03. Startnotitie bestemmingsplan Kameleon e.o.

Bestemmingsplan
De Kameleon en omgeving
Startnotitie 21 juli 2014
Startnotitie bestemmingsplan De Kameleon en omgeving
NL.IMRO.0363.T1402BPSTD-…..
Inhoud
1
Inleiding
3
2
Voorstel wijziging plangrenzen t.o.v Plan van Aanpak
3
3
Vigerend plan
5
4
Huidige situatie
6
5
Beleid in het bestemmingsplan Kameleon en omgeving
8
5.1
5.2
5.3
Bestemmingsvlakkenten westen van de metrobaan
Bestemmingsvlakken ten oosten van de metrobaan
Actualisatie plankaart en regels
6.
Beleidskaders
6.1
6.2
6.3
6.4
6.4.1
6.4.2
6.4.3
6.4.4
6.5
6.5.1
6.5.2
6.5.3
6.5.4
6.5.5
6.5.6
Rijksbeleid
Beleid provincie Noord-Holland
Plabeka metropoolregio Amsterdam
Beleid gemeente Amsterdam
Structuurvisie “Amsterdam 2040 Economisch sterk en duurzaam” (2011)
Kantorenstrategie
Hotelbeleid
Short stay
Beleid stadsdeel Zuidoost
Structuurvisie Zuidoost
Uitvoeringsregels Woningonttrekking stadsdeel Zuidoost
Horecanota Zuidoost
Nota Detailhandel
Parkeernota Zuidoost
Evenementenbeleid Zuidoost
7.
Onderzoeken
14
8.
Werkwijze
14
9
Planning
14
10
Bijlage: Planologische stand van zaken zuidzijde Karspeldreef
2
15
1
Inleiding
Het dagelijks bestuur van stadsdeel Zuidoost heeft op 17 september 2013 het Plan van Aanpak (PvA)
Bestemmingsplannen Zuidoost vastgesteld. In het PvA zijn o.m. de volgorde en de gebiedsgrenzen
van de te actualiseren plannen vastgelegd. Voor de volgorde is leidend dat bestemmingsplannen
volgens de Wet ruimtelijke ordening na 10 jaar geactualiseerd worden. Conform het PvA is het
moment aangebroken om te starten met het actualiseren van het bestemmingsplan Kraaiennest en
omgeving.
In het PvA is voorgesteld om de gebiedsgrenzen van vigerende plannen in een aantal gevallen te
wijzigen bij actualisatie. Dat geldt ook voor het vigerende bestemmingsplan Kraaiennest e.o. aan de
noordzijde van de Karspeldreef. Voorgesteld werd om het plangebied uit te breiden met de
ontwikkelzone aan de overkant van de dreef. Momenteel is die zone nog onderdeel van het
bestemmingsplan de Nieuwe Bijlmer (vastgesteld op 26 juni 2007, dus geactualiseerd vast te stellen
uiterlijk juni 2017). De reden voor de nieuwe gebiedsgrenzen was, dat zo de bebouwing met een
stedelijk karakter aan weerszijden van de Karspeldreef in één bestemmingsplan wordt opgenomen en
dat de laagbouwwijken daar omheen in andere bestemmingsplannen vallen.
In de voorbereiding van deze startnotitie is gebleken dat er redenen zijn om het combineren van de
twee gebieden aan weerszijden van de Karspeldreef te heroverwegen. Om redenen die in deze
startnotitie worden beschreven, wordt voorgesteld om nu alleen een bestemmingsplan op te stellen
voor de zone aan de noordzijde van de Karspeldreef.
De tienjaarstermijn na de vaststelling van het vigerende plan houdt in dat voor dit plangebied uiterlijk
op 18 oktober 2015 het nieuwe bestemmingsplan door de gemeenteraad van Amsterdam moet
worden vastgesteld.
In deze startnotitie wordt ingegaan op de plangrenzen, op de inhoudelijke uitgangspunten voor het
nieuwe bestemmingsplan, op de werkwijze en op de planning.
Het oude winkelcentrum Kraaiennest is vervangen door het nieuwe winkelcentrum Kameleon. Daarom
wordt verder gesproken over het bestemmingsplan Kameleon eo daar waar het gaat over het nieuw
op te stellen plan.
2
Voorstel wijziging plangrenzen t.o.v Plan van Aanpak
Het plangebied ligt in de K-buurt in Amsterdam Zuidoost. In het PvA is voorgesteld om één
bestemmingsplan te maken voor de zones ten noorden en ten zuiden van de Karspeldreef.
Plangrenzen in het PvA bestemmingsplannen: plan 4=voorstel voor nieuw bestemmingsplan Kraaiennest eo
3
De redenen daarvoor waren inhoudelijk: zo zou voor de stedelijke bebouwing aan de dreven één
bestemmingsplan gemaakt worden en kon de laagbouw daar achter in andere plannen worden
opgenomen. Het nieuwe plan zou dan bestaan uit een samenvoeging van het vigerende plan
Kraaiennest eo (vastgesteld 2005) en een deel van het vigerende plan De Nieuwe Bijlmer (vastgesteld
2007). Bij het opstellen van deze startnotitie is gebleken dat er redenen zijn om die samenvoeging te
heroverwegen:
 Voor de zuidzijde zijn de uitgangspunten voor een nieuw bestemmingsplan nog niet bekend.
Het vigerende plan voor de zuidzijde van de Karspeldreef is opgesteld vanuit het idee dat de
parkeergarages gahandhaafd blijven en dat daar omheen nieuwbouw komt. Echter, de
parkeergarages worden gesloopt. Het uitgangspunt van het vigerende plan, met
parkeergarages met daaromheen schillen van woningbouw, klopt niet meer. Een nieuw
bestemmingsplan moet uitvoerbaar zijn. Er zijn nog geen nieuwe uitgangspunten voor de
zuidzijde die als basis kunnen dienen voor een nieuw bestemmingsplan;
 Het vigerende plan voor de noordzijde is 18 oktober 2005 vastgesteld, het vigerende plan voor
de zuidzijde is op 26 juni 2007 vastgesteld. Voor de noordzijde is er daarom een noodzaak om
het bestemmingsplan op korte termijn (vaststelling uiterlijk 18 oktober 2015) te maken. Die
noodzaak ontbreekt voor de zuidzijde (vaststelling uiterlijk juni 2017);
 Het feit dat de nieuwe stedenbouwkundige uitgangspunten voor de zuidzijde er nog niet zijn,
werkt complicerend voor het bestemmingsplan in zijn geheel. De onduidelijkheid voor de
zuidzijde kan het bestemmingsplan in zijn geheel gaan vertragen. Het risico is dat voor de
noordzijde niet bijtijds een bestemmingsplan kan worden vastgesteld en dat het stadsdeel
leges misloopt, mocht binnen anderhalf jaar een bouwplan worden ingediend.
Om bovengenoemde redenen is het voorstel, om nu alleen een bestemmingsplan voor de noordzijde
van de Karspeldreef te starten.
Voorstel splitsen bestemmingsplangebied uit Plan van Aanpak: nu een bestemmingsplan voor de noordzijde
(gebied 4A) opstellen
Voor het bestemmingsplan voor de zuidzijde is belangrijk dat binnen het komende jaar de
stedenbouwkundige uitgangspunten worden opgesteld die als basis kunnen dienen voor het nieuwe
bestemmingsplan. Het PVB werkt momenteel aan de voorbereiding van de herziening van het
stedenbouwkundig plan uit 2003. Het bestemmingsplan voor de zuidzijde moet in 2017 (26 juni)
worden vastgesteld.
De planologische stand van zaken van de zuidzijde (vigerend plan, huidige situatie, plannen en
posities), zijn in bijlage 1 van deze startnotitie beschreven.
4
De voorgestelde plangrenzen voor het nieuwe bestemmingsplan voor de Kameleon eo, zijn
grotendeels conform het vigerende bestemmingsplan deelgebied winkelcentrum Kraaiennest. Het
plangebied ligt ten noorden van de Karspeldreef, tussen de Groesbeekdreef en de ’s-Gravendijkdreef.
Aan de noordzijde wordt het plangebied begrensd door de straten Kikkensteinhof, Kruitberghof en
Oliepalmstraat. Het buurtcentrum De Bonte Kraai en het medisch centrum Kraaiennest zijn ook
onderdeel van het bestemmingsplan.
3
Vigerend plan
Voor het bestemmingsplangebied is het bestemmingsplan De Nieuwe Bijlmer, deelgebied
winkelcentrum Kraaiennest e.o. (vastgesteld 18 oktober 2005), vigerend.
Het bestemmingsplan Kraaiennest is opgesteld om de bouw van het winkelcentrum De Kameleon
planologisch mogelijk te maken. Het plangebied omvat het nieuwe winkelcentrum Kameleon en
omgeving aan de westzijde van het metrospoor, en de locatie van het voormalige winkelcentrum
Kraaiennest en omgeving aan de oostzijde van het metrostation. Ook het gedeelte van het voormalige
winkelcentrum onder de dreef door was onderdeel van het bestemmingsplan.
Het bestemmingsplan onderscheidt de volgende bestemmingen:
SF1: Stedelijke functies 1 (wonen, detailhandel en horeca I, III en IV daar waar dat volgens de
plankaart is toegestaan, dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen, kantoren, bedrijven
in milieucategorie I en II, geldwisselkantoren, telefoneerinrichtingen, internetcafés,
parkeervoorzieningen, fietsenstallingen, groen, water etc). Verschillende functies zijn
gemaximeerd en/of uitsluitend toegestaan in de eerste en tweede bouwlaag. Detailhandel en
horeca samen mag maximaal 8500 m2 zijn, waarvan maximaal 700 m² voor horeca.
Mx:
Maatschappelijke voorzieningen. In het bestemmingsvlak van buurthuis De Bonte Kraai zijn
geen geluidsgevoelige bestemmingen toegestaan;
P:
Parkeergebouwen
Va:
Verkeersareaal (Va)
Vrs:
spoorwegen (incl. max. 200 m² horeca)
In de regels is bepaald, dat:
 Met uitzondering van het verkeersareaal en de maatschappelijke functies, hebben alle 5 de
bouwvlakken de bestemming SF1;
 De maximale bouwhoogte is overal in deze vlakken 30 meter met een maximaal
bebouwingspercentage van 70% en een vrijstellingsbepaling tot maximaal 45 meter
bouwhoogte voor maximaal 5% van het bestemmingsvlak;
 Binnen alle 5 bestemmingsvlakken SF1 is per vlak 100 m2 detailhandel toegestaan.
Daarnaast is in het vlak van het nieuwe winkelcentrum horeca en detailhandel toegestaan.
5





Het maximum aan detailhandel en horeca in het hele plangebied is 8500 m2, waarvan
maximaal 700 m2 tbv horeca I, III en IV;
Alleen in het bouwvlak van het nieuwe winkelcentrum en in het eerste bouwvlak ten oosten
van de spoorlijn is ook horeca toegestaan.
In de overige vlakken zijn gemengde functies zoals genoemd onder SF1 toegestaan, met
uitzondering van horeca en detailhandel boven de genoemde 100 m2;
Er zijn maxima opgenomen voor het aantal geldwisselkantoren en telefoneerinrichtingen en
internetcafés (beide max. 2 in het hele plangebied)
Voor het gehele plangebied is maximaal 12.500 m2 kantoren en bedrijven (t/m milieucategorie
II) toegestaan;
Binnen de bestemming Spoorwegen (het metrostation) is maximaal 200 m2 voor horeca en
detailhandel toegestaan, waarvan maximaal 100 m2 voor horeca I, III of IV;
Het winkelcentrum De Kameleon en het woongebouw daarnaast zijn uiteindelijk gebouwd met een
vrijstellingsbesluit (= afwijking van het bestemmingsplan), o.a. vanwege het verschil in bouwhoogtes
en parkeren ten opzichte van het vigerende plan. Het vrijstellingsbesluit moet in het nieuwe
bestemmingsplan verwerkt worden.
4
Huidige situatie
Bebouwing en gebruik
Van west naar oost is de huidige stand van zaken als volgt:
Aan de westzijde van het plangebied is een woongebouw met sociale huurwoningen gebouwd, met in
de plinten bedrijven en maatschappelijke functies. Naast het woongebouw staat het nieuwe
winkelcentrum De Kameleon, met op de eerste drie lagen winkels en parkeren en daarboven 222
woningen. In de Kameleon zou sprake zijn van enige leegstand, zowel op de verdieping als op de
begane grond (hofzijde). Voor het voorontwerpplan wordt geInventariseerd welke functies er in het
gebouw te vinden zijn en of/waar leegstand is.
Direct ten westen van het winkelcentrum is de markt, na enkele jaren te zijn weggeweest,
teruggekeerd op het plein naast het winkelcentrum.
Het nieuwe woongebouw en winkelcentrum ten westen en het braakliggende terrein ten oosten van de metrobaan
Ten oosten van de metrobaan staan het buurthuis Bonte Kraai en het medisch centrum Kraaiennest.
Het buurthuis wordt gerenoveerd.
Het oude winkelcentrum Kraaiennest en de garage Kleiburg / Koningshoef zijn gesloopt. Het terrein
daarvan is ingezaaid in afwachting van toekomstige ontwikkeling.
Ten noorden van het terrein staat de klusflat Kleiburg. Met de renovatie van de klusflat krijgt de
noordstrook nieuwe buren.
6
Plannen en posities
Voor de zone Karspeldreef is een stedenbouwkundig plan en maaiveldontwerp opgesteld (vastgesteld
door het DB op 16 december 2003 en besproken in de commissie ROVB van 18 maart 2004). De
commissie heeft ter vergadering besloten dat het SP niet naar de stadsdeelraad hoefde te worden
doorgeleid.
Voor de bebouwing ten noorden van de Karspeldreef werd in het stedenbouwkundig plan uitgegaan
van een verhoogde plint aan de dreefzijde met daarboven 7 bouwlagen. Met die bouwhoogte kon het
nagestreefde woningaantal gehaald worden. Voor de bebouwing gericht op de hoven van de flats
(blok G/H/I) werd uitgegaan van lagere bouwhoogtes met grondgebonden woningbouw, waarbij beter
wordt aangesloten op de huidige bestaande bebouwing.
Deze bouwhoogtes wijken dus af van de maxima in het vigerende bestemmingsplan.
De braakliggende gronden zijn onderdeel van de ontwikkelrechten van Rochdale voor de kavels
E,F,G en H en I. Deze afspraken worden herzien en geactualiseerd in een vaststellingsovereenkomst
tussen gemeente en Rochdale. Naar verwachting wordt deze overeenkomst deze zomer getekend.
Rochdale doet afstand van ontwikkelrechten in de G-buurt, H-buurt en K-buurt. De gemeente is vrij
om voor de ontwikkeling van deze buurten een andere ontwikkelaar dan Rochdale te contracteren.
Mocht de gemeente er niet in slagen om gedurende een termijn van 5 jaar na totstandkoming van
deze overeenkomst ontwikkelaars te contracteren dan heeft Rochdale het recht om opnieuw met de
gemeente in onderhandeling te treden ter zake van de ontwikkeling van vrije kavels in de K-buurt.
Uitloper plangebied over de Karspeldreef
Het vigerend plan heeft een uitloper naar de zuidzijde van de Karspeldreef. Dat was destijds
onderdeel van het oude winkelcentrum Kraaiennest. Omdat de ruimtelijke situatie gewijzigd is met de
verlaging van de Karspeldreef, de sloop van het winkelcentrum Kraaiennest en de sloop van de
parkeergarage Klieverink, is het ruimtelijk gezien niet meer logisch om de uitloper naar de zuidzijde in
het bestemmingsplan voor de noordzijde op te nemen.
De planologische situatie voor dit strookje wordt daardoor, dat het vigerende kader in 2015 zijn
actualiteit verliest. Het vigerend plan is dan nog wel het kader waaraan plannen getoetst worden als
op dat moment nog geen nieuw plan is vastgesteld. Voor deze uitloper is de situatie dat deels een
ruimtelijke onderbouwing voor de ontwikkeling van studentenwoningen/-jongerenwoningen wordt
voorbereid en dat het deels de bestemming Verkeersareaal heeft. Er zijn daarom geen risico’s aan
verbonden om de uitloper niet mee te nemen in het bestemmingsplan voor de noordzijde. Het
gebiedje is dan 2 jaar zonder actueel bestemmingsplan, totdat het plan voor de zuidzijde wordt
vastgesteld (juni 2017).
7
5
Beleid in het nieuwe bestemmingsplan Kameleon en omgeving
Het voorstel voor het beleid in het nieuwe bestemmingsplan Kameleon eo is het volgende:
5.1
Bestemmingsvlakkenten westen van de metrobaan
De gerealiseerde bebouwing van het winkelcentrum en het woongebied ernaast worden conform het
vrijstellingsbesluit van destijds in het bestemmingsplan opgenomen. Dat wil zeggen wonen met
gemengde functies in de plint voor het woongebouw en winkelcentrum c.a., met daarboven wonen en
parkeerplekken voor het winkelcentrum De Kameleon.
Het (marktplein) en het (tijdelijke) parkeerterrein worden in het bestemmingsplan als
verkeerareaal/verblijfsgebied opgenomen. Daarbinnen worden mogelijk gemaakt de markt, parkeren,
groen, recreatie, verkeersareaal, water.
Het metrostation wordt als metrostation in het bestemmingsplan opgenomen, met een kleine
hoeveelheid detailhandel/horeca conform het vigerende plan.
5.2
Bestemmingsvlakken ten oosten van de metrobaan
Maatschappelijke functies ten oosten van de metrobaan
De maatschappelijke voorzieningen oostelijk naast het metrostation worden als maatschappelijk in het
bestemmingsplan opgenomen (zoals in het vigerend plan).
Braakliggend terrein ten oosten van de metrobaan
Planvorm
Voor het braakliggende terrein van het voormalige winkelcentrum Kraaiennest zijn in het vigerende
plan drie bestemmingsvlakken met stedelijke functies en een maximale bouwhoogte van 30 meter
opgenomen. Er zijn op dit moment geen concrete bouwinitiatieven.
De kaders in het huidige plan zijn ruim. Gebruikelijk bij de bestemmingsplannen in het gebied van de
Nieuwe Bijlmer was om ofwel een meer gedetailleerd eindplan, of een globaler plan met een
uitwerkingsverplichting op te stellen. Het voorstel voor deze bouwvlakken is, om weer aan te sluiten bij
die systematiek en te kiezen voor een bestemmingsvlak met een uitwerkingsverplichting.
Dat heeft als voordelen:
 Er kunnen nog veel mogelijkheden worden open gehouden voor wat er kan komen;
 De invulling en uitwerking kan tzt samen met een initiatiefnemer worden gemaakt;
 Door nu globale regels op te stellen, maar ook duidelijk te maken dat er later een meer
gedetailleerde uitwerking komt, wordt voor de omgeving duidelijk dat er in de komende tien
jaar nog een ronde komt waarin zij via inspraak invloed kunnen hebben op de verdere
uitwerking. Het is dan voor hen ook duidelijk dat er uiteindelijk wel een plan komt dat
gedetailleerder is dan het huidige, wat ten goede zal komen aan het gevoel van
rechtszekerheid;
Het alternatief, nu een gedetailleerd eindplan maken, heeft als nadeel een grote kans op
projectafwijkingsprocedures in de toekomst.
Inhoud van het plan
Voor de bouwhoogtes, bestemmingsvlakken, bebouwingspercentages etc wordt voorgesteld, de
kaders van het huidige plan over te nemen. Uitgangspunt is een hogere bouwhoogte met circa 7
bouwlagen aan de Karspeldreef (de maximale 30 meter uit het bestemmingsplan). Aan de zijde van
de hoven van de flats is een lagere bebouwing gewenst. In de uitwerking worden de nadere
bouwhoogtes, hoogtescheidingslijnen e.d. vastgelegd.
Wat betreft de toegelaten functies, wordt voorgesteld om voor de drie bestemmingsvlakken met een
uitwerkingsverplichting in totaal de maxima in de tabel op te nemen (in de kolom links staat wat nu is
toegestaan in het totale vigerende plan). Voor kantoren/bedrijven en detailhandel/horeca is
uitgangspunt, dat de maxima in het huidige vigerende plan niet overschreden worden. Het aantal
vierkante meters kantoren is ten opzichte van het vigerende plan teruggebracht tot het metrage in het
Plabeka en de Kantorennota Amsterdam. Er is een mogelijkheid voor hotelontwikkeling opgenomen.
In de uitwerking(en) zal t.z.t. in overleg met het regionaal adviesteam voor hotelontwikkelingen worden
bepaald of het wenselijk is om die planologische mogelijkheid in stand te houden (zie § 6.4.3,
hotelbeleid).
8
Metrages en Inventarisatie
De metrages in onderstaande tabel zijn voorlopige m2’s. In het kader van het
voorontwerpbestemmingsplan wordt geïnventariseerd:
 Hoeveel van welke functies is toegestaan in het projectafwijkingsbesluit voor het
winkelcentrum;
 Wat de daadwerkelijke vulling op dit moment is;
 Welk gedeelte van het Plabeka voor de noordzijde Karspeldreef al is gerealiseerd;
 In het bestemmingsplan wordt aangegeven wat bestaand/reeds toegestaan is en wat
extra/gewijzigd is in het nieuwe plan.
Op basis van de uitkomsten van die inventarisatie kunnen de toegelaten oppervlaktes voor de
verschillende functies in het traject naar het voorontwerpbestemmingsplan in onderstaande tabel
wijzigen.
Vigerend plan voor de hele noordstrook
Voorstel maxima voor de drie uit te werken
vlakken
Maximaal 3.900 m2 kantoren
Totaal kantoren/bedrijven/dienstverlening voor
het hele plangebied maximeren op 12.500 m².
Max 500 m2 horeca I,III en IV in alle uit te
werken vlakken samen. In het meest oostelijk
gelegen vlak geen horeca.
Max. 100 m2 detailhandel per uit te werken
bestemmingsvlak
Maximaal 5.000 m2 hotel
Maatschappelijke voorzieningen niet gelimiteerd
In de uitwerking kunnen de maxima wel lager
worden of verder worden gedetailleerd, maar niet
hoger
Max. 12.500 kantoren/bedrijven voor de hele
noordstrook
Maximaal 8500 m2 horeca/detailhandel
In vlakken buiten winkelcentrum: max 100 m2
detailhandel per bestemmingsvlak
Maximum Kameleon: in beginsel cf
bouwplan/vrijstellingsprocedure
Maatschappelijke voorzieningen niet gelimiteerd
Als uitwerkingsregel wordt opgenomen, dat in het meest oostelijke bestemmingsvlak alleen
kleinschalige niet-wonenfuncties tot een beperkt vloeroppervlak zijn toegestaan en dat bij de
uitwerking van de andere vlakken uitgangspunt moet zijn, dat het zwaartepunt van de nietwonenfuncties dichtbij de metro moet liggen.
Ook is uitgangspunt, dat er geen publiekstrekkende functies (bijvoorbeeld culturele publiekstrekkers of
religie) zijn toegestaan. De reden daarvoor is, dat zich daar al een aantal van in de omgeving
bevinden en dat het niet gewenst is dat de locatie verder belast wordt met publiekstrekkers.
5.3
Actualisatie plankaart en regels
De regels en de plankaart van het hele plan worden geactualiseerd met de nieuwe landelijke
standaarden (SVBP 2012) en met de standaardregelingen vanuit het stadsdeel die momenteel voor
alle bestemmingsplannen gelden. Het plan moet opnieuw worden ingemeten.
9
6. Beleidskaders
De ontwikkelingen in het bestemmingsplan worden getoetst aan rijks- provinciaal gemeentelijk en
stadsdeelbeleid. Voor dit bestemmingsplan zijn relevant:
6.1 Rijksbeleid
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)
Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte vastgesteld. In de
structuurvisie is aangegeven dat het Rijk drie hoofddoelen heeft:
 het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijkeconomische structuur van Nederland;
 het verbeteren, in standhouden en ruimtelijk zeker stellen van de bereikbaarheid, waarbij de
gebruiker voorop staat;
 het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en
cultuurhistorische waarden behouden zijn.
Uit de drie hoofddoelen komen onderwerpen voort die van nationaal belang zijn.
Structuurvisies hebben alleen een bindende werking voor de overheid die de visie heeft vastgesteld.
De nationale belangen uit de structuurvisie die juridische borging vragen, worden daarom geborgd in
het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Deze Amvb is gericht op doorwerking van
nationale belangen in gemeentelijke bestemmingsplannen en zorgt voor sturing en helderheid van
deze belangen vooraf.
Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)
Op 30 december 2011 is het Barro in werking getreden. In het Barro zijn bepalingen
opgenomen ten aanzien van een aantal beschreven onderwerpen van nationaal belang. Het
bestemmingsplan Kameleon e.o. raakt niet aan deze nationale belangen.
Nationaal Waterplan
Het Nationaal Waterplan is in december 2009 vastgesteld en beschrijft de hoofdlijnen van
het nationale waterbeleid. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal
Waterplan voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie. Relevant voor dit
bestemmingsplan zijn uitspraken over bestaand stedelijk gebeid.
Bij de ontwikkeling van locaties in de stad wordt ernaar gestreefd dat de hoeveelheid groen
en water per saldo toeneemt. Dit moet stedelijk gebied aantrekkelijk en leefbaar maken en
houden. Bij de aanpak van de stedelijke wateropgave wordt rekening gehouden met
verdergaande verstedelijking en klimaatverandering en zoveel mogelijk aangesloten bij de
dynamiek van de stad. Dit bestemmingsplan maakt niet meer verharding mogelijk dan al was
opgenomen in het bestemmingsplan De Nieuwe Bijlmer. Voor de Nieuwe Bijlmer is een waterbalans
opgesteld die momenteel geactualiseerd wordt. In de waterbalans wordt de watercompensatie
gemonitord die nodig is als compenserende waterberging voor de nieuwbouw.
6.2 Beleid provincie Noord-Holland
De Provinciale Staten van de provincie Noord-Holland hebben op 21 juni 2010 de
Structuurvisie Noord-Holland 2040 en de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie
(PRVS) vastgesteld. Alle plandelen van dit bestemmingsplan zijn onderdeel van het
Bestaande Bebouwde Gebied (BBG). Nieuwe bedrijventerreinen of kantorenlocaties zijn in
het bestaande bebouwde gebied alleen toegestaan als deze passen binnen de provinciale
planningsopgave (artikel 11 PRVS). Het nieuwe bestemmingsplan gaat niet uit van de
realisatie van nieuwe bedrijventerreinen of grootschalige kantorenlocaties. De hoeveelheid kantoren
wordt teruggebracht ten opzichte van het vigerende plan.
6.3 Plabeka metropoolregio Amsterdam
Op basis van de Plabeka monitor is binnen de Metropoolregio Amsterdam al in 2007 de afspraak
2
gemaakt om 3,5 mln m aan kantoorplannen te reduceren. Op basis van de Plabeka monitor 2010 is
in 2011 de Uitvoeringsstrategie Plabeka 2010-2040 vastgesteld. Dit bevat de afspraak om
2
daarbovenop 1,9 mln m kantoorplannen en meer dan 500 ha bedrijventerreinen te schrappen of uit te
faseren na 2040.
Op 23 juni 2011 is de Uitvoeringsstrategie Plabeka 2010-2040 door de bestuurders van de
Metropoolregio Amsterdam vastgesteld. Daarbij zijn afspraken gemaakt over de programmering van
10
werklocaties, de aanpak van de leegstand en de herstructurering van bedrijventerreinen.Bij de
programmering van werklocaties is geconstateerd dat in de periode tot 2020 nog een overschot aan
plannen bestaat. Aan de deelregio’s is gevraagd te onderzoeken in hoeverre ook voor dit tijdvak vraag
en aanbod geoptimaliseerd kunnen worden.
In de Uitvoeringsstrategie 2010-2040 staat de urgentie verwoord om te komen tot aanscherping van
de programmering voor kantoorlocaties en bedrijventerreinen. Deze urgentie betreft de hoge
structurele leegstand van kantoren (17 % in 2010) ook in internationaal perspectief en het aandeel
verouderde bedrijventerreinen (30% van het totale volume). Het in balans krijgen van vraag en
aanbod van kantoorruimte en bedrijventerreinen betreft naast een kwantitatieve ook een kwalitatieve
opgave.
Binnen de Uitvoeringsstrategie valt de Karspeldreef in de categorie Beperkte Groeigebieden.
Beperkte groeigebieden zijn gebieden waar in beperkte mate ruimte geboden wordt voor het
toevoegen van kantoren. Daarnaast is herontwikkeling van de bestaande voorraad in deze gebieden
van belang en zal indien relevant onttrekking van incourante kantoren door transformatie en sloop
plaats moeten vinden. De redenen voor behoud van planaanbod op de genoemde locaties varieert en
kent in sommige gevallen een vraaggerichte invalshoek, maar noodgedwongen in enkele gevallen ook
een aanbodgestuurde.
6.4 Beleid gemeente Amsterdam
6.4.1 Structuurvisie “Amsterdam 2040 Economisch sterk en duurzaam” (2011)
De gemeenteraad van Amsterdam heeft op 16 februari 2011 de Structuurvisie Amsterdam
2040 vastgesteld. In de structuurvisie worden keuzes vastgelegd voor de ruimtelijke
ontwikkeling van de stad. In de structuurvisie is als centrale ambitie verwoord dat Amsterdam
zich als kernstad verder dient te ontwikkelen binnen een internationaal concurrerende
duurzame Europese metropool.
Dit bestemmingsplan ligt in het bestaande stedelijke gebied waarbij de Structuurvisie uitgaat van een
menging van wonen en werken. Voor dit bestemmingsplan wordt uitgegaan van behoud van de
bestaande bebouwing of realisatie van nieuwbouw binnen het bestaande stedelijke gebied. Dit past
binnen de kaders van de Structuurvisie.
6.4.2 Kantorenstrategie
Op 14 mei 2011 heeft de gemeenteraad van Amsterdam de “Kantorenstrategie Amsterdam”
vastgesteld. Met de kantorenstrategie kiest de gemeente ervoor om de leegstand van kantoren
terug te brengen tot een acceptabel niveau. Ook geeft de gemeente vorm aan (restricties aan)
verversing en uitbreiding van de kantorenvoorraad. De gemeente wil daarmee bijdragen aan het
herstellen van het evenwicht op de kantorenmarkt op termijn.
De kantorenstrategie richt zich zowel op de planvoorraad als op de bestaande voorraad met de
volgende maatregelen en kaders:
 Herontwikkeling: om de kwaliteit van de bruikbare kantorenvoorraad op peil te houden;
 Transformatie en sloop van in onbruik geraakte kantoren: om de omvang van de bestaande
kantorenvoorraad te verkleinen;
 Reductie en temporisering van de planvoorraad voor nieuwbouw: om de omvang in
overeenstemming te brengen met de lagere toekomstige ruimtebehoefte.
Voor de locatie Karspeldreef staat in de Kantorenstrategie een planvoorraad van 3.900 m2 genoemd.
Voorgesteld wordt een reductie van 0 van die planvoorraad. In het bestemmingsplan wordt maximaal
3.900 m2 nieuwe kantoorruimte toegestaan.
6.4.3 Hotelbeleid
Sinds 2014 is er een nieuw hotelbeleid voor de regio Amsterdam. In de notitie Regionale
hotelstrategie 2016-2022 wordt geconstateerd dat binnen de vigerende bestemmingsplannen van
Amsterdam en Haarlemmermeer voldoende planologische ruimte is opgenomen om de plannen vanuit
de hotelmonitor (2012) te realiseren en de berekende marktruimte tot 2020 te kunnen faciliteren:
ingeval alle planologische ruimte wordt gerealiseerd, is er nagenoeg sprake van een verdubbeling van
het aantal bestaande hotelkamers in Amsterdam en Haarlemmermeer. De wens is om de hotelmarkt,
die nog steeds goede groeipotentie heeft -maar waarbij het planaanbod de vraag ruimschoots
overstijgt- de komende jaren vanuit de overheid dusdanig gestimuleerd kan worden dat de sector
gezond blijft om de balans in vraag en aanbod duurzaam in stand te houden. Het juiste hotel op de
11
juiste plek – kwaliteit boven kwantiteit. De MRA daarvoor heeft ontwikkeld is de Hotelladder MRA. Een
van de criteria daarin is de kansenkaart Amsterdam, met kansrijke gebieden voor hotelontwikkeling.
Binnen Zuidoost staat alleen Amstel III op de kansenkaart. Voor de Karspeldreef betekent dat, dat
hotels in nieuwbouw moeten worden voorgelegd aan het regionaal adviesteam. Bij transformatie is dat
niet altijd het geval.
Binnen de uit te werken delen van het bestemmingsplan Kameleon e.o. wordt een hotel (nog) niet
uitgesloten. Als in de komende jaren uitwerking(en) worden gemaakt, kan in overleg met het regionaal
adviesteam worden beoordeeld of het wenselijk is om een hotel in de uitwerking op te nemen.
6.4.4 Short stay
Op 11 februari 2009 heeft de gemeenteraad ingestemd met de Beleidsnotitie short stay waarin short
stay in Amsterdam mogelijk werd gemaakt. Daarbij werd het volgende overwogen: “Ons college ziet
dat het aanbieden van woningen voor kort verblijf een mondiale ontwikkeling is die ook past bij een
internationaal georiënteerde stad als Amsterdam”. Onder short stay werd verstaan het tijdelijk wonen
in een zelfstandige woning voor een periode van ten minste 7 nachten en maximaal 6 maanden. In
nieuwbouw hoefde voor short stay geen vergunning te worden aangevraagd, voor bestaande bouw
wel. Tussentijds is in juli 2012 het short staybeleid door de gemeenteraad gewijzigd. Zo werd het
minimum aantal nachten verlaagd tot 5.
In 2014 heeft het college bepaald dat er pas op de plaats moet worden gemaakt met short stay.
(Beleidsnotitie short stay 2014). Het college constateerde dat er een voldoende aanbod was aan
shortstay woningen, naast een groeiend aanbod aan appartementenhotels. In de afweging van
belangen werd het belang van de woningvoorraad door het college voorop gesteld. Er is een pas op
de plaats gemaakt voor het verlenen van vergunningen voor short stay. In 2017 wordt het short
staybeleid en de ‘stop’ op vergunningen opnieuw geëvalueerd. Mocht het aanbod aan short stay in
Amsterdam in de tussenliggende jaren dalen, dan is het mogelijk om nieuwe short stayappartementen
toe te voegen in die delen van de stad waar de behoefte groot is en de woningmarkt het toelaat.
Tevens is in de definitie van short stay het minimum aantal dagen weer op 7 dagen gezet.
Voor short stay is in het kader van de Huisvestingsverordening een vergunning voor
woningonttrekking nodig. De vergunning voor short stay moet, door de eigenaar, worden aangevraagd
bij het stadsdeel waarin de te onttrekken woning is gelegen. Het college heeft bepaald dat ook short
stay in nieuwbouw vergunningplichtig is.
Voor dit bestemmingsplan betekent een en ander, dat short stay planologisch wel mogelijk wordt
gemaakt. De minimale verblijfstermijn wordt gesteld op 7 nachten. De vergunningverlening loopt via
de woningonttrekkingsvergunning. Vooralsnog worden er geen vergunningen voor uitgegeven.
6.5 Beleid stadsdeel Zuidoost
6.5.1 Structuurvisie Zuidoost
De structuurvisie is op 27 september 2005 vastgesteld door de stadsdeelraad Zuidoost. In de
structuurvisie heeft het stadsdeel de gewenste ruimtelijke ontwikkeling voor het gehele
stadsdeel tot 2020 weergegeven. De structuurvisie vormt daarmee het beleidskader voor het
stadsdeel. De structuurvisie gaat in op de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid op lange
termijn waarmee een samenhangend perspectief wordt neergezet.
Binnen de structuurvisie heeft het plangebied de milieutypering Centrum (wijk) (wensbeeld 2020). Dat
houdt in een gemengd programma van voorzieningen, werken en wonen in een hoge intensiteit. De
schaal van oriëntatie is de wijk en het stadsdeel. De bereikbaarheid is goed door de nabijheid van de
metro en het woningenbestand kent een mix van financieringscategorieën.
6.5.2 Uitvoeringsregels Woningonttrekking stadsdeel Zuidoost
Op 18 december 2012 heeft het dagelijks bestuur van het stadsdeel de “Uitvoeringsregels
Woningonttrekking stadsdeel Zuidoost, Onttrekken, Samenvoegen en Omzetten”
vastgesteld, die per 1 januari 2013 in werking zijn getreden. Op basis van deze regels is
het toegestaan om zelfstandige woonruimte om te zetten in onzelfstandige woonruimte
(kamergewijze verhuur). Naar aanleiding van deze beleidsregels wordt in het nieuwe
bestemmingsplan de definitie van “woning” aangepast, waarbij het begrip “één huishouden”
is geschrapt.
12
6.5.3 Horecanota Zuidoost
De horecanota Zuidoost 2007-2012 is op 18 december 2007 door de stadsdeelraad van Zuidoost
vastgesteld. Met de horecanota wil het stadsdeel inspringen op de groei van de bevolking en op de
nieuwe behoeften van de bevolking op het gebied van horecavoorzieningen. Zuidoost wil (binnen
voorwaarden) meer ruimte bieden aan de ontwikkeling van de horecasector, zonder dat het woon- en
leefklimaat wordt aangetast. Ook is een kwaliteitsverbetering in het aanbod gewenst. De horecanota
dient als toetsingskader voor ontwikkelingen en planvorming rond de horeca, vergunningverlening en
handhaving. Volgens onderzoek is er binnen het stadsdeel ruimte voor 15 tot 20 extra
horecavestigingen, verdeeld over de locaties Centrumgebied, groengebieden, bedrijventerreinen, wijken buurtcentra en woongebieden.
Het nog te ontwikkelen gedeelte langs de Karspeldreef valt in de categorie Horeca in Woongebieden.
Het stadsdeel streeft hier naar horeca met een buurtverzorgende functie en met een aanbod dat past
bij het inwonertal van de buurt. Horeca zal voornamelijk worden toegestaan aan de hoofddreven. In
woongebieden worden categorieën A (fastfoodrestaurants, cafetaria’s, snackbars, shoarmazaken), C
(cafés, bars) en D (restaurants, eetcafés, lunchrooms, koffiie-/theehuizen, ijssalons) toegestaan.
In buurtwinkelcentra streeft het stadsdeel naar het beperken van het aantal horecavestigingen tot
hoogstens twee à vier vestigingen per winkelcentrum, afhankelijk van het winkelcentrum. Maximaal
7% van het vloeroppervlakte van een buurtwinkelcentrum zou uit horeca mogen bestaan. Voor
winkelcentra gaat het beleid uit van dezelfde categorieën als bij woongebieden.
Omdat het uit te werken gebied van dit bestemmingsplan naast het winkelcentrum Kameleon ligt,
waar al de nodige horeca in is te vinden, is te overwegen om de toegestane horeca te beperken tot
uitsluitend restaurants.
6.5.4 Nota Detailhandel
Op 18 december 2007is de Detailhandelsnota stadsdeel Amsterdam Zuidoost 2007 vastgesteld. In de
detailhandelsnota worden de ontwikkelingen rond de zeven winkelcentra in Amsterdam Zuidoost
beschreven. Ten tijde van de nota was het oude winkelcentrum Kraaiennest er nog. Kraaiennest was
naast Reigersbos het tweede wijkwinkelcentrum van het stadsdeel. Kraaiennest wordt in de
detailhandelsnota beschreven als een winkelcentrum in de overgang van oud naar nieuw. Er is
enerzijds sprake van leegstand en daarmede afbrokkeling van de trekkracht van dit centrum.
Het nieuwe wijkwinkelcentrum zal groter zijn dan het huidige centrum. Voor het nieuwe winkelcentrum
is circa 10.000 m2 bvo gepland (op de begane grond en de eerste verdieping) . Hiervan is 1.600 m2
bestemd voor horeca en 8.400 m2 vvo voor de detailhandel. Boven de winkels worden woningen
gemaakt. De vernieuwing van het winkelcentrum gaat gepaard met een kwalitatieve verbetering
waarbij extra impulsen kunnen worden gegeven aan het wijkkarakter van dit winkelcentrum.
Met de vernieuwing van de winkelcentra Kraaiennest en Holendrecht zal er op wijk- en buurtniveau
meer evenwicht tussen de verschillende winkelvoorzieningen ontstaan en kan Zuidoost de
concurrentie van buiten het stadsdeel aan.
6.5.5 Parkeernota Zuidoost
Op 24 juni 2008 heeft de stadsdeelraad de Parkeernota Zuidoost vastgesteld. Daarin zijn voor
verschillende functies parkeernormen opgenomen. Voor het ontwikkeldeel in het bestemmingsplan
wordt in de uitwerkingsregels opgenomen dat de uitwerking moet voldoen aan het parkeerbeleid.
6.5.6 Evenementenbeleid Zuidoost
Op 14 december 2010 is de Evenementennota ‘Zuidoost levendig en gastvrij’ vastgesteld. Daarin zijn
diverse locaties in Zuidoost aangewezen waar verschillende soorten evenementen kunnen
plaatsvinden. Het winkelcentrum Kraaiennest heeft een tijdelijk profiel. De reden daarvoor waren de
de nieuwbouwplannen voor het winkelcentrum, ten tijde van het opstellen van de
profielbeschrijvingen. Het winkelcentrum zou daardoor voor langere tijd niet beschikbaar zijn voor
evenementen. Na de renovatie is het plein weer beschikbaar voor evenementen en kan het profiel
voor deze locatie worden aangevuld, waarbij gekeken wordt naar de feitelijke situatie.
.In de komende tijd wordt een locatieprofiel evenementen opgesteld voor deze locatie. Dat profiel
wordt opgenomen in het (voor)ontwerpbestemmingsplan.
13
7.
Onderzoeken
Het bestemmingsplan heeft voor een groot deel een conserverend karakter. De maximale metrages
worden wel geactualiseerd op basis van bijvoorbeeld het Plabeka en op basis van een inventarisatie
van onderstaande Om de maximaal toe te laten metrages voor de verschillende functies te kunnen
bepalen, is in het kader van het voorontwerpplan een inventarisatieronde nodig. Daarin wordt
geïnventariseerd:



Hoeveel van welke functies is toegestaan in het projectafwijkingsbesluit voor het
winkelcentrum;
Wat de daadwerkelijke vulling op dit moment is;
Welk gedeelte van het Plabeka voor de noordzijde Karspeldreef al is gerealiseerd;
In het bestemmingsplan wordt aangegeven wat bestaand/reeds toegestaan is en wat extra/gewijzigd
is in het nieuwe plan.
Voor de ontwikkeldelen worden de meeste onderzoeken uitgevoerd bij de uitwerking(en) van het
nieuwe bestemmingsplan. Voor bijvoorbeeld verkeer en geluid zijn actuele onderzoeken nodig en die
kunnen beter worden uitgevoerd als er uitwerking(en) worden gemaakt. Omdat het bestemmingsplan
programmatisch niet méér mogelijk maakt dan het vigerend plan (waar al onderzoeken voor verricht
zijn), kan de uitvoerbaarheid in hoofdlijnen voldoende worden aangetoond.
Voor de uitwerking moeten dan t.z.t. de volgende onderzoeken worden gedaan:
Quick scan Flora en Fauna
Verkeersonderzoek;
Geluidsonderzoek
Onderzoek luchtkwaliteit
Mogelijk geur
Mogelijk externe veiligheid
Voor de uit te werken vlakken wordt wel alvast een historisch bodemonderzoek uitgevoerd. Dat
onderzoek blijft langer actueel dan bijvoorbeeld verkeersonderzoek en kan nu alvast worden gedaan.
8.
Werkwijze
Het bestemmingsplan wordt binnen het stadsdeel opgesteld. Trekker is de afdeling RVM (planoloog),
in samenwerking met een van de ro-juristen. Het bestemmingsplan wordt in overleg met het
Projectbureau Vernieuwing Bijlmermeer opgesteld.
Het bestemmingsplan heeft gedeeltelijk een conserverend en gedeeltelijk een ontwikkel (uit te
werken) karakter. Er zal in ieder geval overleg worden gevoerd met de winkeliersvereniging
Kameleon. Met het betreffende gebiedsteam en met het PVB zal bij het opstellen van het voorontwerp
worden besproken of overleg met andere stakeholders gewenst is. De participatie vanuit de omgeving
vindt verder plaats in het kader van de inspraak voor het voorontwerpbestemmingsplan.
9
Planning
Door het nieuwe bestuurlijke stelsel van Amsterdam is het aantal bestuurlijke behandelingen binnen
de stappen tot en met vaststelling van een bestemmingsplan aanzienlijk toegenomen. Voor de
bestuurlijke behandeling moet per stap tenminste 6 weken worden gerekend. Naar verwachting zullen
er de komende tijd voorstellen voor stroomlijning worden gedaan.
Het bestemmingsplan Kameleon eo moet uiterlijk 18 oktober 2015 worden vastgesteld. Volgens de
huidige schema’s ziet de planning van het bestemmingsplan er in hoofdlijnen als volgt uit:
 Vaststellen startnotitie: DB juli 2014;
 Opstellen voorontwerp; augustus – november;
 Voorontwerp vrijgave voor inspraak/artikel 3.1.1 vooroverleg: : AB / wethouder RO; half
november-december;
 Inspraak en artikel 3.1.1: 6 weken januari – februari 2015;
14








Verwerken reacties en opstellen ontwerpplan: maart 2015;
AB-besluit advies ontwerpplan, B&W besluit: half mei 2015;
Ter inzagelegging, zienswijzen: 6 weken: mei-juni 2015;
Verwerken zienswijzen: juli 2015
Vaststelling bestemmingsplan: advies AB, vaststelling gemeenteraad: oktober 2015
Bekendmaking vaststelling: oktober 2015;
Beroepstermijn: tot half december 2015
In werking treding plan bij geen beroep: half december 2015.
15
Bijlage: Planologische stand van zaken zuidzijde Karspeldreef
Vigerend bestemmingsplan: De Nieuwe Bijlmer (vastgesteld 26 juni 2007)
In het bestemmingsplan De Nieuwe Bijlmer uit 2007 werd voor de zuidzijde van de Karspeldreef nog
uitgegaan van het behoud van de parkeergarages. Rondom de parkeergarages was een schil van
woningbouw in verschillende hoogtes gedacht. Langs de dreefzijde is de maximale bouwhoogte in het
bestemmingsplan 60 meter, met uitzondering van delen bij de parkeergarages met een maximale
bouwhoogte van 20 meter. De maximale bouwhoogte aan de zijkanten van de parkeergarages is 20
meter. Aan de dreefzijde en aan de zijkanten van de parkeergarages zijn per bestemmingsvlak
maximaal 100 woningen en gemengde bestemmingen toegestaan, binnen de bestemmingsvlakken
aan de zuidzijde is alleen woningbouw (variërend van maximaal 16 tot en met 19) toegestaan. De
maximale bouwhoogte aan de zuidzijde van de parkeergarage is 12 meter.
De bestaande woontorens zijn met de bestemming wonen, en in de plinten gemengde voorzieningen
in het plan opgenomen.
In het vigerende plan zijn in dit gebied de volgende bestemmingen toegestaan:
WX+GV:
Woningen c.a. en gemengde voorzieningen (aan noord- en zijkanten parkeergarages);
WX:
Wonen c.a. (zuidzijde parkeergarages)
W+GV:
Woningen boven gemengde voorzieningen (woontorens)
GV:
Gemengde Voorzieningen (overgang woontorens – verkeersareaal);
MX:
Maatschappelijke Voorzieningen (weerszijden metrostation);
Pg:
Parkeergarage. Binnen deze bestemming zijn verkeersareaal, groenvoorzieningen en
water toegestaan voor wat betreft de onbebouwde delen;
Va1:
Verkeersareaal (dreven);
Va2:
Verblijfsgebied;
G:
Groen;
Vm:
metrobanen en metrostations
Voor Kralenbeek is een artikel 19 procedure doorlopen.
Huidige stand van zaken, plannen en posities
Ten zuiden van de Karspeldreef is de uitgangssituatie gewijzigd ten opzichte van de uitgangspunten
voor het vigerende bestemmingsplan.
De stand van zaken in de strook ten zuiden van de Karspeldreef is als volgt:
Woontorens Kralenbeek, Kempering, Klieverink, Kralenbeek: Woontorens met bedrijven en
voorzieningen binnen de bestemming Gemengde Voorzieningen onder de torens, waaronder een café
onder Klieverink;
Parkeergarages: Alle parkeergarages worden binnen tien jaar, dus binnen de werkingstermijn van een
nieuw bestemmingsplan, gesloopt. Het besluit tot sloop van garages Klieverink en Kouwenoord is op
12 maart 2013 door het D.B. genomen. De parkeergarage Klieverink is reeds gesloopt. Er is een
initiatief om op de locatie Klieverink jongerenhuisvesting te maken voor een periode van ca 20 jaar.
Voor de jongerenhuisvesting zal een aparte WABO procedure worden gevoerd. Sloop van
parkeergarage Kouwenoord volgt in 2015. Het besluit tot sloop van garages Kempering en Kralenbeek
is op 11 februari 2014 door het D.B. genomen. De parkeergarage Kralenbeek wordt in 2015 gesloopt.
De parkeergarage Kempering wordt op termijn gesloopt. Voor de tussentijd wordt voor Kempering een
16
groene bestemming onderzocht.
Maatschappelijke functies aan weerszijden van de metrobaan: ten westen van de metrobaan staat
een moskee (uitgebreid met een vrijstellingsprocedure) en ten oosten een kinderdagverblijf en een
kerk, alles conform de bestemming maatschappelijke functies
Plannen en posities
Voor de zone Karspeldreef is een stedenbouwkundig plan en maaiveldontwerp opgesteld (vastgesteld
door het DB op 16 december 2003 en besproken in de commissie ROVB van 18 maart 2004. De
commissie heeft ter vergadering besloten dat het SP niet naar de stadsdeelraad hoefde te worden
doorgeleid.
De uitgangspunten voor de zuidzijde uit het stedenbouwkundig plan zijn 1:1 vertaald in het
bestemmingsplan De Nieuwe Bijlmer.
Het idee uit het stedenbouwkundig plan voor het behoud van de parkeergarages met daaromheen
een schil van woningbouw, is nu (2014) van de baan. Door het PVB wordt een nieuw
stedenbouwkundig plan voorbereid.
Er zijn geen partijen met grondposities. Voorheen was de Key in beeld voor de garages Kempering en
Kralenbeek, maar deze partij heeft zich teruggetrokken (brief dd 29 november 2012).
17