Provincie Noord-Brabant Verslag Stuurgroep RRO West-Brabant 2 juli 2014 – CONCEPT Aanwezig Dhr. Y.C.M.G. de Boer (gedeputeerde (voorzitter), dhr.A.P.C.M. van de Heijning (Alphen-Chaam), dhr. J.G.M. van Cranenbroek (Baarle-Nassau), dhr. B. Bergkamp (Breda), dhr. R.L. Dujardin (Etten-Leur), dhr. K. van Oort (Geertruidenberg (t/m agendapunt 5)), dhr. J.A. Akkermans (Halderberge (t/m agendapunt 5)), dhr. J.J. Kamp (Moerdijk), dhr. M.P.C. Willemsen (Oosterhout), dhr. A.A.B. Theunis,(Roosendaal), dhr. C.A. Lok (Roosendaal (t/m agendapunt 5)), dhr. R. Lazeroms (Rucphen), mevr. P. LepolderRuitenberg (Steenbergen), dhr. J.P.M. de Waal en dhr. J.M.A. van Agtmaal (Woensdrecht), dhr. I.C. Koedoot (Woudrichem), dhr. J.C.M. de Beer (Zundert), dhr. J.J.M. van der Aa (Waterschap Brabantse Delta) Datum 3 juli 2014 Van Mathilde Mollenhorst Afwezig met kennisgeving: dhr. A.J.F.M. Linssen (Bergen op Zoom), dhr. A.J.G. Oomen (Drimmelen) Afwezig zonder kennisgeving: Dhr. D. Prosman (Aalburg), dhr. M. de Gelder (Werkendam), dhr. C.L. van Dis (Tholen) Ambtelijke ondersteuning Dhr. P. Vermeulen, dhr. J. de Crom, dhr A. Verduin en dhr. C. Budding (allen Regio West-Brabant) mw. C. Jansen, dhr. F. Schippers, dhr. H. Clement, mw. E. Aertsen, dhr. J. van den Bergh en mevr. M. Mollenhorst (verslag) (allen Provincie Noord-Brabant) en dhr. M. Kruisselbrink (Bureau Buiten) en dhr. M. Spanjers (provincie) t.b.v. agendapunt 4 Besproken onderwerpen en afspraken 1. Opening en mededelingen Voorzitter de heer De Boer, Gedeputeerde voor Ruimtelijke Ontwikkeling en Wonen, opent de vergadering van het RRO. Bericht van verhindering is ontvangen van de heer Linssen en de heer Oomen. De heren Van Oort en Lok hebben aangegeven de vergadering vroegtijdig te verlaten. Extra gasten vandaag zijn mevrouw Beuker van het ministerie van Binnenlandse Zaken en mevrouw Jansen, directeur bij het cluster Ruimte. 2.RRO en regionale samenwerking De heer De Boer licht toe dat de essentie van het RRO gaat om met elkaar te spreken in plaats van over elkaar. De RRO’s vinden twee keer per jaar plaats, één keer voor de zomer en één keer in december. De vergadering voor de zomer kenmerkt zich veelal door afstemming te zoeken op onderwerpen, de vergadering van december kenmerkt zich veelal door instemming op deze onderwerpen. Veel verantwoordelijkheden op het ruimtelijke domein zijn van nationaal niveau naar het provinciale gedecentraliseerd. De provincie heeft dit vertaald in de Verordening ruimte. Hoewel de provincie doorzettingsmacht heeft, maakt zij daar liever geen gebruik van, maar indien nodig zal zij deze wel degelijk inzetten. De heer De Boer geeft aan zelf 12 jaar lang wethouder te zijn geweest in Oosterhout en de regio derhalve goed te kennen. Binnen het college van GS vervult hij de rol van gebiedsgedeputeerde voor West-Brabant. De heer De Boer geeft aan dat de regio het zich niet meer kan permitteren zich als Calimero op te stellen, gelet op de vele miljoenen en aandacht die er in de afgelopen jaren naar West-Brabant is uitgegaan. De heer De Boer complimenteert de regio dat zij het RRO tot het besluitvormende orgaan van de regio heeft gemaakt, en merkt daarbij op dat er de wil is om veel samen te doen, maar dat op delen nog te weinig garen op de klos komt. De heer De Boer feliciteert de heer De Beer met het voorzitterschap van het portefeuillehoudersoverleg RO en Wonen en de heer Theunis met het trekkerschapvan de Regionale Agenda Wonen en het vice-voorzitterschap voor het portefeuillehoudersoverleg. 3. Verslag van de vorige RRO-vergadering d.d. 18 december 2013 Het verslag van 18 december 2013 wordt vastgesteld. 4.Ruimtelijke Economie 4.1 Detailhandel: Regionale visie De heer De Boer geeft aan dat dit onderwerp een voorbeeld is waar er te weinig garen op de klos komt. Hij vindt het jammer dat een aantal gemeenten de visie nog niet heeft vastgesteld, ondanks eerdere afspraken hierover. De heer Vermeulen van de Regio West-Brabant licht namens de regio toe dat hij niet in zal gaan op de inhoud, daarvoor is zijn collega de heer De Crom verantwoordelijk. Qua proces is er op 12 juni een bijeenkomst geweest waar 8 wethouders aanwezig waren. Hieruit is naar voren gekomen dat de portefeuillehouders meer overleg willen met de gemeenteraden. De Regio West-Brabant wil niet treden in de bevoegdheden van de colleges. Wel biedt de regio aan om samen met de projectgroep detailhandel om enkele (sub)regionale bijeenkomsten in de regio te doen organiseren, om zodoende vragen te beantwoorden van raadsleden en bedrijfsleven en zo meer draagvlak te verkrijgen en het proces te versnellen. Het proces wordt nu zodanig opgepakt dat de visie, tegelijkertijd met een bijbehorend uitvoeringsprogramma, in het RRO van december 2014 kan worden vastgesteld De heer Akkermans geeft aan dat de gemeente Halderberge inmiddels akkoord is met de detailhandelsvisie. De heer Willemsen begrijpt de teleurstelling van de heer De Boer omtrent de vertraging. Hij snapt dat de heer De Boer graag verder wil. Aan de andere kant maken de gemeenteraden gebruik van hun recht om er ook iets van te mogen vinden. Daarnaast geeft de heer Willemsen aan dat de Amerstreek samen met BRO en de Rabobank bezig is met een pilot. Er gebeurt dus wel wat. Mevrouw Lepolder vindt het belangrijk om de raden meer en eerder te betrekken bij regionale aangelegenheden. Dit staat ook in het coalitieakkoord van de gemeenten Steenbergen. Dit vraagt om een goede planning en proces. De heer De Boer snapt het belang van het betrekken van de (nieuwe) raadsleden. Hij is bereid daar waar nodig naar bijeenkomsten in de regio te komen om daar in aparte of open overleggen verder over de detailhandelsvisie te spreken. Hiermee wordt dan tevens invulling gegeven aan wens uit de 2/10 evaluatie van het RRO. Er is door de regio geen trekker benoemd voor detailhandel. De heer Willemsen toont zich bereid het trekkerschap op zich te nemen. De vergadering neemt kennis van het concept van de “Detailhandelsvisie West-Brabant 2014-2020”. De vergadering stemt in met de voorgestelde werkwijze en aanpak en met besluitvorming over de detailhandelsvisie in het RRO van december, 4.2 Kantorenvisie De heer De Boer geeft aan dat ook op dit onderwerp er te weinig voortgang wordt geboekt. In december dienen zowel de visie als de afspraken ter vaststelling voor te liggen in het RRO. De heer De Boer geeft aan geen verder uitstel te kunnen bieden, omdat dit eveneens niet meer uitlegbaar is aan Provinciale Staten. Tevens merkt de heer De Boer op dat de vrijkomende agrarische bebouwing (VAB’s) in m2 een grotere opgave zal worden dan kantoren. De heer Willemsen geeft aan de VAB’s als onderwerp in relatie tot de kantorenvisie interessant te vinden en daar graag in mee te willen nemen. De heer De Boer geeft aan dat de regio dit eerst in haar eigen overleg dient te agenderen. De provincie zal ook haar huiswerk doen de komende tijd en vervolgens kunnen dan beide bevindingen in overleg worden besproken. De vergadering neemt kennis van de stand van zaken met betrekking tot de regionale kantorenvisie en stemt in met het agenderen van zowel de visie als afspraken in het RRO van december 2014. 4.3.Prognose Werklocaties: Toelichting door Bureau Buiten De heer Spanjers van de provincie Noord-Brabant en de heer Kruisselbrink van Bureau Buiten geven een presentatie over de prognose werklocaties. De presentatie gaat in op de aanpak, het vervolgproces en regio-specifieke kenmerken. De heer Bergkamp geeft aan zich zorgen te maken dat gegevens van werkgelegenheid en pendelstromen teveel zijn gebaseerd op modellen uit het verleden. De prognose kent teveel een ruimtelijke aanpak en mist de verbinding met economie. Hij ziet dan ook liever een prognose meer gericht op economische thema’s, zoals later aan de orde komt in het Valueportrapport. De heer Koedoot vraagt in hoeverre rekening is gehouden met binnenhavens en de buurprovincies? De heer Willemsen geeft aan dat al veel informatie bekend is via de Havenvisie en vraagt of er ook een link is gelegd naar de topsectoren? Hij pleit ervoor geen dingen dubbel te gaan doen. De heer Kruisselbrink geeft aan dat er intensief contact is met o.a. het havenschap Moerdijk. Binnenhavens worden meegenomen. Ook wordt er gekeken naar de werkgelegenheids-ontwikkeling per topsector. Zoveel mogelijk wordt beschikbare informatie gebruikt, maar niet alles is altijd beschikbaar. De heer Bergkamp vraagt of er gewerkt wordt met scenario’s? De heer De Waal vindt 2040 erg ver weg, en vraagt zich af of er ook uitspraken worden gedaan over eerdere tijdsperiodes? De heer Van 3/10 der Aa vraagt of ook land- en tuinbouw is meegenomen? Mevrouw Lepolder mist onderwijs en arbeidsmarkt in de presentatie. De heer Kruisselbrink antwoordt dat er gewerkt wordt met scenario’s en dat nu gekozen is voor de periodes 2020, 2030 en 2040, maar dat het model kan worden aangepast naar andere periodes. M.b.t land en tuinbouw wordt deze bedrijfstak meegenomen wanneer die op een bedrijventerrein is gevestigd. De heer De Boer geeft aan dat de prognose inderdaad nu een mathematische aanpak kent. Hierna volgt de verbreding qua economie, onderwijs en arbeidsmarkt. Vanuit de facts naar de figures. Hij stelt voor hierover in het najaar de discussie te voeren in aanwezigheid van de portefeuillehouders RO, EZ en onderwijs van de verschillende gemeenten. hierover worden gevoerd. Qua tijdshorizon is 2040 het perspectief met de verschillende tijdsvakken en een jaarlijks ijkpunt in december, waarbij dan gezamenlijk wordt gekeken naar de gemaakte afspraken. Qua Valueport vindt de heer De Boer dit een interessant thema, gelet op de toegevoegde waarde van 32 miljard euro en hiermee de 4e positie van Nederland innemend. Ook gelet op andere overlegorganen zoals Deltri, Strategic Board en de Vlaams-Nederlandse Delta is dit interessant. De verbreding wordt dan ook gezocht. Wel doet hij de oproep om geen discussie over cijfers te gaan voeren via weer een nieuw onderzoeksproces, maar in het najaar vooral inhoudelijk met elkaar in discussie te willen gaan en het goede gesprek te voeden en te voeren, ook in relatie tot Valueport. 4.4 Overige thema’s Regionale Agenda Werken 4.4.a. Herstructureringsprogramma 2014-2016 De vergadering neemt kennis van de toekenning van de subsidiebeschikkingen van het herstructureringsprogramma 2014-2016 De heer Bergkamp geeft aan dat de regio met teleurstelling kennis heeft genomen van de uitkomst.Hij wil inzetten op twee richtingen: voor de volgende tranche extra inzet plegen door kwalitatieve plannen te maken, door de huidige plannen te analyseren. Daarnaast is met de BOM afgesproken dat zij hierop ook extra inzet plegen om zo beter te scoren. De heer De Boer geeft aan dat ambtelijke ondersteuning vanuit de provincie wordt geboden in de persoon van mevrouw Mollenhorst. 4.4.bNimby De vergadering neemt kennis van de stand van zaken m.b.t. NIMBY De heer De Boer geeft aan dat er in het Brabants Dagblad aandacht is besteed aan het onderwerp NIMBY. Het huidige beleid gaat uit van een escalatieladder in plaats van een grote bak geld waarmee in de vorige periode drie bedrijven zijn geholpen. De heer De Beer van de gemeente Zundert geeft aan een aanvraag te hebben ingediend maar nog geen reactie te hebben gehad. Aangegeven wordt dat voor 1 augustus bekend wordt of de aanvraag wordt gehonoreerd. De heer De Boer geeft aan bekend te zijn met het feit dat Geertruidenberg niet in de gelegenheid was om tijdig een aanvraag in te dienen, maar realiseert zich wel dat de problematiek aandacht blijft behouden. 4/10 4.4.c Monitoring De vergadering neemt kennis van de stand van zaken met betrekking tot monitoring werklocaties 5.Wonen De heer De Boer geeft aan de zes beslispunten gelijktijdig te behandelen. Qua prognose zijn er nog geen cijfers bekend. Deze worden voor de zomer wel bekend en dan ook ambtelijk gecommuniceerd. Qua BAG is het duidelijk dat deze overgang voor alle partijen nieuw is en hier zal iedereen dan ook aan moeten wennen. 5.1a Regionale woningbouwafspraken De vergadering stemt in dat in december 2014 provincie en de regio(gemeenten) nieuwe regionale woningbouwafspraken maken op basis van de actuele provinciale bevolkings- en woningbehoefteprognose (2014). De vergadering stemt in dat per 1 januari 2015 de gemeenten overgaan op de Basisregistratie Adressen en Gebouwen voor wat betreft de gemeentelijke woningbehoefteberekening en daarmee de regionale woningbouwafspraken (december 2015). 5.1b Aansluiten vraag en aanbod De vergadering stemt in dat in december 2014 een terugkoppeling wordt besproken van de activiteiten vanuit het Platform Wonen en het Bouwberaad West-Brabant. 5.1c Huisvesting arbeidsmigranten De vergadering stemt in dat in december 2014 t de monitoring van de geboekte resultaten rondom de huisvesting arbeidsmigranten wordt besproken. 5.1d Wonen met zorg en welzijn De vergadering stemt in dat in december 2014 een nadere verkenning wordt besproken over de mogelijkheden van de RO-regels op het gebied van zorg aan huis enerzijds en de intra- en extramurale woonopgave voor de langere termijn in relatie tot de afspraken met het zorgkantoor anderzijds. Tevens zal aan worden gegeven op welke wijze het regionaal transitieoverleg wordt ingevuld en wat dit betekent voor de wijze waarop het thema “Wonen met zorg en welzijn” verder wordt uitgewerkt. 5.1e Bestaande woningvoorraad De vergadering stemt in dat in december 2014 een nadere verkenning wrodt besproken rondom ‘herbestemming & transformatie van bestaand stedelijk gebied’, dit in relatie tot de gemeentelijke woningbouw-planning en -programmering zoals gemeenten in hun woningbouwmatrix hebben opgenomen. De heer Bergkamp vraagt aandacht om bij de BAG goed rekening te houden met studentenhuisvesting. De heer De Boer geeft aan dat dit een aandachtspunt is, net als arbeidsmigranten en wonen met zorg en welzijn. De heer Bergkamp geeft aan dat de toestand in de corporatiesector een groot punt van aandacht is, omdat corporaties geen nieuwbouwopgave aan kunnen en of gemeenten en provincie niet 5/10 gezamenlijk moeten kijken of zij hier actie op kunnen ondernemen. De heer de Boer geeft aan dat dit een groot punt van aandacht is, maar dat provincie en gemeenten hier weinig aan kunnen doen. Dit is voornamelijk aan minister Blok. De provincie is niet de oplossing, maar kan wel helpen in het proces. De heer Vermeulen geeft aan dat er twee rondetafelgesprekken over dit thema zijn geweest, in het bijzijn van corporaties. Het is geen enkel probleem om nog een derde rondetafelgesprek te organiseren. Daarnaast komt minister Blok in het najaar op bezoek op locatie in West-Brabant De heer Bergkamp geeft aan van overleg naar actie te willen. Het probleem is wel in beeld, maar wat wordt er aan gedaan? De heer Willemsen geeft aan een gesprek te hebben gehad met de corporatie en WSW. Waarbij WSW geen krediet wil verstrekken, ook al is de corporatie liquide. Wellicht is het goed om een collectief signaal af te geven aan WSW. De heer De Boer geeft aan als voorzitter vanuit IPO van het DROW belet aan te kunnen vragen bij het ministerie. Hij is bereid dit te doen, mits voorzien van een gevulde koffer. Mevrouw Beuker geeft aan dat aan alle kanten het probleem wordt aangegeven. Er komt een novelle waardoor gemeenten beter geëquipeerd zijn om goede informatie vanuit corporaties te halen, zodat deze niet ten onrechte nee kunnen zeggen. De heer De Boer wijst op het symposium van 3 december 2013 over het thema wonen en werken van 16-21 uur in fort St. Gertrudis in Geertruidenberg, Qua STEC-pilot geeft de heer De Boer aan deze door de provincie is betaald, maar niet op een vervolg kan rekenen. Bij een vervolg moet bekend zijn wat er met de uitkomsten wordt gedaan, hier is nu niet voldoende mee gedaan. Qua anticipeerregio’s geeft de heer De Boer aan op 30 juni jl. een open gesprek te hebben gehad met het ministerie in bijzijn van de heer Vermeulen en enkele oud-bestuurders van de regio over dit thema. De vraag die werd gesteld is of West-West-Brabant niet een aparte status zou moeten krijgen, omdat hier de demografische veranderingen (krimp) sneller gaan. Richting het ministerie is aangegeven dat we dat niet willen. De bevolkingsdaling is een gezamenlijk probleem. De heer Vermeulen geeft aan dat de landelijke werkgroep Anticipeerregio’s een koersdocument voorbereidt dat later zal worden verspreid. 6. Ruimtelijke Kwaliteit De heer De Boer geeft aan ruimtelijke kwaliteit een belangrijk thema te vinden voor het woon- en vestigingsklimaat van West-Brabant. Het belang van dit onderwerp is bevestigd in de evaluatie van het RRO in 2013. Geconstateerd wordt dat dit thema de afgelopen jaren steeds meer invulling heeft gekregen en niet alleen meer als verplichting wordt gezien. De heer Vermeulen geeft aan dat de heer Dujardin namens de regio trekker is op dit thema. 6.1 Uitvoeringsprogramma Landschap West-Brabant: stand van zaken Het RRO stemt in om in het uitvoeringsprogramma op die punten te actualiseren t.b.v. het RRO van december 2014. 6/10 6.2 Evaluatie notitie toepassing kwaliteitsverbetering landschap De heer Van der Aa geeft met betrekking tot agendapunt 6.2 aan dat het zinvol kan zijn om vroegtijdig contact met het waterschap te zoeken om zo win-winsituaties te creëren. Hier zijn nog veel successen te behalen. Het waterschap heeft inmiddels goede ervaringen met Baarle-Nassau. Het RRO neemt kennis van het proces van de evaluatie en stemt in met bespreking van de resultaten in het RRO van december 2014 6.3 Opzet en input voor Proces waterbeheerplan 2016-2021 Door de heer Van der Aa wordt opgemerkt dat de processen voor het waterbeheerplan voor alle drie de waterschappen ongeveer gelijk zijn. Wel wijkt het proces nu af van het provinciale waterplan en dit vereist meer afstemming. Het waterschap zoekt actief de maatschappij op. De heer De Boer complimenteert het waterschap met stoer besturen. De heer De Boer geeft aan dat in het waterbeheerplan twee opiniërende vragen staan, onder andere een vraag over het Volkerak-Zoommeer. Hoe staat West-Brabant hierin? Collega gedeputeerde Van den Hout verzamelt op dit moment steun en middelen vanuit meerdere partijen om het Rijk te overtuigen. De verzilting van het Volkerak-Zoommeer levert veel kansen op en is van grote importantie voor West-Brabant. De heer Van der Aa geeft aan dat dit een actueel punt is en is van mening dat de beslissing niet langer uitgesteld moet worden. Tevens is er zes weken terug een intentieovereenkomst tussen verschillende partijen binnen Waterpoort afgesloten. Mevrouw Lepolder geeft aan geschrokken te zijn dat er nu al een besproeiingsverbod is uitgegaan. Hoewel ze voorstander is van verzilting van het Volkerak-Zoommeer is het van belang om voldoende zoet water beschikbaar te houden. De heer Van der Aa geeft aan dat de Roode Vaart een belangrijke rol krijgt bij de zoetwateraanvoer, maar dat sproeiverboden ook naar de toekomst toe niet uit te sluiten zijn. De heer Vermeulen geeft aan dat er afgesproken is om de beken- en krekenvisie uit te werken. Daarin moet dit ook een plek krijgen. 7. Ruimtelijke strategie 7.1 Strategische agenda West-Brabant De heer De Boer geeft aan graag hierin samen te willen werken. De vergadering neemt kennis van het proces en de stand van zaken 7.2 Gebiedsagenda: Monitoring en prioritering/voorbereiding BO MIRT; bespreken inclusief onderzoeksrapport Maintenance Valley De heer De Boer geeft aan één keer per jaar overleg te hebben met de minister over de meerjarenagenda Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). De opzet van dit overleg is de laatste jaren veranderd. Mede doordat het geld tot 2028 al belegd is, is ruimte een dominanter onderwerp geworden. De minister komt op 29 oktober a.s. naar Brabant (Brainport Avenue). 7/10 De heer Bergkamp geeft aan graag volgend jaar de minister in West-Brabant te ontvangen en WestBrabant denkt graag mee hoe de uitdaging, voortkomend uit het Valueport-rapport, goed op de agenda te krijgen. Hij is bezorgd over de bekendheid bij het Rijk. De heer Van der Aa onderschrijft het belang en het proces. De heer De Boer geeft aan dat iedereen zelf ambassadeur is en dat het vertrouwen richting Rijk moet groeien. Wel heeft een en ander er al toe geleid dat drie kamerleden in West-Brabant zijn geweest om zich te laten informeren over aerospace en maintenance. Wel is het van belang de MIRT-agenda goed te vullen, en niet met een neutrale agenda te komen. De vergadering neemt kennis van het rapport “Economie en perspectieven Midden- en WestBrabant”; De vergadering stemt in met de aanbeveling dat de regio’s Midden- en West-Brabant in het BO MIRT Brabant van 29 oktober aanstaande, er bij het Rijk op aandringen dat er voor het gebied Maintenance Valley een gezamenlijke vervolgstap wordt gezet in het proces van of op weg naar een formeel MIRT-onderzoek. Hierbij dient het rapport “Economie en perspectieven Midden- en WestBrabant” als basis; De vergadering stemt in ,op basis van het rapport, om binnen de regio’s te verkennen wat de mogelijkheid om een aantal concrete projecten gezamenlijk op te gaan pakken is (zie de hierboven genoemde thema’s); De vergadering stemt in om de Stuurgroep Maintenance Valley te mandateren dit proces namens de beide regio’s aan te sturen. 7.3 EO-Wijersprijsvraag De heer Vermeulen licht toe dat het hier om een tweejaarlijkse ontwerpprijs gaat. Er zijn vijf regio’s in de race. Op 4 september kiest de jury een regio, waarmee fase 1 wordt afgerond. Mocht de regio West-Brabant worden gekozen dan zal er €100.000 worden ingelegd (€50.000 RWB, €50.000 provincie). De aanvraag gaat in op drie schaalniveaus: - Regio - Stedenband Bergen op Zoom - Breda - Concrete locaties in Breda en Bergen op Zoom De heer De Boer probeert 4 september aanwezig te zijn en geeft aan dat het goed is als er meer vaandeldragers aanwezig zijn. De heer Vermeulen geeft aan dat de heer Van Lunteren namens het Algemeen Bestuur van de regio gevraagd zal worden aanwezig te zijn en dat ook vaandeldragers vanuit het bedrijfsleven worden gezocht. De heer De Boer geeft aan dat de IABR nog tot en met 24 augustus te zien is in de Kunsthal in Rotterdam en daarna een tournee door Brabant maakt langs de vijf grote steden met daaraan 8/10 gekoppeld bijeenkomsten over ‘Ontwerpen aan het nieuwste Brabant? Na afloop daarvan zal het tapijt, gemaakt voor de IABR, komen te hangen in de hal van het provinciehuis. De vergadering neemt kennis van het proces en de stand van zaken en bevestigen het belang van gezamenlijk commitment voor dit project voor de regio West-Brabant 7.4 Windenergie De heer De Boer geeft aan dat de gemaakte deal als voorbeeld wordt genoemd door kamerleden. De ontwikkelingen gaan goed, alleen Moerdijk is nog zoekende qua locaties. De heer De Waal geeft aan dat in Woensdrecht in de volgende raadsvergadering een voorstel voor 5 windturbines van 85m hoog voorligt. De heer De Boer geeft aan de vinger aan de pols te houden, omdat het Rijk zal ingrijpen indien de provincie niet levert. De vergadering neemt kennis van het proces en de stand van zaken 7.5 Ladder van duurzame verstedelijking: De heer De Boer benadrukt het belang van dit instrument. Het is belangrijker aan het worden nu dossiers hierop struikelen. Een werkgroep is inmiddels hiermee bezig. Het gaat niet om afvinken, maar om aanvonken. De heer Vermeulen geeft aan de vraag via het RIAT te hebben uitgezet, maar heeft daar, naast eigen aanmelding, nog niet veel respons op gekregen. De vraag zal opnieuw via het RIAT worden uitgezet. De vergadering stemt in met het voorstel 7.6 Vormgeven regionale afstemming: Dit agendapunt is reeds voldoende onder punt 2 besproken. De vergadering stemt in met het voorstel 8. Communicatiestrategie 8.1 Communicatiekalender RRO West De vergadering stemt in met de eerste versie van de communicatiekalender 8.2 Persberichten/ te communiceren onderwerpen uit deze vergadering De afspraken uit de vergadering worden zo snel mogelijk toegestuurd. 9/10 9. Datum volgende bijeenkomst De heer De Boer geeft aan dat volgende keer minder te willen zenden en meer te willen ontvangen. Het volgende RRO is op donderdag 18 december 2014 van 12.30 tot 15.30 uur (locatie volgt nog). Daarnaast is er op woensdag 3 december 2014 16.00 – 21.00 uur: symposium Wonen en Werken Fort St. Gertrudis, Geertruidenberg 10. Wat verder ter tafel komt en rondvraag De heer De Boer was bij de opening vergeten de heer Schippers, afdelingshoofd bij de provincie, te vermelden en maakt deze omissie alsnog goed 11. Sluiting Onder dankzegging sluit de voorzitter om 16.30 uur de vergadering en nodigt eenieder uit voor de borrel. 10/10
© Copyright 2025 ExpyDoc