S c h ip en W e r f 1 4 -D A A G S T I J D S C H R I F T , G E W IJD A A N S C H E E P S B O U W , S C H E E P V A A R T EN H A V E N B E L A N G E N DE VEREENIGING VA N TECHNICI OP SCHEEPVAARTGEBIED DE CENTRALE BOND V A N SCHEEPSBOUWMEESTERS IN NEDERLAND HET INSTITUUT VOOR SCHEEPVAART EN LUCHTVAART HET NEDERLANDSCH SCHEEPSBOUWKUNDIG PROEFSTATION O RG A AN V A N IN „SCHIP EN WERF” IS OPGENOMEN HET MAANDBLAD „DE TECHNISCHE KRONIEK” REDACTIE: MEDEWERKERS: ir. J. W . HEIL w.i., prof. dr. ir. W. P. A . VAN LAMMEREN, ir. G. DE ROOIJ s.i., prof. ir. L. TROOST en G. ZANEN Redactie-adres: Heemraadssingel 194, Rotterdam 3, Telefoon 52200 ERE-COMITÉ : Ir. A. W . BAARS, Oud-Directeur van Werkspoor N.V., Amsterdam: A. T. BRONSING, Oud-Directeur der N.V. StoomvaartMaatschappij „Nederland” , Amsterdam; Ir. M. EIKELENBOOM, Oud-Directeur Van Nievelt, Goudrlaan & Co's Stoomvaart M ij., Rotterdam; P. GOEDKOOP Dzn., Directeur Nederlandsche Dok-enScheepsbouw-Maatschappij (v.o.f.), Amsterdam; M . C. KON ING , Oud-lid van de Raad van Bestuur der Kon. Paketvaart Mij., Amsterdam; W. H. DE M ONCHY, Voorzitter van de Kam er van Koophandel en Fabrieken te Rotterdam; C. POT, Oud-Directeur der N.V. Electrotechn. Industrie v/h W . Smit & Co., Slikkerveer; F. G. STO RK, Directeur der N.V. Kon. Machinefabriek Gebr. Stork & Co., Hengelo; ir. H. C. W ESSELING, Commissaris der N.V. Kon. M ij. ,,De Schelde” , Vlissingen; S. VAN WEST, Oud-Directeur Dok- en Werf-Maatschappij Wilton Fijenoord N.V., Schiedam. UITGEVERS WYT-ROTTERDAM 6 Telefoon 54500 (10 lijnen), Telex 21403, Postrekening 58458, Pieter de Hoochweg 111 J. BAKKER, ir. W. VAN BEELEN, prof. dr. ir. C. B. BIEZENO, W. VAN DER BORN, ir. B. E. CANKRIEN, ir. C. A. P. DELLAERT, L. F. DERT, J. P. DRIESSEN, G. FIGEE, ir. W . G ERR IT SEN, TH. VAN DER GRAAF, J. F. GUGELOT, F. C. HAANEBRINK, P. INTVELD, prof. ir. H. E. JAEGER, ir. J. JANSZEN, ir. M. C. DE JONG, ir. C. KAPSENBERG, J. VAN KERSEN, prof. dr. ir. J. J. KOCH, ir. H. J. KOOY J r „ ir. W. K R O P HOLLER, ir. W. H. KRU YFF, prof. ir. A. J. TE R LINDEN, dr. ir. W. M. MEIJER, ir. J. C. M ILBORN, J. J. M OERKERK, ir. A. J. MOLLINGER, A. A. NAGELKERKE, ir. J. S. PEL, J. C. PIEK, ir. K. VAN DER POLS, B. POT, mr. dr. ir. A. W. QUINT, ir. W. H. C. E. RÖSINGH, ir. J. ROTGANS, ir. D. T. RUYS, C. J. RIJNEKE, ir. W. P. G. SARIS, ir. R. F. SCHELTEMA DE HEERE, ir. A. M. SCHIPPERS, dr. P. SCHOENMAKER, ir. H. C. SNETHLAGE, dr. J. SPUYMAN, prof. ir. E. J. F. THIERENS, ir. J. W. VAN DER VALK, C. VERMEY, C. VEROLME, ir. J. VERSCHOOR, ing. E. VLIG, U . L. DE VRIES, J .W . W ILLEMSEN, m r.J. W ITKOP, prof. Ir. C. M. VAN WIJNGAARDEN. Overnemen van artikelen enz. zonder toestemming van de uitgevers verboden. DERTIGSTE JAARGANG 12 APRIL 1963 — No. 8 DE FR A N S E K O O P V A A R D I JV L O O T F iieru it b lijk t dat de lijntonnage ver geleken m et 1 september 1939 m et de h elft is verm inderd. De lijnvloot telde op 1 ju n i 1962 63 schepen m et een inhoud van 583.600 b rt; zij vertegen woordigde slechts 12 % van bet totaal vergeleken m et 43 % in 1939. De gem iddelde leeftijd bedroeg daar entegen 12 jaar vergeleken m et 16 jaar in 1939, te rw ijl de thans in de vaart zijnde lijnschepen groter en sneller zijn. H et afgelopen jaar stond in het teken van de oplevering en het in de vaart brengen van twee grote passagierssche pen t.w . de F r a n c e en de A n c e r v i ll e . Eerstgenoemd schip w erd op 11 mei 1960 in St. N azaire te w ater gelaten en op 5 jan u ari 1961 aan de Cie Générale opgeleverd. N a een reis naar de C ari bische Zee vertro k de F r a n ce voor de A an een o verzicht van de groei van de Franse ko o p vaardijvlo ot, sam enge steld door de president van de C om p agnie G énérale T ran satlan tiq u e — de heer G ustave A nduze-F aris — zijn de navolgende bijzonderheden ontleend. Op 1 ju n i 1962 w as de vloot 80 % gro ter d an in het begin van de tweede w ereldoorlog en 5,1 % groter dan op 1 ju n i 1961. De voor Franse rekening op 1 ju n i 1962 in aanbouw zijnde ton n age bedroeg echter niet meer dan 15 5.400 b rt, w aarm ede een dieptepunt sedert het einde van de oorlog w erd b ereikt. De groei en sam enstelling van de Franse koopvaardijvloot in de beide ach terliggen d e jaren, vergeleken m et 1 septem ber 1939, b lijk t u it onderstaande tab el: In duizenden bruto register tonnen 1.166 — -F 50 — 0,2 5 oo Totaal l-7-’61 V-\ Lijnschepen Schepen voor de algemene vrachtvaart Tankschepen l-9-’39 Voor of achter Voor of achter uitgang in % uitgang in % vergeleken met vergeleken met 1961 1939 l-6-’62 583 1 .2 4 5 2 .0 8 4 2 .2 0 1 323 2 .0 1 8 2 .1 4 2 7 6 ,8 + 56 2 ,7 + 6,0 2 .7 3 4 4 .6 8 7 4 .9 2 6 + + 5,1 80 ,2 + 5,6 eerste m aal op 3 jan u ari 1962 van Le H avre en Southam pton naar N ew Y ork. In m inder dan een jaa r tijd werden 43 transatlantische reizen gem aakt, ter w ijl bovendien aan het einde van het afgelopen jaar een toeristenreis van New York naar de Caribische Zee plaatsvond. De resultaten w aren in het afgelopen jaar alleszins bevredigend. V an kin d er ziekten had men geen last. Op de proef tocht werd een snelheid van meer dan 3 5 m ijl bereikt terw ijl het verb ruik ge middeld niet meer dan 899 k g per m ijl bedroeg. 61.500 passagiers, een bezettingsper centage van 77, w erden in m inder dan tw aalf m aanden vervoerd, terw ijl ver scheidene honderden passagiers voor de toeristenreizen n aar de Canarische eilan den en de C aribische Zee geboekt w er den. D it jaar zal de „ F r a n c e ” 3 8 m aal de transatlantische oceaan oversteken. Van 15 februari tot 13 m aart en van 16 m aart tot 30 m aart w erd een tw eetal toeristenreizen n aar de C aribische Zee gem aakt. T er gelegenheid van de car navalsfeesten w erd ook aan Rio de Janeiro een bezoek gebracht. Op 5 april 1961 w erd de A n c e r v i l l e , die voor rekening van de Com pagnie de N avigation Paquet eveneens in St. N a zaire werd gebouw d, te w ater gelaten. Op 8 september jl. werd de A n c e r v i l l c op de Marokko, Canarische eilanden en Senegal route in dienst gesteld. Het met dieselmotoren uitgeruste schip is inge richt voor het vervoer van passagiers van Marseille naar Casablanca en Dakar, terwijl het in de bedoeling ligt ook toeristenreizen te maken. Onderstaande tabel geeft enkele bij zonderheden van deze beide schepen. Navale en de Soc. Maritime Natio nale en de M e k a m b o voor rekening van de Compagnie Maritime des Chargeurs des Réunis. Voorts werden nog verschil de ertsschepen in Zweden, Noorwegen, wegen, Denemarken en Australië ge kocht resp. besteld. Daarnaast dient gewezen op de „fruit carrier” vloot, een der grootste in de wereld, met een geschat draagvermogen „France” Lengte .................................... . 1.03 5 voet „Ancerville” 5 52 voet Breedte ......................................... Bruto inhoud ................................ 110 „ 66.348 ton 73 „ 14.500 ton Accommodatie voor passagiers . . ............................ Dienstsnelheid Machine vermogen ........................ 2.0,44 „ 30,3 mijl 160.000 pk 756 „ 22,5 mijl 24.000 pk Van de vloot werden eind 1961 o.a. af gevoerd de B r e t a g n e , 15.961 brt, van de Soc. Générale des Transports Mari times — het schip voer in de dienst op Zuid Amerika — en de L i b e r t é , 51.840 brt, die begin vorig jaar voor sloop werd verkocht en door de F r a n c e op de New York route werd vervangen. Op het ogenblik is geen enkel lijn schip voor Franse rekening in aanbouw. Daarentegen wordt de laatste hand ge legd aan het op 10 november jl. voor rekening van de Zim Line, Israël, door de Chantiers de l’Atlantique in St. Nazaire te water gelaten lijnschip S hal om. Het schip is bestemd voor de Haifa-New York dienst der rederij. Voorts hebben de Noorse rederijen Den-Norske Amerika Linje en Leif Hpegh, Oslo, bij de Forges et Chantiers de la Méditerranée een schip voor de transatlantische vaart besteld. Op 1 ju n i 1962 telde de Franse vrachtvloot 5 52 schepen m et een in houd van 2,3 m iljoen b rt, een ver m eerdering van 5,6 % vergeleken met 1 ju li 1961. De huidige vloot is ver geleken m et die van vóór de oorlog met 77 °/o toegenomen, terw ijl de gem iddel de ouderdom van 19 jaar en 4 m aanden tot lOj/2 jaar is gedaald. B ijna verdub beld vergeleken met 1939, is de opbouw der Franse vrachtvloot ook veel ge varieerder. H et aantal bulkcarriers t.w . 56 met een draagverm ogen van 445.000 ton op 1 jan u ari 1961 is gedurende het eerste h alfja ar 1962 m et v ijf nieuwe ertssche pen, m etende 87.069 brt en m et een draagverm ogen van 12 5.650 ton u itge breid. Zij w erden gebouwd voor re ken in g van Louis D reyfus & Cie, t.w . de C h a r l e s L.D. en de F r a n ç o i s L.D., de A m p h i o p e voor rekening van de U nion N avale & Soc. N avale Caennaise, de H a l o n i a voor rekening van de Union aan het einde van dit jaar van circa 150.000 ton. De Cie Générale heeft twee nieuwe bananenschepen voor de dienst op West Indië in de vaart gebracht, t.w. de Fo r t d ’O r l é a n s en de F o r t C r e v e c o e n r . In 1961 werden reeds de F o r t d e F r a n c e en de F o r t F l e u r d ’E p ic e in dienst gesteld. In totaal beschikte de Cie Générale op 1 januari jl. over 16 bananenschepen terwijl volgend jaar nog twee schepen aan de vloot worden toegevoegd. De Franse tankvloot is thans 6,6 maal groter dan vóór de oorlog en telt 174 schepen met een inhoud van 2,1 miljoen brt. In twaalf maanden tijd' bedroeg de vermeerdering 6., 15 %. De tankvloot vertegenwoordigt 43,5 % van de Franse koopvaardijvloot terwijl de ge middelde leeftijd zeven jaar bedraagt. Gedurende het tweede halfjaar 1961 werden de navolgende supertankers op geleverd, t.w. de A r m a g n a c , 48.549 ton draagvermogen, de Fassy, 33.009 ton draagvermogen, de Sirius, 5 0.600 ton draagvermogen, de Hassi M e s s a o u d , 51.500 ton draagvermogen en de Fausta, 50.622 ton draagvermogen. Gedurende het eerste halfjaar 1962 werden geen supertankers voor Franse rekening opgeleverd. Op 1 juni 1962 waren slechts vier tankers metende 43.650 ton voor Franse rederijen in aan bouw. Zowel op de lange als op de korte trajecten vervoerden Franse schepen in het afgelopen jaar meer passagiers. V er geleken met het eerste halfjaar 1961 bedroeg de stijging in de overeenkom stige periode van 1962 resp. 11 en 7 % . Vooral op de New Y ork route was de stijging dank zij het in de vaart bren gen van de F r a n c e aanzienlijk. De F la n dr e en de F r a n c e vervoerden ver leden jaar tezamen 72.000 passagiers vergeleken met 35.052 in 1961. Ook op de West-Indië route nam het aantal passagiers wederom toe, terw ijl de toeristenreizen grote populariteit genieten. Op de route naar de Afrikaanse west kust, het Midden en Verre Oosten bleef het passagiersvervoer vrijw el stationair, zij het met een geringe tendentie tot stijgen. De Zuid-Amerika dienst wordt gereorganiseerd. De B r e t a g n e werd, zo als reeds vermeld, verkocht en de thans in deze dienst varende schepen worden geëxploiteerd door de Cie des Messageries Maritimes. Tussen Frankrijk en Engeland werden in 1961 circa 665.000 passagiers ve r voerd; in het afgelopen jaar nam het aantal vervoerde passagiers wederom toe. De gebeurtenissen in Algerije oefen den een ongunstige invloed op het pas sagiersvervoer. Repatrieerenden en m i litairen vormden het hoofdbestanddeel. Daarentegen nam het passagiersvervoer naar en van Corsica toe. In het afge lopen jaar vervoerde de Cie Générale circa 3 85.000 passagiers. Ofschoon de Franse koopvaardijvloot gemoderniseerd is en zestien oudere schepen metende 124.647 b rt in no vember jl. waren opgelegd, ondervin den de Franse rederijen niettemin de invloed van de reeds 5 jaren durende scheepvaartrecessie. De lijnrederijen heb ben met scherpe concurrentie te kam pen en ondervinden bovendien nadeel van discriminerende maatregelen door landen die hun nationale vloot steunen en uitbreiden. Daarnaast worden zij ge confronteerd met een aantal problemen voortvloeiend uit de onafhankelijkheid die verleend werd aan gebieden die tot voor kort onder Frans bestuur stonden. Op de tot dusver uitsluitend door Fran se schepen bevaren trajecten ziet men thans ook de vreemde vlag, hetgeen de door Franse maatschappijen vervoerde lading nadelig beïnvloedt. De voort durend stijgende exploitatiekosten v o r men een verdere bron van zorg. In juli jl. kwam een overeen komst met officieren en opvarenden tot stand waarbij aanzienlijke gage verho gingen werden ingewilligd. Dit heeft ertoe bijgedragen dat de eind 1961 aan Franse rederijen verleende kredieten, teneinde haar ten dele schadeloos te stellen voor de vergeleken met anderen zoveel hoger exploitatiekosten, geheel zijn verbruikt. Aldus de heer Anduze-Faris in zijn aan de Franse koopvaardijvloot gewijd overzicht. C. V e rm e y EXCURSIE V A N DE VEREENIGiNG V A N TE C H N IC I OP SCHEEPVAARTGEBIED N A A R LIPS N.V. T E DRUNEN OP 14 FEBRUARI 1963 Op 14 feb ru ari 1963 vond een excursie plaats naar Lips N .V . te D runen, w aaraan door ca. 110 leden en donateurs van de V ereen igin g w erd deelgenom en. V an R o tterd am vertro k des m orgens om 8 u u r een speciale autobus m et ca. 45 personen, te rw ijl de overigen zich per eigen gelegenheid naar de plaats v an bestem m ing begaven. De o n tv an g st van het gezelschap vond n ie t in D runen p laats doch in het restau ran t van de „E ftelin g” te K aatsheuvel w aar de deelnem ers aan de excursie om 10 u u r allen present w aren. H et w elkom stw oord werd gesproken door dr. E. M. H . L ips, die een korte inleiding gaf op de daarn a volgende lezingen, te houden door ir. H . Klaassen en ir. J . A . Romsom. Om 10.15 u u r hield ir. H . Klaassen z ijn le z in g over „Enige nieuw e o n tw ik k elin gen in de scheepsvoortstuw ing” , w elke lezin g w ij hier in extenso weergeven. ENIGE N I E U W E O N T W I K K E L I N G E N IN door S C H E E P S V O O R T S T U W IN G Ir. H. KLAASSEN 1. H e t g e b r u i k v a n e l e k t r o n i s c h e r e k e n m a c h i n e s b i j h e t o n t w e r p e n van sc h r o ev e n . T ien a v ijftie n jaar geleden w erden scheepsschroeven u it sluiten d ontw orpen door m iddel v an de z.g. serie-diagram m en (een enkele vooruitstrevende onderzoeker d aargelaten , w aar dan ook niem and een schroef on tw erp van w ilde h eb b en ). Deze diagram m en w erden (en w o rden ) verkregen door het u it voeren van system atische proeven m et m odellen in een sleepta n k . De m et behulp van m odellen verkregen re su ltaten w o r den door m iddel van „m odelregels” verw erk t tot diagram m en, w aarin een aan tal dimensieloze grootheden tegen elk aar w o r den u itgezet. Op deze w ijze w erd het m o g elijk de m eet resu ltaten , verkregen bij schroefjes m et een diam eter van 10-30 cm , te geb ruiken voor schroeven met een diam eter van bijvoorbeeld zes m eter. H et geb ruiken van m odellen voor het oplossen van tech nische problem en is een m ethode w elke d ik w ijls w o rd t toe gepast ind ien het nog niet m o g elijk is een tech nisch probleem zonder m eer precies u it te rekenen. De oorzaak h iervan is gew o o n lijk d at er nog geen theorie is opgesteld die k w a n tita tie f n au w k e u rig voldoende aan sluit bij de w erkelijkh eid . W el moet m en zo ver zijn , dat het probleem k w a lita tie f voldoende door zién w o rd t en dat m en dus w eet w elke grootheden een belan g rijk e rol spelen. H et feit dat de diagram m en voor scheepsschroeven w orden verkregen door het system atisch uitvoeren van proeven m et schroefm odellen, houdt strik t genom en in dat elke grootheid die de vorm van de schroef mee bepaalt en die invloed heeft op de prestaties van de schroef, system atisch zou moeten w orden gevarieerd. Bij de scheepsschroef zouden dat onder andere de volgende grootheden kun n en zijn : aan tal bladen, d iam eter, gem iddelde spoed, rad iaal spoedverloop, b ladcontour, n aafafm etin g en , gem iddelde b lad d ik te, het radiale bladdikte verloop, rake, profielsoort voor de bladdoorsneden en blado p p ervlak. F eitelijk zou dan telkens één grootheid gevarieerd moeten w orden, te rw ijl alle andere een vaste w aarde m oeten be houden. Op deze w ijze kan w orden nagegaan w at de invloed is van v ariatie van deze ene grootheid op de prestaties van de schroef. U it de opsom m ing van het aan tal grootheden is d irect duide lijk d at, w anneer m en de invloed van alle grootheden op de schroefprestaties onder verschillende om standigheden w il ken nen, n iet alleen het aan tal u it te voeren proeven enorm groot zal w orden, doch dat er ook een onhanteerbaar aan tal d ia gram m en zal ontstaan. M en zal zich dus om wille v an de kosten en de b ru ik b aarh eid beperkingen m oeten opleggen en daarom is het bij schroeven geb ru ik elijk h et aantal bladen, de blado p p ervlakverh o u d in g Fa/F en de spoedverhouding H /D te v ariëren . De overige grootheden lig g en dan vast en d it houdt in dat er een bepaald type schroef ontstaat, w aar m en a ltijd m in of meer aan gebonden is. H ier kom t het nadeel van dergelijke d iagram m en naar voren: De ontw erper w ordt te veei v astgelegd aan een be paalde vorm van de schroef. W il h ij echter h et beste ontw erp voor een bepaald geval m aken, dan zou m e t nam e de keuze van bladcontour, spoed verloop, dikteverloop en profielsoort, eveneens v rij m oeten zijn. Z ulks geldt vooral voor de grotere scheepsschroeven w aar de problemen op h et gebied van cavitatie en trillin g en , zoals bekend, groot zijn. Toen in de vliegtuigb o uw de draagvleugelth eo rie was ont w ik k eld , stond het vast dat deze m ethode ook h aar w eg naar de scheepsbouw zou vinden voor het o n tw erp en van scheeps schroeven, daar een scheepsschroef bestaat u it een aan tal rond draaiende vleugels die op een n aaf zijn b evestigd . De methode kom t er op neer, dat men een vleugel v erv a n g t door een w erveldraad. V oor zo’n w erveldraad, gep laatst in een strom ing, kan w orden u itgereken d w elke krach t de stro m in g erop u it oefent. De uitko m sten bleken b ru ik b aar voor w erkelijk e vleugels. Deze „w ervelth eo rie” is in de loop der jaren steeds verder o n tw ikk eld . Een van de jongste vern ieu w in gen, w elke bekend staat onder de naam „In ductiefaktoren M ethode” , verm eerderde de toch reeds grote hoeveelheid reken w erk per schroef dus danig, dat praktische toepassing ervan in feite slechts m ogelijk is w anneer elektronische rekenm achines w o rd en g e b ru ik t. In 195 8 w erd bij Lips een begin gem aakt m et h et b etrekken v an de elektronische rekenm achine bij h et ontw erpen van scheepsschroeven en omstreeks een jaar geleden begon m en de eerste schroeven voor w erkelijke p ra k tijk g e v a lle n u it te re kenen, zodat w ij dus op dit gebied ongeveer één jaar p ra k tijk erv arin g hebben. N u moet m en n iet verw achten, d at de schroeven plotseling veel meer rendem ent gaan vertonen. De w in sten die er even tueel behaald zu llen kunnen w orden, z ijn u ite rst m iniem . De ku n st van het scheepsschroeven ontw erpen is in het algem een reeds zo ver o n tw ik k eld , dat de w insten die m en voor de toe kom st m ag verw achten, reeds bij voorbaat slechts k lein kunnen zijn . A an de andere k an t hopen w ij echter, d at w ij deze kleine w insten m et nam e kunnen boeken op h et gebied van de cav itatie -b estrijd in g en juist in het geval van cav itatie betekent een klein beetje m eer of m inder, het al dan n ie t binnen een paar jaar repareren van schroeven. V an d aar dat w ij gem eend hebben, deze b elan grijke com plicatie van het schroefontw erp op de koop toe te moeten nemen. 2. M e e t m a c h i n e s W an neer scheepsschroeven n au w k eu rig w orden berekend, moeten zij ook nauw keurig w orden gefab riceerd . A ls m en er n iet zeker van kan zijn, dat het ontw erp binnen redelijke m oeilijk de vereiste n auw keurigh eid en de toleranties voor spoedvlak en dikte w orden op het ru g v lak bij elk aar opgeteld. 3. S ta n d a a rd isa tie grenzen kan worden gerealiseerd, heeft het gebruik van ge raffineerde ontwerpm ethoden immers geen enkele zin. Goede m eetapparatuur is een eerste vereiste om schroeven n auw keurig te kunnen fabriceren. H et meten van scheepsschroeven is m oeilijk wegens de gecompliceerde vorm. Zoals ook hierboven w erd opgem erkt, naar aanleiding van de systematische proeven, is het bij het bouwen van een meetmachine voor alles van belang te weten welke factoren (dus hier welke afm etingen) van belang zijn voor de prestaties van de schroef. Bovendien moeten we w eten binnen w elke grenzen die afm etingen mogen afw ijk en van de nominale m aat die op de tekening verm eld staat. Deze grenzen, ofw el toleranties, zijn vastgelegd in de bekende norm bladen van de I.S.O. (International Standardization O rganisation). H et is dus van belang dat w ij in staat zijn afw ijkin gen binnen de voorgeschreven toleranties inderdaad te kunnen meten. Een van de nieuwste ontw ikkelingen op dit gebied is een m eetapparaat dat w ij zelf hebben ontw ikkeld volgens schema in fig u u r 1. V an de twee door de I.S.O. toegestane meetmethoden voor scheepsschroeven, is hier de z.g. „graden meetm ethode” toegepast. D it w il zeggen dat hoogteverschil tussen twee m eetpunten op een radius van een schroefblad w ordt gem eten over een m iddelpuntshoek. Stel dus dat een hoogteverschil h w ordt gemeten en de 360 m iddelpuntshoek /?, dan bedraagt de spoed -------- X h (3 De n auw keurigheid van de spoedmeting is dus afh an kelijk van de instelling van de m iddelpuntshoek en de m eting van het hoogteverschil tussen twee punten. De instellin g van de hoek geschiedt nu door de schroef (1 ) op een tafel ( 2 ) , te stellen die is voorzien van een zeer n au w keu rig verdeelde tandkrans w aarin een nok past. De schroef kan tekens over een aantal tanden worden verdraaid. H et meten van hoogteverschillen geschiedt iets m inder direct. Op een horizontaal bed (3 ) kan een verticale kolom (4 ) horizontaal worden verplaatst. De horizontale verplaatsing van de kolom bepaalt op w elke straal op de schroefbladen w ordt gem eten. Over de verticale kolom (4 ) beweegt zich een support over een leibaan. A an het support zijn twee tasters bevestigd, één voor het d ru k v lak van het schroefblad en één voor het zu igvlak. De positie van het support (5 ) w ordt, w anneer een taster de schroef raak t, via de m aatbepalingskast (6 ) en een elektronische teller (7 ) op een telm achine vast gelegd. Deze telm achine verw erkt automatisch de binnen gekomen gegevens tot spoed en dikte. U it het gehele proces is de mens, die b.v. afleesfouten kan m aken, geëlim ineerd. H et spoedvlak en het ru gv lak worden direct gemeten. D it laatste is een verbetering t.o.v. de gebruike lijke meetmethode, w aarbij ni. alleen het spoedvlak en de dikte van het blad gemeten w ordt. D it laatste heeft de vol gende nadelen: de diktem eting bereikt in de p ra k tijk U it het voorgaande b lijk t dat er een tendens bestaat naar steeds verdergaand „ m aatw erk ”, m .a.w . naar h et m aken van een schroef die zo exact m o gelijk is aangepast aan de om standigheden, w aaronder hij dienst moet doen. M aatw erk is echter duur, vooral bij de steeds stijgende kosten van de arbeid. Deze tendens zou de onplezierige consequentie kun n en hebben dat de prijzen van de scheepsschroeven zouden gaan stijgen, ondanks het feit dat geprobeerd w o rdt door m echani satie de produktiekosten binnen de perken te houden. D aarom is het gewenst dat w o rd t nagegaan of er nog andere m o g elijk heden bestaan om de produktiekosten laag te houden en dus de prijzen te stabiliseren. Een b elan grijke m ethode hiervoor is het standaardiseren. Deze standaardisatie zou moeten w orden uitgevoerd bij die afm etingen van de schroef, w aarb ij de stan d aard isatie geen afbreuk doet aan de juiste aanpassing van de schroef aan de taak die zij moet verrich ten . D it is m et nam e het geval bij afm etingen van de n aaf, het asgat en de spiebaan. D aarom zijn onzerzijds voorstellen ingediend bij de N ederlandse n o rm ali satie. Deze voorstellen z ijn thans in behandeling in een com missie die daartoe is gevorm d. W ij hopen op de steun van de N ederlandse reders en w erven om naast de kostenverhogende factoren, ook deze kostverlagende facto r te ku n n en in troduceren. Een kostprijsprobleem bestaat eveneens bij de schroeven voor de kleine scheepvaart. Op d it gebied bestaan n iet de eerder gesignaleerde m oeilijkheden op het gebied van cavitatie, die zouden dw ingen tot meer „m aatw erk ” . H et probleem is hier, dat bij kleine schroeven de factor arbeid een overw egende rol speelt in de kostprijs, w aardoor loonsverhogingen een door slaggevend effect hebben. Op d it gebied hopen w ij dat in de toekom st reders en scheepsbouwers eraan zu llen m edew erken de details van de vorm geving van de schroef aan ons over te laten. D aar w ij zeer grote aantallen schroeven voor de kleine scheepvaart m aken is het m o gelijk gebleken, g eb ru ik te m aken van statistische m ethoden. In verband hierm ede gaan w ij in de toekomst vragen ons niet tot in detail voor te schrijven hoe een schroef er precies u it moet zien. W ij w illen vasthouden aan ons principe, dat w ij voor elk schip en z ijn m otor, in de omstandigheden w aarin het vaart, een speciaal aangepaste schroef w illen leveren. D it is onze specialiteit. L a a t ons echter de vrijheid u it te m aken hoe w ij dit precies m oeten doen. D it zal naar w ij hopen, kun n en voorkóm en dat de ook in de to e kom st te verw achten loonsverhogingen d irect zouden leiden tot prijsverhogingen, te rw ijl anderzijds onze k w a lite it geh an d haafd b lijft, ja zelfs, n aar w ij hopen, zal w orden verbeterd. 4. R ep a r a tie s e n o n d e r h o u d W anneer een schroef m et veel zorg is ontw orpen, v e r vaardigd en op zijn juiste m aatvoering is gecontroleerd, w ordt zij aan het schip gehangen en gaat zij, n aar w ij hopen, haar n u ttige diensten verlenen. N u vorm t de positie w aarin de schroef kom t te verkeren een b elangrijke hinderpaal bij het op peil houden v an haar prestaties, en w el om de volgende redenen: a. De schroef w erk t in zeew ater, dat zeer corrosief is. V rijw el alles w ordt in zeew ater aangetast, ook bronzen schroeven. H et vervelende daarbij is, dat de aan tastin g n iet g e lijk m atig over het gehele bladoppervlak is, m et als gevolg dat de schroef ru w w ordt. D aardoor zal de w eerstand van het w ater dat langs de schroefbladen stroom t toenem en, w a a r door een d alin g van het rendem ent optreedt. Hydraulisch bediende Lips-H.M.F. verstelbare s c h r o e f b. In het w ater w aarin de schroef draait, zullen dikw ijls obstakels voorkomen die door de schroefbladen worden geraakt. D aardoor zullen beschadigingen optreden die kunnen bestaan u it verbuigingen van gedeelten van het schroefblad, en in ernstige gevallen zullen scheuren o nt staan. D it kan verdere schade tot gevolg hebben. Verbogen delen van een schroefblad kunnen aanleiding geven tot het optreden van hevige cavitatie. Voorts kunnen scheuren optreden die met het blote oog niet zichtbaar zijn , m aar zich verder voortplanten in de schroef en tenslotte leiden tot het afbreken van een stuk van het blad. H et is duid elijk dat een reder door bovengenoemde redenen veel geld verliest en rendem entsdalingen van 2-5 °fo zijn als gevolg van een of meer der bovengenoemde factoren vrij norm aal. Een ieder kan voor zichzelf uitrekenen w at hem dit per jaa r gaat kosten, nog af gezien van het feit dat, indien geen aandacht besteed w ordt aan beschadigingen, de u it eindelijke gevolgen nog veel ernstiger kunnen zijn. H et is daarom verstandig bij elke dokking de gelegenheid aan te grijpen de schroef te inspecteren (of beter nog: door een deskundige te laten inspecteren) en vervolgens het opper v lak te doen polijsten, alsmede zelfs voor het oog kleine beschadigingen te laten repareren. Op deze w ijze is men niet alleen verzekerd van een langere geb ruiksd u ur van de schroef, doch de schroef zal ook over die langere levensduur een gem iddeld hoger rendement leveren. M et het bovenstaande voor ogen, hebben w ij de laatste jaren meer aandacht besteed aan reparaties en onderhoud van de scheepsschroeven dan ooit het geval was. Daartoe komen onze inspecteurs op verzoek de schroeven in het dok inspecteren en geven adviezen over noodzakelijke reparaties en onderhoud. Een kleine reparatie w aarbij niet verwarm d of gelast moet w orden, w ordt door de speciale service-ploeg in het dok u it gevoerd. D it geldt ook voor het polijsten van de schroeven. H et is aan te bevelen dat polijsten bij elke voorkomende gelegenheid geschiedt. H et levert bij geringe kosten een veel voud van besparingen op. Grotere reparaties w aar met name w arm tebehandeling of lasw erk aan te pas komen, moeten in onze fabriek geschieden. Zoals bekend is zorgen w ij daartoe voor snel transport van en n aar de w erf en de reparatie w o rdt met zo groot m ogelijke snelheid uitgevoerd. Ook bij het vorige bezoek van uw veren igin g is gesproken over verstelbare schroeven. In die tijd was de verstelbare schroef op zich ook voor ons b ed rijf nog een b etrek k elijk e nieuw igheid. D it is n u niet meer zo. De verstelbare schroef is een norm aal verschijnsel gew orden in ons b ed rijf, b lijk t: A an tal 1956 1962 PK to taal 92 325 ca. 120.000 ca. 400.000 In deze cijfers zijn de kleine mechanisch bediende verstel bare schroeven niet opgenomen. Onze referen tielijst verm eldt sedert 1956, 336 stuks van dergelijke schroeven m et een to taal vermogen van ca. 3 8.000 pk. In 1956 w erd in ons b ed rijf nog slechts één ty p e verstel bare schroef v erv aard igd : de bekende lips-Schelde schroef, m et de haar kenm erkende opstelling van tw ee b ladparen in tandem op een n aaf van opvallend kleine diam eter. W ij v er vaardigen dit type nog steeds en de ervaringen die w ij ermee hebben opgedaan b lijk en , vooral w aar het de solid iteit b etreft, nog steeds buitengew oon gu n stig te zijn . Zelfs onder u iterst zw are om standigheden als te vinden in de N oordelijke Ijszee of in ondiep w ater, bleek deze constructie p raktisch n iet te beschadigen. De enige beschadigingen w elke m en m et d it ty p e kan oplopen, zijn te vinden aan de bladen, hetgeen trouw ens heel norm aal is voor een schroef. Ook een m onoblokschroef vertoont deze schade op zijn tijd . Een nadeel van deze constructie bleek echter, dat zij vooral voor kleinere verm ogens van b.v. 1500 - 200 pk te d u u r is. W ij zochten daarom n aar een constructie voor d it verm ogensgebied, welke veel sim peler zou moeten zijn , doch aan de andere kan t even betrouw baar. A ls gevolg d aarvan is sedert 1956 een tweede typ e schroef aan ons p ro d uktie-p ro gram m a toegevoegd: de in p o p u lariteit snel stijgende L ips-H .M .F . schroef. D it type schroef gin g to t ons pro duktie-p ro gram m a behoren dank zij sam enw erking m et een klein Deens b ed rijf, w aar reeds tien tallen jaren een verstelbare schroef w erd verv aard ig d voor kleine vissersboten m et verm ogens to t rond 200 pk. De con structie van deze schroef is uiterst eenvoudig en de verstellin g hi !f 1 ■AH ÏÏ1 Jll i ■u h -J A “ii 11 p TT p_____ M L __u "Y p—j -H J i 1i -n iI — L H -jjk 4 H 1L Fig. 3. Speciale co n stru ctie v o o r toepassing bij sneller lopen de m o to re n ,-j-T J | J11 = = r — h __u 1 u 11 ■4 Jr' A ) '!ii ___ _ < fl h van de schroefbladen geschiedt geheel langs m echanische weg. A an v an k e lijk geb ru ikten ook w ij deze constructie, doch zij bleek voor toepassing bij vermogens groter dan ca. 200 pk n iet de juiste oplossing. D aarom hebben w ij een hydraulische servom otor gebouw d, w elke gebaseerd is op de hydraulische servom otoren w elke ook voor de Lips-Schelde schroeven w er den geb ru ik t. Tevens w erden de naven herzien en aangepast aan de grotere verm ogens. H ier w erd echter het principe van de oorspronkelijke constructie gehandhaafd. H et resultaat h iervan is te zien in fig. 2. In septem ber 1961 voer het eerste (Belgische) schip met deze constructie en sedertdien zijn er vele gevolgd. D it type schroef heeft thans een toepassingsgebied gekregen to t ca. 2.500 pk. Een d u id elijk herkenbare tendens in de scheepsbouw is het geb ru ik van tan dw ielkasten in com binatie m et sneller lo pende m otoren. A angezien dit soort m achine-installaties b ij zondere m ogelijkheden biedt voor het aanbouwen van ver stelbare schroeven, hebben w ij hiervoor een speciale con stru ctie o n tw ikk eld , w elke zeer com pact is en aan vrijw el elke tan d w ielk ast kan w orden aangebouwd, w aarb ij de as hoogten van ingaande en uitgaande as ongelijk zijn. In fig . 3 w ordt een dergelijke tandw ielkast getoond. De v erb in d in g van de schroefas met de h ydraulische ci lin d er (2 ) bestaat uit een gedeelde koppelbus (1 ) m et vaste flenzen voor en achter. In de holle ruim te die aldus ontstaat is de koppeling van de verstelstang en de zuigerstan g van de h yd rau lisch e cilin der (2 ) ondergebracht. Deze koppeling m aak t het m o gelijk de schroefas te trekken zonder d at de cilin d er w o rdt gedem onteerd. De cilinder is m et bouten be vestigd aan de uitgaan de as van de tandw ielkast ( 3 ) . Op de n aar voren verlengde tandw ielas, dus vóór de tandw ielkast is een olietoevoerkast (4 ) gem onteerd. H et huis ervan is voorzien van twee aansluitingen voor invoer resp. afvoer van h yd raulisch e olie. H et huis draait niet met de as mee. De h yd raulisch e olie w o rdt door een kleine boring door het hart van de tandw ielas gevoerd naar de verstelcilinder ( 2 ) . D ank zij de kleine afm etin g van de boring in de tandw ielas behoeft deze n iet zw aarder te zijn dan norm aal. Op de tan d w ielkast kan een pomp worden geplaatst die dan direct kan worden aangedreven door de ingaande as (5 ) . De stu u rsch u if kan eveneens op de kast worden gebouw d, te rw ijl het oliereservoir van de tandw ielkast kan dienen als reservoir voor het hydraulische systeem voor de schroef. Daardoor ontstaat een eenheid w elke zo in het schip kan worden gemonteerd en kan worden gekoppeld aan nagenoeg elke eventueel gewenste afstandsbesturing voor schroef en (indien aanw ezig) koppeling. A nderzijds is de constructie zodanig dat tandw ielkast en verstelbare schroef voldoende los van elkaar staan, zodat b.v. dem ontage van de een de ander niet beïnvloedt. In de grotere vermogens, dus boven ca. 2500 pk is naast de Lips-Schelde naaf, de Lips-W erkspoor n aaf een belangrijke aanvulling gebleken van ons produktie-program m a. Deze naaf is van conventionele constructie. H aar ontstaan m oet worden gezocht in de tijd vlak voor de eerste wereldoorlog. N ad at dit type naaf tussen de beide wereldoorlogen een sluim erend be staan had geleid, is zij bij W erkspoor na de oorlog herleefd. Tenslotte is deze constructie overgegaan n aar de firm a Lips, hetgeen geheel in de lijn lig t van het hedendaagse streven naar specialisatie. Sedertdien is u it de sam enw erking tussen W erkspoor en Lips de Lips-W erkspoor constructie ont staan, w aarbij Lips haar ervaringen in de constructie heeft verw erkt. (Fig. 4 ) In het bovenstaande zijn de belangrijkste veranderingen in ons produktieprogram m a vermeld. D aarnaast zijn n atuu r- Fig. 5. De Cape Flood, Canadese traw ler niet Lips-Schelde vers fel bare s c h r o e f Fig. 6. D e Lips- S c b e l d e inst allat i e v a n d e Cape Flood lijk tientallen veranderingen in bestaande constructies door gevoerd, welke geleid hebben tot vereenvoudiging, verhoging der bedrijfszekerheid en verlaging van de prijs. Op dit alles in te gaan zou echter te ver voeren. door één of meer pompeenheden welke op elke willekeurige plaats kunnen worden opgesteld. Deze pompeenheden kun nen worden aangedreven al naar keuze door dieselmotoren, benzinemotoren, elektromotoren, stoomturbines of gasturbi nes. Een economische oplossing is de pompen aan te drijven door één of meer van de hulpmotoren welke toch reeds in het schip moeten worden geïnstalleerd. Het toerental van de schroef (schroeven) in de tunnel kan worden geregeld door middel van de machine die de pomp aandrijft of door een regelklep in het hydraulisch circuit indien de aandrijvende machine een constant toerental heeft. De richting van de stuwkracht, welke door de dwarsschroef wordt uitgeoefend, wordt geregeld door een omkeerschuif, welke in het hydraulisch circuit is opgenomen. Daar door wordt de draairichting van de schroef omgekeerd. A an gezien een transmissie ontbreekt is hierbij praktisch geen mas sa betrokken en gaat dit omkeren uiterst snel, hetgeen voor dit soort schroeven noodzakelijk is. De stuwkracht van de boegschroef is in beide richtingen even groot. De bediening van het geheel geschiedt op afstand vanuit één of meer plaatsen naar keuze. Op elke plaats w ordt een bedieningskolom geplaatst waarop alle bedieningsorganen zijn aangebracht. 6 . Diva rsschro ev cn De mogelijkheid om met schepen te manoeuvreren is be perkt in die gevallen dat bij een met lage snelheid varend of gestopt liggend schip, niet alleen het achterschip doch ook het voorschip zich precies naar een bepaalde plaats moet bewegen en/of daar moet blijven. De enige oplossing voor dit probleem bestaat uit het aanbrengen van een voortstuwingsinrichting in de boeg van het schip. Dergelijke inrich tingen zijn de laatste jaren in vrij grote getale op de markt verschenen. Ook Lips heeft een systeem ontworpen. Het prototype zal binnenkort proefdraaien en zal geplaatst w or den op een Canadees schip. In het kort komt het genoemde systeem hierop neer: in een tunnel welke zich onder water, dwarsscheeps, in de boeg van het schip bevindt, is een gestroomlijnd lichaam geplaatst. Hierin bevinden zich één of meer hydraulische motoren, welke één of twee vastbladige scheepsschroeven aandrijven. In het stroomlijnvormig lichaam is ook een stuwblok op genomen. De schroeven worden aangedreven door hydrau lische motoren, die zich onder water bevinden. Er zijn dus geen tandwielen en transmissie-assen, welke vanuit de tunnel naar boven leiden. De motoren worden gevoed door hogedrukolie, welke na het verrichten van arbeid in de motoren via een lagedruk retourleiding wordt afgevoerd. De leidingen lopen door de steunen waarmee het stroomlijnvormig lichaam in de tunnels is opgehangen. De hogedrukolie wordt geleverd Fig. 7. D e Li ps -H. M. F. v e r s t e l b a r e s c h r o e f , t y p e VP 11, v a n d e B e l g i s c h e t r a w l e r Charvic, 110 h p bij 290 o m w / m i n Om 11.15 uur werd deze lezing gevolgd door die van ir. J. A . Romsom welke lezing wij eveneens onverkort weer geven. ALU MINIUM EX TR U S ÏE door Ir. J. R O M S O M De voortdurende groei van het Al. verbruik vindt z’n oorzaak in het feit, dat de ertsen voor de bereiding van A l. in ongelimiteerde hoeveelheid voorhanden zijn en verder, doordat A l. een combinatie van zeer bepaalde eigenschappen heeft. Het ongelimiteerd voorhanden zijn van Al. heeft tot gevolg, dat er een stabiele prijs is van het materiaal dat, het s.g. in aanmerking genomen, per volume eenheid niet veel onderdoet voor die van staal. Een bijkomend voordeel is hierbij nog de relatief hoge oudmetaalwaarde. Een van de belangrijkste eigenschappen van A l. is, zoals gezegd, het lage soortelijk gewicht dat, gepaard gaande met de sterkte van de A l. legeringen, de mogelijkheid biedt tot gewichtsbesparing in constructies. Deze gewichtsbesparing is van belang bij de bouw van transportmiddelen b.v. waarbij het laadvermogen door vermindering van het dode gewicht verhoogd wordt. In de constructiebouw is het belangrijk om het eigen Fig. 8. P r o t o t y p e va n d e d o o r Lips N .V. o n t w i k k e l d e h y d r a u l i s c h aan g e d r e v e n d i v a r s s c h r o e f gewicht laag te houden, vooral bij grote overspanningen; bij snel bewegende onderdelen leidt dit tot vermindering van de massakrachten. A l. is corrosiebestendig, kan zonder oppervlaktebehandeling gebruikt worden; wordt het voor decoratieve doeleinden ge verfd, dan gaat de verflaag veel langer mee. Dit betekent, dat A l. vrijw el geen onderhoud vraagt. Andere gunstige eigenschappen zijn: goed elektrisch- en warmtegeleidingsvermogen, reflecterend vermogen en vooral z’n goede vormgevingseigenschappen zoals bij gieten, persen, walsen, verspanen enz. Vanzelfsprekend zijn er naast deze gunstige factoren voor de uitbreiding van de toepassingsmogelijkheden ook remmende factoren. De belangrijkste hinderpaal is van psychologische aard en berust op het conservatisme, dat ieder nieuw ma teriaal moet overwinnen. Zo is b.v. Al. bij het grote publiek lange tijd niet aantrekkelijk geweest vanwege z’n lage gewicht. Gewicht werd dikwijls aangezien voor kwaliteit en „dus” kan Al niet goed zijn. Een andere remmende factor is de onbekendheid van het nieuwe materiaal, al geven de Al. producenten zich erg veel moeite omtrent de voorlichting over de mogelijkheden met dit materiaal. Zo is er over A l. aanzienlijk meer gepubliceerd dan over het oude materiaal koper. Men kan de diverse Al. legeringen onderscheiden in 2 groepen: a. De gietlegeringen b. De kneedlegeringen De tweede groep kan men dan weer onderscheiden in de veredelbare en niet veredelbare legeringen. Een veredelbare legering is een legering, waarin de legeringselementen een toenemende oplosbaarheid vertonen bij verhoging van de temperatuur. Door ’n snelle afkoeling van een hoge temperatuur krijgen de legeringselementen geen kans om uit te scheiden en blijven in oververzadigde op lossing aanwezig. Door nu dit materiaal te ontlaten, het z.g. verouderen, scheiden de legeringselementen zich uit, wat met een toename van de mechanische eigenschappen gepaard gaat. Dit ontlaten begint reeds bij kamertemperatuur, doch daar naast vindt kunstmatig verouderen plaats bij temperaturen van ongeveer 170 a 200 °C. De niet veredelbare legeringen kan men door koudvervorming, zoals walsen of trekken, een grotere sterkte geven. Er zijn A l. legeringen met breuksterkte van meer dan 50 kg/mm“, met ’n rek van ruim 10 %, 5n daarbij behorende r 0,2 van 40 kg/mm2, ’n Brinell hardheid van 140. Deze cijfers doen niet veel onder voor die van staal, waarbij A l. dan nog het voordeel heeft van een veel lagere elasticiteitsmodulus nl. 8000 tegen 21.000 van staal. Dit betekent dat de energie, die in het elastisch gebied opgenomen kan worden, ongeveer het drievoudige is van staal, per gewichtseenheid zelfs het negenvoudige. Dit is van groot belang bij constructies, waarbij stootbelastingen opgenomen moeten worden. De lage elasticiteitsmodulus heeft ook het nadeel van een verminderde stijfheid, doch deze kan door de ideale vormgeving van profielen bij het persen gemakkelijk gecompenseerd worden. W at de eigenschappen van A l. legeringen betreft, tot slot nog iets over de corrosie. In het algemeen kan men stellen dat de corrosieweerstand afneemt naarmate de legeringsbestanddelen toenemen. Zo is zuiver A l. zeer goed corrosiebestendig (bestaat uit één soort homogene kristallen). In het bijzonder geeft het element koper in Al. legeringen een aanmerkelijke vermindering in corrosieweerstand, doordat Cu in uitgescheiden toestand met het A l. ’n lokaalelement vormt. Daardoor zijn Al. kneedlegeringen, welke Cu als legeringsbestanddeel bevatten, zeer slecht bestand tegen zeewater en z.g. zeewater atmosfeer. Ook in andere gunstigere omstandigheden moeten deze Cu houdende legeringen voorzien worden van een beschermings laag b.v. zuiver A l. om corrosie tegen te gaan. In het algemeen kan men stellen, dat de legeringen AlMg 2-4 % , AlMgMn en AlMgSi met Cu % <C 0,05 een veel betere corrosieweerstand geven in zeewateratmosfeer dan de andere al. legeringen, (en zelfs ongelegeerd A l.). Voortdurend contact met zeewater vereist echter ook bij deze legeringen een beschermingslaag. Enkele legeringen lenen zich uitstekend voor het z.g. anodiseren, d.i. het aanbrengen van een kunstmatige oxydelaag, die ongeveer 0,01 a 0,02 mm dik is, welke een ideale be scherming vormt tegen corrosie. De vervaardiging van halffabrikaten uit Al. vindt plaats door walsen — warm en koud persen — meestal warm, eventueel gevolgd door trekken. Het uitgangsmateriaal voor beide bewerkingen is stranggegoten materiaal in de vorm van cakes voor het walsen en billets voor het persen. Door het stranggietprocédé is de fabricage van halffa brikaten zowel wat kostprijs betreft als kwaliteit aanzienlijk verbeterd. Men kan grote hoeveelheden per tijdseenheid ver gieten zonder gëvaar van oxyde-insluitingen. Elet principe van het stranggieten is het vloeibare materiaal te gieten in ’n met water gekoelde ringvorm, waarbij het gestolde materiaal con tinu onder uit de ringvorm getrokken wordt, terwijl boven in de ringvorm het vloeibare materiaal wordt toegevoegd. Men krijgt op deze wijze in lengterichting ’n zeer gelijk matig produkt, terwijl door de gelijkmatige toevoer van materiaal zonder spatten of turbulentie de oxyde-insluitingen voorkomen worden. De cakes worden daarna opgewarmd en op een reverserende warmwals uitgewalst tot banden van ± 6 mm dikte. Op reverserende koudwalsen met haspels worden deze ban den dan verder uitgewalst tot de verlangde dikte, eventueel tot foliën. De laatste tijd zijn nieuwe procédés geïntroduceerd, waarbij na het continu gieten, de aldus gevormde eindloze strippen met de gietwarmte er nog in, uitgewalst worden. Men spaart hierbij de grote vervormings- en opwarmingsenergie van de cakes, terwijl zeer grote lengten verkregen worden, w at bij de verdere koud ver vorming langere looptijden dus gunstigere belasting van de walsmachines geeft. Ook de firm a Lips heeft ’n dergelijke installatie, waarbij het continu gieten op een wiel plaatsvindt. Ook bij het walsen vinden veranderingen plaats, zoals b.v. de planeetwalsmachines, waarbij het aantal steken aan zienlijk wordt verminderd door de grote dikteafname per steek b.v. 90 % in plaats van 40 % bij normale walsen. De continu gegoten billets worden gehomogeniseerd en op lengte gezaagd, en komen daarna in de opwarmoven. Veelal vindt het opwarmen inductief plaats, waarbij de oven bestaat uit een spiraal gewonden stroomdrager, waarin het blok ligt wat fungeert als ’n kortgesloten secundaire stroomkring. De warmte wordt hierbij uitsluitend in het blok opgewekt, terw ijl de stroomdrager koud blijft, w ordt inwendig met water ge koeld. Het blok w ordt op deze wijze verwarmd tot ongeveer 500° en dan in ’n verwarmde container gebracht. De con tainer bestaat uit 2 of 3 op elkaar gekrompen korte stukken dikwandige buizen. Aan het ene eind wordt de binnencilinder afgesloten door een matrijs, aan het andere eind bevindt zich het persstempel, waarmee bij hoge drukken het A l. door de matrijs geperst wordt, waarbij uit de matrijs een profiel komt met een vorm gelijk aan de doorgang, die in de matrijs is aangebracht. De perskracht wordt ontleend ofwel aan water, wat onder hoge druk, 200 atm., in stalen vaten met ’n luchtkamer erboven, aanwezig is en die continu door een pomp gevoed worden, het z.g. accu systeem ofwel aan olie, die door een hydraulisch pompensysteem direct in de perscilinder gebracht wordt. In het eerste geval w ordt de snelheid van het vullen van de perscilinder bepaald door een smoorventiel; in het tweede geval door een instelling van het pompensysteem, dus zonder drukverlies. Bij het directe systeem heeft men de perssnelheid beter in de hand dan bij het accu systeem, wat 5n beter produkt met ’n beter oppervlak geeft. Het blok wordt niet geheel uitgeperst; er b lijft een persrest achter, waarin zich de verontreinigingen van het billetoppervlak bevinden. Voor de nieuwe perscyclus wordt deze persrest verwijderd. De dikte van de persrest is afhankelijk van de omschreven cirkel van het te persen profiel en de billetdiameter. Om bij grote profielen te voorkomen, dat vuil door de matrijs komt, wordt de persrest dikker gehouden. De juiste vormgeving van de matrijs en de afwerking ervan is vanzelfsprekend van het grootste belang voor het persprodukt. Bij gecompliceerde profielen is het moeilijke punt, de materiaalsnelheid op elke plaats in de matrijs even groot te krijgen, zodat het profiel er recht uitkomt. Dit w ordt verkregen door lengtevariatie van het parallelgedeelte van de matrijs. Hoe dikker het profiel ter plaatse hoe langer het remvlak. De matrijs wordt zo goed mogelijk ontworpen, doch moet dan nog proefgeperst en gecorrigeerd worden, soms diverse malen, voordat het profiel goed uit de matrijs komt. Men kan ook holprofielen persen door in de uitsparing van de matrijs ’n z.g. doorn aan te brengen die bevestigd is aan een brugconstruccie gemonteerd op de matrijs aan de zijde van het blok. Het materiaal van de billet wordt door deze brug in 2 gedeelten gesplitst, doch w elt achter de brug weer aan elkaar juist voor de matrijsopening. De fabricage van de kokerprofielen is van groot belang juist om de vormstijfheid van de profielen, o n gunstig beïnvloed door de lage elasticiteitsm odulus van A l., te vergroten. Bij dunne profielen vin d t aan de lu ch t voldoend snelle afko elin g plaats om uitscheiding van legeringselem enten te voorkom en. D ikke profielen w orden m et w ater af geschrikt. De profielen w orden gestrekt om het profiel te richten en dan op lengte gezaagd. In een oven met lu ch tcircu latie w orden de profielen verouderd en zijn dan gereed om in g ep akt en verzonden te w orden. N a deze beide voordrachten bestond gelegenheid to t het stellen van vragen, doch m et het oog op de tijd diende de discussie te worden beperkt en w erd voorgesteld eventuele verdere vragen u it te stellen to t later in H otel R o yal te D run en , alw aar bij de thee gelegenheid zou zijn vragen te stellen. O m 12 u u r w erden door de directie van Lips apéritiefs aangeboden, gevolgd door een uitnem ende Brabantse k o ffie ta fel, w aarn a ten 13.45 u u r naar D runen w erd vertro kken voor het bezoek aan de Lips fabrieken, w aar de deelnemers in groepen onder deskundige leid in g het tijdens de lezingen voorgedragene aan de w erkelijkh eid konden toetsen. W ij namen o.a. een k ijk je in de schroevengieterij en de m eetafdeling, benevens de w erkplaatsen voor de verschillende verstelbare schroeven. Bij een bewegend model was de be w eging van de schroefbladen duidelijk te zien. Ook de re paratie van beschadigde schroeven neem t bij Lips een niet onbelangrijke plaats in. Vervolgens werd een bezoek gebracht aan de grote fabriek s hallen w aar het alum inium tot de meest ingew ikkelde profielen wordt geëxtrueerd. W ij zagen daar o.a. het extrueren van zeer lichte alum inium profielen en buizen. Om 15.45 vertrok het gezelschap naar H otel R o yal te D runen, alw aar te ca. 16 uur de thee w erd geserveerd en waar zoals gezegd gelegenheid werd gegeven vragen te stellen. H iervan werd door verschillende deelnemers aan de excursie behoorlijk gebruik gem aakt, w aarbij de vragen door de spre kers van deze dag tot tevredenheid werden beantwoord. Tot besluit vertolkte de heer G. Zanen, secretaris van de V ereeniging de dank voor alles w at de directie van Lips deed om te zorgen dat deze zeer geslaagde dag nog lan g in herinne ring zal blijven. W ij hebben kunnen ervaren, d at de fabricage van scheepsschroeven inderdaad op hoogst wetenschappelijke basis geschiedt en dat ook het extrusieb edrijf een belangrijke plaats bij Lips inneemt. SL E E P R E IS V A N EEN Z W A A R B E S C H A D I G D E NOORS E T A N K E R De 13.3 00 ton dw m etende tan ker B o h e m e toebehorende aan de A .O . A ndersen Shipping Co. A/S te Oslo, k w am on langs u it de V erenigde Staten naar G ötaverken’s Scheepswerf te G öteborg. H et schip w erd over de A tlan tisch e Oceaan gesleept door de N ederlandse zeesleepboot I e r s e Z e e van L. Sm it & C o’s In tern atio n ale Sleepdienst te R oterdam . H et m otortankschip B o h e m e w erd ernstig beschadigd na een aanvaring met een sleep olielichters op de Mississippi in ok tober 1962. Er brak brand uit en de m achinekam er kw am ge deeltelijk onder w ater te staan. Götaverken kreeg de opdracht voor de herstelw erkzaam heden in ernstige m ededinging van buitenlandse werven. O orspronkelijk w erd het schip door G ötaverken in 19 56 af geleverd. H et casco werd door Tangen V erft in Noorwegen gebouwd, terw ijl de m achine-installatie door G ötaverken werd geleverd en geïnstalleerd. door DE DOXFORD DIESELMOTOR VOOR DIRECTE P. J A C K S O N , M.Sc., M . S. Mech. E. AANDRIJVING Directeur en leider van de afd. Research en Ontwikkeling van William Doxford & Sons (Engineers) Ltd. V e r v o l g v a n p a g i n a 209 ( s l ot ) Grote motoren In de technische pers en zelfs in de dagbladpers werd in 1961 veel geschreven over het in gebreke blijven van de Britse dieselmotorfabrikanten en ontwerpers betreffende het bouwen van een motor van groot vermogen. Deze kritiek was in het bijzonder direct tegen Doxford gericht. Gedurende vele jaren was de Doxford motor een van de meest populaire en gedurende de periode van het begin van de tweede wereldoorlog tot 195 8 waren de machinefabrieken van Doxford volledig bezet met de bouw van motoren voor vrachtschepen en tankers en er zijn thans meer dan 1600 van deze motoren door Doxford en de licentiehouders gebouwd. Gedurende deze periode van intense produktieactiviteit was het niet mogelijk veel ontwikkelingswerk uit te voeren en de motor van het P-type werd later ontwikkeld om een lich tere motor te verkrijgen die minder ruimte inneemt en tegen lagere prijs en verbeterde betrouwbaarheid. Gedurende deze periode ontwikkelden firma’s op het Continent grotere moto ren en gesuggereerd werd dat Doxford achterbleef. Doxford is geheel ingesteld op de levering van motoren voor vracht schepen en tankers tot een maximum van 18.000 ton d.w., zodat voor vermogens tot 7000 pk aan de vraag van de scheeps w erf van Doxford kon worden voldaan en men voelde bij Doxford dat men zich vertrouwd moest maken met motoren tot ca. 12.000 of 14.000 pk, welke zij eisten en die inderdaad de eisen waren voor 85 % van de wereldmarkt op het gebied van scheepsdieselmotoren voor directe aandrijving. Men voel de, dat er zich bij de ontwikkeling van motoren met tegen gestelde zuigers boven deze vermogens moeilijkheden zouden kunnen voordoen. De reputatie en de goodwill van Doxford was gevestigd op dit motortype en elk ander afwijkend type zou een geheel nieuw begin betekenen. Gedurende de laatste 1 5 maanden waren echter onderhandelingen gaande en werd tot een fusie besloten met de scheepsbouwmaatschappij van Sir James Laing & J. L. Thompson in Sunderland, welke Mij. in staat is veel grotere schepen te bouwen, zelfs boven 100.000 ton d.w. Er is daarom thans een markt voor een Doxford motor tot 20.000 of 25.000 pk in de Doxford Groep en een dergelijke produktie zal de kiem vormen voor de bouw van motoren voor andere scheepsbouwers. Onder deze omstandigheden werd het probleem van de bouw van een grotere motor opnieuw bezien. Verschillende constructies van motoren met tegengestelde zuigers werden in beschou wing genomen, zoals motoren met dubbele cilinders en mo toren met hefboomaandrijving. Zelfs werd overwogen of geen betrouwbare Fullagermachine kon worden ontwikkeld, welke de eigenschappen van de motor van het P-type belichaamt. Het interessante ontwerp van een motor met dubbele cilin ders is afgebeeld in fig. 18. Tenslotte werden de ontwerppogingen geconcentreerd op een motor met een cilinderboring van 850 mm en ongelukkigerwijze werd veel voorbarige publiciteit omtrent dit project gegeven. Het ontwerp was gebaseerd op de motor van het P-type, doch bij de voort gang werd het duidelijk, dat de krukas een diameter van 770 mm diende te hebben voor het vermijden van kritische snelheden, in het bijzonder was de negende knoop van de derde orde zeer dicht nabij de snelheidsrange van de motor en zij was zeer krachtig. Een dergelijke grote krukas zou meer dan 196 ton wegen. In fig. 19 wordt het ontwerp voor deze krukas afgebeeld, terw ijl het ontwerp van de motor later in fig. 23 is te zien. Het werd schrijver dezes duidelijk dat een dergelijke motor niet concurrerend kan zijn en er zouden zich bij de fabricage moeilijkheden voordoen als gevolg van de daarbij betrokken zware delen. De geschatte torsie-condities zijn in fig. 20 weergegeven. De situatie werd opnieuw overzien en er werd zelfs over wogen of niet motoren van andere typen zouden worden gebouwd, doch men overwoog, dat de motor met tegenge stelde zuigers, welke in wezen een Britse ontwikkeling voor de voorstuwing van schepen is, vele voordelen had met be trekking tot de langsspoeling, een goede verbrandingskamer, uitzonderlijk goede uitbalancering en het vrij zijn van trilling, waarbij de motor uitermate geschikt was voor toepassing van lasconstructies, omdat de entablures en de kolommen niet onderworpen waren aan de verbrandingsbelastingen, welke geheel en al binnen het draaiend mechanisme van de motor met tegengestelde zuigers wordt gehouden. Het werd duide lijk, dat een ontwerp diende te worden gevonden dat zes cilinders mogelijk zou maken, zodat een motor kon worden geconstrueerd met een veel lichtere krukas en zonder vrees voor kritische snelheden. Nadien betrof het een ontwerp dat alle voordelen van de eigenschappen van de motor van het P-type bezat, doch met een geringere hartafstand van de cilinders, waardoor 9- en 10-cilindermotoren konden worden gebouwd zonder ernstige kritische snelheden binnen de snelheidsrange en zelfs zonder dat een „detuner” nodig was. Een 9 -cilinder motor met een cilinderboring van 760 mm bij een gecombi neerde slag van 2180 mm is thans in aanbouw voor het ont wikkelen van 20.000 pk in 9 cilinders bij een matige gemid delde geïndiceerde druk van 13 5 lbs/D" en men denkt dat de motor kan worden gebouwd van vier tot misschien tien cilinders, teneinde een vermogenrange te geven zoals voor gesteld in de tabel van fig. 21. Men verwacht dat de ver mogenrange daarna zal worden uitgebreid tot tenminste 2 5.000 pk en misschien zelfs meer, speciaal naarmate het vermogen van motoren met drukvulling wordt verhoogd. De krukas van de 9-cilinder motor heeft een krukpendiameter van 635 mm en het gewicht wordt geschat op niet meer dan 12 5 ton,hetgeen zeer wel in overeenstemming is met dat van de grote motoren welke thans op het Continent worden gebouwd. Een schetstekening van de motor en de vermogen7,000 - 80 90 R.P.M. /CO Fig. 20 G e s c h a t t e t o rs i et r i l l i n g s k a r a k t e r i s t i e k e n v o o r d e m o t o r 8 5P T 6 J6'-9 46'- O" Fit'. 18 O n t w e r p m o t o r m e t d u b b e l e ci l i n de r s Fig. 19 Kru kas va n d e o n t w o r p e n m o t o r m e t c i l i n d e r b o r i n g Ü50 v i m D Hoofdafmetingen Aantal cilinders rpk 4 8 .8 0 0 A 29'-%" B 13 ’- 9 " C 3 7 '-6 " 37'-6" 350 33'-0" 33'-0" 37'-6" 37'-6" 37'-6" 400 37'-6" 37'-6" 580 11.000 35'-3" 13 ' - 9 " 1 3 .2 0 0 4 2 '-8 " 13 '-9" 3 3 '-0 " 3 3 '- 0 ,/ 1 5 .4 0 0 O OO 5 8 1 7 .6 0 0 51'-7" 9 2 0 .0 0 0 5 8 '-3 " 13' -9" 13'-9" 13' -9" 10 2 2 .0 0 0 6 4 '-0 " 13' -9" Gewicht ton 33'-0" 3 3'-0" 6 7 D overhaul hoogte 3 3 /-0" 30 0 460 520 64 0 Fig. 21 S c b e t s t e k e n i n g v a n d e m o t o r v a n h e t J - t y p e m e t c i l i n d e r b o r i n g 760 m m , b e n e v e n s e e n t a b e l d e r a f m e t i n g e n basis zal vormen voor de o n tw ik k elin g van de D oxfordm otor tot de hoogste verm ogens van 27.000 pk en verm ogens van boven 30.000 pk w orden reeds onder de ogen gezien. H et is interessant om de o n tw ikk elin g van de D oxfordmotoren over de laatste 10 jaar te beschouwen, h etzij op basis van vermogen voor een gegeven cilin d erafm etin g, h etzij al tern atief de afm etingen van de m otoren voor een gegeven verm ogen. H et verm ogen van de m otor m et 670 m m c ilin derboring was in 1950 1100 pk per cilinder. Deze m otor w erd daarna opgeladen voor het on tw ikkelen van 1400 pk per cilinder en bij de m otor van het P -typ e w erd deze n iet alleen in afm etingen verm inderd, doch het verm ogen w erd opgevoerd tot 1666 pk per cilin der. De vermogens en de afm etingen worden in tabel II w eer gegeven. Fig. 24 doet de afm etingen gedurende de tussen liggende jaren zien van de D oxfordm otor m et een verm ogen van ca. 7000 pk. De nieuw e m otor w elke thans w o rd t o n t w ikkeld , zal het ontw erp een stadium verder brengen en range is afgebeeld in fig. 21. H et is een groot voordeel voor het later tot o n tw ikkeling komen van een motorrange, dat men kan zien w at de concurrent heeft gebouwd en dat de zich in het ontw erpstadium bevindende motor vóór is en concurrerend zal zijn met betrekking tot de lengte, het gew icht en de prijs. Tabel I toont ter vergelijking de v er schillende motoren van de concurrenten, welke werden o n t w ikkeld voor een vermogen van 20.000 rpk. H et is te zien dat het D oxford ontwerp zeer gunstig afsteekt ten opzichte van de andere motoren. Ondanks de drie kru k ken per cilinder zal de krukas van deze motor hetzelfde gew icht hebben als dat van enige C ontinentale m otor en zoals bekend, is de krukas verreweg de duurste component van de langzaam lopende dieselmotor. Fig. 22 geeft een afbeelding van een houten model van de 9-cilinder m otor en de com pactheid en het nette u iterlijk spreken voor zichzelf. In vele opzichten is de motor gelijk aan die van het P -typ e met een cilinderboring van 670 mm, w elke door schrijver dezes w erd beschreven in een voordracht voor het Institute of M arine Engineers in januari 1961. De nieuwe m achine is echter zelfs nog com pacter en heeft ook een stijvere, hoewel lichtere krukas. De motor zal even toeganke lijk zijn en zal, naar w ordt geloofd, ook goedkoper zijn. In het voorjaar van 1963 zal de motor op de proef stand draaien. V erw acht w ordt dat deze m otor in de volgende decade de Fig. 22 F o t o v a n e e n m o d e l v a n e e n 9 - c i l i n d e r m o t o r t y p e J m e t e e n d i e n s t v e r m o g e n v a n 20.000 rpk Type A Boring mm 900 Slag mm 15 50 Aantal cilinders 10 Gewicht ton omw/min 20.000 20.700 119 119 66'-8" 6 l'-S " 3 T -4" 13 823 750 3S'-9" 15'-ü" 750 14'-0" 900 14'-7" 770 900 840 1800 10 21.000- 110 C 850 1700 10 21.000 115 70'-3" D 840 1600 10 12 18.000 21.600 115 115 66’- 0" 77'-0" E 850 1600 10 20.000 120 68'-8" 33'-8" 13'-3" 740 F 850 1800 12 21.000 110 70,-0" 3 5'-0" ïs'-s" 780 G 900 1600 10 20.000 116 75'-2" 34'-3" Doxford 760 2180 9 20.000 115 5 8'-3" 1 De aangegeven lengten zijn over fundatieplaat en stuwblok De aangegeven hoogten zijn van onderkant fundatieplaat tot bovenkant motor De aangegeven gewichten zijn de catalogusgewichten incl. stuwblokken * Deze motor heeft een gemiddelde geïndiceerde druk van 145 lb s/ F ]" 845 i j U-» j oo o\ i K> cc B UJi O 1 Hoogte G\ i oc I 1 co 9"' Lengte Breed over bed rpk 15'-9" 580 6 cylinder 670x2.320 6,800 b.hp. atH7rp.m. 4 c ylin d e r'P 'type 6 7 0 x 2 JO O Weight 4 0 4 tons 6.640 b.h.p. a 1 120 rp.m. T u r b o -c h a r g e d W eigh t 2 6 5 to ns or ta 1963 0 0 0:0 0.000 H ....................... 2 8 -6 " -....— 4 c y ! in d e r J 't y p e 670x2,180 T u r b o -c h a r g e d 7,200 b.hp. a t !20rp.m. Weight 2 4 0 tons Weight 395 tons Fig. 24 D o x f o r d m o t o r v a n ca. 7.000 r p k 1950-1963 TABEL II V e r m o g e n s va n d e 6 - c i l i n d c r D o x f o r d m o t o r e n m e t c i l ï n d e r b o r ï n g 670 m m -= = = = 1^ ^ ö u <u jp bt) ‘p T3 fi. ^ TH”3 öti go “ g .3 ö °o c 7 S | £ o° PQ O ------- — ------- -- — —----- -------------------------- ------------ -- , „ 1950 670 2320 116 6.800 88 57 -6 9 000 122 57'-7" ------- - - - , „ 32 -9 - 1955 670 2320 1 16 1960 670 2100 120 10.000 130 4 5 /-6" 1963 670 2180 120 11.000 135 V-6" 33'-3" behalve dat veel g ro tere verm ogens beschikbaar kom en , is de afm etin g aangegeven v o o r 7 2 0 0 pk. M en v o e lt d a t deze stadia in het o n tw e rp en de toepassing v a n de D o x fo rd m o to r vo or de d irecte v o o rtstu w in g van schepen w erd en bereikt: eerstens door de tu rb o -o p la d in g , in de tw eed e plaats door het vereen vou d ig en v a n het m echanism e, in het bij zonder m et b e trek k in g to t de kru k as en ten derde door de har ta f stand der cilinders te verklein en . -------- Men gelooft dat deze nieuw e motor als opvolger van de m otor van het P -typ e zal tonen, dat D oxford en de Britse scheepswerktuigkundigen zich onder de leidinggevenden bevin- 460 den bij de o n tw ik k e lin g van grote dieselm otoren. 404 L it e r a tu u r 3 1'-2" 375 3 1/-9// 340 _______________________ 1.B ut l e r , J. F. 1962: „Some Points in the Development of the Direct Drive Turbocharged Opposed Piston Marine Oil Engine” . CIMAC conference, Copenhagen, June 1962, Paper no. A 3. Transactionsofthe Institute of Marine Engineers, September 1962 A U T O M A T I S C H E SCHEEPSLJFT IN GEBRUIK GESTELD TE OSTENDE, BELGIË D e e e r s t e i n E u rop a H e t slechte weer en het zoals op de foto is te zien dicht gevroren dok van de vissershaven te Ostende heeft een b ep erkt aan tal genodigden niet belet getu ige te zijn van de in g eb ru ik stellin g van de eerste autom atische scheepslift van 7 5 0 -1 5 0 0 -2 6 5 0 ton in Europa op 2 feb ru ari 1963. De lif t is eigendom van de Ostendse firm a N .V . S.E.G.E. en staat ten dienste van haar zusterm aatschappij „De V er enigde Ostendse Scheepsw erven”, al w aar m en aan de bouw van een 12-tal schepen w erk t. Een klein e groep specialisten woonde in de snijdende w in d de voorlopige be proeving bij, w aarbij d u id elijk de vele voordelen van deze lif t naar voren tr a den. De eer van deze Europese prim eur viel te b eurt aan het Belgische R ijnschip Ja n in e. Z e e r zw are ijsschotsen konden niet beletten d at het veertig m eter lange schip in 10 m in uten u it het w ater ge tild en m et groot gem ak ter hoogte van de begane grond w erd geb racht, w aar rails aan geb rach t z ijn om de aldus op hoogte gebrachte schepen naar een v er der gelegen „d ro o gw erf” over te brengen. W a t bovendien opviel was dat men d itm aal voor het droogzetten van een schip geen beroep behoefde te doen op een grote ploeg heen en w eer dravende w erklied en om deze betekenisvolle p restatie m o g elijk te m aken. V an u it een bijzondere cabine m et ingew ikkelde ap p a ratu u r kan één m an inderdaad met op de ju iste knoppen te d rukk en deze sch epen lift bedienen. H et ontw erp van deze lif t is van A m erikaan se oorsprong, doch het w erd voor 80 % in België zelf u itgew erk t. De 156 betonpalen van 21 m eter, de beide steigers, het 300 ton wegende p latfo rm , de rolw agens voor kiel- en k im b lo k ken en het bedieningsm echanisme, de gehele elektrische en pneu m atische in stallatie is van Belgisch f a b rik aat en w erd door de zorgen van N .V . S.E.G.E. gem onteerd. De proef m et het eerste gedeelte van deze scheepslift m et een draagkrach t v an 75 0 to t 13 50 ton is schitterend v er lopen onder een tem p eratuur van min 16 °C . M et verdubbelde k rach t w ordt thans v o o rtgew erkt aan het tweede ge deelte m et eenzelfde hefverm ogen. D it tw eede gedeelte zal spoedig gem onteerd zijn , zodat de o fficiële opening van het gehele com plex om streeks medio mei a.s. zal kun n en geschieden. Er is echter nog m eer voorzien w e gens de levendige b elan gstellin g van b uitenlandse specialisten, w aarvoor vol gens de verk larin g en van de heer Gas ton M aldeghem , afgevaardigde-beh eerder der N .V . S.E.G.E. en de N .V . V erenigde Ostendse Scheepswerven, reeds meer dan 200 aanvragen lopen. Te Ostende zal naast de constructie van scheepsliften een bijzondere oplei dingsschool w orden gesticht voor de be diening en het onderhoud van dergelijke liften , aangezien deze laatsten, ge zien de ingew ikkelde apparatuur,m oe ten w orden aangepast aan de locale om standigheden, w aarb ij de weersomstan digheden zoals ondervonden, een voor name rol spelen. V erder beschikt de N .V . S.E.G.E. over een studiebureau van scheepsliften w aarin een 5-tal ervaren ingenieurs aan plannen w erken voor een nog meer geperfectioneerde scheeps lift. T ot op heden zijn reeds 5 scheepsliften in studie voor verschillende lan den. Ook w o rdt, teneinde meer service te kun nen geven, de m ogelijkheid over wogen bepaalde onderdelen onder li centie in België te construeren. T al rijk e v o o r d e l e n De scheepslift die te Ostende in ge b ruik w erd genom en, belooft een ware technische om w enteling te brengen in zake het droogzetten en tew aterlaten van v aartuigen zoals jachten, binnen schepen, vissersschepen, kustvaarders, m ijnenvegers, onderzeeboten en bagger molens. Zelfs de U.S. N avy toont grote belangstelling. Deze scheepslift biedt talrijk e voordelen: 1. De kostprijs voor de bouw van een dergelijke lif t lig t aanm erkelijk lager dan die van een drijvend droogdok of scheepshelling. 2. Men kan geladen schepen dokken. 3. H et is m ogelijk schepen met slag zij droog te zetten en deze met de lif t horizontaal te brengen. 4. Meerdere schepen kunnen g e lijk tijd ig of afzo n d erlijk worden drooggezet of in het w ater gela ten, dank zij de afzo n derlijke be wegende gedeelten van de liftvlo er. 5. De onkosten voor het droogzetten van een schip zijn eveneens aan m erkelijk m inder dan de kosten w elke nodig zijn bij geb ru ik van een scheepshelling of droogdok. 6. D ankzij een scheepslift kunnen nieuwe schepen op de w erf vol ledig, m et inbegrip van machines, afgew erkt en verticaal te water worden gelaten. De h ieruit voort vloeiende besparing aan arbeids loon laat toe de bouwkosten van de scheepslift op korte term ijn af te schrijven. 7. Een schip m et niet horizontale kiel kan zodanig drooggezet worden dat de w erkvloer zich op iedere plaats op manshoogte van het schip bevindt. 8. Een scheepslift kan op een zeer kleine plaats in een kan aal, rivier of langs de kust w orden gebouwd. 9. De m ogelijkheid bestaat de sche pen van af de scheepslift te rijden en kan dus op ieder ogenblik van de dag worden v rijg em aak t om een volgend schip uit het w ater te lichten. 10. Ingevolge de standaardisatie van het m ateriaal zal het m ogelijk zijn een bestaande scheepslift te verlengen en zodoende in de toekomst de capaciteit te vergroten. Buiten deze 10 genoemde voordelen zijn er nog ta lrijk e andere. De N .V . S.E.G.E. te Ostende, België is gaarne bereid alle gewenste nadere in lich tin gen te verschaffen. N IE U W E ECHOLOODAPPÂRATUUR V A N KELVIN HUGHES K elvin H ughes, in N ederland vertegenwoordigd door R adio-H olland N .V ., heeft een nieuw registrerend navigatieecholood type MS32 op de m arkt gebracht, dat met een optische indicator type MS34 kan worden uitgebreid. De M S32, die u it twee eenheden bestaat — het registreertoestel en de bodem apparatuur — is leverbaar met een diepteschaal g eijk t in meters of in vadems. Er kunnen diepten mee worden aangelood van 2 voet (0,6 m ) tot 1260 vadem (2520 m eter). In tegenstelling tot oudere typen Kelvin Hughes navigatieecholoden, w elke een diepte-instelling in trappen hebben, is de diepteschaal van de MS32 continu draaibaar voor in stellin g op elke gewenste diepte. Een bijzonder praktische eigenschap van dit registrerend echolood is de optische diepte-aan w ij zing d.m .v. een neonflitslam pje dat op de draai bare arm van de sch rijfstift is gemonteerd. D it neonlampje geeft een benaderde aanw ijzing van de diepte, ook wanneer de diepteschaal niet op het juiste bereik staat ingesteld. H et is bedoeld als een hulpm iddel voor het snel instellen van de diepteschaal m aar kan onder bepaalde omstandigheden ook als zelfstandige diepte-aanw ijzer dienst doen. De installatie w erkt m et een lange en korte zendimpuls voor de best m ogelijke resultaten op alle diepten. Bij een verandering van het dieptebereik w ordt automatisch de meest geschikte zendim puls voor die bepaalde diepte gekozen. De MS32 is uitgevoerd m et drie papiersnelheden, een eigen schap die een economisch geb ruik van het echoloodpapier De op tisch e indicator t y p e MS34 vo or aansluiting op h e t MS32 navigatie-echolood. De bedienin gsk noppen dienen vo or d e instelling van het schaalbereik, de r e g e li n g va n d e g e v o e lig h e id en de re g e lin g van de sterkte van de sch a a lverlich tin g (drie sta n d en ). m ogelijk m aakt. Men kan kiezen tussen één of tw ee projec toren en tussen een 30 k H z - of 50 k H z-u itv o erin g. Beide w erkfrequenties zijn geschikt voor n avigatie-lo d in gen ; m et de 30 k H z-u itvo erin g w orden de beste resultaten op grote diepten verkregen. De MS32 is leverbaar m et verschillende typ en projectoren (voor doorboorde scheepshuid), afh an kelijk van de vorm van de scheepsbodem en de operationele eisen die m en aan de installatie stelt. Voor schepen m et een gelijkspan nin gsn et is een om vorm er beschikbaar. O p tisch e in d ica tor Als een extra eenheid kan aan de MS32 een optische indicator type M S3 4 w orden toegevoegd, w aarm ee op m a x i m aal 30 m eter afstan d van het registreertoestel diepte-aanw ijzingen kunnen w orden verkregen. O m dat op de meeste schepen het registreertoestel in de kaarten kam er w o rdt ge p laatst, is de MS34 vooral bestemd voor geb ru ik op de b rug. T ijdens manoeuvres in havens enz. kan de n avigato r onm id d ellijk de afstand tussen de kiel en bodem op de diepte schaal aflezen. De dieptebereiken zijn 0-15 0 voet en 0-15 0 vadem (0.45 m eter en 0-45 0 m e te r). De aan w ijzin g geschiedt d.m .v. een neonlam pje dat rond een verlich te diepteschaal d raait. O m dat de MS34 gebruik m aak t van het elektronische systeem van de M S32, kunnen beide installaties niet tegelijk ertijd w orden ge b ru ik t. Op het registreertoestel van de MS32 b evin d t zich een schakelaar w aarm ee één van beide installaties in w erk in g kan worden gesteld. R E C T IFIC A T IE Het registreertoestel van d e MS 32 m et naar b oven opengew erk t venster voor op tisch e aanwijzing. De beide knoppen dienen voor instelling (links) en co n tim i-reg elin g van het dieptebereik. De o v erig e bed ienin gsorga n en bevin den zich aan de onderzijde van de kast. In „Schip en W e rf” no. 6 van 15 m aart 1963 m aakten w ij op pagina 183 m elding van de tew aterlatin g van het m otor schip „ W i e l d r e c h t ” , bestem d voor Phs. van O m meren N .V . te R otterdam . In de derde kolom 3e alinea staat: „H et laatste schip w ordt gebouwd voor reken in g van London & Overseas Freighters, de Engelse zusterondernem ing van Phs. van O m m e ren N .V . D it is niet juist. De bovenstaande firm a heeft m et Phs. van Ommeren niets uitstaande. W el w erd na het aflopen van de „ W i e l d r e c h t ” de kiel gelegd1 van bouw num m er 318, dat voor rekening van London & Overseas F reighters w ordt gebouwd. N IE U W E O N T W I K K E L I N G E N IN DE SCHEEPSRADARTECHNIEK Een nieuw soort beeldstabilisatie in de „A rg u s” rad ar van M arconi schakelt nadelen, die voorheen aan een relatief rad ar beeld w aren verbonden uit. Een b elan grijke geb ruiksm o gelijk heid van de „ A rg u s” is het w are-b ew egin g beeld m et relatieve (k o ersflits-b o v en ) instelling. De M arconi In tern atio n al M arine C om pany L td. in N e d erlan d vertegenw oordigd door R adio -H o llan d N .V . heeft in haar nieuw e scheepsradar „ A rg u s” een nieuw beeldstabilisatiesysteem toegepast dat de geb ruiker de b eschikking geeft over tw ee beeldw eergavem ogelijkheden die voordien niet voorkw am en. De „ A rg u s” heeft nl. een relatief beeld zonder het nadeel van het z.g. „sm eereffect” dat optreedt bij een gierend of van koers veranderend schip. Een tw eede principe dat in de „ A rgu s” toepassing vin d t, is een ,,w are-b ew egin g” -beeld dat zo georiënteerd is d at dë eigen echo zich altijd naar de bovenzijde van het beeldscherm bew eegt. O ok bij d it re latief w are-bew eging-beeld heeft men geen h in d er van „sm eereffect” bij koersw ijzigingen. O ndanks de voordelen van kom passtabilisatie — een „schoon” beeld onder alle om standigheden — en ondanks het feit dat alle w are-b ew egin g-rad ars kom pasgestabiliseerd zijn , b lijk t de n av igato r soms m o eilijk aan dit beeldtype te kunn en w ennen en geeft hij in feite aan een relatief beeld de voorkeur. De reden h iervan is dat de geb ru iker van een relatief beeld afw isselend het radarbeeld en de om geving kan observeren zonder de noodzaak van h er-o riën tatie. T w e e to t n u to e t e g e n g e s te ld e m o gelijk h ed en g e c o m b i n e e r d Door de toepassing van een dubbel kom passtabilisatiesysteem h eeft M arconi de genoemde tegengestelde beeld w eergavem ogelijkheden gecom bineerd. D ubbele stab ilisatie: nl. van het beeld ter voorkom ing van sm eereffect en van de beeldbuis zelf in tegengestelde rich tin g, w aardoor men steeds m et koersflits-boven v aart. Bij een ko ersw ijziging v er an d ert dë beeldbuis eveneens „van koers” en bewegen alle echo’s zich n aar hun nieuw e positie op dezelfde w ijze als m en d it v an af de b rug w aarneem t. De beeldbuisstabilisatie kan ook uitgeschakeld worden. Men h eeft dan de b eschikking over een norm aal gestabiliseerd beeld o f een gestabiliseerd w are-bew eging-beeld. H et o n tw ik kelin gsteam van M arconi heeft d it systeem aangeduid met de term Bonus, w at een afk o rtin g is van „Bows or N o rth -U p S tab ilised ” , boeg of N oord-boven gestabiliseerd. De „ A rg u s” kan ook zonder w are-bew eging-eenheid w o r den geleverd, hoewel men m èt zo’n installatie het Bonus - T he Society o f N a v a l A rc h ite c ts and M arin e Engineers Schout bij nacht Ralph K. James, USN, president van The Society of N aval A rch i tects and Marine Engineers en hoofd van het „Bureau of Ships” , departement van M arine, heeft de benoeming van nieuwe commissies voor het jaar 1963 bekend ge m aakt. Deze commissies zijn nodig om de vele ge varieerde werkzaamheden van de „Society” in geheel de Verenigde Staten en Canada voortgang te doen vinden. Met een record aantal leden van meer dan 7.3 00 en meer dan tach tig technische samenkomsten, die in de loop van ieder jaar gearrangeerd worden door de regionale secties — in dertien ver van elkaar gelegen streken gevestigd — zijn deze werkcommissies belangrijk voor het behoorlijk functioneren en de bevordering De beeld kast van cle Marconi ,,Argus” radar m et gestabiliseerd beeldscherm en w are-beivegingseenheid systeem pas ten volle benut. De technische eigenschappen van de „A rgu s”, zoals de uitvoering van de w are-bew egingeenheid, het zendvermogen, de kw aliteit en diam eter van het beeld enz., zijn gelijk aan die van de „H erm es” radar. Ook op de „A rgus” kan een extra beeldkast worden aan gesloten. Beide radars m aken gebruik van dezelfde antenne, zend ontvanger en voedingseenheden en kunnen op tal van manieren worden gecombineerd. van zaken, in het bijzonder van het uit gebreide technische speurwerk van de Socie ty. De commissies en hun nieuw-benoemde voorzitters zijn de volgende: De Technische en Speurwerk-commissies zullen geleid worden door een bestuurs-commissie onder het voorzitterschap van Donald A. Holden, executive vice-president, New port News Shipbuilding en D ry Dock Com pany, met Schout bij nacht Edward H. Thiele, b.d., als waarnemend voorzitter. Schout bij nacht Thiele is vice-president van de Cleveland Stevedore Company, Cleveland, Ohio. De vier gespecialiseerde speurwerk-com missies zijn : H ydrodynam ica, onder E. Scott Dillon, hoofd afdeling scheepsontwerpen, marine administratie, W ashington, D.C. Scheepsrompconstructie, onder Professor Edward V. Lewis, Webb Institute of Naval Architecture. Scheepsmachines, onder John H . Lancaster, assistent-hoofdingenieur, Bethlehem Steel Company, afd. scheepsbouw, Q uincy, Mass. Technische scheeps-exploitatie, onder W illiam J. Dorman, vice-president van de Ame rican Export Lines, New York, N .Y . De technische en speurwerkcommissies van de Society vervullen een belangrijke functie in de coördinatie en het verloop van een grote hoeveelheid voortdurend speurwerk op het gebied van de scheepsbouw en scheepsexploitatie en daaraan verwante gebieden, en in het bevorderen van daarmede ver bonden speurwerkprojecten. Nadere inlichtingen zijn verkrijgbaar bij de voorzitter van de Public-Relations-commissie, John R. Blackeby, c/o American Bureau of Shipping, 45 Broad Street, New York 4, New York. O V ERD RAC HT MOTORSCHIP „EMMA BAKKE” m.s. Emma Bakke Kortgeleden w erd door G ötaverken’s Scheepswerf te Göteborg in Zweden het 8.750 ton d.w. metende motorschip „Emma B akke5’ aan Skibs A/S M arie Bakke, K nut Knutsen O .A .S., H augesund, Noorwegen, overgedragen. H et schip is een open shelterdekker. De bouw geschiedde onder de hoogste klasse van D et norske Veritas. De voornaamste bijzonderheden zijn: lengte over alles 490/-2 //, breedte op spanten 65'-0", holte 39'-6", diepgang (zom er) 25/-9 % // ladingcapaciteit (graan ) 512.000 cft. Laadruim te (gekoeld) 78.000 cft. De E m m a B ak k e is geheel gelast, uitgezonderd een ge klonken stringerhoekstaal. In de dubbelebodem en het boventussen dek is het langsspantensysteem toegepast. Er zijn speciale klim kokers door alle tussendekken heen, welke toegang v er lenen to t alle ruim ten voor algemene lading, onafhankelijk van de luikhoofden. Er zijn drie ruim en vóór en drie achter de machinekam er. H et achterste gedeelte van ruim No. 3 en het onderste tussen dek van ruim 3 zijn evenals ruim No. 5 en ondertussendek No. 5 in g erich t voor gekoelde lading, w aarin een tem peratuur van — 2 0 °C kan worden gehandhaafd. H et achterste ge deelte van het boventussendek in ruim No. 3 heeft twee speciaal gekoelde ruim ten, w aarin een tem peratuur van — 23 °C kan worden gehandhaafd. A lle luikhoofden op het bovendek worden afgedekt met stalen G ötaverken luiken van het opvouwbare type en zij worden hyd rau lisch bediend. In de onderste dekken bevinden zich ook stalen G ötaverken luiken van het „flush” type. De ruim en voor algemene ladin g worden mechanisch ge ventileerd en w el met 10 luchtw isselingen per uur in ledige ruim en, terw ijl de v en tilatie-in rich tin gen voor de ge koelde ruim en 60 lu ch t w isselingen per u u r geven. Voor brandblusdoeleinden is een C 0 2 in stallatie en een rookm elder aanw ezig. Op de masten bevinden zich negen laadbom en voor 5 ton, vier voor 10 ton en één voor 40 ton h efcap aciteit. Op zes laadpalen bevinden zich acht laadbom en voor 5 ton en twee voor 10 ton h efcap aciteit. Behalve deze laadbom en zijn er ook nog twee dekkran en m et een hijsverm ogen van 3 ton opgesteld, welke ruim N o. 3 bedienen. De ankerlier w ordt elektrisch gedreven en de stuurm achine is van het elektrisch-hydraulische type. De vier reddingboten z ijn van alum in ium , w aarb ij één van hen is uitgerust m et een 10 p k dieselmotor. De moderne n avigatiehulpm iddelen om vatten gyrokom pas m et koersrecorder en autom atische piloot, rad ar, ra d io -rich tin g zoeker, echolood enz., benevens de G ötaverken „S talo d icato r” voor het snel en b etrouw baar berekenen van de spanning, trim en stabiliteit voor elke belastingsconditie. De accommodatie voldoet aan de meest m oderne eisen. H utten , messrooms, enz. z ijn geheel airconditioned. De voortstuw ing geschiedt door een 7 -cilin d er, tw eetak t, enkelw erkende G ötaverken dieselmotor m et d ru k v u llin g , cilinderboring 760 m m , slag 1500 m m , die bij 112 om w /m in een vermogen van 8.750 rp k o n tw ik k elt, w aarm ede op de proeftocht een vaart van 17 m ijl w erd behaald. De drie h u lp w erktu igen zijn eveneens van G ötaverken’s eigen ontw erp en zij hebben 6 cilinders m et een boring van 320 mm bij een slag van 450 m m . Bij 450 om w /m in o n t w ikkelen zij een verm ogen van 600 rp k en zij zijn direct gekoppeld aan gelijkstroo m dyn am o’s van 400 k W . OVERDRACHT MOTORTANKSCHIP „T A N K PRINCESS” Op 6 februari 1963 werd door Kockums Mekaniska Verkstad te Malmö, Zweden liet 36.150 ton dw metende motortankschip „ T a n k P r i n c e s s ” aan Sigurd Herlofsen & Co. A/S te Oslo overgedragen. Het schip werd gebouwd onder hoogste klasse van Det norske Veritas. De brug bevindt zich midL scheeps en de machinekamer in het ach terschip. De voornaamste bijzonderheden zijn: lengte over alles 665'-O", lengte tussen de loodlijnen 640/-0 //, breedte op span ten 2,7'- 6 ", holte 4 9 /-0 /', diepgang 36'6 /4 ", ladingcapaciteit 1.711.9 8 7 cft, bunkercapaciteit 3.897 ton, pompcapaciteit 3 X 1000 ton, bruto tonnage 22.581 r.t., netto tonnage 13.573 r.t. De laadruimte is onderverdeeld in 3 X 10 tanks. De langsschotten zijn vlak ke schotten en de dwarsschotten hori zontale vouwschotten. In de hoofdpompkamer, welke aan de machine kamer grenst, staan drie door turbines gedreven ladingoliepompen opgesteld, elk met een capaciteit van 1000 ton (w ater) per uur, benevens twee 150tons strippingpompen. De voortstuwing geschiedt door een 10-cilinder Kockum -M AN dieselmotor met drukvulling, type KZ78/140C, die bij 115 omw/min een vermogen van 11.2 50 pk ontwikkelt, waarmede een gecontracteerde vaart van 15 % mijl kan worden gegeven. He elekrisch ver mogen w ordt geleverd door drie door dieselmotoren gedreven generatoren van 340 k W en een door een turbine ge dreven generator van 248 kW , 440 V, 60 Hz. De benodigde stoom wordt geprodu ceerd door twee dubbeldruks ketels van Kockum’s eigen ontwerp en fabrikaat, elk met een V.O. van 3.230 sqft (300 m 2) en een capaciteit van 12 ton stoom per uur bij 12,5 atm. Er is ook een uit laatgassenketel van 3.500 sqft (525 m 2). De accommodatie, bestemd voor 12 officieren en 39 bemanningsleden, is ge heel airconditioned volgens een lagedruk systeem met vier fan-units, nl. één midscheeps en drie achter. VEREENIGING VÄN TECHNICI OP SCHEEPVAARTGEBIED PROGRAMMA 18 april 1963 te R otterdam 19 april 1963 te A m sterdam 24 april 1963 te G roningen D ynam ische verschijnselen aan boord van schepen, door ir. C. D raijer, Chef T echni sche W etenschappelijke Afdeling D ok- en W erf-M aatschappij W ilton-Fijenoord N .V ., Schiedam. Discussieavond over de toepassing van hy draulische werktuigen aan boord van sche pen, ingeleid door ir. E. van der Laan, Raadgevend ingenieur w erktuigbouwkunde en hydraulica, R otterdam , voor hogedruk apparatuur en de heer E. L. V uursteen, In specteur N autisch-Technische D ienst E. W a- N IEUW SBERICH TEN 6 0 -jarig bestaan „De Ruyterschool”, Vlissingen. Op 1 mei 1963 herdenkt men het feit dat 60 jaar geleden in Vlissingen een zeevaart school werd geopend. Aangezien het eerste eigen gebouw van de school tot stand is gekomen als nationaal huldeblijk aan Michiel Adriaansz. de R uyter, is de school bekend geworden als de „De Ruyterschool” . Voor de herdenking van dit 60-jarig be staan is een programma opgesteld dat er, verkort, als volgt uitziet: 1. een feestdag voor de leerlingen van de school op 1 mei 1963 omdat de school genborg’s Scheepvaart en Expeditiebedrijf N.V., Delfzijl, voor lagedruk apparatuur. 25 april 1963 Excursie naar de N.V . N ederlandse Koperenbuizenfabriek, Leiderdorp. Bovenstaand program m a zal steeds in „Schip en W erf” worden herhaald. Wijzigingen of aanvullingen kunnen hierin voorkomen. Bovendien zal van elke vergadering of andere bijeenkomst aan leden en donateurs een convocatie worden gezonden. H et bezoeken van vergaderingen waarin lezingen worden gehouden, gelieve men dus alleen te doen na ontvangst van een convocatie. op 1 mei 1903 werd geopend, ’s Morgens zullen de leerlingen op de school worden ontvangen, ’s middags worden sportwed strijden gehouden en ’s avonds zal een feestavond worden aangeboden; 2. het uitgeven van een gedenkboek dat aan alle leerlingen, vele oud-leerlingen, alle leden van de Vereniging „De R uy terschool” en relaties zal worden uit gereikt ; 3. het houden van een reünie van oudleerlingen op 13 en 14 september a.s. Naast bovengenoemd programma, waar van de kosten gedragen zullen worden door de leraren, de leerlingen en de oud-leerlingen van de school, is het plan gerezen tevens een blijvend geschenk aan te bieden aan de school. Hierbij is gedacht aan de stichting van een buitencentrum waar gedurende de week einden een aantal leerlingen in klasseverband met een leraar kan verblijven. Dit buitencentrum zal ergens aan de water kant moeten liggen zodat de jongens daar kunnen roeien en zeilen. Om dit buiten centrum, naast het „outward bound” idee, een actieve functie in de opleiding te geven, zullen er enkele davits geplaatst worden, ten einde ook de opleiding voor het sloepsgastdiploma ter plaatse mogelijk te maken. Men is er van overtuigd dat dit doel vol ledige instemming zal hebben. Om het plan echter te kunnen verwezenlijken zijn geld middelen nodig waarvoor de bijdragen van de oud-leerlingen, in het kader van de jubi leumviering, niet toereikend zullen zijn. Overtuigd van de sympathie die vele vooraanstaande personen en bedrijven voor het onderwijs in het algemeen, en naar men hoopt voor de „De Ruyterschool” in het bijzonder, voelen, neemt het comité „60 jaar De Ruyterschool” daarom de vrijheid te vragen een bijdrage voor dit geschenk over te maken op girorekening 27937 ten name van C.B.L.B. te Oost- en West-Souburg, onder vermelding „Jubileumfonds De Ruyterschool”. Het comité heeft het voornemen om in het najaar van 1963 aan alle personen en in stellingen die hebben bijgedragen aan het jubileumfonds een verantwoording betref fende de besteding van de bijdrage toe te sturen. Het comité „60 jaar De Ruyterschool”, drs. M. Braak, adj. directeur; dhr. G. K. Brouwer, directeur; dhr. G. W . v. d. Burgt, oud- adj. directeur; dhr. G. But, voorzitter Ver. van Oud-leerlingen; dhr. K. Faase, adj. directeur en oud-leerling; dhr. J. M. Haver man, surveyer A.B.S. en oud-leerling; dhr. G. J. Nijveld, radiotelegrafist luchtvaart en oud-leerling; dhr. A. J. Veldkamp, be stuurslid Oud-leerlingenvereniging; dhr. P. Vijn, oud-directeur. sus „Luchtverontreiniging in en door de Industrie” zou worden gehouden. Gezien de voorlopige aanmeldingen is thans besloten, dat deze cursus van 6-10 me i a.s. in D elft zal worden gehouden ge durende v ijf achtereenvolgende dagen van 5 a 6 uren. Het programma zal zijn: 1. Toxicologische aspecten van het arbeids milieu (mogelijke gevaren voor de ge zondheid bij inademing of contact met verschillende stoffen). 2. Verontreiniging van de lucht in bedrij ven, bepaling van de verontreiniging, toelaatbare concentraties, beschermings maatregelen (verminderen produktie, verwijdering door middel van af zuiging, persoonlijke beschuttingsmiddelen). 3. Verontreiniging van de buitenlucht door bedrijven, aard en invloeden daarvan, maatregelen ter beperking. Het roosterboekje met het formulier voor definitieve inschrijving zal zeer binnenkort worden toegezonden. Deze kennisgeving wordt verzonden om belangstellenden reeds thans in de gelegen heid te stellen, de genoemde week vrij te houden. Opening kantoor te Dublin van de Holland-Amerika Lijn Nieuwe elektronische ponskaarten computer in Nederland Op 26 maart werd te Dublin een nieuw passagekantoor van de Holland-Amerika Lijn officieel geopend. Tot de gasten behoorden o.a. de heer Erskine Childers, de Ierse minis ter van Verkeer en dr. P. A . Kasteel, de Nederlandse Ambassadeur. De opening ge schiedde door mr. H. N. Dutilh, een der directeuren van de maatschappij. Nu de Holland-Amerika Lijn dit jaar de rederij met het grootste aantal afvaarten van en naar Ierland in het transatlantische ver keer is geworden, werd de behoefte gevoeld de activiteiten van de Limerick Steamship Company, de generaal-agenten van de maat schappij in Ierland, met een eigen kantoor te ondersteunen. Het nieuwe kantoor (26 Bachelor’s W alk, Dublin) is reeds sinds 1 maart in bedrijf. De vertegenwoordiger van de maatschappij in Dublin is de heer W . Touw. Leest 27.000 p o n s t e k e n s p e r m i n u u t Remington Rand, dochter van de Sperry Rand Corporation, heeft IS maart 1963 in Amsterdam een nieuwe elektronische pons kaartenmachine, de Univac 1004, in Neder land geïntroduceerd. De Univac 1004 bezit in elektronische vorm veel van de componenten die in elektro-mechanische vorm in reeds veel langer bestaande machines aanwezig zijn; deze laatste zijn dan ook elektro-mechanisch lang zaam. De nieuwe machine leest maximaal 27.000 geponste alfanumerieke tekens per minuut, ruim tweemaal sneller dan de oudere. De rekensnelheden van de Univac 1004 zijn: twee bedragen van ieder 7 cijfers optellen en aftrekken kost 160 miljoenste (!) seconden, vermenigvuldigen van twee getallen van ieder 6 cijfers in 726 miljoenste seconden en het delen van een getal van 10 cijfers door een getal van S cijfers in 570 miljoen ste seconden. Deze snelheden liggen respec tievelijk 17S pet. 91 pet. en 212 pet. hoger dan die van de snelste reeds langer bestaande machines. De nieuwe machine drukt per minuut maximaal SO.OOO cijfers en letters af en ponst eindresultaten met een snelheid van maximaal 200 ponskaarten per minuut, het geen een verdubbeling betekent ten opzichte van bestaande machines. Tot de belangrijkste eigenschappen van elektronische machines behoren hun „zelfcontrolerende” eigenschappen: de machine controleert haar werking zelfstandig en voorkomt dat tijdens de verwerking infor matie verloren zou. gaan of gewijzigd zou worden. De Univac 1004 heeft een tekenvoor-teken bereikbaar ferrietkernen-geheugen van 961 alfanumerieke plaatsen. De frequentie van de bereikbaarheid — de tijd die het kost om een teken ter verwerking „uit” het geheugen op te halen — bedraagt 8 miljoenste seconden. Oudere machines hebben geen of vrijw el geen geheugen. De programmering van de 1004 geschiedt Hogere Zeevaartschool te Den Helder honderd jaar Dit jaar bestaat de Hogere Zeevaartschool in Den Helder honderd jaar, zij het dat een eeuw geleden de school in iets andere vorm van start ging, dan die waarin velen haar thans kennen. Voor het gemeentebestuur van Den Helder is het eeuwfeest een aan leiding om er een herdenking aan te wijden, waarvoor de plannen van het lustrumcomite van de school als uitgangspunt die nen. De feesten zijn vastgesteld voor de eerste helft van de maand december 1963. Honderden oud-leerlingen hebben zich reeds aangemeld om de herdenkingsplechtigheid bij te wonen. Cursus Gezondheidstechniek Technische Hogeschool, Delft P o s t a ka d e m i a l e C u r s us L u c h t v e r o n t r e i n i g i n g Het Bestuur van de Cu r s u s G e z o n d h e i d s t e c h n i e k brengt het prospectus voor het cur susjaar 1962-1963 in herinnering, dat in april 1962 werd rondgezonden. Daarin werd o.m. aangekondigd dat bij voldoende deel neming in het voorjaar van 1963 een C ur niet intern (in het geheugen) doch extern, via een schakelpaneel. De Univac 1004 kost in Nederland plm. ƒ 300.000. Invloed ruw e zee op levensduur van scheepsmotoren De onstuimigheid van de zee is een factor waarmede ingenieurs in de toekomst rekening zullen moeten houden bij het ontwerpen van scheepsdieselmotoren met groot vermo gen en laag toerental. Dit is de nogal v e r rassende conclusie waartoe de technici van het laboratorium van de Koninklijke/Shell Groep te Amsterdam zijn gekomen op grond van ongeveer een kw art miljoen temperatuurwaarnemingen verricht op de hoofd motor van het m.s. A c m a e a , een Nederlands tankschip van 18.000 ton, tijdens een reis van West-Europa naar het Midden-Oosten en terug. De metingen van de temperatuur der zuigers en van de cilindervoering w er den gedurende de reis verricht. Deze studie werd ondernomen omdat er weinig of geen gegevens beschikbaar waren omtrent de temperatuur in scheepsdiesel motoren onder werkelijke bedrijfsomstandig heden. Aangezien belasting en afmetingen voort durend toenemen, wordt de marge tussen de temperaturen die zich in de praktijk voordoen, en die welke als uiterste toelaat baar zijn, steeds kleiner. Vandaar dat het van essentieel belang is over de juiste gegevens te beschikken om trent de maximumtemperaturen die in de praktijk worden ondervonden, niet alleen voor de ontwerper van de motor, maar ook voor de Shell-technici die smeermiddelen moeten ontwikkelen die de steeds zwaardere bedrijfsomstandigheden kunnen doorstaan. Tegen de algemene verwachtingen van de ingenieurs in, blijken de hoogste cilindertemperaturen niet het gevolg te zijn van het klimaat. Zo was in de Rode Zee en de Aarabische G olf, waar het zeer heet is, de temperatuur van de cilinders aan de lage kant, terw ijl zowel in de Middellandse Zee als op de Indische Oceaan, toen het betrekkelijk koel weer was, de hoogste tem peraturen in de machine optraden. Bij deze twee gelegenheden was de zee vrij ruw. Gebleken is dat de temperatuur van de cilindervoering binnen een tijd van twee uur meer dan 2 5 graden C boven de gemiddelde waarde voor een bepaalde in stelling van de brandstof toevoer kan stijgen. Voorts werd waargenomen dat de tempera tuurverschillen groter waren wanneer het schip volbeladen was dan wanneer het in ballast voer. De reden hiervoor schijnt te zijn dat de weerstand van de scheepsromp wordt beïn vloed door de onstuimigheid van de zee. Iedere weerstand brengt een verandering te weeg in het vermogen en het toerental die door de machine worden ontwikkeld. Een gedeeltelijk beladen schip zal echter eerder met de bewegingen van het wateroppervlak meegaan, terw ijl een door de golven ploe gend volbeladen schip grotere schommelingen in vermogen en toerental ondervindt. Deze bevindingen verschaffen de machineconstructeurs waardevolle gegevens omtrent de maximale warmtebelasting die in de mo toren van de nabije toekomst kan worden toegelaten, terw ijl de smeertechnici nu over inlichtingen beschikken die hen in staat stellen de voor deze motoren vereiste smeer middelen te ontwikkelen. D r. A . D . J . B ra n te n a a r v o o rz itte r H a v e n v e re n ig in g „ R o tte rd a m ” Na acht jaar de functie van voorzitter van de H avenvereeniging „Rotterdam ” te hebben bekleed is mr. K. Staab opgevolgd door dr. A. D. J. Brantenaar, directeur van Corns. Sw artto uw ’s Stuwadoors M ij. N .V . Tijdens de onlangs gehouden jaarlijkse al gemene ledenvergadering werd voorgesteld de heer Staab op de eerstkomende verga dering te benoemen tot lid van de Raad van Advies van de havenvereniging. H et bestuur werd herkozen met uitzon dering, behalve mr. Staab, ook van de heren mr. J. Barendsen en W . A. vanH attem . Deze leden stelden zich niet herkiesbaar. Als nieuwe bestuursleden werden gekozen mr. A. W . van E yk, adjunctsecretaris van de Scheepvaartvereeniging-Zuid, mr. C. P. Gerretsen, verbonden aan het secretariaat van Phs. van Ommeren N .V . en de heer Ch. E. van Blommestein, directeur van het A lge meen V rachtkantoor N .V . Deze laatste werd als bestuurslid aangewezen ingevolge art. 2 van het huishoudelijk reglement door de stich tin g Havenbelangen. In de R aad van Advies is de plaats van drs. B. J. U dink ingenomen door mr. H. Gaarland, secretaris van de Rotterdamse Kamer van Koophandel. U it het jaarverslag van de vereniging b lijkt dat het bestuur in 1962 heeft gezocht naar wegen om het programma en de activiteiten aan te passen aan de veranderde eisen van deze tijd . Zo zal er in het mededelingenblad meer aan dacht worden geschonken aan voorlichting op scheepvaartgebied, terw ijl het aantal avonden en excursies zal worden geredu ceerd. V an verschillende instellingen heeft het bestuur het afgelopen jaar financiële steun mogen ontvangen. De contributie, een b ij drage en de interest beliepen een totaal van ƒ 12.560,— . Tegenover deze inkomsten stond een bedrag van ƒ 10.175,— aan uitgaven. H et aantal leden b lijft de laatste jaren vrijw el op hetzelfde peil; op 31 december jl. bedroeg dit 3.10 5. K ielleg g in g en Op 26 m aart 1963 werd op de helling van de Verolme Dok- en Scheepsbouw M ij. op het eiland Rozenburg de kiel gelegd voor een uniek tankschip bestemd voor het vervoer van w atervrije ammoniak in vloei bare toestand. In de zomer van 1,962 kreeg het Verolmeconcern van Oswego Chem ical Carriers Corp. — een filiaal van de Marine T rans port Lines Inc. New York — de opdracht om twee van deze bijzondere schepen te bouwen. De bouw betekent een wereldpri meur, w ant deze tankers zijn de eerste sche pen, die volgens de nieuwe, revolutionaire vindingen op dit gebied worden geconstru eerd. H et eerste schip zal begin 1964 op charter-basis varen voor het grote Ame rikaanse concern W . R. Grace & Co., New Y ork, waarbij het vloeibare ammoniak zal vervoeren, welke vervaardigd wordt in de nieuwe fabriek van Grace & Co. in Trinidad. De tanker kan 10.000 ton vloeibare am monia onder atmosferische druk vervoeren. De u it de lading ontstane dampen worden weer vloeibaar gemaakt door een koelinstal latie, die besteld werd bij de York-organisatie. Men zocht bij W . R. Grace & Co. reeds lang naar een betere methode voor het ver voer van ammoniak. Tot nu toe moest am moniak bij transport over zee vóór de ver scheping in vaste vorm worden omgezet, wat sterk kostenverhogend werkte. Met de nieuwe tanker kan vloeibare am moniak onder atmosferische druk bij tem peraturen tot 46 ° onder nul worden ver voerd, hetgeen belangrijke economische voor delen oplevert. Afmetingen van deze L.P.G.-tanker: ± 1 56 meter lang en 23 m breed. De voortstuwing zal geschieden door een M .A.N.-dieselmotor, type K 8 Z 70/120 D, welke de tanker een snelheid zal geven van 17 knoop. T e w a te rla tin g e n Bij Scheepswerf De Merwede is 18 maart 1963 — zij het met vertraging — de red dingboot K oningin Juliana te water gelaten. Het scheepje is in aanbouw voor de Ko ninklijke Zuid-Hollandse Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen. De Labor IV een drijvende bok van de firma J. R. Gijsberts uit Zwijndrecht, zou om acht uur het zo goed als geheel af gebouwde vaartuig in het water zetten. Doordat de bok een lek in de stoomleiding kreeg, arriveerde dit hijs werktuig pas om elf uur. Ook toen deden zich nog enkele verwik kelingen voor. Er werden twee 40 mm stroppen om de boot geslagen, die echter zoveel druk uitoefenden op de wrijfhouten, dat deze balken, met een dikte van 7 /z centimeter, als luciferhoutjes afknapten. Ze waren bevestigd op de rubber stootrand van het casco, dat voor te veel tegendruk zorgde. Pas toen acht nog dikkere balken aan gevoerd waren kon er opnieuw gehesen wor den, ditm aal met resultaat. H et geheel, in clusief de reeds ingebouwde twee diesel motoren van 170 pk elk, alle leidingen enz. had een gewicht van meer dan v ijftig ton. Voor de KZHRM was dit een belangrijk moment. Bijna tw in tig jaar geleden werd het laatste schip voor deze vloot te water gelaten, afgezien van een aantal kleinere strandreddingboten, welke men na de oor log heeft vernieuwd. De K oningin Juliana is van een nieuw type, vier meter langer dan de thans in Hoek van H olland gestationeerde 'President Jan Lek. De opbouw van het vaartuig be staat grotendeels uit lichtm etaal, waarbij vooral de gestroomlijnde stuurhut opvalt. Het schip kan w aterdicht afgesloten wor den. Onder de w aterlijn is het schip extra verzwaard. Zo bezit het een kiel van dertig centimeter breed, met een gewicht van 3 Y? ton en kimkielen aan weerskanten. De diep gang achter is 1,50 meter en vóór 1,30 meter. De lengte is 21 meter. B lijkt de K oningin Juliana in de praktijk te voldoen dan wil men binnen afzienbare tijd nog twee schepen van dit type in de vaart brengen. De officiële overdracht zal w aarschijnlijk eind april plaats kunnen vin den. Als één na laatste schip uit de bekende Es serie, welke bestemd is voor de Konink lijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij N .V ., liep 22 m aart 1963 bij Gebr. Pot te Bolnes het m.s. H ercules van de helling. Het schip is de dertiende eenheid van dit type; hei laatste Es-sehip, Sopboeles genaamd, zal binnenkort bij Van der Giessen-de Noord N.V. te Krimpen a.d. ijssel te water gaan. De doopplechtigheid van de H ercules werd verricht door mevrouw C. W. MoolenburghDombach, echtgenote van de InspecteurGeneraal voor de Scheepvaart. De schepen van de Es-serie hebben drie ruimen vóór en één ruim achter de opbouw en de machinekamer. H et laad- en losgerei bestaat uit tw aalf normale laadbomen met hefvermogens van drie, zes en negen ton. Verder zullen nog twee zware spieren van resp. 30 en 75 ton worden geïnstalleerd. De voornaamste gegevens van het gesloten shelterdekschip zijn: lengte o.a. 129,20 m, lengte tussen de 1.1. 117,35 m, breedte op spanten 17,52 m, holte tot bovendek 9,52 m en diepgang 7,50 m. H et draagvermogen van de Hercules bedraagt ongeveer 7.500 ton. Het schip zal worden, uitgerust met een zeven-cilinder tweetakt direct omkeerbare Stork dieselmotor welke bij 122 omw/min. een vermogen levert van 4.900 apk. De snel heid welke de Hercules (bouwnr. 947) met deze motor kan behouden, bedraagt 16 knoop. Aan boord van de Es-schepen is bijzondere zorg besteed aan de accommodatie voor de tw aalf passagiers en de 5 5 bemanningsleden. De inrichting voor de passagiers bestaat uit twee één-persoons en v ijf twee-persoons hut ten, elk voorzien van privé-douche en -toilet. 2 5 maart 1963 heeft mevrouw M. F. de Heer-Bruynzeel, de echtgenote van de heer D. W. de Heer, onder-directeur van de Ko ninklijke Rotterdamsche Lloyd, bij de scheepswerf Van der Giessen-De Noord N.V. te Krimpen a. d. Ijssel het enkelschroef motorvrachtschip Goeree gedoopt en te w a ter gelaten, dat daar wordt gebouwd voor de Scheepvaart M ij. „Triton” , een dochterrederij van de KRL. H et schip is een bulk carrier en dus speciaal ingericht voor het vervoer van massalading en het wordt een zusterschip van het m.s. S ch ou w en , dat door dezelfde werf voor dezelfde rederij is ge bouwd en sedert 7 februari in de vaart is. Nadat ir. M. C. Pannevis als directeur van de werf er met enige spijt aan had herinnerd dat dit het laatste schip is dat de werf voor de rederij „Triton” in aan bouw heeft, doch dat binnenkort op de zelfde helling de kiel zal worden gelegd voor het m.s. Koudekerk voor de Vereenigde Nederlandsche Scheepvaart M ij. en nadat de doopster had bedankt voor de haar be wezen eer, nam de heer B. E. R uys als directeur van de rederij het woord en gaf uiting aan zijn vertrouwen dat ook de Goeree een goed schip zal worden; de ScJjouiven heeft immers nu reeds bewezen aan de verwachtingen te voldoen. Bovendien, zo sprak hij de heer Pannevis moed in, is de rederij „Triton” zich haar belangen wel bewust; alleen door voortdurende vernieu wing en modernisering (en als het kan u it breiding) van de vloot kan men de scherpe internationale concurrentie in de scheepvaart volhouden. De Goeree, die een volledige copie is van de S chouw en, heeft een draagvermogen van ca. 18.700 dwt en heeft één doorlopend dek. Er komen v ijf grote ruimen, alle voor de machinekamer gelegen. Aan BB en SB van ruim 1 is een zijtank geconstrueerd, uitsluitend geschikt voor wa- terballast. De ruimen 2 t.m. 5 hebben aan BB en SB zij ruimen voor het vervoer van lading. Zo nodig kunnen de zij ruimen van 2, 3 en 4 ook voor waterballast worden gebruikt. De bemanning wordt ondergebracht in comfortabele één- en tweepersoonshutten, welke alle op het achterschip zijn gelegen. De bemanning heeft daar uiteraard ook de beschikking over de nodige eet- en rooksalons. Alle verblijven zijn op een airconditioning-installatie aangesloten. Het schip zal worden ui'tgerust met 8 laadpalen en totaal 12 laadbomen, getuigd voor 5 ton. Op het achterschip worden nog twee laadpalen geplaatst, ieder met een laad boom, geschikt voor een last van 5 ton, welke dienen voor het provianderen en het laden en lossen van zware delen in resp. uit de machinekamer. De voortstuwingsinstallatie zal bestaan uit een 6-cilinder enkelwerkende tweetakt dieselmotor met drukvulling, fabrikaat Stork, Hengelo, type HOTLO 6 en 75/ 160H, met een vermogen van 7.500 apk bij 115 omw/min, waardoor een snelheid van \4/z knoop behouden kan worden. Deze mo tor wordt ingericht voor het verbruik van zware brandstofolie. Werkspoor N.V. zal de hoofdmotor in het schip installeren en de verdere motorkamerinstallatie verzorgen. Het schip wordt gebouwd volgens de voorschriften en onder toezicht van Bureau Veritas en de Nederlandse Scheepvaart In spectie. H et lig t in de bedoeling van de werf het schip medio ll963 aan de rederij op te le veren. N aar wij vernemen heeft de directie van de rederij de heer G. J. A. Verhoeven te Rotterdam tot gezagvoerder van het te water gelaten schip benoemd en als hoofd werktuigkundige de heer J. Burgerhout te Rotterdam aangewezen. m, holte dek in de zijde 3,24 m, grain space 27.700 cbft, bale space 3 5.600 cbft. Voor de voortstuwing van de Volente wordt een 5-cylinder Brons tweetakt diesel motor ingebotrwd, type 5 GB, met een ver mogen van 300 pk bij 3 50 omw/min, af te stellen op 224 pk bij 260 omw/min, met oliedrukkeerkoppeling. De bedieningsapparatuur van de hoofdmotor zal in de stuurhut worden aangebracht. Verder zullen in de motorkamer worden geplaatst twee Samofa dieselmotoren van 25 pk, met dy namo, pompen, kompressor, etc. Het schip heeft twee masten met twee 2-tons laadbomen, twee hydraulische laadlieren, een hydraulische ankerlier, terwijl het zal worden voorzien van een handstuur machine, centrale verwarming en moder ne nautische apparatuur. Bouwnummer 193 wordt gebouwd onder toezicht van Bureau Veritas en de Scheep vaart Inspectie. Op de vrijgekomen helling zal de kiel worden gelegd voor bouwnummer 194, een binnenvaarttanker van 500 m 3 inhoud met als voornaamste afmetingen lengte 50,00 m, breedte 6,60 m en holte 2,25 m, uit te rusten met een 300 pk Bolnes-motor. 26 m aart 1963 werd op de scheepswerf en machinefabriek Holland v/h M. Caljé N .V. te Boven-Hardinxveld opnieuw een zelfvarende elevatorbak te water gelaten. Het schip kreeg de naam S.G.D. 40 en werd gedoopt in tegenwoordigheid van directie leden van de Société Générale de Dragage te Antwerpen, welke opdracht tot de bouw heeft gegeven. De nieuwe aanwinst is een zusterschip van de deze maand te water gelaten S.G.D. 39, die binnenkort op eigen kracht van de werf zal vertrekken, met bestemming Antwerpen. H et laadvermogen van deze vaartuigen is 670 kubieke m, de lengte over alles be draagt 63,50 m, breedte op spanten 8,80 m, holte 3,50 m. De voortstuwingsinstallatie bestaat u it twee M.W .M. dieselmotoren elk van 200 pk bij 750 omwentelingen per m inuut, met elastisch, hydraulische koppe ling. De schepen zijn ook voorzien van twee hydraulisch bediende balansroeren. Ze zijn in secties gebouwd. Bij de Scheepswerf „W aterhuizen” J. Pattje te W aterhuizen (G r.) is het m.s. Carebeka II, voor de rederij Carebeka te Groningen te water gelaten. Het schip is een gladdek-coaster met een draagvermo gen van ca. 1000 ton bij 499 brt. De voornaamste afmetingen bedragen: lengte 63,90 resp. 58,85 m, breedte 9,40 m, holte 4,05 m en diepgang op zomermerk 3,62 m. De ruiminhoud bedraagt 41.540 cbft, balen en 46.568 cbft graan. Als hoofdmotor zal worden geïnstalleerd een Industrie-diesel, type 8D7, afgesteld op 750 pk bij 275 toeren/min. Het hulpvermogen zal worden geleverd door twee 4JPM Lister-motoren van 46 pk, terw ijl een 12 pk. Lister havenaggregaat (6K W dynamo) zal worden geplaatst. Het laadgerei bestaat u it twee onge staagde masten met drie 3-tons laadbomen (5 ton op de halve len gte), waarbij hydrau lische H ydraulik A/S-lieren komen te staan (Rekab Groningen N .V .) Ankerlier en kaapstand zijn van hetzelfde fabrikaat. Verder zal de Carebeka II worden voorzien van een Stork Jaffa elektrisch-hydraulische stuurmachine, terw ijl de nautische apparatuur Decca-radar, Arkas automatische piloot, en door radio Becker geleverde radiotelefonie, richtingzoeker en echolood omvat. Ten slotte is het schip uitgerust met twee 12-pers. rubber dinghies en een polyester man-over-boord-boot. De bouw vindt plaats onder toezicht van Lloyd’s Register of Ship ping 100 A -l en Scheepvaart Inspectie voor de onbeperkte vaart met certificaat „dieper afladen”. Onlangs werd de kiel gelegd voor een motorrijnschip, groot 1 500 ton, met een 800 pk M.W .M.-motor, voor buitenlandse rekening. Op 23 m aart vond de tewaterlating plaats van het m.s. Volente, een kustvaarder van het gladdektype, die bij de scheepswerf „Appingedam” te Appingedam wordt ge bouwd voor de rederij „Volente” te D elfzijl. Het schip heeft een draagvermogen van ca. 530 ton. De afmetingen zijn: lengte 48,50 m resp. 44,00 m, breedte over spanten 7,90 Op 25 maart 1963 heeft bij N .V. Scheepswerf en Machinefabriek „De Biesbosch” te Dordrecht de stapelloop plaats gevonden van de duwboot Marseille, die gebouwd wordt voor rekening van de Com pagnie Générale pour la N avigation du Rhin te Straatsburg. De Marseille is de laatste van een serie van 3 identieke duwboten voor deze rederij, waarvan de eerste 2 reeds in de vaart zijn. De boten zijn bestemd voor de vaart op de Rijn, bijzonder voor het gedeelte bovenstrooms van de Roer, en daartoe uitgerust met straalbuizen, flankingroeren en een ver stelbare stuurhut. De diepgang is beperkt tot 1,45 m. De hoofdafmetingen zijn: lengte over al les 32 m, breedte over alles 11,30 m en holte 2,65 m. Het schip zal worden .voortgestuwd door 2 opgeladen MGO-motoren van 9 50 pk elk bij 13 50 t/m. De verblijven omvatten accommodatie voor een dubbele bemanning van totaal 19 personen, zodat het schip continu zal kun nen varen. Zoals op alle C.G.N.R.-schepen is hier bijzonder gestreefd naar maximaal comfort voor de bemanning: uitvoerige geluidshinder-bestrijding, centrale verwarming, me chanische ventilatie, een goed uitgeruste keuken horen tot de standaarduitrusting van deze duwboten. De Marseille zal in mei worden opgele verd. Voor dezelfde rederij bevindt zich op het ogenblik in af bouw de duwboot T hionville, prototype van een nieuwe serie boten, be stemd voor de Moezel. Dit schip, met de hoofdafmetingen 19 X 10,30 X 2,65 m, een diepgang van 1,70 m en een voortstuwingsvermogen van 2 X 5 50 pk wordt eveneens in mei opgeleverd. Een derde type duwboot, dat de werf in aanbouw heeft, wordt gerepresenteerd door bouwnummer 441 ,dat nog op de helling staat en binnenkort te water wordt gelaten. Dit bootje van 1 5 X 8,5 0 X 2,65 m en 1,45 m diepgang is in uitvoerige studies het meest geschikt bevonden voor de vaart op de Duitse kanalen. Het vermogen is 2 X 280 pk. Parallel met de bouw van deze duwboten, heeft de werf een aantal typen bakken ont wikkeld. In aanbouw zijn op het ogenblik tankbakken en droge bakken voor Neder landse, Franse, Duitse, Belgische en Zwitserse rekening. Proeftochten Op de Eems heeft de proefvaart plaats gevonden van het motorrijnschip Guna dat bij de Scheepswerf Bij lholt te Foxhol werd gebouwd voor A. Oom te Dordrecht. De Guna (bouwnummer 574) meet 777 ton en meet: lengte 62 m, breedte 7,20 m en hoogte 2,60 meter. De voortstuwing ge schiedt door een 560 pk motor, waarmee tijdens de proefvaart een snelheid van 20 km werd behaald. Het binnenschip is u it gerust met drie roeren en een koproer. Op de Eems heeft de proefvaart plaats gevonden van het motorkustvaartuig T rica (bouwnr. 196) dat door de N.V. Scheeps werf Vooruitgang Gebr. Suurmeijer te Fox hol werd gebouwd voor rekening van de C.V. Scheepvaart Onderneming „Trica” te Amsterdam. Het is een schip van het shelterdecktype van 1070 ton dw en heeft de volgende afmetingen: lengte o.a. 68,80 m, lengte tussen de loodlijnen 62,25 m, breedte 10,20 m en holte 4,01/6,16 m. De voortstuwing geschiedt door een 800 pk Werkspoor motor-, waarmee het schip tijdens de proefvaart een snelheid behaalde van ca. 11% knoop. In de machinekamer zijn voorts opgesteld drie Lister hulpmotoren van 62 pk elk. De ruiminhoud bedraagt 69.000 cft balespace. De uitrusting bestaat o.m. u it een mast met vier 3-tons laadbomen, hydraulische laadlieren, elektrisch-hydraulische stuurmachine, radiotelefonie, echoloodinstallatie, richtingzoeker, radar en automatische pi loot. De bouw vond plaats onder toezicht van Lloyd’s Register of Shipping 100 A l en Scheepvaart Inspectie voor de onbeperkte vaart. Op de Eems heeft de proefvaart plaats gevonden van de motorsleepboot G roningen, welke bij de Scheepswerf Kramer & Booy te Kootstertille werd gebouwd voor Bureau W ijsm uller te IJmuiden. Twee Werkspoormotoren, waarachter een Lohmann reduktiekast en een Werkspoor verstelbare schroefinstallatie, geven een to taal vermogen van 2950 pk. Het hulpvermogen van de sleper bestaat uit 4 maal 30 KVA draaistroom 3 80 volt, 50 perioden. De voornaamste afmetingen van de G ro n i n g e n luiden: lengte 48,68 m resp. 42,87 m, breedte 10,05 m en holte 5,17 m. De sleepboot heeft een bunkercapaciteit van 300 ton. H et schip is voorzien van airconditioning in alle verblijven voor 33 bemanningsleden. De nautische uitrusting, welke werd ge leverd door Radio-Holland N .V. omvat mid den/kortegolf telefonie-telegrafiezender van Svenska type 600, noodzender „Renovas” , Siemens communicatie-ontvanger type E566 R -H -dito type OR6026, radiorichtingzoeker Telegon II Telefunken, navigatie-echolood type MS26B Kelvin Hughes, Marifoon fabrikaat van der Heem, draagbare reddingbootzender/ontvanger van R. H. „Marin etta” en een centraal-antennesysteem type AV 6000 R .H . Voorts heeft de G roningen radar, een gyrokompas, automatische piloot. De bouw vond plaats onder toezicht van het American Bureau of Shipping en de Scheepvaartinspectie. Op de Eems is de proefvaart gehouden met het m.s. I w t a P a th fin d e r , een boeien legger, die door Grol’s Scheepswerven te Zuidbroek is gebouwd voor de Inland Water Transport Authorities in Oost-Pakistan. De boeienlegger heeft als voornaamste afmetin gen: lengte 144 ft. 7 % ’, resp. 129 ft. 11’, breedte 33 ft., holte 13 ft. en diepgang 7 ft 54’. De voortstuwing geschiedt door twee Lis ter Blackstone motoren, met vermogens van 3 37 pk bij 750 omw/min., waarmee het schip tijdens de proefvaart een snelheid van 11,32 m ijl op de gemeten m ijl behaalde. Als hulpmotoren staan drie 90 pk en twee 3 5 pk. Lister Blackstonemotoren opgesteld. Voor het leggen der boeien is de l w t a P a t h fin d e r uitgerust met een 10-tons boom en een 15-tons boeghoorn, waarbij elektri sche lieren staan opgesteld. Ankerlier en kaapstand werken eveneens elektrisch. Voor in het ruim is een grote werkplaats voor reparatie van boeien, terw ijl de machine kamer ruim kon worden ingericht. De nautische apparatuur, geleverd door Radio Holland N .V . omvat radar, radio telefonie, richtingzoeker en echolood. De hoofdmotoren zijn vanaf de brug regelbaar. De besturing geschiedt door middel van een Svendborg elektrisch-hydraulische stuurmachine. Het vaartuig meet 421.23 brt, 100.25 nrt en heeft een draagvermogen van ca. 100 ton. H et schip is tenslotte voorzien van twee waterkanonnen voor blussingswerkzaamheden, twee aluminium redding boten en een plastic werkboot. De bouw geschiedde volgens de voorschriften van Lloyd’s Register of Shipping en het Paki staanse ministerie van Vervoer. Op de Eems heeft onlangs de proefvaart plaatsgevonden van het m.s. H o orn eb oeg, een kustvaarder van het gladdektype met een draagvermogen van 960 ton bij 499 brt. Het schip werd op de Scheepswerf Bodewes „Volharding” te Foxhol gebouwd voor de wed. H . de Looper te Hilversum. De afmetingen bedragen: lengte 61,1\0 m resp. 55,60 m, breedte 9,20 m en holte 4,03 m. De voortstuwing geschiedt door middel van een 650 pk Werkspoor diesel, terwijl een 30 en een 20 pk Lister-hulpmotor staan opgesteid. H et laadgerei bestaat uit twee masten met twee 3-tons laadbomen, waarbij motor laadlieren staan opgesteld. Voorts is het schip uitgerust met een Van der Giessen hand-hydraulische stuurmachine. De nautische uitrusting omvat korte/ middengolf radiotelefoon „Neptunus”, go niometer „Zeevos” met vast kruisraam, navigatie-echolood type MS 26B Kelvin H ug hes, radar type 14/9 Kelvin Hughes, auto matische Dan Marine stuurinrichting, cen traal-antennesysteem Siemens met 8 aansluitdoosjes en een omroepontvanger van Pye. De bouw geschiedde onder toezicht van Lloyd’s Register of Shipping 100 A -I Ice III en Scheepvaart Inspectie Groningen voor de onbeperkte vaart. Overdrachten In de buitenhaven van Vlissingen had 23 maart de overdracht plaats van het op de werf van de N.V. Koninklijke Maat schappij „De Schelde” gebouwde motorvrachtschip Lake B o so m tw i aan de directie van de Black Star Line Ltd. te Accra (Ghana), voor wiens rekening dit schip werd gebouwd. Het schip is het laatste van een serie van acht schepen, die de rederij in ons land bestelde en waarvan er zes door de „De Schelde” werden gebouwd. Het schip heeft een, totale lengte van 140,475 m, een breedte van 18,3 m, terw ijl de hoofdmotor met een vermogen van 4500 apk het schip een contractsnelheid geeft van 1 5 mijl. De ruiminhoud voor balen is 465.704 cu ft., voor graan 5 18.968 cu ft. Voorts is het schip geschikt voor vervoer van 576 ton plantaardige olie en voor het vervoer van deklasten hout. H et schip heeft ook accom modatie voor tw aalf passagiers in acht hut ten. NAVO-order voor radio-communicatie apparatuur De NAVO heeft via de hoofdcontractant Sciallotti (van Pomezia) Rome een order geplaatst bij Standard Telephones andCables, Londen — lid van het ITT System — voor de levering van radiozenders en -ontvangers ter waarde van £ 250.000 ten behoeve van de Italiaanse Marine. Deze radiocommunicatie apparatuur zal worden gebruikt in een groot radiocummunicatienetwerk in de Middellandse Zee voor verbindingen van het vaste land met sche pen. De opdracht houdt onder meer levering in van 15 lange afstandszenders voor radio telefonie en -telegrafie, incl. voedingsapparatuur en ontvangers. De zenders zijn van het QT3 type, ge modificeerd voor gebruik als lineaire ver sterkers met een antennezendvermogen van 10 kW in de hoog frequente radioband. Deze zenders zijn bijzonder succesvol in ge bruik b.v. bij het Engelse PTT radiozendstation in Portishead, Somerset. Daarnaast zijn er vele zenders in bestelling voor Spanje, Brazilië, Argentinië, Kenya en Kuwait. Transatlantische elektronisch plaatsreserveringssysteem voor passagiers vliegtuigen De BOAC heeft haar hoofdkantoor in Montreal via de CANTAT transatlantische kabel aangesloten op de centrale computer in Londen, waar alle details over beschik bare passagiersplaatsen voor alle BOAC lijnen zijn gecentraliseerd. Dit eerste transatlantische elektronisch reserveringssysteem is geleverd door leden van het ITT System: Standard Elektrik Lorenz, Stuttgart en Standard Telephones and Cables, Londen. Niet alleen zijn bij dit sys teem de Engelse BOAC districtkantoren on derling aangesloten, doch eveneens worden de BOAC kantoren te Düsseldorf, Frankfurt, Zürich en Rome aangesloten. Een soortgelijk systeem is geleverd aan SAS (Scandinavian Airlines System), die haar centrale computer in Kopenhagen sta tioneerde en waarop het kantoor Amsterdam, door de Nederlandsche Standard Electric Mij. N.V. geïnstalleerd is aangesloten. De Montreal installatie is de eerste van een aantal kantoren die belangrijke vlieggebieden in Canada en Noord Amerika bin nen het elektronisch reserveringsnetwerk van de BOAC brengt. Een reservering is heel eenvoudig tot stand te brengen door een balie-employé met be hulp van de zogenoemde „Agent Set” (bedieningslessenaar even groot als een bureaurekenmachine). Een speciale voorbereide vluchtkaart wordt in de Agent Set gescho ven en door het drukken van enkele knop pen wordt de „vraag” via de transatlantische kabel gezonden naar de computer in Lon den. De computer antwoordt onmiddeilijk en geeft volledige details, over de bezetting van de aangevraagde vlucht, en eveneens over mogelijke alternatieve vluchten. Het antwoord is in zo’n geval binnen 3 % seconde op de Agent Set door middel van gekleurde lichten waar te nemen. Naast de Agent Sets, die eveneens kun nen dienen voor het boeken, wordt één hier van ook gebruikt om de Londense computer van gegevens te voorzien van alle vluchten en boekingen van of naar Montreal. Op deze Agent Sets worden ook de vluchten van de poolpartners van de BOAC, zoals Air India, Quantas, Middle East Airlines en Trans-Canada Airlines, geregistreerd. TIJDSCHRIFTENREVUE Uittreksels van enige belangrijke artikelen uit buitenlandse tijdschriften, zoals deze worden verwerkt in de kaartzendingen, welke het Nationaal Technisch Instituut voor Scheepvaart en Luchtvaart maandelijks aan de daarop geabonneerden doet toekomen. De aanwinsten der bibliotheek op nautisch, resp. technisch gebied worden eveneens, op kaarten vermeld, aan bovengenoemde abonnees toegezonden. Niet-abonnees kunnen zich afzonderlijk op deze aan winstenlijsten abonneren. Inlichtingen worden gaarne verstrekt door de directie van het Instituut, Burg. s’Jacobplein 10, Rotterdam (tel. 13 2 04 0 ). „Covered berths fqr ship discharge” door G. A . Wilson, M. Eng. Deze lezing, die als inleiding diende voor een informele discussie in het Institute o f Civil Engineers op 17 oktober 1962, behandelt de technische en economische aspecten van het laden en lossen van schepen op overdekte ligplaatsen, met als doel verhoging van de overslagcapaciteit door verbeterde werkcondities en de mogelijkheid van regelmatig doorwerken. De tekeningen geven schetsmatig twee mogelijkheden van overdekte ligplaatsen. Er worden verschillende vragen aan de orde gesteld, die het overdenken waard zijn. (iShipbuilding & Shlpping R eco rd van 3-1-1963, blz. 11 en 13, 2 tek.). „Palletised and side port operations” door L. J. Stock Voordracht gehouden tijdens het ICHCA Great Lakes Symposium te Milwaukee in april 1960. De auteur beschrijft de vorderingen die zijn maatschappij gedu rende 30 jaar gemaakt heeft op het gebied van de overslag van stukgoedlading in de havens aan de Grote Meren; vervolgens passeren de successievelijk genomen maatregelen de revue, die tenslotte geleid hebben tot het hedendaagse schip, speciaal ontworpen voor het inne men van gepaletiseerde lading. Vroeger konden 173 man slechts 100 ton lading per uur laden of lossen; tegenwoordig zijn slechts 80 man nodig voor het laden o f lossen van 730 ton/uur. Voor lading die over de weg wordt aangevoerd worden lege palets tevoren aan de expediteurs gezonden; daarentegen wordt de lading, die per spoor arriveert, gepaletiseerd tijdens het lossen der wagons. Het laadproces van gepaletiseerde lading via zijpoorten en liften wordt onder de loep genomen. Hoewel de mogelijkheid van het toepassen van containers diepgaand is onderzocht, tw ijfelt schrijver er aan of de invoering van deze methode tot noemenswaardige bezuinigingen zal leiden. (Fairplay Shipping Journal van 3 -1-196 3 , blz. 30-31, 2 foto’s). „Ac-Dc Marine propulsion speed control system” door E. C. Mericas. Het nuttig effect welke wisselstroomgeneratoren met een hoog toerental hebben en de zeer gunstige snelheidsregeling met behulp van het regelbare spanningssysteem bij gelijkstroom zijn door Westinghouse beide in één systeem gecombineerd. Het is zodoende mogelijk een gasturbine of een ander type machine in een compact samen gebouwde voortstuwingsinstallatie in te bouwen, waarbij deze in stallatie eenvoudig is te regelen en zich heel gemakkelijk voor auto matisering leent. Dit gecombineerde systeem is in het bijzonder geschikt voor schepen voor speciale diensten, waarbij er behoefte is aan een groot koppel en een laag toerental en aan de manoeuvreer baarheid hoge eisen worden gesteld. Er volgt een beschrijving van de werking van het wisselstroom-gelijkstroom systeem m.b.t. de gewenste belasting en snelheid. Tot slot worden diverse toepassingsmogelijk heden besproken. (W estin ghou se Engine er van juli-sept. 1962, blz. 12 2 -124 , 2 foto’s, 1 schema, 1 graf.). „Verbesserung der Manövrierfähigkeit von Schubverbänden der Binnenschiffah rt ” door Dipl.-Ing. H. Heuser. Teneinde het manoeuvreren van duwslepen, zoals deze op de Rijn worden gebruikt te verbeteren, heeft men modelproeven verricht op drie verschillende waterdiepten met twee diepgangen der duwbak ken, met een dubbelschroefs duwboot met vaste o f met draaibare straalbuizen en met een 4-schroefs duwboot met 2 vaste binnenstraalbuizen en 2 draaibare buiten-straalbuizen, terw ijl achter elke vaste straalbuis 2 roeren zijn aangebracht. De modelproeven hebben ertoe bijgedragen wegen te vinden om de manoeuvreereigenschappen van duwslepen te verbeteren. De invloed van de diepgang der bakken, van de aard en grootte der duwcombinatie en van de gemiddelde waterdiepte op het vereiste vermogen en het manoeuvreergedrag kon worden opgehelderd. De proeven hebben het succes van de toepassing van draaibare tegenover vaste straalbuizen, van hulproeren aan de voor- resp. achterkant van de bakkencombinatie, en de invloed van een actief stuurorgaan voor de gehele duwcombinatie in de vorm van een „Steuertrecker” met Voith-Schneider propeller, type „Biene” , bewezen. (S ch iff und H afen van januari 1963, blz. 1-14 , 12 tek., 16 graf., 1 tab., 9 lit.). „Automatic Lubrication for A uxiliary Machinery” door J. C. H. Roberts Naar aanleiding van een breuk in het zelf-centrerende roerlager van een nieuw schip tengevolge van een verkeerde smering door het bedienend personeel worden de voordelen van automatische smering besproken. Hiermede komt men aan het probleem van een onregel matige en onjuiste vet- of oliesmering van hulpwerktuigen in machi nekamer en aan dek tegemoet. Beschreven wordt het reservoir, de perspltmjer (lucht, hydraulisch, mechanisch of handbediend), de hogedrukmeter, het distributieblok, de werking van het smeersysteem en de economische voordelen bij toepassing van automatische smering. (Mar. Eng. & Nav. Arch. van januari 1963, blz. 6 -10 , 7 fo to ’s, 1 schem.tek., 3 tek.) „The Trend of Japanese Shipbuilding” door I. Onozuka In de 13 jaren, dat Japan nu schepen exporteert is de totale afge leverde tonnage reeds opgelopen tot bijna 13 miljoen ton, verdeeld over 728 schepen. Het artikel bevat een overzicht van de landen, waar heen de laatste jaren schepen werden geëxporteerd, de betalingscondities, een overzicht van scheeps- en installatieprijzen voor een 80.000 tons motortanker, 43.000 en 3 3.000 tons bulkcarrier, 13.000 tons motorvrachtschip en een overzicht van de prijsschommelingen sedert 1938. Verder wordt de huidige situatie in de Japanse exportscheepsbouwmarkt besproken en een overzicht gegeven van de structuur, de samenwerking en de bouwcapaciteiten van de voornaamste Japanse scheepswerven. Tot slot een reeks tabellen, waarin men cijfermateriaal vindt over afleveringen, tewaterlatingen en nieuwe contracten voor eigen land en buitenland in het jaar 1962. (T he M otor Ship van januari 1963, blz. 4 8 4 -48 8 , 3 fo to ’s, 16 tab.) , ,T anktrockengerat” „Side-wall H overcraft” door C. F. Morris door ïng. F. Schulz, Dipl.-Ing. G. Feistel, Dipl.-Ing. K. F. Langguth en Ing. G. Regenbrecht. Bij het Institut für Schiffbau te Rostock is een transportabel droogapparaat voor het drogen en drooghouden van tanks en dubbele bodemcellen, ook tijdens het ontroesten en schilderen, ontwikkeld. Het gebruik van dit apparaat draagt ertoe bij, vooral op grote werven, door het verhogen van de kwaliteit van het schilderwerk, tijdrovend extra werk en daardoor kosten en arbeidskrachten te besparen en tevens de arbeidsomstandigheden te verbeteren. De in richting, werking en de capaciteit der installatie worden uitvoerig beschreven. (S ch ijfb a u tech n ik van december 1962, blz. 63 3-63 8, 2 tek., 1 foto). De ontwikkelingsgang in de idee van het luchtkussenvoertuig wordt kort uiteengezet en aandacht wordt geschonken aan de manieren waarop van het luchtkussen wordt gebruik gemaakt en de wijzen van voortstuwing. Daarna worden de operatiegebieden van de luchtkussen voertuigen onder de loep genomen. De bouw van en enkele beproevingsresultaten met het Denny proef-luchtkussenvaartuig D. 1 w o r den beschreven, waarna het ontwerp van de eerste commerciële v e r sie, de D. 2001, w ordt besproken. Tot slot worden de problemen m.b.t. wettelijke eisen en voor schriften en classificatie vermeld. Na de lezing volgt een discussie. (Trans. Inst. Eng. & Shipb. Scotl. Nr. 2/1962- 6 9 ) , blz. 57-96, 8 tek., 3 graf., 3 tab., 7 foto’s)
© Copyright 2025 ExpyDoc