Verslag IXe European Registrars Conference in Helsinki, 8

8, 9 en 10 juni 2014
Verslag:
Annabel Dijkema,
Tentoonstellingsregistrator, Museum Catharijneconvent Utrecht
[email protected]
1
Zo’n 500 registrars, collectiebeheerders, conservatoren en zakenlieden uit o.a. de
transport- en verzekeringsbranche reisden in juni af naar Helsinki voor de European
Registrars Conference 2014. Een avond en twee volle dagen (8 juni t/m 10 juni) stonden
in het teken van al waar de Europese registrar mee te maken heeft. Sinds de eerste
editie in Londen in 1998 vormt de ERC een belangrijk platform voor
museumprofessionals. Eerdere edities bewezen dat het congres de ideale gelegenheid
is voor het verkrijgen van informatie, discussie en het creëren van een netwerk onder
vakgenoten. Ook deze editie bood hier volop mogelijkheid voor.
De conferentie in Helsinki werd dit jaar georganiseerd door The Nordic Registrars
Group. Dit netwerk wordt gevormd door registrars van voornamelijk nationale musea
in Finland, Denemarken, Noorwegen en Zweden. Onder leiding van de voorzitter,
Kristina von Knorring (National Gallery, Finland), werd ons door de stuurgroep een
interessant en dynamisch programma aangeboden.
Omdat registrars met zowel collecties als tentoonstellingen te maken hebben, werd
ervoor gekozen om separate sessies aan te bieden voor beide richtingen. Dit mondde
uit in een gevarieerd aanbod met presentaties over veiligheid, risicomanagement,
koerieren, transportuitdagingen en kunstdiefstal. Andere interessante onderwerpen
die werden uitgelicht waren het waarderen en verzekeren van kunst,
voorbereidingen op catastrofes en er werd voorzichtig naar de toekomst van de
registrar gekeken. Het programma werd aangeboden in plenaire en parallelsessies.
Door de parallelsessies was het niet mogelijk om alle presentaties bij te wonen. De
onderwerpen waren echter goed op elkaar afgestemd, zodat ieder de presentatie kon
kiezen die het beste aansloot op zijn of haar vakgebied.
Buiten de presentaties om was er uiteraard volop netwerkgelegenheid. Na iedere
presentatie stond er een zogeheten Networking and Coffee Break op het programma.
Daar was het voor velen een weerzien van oude bekenden, anderen waren vooral
druk met het spotten van badges, in de hoop de verschillende ‘te-spreken-collega’s
uit binnen- en buitenland’ van het lijstje af te vinken. Ook de goed verzorgde lunches,
diners en borrels waren hiervoor zeer geschikt.
Een deel van het organiserend comité
2
Zondag 8 juni
De meeste deelnemers arriveerden op zaterdag om wat van de stad te zien, of om
relaties met zakelijke partners te onderhouden. Anderen kwamen zondag aan om te
registreren (!) en voor de openingsreceptie. Deze vond plaats in het Ateneum Art
Museum. Daar werden we welkom geheten door onder andere de directeur. De
receptie werd muzikaal omlijst door Huutajat een typisch Fins ‘schreeuwkoor’.
Vervolgens kon men het museum bekijken, waar een grote collectie Finse kunst uit
de achttiende tot de twintigste eeuw wordt gehuisvest. Ook de tentoonstelling ‘Tove
Jansson’, over de Finse schilderes en auteur en illustrator van tal van kinderboeken,
was die avond vrij toegankelijk.
Maandag 9 juni
Opening
De eerste congresdag werd geopend door Kristina von Knorring, namens het
organiserend comité, en Jan Förster, directeur van de Helsinki Kunsthalle. We werden
welkom geheten en de organisatie werd voorgesteld.
1A : But is it art? – Daniël Birnbaum, directeur Moderna Museet, Zweden
Daniël Birnbaum zette ons gelijk op scherp. Als registrar werk je dagelijks met en
voor kunstwerken, maar wanneer spreken we eigenlijk van een kunstwerk? Wat is er
voor nodig om een kunstwerk als kunst te beschouwen? ‘Kunstwerken’ die wij nu als
topkunst beschouwen van onder andere Robert Rauschenberg en Andy Warhol,
werden in hun tijd door bijvoorbeeld de overheden niet als kunst gezien. Duchamps
test met zijn – nu iconische – Fountain de limiet van wat ‘men’ onder kunst verstaat.
Kan een ogenschijnlijk zo banaal voorwerp als een urinoir als kunstwerk worden
geaccepteerd en kan dat zo blijven? Kunst wordt volgens Birnbaum niet alleen
bepaald door het voorkomen, ook tijd is belangrijk. Als voorbeeld noemt hij Warhols
Brillo Boxes. Geproduceerd in een fabriek in de jaren ’60 en vervolgens door Warhol als
3
ensemble gepresenteerd. De Brillo Boxes uit dat ensemble zijn nu goud geld waard,
terwijl dat niet geldt voor dezelfde dozen die indertijd door dezelfde fabrikant zijn
vervaardigd. De context is dus doorslaggevend. Birnbaum beweert dat moderne kunst
filosofie nodig heeft. Ook bespreekt hij dat de rol van een museum dat hedendaagse
kunst tentoonstelt zich niet alleen beperkt tot het exposeren zelf, maar ook tot het
onderhouden van een natuurlijke relatie tot de kunstenaar. Hij stelt ons de vraag hoe
die verhouding moet zijn. Moeten musea, of ook galerieën en kleinere collecties,
doorgaans geleid door protocollen, zich aanpassen aan de kunstenaars, of is het de
taak van musea om kunstenaars te doceren en te sturen? Birnbaum stelt dat in de
ideale situatie het instituut de kunstenaar volgt, maar erkent ook dat dat streven met
name voor de grotere instellingen moeilijk is. Hij besluit zijn verhaal met een citaat
van Gertrude Stein "You can be a museum or you can be modern, but you can't be
both." Birnbaum opende het congres op prikkelende wijze en voorzag de deelnemers
van een flinke portie denkvoer.
Robert Rauschenberg, Monogram, 1955-59, Moderna Museet, Stockholm
4
2A: Security Matters
Transport and document security - Trygve Lauritzen, hoofd beveiliging Munchmuseet,
Noorwegen
Trygve Lauritzen vertelt over kunstcriminaliteit. Volgens hem zijn er geen
aanwijzingen dat de kunstcriminaliteit afneemt, eerder het tegenovergestelde. De
kans op een misdrijf is het grootst tijdens het transport. Trygve Lauritzen adviseert
koeriers nooit mee te sturen op de vrachtwagen. Vooral als er met een erkende
kunsttransporteur wordt gewerkt, mag men ervan uitgaan dat de nodige
veiligheidsmaatregelen zijn genomen. Trygve Lauritzen stelt dat een koerier vaak
toch niet kan optreden bij een ongeval (ongeluk, overval) en dat daarnast de
veiligheid van een koerier tijdens het transport in gevaar gebracht wordt, vanwege
het verhoogde risico op een overval of ongeluk.
Global Risk Art Survey – Simon Mears, Consultant Security Risk and High Value Asset
Protection, Denemarken
Als specialist op het gebied van risicomanagement heeft Simon Mears veel te
vertellen over het Global Risk Art Survey Program, kortweg GRASP. GRASP is een
‘online risicomanager’ waarmee je makkelijk programma’s kan raadplegen die
risico’s onderzoeken, analyses kan maken van trends in het risicomanagement, kan
rapporteren over je risicoprofiel en die je kan helpen bij het treffen van maatregelen.
Het programma is speciaal gericht op instellingen die met kunst te maken hebben.
Holistic Risk Management for Museums – Pascal Matthey, Hoofd Speciality Lines Risk
Engineering, XL Group, Zwitserland
Een helder beleid ten aanzien van risicomanagement kan een instelling uiteindelijk
veel tijd en geld besparen. Pascal Matthey stelt terecht dat kunst niet vervangen kan
worden door geld en dat verzekeren niet betekent dat risico’s niet moeten worden
beoordeeld. Matthey adviseert musea dan ook om een diepte-scan te maken van de
eigen risico’s, om hiermee bedreigingen te identificeren, de mogelijke consequenties
daarvan in kaart te brengen en de nodige maatregelen te nemen.
5
2B: Couriering
The role of the courier – Thor Normark-Larsen, Hoofd Registrar’s Office, National Gallery,
Denemarken
Deze presentatie zette de rol van de koerier en de verschillende zaken waarmee
hij/zij te maken kan krijgen tijdens het begeleiden van een kunstwerk uiteen. Een
koerier is iemand die de veiligheid van een object bewaakt en ingrijpt waar nodig.
Daarnaast is de koerier volgens Thor Normark-Larsen ook een ambassadeur van de
bruikleengevende instelling. Hij geeft aan wat voor gereedschap en documenten de
koerier bij de hand moet hebben (lampje, conditierapport, handschoenen, etc.) en
markeert een aantal zaken waar een koerier alert op dient te zijn: onder andere de
algehele impressie van de venue, lux en klimaat, beveiliging, conditie van het werk.
Ook geeft hij aan wat aandachtspunten zijn van bijvoorbeeld het hoofd beveiliging,
de art handler, de restaurator, de transporteur, en dat er sprake kan zijn van
conflicterende belangen. Dit algemene verhaal werd geillustreerd met twee
voorbeelden uit zijn eigen museum. De tentoonstelling Flowers and World views
bevatte bijna uitsluitend werken uit de eigen collectie, wat betekende dat er
nauwelijks transporten plaatsvonden. De tentoonstelling Matisse werd juist vooral
ingericht met bruiklenen, met name uit het buitenland. De tentoonstelling werd
georganiseerd in samenwerking met twee andere instellingen (Centre Pompidou en
The Metropolitan Museum of Art). Men was hier sterk afhankelijk van andere
instellingen. Het transport was gecompliceerd en de kosten voor de expositie waren
hoog. De tentoonstelling Flowers and World views was voor de registrar een
‘makkelijke’, maar voor de art handlers en restauratoren moeilijk, omdat men te
6
maken had met zeer delicate voorwerpen. De Matisse tentoonstelling was voor
iedereen lastig. Tot slot kregen we de aanbeveling om goed na te denken over wie je
als koerier stuurt (restaurator, registrar) en om oog te hebben voor mogelijkheden tot
kostenreductie en versimpeling van het proces.
The Nordic way – Marika Reuterswärd, Malmö Konstmuseum, Zweden
Deze presentatie verhaalde over The Nordic Way, een samenwerking tussen
verschillende culturele instellingen uit Finland, Denemarken, Zweden, Noorwegen en
IJsland. Met elkaar hebben ze afspraken gemaakt over zeer ruimhartig
bruikleenverkeer. Zo worden er geen fees gerekend en wordt er zelden een koerier
meegestuurd. Dankzij zeer vergelijkbare culturen is er een basis van vertrouwen. De
samenwerking heeft als doel het reduceren van kosten, maar ook het hoog houden
van de kwaliteit.
Courier training at the Finnish National Gallery – Kirsi Hiltunen
In de Finse National Gallery worden koeriers niet onvoorbereid op pad gestuurd. Zij
krijgen een training, waarin de fijne kneepjes van het vak worden behandeld. De
koerier in spe leert over wat voor soort gereedschap hij/zij moet beschikken en hoe
het te hanteren, over art handling, inpakken, verschillende materialen, documentatie
van de koeriersreis en hoe om te gaan met lastige situaties, bijvoorbeeld op de
luchthaven. Kiri Hiltunen liet ons nog een aantal voorbeelden zien van
transportklussen, waarbij zeer ingewikkelde moderne kunstwerken uit het atelier
van de kunstenaar naar het museum moesten worden getransporteerd. Een leuke
verrassing was dat we een dag later, tijdens de avondreceptie, die kunstwerken in het
echt aantroffen!
Hoe verpak en transporteer je dit kunstwerk?
7
3A : Assessing risk in lending and borrowing
‘I look forward to hearing from you’: a lending and borrowing scenario- Kate Parssons, Hoofd
collectiebeheer, Tate, Verenigd Koninkrijk en Jane Knowles, Hoofd tentoonstellingen Tate, en
voorzitter van de UK Registrars Group
Een zeer inspirerend verhaal over bruikleenverkeer werd ons aangeboden door twee
dames werkzaam in Tate, Londen. Aan de hand van een bruikleenscenario, loodsten
zij ons zeer levendig door hun verhaal. De een nam de rol aan van bruikleennemer,
de ander van bruikleengever. Het publiek keek over de schouder mee met de
correspondentie die zij voerden over transport, kosten, installatie en meer. De
afwegingen die telkens werden gemaakt waren voor het publiek interessant voor in
de eigen praktijk. Zo werden wij erop geattendeerd een inschatting te maken van alle
te maken kosten (o.a. verzekering, transport, installatie, eventuele fees en
restauraties) nog vóór het verzenden van de bruikleenaanvraag. Ditzelfde geldt voor
de logistiek: hoeveel koeriers verwacht je, passen de aangevraagde objecten in de
beschikbare ruimte en hoeveel vitrines heb je nodig? Ethische belangen kunnen ook
meespelen: past dit voorwerp wel goed in de tentoonstelling? Ook politieke belangen
kunnen soms doorslaggevend zijn.
Installatie van kunstwerken kan variëren van heel makkelijk, tot zeer ingewikkeld.
Zo noemden ze een voorbeeld van een kunstwerk van Anish Kapoor, 1000 names, dat
volledig bestrooid is met pigment en dus iedere keer opnieuw moet worden
opgebouwd. En wat doe je bijvoorbeeld met een kunstwerk met een gewicht van 2,5
ton, of een werk met een enorm hoge verzekerde waarde? Of een voorwerp dat niet
verzekerd kan worden? Wanneer de bruikleenvoorwaarden onredelijk zijn moet je
als museum je eigen risico in het oog houden en met de bruikleengever
onderhandelen. Tot besluit adviseerden Jane Knowles en Kate Parssons grote
zorgvuldigheid in het bruikleenverkeer. Bruikleennemer en bruikleengever moeten
om alle openheid goed samenwerken en ruimte maken voor onderhandeling.
Anish Kapoor, 1000 names, Tate Londen
8
Lending and borrowing, calculating risks – Eva Lena Bergstrom, Departement directeur,
Nationalmuseum, Zweden
Eva-Lena Bergstrom geeft het publiek handvaten voor het werken met collecties en
het verbeteren van de collectiemobiliteit. Een interessant onderwerp ook omdat dit al
langere tijd in Nederland speelt. Nieuwe inzichten en prikkelende adviezen
hieromtrent blijven helaas uit, maar Begrstrom voorziet ons van een onderhoudend
verhaal over de risico’s rondom bruikleenverkeer. Binnen de EU zijn er richtlijnen
voor de afgelopen periode (2011- 2014) opgesteld over collectiemobiliteit. De vier
speerpunten hierin zijn 1) het verbeteren en uitbreiden van mogelijkheden voor
indemniteit, 2) verbeteren van het waarderingsproces, 3) versimpelen van het proces
rondom risicomanagement, 4) transportprocedures meer betrouwbaar maken. De
voordelen van staatsindemniteit zijn onder andere de verzkeeringskosten omlaag
brengen, bijdragen aan veiligheid en professionaliteit onder musea en het mogelijk
maken om een tentoonstelling op het hoogste niveau te realiseren. Eva Lena
Bergstrom pleit voor het hanteren van staatsindemniteit. In de 5 jaar dat deze
beschikbaar is zijn er 2296 tentoonstellingen gerealiseerd, waarbij in slechts 16
gevallen schade werd gerapporteerd.
Discussie
Door het panel wordt door middel van een discussie een terugblik geworpen op hun
presentaties. Tate vertelt dat ze geen bruikleenovereenkomsten hanteren, maar
werken met een digitale variant, waar slechts de voorwaarden middels een
aanvinkveld moeten worden geaccepteerd. Ook hanteren zij een systeem voor het
bepalen van de verzekerde waarde van een in of uit te lenen voorwerp. Ze zien het
als hun verplichting om voor een juist bedrag te verzekeren en nemen dus altijd
contact op met de bruikleengever als volgens hun inzichten de waarde te hoog of te
laag is. Een ander discussiepunt betreft de aansprakelijkheid voor schade, die
doorgaans volledig bij de bruikleennemer ligt. Tate vindt dat er voor de
bruikleengever ook altijd een bepaalde mate van aansprakelijkheid blijft, het is
immers hun object en daarmee ook hun verantwoordelijkheid. Daarbij is er ook altijd
een niet te verzekeren risico aanwezig.
Tenslotte wordt het publiek nog op het hart gedrukt vooral ‘common sense’ te
gebruiken en niet zonder meer alles te accepteren wat wordt geëist. Er is ruimte voor
onderhandeling, maar daar moet wel – in een vroeg stadium, niet kort voor de
opening van de tentoonstelling - gebruik van worden gemaakt.
3B : Shipping challenges
Public procurement rules – concluding a framework agreement on art transportation, Valtteri
Nieminen, CEO van de Finse Procurement Lawyers Attorneys Ltd., Finland
Valtteri Nieminen vindt dat internationale afspraken in de kunstwereld over, in dit
geval, kunsttransport, er niet alleen zijn om de kwaliteit van de transportfirma’s
hoog te houden, maar ook als middel om de firma’s onderling te laten concurreren.
Een goed gestructureerde raamovereenkomst betekent voordeel voor alle partijen.
Het is hierin wel van groot belang om zowel de mogelijkheden, als de valkuilen van
dergelijke afspraken vroegtijdig in kaart te brengen. In deze presentatie werden
dergelijke overeenkomsten op het gebied van transport besproken.
9
‘Ships’ in de haven van Helsinki
The European air freight security regulations – Latest updates on fine art transportations –
Hans-Edwald Schneider, Directeur Hasenkamp, Duitsland
Door de EU zijn nieuwe regels opgesteld omtrent veiligheid in de luchtvracht, die van
grote invloed zijn op het transport van kunstwerken. Naar aanleiding van de
aankondiging van deze wijzigingen moesten kunsttransporteurs nieuwe processen
bedenken en implementeren, het personeel opleiden en aanvullende maatregelen
treffen om aan de nieuwe eisen te kunnen voldoen. Informatie over de nieuwe
luchtvrachtwetten is hier te vinden.
Preventing the illicit trade of our cultural heritage, a shared responsibility – Mark Starling,
Voorzitter ICEFAT Managing directeur PACART, Canad
Mark Starling presenteerde de hoogtepunten uit een presentatie die hij in december
2013 gaf aan de International Scientific and Professional Advisory Council (ISPAC) in
het kader van een door de Verenigde Naties geïnitieerd project over de bescherming
van cultureel erfgoed. Hij stelde hierbij de registrar, collectiespecialisten en de
private sector centraal en besprak welke rol zij zouden moeten spelen bij het
voorkomen van onwettige handel in kunst en antiquiteiten.
10
4A : Art theft and recovery
Art lost and found – Christopher A. Marinello, directeur en oprichter van Art Recovery
International, USA
Wanneer er sprake is van schade of diefstal, wie draait er dan op voor de kosten? En
wie zoekt de dader? Marinello vertelt over een systeem dat zijn bedrijf ontwikkelde
om gestolen kunst op te sporen. Het systeem zoekt een match tussen een foto van
een voorwerp vóór diefstal en foto’s van voorwerpen die op de veiling of in de handel
te koop worden aangeboden. Zo wist hij bijvoorbeeld een gestolen fresco uit Pompeii
op te sporen die werd aangeboden op een veiling in New York. Dit systeem kan
uitkomst bieden omdat er, naast de foto van het gestolen voorwerp, vaak weinig
andere gegevens beschikbaar zijn. Zo is de eigenaar niet altijd bekend, verzekeringsof politierapporten zijn niet standaard beschikbaar en de beschrijving en
basisregistratie van een werk is ook niet altijd toereikend of voorhanden. Marinello
behandelde vervolgens een aantal case studies.
The robbery of the scream and Madonna from Munchmuseet in 2004 – Rune Sivertsen,
Detective superintendent, Politie Noorwegen
Rune Sivertsen bespreekt de roof van twee schilderijen uit het Munch Museum in
Oslo in augustus 2004, waarbij De schreeuw en Madonna werden ontvreemd. Het
onderzoek en de veroordeling van de daders duurden vele jaren en tot op de dag van
vandaag zijn er nog verschillende vragen rondom de overval. Opmerkelijk was de
vermelding dat in Noorwegen geen hoge straffen worden uitgedeeld aan kunstrovers,
aangezien kunstcriminaliteit als ‘rijkelui’s diefstal’ wordt gezien. Hier een interessant
verslag van de roof.
De kunstroof in het Munchmuseet, 2004
11
Midsummer party @ Kiasma
De eerste congresdag werd besloten met een feestelijke bijeenkomst in het museum
voor hedendaagse kunst Kiasma. Na een welkomstwoord van de directeur, was er
gelegenheid om het museum te bezichtigen en bij te praten, vooral veel bij te praten,
gebruik te maken van het buffet en aansluitend de Midsummer party bij te wonen in
het museumgebouw.
12
Dinsdag 10 juni
5A : Valuation and insurance
Auction house valuations for sales and insurance purposes – Dr. David Bellingham,
Programma directeur, Sotheby’s Institute of Art, Verenigd Koninkrijk
Hoe bepaal je de financiële waarde van een kunstwerk? Dr. David Bellingham vertelt
over de snelle veranderingen van de geldprijs van met name hedendaagse kunst. Een
kunstwerk doorloopt doorgaans verschillende verkoopmomenten waarin de prijs
verandert. 1) eerste verkoop door de kunstenaar zelf, of door de dealer, 2) eerste
herverkoop, vaak door dezelfde dealer, 2/3) eerste verkoop op een veiling. Het
vaststellen van de waarde van een kunstwerk is altijd maatwerk en is afhankelijk van
veel factoren, waaronder vraag, aanbod, smaak, onderwerp, medium, authenticiteit,
en niet onbelangrijk, de X-factor. Hij bespreekt het kunstwerk Equivalent VIII door Carl
Andre, nu in de collectie van Tate, Londen, dat bestaat uit 120 bakstenen verdeeld
over twee lagen. Toen het in de jaren ’60 werd aangekocht betaalde men er
omgerekend zo’n 36.500,- pond voor. Zowel de Daily Mirror als het Burlington
Magazine bestempelden het werk als ‘a load of trash’. Later in 1975 werd een
vergelijkbaar kunstwerk van Andre verkocht voor zo’n 75.000,- pond, en in 2008 voor
maar liefst 650.000,- pond. Eerder dat jaar was tevens eenzelfde werk, uitgevoerd in
koper, verkocht voor 1,5 miljoen pond, terwijl de waarde, voorafgaand aan de veiling,
werd geschat op 1 miljoen. Bellingham doet een voorstel voor een verzekerde waarde
voor het werk uit de Tate dat in de jaren ’60 werd aangekocht. Zijn voorstel is om de
geschatte waarde van het werk dat voor het grootste bedrag is verkocht te
verdubbelen (dus 2 miljoen) en het uiteindelijke verkoopbedrag ook (3 miljoen). Het
bedrag daartussen zou volgens hem een goede verzekerde waarde zijn, wat uitkomt
op 2,5 miljoen. Heel terecht roept deze uitspraak veel discussie op. Een dergelijk hoge
verzekerde waarde bevordert de samenwerking tussen musea onderling niet bepaald
en past dan ook niet bij de doelen waarvoor we allen naar Helsinki gekomen zijn.
Carl Andre, Equivalent VIII, 1966, Tate, Londen
13
Insurance – non Insurance – Lora Houssaye, exhibitions registrar Centre Pompidou en Aurore
Basly, Exhibition Project Manager, Musée du Louvre, Frankrijk
Beide dames uit Parijs zetten uiteen hoe het Franse systeem omtrent het verzekeren
van kunst in elkaar steekt. Uitgangspunt bij hen is dat de staat garant staat als
verzekeraar. Dit betekent dat musea bruiklenen onderling (in de meeste gevallen)
niet hoeven te verzekeren. Het doel van deze afspraak is om het systeem simpeler te
maken en meer mogelijkheid te creëren voor collectiemobiliteit. Positief gevolg van
deze afspraak is dat er duizenden euro’s minder wordt betaald aan premie. In
Nederland is er een soortgelijke afspraak in de vorm van de kaderovereenkomst voor
musea. Wellicht is het voor de Nederlandse Registrars Groep ook interessant om eens
na te denken over uitbreiding of het genereren van grotere bekendheid van deze
overeenkomst, met dit Franse model in het achterhoofd.
State Indemnities and Insurance - Experiences throughout Europe – Dr. Stephan Zilkens,
Zilkens Fine Art Insurancebroker GmbH, Zwisterland
Staatsindemniteit, oftewel garantstelling door de staat voor schade aan of verlies van
een kunstwerk, bestaat al sinds de jaren ’70. Nu treedt in 17 landen binnen de EU de
staat op als verzekeraar. Dr. Zilkens zet de voor- en nadelen van deze regeling op een
rijtje: het is goedkoop, dat is positief, maar vraagt veel ervaring van de lener,
particuliere bruikleengevers vallen niet onder de regeling, in het geval van reizende
tentoonstelling kan het volgens hem problemen opleveren, de dekking is te vaag, niet
altijd is duidelijk waarvoor de staat precies garant staat en daarbij is het een grote
last voor de belastingbetaler wanneer de staat een enorm bedrag zou moeten
uitkeren. Dit betoog benadrukt vooral de nadelen van de indemniteitsregeling.
Terecht vraagt na afloop iemand zich af waarom de focus niet ligt op het beter laten
werken van de indemniteit en nodigt direct alle voorzitters van de registrarsgroepen
in Europa uit om na te denken over hoe de regeling wel kan werken: de European
Registrars Conderence draait immers om samenwerking. Op dit voorstel wordt met
luid applaus gereageerd.
Disaster relief / AIC-CERT – Julie Bakke, hoofdregistrar Museum of Fine Arts, Houston, USA
De American Institute for Conservation’s Collections Emergency Response Team (AIC-CERT)
speelt in op wat culturele instellingen nodig hebben om op juiste wijze te kunnen
handelen in geval van een ramp. Zij monitoren rampen wanneer die voorkomen in
het land en kunnen adviseren of mankracht leveren.
Fire at the museum – Adina Ekbergh, veiligheidsmanager, Museum of Ethnography,
Stockholm, Zweden
In het Museum of Ethnography brak in 2012 brand uit in een depot. Niemand raakte
gewond, maar ongeveer 60 van de 4000 objecten werden verwoest. Twee jaar later is
de renovatie en conservering van de beschadigde voorwerpen bijna gereed. Nu
worden de voorwerpen in een nieuw depotgebouw geplaatst.
14
6A : Touring Exhibitions
International Touring – Managing the unexpected – Renée Pfister Art & Gallery Consultancy,
Verenigd Koninkrijk
Renée Pfister is consulent voor musea en galeries over de hele wereld. Ze besprak in
haar presentatie een aantal voorbeelden van exposities die zij voor musea had
georganiseerd in landen waar men niet heel vertrouwd is met het organiseren van
kunsttentoonstellingen en waar er ook minder faciliteiten voor beschikbaar zijn. Zo
was zij verantwoordelijk voor een tentoonstelling in Sao Paolo met zeer zware
sculpturen. In Brazilië begreep niet iedereen de kunstwerken, niet alleen
conceptueel, maar vooral ook vanuit praktisch oogpunt. Bijvoorbeeld op de
luchthaven, waar een agent perse de kratten wilde openen om de inhoud te
controleren. Het was toen moeilijk om uit te leggen dat het buitenklimaat niet ideaal
was voor de kwetsbare beelden binnenin. Een andere tentoonstelling over Henry
Moore in Mexico City bracht weer andere problemen met zich mee: het transport
werd uitgevoerd met slechte voertuigen, over de sokkels was niet goed nagedacht en
het museumgebouw was niet bepaald geschikt voor deze tentoonstelling. Een laatste
voorbeeld betrof een tentoonstelling genaamd Western contemporary art ’61 – 99 die
zou moeten plaatsvinden in Kaapstad. Dit ambitieuze project bleek spaak te lopen op
verschillende aspecten, onder andere te kostbare transporten en te hoge
verzekeringspremies. Daarnaast was het desbetreffende museum in het geheel niet
bekend met de gangbare bruikleencommunicatie. Volgens Renée zijn flexibiliteit en
creativiteit onmisbaar bij het maken van tentoonstellingen in ‘onbekende’ landen.
Touring Turner from Tate: A travelling exhibition case study – Kathy Richmond, collection
registrar, Tate, Verenigd Koninkrijk
Kathy Richmond vertelt een zeer interessant verhaal over een tentoonstelling met
ruim 100 werken van William Turner, waar zij als registrar voor verantwoordelijk
was. De tentoonstelling reisde naar vier venues: twee in Australië en twee in Japan.
Dit omvangrijke project verliep niet zonder slag of stoot: er was sprake van extreme
weersomstandigheden, heel grote werken bleken niet in de lift van sommige
instellingen te passen en niet alle lokaties waren berekend op de installatie van de
schilderijen.Ook was niet altijd van tevoren goed nagedacht over het hanteren van
hele zware werken en liep men regelmatig tegen taal- en cultuurverschillen op.
15
6B : Moving Collections
Nationalmuseum in Stockholm : moving collections and organizations – Per Hedström,
directeur tentoonstellingen en collecties, Nationalmuseum, Zwedem
Wat gebeurt er met een organisatie als het museumgebouw wordt gesloten voor
renovatie en collecties moeten worden verplaatst? Dit vergt veel van de museumstaf.
Zo’n project betekent verandering, wat volgens Per Hedström niet altijd even
makkelijk wordt opgepakt door museummedewerkers. Om deze reden adviseert hij
om externe medewerkers in te huren, die speciaal voor de verhuizing worden
aangesteld. ‘Nieuwe’ mensen kunnen met een frisse blik aan de slag met de klus,
‘oude’ medewerkers verliezen zich soms in details en kunnen niet altijd de juiste
prioriteiten inschatten. Hij zegt dat de focus op de verhuizing zelf moet liggen. Zijn
advies is om dus ook geen andere projecten aan te grijpen tijdens de verhuizing,
zoals conservering, registratie en fotografie, dit zou het project kunnen verstoren en
de verhuizing onnodig vertragen. Dit soort werkzaamheden kun je beter vóór of na de
verhuizing plannen. Volgens hem is het wel interessant om extern tentoonstellingen
te organiseren. Bruikleenaanvragen echter, adviseert hij alleen te honoreren als deze
een bijdrage leveren aan een strategische positie van het museum in de toekomst.
Storage relocations at the Museum of Islamic Art, Qatar – Marie-Astrid Martin, Collection
coordinator, Museum of Islamic Art, Qatar
In 2008 opende het museum voor Islamitische kunst in Qatar. Sinds die tijd moest er
veel worden verhuisd. Gebrek aan opgeleid personeel, materiaal en andere
voorzieningen hinderden vaak een soepel verloop. In Qatar zijn geen goede
kunsttransporteurs en moet met lokale verhuizers worden gewerkt. Het is aan
verhuizers lastig duidelijk te maken hoe ze met kunstobjecten om moeten gaan, met
name als deze verpakt zijn in kratten en dus niet als zodanig herkenbaar. Daarbij
vond het transport vaak plaats over slechte wegen.
Collection management challenges of a new museum – Nancy Konstantinou, Registrar,
Museum of Islamic Art, Qatar
Bij het collectiemanagament van een nieuw museum in Qatar moet men rekening
houden met het feit dat er weinig faciliteiten voor musea aanwezig zijn. Er zijn geen
leveranciers van verpakkings- en opslagmateriaal, dit wordt allemaal geïmporteerd.
Extreme hitte in het land maakt gecompliceerde transporten, zoals luchttransport,
extra ingewikkeld. De medewerkers hebben verschillende nationaliteiten, wat het
maken van afspraken over bijvoorbeeld registratie moeilijk maakt.
Relocation of XXL Collections, You can’t bake an omelette without breaking eggs – Joachim
Hüber, Museum Consultant, Prevart Ltd, Zwitserland
Hoe verhuis je een omvangrijke collectie? Kun je hier dezelfde methoden toepassen
als bij het verplaatsen van één object? Het advies van Joachim Hüber is dat je moet
zorgen voor zeer goed getraind en voldoende personeel. Bestel het benodigde
materiaal op tijd en gebruik standaardmaterialen. Architecten en directeuren zien
het verhuizen als ondergeschikt aan het nieuwe gebouw, terwijl de verhuizer de
restauratie en verhuizing van de objecten als belangrijkste onderdeel van het project
ziet. Voor een verhuizer is het belangrijk te weten wat je precies verhuist, hoe je het
verpakt, wat het weegt en hoe groot het is, zodat je goed kan nadenken over de
transportmethodes en de nieuwe wijze van opbergen.
16
7: Tools for the future
Making the Ipad work for the registrar – Brent Mitchell, Hoofdregistrar, Modern Art Museum
of Fort Worth, USA
Dat wij in Nederland niet erg met de moderne ontwikkelingen meegaan, bleek uit de
presentatie van Brent Mitchell. In zijn museum, en in verschillende andere musea in
de USA wordt tegenwoordig gebruik gemaakt van Ipads. Talloze apps en
programma’s lenen zich voor zaken waar de registrar of collectiebeheerder mee te
maken heeft: het maken van conditierapporten, registratie, foto’s, databases,
vormgeving van de tentoonstelling. Brent Mitchell noemde verschillende
programma’s die volgens hem zeer bruikbaar zijn: PDF expert, gotomypc, my
measures and dimensions, printer pro, eye-fi en het gebruik van QR-codes. Of het
gebruik van deze digitale media de processen optimaliseert of versnelt is nog de
vraag maar is zeker het overwegen waard.
Pdf expert inzetten voor het maken van conditierapporten
Drones might fly – is the sky the limit for technology in collection management? – Sheila Perry
Collectie informatie systeem manager, National Galleries of Scotland, Verenigd Koninkrijk
Een erg leuk verhaal kwam uit Schotland. Sheila Perry vertelde over de digitalisering
en automatisering in het depot van de National Galleries of Scotland. Sheila Perry
stelt voorop dat wanneer het om technologische ontwikkelingen gaat, de voordelen
altijd naast de kosten gelegd zouden moeten worden.Zij besprak het voorbeeld van
de Kardex vertical storage knits. Het ‘ophalen’ van prenten wordt hiermee bijna
volledig geautomatiseerd. Met een paar drukken op de knop komt het object dat je
zoekt vanzelf tevoorschijn! Ook noemt zij het KIVA systeem.
17
8 : Finale
We were promised jetpacks: what does the future hold for registrars? Tracey J. Berg-Fulton,
Contract registrar en museumconsultant, USA
Deze presentatie besprak de mogelijkheden en struikelblokken in de toekomst van de
registrar. Zal de rol van de registrar veranderen? Zullen diens taken veranderen?
Moeten we inmiddels niet zonder papier werken? En hoe kunnen musea, en niet
alleen de grote, profiteren van ontwikkelingen in de toekomst verbeteringen
aanbrengen? In de museumpraktijk zal men volgens Tracey Berg-Fulton moeten
inzetten op digitalisering van alle processen en het zoveel mogelijk vervangen van
fysieke handelingen. Daarbij is openheid het sleutelwoord en is het onontbeerlijk om
nieuwe vrienden te maken Het museum als instituut zal in sommige gevallen sluiten,
fuseren met andere musea of de intrek nemen in nieuwe gebouwen. Tracey BergFulton adviseert de aanwezigen op te schrijven wat er te winnen en te verliezen valt.
Het is belangrijk om te delen en samen te werken en tegelijkertijd ook voorbereid te
zijn op het ergste en je daarbij af te vragen waar je bang voor bent. Haar laatste
advies is: ‘be kind to your future self’.
The next generation: breaking barriers with the project registrar trek – Angela Kipp, collective
manager Technomuseum, Mannheim, mede-oprichter van Registrar Trek, Duitsland
Angela Kipp vertelt over haar project ‘Registrar Trek: The Next Generation’, waarmee
ze taalbarrières wil doorbreken en wereldwijd registrars met elkaar wil verbinden.
Ook wil ze inzicht geven in de functie van de registrar. Als voorbeeld noemt ze hierbij
dat aan de koffietafel in haar museum de educator vertelt over een rondleiding en de
persvoorlichter over een tv-ploeg die hij/of zij ontving eerder die ochtend, voor alle
collega’s een helder verhaal. Echter, wanneer Angela vertelt over haar
werkzaamheden, ziet zij vaak glazige blikken…..
One for the road... @ Helsinki
Kunsthalle
In de Helsinki Kunsthalle was er
gelegenheid voor een laatste
drankje en mogelijkheid om
elkaar te spreken. We kregen nog
een toespraak van de
burgemeester en mochten het
museum bezoeken. Met elkaar
concludeerden we dat we een
paar geslaagde dagen achter de
rug hadden, veel nieuwe
vrienden hadden gemaakt en
met genoeg stof tot nadenken
konden terugkeren naar
Nederland.
18