: Achterstallig onderhoud terugdringen tot 6% in 2023 of 2025
Trainees en workmates:
a. Geen inzet van workmates en trainees of workmates en trainees opnemen in strategische
personeelsplanning; gebruik van uitstroom (pensionering, en/of gebruik stelpost HWBP tot
2018), òf
b. Inzet van trainees en/of workmates en de additionele kosten opnemen in de begroting.
Onderstaand worden de diverse scenario’s nader uitgewerkt.
9.2
Baggeren
Actualisering Beheerplan Baggerwerken en instellen voorziening baggerwerken
In de VV van juni 2013 is het Beheerplan Baggerwerken 2014-2028 vastgesteld, waarin de
programmering en bijbehorende kosten van het baggeronderhoud van WHSD zijn opgenomen.
Deze vallen uiteen in:
1. regulier baggerwerk in landelijk of stedelijk gebied met een cyclus van zes jaar (zeven jaar
op Voorne-Putten) en
2. projectmatig baggerwerk. Dit betreft het baggeren van grote waterlichamen die niet vaak
gebaggerd behoeven te worden, maar waar wel veel baggerspecie vrijkomt.
Dit projectmatige baggerwerk behelst zowel het uitvoeren van enkele KRW-maatregelen als het
onderhouden van KRW-waterlichamen, om geen achteruitgang in de onderhoudstoestand van deze
waterlichamen te krijgen en te zorgen dat andere KRW-maatregelen effectief zullen zijn. Het
projectmatig baggerwerk is noodzakelijk om in 2027 aan de Kaderrichtlijn Water te voldoen.
In de Kadernota 2014 zijn alleen de financiële consequenties voor het reguliere baggerwerk
meegenomen. Er is geen voorziening ingesteld met jaarlijkse dotatie voor projectmatig
baggerwerk. Besloten is om afhankelijk van de prestaties in 2013 bij het reguliere baggerwerk, de
financiële consequenties voor de grote waterlichamen (projectmatig onderhoud) in de Kadernota
2015 te presenteren (Kadernota 2014, p. 67). Dit is tevens verwoord in de Programmabegroting
2014 (p. 45), waarin staat dat er in 2014 besluitvorming dient plaats te vinden over een
voorziening conform het Beheerplan baggerwerken (regulier en projectmatig baggerwerk). Door
het instellen van deze voorziening worden de kosten van het baggeren gelijkmatig over de jaren
verdeeld en worden grote fluctuaties in de begroting voorkomen. Tevens wordt het door het ramen
24
Kadernota 2015
juni 2014
van de extra lasten met ingang 2015 mogelijk vanaf 2016 de eerste grote waterlichamen
(projectmatig baggerwerk) te baggeren.
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
2018
3.738
4.004
3.722
4.093
4.077
3.738
0
3.738
4.004
0
4.004
3.722
999
4.721
4.093
808
4.901
4.077
912
4.989
0
0
999
808
912
(bedragen x € 1.000)
Programmabegroting 2014-2018
- Nettolasten regulier baggeren
Beheerplan baggerwerken 2014-2028
- Nettolasten regulier baggeren (blz. 17)
- Nettolasten projectmatig baggerwerk (blz. 17)
Verschil
gemiddeld
over periode
2014-2028
3.790
698
4.488
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de gemiddelde kosten voor projectmatig onderhoud € 698.000
per jaar bedragen over de periode 2014 – 2028. In 2016 wordt gestart met het baggeren van de
eerste grote waterlichamen. Gezien de hoge realisatiegraad in 2013 voor het landelijk baggeren
wordt vanaf 2015 rekening gehouden met de gemiddelde jaarlijkse lasten van het projectmatig
onderhoud ter grootte van € 698.000 van de grote waterlichamen.
Tevens wordt voor de uitvoering van het Beheerplan baggerwerken een voorziening gevormd. De
berekening van dit bedrag is gebaseerd op de jaarlijkse baggeraanwas en kentallen voor het
baggeren, vervoeren en verwerken van baggerspecie. Indien daarvoor op basis van de toegezegde
evaluatie van het Beheerplan baggerwerken in het najaar aanleiding is, wordt de storting in de
voorziening bijgesteld bij de behandeling en vaststelling van de Programmabegroting 2015-2019.
Het college stelt voor om bij de Programmabegroting 2015-2019 een voorziening baggerwerken in
te stellen.
Kwaliteitsverbetering en inhaalslag stedelijk baggeren
Het landelijk baggeren in 2013 heeft dankzij de doorgevoerde procesverbetering geleid tot een
kwalitatief goede en tijdige uitvoering binnen budget. Nu dient bij stedelijk baggerwerk deze
kwaliteitsverbetering doorgevoerd te worden.
In 10 van de 18 gemeentes in ons beheersgebied dient een extra inspanning verricht te worden om
baggerwerken uit te voeren die in de periode 2010 t/m 2013 geprogrammeerd waren. Daarbij
dient in nauw overleg met de gemeenten gezocht worden naar maatwerkoplossingen.
In scenario 1 wordt dit werk in 3 jaar uitgevoerd (2014 t/m 2016). De lasten worden als volgt
geraamd: 2014 € 900.000; 2015 € 1.000.000 en 2016 € 400.000, gemiddeld afgerond € 800.000.
De extra lasten voor 2014 worden verantwoord in Burap 1 -2014. Verder zal in dezelfde Burap een
voorstel worden gedaan voor de dekking van de incidentele lasten 2015 en 2016 ten laste van een
reserve.
Een alternatief scenario 2 is het inhalen van de achterstand in 6 jaar. De kosten voor dit scenario
bedragen gemiddeld afgerond € 400.000 per jaar in plaats van € 800.000 bij scenario 1. Dit kan er
toe leiden dat knelpunten in de waterkwaliteit of waterkwantiteit langer blijven bestaan of dat
nieuwe knelpunten optreden. Onder knelpunten wordt verstaan: laag zuurstofgehalte, gevallen van
vissterfte, klachten van de regio over doorstroming, klachten van bewoners die te relateren zijn
aan baggeren. Ook in scenario 2 zullen de extra incidentele lasten worden verantwoord, met een
dekkingsvoorstel, in Burap 1 – 2014.
Het college stelt voor om scenario 1 te volgen.
25
Kadernota 2015
9.3
juni 2014
Innovatie: centrale aansturing (WCK)
Centralisatie van de bedrijfsvoering van ons primaire proces staat binnen WSHD in de
belangstelling. Het fysiek bij elkaar brengen van de bedrijfsvoering in combinatie met
technologische en inhoudelijke kennis in één ruimte, al dan niet gecombineerd met de
calamiteitenbestrijding, wordt binnen WSHD de Waterschapsbrede Controle Kamer (WCK)
genoemd.
WSHD is in beweging en wordt geconfronteerd met verschillende uitdagingen:
• Een toenemende samenwerking in de afvalwaterketen;
• De opgave om doelmatiger onze taken uit te voeren;
• Een vergrijzend personeelsbestand;
• Een verouderde (proces)automatisering.
De WCK levert winst op in de driehoek kosten, prestaties en risico’s. Aan de kostenkant is naast
een mogelijke besparing op fte’s een besparing mogelijk in de bedrijfsvoering, omdat er efficiënter
geopereerd kan worden. Bovendien maakt het de organisatie meer onafhankelijk van kennis die bij
de vaak oudere werknemers aanwezig is en biedt een goede basis voor de steeds complexer
wordende processen. Met een “state of the art” proces automatisering kan vanuit de WCK de
afvalwaterketen, het watersysteem (inclusief onze waterkeringen) en onze zuiveringsinstallaties
bediend worden.
Door de doorontwikkeling van de huidige WCK zijn ruwweg drie richtingen te onderscheiden:
1. Huidige situatie handhaven: geen centraal inzicht noodzakelijk en werk volledig in de regio?
In deze situatie is er centraal nauwelijks of geen real-time informatie beschikbaar. De WCK
kijkt als ware als een soort “vuurtoren” over het gebied heen zonder enige vorm van
intelligentie of een mogelijkheid om de bedrijfsvoering direct te beïnvloeden in tijden van
calamiteiten.
2. Informatie centraal beschikbaar met mogelijkheid centraal te bedienen (bv calamiteiten);
De vuurtoren is opgewaardeerd tot een verkeerstoren. Hierin is hoogwaardige technologie
beschikbaar en goed opgeleid personeel om routinematig of bij calamiteiten in te kunnen
grijpen. In de WCK is ook veel informatie van derden (bv KNMI of Ketenpartners) real time
beschikbaar.
3. Zelfregulerend systeem waarbij alle processen centraal aangestuurd worden; Onder normale
omstandigheden is ingrijpen van de mens niet of nauwelijks noodzakelijk. Scenario’s zijn
beschikbaar om snel in te kunnen spelen op veranderende omstandigheden (bv neerslag veel
hoger dan voorspelling). Gehele bedrijfsvoering is centraal aangestuurd en verloopt via de
WCK.
Watersystemen bevindt zich op dit moment duidelijk in fase één, terwijl Zuiveren in fase twee zit.
De doorontwikkeling vraagt om een toekomstvisie voor de (centrale) aansturing en daarmee de
technische automatisering van het waterschap. De eerste ervaringen met reeds lopende projecten
kunnen hierin worden meegenomen. Het gaat hier bijvoorbeeld om het project “ISA Hoeksche
Waard”. Het uiteindelijke doel van de centralisatie van de bedrijfsvoering is uiteindelijk een verdere
professionalisering van het beheer, waardoor werkprocessen eenvoudiger en doelmatiger kunnen
verlopen.
Het college stelt voor om vanuit de huidige situatie via centrale bediening naar een zelfregulerend
systeem te ontwikkelen. In de Programmabegroting 2015-2019 zal een plan van aanpak
gepresenteerd worden waarin de geschetste ontwikkeling vorm krijgt.
26
Kadernota 2015
9.4
juni 2014
Wegen
In de Kadernota 2014 is aangegeven hoe binnen de financiële kaders zo doelmatig mogelijk
uitvoering gegeven kan worden aan de wegentaak in de periode 2014-2017. Hierbij is het accent
gelegd op de vervanging van de openbare verlichting, het onderhoud van verhardingen, onderhoud
kunstwerken en verkeersveiligheid. Voor deze planperiode ligt de focus vooral op het onderhoud
van verhardingen en kunstwerken. De uitvoering van de categorisering is getemporiseerd. Daar
waar groot onderhoud en categorisering samen kan vallen, doen we dit.
Een (middel)lange termijn doorkijk (vanaf 2018) is in de kadernota 2014 niet gepresenteerd. In
2014 is een uitvoeringsprogramma in voorbereiding waarin op alle voornoemde aspecten zicht
gegeven wordt op de (middel)lange termijn doelstellingen en financiële gevolgen. Dit is dan de
basis voor de Kadernota 2016.
Op basis van de Kadernota 2014 is in de Programmabegroting 2014-2018 de streefwaarde voor de
beheerkwaliteit van ons wegennet gericht op maximaal 6% achterstallig onderhoud in 2025. Voor
2014 wordt nog een stijging van het percentage achterstallig onderhoud voorzien, waarna
langzaam de daling ingezet wordt om uiteindelijk in 2025 de doelstelling te hebben bereikt.
Het sneller wegwerken van het achterstallig onderhoud op de wegen is mogelijk door een
aanvullend budget van € 250.000 structureel vanaf 2015 in te zetten. Hiermee bereiken we dat we
enkele jaren eerder de doelstelling van 6 % achterstallig onderhoud hebben bereikt.
Het college stelt voor om het achterstallig onderhoud versneld terug te dringen tot 6% in 2023.
27
Kadernota 2015
9.5
juni 2014
Inzet trainees en workmates
Introductie
Op initiatief van het A&O-fonds is het onderwerp “Werken bij een waterschap in 2020” door
medewerkers van de waterschappen verkend. Uit deze verkenning kwamen o.a. de volgende
stellingen:
•
De aard van het werk verandert. Het routinematig/handmatig werk vermindert door nieuwe IToplossingen en innovaties. Waterschappen hebben dan ook andere expertise nodig. Hoe kan de
sector aantrekkelijker worden gemaakt om daarmee de juiste mensen binnen te halen en te
houden.
•
Door meer samen te werken met andere organisaties kunnen de juiste talenten worden binnen
gehaald.
•
Het focussen op talenten maakt organisaties succesvol: het vermindert kosten en levert een
hogere medewerkerstevredenheid op. Het geeft organisaties ook een identiteit waar
medewerkers zich aan verbinden. En organisaties met een sterke identiteit zijn aantrekkelijk
als werk-/leerplaats.
Voor de komende jaren zetten de waterschappen in op werkzekerheid en een activerend
personeelsbeleid gericht op de optimale inzetbaarheid, van alle medewerkers in alle levensfasen,
gedurende de hele loopbaan.
Hollandse Delta
Hollandse Delta beschikt anno 2014 over een personeelsbegroting van circa € 40 miljoen exclusief
inhuur derden.
Met het schrijven van deze kadernota staan twee scenario’s voor de arbeidsmarkt naast elkaar. De
eerste gaat uit van een stagnatie van de arbeidsmarkt als gevolg van het doorwerken tot 67 jaar.
De tweede gaat uit van een economisch herstel en daarmee van een toename van banen. Voor
Hollandse Delta blijft de arbeidsmarkt voor kandidaten met een technische en/of bèta achtergrond
belangrijk. Bij een economisch herstel neemt de concurrentie op de arbeidsmarkt toe. Ervaring
leert dat daarmee de wervings- en loonkosten voor de kritische functies toeneemt. In 2014 wordt
duidelijk of en wanneer deze trend wordt ingezet (2015-2016).
Dominante thema’s in de strategische personeelsplanning zijn de ontwikkeling van watersystemen
2e fase, de introductie van het objecten management, de uitfasering van het HWBP, de introductie
van Aanbesteden op maat en het verhogen van de realisatiegraad van de afdeling PU.
Op de lange termijn zijn de volgende ontwikkelingen mogelijk:
•
De kosten per arbeidsplaats stijgt en het aantal medewerkers in vaste dienst daalt;
•
De flexibele schil kent een beperkte inzet van inhuur en een groei van uitbesteed werk en;
•
Het accent in de arbeidsmarkt ligt in het vinden en boeien van medewerkers.
Formatie en bezetting
•
In de begroting 2014 zijn 22 vaste formatieplaatsen ten behoeve van het HWBP opgenomen,
daarmee is een bedrag aan loonkosten van circa € 1,8 miljoen gemoeid. Tot 2018 worden de
werkzaamheden in het kader van het HWBP geleidelijk afgebouwd. Uiteindelijk worden deze
plaatsen en de bijbehorende loonkosten met ingang van 2018 gecorrigeerd op de
personeelsbegroting van Hollandse Delta.
Voor dit doel is met ingang van 2014 de stelpost formatie en ontwikkeling in de begroting
opgenomen. Deze post wordt gevuld met opbrengsten uit structurele besparingen op de
personeels-/formatiebegroting. Het uiteindelijke doel is om in 2018 een formatieruimte van 22
fte met een bijbehorend bedrag van € 1,8 miljoen te realiseren om daarmee het uitgangspunt
van een neutrale begrotingsontwikkeling te kunnen waarmaken en te voldoen aan de afspraak
die in het kader van de projectorganisatie HWBP zijn gemaakt.
•
Voornoemde stelpost formatieontwikkeling wordt tot 2018 aangewend voor de financiering van
tijdelijke trajecten op het gebied van personeel/organisatie.
•
Naar verwachting rendeert de huidige ingezette organisatieontwikkeling watersystemen 2e fase
en aanbesteden op maat na 2016. Het toekomstbeeld laat minder maar hoger gekwalificeerde
medewerkers zien. Dat betekent enerzijds een afname van het aantal formatieplaatsen en
anderzijds een opwaartse ontwikkeling in het loongebouw. Ter indicatie: een gemiddelde
formatieplaats kost € 60.000 en een opwaardering van een functie kost circa € 10.000 per
schaal. De omvang is nog niet te kwantificeren.
28
Kadernota 2015
•
juni 2014
Een stagnerende arbeidsmarkt in combinatie met een vergrijzend personeelsbestand zorgt voor
een verminderde mobiliteit van medewerkers. Het gevolg is dat er sprake is van een
verminderde vacatureruimte (het verschil tussen formatie en bezetting). De gemiddelde
vacatureruimte bedroeg in 2013 circa 3%. Dat levert een budgetruimte op van € 1.1 miljoen
op jaarbasis. Deze ruimte werd tot op heden aangewend voor de inzet van inhuur en trajecten
als Verjongen & Verkleuren. Voor de komende twee jaar wordt uitgegaan van een
vacatureruimte van 2-3%.
Flexibele schil
•
De arbeidsorganisatie kent twee ringen, naast de kern van vaste medewerkers en de eerste
ring van inhuur is er de ring van diensten door derden. Met de introductie van o.a.
“aanbesteden op maat” ontstaat het scenario van een slankere maar hoger gekwalificeerde
vaste formatie met daarnaast een tweede schil van diensten die door de markt worden
geleverd.
•
In hoeverre de diensten door derden wordt gecompenseerd is afhankelijk van:
• De mate van efficiency die de nieuwe wijze van aanbesteden oplevert;
• De afname van het volume aan inhuur en;
• De ontwikkeling van de vaste formatie van Hollandse Delta.
•
Met betrekking tot de inhuur is het HWBP tot op heden de grootste afnemer. Naar verwachting
wordt met ingang van 2015 een dalende lijn ingezet. Wanneer Hollandse Delta in staat is om
watersystemen 2e fase, met aanbesteden op maat, succesvol te vertalen dan leidt dat tot een
afname van de behoefte aan inhuur. De flexibele schil blijft voornamelijk rond de
projectorganisatie en seizoensarbeid nodig. Ook hier is de economie een factor. Met een
concurrerende arbeidsmarkt komen de moeilijk vervulbare vacatures terug en de behoefte om
de vacature tijdelijk met inhuur in te vullen.
Personeel
•
Hollandse Delta kent een vergrijsd personeelsbestand. Circa 60 % van de medewerkers heeft
het maximum van de schaal bereikt. De jaarlijkse stijging van de loonkosten als gevolg van de
periodieke salarisverhoging bedraagt circa € 300.000.
•
Over een periode van vijf jaar stromen circa 40 medewerkers als gevolg van pensionering uit.
Er is sprake van een piek in 2015 (twaalf medewerkers). De komende acht jaar vertrekken in
totaal 74 medewerkers als gevolg van pensionering.
•
Voor de kwaliteit van de langere termijn personeelsvoorziening worden structureel trainees
ingezet. De trainees zijn afgestudeerden op HBO/WO niveau die een opleidings- en on the job
trainingsprogramma doorlopen bij het waterschap. Kosten voor het traineeprogramma
bedragen circa € 50.000 per trainee per jaar (incl. opleidingskosten) en zijn tot met 2015
opgenomen in de begroting. De kosten voor het continueren van het traineeprogramma met 6
trainees bedragen circa € 300.000 per jaar voor 2016 en 2017.
•
Vergelijkbaar met het traineeprogramma is het Workmate traject. Hierbij worden jongeren op
MBO niveau opgeleid voor technische functies in de waterschapsector. Daarbij ligt de focus op
het verjongen en verkleuren van het personeelsbestand van Hollandse Delta. Voor het traject
workmates bedragen de kosten naar verwachting € 35.000 per plaats per jaar (incl.
opleidingskosten). Met 5 deelnemers bedragen de kosten € 175.000 voor 2015 en 2016 per
jaar.
Loonkostenontwikkeling
•
Als gevolg van de nullijn dateert de laatste verhoging van de cao-lonen van 1 april 2009. In
2012 en 2013 is het IKB-budget met respectievelijk 1% en circa 2% aangepast. Naast de
economische ontwikkeling is de vraag hoe lang deze nullijn in de onderhandelingen tussen
sociale partners stand houdt. Ter indicatie een looneis van 1% kost Hollandse Delta circa
€ 400.000 structureel per jaar. Voor de cao van 2014 wordt de verlaging van de
pensioenpremie aangewend voor een loonsverhoging van ca. 2% netto. Deze uitgaven zijn al
begroot en leiden niet tot extra uitgaven voor het waterschap.
•
Vanaf 2016 wordt voor de periodieke stijging van de loonsom 1% in de begroting opgenomen.
•
Van rust aan het pensioenfonds is nog geen sprake. Er staat een nieuwe wet op stapel en het
ABP heeft een fluctuerende dekkingsgraad. De eventuele kosten als gevolg van nieuwe
ontwikkelingen zijn nu niet te voorspellen.
•
Voor de begroting 2015 is een eerste taakstelling op het betaald meerwerk overeengekomen.
Voor de opvolgende jaren worden nog afspraken gemaakt.
29
Kadernota 2015
juni 2014
Voorzieningen
• Indien de personele gevolgen van de voorgenomen organisatie ontwikkelingen worden
opgevangen met interne/externe mobiliteit dan zijn er geen financiële consequenties.
Indien voorgenomen organisatie ontwikkelingen onverhoopt leiden tot instroom van
medewerkers in de WW dan heeft dat financiële consequenties. Gelet op het profiel van de
gemiddelde medewerker van Hollandse Delta (leeftijd en duur dienstverband) leidt dat tot
langlopende verplichtingen.
Scenario’s
Scenario 1
Trainees en workmates
Geen additionele kosten.
Scenario 2
Additionele
begroting:
•
2015 €
•
2016 €
•
2017 €
kosten opnemen in
175.000
475.000
300.000
Het college stelt voor om de inzet van trainees en workmates als additionele kosten op te nemen in
de Programmabegroting 2015-2019.
30
Kadernota 2015
juni 2014
10 Beschouwing Reserves
Bij de vaststelling van de Programmabegroting 2014-2018 is de motie Slachter aangenomen.
Hierin wordt het college verzocht om bij de Kadernota 2015 te komen met een analyse en
beschouwing over de algemene reserves en de bestemmingsreserves. Verzocht is om hierbij met
name aandacht te hebben voor de vraag of de hoogte van deze reserves in overeenstemming is
met het doel waarvoor deze reserves worden aangehouden.
Door het waterschap worden de volgende reserves aangehouden (cijfers na verwerking Burap 22013 en Programmabegroting 2014-2018):
Omschrijving
saldo
(bedragen x € 1.000) 1-1-2014
saldo
1-1-2015
saldo
1-1-2016
saldo
1-1-2017
saldo
1-1-2018
saldo
1-1-2019
829
2.544
5.634
843
2.848
829
2.544
5.634
843
2.848
829
2.544
5.634
843
2.848
829
2.544
5.634
843
2.848
829
2.544
5.634
843
2.848
829
2.544
5.634
843
2.848
12.698
12.698
12.698
12.698
12.698
12.698
BESTEMMINGSRESERVES
Egalisatiereserves
- Waterkeringen
- Watersysteembeheer
- Zuiveringsbeheer
- Wegenbeheer
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal egalisatiereserves
0
0
0
0
0
0
2.341
2.958
938
1.829
2.366
469
1.366
1.774
0
952
1.183
0
587
591
0
271
0
0
609
373
749
373
878
373
994
373
1.111
373
1.227
373
2.793
4
2.793
4
2.793
4
2.793
4
2.793
4
2.793
4
838
2.767
4.120
5.274
6.248
7.042
1.936
1.936
1.936
1.936
1.936
1.936
1.587
1.218
1.587
4.708
1.587
7.608
1.587
10.288
1.587
10.487
1.587
8.501
Totaal specifieke bestemmingsreserves
15.595
19.581
22.439
25.384
25.717
23.734
TOTAAL
28.293
32.279
35.137
38.082
38.415
36.432
ALGEMENE RESERVES
- Programma Waterkeringen
- Programma Water
- Programma Zuiveren
- Programma Wegen
- Programma Algemene beleidstaken
Totaal algemene reserves
Specifieke bestemmingsreserves
- Reserve egalisatie Subsidie SVI-DRSH
- Reserve egalisatie Cross Border Lease
- Bestemmingsreserve BBVW Wegenbeheer
- Bestemmingsreserve Gegarandeerde
geldlening HVC NV
- Bestemmingsreserve Reorganisatie WSHD
- Bestemmingsreserve Planvormingskosten
proj.dijkversterkingen
- Bestemmingsreserve fractievergoedingen
- Bestemmingsreserve
vervangingsinvesteringen
- Bestemmingsreserve
vervangingsinvesteringen zuiveren
- Bestemmingsreserve
vervangingsinvesteringen wegen
- Reserve egalisatie geactiveerde lasten
Het beleid rondom de reserves is vastgelegd in de Beleidsnota Reserves en voorzieningen die op 24
november 2011 is vastgesteld door de VV. Hierin is onder andere aangegeven wat het doel is van
de verschillende reserves die het waterschap op dat moment kende. Hieronder worden deze doelen
kort herhaald en wordt getoetst of de hoogte van de reserve in overeenstemming is met het
beschreven doel. Voor bestemmingsreserves die na 24 november 2011 zijn ingesteld, is het doel
opgenomen zoals dat is bepaald bij de instelling van de betreffende reserve.
31
Kadernota 2015
juni 2014
Algemene reserves
Doel reserve:
De algemene reserves hebben geen specifieke bestemming en fungeren als ‘weerstandvermogen’
van de organisatie. De algemene reserves dienen in eerste instantie om eventuele toekomstige
financiële tegenvallers van algemene aard (risico's/calamiteiten) te kunnen opvangen. Bij de
vaststelling van de beleidsnota is besloten dat als richtlijn voor de omvang (van het totaal) van de
algemene reserves per programma een bedrag van tussen de 5% en de 10% van de totale netto
kosten per programma van het waterschap wordt gehanteerd. Dit is een vuistregel die door
meerdere decentrale overheden wordt gebruikt.
Het toetsingsmoment van de omvang van de algemene reserves is de opmaak van de begroting.
Op basis van deze toets kan in het licht van het meerjarenperspectief worden bezien in hoeverre
aanvulling of afroming van de algemene reserves zal plaatsvinden. Komt het saldo van de
algemene reserve per programma beneden de 5% dan bestaat in principe de verplichting tot
aanvulling. Komt het saldo per programma boven de 10% dan kan aan het meerdere een andere
bestemming worden gegeven binnen het programma. Het is uiteindelijk de Verenigde Vergadering
die, bij begroting(wijziging), besluit om de reserve te muteren en met welke omvang.
Hoogte reserve:
In de Programmabegroting 2014-2018 is aangegeven hoe het saldo van de algemene reserve per
programma, per 1 januari 2014, zich verhoudt tot de netto-lasten 2014 van het betreffende
programma. Meerjarig is dit beeld niet gegeven. Omdat de toetsing van de omvang van de
algemene reserves eigenlijk in het licht van het meerjarenperspectief moet worden gegeven, is
deze toetsing tot en met 2018 alsnog gemaakt. Dit geeft het volgende resultaat:
Omschrijving
(bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
ALGEMENE RESERVES
- Programma Waterkeringen
- Programma Water
- Programma Zuiveren
- Programma Wegen
- Programma Algemene beleidstaken
5,1% 4,5% 4,4% 4,0% 3,8%
6,2% 6,1% 6,1% 5,9% 5,3%
10,2% 9,9% 9,8% 9,6% 9,5%
10,7% 10,4% 9,0% 8,8% 8,9%
13,5% 14,5% 14,3% 18,0% 22,8%
Totaal algemene reserves
9,0%
8,8%
8,6%
8,6%
8,4%
Uit dit overzicht blijkt, dat als naar het totaal van de algemene reserves en het totaal van de nettolasten gekeken wordt, binnen de richtlijn gebleven wordt. Per programma wordt wel afgeweken
van de norm. Met name betreft dit het programma Algemene beleidstaken. Omdat dit programma
ondersteunend is voor de andere programma’s, kan het te hoge saldo van deze reserve worden
herverdeeld over de algemene reserves van de andere programma’s.
Conclusie:
Het totaal van de algemene reserves is in overeenstemming met het doel waarvoor ze
aangehouden worden, namelijk fungeren als ‘weerstandsvermogen’, waarbij voldaan wordt
aan de van ‘richtlijn 5% tot 10%’. Het saldo van de algemene reserve ‘programma Algemene
beleidstaken’ kan desgewenst worden afgeroomd ten gunste van de overige algemene
reserves.
Egalisatiereserves
Doel reserve:
Eventueel kunnen reserves worden aangehouden om ongewenste schommelingen op te vangen in
de belastingtarieven, de zogenaamde ‘bestemmingsreserves voor tariefsegalisatie’. Als
beleidsuitgangspunt is vastgesteld dat deze reserves tot nihil afgebouwd moeten worden binnen de
horizon van het meerjarenbeleidsplan (nu: (meerjaren)Programmabegroting).
Op dit moment is het saldo van de tariefsegalisatiereserves nihil.
32
Kadernota 2015
juni 2014
Overige bestemmingsreserves
Reserve egalisatie Subsidie SVI-DRSH
Doel reserve
Hoogte reserve
Conclusie
Middels deze reserve wordt een in 1994 ontvangen subsidie van Rijkswaterstaat
geleidelijk in 25 jaar ten gunste van de exploitatie, programma Zuiveren
gebracht.
In 2019 wordt voor het laatst een bedrag ten gunste van de exploitatie
gebracht en is het saldo nihil.
Het saldo van de reserve is in overeenstemming met het doel.
Reserve egalisatie Cross Border Lease
Doel reserve
Hoogte reserve
Conclusie
Middels deze reserve wordt het voordeel dat behaald is met de Cross Border
Lease transactie geleidelijk ten gunste van de exploitatie gebracht.
In 2018 wordt voor het laatst een bedrag ten gunste van de exploitatie
gebracht en is het saldo nihil.
Het saldo van de reserve is in overeenstemming met het doel.
Bestemmingsreserve BBVW Wegenbeheer
Doel reserve
Hoogte reserve
Conclusie
Ter gedeeltelijke dekking van de kosten van groot onderhoud aan wegen in de
jaren 2012 t/m 2015 is bij de vaststelling van de begroting 2010 besloten deze
reserve te vormen ten laste van de egalisatiereserve Wegenbeheer. Tevens is
uit het jaarrekeningresultaat 2010 nog een bedrag toegevoegd aan deze
reserve.
In 2015 wordt voor het laatst een bedrag ten gunste van de exploitatie
gebracht en is het saldo nihil.
Het saldo van de reserve is in overeenstemming met het doel.
Bestemmingsreserve Gegarandeerde geldlening HVC NV
Doel reserve
Hoogte reserve
Conclusie
Deze reserve is bestemd voor de (gedeeltelijke) dekking van eventuele
aanspraken op de garantstelling die door WSHD is verstrekt voor door HVC
afgesloten geldleningen. De reserve wordt opgebouwd door storting van de
provisie die jaarlijks ontvangen wordt.
De gewenste hoogte van de reserve moet gerelateerd worden aan het risico,
dat gelopen wordt. De individuele aansprakelijkheid van WSHD is € 19 miljoen.
De kans dat het risico zich voordoet ligt tussen de 0% en 19%, gemiddeld
10%. Rekening houdend met dit percentage is de gewenste hoogte van de
reserve € 1,9 miljoen.
Op basis van de huidige meerjarenramingen is het saldo van deze reserve per
1 januari 2019 € 1,2 miljoen. De jaren daarna zal de reserve nog groeien. Als
de nu geraamde stortingen (€ 116.000 per jaar) op hetzelfde niveau blijven,
dan wordt dit gewenste niveau per 1 januari 2025 bereikt.
Op dit moment is het saldo van deze reserve niet op het gewenste niveau. Daar
het hier gaat om het afdekken van een eventueel risico, met een lage kans dat
dit risico zich voordoet, zijn geen maatregelen nodig om het saldo nu te
verhogen.
Bestemmingsreserve Reorganisatie WSHD
Doel reserve
Hoogte reserve
Conclusie
Bekostiging van incidentele lasten als gevolg van reorganisaties in verband met
de organisatiebrede doorgroei.
Vanuit het jaarrekeningresultaat 2010 is € 1 miljoen in deze reserve gestort. Dit
is een taakstellend budget. Er resteert per 1 januari 2014 nog een saldo van
€ 373.000. De verwachting is dat dit bedrag in 2014 besteed wordt.
Geen maatregelen nodig. De reserve wordt in 2014 geheel besteed. Uit de nog
lopende herziening van de organisatie zullen naar verwachting in en na 2014
nog kosten voortkomen.
33
Kadernota 2015
juni 2014
Bestemmingsreserve Planvormingskosten proj.dijkversterkingen
Doel reserve
Hoogte reserve
Conclusie
Egalisatie overschotten en tekorten op de planvorming van de
dijkversterkingsprojecten.
Deze reserve is bij de vaststelling van de jaarstukken 2010 gevormd uit een
batig saldo van drie dijkversterkingsprojecten, waarbij de vergoeding voor
planvorming hoger was dan de werkelijke kosten. Omdat dit batig saldo (€ 3,6
miljoen) specifiek betrekking heeft op dijkversterkingsprojecten, is besloten dit
bedrag ook beschikbaar te houden voor eventuele tekorten op de
planvormingskosten van dijkversterkingsprojecten. In 2014 wordt de
planvorming voor alle dijkversterkingsprojecten in het HWBP2-programma
afgerond.
Na afronding van de planvorming van de dijkversterkingsprojecten in het
HWBP2-programma medio 2014 wordt een voorstel gedaan ten aanzien van de
bestemming van het saldo .
Bestemmingsreserve fractievergoedingen
Doel reserve
Hoogte reserve
Conclusie
Reservering van het niet gebruikte deel van de fractievergoeding toekomend
aan een fractie ter besteding door die fractie in volgende jaren (o.b.v. de
verordening op de fractieondersteuning, artikel 11).
Op basis van de afrekening van de fractievergoedingen 2012 moet het saldo
van de reserve per 31 december 2013 € 541 bedragen.
Gezien de hoogte van de te reserveren bedragen wordt voorgesteld deze
reserve op te heffen. De bedragen waar de fracties recht op hebben worden
extra comptabel bijgehouden. Als door de fracties een beroep wordt gedaan op
de ‘reserve’ dan wordt dit verantwoord in de exploitatie.
Bestemmingsreserves vervangingsinvesteringen
Doel reserve
Hoogte reserve
Conclusie
De bestemmingsreserves vervangingsinvesteringen zijn bedoeld voor het
dekken van de structurele financiële gevolgen van toekomstige
vervangingsinvesteringen.
De gewenste hoogte van deze reserve is bij de instelling (vaststelling nota AWA
en jaarrekening 2012) niet bepaald.
Op dit moment worden meerjaren onderhoudsplannen ontwikkeld. Deze
plannen moeten inzicht geven in de onderhoudsopgave van het waterschap en
de financiële consequenties die daaruit voortvloeien. De bestemmingsreserves
zullen hiervoor worden ingezet. Zodra het inzicht in de opgave bekend is kan de
gewenste hoogte van de reserves worden vastgesteld.
Reserve egalisatie geactiveerde lasten
Doel reserve
Hoogte reserve
Conclusie
De reserve is bedoeld om budgettaire fluctuaties in de exploitatie op te vangen
als gevolg van verschillen tussen begrote en gerealiseerde uren besteed aan
investeringen..
Jaarlijks wordt bij de begroting de gewenste hoogte bepaald. Deze is gelijk aan
de maximale budgettaire fluctuatie. Jaarlijks wordt bij de jaarrekening het
verloop van de reserve bezien.
Afhankelijk van de uitkomst van bovengenoemde analyse wordt de hoogte van
deze reserve bepaald.
Eindconclusie:
•
De algemene reserves worden in stand gehouden overeenkomstig het
vastgestelde beleid. Op basis van bovenstaande beschouwing van de
bestemmingsreserves wordt geconcludeerd dat het doel waarvoor deze reserves
zijn ingesteld nog valide is en instandhouding derhalve gewenst is;
•
Het is op dit moment (nog) niet mogelijk om voor alle bestemmingsreserves de
gewenste hoogte te bepalen.
•
De bestemmingsreserve fractievergoedingen kan worden opgeheven. Hiervoor
dient de verordening op de fractieverordening aangepast te worden.
34
Kadernota 2015
11
juni 2014
Vaststelling Kadernota 2015
DE VERENIGDE VERGADERING VAN WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA;
op voordracht van dijkgraaf en heemraden van waterschap Hollandse Delta d.d. 20 mei 2014;
gelezen het advies van de commissies:
• Water van 10 juni 2014;
• WWV van 10 juni 2014;
• MBH 11 juni 2014
overwegende dat:
1. jaarlijks de kaders worden vastgesteld die als uitgangspunt dienen voor het
opstellen van de Programmabegroting;
2. In de Kadernota de beschouwing en analyse op de algemene reserves en de
bestemmingsreserves zoals gevraagd met vaststelling van de motie Slachter
in de Verenigde Vergadering van 28 november 2013 is opgenomen;
gelet op:
artikel 77 Waterschapswet;
BESLUIT:
De Kadernota 2015 vast te stellen met als belangrijkste kaders voor het
opstellen van de Programmabegroting 2015-2019:
1. het instellen van een voorziening baggerwerken conform het beheerplan
baggeren 2014-2028;
2. De achterstanden bij het baggeren stedelijk gebied in 3 jaar in te lopen;
3. De ontwikkelingen van de WCK nader uit te werken in een
onderzoeksvoorstel;
4. Het achterstallig onderhoud wegen terug te dringen tot 6% in 2023;
5. Trainees en workmates in te zetten en de additionele kosten op te nemen
in de begroting.
Ridderkerk, 26 juni 2014.
De Verenigde Vergadering voornoemd,
dijkgraaf,
secretaris-directeur,
drs. A.A. van Vliet.
ing. J.M. Geluk.
35
Kadernota 2015
12
juni 2014
Bijlagen bij de Kadernota 2015
Bijlage 1
Lijst van afkortingen
36
Kadernota 2015
Bijlage 1
juni 2014
Lijst van afkortingen
Bron: Jaarrekening 2013 (Niet alle afkortingen zijn in de Kadernota gebruikt)
Arbo
Arbeidsomstandigheden
AWA
Activeren, Waarderen en Afschrijven
Awb
Algemene wet bestuursrecht
AWZI Afvalwaterzuiveringsinstallatie
BAW
Bestuursakkoord Water
B&W
Burgemeester en wethouders
BBK
Besluit bodemkwaliteit
BGT
Basisregistratie Grootschalige Topografie
BHV
Bedrijfshulpverlening
Bor
Besluit omgevingsrecht
BWK
Bestuurlijk Akkoord Waterketen
C2C
cradle to cradle
CAO
Collectieve arbeidsovereenkomst
CDA
Christen Democratisch Appèl
Ce
Conformité Européenne
CPB
Centraal Planbureau
CPI
Consumenten prijsindex
CROW Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek
CU
ChristenUnie
D&H
Dijkgraaf en heemraden
DAM
Dijk Analyse Module
DBFMO Design (ontwerp), Built (bouw), Finance (financiering), Maintain (onderhoud) en
Operate (exploitatie)
DGWP Deelgemeentelijk Waterplan
DIV
Documentaire Informatievoorziening
DOB
Duurzaam onkruidbeheer
DR
Directieraad
E&C
Engineering & Construct
e.d.
en dergelijke
EEP
Energie-efficiency plan
EMU
Europese Monetaire Unie/Economische en Monetaire Unie
ERP
Enterprise Resource Planning
EU
Europese Unie
EZ
Economische Zaken
Fe
Ferro
FN
Financiën
GBKN Grootschalige Basiskaart Nederland
GEO
Geografische (Informatievoorziening)
GET
Goede ecologische toestand
GEP
Goed ecologisch potentieel
GI
Geografische Informatie
GO
Goeree-Overflakkee
GR
Gemeenschappelijke Regeling
GS
Gedeputeerde Staten
ha.
hectare
HDN
Hollandse Delta Natuurlijk
HIA
Hendrik-Ido-Ambacht
HVC
Huisvuilcentrale Noord Nederland
HWBP Hoogwaterbeschermingsprogramma
HWH Het Waterschapshuis
HWN Hoofdwegennet
ICT
Informatie- en communicatietechnologie
ILG
Inrichting Landelijk Gebied
IMW
Integraal maatregelenpakket wegen
37
Kadernota 2015
juni 2014
INSPIRE Infrastructureel for Spatial Information in Europe
IPO
Interprovinciaal Overleg
IRIS
Integratie resultaatgericht informatiesysteem
JZ
Juridische Zaken
KAM
Kwaliteitszorg-, arbeidsomstandigheden- en milieuzorgbeleid
km
kilometer
KNMI Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
KRW
Kaderrichtlijn Water
kwh
kilowattuur
Led
Light emitting diode
LNC
Landschap, natuur en cultuur
m
meter
MES
Maatschappelijk efficiënt en solide
Meteo Medewerkerstevredenheidsonderzoek
MIRT Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport
MJA
Meerjarenafspraak energie-efficiency
MJBP Meerjarenbeleidsplan
Mln.
Miljoen
mm
millimeter
MOOP Meerjaren organisatie ontwikkel programma
Mor
Ministeriële regeling omgevingsrecht
MVO
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
n.v.t. niet van toepassing
NBW
Nationaal Bestuursakkoord Water
NEN
Nederlandse norm
NHI
Nederlands Hydrologisch Instrumentarium
nHWBP Nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma
NME
Natuur en Milieu Educatie
NORA Nederlandse Overheid Referentie Architectuur
NUP
Nationaal Uitvoeringsprogramma
NVO
Natuurvriendelijke oever
NWP
Nationaal Waterplan
OAS
Optimalisatiestudies
OTO
Opleiden, trainen en oefenen
OV
Openbare verlichting
P&C
Planning en control
PAGO Periodiek arbeidsgeneeskundig onderzoek
PDCA Plan Do Check Act
PK
Personeel en organisatie en kwaliteitszorg-, arbeidsomstandigheden- en milieuzorgbeleid
PM
Pro memorie
PRINCE Projects In Controlled Environments
PvdA Partij van de Arbeid
PVV
Partij voor de Vrijheid
PWK
Provinciale waterkeringen
RBVW Regeling Beleidsvoorbereiding en Verantwoording Waterschappen
RI&E Risico-inventarisatie en - evaluatie
RUD
Regionale uitvoeringsdienst
RWZI Rioolwaterzuiveringsinstallatie
RZ
Rozenburg
SGBP Stroomgebiedbeheersplannen
SGP
Staatkundig Gereformeerde Partij
SNIP Spelregelkader Natte Infrastructuurprojecten
SSC
Shared Service Centre
Stowa Stichting toegepast onderzoek waterbeheer
SVI
Slibverwerkingsinstallatie
UvW
Unie van Waterschappen
uWBP Uitwerkingsprogramma Waterbeheerplan
V&W
Verkeer en Waterstaat
38
Kadernota 2015
VBC's
VCA
v.e.
VNG
VP
VRI's
VROM
VV
VVD
VZHW
Wabo
WCK
WHD
WHW
WM
WN
WP
WS
WSHD
WSRL
Wtw
ZB
ZUIS
juni 2014
Visstandbeheercommissies
Veiligheid, gezondheid en milieu Checklist Aannemers
Vervuilingseenheden
Vereniging Nederlandse Gemeenten
Voorne-Putten
Verkeersregelinstallaties
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Verenigde Vergadering
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie
Vereniging van Zuid-Hollandse Waterschappen
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Waterschapsbrede controlekamer
Waterschapspartij Hollandse Delta
Wet herverdeling wegenbeheer
Wet milieubeheer
Water Natuurlijk
Waterplan
Watersystemen
Waterschap Hollandse Delta
Waterschap Rivierenland
Waterwet
Zuiveringsbeheer
Zuiverings Informatiesysteem
39
Kadernota 2015
juni 2014
40
Verslag opiniërende bijeenkomst Kadernota d.d. 2 april 2014
De bijeenkomst wordt geopend door heemraad Van Eekhout die de aanwezigen welkom heet. Deze
bijeenkomst bouwt voort op de goed verlopen aanpak van vorige jaar en maakt gebruik van de
opmerkingen die in de evaluatie van de VV zijn gemaakt. Vervolgens wordt gestart met de
presentatie. Naar aanleiding van de presentatie worden de volgende vragen gesteld:
Sheet 13:
Vraag: In de presentatie staat dat de komende jaren geen strengere eisen worden verwacht. Hoe zit
het met medicijnresten in het afvalwater, zijn daarvoor geen investeringen nodig?
Antwoord: De medicijnresten zijn niet alleen een nationaal, maar ook een internationaal probleem.
Er dient eerst op Europees niveau nog onderzoek verricht te worden. Waarschijnlijk is aanpak bij de
bron het meest voor de hand liggend. Er worden in de eerste jaren voor het waterschap geen
investeringen verwacht.
Vraag: Gevraagd wordt naar een nadere toelichting op de huidige prestaties. In de presentatie
worden deze als goed benoemd. Uit de benchmark zuiveren is gebleken dat de prestaties
achterbleven.
Antwoord: Het betreft stikstofverwijdering op Dokhaven. Het verwijderingspercentage ligt op
Dokhaven lager dan het landelijk gemiddelde. Er wordt wel voldaan aan de norm.
Vraag: Waarom wordt er geen extra inspanning geleverd om dit te verbeteren.
Antwoord: Er worden extra inspanningen geleverd. Er wordt gezocht naar innovatieve methoden om
het zuiveringsproces te verbeteren. Een voorbeeld hiervan is het project Cenirelta. De uitkomsten
van deze studie worden verwacht in 2016/2017.
Vraag: Gesteld wordt dat er geen goed zicht is op het zuiveringsproces.
Antwoord: WSHD voldoet aan alle eisen die bij vergunning zijn gesteld. Rijkswaterstaat voert
periodiek een audit uit op het zuiveringsproces. Tot op heden slaagt WSHD met vlag en wimpel voor
deze audits.
Sheet 18
Vraag: Hoe verhoudt de categorisering zich tot de prioritering?
Antwoord: Dit zijn twee verschillende zaken. Bij de categorisering kijken we of een weg in de goede
snelheidscategorie is ingedeeld.
Vraag: gaan wij geen categorisering van wegen meer doen?
Antwoord: Alle wegen zijn gecategoriseerd. Er wordt nu getemporiseerd in de uitvoering van
maatregelen. Bijvoorbeeld een weg waar nu 80km/uur gereden mag worden, maar die eigenlijk naar
60km moet volgens de categorisering. Dan kan gesteld worden: bouw maar om. Alternatief is: even
wachten en kijken of het echt nodig is, bijvoorbeeld op basis van het aantal incidenten dat
plaatsvindt.
Vraag: Er staat op sheet “categorisering getemporiseerd”. Wordt hier niet bedoeld de consequenties
van categorisering getemporiseerd?
Antwoord: Ja dat klopt.
Vraag: Structureel € 250.000 erbij betekent over de jaren ca € 2 mln extra. Kost het daadwerkelijk
zoveel om de gewenste onderhoudstoestand iets eerder te bereiken?
Antwoord: Ja, dat klopt; het is het bedrag dat jaarlijks nodig is om tijdwinst te boeken in de beoelde
periode.
Vraag: De agrarische machines worden steeds groter. Dit geeft zorg over de staat van onderhoud
van de wegen in relatie tot deze grotere machines. Is daar rekening mee gehouden?
Antwoord: Dat is geen specifiek punt bij het onderhoud.
Sheet 20
Vraag: Hoe verhoudt de uitstroom van 22 fte, na afronding HWBP2, zich met ‘Investeren in de
toekomst deel 2’ ?
Antwoord: In 2006 is gestart met HWBP2. Destijds is besloten tijdelijk 22 fte extra vast personeel
plus inhuur aan te trekken voor de uitvoering van dit programma. Na afronding van HWBP2 moeten
de 22 fte weer van de lat om deze bestuurlijke afspraak na te komen. Daarbij wordt slim gekeken
naar het behoud van kennis binnen de organisatie.
Vraag: Trainees en workmates, is dat niet hetzelfde als investeren in de toekomst? Waarom loopt
het 3 jaar en niet structureel?
Antwoord: Nee, dit is een apart organisatiebreed programma. Het richt zich vooral op jonge
afgestudeerden en schoolverlaters. Na 3 jaar wordt gekeken of het programma zijn vruchten
afwerpt.
Sheet 15/21
Vraag: Waarom wordt het baggeren grote wateren nu opgenomen in de kadernota en waarom in
2015? Het is al in de programmabegroting 2014 opgenomen als activiteit voor 2016.
Antwoord met aanvulling op de informatie die al in de opinierende bijeenkomst is gegeven: Bij het
vaststellen van het meerjaren baggerplan (mei 2013) is gekozen om hier (nog) geen voorziening
voor te vormen. Er is voor gekozen om eerst te laten zien dat we het beheerplan landelijk baggeren
ook daadwerkelijk kunnen uitvoeren.
In de kadernota 2014 (p.67) is opgenomen dat de financiële consequenties in de kadernota 2015
gepresenteerd worden. Derhalve is de activiteit wel benoemd in de begroting 2014, maar niet
financieel vertaald: dat is inderdaad verwarrend weergegeven in de tekst van de begroting 2014.
De uitvoering van het baggeren van grote wateren start nog steeds in 2016 conform de begroting.
Het “sparen” in de voorziening start echter op basis van dit scenario al in 2015.
Sheet 21
Vraag: Waarom staan er nog geen bedragen bij WCK?
Antwoord: Het is daarvoor nog in te pril stadium. We kunnen nu ook nog geen grove inschatting
maken.
Vraag: Wat is de oorzaak van de mutatie in kapitaallasten 2017?
Antwoord: Dit is het gevolg van de herprogrammering van investeringen, met name bij zuiveren,
zoals toegelicht bij sheet 13.
Vraag: Er wordt nu een scenario gepresenteerd voor stedelijk baggeren. In de begroting 2013 stond
dat in 2013 de achterstand ingehaald zou worden. Is de begroting 2013 dan niet gehaald?
Antwoord met aanvulling op de informatie die al in de opiniërende bijeenkomst is gegeven: In 2013
zijn we bij het landelijk baggeren tegen een kostenoverschrijding opgelopen. Naar aanleiding
daarvan is bij het opstarten van het stedelijk baggeren een pas op de plaats gemaakt en zijn de
kosten van stedelijk baggeren eerst opnieuw geraamd. Tevens zijn verschillende opties beschouwd
voor de uitvoering in 2014. Dit is gemeld burap 2-2013 (p. 25).
Vraag: Hoe is het achterstallig onderhoud bij wegen ontstaan en waardoor?
Antwoord: Het is niet zo te zeggen wanneer het achterstallig onderhoud is ontstaan.
Vraag: Hoe is het achterstallig onderhoud bij baggeren ontstaan en waardoor? Hebben we niet
gehandhaafd of niet gebaggerd?
Antwoord: Het betreffen baggerwerkzaamheden van het waterschap. Dit is wel een samenwerking
met gemeenten. Het waterschap baggert en de gemeenten zorgen voor de afvoer van bagger.
Terugkoppeling discussiegroepen scenario’s:
Wegen:
Groep 1:
-
Positief kritisch
Voelt niet voor een belastingverhoging.
Hoe verhoudt kwaliteit van de waterschapswegen zich tot de wegen van de gemeenten?
Groep 2:
-
-
€ 250.000 op het totale wegenbudget (ca € 16 mln) is niets, dit is weinig ambitieus
Zet in op monitoren op de onderhoudsstaat van de weg. Indien er achteruitgang wordt
geconstateerd, bijvoorbeeld door een strenge winter, kom dan snel met voorstellen tot
verbetering.
Bewaak de ondergrens
Groep 3:
-
Positief.
Onderhoud op orde is belangrijk. In het verleden wellicht te veel naar financiën gekeken.
Probeer de wegen op de niveau te houden
WCK
-
Hoofdlijn is geleidelijk van 1 naar 2 naar 3
Studie moet leiden tot meer inzicht
Het gaat niet alleen om geld, maar ook om kwetsbaarheid
Kan het watersysteem net zo ver geautomatiseerd worden als zuiveren?
Zijn eventuele investeringen in de WCK wel in evenwicht met de opbrengsten?
Deel de onderzoeksvragen met de VV voorafgaand aan de studie.
Baggeren – instellen voorziening
Groep 1: gematigd positief
Groep 2: positief
Groep 3: Geen punt van discussie, want sparen geeft altijd zekerheid.
Stedelijk baggeren
- Kan WSHD dit aan als organisatie?
- Kan WSHD de gemeenten meekrijgen?
Alle groepen: positief, inlopen in 3 jaar.
Trainees en workmates
-
Over het algemeen positief
Het is een klein bedrag, maar je moet ergens beginnen
Prima methode om de arbeidsmarkt te bewerken
Maak gebruik van verwondering van jongeren
Past in de bestuurskracht
Je kunt er niet tegen zijn
Dekking: geen unanimiteit.
Heemraad Van Eekhout vat ten slotte samen dat de opiniërende bijeenkomst constructief en
levendig is verlopen en in grote lijnen aan de verachtingen heeft voldaan. Er zal een verslag worden
gemaakt en alle stukken worden toegevoegd aan de Kadernota stukken die t.z.t. voor commissies en
VV gepubliceerd zullen worden.