2014-284 Rvs Beheersverordening Tijdelijke invulling

2 0 1 4 -28 4
Nieuwegein
Gemeenteraad
Onderwerp Beheersverordening Tijdelijke invulling
Galecopperzoom
Datum 19 augustus 2014
Raadsvoorstel
Afd
g Duurzame Ontwikkeling
Portefeuille
1
Jer p.Snoeren
Onderwerp
Beheersverordening Tijdelijke invulling Galecopperzoom
2
Gevraagd besluit
1.
De Beheersverordening Tijdelijke invulling Galecopperzoom en de ' Reactienota
Beheersverordening Tijdelijke invulling Galecopperzoom'vaststellen.
2. De indieners van een reactie op het concept met bijgevoegde brief en een kopie van
de Reactienota op de hoogte brengen.
3
Aanleiding en probleembeschrijving
Aanleiding
In oktober 2013 heeft uw raad de startnotitie ontvangen voor de Beheersverordening
Tijdelijke invulling Galecopperzoom die nu voorligt. Deze startnotitie borduurde voort op de
raadinformatiebijeenkomst van 17 april dat jaar, waarin uw raad geïnformeerd is over de
ontwikkelstrategie voor de Tijdelijke Invulling - een periode van 15 jaar - van de
Galecopperzoom. De ontwikkelstrategie moet ervoor zorgen dat de renteverliezen van de
gemeente op deze gronden beperkt worden. Vanaf 2030 kunnen er ontwikkelingen
plaatsvinden conform de ontwikkelingsvisie A12. Om deze reden kunnen er tot 2030
tijdelijke invullingen plaatsvinden. De Galecopperzoom is een gebied in de noordwest hoek
van Nieuwegein langs de A12 en A2 ten noorden van de wijk Galecop van circa 58 hectare
groot.
Het ontwikkelperspectief probeert het gebied tot 2030 interessant te maken voor de steeds
beter renderende exploitatie van duurzame energie. De invulling met bijvoorbeeld
zonnepanelen en windmolens kan goed gecombineerd worden met marktinitiatieven zoals
horeca, evenementen en stadslandbouw. Ook biedt het ontwikkelperspectief ruimte aan
recreatieve ideeën van de bewoners uit de naastgelegen wijk Galecop. Dit gebied zal dus
met deze beheersverordening als basis in de periode 2015-2030 worden ingevuld met
commerciële exploitatie van duurzame energie in combinatie met leisure, recreatieve en
educatieve functies. Deze beheersverordening geeft een planologisch-juridische uitvoering
aan de eerder vastgestelde uitvoeringsstrategie.
Bladnummer 2/3
Raadsvoorstel 15 mei 2012
Beheersverordening
Zoals in de startnotitie aangegeven biedt de Wet ruimtelijke ordening naast het
bestemmingsplan ook met een beheersverordening de mogelijkheid een dekkend en
actueel juridisch planologische regime te hebben. Dit instrument is alleen toepasbaar in
een gebied waar geen nieuwe planologische mogelijkheden geboden worden. De
beheersverordening zorgt ervoor dat het gebied in 2030 de huidige bestemming
behoud. Daarmee worden eventuele ontwikkelingen vanuit de A12 zone voor na 2030
niet gefrustreerd. Afwijkingen zijn alleen mogelijk met een ruimtelijke onderbouwde
motivering binnen het ontwikkelkader. Het college kan voor deze afwijkingen een
jinnenplanse vrijstelling verlenen. Uw raad wordt daarover geïnformeerd conform de
bestaande regeling voor ruimtelijke initiatieven.
De procedure van een beheersverordening is vergelijkbaar met de totstandkoming van
een andere gemeentelijke verordening. Beroep tegen de beheersverordening is niet
mogelijk omdat er geen nieuwe rechten verleend of bestaande rechten ontnomen
worden. Met het vaststellen van een beheersverordening behoudt de gemeente wel het
recht om leges te blijven innen bij nieuwe bouwaanvragen die passen binnen het
juridisch planologisch regime van het plangebied. In de Liesbosch is het instrument van
de beheersverordening al toegepast in Nieuwegein.
Reacties concept beheersverordening
Deze beheersverordening kent geen inspraaktraject en een formele zienswijzenperiode.
Toch hebben we gemeend om diverse betrokken overheidsinstanties, initiatiefnemers
en betrokkenen in het gebied zelf actief om een reactie te vragen. Daarvoor hebben zij
in april van dit jaar drie weken de gelegenheid gehad.
De ingediende reacties hebben op kleine onderdelen geleid tot aanpassing van de
definitieve verordening. Voor alle reacties en de antwoorden daarop van gemeentezijde
wordt verwezen naar bijgevoegde Reactienota.
4
Gewenst maatschappelijk effect
Verminderen van renteverliezen
Toestaan van tijdelijke innovatieve activiteiten
Actueel planologische kader
5 Bestaand beleidskader
Deze beheersverordening vervangt het bestemmingsplan 'Galecop en Nieuwraven' uit
1991 voor het gebied ten oosten van de Galecopperdijk en ten westen het
'Uitbreidingsplan in hoofdzaken voor de gemeente Jutphaas, herziening I' uit 1957.
6
Voorgestelde oplossing
De bestaande planologische situatie voor 15 jaar vastleggen in de Beheersverordening.
Afwijkingen in deze periode kunnen binnen de aangegeven kaders door het college
gegeven worden. Na 15 jaar moeten alle initiatiefnemers de toegestane activiteiten
2 o 14 - 2 8 4
Bladnummer 3/3
Raadsvoorstel 15 mei 2012
beëindigen waarbij de landschappelijke onderlegger niet mag zijn aangetast. Met
huurovereenkomsten wordt e.e.a. nader geregeld.
7
Alternatieven
Een bestemmingsplan vaststellen waarbij de nadere planologische onderzoekskosten
van de initiatiefnemers voor rekening van de gemeente komen. Het voorkomen van
deze kosten voor de gemeente en het feit dat met een Beheersverordening de huidige
bestemming altijd in 2030 blijft bestaan en dit met een bestemmingsplan niet
gegarandeerd kan worden heeft ervoor gezorgd dat hiervoor niet is gekozen voor dit
alternatief.
8
Financiële aspecten
Niet van toepassing.
9
Communicatie aspecten
1.
Na vaststelling van de beheersverordening vindt publicatie plaats in de Molenkruier,
2.
Voorgesteld wordt de indieners van een reactie op de conceptverordening met
de Staatscourant en via elektronische weg.
bijgevoegde b r i e f e n de reactienota te informeren.
10 Juridische aspecten
Op grond van artikel 3.8, derde lid, j o . H3A van de Wet ruimtelijke ordening moet
bekendmaking van de beheersverordening binnen 2 weken na de vaststelling plaats
vinden. De vastgestelde beheersverordening ligt vervolgens 6 weken ter inzage, zodat
aan de wettelijke informatieplicht wordt voldaan.
11 Risico's
n.v.t.
12 Bijlagen
Beheersverordening Tijdelijke invulling Galecopperzoom
Reactienota Beheersverordening Tijdelijke invulling Galecopperzoom
Conceptbrief indieners reactie
burgemeester en wethouders,
drs. P.C.M, van Elteren
F.T.J.M. Backhuijs
secretaris
burgemeester
4ÊÊÊÊ
Nieuwegein /£p%
-4.28 A
■■/ra
\
«
201
\ • *N
.
v a ^^-—■*
K-
Raadsbesluit
De raad van de gemeente Nieuwegein;
overwegende dat van 10 april tot en met 30 april 2014 b etrokkenen een reactie heb b en kunnen
geven op de concept Beheersverordening;
dat van
1.
2.
3.
4.
5.
6.
de mogelijkheid om te reageren geb ruik is gemaakt door:
Provincie Utrecht
Waterschap HDSR
Initiatiefnemer van de golfb aan
Initiatiefnemer van het zonnepark
Gemeente Utrecht
Vogelwacht
gelezen het voorstel van b urgemeester en wethouders d.d.
MUO, é.\j l'H
besluit:
1.
De Beheersverordening Tijdelijke invulling Galecopperzoom en de Reactienota
Beheersverordening Tijdelijke invulling Galecopperzoom vast te stellen.
2. De indieners van een reactie op het concept met b ijgevoegde b rief en een kopie van de
Reactienota op de hoogte b rengen.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 septemb er 201^
de griffier,
de voorzitter,
2 o 1 4 - 26 4
Nieuwegein
Duurzame Ontwikkeling
Afzender Ron van Scf aik
Telefoon 030 607 14 33
E-mail [email protected]
Reactienota
Beheersverordening
Tijdelijke invulling
Galecopperzoom
Datum 19 augustus 2
Kenmerk
Onderwerp Reacties
Beheersverordening
Tijdelijke invulling
Galecopperzoom
Dit is een reactienota op de concept Beheersverordening Tijdelijke invulling Galecopperzoom.
Betrokken partijen hebben van 10 april tot en met 30 april 2014 de gelegenheid gekregen een
reactie in te dienen op de concept Beheersverordening. Op verzoek hebben de IVN en
vogelwacht een verlengde reactietermijn gekregen tot 1 juni 2014.
Er zijn reacties ingediend door de provincie Utrecht, waterschap HDSR, de initiatiefnemer van de
Golfbaan, de initiatiefnemer van het zonnepark, de gemeente Utrecht en IVN en vogelwacht.
Hieronder zijn de reacties (samengevat) weergegeven en wordt aangegeven hoe met deze
reacties is omgegaan.
Reactie
1.
2.
Provincie U t r e c h t
Het vooi
de bestemmir
m geeft mij
geen aa
itsen in het
kader van het province
elang z< Is dat is
opgenomen ir de Provi
ale Ruimt
Structuurvisie 2013-2C28 en e Pre iciale
Ruimtelijke Verordening, Provincie U
2013.
W a t e r s c h a p HDSR
Wij reageren pos :ief op de conceptbeheersverordening.
Wij vragen u om op pagina 10 van de
behe
veron =ning de volgf ide passage toe te
voegen:
"Een ruimtelijke ontwikkeling moet minimaal
voldoen aan de belangrijkste minimale
voorwaarde: "het standstill beginsel". Dit
beginsel houdt in dat door het plan geen
vers =chterina van de waterhuishouding maa
Beantwoording Nieuwegein
Dank voor uw positieve reactie.
Dank voor uw positieve reactie.
Wij nemen de gevraagde aanpassing over in de
beheersverordening.
ontstaan. In het kader van een
watertoetsproces moeten de gemeente en het
wat(
hap ze iken naar kansen oir het
jrsysteem te verbeteren en duurzaam in te
:en.
"Elke ruimtelijke ontwikkeling kan invloed
hebben op water. Niet alleen bouwen nabij of op
een bestaande waterkering, maar ook een
toename van verhard oppervlak (die leidt tot
een versnelde waterafvoer). Een versnelde
waterafvoer dient te worden gecompenseerd in
open water. Dit kan ruimtelijke gevolgen
hebben voor het plan. Voor elke toename van
2
verharding van meer dan 5
in stedelijk
2
0 m in andelijk gebied is een
q nodig.'
3.
4.
Initiatiefnemer golfbaan
Het lijkt me werkbaar en voldoende flexibel.
Dank voor uw positieve reactie.
Strikt cultuurhistorisch gesproken is hier geen
sprake van een cope verkaveling maar van een
strokenverkaveling.
Volgens ons cultuurhistorisch rapport betreft het
hier wel een copeverkaveling, en geen
strokenverkaveling. Strokenverkavelingen zijn
volgens dat onderzoek terug te vinden in het
zuiden van Nieuwegein, o.a. in de polders Dijkveld
en Zandveld, Wierseveld, aan weerzijden van het
Merwedekanaal.
Initiatiefnemer zonnepark
In de beheersverordening is informatie c ver de
iogte ver
maar niet of - en o j a ,
hoe
je di
d in n ag. Wel woreit
genoemd dat de bovenste laag van 1 me ter
bestaat uit klei. De grond daaronder is v een. Is
een aanvulling in de verordening hoe die p je de
grond in mag wenselijk?
Voor het zonnepark is het wenselijk dat je
paalconstructie plusminus 2 meter in de bodem
mag (zie foto ter illustratie), en dat het
trafohuisje een fundament van plusminu
s 80 cm
mag hebbsn.
In;
jlogis :h onderzi 2k. Ach
ig op de
de Ie :atie v;
nepark
en de paalo
e?
;
.
—
—
r —rut g^ramn in
rattttilH
M.b.t. een hekwerk (2,50 meter( en traf Dhuisje
(2 bij 3 meter, beloopbaar, +-2,80m hoc >g).
Vallen beide onder een bouwwerk? Zove r wij
kunnen nagaan zou dit met deze
beheersverordening mogelijk zijn.
5.
De f i
; van de zonnepane in en het
traft
is toeg
p basis van
hei
eid geen
archeologisch oi iderzoek nodig.
Dit is juist.
Gemeente Utrecht
:k wi; u erop dat een beheersve
ig op
grond van de We
jke ore
illeen
een gesc ikt instrum t is voor die gebieden
waar in het geheel geen ontwikkelingen worden
voorzien.
In de brief bij het stuk wordt duidelijk aangeven
dat er aanzienlijke ontwikkelingen gaan spelen
in dat gebied (ook tijdelijk) waarvoor dan
ver ilgens afwij
procedures moeten worden
qevolqd.
Het te
5tbeeld van de G
perzc i is
ge:
Ie tijd is nog a
'ijp vi
de
uit )ering. Daardoor is er spr ike vi m een zekere
'tussentijd' waarin het gebied de vorm k;
aannemen van een 'Pauzelandschap'. Ten aanzien
van de tijdelijkheid kan geen exacte datum
worden genoemd. Wel is het eindbeeld
omschreven in de visie die de betrokken
overheden opstelden voor het gebied rondom de
snelweg A12, de zoqeheten A12-zone
2 0 1*
Als de gemeenteraad al uitgangspunten heeft
geformuleerd voor het gebied in kwestie, is het
vaststellen een beheersverordening niet
mogelijk en ligt een structuurvisie gevolgd door
en bi
lingsp in dan wel een
ester
gericht is oi zowel beheer
als ontwikk ing voor de hand. Op di
hebben burgers en belanghebbenden ook een
positie in de procedure hetgeen bij een
beheersverordening niet het geval is.
Ten aanzien van de looptijd wijs ik u erop dat
een beheersverordening net als een
bestemmingsplan een looptijd heeft van 10
jaar na vaststelling. Een looptijd langer dan 10
jaar, dat wil zeggen tot 2030, is derhalve gelet
op de Wet ruimte lijke ordening niet mogelijk.
el de Wro als de
bo bevatten
rumenten waarmee o<
tijde
oorzii
en worde
rd. E'
3 is echter
niet hi t juiste in 'umer als vertrekpunt v
afwijki isproced es.
('Verstedelijkingsperspectief A12 Centraal'. De
horizon van de visie is de periode 2030 - 2040.
Dit houdt in dat de tijdelijkheid wordt begrensd
door het jaar 2030. De interval is dus 15+ jaren.
De Wro kent een maximale planhorizon van 10
iar. Tij
jke bestemmingen kent de Wro niet.
functies kan evenwel gebruik
in gema;
Destemming
van artikel 3 2 Wro. Met di
it kui
een bestemmingsplan voorlof ie be:
worden aangewezen en voorlopige regels wo den
gegeven, r a verloop van de bij de voorlopige
bestemming opgenomen termijn, vervalt de
voorlopige bestemming en gaat de definitieve
bestemming gelden. In de praktijk wordt de
voorlopige bestemming niet veel gebruikt. Een
belangrijke reden is dat de definitieve bestemming
eveneens in het bestemmingsplan moet zijn
opgenomen. Ook voor de Galecopperzoom is dat
=en breekpunt. Het is immers nog niet mogelijk
om de de
temming vast te leggen,
:s nog
i het feit dat een voorlopige
ïale di lur van 5 jaren heeft
:n du:
Drt is orr :e voor/ n in het interval van
15 jaar. Op het i irste
/ro
derhalve geen rr igelijl
id om in de
Ddigde
tijdelijkheid te voorzien.
Het is niet de bedoeling dat bouw- en
gebruiksfuncties die in de 'tussentijd' mogelijk
worden gemaakt, tot bestendige rechten leiden.
Zou dat namelijk het geval zijn, dan levert dat een
bedreiging op voor de uitvoering van de visie
'A12-zone' in die zin dat, wanneer de tijd van de
uitvoering aanbreekt, de als tijdelijk bedoelde
:s gerespecteerd moeten worden. Welke
ogisch-ju
ie oplossing dus ook wordt
2n, zij n
len tot rechtens te
;ren be;temr
bestemmingen met een pi
jische
status. Na afloop van de tijdelijke situatie moet
het terrein in juridische zin weer blanco zijn. Het
gaat aldus om een locatiespecifieke
beheerregeling voor een bouw- en
gebruiksprogramma die niet mag leiden tot
sermanente planologisch-juridische rechten.
8 Wro bevat het instrument van de
eersv
i g . U deze wetsbepaling blijkt
dat de
ing mag worden toegepast
voc
i waar ge :n rui telijke oi
ikkeling
wordt voi
. Het beheer van die grc en w
overeenkomstig het besta
Ie gel
:ld.
In dat kader bevat de Behei
ng r« els
en een verbeelding. Die regels en ver
kunnen voorzien in de mogelijkheid van afwijking
via een omgevingsvergunning. Is eenmaal eer
Beheersverordening vastgesteld, dan vervangt die
het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Volgt
op de Beheersverordening te zijner tijd een
bestemmingsplan, dan vervangt dat de
Beheersverordening.
Deze wettelijke ordeningsfiguur richt zich louter
en
op hel ieheer van een gebied. D
Bel
rordenini ;ent name k per definitie
ge<n be:
ien toe aar
2n, maar
knoopt slecht ian bij het b
ide gi -uik,
teneinde dat als toetsingsnorm te hante ren voor
het toelaatbare gebruik en bebouwing van de tot
het beheergebied behorende gronden. Aldus
voldoet de Beheersverordening aan de voorwaarde
dat de sgeling voor de 'tussentijd' niet mag
leiden tot permanente planologisch-juridische
rechten die het 'Verstedelijkini
'spectief' voor
de A12-zone frustreren. De Bel
sverordenii
creëert dus geen bestendige rechten. Ook aan de
voorwaarde dat de regeling in een adequaat
beheer voor de 'tussentijd' moet voorzien, kan de
Beheersverordening zonder meer voldoen.
liswaar zal het tijdelijke programma een veel
kader omvatten dan hetgeen
taande gebi uik' van de
Galea
n uitmaakt, da
it niet weg dat
het afwij
Ie tijc elijke pr<
in worden
geaccommodeerd door de tof
3 van de
afwijkingsmogelijkheid van ai
3.38, vi -de Mi
Wro. De regeling in de Beheersverorden
mt
in dat geval het bestaande gebruik als basisnorm
om vervolgens op die basisnorm tal van
afwijkingen mogelijk te maken, die alle te
herleiden moeten zijn tot het ruimtelijke
programma dat voor de Galecopperzoom wordt
opgesteld: tijdelijk gebruik, als ultieme vorm van
beheer. De toepassing van die afwijkingen is een
bevoe jdheid van het college, die tot uitdrukking
<omt via de omgevingsvergunning ex de Wabo.
at stelt de gemeente in staat regels te stellen
jdelijke gebruik, waaronder de nodige
gsverplichtingen. Het
st een nauwkeurig
fwegingsl
:egraal deel
uitmaakt /an de Be
i g , dus niet
alleen regels maar ook met om
ig via de
verbeelding en met een (publii
olijke]
toelichting.
Zoals gezegd is op termijn een
verstedelijkingsperspectief beoogd en in de
tijdelijke situatie zal het gebied een zekere vorm
van ontwikkeling doormaken. Die omstandigheden
diskwalificeren het gebied echter niet voor de
Beheersverordening. Feit is namelijk dat in de
p naar de uit oeringsperiode van 2030 0 het gebied
luitend in beheer en niet in
ontwi
[enomen. Dat bel
eft
een bijzonder kar ter, in die zi
2t gepaard
gaat met het toelaten van ti; delijke
gebruiksfuncties. De planologisch-juridische status
van die gebruiksfuncties is laagwaardig: ze krijgen
geen bestemming als bedoeld in artikel 3.1 Wro
maar zijn te beschouwen als verbijzonderingen
van het bestaande extensieve agrarische gebruik.
Beheer staat dus voorop. De beheerfase wordt
benut voo tijdelijke ontwikkelingen die op
vo< 'hand niet voor een permanente bestemming
in ,
'king komen. Door het niet toekennen
an &
temrr i g , behoudt het grondgebruik
hel
ïr vai
er. D ;ze in
etatie sluit
ooi
bij de c
ling van de
ister bij de
Kai lerbeha
iling van iet ai
lent over de
uitleg van ruimtelijke on
ilingen in 'elatie tot
de Beheersverordc ling:
'Als gesproken wordt van 'geen ruimtel jke
ontwikkeling', dan moetje dat interpreteren als
geen ruimtelijk relevante veranderingen in het
planologisch toegestane gebruik van gronden,
opstallen alsmede bouwkundige wijzigingen van
bouwwerken'(Handelingen
TKIII).
Activiteiten die in afwachting van een definitieve
bei mming - en dus bij wijze van beheer worden
onder
m - brer gen geei ruimtelijk rel vante
verandering teweeg in het p ïologisch toegestane
gebruik.
In de markt van tijdelijke invullingen is 15 jaar
20
4 - 28 4
een minimale periode om een renderende
onde
ning te starten. Met de
orde ling willen we de bestaande
:he si atie voor 15 lar v< stleggen. Dit
kan op ond vi
:l 3.3? j 2 Wro me : een
looptijd voorde beheersverordening van 1) jaar
en vervolgens toepassing van artikel 3.1 lid 4
Wro. Dit lid geeft de mogelijkheid om de
beheersverordening opnieuw vast te stellen of om
een verleningsbesluit te nemen. Deze beide
;sluiten kunnen vrij eenvoudig genomen omdat
de iheersverordening de bestaande situatie
va
gt.
gens is in artikel 3.2 van de
ing de tijdelijkheid van de
ont
istgelegd. In de eerste
voorwaarde is I
2r we legevi
= bouwen gebruiksmogelijkheden tot i terlijk '. 30
mogen voortduren.
Afwijkingen in deze periode kunnen binnen de
aangegeven kaders door het col ege gi leven
worden. Na 15 jaar moeten alle initiatiefnemers
de toegestane activiteiten beëindigen waarbij de
landschappelijke onderlegger niet mag zijn
aangetast. Met huurovereenkomsten wordt e.e.a.
nader geregeld.
/ogelwacht
De heikikker komt niet alleen voor op de
Wielerbaan, maar langs de hele
Galecopperwetering en in de slootjes in de
weilanden in de Galecopperzoom.
Daarnaast komen er op de Wielerbaan en in de
Galercopperzoom diverse andere beschermde
a- en faunasi orten uit de tabellen 1, 2 en 3
de Flora- en Faunawet voor, o.a. vogels,
jof-, weide-, riet-, water- en zangvogels,
riten, lib en en zoc dieren. Er zijn rode
)rten aa vezig.
Het
st dat de heikikker niet alleen op de
r ook' der in het
=d. Naar 01 e mening hi ien we diat ook
niet c
schre\ in dan we zo b<
wij uw mening dat er diverse soc :en gem
de Flora- en Faunawet voorkomen in he
lied.
In de toelichting zullen wij hier een zinsnede over
opnemen.
Naast deze aanvulling zou in onze ogen ook een
aanvulling moeten zijn dat er tijdens het
broedseizoen (15 maart-eind juli) geen
verstorende activiteiten mogen plaatsvinden.
Het hele gebied zou uitgebreid onderzocht
moeten worden door een onafhankelijk en
deskundig bureau.
Alle; initia
ers me ;ten zich houden aan de
Flora- en faunav et, ir
de zorgplicht, en
daarvoor de ber
Ie on
een lat :n doen
door een onafhai
ke di
ge.
Initiatiefnemers leveren de :e om -zoeken bij hun
planologische verzoeken tot afwijkii ig in. Daarna
vindt een gemeentelijke toetsing plaats op deze
onderzoeken.
De conclusies voorde natuurwaarden zijn vaag.
A/ant wa is een onev
aantc
3 van
natuurwaarden? Wie bi
at on
idig
is? Hoe objectief en on.
elijk
En wat wordt bedoeld met "opi ame 01
verbeelding en regeling dat ecologische waarden
worden gewaarborgd"? Wie stelt die ecologische
waarden op? Hoe onafhankelijk gebeurd dat?
En wie waarborgt die waarden op welke manier?
De onafhankelijke deskundige zal moeten
onderbouwen dat er geen sprake is van een
nevenredige aantasting van natuurwaarden. De
ge
ïts deze onderbouwing. Op basis
1 zal v of niet worden ingestemd met een
anolo<
ie verzoek 1 3t afwijking. Deze
beslissing staat op in voor bezwaar en beroep.
In de Flora- en Faunawet is een zorgplicht
opgenomen. Deze zorgplicht geldt voor iedereen
:n voor alle plc iten en dieren.
i/Vij gaan ervan uit at u zich aan deze
jorgpli it hoi :, gezi
de zinsnede (o.a. pag.
9) dat in het ka<
heersver dening
een toetsing aan de milieuwetgeving vereist is."
Dat zou onder meer inhouden dat
ontheffingsaanvragen in het kader van de Floraen Faunawet niet meer nodig zouden zijn en de
Dvengemel i zorgplicht niet van toepassing
:ou zijn. Dit k< niet de bedoeling zijn.
Alle initiatiefnemers moeten zich houden aan de
Flora- en faunawet, inclusief de zorgplicht, en
daarvoor de benodigde onderzoeken laten doen
door een onafhankelijke deskundige.
Als voorwaarde bij een planologisch verzoek tot
:ing nemen wij op dat eventuele
aarden uit het onderzoek worden
uitc
rd.
Het aangegeven juridisch instrumentarium is
dus in feite te weinig ingekaderd en in onze
ogen een handvat om te doen wat men wil.
it wie zorgt voor de op pag.11 genoemde
gvuldige afweging"?
loe objectief en onafhankelijk is dat?
Het terugbrengen van gron len in de
oorspronkelijke staat komt < is onrealistisch
voor. We verwijzen naar het kavel langs de
ecologische zone waar een daar opgeslagen
zandpakket onherstelbare schade heeft
aangericht. Zorgen dat de landschappelijk
onderlegger niet wordt aangetast lijkt een beter
uitgangspunt.
Wij zullen uw opmerking toevoegen.
Wat b idemkwaliteit betreft, dingen we sterk aan
op nie w onderzoek en metingen in plaats van
ie om dat de oude gegevens uit 2000
Hang niet meer geldig zijn.
Initiatiefnemers die in de grond i :tiviteiten gaan
ondernemen zullen de noodzakel jke 01 Jerzoeken
daarvoor moeten aanleveren. Die onde zoek
worden gemeentelijke getoetst.
We staan achter het voornemen om het
Hoogheer
dschi
nden om
advies te \
en bij wa
idigsvraagstukken.
Wij zijn verheugd dat u onze insteek deelt.
Er is geen hoogte vastgesteld voor mas :n en
windmolens. Dat is in onze ogen een o issie en
eveneens een vrijbrief. Er zijn immers windmolens van wel 10O meter hoog. Beide vormen
notoire horizonvervuilers. Verder veroorzaken
windmolens geluidsoverlast en vormen een
gevaar voor vogels.
ok voor wat betreft de eventuele bouw van
idmolens moeten initiatiefnemers zich houden
Dra- ei aunawet en daarvoor de
snod ide onderzo* :en laten doen door een
jt overigens ook voor andere
planolog ;che eff :en.
Hoe denkt men een golfbaan aan te leggen
zonder
arakteristieke cope-landschap aan
te tasten?
Zie de beantwoording t.a.v. teru brengen in
oorspronkelijke staat. De initiatiefnemer z;
daartoe worden uitgedaagd.
We benadrukken dat de parkeerruimte bij het
plangebied ontoereikend is en de druk op de
wijk erg toeneemt. Uitbreiding van
parkeerruimte mag niet te koste gaan van het
plangebied.
Per initiatief zal een passende onderbouwing
aangeleverd moeten worden ook op
par
'bied. We toetsen dit aan het
gemeente < parkeerbeleid.
IVN
Het lukt ons niet meer om voor 1 mei een goed
gel
Ie reactie :e geven zoals werd
3d. Ons rest niet anders dan de
ontwikkelingen re
3 Galecopperzoom
kritisch te bil; en vi =n.
Het streven om een invulling te geven aan het
gebied die een meerwaarde bie Jt aan be\ lers
van Nieuwegein omdat er tot mogeli:
30
weinig staat te gebeuren in het
Jer van de
planontwikkeling A12-zone, is een goede.
Maar wel zodanig dat de gevolgen voor flora en
fauna goed in kaart worden gebracht en zwaar
worden meegewogen!
Dit laatste houdt bv. concreet in: geen
verstorende activiteiten tijdens het
broedseizoen.
Inmiddels heeft u een reactie van de Vogelwacht
ontvang =n. D
eactie is tot stand gekomen
na overleg met ons (IVf
Wij ondersteunen deze reactie dan ook van
harte en zien op dit moment geen noodzaak om
hierop nog een aanvulling te geven.
Wij verwijzen voor onze beantw jordin
ar de
beantwoording op de vragen van de Vogelwacht
onder 6.
Postbus 1 3430 AA Bezoekadres Stadsplein 1 3431 LZ www.nieuwegein.nl
Bank Nederlandse Gemeenten 2 : 50 04 387
20 1 4 - 2 8 *
Duurzame Ontwikkeling
Contactpersoon Ron van S
Telefoon ( 0 3 0 ) 607 1437
E-mail [email protected]
Concept
Datum
2014
Kenmerk DO/
Onderwerp Beheersverordening
Tijdelijke invulling
Galecopperzoom
Geachte ,
U heeft een reactie ingediend op de concept Beheersverordening Tijdelijke Invulling
Galecopperzoom. Ik bericht u hierover het volgende.
Beheersverordening
Op 25 september 2014 heeft de gemeenteraad alle reacties beoordeeld. Voor een
inhoudelijke beantwoording van specifiek uw zienswijze verwijs ik naar bijgevoegd
document "Reactienota Beheersverordening Tijdelijke invulling Galecopperzoom".
De reacties hebben op kleine onderdelen geleid tot een aanpassing van de
verordening. De beheersverordening Tijdelijke invulling Galecopperzoom is met deze
aanpassingen vastgesteld.
Inzage
De beheersverordening ligt in de periode van .... 2014 tot en met .... juli 2014 ter
inzage. Tegen dit besluit kan geen bezwaar of beroep worden ingesteld.
Tot slot
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht u nog vragen
hebben dan kunt u contact opnemen met Ron van Schaik, sr. beleidsadviseur
Ruimtelijke Ordening. Zijn gegevens vindt u bovenaan deze brief.
Met vriendelijke groet,
Namens burgemeester en wethouders,
ing. N.A. Wolters
hoofd afdeling Duurzame Ontwikkeling