Les 5. Slootbewoners (eten of gegeten worden) Werkvorm(en) Plaats in project Tijd Voedselketen bekijken en tikspel voor tijdens de gymles Voor of na het bezoek aan de Watervlo Totaal: ± 80 minuten Oriëntatie: ± 20 minuten Kern 1: ± 15 minuten Kern 2: ± 30 minuten Evaluatie: ± 15 minuten Doel Bij “Slootbewoners” leren de leerlingen de relatie tussen een aantal slootbewoners kennen en leren ze dat deze slootbewoners een “voedselketen” vormen. Ze leren dat de organismen in een sloot elkaars aanwezigheid beïnvloeden en in balans houden. Het gaat erom dat de leerlingen leren dat een soort het eerst heel goed kan doen, maar daarna zal terugvallen tot een veel lager soortenaantal omdat er geen voedsel meer is. Op deze manier blijft een ecosysteem in balans. Ook leren de leerlingen dat een kleine verstoring door de mens van invloed kan zijn op alle soorten, groot en klein. Inleiding Alle organismen in een levensgemeenschap zijn afhankelijk van elkaar om te overleven. Het verdwijnen van een soort heeft vaak grote gevolgen voor de andere soorten. In dit spel wordt dat op speelse wijze geïllustreerd. Ook leren de leerlingen door dit spel verschillende slootbewoners kennen. Voorbereiding Kopieer voor elke leerling een lesblad met de verschillende slootbewoners. Benodigdheden Per leerling een kaartje met vier “slootbewoners” Oriëntatie Eggbird Eend vertelt: “Yo vrienden! Ik heb nu toch zoiets raars te vertellen. Ik zat laatst op de oever met Valerie te bellen. Valerie, mijn chickie, woont in een vijver en ik kom soms bij haar langs. Dat is altijd heel gezellig. Maar nu kwam ik daar laatst en ik herkende de vijver helemaal niet! De hele vijver zat onder de groene drab. Valerie legde me helemaal uit hoe het kwam, maar ik vond het nogal ingewikkeld. Ze had het erover dat mensen snoeken hadden gevangen. En daardoor werden haar soortgenootjes nauwelijks meer gegeten en waren er heel veel van hen. En daardoor was het zo groen, geloof ik. Of misschien ook wel niet. Ik weet het niet precies. Maar ik vind het wel een ongelooflijk verhaal, maar misschien zit er wel iets in. Misschien dat we het allemaal wat beter begrijpen als we er een spelletje over gaan doen.” Vragen die u naar aanleiding van het verhaal kunt stellen: Heb je zelf wel eens zo‟n sloot gezien als waar Eggbird het over heeft? Waar was dat? Wat voor dieren leven er in een schone sloot of vijver? En wat voor planten? Wanneer vind jij dat een sloot vies is (afval, algen, gifstoffen)? Leven deze ook allemaal in een vieze sloot? Welke wel, welke niet? Waarom? Leven er andere dieren of planten in een vieze sloot? Welke zijn dit? Waarom kunnen zij in een vieze sloot leven? Denk je dat er meer dieren leven in een vieze sloot of meer in een schone sloot? Waarom? Kern 1 Elke leerling krijgt een lesblad met vier kaartjes. Hierop staan de slootbewoners. Eén slootbewoner daarvan is wat groter als de rest. Nu is de vraag wie wie eet. Dit wordt klassikaal besproken, zo komt u uiteindelijk op de „voedselketen‟ uit, van predator naar prooi. Dit is van de snoek naar het stekelbaarsje, van het stekelbaarsje naar de watervlo en van de watervlo naar de algen. Daarna vertelt u dat snoeken alleen hun prooi kunnen vangen in helder water, als ze ver genoeg vooruit kunnen kijken, dus als er niet teveel algen zijn. Voor het overzicht voor de leerlingen kunt u deze keten op het bord tekenen. Kern 2 Het spel is een soort tikkertje. U heeft alle kaartjes. Iedere leerling krijgt een kaartje. De verhoudingen moeten ongeveer gelijk zijn. Ook moeten er genoeg kaartjes overblijven. Een leerling die snoek is kan een leerling de stekelbaars is aftikken. Zo ook voor een stekelbaars die de watervlo opeet, watervlo eet alg en de alg doodt de snoek (zie prooi/predator schema hieronder). Bondgenoten hebben geen effect op elkaar. Wanneer een leerling afgetikt is komt hij een nieuw kaartje bij u halen. De tikker pakt het kaartje af en brengt dit ook terug naar u. U moet er voor zorgen dat u de kaartjes in ongeveer dezelfde verhoudingen blijft uitdelen. Om de natuurlijke situatie in een sloot beter na te bootsen heeft elke leerling maar drie tikkansen om zijn prooi te vinden. Als hij binnen deze drie buurten zijn prooi niet heeft gevonden, sterft hij van de honger en moet hij gaan zitten (hij is af). In deze versie zal dat nauwelijks gebeuren. Als u geen kaartjes meer heeft, stopt u het spel en kijkt hoe de verhoudingen liggen. Als het goed is zijn deze nog ongeveer gelijk. Nu komt de menselijke invloed in het spel. Omdat de waterkwaliteit heel slecht is zijn er geen of nauwelijks watervlooien meer. Deze kaartjes haalt u dus (bijna) allemaal uit het spel. Iedere leerling krijgt weer een kaartje en het spel wordt weer gestart. Omdat er echter nauwelijks nog watervlooien zijn zullen de stekelbaarsjes vrij snel doodgaan. Daarop zullen de snoeken doodgaan en blijven alleen de algen over. Het spel wordt weer stilgelegd en er wordt samen geëvalueerd wat er gebeurd is. Prooi / predator tabel Wat ben ik? Wat is mijn prooi? Algen Snoek Watervlo Algen Stekelbaarsje Watervlo Snoek Stekelbaarsje Wie is mijn predator? Watervlo Stekelbaarsje Snoek Algen Wie is mijn bondgenoot? Stekelbaarsje Snoek Algen Watervlo Evaluatie In een klassengesprek bespreekt u het spel na. Wat gebeurde er met elke soort? Wat betekende dit voor de andere organismen? De leerlingen hebben in dit spel de balans in een natuurlijk ecosysteem “nagespeeld”. Soorten houden elkaar in stand. Als er veel zijn van een bepaalde soort, eten ze al hun voedsel op. De grote populatie heeft geen voedsel meer en velen sterven van de honger. Je zult zien dat de hoeveelheid prooidieren weer stijgt. Dit systeem houdt zichzelf in stand tenzij er een menselijke ingreep (of natuurramp) is, bijvoorbeeld overbevissing of algenbloei in een hete zomer. Door deze ingreep zal een van de organismen het tijdelijk goed doen, maar het resultaat is uiteindelijk altijd nadelig voor bijna alle soorten in een voedselketen.
© Copyright 2024 ExpyDoc