Nummer 104

Artilia
Officieel Orgaan Vereniging Onderofficieren Artillerie
Nummer 104 | Maart 2014
Bestuur
Voorzitter
R.A. van der Veen
VustCo
Sterhyacint 11, 8255 JX Swifterbant
’t Harde, *06-536-57406, 0525-657406
0321-324229
Jolstraat 90, 1784 NL Den Helder
’t Harde, *06-536-557565, 0525-657565
0223-660684
De Wimpel 9, 8447 ED Heerenveen
Leeuwarden, 028-2655200
051-3651548
Beiersgulden 72, 8253 DW Dronten
‘t Harde, *06-536-57448, 0525-657448
06-22778078
Uedemerstrasse 30, 47652 Weeze (Duitsland)
Idar Oberstein, *06-345-4710-1902, 0049-6781-511902,
0031-6-23118423
06-48271995
Secretaris / Webmaster
R.J. de Vos
VustCo
Penningmeester
J.S. de Vries
ROC Friese Poort
Lid
C.J.M. Damen
VustCo
Lid
H. Treffers
VustCo
Lid
R.G.J.M. Oudheusden
HRF HQ
Hildo Kropstraat 42, 8331 SP Steenwijk
Münster, *06-811-2171, +49-251-5062171
Lid
S.D. Bekkema
VustCo
Frederik Hendrikstraat 45, 8606 EG Sneek
‘t Harde, *06-536-57447, 0525-657447
06-22427784
Hauptstrasse 299, 55743 Idar-Oberstein
Idar Oberstein, *06-345-4710-1904, 0049-6781-511904,
0049-1514-5558112
0049-6781-5676526
Conradi-Veenlandstraat 45, 9104 BM, Damwoude
06-14540655
0511-785062
Lid
R.G.J.M.L. de Moel
VustCo
Lid
F.J. Amerongen
Voorwoord
Beste leden,
Voor u ligt de nieuwe Artilia. Wederom een uitgave waarin
een verscheidenheid aan vak gerelateerde informatie is
verzameld.Het eerste kwartaal van 2014 is alweer bijna
voorbij en als ik er op terug kijk is het voorbij gevlogen.
10 januari heeft de Vereniging onderofficieren Artillerie de
algemene ledenvergadering gehouden waarin we afscheid
hebben genomen van de adjudant Jan de Brouwer en de
opperwachtmeester Tom Witsiers. Jan zat sinds 2005 als lid
in het bestuur van de vereniging waarbij zijn hoofdtaak als
lid van de activiteiten commissie de meeste tijd in beslag
nam en waarbij het maken van de uitnodigingen voor onze
activiteiten zijn verantwoordelijkheid was.
Tom was het langst zittende bestuurslid van het huidige
bestuur. In 2003 werd hij lid van het bestuur van de
vereniging en ook hij had zijn taak bij de activiteiten
commissie, waarbij het organiseren van activiteiten voor
de vereniging telkens weer een uitdaging was om voor
iedereen wat leuks te organiseren.Van Jan hebben wij
tijdens de algemene ledenvergadering afscheid genomen
en van Tom zullen wij tijdens een bestuur samenkomst
afscheid nemen. Jan en Tom, bedankt voor wat jullie voor
de vereniging hebben gedaan.
Als nieuwe leden van het bestuur zijn benoemd de
Wachtmeester 1 Robbin de Moel, werkzaam als instructeur
bij de instructie groep PzH200NL te Idar Oberstein DLD
en de Opperwachtmeester Frans Amerongen, werkzaam
als instructeur op het ROC te Amsterdam Noord. Robbin
en Frans, gefeliciteerd met jullie benoeming binnen het
bestuur en veel succes.
We kunnen terug kijken op een mooie jaardag met een hoog
reünie gehalte, waarbij we met een groot aantal collega’s
(we hebben bijna 400 inschrijvingen binnen gekregen), de
337ste verjaardag van ons wapen hebben gevierd.
Het afgelopen jaar is voor de vereniging een goed jaar
geweest, waarin het aantal leden redelijk stabiel is gebleven
en zoals uit het verslag van de penningmeester is gebleken
van verandering. Het OTCVust werd VUSTCO waarbij
de artillerie werd ingekrompen van twee afdelingen en
een opleidingscentrum naar één vuursteuncommando.
Voor veel collega’s is het een moeilijk jaar geweest. De
reorganisatie heeft tot een hoop onzekerheid geleid
doordat behoud van baan geen zekerheid meer was. Een
aantal hebben omdat zij geen baan hebben kunnen vinden
de dienst moeten verlaten. Toch heeft de vereniging hier
nog geen last van ondervonden.
De brunches zijn ook in het afgelopen jaar redelijk bezocht,
de aantallen waren laag maar al met al was het eten goed en
waren het gezellige bijeenkomsten.Het jaaruitje wat gepland
was op Pampus, is helaas dit jaar letterlijk bijna in het water
gevallen. Vanwege het slechte weer hebben we echt op het
allerlaatste moment (er zaten al mensen in de auto ondereg
naar Pampus) af moeten bellen. Afgelopen jaar hebben we
net als voorgaande jaren in een redelijk aantal gevallen acte
de préséance kunnen geven bij ziekenbezoek, de PassingOut’s op de KMS, medaille-uitreikingen, beëdigingen
en bij recepties ter gelegenheid van de dienstverlating
en zo ook in andere bijzondere uiteraard ook helaas bij
droevige omstandigheden zoals afgelopen 13 januari, bij
het onverwachte overlijden van de Opperwachtmeester
b.d. Adrie Schoorl, waarvoor we verderop in de Artilia een
memorandum hebben opgenomen.
Na de grote reorganisatie van ons wapen het afgelopen jaar,
moeten we komend jaar de blik voorruit werpen, waarbij
bi- en tri- nationale samenwerking zeer belangrijk worden
om het voortbestaan van ons wapen in de toekomst te
garanderen.Ook de Vereniging Onderofficieren Artillerie
moet meer aandacht schenken aan samenwerking met
o.a. de Vereniging Officieren Artillerie, Artillerie Veteranen
Associatie en verenigingen van ander wapendienstvakken.
Samenwerken maakt ons sterker, al is het voorlopig alleen
maar om meer kopij te verkrijgen voor de Artilia. De redactie
heeft zoals elk jaar hun uiterste best gedaan om de Artilia
te vullen met leuke verhalen en nuttige informatie. Ook
zoals elk jaar wil ik oproepen, dat als u iets heeft dat u wilt
delen met uw wapenbroeders, dan is de Artilia een uiterst
geschikt middel.Verder gaan we ook dit jaar weer de nodige
brunches en het jaaruitje organiseren.In de planning voor
het jaaruitje hebben we nog steeds Pampus en ik ga er
vanuit dat we indien het weer het toelaat, dit jaar wederom
een poging gaan doen om Pampus te bezoeken.
De eerstkomende activiteit heeft u al thuis in de brievenbus
zien vallen, een leuk bijna traditioneel VOOA familie-uitje,
de brunch in het zuiden bij Van der Valk Nuland gepland op
13 april 2014. Ik hoop u daar weer tegen te komen.
Als laatste wil ik het bestuur bedanken voor de vele
werkzaamheden die weer zijn verricht in het afgelopen jaar
en veel succes wensen voor dit komende jaar.
Ik wens u veel leesplezier,
Uw Voorzitter,
Rob van der Veen
Vereniging OnderOfficieren Artillerie
INHOUDSOPGAVE
Charlie “Rijders” Batterij groet de Koning.
Pagina 5 - 6
Rectificatie
Pagina 6
Artilleristen vieren 337e verjaardag
Pagina 7 - 8
VuursteunCommando opent nieuwe schietbaan
Pagina 9
VuursteunCommando-adjudant en Korpsadjudant Veldartillerie
Pagina 10- 11
Gouden medaille voor Aooi Klein Middelink
Pagina 12
Bronzen medaille voor wmr1 Van Ginkel
Pagina 12
Commando overdracht Stafbatterij VustCo
Pagina 13
De palenbak
Pagina 14 - 15
Bevorderd / Dienstverlaters
Pagina 15
Uitgelicht (afscheid moet pijn doen)
Pagina 16
Weekje Texel
Pagina 17
In memoriam Adrie Schoorl
Pagina 18 - 19
Cyber tactiek en techniek
Pagina 20 - 23
Het verhaal van een Nederlandse soldaat bij 3-III-8 R.A.door Sjaak Vugts (deel 2) Pagina 23 - 29
Reünie Orkest Artillerie Trompetterkorps
Pagina 29
Uit de oude doos
Pagina 30
Vuursteun in Afghanistan
Pagina 31
Artillerie Veteranen Associatie
Pagina 32
Nederlands Artillerie Museum
Pagina 33 - 35
Noot van de redactie
Pagina 36
Charlie “Rijders” Batterij groet de Koning.
Het is 9 Januari 2014, de Koninklijke Landmacht bestaat
200 jaar. Ter ere van dit 200-jarig bestaan, wordt door
alle korpsen dan wel regimenten een vaandelgroet aan
de Koning gebracht.
De voorbereidingen starten medio november met
de generale repetitie te Schaarsbergen waar de
detachementcommandant, Btowi (dan wel CSM) en
een aantal personen uit het detachement aanwezig
dienden te zijn om daar de laatste en voor velen de eerste
instructie te krijgen van de organisatie. Verzameld in
een grote hal werden de aanwezigen gebriefd over het
verloop van de dag. Btowi’s/CSM’s werden in een aparte
ruimte geïnstrueerd over de details van de dag waar het
nodige aangescherpt of veranderd kon worden. Na de
lunch werd geoefend onder begeleiding van muziek voor
het vasthouden van de maat. De dag werd afgesloten met
een” final huddle” met de Btowi’s/CSM’s.
9 Januari 2014: dag van de uitvoering. Begon voor ons
om 04:30 uur. Na een kort appèl zijn de spullen ingeladen
om vervolgens koers te zetten richting het Haagse. Op het
Malieveld uitgestapt en richting het voormalig VROMgebouw gelopen om daar ons in onze Dolman te hijsen.
Voor sommigen, lees 80%, was het even puzzelen “vanhoe-zat-het-ook-alweer” maar uiteindelijk zag iedereen
er strak uit en waren wij gereed om te gaan oefenen in
de parkeergarage onder het gebouw. Na het oefenen nog
een laatste broodje, drankje en wc-bezoekje konden wij
ons gereed maken voor de verplaatsing te voet naar Plein
1813,waar de ceremonie zou plaatsvinden.
De verplaatsing duurde ongeveer 25 minuten. In de
straten van Den Haag stonden de nodige toeschouwers
die zich aan onze mooie pakken konden vergapen.
Regelmatig kregen we “vanaf de zijlijn” dat te horen.
Een reden te meer dat er meer grote maten gemaakt
moeten worden of kleinere mensen moeten aannemen
zodat wij nog meer van onze pakken kunnen laten zien.
Half december heeft ons detachement
van de KRA zich omgekleed en de
Charlie-rijders aangevuld met onze
collega’s van de staf-batterij. Zo werd
het gewenste aantal van 47 rijders
bereikt. Wederom is bij het omkleden
gebleken bij de KPU dat wij genoeg
kleine Dolmannen of te grote rijders
hebben. Hierdoor zijn wij helaas
niet aan het gewenste aantal van 47
rijders gekomen. Dit mag de pret niet
drukken. Ook met de rijders die de
Dolman wel passen kunnen wij een
goede uitvoering ten tonele brengen.
Op naar 7 Januari voor de verkenning.
7 Januari 2014: nieuw jaar, nieuwe
kansen echter dezelfde opdracht als
vorig jaar namelijk de vaandelgroet. Deze dag stond in
het teken van het verkennen van de locatie op Plein 1813,
waar het twee dagen later zal plaatsvinden. Begin van de
dag presentatie gehad met de laatste wijzigingen van de
uitvoering. Na de middagpauze vertrokken met bussen
naar Plein 1813 om daar een beeld te krijgen welke route
gelopen moet worden. Na ruim een uur te hebben
rondgelopen en indrukken opgedaan, is de gehele club
weer vertrokken naar de diverse windstreken van het
land.
8 Januari 2014: ons eerste tevens laatste oefenmoment.
Met de complete club de nodige bewegingen uitgevoerd,
afspraken gemaakt en de laatste tijden doorgegeven. We
zijn klaar voor de dag van morgen die voor velen van ons
vroeg zal beginnen.
Op het plein aangekomen, nog een laatste oefenrondje
om vervolgens in een “hold” te gaan staan en wachten op
het moment dat wij voorwaarts mogen en onze 75 meter
of Fame mogen hebben.
Het moment was aangebroken dat wij, achter onze
collega’s van de Veldartillerie en voor de collega’s van
de luchtdoelartillerie, onze groet mochten brengen
aan Zijne Majesteit de Koning. Gezichten strak om een
goede uitvoering ten tonele te brengen. Voor dat wij er
zelf erg in hadden stonden wij alweer klaar aan de andere
kant van het monument voor de laatste act van de dag te
weten een driewerf “Oranje Boven!” aan Zijne Majesteit
de Koning, de traditionele, in de vergetelheid geraakte
strijdkreet aan de Koning. Op het commando “voor
koning en vaderland, onderofficieren doe uw plicht”
riepen de aanwezige onderofficieren luidkeels “ORANJE”
5
gevolgd door de rest met luidkeels “BOVEN” waarbij gelijker tijd het wapen dan wel sabel omhoog werd gestoken. Deze
traditie werd gevolgd door het ”Wilhelmus” waarna de detachementen werden afgemarcheerd en de weg terug naar het
VROM werd daarmee ingezet. Aangekomen op het VROM snel omkleden, eten en naar de bus verplaatsen om richting
’t Harde te verplaatsen na een lange maar geslaagde dag te gaan genieten van, voor sommige het weekend en anders de
avond.
Terugkijkend op de dag kan ik zeggen dat het een unieke gebeurtenis is geweest die velen van ons 1 maal zullen mee
maken. Tevens hebben wij als rijders wederom een goede indruk achter gelaten en een stukje geschiedenis binnen ons
korps geschreven. Ik ben er trots op dat ik het detachement Korps Rijdende Artillerie heb mogen begeleiden gedurende
deze bijzondere dag….
Owi Klijn
Btowi Charlie “Rijders” Batterij
Foto’s: Derk de Vries
Rectificatie
In Artilia 102 en 103 staan artikelen over de geschiedenis van de Artillerie, deze maken deel uit van een zesdelige serie
die in ons blad verschijnt.In de intro van deel 1 staat dat een deel van de data is verzameld door Ed de Bruin (Webmaster 41afdva.net, 14afdva.nl, korpsrijdendeartillerie.nl) maar hiermee doen we zijn bijdrage tekort .
Grote delen van de tekst zijn namelijk letterlijk overgenomen van de site 41afdva.net en dus compleet van zijn hand.
De redactie
6
Artilleristen vieren 337e verjaardag
Op 16 januari van dit jaar spoeden zich, op uitnodiging
van de Wapenoudste, Artilleristen van alle rangen en
standen en uit alle windstreken naar de bakermat op
de Knobbel in ’t Harde teneinde de viering van de 337e
verjaardag luister bij te zetten.
Zoals ieder jaar maakt het bestuur van de Vereniging
Onderofficieren Artillerie van de gelegenheid gebruik
om, voorafgaande aan de eigenlijke feestavond,
haar aanhangers bijeen te roepen voor de Algemene
Ledenvergadering. Voor de meeste deelnemers ook een
gelegenheid om alvast in te dribbelen en de stembanden
los te maken voor de sterke verhalen waarmee de ‘reünie’
in de avondlijke uren wordt gekruid. Natuurlijk vliegen
al direct bij de koffie met cake de beste wensen over en
weer en ook nu weer blijkt dat artilleristen b.d. een taai
ras vormen, want op de meest gestelde vraag: ‘hoe gaat
het?’getuigen de antwoorden van de onverwoestbaarheid
van deze generatie.
Gelukkig vormt de jongere garde, met daarbij de
aspiranten van de KMS, een goed tegenwicht tegen de
aansluipende vergrijzing zodat voorzitter Rob van der
Veen bij de eerste hamerslag zijn blik op een gemêleerd
gezelschap kan laten rusten.
Na de inleidende beschietingen verloopt de vergadering
in een gestadig tempo, met af en toe wat bemoedigende
kritiek van de oudere heren die ingrijpen wanneer de
voorzitter in zijn jeugdig enthousiasme naar hun mening
wat al te snel door de agendapunten wil lopen.
Het financiële plaatje stemt penningmeester en overigen
tevreden. Weliswaar een lichtelijk vertekend beeld als
gevolg van het niet voor Pampus kunnen gaan, maar
over het algemeen een positief geheel. Het leden aantal
laat als logisch gevolg van de recente ontwikkelingen en
reorganisaties een lichte terugloop zien. Maar dat lag in
de lijn der verwachtingen.
Wijzigingen bestuur
De wijzigingen in de bezetting van de bestuursfuncties
kunnen door de vergadering bij handopsteken
afgehandeld worden. Als de rook van de verkiezingen
is opgetrokken en de nieuwe bestuursleden hun
plaats achter de tafel hebben ingenomen blijkt dat het
beeld van een uniforme minimale hoofdbedekking
van de bestuursleden tot het verleden behoort.
De relatief weelderige dos van de gekozenen
maakt fors inbreuk op de eenheid in haardracht.
Na een welkome pauze om de
slijmoplossende Barbarabitter
nieuwe bestuur voor:
Aooi Rob van der Veen
Owi Jan de Vries
Aooi René de Vos
Aooi Cees Damen
Aooi Eric Treffers
Aooi Ron van Oudheusden
Owi Simon Bekkema
Owi Frans Amerongen
Wmr1 Robbin de Moel
Lid
Lid
Lid
Lid
Lid
Lid
Commissie van Goede Diensten
Frans van de Knaap
Ad Beekmans
Joep Brood
Gerrit Bosch
Lid
Lid
Lid
Lid
Rob van der Veen dankt de aftredende bestuursleden
voor hun bijdrage, zijn waardering onderstrepend met
een kleine attentie. Met terecht een verdiend applaus van
de vergadering.
Ben Blomsma huldigt namens iedereen de bestuursleden
voor hun inzet en spreekt de hoop uit dat toekomstige
uitstapjes van de V.O.O.A. voorzien zullen zijn van een
militair tintje.
Rob van der Veen geeft de leiding voor de invulling van
de rest van de avond in de bekwame handen van René de
Vos en haast zich naar het (oefen)slagveld om daar zijn
kennis en kunde te demonstreren.
Viering verjaardag
In het Wachtmeester Kruithof Paviljoen druppelen
rond die tijd al de eerste feestgangers binnen. Al gauw
is de fraai aangeklede ruimte gevuld met een mix
van oudere en jongere aanhangers van ons Wapen
en onder het genot van een goed glas en uitgedeelde
versnaperingen stijgt het reüniegehalte tot de bekende
hoogten. Het Fanfarekorps Bereden Wapens verleidt de
aanwezigen om in de druilerige regen onder leiding van
de Korpsadjudanten hun lijflied aan te heffen en zich
daarbij af te vragen wat er op de heide dreunt en in het
verschiet blinkt. Dit uiteraard in eendrachtige samenzang
met de officieren die een deur verder hun aandeel in de
verjaardag vieren.
kelen te smeren met de
stelt de voorzitter het
Voorzitter
Penningmeester
Secretaris/webmaster
7
Gesterkt door dit muzikale intermezzo maakt men zich
op om de redevoering van de voorzitter aan te horen.
René de Vos neemt, zoals gezegd, de honneurs waar en
heeft deze keer weinig moeite om zich verstaanbaar te
maken.
De waarnemend voorzitter staat stil bij het overlijden
van enkele collegae, Adrie Schoorl en Rick van Ool en de
aanwezigen nemen op zijn verzoek een minuut stilte in
acht.
Hij schetst in het kort de gebeurtenissen in 2013 en
blikt ook in de nabije toekomst: ‘Het jaar 2013 was een
bewogen en onzeker jaar waarin veel in het teken stond
van bezuinigingen en de realisatie van de reorganisatie.
Ieder van u heeft een behoorlijke inspanning geleverd
om de eenheden op niveau te brengen of te houden.
Daar mogen wij zeker trots op zijn. Wij gaan een druk
jaar tegemoet, waarbij hollen wederom een regelmaat
is en geen uitzondering. Professionaliseren en beter
worden staan centraal.’
De verraste Frans van de Knaap, vergezeld door
zijn zonen, neemt een welgemeende serenade ter
gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag in ontvangst.
Korpscommandanten en Wapenoudste zijn inmiddels
gearriveerd en Generaal-majoor Beulen neemt het
woord. Hij memoreert dat een groet gestuurd is aan de
collegae die niet aanwezig kunnen zijn in verband met
uitzending. Uit Turkije heeft de oudste kanonnier hierop
reeds met dank geantwoord.
Vervolgens leest hij het telegram voor met de
traditionele groet aan het Staatshoofd waarin de trouw
en aanhankelijkheid van de officieren en onderofficieren
van de Artillerie tot uiting wordt gebracht en het
antwoord dat daarop is ontvangen.
Hij schildert in het kort de ceremoniële en operationele
taken die door de artilleristen in het afgelopen jaar
met verve ter hand zijn genomen met als een van de
hoogtepunten het bezoek van Koning Willem-Alexander
en Koningin Maxima. Ook de verdiende aandacht die
de veteranen ten deel is gevallen wordt door hem naar
voren gebracht. Een speciaal woord van lof is er voor de
vrijwilligers die zich inzetten om de verzamelingen van
de Korpsen in stand te houden.
Over het jaar dat voor ons ligt: ‘Er zijn tekenen dat
de bodem bereikt is. Als u de politiek volgt dan zijn er
stemmen die zeggen dat er genoeg is bezuinigd bij
Defensie. Er zijn zelfs stemmen die zeggen dat er geld
bij moet. Dat is er nog niet, maar de signalen zijn niet
slecht.’
En over het eigen vakgebied: ‘De plannen op gebied
van vuursteun moeten worden uitgewerkt, evenals de
plannen over de strategische samenwerking met de
Belgen en de Duitsers.’
Als voorbeeld hoe de artillerie naar buiten kan worden
gepromoot noemt de Wapenoudste de recente beëdiging
op de Markt in Nunspeet: ‘De artillerie moet aan de weg
8
blijven timmeren. Wij moeten laten zien wie wij zijn en
wat wij kunnen.’
Voorbeelden
De als beste geslaagde onderofficieren van de diverse
opleidingen en hun begeleiders worden als voorbeeld
gesteld: ‘Zij kenmerken zich door hun professionele
houding, leergierigheid en doorzettingsvermogen. Zij
zullen deze kennis omzetten in de praktijk om leiding te
geven aan de mensen die hen zijn toevertrouwd.’
Beide wachtmeesters ontvangen als blijvend aandenken
de respectievelijke schaalmodellen (PzH2000NL en
Fennek), vergezeld met de ‘vermaning’ dat deze eervolle
vermelding ook de verplichting met zich mee brengt het
huidige niveau te handhaven.
Wmr Wesley Moors van de Lua is zichtbaar verguld met
de onderscheiding: ‘Het is een aansporing om steeds het
beste uit mijzelf te blijven halen. Ik kijk uit naar mijn
uitzending naar Turkije die over enkele weken begint.
Daar kan ik laten zien wat ik waard ben.’
Collega Albert Winter van de Veldartillerie beaamt dat
er nu wel enige druk op hem ligt, maar ook hij denkt
zijn uitverkiezing waar te kunnen maken: ‘Vooral de
samenwerking met mijn stuksbediening biedt mij de
gelegenheid om te laten zien dat ik deze prijs niet voor
niets gekregen heb.’
En verder gaat de ‘reünie’, onderbroken door de
traditionele ‘blauwe hap’, zoals gewoonlijk een van de
hoogtepunten van de avond. Chef Hofmeester John Bos
en zijn team hebben eer van hun werk en oogsten de
gebruikelijke waardering. Ook een woord van lof voor
de overige mess medewerkers die onverdroten doorgaan
met het vullen van de glazen. Totdat de ‘taptoe’ om 22.30
uur ook aan hun nijverheid een einde maakt en de viering
van de verjaardag van de Artillerie een waardig slot krijgt.
Foto’s: Derk de Vries
VuursteunCommando opent nieuwe schietbaan
Geavanceerd en creatief
Woensdag 22 januari heeft het Artillerie Schietkamp
(ASK) op de Legerplaats bij Oldebroek (LbO) een nieuwe
schietbaan in gebruik genomen: de Gevechtsschietbaan
Kamperbaan. Deze nieuwe aanwinst biedt het ASK
de mogelijkheid de schietopleiding voor geweer,
mitrailleur en granaatwerper voor militaire eenheden in
een realistische setting te organiseren.
Gevechtsschieten is een oefening in techniek, tactiek,
vuurleiding, leiderschap maar vooral ook in vertrouwen
in elkaars vakmanschap. Nederland staat internationaal
hoog aangeschreven door de realistische manier
waarop wij vormgeven aan onze schiettraining. Zelfs
grote partners als de Verenigde Staten kijken daar met
enige jaloezie naar. De Kamperbaan is een prachtige
uitbreiding op de mogelijkheden voor dit soort training.
De opening van de nieuwe schietbaan werd gecombineerd
met een demonstratie van haar mogelijkheden. Naast
toekomstige gebruikers in de vorm van militaire eenheden
waren ook civiele partijen uitgenodigd die gebruik gaan
maken van de nieuwe schietbaan zoals eenheden van
Justitie. Militaire hoogwaardigheidsbekleders zoals de
Commandant Landstrijdkrachten en civiele genodigden
zoals bestuurders van de omringende gemeenten
behoorden eveneens tot de genodigden.
De gesimuleerde doelen op de schietbaan kunnen
op verschillende posities op de schietbaan worden
opgesteld en zo worden aangepast aan verschillende
scenario’s. Deze doelen zijn op afstand bedienbaar.
De gevechtsschietbaan Kamperbaan is de enige
schietbaan in Nederland waar op dit niveau kan
worden geoefend en getest. Tot nu toe moesten dit
soort trainingen in het buitenland worden gehouden,
met de hoge kosten die daar aan verbonden zijn.
Tekst: Kolonel Baartman
Foto’s: Mark Mulder
9
VuursteunCommando-adjudant en Korpsadjudant Veldartillerie
Door Wim Speth
Marcel Brockötter heeft de moeite genomen om zijn
dienstbolide richting Wilsum in de BRD te sturen waar
schrijver dezes sinds anderhalf jaar is neergestreken.
Doel is de lezers van Artilia middels een interview nader
kennis te laten maken met de man die bovengenoemde
twee functies sinds 19 november 2012 in zich verenigt.
Uiteraard duurt het even voordat men kan overgaan tot
het vraag- en antwoordspel, want waar twee artilleristen
op elkaar treffen vinden eerst inleidende beschietingen
plaats in de vorm van het ophalen van herinneringen en
het opfrissen van anekdotes.
Langzaam inschietend komen wij dan toch richting
de vragen omtrent de invulling van de taken van de
stafadjudant die gezien kan worden als de ‘senior’ onder
zijn collegae onderofficieren van de betreffende eenheid.
Marcel Brockötter legt uit dat zijn taak veelal een
ceremonieel karakter heeft. “Ik beschouw mij als
de vertegenwoordiger van Vuursteuncommando en
Korps Veldartillerie bij activiteiten zoals bijvoorbeeld
Dodenherdenkingen,
passing-out,
en
andere
gelegenheden.”
Daar waar het Standaard is, is de Korpsadjudant en dus
is adjudant Brockötter ook de aangewezen man om bij
beëdigingen het Standaard te dragen en had hij ook
de eer deze taak te mogen uitvoeren tijdens de dit jaar
gehouden Vaandelgroet voor de Koning.
Daarnaast vindt hij dat hij het aanspreekpunt voor de
veldartilleristen is. Niet alleen voor de militairen die
dienen bij het Vuursteuncommando, maar zeker ook
voor alle collegae die op andere plaatsen binnen de
Krijgsmacht hun artillerietaak uitvoeren. Het begeleiden
van jonge officieren op hun weg naar en binnen de
veldartillerie ziet hij eveneens als een onderdeel van zijn
functie. “Ik wil mij vooral collegiaal opstellen. Bij mij
is de drempel laag en iedereen kan binnenkomen. Ik
probeer voor alle problemen open te staan en daar waar
mogelijk een oplossing te zoeken.”
Uitgezonden militairen en hun gezinnen krijgen
eveneens de aandacht die zij verdienen. Niet alleen
worden de betrokken militairen ‘uitgezwaaid’ en bij
thuiskomst weer welkom geheten, maar wanneer daar
behoefte aan is kan het thuisfront een beroep op hem
doen.
10
Zorgen en lichtpuntjes
Alhoewel de artilleristen, net als alle militairen van de
Krijgsmacht op dit ogenblik niet de meest florissante
tijd doormaken ziet Brockötter toch lichtpuntjes:
“Men begint te wennen aan de situatie na de laatste
reorganisatie. Mensen groeien langzaam in hun nieuwe
rol en men komt tot rust. Ondanks dat enkele collegae
onvrijwillig afscheid van de organisatie moesten nemen
lijkt het er op dat de meesten een nieuwe functie binnen
Defensie kunnen krijgen.”
Zorgen blijven er natuurlijk wel: “Alles zit potdicht. Op
papier zijn alle functies bezet en er is geen of nauwelijks
doorgroei. Het baart mij zorgen dat je de mensen geen
stip op de horizon kunt geven.”
Jammer vindt hij het dat jonge onderofficieren zijns
inziens teveel tijd moeten besteden aan zaken die niet
direct te maken hebben met hun functie: “Het worden
steeds meer managers. Zij zijn meer bezig met het
bevredigen van systemen dan met het daadwerkelijk
uitvoeren van werkzaamheden. Dat is nu eenmaal van
deze tijd.”
De Korpsadjudant heeft nog wel een oproep aan de
veldartilleristen: “Het in stand houden van de Korpsgeest
staat onder druk. Net zoals in de maatschappij groeit men
uit elkaar en neemt men niet meer de tijd om elkaar op
te zoeken.” Een voorbeeld: “Als je nu een declaratie moet
indienen gaat dat via de computer. In vroegere tijden was
je gedwongen diverse collegae op te zoeken om gegevens
en handtekeningen te verzamelen en zodoende had je
meer contact met elkaar.”
Vooruitziend naar het einde van zijn actieve loopbaan:
“Dat duurt nog enkele jaren. Ik ben daar nog niet mee
bezig. Waarschijnlijk kies ik voor een lekker warm land,
als bijvoorbeeld Spanje. Het lijkt mij een uitdaging om
daar samen met vrienden een ‘bouwval’ op te knappen
en daar ook te gaan wonen. Knutselen is een van mijn
hobby’s. Daarnaast trekt het begeleiden van ruiters bij
buitenritten mij ook wel aan. Ik zie wel wat het wordt.
Het ligt nog ver weg.”
Naam:
Leeftijd:
Getrouwd met:
Kinderen:
Hobby’s:
In dienst sinds:
Marcel Brockötter
53 jaar
Rie-Anne
Jeroen en Rik
Paardrijden, ATB’en, tennis, klussen
8 januari 1979
Plaatsingen:
opleidingen op KMS – ASS
11 AfdRA
stuco AMX
11 AfdRA
Btwmr M-109
Art School Breda
instr VBD
ASK
veiligheids-onderofficier
11 AfdRA
Schoolset (waarnemend owi vbdn)
Schoolbat Divtrpn OPC
11 AfdRA
owi vbdn
11 AfdRA
OPC vmdpel M-109
11 AfdRA
Stoo OPZ (en beheerder manege)
103 ISTARbat
Eskadj MI&St esk
KMS
PC instrpel
14 AfdVA
Afdadj
VustCo
VustCo adj
Uitzendingen:
KFOR-1, EUFOR-3
11
11
Gouden medaille voor Aooi Klein Middelink
Op 28 november 2013 is aan Aooi Jos Klein Middelink de
gouden medaille, voor 36 jaar langdurige, eerlijke en trouwe
dienst, uitgereikt.
Jos kreeg, in het bij zijn van zijn vrouw Jennij, dochter en
kleindochter en enkele genodigden, de medaille opgespeld
door Lkol M.P. (Marcel) Buis. Na de ceremonie was er gelegenheid om de jubilaris te feliciteren. Na de receptie is er
verplaatst naar het KEK gebouw alwaar werd genoten van een
uitgebreide lunch.
Medio 2014 zal Jos met FLO gaan.
Bronzen medaille voor wmr1 Van Ginkel
Op dinsdag 12 november 2013 werd ten overstaan van zijn vrouw en kinderen,
personeel van de vuursteunschool en militaire genodigden, de medaille voor
12 jaar trouwe en eerlijke dienst uitgereikt aan de wachtmeester Gertjan van
Ginkel. Nadat de eenheid aan de commandant van de vuursteunschool, de
Lkol Deloo, was gemeld werd overgegaan tot de ceremonie waarbij de beschikking werd voorgelezen en de medaille opgespeld. Vervolgens verplaatste een ieder zich naar de Wachtmeester Kruithof kantine voor een informeel
samenzijn. Zoals blijkt uit zijn staat van dienst heeft Gertjan al een gevarieerde loopbaan doorlopen. Begonnen als manschap bij de cavalerie, maakte
hij na vijf jaar de overstap naar het onderofficierskorps en de artillerie. Hij
heeft als onderofficier de afgelopen jaren zowel de achterkant als de voorkant
van de kogelbaan gezien, vervult op dit moment een instructeursfunctie en is
tweemaal op uitzending geweest. Hieronder een overzicht;
Functies
10-2001 t/m 05-2006
05-2006 t/m 04-2007
04-2007 t/m 12-2008
01-2009 t/m 12-2012
01-2013 tot heden
101 Tkbat / B-esk
KMS en VTO Art
14 Afdva / C en Abt
44 Painfbat / A-cie
Vustco / Vustschool
Chauffeur YPR Waarnemer
OO Opleiding
Stuco PzH
Waarnemer Art/mrn
Instructeur FST/FO
Seedorf
’t Harde
Havelte
‘t Harde
41 schoolcie
KMS C-cie
Kpl hulpinstructeur
Wmr steuninstructeur
Seedorf
Weert
SFOR 15
TFU III
Chauffeur YPR / MB
Gpscdt stafwachtpeloton
Bosnie
Afghanistan
Detacheringen
01-2006 t/m 05-2006
04-2008 t/m 07-2008
Uitzendingen
10-2003 t/m 04-2004
11-2007 t/m 02-2008
Schooladjudant Vuursteunschool
Aooi L.A. Sinke
12
Commando overdracht Stafbatterij VustCo
Op 19 februari jongstleden heeft de Kapitein Arno
Mulders het commando van de stafbatterij over gedragen
aan de kapitein Joris Nogarede.
De ceremonie startte 13:00 uur en de beide kapiteins
namen het appél in op de appelplaats nabij het museum
der Rijdende Artillerie.
De kapitein Mulders kwam in zijn speech op de afgelopen
periode van zijn commando over de Stafbatterij. Met name
de reorganisatie van de stafbatterij van 180 militairen
naar 37 militairen, 3 burgers en 10 brandweermannen
werden in zijn speech genoemd.
Nogarede. Na het appél werd Mulders te paard afgevoerd
naar de bar alwaar de receptie kon gaan beginnen.
De roerige tijd met verhuizingen, mensen bij DCHR
geplaatst, mensen naar andere functies, andere
eenheden de afgelopen reorganisatie en de komende
reorganisatie.
Daarna nam zoals gewoonlijk de nieuwe commandant
Joris Nogarede het woord. Hij heeft er zin in om
commandant te zijn in deze diverse eenheid als dat
de Stafbatterij is. Met de overdracht van het nieuwe
vaandel van de stafbatterij, werd het commando over
de stafbatterij officieel overgedragen aan de Kapitein
Tijdens de receptie werd door de Lkol Roelen een
sabel overhandigd met de woorden “L’Honneur et la
Franchise” (de eer en de oprechtheid).In de periode van
zijn commandant schap ontving de kapitein Mulders
afgelopen KRA korpsdiner al de zilveren pelsknoop van
het Korps voor al zijn inspanningen voor het Korps zoals
bv. in het erecouloir tijdens de adaptatie van de Koning,
commandant bereden standaard groet tbv 200 jaar
Koninklijke Landmacht en het bijna optreden in gouden
dolman in de Wereld draait door.
De stafbatterij bedankt hierbij ook de kapitein Mulders
voor de afgelopen periode en wensen hem veel succes bij
zijn volgende functie als case coördinator bij P&O.
We wensen de kapitein Nogarede veel succes in
zijn nieuwe functie als batterijcommandant van de
Stafbatterij van het Vuursteuncommando.
Btowi Lindeboom (stafbatterij)
Foto’s: Kees Leussink
13
De palenbak
Maandag 1 december zijn wij begonnen met een dagprogramma bij de palenbak op de Erfprinskazerne in Den
Helder. De palenbak is een bak met water van 20 bij 20
waar in elke hoek een steiger staat. ‘s Ochtends is begonnen met een korte uitleg over wat we die dag gaan doen
en zijn aansluitend gestart met de eerste LTV opdrachten.
De opdrachten verschilden van een ponton brug, een
catcrawl of vanaf twee steigers met behulp van buizen,
balken en stammen naar de overkant te gaan. Hierna
werd de opdracht door de instructeurs geëevalueerd.
Het doel van deze dag was het leidinggeven onder onbekende omstandigheden en daarna evalueren con-
form het Freyelandmodel. Veel van ons waren dan ook
onbekend met de palenbak. Hierdoor merkte je al snel
dat voor de opdrachten o.a. leidinggeven en aansturing
bepaalde punten behaald moesten worden. Hierna kwamen we er tijdens de evaluatie al snel en gemakkelijk
achter, aan de hand van het model “in te sluiten” , wat de
reden was waarom de punten wel of niet behaald waren.
Feedback van deze dag: De palenbak werd over het algemeen als een leuke dag gezien. Invulling van de dag was
vooraf onbekend. Jammer was dat niet iedereen zich als
leider heeft kunnen laten zien. Aan de andere kant vinden ze wel dat ze veel leerwinst hebben kunnen oppakken b.v. door de “commandantenbeurt” van anderen.
Een leuke dag en een dag waarin je lekker bezig was. Een
mooie kans om jezelf als leider te laten zien. Het was een
interessante dag met een goede feedback van het kader. .
14
De Bever
De bever in Den helder is een soort zeecontainer tussen twee armen. De zeecontainer ziet er van binnen het
zelfde uit als een marineschip. Hierin kunnen ze verschillende lekkage’s simuleren waar bij elke lekkage een verschillende manier van stutten en schoren komt kijken.
We begonnen deze dag met een les over hoe het stutten
en schoren werkt, wat voor materiaal je hebt en waarvoor het wordt gebruikt. Aansluitend zijn we de bever in
gegaan en hebben ze ons de binnenzijde laten zien. Na
de rondleiding door de bever zijn we begonnen met een
“dry run” het stutten en schoren uitvoeren in de praktijk
alleen zonder dat het water naar binnen komt stromen.
Na het oefenen hebben we besproken hoe het is gegaan
en zijn we gaan lunchen. Na de lunch teruggekomen bij
de bever hebben we ons omgekleed en zijn we naar binnen gegaan. Eenmaal binnen aangekomen werd er een
commandant aangewezen en ging de opdracht van start.
Het stutten en schoren terwijl het water echt naar binnen komt zetten. Aansluitend zijn we die avond terug
verplaatst naar de Legerplaats bij Oldebroek.
Feedback van deze dag: De bever werd als een zeer positieve activiteit ervaren. Een aantal aspiranten vonden
het jammer geen beurt als commandant te krijgen om
hun leerwinst als leider te trainen. Daarentegen kon je
wel heel goed zien en ervaren wat de commandant deed
en hoe dat effect had op de groep in een onbekende situatie. Een leuke ervaring en goed om te doen. Het omgaan
met beperkte informatie op een onbekende locatie was
een situatie waarin de leerling sinds Weert niet meer was
gebracht. Dit mag naar mening van het kader wat vaker
worden ingebracht.
Bevorderd
Opperwachtmeester.
S.M.P. Houben (Luart)
S.A. Laveist
G.H. Klop (Luart)
Wachtmeester der eerste klasse
J. Breuijnderink (Luart)
G. Jamin( Luart)
V. Nunes Pires
Deze twee dagen Leiderschap en Vorming zijn voor ons
als groep goed bevallen, wel hadden we het op en ander moment in de opleiding willen zien. Verder hadden
graag van te voren wat meer informatie gehad, maar aan
het einde van deze dagen kunnen we wel zeggen dat we
er weer wijzer van zijn geworden en onze “toolbox” met
extra tools hebben kunnen vullen. Ook al zagen mensen
er een beetje tegenop uiteindelijk bleek het toch nog
leuk te zijn om te doen, zijn we weer lekker bezig geweest
en hebben ons weer kunnen verbeteren en bestendigen.
Door deze dagen heeft iedereen weer een leermoment
gehad, is het niet van je eigen commandanten beurt dan
wel van die van een ander. Kortom, twee interessante dagen waarbij we weer veel hebben geleerd en op de juiste
weg zijn naar ons doel: Onderofficier worden bij de Artillerie.
B.H.P.A. Sleutjes
R.A. van Waardenburg (luart)
Dienstverlaters
Wachtmeester der eerste klasse
D.J.L. Bousche
J.R. Claassen (Luart)
Wmrt Mulder
VTO KMS Artillerie
B.M. de Jong
Wachtmeester
M.J. Baerends (Luart)
15
© Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad.
Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt
uitdrukkelijk voorbehouden. Dinsdag, 07 januari 2014
UITGELICHT
door Ron Buitenhuis; foto Maartje van Berkel
Op de slagvelden in Kosovo en in Afghanistan, maar ook in eigen
huis, zag hij de vele gezichten van de dood. Afgelopen zomer, net
voordat hij met leeftijdsontslag (flo) ging, overleed zijn vrouw
Marijke (55). Luitenant-generaal b.d. Ton van Loon (57) uit
Nederweert over de emoties van een commandant.
„Dan moest ik een brief schrijven aan de vrouw van een gesneuvelde Amerikaanse militair, die net drie weken eerder vader was geworden.”
voor moslims. Anderzijds heb ik afgelopen zomer, net voordat ik met leeftijdsontslag ging,
door kanker op 55-jarige leeftijd afscheid moeten nemen van mijn vrouw Marijke. Liefde en
afscheid zijn zo’n beetje de sterkste emoties die
een mens kent. Afscheid móet ook pijn doen.
Als het dat niet doet, dan heeft het ook niks
voorgesteld. Emotioneel is deze periode onbeschrijfelijk zwaar voor mij en mijn twee kinderen, maar je moet in het leven soms dingen accepteren. Je weet - ook als militair - dat je niet
elke strijd kunt winnen. Wat op mij en mijn
kinderen diepe indruk heeft gemaakt, was de
betrokkenheid van de verplegers en verpleegsters van het Sint Jans Gasthuis in Weert.
Ik ben met 57 jaar met flo gegaan. Ondanks alle
regelingen en decoraties, toch met tegenzin. Het
is in feite van de gekke dat defensie mensen
waarin ze zo veel hebben geïnvesteerd qua opleiding en ervaring, laat vertrekken. Ik ben echter niet in een zwart gat gevallen, ofschoon ik
weinig echte hobby’s heb. Ja, ik doe nog wat
met paarden en ik lees veel. Mijn werk was altijd mijn grote passie, maar het heeft ook offers
gekost. Ook als generaal krijg je niets voor niks.
We zijn als gezin in 1995 teruggekeerd naar de
regio Weert. Je kunt nog zo’n wereldburger
zijn, hier liggen mijn roots. Hier voelt het veilig.
Maar daardoor heb ik wel bijna 20 jaar een
weekendhuwelijk gehad. Ging mijn vrouw op
zondagavond om 23.00 naar bed, dan reed ik
voor de rest van de week terug naar Havelte,
Heidelberg of Münster. Nou vond ik dat reizen
op zich geen straf. Doordeweeks had ik meestal
een auto met chauffeur, maar in het weekend
kon ik eindelijk zelf flink gas geven op de Duitse autobanen. Héérlijk, ik hou nog steeds van
hard rijden.
Ook nu zit ik nu niet stil. Ik heb gelukkig nog
adviseursfuncties en mag lezingen geven over
onder meer leiderschapsstrategieën aan jonge
generaals bij Defensie, maar ook aan het internationale bedrijfsleven, de politiek of grote
(non-profit) organisaties. Ik geloof heilig in de
3D’s: defense, diplomacy and development; verdedigen, overleggen en opbouwen. Je kunt als legermacht makkelijk een Afghaans dorp ‘schoonvegen’ van de taliban, maar vervolgens moeten
andere organisaties klaarstaan om het gemeentelijke apparaat, de politiemacht en het onderwijs
op te bouwen, want anders heb je per saldo
niks bereikt. En je moet blijven praten, en daar
zijn wij Nederlanders met onze compromisgerichte poldercultuur de absolute wereldtop in.”
Afscheid moet
pijn doen
G
Generaals huilen niet, toch? Vergeet het maar,
ook generaals huilen wel eens. Daarom wilde
ik, toen ik commandant werd van een internationale troepenmacht in Afghanistan, per se
een katholieke aalmoezenier mee hebben. Ik
heb er negen maanden gezeten en heb tientallen militairen zien sneuvelen. Ik ben best wel rationeel, een analist, maar evenzeer een mens
met emoties en religieuze overtuigingen. Je
hebt als leider, als commandant geleerd volgens
militaire processen te handelen, maar dat werkt
niet altijd. Dan moest ik een brief schrijven aan
de vrouw van een gesneuvelde Amerikaanse militair, die net drie weken eerder vader was geworden. Daar lig ik dan ’s nachts wakker van.
Dat los je niet op langs protocollen. Althans ik
niet.
Toch was ik als commandant geen gemakkelijke. Ik kon hard zijn. Ik ben wel eens met Jan
Timmer vergeleken, maar dan niet van Philips,
maar van Afghanistan. Het gaat niet om het individu, het gaat om het collectief. Je hebt een
missie en dat doel wil je bereiken. Dan moet je
als leider bovenal eerlijk zijn. Met zachte heelmeesters win je geen oorlog. Je hoeft niet per se
‘aardig gevonden te worden’ door je manschappen. Maar je moet ook niet machtig doen omdat je nu eenmaal sterren op je schouder hebt.
IJdele generaals zijn levensgevaarlijk.
De buitenwacht vergelijkt een generaal vaak
met een ceo van een groot bedrijf, met dat verschil dat wij beslissingen nemen die over leven
en dood kunnen gaan. Frappant genoeg kan
het lijfsbehoud van anderen stressvoller zijn
dan je eigen hachje. Ik heb een keer een raketaanval overleefd. Dat geeft heel even een enorme stress. Maar een van mijn patrouilles had
een keer een talibanleider in het vizier die talloze bermbommen had geplaatst. Hij zat echter
in de buurt van dertig spelende kinderen. Wat
doe je dan? Geef je opdracht tot eliminatie, of
niet? Of als een patrouille van jou vier of vijf
uur in een vuurgevecht zit met de taliban en je
krijgt alles mee via radiocontact, dan giert de
adrenaline door je lijf. Je hebt toch de eindverantwoording dat men weer heelhuids thuiskomt. Dat lukt niet altijd en dat vreet soms aan
je.
Ik heb in mijn leven veel gezichten van de dood
gezien. In Kosovo (1999) zagen we honderden
lijken, soms letterlijk afgeslacht. Ik heb onthoofde babylijkjes gezien en we vonden een massagraf waar de lijken waren bedekt met dode varkens. Je begrijpt wat dat symbolisch betekent
16
Weekje Texel
Maandag 20 januari, 4 uur in de ochtend.
Op de Luitenant Tonnetkazerne is er op dit ongewoon
vroege tijdstip al activiteit.
De C- batterij maakt zich klaar voor een week Texel om
daar door het Surface Assault and Training Group van het
Korps Mariniers, onderwezen te worden in Amfibische
Drills. Doel: deel te kunnen nemen aan de oefening Cold
Response in Noorwegen enkele weken later.
Na een verplaatsing van ongeveer 2 uur in de bus, wisten
wij de vele burgers die gebruik maakten van de Teso, te
verassen met onze aanwezigheid. Het komt niet veel voor
dat er een Batterij van de Artillerie (met kwartiermuts)
gebruik maakt van de Veerdienst naar Texel.
Na de oversteek en korte verplaatsing naar de Joost
Dourleinkazerne aan de andere kant van de Mokbaai,
was het tijd voor het opbouwen van ons kampement:
8 boogtenten inclusief toebehoren. Later werden we
rondgeleid door de Kpl der Mariniers.
We waren er al snel achter dat de Joost Dourleinkazerne
niet groot is, maar dat mocht de pret niet drukken.
De volgende voorlichtingen die dag gingen over veiligheid
in en op het water zoals: hoe werkt een reddingsvest en
wat heb je bij je als je het water op gaat.
Dag 2 was voor de meesten toch het meest enerverend.
In de middag kwam namelijk de klapper op de vuurpijl:
de kapseisdrill. Na de Mokbaai heen en weer gepeddeld
te hebben, werd in de Haven de kapseis drill uitgevoerd.
Vanwege het koude zeewater, werd dit door sommige
leden van onze batterij als minder prettig ervaren.
Gelukkig kon men, nadat de boot op het droge was
gebracht, doorsperen naar de warme douche om daar
het gevoel in het lichaam terug te laten komen.
Op Donderdag werd het kamp afgebroken en verplaatste
de batterij zich met de 4 tonner en de LCU naar de Zr.Ms.
Rotterdam.
Als afsluiter was het diner… of toch lunch, gezien het
warme eten dat al in de middag genuttigd was.
Afijn, we konden die dag in ieder geval vroeg gaan slapen.
De meesten van ons waren die ochtend al erg vroeg uit
de veren.
De volgende dagen stonden in het teken van verplaatsen
en procedures met verschillende vaartuigen: van de LCR
(Landing Craft Rubber), LCRM (Landing Craft Rubber
Motorised), LCVP (Landing Craft Vehicle and Personel)
tot de LCU (Landing Craft Utility).
Voorts was de amfibische cross met de LCR’s, waarbij er
een redelijk strakke tijd werd vastgelegd en het varen met
de nieuwe FRISC en het overstappen van LCVP naar LCRM
en terug.
Nadat de 4 tonner was af gezet, werd al het personeel in
de buik van het ”beest” gevaren.
Aan boord van de Rotterdam werden de procedures voor
een amfibische landing onderwezen en beoefend, met
als afsluiter de landing op Texel, de mars van 15 km en de
terugverplaatsing naar de Rotterdam.
Wmr G. Domburg
17
In memoriam Adrie Schoorl
Adrianus Johannes Jozef Schoorl : Geboren 9 oktober 1964 in Hoofddorp. Zijn moeder is Jans Baltus en zijn vader was Toon Schoorl. Samen met z’n 2 broers en 3 zusters is Adrie als de benjamin in het
gezin, opgegroeid in de Haarlemmermeer. Zijn ouders hadden daar
een boerenbedrijf. Elke morgen zwaaide Adrie vanuit de box naar
de chauffeur van de melkwagen. Als 9 maanden oude baby, was hij
echter al niet meer te houden en klom hij uit de box, op weg naar
avontuur. Als hij als kind iets ondeugends had uitgehaald en tot de orde geroepen moest worden, vluchtte hij meestal naar buiten en ging dan midden in een grote plas staan. Op die manier, kon je niet bij hem komen, zonder er
natte of baggerschoenen aan over te houden! Sinds de kleuter- en basisschoolperiode was Adrie bevriend met Ton
en André. Samen hebben ze altijd veel lol gehad. Na z’n schoolperiode wist hij in eerste instantie nog niet goed waar
zijn toekomst zou liggen. Via z’n militaire dienstperiode wist hij het: hij wilde absoluut beroepsmilitair worden!
En dat gebeurde ook. Hij vervulde zijn taken bij Defensie vol overgave en was zeer gedreven. Zo kreeg hij als OpperWachtmeester op 4 maart 2010 van het Ministerie van Defensie de Zilveren Medaille uitgereikt voor: “24 jaar Eerlijke
en Trouwe Dienst”. Tijdens zijn militaire carrière heeft hij talloze interne certificaten en diploma’s behaald. Zo was
hij o.a. ook instructeur op een Leopard-2 tank. Eenmaal weer thuis na een stevige oefening of bivak met zijn kameraden, vertelde hij vol humor en enthousiasme, z’n familie de anekdotes die hij in de achterliggende periode had
meegemaakt. Ook privé hield hij wel van een geintje. Toen hij een paar jaar geleden hoorde van een drankcontrole
aan de Zeeweg in Castricum, zei hij tegen zijn broer Jan en neef Erik: “kom stap in; hier hebben jullie alle twee een
blikje bier” en met zijn Cabrio reed hijzelf –broodnuchter- , diverse keren langs de politiecontrole, net zo lang totdat hij aangehouden werd!
Adrie genoot op zijn manier van het leven; bepaalde altijd zelf wanneer hij kwam en wanneer hij weer vertrok.
Opvallend was zijn geweldige geheugen: tot in het kleinste detail, wist hij herinneringen van meer dan 20 jaar
geleden te omschrijven. Ook muzikaal was hij bijzonder goed op de hoogte. Zodra hij de klanken of intro van een
nummer hoorde, wist hij ogenblikkelijk de titel en de uitvoerende artiest op te noemen.
Zijn vrienden noemden hem “Drie”. Altijd veel lol. Van dag 1 tot het einde “De animator”. Wist op de saaiste momenten er iets leuks van te maken. Hekel aan klagen en liet dat dan merken als iemand dat deed. Dan zei hij dat er
niets te klagen valt en wees je op de positieve dingen.
Zijn broederliefde stak hij ook niet onder stoelen of banken. In de tijd dat zijn broer Antoon zo ziek was, heeft hij
hem gedurende een flinke periode in 2 opeenvolgende jaren in Canada geholpen. Ook mij heeft hij in Oud Ade diverse malen bijgestaan met kleine en grotere klussen. Dan voel je dat er weinig gezegd hoeft te worden, om elkaar
goed te helpen. Tijdens het laatste “familie-feest”, was hij getuige van ons huwelijk. Nooit eerder heb ik van Adrie
zoveel complimenten mogen ontvangen! Zijn taak, om ook mij door een moeilijke periode heen te helpen, was
daarmee volbracht! (Mission Accomplished)
Een echte “ruwe bolster - blanke pit”, met het hart op de juiste plaats!
Hij heeft diverse korte relaties gehad maar is uiteindelijk niet tegen “de ware” aangelopen. Maar er was wel één
vrouw in zijn leven, waar hij altijd gek op is gebleven: en dat was z’n Moeder! Als het even kon, zocht hij haar op in
Verpleeghuis Meerstate, waar zij al ruim zes jaar verblijft. Hij heeft haar wel eens verteld, dat hij eigenlijk op zoek
was naar een vrouw zoals zij!
Toen hij ruim een jaar geleden geconfronteerd werd met een grote bezuinigingsronde binnen defensie, vreesde hij
18
al voor het ergste. Zijn hele eenheid moest verdwijnen. Hoewel hij het liefst een passende functie binnen Defensie
had gevonden, is hij het afgelopen jaar al flink op zoek geweest naar een nieuwe carrière in de burgermaatschappij.
Door de huidige crisis bleek dit vrijwel een kansloze missie. De afgelopen periode heeft hij daarom een alternatieve
oplossing gezocht en gevonden. Zo hielp hij neef Peter op de boerderij met allerlei uiteenlopende werkzaamheden.
Hij had daar plezier in en was ook gek op Peter’s hond Kikky, die hij regelmatig meenam naar zijn eigen huis. Zo
kwam uiteindelijk toch de cirkel weer rond met wat hij, van zijn ouders, vroeger op de boerderij had meegekregen.
De ontsteltenis was groot, toen wij vorige week maandag bericht kregen, dat Adrie een verschrikkelijk ongeluk was
overkomen. Het medisch team van het VU in Amsterdam, kon ons vrijwel direct al weinig hoop op enig herstel
geven. Dinsdag 07 januari 2014, is hij ’s-middags om half 4 overleden. Adrie bleek een donorcodicil te hebben. Zijn
hart tikt op dit moment in een ander lichaam! Zo heeft hij niet alleen tijdens zijn leven maar ook zelfs NA zijn dood,
andere mensen geweldig geholpen!
Rust zacht Lieve Adrie………
Samen met Adrie heb ik een aantal jaren mogen samenwerken, ik neem u mee naar Duitsland, naar de periode net
voor en na het vallen van de ‘’muur’’.Als nieuwe, ‘’verse’’, wachtmeester werd ik geplaats in Seedorf, een plaatsje
tussen Bremen en Hamburg alwaar Nederlandse troepen werkten. Bekomen van alle indrukken en inmiddels, dacht
ik, de weg kennende, kwam daar een nieuwe collega binnen waar niet mee te spotten viel. Hij was weliswaar net op
functie maar had al veel meer ervaring als de meeste van ons. Adrie.
Adrie had immers al een paar jaartjes in Duitsland gewerkt, in Bergen, op een tank. Dat was het echte werk volgens
Adrie, een machtig apparaat zo’n tank, hij kon het weten hij was immers bestuurder!Maar om carrière te kunnen
maken heeft hij keuzes moeten maken. Adrie, je schudde bij onze eenheid de boel flink op, je was altijd goed voor
een paar rake opmerkingen en je liep voorop als het ging om ervoor te zorgen dat de toenmalige dienstplichtigen
‘’afzien’’ (zo noemen ze bij de landmacht het moment dat je lichamelijk en geestelijk er helemaal doorheen zit). Dit
afzien was natuurlijk heel belangrijk, hier hadden onze jongens natuurlijk wel recht op. Nou, Adrie beheerste dat
spelletje tot in de puntjes.
Gezelligheid vond je heel belangrijk, zowel op de kazerne als buiten de kazerne. Jouw aanstekelijke lach was tot ver
te horen. Geen horecagelegenheid die je niet kende in de weide omgeving van de kazerne Seedorf, jouw directe collega’s moesten natuurlijk wel mee, want dat maakte het wel zo leuk. Het heeft ons vele uren slaap gekost...
Ondanks weinig tot geen nachtrust stond je er s’ morgens wel altijd, niet stuk te krijgen. Wij daarentegen...
In Duitsland had je ook altijd wel behoefte aan een eigen stekkie, de meeste van je collega’s sliepen op de kazerne, jij
niet. Je had een mooie, uitgebouwde, blokhut op een camping. Vele jaren heb je daar mensen over de vloer gehad.
Dat was je, een mensenmens. Ook deed je graag praten over vroeger en je familie, je bezoek aan Canada. Je vond het
prachtig. Je was trots op je afkomst, een echte Hollander. Je ging ook steeds groter rijden, de Golf werd een Mercedes
en die werd weer een dikke BMW. Wat hetzelfde bleef was de sigarenlucht en sigarenstompjes.
Je was wars van alle formaliteiten, die je nou eenmaal wel hebt binnen een leger. Al dat bureauwerk vond je maar
niets.Schieten, veel schieten, en sporten met de mannen, dat was je ding, Soms verliezen militairen dat wel eens uit
het oog.
Adrie, je stond op het punt om na je militaire periode een doorstart te maken, werkzaamheden op te pakken die
normale burgers doen, het was je vast gelukt en het was ook vast iets met veel mensen om je heen. Maar, zo’n
stomme trap, we weten de afloop. Onze herinneringen neemt niemand ons af, het doet pijn om afscheid te moeten
nemen van Adrie, veel te jong niet meer tussen ons.
Ed Curvers
19
Cyber tactiek en techniek
TEKST: Rudi Gouweleeuw, TNO Military Operations
Cyber fires?
De Nederlandse krijgsmacht heeft in 2012 een Cyber
Strategie(1) opgesteld. In deze strategie wordt de
ambitie uitgesproken om de komende jaren de
digitale weerbaarheid te versterken en het vermogen
te ontwikkelen om offensieve cyberoperaties uit te
voeren met als doel de inzetbaarheid van de krijgsmacht
te waarborgen en haar effectiviteit te verhogen. Met
een dergelijk cybervermogen heeft een
commandant een nieuwe effectenbrenger
ter beschikking. Maar hoe zet je zo’n digitaal
vermogen, in samenhang met andere
vermogens, in?
het gebouw zijn over de 3 etages 16 videocamera’s
geplaatst die een overzicht geven van de verschillende
ruimtes in het gebouw. Er zijn 25 deuren uitgerust met
een sensor (open/dicht) en deze deuren kunnen op
afstand geopend en gesloten worden. De deursensoren
laten een alarm afgaan als ze ongeautoriseerd
worden geopend. De camerabeelden, sensoren en
deuren kunnen worden gemonitord en aangestuurd
vanuit de gevangeniscentrale op de begane grond.
Tenslotte is er een intercom in het gebouw aanwezig.
Tijdens het experiment Bold Quest 13.2 is
afgelopen september een proef gedaan
om een aanvalsactie van een compagnie te
ondersteunen met cybercapaciteiten, waarbij
cyber werd beschouwd als een speciaal ‘vuur’,
conform de reguliere vuursteunprocedures
en organisatielijnen. Welke observaties
zijn gedaan en welke lessen kunnen daaruit
worden geleerd?
Het gevangenisgebouw in MUTC
Bold Quest
Bold Quest is een experimentenreeks waarin de nadruk
ligt op het testen van concepten, middelen en procedures
op het gebied van Grond-Lucht samenwerking en Combat
Identification. Nederland neemt aan deze experimenten
al enkele jaren deel met vertegenwoordigers van Defensie,
TNO en NLR. Dit jaar vond het evenement plaats in
Muscatatuck Urban Training Center (MUTC) in Indiana,
USA. Er werd ook geëxperimenteerd met het integreren
en synchroniseren van offensieve cybereffecten in de
planning en uitvoering op tactisch niveau. TNO voert
voor Defensie een cyber onderzoeksprogramma uit en in
dat kader heeft de schrijver van dit artikel dit experiment
bijgewoond.
Opzet van het cyberexperiment
In Muscatatuck Urban Training Centre staat als één van de
ca 100 objecten een gevangenis. Het gevangenisgebouw
heeft een kelder en twee verdiepingen en is omringd
door een hekwerk. Op elk van de 4 hoeken van het
hek staat een videocamera zodat de directe omgeving
van de gevangenis geobserveerd kan worden. In
(1) Defensie Cyber Strategie, Ministerie van Defensie, 27
juni 2012
20
Het geplande scenario was dat er enkele
gevangenisbewaarders aanwezig zouden zijn, maar
geen gevangenen. De gevangenisbewaarders waren de
irreguliere vijand gunstig gezind, waardoor die insurgents
op een bepaald tijdstip de gevangenis gebruikten als een
ontmoetingsplaats van twee vijandelijke kopstukken
(High Value Individuals (HVI)), met hun lijfwachten. In totaal
waren er op dat tijdstip ongeveer 12 personen in het
gebouw aanwezig.
Een BLUEFORCE brigade was op de hoogte van deze
ontmoeting en ging de gevangenis aanvallen om de HVIs
gevangen te nemen of uit te schakelen. De actie werd
gepland door een brigadestaf en uitgevoerd door twee
infanteriepelotons. BLUEFORCE was zeer gedetailleerd
op de hoogte van de functionaliteit en inrichting van het
gebouw en heeft dat via cyberondersteuning uitgebuit.
Cybereffecten
Ruim voorafgaande aan de actie heeft een BLUEFORCE
cyberteam op afstand digitaal ingebroken in de
gevangenis en enkele systemen geruisloos aangepast,
zodat tijdens de actie van de volgende cybereffecten
gebruik kon worden gemaakt:
 camerabeelden: meekijken met alle camera’s en
bovendien per camera het beeld bedienen (camera
draaien of inzoomen), het beeld bevriezen of de
camera deactiveren;
 automatische deuren: per deur open of op slot doen;
 alarm: alarm initiëren (dus vals alarm activeren) of
juist deactiveren;
 intercom: meeluisteren, deactiveren.
Tijdens de actie zat het cyberteam op een eigen locatie
van waar zij de afgetapte beelden konden bekijken, de
intercom konden afluisteren en de cybereffecten konden
aansturen. De cybereffecten werden ingezet voor 2
doelstellingen:
1. verkrijgen van inlichtingen over de toestand en
positie van de vijand tot vlak voor de aanval;
2. ondersteunen van de aanval door het ontnemen van
situational awareness van de vijand (camerabeelden
manipuleren) en het verschaffen van toegang
(openen van deuren).
Doctrinaire achtergrond / communicatielijnen
Amerikanen hanteren een zeer brede definitie van Fires(2),
namelijk het gebruik van een systeem om een effect te
creëren. In dat kader is het dus ook niet vreemd, dat zij
de cybereffecten benaderden vanuit de gedachte dat een
cyber effect een ‘fire’ is. Dit uitte zich zowel in de gebruikte
terminologie als in de communicatielijnen: tijdens de
uitvoering van de tactische actie communiceerde het
cyberteam met de Electronic Warfare Officer (EWO) van
de brigadestaf. De brigadestaf, hetzij de Fire Support
Officer (FSO) of de EWO zelf, communiceerde met de
Forward Observer (FO) van de gevechtseenheid die de
actie uitvoerde.
Communicatielijnen tijdens Bold Quest 13.2
(2) To employ fires is to use available weapons and other
systems to create a specific lethal or nonletal effect on a target.
JP 3-0 Joint Operations, 11 August 2011
Uitvoering van het experiment
Vlak voor de actie kreeg het cyberteam de opdracht om
het alarm in de gevangenis aan te zetten om verwarring
te stichten en om te zien hoe de vijand zou reageren.
Veel verwarring leverde dit overigens niet op, anders
dan dat de vijand het als een waarschuwing voor een
aankomende gebeurtenis interpreteerde. Daarna werd
de opdracht gegeven alle camera’s zowel binnen als
buiten de gevangenis te bevriezen, zodat de bedienaar
in de gevangenis niet kon zien wat er live gebeurde.
Direct aansluitend reed één peloton met hun voertuigen
het gevangenisterrein op, stopte voor de deur van de
gevangenis en ging door de voordeur naar binnen. Het
tweede peloton zorgde voor de rondombeveiliging.
Na ongeveer één minuut kwam de opdracht van het
eerste peloton om alle deuren op de begane grond in de
gevangenis te openen. Na ongeveer 10 minuten kwam de
opdracht om de camera’s weer te activeren, omdat het
peloton de eerste verdieping in handen had en de eerste
HVI had uitgeschakeld, maar wilde weten waar de tweede
HVI zich in het gebouw bevond. Middels de camera’s
werd hij opgespoord (hij had zich teruggetrokken in de
kelder) en overmeesterd.
Observaties / discussie
Het zal geen verrassing zijn dat de cybereffecten een
waardevolle toevoeging waren op het arsenaal dat
de aanvallende eenheid ter beschikking had. Het
cyberexperiment was hier namelijk op ingericht.
Niettemin heeft het experiment belangrijke inzichten
opgeleverd of benadrukt, zeker als we een vergelijking
maken met de traditionele vuursteun:
 De inzet van vuursteun resulteert in zichtbare
effecten in de omgeving (rook, licht, fysieke
beschadiging door druk, scherven of brand).
Cybereffecten kunnen in de operationele omgeving
zichtbaar zijn (zoals bijvoorbeeld het openen van
een deur), of juist onzichtbaar (zoals bijvoorbeeld
het meeluisteren op de intercom). In het algemeen
kunnen cybereffecten ingedeeld worden in drie
categorieën: het aantasten van de beschikbaarheid
van een functie (een camerabeeld valt uit), het
aantasten van de normale werking van een functie
(een camera doet het nog wel, maar iemand anders
kan het beeld manipuleren) en het aantasten van de
vertrouwelijkheid van gegevens (iemand anders kijkt
of luistert onopgemerkt mee).
 Vuursteuneffecten kunnen permanent zijn
(bijvoorbeeld de fysieke vernietiging van een
wapensysteem) of tijdelijk (bijvoorbeeld rook en
licht). Zo ook kunnen cybereffecten een permanente
verandering in de operationele omgeving zijn
21




22
(bijvoorbeeld het fysiek beschadigen van apparatuur
door het controlemechanisme te manipuleren, zoals
Stuxnet dat deed met de uraniumverrijkingscentrifuges
in Iran), of een tijdelijke verandering
(bijvoorbeeld het bevriezen van een camerabeeld).
Afhankelijk van de eigenschappen van cybereffecten
kan er een Time on Target en/of een Time Window
(vergelijk jamming) voor het effect worden
gedefinieerd.
Vuursteuneffecten hebben een lokale uitwerking.
Cybereffecten daarentegen kunnen een lokale
verandering zijn (zoals het uitschakelen van een
specifieke camera) maar ook een globale verandering
(het uitschakelen van alle camera’s die op het
wereldwijde internet zijn aangesloten).
Net als bij vuursteun kunnen cyberactiviteiten
ook ongewenste (neven)effecten hebben, er
is dan sprakevan collateral damage (zoals het
ongecontroleerd verspreiden van de malware).
Daarom is de beslissingsbevoegdheid over het
inzetten van cybermiddelen afhankelijk van de
verwachte soort en omvang van de gevolgen, een
juridisch kader en de noodzakelijke synchronisatie
met andere effecten. Voor sommige cybermiddelen
zou het besluit over inzet bij een operationele
commandant kunnen liggen (zoals het geval was
in het Bold Quest experiment), terwijl voor andere
cybermiddelen deze op nationaal niveau kan liggen
(zoals dat waarschijnlijk voor Stuxnet het geval is
geweest).
Wanneer cybereffecten worden ingezet in het kader
van een tactische operatie, heeft de commandant van
de gevechtseenheid behoefte aan een functionaris
om cybereffecten aan te vragen en de uitwerking
daarvan te observeren. In geval van cyber is dat
niet noodzakelijkerwijs dezelfde persoon. Sterker,
in geval van cyber kan zich een situatie voordoen
waarin de cyber shooter tevens de cyber observer
is, en de aanvrager het effect (nog) niet ziet. In het
Bold Quest experiment bijvoorbeeld initieerde het
cyberteam de effecten en kon de resultaten daarvan
ook direct waarnemen (zoals het bevriezen van de
camerabeelden), terwijl dit niet waarneembaar was
voor de gevechtseenheid. Andere cybereffecten
waren wel waarneembaar voor de gevechtseenheid,
zoals het electronisch openen en sluiten van deuren.
Er zijn zelfs cybereffecten die ook voor de cyber
shooter niet direct zichtbaar zijn, maar die zich pas
veel later en indirect manifesteren, zoals een virus
dat geruisloos en onzichtbaar zijn werk doet.
In het Bold Quest experiment fungeerde de brigadestaf
als coördinatiecel tussen de gevechtseenheid en
het cyberteam: de FO zond zijn cybervuuraanvraag
naar de EWO, die vervolgens opdracht gaf aan het
cyberteam. De resulterende effectmelding verliep




van het cyberteam via de EWO naar de FO. Ook de
waarnemingen die het cyberteam deed middels het
aftappen van de camerabeelden en de intercom
werden via de EWO aan de FO doorgegeven. De
timing van deze communicatie is echter dermate
cruciaal, dat elk tussenstation vertraging en dus risico
oplevert. Gegeven deze tijdkritische coördinatie is
het essentieel dat de FO direct kan communiceren
met het cyberteam, zoals een FO of JTAC dat ook doet
met de vuursteuneenheid.
Het cyberteam had geen inzicht in het plan van de
gevechtseenheid. Daardoor kon het alleen reactief
optreden en was het afhankelijk van de opdrachten
van de uitvoerende eenheid. Het cyberteam had
echter een actuele en superieure inlichtingenpositie
en moest soms nagelbijtend en scheldend toekijken
terwijl het bijvoorbeeld een HVI de toegang tot een
ruimte had kunnen ontzeggen.
De wijze van inzet van cybereffecten moet goed
worden afgewogen. In het Bold Quest scenario
werden de camera’s gedurende het grootste deel
van de actie uitgezet om de vijand geen zicht te
geven op de activiteiten van BLUEFOR. Echter,
wanneer de vijand eenmaal doorheeft dat er een
aanval plaatsvindt, zouden de camera’s ook weer
aangezet kunnen worden, omdat het vergroten
van de eigen inlichtingenpositie (waar zit de vijand
en wat doet hij?) zou kunnen opwegen tegen het
feit dat de vijand ook kan zien waar de BLUEFOR
eenheden zitten. Tijdens het experiment werden de
deuren ontgrendeld om BLUEFOR toegang tot het
gebouw te geven. Maar bepaalde deuren hadden op
specifieke momenten gesloten kunnen worden om
de bewegingsvrijheid van de vijand te beperken.
Naast
de
vuursteuncommunicatielijnen
werd ook gebruik gemaakt van standaard
vuursteunterminologie. Voor de cybereffecten
voldeed deze standaard niet altijd even optimaal en
was klare taal vaak duidelijker en sneller geweest.
Zo was voor elke camera, deur, alarm en intercom
een target nummer gedefinieerd. In plaats van het
opsommen van targetnummers was het bijvoorbeeld
efficiënter geweest om gewoon te zeggen “bevries
alle camera’s op de eerste verdieping” of “sluit alle
toegangen tot ruimte X af”. Ook de terugmelding
van het effect zou duidelijker kunnen. Nu werd
zowel het aan- als het uitzetten van een camera met
‘splash’ gemeld.
Een veel geuite wens was de behoefte aan een
Cyber Video Downlink, de uitvoerende eenheid
zou graag willen zien wat de cyber shooter ziet. Met
een video verbinding wordt trouwens al uitvoerig
geëxperimenteerd in het vuursteundomein.
Afsluiting
De inzet van cybermiddelen kent gelijkenissen maar
ook verschillen met de inzet van vuursteunmiddelen.
Net als andere effecten moeten cybereffecten
gepland en gesynchroniseerd worden in het
commandovoeringsproces. Of de vuursteunketen de
meest geschikte lijn is om cybereffecten te coördineren
is de vraag. Uit dit experiment is in ieder geval duidelijk
geworden dat offensief gebruik van cybercapaciteiten
een waardevolle aanvulling is op het arsenaal dat een
commandant ter beschikking staat, ook op tactisch
niveau. Kanttekening hierbij is dat er nauwelijks een
generiek cyberwapen bestaat dat van de plank ingezet kan
worden, afgezien van een Denial of Service (DoS) aanval. In
het targetingproces wordt bepaald welk specifiek effect
op een specifiek target benodigd is en vaak zal daartoe
een speciaal cyberwapen ontwikkeld moeten worden.
Dat kost tijd en vergt specifieke expertise.
Het vormgeven van cybercapaciteiten, opleiding en
training, een cyberdoctrine en de inbedding daarvan
in de Defensie organisatie is een taak van de Task Force
Cyber. Het uitvoeren van en deelname aan experimenten
zoals Bold Quest leveren een zinvolle bijdrage aan de
daarvoor noodzakelijke kennisontwikkeling.
Voor meer informatie:
Lkol Marco Verhagen, Task Force Cyber, Stafofficier
Cyber Operations, [email protected] Rudi
Gouweleeuw, TNO programmaleider Defensie
onderzoeksprogramma Cyber Operations,
[email protected]
Het verhaal van een
Nederlandse soldaat bij
3-III-8 R.A.
door Sjaak Vugts (deel 2)
Eerste kerstdag 1939
Zo toog ik als soldaat
in
burgerkleding
naar
Nijmegen,
waar Annie mij
opwachtte.
Wat
waren we toch blij,
weer bij elkaar te
kunnen zijn. De
tweede
Kerstdag
gingen we naar mijn
ouders in Den Bosch
toe.
Wat vlogen die
dagen toch om en
het was zo weer tijd
om te vertrekken
naar Woerden. Daar
ging het leven weer
zijn gewone gang,
marcheren, theorie
enz. De rangen moesten wij goed leren want een goede
soldaat moet zijn meerdere kunnen groeten. Het was
buiten flink koud, maar in onze barak brandde de kachel
fijn en het was heerlijk.
Met Nieuwjaar kwam Annie naar Woerden, samen met
Piet van de Veer zijn meisje Marrietje van Roosmalen, om
ons te bezoeken. Wij togen opgewekt naar het station om
de meisjes af te halen. Hiervan hebben nog een mooie
foto. Wat hebben we een heel gezellige tijd gehad in
Woerden en het eten was er zeer goed. We kregen flinke,
gezonde maaltijden en onze kuch viel mij ook veel mee.
Je staat natuurlijk op je eigen benen en dat is maar goed
ook, want eens moet je dat toch leren.
Ik was ingedeeld bij een houwitser 15 lang 17 van de
veldartillerie, welke omgebouwd zou worden voor
motortractie. Dit kanon zou ons hoofdwapen worden
dat wij zouden bedienen in tijd van nood, als ons land
aangevallen zou worden.
Wij kregen ook les in de karabijn, een wapen waarmede
wij ons zeker zouden moeten verdedigen bij een
eventuele doorbraak van de vijand. Zo kregen wij een
beetje kijk op de wapens. Wij oefenden veel met het
kanon om de bediening zo snel mogelijk te leren.
Eindelijk mochten wij met ons eerste “grijs” met verlof;
23
wat keken mijn ouders raar toen ik van het station kwam
in het soldatenpak, en onze hond Clara was niet van mij
af te slaan.
Zondags ging ik in mijn soldatenpak mijn meisje Annie
van het station afhalen en zij bekeek mij eerst van top
tot teen en zei toen: het staat je goed, en nu voelde ik
mij pas echt soldaat. Zo ging het soldatenleven voort
met marcheren, oefeningen met het geschut en karabijn
schieten met losse flodders.
Wij zijn ook nog naar Driebergen geweest voor
schietoefeningen, daar moesten wij met de karabijn met
scherpe patronen op een schietschijf schieten. Alles was
er op gebaseerd om ons zo snel mogelijk te leren omgaan
in allerlei gevechtsomstandigheden.
Er werden drie adjudanten gepensioneerd, waar een
grote parade aan vooraf ging; dat was me toch een drukte
en zo’n parade was best vermoeiend.
Een keer werd ons verlof ingetrokken, gelukkig maar
voor een paar dagen. Met Pasen kregen alle jongens
verlof op een paar na, die moesten de wacht houden. We
kregen vier dagen verlof, dus boften wij geweldig en ik
was dan precies met mijn verjaardag 25 maart thuis.
Als het verlof om was zouden alle jongens van onze
kamer wat mee brengen. Een Limburger een vla, anderen
krentenmik en weer anderen chocolade bollen, dat zou
wel eens gezellig kunnen worden en dat was het ook,
want ‘s avonds hebben we veel plezier gehad.
We hadden al enkele feestjes achter de rug, zoals carnaval,
en na afloop moesten we hard lopen om op tijd binnen te
zijn. Nadat dat het enige weken flink gevroren had, werd
er wedstrijdschaatsen georganiseerd op de Rijn. Na een
spannende finale, werd soldaat Karel Dekkers kampioen.
Na afloop hiervan werd er een feestje gehouden.
Ondertussen was er een turnvereniging opgericht
waarvan ik natuurlijk ook lid van werd. Zaterdags gingen
we bijna altijd naar de bioscoop en zo ging het maar
voort tot de toestand erger begon te worden.
Plotseling moest van onze barak een batterij weg; alle
jongens van onze kamer weg, behalve sergeant Piet
Timmermans, sergeant Wil Moonen en ik, wij moesten
naar het veldleger.
24
Nu werd ons ploegje uit elkaar gerukt en toen de jongens
wegtrokken op de wagens viel het voor ons niet mee. Het
was allemaal even naar in het begin, maar dienst is dienst
en daar is niets tegen te doen. Er was een grote leegte
gekomen in de barak. Al snel kwamen er nieuwe jongens
in onze groep en met z’n drieën waren we geregeld bij
elkaar en we hoopten bij elkaar te blijven. De toestand in
Europa werd steeds erger en het bericht kwam dat er een
nieuwe batterij weg moest ter versterking.
Met spanning wachtten wij de lijst af waarop de namen
kwamen te staan van de jongens die weg moesten.
Gelukkig stonden we alle drie op een dezelfde lijst en
bleven we bij elkander. Sergeant Piet Timmermans was
verkenning onderofficier geworden en sergeant Wil
Moonen werd bij het eerste en ik bij het derde geschut
geplaatst. Er werd druk geoefend bij de nieuwe batterij.
Ondertussen waren we ingeënt tegen tyfus, voor de
eerste keer en wat zijn er velen ziek geweest.
Zo waren er acht dagen verlopen en nog steeds wisten we
niet waar onze batterij naar toe zou gaan. ‘s Maandags
zouden we vertrekken en een paar dagen daarvoor
was het een drukte met het pakken van onze spullen.
Zaterdagmorgen zouden we weer ingeënt worden. Maar
merendeel van onze jongens was er op tegen, omdat er
de eerste keer veel zieken zijn geweest en vele ouders en
verloofdes zouden op zondag voor ons vertrek komen.
De Kapitein kwam er aan te pas en ja hoor, de mouwen
gingen omhoog en het was zo gebeurd. We kregen de
man een half pakje sigaretten Nord-Stead van hem en we
marcheerden af.
Gelukkig was er niemand ziek van geworden. Om half
twaalf ‘s nachts, lag iedereen in diepe rust, toen ik door
de korporaal werd wakker gemaakt, hij vertelde mij dat
ik op wacht moest vanaf ‘s morgens vijf uur. Meteen was
ik klaar wakker, evenals soldaat Jack Cremers die naast
mij lag.
Met een vlammend protest vlogen wij overeind, want
onze verloofdes kwamen immers en in een oogwenk was
iedereen in de barak wakker. De officier van piket kwam
er bij en wij dienden ons beklag in. Na lang gepraat te
hebben konden wij onze eerste wacht overgeven aan een
paar jongens die licht arrest hadden. Wij konden weer
rustig gaan slapen.
Zondags hebben mijn verloofde en ik het heel gezellig
gehad, de laatste dag in Woerden en wie weet waar we
terecht zouden komen. Er werd gegist, maar niemand
wist iets. Na eerst in de avond op wacht gestaan te
hebben met scherpe munitie, moesten we ons gereed
maken voor vertrek en mochten daarna pas gaan slapen.
‘s Maandags marcheerden wij van onze barak naar het
station, een laatste groet wendend naar Woerden. Wij
stonden klaar voor het vertrek naar het veldleger en nog
steeds wist niemand waar we naar toe gingen.
Een speciale trein stond voor ons gereed en we moesten
instappen en vertrekken, maar waar naar toe? Na een
tijdje stopten we in Veenendaal; zou dat onze ligplaats
worden? Ja, want iedereen moest eruit. Even werd er
gerust en gegeten, de paarden werden ingespannen, wij
op de caissons en zo vertrok de batterij. Toen we ongeveer
een uur gereden hadden kwamen we in Prattenburg aan.
De majoor nam een inspectie af en daarna togen we
weer verder naar de barakken die midden in de bossen
stonden. De paarden dicht bij ons en de rest verspreidde
zich over het bos.
Eerst zorgden we voor onze krib, de strozakken werden
gevuld en de koffers gehaald. En zo konden wij gaan
slapen, want morgen zouden we de rest wel doen. Na
lekker geslapen te hebben gingen we op verkenning uit
en brachten alles in orde.
Water was er niet ter plaatse en wij moesten het halen per
tankwagen. Wij waren al heel snel gewend aan de nieuwe
omgeving. Ieder stuk had een aparte barak, de bereden
en de kanonniers bij elkaar en de onderofficieren apart.
Er heerste een echte Nederlandse geest onder de jongens,
het was echt gezellig en we konden goed met elkander
opschieten.
Nu deden we niets anders dan de paarden verzorgen
en veldoefeningen houden met ons kanon. Sommige
jongens waren in het begin een beetje bang van de
paarden, maar na een paar dagen ging het steeds beter.
Soms brak er een los en die moesten we dan gaan vangen.
Nu we in het veldleger waren voelden we ons pas echt
soldaten en kregen we een zwaardere wacht te lopen
met twee manschappen. Vooral ‘s nachts in de bossen;
wat was dat donker en alles even stil om je heen. Bij het
minste geritsel of geluid tuurden onze ogen de duisternis
af op zoek naar wat? We moesten waakzaam zijn voor
onze jongens, paarden en de kanonnen met munitie.
Toch werd er op wacht nog wat beleefd: tijdens onze
wacht van 21.00 uur tot 23.00 uur regende het behoorlijk
toen er plotseling twee lichten op ons af kwamen. Direct
zochten wij dekking aan de rand van de weg en wachtten
rustig af tot zij ons zouden passeren. Maar op ongeveer
twintig meter van ons draaiden de lichten opeens het
bos in. Een auto was het niet want die hoor je wel, dus
moesten het fietsers zijn. Terwijl ik in draf voorwaarts
ging riep ik “halt of ik schiet”.
Wat klonk dat raar in het verlaten bos, de lichten gingen
onmiddellijk uit. Wij hadden een flinke batterij bij ons
die veel licht gaf en we schenen van achter een boom in
de goede richting.
Daar stonden een man en vrouw, de man kon zich
legitimeren als boswachter, samen met zijn vrouw was
hij op weg naar hun huis dat een eind verder lag. Het
legitimatiebewijs was door de majoor getekend, dus dat
was in orde. Het was toch even spannend, want je weet
maar nooit wat er kan gebeuren.
Eindelijk werden we afgelost en kort daarna trapte een
van de paarden enkele planken uit de stal. Nadat het
paard gekalmeerd was hebben we de planken weer in
orde gemaakt. Het was ondertussen harder gaan regenen
en het pad was veranderd in een modderpoel.
Bij de volgende wacht struikelde ik over een boomstronk
en viel pardoes in een modderplas; wat voelde dat vies
aan. Met het geweer in de aanslag liepen we verder de
wacht toen plotseling iemand riep: “Handen omhoog of
ik schiet”, Ik zag een schim en liet ik mij direct achter een
boom vallen, legde de haanpal om en richtte op de vage
figuur. Doch deze riep snel “wachtcommandant” wat
maar goed was anders waren er misschien ongelukken
gebeurd. Dit alles geschiedde tussen 03.00 uur en
05.00 uur in de morgen en ik was blij dat het goed
afgelopen was en ik had weer met goed gevolg een proef
doorstaan. Eindelijk was het zondag en gingen we met
de vrachtwagen naar de kerk in Ede bij Arnhem; dat was
een mooi reisje. Wij waren ingedeeld bij de 3de batterij
van het 11ste Regiment artillerie. Ik was ingedeeld bij
het 3de geschut en nummer drie van de bediening.
Onze stukscommandant was wachtmeester Leijten, een
gezellig kerel.
Onze bediening was als volgt:
Stukscommandant wachtmeester Leijten
No: 1 soldaat Steenbank als richter.
No: 2 soldaat Linnenbank als bediening en aftrektouw.
No: 3 soldaat Vugts als lader en reserverichter.
No: 4 soldaat Cremers als munitie aangever.
No: 5 soldaat Zenden als munitie werker.
No: 6 soldaat Toonen als munitie werker.
No: 7 soldaat van Hulten als reserve.
Wij hadden een goed ploegje en we konden goed met
elkaar opschieten, ook met de jongens van de bereden.
De verloven waren ondertussen ingetrokken en weer
vrij gegeven. We kregen eens in de twintig dagen verlof
en eindelijk was ik aan de beurt, zondags zou ik met
verlof gaan. De 2de mei was extra zondag en dat was een
Landszondag en dan waren we vrij, maar moesten wel op
appèl verschijnen.
25
Daar ik graag naar Nijmegen zou gaan had ik een fiets
gehuurd om na het appèl naar het station te rijden. De
jongens zeiden tegen mij: dat haal je nooit, maar ik fietste
hard en was precies op tijd op het station in Veenendaal.
Soldaat Antoon Toonen zou mijn fiets wel terug brengen.
In Nijmegen aangekomen was mijn meisje Annie niet
op het station en ook niet daarbuiten. Erg vreemd, dan
maar even bellen, maar ik kreeg geen gehoor. Er zat niets
anders op om maar te lopen en gelukkig kwam ik haar
tegen op de Berg en Dalseweg. Zij had mijn brief niet
ontvangen.
‘s Avonds moesten wij hard lopen om de trein te halen
en het was maar goed dat de trein vertraging had, anders
had ik vanaf Rhenen moeten lopen.
In Veenendaal aangekomen stond soldaat Antoon
Toonen op het perron zijn zuster uit te zwaaien die op
bezoek was geweest. De trein vertrok weer en wij gingen
naar ons kamp en onderweg vertelden we elkaar de
bijzonderheden van die dag. Wij kwamen precies op tijd
voor het avondappèl, gelukkig was alles die dag goed
verlopen en we gingen heerlijk slapen op onze krib.
3 Mei 1940
’s Morgens in alle vroegte gingen we er op uit om
stellingen te graven. Het benodigde hout en gereedschap
werd door een andere afdeling gehaald en gebracht,
terwijl wij moesten graven en timmeren.
Het was een mooie plaats en we konden ver kijken daar
het op een berg lag. In de middag kwam er een wagen
met eten voor ons. Zo ging het door tot zaterdag,
gelukkig een dag voor ons verlof. Zondagsmiddags vlug
onze verlofpasjes gaan halen en daar stapten we snel
richting het station van Veenendaal heen. ‘s Maandags
zou soldaat Gerard van Hulten uit Waalwijk pas met
verlof gaan.
Daar stapten we op de trein, dat was een andere reis,
want normaal gingen we vanuit Woerden. We vertrokken
via Rhenen naar Kesteren en daar moesten we erg lang
wachten op de trein die ons naar Geldermalsen zou
brengen. En vandaar uit eindelijk naar Den Bosch. Het
was overal lang wachten want de verbindingen waren erg
26
slecht. Wij kwamen laat in Den Bosch aan.
Het was precies vier weken geleden dat ik thuis bij mijn
ouders was geweest en Annie zou pas op dinsdag komen.
Er heerste een bedrukte stemming in ons land; zo gingen
de eerste dagen zonder belangrijke gebeurtenissen
voorbij.
Eindelijk was het dinsdag 7 mei en mijn meisje Annie zou
met de trein vanuit Nijmegen in Den Bosch aankomen.
Gelukkig was de trein op tijd zodat ik niet lang hoefde
te wachten. Even buiten het station hoorden wij dat ‘t
verlof was ingetrokken en wij allen direct terug moesten
komen naar onze standplaats. Dat was voor veel soldaten
een grote strop. Mijn ouders waren op 22 mei 25 jaar
getrouwd en Annie en ik moesten nog een leuk cadeau
kopen en uiteindelijk is het een buffet geworden.
Wij stapten vlug door om thuis het nieuws te vertellen.
Het is toch vervelend als een dergelijke maatregel
afgekondigd wordt. Je hebt je zelf blij gemaakt met het
vooruitzicht, fijn met verlof en dan plotseling als een
donderslag bij heldere hemel: “Terug komen”
Na de middag toch heel gezellig doorgebracht te hebben
met Annie, moest ik spoedig weer vertrekken. Mijn
ouders met de hond Clara brachten ons beiden naar het
station en op het perron ontmoetten wij soldaat Gerard
van Hulten uit Waalwijk, die vertelde dat ook zijn verlof
plotseling ingetrokken was.
Even mijn ouders voorgesteld en gezamenlijk gewacht
op de trein. De trein vanuit Den Bosch voor de richting
Nijmegen waarmee Annie zou vertrekken had enige
vertraging, om 22.22 uur in plaats van 22.09 uur. Het was
erg druk, overal vol met militairen en alle rangen waren
vertegenwoordigd.
Daar liep de trein binnen en moesten we afscheid nemen,
wat voor velen erg emotioneel was, huilende moeders en
verloofdes en we hoopten maar op een spoedig weerzien.
De trein bracht ons naar Geldermalsen en via Kesteren en
Rhenen naar Veenendaal. Overal op de stations moesten
we erg lang wachten, maar uiteindelijk kwamen we om
01.30 uur in Veenendaal aan.
Het was nog een eind lopen naar onze standplaats
Prattenburg, en onderweg werden wij aangehouden
door een soldaat die gewapend was. Plotseling zagen
wij een Nederlands vliegtuig in een van de zoeklichten,
dat was wel een mooi gezicht. Het was ongeveer 02.30
uur toen wij ons meldden bij de wachtcommandant,
die ons mededeelde dat wij ons direct na het appèl bij
Luitenant Prins dienden te melden. Gelukkig had ik een
zaklantaarn bij me, zodat soldaat Gerard van Hulten en
ik onze barak gauw gevonden hadden en konden we vlug
gaan slapen.
Op woensdag 8 mei om 06.00 uur blies soldaat Omis de
reveille, hij was met mij de enige Bosschenaar van onze
batterij.
dat wij onze stelling zouden bezetten, maar onze stelling
was nog niet gereed.
Na het appèl meldden we ons bij de Luitenant, daar kregen
we munitie, 40 patronen en enkele noodrantsoenen
uitgedeeld, bestaande uit veel beschuit en een blikje
gehakt.
Tevens kregen wij het bevel om ons gereed te houden
voor eventueel vertrek. Dus de ransel inpakken en alles
klaar maken. Na de paarden ingespannen te hebben
reden we met de stukken weg, voor veldoefeningen,
met Luitenant Prins voorop en wij als kanonniers op de
caissons voor het bedienen van de stukken.
Verder ging alles zijn gewone gangetje. Wij waren
verwonderd dat het verlof was ingetrokken, zeker omdat
het in België niet gebeurd was. Nederland is veel te
bezorgd zo werd er gezegd.
Toch heerste er een druk gewoel onder ons of er iets
boven ons hoofd hing. Ieder sprak er over en we spraken
elkaar moed in met de woorden: het zal zo’n vaart niet
lopen, men is veel te bezorgd over de toestand. Toch
schreef ik ‘s morgens vroeg maar een afscheidsbrief aan
mijn meisje Annie.
Op het appèl vertelde de Kapitein ons dat de toestand
zeer ernstig was en dat wij ons op het allerergste moesten
voorbereiden. Er mocht geen mens meer het kamp uit en
er werd streng wacht geklopt. Zo brak donderdag 9 mei
aan, gewoon als anders, met appèl, paarden verzorgen
en oefeningen houden. Die dag was er nog een batterij
bij gekomen zodat er enkele barakken ontruimd
moesten worden en de jongens werden verdeeld over
de overgebleven barakken zodat het overal drukker werd
en wij nu met 20 jongens in onze barak lagen. Boven
mijn krib lag nu Korporaal van Leur. ‘s Avonds werd er
nog gekaart en de toestand besproken en togen wij om
23.00 uur naar onze krib. Alles was in diepe rust en de
schildwachten deden hun plicht en waakten over ons en
de stukken.
10 Mei 1940
Om 24.10 uur werd onze rust verstoord en kwam de
wachtcommandant met de korporaal ons wakker
maken. Alarm, iedereen opstaan en klaar maken voor het
uitrukken, want toestand 4 is ingetreden. Dat betekende
Wat nu, zouden we er toch maar naar toe gaan? De
koffers werden ingepakt en ook het militaire goed en
veldgrijs dat wij niet nodig hadden. Onze naam werd er
opgezet en naar het verzamelpunt aan de weg in het bos
gebracht. De een zei dat het een oefening was en de ander
bittere ernst. De paarden werden opgetuigd en naar de
kanonnen gebracht en daar werden ze ingespannen.
Sommige mopperden dat het nu toch geen tijd was voor
een oefening.
Alles bij elkaar was het ongeveer 02.00 uur geworden en
wij stonden in volle uitrusting bij onze wachtmeester die
ook zei dat het wel een oefening zou zijn. Wachtmeester
Piet Timmermans en enkele jongens, waar ik ook bij was,
kregen een fiets om vast op verkenning te gaan.
We reden al pratend en lachend de weg af richting
Rhenen, nog niets vermoedend van datgene wat ons
nog te wachten stond en welke en wat voor stelling wij
toegewezen kregen. Want onze stelling was nog niet
klaar. Bij een stuk weg zonder dekking of bomen zagen
wij plotseling een paar vliegtuigen, eerst een paar, maar
toen steeds meer en meer.
Een jongen die naast mij fietste zei: “Ik wist niet dat wij
zoveel vliegtuigen hadden” Maar plotseling brandde de
hel los, overal werd er gevuurd op de vliegtuigen en daar
de vliegtuigen terug schoten, wisten wij dat het nu ernst
was. Zij vlogen laag over zodat onze luchtdoelartillerie er
enkelen omlaag schoot. En nog dachten wij: Duitsland
heeft een aanval op Engeland gedaan en komen over ons
land terug.
Zo belandden wij op de Cuneraweg aan, daar lag onze
stelling welke wij zouden bezetten. Het was een goede
stelling er lag een flinke dijk zand omheen en goed
gecamoufleerd. Ondertussen wachtten wij op onze
batterij, die naar later bleek niets van het schieten
gehoord te hebben door ‘t ratelen van de wielen en het
hoefgetrappel der paarden. Wel hadden ze vliegtuigen en
strepen gezien van de kogels, maar dat was alles.
27
Bij de stelling aangekomen werden de stukken afgehaakt
en op hun plaats gereden, het was toen inmiddels 02.00
uur geworden. Ondertussen raasden de vliegtuigen
boven ons en bulderde het afweergeschut hierboven uit.
Direct klonk het commando “klaar maken voor vuren”
Vlug en correct werden de stukken gevechtsklaar
gemaakt, onze karabijnen geladen en de bajonet werd er
opgezet.
Ondertussen werd er gemeld dat er op veel plaatsen
valschermjagers waren geland en daarom werden er
extra patrouilles ingezet in de bossen van de Grebbeberg
en onze munitie werd bij de stukken geplaatst.
Ook ik moest patrouille lopen in het bos op zoek naar
vijandelijke soldaten en eventuele spionnen. Wij kregen
een wachtwoord mee en moesten iedereen aanhouden.
Toch gebeurde er in die uren van wachtlopen niet veel,
alleen dat wij geregeld dekking moesten zoeken. Zo
waren we op weg naar onze batterij toen plotseling een
machinegeweer begon te schieten. Direct zochten wij
dekking en zochten wij de mogelijke vijand af.
Gelukkig bleek het een afweergeschut van onze jongens
te zijn die op de vijandelijke vliegtuigen schoot. Bij nader
onderzoek was deze bijna onzichtbaar verborgen tussen
de struiken. Uiteindelijk kwamen we bij onze stelling
aan, daar werd de patrouille overgedragen en moesten
we stukswacht lopen. Onze opdracht was om een ieder
aan te houden die ons passeerde.
Toen alles zover klaar was moesten we op appèl komen.
De kapitein deed ons de mededeling dat de toestand zeer
ernstig was en dat we ons zouden moeten verdedigen
tegen de indringer Duitsland. In de dagorder werd
gesteld dat het onze hoogste plicht was en dat wij
stand moesten houden tot onze laatste man. Nu was
ons soldatenleven ernst geworden, want Duitsland was
ons land binnengevallen zonder enige voorafgaande
waarschuwing en daarom verklaarde onze Koningin
Wilhelmina de oorlog aan Duitsland.Nu waren we
bondgenoten van Engeland en Frankrijk die ons zouden
steunen met alles wat zij hadden. Ook België was het
slachtoffer geworden van de Duitse inval. Zo begon op 10
mei 1940 de grote opmars van Duitsland naar het westen,
waarbij eerst Nederland en binnen niet al te lange tijd
België en ook Frankrijk werden veroverd.
Toen wij hoorden van onze kapitein dat wij waren
overvallen door de Duitsers, kwam er een grote
verontwaardiging over ons heen en laaide er een
geweldige geestdrift op om ons te verdedigen tot het
uiterste.
De eerste berichten die wij kregen waren zeer goed, onze
jongens hielden dapper stand en overal was de vijand
terug geslagen.
Maar hoe lang zou dit nog duren, met zo’n grote
overmacht van de vijand en zijn moderne middelen. Een
groot aantal vliegtuigen was al neergeschoten, alhoewel
zij ook in de lucht een overmacht hadden. Er werden
wachten uitgezet op verschillende posten, evenals
stukswachten.
28
Toen gebeurde er iets wat ik niet gauw vergeten zal: een
grote stoet vluchtelingen die huis en haard moesten
verlaten omdat zij in de gevechtszone woonden. Och,
wat was dat een jammerlijk gezicht.
Vele mannen, vrouwen en kinderen, van jong tot oud
vluchtten in een grote stroom. Slechts het hoognodige
was mee genomen, want hoe minder bagage hoe sneller
men weg kon komen. De een had zijn spullen op de fiets,
weer anderen op een handkar of een kruiwagen. Een
oude zieke man werd door ons soldaten een helpende
hand geboden en op een van onze auto’s werd hij weg
gebracht.
Vele riepen: veel sterkte en houd stand, en enkelen
huilden omdat zij alles moesten verlaten, weg van
hetgeen, wat ze met veel moeite hadden opgebouwd, en
zouden zij dit alles nog terug zien?
Alleen God zou het weten. Het was een zeer treurige tocht
van al die arme mensen die voor eigen veiligheid moesten
vertrekken. Het was een grote ellende dit alles te moeten
zien, waarom werd toch ons landje binnengevallen? Zo
waren de twee uur wacht snel voorbij en ondertussen
heerste er in onze stelling een grote bedrijvigheid.
Bij onze stelling werden al maar projectielen en
kardoezen aangebracht en in onze slaapplaatsen stro.
Men had ook voor onze kuch gezorgd, welke wij met
smaak op aten daar wij die morgen nog niets gehad
hadden. Wat over de weg ons passeerde, werd staande
gehouden en naar het wachtwoord gevraagd. Zo kreeg
iedereen zijn wacht en patrouille. Omstreeks 12.00
uur kwam er een auto aangereden en vroegen naar het
wachtwoord, dat was in orde en hij mocht doorrijden.
Nog geen minuut later kwam Luitenant Prins met een
lijst van autonummers, welke wij niet mochten doorlaten
en alle inzittenden moesten we terstond arresteren en
overdragen aan luitenant Prins.
Boven aan de lijst stond het autonummer van de
auto die ons net gepasseerd was. Het type auto en het
autonummer werd direct door gemeld aan de volgende
post gelegen in Amerongen, waar zij toen aangehouden
zijn en de inzittenden gearresteerd werden.
De berichten van de gevechten die binnen kwamen,
waren nog steeds gunstig, de hevige tegenstand die
onze jongens boden aan de grens tegen over een Duitse
overmacht. Toch was er een gemotoriseerde Duitse
afdeling doorgebroken bij de IJsellinie en die zou op weg
zijn naar Ede.
Het was ongeveer 15.30 uur toen plotseling een hevig
artillerievuur boven ons hoofd losbarstte om de
vliegtuigen te beschieten en grotendeels uit te schakelen
of te vernietigen.
Het was het 10de veldartillerie en zodoende konden wij
er niet aan deelnemen, en het aantal vliegtuigen boven
onze stellingen nam gestaag af. ‘s Avonds laat kwam het
bericht dat er zo’n 100 Duitse toestellen neergeschoten
waren, een groot succes, maar er waren wel veel
valschermtroepen uitgeworpen.
Reunie Orkest Artillerie
Trompetterkorps
www.reunieorkestartillerie.tk
Geplande optredens in 2014
4 mei
5 mei
24 mei
28 juni
5-7 juli
10-13 juli
14 augustus
13 september
Herdenking in Eernewoude (Friesland)
Bevrijdingsdefilé in Wageningen
Artillerie jaarconcert in Breukelen
Veteranendefilé in Den Haag
Saamhorigheidsreis voor ROA-leden
naar Kröv (Duitsland)
Optredens ROA-ensemble in
Haamstede
Herdenking einde WO2 in Azië in
Doorn (bij De Basis)
Herdenking en concert in Ginneken
(Citadel van Antwerpen 1832)
Mocht U nog een beroep willen doen op het ROA voor
een optreden, meldt U dat dan tijdig via
[email protected]
Het repetitieschema voor 2014: zie onze website
www.reunieorkestartillerie.tk
Voor evt. wijzigingen. De repetities zijn (tenzij anders
aangegeven) op de zaterdag vanaf 10.00 tot 14.30 uur
in de voormalige filmzaal op de Lkol Tonnetkazerne in
‘t Harde. In 2014 zijn de volgende repetities gepland die
ook door belangstellenden bezocht kunnen worden. 11
januari, 1 en 22 februari, 15 maart 5 en 26 april, 17 mei,
14 juni, 2 en 23 augustus, 11 oktober, 8 en 29 november,
I.v.m. de toegangscontrole tot het kazerneterrein,
worden bezoekers verzocht zich vooraf aan te melden
bij Frits Dürst Britt.
Artilleriejaarconcert 2014
In 2014 bestaat het ROA 12,5 jaar. In het kader
van dit koperen jubileum is de datum van het 12e
Artilleriejaarconcert gepland op zaterdagmiddag 24 mei
2014. Locatie nog niet definitief vastgesteld.
Vrienden van het ROA
In 2013 zijn er door het ROA twee maal een digitale
nieuwsbrief verstuurd aan degenen die hun e-mailadres
bekend hebben gesteld bij [email protected] Geen internet?
Dan ontvangt U als van ouds onze gewone hardcopy
Nieuwsbrief in het voorjaar 2014.
Lkol art bd F.T. Dürst Britt
29
Uit de oude doos
Een vergeten oorlog
De Koreaanse oorlog begon op 25 juni 1950, toen sterke- door Russische militairen getrainde en bewapende
Noordkoreaanse strijdmachten – (zo’n 90.000 man gevechtstroepen) Zuid-Korea binnenvielen.
De Zuidkoreaanse militairen waren maar matig getraind, en bewapend met Amerikaanse en Japanse lichte wapens. De
aanwezige Amerikaanse troepen waren in Zuid Korea om de zich daar nog bevindende Japanse militairen te ontwapenen.
Aan de Koreaanse oorlog die eindigde op 27 juli 1953 in Panmoenjon (wapenstilstand)- hebben 16 landen van de Verenigde
Naties deelgenomen, waarvan 5 landen met medische eenheden.
Van oktober 1950 tot juli 1953 werden 3418 Nederlanders onder de vlag van de Verenigde Naties uitgezonden naar Korea.
Wij dienden in de 2e US Infanterie Division met als embleem het Indianhead.
Van hen keerden 123 nooit meer terug. Zij werden begraven op het Verenigde Naties ereveld ‘’Tanghok Dong’’ nabij de
zuidelijke havenstad Pusan.
Op 26 februari 1977 werd de Vereniging Oud- Koreastrijders opgericht in ’s-Hertogenbosch; de standplaats van het
regiment van Heutsz, dat de traditie van het voormalige Koninklijk Nederlands- Indisch Leger (1816-1950) en van het
Nederlands Detachement Verenigde Naties in Korea voortzet (1950-1954) .
De vereniging Oud -Koreastrijders heeft een vaandel van witte zijde met daarop , behalve het embleem van de Verenigde
Naties en de Koreaanse vlag, de namen van Wonju en Hoensong (1951), de T-bone Hill (1952), Nudea (1953) en Yellow
sea /Eastern sea, alle hoogtepunten tijdens de Koreaanse oorlog. Het laatste heeft betrekking op de Koninklijke Marine.
De kleur wit is bewust gekozen .Ten eerste omdat de Koreaanse vlag ook wit is , en ten tweede omdat wit in Korea het
symbool is van rouw, dus een eerbetoon aan onze gesneuvelde kameraden.
In Korea is een film- ´´Field of Honour´´ , met o.a. Ron Brandsteder-, over de genoemde periode opgenomen, die in
diverse theaters in Nederland is vertoond.
J.Ch. Snoek
30
31
Artillerie Veteranen Associatie
www.artillerieveteranen.nl
Borstbeeld Ted Meines onthuld
Op de eindejaarsbijeenkomst van het Veteranen Platform
(VP) in Doorn is op 13 december een bronzen buste
van lgen art tit b.d. Ted Meines onthuld. De inmiddels
92-jarige oprichter en erevoorzitter van het VP was zelf
met familie bij de onthulling aanwezig. Hij kreeg dit
eerbetoon vanwege zijn verdiensten voor het verbeteren
van het maatschappelijk draagvlak en de voorzieningen
van veteranen. Het borstbeeld werd onthuld in het
bijzijn van tal van autoriteiten. Hierbij was ook de Chef
Militaire Huis, genm Henk Morsink, die een brief voor
las van Koning Willem-Alexander. De Koning noemde
Meines “de nestor van onze veteranen”en roemde hem
als onvermoeibaar pleitbezorger en behartiger van onze
veteranen.
5. Op dinsdag 16 september de mogelijkheid om met
de AVA deelname aan een (staand) erecouloir van
veteranen op Prinsjesdag in Den Haag. Er zal geloot
worden.
Alle AVA-leden hebben een brief ontvangen met deze
data. Hebt u zich aangemeld voor de AVA (en 10 euro
betaald) en u heeft geen brief ontvangen, meldt u zich
dan bij het secretariaat AVA info@artillerieveteranen.
nl u kunt uw belangstelling kenbaar maken bij de AVA
via de website of via de post (geen postzegel nodig):
Vustco MPC 35C; T.a.v. Lkol b.d. F.T. Dürst Britt (AVA);
Antwoordnummer 7510; 3509 WB Utrecht.
Nuldelijns veteranenhelpers gezocht
Wilt u iets kunnen betekenen voor een (mede-)veteraan,
dan kunt u zich via de AVA aanmelden voor de cursus
Nuldelijns veteranenhelper. Hieraan zijn voor u geen
kosten verbonden, alleen een stukje van uw vrije tijd.
De cursus wordt op meerdere data en plaatsen in
Nederland georganiseerd. Meer weten: zie http://www.
de-basis.nl/ons-aanbod/activiteiten-2014/trainingnuldelijnshelper-veteranen-2014.aspx u helpt dan mee
om de geografisch het netwerk voor veteranenhulp te
verdichten. Zie http://www.disk-veteranen.nl
Lkol art bd F.T. Dürst Britt
AVA in actie
In het afgelopen jaar zijn er door de AVA een aantal
activiteiten georganiseerd die in 2014 zullen worden
herhaald. Mogelijk dat er door het korpsen (Korps
Veldartillerie, Korps Rijdende Artillerie of het Korps
Luchtdoelartillerie) waartoe u behoort nog een extra
bijeenkomst wordt georganiseerd.
In 2014 heeft het bestuur van de AVA de volgende
activiteiten gepland:
1.
Op zondag 4 mei de mogelijkheid om met de AVA deel
te nemen aan een (staand) erecouloir van veteranen
op de Dam in Amsterdam. Er wordt geloot.
2. Op maandag 5 mei bij voldoende animo met een AVAdetachement deelname aan het Bevrijdingsdefilé in
Wageningen. (Meelopen of meerijden)
3. Op zaterdag 28 juni bij voldoende animo deelname
met een AVA-detachement aan het Veteranendefilé
in Den Haag. (Meelopen, meerijden of tribune;
partners zijn welkom)
4. Op zaterdag 13 september deelname aan
de Veteranenbijeenkomst tijdens de Open
Monumentendag op de Legerplaats bij Oldebroek in
‘t Harde. (Partners van harte welkom)
32
NEDERLANDS
ARTILLERIE
M U S E U M
www.nederlandsartilleriemuseum.nl
De paukenwagen en de paukenist
Kort na de oprichting van het Korps Artillerie in 1677 is, waarschijnlijk op aandrang van stadhouder Willem III, bij het
Regiment Artillerie een kales of wagen ingevoerd, waarop twee pauken waren gemonteerd “door dewelcke sal konnen
gewaer en gehoort, en tekenen gegeven werden, als de tochtpaerden (= trekpaarden) sullen opgehaelt en aengespannen
worden”.
Ook deze paukenwagen had in de eerste instantie een signaalfunctie; omdat het diepe geluid van de pauken zich over
een grote afstand kon verplaatsen, bleek de “herpocxwagen” vooral te velde van veel nut zijn. Daarnaast diende deze
bijzondere wagen echter, om met haar machtige geluid indruk te maken op vriend en vijand. Ook het showelement mag
niet worden vergeten en bekend is dat de paukenwagen in 1688, kort voor het vertrek van prins Willem III naar Engeland,
tijdens een revue op de Mookerheide alom veel bewondering wekte.
Pauken werden in die tijd als tekenen van waardigheid beschouwd en mochten slechts door elitetroepen worden gevoerd. In de beschrijving van een ooggetuige, die op 20 mei 1708 een “Nederlandse” artilleriecolonne de stad Mechelen
zag verlaten staat o.a. te lezen: “Veel aandacht trok de fraai beschilderde paukenwagen, door twee rijksgetuigde paarden
getrokken; op de wagen zat een neger van Guinea, die in een schilderachtig oosters kostuum gestoken, met veel vaardigheid twee bronzen keteltrommen of pauken bespeelde, een nieuwe vinding die door de Christenen die aan de oevers van
de Donau streden zijn ingevoerd”.
Dat de paukenist een neger was is niet vreemd, omdat het in die tijd als zeer voornaam gold negers in dienst te hebben. Zij
werden binnen het leger veel gebruikt om pauken en schellenbomen te bespelen. Dit gebruik heeft zelfs tot het midden
van de 19e eeuw bij onze strijdkrachten stand weten te houden.
De diameter van de beide op de wagen geplaatste pauken wordt aan de hand van bewaard gebleven tekeningen op meer
dan een meter geschat. Omstreeks 1760 is de paukenwagen in onbruik geraakt, waarschijnlijk omdat de artillerie vanaf
die tijd niet meer in één afzonderlijke colonne opmarcheerde.
Deze schitterende wagen van de Nederlandse artillerie is tot laat in de vorige eeuw nog in Delft bewaard gebleven en daar
vermoedelijk verloren gegaan.
Bron: Geschiedenis en Traditie, het Wapen der Artillerie
33
NEDERLANDS
ARTILLERIE
M U S E U M
www.nederlandsartilleriemuseum.nl
Heropening paviljoen 4
In 1961 is de Stichting Artillerieverzameling Oldebroek opgericht met als doelstelling het bewaren en beheren van
getuigenissen van de Nederlandse Artillerie. Na ruim 50 jaar prijst het huidige bestuur van de Historische Collectie Korps
Veldartillerie (HCKVA) zich gelukkig onze expositie van ruim 2000 jaar Artillerie in Nederland te kunnen presenteren.
Ook het laatste paviljoen wordt nu opengesteld. Dit paviljoen is gewijd aan de rol die het Wapen der Artillerie heeft
gespeeld bij het winnen van de ‘Koude Oorlog’ tot en met de operationele inzet van Nederlandse artillerie eenheden en
de Nederlandse artillerist bij militaire operaties over de hele wereld.
Op vrijdag 20 december 2013 waren vele militaire en civiele autoriteiten, veteranen en belangstellenden en niet in de
laatste plaats vrijwilligers van het NAM aanwezig bij de feestelijke (her)opening van gebouw 215 op de Legerplaats bij
Oldebroek. Na een ontvangst in de Officierscantine en een welkomstwoord van de voorzitter, Lkol art bd. H.J.D.M.
Konings, was het de beurt aan dhr. Harderwijk om het door hem van een nieuw rolpaard voorziene kanon te onthullen.
In de Operationele Inzetruimte werd als openingshandeling een drieluik over de operationele inzet van de vuursteun in
Afghanistan onthuld door de Wapenoudste der Artillerie, genm art L.J.A. Beulen, door zijn voorganger lgen art bd Ton van
Loon en de schilder, lkol inf bd Jos Gelisssen (Bosnië-veteraan). In zijn toespraak prees de Wapenoudste het enthousiasme,
de creativiteit en de inzet van de vrijwilligers van het NAM om dit laatste gebouw in het kader van zelfwerkzaamheid op te
knappen en er een expositie over de recente periode van het Wapen in te richten.
Schenkingen
Het Nederlands Artillerie Museum heeft in de afgelopen periode de volgende schenkingen mogen ontvangen.
- Dhr. J. de Jager: een stafkaart ASK met een opdracht.
- Dhr. D. Timmerman: een T-shirt 19 Afdva B Bt.
- Mw. Van ’t Veld-Wolters: een GkT art cpl.
- Lkol art b.d. H. Molman: een fotoalbum herfstoefening Dragon Zagan (Polen).
- Maj art b.d. B.H. van der Burgt: een GkT art met pet en een officiersstokje.
- Lkol b.d. F. Anemaet: een VN-baret, een VN-vlag, diverse armbanden VN, een pistoolholster, tropenhoeden
(camouflage), een beschermbril, een nestel (adjudant MvD), diverse stickers, onderscheidingstekens en PGU.
- Kap M.J.A. Alberts: een oorkonde RA, een oorlogsherinneringskruis met certificaat en 4 foto’s van de Knobbel.
- Korpsadjudant VA b.d. A.M. Mol: diverse boeken, hulzen, emblemen, rangonderscheidingstekens en tegeltjes.
- Dhr. H. van Beesten: 20 euro als dank voor de mooie rondleiding.
- Mw. Leeuwenstein: tekening paard (in krijgsgevangenschap getekend door wijlen haar echtgenoot maj ® art b.d.
drs. W. Leeuwenstein).
- Kap M.J.A. Alberts: een artilleriespeld, 5 foto’s mobilisatietijd 8 RA, een herdenkingspenning 8 RA en diverse
onderscheidingen WO2.
- Dhr. G. Schut: een oorkonde en een boek m.b.t. de Limburgse Jagers, een boek ‘De militaire belevenissen van
een voormalig wachtmeester van II-3RA’, ‘Het paardenvolk in mei 1940, Panorama van de veldartillerie’, een
oorlogszakboekje G.L. Schut (3 RA) en identiteitsplaatje, een stafkaart omg. Pilsen (anno 1943), een spotprent
op Hitler en Musolini (1944), een Reglement betreffende de krijgstucht (1923), een VS no 34 ‘Het paard en zijne
verzorging’ en paar wielsporen met kettinkjes.
- Kol b.d. ir. P. Scharp: een artilleriespeld.
- Kol art b.d. J. van Ballegooij: 2x een blauwe VN helm.
- Elnt® art b.d. J.C. Ossewijer: het enige echte Barbaraverhaal LbO 2013.
- Kap® art b.d. drs. Th.J.J. Bogaard: een DT met draagriemstel.
Alle schenkers worden bij deze nogmaals hartelijk bedankt voor hun bijdrage om het Artilleristisch erfgoed te
completeren. Heeft U nog voorwerpen en/of documentatie met een relatie naar Defensie en in het bijzonder naar de
Artillerie en waarvan U afstand wenst te doen?
In dat geval even bellen met 0525-657310, fax 657311 of e-mail [email protected] voor een afspraak
om het af te leveren in ’t Harde om het op te laten halen.
34
NEDERLANDS
ARTILLERIE
M U S E U M
www.nederlandsartilleriemuseum.nl
Gezocht
Ter completering van de Brigadezaal in paviljoen 4 wordt gezocht naar wapenschildjes of herinneringstegeltjes van de
batterijen antitank.
Artilleriefiguranten in de film “mei 1940”.
Deze film is een eindexamenfilm van lichting 2013 van de Hogeschool voor Kunsten Utrecht, opleiding audiovisuele
media. Een oorlogsverhaal dat zich afspeelt aan de Grebbelinie gedurende de meidagen van 1940. Het Nederlands
Artillerie Museum heeft zijn bijdrage geleverd door 3 figuranten, gekleed in officiersuniformen van het museum, te
leveren. Kees van Vliet, Rienk Groefsema en ondergetekende hebben een filmopnamedag meegemaakt. We zijn slechts
1 minuut in beeld, maar toch, het was wel een hele leuke belevenis. In de aftiteling zijn onze namen vermeld als
officier 1, 2 en 3 en als laatst staat met dank aan o.a. het Nederlands Artillerie Museum. Het NAM heeft een DVD van de
film ontvangen.
Kap td b.d. William Verduyn Lunel (Commissaris Groot & Rollend Materieel NAM)
Kerst in de vesting
Op 13 en 14 december gingen de bewoners in de binnenstad van Elburg 100 jaar terug in de tijd in het kader van
het evenement ‘Kerst in de Vesting’. Voor de 2e maal werd hieraan deelgenomen door vrijwilligers van het NAM in
samenwerking met de re-enactmentgroep Nederland Paraat. Deze keer met een kanon type 7 Veld.
Artillerie attenties
Via het Artilleriemuseum in ‘t Harde worden diverse artilleristische artikelen aangeboden. Een batig saldo komt ten
goede aan de exploitatie van de exposities. Bestellingen kunnen worden gedaan via [email protected]
in ’t Harde.
Lkol art bd F.T. Dürst Britt
35
Noot van de redactie:
Ereleden
Dhr.
Dhr.
Dhr.
Dhr.
Dhr.
Th. C. van der Aart
J.A.H.M. Majoie
R.P. van der Pol
A.J.A. Beekmans
F. van der Knaap
medeoprichter en eerste voorzitter
medeoprichter en ex-bestuurslid
ex-bestuurslid
ex-bestuurslid en redactielid
tweede voorzitter na oprichting
•
Kopij aanleveren in Word
•
Tekst moet plat zijn. Dus niet vet, onderstreept, met
tabs of andere opmaak. Lever eventuele opmaakwensen op een aparte uitdraai mee.
Activiteitencommissie
Lever uw kopij pas in als u er zeker van bent dat de
inhoud niet meer aan wijzigingen onderhevig is.
Auteurscorrecties hebben altijd invloed op reeds
gerealiseerde opmaak. Indien dit niet mogelijk is
omdat er b.v. ontwikkelingen gaande zijn, die u op
dat moment van schrijven nog niet weet, meldt dit
dan, dan kan er rekening mee worden gehouden.
Commissie van goede diensten
•
•
Lever altijd losse foto’s aan in jpg. Nooit foto’s in het
word document verankeren. Dit levert een te lage
resolutie op.
Aooi C.J.M. Damen
Owi F.J. Amerongen
Lid
Lid
Lid
Lid
Dhr. F. van der Knaap
Dhr. A.J.A. Beekmans
Dhr. J.Brood
Kap H.D.G. Bosch
tel: 038-4440994
tel: 076-5219238
tel: 026-3621476
tel: 06-30478527
Penningmeester
Owi J.S. de Vries
De Wimpel 9
8447 ED Heerenveen
Bankrelaties
•
•
Het formaat van de foto mag niet kleiner zijn dan
10 x 13 cm en moet in een hoge resolutie (300 dpi)
worden aangeleverd. Vergrotingen leveren bij te
klein formaat of te lage resolutie onscherpe foto’s
op of foto’s met lelijke vierkantjes (artifacten).
Geen plaatjes / foto’s van het internet gebruiken.
Deze hebben een te lage resolutie en u, en dus ook
wij, lopen het risico van inbreuk op eigendomsrecht.
ING
NL51INGB0005360680
ABN/AMRO
NL07ABNA0459322303
t.n.v. Penningmeester V.O.O.A. te Heerenveen
Secretaris VOOA
Aooi R.J. de Vos
Postbus 90004
3509 AA Utrecht
E-mail: [email protected]
www.vooa.nl
Webmaster
Mocht u om wat voor reden dan ook niet of niet geheel in
staat zijn, aan het bovenstaande te voldoen, laat dat geen
belemmering voor u zijn maar meldt dat aan de redactie.
Wij zullen i.o.m. de vormgever een oplossing proberen
te realiseren.
Aooi R.J. de Vos
Jolstraat 90
1784 NL Den Helder
Tel: 0223-660684
E-mail: [email protected]
Redactie
Aooi H.Treffers
Owi S.D. Bekkema
Wmr1 R.G.J.M.L. de Moel
Wim Speth
e-mail: [email protected]
telefoon: 06-20427335
Redactieadres
Postbus 90004
3509 AA Utrecht
E-mail [email protected]
Vormgeving
©H.H.W.
Oplage
450 exemplaren