MANUAL Dataverzameling Meetbaar Beter Atriumfibrilleren Manual dataverzameling Meetbaar Beter - Atriumfibrilleren – versie 16 mei 2014 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Definities 4 3. Atriumfibrilleren (AF) 5 4. Atriumfibrilleren – behandeling specifiek 6 4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 Catheter Pulmonaal Venen Isolatie (PVI) Uitkomstindicatoren Initiële condities Codeboek 6 6 7 8 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 Minimaal invasieve chirurgische Pulmonaal Venen Isolatie (PVI) Uitkomstindicatoren Initiële condities Codeboek 10 10 11 12 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 Optimale Medicamenteuze Therapie (OMT) voor atriumfibrilleren Uitkomstindicatoren Initiële condities Codeboek Manual dataverzameling Meetbaar Beter - Atriumfibrilleren – versie 16 mei 2014 2 1. Inleiding Meetbaar Beter is een wetenschappelijk onderbouwd programma dat met behulp van patiëntrelevante uitkomstindicatoren op een artsgedreven én patiëntgerichte manier werkt aan de verbetering van kwaliteit en transparantie van zorg in de deelnemende hartcentra. Binnen Meetbaar Beter worden de voor patiënten meest relevante uitkomstindicatoren aan de hand van een evidence-based methodologie geselecteerd (Value Based Healthcare (VBHC) theorie). De gemeten resultaten worden volledig transparant gecommuniceerd. De inzichten in de resultaten van zorg die hierdoor verkregen worden, bieden de basis voor een kwaliteits- en verbetercyclus op basis van deze uitkomstindicatoren. In 2013 is de stichting Meetbaar Beter opgericht zodat het project voor alle deelnemende hartcentra goed kan worden gefaciliteerd. Deze hartcentra zullen allen vanuit hun eigen centrum de dataverzameling in het eigen ziekenhuis organiseren. Elk deelnemend hartcentrum is zelf verantwoordelijk voor de dataverzameling. Vanuit de stichting Meetbaar Beter wordt een standaard Excel bestand aangeleverd waarin de gegevens voor de verschillende uitkomstindicatoren en initiële condities voor de betreffende medische aandoening verzameld kunnen worden. Op deze manier wordt gewaarborgd dat alle gegevens op een zelfde manier aangeleverd worden. In deze manual ‘Dataverzameling Meetbaar Beter - atriumfibrilleren’ vindt u alle gegevens betreffende de dataverzameling voor de uitkomstindicator atriumfibrilleren voor Meetbaar Beter. Mocht u vragen hebben over de dataverzameling, dan kunt u contact opnemen met Saskia Houterman, projectleider Datamanagement Meetbaar Beter, via [email protected] of tel. 040-2396525. Wij wensen u veel succes met de gegevensverzameling voor Meetbaar Beter! Manual dataverzameling Meetbaar Beter - Atriumfibrilleren – versie 16 mei 2014 3 2. Definities In het definitieboek van Meetbaar Beter worden alle algemene definities gepresenteerd die binnen Meetbaar Beter bij de verschillende medische condities terugkeren. Alle andere definities die specifiek zijn voor een medische conditie staan bij de uitkomstindicatoren of initiële condities benoemd. Het definitieboek is een aanvulling op de manuals die per medische conditie beschikbaar zijn. Manual dataverzameling Meetbaar Beter - Atriumfibrilleren – versie 16 mei 2014 4 3. Atriumfibrilleren (AF) In het Meetbaar Beter boek wordt op twee niveaus gerapporteerd: op niveau van het ziektebeeld atriumfibrilleren waarvoor een aantal generieke indicatoren gerapporteerd worden en op het verrichting/behandelingsniveau, te weten catheter Pulmonaal Venen Isolatie (PVI), minimaal invasieve chirurgische Pulmonaal Venen Isolatie (PVI) en Optimale Medicamenteuze Therapie (OMT), waarvoor ook een aantal behandeling specifieke indicatoren gerapporteerd worden. Definitie atriumfibrilleren Atriumfibrilleren betreft een ritmestoornis welke gekenmerkt wordt door: 1. irregulair RR-interval (zonder de aanwezigheid van een repetitief patroon), en 2. afwezigheid van P-golven op het oppervlakte ECG, en 3. variabele atriale cycluslengte (indien zichtbaar) en wordt op grond van de tijdsduur ingedeeld in volgende types: 1) eerste episode van atriumfibrilleren; 2) paroxysmaal atriumfibrilleren; 3) persisterend atriumfibrilleren en 4) permanent atriumfibrilleren (zie voor verdere definitie van bovenstaande types het definitieboek Meetbaar Beter). Bronvermelding: · Camm AJ, Kirchhof P, Lip GY et al. Guidelines for the management of atrial fibrillation: the task force for the management of atrial fibrillation of the European Society of Cardiology. Eur Heart J 2010; 31: 2369-2429. PMID 20801924. · Calkins H, Kuck KH, Cappato R et al. 2012 HRS/EHRA/ECAS expert consensus statement on catheter and surgical ablation of atrial fibrillation: recommendations for patient selection, procedural techniques, patient management and follow-up, definitions, endpoints and research trial design. Heart Rhythm 2012; 9: 632-696. PMID 22386883. Opgenomen in het overall databestand atriumfibrilleren: iedere patiënt die in het rapportagejaar is gestart in het PVI, minimaal invasieve chirurgische PVI of OMT cohort. Indien de patiënt gestart is in meerdere cohorten dan telt de datum van de start van de eerste behandeling/verrichting. NB. Eventuele dubbeltellingen worden eruit gehaald. Manual dataverzameling Meetbaar Beter - Atriumfibrilleren – versie 16 mei 2014 5 4. Atriumfibrilleren – behandeling specifiek Er zijn een aantal generieke regels binnen Meetbaar Beter die gelden voor de inclusie van patiënten in een cohort (PVI/minimaal invasieve chirurgische PVI/OMT ). Generieke regels verrichtingregistratie: 1. De follow-up start op het moment van de verrichting (PVI/minimaal invasieve chirurgische PVI), c.q. het moment van diagnostiek (OMT). 2. Voor de verrichtingregistratie wordt gerapporteerd op patiëntniveau, dit houdt in dat een patiënt maar één keer in eenzelfde PVI, minimaal invasieve chirurgische PVI of OMT cohort kan voorkomen maar wel tegelijk in PVI, minimaal invasieve chirurgische PVI en OMT cohort kan voorkomen. 3. Gedurende de gehele follow-up duur blijft de patiënt in eenzelfde cohort (PVI/minimaal invasieve chirurgische PVI/OMT), tenzij er een specifieke uitzondering geldt zoals hieronder bij de specifieke verrichting staat beschreven. Ondergaat een patiënt een andere verrichting die buiten het huidige cohort valt, dan start ook voor die verrichting de follow-up in het andere cohort. De follow-up gaat dan door in beide cohorten (tenzij er een specifieke uitzondering geldt zoals hieronder staat beschreven). 4. Ondergaat de patiënt in eenzelfde cohort voor de 2e keer eenzelfde verrichting dan wordt dat geteld als reïnterventie (tenzij er een specifieke uitzondering geldt zoals hieronder staat beschreven), maar start de follow-up niet opnieuw. Eventuele outcome events worden toegerekend aan de eerste verrichting. 5. Elk outcome event kan binnen een cohort maar één keer voorkomen per patiënt, waarbij het eerst opgetreden outcome event telt. 4.1 Catheter Pulmonaal Venen Isolatie (PVI) Definitie catheter PVI = elke patiënt die voor de eerste keer een wegens atriumfibrilleren uitgevoerde catheter Pulmonaal Venen Isolatie (dus niet de chirurgische takken) ondergaat binnen de vastgestelde rapportageperiode. NB: ontdubbelen moet het centrum zelf doen 4.1.1 Uitkomstindicatoren Geselecteerde uitkomstindicatoren voor patiënten met atriumfibrilleren behandeld door middel van PVI: 1) mortaliteit binnen 30 dagen na PVI Patiënten in het PVI-cohort die ongeacht doodsoorzaak binnen 30 dagen na interventie overlijden. Inclusieperiode: 2011-2013 2) 1-jaar failure – géén complete remissie van AF / AFL / AT zonder AAD Patiënten waarbij aangetoond géén complete remissie (vrijheid) van AF (atrium fibrilleren) / AFL (atrium flutter) / AT (atriale tachycardie), als beoordeeld vanaf het eind van de 3 maanden durende onderdrukkingsperiode tot 12 maanden volgend op de ablatie procedure. Dit moet minimaal 24 uur gemeten worden middels Holter registratie of geïmplanteerde recorder. Een holter op 12 maanden hoeft alleen te worden verricht indien er geen andere objectieve aanwijzigen voor recidief AF zijn, zoals een ECG met AF. Van alle patiënten wordt vastgelegd of ze met of zonder medicamenteuze anti-aritmische therapie (AAD) behandeld worden. 3 categorieën: 0) nee; 1) ja en 9) onbekend Inclusieperiode: 2011-2012 Manual dataverzameling Meetbaar Beter - Atriumfibrilleren – versie 16 mei 2014 6 3) trombo-embolische complicaties Patiënten waarbij een trombo-embolische complicatie optreedt (CVA / TIA / trombo embolie) binnen 12 maanden na de PVI. 5 categorieën: 1) 0; 2) 1; 3) 2; 4) meer dan 2 en 9) onbekend Inclusieperiode: 2011-2012 4) bloedings complicaties Patiënten die gedurende de ziekenhuisopname van de interventie een bloedings complicatie krijgen (volgens de BARC classificatie) die gerelateerd is aan de interventie, waardoor het noodzakelijk is om tijdens de ingreep een conversie te doen, of in de postoperatieve fase een (re-) thoracotomie te doen of een drain in te brengen waarbij bloed gedraineerd wordt. Informatie wordt gehaald uit het operatieverslag of de complicatieregistratie. 3 categorieën: 0) nee; 1) ja en 9) onbekend Inclusieperiode: 2011-2013 5) cardiale tamponade of effusie Patiënten waarbij zich binnen 30 dagen een significante pericardeffusie ontwikkelt nadat de patiënt een AF-ablatie heeft ondergaan. 3 categorieën: 0) nee; 1) ja en 9) onbekend Inclusieperiode: 2011-2013 6) herhaalde PVI na 1 jaar Een herhaalde PVI procedure binnen 1 jaar na de vorige procedure, gedefinieerd als elke ablatie voor AF / AFL met uitzondering van cavotricuspidale isthmus. 3 categorieën: 0) nee; 1) ja en 9) onbekend Inclusieperiode: 2011-2012 7) herhaalde PVI na 3 jaar Het aantal herhaalde PVI procedures na 36 maanden na de vorige procedure, gedefinieerd als elke ablatie voor AF / AFL met uitzondering van cavotricuspidale isthmus. Follow-up termijn van 36 maanden nog niet verstreken voor inclusieperiode 2011; kan niet verzameld worden voor Meetbaar Beter rapportage 2014. 8) kwaliteit van leven 1 jaar na PVI Kwaliteit van leven van de patiënt gemeten vlak voor interventie en 1 jaar na de PVI met de SF-12-2 of SF-36-2. Deze vragenlijst bevat vragen over de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de patiënt. Deze vragen betreffen acht hoofdonderwerpen: fysiek functioneren, rolfunctioneren fysiek, lichamelijke pijn, ervaren gezondheid, vitaliteit, sociaal functioneren, rolfunctioneren emotioneel en geestelijke gezondheid. De indicator toont het gemiddelde van de nulmeting en de meting 1 jaar na de PVI en vergelijkt de uitkomsten tevens met de uitkomsten van de gemiddelde Nederlandse populatie, rekening houdend met leeftijd en geslacht. Inclusieperiode: 2011-2012 4.1.2 Initiële condities Geselecteerde initiële condities van de patiënt - PVI: · eerdere ablatie voor AF Een eerder ondergane ablatie (inclusief chirurgische PVI) vanwege atriumfibrilleren gedurende het gehele leven. 3 categorieën: 0) geen eerdere ablatie; 1) eerdere ablatie en 9) onbekend · ernstige linker ventrikel dysfunctie 4 categorieën: 1) ejectie fractie > 50%; 2) ejectie fractie 30-50%; 3) ejectie fractie < 30% en 9) onbekend · type atriumfibrilleren 5 categorieën: 1) eerste AF incident; 2) paroxysmaal; 3) persisterend (tussen de 7 dagen en 1 jaar); 4) permanent (langer dan 1 jaar) en 9) onbekend Manual dataverzameling Meetbaar Beter - Atriumfibrilleren – versie 16 mei 2014 7 · · · · · grootte van het linker atrium Omvang van het linker atrium gemeten via ECHO of CT in ml/m2. CHA2DS2-VASc Score Laatst bepaalde CHA2DS2-VASc Score voor de interventie continu gemeten op een schaal van 0 tot en met 9. CVA in het verleden Patiënten die een CVA hebben doorgemaakt voorafgaande aan de PVI gedurende het hele leven. 3 categorieën: 0) nee; 1) ja en 9) onbekend mitralisklep insufficiëntie Zwakte van de klepbladen waardoor lekkage ontstaat. 5 categorieën: 1) graad 1; 2) graad 2; 3) graad 3; 4) graad 4 en 9) onbekend aantal maanden persisterend atriumfibrilleren Aantal maanden dat patiënt medisch is gediagnosticeerd in persisterend atriumfibrilleren. 4.1.3 Codeboek Codeboek definities variabelen – PVI Naam variabele ziekenhuis Omschrijving ziekenhuis waar interventie cq. behandeling plaatsvindt patientnr verwezen patiëntnummer patiënt verwezen uit een ander ziekenhuis intv_dat geb_dat leeftijd geslacht datum interventie geboortedatum leeftijd geslacht ablatieAF eerdere ablatie vanwege AF LVEF linker ventrikel ejectiefractie type_AF type atriumfibrilleren Codering 1=Catharina 2=Antonius 3=AMC 4=UMCG 5=OLVG 6=Amphia 7=UMCU 8=Isala 9=MST 10=MCL 11=Haga 12=ErasmusMC 0=nee 1=ja 9=onbekend dd-mm-jjjj dd-mm-jjjj 999=onbekend 1=man 2=vrouw 9= geen geslacht / onbekend 0=nee 1=ja 9=onbekend 1=>50% 2=30-50% 3=<30% 9=onbekend 1=eerste AF incident 2=paroxysmaal Manual dataverzameling Meetbaar Beter - Atriumfibrilleren – versie 16 mei 2014 8 grootte_atrium VAS vorigCVA omvang van het linker atrium in ml/m2 CHA2DS2-VASc Score CVA in voorgeschiedenis mit_insuff mitralisklep insufficïentie mnd_diagn remissie aantal maanden persisterend AF géén complete remissie van AF/AFL/AT AAD gebruik van AAD trombo trombo-embolische complicaties bloeding bloedings complicaties effusie cardiale tamponade of effusie re_PVI_1 herhaalde PVI na 1 jaar re_PVI_3 vitaliteit herhaalde PVI na 3 jaar vitaliteitsstatus van de patiënt op 3004-2014 vitaliteit_dat 3=persisterend 4=permanent 9=onbekend 999=onbekend 99=onbekend 0=nee 1=ja 9=onbekend 1=graad 1 2=graad 2 3=graad 3 4=graad 4 9=onbekend 999=onbekend 0=nee 1=ja 9=onbekend 0=nee 1=ja 9=onbekend 1=0 2= 1 3= 2 4=meer dan 2 9= onbekend 0=nee 1=ja 9=onbekend 0=nee 1=ja 9=onbekend 0=nee 1=ja 9=onbekend 99=onbekend 0=levend 1=overleden 2=lost to follow-up 9=onbekend dd-mm-jjjj vitaliteitsdatum: indien levend 30-042014; indien overleden overlijdensdatum; indien lost to follow-up datum laatste contact followup_dat datum follow-up dd-mm-jjjj FF_base KvL: score fysiek functioneren vóór de 999=onbekend interventie RF_base KvL: score rolfunctioneren fysiek vóór 999=onbekend de interventie PN_base KvL: score lichamelijke pijn vóór de 999=onbekend interventie EG_base KvL: score ervaren gezondheid vóór 999=onbekend de interventie Manual dataverzameling Meetbaar Beter - Atriumfibrilleren – versie 16 mei 2014 9 VT_base SF_base RE_base GG_base FF_1 RF_1 PN_1 EG_1 VT_1 SF_1 RE_1 GG_1 4.2 KvL: score vitaliteit vóór de interventie KvL: score sociaal functioneren vóór de interventie KvL: score rolfunctioneren emotioneel vóór de interventie KvL: score geestelijke gezondheid vóór de interventie KvL: score fysiek functioneren na 1 jaar KvL: score rolfunctioneren fysiek na 1 jaar KvL: score lichamelijke pijn na 1 jaar 999=onbekend KvL: score ervaren gezondheid na 1 jaar KvL: score vitaliteit na 1 jaar KvL: score sociaal functioneren na 1 jaar KvL: score rolfunctioneren emotioneel na 1 jaar KvL: score geestelijke gezondheid na 1 jaar 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend Minimaal invasieve chirurgische PVI Definitie minimaal invasieve chirurgische PVI = elke patiënt die voor de eerste keer een wegens atriumfibrilleren uitgevoerde minimaal invasieve chirurgische Pulmonaal Venen Isolatie door middel van een thoracoscopische benadering (dus niet de catheter benadering) met of zonder box laesie. NB: ontdubbelen moet het centrum zelf doen 4.2.1 Uitkomstindicatoren Geselecteerde uitkomstindicatoren voor patiënten met atriumfibrilleren behandeld door middel van minimaal invasieve chirurgische PVI: 1) mortaliteit binnen 30 dagen na minimaal invasieve chirurgische PVI Patiënten in het minimaal invasieve chirurgische PVI cohort die ongeacht doodsoorzaak binnen 30 dagen na interventie overlijden. Inclusieperiode: 2011-2013 2) bloedings complicaties Patiënten die gedurende de ziekenhuisopname van de interventie een bloedings complicatie krijgen (volgens de BARC classificatie) die gerelateerd is aan de interventie, waardoor het noodzakelijk is om tijdens de ingreep een conversie te doen, of in de postoperatieve fase een (re-) thoracotomie te doen of een drain in te brengen waarbij bloed gedraineerd wordt. Informatie wordt gehaald uit het operatieverslag of de complicatieregistratie. 3 categorieën: 0) nee; 1) ja en 9) onbekend Inclusieperiode: 2011-2013 3) trombo-embolische complicaties Patiënten waarbij een trombo-embolische complicatie optreedt (CVA / TIA / trombo embolie) binnen 12 maanden na de minimaal invasieve chirurgische PVI. Manual dataverzameling Meetbaar Beter - Atriumfibrilleren – versie 16 mei 2014 10 5 categorieën: 1) 0; 2) 1; 3) 2; 4) meer dan 2 en 9) onbekend Inclusieperiode: 2011-2013 4) 1-jaar failure – géén complete remissie van AF / AFL / AT zonder AAD Patiënten waarbij aangetoond géén complete remissie (vrijheid) van AF (atrium fibrilleren) / AFL (atrium flutter) / AT (atriale tachycardie), als beoordeeld vanaf het eind van de 3 maanden durende onderdrukkingsperiode tot 12 maanden volgend op de ablatie procedure. Dit moet minimaal 24 uur gemeten worden middels Holter registratie of geïmplanteerde recorder. Een holter op 12 maanden hoeft alleen te worden verricht indien er geen andere objectieve aanwijzigen voor recidief AF zijn, zoals een ECG met AF. Van alle patiënten wordt vastgelegd of ze met of zonder medicamenteuze anti-aritmische therapie (AAD) behandeld worden. 3 categorieën: 0) nee; 1) ja en 9) onbekend Inclusieperiode: 2011-2012 5) herhaalde PVI na 1 jaar Een herhaalde PVI procedure binnen 1 jaar na de vorige procedure, gedefinieerd als elke ablatie voor AF / AFL met uitzondering van cavotricuspidale isthmus. 3 categorieën: 0) nee; 1) ja en 9) onbekend Inclusieperiode: 2011-2012 6) kwaliteit van leven 1 jaar na PVI Kwaliteit van leven van de patiënt gemeten vlak voor interventie en 1 jaar na de minimaal invasieve chirurgische PVI met de SF-12-2 of SF-36-2. Deze vragenlijst bevat vragen over de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de patiënt. Deze vragen betreffen acht hoofdonderwerpen: fysiek functioneren, rolfunctioneren fysiek, lichamelijke pijn, ervaren gezondheid, vitaliteit, sociaal functioneren, rolfunctioneren emotioneel en geestelijke gezondheid. De indicator toont het gemiddelde van de nulmeting en de meting 1 jaar na de minimaal invasieve chirurgische PVI en vergelijkt de uitkomsten tevens met de uitkomsten van de gemiddelde Nederlandse populatie, rekening houdend met leeftijd en geslacht. Inclusieperiode: 2011-2012 4.2.2 Initiële condities Geselecteerde initiële condities van de patiënt - minimaal invasieve chirurgische PVI: · CVA in het verleden Patiënten die een CVA hebben doorgemaakt voorafgaande aan de minimaal invasieve chirurgische PVI gedurende het hele leven. 3 categorieën: 0) nee; 1) ja en 9) onbekend · ernstige linker ventrikel dysfunctie 4 categorieën: 1) ejectie fractie > 50%; 2) ejectie fractie 30-50%; 3) ejectie fractie < 30% en 9) onbekend · type atriumfibrilleren 5 categorieën: 1) eerste AF incident; 2) paroxysmaal; 3) persisterend (tussen de 7 dagen en 1 jaar); 4) permanent (langer dan 1 jaar) en 9) onbekend · obesitas De lengte en het gewicht van de patiënt worden gemeten en daaruit wordt de Body Mass Index (BMI) van de patiënt bepaald. · mitralisklep insufficïentie Zwakte van de klepbladen waardoor lekkage ontstaat. 5 categorieën: 1) graad 1; 2) graad 2; 3) graad 3; 4) graad 4 en 9) onbekend · aantal maanden persisterend atriumfibrilleren Aantal maanden dat patiënt medisch is gediagnosticeerd in persisterend atriumfibrilleren. Manual dataverzameling Meetbaar Beter - Atriumfibrilleren – versie 16 mei 2014 11 · · · eerdere ablatie voor AF Een eerder ondergane catheter PVI vanwege atriumfibrilleren gedurende het gehele leven. 3 categorieën: 0) geen eerdere ablatie; 1) eerdere ablatie en 9) onbekend grootte van het linker atrium Omvang van het linker atrium gemeten via ECHO of CT in ml/m2. CHA2DS2-VASc Score Laatst bepaalde CHA2DS2-VASc Score voor de interventie continu gemeten op een schaal van 0 tot en met 9-. 4.2.3 Codeboek Codeboek definities variabelen - minimaal invasieve chirurgische PVI Naam variabele ziekenhuis Omschrijving ziekenhuis waar interventie cq. behandeling plaatsvindt patientnr verwezen patiëntnummer patiënt verwezen uit een ander ziekenhuis Codering 1=Catharina 2=Antonius 3=AMC 4=UMCG 5=OLVG 6=Amphia 7=UMCU 8=Isala 9=MST 10=MCL 11=Haga 12=ErasmusMC 0=nee 1=ja 9=onbekend intv_dat datum interventie dd-mm-jjjj geb_dat geboortedatum van de patiënt dd-mm-jjjj leeftijd leeftijd 999=onbekend geslacht geslacht 1=man 2=vrouw 9=geen geslacht / onbekend lengte lengte (cm) 999=onbekend gewicht gewicht (kg) 999=onbekend vorigCVA CVA in voorgeschiedenis 0=nee 1=ja 9=onbekend mit_insuff mitralisklep insufficïentie 1=graad 1 2=graad 2 3=graad 3 4=graad 4 9=onbekend LVEF linker ventrikel ejectiefractie 1=>50% 2=30-50% 3=<30% 9=onbekend type_AF type atriumfibrilleren 1=eerste AF incident 2=paroxysmaal 3=persisterend Manual dataverzameling Meetbaar Beter - Atriumfibrilleren – versie 16 mei 2014 12 ablatieAF eerdere ablatie vanwege AF mnd_diagn grootte_atrium VAS bloeding aantal maanden persisterend AF omvang van het linker atrium in ml/m2 CHA2DS2-VASc Score bloedings complicaties trombo trombo-embolische complicaties remissie géén complete remissie van AF/AFL/AT AAD gebruik van AAD re_PVI_1 herhaalde PVI na 1 jaar vitaliteit vitaliteitsstatus van de patiënt op 3004-2014 vitaliteit_dat 4=permanent 9=onbekend 0=nee 1=ja 9=onbekend 999= onbekend 999=onbekend 99=onbekend 0=nee 1=ja 9=onbekend 1=0 2= 1 3= 2 4=meer dan 2 9= onbekend 0=nee 1=ja 9=onbekend 0=nee 1=ja 9=onbekend 0=nee 1=ja 9=onbekend 0=levend 1=overleden 2=lost to follow-up 9=onbekend dd-mm-jjjj vitaliteitsdatum: indien levend 30-042014; indien overleden overlijdensdatum; indien lost to follow-up datum laatste contact followup_dat datum follow-up dd-mm-jjjj FF_base KvL: score fysiek functioneren vóór de 999=onbekend interventie RF_base KvL: score rolfunctioneren fysiek vóór 999=onbekend de interventie PN_base KvL: score lichamelijke pijn vóór de 999=onbekend interventie EG_base KvL: score ervaren gezondheid vóór 999=onbekend de interventie VT_base KvL: score vitaliteit vóór de 999=onbekend interventie SF_base KvL: score sociaal functioneren vóór 999=onbekend de interventie RE_base KvL: score rolfunctioneren 999=onbekend emotioneel vóór de interventie GG_base KvL: score geestelijke gezondheid 999=onbekend vóór de interventie FF_1 KvL: score fysiek functioneren na 1 999=onbekend jaar Manual dataverzameling Meetbaar Beter - Atriumfibrilleren – versie 16 mei 2014 13 RF_1 PN_1 EG_1 VT_1 SF_1 RE_1 GG_1 KvL: score rolfunctioneren fysiek na 1 jaar KvL: score lichamelijke pijn na 1 jaar KvL: score ervaren gezondheid na 1 jaar KvL: score vitaliteit na 1 jaar KvL: score sociaal functioneren na 1 jaar KvL: score rolfunctioneren emotioneel na 1 jaar KvL: score geestelijke gezondheid na 1 jaar 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend Manual dataverzameling Meetbaar Beter - Atriumfibrilleren – versie 16 mei 2014 14
© Copyright 2024 ExpyDoc