Meerjarig beleidsplan 2013-2016

Meerjarenaanvraag JAKOP AHLBOM/Stichting Pels 2013-2014 en 2015-2016
1. Korte typering van de organisatie.
Missie: de verdere ontwikkeling van theatermaker Jakop Ahlbom en zijn positionering als een belangwekkende en
gewaardeerde (inter)nationale maker.
Hoofddoelstelling: het realiseren van één nieuwe productie per jaar en 70 speelbeurten per jaar in binnen- en buitenland. Dit
zijn zowel nieuwe producties als reprises.
Kernactiviteiten: het produceren en spelen van Jakop Ahlboms theatervoorstellingen.
Vanaf 2000 maakt Jakop Ahlbom voorstellingen waarmee hij zijn eigen stijl neerzette. In het begin lag de nadruk vooral op
het fysieke en de dans, maar zijn stijl ontwikkelde zich naar een meer theatrale, verhalende vorm. Het fysieke en
choreografische element begon minder op zichzelf te staan en kreeg een sterke relatie tot de dramatische situatie en het
geheel van de voorstelling.
Het werk van Jakop wordt geproduceerd door Stichting Pels, opgericht in 2003. De stichting heeft tot nu toe vijf
voorstellingen geproduceerd, waarvan de eerste, Lost, in samenwerking met hetveemtheater. In 2005 maakte Jakop de
overstap naar Alles voor de Kunsten, die sindsdien namens Stichting Pels zijn voorstellingen produceert. In 2006 kwam met
Vielfalt zijn doorbraak naar een groter publiek, zowel in Nederland als internationaal. In 2006, 2007 en 2008 kreeg Jakop een
beurs van het FPK en sinds 2009 wordt hij structureel ondersteund door het FPK met € 313.510,- per jaar. De stichting
realiseerde de nieuwe voorstellingen De Architect, Innenschau en Lebensraum, en reprises van Vielfalt, Stella Maris en
Innenschau. De geplande grote zaalproductie Dracula (2011) is op het laatste moment vanwege artistieke redenen niet
uitgebracht. De voorstelling bezat niet de kwaliteit die Jakop Ahlbom nastreeft. Dit heeft geleid tot een financieel tekort en
een vermindering van 30 speelbeurten in de grote zaal. De geplande co-productie met het NNT in 2012 is daardoor
gewijzigd. We maakten in plaats daarvan Lebensraum (première 23 maart 2012), om ons eigen artistieke profiel in dit
lopende kunstenplan te benadrukken.
Het AFK ondersteunt Ahlboms werk projectmatig, naast de particuliere fondsen SNS Reaal, Prins Bernhard Cultuurfonds en
LIRA fonds. In al die jaren is de organisatie bewust klein gehouden om flexibel te blijven en om de overhead te beperken. De
directie bestaat uit twee personen: Jakop Ahlbom, artistiek leider, en Wilma Kuite, zakelijk leider. Alle andere medewerkers
worden per project ingehuurd of in dienst genomen. Het bestuur van de stichting wordt gevormd door Rob de Graaf, Ineke
Austen, Michiel Nannen en Marja van Tienhoven.
Er zijn de afgelopen vier jaar vele stevige fundamenten gelegd om de komende vier jaar de vruchten hiervan te plukken, te
consolideren en verder uit te bouwen. Wij plannen vier nieuwe producties, en één locatieproject speciaal voor Amsterdam en
één gastregie bij de Deutsche Oper in Berlijn (voorjaar 2013). Daarnaast houden we de ruimte voor andere activiteiten,
gastregies en bedrijfsvoorstellingen.
2. Artistieke visie en signatuur.
Jakop Ahlbom: “In mijn werk vervorm ik de realiteit en richt ik me op het menselijk onvermogen. Ik toon in mijn werk
mensen die hun diepste drijfveren verbergen omdat ze zich daarvoor schamen, omdat ze denken dat het ongepast en
onaangepast is. Hun binnenwereld en de wijze waarop ze zich laten zien lopen uit elkaar. De Franse psychoanalyticus
Jacques Lacan benoemt deze twee werkelijkheden als de reële orde (de objectieve buitenwereld) en de imaginaire orde (de
wereld van begeerte en fantasie). Hij stelt dat je taal nodig hebt om je diepste begeerte onder woorden te brengen. Maar de
taal schiet hierin tekort. Daardoor ontstaat er vervreemding, een splitsing in onze psyche tussen het bewuste, talige, en het
onderbewuste. Die twee botsende werkelijkheden laat ik in mijn werk zien. Mijn inspiratie op dit gebied is geworteld in mijn
eigen geschiedenis. Van kleins af aan heb ik mensen van zeer dichtbij zien worstelen met hun bestaan en hun verhouding tot
hun omgeving. Ik ben gefascineerd geraakt door de enorme zelfdestructie van mensen, de pogingen het goed te doen maar
desalniettemin een spoor van ellende achter te laten. Hoe komt dat, en waarom gedragen mensen zich zo?”
Kernbegrippen.
Menselijke geest. “De menselijke geest staat in mijn werk altijd centraal. Mijn voorstellingen gaan over mensen die zich
ontheemd voelen, leven in een wereld die grimmig is en opwindend, boosaardig en vrolijk. Het zijn mensen die verdwaald
zijn in een wereld die anders is dan verwacht, waarin de „buitenkant‟ niet overeen komt met de innerlijke beleving. Zoals de
man in Stella Maris liefde en tederheid zoekt, maar zijn agressie niet kan onderdrukken. Of zoals de vrouw uit De Architect
inziet dat ze zich haar hele leven al laat onderdrukken, terwijl ze in een illusie van liefde leefde.”
meerjarenaanvraag jakop ahlbom/stichting pels februari 2012
1
Verbeelding. “Verbeelding is voor mijn werk veruit het belangrijkste begrip. Ik kantel de werkelijkheid om het alledaagse te
ontstijgen en het onzichtbare te verbeelden. Ik kijk achter het zichtbare, achter het voor de hand liggende. Mijn werk heeft
een sterk surrealistische inslag, die gecreëerd wordt door visuele effecten, illusionisme en de lichaamsbeheersing van de
spelers. In De Architect komt de buurvrouw langs om te schuilen voor haar gewelddadige man. Zij snijdt haar hart uit en
vraagt de vrouw van de architect het te bewaren: zolang haar hart niet wordt beschadigd is ze veilig. Dit uitsnijden wordt
letterlijk verbeeld met het gebruik van special effects. Zo wordt ook in Vielfalt het innerlijke gevoel van de hoofdpersoon
(„dat wat je probeert te bestrijden zit in je‟) vormgegeven: de goochelaar komt letterlijk uit de buik van het hoofdpersonage.
Juist die vervorming en vertekening van de werkelijkheid leidt bij het publiek tot herkenning en betrokkenheid.”
Vormgeving. “In het creëren van mijn beelden speelt de vormgeving een zeer belangrijke rol. Het decor is één van de
spelers, er bestaat een constante interactie tussen de acteurs en de ruimte. Het decor heeft een dwingende functie en
beïnvloedt wat er gebeurt. Mensen verdwijnen en komen tevoorschijn op de meest onlogische wijze, in en uit een televisie,
door een bank heen, een tafel wordt een jurk, uit het bed groeit een gigantisch naakte vrouw. Door het draaien en bewegen
van wanden en meubels transformeert de ruimte zich en komen we terecht in verschillende dimensies, in onbekende werelden
en situaties. Zo wordt steeds een associatieve, inhoudelijke laag toegevoegd."
Liefde. “In een interview met John Cassavetes antwoordt hij, op de vraag waar zijn films over gaan, met: „Al mijn films gaan
over liefde.‟ Hij bedoelde met die „liefde‟ niet alleen de thema‟s van zijn films, maar zijn hele instelling tot zijn werk, alles
wat hij heeft gedaan, ongeacht het specifieke uitgangspunt van de film. Dat geldt ook voor mij. Ook ik moet door een idee in
vuur en vlam gezet worden. Hoe absurd, wreed, spectaculair, simpel en humorvol de stukken die ik de afgelopen jaren heb
gemaakt ook zijn, ze zijn allemaal uit en met liefde gemaakt. Het is die drift, die noodzaak, die ervoor zorgt dat ik iets moet
maken. Uiteindelijk gaat het daarover. Ook omdat de liefde, naar mijn idee, de belangrijkste drijfveer en de meest wezenlijke
bestaansreden van de mens is.”
Humor. “In de meeste van mijn voorstellingen vecht het centrale personage met een psychische verstoring: het borderline
syndroom (Stella Maris), psychose (Nur Zur Erinnerung), zelfmoord (Lost), fysiek en psychisch geweld (De Architect),
jaloezie (Innenschau). En toch, of misschien wel juist daarom, is humor in mijn werk een belangrijk onderdeel. Want zoals ik
denk dat er geen schaduw is zonder licht en geen stilte zonder geluid, denk ik ook dat er geen drama is zonder zelfspot.
Humor is voor mij een belangrijk instrument om het drama te versterken. Humor ontwapent, het opent mensen, laat het
publiek liefdevol kijken naar de personages op het toneel. Veel van mijn beelden zijn uitgesproken en dramatisch, maar door
de vorm die ik hanteer is het publiek bereid mee te gaan in mijn fantasie en verbeelding. Voor mij versterkt humor de
ontroering en wordt het drama, samen met de magische verbeelding, poëtisch. Zoals de vrouw van de architect het hart van
de buurvrouw in een tupperwaredoos stopt en stamelt: „Dank je wel. Ik zal hem bewaren.‟”
Fysiek spel. “De fysieke beheersing van het lichaam is voor mij van groot belang, zodat ik de beelden kan maken die ik voor
me zie. Het fysieke en choreografische element staat altijd in relatie tot de dramatische situatie. Het lichaam is onderdeel van
de vervreemding en de uitdrukking daarvan. In Vielfalt probeert de lange goochelaar controle over de ruimte te krijgen door
met zijn lichaam de hele kamer te vullen. Hij stapt met zijn lange benen van de ene kant naar de andere, terwijl een groep
vrouwen onbevangen maar constant in de weg staat en precies op het laatste moment wegdraait. Voor Innenschau was een
contorsioniste aangetrokken om de extreme vervorming van haar lichaam te gebruiken. Ik werk graag met mimers, acteurs,
dansers die alles uit willen proberen, fysieke grenzen over durven gaan, charisma hebben en buiten hun eigen genre durven te
zoeken. Van belang is dat ze precisie in handeling en technische virtuositeit paren aan uitdrukkingskracht, zodat de fysieke
beheersing altijd ten dienste staat van de verbeelding.”
Muziek. “Muziek zorgt ervoor dat de sfeer, de emotie en de impact van een voorstelling volop de ruimte krijgen. Vooral
livemuziek roept het gevoel op van een totale en levende theatrale ervaring: alles gebeurt daar, op dàt moment, op het
podium. Met Lost was een popband (Solbakken) voor het eerst betrokken bij een productie, wat een enorme boost gaf aan de
voorstelling. Met liedjes en instrumentale stukken werd een bijzondere dynamiek tussen handeling en muziek gecreëerd.
Door de live uitvoering ontstond de energie en kick van een live popconcert. In Innenschau, waar de band Alamo Race Track
verantwoordelijk was voor de muziek, werd dit nog sterker uitgewerkt. De interactie met de muzikanten en de spelers werd
versterkt, de band was constant aanwezig en deed mee in verschillende scènes. Het blijft spannend om te onderzoeken hoe
spelers en muzikanten elkaar versterken, hoe beide disciplines optimaal geïntegreerd kunnen worden. In de nieuwe
voorstelling Lebensraum werk ik wederom samen met Alamo Race Track. Door het werken met live muziek is een nieuwe
fascinatie ontstaan, een uitdagende zoektocht die ik de komende jaren zal voortzetten.”
meerjarenaanvraag jakop ahlbom/stichting pels februari 2012
2
Tekst. “De Architect vertelde het verhaal van een dominante architect en zijn vrouw, die zich in verschillende
bewustzijnslagen begeeft. Ik was overtuigd van de noodzaak dit verhaal via een toneeltekst te vertellen. Ik vroeg Marijke
Schermer, op basis van mijn beelden en fantasieën, een tekst voor me te schrijven en was benieuwd hoe mijn beeldtaal zich
daarin staande zou houden. Marijke gaf met haar tekst een structuur die de betekenis van mijn verbeelding versterkte, en ik
gaf het stuk van Marijke een extra emotionele laag en maakte het met mijn beeldtaal inhoudelijk rijker. Het verzet tegen het
rigide leven van de vrouw van de architect werd bijvoorbeeld versterkt door het bos dat neerstort in hun klinisch schone huis.
En om de herinneringen en de reflectie van de vrouw te versterken monteerden we verstilde poëtische beelden tussen de
scènes, waarin de vrouw verdubbeld werd en naar zichzelf kon kijken. Het inspirerende werkproces en het goede resultaat
heeft mij getriggerd om vaker met tekst te werken. In de komende vier jaar worden twee voorstellingen gemaakt die
gebaseerd zijn op tekst: een toneeltekst van Tracy Letts en een filmscript van Simon Staho.”
Relatie tussen activiteiten 2013-2014 en lange termijn ambities 2015-2016
Jakop Ahlbom: “Ik wil gestaag doorwerken aan het oeuvre dat ik ontwikkel en probeer zo op natuurlijke wijze naar
schaalvergroting toe te werken. Vielfalt heeft al vaak in grote zalen gestaan, net als De Architect en Innenschau, simpelweg
omdat er vraag naar was. Het verzoek om een opera in Berlijn te regisseren getuigt van vertrouwen en biedt ook in het
buitenland mogelijkheden voor mijn werk. Ik zal ervoor blijven zorgen dat de kwaliteit van mijn werk een groeiend publiek
bereikt, zodat de ontwikkeling naar de grote zaal op natuurlijke wijze zal ontstaan vanuit de vraag die er is. Ik wil naar een
gezelschap toe werken met een vast ensemble, dat al mijn stukken kan spelen met meer continuïteit en een langere
repetitieperiode, om tijd te hebben voor onderzoek en ontwikkeling. Alle voorstellingen die ik heb gemaakt staan in relatie tot
elkaar, zijn uitingen van mijn fascinaties en drang om nieuwe vormen te vinden en te ontwikkelen. Zo streef ik naar artistieke
groei, die verder gaat dan 2016.”
3. Plaats in het veld en bijdrage aan pluriformiteit
Het werk van Jakop Ahlbom neemt een bijzondere positie in binnen het theaterveld. Ahlbom heeft zich de afgelopen jaren
onderscheiden door zijn sterke fysieke en beeldende vorm, waar hij met visuele effecten de innerlijke belevingswereld van
zijn personages verbeeldt. Hij hanteert daarbij een vorm die vol fantasie, onlogica en verbeelding is en die langs de lijnen van
het onderbewuste loopt. Hij smeedt zijn stijl met elementen uit de mime, het toneel, de dans, het illusionisme, het circus en
komt zo tot een geheel eigen theatertaal. Zijn stijl blijkt toegankelijk voor een groot publiek: sinds Vielfalt bereikt hij een
groter publiek en een groeiende schare fans.
In Nederland wordt Jakop Ahlbom ingedeeld in het genre mime. Generatiegenoten zijn Bambie, Boukje Schweigman, Lotte
van den Berg, Boogaerdt/Van der Schoot. Het bereik van Jakop is groter dan deze gezelschappen; hij speelt meer
voorstellingen en in grotere zalen. Andere mimegroepen zijn Carver en Golden Palace. Zij bereiken ieder een vergelijkbaar
groot publiek en eenzelfde soort speellijst en zalen. Ten opzichte van Golden Palace en Carver speelt Jakop echter veel meer
in het buitenland. Het werk van Jakop gaat verder dan mime alleen. De vorm van zijn voorstellingen is veelzijdiger: soms
begint hij met een tekst, soms met een bewegingsconcept, soms met alleen maar beelden en een filmscript. Hij gaat verder in
zijn visuele inventiviteit en vondsten dan anderen, en investeert daar ook veel tijd en geld in.
Samenwerking: Jakop is vanaf 2012 associated artist (naast Emio Greco/PC, Jan Fabre, Robyn Orlin en Nicole Beutler) van
het Internationaal Choreografisch Kunstencentrum (ICK), opgericht door de choreografen Emio Greco en Pieter C. Scholten.
ICK is een platform voor de hedendaagse dans waarbinnen (inter)nationale choreografen en kunstenaars werk maken en
onderzoek doen. Doel is om elkaar te inspireren en te vernieuwen, door een op innovatie en samenwerking gericht dans- en
kunstencentrum op internationaal topniveau te creëren. Dit alles ten gunste van de ontwikkeling van een vruchtbaar,
vernieuwend en op samenwerking gericht dans- en kunstenklimaat in Amsterdam, in Nederland en ver daarbuiten. Een
spannende combinatie, wat ons betreft. De samenwerking met ICK is een logische stap in Jakops ontwikkeling. Hij werkt
veel met dansers, maar zijn vorm en benadering van dans is anders, hij zet het in om andere, surreële werelden te creëren.
Ook de andere associated artists werken ieder op hun eigenzinnige manier. De kracht van ICK is juist het verschil in hun
werk, waardoor zij elkaar artistiek aanvullen. Jakop zal met ICK ook zakelijk samenwerken. Dit betekent dat er vanaf 2013
repetitieruimte, opslag en kantoor wordt gedeeld. Ook wordt er samengewerkt op het gebied van productie, marketing,
administratie, educatie, verkoop en sponsoring. In 2012 zal Jakop met ICK samenwerken aan de productie Addio al Fine,
speciaal gemaakt voor het Holland Festival. In 2015 zal Jakop een coproductie maken met de dansers van EmioGreco/PC.
Hij heeft zitting in de artistieke raad van ICK, en zal van daaruit jonge talentvolle theatermakers begeleiden.
Samenwerking theaters: We zullen langere series spelen in Theater Bellevue, Amsterdam, en gaan samenwerken op het
gebied van educatie. De toegankelijkheid en het visuele spektakel van de voorstellingen van Jakop, maken ze zeer geschikt
om daaromheen lespakketten te ontwikkelen voor scholieren, om zo nieuw publiek en doelgroepen te bereiken. Ook gaan we
meerjarenaanvraag jakop ahlbom/stichting pels februari 2012
3
meer samenwerken met De Toneelschuur in Haarlem (zij zijn ons premièretheater en er zijn verregaande afspraken om daar
langer te gaan repeteren/monteren in de grote zaal) en Theater aan het Spui in Den Haag .
4. Ondernemerschap
a. Publiek en marketing
Door de jaren heen heeft Jakop Ahlbom een groot publiek opgebouwd dat zijn voorstellingen volgt. Veel mensen zien een
voorstelling vaker dan één keer. Zijn werk wordt hoog gewaardeerd door pers, publiek en het culturele veld, zowel nationaal
als internationaal. Jakop wil zonder concessies te doen aan inhoud of vorm theater maken dat een breed en divers publiek
aanspreekt. Vier jaar geleden is ervoor gekozen de naam „Jakop Ahlbom‟ centraal te stellen in de marketingcampagnes;
Jakop is zelf het gezicht op affiches en flyers, hij doet zelf nabesprekingen en gesprekken met pers en publiek. De naam
fungeert inmiddels als een merknaam en staat garant voor een bijzondere theateravond. In 2009/2010/2011 haalden we
gemiddeld 144 bezoekers per voorstelling. In onze ogen werkt de persoonlijke aanpak van de publiciteit goed, en we gaan dit
de komende jaren dan ook voortzetten. Ons doel is zowel een uitbreiding van de naamsbekendheid van Jakop Ahlbom als een
verhoging van onze bezoekersaantallen per speelbeurt, met minstens 20%.
De prijs zal een belangrijkere rol gaan spelen de komende jaren, zowel de prijs die theaters voor de voorstelling moeten
betalen als de prijs die bezoekers voor een kaartje moeten betalen. In plaats van hoge uitkoopsommen van de theaters zal
meer worden gewerkt met lage garantiebedragen, en een hogere partage voor de groep. Veel theaters werken nu al met
dynamic pricing: hoe eerder je een kaartje koopt, hoe goedkoper de prijs. Dit juichen we alleen maar toe, de zalen zitten
voller en de inkomsten zijn vergelijkbaar of zelfs hoger dan voorheen.
Promotie: per voorstelling wordt gezocht naar joint promotionpartners met als doel de voorstelling bij een nieuw publiek
onder de aandacht te brengen en zo meer kaartverkoop te genereren. Bij Innenschau werkten we bijvoorbeeld samen met
platenmaatschappij Excelsior en VPRO 3voor12.
Ons relatiebeheer verloopt via de website www.jakopahlbom.nl en de persoonlijke Facebookpagina. Deze twee kanalen
worden ingezet om bestaand publiek op de hoogte te houden en via hen een nieuw publiek aan te spreken middels het „liken‟,
„retweeten‟ en „delen‟ van voorstellingsgerelateerde informatie. Vanwege de sterke beelden uit zijn voorstellingen en de
aansprekende soundtracks worden zijn trailers op internet verspreid, veel gebruikt door theaters maar ook door publiek zelf.
De pers blijft nieuwsgierig naar de maker Jakop Ahlbom, blijkend uit het feit dat bij elke voorstelling vraag is naar
voorbeschouwingen, portretten en interviews met Jakop.
Doelgroepen nu: er is geen nog gericht publieksonderzoek gedaan, maar het publiek van Jakop is zeer breed en divers. De
mond op mond reclame werkt heel sterk, mensen vertellen elkaar dat je `dit absoluut moet zien!‟ Natuurlijk zijn er de theater, dans- en muziekliefhebbers waar we ons op richten. We trekken ook veel jong publiek, en publiek dat niet zo vaak naar het
theater gaat, maar via via gehoord heeft dat dit heel bijzonder is, en dan na één voorstelling fan is van Jakop Ahlbom.
Doelgroepen in de toekomst:
1. We gaan ons actiever richten op buitenlandse bezoekers. De meeste voorstellingen zijn tekstarm, en we kunnen ons dus
goed richten op expats en toeristen. Dit doen we via internet, via bladen als Time Out magazine, via samenwerkingsverbanden met buitenlandse verenigingen en bedrijven in Nederland, en via de VVV.
2. In samenwerking met de theaters gaan we ons gerichter bezighouden met jongeren. Dit kan met name door toegepaste
lessen. Het visuele en filmische aspect van Jakops voorstellingen maken zijn werk tot een ideale kennismaking met het
fenomeen theater. We hebben reeds ervaring met spelen voor `nieuw‟ publiek, en steeds blijkt dat het werk van Jakop heel
goed en enthousiasmerend werkt. Op het Theaterfestival 2008 is er in dat kader (het debutantenbal) in de Stadsschouwburg
gespeeld en dat was een doorslaand succes.
Speelplekken: zie lijst onder B voor de huidige speelplekken. De verkoop aan theaters blijft in handen van Wilma Kuite, die
over een uitstekend nationaal netwerk beschikt. De onderwerpen en medewerkers, gecombineerd met de naam Jakop
Ahlbom, zullen dermate aanspreken bij programmeurs dat we geen grote problemen verwachten bij de verkoop. Wel zullen
we waar mogelijk, zakken met onze garantiebedragen om prijs geen drempel te laten zijn bij het aankopen van de
voorstellingen door theaters.
b. financiering en bedrijfsvoering
Stichting Pels heeft als streven zo min mogelijk afhankelijk te zijn van subsidie: van begin af aan is er veel gespeeld en zijn
er hoge uitkoopsommen en garantiebedragen gevraagd en gekregen. Vier jaar geleden hebben we ons ten doel gesteld 36%
aan eigen inkomsten te verwerven. Tot en met 2011 hebben we gemiddeld 27,7% gehaald, lager dan gepland. Dat heeft
vooral te maken met de afgelasting van Dracula, waardoor we zo‟n € 100.000,- aan eigen inkomsten zijn misgelopen. In
2012 halen we een eigen inkomstenpercentage van zo‟n 60%, en komen we dus gemiddeld uit op 35,8 % . Jakops
voorstellingen zijn productioneel complex van aard. Dit maakt dat het zonder subsidie bijna onmogelijk is om zijn
voorstellingen te produceren. In 2013-2016 streven we naar 35,4% eigen inkomsten bij een stijgend subsidiebedrag. Naast
een aanvraag bij het Fonds hebben we voor het eerst ook een aanvraag gedaan bij de Gemeente Amsterdam. Het grootste
meerjarenaanvraag jakop ahlbom/stichting pels februari 2012
4
gedeelte van de eigen inkomsten zal opnieuw uit de uitkoopsommen en partages komen bij 70 te spelen voorstellingen per
jaar.
Internationaal: De komende jaren zal Wilma Kuite de reeds bestaande contacten in het buitenland onderhouden en verder
uitbouwen, niet alleen om voorstellingen te spelen, maar ook om buitenlandse coproducties mogelijk te maken. Op dit
moment zijn er twee concrete vragen: vanuit Umeå, Zweden, wat in 2014 Europese Culturele Hoofdstad is, en vanuit
Bremen, Duitsland. Daarnaast zal de uitnodiging uit Berlijn voor een gastregie bij de Deutsche Oper zorgen voor een steviger
netwerk en draagvlak in Duitsland. Eind 2012 zal Vielfalt een tournee maken door België, waardoor we ook daar ons netwerk
uitbreiden en onze afzetmarkt vergroten. In Jakops moederland Zweden zijn er vergevorderde gesprekken met het Riksteatern
uit Stockholm voor een vervolg op de succesvolle tournee van Vielfalt in Zweden (2010). De verkoop van de voorstellingen
in het buitenland zal in nauwe samenspraak met ICK gaan plaatsvinden, waardoor ons buitenlandse netwerk verder zal
worden uitgebreid. Doel is om via de buitenlandse coproducties en partners Jakop nog beter te positioneren als
belangwekkende en interessante internationale theatermaker.
Daarnaast wordt Jakop, vanwege zijn bijzondere kwaliteiten, regelmatig gevraagd voor overige activiteiten. Zo regisseerde
hij bij Unieke Zaken, de HKU en Circuswerkplaats Boost en maakte hij choreografieën voor het RO theater, d‟Electrique,
Theatergroep Max, de film Lang en Gelukkig en de televisieserie SpangaS. Ook buiten de kunst is er vraag naar zijn
creativiteit. Hij was betrokken bij de totstandkoming van een modeshow van G-Star in Berlijn (voorjaar 2011) en heeft
trainingen gegeven aan het management van Booking.com. Deze activiteiten zullen we verder uitbouwen in 2013-2016.
Sponsorinkomsten: We hebben contact gelegd met Ikea Nederland, omdat in onze ogen de overeenkomsten overduidelijk
zijn. Een Zweeds bedrijf dat wereldwijd opereert, gecombineerd met een Zweed in Nederland die internationaal zeer
aansprekend werk maakt. En zoals Jakop zelf toevoegde `mijn decors zijn eigenlijk altijd weer een soort huiskamer.‟ De
afdeling marketing van Ikea Nederland komt binnenkort naar de voorstelling Lebensraum. Verder houden we alle
voorstellingen op het repertoire, zowel voor tournees in Nederland/het buitenland, als om te spelen voor bedrijven.
Op dat spelen voor bedrijven gaan we ons meer richten. We hebben de afgelopen jaren via de theaters veel besloten
voorstellingen gespeeld, voor plaatselijke bedrijven, Rotaryclubs of vriendenclubs van de schouwburgen bijvoorbeeld via de
Rotterdamse Schouwburg, de Leest in Waalwijk en in de Stadsschouwburg Haarlem. We gaan nu, in samenwerking met
ICK, bedrijven rechtstreeks benaderen voor het spelen van besloten bedrijfsvoorstellingen, in plaats van via de theaters.
Hierdoor realiseren we extra eigen inkomsten en komen we ook in contact met potentiële sponsors en nieuw publiek. Voor
deze speelbeurten vragen we geen subsidie aan.
Private middelen: Incidenteel worden we ondersteund door private fondsen. Dit beleid zullen we voortzetten. Verder hebben
we de eerste ervaringen achter de rug met crowdfunding voor de voorstelling Lebensraum. Via de website voordekunst.nl
hebben we helaas niet ons doel gehaald, maar wel allerlei nuttige contacten gelegd, en onze donateurs gevraagd alsnog aan de
stichting zelf te doneren. Dit werkt en met de opgedane ervaringen zullen we ons beleid effectief bijstellen en inzetten in
2012-2016.
Efficiency: Vanaf het begin heeft de stichting het beschikbare geld zo efficiënt mogelijk ingezet en de overhead zo laag
mogelijk gehouden, door de samenwerking met Alles voor de Kunsten en het delen van opslag, repetitieruimte en kantoor. In
2013-2016 houden we de overhead op een gelijkwaardig niveau, dit door de verregaande samenwerking met ICK. Deze
samenwerking zal de overhead voor de stichting tot een minimum beperken, de productionele, zakelijk en publicitaire
slagkracht vergroten, en leiden tot een verbreding en verdieping van de artistieke en zakelijke kwaliteit.
Strategie bij tegenvallende inkomsten: meer reprises spelen, om zo extra inkomsten te verwerven voor een nieuwe
voorstelling. Indien het heel erg tegenvalt, zullen we 1 nieuw project moeten schrappen en in plaats daarvan een reprise
moeten spelen.
c. Code Cultural Gouvernance
Die wordt toegepast.
5. Spreiding
De spreiding is uitstekend; het werk van Jakop Ahlbom wordt erkend en ondersteund door diverse theaters en programmeurs,
zowel nationaal als Europees. We spelen in alle provincies, in midden- tot grote zalen, in grote vlakke vloer theaters en in de
kleine of de grote zaal van de schouwburgen. In 2009-2012 speelden we gemiddeld 8x in Amsterdam, 36x in de rest van
Nederland en 11 x in het buitenland. In 2013-2016 spelen we gemiddeld 15x in Amsterdam, 40x in de rest van Nederland en
15x in het buitenland; totaal 70 voorstellingen per jaar.
meerjarenaanvraag jakop ahlbom/stichting pels februari 2012
5
B Beschrijving activiteiten per podiumcircuit: klein, midden of groot
Het werk van Jakop Ahlbom is choreografisch. De precisie en timing van de handeling is cruciaal. Een goocheltruc werkt of
werkt niet, daar zit niets tussen in. Als het werkt is het magisch, maar daar ligt een zeer precieze techniek en virtuositeit aan
ten grondslag. Om dit mechaniek, in spel, techniek en muzikaliteit, maar ook in zijn visuele kracht, optimaal te laten werken
is tijd nodig. Daarom zijn Jakops repetitieperiodes langer dan gebruikelijk. Aan Vielfalt is er extreem lang (bijna vier
maanden) gewerkt, om de illusies die werden gebruikt onder de knie te krijgen. Het resultaat is af te lezen aan het grote
succes dat de voorstelling heeft gehad, zowel in Nederland als in het buitenland. In de loop van de jaren heeft Jakop Ahlbom
een kern van medewerkers opgebouwd en met hen blijft hij samenwerken: Silke Hundertmark, Reinier Schimmel, Gwen
Langenberg, Sofieke de Kater, Yannick Greweldinger, Judith Hazeleger, Bram Coopmans (spelers), Daniël Ament
(vormgeving), Judith Wendel (dramaturgie), Leonard Lucieer en Ralph Mulder/Alamo Race Track, (muziek). Deze kern zal
per productie waar nodig worden uitgebreid.
Podiumcircuit 2013-2014
Elke voorstelling van Jakop Ahlbom beweegt zich in de drie verschillende podiumcircuits: we spelen in de grotere kleine
zalen (tot 200 stoelen), in middenzalen (200-400 stoelen) en in grote zalen (vanaf 400 stoelen). Dit komt door de afmetingen
van de voorstellingen: ze passen niet in echt kleine zalen, maar passen vaak wel weer in kleine zalen van schouwburgen. We
spelen het vaakst in het middencircuit, maar waar de kleine zaal te klein is voor onze voorstellingen spelen we in de grote
zaal. Dit omdat programmeurs in het land het werk van Jakop Ahlbom dermate graag willen programmeren en we ook steeds
meer publiek trekken dat het voor hen lonend is om ons in de grote zaal te laten spelen.
Speelplekken, gebaseerd op de speellijsten 2009-2012:
Klein is: Theater Kikker Utrecht, Rotterdamse Schouwburg, Gruitpoort Doetinchem, Agoratheater Lelystad , LUX
Nijmegen. AINSI Maastricht, Chasse theater Breda, de Verbeelding Purmerend, De Omval Diemen, ‟t Witte Theater
IJmuiden ,Schouwburg Kunstmin Dordrecht, Odeon de Spiegel Zwolle, ‟t Beest Goes = 13 speelplekken + 3 speelbeurten =
16
Midden is: Theater Bellevue, Toneelschuur Haarlem, Theater aan het Spui Den Haag, Zaantheater Zaandam, De Meervaart
Amsterdam, De Vest Alkmaar, Rabotheater Hengelo, de Lieve Vrouw Amersfoort, ArsenaaltheaterVlissingen, De Poorterij
Zaltbommel, Schouwburg Almere, Stadsschouwburg de Harmonie Leeuwarden , de Agnietenhof Tiel, Schouwburg Musis
Sacrum Arnhem, Verkadefabriek Den Bosch, Schouwburg Amstelveen, De Meerse Hoofddorp, Goudse Schouwburg Gouda,
Theater Castellum Alphen aan de Rijn, LAK-theater Leiden, De Kring Roosendaal, Theater aan de Slinger, Houten = 22
speelplekken +20 speelbeurten = 42
Groot is: Stadsschouwburg Groningen, De Veste Delft, Theaters Tilburg, Schouwburg de Lawei Drachten, De Lampegiet
Veenendaal, De Hanzehof Zutphen, Parktheater Eindhoven, Isala theater Capelle a.d. IJssel, Stadsschouwburg Haarlem, Oss
de Lievekamp,‟t Speelhuis Helmond, De Stoep Spijkenisse, het Kruispunt Barendrecht, Theater de Leest Waalwijk, De
Blauwe Kei Veghel = 15.
Er is dus een potentieel van 73 speelbeurten in Nederland (gebaseerd op het verleden). De ervaring leert dat niet elk theater
elke keer meedoet, dus houden we het op gemiddeld 55 voorstellingen per tournee in Nederland.
Touren buitenland: Hoogtepunten 2009-2012 waren een uitgebreide tour van Vielfalt (tour 2010/14x) door Zweden via het
Riksteatern en de deelname met Innenschau aan het Young Director‟s Project van de Salzburger Festspiele (Oostenrijk
2010/4x). Verder toerden we : Hotel Pro Forma Kopenhagen (Denemarken/5x), Oldenburg Staatstheater en Schauspielhaus
Bochum (Duitsland), Theaterspektakel Zurich (Zwitserland/4x), diverse theaters in België, Korjaami Culture Factory
Helsinki (Finland), Staatstheater Boekarest (Roemenië). Er is interesse vanuit Frankrijk, Spanje, Egypte, Italië , Schotland ,
Canada en de VS voor het werk van Jakop Ahlbom, dit heeft nog niet tot concrete speelbeurten geleid. In de nieuwe periode
zetten we in op 10 speelbeurten per jaar in Circuit Midden en 5 in Circuit Groot.
BUG
Première: half oktober 2013, Toneelschuur Haarlem
tekst: Tracy Letts / concept en regie: Jakop Ahlbom / spel: Bram Coopmans, Tamar van den Dop, Sofieke de Kater, Reinier
Schimmel, Yannick Greweldinger / dramaturgie: Judith Wendel /vormgeving: Daniël Ament / muziek en soundscape:
Alamo Race Track
meerjarenaanvraag jakop ahlbom/stichting pels februari 2012
6
“Ik wil iets maken over paranoia en hoe je langzaam gek kan worden, over de prikkelbaarheid van de mens en hoe
beïnvloedbaar we zijn, waardoor we blind worden voor de realiteit en geloven in iets wat er niet is. Bug geeft mij een perfecte
structuur waarin ik deze aftakeling, fysiek en beeldend, vorm kan geven. Het prikkelt me net als bij De Architect om de
innerlijke wereld van de personages te verbeelden.
Bug gaat over verwarring en verlangen, over de onbetrouwbare werkelijkheid en over mensen die verdwaald zijn in hun
leven. Hoe onze gevoelens ons brengen naar een plek waar we eigenlijk niet willen zijn. Hoofdpersoon is Agnes, een
eenzame vrouw die zich in een kale motelkamer schuil houdt voor haar gewelddadige man. Ze verlangt naar liefde en
tederheid. Via een vriendin komt zij in contact met Peter, een ingetogen en gevoelige man die al haar verlangens
beantwoordt. Maar al snel toont Peter zijn keerzijde: hij wordt geplaagd door waanbeelden en angst. Hij neemt Agnes mee in
zijn hallucinaties en zij gaat langzaam ten onder aan zijn gekte.
Het verhaal heeft een thrillerachtige structuur en ik zie veel mogelijkheden het visuele te versterken. Bug speelt zich af in een
motelkamer, de angst en waanbeelden komen van buiten en dringen door tot in de kamer, tot in hun lichaam. Ik wil de kamer
tot een levend organisme maken, met wanden van stof zodat ze kunnen bewegen alsof ze ademen. Met schaduwen die
werken als vervorming van Agnes‟ en Peters eigen schaduw, als projectie van hun waanverbeelding. De insluipende gekte en
paranoia wil ik door een fysieke transformatie verbeelden. Bug wordt een mentale roadmovie, een psychologische thriller
waar we de personages volgen in hun neerwaartse spiraal van zelfdestructie. Muziek is hierin een belangrijk element om de
sfeer van paranoia te versterken. Er zijn geluidseffecten in de tekst beschreven, zoals het geluid van een helikopter. Daarnaast
wil ik de personages een innerlijke stem/klank geven. Ik stel me suspenseachtige muziek voor met een desolate klank.”
B: Bug heeft een groot decor nodig met speciale effecten en visuele trucs. Er zijn in totaal 5 acteurs en 3 technici nodig: Een
extra technicus bij opbouw en achter het toneel tijdens de voorstelling. Op het moment van schrijven is het nog niet mogelijk
om hier specificaties te geven over de visuele effecten, die zeer van belang zullen zijn. Er wordt speciaal voor deze
voorstelling muziek/een soundscape gecomponeerd. Het decor moet in een trailer vervoerd worden door iemand met een
groot rijbewijs. Dit alles zorgt ervoor dat de voorstelling kostbaar is om te produceren en te spelen en we aanvragen voor het
gemiddelde basisbedrag bij Groot en Midden en het hoogste basisbedrag bij Klein.
Voor aanvang van de repetities is het decor al ontworpen en gebouwd, er wordt zo‟n 3 maanden gewerkt in het decor om alle
mogelijkheden zo optimaal mogelijk te benutten. Samen met dramaturg Judith Wendel ontwikkelt Jakop een
voorstellingsscenario. Tijdens de repetities wordt dit uitgewerkt en aangevuld met nieuwe ideeën en beelden. De montage
duurt zo‟n drie weken en speelt zich af in theaters met goede technische faciliteiten. Er is altijd een productieleider met een
assistent, meestal een stagiaire, een decorontwerper en een kostuumontwerper.
C: De verkoop gebeurt in najaar 2012 door Wilma Kuite. Zij benadert de vaste speelplekken en probeert nieuwe speelplekken
te vinden. Dit zijn plekken uit zowel circuit klein, midden en groot. Met name in de provincies Zeeland en Limburg zijn er
nog een aantal plekken waar wij nog niet of niet regelmatig spelen. Voorjaar 2013 is er een definitieve speellijst .
D: toneelpubliek, via de namen Tamar van den Dop, Bram Coopmans en Tracy Letts (Augustus Oklahoma van zijn hand
speelde in 2011 bij De Utrechtse Spelen met veel succes), de fans van Jakop Ahlbom en Alamo Race Track, scholieren,
studenten.
E: de gewone kanalen zullen worden ingezet, zoals nieuwsbrief, Facebook, web-site, pers aandacht, zowel via ons als via de
theaters. Daarnaast zullen we samenwerking zoeken met psychologie bladen, psychologie faculteiten en web-sites, vanwege
het onderwerp. Ook zal de samenwerking met filmhuizen worden voortgezet in de steden waar de voorstelling speelt. Een
randprogrammering is mogelijk met de film die gemaakt is van Bug, maar ook bijvoorbeeld The Fly van David Cronenberg.
F: planning: half juli 2013 decor klaar en start repetities, 3 e week september 2013 montage in theaters + 4 try-outs, half
oktober 2013 première Toneelschuur, grote zaal, tournee t/m eind december 2013.
LEBENSRAUM ZWEI
Première: begin mei 2014
concept en regie: Jakop Ahlbom / spel: studenten van verschillende faculteiten van AHK, en via ICK dramaturgie: Judith
Wendel / muziek: Leonard Lucieer / vormgeving: Daniël Ament
“Met Lebensraum Zwei wil ik een voorstelling maken enkel vanuit een sterk conceptueel idee, waarin de vorm en het beeld
de dragende kracht zijn. Het doel is om de consequenties van puur handelen te onderzoeken, en te kijken of het mogelijk is
om de emotionele belevenis volledig bij het publiek te leggen. Doordat de spelers geen interpretatie geven van wat ze doen,
geen emotionele klemtoon toevoegen aan hun handelingen, zullen het vooral de verschillende combinaties van de personages
en hun acties zijn die de prikkel bij het publiek opwekken.
Het idee voor deze voorstelling is afkomstig van de film Tango (1979) van de Poolse avant-garde regisseur Zbigniew
Rybczyski. Deze korte film van circa 8 minuten speelt zich af in een kamer waar mensen binnenkomen, een handeling of
actie uitvoeren en dan de kamer weer verlaten. De handelingen worden in een loop gezet en herhalen zich door de hele film.
meerjarenaanvraag jakop ahlbom/stichting pels februari 2012
7
Het begint met eerst één persoon, dan komt er nog een persoon bij, en nog een, en nog een, en zo bouwt het zich op totdat er
zich meer dan twintig personen in de kamer bevinden. Ik vond de film zeer fascinerend: het is een simpel, conceptueel idee
en roept gevoelsmatig toch veel op. Tijdens de repetities van Vielfalt werkte ik al veel met loops, wat heel spannend was en
veel opleverde. Dat materiaal paste toen niet in de voorstelling, maar in dit project zal ik dat concept uitwerken. Ik ga loops
maken met specifieke handelingen die zich bijna precies maar niet helemaal herhalen, waardoor de situatie steeds verspringt.
Zo ontstaan sequenties van handelingen die consequenties hebben. Bijvoorbeeld: iemand komt binnen en haalt een pakje van
de boekenkast, dat door iemand anders daar is neergelegd. Die handeling herhaalt zich, maar er wordt nu telkens iets anders
neergelegd en elke keer weer iets anders meegenomen. Of iemand komt binnen, speelt iets op een gitaar en gaat weg. Iemand
anders zingt iets en gaat weg. Dan speelt iemand iets op de piano. Door de loop ontstaan er verschillende muzikale
fragmenten. Deze versterken elkaar in een afwisselend muzikaal verband, waarna tot slot alles bij elkaar komt. Dan blijkt het
een muzikaal stuk te zijn dat we steeds gefragmenteerd hebben gehoord gedurende de voorstelling.
De Russische filmmaker Lev Kuleshov ontwikkelde dit effect: door verandering van de volgorde en de context van
handelingen, verandert de betekenis die wij er aan toekennen. Hij testte dit door kijkers een filmpje te tonen, dat begon met
een close-up van een man, waarop meteen een shot van een meisje op een schommel volgde. Dan liet hij opnieuw de man
zien en sneed dan naar een vrouw in een doodskist, ging weer terug naar de man en monteerde daar een shot van een gedekte
tafel met heerlijk eten achter. Bij iedere publieksrespons bleek dat men dacht dat de man blij naar het meisje keek, verdrietig
naar de dode vrouw en hongerig naar het eten. Het fragment van de man was echter iedere keer hetzelfde. De betekenis werd
gemaakt door de toeschouwer, gemanipuleerd door de montage van de beelden. Dit principe wil ik uitzoeken in deze
voorstelling.”
Dit project wordt exclusief voor Amsterdam gemaakt. Er wordt gezocht naar een locatie waar langer gespeeld kan worden.
Vanwege het aantal spelers en het conceptuele karakter van het project leent het zich goed om met stagiaires, scholen en
theaterverenigingen te werken. Er wordt een workshopsituatie ontwikkeld waarbinnen deze productie op professioneel niveau
gemaakt en geproduceerd wordt. Dit project komt in samenwerking met ICK tot stand in het kader van talentontwikkeling.
B: Aan Lebensraum Zwei doen 20 spelers mee, die de loops en handelingen op elkaar af moeten stemmen. Daarnaast zijn het
studenten of amateurs, en dus nog niet zo bedreven in een repetitieproces. Ook het decor zal zeer vernuftig en slim gebouwd
moeten worden zodat alle handelingen en loops kunnen plaatsvinden. Opnieuw wordt er muziek voor de voorstelling
gecomponeerd en ingestudeerd met studenten van het conservatorium die de muziek uitvoeren. De technische ploeg zal
minimaal 5 mensen moeten bevatten, aangezien op locatie werken altijd complexer is dan in het theater. Van cruciaal belang
is natuurlijk de locatie zelf. Die moet aan een aantal basiseisen voldoen, zoals ruimte, verwarming, water- en luchtdicht, en
goed bereikbaar zijn voor het publiek. Op dit moment denken we aan een loods op of bij het NDSM terrein in AmsterdamNoord. De loods moet minimaal 250 bezoekers per keer kunnen ontvangen. We plaatsen deze voorstellingen dus in circuit
Midden, en vragen aan voor het hoogste basisbedrag.
In het voorjaar 2013 starten we de zoektocht naar de locatie. Ook zullen we dan aan de slag gaan met de opleidingen en ICK
om geschikte studenten en spelers te vinden. Het decor zal opnieuw voor aanvang van de repetities klaar moeten zijn . Ook de
locatie zal dan al beschikbaar moeten zijn, het allerbeste is als er de hele periode in decor en op de locatie gerepeteerd kan
worden. Vooraf wordt een volledig script gemaakt met alle handelingen en de mogelijke interacties om een basis te hebben
voor de repetities.
C: We gaan uit van 20 te spelen voorstellingen in mei 2014, bij gebleken succes kan langer worden doorgespeeld in
Amsterdam. Ook zal er bij interesse op andere locaties in Nederland of Europa gespeeld worden. In dit geval zal de
voorstelling rechtstreeks aan het publiek verkocht moeten worden, dus direct marketing in plaats van via de theaters.
D: festivalpubliek ( Over t IJ, de Parade), dans- en mimeliefhebbers, vaste fans van Jakop Ahlbom, studenten, scholieren,
expats en toeristen. Door de fysieke benadering zal ook circuspubliek aangesproken worden.
E: samenwerking zoeken met lokale Amsterdamse partners; Theater Bellevue, AHK, AUB, Parool, AT5, EyeFilm Instituut.
Daarnaast directe benadering middelbare scholen in Amsterdam, en het Parade-publiek. De prijs van een kaartje zal laag zijn
in vergelijking met normaal theaterbezoek.
F: planning: voorjaar 2013: zoeken geschikte locatie in Amsterdam en bij opleidingen en ICK naar geschikte studenten
zoeken. Najaar 2013: uitwerken script en decor en opzetten direct marketing, kaartverkoop, vinden van vrijwilligers voor
publieksbegeleiding en locatiebeheer. Vanaf februari 2014; inrichten locatie, opbouwen decor en start repetities aldaar. Mei
2014: première na een aantal try-outs, spelen t/m eind mei 2014.
meerjarenaanvraag jakop ahlbom/stichting pels februari 2012
8
HORROR/ Evil Ed
Première: november 2014
concept en regie: Jakop Ahlbom / spel: Reinier Schimmel, Silke Hundertmark, Gwen Langenberg, Sofieke de Kater,
Yannick Greweldinger, Judith Hazeleger en Bram Coopmans / dramaturgie: Judith Wendel / vormgeving: Daniël Ament /
soundscape: Wim Conradi
“Ik heb van jongs af aan een grote fascinatie voor horrorfilms. Naast de extreme prikkeling en de adrenalineshot die je krijgt,
is de absurde fantasie, die door vaak prachtige special effects wordt gecreëerd, intrigerend. Ik gebruik voor dit project de film
The Evil Dead (1981) van Sam Raimi, een horrorfilm die zeer uitbundig is vormgegeven en absurd in beeld is gebracht.
Naast de uitgesproken grove en shockerende visuele effecten in de film maakt Raimi ook gebruik van zwarte humor en
slapstick. Die absurditeit spreekt me aan en is zowel hilarisch als angstaanjagend.
Zoals de voorstelling Knuckles (een voorstelling die ik in 2003 samen met Martin Hofstra , Jochem Stavenuiter en Wim
Conradi voor de Parade maakte) was gebaseerd op gevechtscènes van films, en een theatrale hommage was aan Hong Kong
movies, zo wordt Horror/Evil Ed een theatrale hommage aan horrorfilms.
In The Evil Dead overnachten twee stellen tijdens hun vakantie in een vreemde, bedompte boshut. Daar vinden ze The Book
of the Dead en een taperecorder, waarop oude duivelse spreuken klinken. Hierdoor breekt er een demonische kracht los die
de vier terroriseert. Ze veranderen één voor één in wanstaltige zombies. In Horror/Evil Ed zal ik ook referenties maken naar
andere horrorfilms. De uitdaging in de voorstelling is om trucs en special effects ín het theater te creëren en om suspense en
shockeffecten theatraal te reproduceren. Het doel is om een meeslepend visueel theaterspektakel te maken waarbij het publiek
op het puntje van zijn stoel zit en omhoog springt van schrik. Ik creëer beelden die onbestaanbaar lijken in het theater: een
arm die afzonderlijk van het lichaam bezeten wordt, aan een muur wordt vastgespijkerd om hem in bedwang te houden,
vervolgens wordt afgezaagd en dan zelfstandig door beweegt. Of een gezicht dat zodanig geplet wordt dat het dubbelvouwt,
waardoor de oogbol eruit springt, bij iemand anders in zijn mond terecht komt en wordt doorgeslikt. Ik ga mijn visuele
fantasie en creativiteit volop uitbuiten, en zoek de emotionele prikkeling vooral in de beeldtaal.”
B: Voor de spectaculaire horroreffecten gaan we samenwerken met Rob Hillenbrink van Rob‟s Prop Shop (special effecten
voor films). Dit is kostbaar en tijdrovend. Er moeten, naast de zeven spelers, in iedere geval twee mensen voor make-up en
vier technici mee op tour. Er zal een ingewikkeld decor worden gecreëerd met grote ingebouwde visuele effecten en trucage,
dat af moet zijn voor aanvang van de repetities. Ook wordt er een speciale soundscape met effecten ontwikkeld die moet
samengaan met de handelingen op het podium. Deze preciese en noodzakelijke timing vereist extra repetitietijd van een
maand. Vooraf worden beelden en effecten bedacht, gepland en gemaakt en wordt er een script/voorstellingsscenario
uitgewerkt waarvanuit gerepeteerd wordt. Het decor moet in een trailer vervoerd worden door iemand met een groot
rijbewijs. Vanwege de technische hoogstandjes zal deze voorstelling minder geschikt zijn voor de kleine zalen en meer voor
de grote. Vanwege de complexiteit vragen we het hoogste basisbedrag aan bij Klein, en het gemiddelde basisbedrag bij
Midden en Groot.
C: De verkoop gebeurt in najaar 2013 door Wilma Kuite. Zij benadert de vaste speelplekken en probeert nieuwe speelplekken
te vinden. Dit zijn plekken uit zowel circuit klein, midden en groot. In vergelijking met eerdere tournees zal deze voorstelling
meer in Midden en Groot spelen, en minder in Klein. Dit komt door de vereiste technische faciliteiten van de theaters, die
groter zijn dan andere keren. Voorjaar 2014 is er een definitieve speellijst . Ook hebben we dit project voorgesteld als coproductie met Umeǻ Culturele Hoofdstad 2014. Indien zij meedoen kan deze voorstelling ook 10-15x toeren in Zweden.
D: Horrorliefhebbers, scholieren, studenten, festivalpubliek, vaste fans van Jakop Ahlbom en Alamo Race Track, expats en
toeristen.
E: Horror/Evil Ed geeft genoeg handvaten voor een campagne in het horror/wansmaak circuit, samenwerking met Jan Doense
van festival van de Fantastische film, posts op horror forums en websites, het organiseren van Halloweenparties ism Ex Porn
Star, organisator van feesten, en Fox TV, een TV-kanaal met veel horrorseries. De première zal vlak na Halloween
plaatsvinden zodat we mee kunnen liften op de groeiende belangstelling voor Halloween.
F: ontwikkelen effecten en script vindt plaats vanaf mei 2014, start repetities half juli 2014, waarbij veel aandacht zal worden
besteed aan alle effecten. Vanaf 2e week oktober 2014 montage in theaters om ook alle techniek goed in te passen, met 4 tryouts, en première begin november in de Toneelschuur. Tournee t/m januari 2015.
meerjarenaanvraag jakop ahlbom/stichting pels februari 2012
9
Plannen 2015-2016
LUMPY GRAVY
Première: voorjaar 2015
concept en regie: Jakop Ahlbom / muziek: Frank Zappa / spel: Silke Hundertmark, Reinier Schimmel, Gwen Langenberg,
Sofieke de Kater, Yannick Greweldinger, Judith Hazeleger en dansers van EmioGreco/PC / dramaturgie: Pieter C. Scholten
/ vormgeving: Daniël Ament / muziek: Alamo Race Track
“In mijn zoektocht naar verdieping wil ik me in deze voorstelling focussen op de lichamelijkheid als vertel- en uitdrukvorm,
en de symbolische verbeeldingskracht van performances onderzoeken. Het thema waarvanuit ik wil werken komt uit een
boek van de Duitse filosoof Richard David Precht Die kunst kein egoist zu sein. Hij gaat in zijn boek in op het verschijnsel
egoïsme en altruïsme. Ikzelf ga uit van de veronderstelling dat alle mensen in wezen liefde en waardering zoeken. Niemand
wil gehaat worden. Mensen zoeken een geloof of een overtuiging waaraan zij zich kunnen verbinden, die hun liefde en daden
verantwoordt. Maar toch gaan ze over lijken voor hun eigenbelang. Dat dilemma behandelt Precht.
Lang geleden heb ik de plaat Lumpy Gravy (1968) gekregen van een vriend. De muziek van Zappa was ooit bedoeld als
compositie voor een orkest voor bij een balletvoorstelling. Dat is nooit gebeurd. Maar de muziek is zeer geschikt voor een
choreografie. Ik wil Zappa‟s muziek gaan gebruiken om mijn onderzoek te doen naar de vertelkracht van het lichaam,
gekoppeld aan het thema van Richard David Precht. In deze voorstelling wil ik me vooral focussen op de fysieke beeldtaal
van de dansers en spelers. Leonard Lucieer doet de muzikale begeleiding en Alamo Race Track wordt de kern van het orkest
dat de partituur van Zappa live uitvoert. Door mijn rol als associated artist van ICK is dit idee mogelijk geworden en Lumpy
Gravy wordt dan ook een coproductie met EmioGreco/PC en ICK.”
„It's not really a ballet anymore, I guess, but maybe someday, I get somebody, some poor fool, to dance to it.‟ (Frank Zappa)
DAG EN NACHT
Première: herfst 2016
concept en regie: Jakop Ahlbom / tekst: Simon Staho / spel: Bram Coopmans, Leny Breederveld, Noah Ahlbom (mijn
zoon), Silke Hundertmark, Reinier Schimmel, Gwen Langenberg, Yannick Greweldinger, Sofieke de Kater, Aat Ceelen e.a. /
vormgeving: Daniël Ament / dramaturgie: Judith Wendel / muziek: Leonard Lucieer
“Soms worden oude mensen, vooral als ze dement zijn of op hun sterfbed liggen, destructief en gemeen. Zij stoten hun
vrienden en familie af. Ik vroeg me af of ze zo, eigenlijk uit liefde, de pijn en het verdriet willen wegnemen bij hun
nabestaanden. Alsof ze willen zorgen dat niemand ze zal missen. Dat is een zeer fascinerend verschijnsel om een voorstelling
over te maken. Toen ik de Zweedse film Dag och Natt (2004) van Simon Staho, zag, had ik het juiste uitgangspunt gevonden.
Dag och Natt gaat over mensen, liefde en geliefd worden. Het is een verhaal over een vader, zijn jonge zoon, zijn
vreemdgaande vrouw, haar geheime minnaar, zijn jonge minnares, zijn eenzame zus, zijn demente moeder, een fantastische
voetbaltrainer, een zwangere hoer en een engel verkleed als oude man. De film is heel simpel en theatraal in zijn opzet: we
volgen één dag lang een man in zijn auto, gefilmd vanuit twee camerastandpunten, die van de man en die van de bijrijder. De
man stapt „s ochtends zijn auto in om zijn zoon naar school te brengen. We volgen de vader die in zijn auto alle
bovengenoemde mensen opzoekt om afscheid te nemen. Alleen de kijker weet wat hij van plan is. Het laatste shot van de
film is zijn ontmoeting met de hoer: hij biedt haar geld aan om hem neer te schieten. Zij weigert. Hij schiet zelf.
Ik wil de dialogen uit de film tussen de vader en zijn bijrijders gebruiken. Precies zoals hierboven beschreven is de vader
destructief en gemeen en stoot hij zijn omgeving af, terwijl hij zijn onmacht en verdriet onderdrukt. Ik heb met Lost al eerder
een voorstelling gemaakt over zelfmoord. Deze film vertelt een universeel verhaal dat aan het leven raakt zoals wij dat
allemaal kennen. Ik zie een voorstelling voor me die, in tegenstelling tot mijn eerdere werk, sober is qua beeldtaal. Ik zoek
naar een simpele, heldere visuele vorm. Mijn uitdaging is om een doeltreffende, bijna minimalistische vorm te vinden. Voor
deze voorstelling heb ik Leonard Lucieer gevraagd om alleen met een gitaar de voorstelling live te begeleiden, zoals Neil
Young dat doet in de film Dead Man van Jim Jarmusch.”
C. Toelichting meerjarenbegroting 2013-2014.
Algemeen:
Jakops voorstellingen zijn productioneel complex van aard. Dit komt door het aantal medewerkers per productie: vaak 7-10
spelers, 3-5 technici en (optioneel) muzikanten. Dit zorgt ervoor dat zijn voorstellingen duur zijn om te produceren en te
spelen. Daarnaast gebruikt hij grote en inventieve decors waarin meerdere illusionistische trucs zijn verwerkt. Vormgever
Daniël Ament heeft als ingenieur een technische achtergrond, waardoor hij technische vraagstukken op een creatieve manier
kan oplossen, en zo visuele effecten kan creëren die anders financieel niet haalbaar zouden zijn. Zo hebben wij in onze
voorstellingen tot nu toe meer kunnen bereiken dan wat in feite financieel mogelijk was.
meerjarenaanvraag jakop ahlbom/stichting pels februari 2012
10
2013 is een goedkoper jaar dan 2014. We starten 2013 met een gastregie van Jakop bij de Deutsche Oper, inclusief 4 eigen
spelers (Reinier Schimmel, Silke Hundertmark, Gwen Langenberg en Yannick Greweldinger ) en zijn eigen decor-ontwerper.
Het honorarium voor Jakop is meegenomen in onze begroting. In 2013 maken we 1 nieuwe voorstelling, in 2014 twee
nieuwe voorstellingen.
Directe opbrengsten:
De publieksinkomsten zijn gebaseerd op gemiddeld 15 voorstellingen in Amsterdam, 40 voorstellingen in de rest van
Nederland en 15 voorstellingen in het buitenland. We gaan in 2013 60 en in 2014 80 voorstellingen per jaar spelen,
gemiddeld 70 voorstellingen per jaar. Het verschil van 20 tussen 2013 en 2014 komt voort uit het locatieproject Lebensraum
Zwei, wat 20 maal in Amsterdam speelt. We begroten recette-opbrengsten en partage opbrengsten. In Amsterdam spelen we
op eigen risico, dus recette. In de rest van het land vragen we garantiebedragen met een partageverdeling.
Buitenland: gemiddeld € 4.000,- uitkoopsom per voorstelling, gebaseerd op het verleden. Dit is exclusief reis- en
verblijfskosten, ervanuitgaande dat die rechtstreeks betaald worden door de organisator.
De sponsorinkomsten zijn gebaseerd op de verkoop van voorstelling aan bedrijven (deze voorstellingen zijn niet opgenomen
in het aantal speelbeurten) en/of het aangaan van sponsorrelaties.
Co-productiebijdrage:een gemiddelde co-productiebijdrage per jaar uit binnen- of buitenland. In 2013 zal het 0 zijn, in 2014
zal ICK bijdragen aan het locatieproject, en ws. Umeå 2014 aan de horrorvoorstelling.
Overige inkomsten: uitleen Jakop Ahlbom, dit is in 2013 de gastregie in Berlijn, in 2014 is er minder ruimte voor uitleen.
Verder zijn er nog andere activiteiten van Jakop. Te denken valt aan een choreografie voor film of TV, mede ontwikkelen
van een modeshow, aanleren goocheltruc(s) aan derden.
Particuliere bijdragen: voor Lebensraum (2012) zijn we gestart met het werven van donaties via vrienden en fans en via de
theaters. Dit gaan we voortzetten.
Private fondsen: we zullen aanvullend aanvragen bij Prins Bernhard Cultuurfonds en SNS Reaalfonds, met welke er reeds
een incidentele subsidierelatie is, en eventuele andere fondsen.
Het percentage eigen inkomsten blijft bijna gelijk (35,4%), maar omdat het absolute subsidiebedrag stijgt ten opzichte van
vier jaar geleden, stijgen de gerealiseerde absolute eigen inkomsten ook.
Subsidie Fonds Podiumkunsten:
Die bedraagt 47% van onze totale begroting, het gevraagde bedrag is iets hoger dan 4 jaar geleden werd toegezegd.
Overige subsidie structureel:
Bestaat uit onze meerjarenaanvraag bij de Gemeente Amsterdam, waar we nog niet eerder hebben aangevraagd.
Lasten:
De beheerslasten van het personeel bestaat uit zakelijk leiding, pr/marketing en productieleiding. Allen komen of parttime of
een gedeelte van het jaar in dienst. Het totale bedrag ligt hoger dan 4 jaar geleden, dit komt door de uitbreiding van
werkzaamheden van zakelijk leider Wilma Kuite.
Beheerslasten materieel is opslag, huisvesting, administratiekosten, afschrijvingen. Ook dit bedrag is vergelijkbaar met 4 jaar
geleden, er is altijd al zo efficiënt mogelijk geproduceerd met de stichting, daar valt weinig efficiencywinst te halen. Het
aandeel beheerslasten tov de totale lasten is ongeveer 17%.
De activiteitenlasten personeel: bestaat uit 1 artistiek leider, gemiddeld 7 spelers, 4 technici, 2 muzikanten, 1 dramaturg en
kostuum- en decor ontwerper. Ook vier jaar geleden was dit het grootste bedrag op onze begroting. In 2013 zijn deze lasten
aanzienlijk lager dan in 2014.
Activiteitenlasten materieel: decors, transport en decor is altijd erg duur bij Jakop. Ook kosten voor séjours en vervoer
acteurs zijn zeer hoog, door de grote groep mensen die meedoen aan de uitvoering van de voorstellingen. Ook hierbij zijn de
lasten in 2013 aanzienlijk lager dan in 2014.
Marketing/educatie: Ook hierbij ligt het zwaartepunt op 2014. Door de samenwerking met ICK, kunnen we deze kosten
gemiddeld laag houden.
FTE’s:
Uitvoerend: in 2013 is dit aanzienlijk lager dan in 2014. In 2014 zullen we 20 studenten op een stage-contract 4 maanden in
dienst nemen, plus alle medewerkers aan de horrorvoorstelling komen een maand extra in dienst.
Niet-uitvoerend; dit is in 2013 iets lager dan in 2014, maar het verschil is minder groot dan bij de uitvoerende FTE‟s.
Vaste dienst/ tijdelijke dienst: vast is 1 FTE voor Jakop Ahlbom en 0,5 FTE voor Wilma Kuite. Verder wordt iedereen op
tijdelijke contracten aangenomen.
meerjarenaanvraag jakop ahlbom/stichting pels februari 2012
11