Press - Edwin Zwakman

nrc art
C6
NRCHANDELSBLAD CULTUREEL SUPPLEMENT
Beeldende kunst
DONDERDAG 20 MAART 2014
C7
Rob Scholte
Ultra!
KuuB
Galerie Wed
Kunsthandel Meijer
tm 13 april in Utrecht
www.kunstruimtekuub.nl
Tentoonstelling
De Duitse kunstenaar Franz Erhard Walther
maakt kunst die pas tot leven komt als je ermee
speelt. Op zijn expositie in het Brusselse museum
Wiels is de bezoeker deel van het kunstwerk.
31.01.2014
01.06.2014
De bezoeker maakt het kunstwerk
ten om jezelf mee in te pakken, te beschermen. Dit element van zelfbescherming, gecombineerd met de sfeer van aanpakken,
van werken, van no-nonsense, doet eraan
denken dat Walther als klein jongetje de
oorlog heeft meegemaakt en is opgegroeid
in de periode van de Wederopbouw. Walther zei in een interview dat de menselijke
maat, ‘de juiste proportie’, voor hem vooral een morele betekenis heeft.
Door Janneke Wesseling
Caspar Berger Bone
‘W
AN EXCEPTIONAL EXHIBITION: DRAWINGS OF THE MUSÉE DES
BEAUX-ARTS OF NANCY – A TRIBUTE TO THUILLIER DONATION –
INTERNATIONAL LECTURES OF THE SALON DU DESSIN:
ARCHITECTURAL DRAWINGS - A WINDOW ON
THE ARCHITECT’S INVENTIVENESS
INFORMATION: +33 (0)1 45 22 61 05 · WWW.SALONDUDESSIN.COM
SALON DU DESSIN
26-31 MARCH 2014
PLACE DE LA BOURSE, PARIS 2 E
FRANCE
12.00 PM - 8.30 PM
LATE OPENING THURSDAY 27 MARCH
UNTIL 10.00 PM
at is nu eigenlijk
het kunstwerk?”
Om die vraag
draait het in het
oeuvre van de 75jarige Duitse kunstenaar Franz Erhard Walther, nu te zien in
het Brusselse museum Wiels. Kun je zijn
werk een sculptuur of een performance
noemen, een happening, of is het conceptuele kunst? Niets van dit alles. „Er is een
nieuwe term nodig voor wat ik doe”,
schreef Walther in 1967 in een brief aan zijn
vriend, de schilder Jörg Immendorff.
Walther wilde loskomen van alle bestaande artistieke kaders. Hij wilde een
vorm van kunst ontwikkelen die steeds opnieuw die vraag opwerpt: wat is nu eigenlijk het kunstwerk?
Zijn objecten schrijven de beschouwer
een beweging voor, een handeling die een
bepaalde richting heeft, een volgorde, een
ritme. Het is de bedoeling dat de beschouwer iets met zijn objecten doet. ‘Werkhandlungen’ noemt Walther die verrichtingen. In 1968 publiceerde Walther een
manifest getiteld OBJEKTE, benutzen,
waarin hij stelt dat kunstwerken objecten
zijn die gebruikt moeten worden. Bijvoorbeeld zoals dat gebeurt bij de Standstellen,
houten hokjes waar de bezoeker in kan
gaan staan. Op dat moment vormen de bezoeker en de getimmerde constructie samen het werk.
Tijdens mijn bezoek aan Walthers tentoonstelling lagen twee mensen naast elkaar in een soort witte lakenzak op een mat
op de grond, met de hoofden in tegengestelde richting. Zij waren bezig een Werkhandlung te verrichten. Een zwart-witfoto
van deze ‘werkactie’ aan de muur gaf het
voorbeeld. Na verloop van tijd stonden ze
op, vouwden de grote katoenen lap in een
precieze volgorde weer op en legden die
Nieuw Alfabet
Franz Erhard Walther, Lager der
Probenähungen,
sinds 1969
FOTO HELMUT CLAUS
Wortbild TEMPO,
1958
Weste, 1965
FOTO DAVID ALLISON
aan de rand van de mat. Daar lagen verschillende bundels van gewatteerde en geplisseerde stukken stof, klaar om gebruikt
te worden voor uiteenlopende verrichtingen. Ze vormen samen één werk, getiteld 1.
Werksatz, Eerste Werkreeks (1963-1969).
De Plek om te Staan
Als een object
gebruikt
wordt, is het
werk er heel
even
Het werk van Walther gaat om de ervaring
van een ‘sculpturale situatie’. De fysieke
beweging van de beschouwer die een werkactie van Walther uitvoert, is een sculpturale uiting. Het lichaam van de beschouwer
bepaalt letterlijk het werk. Zoals in Walthers lexicon staat bij ‘sculptuur’: „Sculp-
tuur is een appèl aan het bewustzijn.
Staand op de plek om te staan kan men een
begrip van sculptuur ontwikkelen of zichzelf ervaren als sculptuur.” Een Standstelle
zonder iemand erin is incompleet.
Zo bezien bestaat zijn oeuvre uit fragmenten, uit objecten in ruste. Als een object geactiveerd of gebruikt wordt, is het
werk er heel even. Dit probleem van het
fragmentarische beschouwt Walther als
onoplosbaar. Het is de reden dat hij boven
alles houdt van de late aquarellen van Cézanne, vertelt hij in een interview in tijdschrift Metropolis M. Cézannes ijle, fragmentarische, ‘onvoltooide’ beelden op pa-
pier van stillevens met fruit zijn niet-aflatende pogingen om de sensatie van een
vluchtig moment vast te leggen.
In 1962, toen hij nog kunststudent was –
eerst aan de Städelschule in Frankfurt,
vanaf 1963 aan de academie in Düsseldorf –
maakte Walther zijn eerste Papier werken,
door middel van het kreukelen, vouwen,
scheuren, lijmen en plakken van papier.
Grosse Papierbeit, 16 Lufteinschlüsse bestaat uit een reeks dubbele, aan de randen
op elkaar geplakte witte vellen papier waar
hij met een rietje lucht tussen blies zodat er
kreukelige platte kussens ontstonden.
Tijdens een bezoek in 1963 aan de Wie-
ner Hofschneiderei, de kleermakerij van
de vader van Johanna, Walthers vriendin
en later zijn vrouw, zag hij iets wat de ontwikkeling van zijn werk zou bepalen. In de
kleermakerij werden kleine, glanzende
kussentjes gebruikt voor het strijken en
vormen van de kop van mouwen. Die kussenvorm met platte naden was wat hij
zocht. Vanaf dat moment, tot op de dag van
vandaag, zou Johanna Walthers ontwerpen voor textielobjecten in elkaar zetten
en naaien.
De eerste zaal van de tentoonstelling in
Wiels is ingericht als het Lager der Probenähungen. Hier ligt de hele voorraad van
Werkpakken
zijn objecten
om jezelf
mee te
beschermen
kleurige genaaide proefstukken, sinds
1969 door Johanna bewaard, op de grond.
Een groot okergeel werkpak, rode platte
tassen met riempjes, allerhande zitkussens, een heel grote rode en een blauwe
jurk – alles keurig gevouwen en uitgestald
als een samenhangend ensemble, een Gestalt zoals Walther zegt. Het is duidelijk dat
dit dingen zijn waar je iets mee moet aanvangen en je probeert je voor te stellen wat
en hoe.
De werkpakken en jurken, en een met
schuimrubber gevuld, mouwloos vest dat
eruitziet als een stootkussen, zijn niet zozeer kledingstukken, maar eerder objec-
Frik Museum verkoopt niet maar ‘ontzamelt’
Machtige en tegelijk machteloze graafmachines
Galerie
Galerie
The Frik Collection Ceramic Museum
T/m 9 april in Galerie Nouvelles Images, Westeinde 22, Den Haag.
*
4
V
an protogeometrisch aardewerk tot majolica, van jugendstil zoutvaten tot vensterbankprullaria: het Frik
Collection Ceramic Museum streeft
naar een zo breed mogelijke collectie
keramiek. Het verzamelt alle kunsthistorische periodes, ook internationaal.
Het museum is niet te verwarren
met de bijna gelijknamige Frick Collection in New York die de topstukken
zelden uitleent, want galerie Nouvelles Images kreeg genereus alle Frik-keramiek te leen – alles. Bijna negentig
stuks staan er opgesteld, de rest is ach-
ter ‘in depot’. En o ja: alles is gemaakt
door één kunstenaar, tekenaar Helen
Frik (1960). De Britse ontplooit vaker
museale plannen. Bij een solotentoonstelling in het Stedelijk Museum
Amsterdam in 1996, met veel bruiklenen, zag Frik met een schok haar oudere werk terug. Dat wilde ze niet
meer kwijt. Daarom besloot ze om
haar eigen tekeningen te gaan verzamelen in The Frik Collection: en niets
daarvan is te koop.
Maar daarnaast begon ze een tweede collectie met keramiek. Waar haar
surrealistisch uitziende tekeningen
ontspruiten uit fantasie en dagelijkse
dingen, is haar keramiek geënt op de
kunstgeschiedenis. Toch zie je ook
hier Friks grillige stijl vol spontane ingevingen, resulterend in schots en
scheef draaischijvenwerk. Een baardmankruik houdt zelf een pilsje op en
Installatie uit de tentoonstelling
van The Frik Collection Ceramic
trompe l’oeil groenteterrines zijn hier
schalen met bobbels die verzuipen in
plasjes glazuur.
Maar deze hallucinogene museumtrip gaat niet alleen over Friks fantasie. Het gaat over musealiteit. Voor deze tentoonstelling liet ze haar kunst-
studenten presentatiemogelijkheden
ontwerpen – een goed plan dat alles
een knotsgek niveau hoger tilt. Linda
Kind toont Friks vazen stijlkamerachtig tussen antiek en brokaat. Matthias
Grothus gaat voor de educatieve aanpak met kruiken op een roterende
draaischijf.
Bijna hebzuchtig neemt Frik de hele
kunstgeschiedenis op zich maar doet
dat met veel schwung en humor en bespreekt tegelijk serieuze museale
kwesties – presentatie, status, waardebepaling. In deze galerie, waar de museumshop verdacht organisch overvloeit in de vaste collectie, worden de
objecten niet ordinair ‘verkocht’, nee,
ze worden ‘ontzameld’. En ook dan
pas nadat Frik elke ‘afstoting’ persoonlijk heeft goedgekeurd.
Sandra Smets
Edwin Zwakman:
Reality is not a place
T/m 19 april bij Galerie Akinci, Lijnbaansgracht 317, Amsterdam.
*
4
K
unstenaar-fotograaf Edwin
Zwakman heeft iets met
graafmachines. Een aantal
jaar geleden gebruikte hij ze
in zijn geënsceneerde beelden met het
VN-logo erop. Het waren voor hem
daarmee symbolen van macht én van
machteloosheid. Waar de Verenigde
Naties optreden, is onrust, de aanwezigheid van de VN is een goedbedoelde
maar niet altijd effectieve poging die
onrust te beteugelen.
Ze zijn er weer, nu knalgeel, in zijn
solotentoonstelling Reality is not a pla-
ce bij zijn vaste galerie Akinci. De ene
dobbert dapper maar machteloos op
een vlot in een grijze zee, de andere
staat aan de oever van een rivier in wat
een tropisch paradijs lijkt. Je weet maar
nooit met die grommende graafmachines: brengen ze redding of destructie?
Zoals we van Zwakman gewend zijn,
zijn ook deze beelden in feite foto’s van
maquettes die hij in zijn atelier construeert: een kantoorblok naast het
spoor, de weerspiegeling van een glazen gebouw in een plas, een even herkenbare als naargeestige kamer voor
groepsgesprekken, en natuurlijk de
graafmachines.
Zwakman is de afgelopen paar jaar
in China aan het werk geweest, waar
hij samen met de Chinese kunstenaar
Liu Jianhua de eerste tentoonstelling
verzorgde in het nieuwe OCT Art Museum in Shanghai. Op deze expositie,
Alles is letterlijk bij Walther. Nergens symbolen, metaforen of fantasie. Die letterlijkheid zit ook in de manier waarop hij, kennelijk met groot plezier, omgaat met de
taal. Wat is in vredesnaam een Stirnstück?
Oh, natuurlijk, een kussen waarmee je je
hoofd tegen de muur kan laten rusten. Een
Handlungsstück is een ding waar je iets
mee moet doen, een Gehstück Sockel is een
ding waar je overheen loopt en dat dan een
sokkel is, een Handlungsbahn is een baan
waar je overheen loopt. Hij maakte ook
een Nieuw Alfabet, bestaande uit reusachtige stoffen vormen die letters zijn, liggend
op de vloer of hangend aan de wand.
Wat betreft hun uiterlijk roepen de objecten van Walther associaties op met minimal art, van met name Donald Judd en
Robert Morris. Maar de manier waarop hij
de beschouwer handelingen laat uitvoeren
heeft niets met minimal art te maken. Het
meest recente werk ligt op de vierde verdieping van Wiels, een serie oranje met
schuimrubber gevulde vormen met ronde,
organische contouren, Körperformen waar
je jezelf zo te zien tegenaan zou kunnen
nestelen. Het is erg jammer, en ook gezien
de opvattingen van Walther onbegrijpelijk,
dat er witte lijnen omheen zijn getrokken
met de woorden ‘Please do not touch’.
Franz Erhard Walther: Het lichaam beslist. T/m 11 mei in Wiels, Van Volxemlaan
354, Brussel. Wo-zo 11-18 uur. Inl: wiels.org
zijn eerste in zes jaar bij zijn vaste galerie, is te zien dat zijn werk steeds vrijer
wordt. Nog altijd regisseert hij zijn
voorstellingen met grote zorg en strakke hand – de lichtinval in die ruimte
voor groepsessies bijvoorbeeld ziet er
héél echt uit – maar hij gaat losser om
met de illusie. Je ziet al snel dat de grijze zee om dat vlot heen gerimpelde
stof is. En de weerspiegeling van het
kantoor lijkt meer op een schilderij
dan een foto, ware het niet dat de oppervlakte zo glad is.
De onderwerpen van Zwakmans
beelden zijn eigenlijk bijzaak. Het gaat
om de worsteling die ze in ons brein teweegbrengen, dat bij elk beeld opnieuw heel hard z’n best doet om het
vanzelfsprekende en het onbestaanbare met elkaar te verzoenen.
Tracy Metz
Edwin Zwakman: Pond, 2013, laserprint, diasec, rynobond, 130×125 cm