Wijzigingen ADR - RID 2015

regelgeving 2015
Gewijzigde voorschriften ADR-RID 2015
Geadsorbeerde gassen
en gevaarlijke lampen
Zoals iedere twee jaar worden ook per 2015 weer vele wijzigingen doorgevoerd in het
ADR en RID. Deze zijn wederom zeer divers van aard: opleidingseisen, transport van
lampen, kenmerking, schriftelijke instructies, radioactieve stoffen en spuitbussen – om
maar een paar onderwerpen te noemen. Een samenvatting.
Tekst: Jacques Buissing
Op 1 januari 2015 worden in het ADR/RID wederom een
groot aantal wijzigingen ingevoerd. Tenzij anders in het
ADR/RID is vermeld, worden de wijzigingen na een
overgangstermijn op 1 juli 2015 van kracht. De samenvatting in dit artikel bevat alleen de hoofdlijnen en is dus
zeker niet volledig.
Deel 3
Nieuwe UN-nummers. In Tabel A van hoofdstuk 3.2 zijn
nieuwe UN-nummers opgenomen (zie de tabel).
Geadsorbeerde gassen. Dit zijn volgens paragraaf
2.2.2.3 gassen die, indien verpakt voor het vervoer, zijn
geadsorbeerd in een vast poreus materiaal. Dit resulteert
in een interne druk in de drukhouders van minder dan
101.3 kPa bij 20 °C en minder dan 300 kPa bij 50 °C. In
deze paragraaf is een nieuwe subdivisie 9 toegevoegd
voor ‘Geadsorbeerd gas’. Deze gassen mogen volgens de
nieuwe verpakkingsinstructie P208 worden vervoerd in
gasflessen (cilinders). De bestaande instructie P208 is
gewijzigd in P209. In 6.2.2.1.7 is een norm voor flessen
voor geadsorbeerde gassen opgenomen.
In verband hiermee zijn in de tabel van 1.1.3.6.3 voor de
vrijstellingen van de vervoerde hoeveelheden per
transporteenheid de volgende teksten ingevoegd:
ff na vervoerscategorie 1 in kolom 2, klasse 2: ‘geadsorbeerde gassen: UN nrs. 3512 en 3514 t/m 3526’;
ff na vervoerscategorie 2 in kolom 2, klasse 2: ‘geadsorbeerde gassen: UN nr. 3510’;
Gevaarlijke Lading / oktober 2014 - 6
ff na vervoerscategorie 3 in kolom 2, klasse 2: ‘geadsorbeerde gassen: UN nrs. 3511 en 3513’.
Lege verpakkingen. De voorschriften voor het vervoer
van leeg ongereinigde verpakkingen voor verwijdering
zijn vereenvoudigd. Volgens 4.1.1.11 zijn dit lege
ongereinigde verpakkingen, grote verpakkingen of IBC’s,
of onderdelen daarvan, die worden vervoerd voor
verwijdering, recyclering of terugwinning van hun
materiaal, anders dan reconditionering, reparatie,
routineonderhoud, ombouwen of hergebruik. Deze
mogen worden vervoerd onder UN 3509 in klasse 9,
indien zij stoffen hebben bevat van de klassen 3, 4.1, 5.1,
6.1, 8 en 9 en wordt voldaan aan de voorwaarden van
bijzondere bepaling 663 van hoofdstuk 3.3 en de
verpakkingsinstructies P003/RR9, IBC08/BB3 of LP02/LL1.
Deze verpakkingen mogen volgens 7.3.2.9 ook als los
gestort goed in gesloten bulkcontainers (code BK2)
worden vervoerd. In het vervoersdocument moet de
juiste vervoersnaam worden aangevuld met de woorden
‘(MET RESTEN VAN […….]’, gevolgd door de klasse(n) en
bijkomend(e) geva(a)r(en) van de resten in numerieke
volgorde van de klassen. Bijvoorbeeld: “UN 3509 Leeg
ongereinigde verpakkingen voor verwijdering (met
resten van 3, 4.1, 6.1), 9.”
Radioactieve stoffen. In Tabel A is het nieuwe UN-nummer
‘3507 RADIOACTIEVE STOFFEN, URANIUMHEXAFLUORIDE,
UN-nr.
Benaming en beschrijving
Klasse
Classificatie code VG
3507
RADIOACTIEVE STOFFEN, URANIUMHEXAFLUORIDE, VRIJGESTELD COLLO, minder dan 0,1 kg per
collo, niet splijtbaar of splijtbaar, vrijgesteld
8
3508
CONDENSATOR, ASYMMETRISCH (met een energieopslagcapaciteit van meer dan 0,3 Wh)
9
M11
9
3509
LEEG ONGEREINIGDE VERPAKKINGEN VOOR VERWIJDERING
9
M11
9
3510
GEADSORBEERD GAS, BRANDBAAR, N.E.G
2
9F
2.1
3511
GEADSORBEERD GAS, N.E.G.
2
9A
2.2
3512
GEADSORBEERD GAS, GIFTIG, N.E.G.
2
9T
2.3
3513
GEADSORBEERD GAS, OXIDEREND, N.E.G.
2
9O
2.2+5.1
3514
GEADSORBEERD GAS, GIFTIG, BRANDBAAR, N.E.G.
2
9TF
2.3+2.1
3515
GEADSORBEERD GAS, GIFTIG, OXIDEREND, N.E.G.
2
9TO
2.3+5.1
3516
GEADSORBEERD GAS, GIFTIG, BIJTEND, N.E.G.
2
9TC
2.3+8
3517
GEADSORBEERD GAS, GIFTIG, BRANDBAAR, BIJTEND, N.E.G.
2
9TFC
2.3+2.1+8
3518
GEADSORBEERD GAS, GIFTIG, OXIDEREND, BIJTEND, N.E.G.
2
9TOC
2.3+5.1+8
3519
BOORTRIFLUORIDE, GEADSORBEERD
2
9TC
2.3+8
3520
CHLOOR, GEADSORBEERD
2
9TOC
2.3+5.1+8
3521
SILICIUMTETRAFLUORIDE, GEADSORBEERD
2
9TC
2.3+8
3522
ARSEENWATERSTOF (ARSINE) GEADSORBEERD
2
9TF
2.3+2.1
3523
GERMAANWATERSTOF (GERMAAN), GEADSORBEERD
2
9TF
2.3+2.1
3524
FOSFORPENTAFLUORIDE, GEADSORBEERD
2
9TC
2.3+8
3525
FOSFORWATERSTOF (FOSFINE), GEADSORBEERD
2
9TF
2.3+2.1
3526
SELEENWATERSTOF (WATERSTOFSELENIDE), GEADSORBEERD
2
9TF
2.3+2.1
I
Etiketten
8
Nieuwe UN-nummers
VRIJGESTELD COLLO, minder dan 0,1 kg per collo, niet
splijtbaar of splijtbaar, vrijgesteld’ toegevoegd. Deze stoffen
zijn ingedeeld in klasse 8. Voor de verpakkingen is de
nieuwe verpakkingsinstructie P805 opgenomen in 4.1.4.1.
De wijzigingen van de IAEA-voorschriften voor een veilig
vervoer van radioactieve stoffen, uitgave 2012, hebben
geleid tot een groot aantal tekstuele aanpassingen van
de betreffende hoofdstukken en (sub)secties.
Andere wijzigingen Tabel A
Klasse 1. Bij UN-nummer 0503 is de benaming ‘GAS­
GENERATOREN (VOOR AIRBAGS) of AIRBAGMODULES of
AANSPANINRICHTINGEN VOOR VEILIGHEIDSGORDELS’
vervangen door ‘VEILIGHEIDSAPPARATEN, PYROTECHNISCH’.
Klasse 9. De benamingen van de UN-nummers 2212,
2590 en 3268 zijn gewijzigd en de nieuwe UN-nummers
3508 en 3509 zijn toegevoegd. In verband hiermee is in
klasse 9 de lijst van posities in 2.2.9.3 als volgt aangepast:
M1: de drie posities UN-nummers 2212 en 2590 zijn
vervangen door:
ff UN 2212 ASBEST, AMFIBOOL (amosiet, tremoliet,
actinoliet, anthofylliet, crocidoliet);
ff UN 2590 ASBEST, CHRYSOTIEL.
M5: de drie posities voor UN-nummer 3268 zijn vervangen door:
ff UN 3268 VEILIGHEIDSINRICHTINGEN, elektrisch ingeleid.
M11: na UN 3499 zijn twee nieuwe posities toegevoegd:
ff UN 3508 CONDENSATOR, ASYMMETRISCH (met een
energieopslagcapaciteit groter dan 0,3 Wh);
ff UN 3509 LEEG ONGEREINIGDE VERPAKKINGEN VOOR,
VERWIJDERING.
Codes. Bij alle UN-nummers waarvoor los gestort
vervoer is toegestaan zijn in kolom (17) van tabel A de
zeventien alfanumerieke code(s) beginnend met de
letters ‘VV’ (ADR) en ‘VW (RID)’ vervangen door drie
alfanumerieke code(s), beginnend met de letters ‘VC’
(vervoermiddelen) en tien alfanumerieke code(s)
beginnend met de letters ‘AP’ (stoffen). De betekenis van
deze codes is te vinden in 7.3.3.
Bij een groot aantal UN-nummers is de code voor
vrijgestelde hoeveelheden (kolom 7b) gewijzigd in ‘E0’.
Dit betekent dat deze stoffen niet meer mogen worden
vervoerd onder de voorschriften voor vrijgestelde
hoeveelheden in 3.5.
Bijzondere bepalingen (3.3). In kolom (6) van tabel A
zijn bij een aantal UN-nummers nieuwe bijzondere
bepalingen toegevoegd. Bijvoorbeeld:
ff ‘375’ bij de UN-nummers 3077 en 3082 voor het vervoer
van milieugevaarlijke stoffen in een enkelvoudige of
binnenverpakking van ten hoogste 5 liter of 5 kilogram.
Op dit vervoer zijn de voorschriften van het ADR/RID
niet van toepassing, met uitzondering van enkele
algemene verpakkingsvoorschriften van hoofdstuk 4.1.
7 - oktober 2014 / Gevaarlijke Lading
ff ‘376’ bij de UN-nummers 3090, 3091, 3480 en 3481 voor
het vervoer van beschadigde of defecte batterijen met
metallisch lithium en lithium-ion-batterijen. Voor de
verpakkingen is de nieuwe verpakkingsinstructie P908
opgenomen in 4.1.4.1.
ff ‘377’ bij de UN-nummers 3090, 3091, 3480 en 3481 voor
het vervoer van batterijen met metallisch lithium en
lithium-ion-batterijen voor verwijdering of recycling.
Voor de verpakkingen is de nieuwe verpakkingsinstructie P909 opgenomen in 4.1.4.1.
ff ‘662’ bij een groot aantal gassen van klasse 2. Deze heeft
betrekking op het vervoer in gasflessen (cilinders) die
niet voldoen aan hoofdstuk 6.2 en die exclusief worden
gebruikt aan boord van schepen of vliegtuigen.
ff ‘664’ bij de UN-nummers 1203, 1993 (VG III) en 3082 voor
tankwagens en afneembare tanks die zijn uitgerust met
apparaten voor het toevoegen van additieven tijdens
het lossen van de lading. Indien zij niet voldoen aan de
voorschriften van de bijzondere bepaling 664, maar zijn
gefabriceerd voor 1 juli 2015 volgens nationale regels,
mogen zij volgens 1.6.3.44 verder worden gebruikt.
Deel 1
Nieuwe vrijstellingen in 1.1.3:
ff Vrijstelling voor brandstof in tanks van niet voor
wegvervoer geschikte mobiele machines die als
lading worden vervoerd, bedoeld voor hun aandrijving of voor de werking van alle uitrusting. De
brandstof mag worden vervoerd in vaste brandstof­
reservoirs die rechtstreeks zijn verbonden met de
motor van het voertuig en/of uitrusting en die
voldoen aan de toepasselijke wettelijke voorschriften.
Voor zover van toepassing moeten deze machines
rechtopstaand worden geladen en vastgezet, zodat
omvallen is uitgesloten. [1.1.3.3 (c)]
ff Vrijstellingen in samenhang met het vervoer van
lampen die gevaarlijke goederen bevatten. Deze nieuwe
voorschriften vervangen de vrijstelling genoemd in
1.1.3.2 (h). Onder bepaalde voorwaarden zijn lampen
niet onderworpen aan de voorschriften van het ADR/
RID, mits ze geen radioactieve stoffen bevatten en geen
kwik bevatten in hoeveelheden groter dan aangegeven
in bijzondere bepaling 366 van hoofdstuk 3.3. [1.1.3.10]
Nieuwe definities in 1.2.1:
ff “Gesloten bulkcontainer: een geheel gesloten bulkcontainer met een stijf dak, stijve zij-, voor- en achterwan-
Het waarschuwingsteken voor gegaste
lading krijgt een
grotere afmeting
Gevaarlijke Lading / oktober 2014 - 8
den en stijve vloer (met inbegrip van trechtervormige
vloer). De term omvat bulkcontainers met een
beweegbaar dak, beweegbare zij-, voor- en achterwanden dat/die tijdens het vervoer kan/kunnen
worden gesloten. Gesloten bulkcontainers mogen
zijn voorzien van openingen die de uitwisseling van
dampen en gassen met de lucht mogelijk maken en
die onder normale vervoersomstandigheden het
vrijkomen van vaste inhoud en het binnendringen
van regen- en spatwater verhinderen.”
ff - “Grote bergingsverpakking: een speciale verpakking die:
(a) ontworpen is voor behandeling met mechanische
hulpmiddelen; en
(b) e
en netto massa van meer dan 400 kg of een
inhoud van meer dan 450 liter, maar een inhoud
van ten hoogste 3.0 m3 heeft, waarin beschadigde,
defecte of lekkende colli met gevaarlijke goederen
of gevaarlijke goederen die gemorst of vrijgekomen
zijn, worden geplaatst met het doel deze te
vervoeren voor terugwinning of vernietiging.”
Voorschriften voor het gebruik van grote bergings­
verpakkingen zijn vermeld in 4.1.1.19 en voor de
beproeving en kenmerking in 6.6.5.1.9.
Overige wijzigingen
Kenmerken, etiketten, grote etiketten, waarschuwingstekens en symbolen. De opmaak van de tekst en
de afbeeldingen van de kenmerken, etiketten, grote
etiketten, waarschuwingstekens en symbolen in 3.4
(gelimiteerde hoeveelheden), 3.5 (vrijgestelde hoeveelheden), 5.2 (milieugevaarlijke stoffen, richtinggevende
pijlen en gevaarsetiketten), 5.3 (grote gevaarsetiketten
en verwarmde stoffen), 5.5.2 (gegaste lading), 5.5.3
(gebruik van gevaarlijke goederen voor koelings- of
conditioneringsdoeleinden), 6.5 (hoogst toegestane
stapelbelasting bij IBC’s) en 6.6 (hoogst toegestane
stapelbelasting bij grote verpakkingen) zijn met kleine
inhoudelijke veranderingen gewijzigd.
De letters van het woord ‘OVERVERPAKKING’ volgens
5.2.2.1 (a) en de letters ‘BERGING’ volgens 5.2.1.3 moeten
tenminste 12 mm hoog zijn.
Schriftelijke instructies (5.4.3). Op de eerste bladzijde
van de schriftelijke instructies is de tekst na het tweede
streepje gewijzigd in:
“Vermijd ontstekingsbronnen en in het bijzonder, rook
niet, gebruik geen elektronische sigaretten of soortgelijke apparaten of schakel geen elektrische apparaten in.”
Op de laatste bladzijde van de schriftelijke instructies
zijn de volgende wijzigingen aangebracht:
Onder ‘voor elk lid van de bemanning’ is na het eerste
streepje geschrapt: “(bijv. zoals beschreven in de norm EN
471)” en na het vierde streepje: “(bijv. een veiligheidsbril)”.
Voor deze relatief kleine wijzigingen behoeven voorlo-
pig door de vervoerders geen nieuwe schriftelijke
instructies te worden aangeschaft, want volgens 1.6.1.35
is er een overgangstermijn tot 30 juni 2017.
Colli, voertuigen en containers met stoffen die
worden gebruikt voor koelings- of conditioneringsdoeleinden (5.5.3). Deze bepalingen zijn nu van
toepassing op zowel voertuigen en containers met
stoffen in verpakkingen die worden gebruikt voor
koelings- of conditioneringsdoeleinden als voertuigen en
containers met onverpakte stoffen die worden gebruikt
voor koelings- of conditioneringsdoeleinden. Nieuw is dat
de voorschriften voor de kenmerking in 5.5.3.6 en de
documentatie in 5.5.3.7 alleen van toepassing zijn,
wanneer er een werkelijk verstikkingsgevaar is in het
voertuig of de container. De betrokkenen moeten dit
gevaar inschatten, waarbij rekening moet worden
gehouden met de gevaren die worden veroorzaakt door
de stoffen die worden gebruikt voor koeling of conditionering, de hoeveelheid stof die wordt vervoerd, de
reisduur en het type van de omsluiting dat wordt
gebruikt. Hiermee is de verantwoordelijkheid bij de
betrokkenen neergelegd.
Gebruik van transporttanks (4.2). In 4.2.5.3 is een
nieuwe bijzondere bepaling TP41 toegevoegd met
betrekking tot de periodieke 2,5 jaarlijkse onderzoeken
en beproevingen voor tanks die alleen zijn toegelaten
voor het vervoer van metaalorganische stoffen.
Gebruik van druk/vacuümtanks (voor afvalstoffen)
(4.5). Stoffen niet zijnde afvalstoffen mogen nu ook
worden vervoerd in druk/vacuümtanks voor afvalstoffen
onder dezelfde voorwaarden als genoemd onder 4.5.1.1.
Verder is een voorschrift voor het gebruik van een
vacuümpomp/afzuigeenheid die een ontstekingsbron
kan vormen bij het vullen of lossen van brandbare
vloeistof toegevoegd.
Constructie en de beproeving van drukhouders,
spuitbussen, houders, klein met gas (gaspatronen)
en patronen voor brandstofcellen die vloeibaar
gemaakt brandbaar gas bevatten (6.2). Een aantal
normen zijn gewijzigd en er zijn verschillende nieuwe
normen opgenomen, bijvoorbeeld voor flessenbatterijen in 6.2.2.1.6. Verder zijn er wijzigingen in de bepalingen voor spuitbussen, gaspatronen en patronen voor
brandstofcellen, en mogen acetyleenflessen volgens
6.2.3.1.5 niet worden voorzien van smeltproppen.
Vervoer in tankwagens en afneembare tanks (6.8 van
het ADR). In 6.8.4 is een nieuwe bijzondere bepaling TT11
opgenomen voor tankwagens en afneembare tanks die
uitsluitend worden gebruikt voor het vervoer van LPG.
Rookverbod (7.5.9, 8.3.5 en 8.5 (S1) van het ADR). Het
rookverbod is nu ook van toepassing op het gebruik van
elektronische sigaretten en soortelijke apparaten.
Opleiding van de bemanning van het voertuig (8.2
en 8.5 van het ADR). De tekst van 8.2.1.4 is gewijzigd in:
“Bestuurders van voertuigen waarmee stoffen of
voorwerpen van klasse 1 worden vervoerd, met
uitzondering van stoffen en voorwerpen van subklasse
1.4, compatibiliteitsgroep S, of klasse 7 moeten een
specialisatieopleidingscursus volgen die ten minste
betrekking heeft op de in 8.2.2.3.4 of 8.2.2.3.5 genoemde onderwerpen.”
In de aanvullende voorschriften in 8.5 is onder S12 de
volgende tekst opgenomen:
“Indien het totale aantal colli met radioactieve stoffen
dat vervoerd wordt, niet meer bedraagt dan 10 en de
som van de transportindices niet meer bedraagt dan 3,
behoeft het voorschrift van 8.2.1 inzake de opleiding
van bestuurders niet te worden toegepast. Bestuurders
moeten dan echter een passende opleiding ontvangen
met betrekking tot het vervoer van radioactieve stoffen
die in verhouding staat tot, en van toepassing is op hun
taken. Deze opleiding moet hen bewust maken van de
stralingsrisico’s die met het vervoer van radioactieve
stoffen verband houden. Een dergelijke bewustzijns­
vorming moet worden bevestigd door middel van een
door hun werkgever verleend certificaat.” Nieuwe normen voor
flessenbatterijen
Jacques Buissing is
bestuurslid van de
Vereniging voor
Veiligheidsadviseurs
vervoer gevaarlijke
stoffen
Verantwoording
Omdat de officiële Nederlandse vertaling van het ADR en RID 2015 nog niet
is gepubliceerd, betreft dit artikel vertalingen van de auteur van de Engelse
ontwerpwijzigingen van de UNECE. Voor deze samenvatting zijn de
volgende UNECE-documenten gebruikt:
ff ECE/TRANS/WP.15/222;
ff ECE/TRANS/WP.15/222/Corr.1, ECE/TRANS/WP.15/222/Add.1;
ff ECE/TRANS/WP.15/222/Add.1/Corr.1 en ECE/TRANS/WP.15/AC.1/134/Add.2.
9 - oktober 2014 / Gevaarlijke Lading