Nieuws in 1914... en 2014 - Koninklijke Bibliotheek van België

Gratis – Speciale editie
Nieuws
in 1914…
en
2014
In deze editie:
Wie weet wat?
Verschillende informatiekanalen
Edito : De pers in 1914. En in 2014?
1.
2.
3.
100 jaar voorpaginanieuws
1.1. Afbeeldingen en kleuren
1.2. Toon me jouw structuur, ik zeg
je wie je bent
1.3. Publiciteit
1.4. Hoeveel zeg je? De prijs van een
krant
1.5. Vers van de pers
1.6. Neutraliteit in 1914? Wel
integendeel
1.7. Bronnen
1.8. Papier
1.9. Meer media, minder papier
Wie? Wat? Waar?
2.1. Kranten en hun lezers
2.2. Economische structuur van kranten
2.3. Regionaal nieuws
SHOCK! 1914
3.1 De shock van de Duitse inval
en het begin van de oorlog
SHOCK! 1914… Wat als
er morgen oorlog uitbreekt?
Op 4 augustus 1914 trekken Duitse troepen de
grens over. België verkeert in shock. Sinds 1839 is
de neutraliteit een waarborg geweest voor het behoud van de vrede. In de zomer van 1914 komt daar
abrupt een einde aan. Het Rijksarchief in België, het
CEGESOMA en de Koninklijke Bibliotheek van België reconstrueren in deze tentoonstelling de chaotische weken van de zomer en het najaar van 1914.
Dag na dag kan de bezoeker deze traumatische gebeurtenissen opnieuw beleven aan de hand van
officiële berichten, de geschreven pers en persoonlijke getuigenissen.
www.shock1914.be
PEDAGOGISCH DOSSIER
Wie weet wat?
Als er vandaag iets gebeurt in
de wereld, dan verspreidt dat
nieuws zich als een lopend
vuurtje. Binnen de 5 minuten
kan je op het wereldwijde web
alle soorten informatie vinden
over de gebeurtenissen. Ook
radio en televisie zullen erover
berichten. Maar zonder internet, radio of tv werd het
nieuws 100 jaar geleden op
een heel andere manier verspreid. Onder andere kranten
en affiches brachten mensen
op de hoogte van wat er zich
in binnen- en buitenland afspeelde.
‘Vol rumoer was de stad in die
eerste Augusti – dagen . De ban-
ken werden bestormd, ook de
winkels van levensmiddelen .
Men bereidde zich voor op den
tijd dat de stad zou omsingeld
worden; men vreesde voor het
, S IV 5307)
erre (coll. KBR
la gu
Les Nouvelles de
Hoe konden burgers aan informatie geraken aan de vooravond
van
de
Eerste
Wereldoorlog? Hoe kwamen
ze te weten wat er rondom
hen en in hun omgeving gebeurde?
Het Nieuws van den dag
29.06.1914 (Coll. KBR)
ergste.’
Getuigenis Marie-Elisabeth
Belpaire, Antwerpen, 1914
‘Wat een dag. Zondag, het Du
itse ultimatum
loopt af om zeven uur deze
morgen. België
laat ofwel de Duitsers door
of verklaart de
oorlog. België heeft geantwo
ord: Verdomme!
Paniek! Om 11 u wordt gez
egd dat de Duitsers al in Landen staan. Wi
j beslissen terug
te keren naar Brussel: geen
telefoon meer,
geen telegraaf, geen auto, gee
n chauffeur of
brood.’
Postkaart (coll. AGR, WWI 339)
Getuigenis George
s Terlinden, Brusse
l,
3 augustus 1914
Antwoorden:
Krant/Affiches, berichten/Post/Geruchten/Filmfragment/
Telefoon/Telegraaf
Hiernaast zie je enkele voorbeelden die getuigen van de
manier waarop de Belgen 100
jaar geleden geïnformeerd
werden. Kan je er 8 verschillende uit afleiden?
De verschillende informatiekanalen
Postkaart (Coll. KBR)
Edito
DE PERS IN 1914. EN IN 2014?
Sinds 1880 ging het de Belgische pers steeds meer en
meer voor de wind. We
kunnen zelfs zeggen dat ze
in 1914 haar hoogtepunt
bereikte. In datzelfde jaar
werd ook de allereerste
radio-uitzending uitgezonden in België, vanuit het
kasteel te Laken. De geschreven pers had toen nog
niets te vrezen van dit
nieuwe medium, want het
experiment met de radiouitzending stond nog in
zijn kinderschoenen. De
echte doorbraak kwam er
pas rond de jaren ’30 van
de 20ste eeuw. Ook van televisie en internet was er
nog lang geen sprake. Wel
waren er af en toe actualiteitsvertoningen in cinema-
zalen, maar dit was geen
wijdverspreid fenomeen.
Aan de vooravond van de
Eerste Wereldoorlog was de
geschreven pers het enige
massamedium dat de Belgen van informatie voorzag.
Zo’n 100 dagbladtitels rolden dagelijks van de drukpersen. Om nog te zwijgen
van het grote aantal tijdschriften dat toen gepubliceerd werd, wel meer dan
100 titels.
In welk opzicht verschilt de
dagbladpers van 1914 met
die van vandaag? Wat zijn
de verschillen en de gelijkenissen? Dit is wat we in de
volgende hoofdstukken zullen onderzoeken.
We vergelijken de pers van 1914 met die van vandaag. Daarbij stellen we ook enkele open vragen.
We geven er bewust geen antwoord op. Ze kunnen
als aanzet dienen tot reflectie en discussie in de
klas en kunnen leerlingen bewust laten nadenken
over de invloed en het belang van de pers vandaag. Indien u extra documentatiemateriaal wenst,
dan kunt u ons altijd contacteren.
1
100 jaar
voorpaginanieuws
Hier zie je de voorpagina van Vooruit van 29 juni 1914. Als je ze vergelijkt met een
hedendaagse krant, dan zijn er op het eerste gezicht al duidelijke verschillen te zien.
Maar ook als je de pagina van dichterbij bekijkt en de artikels gaat lezen, vallen er opmerkelijke verschillen te ontdekken. Neem er de voorpagina van een hedendaagse
krant bij om de vergelijking te maken.
Vooruit
1.2
Vooruit 29.06.1914
1.1
Vooruit verscheen voor het eerst
in 1884 in Gent naar aanleiding
van de verkiezingen. Het dagblad werd opgericht door Edward Anseele. Het is een
socialistisch dagblad, ontstaan
uit de gelijknamige coöperatieve
maatschappij. Zowel tijdens de
Eerste als de Tweede Wereldoorlog bleef de krant verschijnen, weliswaar onder Duitse
censuur. De krant kende haar
hoogtepunt in de jaren ’50 met
een oplage van 56 000 exemplaren. In 1978 werd Vooruit
voortgezet in De Morgen na een
fusie met de Volksgazet.
(Coll. KBR)
Toon me jouw structuur,
ik zeg je wie je bent
Het Handelsblad, 08.08.1914
(Coll. KBR)
Als we beide kranten bekijken, Vooruit van 1914 en de voorpagina van een
hedendaagse krant, dan is er alvast een logische en duidelijke gelijkenis. De
titel van de krant staat bovenaan. Hoe de rest van de voorpagina is opgebouwd, is duidelijk verschillend.
Afbeeldingen
Een van de meest in het oog
springende verschillen zijn de
afbeeldingen en kleuren. We
kunnen ons vandaag moeilijk een krant
voorstellen zonder (kleuren)foto’s op de
voorpagina. En als het al eens gebeurt,
dan is het vaak net om de afwezigheid
ervan te benadrukken. Ook al heeft
Vooruit geen beeldmateriaal op haar
voorpagina, er zijn toch al afbeeldingen
aanwezig in de pers van 1914. Geen
kleurenfoto’s weliswaar, maar wel tekeningen en zwart-witfoto’s, al zijn die
laatste eerder uitzonderlijk.
Sinds de eerste helft van de 19de eeuw
neemt het beeld een ruimere plaats in
kranten in. Dit komt door de uitvinding
van nieuwe illustratiemethodes zoals de
lithografie (steendruk) en later ook de
fotografie. Ze vervangen geleidelijk aan
de oude technieken als hout- en kopergravures. De nieuwe technieken zorgen
voor een betere en preciezere weergave van het beeldmateriaal. Het is
pas sinds het einde van de 19de
eeuw dat de fotografie steeds meer
aan populariteit wint. Vaak kon het
beeldnieuws de geschreven kranten
niet bijbenen, omdat het ontwikkelen van foto’s zoveel tijd in beslag
nam. Het zou tot na de Tweede Wereldoorlog duren vooraleer foto’s op
regelmatiger basis in de kranten
verschenen.
De krant blijft tot de jaren ’50 een
zwart-wituitgave, op enkele uitzonderingen na. Door de evolutie van
Hoe een voorpagina er vandaag uitziet, wijkt af
van een voorpagina 100 jaar geleden. Zoals ook
hier bij Vooruit het geval is, bestaat de structuur
van de kranten uit 1914 voornamelijk uit kolommen. Merk op dat de druktechnieken van begin
20ste eeuw wel al een opmaak mogelijk maakten
van een grote titel boven een aantal kolommen.
Dit zorgt ervoor dat bepaalde informatie sneller
in het oog springt van de lezers.
en kleuren
druktechnieken wordt het mogelijk om
geleidelijk aan kleur te integreren in het
drukproces. Het stripverhaal en de advertenties (die alle mogelijkheden onderzoeken om in het oog te springen) krijgen als
eerste kleur, ook al blijven ze lang monochroom. Het is het Belang van Limburg dat in 1970 als eerste Belgische
krant een voorpagina van zijn drukpersen laat rollen in
4-kleurendruk.
Het wordt echter
nog wachten tot
1986 vooraleer de
eerste kleurenfoto
in de krant verschijnt. Eerst in
Het
Laatste
Nieuws, daarna
volgen ook de andere kranten.
Het Volk 04.10.1914 (Coll. KBR)
 Vraag
Welke invloed heeft de
prominente rol van het
beeld op onze perceptie
van het nieuws?
Het Volk 13.11.1989
(Coll. KBR)
Vandaag bestaat een krant uit rubrieken. Artikels worden gerangschikt naargelang het soort
onderwerp dat ze behandelen: binnenland, buitenland, politiek, maatschappij, regionaal, economie, sport, cultuur, human interest … De
benaming van de rubrieken, het belang en de
rangschikking ervan hangen nauw samen met
de editoriale lijn van de krant.
1.3
Publiciteit
in 1914 terug op de laatste pagina(’s) van de
kranten. De aanwezigheid van reclame of
publiciteit gaat hand in hand met de massificatie en democratisering van het nieuws of
de informatie. Begin 20ste eeuw zorgen de
advertenties voor inkomsten voor de krant.
Deze inkomsten zorgen ervoor de krant gedrukt kan worden, de journalisten betaald.
Ook vandaag is publiciteit een belangrijke inkomstenbron voor de geschreven
pers. Ze overschrijdt heel vaak de
inkomsten die uit de losse krantenverkoop en abonnementen wordt gehaald.
Uitzonderingen zijn de Gazet van Antwerpen, Het Laatste Nieuws en De Tijd
alsook Vers l’Avenir aan Franstalige
kant. Even een voorbeeld. In 2010 werd
voor zo’n 761 miljoen
euro geïnvesteerd in
publiciteit in de nationale kranten, terwijl
de opbrengst van de verkoop ‘slechts’ 558 miljoen
euro vertegenwoordigde.
1.4
Hoeveel zeg je?
Hoewel er op de
voorpagina
van
Vooruit geen advertenties te zien
zijn, zijn ze wel degelijk aanwezig in de krant. Heel vaak vind je ze
Voor de duidelijkheid moeten we hier ook bij
vermelden dat zowel de Vlaamse als de
Franse Gemeenschap ieder jaar een geldelijke toelage geeft.
 Vraag
Verandert de berichtgeving in functie
van de inkomsten van advertenties
volgens jou?
Weetje
Toen in december 1887 het Franstalig dagblad Le Soir van de drukpersen rolde, werd de krant volledig gefinancierd door inkomsten uit de reclame. Het blad werd gratis verspreid in de stad en wie op het platteland
woonde, betaalde 2,25 Belgische frank per trimester.
Metro functioneert min of meer volgens hetzelfde principe, net zoals gratis nieuwssites.
Normaliter kost het verspreiden van nieuws geld. Dus, als iemand er gratis toegang toe
heeft, dan zit er een financiering achter. Met welk doel? Deze vraag kan je jezelf stellen
vooraleer je een bepaalde krant gaat lezen.
De prijs van een krant
Vooruit van 29 juni 1914 kostte
3 centiem. Kranten waren relatief
duur in het begin van de 20ste eeuw. We
vergelijken even met de kostprijs van
andere producten in die periode: 1 kg
koffie kostte 7,5 centiem, een stuk zeep
0,7 centiem en een brood iets minder
dan 1 centiem. Vandaag kost een krant
gemiddeld € 1,40 (in de week). Een klein
brood kost ongeveer hetzelfde.
Hoewel een krant uit 1914 relatief duur
was in vergelijking met vandaag, kostte
ze toen al stukken minder dan in het
begin van de 19 eeuw. Dit kon dankzij
de industriële omwenteling in de
pers. Deze omwenteling hield verschillende factoren
in: het gebruik van
de linotype of regelzetmachine, de uitvinding van de
rotatiepers en de
daling van de papierprijs.
Daarde
Vooruit 30-06-1914
naast werd ook de zegelbelasting afgeschaft (1848) en genereerden kranten
ook inkomsten uit publiciteit. Dit alles
zorgde ervoor dat kranten sneller en
voor een lagere prijs konden worden gedrukt.
Vanaf het eind van de 19de eeuw kunnen we spreken van een doorbraak van
de krant als massamedium. Dit komt
onder andere door de industriële omwenteling in de krantenproductie, maar
ook andere factoren hebben een rol gespeeld, al zijn die wat België betreft van
een latere datum. Het invoeren van de
leerplicht in 1914 zorgt ervoor dat de
ongeletterdheid onder de bevolking afneemt. Ook de uitbreiding van het kiesrecht speelt een belangrijke rol. De
bevolking wordt steeds meer betrokken
bij het politieke leven. Ook de verstedelijking heeft zijn invloed. Mensen zijn op
zoek naar een medium om hun isolement in de stad te doorbreken en op de
hoogte te blijven van dagelijkse informatie, inclusief human-interestnieuws en
nieuwtjes over het uitgaansleven.
Analfabetisme
Hoewel de ongeletterdheid sterk gaat dalen
vanaf het einde van de 19de eeuw, is ze in België
nog relatief hoog in 1914. Zo’n 25% van de bevolking is analfabeet. De invoering van de leerplicht brengt daar verandering in. Vanaf nu was
het wettelijk verplicht dat kinderen van 6 tot 14
jaar naar school gingen.
Vandaag is zo’n 10% van de Belgische bevolking
analfabeet.
1.5
Vers van de pers
Kranten verschenen
meerdere keren per
dag, ook op zondag.
In de kop van de
Gazet van Antwerpen zie je een
legende die verwijst naar de uitgave in kwestie. Er is een middag-
krant, er verschijnt er één om 15.00 uur
en een avondeditie om 17.00 uur. Niet zo
verwonderlijk als je weet dat de kranten
in die tijd het enige medium waren dat de
mensen van ‘vers’ nieuws kon voorzien.
Radio en televisie komen pas jaren later
op de markt. Dankzij de telefoon en de telegraaf was het ook mogelijk om 3 edities
per dag uit te geven.
’50), is het niet meer noodzakelijk dat er
meerdere edities per dag verschijnen.
Vandaag geven radio en televisie ons nog
steeds meerdere nieuwsbulletins per dag.
Om maar te zwijgen van de niet aflatende
informatiestroom die het internet ons bezorgt. Vers nieuws wordt zo goed als onmiddellijk op het internet geplaatst en
verder geüpdatet indien wenselijk. Vandaag zijn ‘live’ en het ‘nu’ heer en meester
in de media.
Eenmaal radio en televisie hun intrede
doen bij het merendeel van de bevolking
(radio in de jaren ’30, televisie in de jaren
 Vraag
Heeft de korte tijdspanne tussen de
nieuwsgaring van de journalist en het
doorgeven aan het publiek consequenties voor de kwaliteit van het
nieuwsbericht? Heeft de journalist
echt de tijd om alle basisbeginselen
van zijn beroep toe te passen: verifiëren, controleren, analyseren, aanvullen, formuleren?
Weetje
Het Handelsblad 08.08.1914 (Coll. KBR)
Het is uiteindelijk de NMBS die komaf zal maken met de zondagsedities van de krant. Vanaf
de jaren ’50 worden weekbladen populair, denk maar aan vrouwenblaadjes als Libelle (opgericht in 1946) of informatieweekbladen als Knack (1971) of jongerenblaadjes als Joepie
(1973). De weekbladen kennen een enorm succes en worden vooral tijdens het weekend
gelezen. Wie vroeger de dagbladpers las, krijgt een steeds ruimere keuze door het ontstaan
van steeds meer tijdschriften die zich gaan toespitsen op een bepaald publiek of thema. De
verkoop van weekendkranten gaat drastisch dalen. Zo sterk zelfs dat de NMBS besluit om
de treinen die de kranten moesten verspreiden niet meer te laten rijden op zondag.
1.6
Neutraliteit in 1914?
Wel integendeel
Onder de kop van Vooruit lezen
we ‘Dagblad der Belgische
Werkliedenpartij’. Deze ‘banner’
laat expliciet weten aan de lezers waarvoor het dagblad staat en geeft de editoriale lijn van de krant weer. Als je in
1914 de Vooruit koopt, dan weet je dat
je vanuit een socialistisch oogpunt het
nieuws zult krijgen. Naast sociale zijn er
ook liberale en katholieke kranten. In
1914 is de dagbladpers voornamelijk een
opiniepers. Dat betekent dat onder andere politieke debatten en verkiezingspropaganda via de kranten gevoerd
worden. Het doel van de kranten was de
publieke opinie te gaan beïnvloeden.
In de 20ste eeuw hebben we in België drie
politieke families: de socialisten, liberalen en katholieken. Bij elk van die politieke familie hoort een partij maar even
goed een lokaal netwerk van organisaties. Denk aan syndicaten, mutualiteiten, jeugdbewegingen, scholen, culturele
en sociale instellingen enzovoort. We
spreken hier van verzuiling, de verdeling
van de samenleving in groepen op basis
van hun levensbeschouwing of hun sociaaleconomische basis.
Binnen de zuilen kunnen er nog verdere
opsplitsingen ontstaan. Zo had de katholieke zuil bijvoorbeeld de conservatieve en democratische christenen.
Hetzelfde geldt ook voor de kranten. De
meeste dagbladen opereren als een onafhankelijk privébedrijf, maar stellen zich
wel op als spreekbuis van een bepaalde
partij. Het Volk en Vooruit waren wel
rechtstreeks financieel afhankelijk van
een partij: Het Volk van de christelijke
werknemersbeweging en Vooruit van de
socialistische partij.
Er is één krant die zich ver van deze verzuiling houdt en beweert een neutrale
krant te zijn: Le Soir. Deze krant wil zich
enkel en alleen wijden aan het verspreiden van informatie, zonder politiek gekleurd te zijn.
Verzuiling in de pers bleef bestaan tot
het einde van de jaren ’60, begin jaren
’70. Vanaf dan gaan kranten zich op
ideologisch vlak steeds meer distantiëren
van politieke families. Vandaag spreken
we van informatiepers in plaats van opiniepers. Hoewel ze nog een soort ‘ideologisch DNA’ hebben, willen ze dit uiten los
van om het even welke partij. Ze mijden
ook geen kritiek op de politieke familie
waar ze ooit uit voortkwamen.
1.7
Bronnen
Er is een groot verschil qua bronnenvermelding tussen kranten
uit 1914 en vandaag. Kranten van
100 jaar geleden vermelden zo goed als
geen bronnen. Wel komt er een bronvermelding bij het edito of terugkerende rubrieken van de krant. Dit omdat het om
een persoonlijke mening gaat van de auteur. Dit is een courant fenomeen uit die
tijd. De artikels op de voorpagina van
Vooruit bijvoorbeeld hebben geen signatuur.
Hieronder een overzicht van enkele van de belangrijkste Belgische kranten in 1914. Ze staan al opgelijst in kolommen. Kan jij er de zuil boven
plakken?
De Katholieken
De katholieke zuil is heel aanwezig op het
platteland en in kleine en middelgrote steden.
Ze worden gesteund door de geestelijken.
Van 1884 tot 1919 heeft de Katholieke Partij
de absolute meerderheid in het Parlement.
De Socialisten
Een van hun belangrijkste strijdpunten was
het invoeren van het algemeen enkelvoudig
stemrecht. Daarnaast ijverden ze ook voor
rechten die de arbeiders beschermden; over
het algemeen waren ze antiklerikaal en antimilitair.
Neutrale kranten
Deze kranten willen zich niet laten leiden door
politieke aspiraties. Hun doel is informatie verspreiden zonder politieke kleur.
Vandaag zijn er voor de journalisten veel wegen die leiden
Le Soir (1887)
Gentenaar (1879)
La Meuse (1856)
Het Volk (1891)
Gazet van Antwerpen (1891)
De Liberalen
De Liberalen willen de invloed van de Kerk beperken in de politiek en het onderwijs. Ze zijn
voorstanders van een economische politiek
die ijvert voor vrijheid van ondernemen,
concurrentiestrijd en vrije handel.
Waar halen de kranten dan hun nieuws
vandaan? Er zijn verschillende mogelijkheden. In de tweede helft van de 19de
eeuw zien de eerste persagentschappen
het levenslicht: Havas (wat later Agence
France Presse wordt - 1935), Reuter
(1841) en Associated Press (1848). Het
agentschap Belga komt er pas in 1921.
Daarnaast zorgen de uitvinding en verspreiding van de telefoon, de ontwikkeling
van draadloze telegrafische verbindingen
en later de uitvinding van de telex voor
een snellere verspreiding van
informatie naar de redacties
van de kranten.
)
Het Nieuws van den Dag (1885
)
Het Nieuws van den Dag (1885
Vooruit (1884)
Le Peuple (1860)
tot informatie. Het internet, de radio, de
straat, gesprekken met collega’s, persagentschappen, woordvoerders, onderzoekers, persconferenties … Het zijn allemaal
mogelijke kanalen waarlangs de journalist
informatie kan oppikken. Bij de meeste
artikels kan je achterhalen waar de journalist zijn informatie gehaald heeft. Berichten van persagentschappen worden
vaak letterlijk overgenomen. Dit gebeurt
vaak in de Metro. Ofwel worden initialen,
namen van onderzoekers of instellingen als bron gegeven. Als het om
een anonieme bron gaat, zal de
krant het hebben over ‘een welingelichte bron’ of een andere benaming. Een journalist heeft er alle
belang bij om zijn bronnen te
checken en dubbelchecken. De algemene regel luidt dat je bron pas
geloofwaardig is als twee van elkaar onafhankelijke bronnen het
nieuws bevestigen.
 Vraag
Het Laatste
Nieuws (18
88)
De Nieuwe
Gazet (189
7)
La Dernière
Heure (190
6)
L’Indépend
ance belge
(1843)
(Coll. KBR, S IV 8970)
(Coll. KBR, S IV 7906)
Het Handelsblad 13.08.1914
(Coll. KBR)
Heeft de publieke opinie of hebben de commentaren van lezers op
nieuwsfora een andere
invloed op berichtgeving?
1.8
Papier
In 1914 las de Belg zijn krant op papier en enkel op papier. Vandaag kan je
jouw krant nog steeds op papier lezen, maar evengoed op je tablet, smartphone, computer …
Weetje
Papier dat werd gebruikt voor boeken
en kranten in de 19de eeuw en de
eerste helft van de 20ste eeuw, lijdt aan
een ‘dodelijke’ ziekte: verzuring. Door
interactie van de verschillende bestanddelen waaruit dit papier gemaakt
werd (lignine, chloor, lijm …) gaan de
cellulosecellen waaruit het papier is
opgebouwd afbreken. Het papier
wordt geel, bruin en gaat afbrokkelen
bij de minste aanraking.
Het digitaliseren van deze documen(Coll. KBR, S IV 5685)
ten zorgt ervoor dat ze bewaard en
consulteerbaar blijven. De Koninklijke
Bibliotheek heeft al een groot deel van haar krantencollectie gedigitaliseerd. Ondertussen is
het mogelijk om meer dan 3 miljoen krantenpagina’s online te consulteren. Ze zijn afkomstig
van een 70-tal Belgische krantentitels uit de 19de en 20ste eeuw. Je kan deze kranten online
raadplegen in de leeszaal van de afdeling Kranten en hedendaagse media.
Niet te verwarren
1.9
Meer media,
Op hoeveel exemplaren werden
kranten begin 20ste eeuw gedrukt? Het was een gouden eeuw voor
de geschreven pers. In 1920 verscheen
Vooruit op 43 000 exemplaren, Het
Laatste Nieuws op 76 000 en Gazet van
Antwerpen op 84 500 exemplaren. Sommige kranten vermelden hun oplage op
hun voorpagina. Deze cijfers verdubbelen
met gemak als we 20 jaar verder gaan
kijken. De Vlaamse pers gaat met reuzensprongen vooruit en dat komt onder
meer door de geleidelijke vernederlandsing en de schoolplicht die in 1914 werd
ingevoerd. Ook het invoeren van het algemeen enkelvoudig stemrecht heeft
daarbij een rol gespeeld.
Rond het midden van de jaren ’70 komt
er een stagnatie in de oplagecijfers van de
minder papier
Het Laatste Nieuws – 11-05-1940 (Coll. KBR, JB 835)
geschreven pers, niet enkel in België
maar ook in de rest van de wereld.
In België verzamelt het Centrum voor Informatie over de Media (CIM) cijfers die
een beeld geven van de verspreiding en
het bereik van de verschillende media.
Een paar keer per jaar geeft ze die cijfers
ook vrij. In het algemeen kunnen we stellen dat tot het midden van de jaren ’70
de geschreven pers steeds meer oplages
verkocht. Vanaf het einde van de 20ste
eeuw kunnen we van een echte daling
spreken. Sinds het begin van de 21
eeuw wordt er zelfs gesproken van een
crisis binnen de geschreven pers. Dit medium moet vandaag het hoofd bieden aan
een nieuwe uitdaging: zichzelf opnieuw
uitvinden.
OPLAGE: het aantal effectief gedrukte exemplaren van de krant
VERSPREIDING: het aantal effectief verkochte exemplaren
LEZERSBEREIK: het aantal personen die de krant gelezen of doorbladerd hebben (op basis van de cijfers van het Centrum voor Informatie over de Media – CIM)
Evolutie van het Belgische medialandschap van 1940 tot 2001
ste
2
2
Wie? Wat?
Waar?
.1
Kranten en hun lezers
Naarmate het lezerspubliek
zich steeds meer uitbreidt
(denk aan de invoer van de leerplicht en steeds meer geletterde mensen in de jaren ’20),
gaan ook de kranten zich
steeds meer toespitsen op een
bepaald doelpubliek. We kunnen een onderscheid maken
tussen een serieuze pers en een
eerder populaire pers.
De kwaliteitspers onderscheidt zich van
de populaire kranten op verschillende
manieren. Een kwaliteitskrant legt
vooral de nadruk op zakelijke berichtgeving: ernstig politiek, sociaal, economisch nieuws dat uitvoerig behandeld
wordt. De krant vergt ook enige inspanning van haar lezers. De artikelen zijn
uitvoerig en er worden minder foto’s gebruikt. Een kwaliteitskrant volledig uitlezen vraagt een zeker engagement van
de lezer. Een populaire krant daarentegen gooit het over een andere boeg. Zij
besteden meer aandacht aan gerechtelijk nieuws, human interest, sensatieberichten en verhalen van de ‘gewone’
mens met veel aandacht voor bijhorende emoties. Om dit alles extra in de
verf te zetten wordt veel beeldmateriaal
gebruikt en spelen de koppen vaak in
op emoties. Een ander kenmerk van een
populaire krant is dat ook sport en faits
divers een groter aandeel krijgen in de
krant.
Verschillende kranten zullen uiteindelijk beslissen om een zusterkrant op te
richten die zich op een groter publiek
richt; denk bijvoorbeeld aan het
Nieuwsblad als zusterkrant van De
Standaard.
Het onderscheid tussen kwaliteitskranten en populaire kranten bestaat vandaag nog steeds. Het is echter moeilijk
om er dat etiket, zonder meer, op te
plakken. Het is aan de lezer zelf om aan
te voelen welke krant hem het meest ligt
en om welke reden. Op het einde van de
19de en het begin van de 20ste eeuw kunnen we kranten via onderstaand
schema situeren:
Nationaal
Algemeen
Kwaliteit
Informatiepers
Nationaal
Populair
Kwaliteit
Regionaal
(Coll. KBR, S IV 5298)
Opiniepers
Populair
(Coll. KBR S IV 6168)
We kunnen dit schema aanpassen tot
een hedendaagse versie, en onze kranten
vandaag situeren in volgend schema:
Regionaal
Gespecialiseerd
(Coll. KBR S IV 5086)
2.2
Economische structuur
van kranten
In 1914 wordt een honderdtal verschillende kranten uitgegeven in België.
Het merendeel daarvan wordt door drukkerijen uitgegeven die als familiebedrijfjes gestart
zijn. Kranten worden onafhankelijk uitgegeven. Vandaag worden er niet meer dan twintig
dagbladtitels uitgegeven, verspreid over 5 verschillende persgroepen. Na de Tweede Wereldoorlog spreken we van een nieuw gegeven in de perswereld: concentratiepers. Kranten worden opgekocht door persorganen en krijgen een nieuwe indeling. Terzelfder tijd gaan ook
steeds meer krantentitels verdwijnen, wat onder meer te maken heeft met een grote concurrentiestrijd met nieuwe soorten media die de kop opsteken vanaf de 2de helft van de 20ste
eeuw. Denk aan radio en televisie, maar ook het internet dat ervoor zorgt dat de kranten
zichzelf steeds opnieuw moeten uitvinden.
Een overzicht van de verschillende persgroepen in 2014
Naam persgroep
Mediahuis
Persgroep
Rossel
IPM
Tecteo
Krantentitels
De Standaard
Het Nieuwsblad + De Gentenaar
De Gazet van Antwerpen
Het Belang van Limburg
Metro (51%)
Het Laatste Nieuws + De Nieuwe Gazet
De Morgen
Mediafin (50%): L’Echo – De Tijd
Le Soir
Sud Presse :
La Meuse (Liège, Namur, Luxembourg)
La Capitale (Bruxelles et Brabant wallon)
La Nouvelle Gazette
(Charleroi, Centre et Entre-Sambre et Meuse)
La Province (Mons)
Nord-Eclair (Mouscron, Tournai)
Métro (49%)
Médiafin (50%): L’Echo-De Tijd
2.3
Regionaal nieuws
In 1914 is het niet uitzonderlijk dat mensen meerdere kranten kopen, vaak
2 tot 3 verschillende. Als een lezer nationaal en internationaal nieuws wil,
dan koopt hij best een krant die in Brussel wordt uitgegeven.
Om te weten wat er gebeurt in zijn directe omgeving kan de lezer in 1914 de
volgende kranten kopen:
In Antwerpen:
De Gazet van Antwerpen, Het Handelsblad, Le
Matin d’Anvers, La Métropole …
In Brugge:
Le Réveil des Flandres, Le Patriote, Le Journal
de Bruges
In Gent:
Vooruit, De Gentenaar, Le Bien Public, La Liberté,
La Flandre libérale
In Oostende:
Le Carillon
La Libre Belgique
La Dernière Heure
L’Avenir / Brabant wallon
Basse Sambre
Le Courrier
Le Courrier de l’Escaut
Le Jour Verviers
Huy Waremme
Luxembourg
Namur
Entre-Sambre-et-Meuse
Weetje
Grenz-Echo is de enige Duitse Belgische krant.
(Coll. KBR, S IV 5333)
3
SHOCK! 1914
De shock van de Duitse
inval en het begin van de oorlog
Op 4 augustus 1914 vallen de Duitsers België binnen. De shock voor de Belgische bevolking is groot, want de neutraliteit van België moest toch beschermd worden? Andere shocks zullen al snel volgen: de gruweldaden en
vernielingen die gepaard gaan met het oprukken van de Duitse troepen door
België. Een vijfde van de bevolking wordt letterlijk op straat gezet. De kranten
geven, in de mate van het mogelijke, een relaas van wat er in België gebeurt.
Niet alles wat gebeurde, kon of mocht in de kranten verschijnen. De nationale
pers hield soms bewust informatie achter in het belang van de verdediging
van het land.
De bevolking heeft het moeilijk met het ontbreken van nieuws:
Vooruit 28-10-1914 (Coll. KBR, J.B. 838)
van de militaire censuur, die bladen
ophief wanneer zij de waarheid durfden
verkonden.’
Krantenverkoper die verboden kranten aanbiedt, s.d.
(Coll. privée)
Virginie Loveling
10 oktober 1914: ‘De kranten hebben alles
verbloemd. Ons volk is moeten wijken voor
de overmacht. Telkens en telkens kwamen
er? verhalen van zege: de Duitschers
waren gevlucht, hadden zich overgegeven
daar of ginder na ernstige verliezen te hebben ondergaan. Aldus was het ook tijdens
den oorlog van Transvaal: de boeren wonnen steeds overal volgens de dagbladtijdingen, die wisten dat de openbare
meening sic? met hen was. Nu eerst wordt
geweten dat de vijand den 7 augustus in
Luik was en dat het fort van Loncin den
16e viel. De forten houden stand, verzekerde mij gisteren nog een oud – officier.’
Le chiffon de papier deviendra leur linceul ! (Coll. KBR, S III 9132)
‘Allerlei nieuws deed de ronde. Niet altijd
betrouwbaar, vooral als het uit officieele
bron kwam. De pers loog stelselmatig het
publiek voor. Zoo bleef de Métropole tot op
den vooravond van den val van Antwerpen
beweren, dat de forten niet in te nemen
waren. Dit geschiedde natuurlijk op bevel
Hoe verder de Duitsers oprukken, hoe
meer kranten er verdwijnen. Op 20 augustus nemen de Duitsers de stad Brussel in. Geen enkel dagblad verschijnt er
nog. Eenmaal de Duitse bezetter zich
geïnstalleerd heeft, verschijnen er opnieuw kranten, op verschillende manieren. De kranten die officieel verschijnen,
doen dat onder Duitse censuur. Mensen
willen echter berichtgeving die niet is gecensureerd. Er zullen ook krantjes verschijnen die in het geheim getypt en
gedrukt en verspreid worden. Een nieuw
type pers ontstaat: de clandestiene pers.
Het bekendste voorbeeld is zonder twijfel
La Libre Belgique, opgericht in februari
1915. Andere vooroorlogse kranten
beslissen om vanuit het buitenland uit te
geven in neutrale, niet geallieerde landen.
Afbeelding uit Le Pourquoi Pas? (Coll. KBR)