Voorwaarden CQ-index en EPD Fysiotherapie 2015 INLEIDING METING KLANTERVARINGEN (CQI) Achmea wil dat iedere klant kan vertrouwen op de beste zorg. Daarom stimuleren wij zorgaanbieders om de geleverde zorg en dienstverlening continu te verbeteren. Zij hebben daarvoor inzicht nodig in de kwaliteit van de door hen geleverde zorg. Een manier om dat inzicht te verkrijgen, is om klanten te vragen hoe zij de zorg hebben ervaren. Inzicht in zorgkwaliteit is niet compleet zonder het perspectief van uw klant. Achmea stimuleert dat zorgaanbieders hun klantervaringen zelf meten op een valide en vergelijkbare manier met behulp van bijvoorbeeld de CQ-index. Achmea meent dat het verzamelen van kwaliteitsgegevens, waaronder klantervaringen, een onderdeel zou moeten zijn van ieder zorgproces en iedere contractsoort. Verzekerden moeten inzicht krijgen in de uitkomsten van klantervaringen zodat mede op die manier de klant kan kiezen voor de beste zorg. De resultaten worden hiertoe ontsloten op de zorgzoekers van de labels van Achmea. Hiervoor is het van belang dat de CQ-index Fysiotherapie voldoende wordt uitgezet om tot bruikbare resultaten te leiden. Wanneer de fysiotherapiepraktijk onvoldoende respons1 heeft, is het niet mogelijk om de resultaten van de CQ-index Fysiotherapie van deze praktijk op de zorgzoeker te plaatsen. Achmea stelt als voorwaarde voor de Basisovereenkomst Paramedische zorg 2015 dat de contractant en diens medewerkers vallend onder de overeenkomst, de CQ-index Fysiotherapie continu uitvragen onder hun patiënten verzekerd bij de labels van Achmea. Achmea zal de data uit de CQ-index Fysiotherapie van alle fysiotherapeuten binnen de praktijk geanonimiseerd aangeleverd krijgen van het meetbureau. Vanaf 2016 wijzigen de voorwaarden verbonden aan de CQindex. Achmea neemt vanaf 2016 het KlantErvaringsOnderzoek CQ-index Fysiotherapie als minimale voorwaarden op in al haar overeenkomsten. Dat betekent dat vanaf 2016 iedere contractant van Achmea (Standaard, Basis, Basis Xtra en Plus) van Achmea een KlantErvaringsOnderzoek uitzet. Ter verduidelijking vindt u in onderstaand schema een overzicht met daarin verwerkt de verschillende voorwaarden. Contractvorm Standaard 2 Basis Basis Xtra 3 (2016) Overeenkomst meetbureau Ja (2016) Ja Ja Aantal medewerkers Min. 1 (2016) Alle medewerkers Alle medewerkers Uitzet % Min. 20% uitzetten Achmea (2016) Min. 40% uitzetten Achmea Min. 40% uitzetten Respons uitkomsten per jaar - Min. 10 respons 1 100 respons metingen Uitkomsten CQ op ‘thema waardering’: Informatie, Bejegening, Participatie en therapietrouw, Verwachtingsmanagement, Behandelproces Geen Geen Min twee sterren gemiddeld 2016 Artikel 1 Aanmelding 1.1 De contractant laat een continu patiëntervaringsonderzoek uitvoeren met behulp van de CQ-index Fysiotherapie door een onder artikel 1.2 genoemd meetbureau met gebruikmaking van de meest recente CQ-index Fysiotherapie. Bij het vrijkomen van een nieuwe versie CQ-index Fysiotherapie is de contractant aan deze nieuwe versie gehouden. 1.2 De contractant heeft voor het uitzetten van de CQ-index Fysiotherapie de keuze uit de meetbureaus: MediQuest: www.mediquest.nl / Qualizorg (Fysio Prestatie Monitor): www.fysiomonitor.nl 1.3 De contractant dient uiterlijk 1 november 2014 in het bezit te zijn van een overeenkomst afgesloten op het praktijk-AGB van Om de resultaten van de CQ-index Fysiotherapie te kunnen publiceren is een minimum responsaantal van 10 volledig ingevulde CQ vragenlijsten per praktijk nodig, dit conform de werkinstructie CQ-index Fysiotherapie van Zorginstituut Nederland. Uitgaande van een respons van 40% dient de praktijk de CQ-index Fysiotherapie bij tenminste 25 Achmea verzekerden uit te zetten, ongeacht de hoogte van het aantal patiënten verzekerd bij Achmea. 2 Achmea implementeert voor het contractjaar 2016 de voorwaarden CQ-index voor de Standaard overeenkomst Paramedische zorg 2016. 3 De Basis Xtra overeenkomst biedt Achmea vanaf 2016 aan. 1 de Basisovereenkomst Paramedische zorg met één van de onder artikel 1.2 genoemde meetbureaus. Contractanten die geen overeenkomst hebben afgesloten met het meetbureau of een overeenkomst welke is gesloten na 1 november 2014 komen niet in aanmerking voor een Basisovereenkomst Paramedische zorg 2015 of Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015. 1.4 Contractanten met een Standaardovereenkomst 2014 die in 2015 een Basisovereenkomst Paramedische zorg willen afsluiten dienen actief richting Achmea aan te kunnen tonen dat zij gedurende minimaal drie maanden de CQ-index hebben uitgezet conform de voorwaarden 2014. 1.5 De kosten voor het uitzetten van de CQ-index Fysiotherapie zijn te allen tijde voor de contractant. 1.6 Voor meer informatie over de meetbureaus, de mogelijkheden voor het uitzetten van de CQ-index Fysiotherapie en de hieraan verbonden kosten wordt verwezen naar de websites van de onder artikel 1.2 genoemde meetbureaus. Artikel 2Uitzetten van de CQ-index Fysiotherapie 2.1 De CQ-index Fysiotherapie wordt continu uitgezet onder de patiënten verzekerd bij Achmea. Onder continu wordt verstaan dat de contractant het hele jaar, elk kwartaal meetgegevens aanlevert conform de voorwaarden beschreven in artikel 2. 2.2 De CQ-index Fysiotherapie wordt door alle fysiotherapeuten vallend onder de overeenkomst continu uitgezet onder de patiënten verzekerd bij Achmea. 2.3 De contractant met een Basisovereenkomst Paramedische zorg 2015 dient de CQ-index Fysiotherapie continu uit te zetten onder minimaal 40% van de patiënten verzekerd bij Achmea. 2.4 De Contractant zet zich actief in om patiënten te informeren over de inhoud en achtergrond van de CQ-index Fysiotherapie om zo voldoende respons te generen om tot publiceerbare resultaten4 te komen. bij minimaal 40% van het aantal Achmeaverzekerden uit te zetten zoals genoemd in artikel 2.3. 2.6 Wanneer de contractant niet kan voldoen aan de gestelde voorwaarde zoals beschreven in art. 2.5, kan voldoen, dient deze aan te tonen dat aan de inspanningsverplichting als beschreven in artikel 2.1 t/m 2.4, is voldaan anders treden de gevolgen in werking als bedoeld in artikel 5. 2.7 Op 2 januari 2015 dient contractant te starten met de meting CQ-index Fysiotherapie. Artikel 3CQ-index Fysiotherapie en aanlevering uitkomsten 3.1 Achmea stelt als voorwaarde dat de fysiotherapiepraktijk met zijn medewerker(s)5 de CQ-index Fysiotherapie continu uitvraagt onder zijn patiënten verzekerd bij de labels van Achmea. De data uit de CQ-index Fysiotherapie wordt van alle fysiotherapeuten werkzaam binnen de praktijk van de contractant geanonimiseerd aangeleverd bij Achmea. 3.2 Achmea ontvangt elk kwartaal via een onderzoeksbureau geanonimiseerd uw CQ-index Fysiotherapie data van het door u gekozen meetbureau. De data bevat zowel de uitkomsten op vraagniveau als procesgegevens waaronder het aantal uitgezette vragenlijsten en de respons. De aanleverdata in het contractjaar zijn: 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december 2015. 3.3 Achmea vraagt bij de meetbureaus genoemd in art. 1.2 op of met haar contractanten een overeenkomst is afgesloten ten behoeve van deelname CQ-index en het aantal deelnemende fysiotherapeuten. 3.4 In de overeenkomst tussen de contractant en de onder artikel 1.2 genoemde meetbureaus heeft de contractant schriftelijk toestemming gegeven voor het aanleveren van de gegevens als beschreven in artikel 3.1 en 3.2. 3.5 De contractant is te allen tijde gehouden aan de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). 2.5 Er geldt een minimum van 25 uitgezette lijsten en/of 10 geretourneerde volledig ingevulde vragenlijsten. Dit ontslaat de contractant niet van de verplichting de CQ-index Fysiotherapie Om de resultaten van de CQ-index Fysiotherapie te kunnen publiceren is een minimum responsaantal van 10 volledig ingevulde CQ vragenlijsten per contractant nodig, dit conform de werkinstructie CQ-index Fysiotherapie van Zorginstituut Nederland. Uitgaande van een respons van 40% dient de contractant de CQ-index Fysiotherapie bij tenminste 25 Achmea verzekerden uit te zetten, ongeacht de hoogte van het aantal patiënten verzekerd bij Achmea. Zijn de uitkomsten niet publiceerbaar dan komt de contractant in 2016 slechts in aanmerking voor een standaardovereenkomst. 5 Uitzondering op artikel 3.1 is in het geval dat met contractant in 2016 een Standaardovereenkomst Paramedische zorg is afgesloten met Achmea waarbij met minimaal 1 medewerker de CQ dient te worden uitgevraagd. Zie voor meer informatie artikel 6.1. 4 Artikel 4Gebruik uitkomsten CQ-index Fysiotherapie 4.1 Achmea behoudt zich het recht voor om voor het contractaanbod te differentiëren tussen de overeenkomsten Paramedische zorg op basis van de resultaten op uitkomst- of procesniveau van de CQ-index Fysiotherapie van de praktijk. Zodra Achmea op basis van de resultaten van de CQ-index gaat differentiëren worden de normen waarop deze differentiatie plaatsvindt actief en tijdig door Achmea aan de contractant kenbaar gemaakt. 4.2 Achmea behoudt zich het recht voor om de CQ-index Fysiotherapie uitkomsten op praktijkniveau te publiceren op haar (merken)websites of via onafhankelijke derden te communiceren naar haar verzekerden. 4.3 De beschikbare CQ-index Fysiotherapie data kan door Achmea gebruikt worden voor haar zorginkoopbeleid. Dat betekent dat de mate waarin u als contractant heeft voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld in artikel 2 van invloed kunnen zijn op uw overeenkomst met Achmea. Aanvullend wordt de CQ-index Fysiotherapie data t/m 31 december van het contractjaar gebruikt om te bepalen of u definitief hebt voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld in artikel 2. 4.4 Achmea kan de uitkomsten, verkregen uit de CQ-index Fysiotherapie, gebruiken als vergelijkingsinformatie voor de andere contractanten fysiotherapie. U geeft door het afsluiten van de overeenkomst toestemming hiervoor. 4.5 Voor het publiceren van de resultaten van de CQ-index Fysiotherapie dient aan voorwaarden zoals benoemd in artikel 2 te zijn voldaan. Artikel 5Controle en consequenties bij niet of onvoldoende deelname 5.1 De contractant is verplicht Achmea per omgaande op de hoogte te stellen zodra tussentijds blijkt dat niet meer aan de gestelde “Voorwaarden CQ-index en EPD voor Fysiotherapie 2015” kan worden voldaan. 5.2 Achmea controleert, conform de contractuele afspraken bij het gekozen meetbureau, of de contractant heeft voldaan aan de voorwaarden, zoals gesteld in de artikelen 1, 2 en 3. 5.3 Indien blijkt dat er niet aan de voorwaarden is voldaan, dan wordt dit door Achmea beschouwd als ‘geen deelname’. Dit heeft de volgende consequenties: - Achmea heeft het recht om met terugwerkende kracht de Basisovereenkomst Paramedische zorg 2015 om te zetten naar een Standaardovereenkomst Paramedische zorg 2015 met de daarbij geldende voorwaarden en vergoedingen. - Achmea vordert het verschil tussen de tarieven behorend bij de Basisovereenkomst Paramedische zorg 2015 en de Standaardovereenkomst Paramedische Zorg 2015 van alle gedeclareerde fysiotherapeutische prestaties vallend onder deze Basisovereenkomst Paramedische zorg 2015 terug. - Contractant wordt voor 2016 uitgesloten van een Basis- of Plusovereenkomst Paramedische zorg. Na aantoonbaar gebleken geschiktheid in 2016 kan contractant in 2017 in aanmerking komen voor een Basisovereenkomst Paramedische zorg. Onder gebleken geschiktheid verstaat Achmea dat de contractant actief aantoont dat gedurende minimaal 3 maanden de CQ-index door de contractant is uitgezet conform de voorwaarden zoals genoemd in artikel 2. 5.4 Indien uit een controle blijkt dat niet aan de voorwaarden CQ-index en EPD Fysiotherapie voldaan is en dat er geen sprake is van gebleken geschiktheid, behoudt Achmea zich het recht voor om met terugwerkende kracht de Basisovereenkomst Fysiotherapie 2015 om te zetten naar een Standaardovereenkomst Fysiotherapie 2015 met de daarbij geldende voorwaarden en vergoedingen. Voorgaande laat de toepasselijkheid van de overige in de voorwaarden Continue CQ-index genoemde consequenties onverlet. Artikel 6 Standaardovereenkomst 2016 6.1 De contractant met een Standaardovereenkomst Paramedische zorg 2016 6 dient de CQ-index Fysiotherapie continu uit te zetten onder minimaal 20% van de patiënten verzekerd bij Achmea met minimaal 1 medewerker vallende onder de overeenkomst van contractant. 6.2 Contractanten die in 2016 een Standaardovereenkomst Paramedische zorg willen afsluiten dienen voor 1 november 2015 in het bezit te zijn van een overeenkomst tussen de contractant en het meetbureau. De CQ wordt vanaf 1 januari volgens de dan geldende voorwaarden uitgezet. Artikel 7 Basis Xtra overeenkomst 2016 7.1 De contractant met een Basis Xtra overeenkomst Paramedische zorg 2016 7 dient de CQ-index Fysiotherapie continu uit te zetten onder minimaal 40% van de patiënten verzekerd bij Achmea. Achmea implementeert voor het contractjaar 2016 aangepaste Voorwaarden CQ-index voor de Standaard overeenkomst Paramedische zorg 2016. De Basis Xtra overeenkomst Paramedsiche zorg biedt Achmea vanaf 2016 aan. Voor meer informatie over de voorwaarden die aan de Basis Xtra overeenkomst Paramedische zorg verbonden zijn en de wijze waarop de contractant met een Basisovereenkomst Paramedische zorg 2015 deze overeenkomst kan aanvragen bij Achmea informeren wij u in het eerste kwartaal van 2015 op de website van Achmea op www.achmea.nl/zorgaanbieders. 6 7 Om in aanmerking te komen voor de BasisXtra overeenkomst is er een minimum van 100 geretourneerde volledig ingevulde vragenlijsten per kalenderjaar van toepassing. 7.2 De CQ verstrekt een gemiddelde themawaardering verkregen uit een meting binnen de thema’s Informatie, Bejegening, Participatie en therapietrouw, Verwachtingsmanagement en Behandelproces. Iedere Basis Xtra contractant van Achmea dient een themawaardering van minimaal ‘twee sterren’, gemiddeld 2016 te bezitten. Belangrijk is dat contractant de minimaal ‘twee sterren’, gemiddeld themawaardering begin 2016 heeft behaald. INLEIDING ‘HET ELEKTRONISCH PATIËNTEN DOSSIER’ Achmea stimuleert al enige jaren het gebruik van een Elektronisch Patiëntendossier (EPD). Onder andere door het EPD voorwaardelijk op te nemen in verschillende overeenkomsten. Het EPD is een belangrijk randvoorwaardelijk instrument om de zorgaanbieder te ondersteunen in haar verslaglegging en methodisch handelen conform de eisen vanuit de beroepsgroep. Daarnaast kan het de zorgaanbieder ondersteunen in het klinisch redeneren, het evalueren (meten van voortgang en resultaat) en het vormen van besluiten. Verder zal het gebruik van een EPD in toenemende mate bijdragen aan de communicatie tussen zorgverleners. De communicatie tussen zorgverleners t.b.v. de multidisciplinaire samenwerking zal steeds meer digitaal plaatsvinden en er worden voor verschillende aandoeningen en patiënten categorieën (multidisciplinaire) indicatoren ontwikkeld. Daarvoor zijn gegevens nodig over de kwaliteit van de geleverde zorg. Er zal alvast een belangrijke basis gelegd moeten worden voor deze data infrastructuur. Van belang is dat het EPD inhoudelijk door de beroepsgroep gedragen wordt en dat de zorgaanbieder op inhoud, communicatie en ontwikkeling van indicatoren zich door het EPD ondersteund ziet. Artikel 2 Controle a)De contractant is verplicht Achmea per omgaande op de hoogte te stellen indien tussentijds blijkt dat men niet meer aan de gestelde voorwaarden CQ-index en EPD Fysiotherapie 2015 kan voldoen. b)Achmea kan op ieder willekeurig moment de overeenkomst die de contractant heeft gesloten met de EPD leveranciers opvragen. Op deze manier kan Achmea controleren of de contractant heeft voldaan aan de gestelde voorwaarden. c)Indien blijkt dat op enig moment in het jaar 2015 niet aan de voorwaarden wordt voldaan, dan heeft dit de volgende consequenties: - Achmea heeft het recht om met terugwerkende kracht de Basisovereenkomst Paramedische zorg 2015 om te zetten naar een Standaardovereenkomst Paramedische zorg 2015 met de daarbij geldende voorwaarden en vergoedingen. - Achmea vordert het verschil tussen de tarieven behorend bij de Basisovereenkomst Paramedische zorg 2015 en de Standaardovereenkomst Paramedische zorg 2015 van alle gedeclareerde fysiotherapeutische prestaties vallend onder deze Basisovereenkomst Paramedische zorg 2015 terug. Algemene voorwaarden EPD Fysiotherapie Artikel 3 Gewijzigde EPD voorwaarden 2016 De voorwaarden voor het gebruik van een EPD zijn van toepassing op contractanten met een Basisovereenkomst Paramedische zorg 2015 of Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015. Contractant draagt verantwoordelijkheid voor het gebruik en aanschaf van een EPD. Hieronder de voorwaarden EPD voor de Basisovereenkomst Paramedische zorg 2015. a)Achmea vindt het belangrijk dat de fysiotherapeut door een kwalitatief goed EPD wordt ondersteunt in verslaglegging en haar methodisch handelen. Achmea gaat hierbij uit van de normen en eisen die gesteld worden door de beroepsgroep. Voor de eisen die bijvoorbeeld door het KNGF worden gesteld aan een EPD verwijzen wij u naar het leveranciersoverzicht op de website van de KNGF (https://eisen.fysio-epd.nl/index/viewtekst/Id/34). b)De contractant is zelf verantwoordelijk om het EPD up to date te houden zich actief te laten informeren omtrent de nieuwste ontwikkelingen en er voor zorg te dragen dat het EPD daarop aansluit. c)Achmea zal de contractant actief op te hoogte stellen wanneer de voorwaarden die gesteld worden aan EPD’s worden aangepast. Dit zal Achmea kenbaar maken op haar website www.achmea.nl/zorgaanbieders. Artikel 1 Voorwaarden EPD 2015 a)Alle fysiotherapeuten vallend onder de Basisovereenkomst Paramedische zorg 2015 leggen met ingang van 2 januari 2015 de volledige verslaglegging vast in een EPD. b)Het EPD van de contractant dient een werkende koppeling te hebben met het meetbureau welke de continue CQ uit zet. c)Wanneer de contractant met een Basisovereenkomst Paramedische zorg 2015 deel gaat deelnemen aan een kwaliteitstraject met betrekking tot de ontwikkeling van indicatoren8 dan dient de contractant gebruik te maken van de EPD’s zoals die vermeld staan in het leveranciersoverzicht voor Pluspraktijken. Dit overzicht kunt u vinden op de website www.achmea.nl/zorgaanbieders. Achmea zal mogelijk voor diverse aandoeningen indicatoren gaan ontwikkelen waarbij aanvullende afspraken met de contractant hierover worden vastgelegd. 8
© Copyright 2025 ExpyDoc