Infoblad overgangsrecht en bestandskoppeling ivm Wet hervorming

Infoblad overgangsrecht en bestandskoppeling i.v.m. Wet hervorming kindregelingen
Algemeen
Op 24 juni heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel hervorming kindregelingen. De
aanvulling van 20% van het wettelijk minimumloon voor alleenstaande ouders binnen onder
andere de WWB, de IOAW en de IOAZ komt per 1 januari 2015 te vervallen. Vanaf dat moment
komt er een verhoging van het kindgebonden budget voor alleenstaande ouders in de vorm van
een alleenstaande-ouderkop (ALO-kop). Dit bedrag wordt via de Belastingdienst/Toeslagen (B/T)
betaalbaar gesteld.
Voor wie is er overgangsrecht?
Er is overgangsrecht voor een groep ouders in de WWB, die de alleenstaande oudernorm ontvangt
en per 1 januari 2015 géén ALO-kop op het kindgebonden budget van de B/T krijgen, omdat zij
een toeslagpartner hebben als bedoeld in de Awir1. Voor deze afgebakende groep ouders in de
WWB, wordt de verlaging van de uitkering d.m.v. overgangsrecht uitgesteld tot 1 januari 2016.
Met het overgangsrecht kan de doelgroep zich langer voorbereiden op de inkomensterugval.
De totale groep waarvoor het overgangsrecht geldt maakt in 2015 nog aanspraak op de aanvulling,
uitbetaald door gemeenten conform de oude systematiek.
Bedoeld overgangsrecht zal op kortst mogelijke termijn van een juridische basis worden voorzien.
Aan de hand van een aantal voorbeelden wordt in bijlage 1 toegelicht welke veranderingen er bij
de doelgroep van het overgangsrecht per 1 januari 2015 optreden.
Voor wie is er géén overgangsrecht?
Het overgangsrecht is er alleen voor het huidige bestand van alleenstaande ouders in de WWB op
peildatum 31 december 20142 en niet voor alleenstaande ouders in de andere minimumregelingen
(zoals IOAW en IOAZ). Ook is het overgangsrecht niet bedoeld voor nieuwe instromers in de WWB
na 1 januari 2015.
Bestandskoppeling t.b.v. traceren doelgroep
Via bestandskoppelingen kunnen betrokkenen worden geïdentificeerd. In bijlage 2 volgt een nadere
toelichting van bedoelde bestandskoppeling.
1
2
Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen.
Als alleenstaande ouders eenmaal tot de doelgroep behoren en vervolgens tijdelijk uitstromen of te maken
krijgen met een andere gezinssituatie, dan herleeft het overgangsrecht vanaf het moment dat zij tijdens de
looptijd van het overgangsrecht opnieuw in de situatie verkeren als op de peildatum.
Bijlage 1: toelichting uitwerking overgangsrecht op doelgroep
De doelgroep van het overgangsrecht is onder te verdelen naar verschillende subgroepen. Een
onderscheid naar subgroepen is nodig. De wijze waarop het overgangsrecht in een concreet geval
uitwerkt is hiervan afhankelijk. Hierbij is het van belang te weten of de alleenstaande ouder te
maken heeft met het overgangsrecht bij de Wet hervorming kindregelingen, het overgangsrecht bij
de Wet WWB maatregelen of een combinatie van beiden. In onderstaande tabel volgt een overzicht
van de belangrijkste wijzigingen.
Wijziging
Wet hervorming kindregelingen
Overgangsrecht bij wet hervorming
kindregelingen met een looptijd van 1 jaar
Wet WWB maatregelen
Overgangsrecht bij Wet WWB maatregelen
v.w.b. kostendelersnorm (KDN) in de bijstand
met een looptijd van een half jaar
Ingangsdatum
1 januari 2015
1 januari 2015 (en loopt tot 1 januari 2016)
1 januari 2015
1 januari 2015 (en loopt tot 1 juli 2015)
Het overgangsrecht bij de Wet hervorming kindregelingen is bedoeld voor alleenstaande ouders in
de WWB die per 1 januari 2015 geen alleenstaande-ouderkop (ALO-kop) op het kindgebonden
budget van de Belastingdienst/ Toeslagen (B/T) krijgen omdat zij een toeslagpartner hebben als
bedoeld in de Awir. Dit overgangsrecht is er alleen voor het huidige bestand van alleenstaande
ouders in de WWB op peildatum 31 december 2014.
De doelgroep van het overgangsrecht bij de Wet hervorming kindregelingen bestaat uit twee
subgroepen:
a.
b.
alleenstaande ouders in de WWB die samen met een andere volwassene in een huis wonen
en daardoor per 1 januari 2015 geen ALO-kop ontvangt van de B/T en per 1 juli 2015 ook
met de kostendelersnorm te maken krijgen (bedoeld in het aanvaarde amendement van lid
Hamer3);
overige groep ouders die in de WWB de alleenstaande oudernorm ontvangt, maar die niet
in aanmerking komt voor de ALO-kop via de B/T omdat zij een toeslagpartner hebben.
In de figuur op de volgende pagina wordt het verschil tussen beide groepen die recht hebben op
overgangsrecht inzichtelijk gemaakt. De hierboven beschreven subgroep a. bevindt zich linksboven
in onderstaande figuur. Linksonder in de figuur heeft betrekking op subgroep b.
Géén recht op overgangsrecht geldt voor veruit de meeste alleenstaande ouders in de WWB, die
rechtsonder bij subgroep c. in de figuur staan, omdat zij per 1 januari 2015 een ALO-kop
ontvangen van de B/T. Tot slot bestaat er nog een groep alleenstaande ouders in de WWB,
rechtsboven in de figuur bij subgroep d., die per 1 jan 2015 wel de ALO-kop ontvangt via de B/T en
per 1 juli 2015 na afloop van het overgangsrecht van de Wet WWB maatregelen te maken krijgt
met de kostendelersnorm. Ook zij hebben géén overgangsrecht bij de Wet hervorming
kindregelingen.
Aan de hand van een aantal voorbeelden zal hierna voor iedere afzonderlijke subgroep van
alleenstaande ouders in de WWB worden verduidelijkt welke veranderingen per 1 januari 2015
optreden.
3
Kamerstukken II 2013/14, 33716, nr. 21.
Disclaimer*
Genoemde getallen geven een indicatie van de grootte van de doelgroep, maar zijn geen exacte getallen.
Legenda
•
KR – Deze groep ontvangt n.a.v. de Wet hervorming kindregelingen (KR) krijgt een ALO-kop die lager
is dan de aanvulling in de minimumregeling.
•
KR** - Deze groep verliest de aanvulling van 20% in de WWB en krijgt geen recht op de ALO-kop door
het andere partnerbegrip in de Awir
•
ALO – Alleenstaande ouder
•
ALO-kop – Alleenstaande-ouderkop
•
prt - Partner
•
KGB – Kindgebonden budget
•
KDN – Kostendelersnorm
Subgroep a.
Oorspronkelijke doelgroep overgangsrecht (amendement Hamer), geen ALO-kop, wel KDN
Het betreft hier alleenstaande ouders die op de peildatum 31 december 2014 recht hebben op een
WWB-uitkering, die per 1 januari 2015 niet in aanmerking komen voor de ALO-kop via de B/T en
die per 1 juli 2015 te maken zullen krijgen met de kostendelersnorm (KDN) in de WWB. Aan de
hand van voorbeeld 1 hieronder wordt verduidelijkt hoe het overgangsrecht kindregelingen en het
overgangsrecht kostendelersnorm voor deze doelgroep doorwerkt in de uitkeringshoogte.
Voorbeeld 1: uitkeringshoogte alleenstaande ouder WWB die bij haar ouder inwoont
Een alleenstaande ouder van 27 jaar of ouder met een WWB-uitkering woont op 31 december 2014 in huis bij
haar bejaarde moeder. De alleenstaande ouder in deze casus ontvangt waarschijnlijk per 1 januari 2015 geen
ALO-kop vanwege de partnerdefinitie in de Awir4 en zal per 1 juli 2015 te maken krijgen met de
kostendelersnorm.
Hoogte uitkering alleenstaande ouder:
Nu: 70% netto referentieminimumloon (rml) basisnorm alleenstaande ouder + 10% rml gemeentelijke
toeslag= 80% rml.
Het betreft hier de huidige situatie.
1 jan 2015- 1 juli 2015: 70% rml basisnorm alleenstaande ouder + 10% rml gemeentelijke toeslag= 80%
rml.
Vanaf 1 januari 2015 tot 1 juli 2015 blijven als gevolg van het overgangsrecht bij de kindregelingen
en het overgangsrecht bij de kostendelersnorm WWB de normen gelijk aan de situatie van voor 1
januari 2015. Dit betekent dat voor die groep niets wijzigt gedurende die 6 maanden.
1 juli 2015- 1 jan 2016: 50% rml kostendelersnorm (bij 2 volwassenen) +20% rml verhoging via
overgangsrecht KR vanwege geen recht op ALO-kop = 70% rml.
Vanaf 1 juli 2015 is overgangsrecht m.b.t. de KDN in de Wet WWB maatregelen uitgewerkt. Op dat
moment treedt de KDN ook voor het zittend bestand de kostendelersnorm in werking en vervalt de
gemeentelijke toeslag. Het overgangsrecht van de Wet hervorming kindregelingen regelt dat de
verhoging van alleenstaande ouders van 20% rml doorloopt tot 1 januari 2016.
1 jan 2016 en verder: 50% rml kostendelersnorm (bij 2 volwassenen).
Ook de verhoging van 20% rml vanwege geen recht op ALO-kop vervalt door einde overgangsrecht
kindregelingen per 1 januari 2016.
4
Zie artikel 3, tweede lid, sub e, Awir.
Subgroep b.
Overige doelgroep overgangsrecht, geen ALO-kop, geen KDN
Het betreft hier de overige groep ouders die op grond van de WWB de alleenstaande oudernorm
ontvangen, maar niet in aanmerking komen voor de ALO-kop omdat zij een toeslagpartner hebben
als bedoeld in de Awir. Het betreft hier hoofdzakelijk ouders die formeel gehuwd zijn, maar om
diverse redenen duurzaam gescheiden leven van hun echtgenoot en bij de bijstandsverlening
worden aangemerkt als alleenstaande ouders. Tijdens de Eerste Kamer behandeling is afgesproken
dat ook voor deze groep overgangsrecht wordt geregeld.
Voorbeeld 2: uitkeringshoogte alleenstaande ouder WWB met een partner in inrichting
Een vrouw met twee minderjarige kinderen die op 31 december 2014 recht heeft op een WWB- uitkering is
gehuwd met een man die op dat moment voor onbepaalde tijd in een inrichting verblijft. Naast haar kinderen
wonen er geen andere mensen in huis. De KDN als bedoeld in de Wet WWB maatregelen is dus niet aan de
orde. De vrouw ontvangt momenteel bijstand ter hoogte van de norm die voor een alleenstaande ouder geldt.
De vrouw ontvangt vanwege de partnerdefinitie in de Awir5 per 1 januari 2015 geen ALO-kop van de B/T.
Hoogte uitkering alleenstaande ouder:
Nu: 70% rml basisnorm alleenstaande ouder + 20% rml gemeentelijke toeslag= 90% rml.
Het betreft hier de huidige situatie.
1 jan 2015- 1 jan 2016: voortzetting ‘oude’ normensystematiek zoals die gold voor 1 januari 2015 voor de
duur van 1 jaar = 90% rml.
Het overgangsrecht bij de Wet hervorming kindregelingen regelt i.s.m. de Wet WWB maatregelen dat
voor een alleenstaande ouder die per 1 januari 2015 geen ALO-kop ontvangt via de B/T, gedurende 1
jaar geen inkomensterugval ondervindt van de wijzigingen die zijn voorzien met de Wet hervorming
kindregelingen. Dit betekent feitelijk dat de normen zoals die golden voor 1 januari 2015 onverkort
van toepassing blijven tot 1 januari 2016.
1 jan 2016 en verder: 70% rml geïntegreerde (basis)norm alleenstaande en alleenstaande ouder,
alleenwonend.
Het overgangsrecht Wet hervorming kindregelingen vanwege geen recht op ALO-kop komt te
vervallen, waarmee het inkomen van de alleenstaande ouder met 20% rml daalt.
5
Zie artikel 3, eerste lid, Awir i.s.m. artikel 5a Awr.
Subgroep c.
Géén overgangsrecht, wel ALO-kop, géén KDN
Het betreft hier veruit de grootste groep alleenstaande ouders in de WWB, die per 1 januari 2015
in aanmerking komen voor de ALO- kop via de B/T. Zij wonen niet samen met een andere
volwassene, waardoor de kostendelersnorm (KDN) niet aan de orde is.
Voorbeeld 3: uitkeringshoogte alleenstaande ouder WWB, alleenwonend
Een vrouw met een minderjarig kind heeft op 31 december 2014 recht op een WWB-uitkering. Naast haar kind
wonen er geen andere mensen in huis. De KDN als bedoeld in de Wet WWB maatregelen is dus niet aan de
orde. De vrouw ontvangt momenteel bijstand ter hoogte van de norm die voor een alleenstaande ouder geldt
plus een gemeentelijke toeslag. De vrouw zal per 1 januari 2015 een lagere bijstandsnorm ontvangen
vanwege de Wet hervorming kindregelingen en vanaf dan een ALO-kop van de B/T ontvangen.
Hoogte uitkering alleenstaande ouder:
Nu: 70% rml basisnorm alleenstaande ouder + 20% rml gemeentelijke toeslag= 90% rml.
Het betreft hier de huidige situatie.
1 jan 2015 en verder: 70% rml (basis)norm alleenstaande en alleenstaande ouder en alleenwonend en
daarnaast de ALO-kop via de B/T.
Voor deze groep is geen overgangsrecht voorzien.
Subgroep d.
Géén overgangsrecht, wel ALO-kop, wel KDN
Het betreft hier alleenstaande ouders in de WWB, die per 1 januari 2015 wel in aanmerking komen
voor de ALO-kop via de B/T en daarnaast per 1 juli 2015 te maken krijgt met de KDN als bedoeld
in de Wet WWB maatregelen.
Voorbeeld 4: uitkeringshoogte alleenstaande ouder WWB, kostendeler
Een vrouw heeft op 31 december 2014 recht op een WWB-uitkering en woont samen met een minderjarig kind
en haar ouders in een huis. De KDN als bedoeld in de Wet WWB maatregelen is per 1 juli 2015 aan de orde
(i.v.m. overgangsrecht half jaar bij Wet WWB maatregelen). De vrouw ontvangt momenteel bijstand ter
hoogte van de norm die voor een alleenstaande ouder geldt plus een gemeentelijke toeslag van 10% rml. De
vrouw zal per 1 januari 2015 een lagere bijstandsnorm ontvangen vanwege de Wet hervorming kindregelingen
en vanaf dan een ALO-kop van de B/T ontvangen (de vrouw heeft, gelet op samenwonen met beide ouders,
geen partner in de zin van de Awir6) en per 1 juli 2015 te maken krijgen met de KDN.
Hoogte uitkering alleenstaande ouder:
Nu: 70% rml basisnorm alleenstaande ouder + 10% rml gemeentelijke toeslag= 80% rml.
Het betreft hier de huidige situatie.
1 jan 2015- 1 juli 2015: 50% rml basisnorm alleenstaande en alleenstaande ouder + 10% rml
gemeentelijke toeslag= 60% rml en ontvangt daarnaast de ALO-kop via B/T.
Vanaf 1 januari 2015 tot 1 juli 2015 is het overgangsrecht m.b.t. de KDN in de Wet WWB maatregelen
van toepassing. Hierdoor blijft de ‘oude’ normensystematiek van kracht. Omdat deze subgroep vanaf
1 januari 2015 de ALO-kop ontvangt, gaat vanaf dat moment wel gelijktijdig de ‘nieuwe’
alleenstaande en alleenstaande oudernorm van 50% rml overeenkomstig de Wet hervorming
kindregelingen in. De gemeentelijke toeslag van in casu 10% blijft van 1 januari 2015 tot 1 juli 2015
echter ongewijzigd.
1 juli 2015 en verder: 43,3 % rml kostendelersnorm (bij 3 volwassenen) en ontvangt daarnaast de ALOkop via B/T.
Het overgangsrecht m.b.t. de KDN in de Wet WWB maatregelen is per 1 juli 2015 uitgewerkt.
6
Zie artikel 3, vierde lid, Awir.
Bijlage 2: bestandskoppeling t.b.v. traceren doelgroep
De totale groep waarvoor extra overgangsrecht geldt (subgroepen a. en b. in bijlage 1), krijgt in
2015 nog de aanvulling van 20% in de norm voor alleenstaande ouders uitbetaald door gemeenten
conform de oude systematiek. Het betreft hier de groep ouders in de WWB, die de alleenstaande
oudernorm ontvangt en per 1 januari 2015 géén alleenstaande ouder-kop op het kindgebonden
budget van de Belastingdienst/Toeslagen (B/T) krijgen, omdat zij een toeslagpartner hebben als
bedoeld in de Awir. Via een bestandskoppeling tussen gemeenten en B/T kunnen betrokkenen
worden geïdentificeerd. Hiervoor zijn inmiddels twee koppelingen gepland, namelijk in september
en december 2014. In dit verband zal het Inlichtingenbureau gemeenten benaderen om actuele
BSN-gegevens over alleenstaande ouders in de WWB aan te leveren. Hierbij wordt opgemerkt dat
gemeenten zelf verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de geleverde gegevens.
Om de beoogde doelgroep tijdig te kunnen traceren is op uiterlijk 1 september 2014 een
bestandskoppeling met de B/T voorzien via het Inlichtingenbureau waarin wordt nagegaan of
alleenstaande ouders in de WWB, volgens de gegevens van de Belastingdienst/Toeslagen een
partner hebben in de zin van de Awir. De gemeenten kunnen de resultaten van deze koppeling
gebruiken om de betreffende groep te informeren dat op basis van hun huidige situatie zij de
aanvulling in de WWB van 20% rml voor alleenstaande ouders conform de oude systematiek in
2015 behouden, maar deze in 2016 verliezen en op basis van hun huidige situatie niet in
aanmerking komen voor de ALO-kop. Daarnaast kunnen de resultaten van deze koppeling worden
gebruikt om eventuele knelpunten te signaleren en te verhelpen voor de koppeling in december.
Daarnaast wordt een vergelijkbare bestandskoppeling op uiterlijk 1 december 2014 uitgevoerd. Op
basis van de uitkomsten van deze bestandskoppeling, waarover gemeenten uiterlijk in de eerste
helft van december 2014 zullen beschikken, kan definitief worden bepaald of op de betrokkene het
overgangsrecht van toepassing is. Op de volgende pagina volgt een schematisch overzicht van de
processtappen van de bestandskoppeling.
Eerste bestandskoppeling i.v.m. doelgroep overgangsrecht 1 september 2014
Format naar gemeenten voor
gegevens aanleveren koppeling
september
Inlichtingenbureau
Juli
BSN-nummers alle
alleenstaande ouders in de
WWB naar Inlichtingenbureau
Gemeenten
Juli
BSN-nummers naar
Belastingdienst
Inlichtingenbureau
Eind augustus
Verrijkte gegevens (wel Awirpartner/ wel
kindgebondenbudget) naar
Inlichtingenbureau
Belastingdienst
1 september
Verrijkte gegevens naar
Gemeenten
Inlichtingenbureau
Begin september
Beoordelen welke alleenstaande
ouders mogelijk onder het
overgangsrecht vallen waarna
gericht informatie volgt
Gemeenten
September e.v.
Tweede bestandskoppeling i.v.m. doelgroep overgangsrecht 1 december 2014
Format naar gemeenten voor
gegevens aanleveren koppeling
december
Inlichtingenbureau
Begin november
BSN-nummers alle
alleenstaande ouders in de
WWB naar Inlichtingenbureau
Gemeenten
Eind november
BSN-nummers naar
Belastingdienst
Inlichtingenbureau
Eind november/uiterlijk 1
december
Verrijkte gegevens (wel Awirpartner/ wel
kindgebondenbudget) naar
Inlichtingenbureau
Belastingdienst
5 december
Verrijkte gegevens naar
Gemeenten
Inlichtingenbureau
Na 5 december
Nagaan welke alleenstaande
ouders definitief onder het
overgangsrecht vallen, waarna
betaling plaatsvindt
Gemeenten
December/ januari 2015 e.v.