cpo - partnertoeslag 2014 definitief 31 juli 2014x

Notitie Partnertoeslag
Partnertoeslag notitie 18 juli 2014 – bedragen die genoemd worden gelden tot en met december
2014
Deze notitie bestaat uit vier onderdelen.
Het eerste onderdeel.
Een compact overzicht op hoofdlijnen en de omschrijving wat er van de CPO-er verwacht wordt als
het gaat om het thema AOW partnertoeslag.
Het tweede onderdeel
Een uitgebreide toelichting op de verschillende onderdelen die dient als achtergrond informatie voor
het CPO werk. De kennis is voor jezelf zodat je invoelbare gesprekken kunt voeren.
Het derde onderdeel
Rekenvoorbeelden.
Het vierde onderdeel.
Informatie over partnertoeslag van de site van de SVB.
1
31 juli 2014
Notitie Partnertoeslag
Deel 1. Beknopte spelregel AOW partnertoeslag
1.Geboortedatum AOW gerechtigde
De oudste partner moet geboren zijn op of voor 31 december 1949 en moet een jongere partner
hebben waarmee men gehuwd is of samenwoont op 31 december 2014.
2. Hoogte inkomen jongere partner in en na de peilmaand bepaalt recht op toeslag
* Inkomen uit arbeid partner ( niet hoger dan per vier weken € 1223 / per maand € 1330 )
* Inkomen in verband met arbeid partner ( niet hoger dan per vier weken € 678 / per maand € 737 )
* Incidentele inkomsten tellen nu nog mee, nota van wijziging in de maak die incidentele inkomsten
niet meer mee laat tellen voor de bepaling van het recht.
* Te hoog dan geen recht of herleving van recht
3. Hoogte AOW partnertoeslag wordt bepaald door:
* Inkomen van partner uit arbeid wordt gedeeltelijk gekort op partnertoeslag; inkomen van partner in
verband met arbeid wordt één op één gekort
* Niet verzekerde jaren jongere partner
* Mogelijke korting van 10% in verband met gezamenlijk inkomen
4. Peilmaanden voor moment van toekenning
Drie peilmaanden: december 2014 voor AOW gerechtigden geboren op of voor 31 oktober 1949
februari 2015 voor AOW gerechtigden geboren in november 1949
maart 2015 voor AOW gerechtigden geboren in december 1949
Wanneer men een lopend recht op een AOW partnertoeslag wil krijgen moet het inkomen van de
jongere partner vóór doch uiterlijk in de peilmaand die van toepassing is onder het maximum bedrag
inkomen uit arbeid of inkomen in verband met arbeid liggen. Om het recht te behouden mag de
jongere partner na de peilmaand niet boven het maximumbedrag inkomen uit arbeid of inkomen in
verband met arbeid komen. Raadzaam is wanneer bondsleden niet precies op de grensbedragen
gaan zitten. Verschil met nu: geen herleving na de peilmaanden en geen nieuw recht na de
peilmaanden.
Klus CPO
Leden geboren in november en december 1949, kunnen vragen stellen over de AOW partner toeslag.
We wijzen de bondsleden op de nieuwe spelregels voor de AOW partnertoeslag.
*Bondsleden kunnen de site van de SVB raadplegen. Hen zal dan duidelijk worden of er wel of niet
noodzaak is om actie te ondernemen. Wanneer men voor partnertoeslag in aanmerking wil komen en
het inkomen van de jongste partner is te hoog moet de jongere partner handelen. Belangrijk is dat
men voor men definitief beslist ( vlak voor de peilmaand ), weet wat de laatste stand van zaken is.
De AOW gerechtigde partner vraagt de partnertoeslag aan.
*Bondsleden moeten zelf bepalen ( uitrekenen en inzicht in rechten ) wat voor de eigen situatie het
voordeligst is. Zij moeten ook rekening houden met het scenario dat de AOW gerechtigde partner
komt te overlijden en dat de jongere partner nog geen recht heeft op AOW.
*Wanneer de keuze gemaakt is, moet de AOW gerechtigde partner de AOW partnertoeslag
aanvragen en moet de jongste partner afspraken maken met de werkgever of de uitkering naar
beneden laten aanpassen door het UWV, dan wel geheel stopzetten .
CPO kan geen rekensommen maken en kan ook geen uitspraken doen over rechten. Wanneer een
bondslid ondersteuning wil moet hij/zij telefonisch contact opnemen met het 0900 nummer.
2
31 juli 2014
Notitie Partnertoeslag
Vragen van leden over de spelregels kan men via aan de SVB via de website. Vragen over de
uitkering kan men stellen aan het UWV.
2. Toelichting spelregels AOW partnertoeslag – bedragen die genoemd worden gelden tot en
met december 2014.
A Spelregels AOW partnertoeslag toegelicht
Wanneer men een lopend recht op een AOW partnertoeslag wil krijgen moet het inkomen van de
jongere partner vóór doch uiterlijk in de peilmaand die van toepassing is onder het maximum bedrag
inkomen uit arbeid of inkomen in verband met arbeid liggen. Om het recht te behouden mag de
jongere partner na de peilmaand niet boven het maximumbedrag inkomen uit arbeid of inkomen in
verband met arbeid komen. Raadzaam is wanneer men niet precies op de grensbedragen gaat zitten.
Bedragen die genoemd worden gelden tot en met december 2014. Het zijn bruto bedragen. Hieronder
de belangrijkste voorwaarden waaraan voldaan moet worden.
Schematisch ziet het er als volgt uit voor de vraag of men wel of niet in aanmerking kan komen voor
de AOW partnertoeslag.
Voor alle groepen geldt dat men gehuwd moet zijn en/of samen moet
wonen op 31 december 2014. Partnertoeslag moet aangevraagd worden
door AOW gerechtigde partner.
AOW
AOW
AOW
gerechtigde
gerechtigde
gerechtigde
geboren vóór 01 geboren in
geboren in
november 1949
november 1949
december 1949
Jongere partner
Partnertoeslag
Partnertoeslag
Partnertoeslag
geen inkomen of indien het recht
indien het recht
indien het recht
een inkomen
toegekend is
uiterlijk
uiterlijk
onder de
uiterlijk in
toegekend is in
toegekend is in
vastgestelde
december 2014.
februari 2015
maart 2015.
grenzen.
Laatste maand
December 2014
Februari 2015
Maart 2015
om in
aanmerking te
komen voor een
lopend recht aan
partnertoeslag
Mag het
Neen, in en na
Neen, in en na
Neen, in en na
inkomen van de
december 2014
februari 2015
maart 2015 niet
jongere partner
niet meer.
niet meer.
meer.
boven de
vastgestelde
grenzen liggen?
Vastgestelde maximum bruto bedragen inkomen jongere partner
Inkomen uit arbeid:
Per maand € 1330 per vier weken € 1223
Inkomen in verband met arbeid:
Per maand € 737 per vier weken € 678
1.Geboortedatum AOW gerechtigde
AOW gerechtigde is geboren op of voor 31 december 1949 en heeft een jongere partner waarmee
men gehuwd is of samenwoont op 31 december 2014.
3
31 juli 2014
Notitie Partnertoeslag
2. Peilmaanden voor moment van toekenning
De peilmaanden zijn:
voor AOW gerechtigden geboren vóór november1949: december 2014;
voor AOW gerechtigden geboren in de maand november van 1949: februari 2015;
voor AOW gerechtigden geboren in de maand december van 1949: maart 2015
Inkomen jongere partner in de peilmaand en daarna is bepalend voor het krijgen en behouden
van een lopend recht AOW partnertoeslag. Uiterlijk in de peilmaand moet men een gedeeltelijke of
hele toeslag ontvangen en dus moet het inkomen van de jongere partner onder de vastgestelde
maximum grensbedragen liggen. Zie ook de site van de SVB over de peilmaanden.
https://www.svb.nl/int/nl/aow/hoogte_aow/toeslag/aow_toeslag_vervalt/index.jsp
3. Hoogte inkomen jongere partner in en na de peilmaand bepaalt recht op toeslag
* Inkomen uit arbeid partner ( niet hoger dan per vier weken € 1223 / per maand € 1330 )
* Inkomen in verband met arbeid partner ( niet hoger dan per vier weken € 678 / per maand € 737 )
* Incidentele inkomsten tellen nu nog mee, nota van wijziging in de maak die incidentele inkomsten
niet meer mee laat tellen voor de bepaling van het recht.
* Totale inkomen van de jongere partner te hoog dan geen recht of herleving van recht
Het inkomen van de jongere partner moet onder de vastgestelde maximum inkomensgrenzen liggen
en blijven die gelden in de peilmaand ( Zie de site van de SVB voor actuele bedragen.
https://www.svb.nl/int/nl/aow/hoogte_aow/toeslag/ )
Er is een grens voor inkomen uit arbeid ( of winst uit de onderneming van de jongere partner ) per
maand € 1330 ( en per vier weken € 1223 ) en er is een grens voor inkomen in verband met arbeid (
uitkeringen/ pensioenen etc.) per maand € 737 en per vier weken € 678. De SVB toont alleen de
bedragen per maand. Maar wie een inkomen per vier weken heeft moet zijn inkomen omrekenen naar
een maandbedrag.
Een voorbeeld. De WW uitkering wordt per vier weken betaald. Een bedrag aan WW € 600 per vier
weken is een WW uitkering van € 652.50 per maand. De SVB maakt de volgende rekensom. De
betaling per vier weken telt 20 betaaldagen. Per dag dus een bedrag van € 600 gedeeld door 20 is €
30. Per maand houdt de SVB 21.75 betaaldagen aan. Het bedrag aan WW per maand is dan:
21.75 x € 30 = € 652.50.
Incidentele inkomsten aan de jongere partner tellen nu nog mee om te bepalen of men wel of niet
boven het maximale grensbedrag inkomen uit arbeid en/of inkomen in verband met arbeid uitkomt. Er
komt een nota van wijziging om incidentele inkomsten uit te sluiten voor de bepaling of iemand wel of
niet in aanmerking komt en blijft voor de partnertoeslag. Wanneer de nota van wijziging van kracht is,
is geregeld dat het recht op toeslag weer kan herleven als het recht op toeslag is geëindigd uitsluitend
als gevolg van een incidentele stijging van het inkomen van de jongere partner. ( De incidentele
inkomsten blijft wel verrekend worden met de partnertoeslag in de maand waarin deze betaling plaats
vindt. Daaraan verandert de nota van wijziging niets. )
Lopend recht
Wanneer het recht op AOW partnertoeslag is vastgesteld, uiterlijk in de peilmaand, is er dus sprake
van een lopend recht. Dat recht kan definitief vervallen wanneer de jongere partner na de peilmaand
een te hoog inkomen gaat ontvangen dat ligt boven de gestelde maximale grensbedragen inkomen uit
arbeid of in verband met arbeid. Zolang de jongere partner beneden de maximale grensbedragen
inkomen uit arbeid en/of inkomen in verband met arbeid blijft, kan de AOW partnertoeslag
meebewegen met het inkomen van de jongere partner. Wanneer het inkomen van de jongere partner
4
31 juli 2014
Notitie Partnertoeslag
lager wordt, wordt de partnertoeslag verhoogd tot wat men 100% maximaal aan partnertoeslag kan
krijgen. Maar komt het inkomen boven het maximum grensbedrag dan vervalt de partnertoeslag
geheel en definitief.
4. Hoogte partnertoeslag
Hoogte AOW partnertoeslag wordt bepaald door:
* Het inkomen van de jongere partner uit arbeid wordt gedeeltelijk gekort op de partnertoeslag;
inkomen van de jongere partner in verband met arbeid wordt één op één gekort
* De niet verzekerde jaren jongere partner
* De mogelijke korting van 10% in verband met gezamenlijk inkomen
Wanneer een partnertoeslag toegekend is, heeft de AOW gerechtigde partner een lopend recht. De
hoogte van het maximale recht op partnertoeslag is mede afhankelijk van het aantal verzekerde jaren
van de jongere partner en het gezamenlijke inkomen van beide partners.
De partnertoeslag wordt verrekend met het inkomen van de jongere partner volgens de daarvoor
geldende systematiek. De partnertoeslag wordt gekort in het geval de jongere partner een aantal jaren
AOW opbouw mist, en ook indien het gezamenlijke inkomen boven een bepaalde grens ( €2.616 per
maand ) komt. Wanneer het gezamenlijke inkomen boven deze grens komt, wordt de toeslag gekort
met 10 %.
Zie de site van de SVB voor meer uitleg en een voorbeeld van de berekening van de hoogte van de
partnertoeslag.
http://www.svb.nl/int/nl/aow/inkomsten/inkomsten_uw_partner/partner_minder_meer_verdienen/index.j
sp
Verschillende vormen van inkomen van de jongere partner + te ondernemen stappen.
Inkomen jongere partner uit arbeid
Inkomen uit arbeid is een inkomen wat de jongere partner verdient in een baan (loon) of wat de
jongere partner verdient uit de eigen onderneming (winst). Wanneer het inkomen uit arbeid van de
jongere partner voor de peilmaand te hoog is en er is een wens om een lopend recht op
partnertoeslag te krijgen moet de jongere partner zelf gaan sturen door het inkomen onder de grens te
krijgen uiterlijk in de peilmaand die van toepassing is. De jongere partner moet dus in overleg met de
werkgever. Na de peilmaand moet de jongere partner eveneens de hoogte van het inkomen blijven
beoordelen om er voor te zorgen nooit boven de maximale grens aan inkomen uit arbeid te komen.
Inkomen jongere partner in verband met arbeid
Inkomen in verband met arbeid is bijvoorbeeld een WW uitkering of een vroegpensioen. Wanneer de
uitkering voor de peilmaand te hoog is en er is een wens om een lopend recht op partnertoeslag te
krijgen moet de jongere partner uiterlijk in de peilmaand die van toepassing is het inkomen onder de
grens krijgen. Zaak om dus voor de peilmaand te weten hoelang de jongere partner recht heeft ( en
hoe men dat recht behoudt) op de uitkering en of het voordelig is om de uitkering te verlagen of stop
te zetten. Samen moet men aan de slag. Bij uitkeringen die aflopen moet onder andere een rekensom
gemaakt worden maken van wat meer oplevert. De uitkering of de partnertoeslag. Via de UWV kan de
jongere partner informatie krijgen over de uitkering en of hij/ zij in aansluiting op de uitkering in
aanmerking komt voor een IOW uitkering. In het geval de jongere partner een IOW uitkering krijgt, is
er een vergelijkbare of betere inkomenspositie dan met een AOW partnertoeslag. De AOW
gerechtigde partner vraag de partnertoeslag aan.
5
31 juli 2014
Notitie Partnertoeslag
WW
Wanneer men goed geïnformeerd is en kiest voor het in aanmerking komen voor een lopend recht op
AOW partnertoeslag moet men zelf handelen. Wanneer het inkomen van de jongere partner voor de
peilmaand te hoog is, kan de jongere partner zelf gaan sturen door de WW uitkering onder de grens te
krijgen. Dat kan door voor de peilmaand aan de UWV schriftelijk kenbaar te maken dat de jongere
partner voor minder uren beschikbaar is zodat het WW inkomen per maand onder het maximale
bedrag komt. Men kan ook kiezen om de uitkering helemaal stop te zetten. In beide gevallen natuurlijk
uiterlijk in de van toepassing zijnde peilmaand.
Nota bene. Een WW uitkering is een vier weken bedrag. Om te bepalen wat de maximale grens is,
moet het maandbedrag wat de jongere partner maximaal aan inkomen in verband met arbeid mag
verdienen omgerekend worden naar een vier weken bedrag. Dus de € 737 grens per maand is
omgerekend een grens van maximaal € 678 per vier weken. De WW uitkering moet dus onder dit
bedrag van € 678 per vier weken komen.
WAO - WIA
Wanneer de jongere partner een WAO of een WIA uitkering heeft ( boven het maximum bedrag van
€ 737per maand ) moet men samen goed in kaart brengen wat de rechten zijn. Onvoorspelbaar is de
gezondheid en de mate waarin de jongere partner arbeidsongeschikt blijft en welke uitkeringen hij/zij
heeft en behoudt. In ieder geval moet de jongere partner vast stellen via het UWV of men in
aanmerking kan komen voor een IOW uitkering na afloop van de uitkering. Wanneer men zeker weet
dat men niet meer afgekeurd blijft en de inkomenspositie dan verslechtert, is het raadzaam om te
onderzoeken of het voordelig is om in de peilmaand voor een AOW partnertoeslag in aanmerking te
komen. Een rekensom moet gemaakt worden. Weloverwogen zou men kunnen beslissen om de
uitkering te beëindigen. Blijft zeer lastig omdat er onzekere factoren meespelen. De jongere partner
wordt in ieder geval meer inkomensafhankelijk van de AOW gerechtigde partner.
Buitenlandse uitkeringen
Zelf de uitkering verlagen of stopzetten heeft geen negatief effect op de partnertoeslag wanneer de
uitkering uit Nederland komt. Een verlaging van een buitenlandse uitkering door jezelf heeft wel
negatieve gevolgen in de vorm van geen of een lagere partnertoeslag.
Pensioen
Indien de jongere partner een pensioen uitgekeerd krijgt, wordt dat één op één gekort. Indien de
jongere partner het moment van ingaan van het pensioen kan uitstellen is dat raadzaam.
Weloverwogen beslissing
Om te bepalen wat voor beide partners gunstig is moeten zij naast het bereken wat meer oplevert ook
samen over een aantal zaken nadenken. Wanneer er een AOW partnertoeslag wordt aangevraagd
wordt de jongere partner meer inkomensafhankelijk en heeft geen zelfstandig recht op AOW ook niet
wanneer de partner overlijdt. De jongere partner bouwt ook geen pensioen meer op.
Voor dat men een definitieve beslissing neemt is het raadzaam om de website van de SVB te
bezoeken om de stand van zaken na te kunnen lezen. De jongere partner moet ook weten hoe een en
ander goed schriftelijk af te handelen met het UWV. Raadzaam is om de definitieve beslissing m.b.t.
de uitkering pas in de maand voor de peilmaand te nemen en aansluitend te handelen zodat het
inkomen in de peilmaand onder de grens ligt. De AOW gerechtigde partner vraagt de partnertoeslag
aan. Voorbereiden kan eerder.
6
31 juli 2014
Notitie Partnertoeslag
En wanneer men geniet van een toegekend recht op partnertoeslag moet het inkomen van de jongere
partner altijd onder de vastgestelde grenzen blijven van inkomen uit arbeid of in verband met arbeid.
Vragen
Op de site van de SVB kan nagelezen worden hoe men het eenvoudigste met de SVB in contact kan
komen. Op de site van het UWV kan men lezen hoe men het eenvoudigst met de UWV in contact kan
komen. Leden van Abvakabo FNV kunnen bellen met 0900 22 825 22 (ma t/m vrij 8.30 - 17.00 uur,
lokaal tarief).
7
31 juli 2014
Notitie Partnertoeslag
Deel 3 Rekenvoorbeelden
Inleiding
Of een en ander voordelig is, moet men dus zelf bepalen. Wanneer de jongere partner na de WW in
aansluiting een IOW uitkering krijgt is er qua inkomenspositie niets aan de hand. Deze IOW uitkering
krijgt de jongere partner tot de AOW leeftijd. De IOW uitkering is 70% van het wettelijk minimumloon
tenzij de WW uitkering een lager bedrag is. In dat geval is de IOW uitkering net zo hoog als de WW
uitkering die de betrokkene jongere partner ontving. Wanneer de WW uitkering lager is dan het bedrag
aan partnertoeslag krijgt de AOW gerechtigde partner een AOW partnertoeslag toegekend en zo
wordt het bedrag aan WW uitkering en daarop volgende de IOW uitkering aangevuld tot het maximum
bedrag dat men kan krijgen aan AOW partnertoeslag.
Wanneer de jongere partner niet in aanmerking komt voor een IOW uitkering na afloop van de WW
uitkering kan een toekenning van een lopend recht aan AOW partnertoeslag meer opleveren. Een en
ander kan / moet men zelf uitrekenen. Aan de ene kant het totaal aan WW wat men nog gaat
ontvangen en aan de andere kant de AOW partnertoeslag ( al dan niet gekort omdat de jongere
partner opbouwjaren mist en al dan niet gekort met 10% ). Wanneer men kiest voor de AOW
partnertoeslag wordt de jongere partner meer inkomens afhankelijk van de AOW gerechtigde partner.
Wanneer de AOW gerechtigde partner komt te overlijden is er voor de jongere partner geen recht op
een zelfstandige AOW uitkering tot het moment de jongere partner zelf de AOW gerechtigde leeftijd
bereikt.
Rekenvoorbeelden
Voorbeeld 1.
10 maanden WW van € 1000 = € 10.000
10 maanden IOW van € 1000= € 10.000
Vakantietoeslag 8%
=€ 1.600
Totaal
€ 21.600
20 maanden AOW partnertoeslag € 737 = € 14.740
Vakantietoeslag van 7%
€ 1.031
Totaal
€ 15.771
Voorbeeld 2.
De jongere partner is pas vanaf de leeftijd 30 voor de AOW verzekerd en mist 15 opbouwjaren.
De AOW partnertoeslag wordt daarom met 30% gekort. De AOW partnertoeslag is dan maximaal een
bedrag van € 515 ( in plaats van € 737 ).
10 maanden WW van € 800 = € 8.000
10 maanden IOW van € 800 = € 8.000
Vakantietoeslag 8%
= € 1.280
Totaal
€ 17.280
20 maanden 30% gekorte AOW partnertoeslag € 515 = € 10.300
Vakantietoeslag van 7%
=€
721
Totaal
= €11.021
8
31 juli 2014
Notitie Partnertoeslag
Wanneer na de WW uitkering een recht bestaat op een IOW uitkering levert dat evenveel of meer op
dan alleen de AOW partnertoeslag. Helemaal in het geval de jongere partner opbouw jaren mist.
Voorbeeld 3
Jongere partner krijgt AOW op 66 jaar. Per 1 januari 2016 is de WW duur opgesoupeerd. De WW is
omgerekend €1.600 per maand. Wanneer de WW stopt is de jongere partner 61. Er is geen recht op
IOW. Wanneer er geen recht op een IOW uitkering bestaat na afloop van de WW-uitkering moet een
rekensom gemaakt worden om te kunnen bepalen of het voordelig is om een lagere WW-uitkering te
accepteren om zo in aanmerking te kunnen komen voor een AOW partnertoeslag.
De AOW gerechtigde partner en de jongere partner gaan voor zeker. Ze willen in aanmerking komen
voor een partnertoeslag. De jongere partner verlaagt de WW uitkering en geeft de UWV aan dat hij
nog maar twee dagen beschikbaar is. De WW wordt daardoor verlaagd in de peilmaand van €1.600
naar € 640 per maand. Het inkomen in verband met arbeid ligt nu onder de grens die geldt om in
aanmerking te komen voor de AOW partnertoeslag. De SVB vult vanaf de peilmaand aan tot € 737.
De AOW gerechtigde partner krijgt nu de eigen AOW en een AOW partnertoeslag van € 97. En de
jongere partner heeft een WW uitkering van € 640. Wanneer de WW stopt wordt de AOW
partnertoeslag een bedrag van € 737
In de 12 maanden wordt er ongeveer € 11.200 ingeleverd. Maar door dat er een lopend recht op AOW
partnertoeslag is verkregen krijgt men daarvoor terug een bedrag van ruim € 47.000. Een bedrag van
€ 36.000 is nu bereikbaar gebleven. De AOW gerechtigde partner moet dan wel blijven leven. Komt
deze te overlijden voor dat de jongere partner AOW gerechtigd is, heeft de jongere partner geen
zelfstandig recht op een AOW uitkering.
Bovenstaande voorbeelden zijn gemaakt met bedragen die gelden tot en met de tweede helft van
2014.
9
31 juli 2014
Notitie Partnertoeslag
Deel 4. Informatie SVB site
Kern tekst SVB
Vanaf 01 januari 2015 verandert een deel van de regels rond de toegekende partnertoeslag.
Geen toeslag
Heeft u geen toeslag doordat uw partner een te hoog inkomen heeft? Dan is het nu zo dat u alsnog
(een deel van de) toeslag kunt krijgen als dit inkomen lager wordt. Dit verandert op 1 januari 2015.
Wordt het inkomen van uw partner vanaf die datum lager of valt het helemaal weg dan krijgt u toch
geen toeslag.
Een lopende toeslag kan wel hoger of lager worden als het inkomen van uw partner verandert. Dit
verandert niet vanaf 2015.
Toeslag vervalt
Ontvangt u na 1 januari 2015 een (deel van de) toeslag? En krijgt uw partner daarna een te hoog
inkomen, waardoor uw toeslag stopt? Dan krijgt u geen toeslag meer, ook niet als het inkomen van uw
partner lager wordt of wegvalt.
Mogelijke uitzonderingen
Mogelijk komt er een uitzondering voor incidentele betalingen, zoals de afkoop van een pensioen, een
eindejaarsuitkering en ‘af en toe meer werken’. Het wetsvoorstel hierover moet nog behandeld worden
in de Eerste Kamer. Zodra hierover meer bekend is, leest u dit op onze website.
Een lopende toeslag kan wel hoger of lager worden als het inkomen van de jongere partner verandert.
Dit verandert niet vanaf 2015. ( Een lopende toeslag is een AOW partnertoeslag die u uiterlijk heeft
toegekend gekregen in december 2015 als u geboren bent voor 1 november 1949, of die u uiterlijke
toegekend gekregen heeft in februari 2015 als u geboren bent op in november 1949 of die u uiterlijk
toegekend gekregen heeft in maart 2015 als u geboren bent in december 1949. )
Tekst 5 juli 2014
Fragment A)
AOW-toeslag voor uw partner
Heeft u nu al AOW of krijgt u vóór 1 april 2015 AOW? En heeft uw partner nog geen AOW? Dan kunt
u een AOW-toeslag krijgen. Dat is een extra bedrag boven op uw AOW-pensioen.
Vanaf 2015 verandert de toeslag. Krijgt u op of na 1 april 2015 AOW? Dat is zo: als u geboren bent op
of na 1 januari 1950. Dan krijgt u geen toeslag.
Lees meer op 'Hoe zit het met de toeslag vanaf 2015?'
1. Het aantal jaren dat uw partner verzekerd is geweest voor de AOW
Als uw partner buiten Nederland heeft gewoond of gewerkt, dan is hij of zij meestal niet verzekerd
voor de AOW. Voor elk jaar dat uw partner niet verzekerd is geweest, gaat er 2% van de toeslag af.
2. De inkomsten van uw partner
Uw partner heeft een salaris, of winst uit een eigen bedrijf. Deze inkomsten trekken we gedeeltelijk af
van de toeslag. We berekenen dit als volgt:
De eerste € 224,28 van het bruto maandsalaris tellen we niet mee.
Het salaris daarboven trekken we voor twee derde van uw toeslag af.
Verdient uw partner bruto meer dan € 1.330,92 per maand, dan krijgt u geen toeslag meer.
10
31 juli 2014
Notitie Partnertoeslag
Uw partner heeft een (vervroegd) pensioen of een uitkering, zoals een werkloosheidsuitkering of een
arbeidsongeschiktheidsuitkering. Deze inkomsten trekken we volledig van de toeslag af. Ontvangt uw
partner bruto meer dan € 737,76 per maand, dan krijgt u geen toeslag meer.
3. De inkomsten van u en uw partner samen
Is uw gezamenlijk inkomen (uw AOW-pensioen telt ook mee) meer dan € 2.616,01 per maand? Dan
gaat er nog maximaal 10% van uw toeslag af. Wilt u weten hoe hoog uw AOW met toeslag precies is?
Bekijk uw gegevens dan op Mijn SVB.
Meer informatie over inkomsten en toeslag
AIO-aanvulling
Woont u in Nederland en krijgt u geen volledig AOW-pensioen? En heeft u naast uw AOW-pensioen
geen of weinig andere inkomsten? Dan kunt u misschien een aanvulling op uw AOW pensioen (AIOaanvulling) krijgen.
Lees meer over de AIO-aanvulling
Fragment B)
Hoe zit het met de toeslag vanaf 2015?
In 2015 vervalt de toeslag. Heeft u al een toeslag, dan houdt u deze vaak. Maar er gaat wel wat
veranderen. Wat betekent dit voor u?
Geef aan wanneer u geboren bent en lees of u een toeslag kunt krijgen.
Wanneer bent u geboren?
Ik ben geboren vóór 1 november 1949
Antwoord:
• U kunt alleen een AOW-toeslag krijgen als u vóór 1 januari 2015 gehuwd of samenwonend
was, én vóór 1 januari 2015 een toeslag ontving.
Ik ben geboren in november 1949
Antwoord:
• U kunt alleen een AOW-toeslag krijgen als u vóór 1 januari 2015 gehuwd of samenwonend
was, én als u vóór 1 maart 2015 een toeslag ontving.
Ik ben geboren in december 1949
Antwoord:
• U kunt alleen een AOW-toeslag krijgen als u vóór 1 januari 2015 gehuwd of samenwonend
was, én als u vóór 1 april 2015 een toeslag ontving.
Ik ben geboren op of na 1 januari 1950
Antwoord:
• U krijgt geen AOW-toeslag.
Wat kunt u doen als u geen toeslag krijgt?
Misschien heeft u dan minder inkomsten dan waar u op heeft gerekend. Of u hier iets aan moet doen,
hangt af van uw financiële situatie.
Uw partner kan (weer) gaan werken. Meer informatie over het afschaffen van de toeslag vindt u in de
brochure 'Toeslag AOW stopt in 2015'.
• Hulp bij het zoeken naar werk
11
31 juli 2014
Notitie Partnertoeslag
•
Toeslag AOW stopt in 2015 (pdf, 531 kB)
Toeslag gestopt door te hoog inkomen?
Krijgt u geen toeslag doordat uw partner een te hoog inkomen heeft? Dan is het nu zo dat u alsnog
(een deel van de) toeslag kunt krijgen als dit inkomen lager wordt.
Dit verandert op 1 januari 2015. Wordt het inkomen van uw partner vanaf die datum lager of valt het
helemaal weg, dan krijgt u toch geen toeslag.
Partner in 2015 of later te hoog inkomen? Dan stopt de toeslag definitief
Krijgt uw partner in of na 2015 een hoog inkomen waardoor de toeslag stopt? Dan is dit definitief. U
krijgt geen toeslag meer, ook niet als het inkomen van uw partner later lager wordt of wegvalt. Er komt
een uitzondering voor incidentele betalingen, zoals:
• de afkoop van een pensioen
• een eindejaarsuitkering en
• ‘af en toe meer werken’.
Is uw partner freelancer of ondernemer? Dan kijken we naar de ‘winst’ of ‘het resultaat uit overige
werkzaamheden’ over het jaar 2014. Is dit inkomen te hoog, dan krijgt u in 2015 geen toeslag. Ook
niet als dit inkomen in 2015 of later lager wordt of wegvalt.
Fragment C )
Uw partner gaat minder of meer verdienen
Heeft u een toeslag op uw AOW-pensioen? Dan trekken wij de inkomsten van uw partner
(gedeeltelijk) van deze toeslag af. Ook uw inkomsten spelen een rol bij de hoogte van de toeslag. Als
uw gezamenlijk inkomen (uw AOW-pensioen telt ook mee) hoger is dan € 2.616,01 per maand
verlagen wij de toeslag met maximaal 10%.
Als uw partner meer gaat verdienen, krijgt u minder toeslag. En andersom: als uw partner minder gaat
verdienen of stopt met werken, kunt u een hogere toeslag krijgen. Krijgt u nu geen toeslag en gaat uw
partner bruto minder dan € 1.330,92 per maand verdienen? Neem dan contact met ons op, dan
zorgen wij ervoor dat u wel weer een toeslag ontvangt.
Gaat uw partner op of na 1 januari 2015 minder dan € 1.330,92 per maand verdienen? Dan is het niet
meer mogelijk een toeslag te krijgen.
Hoe werkt het?
• de eerste € 224,28 van het bruto maandsalaris van uw partner tellen we niet mee.
• het salaris boven € 224,28 trekken we voor twee derde van de toeslag af.
• verdient uw partner bruto meer dan € 1.330,92 per maand, dan krijgt u geen toeslag.
Voorbeeld: De toeslag is € 737,76. Uw partner verdient € 500 per maand. De eerste € 224,28 telt niet
mee. Er blijft € 275,72 over. Twee derde daarvan is € 183,81. Dit bedrag trekken wij af van uw toeslag.
Er blijft een toeslag over van € 553,95. Uw eigen inkomen is € 2.200. Het totale inkomen van u en uw
partner is hoger dan € 2.616,01. Daarom verlagen we uw toeslag met 10%. U ontvangt een toeslag
van € 498,55.
12
31 juli 2014