bezoekersgids bij de tentoonstelling (PDF, 1,98 MB)

Het Gulden Cabinet stelt voor
PAPEGAAI
‘t Cierlijk schoon van haare veeren
TENTOONSTELLING
ROCKOXHUIS
08.11.2014 – 22.02.2015
B E Z O E K E R S G I D S
Met dank aan
Collectie Smidt van Gelder (MAS), Antwerpen
Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, Antwerpen
Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen
MAS, Antwerpen
Museum Mayer van den Bergh, Antwerpen
Museum Plantin-Moretus / Prentenkabinet, Antwerpen,
Unesco Werelderfgoed
Privéverzameling, Antwerpen
Rockoxhuis, Antwerpen
Koninklijke Bibliotheek van België, Brussel
Cultura Fonds, Dilbeek
Broelmuseum, Kortrijk
Stedelijke Musea, Mechelen
Emmanuel Tack, voorzitter van de Belgische Vereniging
van Parkieten- en Papegaaienliefhebbers vzw
Verantwoordelijke uitgevers: VZW Museum Nicolaas Rockox, Keizerstraat 12, 2000 Antwerpen
en KMSKA, Lange Kievitstraat 111-113 bus 100, 2018 Antwerpen
Het Gulden Cabinet stelt voor
PAPEGAAI
‘t Cierlijk schoon van haare veeren
08.11.2014 – 22.02.2015
Colofon
Deze tentoonstelling werd georganiseerd naar aanleiding van de restauratie van Rubens’
Heilige Familie met papegaai
Restauratie: Eva van Zuilen
Kunsthistorische ondersteuning: Nico Van Hout
Concept Tentoonstelling
Hildegard Van de Velde
Teksten
Hildegard Van de Velde
Revisie
Luc Philippe
Vormgeving
Anne Van den Berghe
Drukwerkcoördinator
Eddy Moyaers
Coördinatie en communicatie
Bert Peeters, Patrick Wuytack, Ilya Depuydt, Hildegard Van de Velde, Nico van Hout,
Veerle De Meester, Fleur van Paassen, Vik Leyten, Véronique van Passel, An Sysmans
en Babette Cooijmans
Applicatie voor tablet
Wenke Mast
Logistieke ondersteuning
Facilitaire Dienst KBC
Patrik Wuytack
Coverbeeld
Peter Paul Rubens (1577-1640), Heilige Familie met papegaai (detail)
© KMSKA, foto Rik Klein Gotink
www.kmska.be
www.rockoxhuis.be
www.hetguldencabinet.be
Inleiding
Tot eind 2016 organiseren het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen
(KMSKA) en het museum Rockoxhuis de tentoonstelling Het Gulden Cabinet, Koninklijk
Museum bij Rockox te gast. De woning van burgemeester en mecenas Nicolaas Rockox
(1560-1640) werd ingericht als een luxueus kunstkabinet met topstukken uit het Koninklijk
Museum voor Schone Kunsten Antwerpen en de belangrijkste werken uit het Rockoxhuis.
In de schoot van dit project vindt een reeks kleine focustentoonstellingen plaats. De derde
daarvan is gewijd aan de papegaai als een opvallende verschijning in de beeldende kunst
van de 16e en de 17e eeuw.
Rubens’ Heilige Familie met papegaai (KMSKA) is een bijzonder werk. Onlangs werd het
van zijn oude vernissen en retouches ontdaan. De Heilige Familie straalt opnieuw als getuigenis van Rubens’ schitterende talent. Het werk kreeg in het Gulden Cabinet een ereplaats.
Samen met twee andere recent gerestaureerde grote werken siert het de rode kunstkamer.
Aan de schouw prijkt Jordaens’ Zoals de ouden zongen, piepen de jongen (KMSKA) in zijn
hervonden frisheid. Aan de wand daartegenover hangt Maerten de Vos’ De vierschaar
van de Brabantse Munt in Antwerpen (Rockoxhuis). Justitia, de Gerechtigheid, domineert
opnieuw het schilderij nu ook hier de tactiliteit, die onder een zware en vergeelde vernislaag
verborgen zat, weer is blootgelegd.
In de marge van deze vernieuwde opstelling gaat in de tentoonstellingsruimte van het
Rockoxhuis onze aandacht naar de papegaai in de beeldende kunst van de 15e tot de 17e
eeuw. De papegaai was al een geliefd huisdier in de klassieke oudheid. Zijn verenpracht was
een lust voor het oog, maar met zijn spraaktalent verbaasde hij nog meer. In de schilderkunst van renaissance en barok vormt de vogel zelden het centrale thema, maar vaak duikt
hij op vanwege zijn symbolische betekenis.
Rubens schilderde de papegaai om de maagdelijkheid van Maria te verbeelden, maar
in de 15e eeuw deed Martin Schongauer hem dat al voor. Zijn iets jongere tijdgenoot,
Albrecht Dürer, focuste op Adam en Eva aan de levensboom. De papegaai die het jonge
stel vergezelt, wendt zich van hen af. Hij kijkt weg van de zondeval, wat hem het predicaat
wijsheid opleverde. Papegaaien komen wel vaker in voorstellingen van het aards paradijs.
De dierenschilder Roelandt Savery uit Kortrijk schilderde er diverse. Hij was hofschilder
van keizer Rudolf II in Praag en had er het geluk de dieren in diens dierentuin en volières te mogen bestuderen. Savery heeft nog meer Bijbelse taferelen geschilderd waarin
papegaaien een rol spelen, bijvoorbeeld de Ark van Noach. Papegaaien komen ook voor
in mythologische voorstellingen. Orpheus werd meermaals voorgesteld terwijl hij voor de
dieren op de luit of de lier speelt. Later in de 17e eeuw spelen de papegaaien een mooie rol
in de vogelconcerten, vaak ironische zinspelingen. Van Paul de Vos en Jan Fijt zijn sprekende
voorbeelden in het Gulden Cabinet opgenomen. Frans Francken II plaatste in zijn kunstkamers ook regelmatig een papegaaienpaar. Stillevenschilders zoals Peeter Boel namen de
1
PAPEGAAI
|
‘t
C i e r l i j k
s c h o o n
v a n
h a a r e
v e e r e n
papegaai in hun composities op als een levend element in een doodse omgeving, om de
verscheidenheid van de natuur te verheerlijken of om luxe te symboliseren. In portretten
benadrukt een papegaai als gezelschapsdier de status van de geportretteerde, maar hij kan
ook als huwelijkssymbool geïnterpreteerd worden.
De interesse voor de Nieuwe Wereld scherpte ook de nieuwsgierigheid voor natuurwetenschappen aan. In diverse natuurboeken maken we kennis met bijzondere dieren. De
Italiaanse natuurkundige Ulisse Aldrovandi nam in zijn boek Ornitologiae karakteristieke
afbeeldingen van papegaaien op. Maar ook de Antwerpse graveur Adriaen Collaert wist in
zijn Avium Vivae Icones de exotische vogel in al zijn pracht tot leven te wekken. De Brugse
graveur Marcus Gheeraerts illustreerde Vondels Vorsteliicke warande der dieren, waarin
onder meer papegaaien een rol spelen in de bekende en moraliserende dierenverhalen.
Vele van die gravures hebben tegelmakers geïnspireerd, die vaak de papegaai als motief
kozen. Maar ook humanisten als Jacob Cats verwerkten de papegaai in zinnebeeldige
voorstellingen. Hendrik Graauwhart noemde de papegaai een ‘snapperd’ of een babbelaar:
“Het zoet gesnap des Papegaais, / En ’t Cierlijk schoon van haare veeren … een Verstandig
Man die haat, / Een snapperd, die niet veel verstaat”.
2
De papegaai in het stilleven
Naast religieuze thema’s en de portretschilderkunst, die in de middeleeuwen de beeldende kunst
domineerden, ontwikkelden zich aan het begin van de renaissance nieuwe profane thema’s. Zo
namen profane onderwerpen langzaam de bovenhand. Het stilleven ontwikkelde zich aan het einde
van de 16e eeuw uit de keuken- en markttaferelen. De papegaai maakt vaak deel uit van pronk­
stukken en vanitasstillevens, enerzijds als symbool van luxe en anderzijds als een levend element
in een ‘dode’ materie.
1.
Peeter Boel (1622-1674)
Stilleven met wild, een papegaai, een hond, een aapje en fruit
olieverf op doek, late jaren 1650
Antwerpen, Rockoxhuis, inv. 141
Boel werd geboren in een kunstenaarsfamilie. Zijn vader en zijn broer waren graveurs.
Boel zou volgens sommige bronnen in de leer geweest zijn bij Frans Snyders (1579-1657).
Hoewel hij zeker beïnvloed is door die grootmeester, lijkt het aannemelijker dat Boel zijn
leertijd doorbracht bij Joannes Fijt (1611-1661).Hij werkte ook samen Erasmus Quellinus II
en Jacques Jordaens voor onder meer de figuren in zijn schilderijen. Boel schilderde hoofdzakelijk jacht-, bloemen-, dieren- en vanitasstillevens.
Boel reisde in de jaren 1640 naar Italië, waar hij in Genua en in Rome verbleef. Hij leerde er
de Genuese schilder Giovanni Benedetto Castiglione (1609-1664) kennen en de stilleven­
schilder Giuseppe Recco (1634-1695). Van hen leerde hij de dramatiek in zijn doeken op
te drijven door schaduwen te accentueren. Ook rode draperingen op de achtergrond, een
barok element bij uitstek, versterken de sfeer. Dit olieverfschilderij van Boel is zonder twijfel
een mooi vanitastafereel. De vergankelijkheid uit zich in de dode dieren op het schilderij,
waarvan de pauw en de zwaan de meest opvallende zijn. Ook het mooie koperwerk, een
Nürnbergse offerschaal en een schenkkan, die niet op hun fraaist getoond worden, maar
als het ware op de grond gegooid zijn, sluiten aan bij de vergankelijkheidsidee. Het opengebarsten fruit is een Italiaanse manier om de vanitas te symboliseren. Het stilleven staat in
schril contrast met de drie levende dieren in dit schilderij: een papegaai, een hond en een
aap. De papegaai is een amazonepapegaai uit Zuid-Amerika. Hij is een intelligent dier en
een goede prater. Hij kijkt met geopende snavel in de richting van het fruit. Praten staat in
stil contrast met het geluidloze stilleven. Bovendien was een papegaai een kostbaar goed.
In stillevens benadrukt hij vaak de tentoongespreide luxe.
3
PAPEGAAI
2.
|
‘t
C i e r l i j k
s c h o o n
v a n
h a a r e
v e e r e n
Jan Davidsz. de Heem (1606 – ca. 1683)
Fruitstilleven met Ara macao
olieverf op paneel, gesigneerd, 1628
privéverzameling, inv. P080
(Met dank aan Maarten Bassens voor de informatie)
Jan Davidsz. de Heem is waarschijnlijk in de leer geweest bij de Utrechtse bloemenstillevenschilder Balthasar van der Ast (ca. 1593-1657). De Heem vestigde zich tussen 1631 en 1636
in Antwerpen, waar heel wat stillevenschilders werkzaam waren, zoals Daniël Seghers,
Frans Snyders, Adriaen van Utrecht, Osias Beert, Jan van Kessel en Peeter Boel.
Zijn vroege werken, zoals dit stilleven, zijn schatplichtig aan het werk van van der Ast.
De Heem etaleert op bijna dezelfde manier Wan-li-kommen, gevuld met fruit. Ook het
schuin plaatsen van een schaal in een kom heeft van der Ast hem voorgedaan. Het Chinese
vaatwerk heeft nog niet de abundantia van de latere werken van De Heem, maar het subtiel
geschilderde porselein heeft een hoge tactiliteit en een kostbare uitstraling. De geelvleugel­
ara kijkt goedkeurend toe. De papegaai is in deze voorstelling een mooi voorbeeld van luxe.
4
Portretten
Portretten evolueren sinds de 17e eeuw naar een meer natuurlijke weergave van de opdrachtgever.
De papegaai maakt ook hier zijn opwachting. Bij kinderportretten – niet getoond in deze tentoon­
stelling – verbeeldt hij de opvoeding van het kind. Bij volwassenen kan hij een symbool van huwelijkstrouw zijn of simpelweg wijzen op de hoge status van de geportretteerde.
3.
Jacques Jordaens (1593-1678)
De fruitverkoopster
olieverf op doek
Antwerpen, KMSKA, inv. 5049
De Antwerpse barokschilder Jordaens liet ons naast talrijke mythologische en religieuze schilderijen en ontwerpen voor wandtapijten een oeuvre van meer dan vierhonderd tekeningen na.
Hij heeft deze fruitverkoopster vermoedelijk rond 1645 samen met ateliermedewerkers geschilderd naar een gelijkaardig schilderij, dat zich nu in Glasgow bevindt. Een jonge meid draagt
een korf met druiven terwijl ze uit het schilderij kijkt. Fruitkorven verbeelden de vruchtbaarheid.
Ze staat voor een open raam, vervat in barokarchitectuur met pilasters, festoenen, voluten en
een cartouche. Links zien we een sater, symbool voor lust en vervoering, aan de andere kant
wellicht een nimf, die vaak door saters verleid werd. Door het raam zien we een verliefd koppel
boven een brandende kaars met een mooi clair-obsureffect. De vrouw lijkt fysiek sterk op de
meid. Achter de meid zit een papegaai op een stok, alweer een blauwgele ara die in deze
context als een lustsymbool kan worden beschouwd. Of moeten we hem zien als de slechte
imitator en is de meid helemaal niet de vrouw van het koppeltje?
Papegaaien
De papegaaiachtigen vormen de orde van Psittaciformes. Daartoe behoren enerzijds
de Nieuw-Zeelandse papegaaien (Strigopidae) en anderzijds de ‘echte’ papegaaien
(Psittacidae) en de kaketoes (Cacatouidae). Tot de Psittacidae behoren onder andere de
vasa-papegaaien (Coracopsis) uit Madagascar, parkietsoorten (Psittacula) uit Azië, kleine
felgekleurde papegaaien uit Australazië (Lori’s), de ara’s uit Zuid-Amerika en de grijze
roodstaart (Psittacus Erithacus) uit equatoriaal Afrika.
5
PAPEGAAI
4.
|
‘t
C i e r l i j k
s c h o o n
v a n
h a a r e
v e e r e n
Jacques Jordaens (1593-1678)
Portret van een man met een papegaai
gesigneerd, gedateerd 1656
olieverf op doek
privéverzameling, inv. P046
Dit schilderij wordt als een laat werk van Jordaens beschouwd, hoewel hij op dat moment
nog zo’n 20 jaar voor de boeg had. Zijn belangrijkste oeuvre had hij toen al geschilderd,
maar hij bleef tot op hoge leeftijd doorwerken, met steeds meer assistentie van zijn atelier.
Jordaens heeft niet zo veel portretten geschilderd, maar hij was zeker niet onervaren in dat
genre. De familiegroepsportretten uit zijn beginperiode zijn van zeer hoge kwaliteit.
We weten niet wie de afgebeelde jongeman is. Aan de hand van zijn schitterende outfit
kunnen we hem als een welgestelde patriciër beschouwen. Hij draagt hier een grote bef,
vastgestrikt met koordjes die eindigen op een akertje. Het vertoon van veel linnen was weer
in de mode rond 1650. Ook de waaierende mouwen aan zijn polsen getuigen daarvan.
Alleen een met kant afgeboorde kraag zou nog luxueuzer geweest zijn. Ook de handschoenen die de jongeman in zijn linkerhand heeft bewijzen zijn rijke status. Misschien vormde
dit portret het pendant van een vrouwenportret ten halven lijve? In dat geval zouden de
twee portretten samen een verloving aankondigen en de papegaai een liefdessymbool
kunnen zijn, al wordt bij dergelijke dubbelportretten de papegaai normaal gezien bij de
vrouw afgebeeld. Maar deze jongeman kan ook een portret besteld hebben als referentie
aan zijn persoonlijke status. De dure exotische vogel benadrukt in dat geval zijn afkomst en
positie in de maatschappij. De papegaai is moeilijk te identificeren en lijkt het meest op een
uitgestorven ara-soort, de Guadaloupe-ara of de Cubaanse ara. Maar het valt ook niet uit
te sluiten dat het om een fantasie van de schilder gaat. Het is vooral de blauw-groenachtige
vlek boven op de schedel die we niet kennen van nog levende of uitgestorven soorten.
6
De papegaai in de Bijbel
In de middeleeuwen draaide de westerse schilderkunst bijna uitsluitend rond religieuze thema’s.
Ook in de renaissance en de barok maken ze nog altijd de hoofdmoot uit, maar aan het begin van
de 16e eeuw nemen schilders zich een grotere vrijheid om Bijbelse verhalen uit te beelden. De Bijbel
is nog het doel, maar de landschapsschilderkunst wordt het middel. De interesse in de natuur, de
fauna en de flora, en nieuwe wetenschappelijke publicaties zijn deels verantwoordelijk voor deze
nieuwe insteek in de beeldende kunst. Thema’s zoals het Aards Paradijs lenen zich perfect om
te experimenteren met schitterende landschappen, die uiteindelijk het Bijbelse onderwerp in de
schaduw zullen plaatsen.
De papegaai in het Oude Testament
5.
Jan van Kessel I (1626-1679)
De ark van Noach
olieverf op doek
Antwerpen, KMSKA, inv. 5019
Van Kessel was werkzaam in Antwerpen. Hij was een leerling van de landschapschilder Jan
Brueghel II (1568-1625) en van de dierenschilder Simon de Vos (1603-1676). Hij schilderde
stillevens met dieren, vooral insecten, maar ook met bloemen. Daarnaast maakte hij schilderijen met mythologische en Bijbelse onderwerpen.
De ark van Noach staat beschreven in de Bijbel, in het boek Genesis. De ark is het schip
waarop Noach met zijn gezin en vele dieren de zondvloed overleefden. Noach bouwde
het schip op aanwijzen van God, die van alle basissoorten van de landdieren en vogels
een mannetje en een vrouwtje naar de ark liet komen. Hier zien we op de achtergrond
de dieren aan boord gaan. Op het voorplan staan nog diverse dieren te wachten. In de
lucht zijn vele vogels afgebeeld, maar niet alle vogels zijn herkenbaar. Sommige zijn slechts
suggestief geschilderd. Wellicht is er een papegaaienpaar bij, want ook zij behoorden tot de
uitverkorenen. In zijn vlucht is de papegaai herkenbaar aan zijn lange staart.
7
PAPEGAAI
6.
|
‘t
C i e r l i j k
s c h o o n
v a n
h a a r e
v e e r e n
Roelandt Savery (1576-1639)
Na de zondvloed
olieverf op paneel, gesign., ca. 1620
Kortrijk, Broelmuseum, inv. 1017
Een paradijselijk landschap wordt door een riviertje in twee verdeeld. Op de rechteroever is
er een Romeinse ruïne te zien die door de natuur lijkt te worden ingenomen: enerzijds een
symbool van verval, anderzijds een bewijs van de kracht van de natuur. Deze vergankelijke
blikvanger verstoort enigszins de rust van het desolate landschap. Tegelijkertijd loopt er
een denkbeeldige diagonaal van links boven naar rechts onder door het schilderij met als
blikvanger twee papegaaien in het visuele midden, de Ara ararauna of de blauw-gele ara en
de Ara macao of de rode ara, en rechts onder als eindpunt opnieuw die twee papegaaien.
Rechts van de diagonaal bevinden zich hoofdzakelijk vogels, aan de linkerkant van de diagonaal zien we enkele landdieren. Sommige dieren zijn in paren afgebeeld, een referentie
aan het verhaal van de Ark van Noach, hoewel er van de ark geen spoor meer is.
Roelandt Savery (1567-1639)
De uit Kortrijk afkomstige Roelandt Savery reisde in het najaar van 1603 of in het voorjaar
van 1604 naar het keizerlijke hof van Rudolf II in Praag. We weten niet waarom hij naar
Praag is getrokken en evenmin kennen we zijn positie aan het hof. Aan de hand van
zijn tekeningen krijgen we toch een beeld van zijn activiteiten in Centraal Europa en in
Tirol, waar hij vermoedelijk op vraag van Rudolf II heen reisde. Meerdere auteurs suggereren dat Savery in dienst stond van Rudolf II. Hij wordt ook vermeld in de postuum
opgemaakte boedelinventarissen van Rudolf II. Bovendien bevat het archiefmateriaal een
verwijzing naar Savery als kamerschilder, d.w.z. dat hij als kunstenaar tot de privévertrekken van de keizer werd toegelaten. Savery is tot 1612/1613 in Praag gebleven. Na de
dood van Rudolf II in 1612, werkte hij nog even voor diens opvolger, keizer Matthias.
Savery’s aanwezigheid in Praag is niet onopgemerkt gebleven. Hij schiep het genre van
de vogelvoorstellingen en behoort tot de eerste schilders van bloemenstillevens. Rudolf II
prees de invloed van Pieter Brueghel in zijn werk. Door zijn verblijf in Praag raakte Savery
internationaal bekend.
8
7.
Johannes Wiericx (ca. 1549 – na 1615)
naar Albrecht Dürer (1471-1528)
Adam en Eva
kopergravure, 1565
Brussel, Koninklijke Bibliotheek, inv. S I 37976
Dürer was een Duitse humanist en renaissancekunstenaar, schilder en graveur. Hij reisde
naar de Nederlanden, waar de Vlaamse primitieven hem inspireerden, en naar Italië, waar
hij begeesterd raakte door de renaissance. Hij had een goed oog voor detail en was geboeid
door de natuur. Zijn prentkunst, de houtsnijkunst in het bijzonder, was wereldberoemd. Ze
ontwikkelde zich parallel met de boekdrukkunst. Johannes Wiericx hoorde samen met zijn
broers Hiëronymus en Antoon tot de befaamde Wiericx-dynastie van zeer getalenteerde
graveurs. Ze maakten boekillustraties voor Christoffel Plantin, vaak naar prenten van Dürer.
Volgens het bordje met de signatuur zou Joannes Wiericx deze gravure naar Dürer al op
zestienjarige leeftijd gemaakt hebben. De voorstelling gaat terug op het origineel van Dürer
uit 1504. De nadruk ligt vooral op de hoofdpersonages Adam en Eva, die symmetrisch in
beeld gebracht zijn, in contraposthouding. Op de gravure staan meerdere dieren afgebeeld,
onder meer een slang en een papegaai. De papegaai en de slang zijn de opvallendste en
fungeren als tegenstellingen. De slang die de appel aan Eva aanbiedt, staat voor de zonde,
de papegaai, die zich afkeert van die zonde, staat symbool voor Maria en voor de wijsheid.
De oorspronkelijke gravure van Dürer heeft vele kunstenaars geïnspireerd om dieren in hun
werken te integreren.
8.
Roelandt Savery (1576-1639)
Aards paradijs
olieverf op paneel, 1622
Antwerpen, KMSKA, inv. 5088
Anders dan in de iconografie van Dürer ligt in dit olieverfschilderij van Savery de nadruk op het
idyllische landschap. In het visuele midden van het schilderij valt de boom der kennis op, waaronder Adam en Eva zich aan de zonde overgeven. Het Aards Paradijs is hier als voorwendsel
gebruikt om een wijds landschap te schilderen, bevolkt met hoofdzakelijk dieren. Savery kon
zich ten volle uitleven en improviseren. Hij bracht zoveel mogelijk dieren in beeld, water- en
landdieren en vogels. Opnieuw tekent er zich een onzichtbare diagonaal af van links boven
naar rechts onder, waar een papegaaienpaar, de Ara macao, de blikvanger is.
9
PAPEGAAI
9.
|
‘t
C i e r l i j k
s c h o o n
v a n
h a a r e
v e e r e n
Roelandt Savery (1567-1639)
Paradijs van de vogels
olieverf op paneel, gesign., ca. 1616
Antwerpen, KMSKA, inv. 5051
De vogels bevinden zich in een grimmig, bergachtig landschap, waar rechts achter een
toren(ruïne) is afgebeeld. De vogels vormen meestal paren en zijn bijna allemaal in profiel
afgebeeld. Inheemse soorten mengen zich met exotische vogels. Hoog in een boom zit een
molukkenkaketoe (Cacatua moluccensis). Hij draait zijn kop om, zijn kuif staat recht, uit
opwinding en uit vrees. Op dezelfde tak zit een adelaar dreigend in zijn richting te kijken. De
compositie van dit schilderij en de dieren komen ook in andere schilderijen voor.
Dit schilderij maakte deel uit van de verzameling van Adolf Hitler. Hij had het plan opgevat om
in zijn geboortestad Linz een museum op te richten met Duitse en Romantische kunstenaars.
Maar zijn raadgever Hans Posse adviseerde hem ook Nederlandse en Italiaanse oude meesters
in zijn verzameling op te nemen. Het irreële van dit werk heeft Hitler zeker aangesproken en
misschien voelde hij zich ook wel aangesproken door de adelaar, het symbool van Duitsland.
De papegaai in het Nieuwe testament
10.
Martin Schongauer (ca.1445 – 1491)
Madonna met de papegaai
ca. 1480/85?
kopergravure, tweede staat, gesign. m.o. M+S
Brussel, Koninklijke Bibliotheek, inv. S II 2380
Schongauer was een Duits graficus en schilder. Voor zijn schilderijen en zijn eerste gravures liet
hij zich inspireren door Rogier van der Weyden en Dirk Bouts. Met de burijn wist hij het picturale
uit schilderijen om te zetten in lijnen. Hij was ook een groot voorbeeld voor Albrecht Dürer.
Door een doorkijkje zien we een staande Maria die met haar linkerhand het Jezuskind
vasthoudt, dat op een kussen zit. Met haar rechterhand bladert ze in een bijbel. Links
achter haar zien we een suggestief landschap. De bijbel is de voorafspiegeling van het
leven van de nog zeer jonge Jezus. Op Jezus’ linkerhand zit een papegaai. De papegaai
verwijst enerzijds naar de bijbel en het woord van God, maar anderzijds is hij ook een
Mariasymbool, een referentie aan de onbevlekte ontvangenis. De vijg in de andere hand
van het kind is enerzijds een prefiguratie van de Passie en een verwijzing naar de zondeval
en anderzijds symbool van de vruchtbaarheid van Maria. De zondeval werd tenietgedaan
door de geboorte van Christus.
10
Tentoongesteld IN ‘HET GULDEN CABINET’
11.
Peter Paul Rubens (1577-1640)
Heilige familie met papegaai
olieverf op paneel, 1614
Antwerpen, KMSKA, inv. 312, ©KMSKA, foto: Rik Klein Gotink
Gerestaureerd met de steun van het fonds Inbev-Baillet Latour
Dit schilderij was oorspronkelijk kleiner. Alleen Maria, het Jezuskind en de wieg
stonden erop afgebeeld. Vermoedelijk heeft Rubens het in 1633 aan de linkerkant
groter gemaakt, toen hij het aan de Sint-Lucasgilde schonk. Rubens werd in dat
jaar tot deken van de Sint-Lucasgilde benoemd en bood het schilderij aan uit
erkentelijkheid. Rond 1630 had hij de papegaai, wijnranken, een landschap en
Sint-Jozef aan het schilderij toegevoegd. De datering van die ingreep is op stilistische gronden gebeurd. Na Rubens’ dood is het schilderij nogmaals boven- en
onderaan vergroot over de volledige breedte van het schilderij.
Ook in dit schilderij zitten diverse symbolische elementen verscholen. Het Jezuskind
houdt in zijn rechterhand een appel verborgen, een referentie aan de zondeval.
De druivelaar en de papegaai staan symbool voor Maria’s middelaarschap en haar
maagdelijke moederschap. De papegaai is de blauw-gele ara of de Ara ararauna.
12.
(toegeschreven aan) Michel Lasne (1590-1667)
naar Peter Paul Rubens (1577-1640)
uitgegeven door Erasmus Quellinus
Heilige Familie met papegaai
gravure, 1617
Antwerpen, KMSKA, inv. 10213
Lasne was een Franse kopergraveur die korte tijd voor Rubens gewerkt heeft. Deze gravure
verwijst naar de eerste compositie, waarin Rubens alleen Maria, het Jezuskind en de wieg
geschilderd had, met op de achtergrond architecturale elementen.
11
PAPEGAAI
|
‘t
C i e r l i j k
s c h o o n
v a n
h a a r e
v e e r e n
ARA Ararauna of de blauw-gele ara
Van de hier voorgestelde papegaaien is deze de meest populaire. Hij leeft hoofdzakelijk
in Zuid-Amerika in de vochtige tropische en subtropische regio’s. Om te eten zoekt hij de
toppen van de bomen op. Op zijn menu staan noten, fruit, boomschors en nectar. Met zijn
zwarte snavel weet hij makkelijk harde noten te kraken. Hij wordt beschouwd als een zeer
trouwe vogel, met zijn vrouwtje vormt hij een koppel voor het leven. In gevangenschap
vraagt deze papegaai zeer veel aandacht en intellectuele aanmoediging.
13.
Schelte à Bolswert (1586-1659)
naar Peter Paul Rubens (1577-1640)
Heilige Familie met papegaai,
gravure,
Antwerpen, KMSKA, inv. 10229
Ook deze kopergraveur heeft korte tijd voor Rubens gewerkt. Deze prent werd naar de vergrote
compositie gespiegeld gesneden. Het gezicht van Maria verschilt van de versie van Rubens.
14.
Onbekende tekenaar
naar Willem Panneels (ca. 1600 – ca. 1634)
Studie van een papegaai
tekening, 18e eeuw
Antwerpen, Museum Plantin-Moretus / Prentenkabinet, Unesco Werelderfgoed,
inv. PK.OT.02371 | D.12.7.b
Panneels begon ca. 1624-1625 voor Rubens te werken en maakte veel kopieën naar diens
werken. Dat hoorde bij zijn opleiding. In 1628 vertrok Rubens op diplomatieke missie naar
Spanje. Tijdens zijn afwezigheid paste Panneels op Rubens’ huis en atelier waardoor hij
toegang had tot diens Cantoor en onbeperkt kon kopiëren.
Deze tekening van een papegaai is vermoedelijk een achttiende-eeuwse kopie naar
de grootste papegaai uit de originele tekening van Panneels in zwart en rood krijt, die
twee papegaaien, een vliegende parkiet en een aapje voorstelt. De andere papegaai, de
parkiet en het aapje vinden we terug op Rubens’ schilderij Drie nimfen die de hoorn des
overvloeds vullen.
12
De papegaai in de mythologie
Mythologische taferelen vormen net zoals Bijbelse een alibi voor kunstenaars om zich uit te leven
in het schilderen van dieren. Zo werd rond 1600 het verhaal van Orpheus uit de Metamorfosen van
Ovidius een van de meest populaire onderwerpen aan de Europese vorstenhoven. Er hoeft in deze
context niet noodzakelijk een symboliek achter de papegaaien gezocht te worden. Het zijn mooie
exotische vogels, die in deze werken op een bijzondere manier in beeld gebracht worden.
15.
Roelandt Savery (1576-1639)
Orpheus en de dieren
olieverf op paneel, gesign., ca. 1617
Antwerpen, KMSKA, inv. 5013
Het is even zoeken naar de mythische dichter en zanger Orpheus die met de klank van
zijn lier de natuur betoverde. Dat Savery voor dit thema koos, hoeft niet te verbazen. Het
verhaal van Orpheus gaf hem de vrijheid om zijn rijke dierenkennis te etaleren. De schilder
houdt evenwel geen rekening met de natuurlijke habitat waarin de dieren leven. Vooraan in
het schilderij zitten watervogels in een rivier. De twee zwanen die elkaar frontaal aankijken
vragen onze eerste aandacht. Ze leiden ons via een ingebeelde diagonaal naar Orpheus
die onder een grote eik zijn lier bespeelt. De meeste dieren kijken in zijn richting. Vogels
komen aangevlogen. Alleen de twee papegaaien vooraan zitten er afwezig bij. Ze zijn een
mooie kleurrijke afleiding. Ook hier heeft Savery ervoor gekozen de Ara ararauna of de
blauw-gele ara en Ara macao of de rode ara af te beelden. In dit schilderij is geen ruïne te
bespeuren, maar wel een waterval. Savery nam die regelmatig in zijn landschappen op. Het
is een dynamisch element in een statische omgeving. Savery heeft dit thema voor het eerst
geschilderd tijdens zijn verblijf aan het Praagse hof. Orpheus verwijst hier naar keizer Rudolf,
Savery’s patroon, die zich opwierp als de behoeder van de kunsten.
16.
Roelandt Savery (1576-1639)
Pluimvee
olieverf op paneel, gesign., ca. 1618
Antwerpen, KMSKA, inv. 866
In dit schilderij gaat alle aandacht naar de vreemde samenscholing van vogels, vaak per
paar rond de robuuste eikenboom. Savery laat hier andermaal het toppunt van zijn kunnen
13
PAPEGAAI
|
‘t
C i e r l i j k
s c h o o n
v a n
h a a r e
v e e r e n
zien. Op een tak boven een doorkijkje naar het achterliggende landschap zit een achteromkijkende Ara macao of rode ara en iets hoger de Ara ararauna of de blauw-gele ara.
Vooraan is tussen de watervogels een zeehond afgebeeld. Mogelijk is die geschilderd door
Roelandts neef, Hans Savery II.
Net zoals bij het vorige werk is het hier zoeken naar het mythologische verhaal. Achteraan,
in het doorkijkje speelt zich nauwelijks zichtbaar een tragische gebeurtenis af. Het is de
moord op Orpheus door de Mainaden: Thracische vrouwen, volgelingen van Dionysos. Ze
waren woedend omdat de intrieste Orpheus na de dood van zijn geliefde Euridyce geen
interesse meer had in vrouwen.
Rudolf II (1552-1612)
Keizer Rudolf II was aartshertog van Oostenrijk als Rudolf V (1576-1608) en keizer van
het Heilige Roomse Rijk, waarvan hij Praag tot hoofdstad uitriep. De stad kende een
korte, maar indrukwekkende bloeiperiode, die nooit meer is geëvenaard. Rudolf II stond
bekend als een groot liefhebber van kunst, wetenschap en muziek. Hij bezat beroemde
kunstcollecties, artificalia en naturalia, maar ook dierentuinen en volières. In de gracht
naast zijn kasteel bevond zich de leeuwenburcht. Daar zaten niet alleen leeuwen opgesloten, maar ook luipaarden, jachtluipaarden en een beer. In de buurt daarvan bevond
zich het vogelhof, dat samen met de fazantentuin en een meer met vreemde vissen
werd aangelegd in 1593. Rudolf liet een aparte volière voor papegaaien – ‘pour l’oiseau
Indien’ – oprichten in 1601. Ook in het Hvezda-zomerpaleis, dat hertog Ferdinand II
van Tyrol en gouverneur van Bohemen liet bouwen in 1555/1556 was er een dierentuin
en een wildpark met reeën, hertenbokken, hazen en everzwijnen, dat als jachtterrein
werd gebruikt. De oude dierentuin, Bubenec, die al in de 14e eeuw bestond, verbond
het Hvezda met een laan van lindebomen. Vooral buffels, bizons en Aziatische schapen
bevolkten die tuin. Men reed te paard door de laan om naar de dieren te kijken en te
jagen. In de burcht bevonden zich de stallingen met de lievelingspaarden van Rudolf II.
Hij zou er 70 hebben gehad. Dat Rudolf II niet alleen van levende dieren hield, maar ook
opgezette dieren in zijn kunstkamer onderbracht, waaronder schitterende papegaaien,
bewijst het Bestiarium, de geschilderde inventaris van de dieren- en naturaliaverzameling
van Rudolf II. Die werd geïllustreerd door meerdere schilders, onder wie Joris Hoefnagel
en Roelandt Savery. Het bestiarum is een codex in twee volumes van 180 gouaches op
perkament die vandaag in de Nationale Bibliotheek in Wenen wordt bewaard.
14
17.
Adriaen Collaert (ca. 1560 – 1618)
naar Adam van Noort (1562-1641)
Orpheus en de dieren
gravure
Brussel, Koninklijke Bibliotheek, inv. S I 828
Adam van Noort, die vooral als leermeester van Rubens en Jordaens bekend is, schilderde
vooral portretten en historische onderwerpen. Adriaen Collaert was een graveur die zich in
Italië ging vervolmaken. Hij werkte voor diverse kunstenaars, onder wie Maarten de Vos en
Philips Galle, en voor de drukker-uitgever Plantin-Moretus.
Orpheus zit tegen een boom en speelt de lier. De dieren komen naar hem luisteren. Op
een van de bomen achter hem zit een papegaai en een tweede komt aangevlogen. Op
de achtergrond zien we musicerende vrouwen en bacchanten, die Orpheus later zullen
vermoorden. Onder de prent staat een vers van de auteur Cornelis Kiliaan (ca. 1530 – 1607),
waarin die Orpheus lof toezwaait.
15
PAPEGAAI
|
‘t
C i e r l i j k
s c h o o n
v a n
h a a r e
v e e r e n
Wetenschap
In de 15e eeuw waagden Europese avonturiers zich aan verre reizen. De Portugezen namen het
voortouw. Aan het begin van de 15e eeuw verkende Hendrik de Zeevaarder de kusten van Afrika, aan
het einde van de eeuw was Vasco da Gama de eerste om naar India te varen. Maar ook andere ontdekkingsreizigers, zoals de Genuees Christoffel Columbus en de Venetiaan Giovanni Caboto trokken
eropuit en staken de Atlantische oceaan over. In de 16e eeuw werden er vanuit Indië handelsverdragen
afgesloten met China, de Molukken en Japan. Rond diezelfde tijd werden grote delen van Amerika
veroverd door de conquistadores. Bij de ontdekking van nieuwe continenten ontvouwde zich voor
de Europeanen ook een andere natuur, met exotische fauna en flora. Het verzamelen van naturalia
werd een rage: fossielen, schelpen, koralen, opgezette dieren, … werden in luxueuze kabinetten
samengebracht als dure rariora. Levende dieren uit verre contreien kwamen in menagerieën terecht
en vreemde vogels in volières. Wetenschappers verzamelden hun kennis en schreven traktaten en
encyclopedieën. In de 16e eeuw waren Conrad Gessner (1516-1565) en Ulisse Aldrovandi (1522-1605)
twee van de belangrijksten. Sommige kunstenaars, zoals de graveur Adriaen Collaert (ca. 1560-1618)
en de tekenaar Marcus Gheeraerts (ca. 1520 – ca. 1590), gingen zich specialiseren in de weergave
van dieren.
16
18.
Ulisse Aldrovandi (1522-1605)
Ornitologiae, hoc est de avibus historiae, Libri XI
Bologna, gedrukt door Giovanni Battista Bellagamba voor Franciscus de Franciscis, 1599-1603
Antwerpen, Museum Plantin-Moretus / Prentenkabinet, Unesco Werelderfgoed
inv. B 333 I III
Aldrovandi studeerde geneeskunde aan de universiteit van zijn geboortestad Bologna. Hij werd
er professor filosofie en natuurlijke geschiedenis. Op zijn vraag legde de universiteit een botanische tuin aan. Zelf bracht hij een beroemde verzameling natuurhistorische objecten bij elkaar.
Deze encyclopedie wordt beschouwd als de laatste in de renaissancetraditie: omvangrijk,
maar niet altijd systematisch en met veel aandacht voor bijzondere exemplaren. Tijdens zijn
leven publiceerde Aldrovandi drie boeken over vogels en één over insecten. Na zijn dood
werden die publicaties nog aangevuld.
Het boek ligt open op een pagina met twee papegaaien, de Psittacus inereus en de
Psittaccus eritroleucos. Die twee inmiddels uitgestorven papegaaiensoorten werden nog
tot in de 18e eeuw vermeld, bijvoorbeeld door John Hill in zijn A General Natural History
Or New and Accurate Description of the Animals ... (London, Osborne 1748-1752). Volgens
zijn beschrijving hadden deze papegaaien een overwegend grijs verenkleed met rode
accenten aan de vleugels en de romp en sluiten ze aan bij de Psittaccus erithacus of de
grijze roodstaartpapegaai.
19.
Adriaen Collaert (ca. 1560 – 1618)
Avivum Vivae Icones
Antwerpen, Museum Plantin-Moretus / Prentenkabinet, Unesco Werelderfgoed, inv. R 220
De beroemde Antwerpse graveur Adriaen Collaert (ca. 1560 – 1618) publiceerde rond 1597
een album met viervoeters (Animalium Quadrupedum) en kort erna in samenwerking met
Theodoor Galle een ander met vogels (Avium Vivae Icones) en een met vissen (Piscium Vivae
Icones).
Deze editie toont voornamelijk inheemse vogels, met enkele exotische exemplaren. De
pagina ligt open op de Psitaci duplex genus, twee keer dezelfde grijze roodstaartpapegaai.
De ene houdt een kers tegen zijn bek, de andere is op de rug gezien. Ze zijn afgebeeld in
een idyllisch landschap refererend aan een Vlaamse omgeving. Collaert nam het niet altijd
nauw met de exacte weergave van de dieren. Werkelijkheid van voorstelling en verbeelding lopen door elkaar. De grijze roodstaart is een echte boomvogel en leeft in tropische
regenwouden en vochtige savannen. Hij is vrij intelligent. Hij komt vandaag vooral voor in
equatoriaal Afrika en is in België een geliefd huisdier. In gevangenschap is hij in staat zo’n
750 woorden te leren.
17
PAPEGAAI
|
‘t
C i e r l i j k
s c h o o n
v a n
h a a r e
v e e r e n
20.
Philips Galle (1537-1612)
naar Marcus Gheeraerts II (ca. 1520 – ca. 1590)
Avium Vivae Icones. Quintino a fossa monochromatum insigni admirator
burijngravure
Brussel, Koninklijke Bibliotheek, inv. S IV 27294
Philips Galle was een bekende graveur en tekenaar naar schilderijen van onder meer Pieter
Brueghel, Maarten van Heemskerck en Frans Floris. Marcus Gheeraerts verwierf vooral faam
met zijn schitterende prenten in het dierenepos van Eduard de Dene, die twee eeuwen later
nog in fabelboeken werden gebruikt.
Deze prent hoort thuis in een uitzonderlijke reeks van twaalf prenten waarvan hierbij de
voorstelling van twee struisvogels met hun jong, twee arenden, twee buizerds en uiterst
rechts op een tak, twee papegaaien die gezien hun suggestieve weergave niet te identificeren zijn.
21.
Philips Galle (1537-1612)
naar Marcus Gheeraerts II (ca. 1520 – ca. 1590)
Avium Vivae Icones. Papegaaien en fabeldieren
burijngravure
Brussel, Koninklijke Bibliotheek, inv. S IV 27305
Deze prent komt uit dezelfde reeks als cat. nr. 20. Het midden van de prent wordt gedomineerd door een paradijsvogel, rechts in de hoek zitten twee papegaaienparen.
22.
Nicolaes de Bruyn (1571-1656)
Volatilium varri generis effigies
kopergravure, 1594
Brussel, Koninklijke Bibliotheek, inv. S I 8172
De Bruyn was een Vlaamse graveur die later naar Rotterdam verhuisde. Hij graveerde vooral
Bijbelse thema’s en maakte ook prenten met dieren. Deze prent hoort thuis in de serie van
twaalf prenten met vogels en insecten. In het midden van de prent steelt de hop met zijn
opgezette kuif de show. Hij loopt recht op twee papegaaien af, waarvan de grootste nog
door de Bruyn gebruikt werd bij bloemstillevens die hij graveerde. Hij sluit het dichtste aan
bij de grijze roodstaart. De papegaai op de hoger gelegen tak lijkt een ara te zijn, hoewel
zijn karakteristieke kop niet echt tot uiting komt.
18
Allegorie
In de context van deze tentoonstelling kan het woord allegorie op een symbolische voorstelling van een
abstract begrip slaan, bijvoorbeeld een deugd, maar ook op een emblema of zinnebeeld, waarbij een
moraliserende spreuk of gedicht letterlijk geïllustreerd wordt. Humor is hier nooit ver weg. En de papegaai
lijkt wel het symbool bij uitstek om aan vele verzuchtingen of levenswijsheiden een betekenis te geven.
23.
Philips Galle (1537-1612)
naar Marcus Gheeraerts II (ca. 1520 – ca. 1590)
AER
kopergravure
Antwerpen, Museum Plantin-Moretus / Prentenkabinet, Unesco Werelderfgoed, inv. R 259
Deze prent laat ons een van de aardse elementen zien, Aer of lucht. De aardse elementen gaan
terug op de theorie van de Griekse filosoof Empedocles (5e eeuw v. Chr.). In de vier hoeken
van de prenten blazen engeltjes letterlijk lucht. In het midden staat de personificatie van het
element lucht als de godin Juno met een pauw onder de arm. Ze is omringd door allerlei vogels.
Ook de papegaai is erbij, hij zit op een stok naast het decoratieve element boven het hoofd van
Juno. We herkennen zijn silhouet, een lange uitstekende vleugel en een gekromde snavel, maar
de vogel is te suggestief weergegeven om hem te kunnen identificeren.
24. Adriaen Collaert (ca. 1560 – 1618)
naar Maerten de Vos (1531/32-1603)
De vijf zintuigen, Tactus
kopergravure
Antwerpen, Museum Plantin-Moretus / Prentenkabinet, Unesco Werelderfgoed, inv. III/C125
Maerten de Vos was een van de belangrijkste schilders van het Antwerpse maniërisme
en een van de meest gevraagde kunstenaars voor altaarstukken die nodig waren voor de
herinrichting van de Antwerpse kerken na de Beeldenstorm van 1566.
Tactus of het gevoel is een van de vijf zintuigen. De Vos situeert de vijf zintuigen in een
landschap waarin op de achtergrond ook Bijbelse taferelen zijn opgenomen. Het gevoel
wordt verbeeld door een vrouw die tegen een boom rust met haar ene hand gericht naar
een spin in een web. Op haar andere hand houdt ze een vogel. De vogel heeft de contouren
van een papegaai, maar in sommige bronnen wordt van een valk gesproken. Zo schreef
Cesare Ripa (ca. 1560 – 1622) in zijn beroemde emblemataboek Iconologia: “Het gevoel,
een vrouwe, die de slinker arm ontbloot vertoont, waer op zij een valck houd ...“. Valken
staan dichter bij papegaaiachtigen en zangvogels dan bij andere roofvogels. De staart van
19
PAPEGAAI
|
‘t
C i e r l i j k
s c h o o n
v a n
h a a r e
v e e r e n
een valk is doorgaans langer dan die van de hier afgebeelde vogel. Links van Tactus zien we
op de achtergrond de uitdrijving uit het paradijs uit het boek Genesis en de wonderbaarlijke
visvangst uit het Evangelie van Lucas.
25.
Pieter de Jode I (1570-1634)
en Claes Jansz. Visscher II (1586-1652)
De vijf zintuigen, Tactus
Antwerpen, Museum Plantin-Moretus / Prentenkabinet, Unesco Werelderfgoed, inv. III/J374
Visscher had een eigen drukkerij en zijn winkel groeide uit tot een grote kunsthandel. De
Antwerpse tekenaar en graveur Pieter de Jode I sneed deze prent die refereert aan de
verleiding. Venus zit met haar zoontje Amor op een steen, zij verbeelden de liefde. Venus
wijst met haar rechterhand naar een minnekozend koppel. De man streelt het hondje in de
schoot van de vrouw, een symbool van trouw, terwijl een papegaai in haar hand bijt.
26.
Raphael Sadeler I (1560-1628)
naar Joos van Winghe (1544-1603)
Stvltitiam Pativnvr opes (Allegorie van de rijkdom, luxe en zotternij)
kopergravure, 1588
Brussel, Koninklijke Bibliotheek, inv. S I 14076
Raphael Sadeler I werkte samen met zijn oudere broer Jan als graveur voor Christoffel
Plantin. Na 1585 kwamen ze in Duitsland terecht en een aantal jaren later trokken ze samen
naar Italië. Raphael kwam aan het begin van de 17e eeuw terug naar München. Joos van
Winghe was een Brabantse maniëristische kunstschilder, die na een verblijf in Parijs en
Rome naar Brussel kwam om hofschilder te worden van landvoogd Alexander Farnese.
In een paleisarchitectuur zit koning Midas als personificatie van de hebzucht aan een tafel
zijn geld te tellen. Een nar, die de dwaasheid verbeeldt, zet hem een zotskap op. De vrouwelijke vertolking van de rijkdom kijkt in een spiegel en ziet een oude dame. Een andere
vrouw, met een papegaai op de arm, wuift haar met een waaier koelte toe en probeert op
die manier bij haar in de gunst te komen. De papegaai fungeert hier als symbool van luxe.
27.
Cornelis Cort (1533-1578)
naar Frans Floris (1519/20-1570)
Retorica. Nummer vier uit de serie De zeven vrije kunsten
gravure, Antwerpen, 1565
Brussel, Koninklijke Bibliotheek, inv. S I 11648
De Nederlandse graveur en tekenaar Cornelis Cort reisde in 1565/66 naar Venetië maar
werkte vooral in de Nederlanden, waar hij prenten graveerde naar de renaissanceschilders
20
Michiel Coxcie en Frans Floris.
Deze prent toont ons de personificatie van de Retorica of de redekunst, de oudste teksttheorie uit de klassieke oudheid. Retorica houdt haar caduceus of mercuriusstaf in de hand,
als symbool van de vrede. Ze luistert naar de toespraak van een jongeman. De boeken op
de grond zijn van Cicero, Isocrates, Demosthenes en Quintilianus, de klassieke autoriteiten
van de retorica. Boven op de boeken zitten een papegaai en een mees. Ze symboliseren de
welsprekendheid. Het onderschrift van de prent roemt de retorica om haar spitsvondigheid.
28.
Roelandt Savery (1576-1639)
Twee paarden en palfreniers
olieverf op paneel, gesigneerd, 1628
Kortrijk, Broelmuseum, inv. 783
Hoewel dit schilderij twee schitterende papegaaien toont, gaat onze eerste aandacht naar
de paarden die prominent in beeld gebracht zijn. Opvallend is ook dat Savery nauwelijks
een landschap geschilderd heeft, op een omwalde burcht in de verte na. Savery’s patroon,
keizer Rudolf II, was een groot paardenliefhebber. Hij bezat er een zeventigtal. Het witte
paard met de manen die tot aan zijn hoeven reiken moet een van zijn favorieten geweest
zijn. Savery gaf het vanaf 1613/14 regelmatig een plaats in idyllische landschappen, waar het
opvalt tussen de veelheid aan dieren die de schilderijen bevolkten. Zowel het witte als het
bruine paard komen voor in het Bestiarum van Rudolf II. De stalknechten die de paarden
vergezellen, lijken in dialoog met elkaar en zouden volgens de kunsthistoricus Uwe Bischoff
kunnen refereren aan de Phaedros van de Griekse filosoof en schrijver Plato. Daarin gaat de
filosoof Socrates met Phaedros in dialoog en maakt hij de vergelijking van de ziel met een
gevleugeld tweespan. Socrates citeert ook een aantal redenaars. Zouden de papegaaien in
dit schilderij symbool staan voor het redenaarstalent, de retorica? Of is dit schilderij alleen
maar een reflectie van de uitzonderlijke dieren die Rudolf II verzamelde? De paarden, maar
ook de papegaaien. Aan de linkerkant zit de Ara macao of de rode ara, een van de meest
voorkomende Zuid-Amerikaanse papegaaien die al door de precolombiaanse volkeren als
pasmunt werd gebruikt in de handel met vreemdelingen. Rechts zien we een fiere kaketoe,
de molukkenkaketoe (Cacatua moluccensis) die zijn naam dankt aan de Molukken, de enige
regio waar ze destijds voorkwamen. Deze papegaai is opmerkelijk door zijn mooie oranje tot
rode kuif, die mooi afsteekt tegen zijn bijna witte verenkleed. Het is een luidruchtige vogel,
die ook leert praten. Rudolf II had er een sinds begin 1601. Het dier is vermoedelijk in 1607
gestorven en werd daarna als opgezet dier bewaard in het rariteitenkabinet van de keizer.
21
PAPEGAAI
|
‘t
C i e r l i j k
s c h o o n
v a n
h a a r e
v e e r e n
29.
Adriaen Collaert (ca. 1560 – 1618)
naar Maerten de Vos (1531/32-1603)
America
kopergravure
Brussel, Koninklijke Bibliotheek, inv. S I 761
Deze prent behoort tot een vierdelige serie met personificaties van de continenten. De
vrouwelijke personificatie van America zit met een pijl en een boog in amazonezit op een
gordeldier. Aan de linkerkant van de prent zien we vreemdsoortige dieren, zoals schapen
met extra wollige en lange staarten en geiten met onmogelijk lange oren. Daarachter zijn
kannibalen aan het werk die een man slachten en hem roosteren. Aan de rechterkant is er
een veldslag gaande tussen Spanjaarden en indianen. Onderaan rechts zit een papegaai,
vermoedelijk een ara, op een tak. De ara’s komen voornamelijk uit Midden- en Zuid-Amerika.
30.
Cornelis Schut (1597-1655)
Fries met vijf putti
gravure
Antwerpen, Museum Plantin-Moretus / Prentenkabinet, Unesco Werelderfgoed, inv. III/S672
Schut was een Antwerpse tekenaar, graveur en schilder en een leerling van Rubens. In de
jaren 1620 verbleef hij in Italië waar hij voor een Italiaanse bankier fresco’s in diens huis
schilderde. Schut maakte er ook kleinschalige werken met allegorische en mythologische
thema’s. Deze fries met vijf putti, die wellicht een allegorie van de vanitas verbeelden, is
analoog aan een stilleven. Muziekinstrumenten zoals de luit, een boek, een globe en een
armillarium zijn vergankelijkheidsymbolen. De caduceus staat voor de as tussen de hemel en
de aarde. De papegaai bevindt zich in het midden van het tafereel en staat als levend wezen
in schril contrast met de vanitassymboliek.
31.
Estienne Perret (tweede helft 16e eeuw)
XXV Fables des animaux, Vray miroir exemplaire
Antwerpen, Christoffel Plantin, 1578
Dilbeek, Cultura Fonds, inv. 319
Estienne Perret was een Antwerpse auteur die na 1585 naar Rotterdam vluchtte.
Zijn boek is de Franse vertaling van het Nederlandstalige werk De Waarachtige Fabulen der
Dieren, dat Eduard de Dene in 1567 publiceerde. Het bevat 24 verhalen en een geïllustreerd
voorwoord. De verhalen zijn telkens aan de linkerkant opgenomen volgens eenzelfde stramien: eerst het dierenepos in zestien alexandrijnen, gevolgd door een moraal bestaande uit
acht alexandrijnen en ten slotte een Bijbelcitaat. De zeer fijne burijngravures zijn anoniem
maar refereren aan de ontwerpen die Marcus Gheeraerts maakte voor De Waarachtige
Fabulen der Dieren van De Dene. De Dene inspireerde zich onder meer op de verhalen van
22
de Griekse fabelschrijver Aesopus (ca. 620-560). Het boek ligt open op het verhaal van de
vos en de raaf, waarbij de vos de raaf weet te bewegen tot zingen. Zo laat die het stuk kaas
uit zijn bek vallen dat de vos wilde hebben. In het volgende geëxposeerde boek zal de raaf
een papegaai worden …
32.
Joost van den Vondel (1587-1679)
en Marcus Gheeraerts II (ca. 1520 – ca. 1590)
Vorsteliicke warande der dieren: waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch,
morael en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorghestelt
Amsterdam, 1617
Antwerpen, Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, inv. C 41393
Joost van den Vondel was een Nederlandse dichter en toneelschrijver in genres als hekeldichten, heldenepiek en moraliserende verhalen. Hij verdiende zijn brood vooral met een
kousenhandel in Amsterdam.
Het verhalenalbum Vorsteliicke warande der dieren van Vondel is net zoals Perrets editie
gebaseerd op De Waarachtige Fabulen der Dieren van De Dene, maar het is anders opgebouwd dan dat van Perret. Op de linkerpagina is de afbeelding opgenomen met een devies en
een historisch voorbeeld, op de rechterpagina komt dan het eigenlijke verhaal in dichtvorm.
Vondel permitteerde zich dichterlijke vrijheden, zette soms de tekst naar zijn hand of nam,
zoals hier bij de opengeslagen pagina, de tekening van Gheeraerts over maar wijzigde de
titel. De raaf die ook met een kromme bek is afgebeeld, wordt een babbelzieke papegaai.
33.
Jacob Cats (1577-1660)
Alle de wercken, so ouden als nieuwen
Amsterdam, Jan Jacobz. Schipper, 1657-58
Antwerpen, Museum Plantin-Moretus / Prentenkabinet, Unesco Werelderfgoed, inv. B144
Cats was een jurist en politicus, maar is vooral als moraliserend dichter van volkswijsheden
de geschiedenis ingegaan. Zijn embleemprenten verbeelden de menselijke handel en
wandel, laagdrempelig en zeer herkenbaar. Maar ook het gedrag van dieren leent zich
uitstekend om een moraliserende boodschap te brengen en de deugden of de ondeugden
van de mens in de kijker te plaatsen.
Amissa libertate laetior of Bly door Slaverny is een embleempagina uit Cats’ Sinne- en minnebeelden. Cats voorziet elk embleem van negen of meer opschriften waarbij hij inspiratie
put uit de Bijbel en de literatuur en er verder nog eigen verzonnen rijmelarijen aan toevoegt.
De opschriften zijn in drie talen gedrukt. Bij deze zegswijze gebruikt Cats de voorstelling
van een papegaai die gevangen zit in zijn kooi en toch ‘bly ghesangh’ laat horen. Hij roept
hier het beeld op van een minnaar of minnares die uitkijkt naar ‘soete slaverny’ van de
liefde. Gekooid zijn door de liefde schept vreugde! De Bijbelse variant is het beeld van de
Christen die als Gods gevangene pas werkelijk vrij is.
23
PAPEGAAI
|
‘t
C i e r l i j k
s c h o o n
v a n
h a a r e
v e e r e n
34.Zuid-Nederlands?
Papegaai-juweel met oorlepel en tandenstoker
goud, email, diamant, parels, robijn, smaragd, eind 16e eeuw
Antwerpen, Museum Mayer van den Bergh, inv. 429
Dit juweel heeft wellicht toebehoord aan een rijke patriciërsvrouw. Adriana Perez, de
echtgenote van Nicolaas Rockox, kreeg van haar vader als bruidschat juwelen mee met een
totale waarde van 5 000 gulden. Misschien had zij ook wel zo’n hanger, die niet alleen aan
een ketting gedragen werd, maar ook op een jurk kon worden gespeld. De papegaai die als
monogaam en zeer trouw werd beschouwd, kan hier als symbool van het huwelijksleven
beschouwd worden.
35.
Twee papegaaienbeeldjes
biscuit en email, 1662-1722
Antwerpen, MAS, collectie Smidt van Gelder, inv. Sm 1746
Zijn dit groene amazonepapegaaitjes? Of zijn het louter decoratieve beeldjes met het silhouet van een niet nader te identificeren papegaai? In ieder geval maakten ze deel uit van
een rijk interieur, waar subtiele symboliek niet ongewoon was. In dat geval zou ook hier de
huwelijkstrouw kunnen worden gesymboliseerd.
36.Anoniem
Papegaai van een breuk van een Sint-Jorisgilde
zilver en goud
Antwerpen, 15e eeuw, MAS, inv. AV 4699. 2-2
De gildebreuk bestaat uit twintig schakels waarop symbolen van het gilde, zoals gekruiste
pijlen, zijn aangebracht. Onderaan bevindt er zich een gotisch schildje met een gekroonde
papegaai met gespreide vleugels en een handboog en lontbuks in miniatuur. Deze breuk
werd gedragen door de winnaar van het koningsschieten. Het werd hem toegelaten om
een jaar lang de breuk te dragen en het gilde te vertegenwoordigen. Het koningsschieten, vogelschieten of papegaaischieten was een bekend vermaak in schuttersmiddens.
Er werden al sinds de 13e eeuw oefenwedstrijden georganiseerd opdat gildeleden het
verticaalschieten onder de knie zouden krijgen. De vogel waarop geschoten moest worden,
stond symbool voor de vijand die zich hoog verschanste. Om religieuze redenen of uit
bijgeloof koos men als doelvogel nooit een inheemse soort. De papegaai was een exotisch
en kleurrijk alternatief dat in de breuk ook alle aandacht trok.
24
Tentoongesteld IN ‘HET GULDEN CABINET’
37.
Frans Francken II (1581-1642)
Het schilderijenkabinet van Sebastiaan Leerse (?)
olieverf op paneel, 1628/29
Antwerpen, KMSKA, inv. 669
Op dit kunstkamerschilderij heeft Francken schilderijen afgebeeld van of naar Jan Massijs,
Pieter Neefs I, Joos de Momper II, Daniël van Heil, Bonaventura Peeters I en van eigen
makelij. In de ruimte waar het nu hangt, bewaarde Rockox zijn eigen kunstkamer, die
eveneens geschilderd was door Francken en vandaag deel uitmaakt van de verzameling
van de Bayerische Staatsgemäldesammlungen in München.
Op een aantal van Franckens kunstkamers staat vooraan in de kamer een papegaaienpaar afgebeeld, de Ara ararauna of de blauw-gele ara en de Ara macao of de rode ara. De
papegaaien symboliseren hier de menselijke dwaasheid, een verwijt naar hen die niet met
kunst en wetenschap bezig zijn. De papegaaien worden in deze context als stoorzenders
beschouwd, ze zijn luidruchtig en hun voederbakje ligt op de grond. Ze maken veel stof
en vuil, in tegenstelling tot de schoonheid van de kunstwerken.
Tentoongesteld IN ‘HET GULDEN CABINET’
38.
Toegeschreven aan Paul de Vos, (1595-1678)
Vogelconcert
olieverf op doek,
Antwerpen, KMSKA, inv. 428
De Antwerpse dierenschilder Paul de Vos baseerde zich op een compositie van zijn zwager
Frans Snijders die vandaag in de Hermitage van Sint-Petersburg te zien is.
In de 17e eeuw waren vogelconcerten een populair thema, vaak met ironische zinspelingen. Het was zowel voor Snijders als voor De Vos een ware uitdaging om het beste van
hun kunnen in een themaschilderij te etaleren. Picturaal, technisch en compositorisch
lijkt dit schilderij helemaal af. Een uil houdt als concertmeester een muziekboek vast en
dirigeert een schare fluitende, roepende en krijsende bos-, veld- en watervogels. Enkele
exotische vogels vervolledigen het bonte gezelschap: een toekan, een amazonepapegaai
en een rode ara. Hier wordt een verhaal van Aesopus uitgebeeld, maar er is ook een link
met een beroemde spreuk van de Nederlandse dichter Jacob Cats: Elck vogeltge singt soo
’t gebeckt is.
25
PAPEGAAI
|
‘t
C i e r l i j k
s c h o o n
v a n
h a a r e
v e e r e n
Tentoongesteld IN ‘HET GULDEN CABINET’
39.
Joannes Fijt (1611-1661)
Vogelconcert
olieverf op doek
Antwerpen, Rockoxhuis, inv. 92.2
De gerenommeerde dierenschilder Joannes Fijt was een leerling van Frans Snijders.
De rode ara of de Ara macao geeft de maat aan met zijn opgeheven poot. Alle vogels
op dit schilderij, op de Vlaamse gaai na, hebben de eigenschap niet te kunnen zingen:
een kip, een papegaai, een blauwe reiger, een haan, een duif en een pauw. De partituur
op de boomstronk is onleesbaar. Wellicht maken deze vogels het onderwerp uit van een
parodie, want verleiden, concurrenten verjagen of een partner aantrekken met hun zang
doen ze niet.
De papegaai als decoratief element
40.
41.
Twee tegels met afbeeldingen van papegaaien
aardewerk met tinglazuur, 1625-1675
Antwerpen, Rockoxhuis
Tegelveld met papegaai met kers in de bek
aardewerk met tinglazuur, eind 17e eeuw
Antwerpen, Rockoxhuis
Rond het midden van de 16e eeuw werden majolicategels als wanddecoratie gebruikt.
Rond 1600 sierden ze de haard en de haardwand in de keuken. Expressieve en exotische
dieren zoals papegaaien waren een geliefd onderwerp op de tegels. De tegelschilder moest
snel werken om te voldoen aan de grote vraag naar tegels, wat leidde tot serieproductie.
Hij haalde zijn inspiratie uit de nieuwe encyclopedieën, emblemataboeken en andere
dierenvoorstellingen. De kleuren van de afgebeelde vogels stemmen niet altijd met de
werkelijkheid overeen omdat de tegelschilder vaak naar gravures werkte en volgens zijn
eigen inspiratie de vogels inkleurde. Vanaf 1610 kwamen er ook monochrome tegels op
de markt. De papegaaientegels vormden louter een aantrekkelijk decoratief element in
zeventiende-eeuwse burgerlijke interieurs.
26
42. Bloemenveld met amazonepapegaai
Mechels goudleer, tweede helft 17e eeuw
Stedelijke Musea Mechelen, Hof van Busleyden, inv. L0070
Goudleer werd in de Nederlanden geïntroduceerd in het begin van de 16e eeuw. In Cordoba
werd al verguld leder gemaakt vanaf de 9e eeuw. In het begin van de 17e eeuw begon men
in Mechelen zelf goudleer te vervaardigen. In 1628 bedacht de Haagse goudleermaker
Jacob Dircxz de Swart een methode om reliëfs in het leder te persen. Die techniek levert een
mooi verheven effect op, dat ook in dit fragment te zien is. Stilaan nam goudleer de functie
van wandtapijten als aankleding van luxueuze vertrekken over.
Dit schitterende vel goudleer is versierd met gestileerde bloemen, druiven en bessen.
Onderaan zit er een papegaai. Als exotisch dier versterkt de papegaai de exclusieve uitstraling van het dure goudleer, dat de interieurs van patriciërswoningen sierde. De voorstelling
van de papegaai op dit goudleer is vermoedelijk geïnspireerd op de amazonepapegaai,
maar doordat de vogel nogal summier werd weergegeven, is niet te achterhalen om welke
soort het precies gaat.
BINNENTUIN
Portretten van papegaaieneigenaars
In de binnentuin van het Rockoxhuis hangen foto’s van hedendaagse papegaaien­
eigenaars in de stijl van zeventiende-eeuwse portretten.
De foto’s werden gemaakt door Filip Claessens bij De Leukste Papegaai van Vlaanderen,
een wedstrijd met levende papegaaien die tijdens de Cultuurmarkt van Vlaanderen
plaatsvond in de KBC-toren. Een ludieke manier om de tentoonstelling Papegaai.
’t Cierlijk schoon van haare veeren aan het grote publiek voor te stellen.
Onze speciale dank gaat uit naar
de Belgische Vereniging van Parkieten- en Papegaaienliefhebbers vzw
en Nally’s Papegaaien.
27
www.rockoxhuis.be
www.kmska.be
www.hetguldencabinet.be