Rotterdam in de ban van spionage

Rotterdam in de ban van spionage
Een gunstige ligging, een havenstad vol inwoners van verschillende nationaliteiten, een druk
scheepvaart- en reizigersverkeer en de neutraliteit van Nederland droegen al voor de Eerste
Wereldoorlog bij aan de ontwikkeling van Rotterdam als internationaal spionagenest.
Wellicht is de havenstad dat nog steeds.
Spionage prikkelt de verbeelding. Intriges, verleiding, verraad en actie liggen op de loer! Met
Mata Hari, James Bond, King Kong en Geheim Agent 327 betreden we het rijk van
overwegend spionagefictie en bijvoorbeeld met Richard B. Tinsley en Hilmar Dierks,
waarover later meer, het terrein van de spionagewerkelijkheid.
Hoewel? Mata Hari is wel degelijk in Rotterdam geweest, spion King Kong ligt begraven op
Crooswijk en James Bond komt eraan, weliswaar als onderwerp van een grote
tentoonstelling in de Kunsthal vanaf 12 oktober, maar toch… En oh ja, stripagent 327
(begonnen als James Bond persiflage) groeide volgens tekenaar Martin Lodewijk op in
Feijenoord.
Welke bewijzen zijn er voor spionage, wat is waar en wat is niet waar? Hoe doe je eigenlijk
onderzoek in archieven naar spionage. Zijn er archieven van inlichtingendiensten die vrij
toegankelijk zijn? Meestal is dat niet het geval. Met de Duitse inval in 1940 zijn ook nog eens
de nodige archiefbescheiden bijvoorbeeld van de toenmalige militaire inlichtingendienst GS
III preventief vernietigd. Een paar jaar eerder schoonde hoofdcommissaris Louis Einthoven
het Rotterdamse politiearchief op wat betreft gevoelige (contra)spionagestukken uit de
Eerste Wereldoorlog. De zogenaamde ‘spionnenkaart’ die desondanks is aangetroffen in het
Rotterdamse politiearchief, een door de Duitsers opgemaakte ‘Graphische Darstellung der
feindlichen Spionagen Büro’s’, is dus echt een uniek archiefstuk. Op de kaart is duidelijk te
zien dat Rotterdam het spionagecentrum bij uitstek is met vertakkingen tot en met
Maastricht. Spionage, zo lijkt het wel, volgde de loop van de grote rivieren. Engelse,
Russische, Belgische en Franse kantoren en contactpersonen staan op de kaart vermeld. De
Duitsers zaten zelf natuurlijk ook in de getoonde locaties.
Spionnennetwerk, in kaart gebracht door de Duitse inlichtingendienst, Stadsarchief Rotterdam.
[Dit stuk dingt mee naar de verkiezing van Archiefstuk van het jaar 2014. Stem:
http://www.onsdna.nl/stuk-van-het-jaar ]
Leuk zo’n spionnenkaart van een spionnennest, maar wie is nu precies wie? Al voor de
oorlog had de Duitse inlichtingendienst een kantoor in Rotterdam, om precies te zijn in
het Keizerlijke Duitse consulaat-generaal in het Witte Huis. Van daaruit brachten zij het
op de kaart geschetste spionagenetwerk in beeld.
Centraal in Rotterdam staat, aldus de Duitsers, de Engelsman Richard B. Tinsley,
bijgenaamd T. De Britten runden hun inlichtingenzaak vanuit het kantoor van de Uranium
Steamship Company onder leiding van directeur Tinsley, gevestigd aan de Boompjes
nummer 76a. De rechterhand van Tinsley was de Rus Dmitry de Peterson. Hij staat dan
ook op de kaart in de blauwe cirkel (Rotterdam) onder Tinsley vermeld, net als de ons
onbekende Dr. Van Selm.
De Amsterdamse agent van Tinsley was Kurt Alfred Tobiansky d’Althoff, onder meer
verbonden aan het Britse Belgian Relief Committee dat dus meer deed dan
vluchtelingenhulp. In Amsterdam opereerden daarnaast onder meer: Charles Tripp, A.J.
Cook en Carl Wilmer.
De Haagse connectie van Tinsley was Paul Boucabeille van de Franse
contraspionagedienst. En zo gaat het maar door. Op de spionnenkaart figureren onder
meer nog: de Belg Pierre Hoet die in dienst was van Wallinger (Londen) en in contact
stond met de Rotterdamse politie en verder in Rotterdam Lesdain, Miellet, Van Dijk
Korsten, Müller & Co (Batavierenlijn), in Breda Van Hieffden en Robinson, in Utrecht
Jacobs Spanjaard, in Heerlen Javaux en Vincentowitsch, in Maastricht onder anderen
Paul en in Vlissingen bijvoorbeeld Van Tichelen.
01 Eerste Wereldoorlog
In 2012 verscheen het boek ‘Spionnennest 1914-1918 Spionage vanuit Nederland in België,
Duitsland en Engeland’, door Edwin Ruis. De hoofdrol in dit boek is weggelegd voor
Rotterdam: “Vanaf 1914 wordt het neutrale Nederland een broeinest van internationale
intrige en spionage. Strategisch gelegen tussen Duitsland en Engeland vormt Nederland een
perfecte uitvalsbasis voor Duitse spionage in Groot-Brittannië en Britse spionage in Duitsland
en vooral bezet België. Veel Nederlanders en Belgische vluchtelingen laten zich in met
spionage voor geheime diensten en betalen daarvoor soms de hoogste prijs. De executie
van de Nederlandse Mata Hari is dan ook zeker geen incident.”
Zie:
http://www.scientias.nl/nederland-spionage-paradijs/99240
http://historiek.net/spionnennest-1914-1918/15455/#.VARQ0KMmRc8
In de jaren van de Eerste Wereldoorlog zagen de moderne inlichtingendiensten het licht met
boeiende personages als Richard Tinsley, Hilmar Dierks en politie-inspecteurs zoals
François van 't Sant.
Al voor de oorlog had de Duitse inlichtingendienst een kantoor in Rotterdam, om precies
te zijn in het Keizerlijke Duitse consulaat-generaal in het Witte Huis. Van daaruit
brachten zij het op de kaart geschetste spionagenetwerk in beeld. Centraal in Rotterdam
stond, aldus de Duitsers, de Engelsman Richard B. Tinsley, bijgenaamd T. De Britten
runden hun inlichtingenzaak vanuit het kantoor van de Uranium Steamship Company
onder leiding van directeur Tinsley, gevestigd aan de Boompjes nummer 76a.
Zie over Tinsley: : http://www.nisa-intelligence.nl/PDF-bestanden/Tinsley.pdf
François van 't Sant , hoofdcommissaris van politie, particulier secretaris van koningin
Wilhelmina (Den Helder 11-2-1883 - Rotterdam 3-6-1966). Trad in 1906 in dienst bij de
Rotterdamse gemeentepolitie. Hij begon er als schrijver, maar kreeg al na een halfjaar de
inspecteursrang - een buitengewone prestatie. In 1910 werd hij belast met de leiding van de
rivierpolitie. In deze functie kwam hij in aanraking met het inlichtingenwerk, dat in zijn leven
zo'n grote rol zou spelen. In de Eerste Wereldoorlog was de doorvoerhaven Rotterdam een
belangrijke operatiebasis, vooral voor de Duitse en Britse inlichtingendiensten. Dat de
Nederlandse geheime dienst, de sectie III van de Generale Staf (GS III), in deze activiteiten
geïnteresseerd was spreekt vanzelf, terwijl het eveneens logisch was dat GS III een beroep
deed op Van 't Sant. Deze slaagde erin, onder meer door het aanwerven van geheime
agenten, gegevens boven water te krijgen die voor de Nederlandse, maar vooral voor de
Britse inlichtingendienst (waarmee GS III samenwerkte) van groot belang waren. Het lag dan
ook in de rede dat Van 't Sants geheime activiteiten voor het overgrote deel door de Britten
werden gefinancierd. Om de schijn van neutraliteit op te houden onderhield Van 't Sant ook
relaties met de representant van de Duitse inlichtingendienst in Rotterdam.
Zie over Van ’t Sant: http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn2/sant
Francois van ’t Sant en Richard Bolton Tinsley woonden overigens beiden aan de
Heemraadsingel. Wie hun boeiende geschiedenis wil volgen mag deze informatie niet
overslaan :
http://www.heemraadssingel.nl/1914-1918%20spionnen%20aan%20de%20heemraadssingel.htm
En dan is er nog de webpagina van Friso de Zeeuw, Mijn opa (Theo Meulkens) was spion
(hij werkte voor Tinsley). Zie: http://www.frisodezeeuw.nl/mijn-opa-spion
Van Duitse kant mag niet ontbreken de al eerder genoemde Hilmar Dierks, ‘an international
spymaster and mystery man’. Zie over hem:
http://www.nisa-intelligence.nl/PDF-bestanden/Dierks.pdf
En om Mata Hari kunnen we al helemaal niet heen. In 1917 maakte een Frans vuurpeloton
een einde aan het leven van Margaretha Geertruida Zelle, beter bekend als Mata Hari. Ze is
ongetwijfeld de beroemdste, maar zeker niet de enige Nederlandse burger die tijdens de
Eerste Wereldoorlog wegens spionage werd geëxecuteerd. Op 30 juli 1915 maakten in de
Londense Tower schoten een einde aan het leven van Heicke Janssen en Willem Roos,
twee zeelieden/spionnen afkomstig uit Rotterdam. Jansen en Roos zijn ondanks hun
executie niet beroemd geworden in onze Vaderlandse geschiedenis. Ze stierven overigens
niet voor koningin en vaderland maar voor keizer en Duitsland, want ze spioneerden voor de
Duitsers onder dekmantel van de firma Dierks & Co in Den Haag, in werkelijkheid de
Nachrichtung-Abteilung van de Duitse geheime dienst, geleid door Hilmar Dierks.
En Mata Hari? In 1916 probeerde ze tevergeefs een visum te bemachtigen bij het Britse
consulaat in Rotterdam. Ze wilde naar Parijs via Engeland. De Britten verdachten haar al van
spionage voor de Duitsers. Richard B. Tinsley (1875-1944), wiens naam op de
spionnenkaart staat, was directeur van de Uranium Steamship Company in Rotterdam,
feitelijk hoofd van de Britse inlichtingendienst alhier (bekend als T). Tinsley had Mata Hari in
het vizier als mogelijke spionne nadat hem ter ore was gekomen dat Mata Hari een
substantieel bedrag zou hebben ontvangen van de Duitse ambassade in Den Haag. Haar
komst naar Engeland werd als ‘onwenselijk’ bestempeld. Mata Hari nam een andere route,
een route die eindigde voor een Frans vuurpeleton.
Zie: http://www.scientias.nl/beroemd-en-omstreden-mata-hari/20640
Het Britse Nationaal Archief heeft in totaal meer dan 150 dossiers op internet geplaatst over
mensen en organisaties die betrokken waren bij spionage of in de gaten werden gehouden
tijdens de Eerste Wereldoorlog. Die begon dit jaar honderd jaar geleden.
Over Mata Hari zijn onder meer foto's te zien van krantenpagina's en andere publicaties over
haar arrestatie, veroordeling en executie. Ook zijn brieven en een rapport over een
ondervraging te bekijken.
02 Interbellum
1938. Een tegenstander van het Russische regime is met een bomaanslag op de Coolsingel
om het leven gebracht. Het slachtoffer was Yevhen Konovalets, de leider van de
anticommunistische Oekraïense Vrijheidsbeweging. Afzender van het explosieve pakket: de
hoogste man in het Kremlin..
In een boek van oud-hoofdcommissaris Jan Blaauw over moorden in Rotterdam wordt
stilgestaan bij de on-Nederlandse aanslag op de Coolsingel. Het is een verhaal dat
vermoedelijk maar weinig Rotterdammers kennen.
Met een enorme explosie werd maandagmiddag 23 mei 1938 een einde gemaakt aan het
leven van een man die volgens zijn Duitse paspoort Josef Novac was. Een vreemdeling
meldde zich later voor het slachtoffer. Die zei echter dat het ging om Konovalets, een
voorstander van een zelfstandig Oekraïne. Hij wist ook dat ene Waluch uit Oekraïne het
vertrouwen had gewonnen van Konovalets en hem ook pakketjes met chocolade en
sigaretten gaf. De verklaring van een getuige sloot aan op deze versie. De getuige had op de
dag van de aanslag de overhandiging van zo'n pakketje aan Konovalets gezien. Zo werd het
aannemelijk dat de gever van het pakketje de Oekraïense vrijheidsstrijder had vermoord.
In 1994 werd meer duidelijkheid geschapen. Een voormalige agent van Stalins geheime
dienst schreef in zijn memoires dat hij in restaurant Atlanta het bompakketje aan Konovalets
had gegeven. Hij had gehandeld in opdracht van Stalin. De Sovjet-dictator beschouwde de
Oekraïener als staatsvijand nummer één.
Zie over Jehven Konavalets: http://nl.wikipedia.org/wiki/Jevhen_Konovalets
http://historiek.net/de-bonbon-aanslag/42952/#.VBmWq6MmRc8
http://www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/archief/article/detail/3446995/2013/05/25/Politiekemoord-in-Rotterdam.dhtml
http://www.stadsarchief.rotterdam.nl/moordaanslag-op-konovalets
(met link naar gedigitaliseerd politiedossier)
03 Tweede Wereldoorlog
Hier kunnen we niet heen om de Rotterdamse dubbelspion KingKong. Zie:
http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn4/lindema
Christiaan Antonius Lindemans, (bekend onder de naam King Kong), dubbelspion
(Rotterdam 24-10-1912 - Scheveningen 20-7-1946). Na een mislukte HBS-opleiding
behaalde Chris Lindemans in 1929 aan de ambachtsschool het diploma automonteur. Hij
groeide op in een welgesteld milieu en kon zich een auto veroorloven en zweefvlieglessen
nemen. Sportief van aanleg beoefende hij onder meer de bokssport. Lindemans had de
neiging indruk te willen maken en risico's te nemen. Vanwege zijn forse gestalte en
bravoureachtige gedrag noemde men hem al in zijn jeugd 'King Kong', naar de reuzegorilla
uit de gelijknamige Amerikaanse speelfilm, die toentertijd furore maakte. In 1934 kreeg hij
een zo ernstig motorongeluk dat hij aan de gevolgen daarvan een blijvende invaliditeit - een
slepend linkerbeen en een gedeeltelijk verlamde linkerarm - overhield.
In 1939 kwam Lindemans in zijn woonplaats Rotterdam in contact met de Britse geheime
dienst. Hij werd echter geen agent van betekenis. Tot aan de capitulatie van Nederland hield
hij zich voornamelijk bezig met het verzamelen van informatie over scheepsbewegingen in
de Rotterdamse haven. Lindemans slaagde er in 1944 gegevens te verzamelen over de
aanstaande grote militaire operatie 'Market Garden', het geallieerde plan om met een
gecombineerde aanval van luchtlandings- en grondtroepen de bruggen over de Maas
(Grave), de Waal (Nijmegen) en de Rijn (Arnhem) te veroveren. Deze operatie zou door hem
aan de Duitsers zijn verraden. De Duitse militaire autoriteiten hebben echter zijn informatie
niet benut, zodat het 'verraad van Lindemans' zonder enige betekenis is geweest voor het
verloop van de slag.
Op 16 september was Lindemans in Eindhoven, waar hij zich, na de bevrijding van de stad,
bij de Britse inlichtingengroep voegde. Daar heeft hij toen het hoofdkwartier van prins
Bernhard verschillende keren bezocht. Ondertussen groeide het wantrouwen jegens 'King
Kong', die de held uithing en op de rand van overspanning verkeerde. Zijn arrestatie volgde
op 28 oktober 1944. Hij werd voor verhoor overgebracht naar Londen en vandaar, eind
november, naar Breda. Ten slotte werd hij, in afwachting van zijn proces, opgesloten in de
gevangenis te Scheveningen waar hij in 1946 zelfmoord pleegde.
Eind jaren zestig schreef W.F. Hermans in opdracht van de gemeente Amsterdam het
toneelstuk King Kong , dat zo controversieel werd bevonden, dat het pas in 1981, één keer,
gespeeld kon worden.
04 Koude oorlog
Wellicht minder bekend dan KingKong maar niet minder spectaculair: Meesterspion George
Blake.
George Blake wordt in 1923 in Rotterdam geboren en volgt een middelbare schoolopleiding
in Egypte. Hij maakt het bombardement op Rotterdam in 1940 mee, wordt koerier bij de
verzetsgroep rond de illegale krant Vrij Nederland en vlucht in 1943 via Frankrijk en Spanje
naar Londen. Daar meldt hij zich aan bij de Britse geheime dienst
George Blake wordt in 1945 gestationeerd in Den Haag. Na een jaar van feesten wordt hij
overgeplaatst naar Duitsland, waar hij eerst revanchistische officieren moet opsporen.
Vervolgens krijgt hij als opdracht om in de DDR spionnen voor de Britse geheime dienst te
rekruteren. Hij wordt naar Engeland teruggeroepen, waar hij Russisch leert. In 1948 wordt hij
overgeplaatst naar Korea, waar hij een station opricht, een illegale centrale.
George Blake wordt gevangen genomen door Noord-Koreaanse troepen, als hij in Korea
voor de Britten spioneert. Hij kiest voor het communisme en biedt zijn diensten aan de
Russische geheime dienst KGB aan. In 1953 wordt hij door de Koreanen vrijgelaten. Blake
wordt nu door de Britse geheime dienst in Berlijn gestationeerd, vanwaar hij waardevolle
informatie aan de KGB doorspeelt. In 1961 wordt hij door de Britten gearresteerd en tot 42
jaar gevangenis veroordeeld.
George Blake is in 1961 veroordeeld tot 42 jaar wegens spionage. Na vijf jaar uitgezeten te
hebben in de Britse Wormwood Scrubs gevangenis, weet hij te ontsnappen. Na een
spannende tocht in een camper neemt hij de wijk naar Oost-Berlijn (DDR). De KGB verleent
hem onderdak in Moskou, waar hij blijft wonen.
http://www.npogeschiedenis.nl/ovt/afleveringen/1999/Ovt-04-07-1999/Meesterspion-GeorgeBlake-deel-1.html
http://www.npogeschiedenis.nl/ovt/afleveringen/1999/Ovt-11-07-1999/Meesterspion-GeorgeBlake-deel-2.html
http://www.npogeschiedenis.nl/ovt/afleveringen/1999/Ovt-18-07-1999/Meesterspion-GeorgeBlake-deel-3.html
http://www.npogeschiedenis.nl/ovt/afleveringen/1999/Ovt-25-07-1999/Meesterspion-GeorgeBlake-deel-4.html
Bovengemiddeld boeiend is het relaas van Beatrice de Graaf over een Stasi-spion in
Rotterdam.
Generaties lang gingen Rotterdamse jonge paren op zoek naar servies en tafellinnen naar
warenhuis Jungerhans aan de Binnenweg, een landmark in de stad. Uitgerekend deze
degelijke zaak vol Wedgwood was van begin 1983 tot februari 1986 de geheime
ontmoetingsplek van een officier van het Ministerium für Staatssicherheit en zijn informant,
een 27-jarige Nederlandse student.
De student, Joeri, kwam uit een klassiek rood nest uit Hoek van Holland. Zijn vader was
havenarbeider en lid van de Communistische Partij Nederland (CPN). Joeri was begonnen
met een studie filosofie, maar zette zich liever in binnen de partij. Hij werd lid van het
Horizontaal Overleg Communisten, een groep orthodoxen die zich verzetten tegen
vernieuwende impulsen binnen de partij, zoals het feminisme.
In juli 1982 nam Joeri als lid van het Algemeen Nederlands Jeugd Verbond (ANJV), de
jongerenbeweging van de CPN, deel aan een zomercursus van de Freie Deutsche Jugend in
de DDR. Daar werd nog de ouderwetse, echte ideologie onderwezen waar hij voor stond.
Tijdens die cursus leerde hij een student Nederlands uit Oost-Berlijn kennen, met wie hij een
briefwisseling begon. Joeri bezocht zijn nieuwe vriend twee keer in de DDR: met Oud en
Nieuw in 1982 en in de zomer van 1983.
Achteraf gezien waren deze ontmoetingen reeds pogingen van het Ministerium für
Staatssicherheit (de Stasi) om westerse spionnen te rekruteren.
Zie: http://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/28797/een-stasi-spion-in-nederland.html
Van kort voor de val (november) van de Berlijnse Muur dateert deze affaire (23 oktober
1989):
Rotterdam niet verrast door spionage KGB/ Havenbedrijf fungeerde jaren als
dekmantel
Het scheepvaartbedrijf Transworld Marine Agency (TWM) in Rotterdam heeft sinds zijn
oprichting in 1972 gefungeerd als dekmantel voor Russische spionnen. Het bedrijf treedt in
de Rotterdamse haven op als agent voor de schepen van de Russische staatsrederijen, die
zijn verenigd in het bevrachtingskantoor Sovfracht. Transworld is eigendom van deze
Russische staatsonderneming. De vertegenwoordigers van Sovfracht, die in Rotterdam
kantoor hielden, waren agenten van de Russische inlichtingendienst KGB. Dit heeft het
ministerie van binnenlandse zaken gisteren bevestigd.
De Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) was volgens de woordvoerder van het ministerie
van meet af aan van de spionageactiviteiten op de hoogte. De ministers van binnen- en
buitenlandse zaken in de kabinettenDen Uyl, Van Agt en Lubbers werden door de BVD op
de hoogte gehouden.
05 Recente affaires
‘Spion voor neonazi's loopt in en uit op stadhuis Rotterdam’, aldus dagblad Trouw
26/11/1997: Van een onzer verslaggevers ROTTERDAM - De regionale inlichtingendienst
(RID), onderdeel van de Binnenlandse veiligheidsdienst, heeft na onderzoek van enkele
weken een man opgespoord die in het stadhuis van Rotterdam mogelijk heeft gefungeerd als
spion voor neonazi's. De man, die als oproepkracht regelmatig als wagenbegeleider bij het
openbaar vervoerbedrijf RET werkt, heeft meermalen kans gezien om, in burger of vermomd
als ober, door te dringen tot recepties en feestjes op het stadhuis. Aangezien zijn gedrag
nooit tot argwaan onder het personeel leidde, had hij vrij toegang tot vrijwel iedere kamer in
het stadhuis.
Of hij zich, al dan niet in opdracht van extreem-rechts, actief met infiltratie-activiteiten heeft
beziggehouden, is voor de RID, ondanks vermoedens, nog onduidelijk. Om dit nader te
onderzoeken moet burgemeester Peper daarvoor eerst aangifte doen. Pas wanneer dit het
geval is, kan de man worden gehoord. De RID kwam de man op het spoor na een
bijeenkomst van zeventig Nederlandse en Duitse neo-nazi's, op 8 november in een kerkzaal
in Rotterdam-Zuid.
16 September 2008 Politie Rotterdam ontslaat spion. De politie Rotterdam-Rijnmond heeft
een brigadier ontslagen die spioneerde voor de Marokkaanse geheime dienst. Dat heeft
het actualiteitenprogramma NOVA gemeld. De man stond goed bekend bij het korps.
De spionage kwam aan het licht doordat de AIVD dit voorjaar een tip kreeg over de man. Hij
zou politie-informatie aan de geheime dienst in Marokko doorgeven.
De AIVD waarschuwde na onderzoek de politie van Rotterdam. Die heeft hem na een eigen
onderzoek ontslagen wegens "ernstig plichtsverzuim". Het OM zal de brigadier niet vervolgen
omdat het daar te weinig aanknopingspunten voor heeft.
06 Inlichtingendiensten, de digitale wereld, big brother?
Nu.nl meldde 15 november 2010: Dreiging digitale spionage neemt toe. ROTTERDAM De dreiging van digitale spionage in Nederland neemt toe. Deze vorm van spionage wordt
gebruikt om gevoelige informatie op economisch, politiek en militair gebied te verkrijgen. Ook
is vorig jaar weer een groot aantal kwetsbaarheden in software ontdekt, waardoor Nederland
kwetsbaar blijft voor digitaal misbruik.
Dit zijn de belangrijkste conclusies in het eerste Nationale Trendrapport Cybercrime en
Digitale Veiligheid, dat maandag is uitgekomen. Hierin hebben verschillende opsporings- en
inlichtingendiensten voor het eerst een gezamenlijk beeld neergezet van cybercrime en
digitale veiligheid.
Bob de Graaff is een van de weinige serieuze experts op het gebied van de Nederlandse
inlichtingen-en veiligheidsdiensten. De historicus schreef onder andere in 1998 met
politicoloog Cees Wiebes het standaardwerk Villa Maarheeze,Lees hier meer over het boek
Villa Maarheeze de geschiedenis van de beruchte Inlichtingendienst Buitenland. In dat boek
onthulden de auteurs onder andere een plan van de Nederlandse regering om in 1986
militair in te grijpen in het Suriname van legerleider Bouterse. Ook bleek uit hun onderzoek
dat de voorloper van de Amerikaanse National Security Agency (NSA) al vanaf 1943
diplomatiek verkeer van de Nederlandse regering onderschepte.
De hoogleraar heeft de afgelopen jaren felle kritiek geuit op de uitbreiding van de
bevoegdheden van de nationale en internationale diensten, waarbij hij woorden als
'controlestaat' niet schuwde.
Een kenner dus, een insider. Met goede contacten bij de diensten waar hij onderzoek naar
doet. Hij is mede-oprichter van de Netherlands Intelligence
Studies Association (NISA De site van NISA ), een club die bestaat uit onderzoekers en (ex-)
medewerkers van de Nederlandse inlichtingendiensten, met als doel het debat over
inlichtingen- en veiligheidskwesties naar een hoger plan te tillen.
Zie: https://decorrespondent.nl/720/We-zijn-allemaal-inlichtingendienstje-geworden/22144320dd78a339
Digitale spionage, ‘sometimes you need a haysteck to find the needle’ (directeur NSA):, zie:
https://decorrespondent.nl/705/vergeet-plasterk-de-amerikanen-kunnen-er-toch-wel-bij/21682980371b0a20
Collegedagen 2014
Ook in 2014 biedt Historisch Nieuwsblad u weer een aantal inspirerende collegedagen
aan. De collegedagen bieden een unieke gelegenheid om in korte tijd op de hoogte te raken
van de nieuwste inzichten rond een historisch onderwerp. Geheime diensten en spionage.
Deze collegedag vindt plaats op 24 oktober 2014 Hoogleraar inlichtingen- en
veiligheidsstudies Bob de Graaff begint de dag met een historisch overzicht van de opkomst
van inlichtingenorganisaties tot nu. Historicus Constant Hijzen vervolgt met een college over
de institutionalisering van inlichtingendiensten in de eerste helft van de twintigste eeuw, en
Ruslandkenner Ben de Jong laat vervolgens zien hoe de KGB te werk ging tijdens de
Koude Oorlog. Hoogleraar conflict en veiligheid Beatrice de Graaf besluit de dag met een
lezing over terrorisme, de Stasi en de bestrijding van spionage.
Zie: http://www.historischnieuwsblad.nl/collegedagen.html