Artilia Officieel Orgaan Vereniging Onderofficieren Artillerie Nummer 104 | Maart 2014 Bestuur Voorzitter R.A. van der Veen VustCo Sterhyacint 11, 8255 JX Swifterbant ’t Harde, *06-536-57406, 0525-657406 0321-324229 Jolstraat 90, 1784 NL Den Helder ’t Harde, *06-536-557565, 0525-657565 0223-660684 De Wimpel 9, 8447 ED Heerenveen Leeuwarden, 028-2655200 051-3651548 Beiersgulden 72, 8253 DW Dronten ‘t Harde, *06-536-57448, 0525-657448 06-22778078 Uedemerstrasse 30, 47652 Weeze (Duitsland) Idar Oberstein, *06-345-4710-1902, 0049-6781-511902, 0031-6-23118423 06-48271995 Secretaris / Webmaster R.J. de Vos VustCo Penningmeester J.S. de Vries ROC Friese Poort Lid C.J.M. Damen VustCo Lid H. Treffers VustCo Lid R.G.J.M. Oudheusden HRF HQ Hildo Kropstraat 42, 8331 SP Steenwijk Münster, *06-811-2171, +49-251-5062171 Lid S.D. Bekkema VustCo Frederik Hendrikstraat 45, 8606 EG Sneek ‘t Harde, *06-536-57447, 0525-657447 06-22427784 Hauptstrasse 299, 55743 Idar-Oberstein Idar Oberstein, *06-345-4710-1904, 0049-6781-511904, 0049-1514-5558112 0049-6781-5676526 Conradi-Veenlandstraat 45, 9104 BM, Damwoude 06-14540655 0511-785062 Lid R.G.J.M.L. de Moel VustCo Lid F.J. Amerongen Voorwoord Beste leden, Voor u ligt de nieuwe Artilia. Wederom een uitgave waarin een verscheidenheid aan vak gerelateerde informatie is verzameld.Het eerste kwartaal van 2014 is alweer bijna voorbij en als ik er op terug kijk is het voorbij gevlogen. 10 januari heeft de Vereniging onderofficieren Artillerie de algemene ledenvergadering gehouden waarin we afscheid hebben genomen van de adjudant Jan de Brouwer en de opperwachtmeester Tom Witsiers. Jan zat sinds 2005 als lid in het bestuur van de vereniging waarbij zijn hoofdtaak als lid van de activiteiten commissie de meeste tijd in beslag nam en waarbij het maken van de uitnodigingen voor onze activiteiten zijn verantwoordelijkheid was. Tom was het langst zittende bestuurslid van het huidige bestuur. In 2003 werd hij lid van het bestuur van de vereniging en ook hij had zijn taak bij de activiteiten commissie, waarbij het organiseren van activiteiten voor de vereniging telkens weer een uitdaging was om voor iedereen wat leuks te organiseren.Van Jan hebben wij tijdens de algemene ledenvergadering afscheid genomen en van Tom zullen wij tijdens een bestuur samenkomst afscheid nemen. Jan en Tom, bedankt voor wat jullie voor de vereniging hebben gedaan. Als nieuwe leden van het bestuur zijn benoemd de Wachtmeester 1 Robbin de Moel, werkzaam als instructeur bij de instructie groep PzH200NL te Idar Oberstein DLD en de Opperwachtmeester Frans Amerongen, werkzaam als instructeur op het ROC te Amsterdam Noord. Robbin en Frans, gefeliciteerd met jullie benoeming binnen het bestuur en veel succes. We kunnen terug kijken op een mooie jaardag met een hoog reünie gehalte, waarbij we met een groot aantal collega’s (we hebben bijna 400 inschrijvingen binnen gekregen), de 337ste verjaardag van ons wapen hebben gevierd. Het afgelopen jaar is voor de vereniging een goed jaar geweest, waarin het aantal leden redelijk stabiel is gebleven en zoals uit het verslag van de penningmeester is gebleken van verandering. Het OTCVust werd VUSTCO waarbij de artillerie werd ingekrompen van twee afdelingen en een opleidingscentrum naar één vuursteuncommando. Voor veel collega’s is het een moeilijk jaar geweest. De reorganisatie heeft tot een hoop onzekerheid geleid doordat behoud van baan geen zekerheid meer was. Een aantal hebben omdat zij geen baan hebben kunnen vinden de dienst moeten verlaten. Toch heeft de vereniging hier nog geen last van ondervonden. De brunches zijn ook in het afgelopen jaar redelijk bezocht, de aantallen waren laag maar al met al was het eten goed en waren het gezellige bijeenkomsten.Het jaaruitje wat gepland was op Pampus, is helaas dit jaar letterlijk bijna in het water gevallen. Vanwege het slechte weer hebben we echt op het allerlaatste moment (er zaten al mensen in de auto ondereg naar Pampus) af moeten bellen. Afgelopen jaar hebben we net als voorgaande jaren in een redelijk aantal gevallen acte de préséance kunnen geven bij ziekenbezoek, de PassingOut’s op de KMS, medaille-uitreikingen, beëdigingen en bij recepties ter gelegenheid van de dienstverlating en zo ook in andere bijzondere uiteraard ook helaas bij droevige omstandigheden zoals afgelopen 13 januari, bij het onverwachte overlijden van de Opperwachtmeester b.d. Adrie Schoorl, waarvoor we verderop in de Artilia een memorandum hebben opgenomen. Na de grote reorganisatie van ons wapen het afgelopen jaar, moeten we komend jaar de blik voorruit werpen, waarbij bi- en tri- nationale samenwerking zeer belangrijk worden om het voortbestaan van ons wapen in de toekomst te garanderen.Ook de Vereniging Onderofficieren Artillerie moet meer aandacht schenken aan samenwerking met o.a. de Vereniging Officieren Artillerie, Artillerie Veteranen Associatie en verenigingen van ander wapendienstvakken. Samenwerken maakt ons sterker, al is het voorlopig alleen maar om meer kopij te verkrijgen voor de Artilia. De redactie heeft zoals elk jaar hun uiterste best gedaan om de Artilia te vullen met leuke verhalen en nuttige informatie. Ook zoals elk jaar wil ik oproepen, dat als u iets heeft dat u wilt delen met uw wapenbroeders, dan is de Artilia een uiterst geschikt middel.Verder gaan we ook dit jaar weer de nodige brunches en het jaaruitje organiseren.In de planning voor het jaaruitje hebben we nog steeds Pampus en ik ga er vanuit dat we indien het weer het toelaat, dit jaar wederom een poging gaan doen om Pampus te bezoeken. De eerstkomende activiteit heeft u al thuis in de brievenbus zien vallen, een leuk bijna traditioneel VOOA familie-uitje, de brunch in het zuiden bij Van der Valk Nuland gepland op 13 april 2014. Ik hoop u daar weer tegen te komen. Als laatste wil ik het bestuur bedanken voor de vele werkzaamheden die weer zijn verricht in het afgelopen jaar en veel succes wensen voor dit komende jaar. Ik wens u veel leesplezier, Uw Voorzitter, Rob van der Veen Vereniging OnderOfficieren Artillerie INHOUDSOPGAVE Charlie “Rijders” Batterij groet de Koning. Pagina 5 - 6 Rectificatie Pagina 6 Artilleristen vieren 337e verjaardag Pagina 7 - 8 VuursteunCommando opent nieuwe schietbaan Pagina 9 VuursteunCommando-adjudant en Korpsadjudant Veldartillerie Pagina 10- 11 Gouden medaille voor Aooi Klein Middelink Pagina 12 Bronzen medaille voor wmr1 Van Ginkel Pagina 12 Commando overdracht Stafbatterij VustCo Pagina 13 De palenbak Pagina 14 - 15 Bevorderd / Dienstverlaters Pagina 15 Uitgelicht (afscheid moet pijn doen) Pagina 16 Weekje Texel Pagina 17 In memoriam Adrie Schoorl Pagina 18 - 19 Cyber tactiek en techniek Pagina 20 - 23 Het verhaal van een Nederlandse soldaat bij 3-III-8 R.A.door Sjaak Vugts (deel 2) Pagina 23 - 29 Reünie Orkest Artillerie Trompetterkorps Pagina 29 Uit de oude doos Pagina 30 Vuursteun in Afghanistan Pagina 31 Artillerie Veteranen Associatie Pagina 32 Nederlands Artillerie Museum Pagina 33 - 35 Noot van de redactie Pagina 36 Charlie “Rijders” Batterij groet de Koning. Het is 9 Januari 2014, de Koninklijke Landmacht bestaat 200 jaar. Ter ere van dit 200-jarig bestaan, wordt door alle korpsen dan wel regimenten een vaandelgroet aan de Koning gebracht. De voorbereidingen starten medio november met de generale repetitie te Schaarsbergen waar de detachementcommandant, Btowi (dan wel CSM) en een aantal personen uit het detachement aanwezig dienden te zijn om daar de laatste en voor velen de eerste instructie te krijgen van de organisatie. Verzameld in een grote hal werden de aanwezigen gebriefd over het verloop van de dag. Btowi’s/CSM’s werden in een aparte ruimte geïnstrueerd over de details van de dag waar het nodige aangescherpt of veranderd kon worden. Na de lunch werd geoefend onder begeleiding van muziek voor het vasthouden van de maat. De dag werd afgesloten met een” final huddle” met de Btowi’s/CSM’s. 9 Januari 2014: dag van de uitvoering. Begon voor ons om 04:30 uur. Na een kort appèl zijn de spullen ingeladen om vervolgens koers te zetten richting het Haagse. Op het Malieveld uitgestapt en richting het voormalig VROMgebouw gelopen om daar ons in onze Dolman te hijsen. Voor sommigen, lees 80%, was het even puzzelen “vanhoe-zat-het-ook-alweer” maar uiteindelijk zag iedereen er strak uit en waren wij gereed om te gaan oefenen in de parkeergarage onder het gebouw. Na het oefenen nog een laatste broodje, drankje en wc-bezoekje konden wij ons gereed maken voor de verplaatsing te voet naar Plein 1813,waar de ceremonie zou plaatsvinden. De verplaatsing duurde ongeveer 25 minuten. In de straten van Den Haag stonden de nodige toeschouwers die zich aan onze mooie pakken konden vergapen. Regelmatig kregen we “vanaf de zijlijn” dat te horen. Een reden te meer dat er meer grote maten gemaakt moeten worden of kleinere mensen moeten aannemen zodat wij nog meer van onze pakken kunnen laten zien. Half december heeft ons detachement van de KRA zich omgekleed en de Charlie-rijders aangevuld met onze collega’s van de staf-batterij. Zo werd het gewenste aantal van 47 rijders bereikt. Wederom is bij het omkleden gebleken bij de KPU dat wij genoeg kleine Dolmannen of te grote rijders hebben. Hierdoor zijn wij helaas niet aan het gewenste aantal van 47 rijders gekomen. Dit mag de pret niet drukken. Ook met de rijders die de Dolman wel passen kunnen wij een goede uitvoering ten tonele brengen. Op naar 7 Januari voor de verkenning. 7 Januari 2014: nieuw jaar, nieuwe kansen echter dezelfde opdracht als vorig jaar namelijk de vaandelgroet. Deze dag stond in het teken van het verkennen van de locatie op Plein 1813, waar het twee dagen later zal plaatsvinden. Begin van de dag presentatie gehad met de laatste wijzigingen van de uitvoering. Na de middagpauze vertrokken met bussen naar Plein 1813 om daar een beeld te krijgen welke route gelopen moet worden. Na ruim een uur te hebben rondgelopen en indrukken opgedaan, is de gehele club weer vertrokken naar de diverse windstreken van het land. 8 Januari 2014: ons eerste tevens laatste oefenmoment. Met de complete club de nodige bewegingen uitgevoerd, afspraken gemaakt en de laatste tijden doorgegeven. We zijn klaar voor de dag van morgen die voor velen van ons vroeg zal beginnen. Op het plein aangekomen, nog een laatste oefenrondje om vervolgens in een “hold” te gaan staan en wachten op het moment dat wij voorwaarts mogen en onze 75 meter of Fame mogen hebben. Het moment was aangebroken dat wij, achter onze collega’s van de Veldartillerie en voor de collega’s van de luchtdoelartillerie, onze groet mochten brengen aan Zijne Majesteit de Koning. Gezichten strak om een goede uitvoering ten tonele te brengen. Voor dat wij er zelf erg in hadden stonden wij alweer klaar aan de andere kant van het monument voor de laatste act van de dag te weten een driewerf “Oranje Boven!” aan Zijne Majesteit de Koning, de traditionele, in de vergetelheid geraakte strijdkreet aan de Koning. Op het commando “voor koning en vaderland, onderofficieren doe uw plicht” riepen de aanwezige onderofficieren luidkeels “ORANJE” 5 gevolgd door de rest met luidkeels “BOVEN” waarbij gelijker tijd het wapen dan wel sabel omhoog werd gestoken. Deze traditie werd gevolgd door het ”Wilhelmus” waarna de detachementen werden afgemarcheerd en de weg terug naar het VROM werd daarmee ingezet. Aangekomen op het VROM snel omkleden, eten en naar de bus verplaatsen om richting ’t Harde te verplaatsen na een lange maar geslaagde dag te gaan genieten van, voor sommige het weekend en anders de avond. Terugkijkend op de dag kan ik zeggen dat het een unieke gebeurtenis is geweest die velen van ons 1 maal zullen mee maken. Tevens hebben wij als rijders wederom een goede indruk achter gelaten en een stukje geschiedenis binnen ons korps geschreven. Ik ben er trots op dat ik het detachement Korps Rijdende Artillerie heb mogen begeleiden gedurende deze bijzondere dag…. Owi Klijn Btowi Charlie “Rijders” Batterij Foto’s: Derk de Vries Rectificatie In Artilia 102 en 103 staan artikelen over de geschiedenis van de Artillerie, deze maken deel uit van een zesdelige serie die in ons blad verschijnt.In de intro van deel 1 staat dat een deel van de data is verzameld door Ed de Bruin (Webmaster 41afdva.net, 14afdva.nl, korpsrijdendeartillerie.nl) maar hiermee doen we zijn bijdrage tekort . Grote delen van de tekst zijn namelijk letterlijk overgenomen van de site 41afdva.net en dus compleet van zijn hand. De redactie 6 Artilleristen vieren 337e verjaardag Op 16 januari van dit jaar spoeden zich, op uitnodiging van de Wapenoudste, Artilleristen van alle rangen en standen en uit alle windstreken naar de bakermat op de Knobbel in ’t Harde teneinde de viering van de 337e verjaardag luister bij te zetten. Zoals ieder jaar maakt het bestuur van de Vereniging Onderofficieren Artillerie van de gelegenheid gebruik om, voorafgaande aan de eigenlijke feestavond, haar aanhangers bijeen te roepen voor de Algemene Ledenvergadering. Voor de meeste deelnemers ook een gelegenheid om alvast in te dribbelen en de stembanden los te maken voor de sterke verhalen waarmee de ‘reünie’ in de avondlijke uren wordt gekruid. Natuurlijk vliegen al direct bij de koffie met cake de beste wensen over en weer en ook nu weer blijkt dat artilleristen b.d. een taai ras vormen, want op de meest gestelde vraag: ‘hoe gaat het?’getuigen de antwoorden van de onverwoestbaarheid van deze generatie. Gelukkig vormt de jongere garde, met daarbij de aspiranten van de KMS, een goed tegenwicht tegen de aansluipende vergrijzing zodat voorzitter Rob van der Veen bij de eerste hamerslag zijn blik op een gemêleerd gezelschap kan laten rusten. Na de inleidende beschietingen verloopt de vergadering in een gestadig tempo, met af en toe wat bemoedigende kritiek van de oudere heren die ingrijpen wanneer de voorzitter in zijn jeugdig enthousiasme naar hun mening wat al te snel door de agendapunten wil lopen. Het financiële plaatje stemt penningmeester en overigen tevreden. Weliswaar een lichtelijk vertekend beeld als gevolg van het niet voor Pampus kunnen gaan, maar over het algemeen een positief geheel. Het leden aantal laat als logisch gevolg van de recente ontwikkelingen en reorganisaties een lichte terugloop zien. Maar dat lag in de lijn der verwachtingen. Wijzigingen bestuur De wijzigingen in de bezetting van de bestuursfuncties kunnen door de vergadering bij handopsteken afgehandeld worden. Als de rook van de verkiezingen is opgetrokken en de nieuwe bestuursleden hun plaats achter de tafel hebben ingenomen blijkt dat het beeld van een uniforme minimale hoofdbedekking van de bestuursleden tot het verleden behoort. De relatief weelderige dos van de gekozenen maakt fors inbreuk op de eenheid in haardracht. Na een welkome pauze om de slijmoplossende Barbarabitter nieuwe bestuur voor: Aooi Rob van der Veen Owi Jan de Vries Aooi René de Vos Aooi Cees Damen Aooi Eric Treffers Aooi Ron van Oudheusden Owi Simon Bekkema Owi Frans Amerongen Wmr1 Robbin de Moel Lid Lid Lid Lid Lid Lid Commissie van Goede Diensten Frans van de Knaap Ad Beekmans Joep Brood Gerrit Bosch Lid Lid Lid Lid Rob van der Veen dankt de aftredende bestuursleden voor hun bijdrage, zijn waardering onderstrepend met een kleine attentie. Met terecht een verdiend applaus van de vergadering. Ben Blomsma huldigt namens iedereen de bestuursleden voor hun inzet en spreekt de hoop uit dat toekomstige uitstapjes van de V.O.O.A. voorzien zullen zijn van een militair tintje. Rob van der Veen geeft de leiding voor de invulling van de rest van de avond in de bekwame handen van René de Vos en haast zich naar het (oefen)slagveld om daar zijn kennis en kunde te demonstreren. Viering verjaardag In het Wachtmeester Kruithof Paviljoen druppelen rond die tijd al de eerste feestgangers binnen. Al gauw is de fraai aangeklede ruimte gevuld met een mix van oudere en jongere aanhangers van ons Wapen en onder het genot van een goed glas en uitgedeelde versnaperingen stijgt het reüniegehalte tot de bekende hoogten. Het Fanfarekorps Bereden Wapens verleidt de aanwezigen om in de druilerige regen onder leiding van de Korpsadjudanten hun lijflied aan te heffen en zich daarbij af te vragen wat er op de heide dreunt en in het verschiet blinkt. Dit uiteraard in eendrachtige samenzang met de officieren die een deur verder hun aandeel in de verjaardag vieren. kelen te smeren met de stelt de voorzitter het Voorzitter Penningmeester Secretaris/webmaster 7 Gesterkt door dit muzikale intermezzo maakt men zich op om de redevoering van de voorzitter aan te horen. René de Vos neemt, zoals gezegd, de honneurs waar en heeft deze keer weinig moeite om zich verstaanbaar te maken. De waarnemend voorzitter staat stil bij het overlijden van enkele collegae, Adrie Schoorl en Rick van Ool en de aanwezigen nemen op zijn verzoek een minuut stilte in acht. Hij schetst in het kort de gebeurtenissen in 2013 en blikt ook in de nabije toekomst: ‘Het jaar 2013 was een bewogen en onzeker jaar waarin veel in het teken stond van bezuinigingen en de realisatie van de reorganisatie. Ieder van u heeft een behoorlijke inspanning geleverd om de eenheden op niveau te brengen of te houden. Daar mogen wij zeker trots op zijn. Wij gaan een druk jaar tegemoet, waarbij hollen wederom een regelmaat is en geen uitzondering. Professionaliseren en beter worden staan centraal.’ De verraste Frans van de Knaap, vergezeld door zijn zonen, neemt een welgemeende serenade ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag in ontvangst. Korpscommandanten en Wapenoudste zijn inmiddels gearriveerd en Generaal-majoor Beulen neemt het woord. Hij memoreert dat een groet gestuurd is aan de collegae die niet aanwezig kunnen zijn in verband met uitzending. Uit Turkije heeft de oudste kanonnier hierop reeds met dank geantwoord. Vervolgens leest hij het telegram voor met de traditionele groet aan het Staatshoofd waarin de trouw en aanhankelijkheid van de officieren en onderofficieren van de Artillerie tot uiting wordt gebracht en het antwoord dat daarop is ontvangen. Hij schildert in het kort de ceremoniële en operationele taken die door de artilleristen in het afgelopen jaar met verve ter hand zijn genomen met als een van de hoogtepunten het bezoek van Koning Willem-Alexander en Koningin Maxima. Ook de verdiende aandacht die de veteranen ten deel is gevallen wordt door hem naar voren gebracht. Een speciaal woord van lof is er voor de vrijwilligers die zich inzetten om de verzamelingen van de Korpsen in stand te houden. Over het jaar dat voor ons ligt: ‘Er zijn tekenen dat de bodem bereikt is. Als u de politiek volgt dan zijn er stemmen die zeggen dat er genoeg is bezuinigd bij Defensie. Er zijn zelfs stemmen die zeggen dat er geld bij moet. Dat is er nog niet, maar de signalen zijn niet slecht.’ En over het eigen vakgebied: ‘De plannen op gebied van vuursteun moeten worden uitgewerkt, evenals de plannen over de strategische samenwerking met de Belgen en de Duitsers.’ Als voorbeeld hoe de artillerie naar buiten kan worden gepromoot noemt de Wapenoudste de recente beëdiging op de Markt in Nunspeet: ‘De artillerie moet aan de weg 8 blijven timmeren. Wij moeten laten zien wie wij zijn en wat wij kunnen.’ Voorbeelden De als beste geslaagde onderofficieren van de diverse opleidingen en hun begeleiders worden als voorbeeld gesteld: ‘Zij kenmerken zich door hun professionele houding, leergierigheid en doorzettingsvermogen. Zij zullen deze kennis omzetten in de praktijk om leiding te geven aan de mensen die hen zijn toevertrouwd.’ Beide wachtmeesters ontvangen als blijvend aandenken de respectievelijke schaalmodellen (PzH2000NL en Fennek), vergezeld met de ‘vermaning’ dat deze eervolle vermelding ook de verplichting met zich mee brengt het huidige niveau te handhaven. Wmr Wesley Moors van de Lua is zichtbaar verguld met de onderscheiding: ‘Het is een aansporing om steeds het beste uit mijzelf te blijven halen. Ik kijk uit naar mijn uitzending naar Turkije die over enkele weken begint. Daar kan ik laten zien wat ik waard ben.’ Collega Albert Winter van de Veldartillerie beaamt dat er nu wel enige druk op hem ligt, maar ook hij denkt zijn uitverkiezing waar te kunnen maken: ‘Vooral de samenwerking met mijn stuksbediening biedt mij de gelegenheid om te laten zien dat ik deze prijs niet voor niets gekregen heb.’ En verder gaat de ‘reünie’, onderbroken door de traditionele ‘blauwe hap’, zoals gewoonlijk een van de hoogtepunten van de avond. Chef Hofmeester John Bos en zijn team hebben eer van hun werk en oogsten de gebruikelijke waardering. Ook een woord van lof voor de overige mess medewerkers die onverdroten doorgaan met het vullen van de glazen. Totdat de ‘taptoe’ om 22.30 uur ook aan hun nijverheid een einde maakt en de viering van de verjaardag van de Artillerie een waardig slot krijgt. Foto’s: Derk de Vries VuursteunCommando opent nieuwe schietbaan Geavanceerd en creatief Woensdag 22 januari heeft het Artillerie Schietkamp (ASK) op de Legerplaats bij Oldebroek (LbO) een nieuwe schietbaan in gebruik genomen: de Gevechtsschietbaan Kamperbaan. Deze nieuwe aanwinst biedt het ASK de mogelijkheid de schietopleiding voor geweer, mitrailleur en granaatwerper voor militaire eenheden in een realistische setting te organiseren. Gevechtsschieten is een oefening in techniek, tactiek, vuurleiding, leiderschap maar vooral ook in vertrouwen in elkaars vakmanschap. Nederland staat internationaal hoog aangeschreven door de realistische manier waarop wij vormgeven aan onze schiettraining. Zelfs grote partners als de Verenigde Staten kijken daar met enige jaloezie naar. De Kamperbaan is een prachtige uitbreiding op de mogelijkheden voor dit soort training. De opening van de nieuwe schietbaan werd gecombineerd met een demonstratie van haar mogelijkheden. Naast toekomstige gebruikers in de vorm van militaire eenheden waren ook civiele partijen uitgenodigd die gebruik gaan maken van de nieuwe schietbaan zoals eenheden van Justitie. Militaire hoogwaardigheidsbekleders zoals de Commandant Landstrijdkrachten en civiele genodigden zoals bestuurders van de omringende gemeenten behoorden eveneens tot de genodigden. De gesimuleerde doelen op de schietbaan kunnen op verschillende posities op de schietbaan worden opgesteld en zo worden aangepast aan verschillende scenario’s. Deze doelen zijn op afstand bedienbaar. De gevechtsschietbaan Kamperbaan is de enige schietbaan in Nederland waar op dit niveau kan worden geoefend en getest. Tot nu toe moesten dit soort trainingen in het buitenland worden gehouden, met de hoge kosten die daar aan verbonden zijn. Tekst: Kolonel Baartman Foto’s: Mark Mulder 9 VuursteunCommando-adjudant en Korpsadjudant Veldartillerie Door Wim Speth Marcel Brockötter heeft de moeite genomen om zijn dienstbolide richting Wilsum in de BRD te sturen waar schrijver dezes sinds anderhalf jaar is neergestreken. Doel is de lezers van Artilia middels een interview nader kennis te laten maken met de man die bovengenoemde twee functies sinds 19 november 2012 in zich verenigt. Uiteraard duurt het even voordat men kan overgaan tot het vraag- en antwoordspel, want waar twee artilleristen op elkaar treffen vinden eerst inleidende beschietingen plaats in de vorm van het ophalen van herinneringen en het opfrissen van anekdotes. Langzaam inschietend komen wij dan toch richting de vragen omtrent de invulling van de taken van de stafadjudant die gezien kan worden als de ‘senior’ onder zijn collegae onderofficieren van de betreffende eenheid. Marcel Brockötter legt uit dat zijn taak veelal een ceremonieel karakter heeft. “Ik beschouw mij als de vertegenwoordiger van Vuursteuncommando en Korps Veldartillerie bij activiteiten zoals bijvoorbeeld Dodenherdenkingen, passing-out, en andere gelegenheden.” Daar waar het Standaard is, is de Korpsadjudant en dus is adjudant Brockötter ook de aangewezen man om bij beëdigingen het Standaard te dragen en had hij ook de eer deze taak te mogen uitvoeren tijdens de dit jaar gehouden Vaandelgroet voor de Koning. Daarnaast vindt hij dat hij het aanspreekpunt voor de veldartilleristen is. Niet alleen voor de militairen die dienen bij het Vuursteuncommando, maar zeker ook voor alle collegae die op andere plaatsen binnen de Krijgsmacht hun artillerietaak uitvoeren. Het begeleiden van jonge officieren op hun weg naar en binnen de veldartillerie ziet hij eveneens als een onderdeel van zijn functie. “Ik wil mij vooral collegiaal opstellen. Bij mij is de drempel laag en iedereen kan binnenkomen. Ik probeer voor alle problemen open te staan en daar waar mogelijk een oplossing te zoeken.” Uitgezonden militairen en hun gezinnen krijgen eveneens de aandacht die zij verdienen. Niet alleen worden de betrokken militairen ‘uitgezwaaid’ en bij thuiskomst weer welkom geheten, maar wanneer daar behoefte aan is kan het thuisfront een beroep op hem doen. 10 Zorgen en lichtpuntjes Alhoewel de artilleristen, net als alle militairen van de Krijgsmacht op dit ogenblik niet de meest florissante tijd doormaken ziet Brockötter toch lichtpuntjes: “Men begint te wennen aan de situatie na de laatste reorganisatie. Mensen groeien langzaam in hun nieuwe rol en men komt tot rust. Ondanks dat enkele collegae onvrijwillig afscheid van de organisatie moesten nemen lijkt het er op dat de meesten een nieuwe functie binnen Defensie kunnen krijgen.” Zorgen blijven er natuurlijk wel: “Alles zit potdicht. Op papier zijn alle functies bezet en er is geen of nauwelijks doorgroei. Het baart mij zorgen dat je de mensen geen stip op de horizon kunt geven.” Jammer vindt hij het dat jonge onderofficieren zijns inziens teveel tijd moeten besteden aan zaken die niet direct te maken hebben met hun functie: “Het worden steeds meer managers. Zij zijn meer bezig met het bevredigen van systemen dan met het daadwerkelijk uitvoeren van werkzaamheden. Dat is nu eenmaal van deze tijd.” De Korpsadjudant heeft nog wel een oproep aan de veldartilleristen: “Het in stand houden van de Korpsgeest staat onder druk. Net zoals in de maatschappij groeit men uit elkaar en neemt men niet meer de tijd om elkaar op te zoeken.” Een voorbeeld: “Als je nu een declaratie moet indienen gaat dat via de computer. In vroegere tijden was je gedwongen diverse collegae op te zoeken om gegevens en handtekeningen te verzamelen en zodoende had je meer contact met elkaar.” Vooruitziend naar het einde van zijn actieve loopbaan: “Dat duurt nog enkele jaren. Ik ben daar nog niet mee bezig. Waarschijnlijk kies ik voor een lekker warm land, als bijvoorbeeld Spanje. Het lijkt mij een uitdaging om daar samen met vrienden een ‘bouwval’ op te knappen en daar ook te gaan wonen. Knutselen is een van mijn hobby’s. Daarnaast trekt het begeleiden van ruiters bij buitenritten mij ook wel aan. Ik zie wel wat het wordt. Het ligt nog ver weg.” Naam: Leeftijd: Getrouwd met: Kinderen: Hobby’s: In dienst sinds: Marcel Brockötter 53 jaar Rie-Anne Jeroen en Rik Paardrijden, ATB’en, tennis, klussen 8 januari 1979 Plaatsingen: opleidingen op KMS – ASS 11 AfdRA stuco AMX 11 AfdRA Btwmr M-109 Art School Breda instr VBD ASK veiligheids-onderofficier 11 AfdRA Schoolset (waarnemend owi vbdn) Schoolbat Divtrpn OPC 11 AfdRA owi vbdn 11 AfdRA OPC vmdpel M-109 11 AfdRA Stoo OPZ (en beheerder manege) 103 ISTARbat Eskadj MI&St esk KMS PC instrpel 14 AfdVA Afdadj VustCo VustCo adj Uitzendingen: KFOR-1, EUFOR-3 11 11 Gouden medaille voor Aooi Klein Middelink Op 28 november 2013 is aan Aooi Jos Klein Middelink de gouden medaille, voor 36 jaar langdurige, eerlijke en trouwe dienst, uitgereikt. Jos kreeg, in het bij zijn van zijn vrouw Jennij, dochter en kleindochter en enkele genodigden, de medaille opgespeld door Lkol M.P. (Marcel) Buis. Na de ceremonie was er gelegenheid om de jubilaris te feliciteren. Na de receptie is er verplaatst naar het KEK gebouw alwaar werd genoten van een uitgebreide lunch. Medio 2014 zal Jos met FLO gaan. Bronzen medaille voor wmr1 Van Ginkel Op dinsdag 12 november 2013 werd ten overstaan van zijn vrouw en kinderen, personeel van de vuursteunschool en militaire genodigden, de medaille voor 12 jaar trouwe en eerlijke dienst uitgereikt aan de wachtmeester Gertjan van Ginkel. Nadat de eenheid aan de commandant van de vuursteunschool, de Lkol Deloo, was gemeld werd overgegaan tot de ceremonie waarbij de beschikking werd voorgelezen en de medaille opgespeld. Vervolgens verplaatste een ieder zich naar de Wachtmeester Kruithof kantine voor een informeel samenzijn. Zoals blijkt uit zijn staat van dienst heeft Gertjan al een gevarieerde loopbaan doorlopen. Begonnen als manschap bij de cavalerie, maakte hij na vijf jaar de overstap naar het onderofficierskorps en de artillerie. Hij heeft als onderofficier de afgelopen jaren zowel de achterkant als de voorkant van de kogelbaan gezien, vervult op dit moment een instructeursfunctie en is tweemaal op uitzending geweest. Hieronder een overzicht; Functies 10-2001 t/m 05-2006 05-2006 t/m 04-2007 04-2007 t/m 12-2008 01-2009 t/m 12-2012 01-2013 tot heden 101 Tkbat / B-esk KMS en VTO Art 14 Afdva / C en Abt 44 Painfbat / A-cie Vustco / Vustschool Chauffeur YPR Waarnemer OO Opleiding Stuco PzH Waarnemer Art/mrn Instructeur FST/FO Seedorf ’t Harde Havelte ‘t Harde 41 schoolcie KMS C-cie Kpl hulpinstructeur Wmr steuninstructeur Seedorf Weert SFOR 15 TFU III Chauffeur YPR / MB Gpscdt stafwachtpeloton Bosnie Afghanistan Detacheringen 01-2006 t/m 05-2006 04-2008 t/m 07-2008 Uitzendingen 10-2003 t/m 04-2004 11-2007 t/m 02-2008 Schooladjudant Vuursteunschool Aooi L.A. Sinke 12 Commando overdracht Stafbatterij VustCo Op 19 februari jongstleden heeft de Kapitein Arno Mulders het commando van de stafbatterij over gedragen aan de kapitein Joris Nogarede. De ceremonie startte 13:00 uur en de beide kapiteins namen het appél in op de appelplaats nabij het museum der Rijdende Artillerie. De kapitein Mulders kwam in zijn speech op de afgelopen periode van zijn commando over de Stafbatterij. Met name de reorganisatie van de stafbatterij van 180 militairen naar 37 militairen, 3 burgers en 10 brandweermannen werden in zijn speech genoemd. Nogarede. Na het appél werd Mulders te paard afgevoerd naar de bar alwaar de receptie kon gaan beginnen. De roerige tijd met verhuizingen, mensen bij DCHR geplaatst, mensen naar andere functies, andere eenheden de afgelopen reorganisatie en de komende reorganisatie. Daarna nam zoals gewoonlijk de nieuwe commandant Joris Nogarede het woord. Hij heeft er zin in om commandant te zijn in deze diverse eenheid als dat de Stafbatterij is. Met de overdracht van het nieuwe vaandel van de stafbatterij, werd het commando over de stafbatterij officieel overgedragen aan de Kapitein Tijdens de receptie werd door de Lkol Roelen een sabel overhandigd met de woorden “L’Honneur et la Franchise” (de eer en de oprechtheid).In de periode van zijn commandant schap ontving de kapitein Mulders afgelopen KRA korpsdiner al de zilveren pelsknoop van het Korps voor al zijn inspanningen voor het Korps zoals bv. in het erecouloir tijdens de adaptatie van de Koning, commandant bereden standaard groet tbv 200 jaar Koninklijke Landmacht en het bijna optreden in gouden dolman in de Wereld draait door. De stafbatterij bedankt hierbij ook de kapitein Mulders voor de afgelopen periode en wensen hem veel succes bij zijn volgende functie als case coördinator bij P&O. We wensen de kapitein Nogarede veel succes in zijn nieuwe functie als batterijcommandant van de Stafbatterij van het Vuursteuncommando. Btowi Lindeboom (stafbatterij) Foto’s: Kees Leussink 13 De palenbak Maandag 1 december zijn wij begonnen met een dagprogramma bij de palenbak op de Erfprinskazerne in Den Helder. De palenbak is een bak met water van 20 bij 20 waar in elke hoek een steiger staat. ‘s Ochtends is begonnen met een korte uitleg over wat we die dag gaan doen en zijn aansluitend gestart met de eerste LTV opdrachten. De opdrachten verschilden van een ponton brug, een catcrawl of vanaf twee steigers met behulp van buizen, balken en stammen naar de overkant te gaan. Hierna werd de opdracht door de instructeurs geëevalueerd. Het doel van deze dag was het leidinggeven onder onbekende omstandigheden en daarna evalueren con- form het Freyelandmodel. Veel van ons waren dan ook onbekend met de palenbak. Hierdoor merkte je al snel dat voor de opdrachten o.a. leidinggeven en aansturing bepaalde punten behaald moesten worden. Hierna kwamen we er tijdens de evaluatie al snel en gemakkelijk achter, aan de hand van het model “in te sluiten” , wat de reden was waarom de punten wel of niet behaald waren. Feedback van deze dag: De palenbak werd over het algemeen als een leuke dag gezien. Invulling van de dag was vooraf onbekend. Jammer was dat niet iedereen zich als leider heeft kunnen laten zien. Aan de andere kant vinden ze wel dat ze veel leerwinst hebben kunnen oppakken b.v. door de “commandantenbeurt” van anderen. Een leuke dag en een dag waarin je lekker bezig was. Een mooie kans om jezelf als leider te laten zien. Het was een interessante dag met een goede feedback van het kader. . 14 De Bever De bever in Den helder is een soort zeecontainer tussen twee armen. De zeecontainer ziet er van binnen het zelfde uit als een marineschip. Hierin kunnen ze verschillende lekkage’s simuleren waar bij elke lekkage een verschillende manier van stutten en schoren komt kijken. We begonnen deze dag met een les over hoe het stutten en schoren werkt, wat voor materiaal je hebt en waarvoor het wordt gebruikt. Aansluitend zijn we de bever in gegaan en hebben ze ons de binnenzijde laten zien. Na de rondleiding door de bever zijn we begonnen met een “dry run” het stutten en schoren uitvoeren in de praktijk alleen zonder dat het water naar binnen komt stromen. Na het oefenen hebben we besproken hoe het is gegaan en zijn we gaan lunchen. Na de lunch teruggekomen bij de bever hebben we ons omgekleed en zijn we naar binnen gegaan. Eenmaal binnen aangekomen werd er een commandant aangewezen en ging de opdracht van start. Het stutten en schoren terwijl het water echt naar binnen komt zetten. Aansluitend zijn we die avond terug verplaatst naar de Legerplaats bij Oldebroek. Feedback van deze dag: De bever werd als een zeer positieve activiteit ervaren. Een aantal aspiranten vonden het jammer geen beurt als commandant te krijgen om hun leerwinst als leider te trainen. Daarentegen kon je wel heel goed zien en ervaren wat de commandant deed en hoe dat effect had op de groep in een onbekende situatie. Een leuke ervaring en goed om te doen. Het omgaan met beperkte informatie op een onbekende locatie was een situatie waarin de leerling sinds Weert niet meer was gebracht. Dit mag naar mening van het kader wat vaker worden ingebracht. Bevorderd Opperwachtmeester. S.M.P. Houben (Luart) S.A. Laveist G.H. Klop (Luart) Wachtmeester der eerste klasse J. Breuijnderink (Luart) G. Jamin( Luart) V. Nunes Pires Deze twee dagen Leiderschap en Vorming zijn voor ons als groep goed bevallen, wel hadden we het op en ander moment in de opleiding willen zien. Verder hadden graag van te voren wat meer informatie gehad, maar aan het einde van deze dagen kunnen we wel zeggen dat we er weer wijzer van zijn geworden en onze “toolbox” met extra tools hebben kunnen vullen. Ook al zagen mensen er een beetje tegenop uiteindelijk bleek het toch nog leuk te zijn om te doen, zijn we weer lekker bezig geweest en hebben ons weer kunnen verbeteren en bestendigen. Door deze dagen heeft iedereen weer een leermoment gehad, is het niet van je eigen commandanten beurt dan wel van die van een ander. Kortom, twee interessante dagen waarbij we weer veel hebben geleerd en op de juiste weg zijn naar ons doel: Onderofficier worden bij de Artillerie. B.H.P.A. Sleutjes R.A. van Waardenburg (luart) Dienstverlaters Wachtmeester der eerste klasse D.J.L. Bousche J.R. Claassen (Luart) Wmrt Mulder VTO KMS Artillerie B.M. de Jong Wachtmeester M.J. Baerends (Luart) 15 © Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Dinsdag, 07 januari 2014 UITGELICHT door Ron Buitenhuis; foto Maartje van Berkel Op de slagvelden in Kosovo en in Afghanistan, maar ook in eigen huis, zag hij de vele gezichten van de dood. Afgelopen zomer, net voordat hij met leeftijdsontslag (flo) ging, overleed zijn vrouw Marijke (55). Luitenant-generaal b.d. Ton van Loon (57) uit Nederweert over de emoties van een commandant. „Dan moest ik een brief schrijven aan de vrouw van een gesneuvelde Amerikaanse militair, die net drie weken eerder vader was geworden.” voor moslims. Anderzijds heb ik afgelopen zomer, net voordat ik met leeftijdsontslag ging, door kanker op 55-jarige leeftijd afscheid moeten nemen van mijn vrouw Marijke. Liefde en afscheid zijn zo’n beetje de sterkste emoties die een mens kent. Afscheid móet ook pijn doen. Als het dat niet doet, dan heeft het ook niks voorgesteld. Emotioneel is deze periode onbeschrijfelijk zwaar voor mij en mijn twee kinderen, maar je moet in het leven soms dingen accepteren. Je weet - ook als militair - dat je niet elke strijd kunt winnen. Wat op mij en mijn kinderen diepe indruk heeft gemaakt, was de betrokkenheid van de verplegers en verpleegsters van het Sint Jans Gasthuis in Weert. Ik ben met 57 jaar met flo gegaan. Ondanks alle regelingen en decoraties, toch met tegenzin. Het is in feite van de gekke dat defensie mensen waarin ze zo veel hebben geïnvesteerd qua opleiding en ervaring, laat vertrekken. Ik ben echter niet in een zwart gat gevallen, ofschoon ik weinig echte hobby’s heb. Ja, ik doe nog wat met paarden en ik lees veel. Mijn werk was altijd mijn grote passie, maar het heeft ook offers gekost. Ook als generaal krijg je niets voor niks. We zijn als gezin in 1995 teruggekeerd naar de regio Weert. Je kunt nog zo’n wereldburger zijn, hier liggen mijn roots. Hier voelt het veilig. Maar daardoor heb ik wel bijna 20 jaar een weekendhuwelijk gehad. Ging mijn vrouw op zondagavond om 23.00 naar bed, dan reed ik voor de rest van de week terug naar Havelte, Heidelberg of Münster. Nou vond ik dat reizen op zich geen straf. Doordeweeks had ik meestal een auto met chauffeur, maar in het weekend kon ik eindelijk zelf flink gas geven op de Duitse autobanen. Héérlijk, ik hou nog steeds van hard rijden. Ook nu zit ik nu niet stil. Ik heb gelukkig nog adviseursfuncties en mag lezingen geven over onder meer leiderschapsstrategieën aan jonge generaals bij Defensie, maar ook aan het internationale bedrijfsleven, de politiek of grote (non-profit) organisaties. Ik geloof heilig in de 3D’s: defense, diplomacy and development; verdedigen, overleggen en opbouwen. Je kunt als legermacht makkelijk een Afghaans dorp ‘schoonvegen’ van de taliban, maar vervolgens moeten andere organisaties klaarstaan om het gemeentelijke apparaat, de politiemacht en het onderwijs op te bouwen, want anders heb je per saldo niks bereikt. En je moet blijven praten, en daar zijn wij Nederlanders met onze compromisgerichte poldercultuur de absolute wereldtop in.” Afscheid moet pijn doen G Generaals huilen niet, toch? Vergeet het maar, ook generaals huilen wel eens. Daarom wilde ik, toen ik commandant werd van een internationale troepenmacht in Afghanistan, per se een katholieke aalmoezenier mee hebben. Ik heb er negen maanden gezeten en heb tientallen militairen zien sneuvelen. Ik ben best wel rationeel, een analist, maar evenzeer een mens met emoties en religieuze overtuigingen. Je hebt als leider, als commandant geleerd volgens militaire processen te handelen, maar dat werkt niet altijd. Dan moest ik een brief schrijven aan de vrouw van een gesneuvelde Amerikaanse militair, die net drie weken eerder vader was geworden. Daar lig ik dan ’s nachts wakker van. Dat los je niet op langs protocollen. Althans ik niet. Toch was ik als commandant geen gemakkelijke. Ik kon hard zijn. Ik ben wel eens met Jan Timmer vergeleken, maar dan niet van Philips, maar van Afghanistan. Het gaat niet om het individu, het gaat om het collectief. Je hebt een missie en dat doel wil je bereiken. Dan moet je als leider bovenal eerlijk zijn. Met zachte heelmeesters win je geen oorlog. Je hoeft niet per se ‘aardig gevonden te worden’ door je manschappen. Maar je moet ook niet machtig doen omdat je nu eenmaal sterren op je schouder hebt. IJdele generaals zijn levensgevaarlijk. De buitenwacht vergelijkt een generaal vaak met een ceo van een groot bedrijf, met dat verschil dat wij beslissingen nemen die over leven en dood kunnen gaan. Frappant genoeg kan het lijfsbehoud van anderen stressvoller zijn dan je eigen hachje. Ik heb een keer een raketaanval overleefd. Dat geeft heel even een enorme stress. Maar een van mijn patrouilles had een keer een talibanleider in het vizier die talloze bermbommen had geplaatst. Hij zat echter in de buurt van dertig spelende kinderen. Wat doe je dan? Geef je opdracht tot eliminatie, of niet? Of als een patrouille van jou vier of vijf uur in een vuurgevecht zit met de taliban en je krijgt alles mee via radiocontact, dan giert de adrenaline door je lijf. Je hebt toch de eindverantwoording dat men weer heelhuids thuiskomt. Dat lukt niet altijd en dat vreet soms aan je. Ik heb in mijn leven veel gezichten van de dood gezien. In Kosovo (1999) zagen we honderden lijken, soms letterlijk afgeslacht. Ik heb onthoofde babylijkjes gezien en we vonden een massagraf waar de lijken waren bedekt met dode varkens. Je begrijpt wat dat symbolisch betekent 16 Weekje Texel Maandag 20 januari, 4 uur in de ochtend. Op de Luitenant Tonnetkazerne is er op dit ongewoon vroege tijdstip al activiteit. De C- batterij maakt zich klaar voor een week Texel om daar door het Surface Assault and Training Group van het Korps Mariniers, onderwezen te worden in Amfibische Drills. Doel: deel te kunnen nemen aan de oefening Cold Response in Noorwegen enkele weken later. Na een verplaatsing van ongeveer 2 uur in de bus, wisten wij de vele burgers die gebruik maakten van de Teso, te verassen met onze aanwezigheid. Het komt niet veel voor dat er een Batterij van de Artillerie (met kwartiermuts) gebruik maakt van de Veerdienst naar Texel. Na de oversteek en korte verplaatsing naar de Joost Dourleinkazerne aan de andere kant van de Mokbaai, was het tijd voor het opbouwen van ons kampement: 8 boogtenten inclusief toebehoren. Later werden we rondgeleid door de Kpl der Mariniers. We waren er al snel achter dat de Joost Dourleinkazerne niet groot is, maar dat mocht de pret niet drukken. De volgende voorlichtingen die dag gingen over veiligheid in en op het water zoals: hoe werkt een reddingsvest en wat heb je bij je als je het water op gaat. Dag 2 was voor de meesten toch het meest enerverend. In de middag kwam namelijk de klapper op de vuurpijl: de kapseisdrill. Na de Mokbaai heen en weer gepeddeld te hebben, werd in de Haven de kapseis drill uitgevoerd. Vanwege het koude zeewater, werd dit door sommige leden van onze batterij als minder prettig ervaren. Gelukkig kon men, nadat de boot op het droge was gebracht, doorsperen naar de warme douche om daar het gevoel in het lichaam terug te laten komen. Op Donderdag werd het kamp afgebroken en verplaatste de batterij zich met de 4 tonner en de LCU naar de Zr.Ms. Rotterdam. Als afsluiter was het diner… of toch lunch, gezien het warme eten dat al in de middag genuttigd was. Afijn, we konden die dag in ieder geval vroeg gaan slapen. De meesten van ons waren die ochtend al erg vroeg uit de veren. De volgende dagen stonden in het teken van verplaatsen en procedures met verschillende vaartuigen: van de LCR (Landing Craft Rubber), LCRM (Landing Craft Rubber Motorised), LCVP (Landing Craft Vehicle and Personel) tot de LCU (Landing Craft Utility). Voorts was de amfibische cross met de LCR’s, waarbij er een redelijk strakke tijd werd vastgelegd en het varen met de nieuwe FRISC en het overstappen van LCVP naar LCRM en terug. Nadat de 4 tonner was af gezet, werd al het personeel in de buik van het ”beest” gevaren. Aan boord van de Rotterdam werden de procedures voor een amfibische landing onderwezen en beoefend, met als afsluiter de landing op Texel, de mars van 15 km en de terugverplaatsing naar de Rotterdam. Wmr G. Domburg 17 In memoriam Adrie Schoorl Adrianus Johannes Jozef Schoorl : Geboren 9 oktober 1964 in Hoofddorp. Zijn moeder is Jans Baltus en zijn vader was Toon Schoorl. Samen met z’n 2 broers en 3 zusters is Adrie als de benjamin in het gezin, opgegroeid in de Haarlemmermeer. Zijn ouders hadden daar een boerenbedrijf. Elke morgen zwaaide Adrie vanuit de box naar de chauffeur van de melkwagen. Als 9 maanden oude baby, was hij echter al niet meer te houden en klom hij uit de box, op weg naar avontuur. Als hij als kind iets ondeugends had uitgehaald en tot de orde geroepen moest worden, vluchtte hij meestal naar buiten en ging dan midden in een grote plas staan. Op die manier, kon je niet bij hem komen, zonder er natte of baggerschoenen aan over te houden! Sinds de kleuter- en basisschoolperiode was Adrie bevriend met Ton en André. Samen hebben ze altijd veel lol gehad. Na z’n schoolperiode wist hij in eerste instantie nog niet goed waar zijn toekomst zou liggen. Via z’n militaire dienstperiode wist hij het: hij wilde absoluut beroepsmilitair worden! En dat gebeurde ook. Hij vervulde zijn taken bij Defensie vol overgave en was zeer gedreven. Zo kreeg hij als OpperWachtmeester op 4 maart 2010 van het Ministerie van Defensie de Zilveren Medaille uitgereikt voor: “24 jaar Eerlijke en Trouwe Dienst”. Tijdens zijn militaire carrière heeft hij talloze interne certificaten en diploma’s behaald. Zo was hij o.a. ook instructeur op een Leopard-2 tank. Eenmaal weer thuis na een stevige oefening of bivak met zijn kameraden, vertelde hij vol humor en enthousiasme, z’n familie de anekdotes die hij in de achterliggende periode had meegemaakt. Ook privé hield hij wel van een geintje. Toen hij een paar jaar geleden hoorde van een drankcontrole aan de Zeeweg in Castricum, zei hij tegen zijn broer Jan en neef Erik: “kom stap in; hier hebben jullie alle twee een blikje bier” en met zijn Cabrio reed hijzelf –broodnuchter- , diverse keren langs de politiecontrole, net zo lang totdat hij aangehouden werd! Adrie genoot op zijn manier van het leven; bepaalde altijd zelf wanneer hij kwam en wanneer hij weer vertrok. Opvallend was zijn geweldige geheugen: tot in het kleinste detail, wist hij herinneringen van meer dan 20 jaar geleden te omschrijven. Ook muzikaal was hij bijzonder goed op de hoogte. Zodra hij de klanken of intro van een nummer hoorde, wist hij ogenblikkelijk de titel en de uitvoerende artiest op te noemen. Zijn vrienden noemden hem “Drie”. Altijd veel lol. Van dag 1 tot het einde “De animator”. Wist op de saaiste momenten er iets leuks van te maken. Hekel aan klagen en liet dat dan merken als iemand dat deed. Dan zei hij dat er niets te klagen valt en wees je op de positieve dingen. Zijn broederliefde stak hij ook niet onder stoelen of banken. In de tijd dat zijn broer Antoon zo ziek was, heeft hij hem gedurende een flinke periode in 2 opeenvolgende jaren in Canada geholpen. Ook mij heeft hij in Oud Ade diverse malen bijgestaan met kleine en grotere klussen. Dan voel je dat er weinig gezegd hoeft te worden, om elkaar goed te helpen. Tijdens het laatste “familie-feest”, was hij getuige van ons huwelijk. Nooit eerder heb ik van Adrie zoveel complimenten mogen ontvangen! Zijn taak, om ook mij door een moeilijke periode heen te helpen, was daarmee volbracht! (Mission Accomplished) Een echte “ruwe bolster - blanke pit”, met het hart op de juiste plaats! Hij heeft diverse korte relaties gehad maar is uiteindelijk niet tegen “de ware” aangelopen. Maar er was wel één vrouw in zijn leven, waar hij altijd gek op is gebleven: en dat was z’n Moeder! Als het even kon, zocht hij haar op in Verpleeghuis Meerstate, waar zij al ruim zes jaar verblijft. Hij heeft haar wel eens verteld, dat hij eigenlijk op zoek was naar een vrouw zoals zij! Toen hij ruim een jaar geleden geconfronteerd werd met een grote bezuinigingsronde binnen defensie, vreesde hij 18 al voor het ergste. Zijn hele eenheid moest verdwijnen. Hoewel hij het liefst een passende functie binnen Defensie had gevonden, is hij het afgelopen jaar al flink op zoek geweest naar een nieuwe carrière in de burgermaatschappij. Door de huidige crisis bleek dit vrijwel een kansloze missie. De afgelopen periode heeft hij daarom een alternatieve oplossing gezocht en gevonden. Zo hielp hij neef Peter op de boerderij met allerlei uiteenlopende werkzaamheden. Hij had daar plezier in en was ook gek op Peter’s hond Kikky, die hij regelmatig meenam naar zijn eigen huis. Zo kwam uiteindelijk toch de cirkel weer rond met wat hij, van zijn ouders, vroeger op de boerderij had meegekregen. De ontsteltenis was groot, toen wij vorige week maandag bericht kregen, dat Adrie een verschrikkelijk ongeluk was overkomen. Het medisch team van het VU in Amsterdam, kon ons vrijwel direct al weinig hoop op enig herstel geven. Dinsdag 07 januari 2014, is hij ’s-middags om half 4 overleden. Adrie bleek een donorcodicil te hebben. Zijn hart tikt op dit moment in een ander lichaam! Zo heeft hij niet alleen tijdens zijn leven maar ook zelfs NA zijn dood, andere mensen geweldig geholpen! Rust zacht Lieve Adrie……… Samen met Adrie heb ik een aantal jaren mogen samenwerken, ik neem u mee naar Duitsland, naar de periode net voor en na het vallen van de ‘’muur’’.Als nieuwe, ‘’verse’’, wachtmeester werd ik geplaats in Seedorf, een plaatsje tussen Bremen en Hamburg alwaar Nederlandse troepen werkten. Bekomen van alle indrukken en inmiddels, dacht ik, de weg kennende, kwam daar een nieuwe collega binnen waar niet mee te spotten viel. Hij was weliswaar net op functie maar had al veel meer ervaring als de meeste van ons. Adrie. Adrie had immers al een paar jaartjes in Duitsland gewerkt, in Bergen, op een tank. Dat was het echte werk volgens Adrie, een machtig apparaat zo’n tank, hij kon het weten hij was immers bestuurder!Maar om carrière te kunnen maken heeft hij keuzes moeten maken. Adrie, je schudde bij onze eenheid de boel flink op, je was altijd goed voor een paar rake opmerkingen en je liep voorop als het ging om ervoor te zorgen dat de toenmalige dienstplichtigen ‘’afzien’’ (zo noemen ze bij de landmacht het moment dat je lichamelijk en geestelijk er helemaal doorheen zit). Dit afzien was natuurlijk heel belangrijk, hier hadden onze jongens natuurlijk wel recht op. Nou, Adrie beheerste dat spelletje tot in de puntjes. Gezelligheid vond je heel belangrijk, zowel op de kazerne als buiten de kazerne. Jouw aanstekelijke lach was tot ver te horen. Geen horecagelegenheid die je niet kende in de weide omgeving van de kazerne Seedorf, jouw directe collega’s moesten natuurlijk wel mee, want dat maakte het wel zo leuk. Het heeft ons vele uren slaap gekost... Ondanks weinig tot geen nachtrust stond je er s’ morgens wel altijd, niet stuk te krijgen. Wij daarentegen... In Duitsland had je ook altijd wel behoefte aan een eigen stekkie, de meeste van je collega’s sliepen op de kazerne, jij niet. Je had een mooie, uitgebouwde, blokhut op een camping. Vele jaren heb je daar mensen over de vloer gehad. Dat was je, een mensenmens. Ook deed je graag praten over vroeger en je familie, je bezoek aan Canada. Je vond het prachtig. Je was trots op je afkomst, een echte Hollander. Je ging ook steeds groter rijden, de Golf werd een Mercedes en die werd weer een dikke BMW. Wat hetzelfde bleef was de sigarenlucht en sigarenstompjes. Je was wars van alle formaliteiten, die je nou eenmaal wel hebt binnen een leger. Al dat bureauwerk vond je maar niets.Schieten, veel schieten, en sporten met de mannen, dat was je ding, Soms verliezen militairen dat wel eens uit het oog. Adrie, je stond op het punt om na je militaire periode een doorstart te maken, werkzaamheden op te pakken die normale burgers doen, het was je vast gelukt en het was ook vast iets met veel mensen om je heen. Maar, zo’n stomme trap, we weten de afloop. Onze herinneringen neemt niemand ons af, het doet pijn om afscheid te moeten nemen van Adrie, veel te jong niet meer tussen ons. Ed Curvers 19 Cyber tactiek en techniek TEKST: Rudi Gouweleeuw, TNO Military Operations Cyber fires? De Nederlandse krijgsmacht heeft in 2012 een Cyber Strategie(1) opgesteld. In deze strategie wordt de ambitie uitgesproken om de komende jaren de digitale weerbaarheid te versterken en het vermogen te ontwikkelen om offensieve cyberoperaties uit te voeren met als doel de inzetbaarheid van de krijgsmacht te waarborgen en haar effectiviteit te verhogen. Met een dergelijk cybervermogen heeft een commandant een nieuwe effectenbrenger ter beschikking. Maar hoe zet je zo’n digitaal vermogen, in samenhang met andere vermogens, in? het gebouw zijn over de 3 etages 16 videocamera’s geplaatst die een overzicht geven van de verschillende ruimtes in het gebouw. Er zijn 25 deuren uitgerust met een sensor (open/dicht) en deze deuren kunnen op afstand geopend en gesloten worden. De deursensoren laten een alarm afgaan als ze ongeautoriseerd worden geopend. De camerabeelden, sensoren en deuren kunnen worden gemonitord en aangestuurd vanuit de gevangeniscentrale op de begane grond. Tenslotte is er een intercom in het gebouw aanwezig. Tijdens het experiment Bold Quest 13.2 is afgelopen september een proef gedaan om een aanvalsactie van een compagnie te ondersteunen met cybercapaciteiten, waarbij cyber werd beschouwd als een speciaal ‘vuur’, conform de reguliere vuursteunprocedures en organisatielijnen. Welke observaties zijn gedaan en welke lessen kunnen daaruit worden geleerd? Het gevangenisgebouw in MUTC Bold Quest Bold Quest is een experimentenreeks waarin de nadruk ligt op het testen van concepten, middelen en procedures op het gebied van Grond-Lucht samenwerking en Combat Identification. Nederland neemt aan deze experimenten al enkele jaren deel met vertegenwoordigers van Defensie, TNO en NLR. Dit jaar vond het evenement plaats in Muscatatuck Urban Training Center (MUTC) in Indiana, USA. Er werd ook geëxperimenteerd met het integreren en synchroniseren van offensieve cybereffecten in de planning en uitvoering op tactisch niveau. TNO voert voor Defensie een cyber onderzoeksprogramma uit en in dat kader heeft de schrijver van dit artikel dit experiment bijgewoond. Opzet van het cyberexperiment In Muscatatuck Urban Training Centre staat als één van de ca 100 objecten een gevangenis. Het gevangenisgebouw heeft een kelder en twee verdiepingen en is omringd door een hekwerk. Op elk van de 4 hoeken van het hek staat een videocamera zodat de directe omgeving van de gevangenis geobserveerd kan worden. In (1) Defensie Cyber Strategie, Ministerie van Defensie, 27 juni 2012 20 Het geplande scenario was dat er enkele gevangenisbewaarders aanwezig zouden zijn, maar geen gevangenen. De gevangenisbewaarders waren de irreguliere vijand gunstig gezind, waardoor die insurgents op een bepaald tijdstip de gevangenis gebruikten als een ontmoetingsplaats van twee vijandelijke kopstukken (High Value Individuals (HVI)), met hun lijfwachten. In totaal waren er op dat tijdstip ongeveer 12 personen in het gebouw aanwezig. Een BLUEFORCE brigade was op de hoogte van deze ontmoeting en ging de gevangenis aanvallen om de HVIs gevangen te nemen of uit te schakelen. De actie werd gepland door een brigadestaf en uitgevoerd door twee infanteriepelotons. BLUEFORCE was zeer gedetailleerd op de hoogte van de functionaliteit en inrichting van het gebouw en heeft dat via cyberondersteuning uitgebuit. Cybereffecten Ruim voorafgaande aan de actie heeft een BLUEFORCE cyberteam op afstand digitaal ingebroken in de gevangenis en enkele systemen geruisloos aangepast, zodat tijdens de actie van de volgende cybereffecten gebruik kon worden gemaakt: camerabeelden: meekijken met alle camera’s en bovendien per camera het beeld bedienen (camera draaien of inzoomen), het beeld bevriezen of de camera deactiveren; automatische deuren: per deur open of op slot doen; alarm: alarm initiëren (dus vals alarm activeren) of juist deactiveren; intercom: meeluisteren, deactiveren. Tijdens de actie zat het cyberteam op een eigen locatie van waar zij de afgetapte beelden konden bekijken, de intercom konden afluisteren en de cybereffecten konden aansturen. De cybereffecten werden ingezet voor 2 doelstellingen: 1. verkrijgen van inlichtingen over de toestand en positie van de vijand tot vlak voor de aanval; 2. ondersteunen van de aanval door het ontnemen van situational awareness van de vijand (camerabeelden manipuleren) en het verschaffen van toegang (openen van deuren). Doctrinaire achtergrond / communicatielijnen Amerikanen hanteren een zeer brede definitie van Fires(2), namelijk het gebruik van een systeem om een effect te creëren. In dat kader is het dus ook niet vreemd, dat zij de cybereffecten benaderden vanuit de gedachte dat een cyber effect een ‘fire’ is. Dit uitte zich zowel in de gebruikte terminologie als in de communicatielijnen: tijdens de uitvoering van de tactische actie communiceerde het cyberteam met de Electronic Warfare Officer (EWO) van de brigadestaf. De brigadestaf, hetzij de Fire Support Officer (FSO) of de EWO zelf, communiceerde met de Forward Observer (FO) van de gevechtseenheid die de actie uitvoerde. Communicatielijnen tijdens Bold Quest 13.2 (2) To employ fires is to use available weapons and other systems to create a specific lethal or nonletal effect on a target. JP 3-0 Joint Operations, 11 August 2011 Uitvoering van het experiment Vlak voor de actie kreeg het cyberteam de opdracht om het alarm in de gevangenis aan te zetten om verwarring te stichten en om te zien hoe de vijand zou reageren. Veel verwarring leverde dit overigens niet op, anders dan dat de vijand het als een waarschuwing voor een aankomende gebeurtenis interpreteerde. Daarna werd de opdracht gegeven alle camera’s zowel binnen als buiten de gevangenis te bevriezen, zodat de bedienaar in de gevangenis niet kon zien wat er live gebeurde. Direct aansluitend reed één peloton met hun voertuigen het gevangenisterrein op, stopte voor de deur van de gevangenis en ging door de voordeur naar binnen. Het tweede peloton zorgde voor de rondombeveiliging. Na ongeveer één minuut kwam de opdracht van het eerste peloton om alle deuren op de begane grond in de gevangenis te openen. Na ongeveer 10 minuten kwam de opdracht om de camera’s weer te activeren, omdat het peloton de eerste verdieping in handen had en de eerste HVI had uitgeschakeld, maar wilde weten waar de tweede HVI zich in het gebouw bevond. Middels de camera’s werd hij opgespoord (hij had zich teruggetrokken in de kelder) en overmeesterd. Observaties / discussie Het zal geen verrassing zijn dat de cybereffecten een waardevolle toevoeging waren op het arsenaal dat de aanvallende eenheid ter beschikking had. Het cyberexperiment was hier namelijk op ingericht. Niettemin heeft het experiment belangrijke inzichten opgeleverd of benadrukt, zeker als we een vergelijking maken met de traditionele vuursteun: De inzet van vuursteun resulteert in zichtbare effecten in de omgeving (rook, licht, fysieke beschadiging door druk, scherven of brand). Cybereffecten kunnen in de operationele omgeving zichtbaar zijn (zoals bijvoorbeeld het openen van een deur), of juist onzichtbaar (zoals bijvoorbeeld het meeluisteren op de intercom). In het algemeen kunnen cybereffecten ingedeeld worden in drie categorieën: het aantasten van de beschikbaarheid van een functie (een camerabeeld valt uit), het aantasten van de normale werking van een functie (een camera doet het nog wel, maar iemand anders kan het beeld manipuleren) en het aantasten van de vertrouwelijkheid van gegevens (iemand anders kijkt of luistert onopgemerkt mee). Vuursteuneffecten kunnen permanent zijn (bijvoorbeeld de fysieke vernietiging van een wapensysteem) of tijdelijk (bijvoorbeeld rook en licht). Zo ook kunnen cybereffecten een permanente verandering in de operationele omgeving zijn 21 22 (bijvoorbeeld het fysiek beschadigen van apparatuur door het controlemechanisme te manipuleren, zoals Stuxnet dat deed met de uraniumverrijkingscentrifuges in Iran), of een tijdelijke verandering (bijvoorbeeld het bevriezen van een camerabeeld). Afhankelijk van de eigenschappen van cybereffecten kan er een Time on Target en/of een Time Window (vergelijk jamming) voor het effect worden gedefinieerd. Vuursteuneffecten hebben een lokale uitwerking. Cybereffecten daarentegen kunnen een lokale verandering zijn (zoals het uitschakelen van een specifieke camera) maar ook een globale verandering (het uitschakelen van alle camera’s die op het wereldwijde internet zijn aangesloten). Net als bij vuursteun kunnen cyberactiviteiten ook ongewenste (neven)effecten hebben, er is dan sprakevan collateral damage (zoals het ongecontroleerd verspreiden van de malware). Daarom is de beslissingsbevoegdheid over het inzetten van cybermiddelen afhankelijk van de verwachte soort en omvang van de gevolgen, een juridisch kader en de noodzakelijke synchronisatie met andere effecten. Voor sommige cybermiddelen zou het besluit over inzet bij een operationele commandant kunnen liggen (zoals het geval was in het Bold Quest experiment), terwijl voor andere cybermiddelen deze op nationaal niveau kan liggen (zoals dat waarschijnlijk voor Stuxnet het geval is geweest). Wanneer cybereffecten worden ingezet in het kader van een tactische operatie, heeft de commandant van de gevechtseenheid behoefte aan een functionaris om cybereffecten aan te vragen en de uitwerking daarvan te observeren. In geval van cyber is dat niet noodzakelijkerwijs dezelfde persoon. Sterker, in geval van cyber kan zich een situatie voordoen waarin de cyber shooter tevens de cyber observer is, en de aanvrager het effect (nog) niet ziet. In het Bold Quest experiment bijvoorbeeld initieerde het cyberteam de effecten en kon de resultaten daarvan ook direct waarnemen (zoals het bevriezen van de camerabeelden), terwijl dit niet waarneembaar was voor de gevechtseenheid. Andere cybereffecten waren wel waarneembaar voor de gevechtseenheid, zoals het electronisch openen en sluiten van deuren. Er zijn zelfs cybereffecten die ook voor de cyber shooter niet direct zichtbaar zijn, maar die zich pas veel later en indirect manifesteren, zoals een virus dat geruisloos en onzichtbaar zijn werk doet. In het Bold Quest experiment fungeerde de brigadestaf als coördinatiecel tussen de gevechtseenheid en het cyberteam: de FO zond zijn cybervuuraanvraag naar de EWO, die vervolgens opdracht gaf aan het cyberteam. De resulterende effectmelding verliep van het cyberteam via de EWO naar de FO. Ook de waarnemingen die het cyberteam deed middels het aftappen van de camerabeelden en de intercom werden via de EWO aan de FO doorgegeven. De timing van deze communicatie is echter dermate cruciaal, dat elk tussenstation vertraging en dus risico oplevert. Gegeven deze tijdkritische coördinatie is het essentieel dat de FO direct kan communiceren met het cyberteam, zoals een FO of JTAC dat ook doet met de vuursteuneenheid. Het cyberteam had geen inzicht in het plan van de gevechtseenheid. Daardoor kon het alleen reactief optreden en was het afhankelijk van de opdrachten van de uitvoerende eenheid. Het cyberteam had echter een actuele en superieure inlichtingenpositie en moest soms nagelbijtend en scheldend toekijken terwijl het bijvoorbeeld een HVI de toegang tot een ruimte had kunnen ontzeggen. De wijze van inzet van cybereffecten moet goed worden afgewogen. In het Bold Quest scenario werden de camera’s gedurende het grootste deel van de actie uitgezet om de vijand geen zicht te geven op de activiteiten van BLUEFOR. Echter, wanneer de vijand eenmaal doorheeft dat er een aanval plaatsvindt, zouden de camera’s ook weer aangezet kunnen worden, omdat het vergroten van de eigen inlichtingenpositie (waar zit de vijand en wat doet hij?) zou kunnen opwegen tegen het feit dat de vijand ook kan zien waar de BLUEFOR eenheden zitten. Tijdens het experiment werden de deuren ontgrendeld om BLUEFOR toegang tot het gebouw te geven. Maar bepaalde deuren hadden op specifieke momenten gesloten kunnen worden om de bewegingsvrijheid van de vijand te beperken. Naast de vuursteuncommunicatielijnen werd ook gebruik gemaakt van standaard vuursteunterminologie. Voor de cybereffecten voldeed deze standaard niet altijd even optimaal en was klare taal vaak duidelijker en sneller geweest. Zo was voor elke camera, deur, alarm en intercom een target nummer gedefinieerd. In plaats van het opsommen van targetnummers was het bijvoorbeeld efficiënter geweest om gewoon te zeggen “bevries alle camera’s op de eerste verdieping” of “sluit alle toegangen tot ruimte X af”. Ook de terugmelding van het effect zou duidelijker kunnen. Nu werd zowel het aan- als het uitzetten van een camera met ‘splash’ gemeld. Een veel geuite wens was de behoefte aan een Cyber Video Downlink, de uitvoerende eenheid zou graag willen zien wat de cyber shooter ziet. Met een video verbinding wordt trouwens al uitvoerig geëxperimenteerd in het vuursteundomein. Afsluiting De inzet van cybermiddelen kent gelijkenissen maar ook verschillen met de inzet van vuursteunmiddelen. Net als andere effecten moeten cybereffecten gepland en gesynchroniseerd worden in het commandovoeringsproces. Of de vuursteunketen de meest geschikte lijn is om cybereffecten te coördineren is de vraag. Uit dit experiment is in ieder geval duidelijk geworden dat offensief gebruik van cybercapaciteiten een waardevolle aanvulling is op het arsenaal dat een commandant ter beschikking staat, ook op tactisch niveau. Kanttekening hierbij is dat er nauwelijks een generiek cyberwapen bestaat dat van de plank ingezet kan worden, afgezien van een Denial of Service (DoS) aanval. In het targetingproces wordt bepaald welk specifiek effect op een specifiek target benodigd is en vaak zal daartoe een speciaal cyberwapen ontwikkeld moeten worden. Dat kost tijd en vergt specifieke expertise. Het vormgeven van cybercapaciteiten, opleiding en training, een cyberdoctrine en de inbedding daarvan in de Defensie organisatie is een taak van de Task Force Cyber. Het uitvoeren van en deelname aan experimenten zoals Bold Quest leveren een zinvolle bijdrage aan de daarvoor noodzakelijke kennisontwikkeling. Voor meer informatie: Lkol Marco Verhagen, Task Force Cyber, Stafofficier Cyber Operations, [email protected] Rudi Gouweleeuw, TNO programmaleider Defensie onderzoeksprogramma Cyber Operations, [email protected] Het verhaal van een Nederlandse soldaat bij 3-III-8 R.A. door Sjaak Vugts (deel 2) Eerste kerstdag 1939 Zo toog ik als soldaat in burgerkleding naar Nijmegen, waar Annie mij opwachtte. Wat waren we toch blij, weer bij elkaar te kunnen zijn. De tweede Kerstdag gingen we naar mijn ouders in Den Bosch toe. Wat vlogen die dagen toch om en het was zo weer tijd om te vertrekken naar Woerden. Daar ging het leven weer zijn gewone gang, marcheren, theorie enz. De rangen moesten wij goed leren want een goede soldaat moet zijn meerdere kunnen groeten. Het was buiten flink koud, maar in onze barak brandde de kachel fijn en het was heerlijk. Met Nieuwjaar kwam Annie naar Woerden, samen met Piet van de Veer zijn meisje Marrietje van Roosmalen, om ons te bezoeken. Wij togen opgewekt naar het station om de meisjes af te halen. Hiervan hebben nog een mooie foto. Wat hebben we een heel gezellige tijd gehad in Woerden en het eten was er zeer goed. We kregen flinke, gezonde maaltijden en onze kuch viel mij ook veel mee. Je staat natuurlijk op je eigen benen en dat is maar goed ook, want eens moet je dat toch leren. Ik was ingedeeld bij een houwitser 15 lang 17 van de veldartillerie, welke omgebouwd zou worden voor motortractie. Dit kanon zou ons hoofdwapen worden dat wij zouden bedienen in tijd van nood, als ons land aangevallen zou worden. Wij kregen ook les in de karabijn, een wapen waarmede wij ons zeker zouden moeten verdedigen bij een eventuele doorbraak van de vijand. Zo kregen wij een beetje kijk op de wapens. Wij oefenden veel met het kanon om de bediening zo snel mogelijk te leren. Eindelijk mochten wij met ons eerste “grijs” met verlof; 23 wat keken mijn ouders raar toen ik van het station kwam in het soldatenpak, en onze hond Clara was niet van mij af te slaan. Zondags ging ik in mijn soldatenpak mijn meisje Annie van het station afhalen en zij bekeek mij eerst van top tot teen en zei toen: het staat je goed, en nu voelde ik mij pas echt soldaat. Zo ging het soldatenleven voort met marcheren, oefeningen met het geschut en karabijn schieten met losse flodders. Wij zijn ook nog naar Driebergen geweest voor schietoefeningen, daar moesten wij met de karabijn met scherpe patronen op een schietschijf schieten. Alles was er op gebaseerd om ons zo snel mogelijk te leren omgaan in allerlei gevechtsomstandigheden. Er werden drie adjudanten gepensioneerd, waar een grote parade aan vooraf ging; dat was me toch een drukte en zo’n parade was best vermoeiend. Een keer werd ons verlof ingetrokken, gelukkig maar voor een paar dagen. Met Pasen kregen alle jongens verlof op een paar na, die moesten de wacht houden. We kregen vier dagen verlof, dus boften wij geweldig en ik was dan precies met mijn verjaardag 25 maart thuis. Als het verlof om was zouden alle jongens van onze kamer wat mee brengen. Een Limburger een vla, anderen krentenmik en weer anderen chocolade bollen, dat zou wel eens gezellig kunnen worden en dat was het ook, want ‘s avonds hebben we veel plezier gehad. We hadden al enkele feestjes achter de rug, zoals carnaval, en na afloop moesten we hard lopen om op tijd binnen te zijn. Nadat dat het enige weken flink gevroren had, werd er wedstrijdschaatsen georganiseerd op de Rijn. Na een spannende finale, werd soldaat Karel Dekkers kampioen. Na afloop hiervan werd er een feestje gehouden. Ondertussen was er een turnvereniging opgericht waarvan ik natuurlijk ook lid van werd. Zaterdags gingen we bijna altijd naar de bioscoop en zo ging het maar voort tot de toestand erger begon te worden. Plotseling moest van onze barak een batterij weg; alle jongens van onze kamer weg, behalve sergeant Piet Timmermans, sergeant Wil Moonen en ik, wij moesten naar het veldleger. 24 Nu werd ons ploegje uit elkaar gerukt en toen de jongens wegtrokken op de wagens viel het voor ons niet mee. Het was allemaal even naar in het begin, maar dienst is dienst en daar is niets tegen te doen. Er was een grote leegte gekomen in de barak. Al snel kwamen er nieuwe jongens in onze groep en met z’n drieën waren we geregeld bij elkaar en we hoopten bij elkaar te blijven. De toestand in Europa werd steeds erger en het bericht kwam dat er een nieuwe batterij weg moest ter versterking. Met spanning wachtten wij de lijst af waarop de namen kwamen te staan van de jongens die weg moesten. Gelukkig stonden we alle drie op een dezelfde lijst en bleven we bij elkander. Sergeant Piet Timmermans was verkenning onderofficier geworden en sergeant Wil Moonen werd bij het eerste en ik bij het derde geschut geplaatst. Er werd druk geoefend bij de nieuwe batterij. Ondertussen waren we ingeënt tegen tyfus, voor de eerste keer en wat zijn er velen ziek geweest. Zo waren er acht dagen verlopen en nog steeds wisten we niet waar onze batterij naar toe zou gaan. ‘s Maandags zouden we vertrekken en een paar dagen daarvoor was het een drukte met het pakken van onze spullen. Zaterdagmorgen zouden we weer ingeënt worden. Maar merendeel van onze jongens was er op tegen, omdat er de eerste keer veel zieken zijn geweest en vele ouders en verloofdes zouden op zondag voor ons vertrek komen. De Kapitein kwam er aan te pas en ja hoor, de mouwen gingen omhoog en het was zo gebeurd. We kregen de man een half pakje sigaretten Nord-Stead van hem en we marcheerden af. Gelukkig was er niemand ziek van geworden. Om half twaalf ‘s nachts, lag iedereen in diepe rust, toen ik door de korporaal werd wakker gemaakt, hij vertelde mij dat ik op wacht moest vanaf ‘s morgens vijf uur. Meteen was ik klaar wakker, evenals soldaat Jack Cremers die naast mij lag. Met een vlammend protest vlogen wij overeind, want onze verloofdes kwamen immers en in een oogwenk was iedereen in de barak wakker. De officier van piket kwam er bij en wij dienden ons beklag in. Na lang gepraat te hebben konden wij onze eerste wacht overgeven aan een paar jongens die licht arrest hadden. Wij konden weer rustig gaan slapen. Zondags hebben mijn verloofde en ik het heel gezellig gehad, de laatste dag in Woerden en wie weet waar we terecht zouden komen. Er werd gegist, maar niemand wist iets. Na eerst in de avond op wacht gestaan te hebben met scherpe munitie, moesten we ons gereed maken voor vertrek en mochten daarna pas gaan slapen. ‘s Maandags marcheerden wij van onze barak naar het station, een laatste groet wendend naar Woerden. Wij stonden klaar voor het vertrek naar het veldleger en nog steeds wist niemand waar we naar toe gingen. Een speciale trein stond voor ons gereed en we moesten instappen en vertrekken, maar waar naar toe? Na een tijdje stopten we in Veenendaal; zou dat onze ligplaats worden? Ja, want iedereen moest eruit. Even werd er gerust en gegeten, de paarden werden ingespannen, wij op de caissons en zo vertrok de batterij. Toen we ongeveer een uur gereden hadden kwamen we in Prattenburg aan. De majoor nam een inspectie af en daarna togen we weer verder naar de barakken die midden in de bossen stonden. De paarden dicht bij ons en de rest verspreidde zich over het bos. Eerst zorgden we voor onze krib, de strozakken werden gevuld en de koffers gehaald. En zo konden wij gaan slapen, want morgen zouden we de rest wel doen. Na lekker geslapen te hebben gingen we op verkenning uit en brachten alles in orde. Water was er niet ter plaatse en wij moesten het halen per tankwagen. Wij waren al heel snel gewend aan de nieuwe omgeving. Ieder stuk had een aparte barak, de bereden en de kanonniers bij elkaar en de onderofficieren apart. Er heerste een echte Nederlandse geest onder de jongens, het was echt gezellig en we konden goed met elkander opschieten. Nu deden we niets anders dan de paarden verzorgen en veldoefeningen houden met ons kanon. Sommige jongens waren in het begin een beetje bang van de paarden, maar na een paar dagen ging het steeds beter. Soms brak er een los en die moesten we dan gaan vangen. Nu we in het veldleger waren voelden we ons pas echt soldaten en kregen we een zwaardere wacht te lopen met twee manschappen. Vooral ‘s nachts in de bossen; wat was dat donker en alles even stil om je heen. Bij het minste geritsel of geluid tuurden onze ogen de duisternis af op zoek naar wat? We moesten waakzaam zijn voor onze jongens, paarden en de kanonnen met munitie. Toch werd er op wacht nog wat beleefd: tijdens onze wacht van 21.00 uur tot 23.00 uur regende het behoorlijk toen er plotseling twee lichten op ons af kwamen. Direct zochten wij dekking aan de rand van de weg en wachtten rustig af tot zij ons zouden passeren. Maar op ongeveer twintig meter van ons draaiden de lichten opeens het bos in. Een auto was het niet want die hoor je wel, dus moesten het fietsers zijn. Terwijl ik in draf voorwaarts ging riep ik “halt of ik schiet”. Wat klonk dat raar in het verlaten bos, de lichten gingen onmiddellijk uit. Wij hadden een flinke batterij bij ons die veel licht gaf en we schenen van achter een boom in de goede richting. Daar stonden een man en vrouw, de man kon zich legitimeren als boswachter, samen met zijn vrouw was hij op weg naar hun huis dat een eind verder lag. Het legitimatiebewijs was door de majoor getekend, dus dat was in orde. Het was toch even spannend, want je weet maar nooit wat er kan gebeuren. Eindelijk werden we afgelost en kort daarna trapte een van de paarden enkele planken uit de stal. Nadat het paard gekalmeerd was hebben we de planken weer in orde gemaakt. Het was ondertussen harder gaan regenen en het pad was veranderd in een modderpoel. Bij de volgende wacht struikelde ik over een boomstronk en viel pardoes in een modderplas; wat voelde dat vies aan. Met het geweer in de aanslag liepen we verder de wacht toen plotseling iemand riep: “Handen omhoog of ik schiet”, Ik zag een schim en liet ik mij direct achter een boom vallen, legde de haanpal om en richtte op de vage figuur. Doch deze riep snel “wachtcommandant” wat maar goed was anders waren er misschien ongelukken gebeurd. Dit alles geschiedde tussen 03.00 uur en 05.00 uur in de morgen en ik was blij dat het goed afgelopen was en ik had weer met goed gevolg een proef doorstaan. Eindelijk was het zondag en gingen we met de vrachtwagen naar de kerk in Ede bij Arnhem; dat was een mooi reisje. Wij waren ingedeeld bij de 3de batterij van het 11ste Regiment artillerie. Ik was ingedeeld bij het 3de geschut en nummer drie van de bediening. Onze stukscommandant was wachtmeester Leijten, een gezellig kerel. Onze bediening was als volgt: Stukscommandant wachtmeester Leijten No: 1 soldaat Steenbank als richter. No: 2 soldaat Linnenbank als bediening en aftrektouw. No: 3 soldaat Vugts als lader en reserverichter. No: 4 soldaat Cremers als munitie aangever. No: 5 soldaat Zenden als munitie werker. No: 6 soldaat Toonen als munitie werker. No: 7 soldaat van Hulten als reserve. Wij hadden een goed ploegje en we konden goed met elkaar opschieten, ook met de jongens van de bereden. De verloven waren ondertussen ingetrokken en weer vrij gegeven. We kregen eens in de twintig dagen verlof en eindelijk was ik aan de beurt, zondags zou ik met verlof gaan. De 2de mei was extra zondag en dat was een Landszondag en dan waren we vrij, maar moesten wel op appèl verschijnen. 25 Daar ik graag naar Nijmegen zou gaan had ik een fiets gehuurd om na het appèl naar het station te rijden. De jongens zeiden tegen mij: dat haal je nooit, maar ik fietste hard en was precies op tijd op het station in Veenendaal. Soldaat Antoon Toonen zou mijn fiets wel terug brengen. In Nijmegen aangekomen was mijn meisje Annie niet op het station en ook niet daarbuiten. Erg vreemd, dan maar even bellen, maar ik kreeg geen gehoor. Er zat niets anders op om maar te lopen en gelukkig kwam ik haar tegen op de Berg en Dalseweg. Zij had mijn brief niet ontvangen. ‘s Avonds moesten wij hard lopen om de trein te halen en het was maar goed dat de trein vertraging had, anders had ik vanaf Rhenen moeten lopen. In Veenendaal aangekomen stond soldaat Antoon Toonen op het perron zijn zuster uit te zwaaien die op bezoek was geweest. De trein vertrok weer en wij gingen naar ons kamp en onderweg vertelden we elkaar de bijzonderheden van die dag. Wij kwamen precies op tijd voor het avondappèl, gelukkig was alles die dag goed verlopen en we gingen heerlijk slapen op onze krib. 3 Mei 1940 ’s Morgens in alle vroegte gingen we er op uit om stellingen te graven. Het benodigde hout en gereedschap werd door een andere afdeling gehaald en gebracht, terwijl wij moesten graven en timmeren. Het was een mooie plaats en we konden ver kijken daar het op een berg lag. In de middag kwam er een wagen met eten voor ons. Zo ging het door tot zaterdag, gelukkig een dag voor ons verlof. Zondagsmiddags vlug onze verlofpasjes gaan halen en daar stapten we snel richting het station van Veenendaal heen. ‘s Maandags zou soldaat Gerard van Hulten uit Waalwijk pas met verlof gaan. Daar stapten we op de trein, dat was een andere reis, want normaal gingen we vanuit Woerden. We vertrokken via Rhenen naar Kesteren en daar moesten we erg lang wachten op de trein die ons naar Geldermalsen zou brengen. En vandaar uit eindelijk naar Den Bosch. Het was overal lang wachten want de verbindingen waren erg 26 slecht. Wij kwamen laat in Den Bosch aan. Het was precies vier weken geleden dat ik thuis bij mijn ouders was geweest en Annie zou pas op dinsdag komen. Er heerste een bedrukte stemming in ons land; zo gingen de eerste dagen zonder belangrijke gebeurtenissen voorbij. Eindelijk was het dinsdag 7 mei en mijn meisje Annie zou met de trein vanuit Nijmegen in Den Bosch aankomen. Gelukkig was de trein op tijd zodat ik niet lang hoefde te wachten. Even buiten het station hoorden wij dat ‘t verlof was ingetrokken en wij allen direct terug moesten komen naar onze standplaats. Dat was voor veel soldaten een grote strop. Mijn ouders waren op 22 mei 25 jaar getrouwd en Annie en ik moesten nog een leuk cadeau kopen en uiteindelijk is het een buffet geworden. Wij stapten vlug door om thuis het nieuws te vertellen. Het is toch vervelend als een dergelijke maatregel afgekondigd wordt. Je hebt je zelf blij gemaakt met het vooruitzicht, fijn met verlof en dan plotseling als een donderslag bij heldere hemel: “Terug komen” Na de middag toch heel gezellig doorgebracht te hebben met Annie, moest ik spoedig weer vertrekken. Mijn ouders met de hond Clara brachten ons beiden naar het station en op het perron ontmoetten wij soldaat Gerard van Hulten uit Waalwijk, die vertelde dat ook zijn verlof plotseling ingetrokken was. Even mijn ouders voorgesteld en gezamenlijk gewacht op de trein. De trein vanuit Den Bosch voor de richting Nijmegen waarmee Annie zou vertrekken had enige vertraging, om 22.22 uur in plaats van 22.09 uur. Het was erg druk, overal vol met militairen en alle rangen waren vertegenwoordigd. Daar liep de trein binnen en moesten we afscheid nemen, wat voor velen erg emotioneel was, huilende moeders en verloofdes en we hoopten maar op een spoedig weerzien. De trein bracht ons naar Geldermalsen en via Kesteren en Rhenen naar Veenendaal. Overal op de stations moesten we erg lang wachten, maar uiteindelijk kwamen we om 01.30 uur in Veenendaal aan. Het was nog een eind lopen naar onze standplaats Prattenburg, en onderweg werden wij aangehouden door een soldaat die gewapend was. Plotseling zagen wij een Nederlands vliegtuig in een van de zoeklichten, dat was wel een mooi gezicht. Het was ongeveer 02.30 uur toen wij ons meldden bij de wachtcommandant, die ons mededeelde dat wij ons direct na het appèl bij Luitenant Prins dienden te melden. Gelukkig had ik een zaklantaarn bij me, zodat soldaat Gerard van Hulten en ik onze barak gauw gevonden hadden en konden we vlug gaan slapen. Op woensdag 8 mei om 06.00 uur blies soldaat Omis de reveille, hij was met mij de enige Bosschenaar van onze batterij. dat wij onze stelling zouden bezetten, maar onze stelling was nog niet gereed. Na het appèl meldden we ons bij de Luitenant, daar kregen we munitie, 40 patronen en enkele noodrantsoenen uitgedeeld, bestaande uit veel beschuit en een blikje gehakt. Tevens kregen wij het bevel om ons gereed te houden voor eventueel vertrek. Dus de ransel inpakken en alles klaar maken. Na de paarden ingespannen te hebben reden we met de stukken weg, voor veldoefeningen, met Luitenant Prins voorop en wij als kanonniers op de caissons voor het bedienen van de stukken. Verder ging alles zijn gewone gangetje. Wij waren verwonderd dat het verlof was ingetrokken, zeker omdat het in België niet gebeurd was. Nederland is veel te bezorgd zo werd er gezegd. Toch heerste er een druk gewoel onder ons of er iets boven ons hoofd hing. Ieder sprak er over en we spraken elkaar moed in met de woorden: het zal zo’n vaart niet lopen, men is veel te bezorgd over de toestand. Toch schreef ik ‘s morgens vroeg maar een afscheidsbrief aan mijn meisje Annie. Op het appèl vertelde de Kapitein ons dat de toestand zeer ernstig was en dat wij ons op het allerergste moesten voorbereiden. Er mocht geen mens meer het kamp uit en er werd streng wacht geklopt. Zo brak donderdag 9 mei aan, gewoon als anders, met appèl, paarden verzorgen en oefeningen houden. Die dag was er nog een batterij bij gekomen zodat er enkele barakken ontruimd moesten worden en de jongens werden verdeeld over de overgebleven barakken zodat het overal drukker werd en wij nu met 20 jongens in onze barak lagen. Boven mijn krib lag nu Korporaal van Leur. ‘s Avonds werd er nog gekaart en de toestand besproken en togen wij om 23.00 uur naar onze krib. Alles was in diepe rust en de schildwachten deden hun plicht en waakten over ons en de stukken. 10 Mei 1940 Om 24.10 uur werd onze rust verstoord en kwam de wachtcommandant met de korporaal ons wakker maken. Alarm, iedereen opstaan en klaar maken voor het uitrukken, want toestand 4 is ingetreden. Dat betekende Wat nu, zouden we er toch maar naar toe gaan? De koffers werden ingepakt en ook het militaire goed en veldgrijs dat wij niet nodig hadden. Onze naam werd er opgezet en naar het verzamelpunt aan de weg in het bos gebracht. De een zei dat het een oefening was en de ander bittere ernst. De paarden werden opgetuigd en naar de kanonnen gebracht en daar werden ze ingespannen. Sommige mopperden dat het nu toch geen tijd was voor een oefening. Alles bij elkaar was het ongeveer 02.00 uur geworden en wij stonden in volle uitrusting bij onze wachtmeester die ook zei dat het wel een oefening zou zijn. Wachtmeester Piet Timmermans en enkele jongens, waar ik ook bij was, kregen een fiets om vast op verkenning te gaan. We reden al pratend en lachend de weg af richting Rhenen, nog niets vermoedend van datgene wat ons nog te wachten stond en welke en wat voor stelling wij toegewezen kregen. Want onze stelling was nog niet klaar. Bij een stuk weg zonder dekking of bomen zagen wij plotseling een paar vliegtuigen, eerst een paar, maar toen steeds meer en meer. Een jongen die naast mij fietste zei: “Ik wist niet dat wij zoveel vliegtuigen hadden” Maar plotseling brandde de hel los, overal werd er gevuurd op de vliegtuigen en daar de vliegtuigen terug schoten, wisten wij dat het nu ernst was. Zij vlogen laag over zodat onze luchtdoelartillerie er enkelen omlaag schoot. En nog dachten wij: Duitsland heeft een aanval op Engeland gedaan en komen over ons land terug. Zo belandden wij op de Cuneraweg aan, daar lag onze stelling welke wij zouden bezetten. Het was een goede stelling er lag een flinke dijk zand omheen en goed gecamoufleerd. Ondertussen wachtten wij op onze batterij, die naar later bleek niets van het schieten gehoord te hebben door ‘t ratelen van de wielen en het hoefgetrappel der paarden. Wel hadden ze vliegtuigen en strepen gezien van de kogels, maar dat was alles. 27 Bij de stelling aangekomen werden de stukken afgehaakt en op hun plaats gereden, het was toen inmiddels 02.00 uur geworden. Ondertussen raasden de vliegtuigen boven ons en bulderde het afweergeschut hierboven uit. Direct klonk het commando “klaar maken voor vuren” Vlug en correct werden de stukken gevechtsklaar gemaakt, onze karabijnen geladen en de bajonet werd er opgezet. Ondertussen werd er gemeld dat er op veel plaatsen valschermjagers waren geland en daarom werden er extra patrouilles ingezet in de bossen van de Grebbeberg en onze munitie werd bij de stukken geplaatst. Ook ik moest patrouille lopen in het bos op zoek naar vijandelijke soldaten en eventuele spionnen. Wij kregen een wachtwoord mee en moesten iedereen aanhouden. Toch gebeurde er in die uren van wachtlopen niet veel, alleen dat wij geregeld dekking moesten zoeken. Zo waren we op weg naar onze batterij toen plotseling een machinegeweer begon te schieten. Direct zochten wij dekking en zochten wij de mogelijke vijand af. Gelukkig bleek het een afweergeschut van onze jongens te zijn die op de vijandelijke vliegtuigen schoot. Bij nader onderzoek was deze bijna onzichtbaar verborgen tussen de struiken. Uiteindelijk kwamen we bij onze stelling aan, daar werd de patrouille overgedragen en moesten we stukswacht lopen. Onze opdracht was om een ieder aan te houden die ons passeerde. Toen alles zover klaar was moesten we op appèl komen. De kapitein deed ons de mededeling dat de toestand zeer ernstig was en dat we ons zouden moeten verdedigen tegen de indringer Duitsland. In de dagorder werd gesteld dat het onze hoogste plicht was en dat wij stand moesten houden tot onze laatste man. Nu was ons soldatenleven ernst geworden, want Duitsland was ons land binnengevallen zonder enige voorafgaande waarschuwing en daarom verklaarde onze Koningin Wilhelmina de oorlog aan Duitsland.Nu waren we bondgenoten van Engeland en Frankrijk die ons zouden steunen met alles wat zij hadden. Ook België was het slachtoffer geworden van de Duitse inval. Zo begon op 10 mei 1940 de grote opmars van Duitsland naar het westen, waarbij eerst Nederland en binnen niet al te lange tijd België en ook Frankrijk werden veroverd. Toen wij hoorden van onze kapitein dat wij waren overvallen door de Duitsers, kwam er een grote verontwaardiging over ons heen en laaide er een geweldige geestdrift op om ons te verdedigen tot het uiterste. De eerste berichten die wij kregen waren zeer goed, onze jongens hielden dapper stand en overal was de vijand terug geslagen. Maar hoe lang zou dit nog duren, met zo’n grote overmacht van de vijand en zijn moderne middelen. Een groot aantal vliegtuigen was al neergeschoten, alhoewel zij ook in de lucht een overmacht hadden. Er werden wachten uitgezet op verschillende posten, evenals stukswachten. 28 Toen gebeurde er iets wat ik niet gauw vergeten zal: een grote stoet vluchtelingen die huis en haard moesten verlaten omdat zij in de gevechtszone woonden. Och, wat was dat een jammerlijk gezicht. Vele mannen, vrouwen en kinderen, van jong tot oud vluchtten in een grote stroom. Slechts het hoognodige was mee genomen, want hoe minder bagage hoe sneller men weg kon komen. De een had zijn spullen op de fiets, weer anderen op een handkar of een kruiwagen. Een oude zieke man werd door ons soldaten een helpende hand geboden en op een van onze auto’s werd hij weg gebracht. Vele riepen: veel sterkte en houd stand, en enkelen huilden omdat zij alles moesten verlaten, weg van hetgeen, wat ze met veel moeite hadden opgebouwd, en zouden zij dit alles nog terug zien? Alleen God zou het weten. Het was een zeer treurige tocht van al die arme mensen die voor eigen veiligheid moesten vertrekken. Het was een grote ellende dit alles te moeten zien, waarom werd toch ons landje binnengevallen? Zo waren de twee uur wacht snel voorbij en ondertussen heerste er in onze stelling een grote bedrijvigheid. Bij onze stelling werden al maar projectielen en kardoezen aangebracht en in onze slaapplaatsen stro. Men had ook voor onze kuch gezorgd, welke wij met smaak op aten daar wij die morgen nog niets gehad hadden. Wat over de weg ons passeerde, werd staande gehouden en naar het wachtwoord gevraagd. Zo kreeg iedereen zijn wacht en patrouille. Omstreeks 12.00 uur kwam er een auto aangereden en vroegen naar het wachtwoord, dat was in orde en hij mocht doorrijden. Nog geen minuut later kwam Luitenant Prins met een lijst van autonummers, welke wij niet mochten doorlaten en alle inzittenden moesten we terstond arresteren en overdragen aan luitenant Prins. Boven aan de lijst stond het autonummer van de auto die ons net gepasseerd was. Het type auto en het autonummer werd direct door gemeld aan de volgende post gelegen in Amerongen, waar zij toen aangehouden zijn en de inzittenden gearresteerd werden. De berichten van de gevechten die binnen kwamen, waren nog steeds gunstig, de hevige tegenstand die onze jongens boden aan de grens tegen over een Duitse overmacht. Toch was er een gemotoriseerde Duitse afdeling doorgebroken bij de IJsellinie en die zou op weg zijn naar Ede. Het was ongeveer 15.30 uur toen plotseling een hevig artillerievuur boven ons hoofd losbarstte om de vliegtuigen te beschieten en grotendeels uit te schakelen of te vernietigen. Het was het 10de veldartillerie en zodoende konden wij er niet aan deelnemen, en het aantal vliegtuigen boven onze stellingen nam gestaag af. ‘s Avonds laat kwam het bericht dat er zo’n 100 Duitse toestellen neergeschoten waren, een groot succes, maar er waren wel veel valschermtroepen uitgeworpen. Reunie Orkest Artillerie Trompetterkorps www.reunieorkestartillerie.tk Geplande optredens in 2014 4 mei 5 mei 24 mei 28 juni 5-7 juli 10-13 juli 14 augustus 13 september Herdenking in Eernewoude (Friesland) Bevrijdingsdefilé in Wageningen Artillerie jaarconcert in Breukelen Veteranendefilé in Den Haag Saamhorigheidsreis voor ROA-leden naar Kröv (Duitsland) Optredens ROA-ensemble in Haamstede Herdenking einde WO2 in Azië in Doorn (bij De Basis) Herdenking en concert in Ginneken (Citadel van Antwerpen 1832) Mocht U nog een beroep willen doen op het ROA voor een optreden, meldt U dat dan tijdig via [email protected] Het repetitieschema voor 2014: zie onze website www.reunieorkestartillerie.tk Voor evt. wijzigingen. De repetities zijn (tenzij anders aangegeven) op de zaterdag vanaf 10.00 tot 14.30 uur in de voormalige filmzaal op de Lkol Tonnetkazerne in ‘t Harde. In 2014 zijn de volgende repetities gepland die ook door belangstellenden bezocht kunnen worden. 11 januari, 1 en 22 februari, 15 maart 5 en 26 april, 17 mei, 14 juni, 2 en 23 augustus, 11 oktober, 8 en 29 november, I.v.m. de toegangscontrole tot het kazerneterrein, worden bezoekers verzocht zich vooraf aan te melden bij Frits Dürst Britt. Artilleriejaarconcert 2014 In 2014 bestaat het ROA 12,5 jaar. In het kader van dit koperen jubileum is de datum van het 12e Artilleriejaarconcert gepland op zaterdagmiddag 24 mei 2014. Locatie nog niet definitief vastgesteld. Vrienden van het ROA In 2013 zijn er door het ROA twee maal een digitale nieuwsbrief verstuurd aan degenen die hun e-mailadres bekend hebben gesteld bij [email protected] Geen internet? Dan ontvangt U als van ouds onze gewone hardcopy Nieuwsbrief in het voorjaar 2014. Lkol art bd F.T. Dürst Britt 29 Uit de oude doos Een vergeten oorlog De Koreaanse oorlog begon op 25 juni 1950, toen sterke- door Russische militairen getrainde en bewapende Noordkoreaanse strijdmachten – (zo’n 90.000 man gevechtstroepen) Zuid-Korea binnenvielen. De Zuidkoreaanse militairen waren maar matig getraind, en bewapend met Amerikaanse en Japanse lichte wapens. De aanwezige Amerikaanse troepen waren in Zuid Korea om de zich daar nog bevindende Japanse militairen te ontwapenen. Aan de Koreaanse oorlog die eindigde op 27 juli 1953 in Panmoenjon (wapenstilstand)- hebben 16 landen van de Verenigde Naties deelgenomen, waarvan 5 landen met medische eenheden. Van oktober 1950 tot juli 1953 werden 3418 Nederlanders onder de vlag van de Verenigde Naties uitgezonden naar Korea. Wij dienden in de 2e US Infanterie Division met als embleem het Indianhead. Van hen keerden 123 nooit meer terug. Zij werden begraven op het Verenigde Naties ereveld ‘’Tanghok Dong’’ nabij de zuidelijke havenstad Pusan. Op 26 februari 1977 werd de Vereniging Oud- Koreastrijders opgericht in ’s-Hertogenbosch; de standplaats van het regiment van Heutsz, dat de traditie van het voormalige Koninklijk Nederlands- Indisch Leger (1816-1950) en van het Nederlands Detachement Verenigde Naties in Korea voortzet (1950-1954) . De vereniging Oud -Koreastrijders heeft een vaandel van witte zijde met daarop , behalve het embleem van de Verenigde Naties en de Koreaanse vlag, de namen van Wonju en Hoensong (1951), de T-bone Hill (1952), Nudea (1953) en Yellow sea /Eastern sea, alle hoogtepunten tijdens de Koreaanse oorlog. Het laatste heeft betrekking op de Koninklijke Marine. De kleur wit is bewust gekozen .Ten eerste omdat de Koreaanse vlag ook wit is , en ten tweede omdat wit in Korea het symbool is van rouw, dus een eerbetoon aan onze gesneuvelde kameraden. In Korea is een film- ´´Field of Honour´´ , met o.a. Ron Brandsteder-, over de genoemde periode opgenomen, die in diverse theaters in Nederland is vertoond. J.Ch. Snoek 30 31 Artillerie Veteranen Associatie www.artillerieveteranen.nl Borstbeeld Ted Meines onthuld Op de eindejaarsbijeenkomst van het Veteranen Platform (VP) in Doorn is op 13 december een bronzen buste van lgen art tit b.d. Ted Meines onthuld. De inmiddels 92-jarige oprichter en erevoorzitter van het VP was zelf met familie bij de onthulling aanwezig. Hij kreeg dit eerbetoon vanwege zijn verdiensten voor het verbeteren van het maatschappelijk draagvlak en de voorzieningen van veteranen. Het borstbeeld werd onthuld in het bijzijn van tal van autoriteiten. Hierbij was ook de Chef Militaire Huis, genm Henk Morsink, die een brief voor las van Koning Willem-Alexander. De Koning noemde Meines “de nestor van onze veteranen”en roemde hem als onvermoeibaar pleitbezorger en behartiger van onze veteranen. 5. Op dinsdag 16 september de mogelijkheid om met de AVA deelname aan een (staand) erecouloir van veteranen op Prinsjesdag in Den Haag. Er zal geloot worden. Alle AVA-leden hebben een brief ontvangen met deze data. Hebt u zich aangemeld voor de AVA (en 10 euro betaald) en u heeft geen brief ontvangen, meldt u zich dan bij het secretariaat AVA info@artillerieveteranen. nl u kunt uw belangstelling kenbaar maken bij de AVA via de website of via de post (geen postzegel nodig): Vustco MPC 35C; T.a.v. Lkol b.d. F.T. Dürst Britt (AVA); Antwoordnummer 7510; 3509 WB Utrecht. Nuldelijns veteranenhelpers gezocht Wilt u iets kunnen betekenen voor een (mede-)veteraan, dan kunt u zich via de AVA aanmelden voor de cursus Nuldelijns veteranenhelper. Hieraan zijn voor u geen kosten verbonden, alleen een stukje van uw vrije tijd. De cursus wordt op meerdere data en plaatsen in Nederland georganiseerd. Meer weten: zie http://www. de-basis.nl/ons-aanbod/activiteiten-2014/trainingnuldelijnshelper-veteranen-2014.aspx u helpt dan mee om de geografisch het netwerk voor veteranenhulp te verdichten. Zie http://www.disk-veteranen.nl Lkol art bd F.T. Dürst Britt AVA in actie In het afgelopen jaar zijn er door de AVA een aantal activiteiten georganiseerd die in 2014 zullen worden herhaald. Mogelijk dat er door het korpsen (Korps Veldartillerie, Korps Rijdende Artillerie of het Korps Luchtdoelartillerie) waartoe u behoort nog een extra bijeenkomst wordt georganiseerd. In 2014 heeft het bestuur van de AVA de volgende activiteiten gepland: 1. Op zondag 4 mei de mogelijkheid om met de AVA deel te nemen aan een (staand) erecouloir van veteranen op de Dam in Amsterdam. Er wordt geloot. 2. Op maandag 5 mei bij voldoende animo met een AVAdetachement deelname aan het Bevrijdingsdefilé in Wageningen. (Meelopen of meerijden) 3. Op zaterdag 28 juni bij voldoende animo deelname met een AVA-detachement aan het Veteranendefilé in Den Haag. (Meelopen, meerijden of tribune; partners zijn welkom) 4. Op zaterdag 13 september deelname aan de Veteranenbijeenkomst tijdens de Open Monumentendag op de Legerplaats bij Oldebroek in ‘t Harde. (Partners van harte welkom) 32 NEDERLANDS ARTILLERIE M U S E U M www.nederlandsartilleriemuseum.nl De paukenwagen en de paukenist Kort na de oprichting van het Korps Artillerie in 1677 is, waarschijnlijk op aandrang van stadhouder Willem III, bij het Regiment Artillerie een kales of wagen ingevoerd, waarop twee pauken waren gemonteerd “door dewelcke sal konnen gewaer en gehoort, en tekenen gegeven werden, als de tochtpaerden (= trekpaarden) sullen opgehaelt en aengespannen worden”. Ook deze paukenwagen had in de eerste instantie een signaalfunctie; omdat het diepe geluid van de pauken zich over een grote afstand kon verplaatsen, bleek de “herpocxwagen” vooral te velde van veel nut zijn. Daarnaast diende deze bijzondere wagen echter, om met haar machtige geluid indruk te maken op vriend en vijand. Ook het showelement mag niet worden vergeten en bekend is dat de paukenwagen in 1688, kort voor het vertrek van prins Willem III naar Engeland, tijdens een revue op de Mookerheide alom veel bewondering wekte. Pauken werden in die tijd als tekenen van waardigheid beschouwd en mochten slechts door elitetroepen worden gevoerd. In de beschrijving van een ooggetuige, die op 20 mei 1708 een “Nederlandse” artilleriecolonne de stad Mechelen zag verlaten staat o.a. te lezen: “Veel aandacht trok de fraai beschilderde paukenwagen, door twee rijksgetuigde paarden getrokken; op de wagen zat een neger van Guinea, die in een schilderachtig oosters kostuum gestoken, met veel vaardigheid twee bronzen keteltrommen of pauken bespeelde, een nieuwe vinding die door de Christenen die aan de oevers van de Donau streden zijn ingevoerd”. Dat de paukenist een neger was is niet vreemd, omdat het in die tijd als zeer voornaam gold negers in dienst te hebben. Zij werden binnen het leger veel gebruikt om pauken en schellenbomen te bespelen. Dit gebruik heeft zelfs tot het midden van de 19e eeuw bij onze strijdkrachten stand weten te houden. De diameter van de beide op de wagen geplaatste pauken wordt aan de hand van bewaard gebleven tekeningen op meer dan een meter geschat. Omstreeks 1760 is de paukenwagen in onbruik geraakt, waarschijnlijk omdat de artillerie vanaf die tijd niet meer in één afzonderlijke colonne opmarcheerde. Deze schitterende wagen van de Nederlandse artillerie is tot laat in de vorige eeuw nog in Delft bewaard gebleven en daar vermoedelijk verloren gegaan. Bron: Geschiedenis en Traditie, het Wapen der Artillerie 33 NEDERLANDS ARTILLERIE M U S E U M www.nederlandsartilleriemuseum.nl Heropening paviljoen 4 In 1961 is de Stichting Artillerieverzameling Oldebroek opgericht met als doelstelling het bewaren en beheren van getuigenissen van de Nederlandse Artillerie. Na ruim 50 jaar prijst het huidige bestuur van de Historische Collectie Korps Veldartillerie (HCKVA) zich gelukkig onze expositie van ruim 2000 jaar Artillerie in Nederland te kunnen presenteren. Ook het laatste paviljoen wordt nu opengesteld. Dit paviljoen is gewijd aan de rol die het Wapen der Artillerie heeft gespeeld bij het winnen van de ‘Koude Oorlog’ tot en met de operationele inzet van Nederlandse artillerie eenheden en de Nederlandse artillerist bij militaire operaties over de hele wereld. Op vrijdag 20 december 2013 waren vele militaire en civiele autoriteiten, veteranen en belangstellenden en niet in de laatste plaats vrijwilligers van het NAM aanwezig bij de feestelijke (her)opening van gebouw 215 op de Legerplaats bij Oldebroek. Na een ontvangst in de Officierscantine en een welkomstwoord van de voorzitter, Lkol art bd. H.J.D.M. Konings, was het de beurt aan dhr. Harderwijk om het door hem van een nieuw rolpaard voorziene kanon te onthullen. In de Operationele Inzetruimte werd als openingshandeling een drieluik over de operationele inzet van de vuursteun in Afghanistan onthuld door de Wapenoudste der Artillerie, genm art L.J.A. Beulen, door zijn voorganger lgen art bd Ton van Loon en de schilder, lkol inf bd Jos Gelisssen (Bosnië-veteraan). In zijn toespraak prees de Wapenoudste het enthousiasme, de creativiteit en de inzet van de vrijwilligers van het NAM om dit laatste gebouw in het kader van zelfwerkzaamheid op te knappen en er een expositie over de recente periode van het Wapen in te richten. Schenkingen Het Nederlands Artillerie Museum heeft in de afgelopen periode de volgende schenkingen mogen ontvangen. - Dhr. J. de Jager: een stafkaart ASK met een opdracht. - Dhr. D. Timmerman: een T-shirt 19 Afdva B Bt. - Mw. Van ’t Veld-Wolters: een GkT art cpl. - Lkol art b.d. H. Molman: een fotoalbum herfstoefening Dragon Zagan (Polen). - Maj art b.d. B.H. van der Burgt: een GkT art met pet en een officiersstokje. - Lkol b.d. F. Anemaet: een VN-baret, een VN-vlag, diverse armbanden VN, een pistoolholster, tropenhoeden (camouflage), een beschermbril, een nestel (adjudant MvD), diverse stickers, onderscheidingstekens en PGU. - Kap M.J.A. Alberts: een oorkonde RA, een oorlogsherinneringskruis met certificaat en 4 foto’s van de Knobbel. - Korpsadjudant VA b.d. A.M. Mol: diverse boeken, hulzen, emblemen, rangonderscheidingstekens en tegeltjes. - Dhr. H. van Beesten: 20 euro als dank voor de mooie rondleiding. - Mw. Leeuwenstein: tekening paard (in krijgsgevangenschap getekend door wijlen haar echtgenoot maj ® art b.d. drs. W. Leeuwenstein). - Kap M.J.A. Alberts: een artilleriespeld, 5 foto’s mobilisatietijd 8 RA, een herdenkingspenning 8 RA en diverse onderscheidingen WO2. - Dhr. G. Schut: een oorkonde en een boek m.b.t. de Limburgse Jagers, een boek ‘De militaire belevenissen van een voormalig wachtmeester van II-3RA’, ‘Het paardenvolk in mei 1940, Panorama van de veldartillerie’, een oorlogszakboekje G.L. Schut (3 RA) en identiteitsplaatje, een stafkaart omg. Pilsen (anno 1943), een spotprent op Hitler en Musolini (1944), een Reglement betreffende de krijgstucht (1923), een VS no 34 ‘Het paard en zijne verzorging’ en paar wielsporen met kettinkjes. - Kol b.d. ir. P. Scharp: een artilleriespeld. - Kol art b.d. J. van Ballegooij: 2x een blauwe VN helm. - Elnt® art b.d. J.C. Ossewijer: het enige echte Barbaraverhaal LbO 2013. - Kap® art b.d. drs. Th.J.J. Bogaard: een DT met draagriemstel. Alle schenkers worden bij deze nogmaals hartelijk bedankt voor hun bijdrage om het Artilleristisch erfgoed te completeren. Heeft U nog voorwerpen en/of documentatie met een relatie naar Defensie en in het bijzonder naar de Artillerie en waarvan U afstand wenst te doen? In dat geval even bellen met 0525-657310, fax 657311 of e-mail [email protected] voor een afspraak om het af te leveren in ’t Harde om het op te laten halen. 34 NEDERLANDS ARTILLERIE M U S E U M www.nederlandsartilleriemuseum.nl Gezocht Ter completering van de Brigadezaal in paviljoen 4 wordt gezocht naar wapenschildjes of herinneringstegeltjes van de batterijen antitank. Artilleriefiguranten in de film “mei 1940”. Deze film is een eindexamenfilm van lichting 2013 van de Hogeschool voor Kunsten Utrecht, opleiding audiovisuele media. Een oorlogsverhaal dat zich afspeelt aan de Grebbelinie gedurende de meidagen van 1940. Het Nederlands Artillerie Museum heeft zijn bijdrage geleverd door 3 figuranten, gekleed in officiersuniformen van het museum, te leveren. Kees van Vliet, Rienk Groefsema en ondergetekende hebben een filmopnamedag meegemaakt. We zijn slechts 1 minuut in beeld, maar toch, het was wel een hele leuke belevenis. In de aftiteling zijn onze namen vermeld als officier 1, 2 en 3 en als laatst staat met dank aan o.a. het Nederlands Artillerie Museum. Het NAM heeft een DVD van de film ontvangen. Kap td b.d. William Verduyn Lunel (Commissaris Groot & Rollend Materieel NAM) Kerst in de vesting Op 13 en 14 december gingen de bewoners in de binnenstad van Elburg 100 jaar terug in de tijd in het kader van het evenement ‘Kerst in de Vesting’. Voor de 2e maal werd hieraan deelgenomen door vrijwilligers van het NAM in samenwerking met de re-enactmentgroep Nederland Paraat. Deze keer met een kanon type 7 Veld. Artillerie attenties Via het Artilleriemuseum in ‘t Harde worden diverse artilleristische artikelen aangeboden. Een batig saldo komt ten goede aan de exploitatie van de exposities. Bestellingen kunnen worden gedaan via [email protected] in ’t Harde. Lkol art bd F.T. Dürst Britt 35 Noot van de redactie: Ereleden Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Th. C. van der Aart J.A.H.M. Majoie R.P. van der Pol A.J.A. Beekmans F. van der Knaap medeoprichter en eerste voorzitter medeoprichter en ex-bestuurslid ex-bestuurslid ex-bestuurslid en redactielid tweede voorzitter na oprichting • Kopij aanleveren in Word • Tekst moet plat zijn. Dus niet vet, onderstreept, met tabs of andere opmaak. Lever eventuele opmaakwensen op een aparte uitdraai mee. Activiteitencommissie Lever uw kopij pas in als u er zeker van bent dat de inhoud niet meer aan wijzigingen onderhevig is. Auteurscorrecties hebben altijd invloed op reeds gerealiseerde opmaak. Indien dit niet mogelijk is omdat er b.v. ontwikkelingen gaande zijn, die u op dat moment van schrijven nog niet weet, meldt dit dan, dan kan er rekening mee worden gehouden. Commissie van goede diensten • • Lever altijd losse foto’s aan in jpg. Nooit foto’s in het word document verankeren. Dit levert een te lage resolutie op. Aooi C.J.M. Damen Owi F.J. Amerongen Lid Lid Lid Lid Dhr. F. van der Knaap Dhr. A.J.A. Beekmans Dhr. J.Brood Kap H.D.G. Bosch tel: 038-4440994 tel: 076-5219238 tel: 026-3621476 tel: 06-30478527 Penningmeester Owi J.S. de Vries De Wimpel 9 8447 ED Heerenveen Bankrelaties • • Het formaat van de foto mag niet kleiner zijn dan 10 x 13 cm en moet in een hoge resolutie (300 dpi) worden aangeleverd. Vergrotingen leveren bij te klein formaat of te lage resolutie onscherpe foto’s op of foto’s met lelijke vierkantjes (artifacten). Geen plaatjes / foto’s van het internet gebruiken. Deze hebben een te lage resolutie en u, en dus ook wij, lopen het risico van inbreuk op eigendomsrecht. ING NL51INGB0005360680 ABN/AMRO NL07ABNA0459322303 t.n.v. Penningmeester V.O.O.A. te Heerenveen Secretaris VOOA Aooi R.J. de Vos Postbus 90004 3509 AA Utrecht E-mail: [email protected] www.vooa.nl Webmaster Mocht u om wat voor reden dan ook niet of niet geheel in staat zijn, aan het bovenstaande te voldoen, laat dat geen belemmering voor u zijn maar meldt dat aan de redactie. Wij zullen i.o.m. de vormgever een oplossing proberen te realiseren. Aooi R.J. de Vos Jolstraat 90 1784 NL Den Helder Tel: 0223-660684 E-mail: [email protected] Redactie Aooi H.Treffers Owi S.D. Bekkema Wmr1 R.G.J.M.L. de Moel Wim Speth e-mail: [email protected] telefoon: 06-20427335 Redactieadres Postbus 90004 3509 AA Utrecht E-mail [email protected] Vormgeving ©H.H.W. Oplage 450 exemplaren
© Copyright 2024 ExpyDoc