lips Capital Group Helvoirtseweg 146-148 T , 3173-6160000 P.O. Box 2109 F +31 73- 61 60 098 5260 CC Vught E The Netherlands I www lipscapnalgroup.r ,, corp. Advocaten t.a.v. de weledelgestrenge heer mr. Mi. Elkhuizen per e-mail: [email protected] Vught, 28 oktober 2010 Betreft: Lips c.s./Meijer c.s. Geachte heer Elkhuizen, Namens LHO Beheer BV (voorheen genaamd Nemerlaer Holding BV, "LHO"), Burgfonds Holding BV ("BFH"), BF Invest Westgate BV ("BIW") en de heer G.F.J. Lips ("Lips") vraag ik uw aandacht voor het volgende. Vorderingen van MCD ter zake van diensten onder opdrachtovereenkomst 1. BIW heeft kennis genomen van uw brieven en het beslagrekest van 13 september 2010 en de daarin omschreven vorderingen van Meijer Consultancy & Development BV ("MCD") op BIW van EUR 1,6 miljoen uit hoofde van art. 2 lid 1 sub (i) van de overeenkomst van opdracht van 7 december 2008 en EUR 1 miljoen uit hoofde van art. 2 lid 1 sub (ii) van dezelfde opdrachtovereenkomst. 2. Ter verzekering van verhaal op BIW heeft MCD op 14 september jl. derdenbeslag gelegd onder de notaris mr. R.D. Bos te Amsterdam op een gedeelte van de koopsom van het registergoed Westgate II, verschuldigd aan BIW. BIW heeft daarop noodgedwongen, teneinde de overdracht van Westgate II aan de koper daarvan doorgang te laten vinden, een depot gesteld ten gunste van MCD voor een bedrag van EUR 3 miljoen tegen opheffing van het door MCD gelegde beslag. 3. Bij brief van 21 september jl. heeft u notaris mr. Bos verzocht om uitkering van een bedrag van EUR 1,6 miljoen uit het depot aan MCD. BIW betwist de vorderingen van MCD op haar op grond van het volgende. 4. Op 3 november 2008 hebben Lips en de heer L.A.S. Meijer ("Meijer") en hun houdstervennootschappen een basisovereenkomst gesloten tot overname van de aandelen van MCD in BFH door LHO, alsmede bepaalde vorderingen van Meijer en MCD op BFH en derden. De afspraken in de basisovereenkomst zijn bevestigd en nader uitgewerkt in de definitieve Share Purchase Agreement ("SPA") die op 12 februari 2009 na een tegen Meijer en MCD gewezen arbitraal vonnis effectief werd. 5. De koopprijs voor het belang van MCD in BFH en de overgenomen vorderingen is EUR 1,5 miljoen. Daarnaast kan MCD aanspraak maken op een vergoeding voor zekere diensten, omschreven in de opdrachtovereenkomst van 7 december 2008, van maximaal EUR 2,6 miljoen. 6. In art. 1 van de opdrachtovereenkomst worden de door MCD daaronder te verrichten diensten omschreven: zwk lips Capital Group "MCD zal op verzoek van [BIW] een bemiddelende rol spelen tussen alle bij het Project betrokken partijen met het oogmerk de contractueel door BIW aan PWC verschuldigde Boetes zoveel als redelijkerwijs mogelijk te verminderen (..)" 7. De Boetes zijn omschreven in de considerans van de opdrachtovereenkomst. Uit art. 2 van de opdrachtovereenkomst volgt vervolgens, samengevat, dat indien MCD deze opdracht als goed opdrachtnemer uitvoert, MCD ten eerste recht heeft op betaling van EUR 1,6 miljoen bij verkoop en levering van Westgate II aan een derde, en ten tweede recht heeft op betaling van 60% van het bedrag waarmee de Boetes als gevolg van inspanning van Meijer namens MCD zijn verminderd. De aanspraak van MCD onder het variabel deel van deze regeling is maximaal EUR 1 miljoen. 8. BIW stelt zich echter op het standpunt dat MCD en Meijer niet te goeder trouw en als goed opdrachtnemer uitvoering hebben gegeven aan de door hen aangenomen opdracht. MCD en Meijer hebben namelijk vervolgens geen enkel initiatief ondernomen om tot succesvoile uitvoering van de opdracht te komen. Zij hebben niet noemenswaardig bijgedragen aan vermindering van de Boetes. 9. De conclusie is dat MCD derhalve aanspraak kan maken op het vast noch het variabel gedeelte van de vergoeding omschreven in de opdrachtovereenkomst. Vorderingen van LHO op Meijer en MCD uit hoofde van schending garanties SPA 10. Ook indien MCD wel een vordering uit hoofde van de opdrachtvergoeding op BIW zou hebben - hetgeen betwist wordt - heeft MCD geen recht op betaling van die vordering omdat Lips en LHO tegenvorderingen op Meijer en MCD hebben die het bedrag van de maximale opdrachtvergoeding ruimschoots overstijgen. Ten aanzien van deze vorderingen is in art. 6.3 van de SPA uitdrukkelijk een verrekeningsbevoegdheid overeengekomen. 11. Het betreft de volgende vorderingen van LHO op MCD en Meijer. Pandrechten 2007 Rabobank en kwestie Miedema 12. In de basisovereenkomst en later in art. 5.3 van de SPA wordt aantekening gemaakt van het feit dat LHO bekend is met de verpanding door Meijer van zijn vorderingen in de BFO-structuur aan Rabobank Bommelerwaard bij pandakte van 5 juni 2007. Ten aanzien van de verpande vorderingen rustte op Meijer een inspanningsverplichting: "om al hetgeen redelijkerwijs van hem verlangd kan worden te doen, teneinde te bereiken dat deze pandrechten zo spoedig mogelijk worden opgeheven, onder meer door middel van het stellen van vervangende zekerheden of anderszins convenierend voor Rabobank" 13. Verder wordt er in art. 5.2 van de SPA aantekening gemaakt van het feit dat LHO bekend is met de conservatoire beslagen ten laste van Meijer en MCD van mevrouw Miedema, de (ex) echtgenote van Meijer. Uit hoofde van art. 5.2 van de SPA rustte en rust thans nog op Meijer en MCD de verplichting om: "alles wat redelijkerwijs mogelijk is in het werk te stellen dit beslag en nadien gelegde beslagen zo spoedig mogelijk te doen opheffen" lk:\AkJ 2 lips Capital Group 14. Bij brief van 3 april 2009 is aan de adviseur van Meijer en MCD nog verzocht om een overzicht van de verrichtte inspanningen. Daarop is niet gereageerd. 15. LHO constateert dat MCD en Meijer tot op heden niets hebben ondernomen om aan deze inspanningsverplichtingen te voldoen. Pandrechten 2008 Rabobank 16. In de basisovereenkomst van 3 november 2008 en later in art. 5.1 van de SPA van 12 februari 2009 hebben Meijer en MCD gegarandeerd dat de vorderingen van MCD op BFH per datum van overdracht: "niet bezwaard zijn met enig beperkt recht zoals vruchtgebruik of pand, vrij van beslagen zijn [...]" 17. LHO constateert dat deze garantie is geschonden. Ter toelichting het volgende. 18. Bij brief van 27 maart 2009 deed Rabobank mededeling aan LHO en Lips van (stille) verpanding bij akte van 27 november 2008 door MCD aan Rabobank van onder meer de vorderingen van MCD op BFH uit hoofde van rekening courant en geldlening van 11 februari 2004 en daarnaast de vorderingen van MCD op LHO uit hoofde van de koopsom in de SPA. 19. Uit de pandakte blijkt dat MCD de desbetreffende vorderingen aan Rabobank heeft verpand op 27 november 2008, terwijl MCD deze vorderingen op 3 november 2008 of daarvoor al aan LHO had verkocht en daarbij had gegarandeerd dat deze vorderingen onbezwaard waren en zouden zijn op het moment van de levering daarvan. 20. LHO verwijt onder deze omstandigheden aan MCD wanprestatie en daarnaast aan Rabobank en Meijer gezamenlijk met MCD onrechtmatig handelen, nu deze partijen er aan hebben meegewerkt dat deze vorderingen van MCD op BFH werden bezwaard in de wetenschap dat MCD en Meijer met LHO op de datum van verpanding ter zake die vorderingen een koopovereenkomst hadden gesloten waarbij voornoemde garantie was gegeven door MCD. Derhalve zijn MCD, Meijer en Rabobank gezamenlijk jegens LHO schadeplichtig uit hoofde van onrechtmatige daad. 21. Tevens, en los daarvan, betekent de verpanding van de vorderingen van MCD op BFH en LHO een schending van de garanties die Meijer en MCD in de basisovereenkomst en in de SPA (opzettelijk valselijk) hebben afgegeven. Die schending levert zondermeer een tekortkoming op van Meijer en MCD van de basisovereenkomst en de SPA als gevolg waarvan Meijer en MCD jegens LHO schadeplichtig zijn. 22. De conclusie is derhalve dat voor zover deze pandrechten geldig zijn gevestigd en door de pandhouder kunnen worden uitgewonnen voor haar vordering op MCD en/of Meijer, LHO daardoor schade lijdt die zij op MCD en/of Meijer zal kunnen verhalen. Ook indien Rabobank haar pandrecht vooralsnog niet inroept geldt dat de door MCD in het geheim verpande, en vervolgens aan LHO overgedragen, vorderingen nagenoeg waardeloos geworden zijn. Verrekening van schade als gevolg van onrechtmatig handelen/schendingen garanties 23. Op de voet van art. 6.3 van de SPA is LHO gerechtigd haar schade als gevolg van geschonden garanties (incl. de redelijke gemaakte kosten voor juridische bijstand) in verrekening te brengen op de onder de SPA aan MCD en Meijer verschuldigde 3 lips Capital Group koopsom als gedefinieerd in art. 4.1 van de SPA en met de eventuele earn-out vergoeding aan MCD verschuldigd door BIW uit hoofde van de opdrachtovereenkomst. Vordering van Lips op Meijer uit hoofde van definitieve koopprijs The Wall 24. Ik neem aan dat u ook de heer Meijer in privé vertegenwoordigd. Bij akte van levering ten titel van verdeling van 16 oktober 2008 is de onverdeelde helft van het gezamenlijk door Lips en Meijer gehouden eigendom van het registergoed genaamd The Wall te Utrecht, met inbegrip van de projectovereenkomsten, door Meijer aan Lips toegescheiden. 25. De aan Meijer verschuldigde koopprijs voor diens aandeel in The Wall zal definitief worden bepaald uiterlijk 3 maanden nadat de eindoplevering van The Wall door de aannemer zal hebben plaatsgevonden. De koopprijs wordt bepaald volgens de in onderdeel Koopprijsbepaling (pagina 5 e.v. van de akte) opgenomen berekening. Daarbij dient rekening gehouden te worden met het voorschotbedrag van EUR 3,5 miljoen dat Lips aan Meijer heeft betaald. 26. Indien deze berekening leidt tot een negatief bedrag heeft Lips een vordering op Meijer ter grootte daarvan. Indien deze berekening leidt tot een positief bedrag heeft Meijer een vordering op Lips ter grootte daarvan. 27. De eindoplevering van The Wall wordt verwacht in week 44/2010. Vooruitlopend op de eindoplevering is een voorlopige berekening van de koopprijs van The Wall gemaakt. Daaruit blijkt een negatieve koopprijs van naar verwachting ten minste EUR 25 miljoen. Dat bedrag zal nog moeten worden verhoogd met (de helft van) de door Lips gemaakte vermogenskosten en (de helft van) het eventuele deficit van de herfinanciering middels een beleggingsfinanciering. De definitieve berekening volgt na de eindoplevering van The Wall. 28. Dat betekent dat ermee rekening gehouden moet worden dat Lips een vordering van ten minste EUR 25 miljoen op Meijer heeft ult hoofde van voornoemde akte. 29. Overigens heeft SNS bank aangekondigd de lening ter zake van The Wall niet te zullen verlengen. Gezien het feit dat Meijer mede-aansprakelijk is voor een herfinancieringdeficit heeft dat mogelijk ook zwaarwegend nadelige gevolgen voor de heer Meijer. Ik verwijs u naar lid 6 van de Koopprijsbepaling. Conclusie 30. Op grond van het voorgaande concluderen Lips en LHO dat zij aanzienlijke vorderingen op Meijer en MCD hebben uit hoofde van schending van de basisovereenkomst, schending van SPA en uit hoofde van afrekening van de transactie inzake The Wall. Die vorderingen belopen gezamenlijk naar verwachting tenminste EUR 30 miljoen. 31. Dat bedrag overstijgt het bedrag van pretense vorderingen van MCD op BIW ruimschoots, terwijl de vorderingen van MCD op BIW tegelijkertijd worden betwist. MCD wordt dan ook hierbij verzocht uiterlijk binnen 7 dagen mee te werken aan opheffing en uitkering van het depot in overeenstemming met de depotovereenkomst, nu in het licht van het vorenstaande geen realistische aanspraak van MCD op enige uitkering uit dat depot bestaat. 4 Ilps Capital Group 32. Ik zend een afschrift van deze brief aan mr. Bos met het verzoek niet tot uitkering van enig bedrag uit het depot aan MCD over te gaan. Ik hoor graag van u. Hoogachtend, ' De heer G.F.3. Lips Cc.: mr. Bos 5
© Copyright 2024 ExpyDoc