Gratis – Speciale editie Nieuws in 1914… en 2014 In deze editie: Wie weet wat? Verschillende informatiekanalen Edito : De pers in 1914. En in 2014? 1. 2. 3. 100 jaar voorpaginanieuws 1.1. Afbeeldingen en kleuren 1.2. Toon me jouw structuur, ik zeg je wie je bent 1.3. Publiciteit 1.4. Hoeveel zeg je? De prijs van een krant 1.5. Vers van de pers 1.6. Neutraliteit in 1914? Wel integendeel 1.7. Bronnen 1.8. Papier 1.9. Meer media, minder papier Wie? Wat? Waar? 2.1. Kranten en hun lezers 2.2. Economische structuur van kranten 2.3. Regionaal nieuws SHOCK! 1914 3.1 De shock van de Duitse inval en het begin van de oorlog SHOCK! 1914… Wat als er morgen oorlog uitbreekt? Op 4 augustus 1914 trekken Duitse troepen de grens over. België verkeert in shock. Sinds 1839 is de neutraliteit een waarborg geweest voor het behoud van de vrede. In de zomer van 1914 komt daar abrupt een einde aan. Het Rijksarchief in België, het CEGESOMA en de Koninklijke Bibliotheek van België reconstrueren in deze tentoonstelling de chaotische weken van de zomer en het najaar van 1914. Dag na dag kan de bezoeker deze traumatische gebeurtenissen opnieuw beleven aan de hand van officiële berichten, de geschreven pers en persoonlijke getuigenissen. www.shock1914.be PEDAGOGISCH DOSSIER Wie weet wat? Als er vandaag iets gebeurt in de wereld, dan verspreidt dat nieuws zich als een lopend vuurtje. Binnen de 5 minuten kan je op het wereldwijde web alle soorten informatie vinden over de gebeurtenissen. Ook radio en televisie zullen erover berichten. Maar zonder internet, radio of tv werd het nieuws 100 jaar geleden op een heel andere manier verspreid. Onder andere kranten en affiches brachten mensen op de hoogte van wat er zich in binnen- en buitenland afspeelde. ‘Vol rumoer was de stad in die eerste Augusti – dagen . De ban- ken werden bestormd, ook de winkels van levensmiddelen . Men bereidde zich voor op den tijd dat de stad zou omsingeld worden; men vreesde voor het , S IV 5307) erre (coll. KBR la gu Les Nouvelles de Hoe konden burgers aan informatie geraken aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog? Hoe kwamen ze te weten wat er rondom hen en in hun omgeving gebeurde? Het Nieuws van den dag 29.06.1914 (Coll. KBR) ergste.’ Getuigenis Marie-Elisabeth Belpaire, Antwerpen, 1914 ‘Wat een dag. Zondag, het Du itse ultimatum loopt af om zeven uur deze morgen. België laat ofwel de Duitsers door of verklaart de oorlog. België heeft geantwo ord: Verdomme! Paniek! Om 11 u wordt gez egd dat de Duitsers al in Landen staan. Wi j beslissen terug te keren naar Brussel: geen telefoon meer, geen telegraaf, geen auto, gee n chauffeur of brood.’ Postkaart (coll. AGR, WWI 339) Getuigenis George s Terlinden, Brusse l, 3 augustus 1914 Antwoorden: Krant/Affiches, berichten/Post/Geruchten/Filmfragment/ Telefoon/Telegraaf Hiernaast zie je enkele voorbeelden die getuigen van de manier waarop de Belgen 100 jaar geleden geïnformeerd werden. Kan je er 8 verschillende uit afleiden? De verschillende informatiekanalen Postkaart (Coll. KBR) Edito DE PERS IN 1914. EN IN 2014? Sinds 1880 ging het de Belgische pers steeds meer en meer voor de wind. We kunnen zelfs zeggen dat ze in 1914 haar hoogtepunt bereikte. In datzelfde jaar werd ook de allereerste radio-uitzending uitgezonden in België, vanuit het kasteel te Laken. De geschreven pers had toen nog niets te vrezen van dit nieuwe medium, want het experiment met de radiouitzending stond nog in zijn kinderschoenen. De echte doorbraak kwam er pas rond de jaren ’30 van de 20ste eeuw. Ook van televisie en internet was er nog lang geen sprake. Wel waren er af en toe actualiteitsvertoningen in cinema- zalen, maar dit was geen wijdverspreid fenomeen. Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog was de geschreven pers het enige massamedium dat de Belgen van informatie voorzag. Zo’n 100 dagbladtitels rolden dagelijks van de drukpersen. Om nog te zwijgen van het grote aantal tijdschriften dat toen gepubliceerd werd, wel meer dan 100 titels. In welk opzicht verschilt de dagbladpers van 1914 met die van vandaag? Wat zijn de verschillen en de gelijkenissen? Dit is wat we in de volgende hoofdstukken zullen onderzoeken. We vergelijken de pers van 1914 met die van vandaag. Daarbij stellen we ook enkele open vragen. We geven er bewust geen antwoord op. Ze kunnen als aanzet dienen tot reflectie en discussie in de klas en kunnen leerlingen bewust laten nadenken over de invloed en het belang van de pers vandaag. Indien u extra documentatiemateriaal wenst, dan kunt u ons altijd contacteren. 1 100 jaar voorpaginanieuws Hier zie je de voorpagina van Vooruit van 29 juni 1914. Als je ze vergelijkt met een hedendaagse krant, dan zijn er op het eerste gezicht al duidelijke verschillen te zien. Maar ook als je de pagina van dichterbij bekijkt en de artikels gaat lezen, vallen er opmerkelijke verschillen te ontdekken. Neem er de voorpagina van een hedendaagse krant bij om de vergelijking te maken. Vooruit 1.2 Vooruit 29.06.1914 1.1 Vooruit verscheen voor het eerst in 1884 in Gent naar aanleiding van de verkiezingen. Het dagblad werd opgericht door Edward Anseele. Het is een socialistisch dagblad, ontstaan uit de gelijknamige coöperatieve maatschappij. Zowel tijdens de Eerste als de Tweede Wereldoorlog bleef de krant verschijnen, weliswaar onder Duitse censuur. De krant kende haar hoogtepunt in de jaren ’50 met een oplage van 56 000 exemplaren. In 1978 werd Vooruit voortgezet in De Morgen na een fusie met de Volksgazet. (Coll. KBR) Toon me jouw structuur, ik zeg je wie je bent Het Handelsblad, 08.08.1914 (Coll. KBR) Als we beide kranten bekijken, Vooruit van 1914 en de voorpagina van een hedendaagse krant, dan is er alvast een logische en duidelijke gelijkenis. De titel van de krant staat bovenaan. Hoe de rest van de voorpagina is opgebouwd, is duidelijk verschillend. Afbeeldingen Een van de meest in het oog springende verschillen zijn de afbeeldingen en kleuren. We kunnen ons vandaag moeilijk een krant voorstellen zonder (kleuren)foto’s op de voorpagina. En als het al eens gebeurt, dan is het vaak net om de afwezigheid ervan te benadrukken. Ook al heeft Vooruit geen beeldmateriaal op haar voorpagina, er zijn toch al afbeeldingen aanwezig in de pers van 1914. Geen kleurenfoto’s weliswaar, maar wel tekeningen en zwart-witfoto’s, al zijn die laatste eerder uitzonderlijk. Sinds de eerste helft van de 19de eeuw neemt het beeld een ruimere plaats in kranten in. Dit komt door de uitvinding van nieuwe illustratiemethodes zoals de lithografie (steendruk) en later ook de fotografie. Ze vervangen geleidelijk aan de oude technieken als hout- en kopergravures. De nieuwe technieken zorgen voor een betere en preciezere weergave van het beeldmateriaal. Het is pas sinds het einde van de 19de eeuw dat de fotografie steeds meer aan populariteit wint. Vaak kon het beeldnieuws de geschreven kranten niet bijbenen, omdat het ontwikkelen van foto’s zoveel tijd in beslag nam. Het zou tot na de Tweede Wereldoorlog duren vooraleer foto’s op regelmatiger basis in de kranten verschenen. De krant blijft tot de jaren ’50 een zwart-wituitgave, op enkele uitzonderingen na. Door de evolutie van Hoe een voorpagina er vandaag uitziet, wijkt af van een voorpagina 100 jaar geleden. Zoals ook hier bij Vooruit het geval is, bestaat de structuur van de kranten uit 1914 voornamelijk uit kolommen. Merk op dat de druktechnieken van begin 20ste eeuw wel al een opmaak mogelijk maakten van een grote titel boven een aantal kolommen. Dit zorgt ervoor dat bepaalde informatie sneller in het oog springt van de lezers. en kleuren druktechnieken wordt het mogelijk om geleidelijk aan kleur te integreren in het drukproces. Het stripverhaal en de advertenties (die alle mogelijkheden onderzoeken om in het oog te springen) krijgen als eerste kleur, ook al blijven ze lang monochroom. Het is het Belang van Limburg dat in 1970 als eerste Belgische krant een voorpagina van zijn drukpersen laat rollen in 4-kleurendruk. Het wordt echter nog wachten tot 1986 vooraleer de eerste kleurenfoto in de krant verschijnt. Eerst in Het Laatste Nieuws, daarna volgen ook de andere kranten. Het Volk 04.10.1914 (Coll. KBR) Vraag Welke invloed heeft de prominente rol van het beeld op onze perceptie van het nieuws? Het Volk 13.11.1989 (Coll. KBR) Vandaag bestaat een krant uit rubrieken. Artikels worden gerangschikt naargelang het soort onderwerp dat ze behandelen: binnenland, buitenland, politiek, maatschappij, regionaal, economie, sport, cultuur, human interest … De benaming van de rubrieken, het belang en de rangschikking ervan hangen nauw samen met de editoriale lijn van de krant. 1.3 Publiciteit in 1914 terug op de laatste pagina(’s) van de kranten. De aanwezigheid van reclame of publiciteit gaat hand in hand met de massificatie en democratisering van het nieuws of de informatie. Begin 20ste eeuw zorgen de advertenties voor inkomsten voor de krant. Deze inkomsten zorgen ervoor de krant gedrukt kan worden, de journalisten betaald. Ook vandaag is publiciteit een belangrijke inkomstenbron voor de geschreven pers. Ze overschrijdt heel vaak de inkomsten die uit de losse krantenverkoop en abonnementen wordt gehaald. Uitzonderingen zijn de Gazet van Antwerpen, Het Laatste Nieuws en De Tijd alsook Vers l’Avenir aan Franstalige kant. Even een voorbeeld. In 2010 werd voor zo’n 761 miljoen euro geïnvesteerd in publiciteit in de nationale kranten, terwijl de opbrengst van de verkoop ‘slechts’ 558 miljoen euro vertegenwoordigde. 1.4 Hoeveel zeg je? Hoewel er op de voorpagina van Vooruit geen advertenties te zien zijn, zijn ze wel degelijk aanwezig in de krant. Heel vaak vind je ze Voor de duidelijkheid moeten we hier ook bij vermelden dat zowel de Vlaamse als de Franse Gemeenschap ieder jaar een geldelijke toelage geeft. Vraag Verandert de berichtgeving in functie van de inkomsten van advertenties volgens jou? Weetje Toen in december 1887 het Franstalig dagblad Le Soir van de drukpersen rolde, werd de krant volledig gefinancierd door inkomsten uit de reclame. Het blad werd gratis verspreid in de stad en wie op het platteland woonde, betaalde 2,25 Belgische frank per trimester. Metro functioneert min of meer volgens hetzelfde principe, net zoals gratis nieuwssites. Normaliter kost het verspreiden van nieuws geld. Dus, als iemand er gratis toegang toe heeft, dan zit er een financiering achter. Met welk doel? Deze vraag kan je jezelf stellen vooraleer je een bepaalde krant gaat lezen. De prijs van een krant Vooruit van 29 juni 1914 kostte 3 centiem. Kranten waren relatief duur in het begin van de 20ste eeuw. We vergelijken even met de kostprijs van andere producten in die periode: 1 kg koffie kostte 7,5 centiem, een stuk zeep 0,7 centiem en een brood iets minder dan 1 centiem. Vandaag kost een krant gemiddeld € 1,40 (in de week). Een klein brood kost ongeveer hetzelfde. Hoewel een krant uit 1914 relatief duur was in vergelijking met vandaag, kostte ze toen al stukken minder dan in het begin van de 19 eeuw. Dit kon dankzij de industriële omwenteling in de pers. Deze omwenteling hield verschillende factoren in: het gebruik van de linotype of regelzetmachine, de uitvinding van de rotatiepers en de daling van de papierprijs. Daarde Vooruit 30-06-1914 naast werd ook de zegelbelasting afgeschaft (1848) en genereerden kranten ook inkomsten uit publiciteit. Dit alles zorgde ervoor dat kranten sneller en voor een lagere prijs konden worden gedrukt. Vanaf het eind van de 19de eeuw kunnen we spreken van een doorbraak van de krant als massamedium. Dit komt onder andere door de industriële omwenteling in de krantenproductie, maar ook andere factoren hebben een rol gespeeld, al zijn die wat België betreft van een latere datum. Het invoeren van de leerplicht in 1914 zorgt ervoor dat de ongeletterdheid onder de bevolking afneemt. Ook de uitbreiding van het kiesrecht speelt een belangrijke rol. De bevolking wordt steeds meer betrokken bij het politieke leven. Ook de verstedelijking heeft zijn invloed. Mensen zijn op zoek naar een medium om hun isolement in de stad te doorbreken en op de hoogte te blijven van dagelijkse informatie, inclusief human-interestnieuws en nieuwtjes over het uitgaansleven. Analfabetisme Hoewel de ongeletterdheid sterk gaat dalen vanaf het einde van de 19de eeuw, is ze in België nog relatief hoog in 1914. Zo’n 25% van de bevolking is analfabeet. De invoering van de leerplicht brengt daar verandering in. Vanaf nu was het wettelijk verplicht dat kinderen van 6 tot 14 jaar naar school gingen. Vandaag is zo’n 10% van de Belgische bevolking analfabeet. 1.5 Vers van de pers Kranten verschenen meerdere keren per dag, ook op zondag. In de kop van de Gazet van Antwerpen zie je een legende die verwijst naar de uitgave in kwestie. Er is een middag- krant, er verschijnt er één om 15.00 uur en een avondeditie om 17.00 uur. Niet zo verwonderlijk als je weet dat de kranten in die tijd het enige medium waren dat de mensen van ‘vers’ nieuws kon voorzien. Radio en televisie komen pas jaren later op de markt. Dankzij de telefoon en de telegraaf was het ook mogelijk om 3 edities per dag uit te geven. ’50), is het niet meer noodzakelijk dat er meerdere edities per dag verschijnen. Vandaag geven radio en televisie ons nog steeds meerdere nieuwsbulletins per dag. Om maar te zwijgen van de niet aflatende informatiestroom die het internet ons bezorgt. Vers nieuws wordt zo goed als onmiddellijk op het internet geplaatst en verder geüpdatet indien wenselijk. Vandaag zijn ‘live’ en het ‘nu’ heer en meester in de media. Eenmaal radio en televisie hun intrede doen bij het merendeel van de bevolking (radio in de jaren ’30, televisie in de jaren Vraag Heeft de korte tijdspanne tussen de nieuwsgaring van de journalist en het doorgeven aan het publiek consequenties voor de kwaliteit van het nieuwsbericht? Heeft de journalist echt de tijd om alle basisbeginselen van zijn beroep toe te passen: verifiëren, controleren, analyseren, aanvullen, formuleren? Weetje Het Handelsblad 08.08.1914 (Coll. KBR) Het is uiteindelijk de NMBS die komaf zal maken met de zondagsedities van de krant. Vanaf de jaren ’50 worden weekbladen populair, denk maar aan vrouwenblaadjes als Libelle (opgericht in 1946) of informatieweekbladen als Knack (1971) of jongerenblaadjes als Joepie (1973). De weekbladen kennen een enorm succes en worden vooral tijdens het weekend gelezen. Wie vroeger de dagbladpers las, krijgt een steeds ruimere keuze door het ontstaan van steeds meer tijdschriften die zich gaan toespitsen op een bepaald publiek of thema. De verkoop van weekendkranten gaat drastisch dalen. Zo sterk zelfs dat de NMBS besluit om de treinen die de kranten moesten verspreiden niet meer te laten rijden op zondag. 1.6 Neutraliteit in 1914? Wel integendeel Onder de kop van Vooruit lezen we ‘Dagblad der Belgische Werkliedenpartij’. Deze ‘banner’ laat expliciet weten aan de lezers waarvoor het dagblad staat en geeft de editoriale lijn van de krant weer. Als je in 1914 de Vooruit koopt, dan weet je dat je vanuit een socialistisch oogpunt het nieuws zult krijgen. Naast sociale zijn er ook liberale en katholieke kranten. In 1914 is de dagbladpers voornamelijk een opiniepers. Dat betekent dat onder andere politieke debatten en verkiezingspropaganda via de kranten gevoerd worden. Het doel van de kranten was de publieke opinie te gaan beïnvloeden. In de 20ste eeuw hebben we in België drie politieke families: de socialisten, liberalen en katholieken. Bij elk van die politieke familie hoort een partij maar even goed een lokaal netwerk van organisaties. Denk aan syndicaten, mutualiteiten, jeugdbewegingen, scholen, culturele en sociale instellingen enzovoort. We spreken hier van verzuiling, de verdeling van de samenleving in groepen op basis van hun levensbeschouwing of hun sociaaleconomische basis. Binnen de zuilen kunnen er nog verdere opsplitsingen ontstaan. Zo had de katholieke zuil bijvoorbeeld de conservatieve en democratische christenen. Hetzelfde geldt ook voor de kranten. De meeste dagbladen opereren als een onafhankelijk privébedrijf, maar stellen zich wel op als spreekbuis van een bepaalde partij. Het Volk en Vooruit waren wel rechtstreeks financieel afhankelijk van een partij: Het Volk van de christelijke werknemersbeweging en Vooruit van de socialistische partij. Er is één krant die zich ver van deze verzuiling houdt en beweert een neutrale krant te zijn: Le Soir. Deze krant wil zich enkel en alleen wijden aan het verspreiden van informatie, zonder politiek gekleurd te zijn. Verzuiling in de pers bleef bestaan tot het einde van de jaren ’60, begin jaren ’70. Vanaf dan gaan kranten zich op ideologisch vlak steeds meer distantiëren van politieke families. Vandaag spreken we van informatiepers in plaats van opiniepers. Hoewel ze nog een soort ‘ideologisch DNA’ hebben, willen ze dit uiten los van om het even welke partij. Ze mijden ook geen kritiek op de politieke familie waar ze ooit uit voortkwamen. 1.7 Bronnen Er is een groot verschil qua bronnenvermelding tussen kranten uit 1914 en vandaag. Kranten van 100 jaar geleden vermelden zo goed als geen bronnen. Wel komt er een bronvermelding bij het edito of terugkerende rubrieken van de krant. Dit omdat het om een persoonlijke mening gaat van de auteur. Dit is een courant fenomeen uit die tijd. De artikels op de voorpagina van Vooruit bijvoorbeeld hebben geen signatuur. Hieronder een overzicht van enkele van de belangrijkste Belgische kranten in 1914. Ze staan al opgelijst in kolommen. Kan jij er de zuil boven plakken? De Katholieken De katholieke zuil is heel aanwezig op het platteland en in kleine en middelgrote steden. Ze worden gesteund door de geestelijken. Van 1884 tot 1919 heeft de Katholieke Partij de absolute meerderheid in het Parlement. De Socialisten Een van hun belangrijkste strijdpunten was het invoeren van het algemeen enkelvoudig stemrecht. Daarnaast ijverden ze ook voor rechten die de arbeiders beschermden; over het algemeen waren ze antiklerikaal en antimilitair. Neutrale kranten Deze kranten willen zich niet laten leiden door politieke aspiraties. Hun doel is informatie verspreiden zonder politieke kleur. Vandaag zijn er voor de journalisten veel wegen die leiden Le Soir (1887) Gentenaar (1879) La Meuse (1856) Het Volk (1891) Gazet van Antwerpen (1891) De Liberalen De Liberalen willen de invloed van de Kerk beperken in de politiek en het onderwijs. Ze zijn voorstanders van een economische politiek die ijvert voor vrijheid van ondernemen, concurrentiestrijd en vrije handel. Waar halen de kranten dan hun nieuws vandaan? Er zijn verschillende mogelijkheden. In de tweede helft van de 19de eeuw zien de eerste persagentschappen het levenslicht: Havas (wat later Agence France Presse wordt - 1935), Reuter (1841) en Associated Press (1848). Het agentschap Belga komt er pas in 1921. Daarnaast zorgen de uitvinding en verspreiding van de telefoon, de ontwikkeling van draadloze telegrafische verbindingen en later de uitvinding van de telex voor een snellere verspreiding van informatie naar de redacties van de kranten. ) Het Nieuws van den Dag (1885 ) Het Nieuws van den Dag (1885 Vooruit (1884) Le Peuple (1860) tot informatie. Het internet, de radio, de straat, gesprekken met collega’s, persagentschappen, woordvoerders, onderzoekers, persconferenties … Het zijn allemaal mogelijke kanalen waarlangs de journalist informatie kan oppikken. Bij de meeste artikels kan je achterhalen waar de journalist zijn informatie gehaald heeft. Berichten van persagentschappen worden vaak letterlijk overgenomen. Dit gebeurt vaak in de Metro. Ofwel worden initialen, namen van onderzoekers of instellingen als bron gegeven. Als het om een anonieme bron gaat, zal de krant het hebben over ‘een welingelichte bron’ of een andere benaming. Een journalist heeft er alle belang bij om zijn bronnen te checken en dubbelchecken. De algemene regel luidt dat je bron pas geloofwaardig is als twee van elkaar onafhankelijke bronnen het nieuws bevestigen. Vraag Het Laatste Nieuws (18 88) De Nieuwe Gazet (189 7) La Dernière Heure (190 6) L’Indépend ance belge (1843) (Coll. KBR, S IV 8970) (Coll. KBR, S IV 7906) Het Handelsblad 13.08.1914 (Coll. KBR) Heeft de publieke opinie of hebben de commentaren van lezers op nieuwsfora een andere invloed op berichtgeving? 1.8 Papier In 1914 las de Belg zijn krant op papier en enkel op papier. Vandaag kan je jouw krant nog steeds op papier lezen, maar evengoed op je tablet, smartphone, computer … Weetje Papier dat werd gebruikt voor boeken en kranten in de 19de eeuw en de eerste helft van de 20ste eeuw, lijdt aan een ‘dodelijke’ ziekte: verzuring. Door interactie van de verschillende bestanddelen waaruit dit papier gemaakt werd (lignine, chloor, lijm …) gaan de cellulosecellen waaruit het papier is opgebouwd afbreken. Het papier wordt geel, bruin en gaat afbrokkelen bij de minste aanraking. Het digitaliseren van deze documen(Coll. KBR, S IV 5685) ten zorgt ervoor dat ze bewaard en consulteerbaar blijven. De Koninklijke Bibliotheek heeft al een groot deel van haar krantencollectie gedigitaliseerd. Ondertussen is het mogelijk om meer dan 3 miljoen krantenpagina’s online te consulteren. Ze zijn afkomstig van een 70-tal Belgische krantentitels uit de 19de en 20ste eeuw. Je kan deze kranten online raadplegen in de leeszaal van de afdeling Kranten en hedendaagse media. Niet te verwarren 1.9 Meer media, Op hoeveel exemplaren werden kranten begin 20ste eeuw gedrukt? Het was een gouden eeuw voor de geschreven pers. In 1920 verscheen Vooruit op 43 000 exemplaren, Het Laatste Nieuws op 76 000 en Gazet van Antwerpen op 84 500 exemplaren. Sommige kranten vermelden hun oplage op hun voorpagina. Deze cijfers verdubbelen met gemak als we 20 jaar verder gaan kijken. De Vlaamse pers gaat met reuzensprongen vooruit en dat komt onder meer door de geleidelijke vernederlandsing en de schoolplicht die in 1914 werd ingevoerd. Ook het invoeren van het algemeen enkelvoudig stemrecht heeft daarbij een rol gespeeld. Rond het midden van de jaren ’70 komt er een stagnatie in de oplagecijfers van de minder papier Het Laatste Nieuws – 11-05-1940 (Coll. KBR, JB 835) geschreven pers, niet enkel in België maar ook in de rest van de wereld. In België verzamelt het Centrum voor Informatie over de Media (CIM) cijfers die een beeld geven van de verspreiding en het bereik van de verschillende media. Een paar keer per jaar geeft ze die cijfers ook vrij. In het algemeen kunnen we stellen dat tot het midden van de jaren ’70 de geschreven pers steeds meer oplages verkocht. Vanaf het einde van de 20ste eeuw kunnen we van een echte daling spreken. Sinds het begin van de 21 eeuw wordt er zelfs gesproken van een crisis binnen de geschreven pers. Dit medium moet vandaag het hoofd bieden aan een nieuwe uitdaging: zichzelf opnieuw uitvinden. OPLAGE: het aantal effectief gedrukte exemplaren van de krant VERSPREIDING: het aantal effectief verkochte exemplaren LEZERSBEREIK: het aantal personen die de krant gelezen of doorbladerd hebben (op basis van de cijfers van het Centrum voor Informatie over de Media – CIM) Evolutie van het Belgische medialandschap van 1940 tot 2001 ste 2 2 Wie? Wat? Waar? .1 Kranten en hun lezers Naarmate het lezerspubliek zich steeds meer uitbreidt (denk aan de invoer van de leerplicht en steeds meer geletterde mensen in de jaren ’20), gaan ook de kranten zich steeds meer toespitsen op een bepaald doelpubliek. We kunnen een onderscheid maken tussen een serieuze pers en een eerder populaire pers. De kwaliteitspers onderscheidt zich van de populaire kranten op verschillende manieren. Een kwaliteitskrant legt vooral de nadruk op zakelijke berichtgeving: ernstig politiek, sociaal, economisch nieuws dat uitvoerig behandeld wordt. De krant vergt ook enige inspanning van haar lezers. De artikelen zijn uitvoerig en er worden minder foto’s gebruikt. Een kwaliteitskrant volledig uitlezen vraagt een zeker engagement van de lezer. Een populaire krant daarentegen gooit het over een andere boeg. Zij besteden meer aandacht aan gerechtelijk nieuws, human interest, sensatieberichten en verhalen van de ‘gewone’ mens met veel aandacht voor bijhorende emoties. Om dit alles extra in de verf te zetten wordt veel beeldmateriaal gebruikt en spelen de koppen vaak in op emoties. Een ander kenmerk van een populaire krant is dat ook sport en faits divers een groter aandeel krijgen in de krant. Verschillende kranten zullen uiteindelijk beslissen om een zusterkrant op te richten die zich op een groter publiek richt; denk bijvoorbeeld aan het Nieuwsblad als zusterkrant van De Standaard. Het onderscheid tussen kwaliteitskranten en populaire kranten bestaat vandaag nog steeds. Het is echter moeilijk om er dat etiket, zonder meer, op te plakken. Het is aan de lezer zelf om aan te voelen welke krant hem het meest ligt en om welke reden. Op het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw kunnen we kranten via onderstaand schema situeren: Nationaal Algemeen Kwaliteit Informatiepers Nationaal Populair Kwaliteit Regionaal (Coll. KBR, S IV 5298) Opiniepers Populair (Coll. KBR S IV 6168) We kunnen dit schema aanpassen tot een hedendaagse versie, en onze kranten vandaag situeren in volgend schema: Regionaal Gespecialiseerd (Coll. KBR S IV 5086) 2.2 Economische structuur van kranten In 1914 wordt een honderdtal verschillende kranten uitgegeven in België. Het merendeel daarvan wordt door drukkerijen uitgegeven die als familiebedrijfjes gestart zijn. Kranten worden onafhankelijk uitgegeven. Vandaag worden er niet meer dan twintig dagbladtitels uitgegeven, verspreid over 5 verschillende persgroepen. Na de Tweede Wereldoorlog spreken we van een nieuw gegeven in de perswereld: concentratiepers. Kranten worden opgekocht door persorganen en krijgen een nieuwe indeling. Terzelfder tijd gaan ook steeds meer krantentitels verdwijnen, wat onder meer te maken heeft met een grote concurrentiestrijd met nieuwe soorten media die de kop opsteken vanaf de 2de helft van de 20ste eeuw. Denk aan radio en televisie, maar ook het internet dat ervoor zorgt dat de kranten zichzelf steeds opnieuw moeten uitvinden. Een overzicht van de verschillende persgroepen in 2014 Naam persgroep Mediahuis Persgroep Rossel IPM Tecteo Krantentitels De Standaard Het Nieuwsblad + De Gentenaar De Gazet van Antwerpen Het Belang van Limburg Metro (51%) Het Laatste Nieuws + De Nieuwe Gazet De Morgen Mediafin (50%): L’Echo – De Tijd Le Soir Sud Presse : La Meuse (Liège, Namur, Luxembourg) La Capitale (Bruxelles et Brabant wallon) La Nouvelle Gazette (Charleroi, Centre et Entre-Sambre et Meuse) La Province (Mons) Nord-Eclair (Mouscron, Tournai) Métro (49%) Médiafin (50%): L’Echo-De Tijd 2.3 Regionaal nieuws In 1914 is het niet uitzonderlijk dat mensen meerdere kranten kopen, vaak 2 tot 3 verschillende. Als een lezer nationaal en internationaal nieuws wil, dan koopt hij best een krant die in Brussel wordt uitgegeven. Om te weten wat er gebeurt in zijn directe omgeving kan de lezer in 1914 de volgende kranten kopen: In Antwerpen: De Gazet van Antwerpen, Het Handelsblad, Le Matin d’Anvers, La Métropole … In Brugge: Le Réveil des Flandres, Le Patriote, Le Journal de Bruges In Gent: Vooruit, De Gentenaar, Le Bien Public, La Liberté, La Flandre libérale In Oostende: Le Carillon La Libre Belgique La Dernière Heure L’Avenir / Brabant wallon Basse Sambre Le Courrier Le Courrier de l’Escaut Le Jour Verviers Huy Waremme Luxembourg Namur Entre-Sambre-et-Meuse Weetje Grenz-Echo is de enige Duitse Belgische krant. (Coll. KBR, S IV 5333) 3 SHOCK! 1914 De shock van de Duitse inval en het begin van de oorlog Op 4 augustus 1914 vallen de Duitsers België binnen. De shock voor de Belgische bevolking is groot, want de neutraliteit van België moest toch beschermd worden? Andere shocks zullen al snel volgen: de gruweldaden en vernielingen die gepaard gaan met het oprukken van de Duitse troepen door België. Een vijfde van de bevolking wordt letterlijk op straat gezet. De kranten geven, in de mate van het mogelijke, een relaas van wat er in België gebeurt. Niet alles wat gebeurde, kon of mocht in de kranten verschijnen. De nationale pers hield soms bewust informatie achter in het belang van de verdediging van het land. De bevolking heeft het moeilijk met het ontbreken van nieuws: Vooruit 28-10-1914 (Coll. KBR, J.B. 838) van de militaire censuur, die bladen ophief wanneer zij de waarheid durfden verkonden.’ Krantenverkoper die verboden kranten aanbiedt, s.d. (Coll. privée) Virginie Loveling 10 oktober 1914: ‘De kranten hebben alles verbloemd. Ons volk is moeten wijken voor de overmacht. Telkens en telkens kwamen er? verhalen van zege: de Duitschers waren gevlucht, hadden zich overgegeven daar of ginder na ernstige verliezen te hebben ondergaan. Aldus was het ook tijdens den oorlog van Transvaal: de boeren wonnen steeds overal volgens de dagbladtijdingen, die wisten dat de openbare meening sic? met hen was. Nu eerst wordt geweten dat de vijand den 7 augustus in Luik was en dat het fort van Loncin den 16e viel. De forten houden stand, verzekerde mij gisteren nog een oud – officier.’ Le chiffon de papier deviendra leur linceul ! (Coll. KBR, S III 9132) ‘Allerlei nieuws deed de ronde. Niet altijd betrouwbaar, vooral als het uit officieele bron kwam. De pers loog stelselmatig het publiek voor. Zoo bleef de Métropole tot op den vooravond van den val van Antwerpen beweren, dat de forten niet in te nemen waren. Dit geschiedde natuurlijk op bevel Hoe verder de Duitsers oprukken, hoe meer kranten er verdwijnen. Op 20 augustus nemen de Duitsers de stad Brussel in. Geen enkel dagblad verschijnt er nog. Eenmaal de Duitse bezetter zich geïnstalleerd heeft, verschijnen er opnieuw kranten, op verschillende manieren. De kranten die officieel verschijnen, doen dat onder Duitse censuur. Mensen willen echter berichtgeving die niet is gecensureerd. Er zullen ook krantjes verschijnen die in het geheim getypt en gedrukt en verspreid worden. Een nieuw type pers ontstaat: de clandestiene pers. Het bekendste voorbeeld is zonder twijfel La Libre Belgique, opgericht in februari 1915. Andere vooroorlogse kranten beslissen om vanuit het buitenland uit te geven in neutrale, niet geallieerde landen. Afbeelding uit Le Pourquoi Pas? (Coll. KBR)
© Copyright 2024 ExpyDoc