De nieuwe regeling inzake onbekwaamheid: H

De nieuwe regeling inzake onbekwaamheid:
ku nnen meerde rjarige wilson bekwamen een
h uwelijkscontract aa ngaa n, schen ken en
teste re n ?
Elisabeth DE NOLF
advocaat b ij TÍberghÍen
Eline EVERTS
advocaat bìj Tiberghien en Praktìjkass¡stent UHasselt
¡NHOUD
lnleiding
Hoofdstuk
154
Algemene omkadering
l. Buitengerechtelijkebescherming
2. Gerechtelijkebescherming
Hoofdstuk ll. Specifieke rechtshandelingen
1. De afsluiting en de wijziging van huwelijkscontracten
en samenlevingsovereenkomsten
2. Het verrichten van schenkingen
3.
4.
5.
6.
7.
L
De aanvaarding van schenkingen
De opstelling en herroeping van testamenten
De aanvaarding en verwerp¡ng van nalatenschappen
en legaten
Bijzondere onbekwaamheid om schenkingen of
legaten vanwege de beschermde persoon te
155
155
160
161
161
164
169
169
171
ontvangen
"171
Sanct¡onering
172
175
Besluit
Inleiding
1. De nieuwe wetgeving inzake hervorming van de regelingen inzake onbekwaarnheid en tot instelling van
een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de
menselijke waardigheidl hertekent grondig het landschap inzake de wilsonbekwaamheid.
Eén van de belangrijkste innovaties is de invoering van
een informele buitengerechtelijke bescherming op basis van de figuur van de lastgeving. Onder het gemene
2.
3.
Wet van 17 maart 20f3 tot hervorming van de regelíngen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe bescherm¡ngsstatus die
strook met de menselijke waardigheid, 85 14 juni 2013, inwerkingtreding
op I sêptember 2014. Bij wet van 25 april 20'14 houdende diverse bepalingen betreffende Justitie, BS 14 mei 2014 en bij wet van 12 me¡ 2014 houdende wijziging en coördinatiê van diverse wetten inzake Justitie (ll), 85
I 9 mei 2014 werd reeds tegemoet gekomen aan enkele technische en jurÈ
dische onvolkomenheden en lacunes in de wet van 1 7 maart 20¡ 3Verslag namens de Commissie voor de lustitie, ParLSt Kamer 2011-2012,
nr.53-1009/010,3&31.
Art.492 BW; Verslag namens de Commissie voor de Justitie, P¿rl.St Kamer
recht was het reeds mogelijk om in een lastgeving te
voorzien met betrekking tot het beheer van en de beschikking over het vermogen. De wetgever heeft er nu
voor geopteerd om deze buitengerechtelijke bescherming specifiek in de wet op te nemen. Het doel van de
wettelijke omkadering is het stimuleren van de buitengerechtelijke bescherming, het bieden van rechtszekerheid omtrent het gebruik vân een volmacht, het
sneller aanpakken van misbruiken en de werklast van
de wederechters verminderen2.
Bovendien kan een gerechtelijk beschermingsstatuut
pas door de rechter worden overwogen wanneer buitengerechtelijke bescherming niet volstaat of wanneer
geen geregistreerde lastgevingsovereenkornst voorhanden is3. De bedoeling van de wetgever is duidelijk.
De buitengerechtelijke bescherming, die minder ingrijpend is en meer autonomie laat aan de beschermde
persoon, moet voorrang krijgen op de gerechtelijke bescherming (principe van subsidiariteitJ. De noodzaak
var. een beschermingsmaatregel moet worden afgemeten aan de concrete beschermingsbehoefte en mag niet
verder reiken dan wat nodig is (principe van proportionaliteit)+. Door uit te gaan van deze principes komt
de wetgever tegemoet aal de aanbevelingen van het
Comité van Ministers van de Raad van Europas en het
VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een
handicapó.
Daarnaast bundelt de nieuwe wet de vier bestaande
4.
5.
6.
Toelichting b¡j het wetsvoorstel, ParlSt Kamer 201 G20'l
'1,
nr. 53-'l 009/001,
6.
Aanbeveling R(99)4 over beginselen betreffende de wettelijke bescherming van meerderjarige onbekwamen en aanbeveling R(2009)l 1 over beginselen betreffende voortdurende volmachten en voorafgaande richtlijnen in geval van onbekwaamheid.
VN-Gehandicaptenverdrag uit 2006 dat voor België gevolg heeft sinds
2009: Wet van I 3 mei 2009 houdende instemming met het Verdrag inzake
de rechten van personên met een handicap en met het FacultatiefProtocol
bü dat Verdrag, 85 22juli 2009.
2O11-2012, nr.53-1 009/01 0, 34.
1
54
-
Not.Fisc.M. 2014/7
H
îhíc íttrì<ntrArê
r-r-rr'tr/
íc línpnrp¡l fn Tíhprrrhipn
Notarieel en Fiscaal Maandblad
-
Kluwer
'uescireluiugss iat u Len voor r¡reerderjarige onbekwame
personen - voorlopig bewind, gerechtelijke onbekwaamverklaring, bijstand van een gerechtelijk raads-
man {verkwisters) en verlengd minderjarigheid - tot
één nieuw globaal gerechtelijk statuut. Voortaan zullen er slechts twee onderscheiden beschermingsstatuten bestaa¡: één voor minderjarigen en één voor meerderjarigen.
2. Het nieuwe globale statuut van bewind is geïnspireerd op het bestaande statuut van het voorlopig bewind. Onder de nieuwe wet worden de termen "bewindvoerder" en "beschermde persoon" gehanteerd.
Twee categorieën van meerderjarigen kunnen buitengerechtelijk of gerechtelijk worden beschermd: zij die
wegens hun gezondheidstoestand geheel of gedeeltelijk, zij het tijdelijk, niet in staat zijn om hun belangen
zelf naar behoren waar te nemen (artikel 4BB/i. BW)
en zij die zich in een staat van verkwisting bevinden
(artikel4ss/2 BW).
Nieuw is ook dat er een bewindvoerder over de persoon van de wilsonbekwame kan worden aangesteld.
Deze kan alleen of samen met eenbewindvoerder over
de goederen worden aangesteld. De aanstelling van
en niet zeifsrandig kan irancieien. Voor een aigemeen
overzicht van de belangrijkste wijzigingen verwijzen
wii naar de reeds verschenen publicaties over dit onderwerpT,
4. In
deze bijdrage wordt in hoofdstuk II nagegaan of
een beschermd meerderjarig persoon een aantal specifieke handelingen inzake huwelijkscontracten en sa-
menlevingsovereenkomsten, schenkingen, testamenten en nalatenschappen kan stellen. Zowel de buitengerechtelijke als de gerechtelijke bescherming komen
aan bod, waarbij de nadruk wordt gelegd op de gevolgen voor het notariaat.
In een eerste hoofdstuk wordt eerst dieper in
op een aantal relevante algemene aspecten val
gegaan
de
bui-
tengerechtelijke en gerechtelijke bescherming. De algemene omkadering van de buitengerechtelijke bescherming wordt ruim uitgewerkt aangezien het kader
voor het eerst bij wet is vastgelegd. Met dit kader moet
rekening worden gehouden bij het opstellen van elke
volmacht die onder het toepassingsgebied van de
nieuwe wet valt. Bij de behandeling van de specifieke
vermogensrechtelijke handelingen volgen dan enkel
nog de relevante aspecten die verschillen voor elke
rechtshandeling.
één zelfde bewindvoerder over de persoon en over de
goederen is eveneens mogelijk.
3. De aanstelling van een bewindvoerder zal voor de
vrederechter maatwerk worden, Van de rechter wordt
verwacht dat hij uitdrukkelijk oordeelt over de onbekwaamheid met betrekking tot een reeks opgesomde
rechtshandelingen met betrekking tot de persoon
en/of de goederen van de onbekwame persoon, bij
ontstentenis waarvan de beschermde persoon bekwaam blijft. Er zijn verschillende regimes uitgewerkt
waarbinnen de rechter duidelijk zal moeten aanduiden welke rechtshandeling welk regime behoeft. De
rechter heeft de keuze tussen een bijstandsregime,
waarbij de beschermde persoon zelf, maar niet zelfstandig kan handelen en een regime van vertegenwoordiging, waarbij de beschermde persoon niet zelf
Zie o.a. J. BAEL, "De nieuwe wettelüke regeling inzake het bewind en de
planning van de nalatenschappen van de ouders van een mentaal gehandicapt kind", INot 2O14,il.3, I30-180 (hierna:J. BAEL, "De nieuwewettelijke regeling inzake het bewind"); C. DE WULF, "De nieuwe wettelijke regeling inzake beschermde personen. De wet van I 7 maart 20l 3 tot hervorming van de regeling inzake onbekwaamheid en tot instelling van een
nieuwe beschermingsstalus", llNot. 2013, N.5, 255-326 (hierna: C. DE
WULF, "De nieuwe wettelijke regeling inzake beschermde personen"); F.
DEGUEL,'La loi du l7 mars 2013 réformant les régimes d'incapacité et
instaurant un nouveau statut de protection conforme à la dignité humaine:
vers une simplification?", I88ß 20'l 3, nr. 6, 290-31 6 (hierna: F. DEGUEL, "La
loi du I 7 mars 201 3"); Th. DELAHAYE en F. HACHEZ, 'La loi du I 7 märs 201 3
réformant les régimes d'incapacité et instaurant un nouveau statut de
protection conforme à la dignité humaine", Jf 201 3, 465-479 (hierna: Th.
DELAHAYE en F. HACHEZ, "La loi du l7 mars 2013"); A. DEMORTIER en T.
VAN HALTEREN,'La Ioi du I 7 mars 201 3 réformant le régime des incapacités
- principes et innovations en matière de mandat extrajudicÍaire et libéralités", RNB 2O14,391-4ó2 (hierna: A. DEMORTIER en T. VAN HALTEREN, "La loi
du l7 mars 2013"); N. GALLUS, "L'avenir de la protection des personnes
vulnérables" in X., AcÌual¡tés en drciT patrimon¡al de la famille, Brussel, Bruyldnt,2012,47-74(hierna: N. GALLUS, "L'avenir de la protection des personnes vulnérables"); N. LABEEUW en E. VAN LANDEGEM, "Het nieuwe gerechtelijke beschermingsstatuut voor wilsonbekwamen: bespreking van de wet
FFT
Kluwer
-
H
thí< íttrícnttArê
Notarieel en Fiscaal Maandblad
îîtr'trr ie lírpnra¡l tn Tíhprohípn
Hoofdstuk l. Algemene omkadering
1
. Buitengerechtelijke
bescherming
1.1. Vóór de wet van 17 maart 2013
5. Reeds vóór de wet van 1.7 maart 2013 werd vaak
gebruik gemaakt vân een lastgeving in het kader van
vermogensbeheer. Zo kon men reeds een vertrouwens-
persoon aanstellen die met bepaalde rechtshandelingen of met het algemene beheer van een vermogen
werd belast voor het geval de lastgever dit niet meer
zelf zou kunnen. De lastgeving kon reeds aanvangen
tijdens de wilsbekwaamheid va¡r de lastgever, maar er
van 1 7 maart 2013", TEP 2014, nt. 1, +15; M. A. MASSCHELEIN, "De invoering v¿n één globaal beschermingsstatuut voor wilsonbekwame personen", NNK 201 3, nr.4,3-12 (hierna: M. A. MASSCHELEIN, "De invoering van
één globaal beschermingsstatuut"); Y.-H. LELEU, "Les dix innovations majeurs de la réforme de la protect¡on des personnes vulnérables", RPP 2014,
17-27 (hierna: Y.-H. LELEU, "Les dix innovations majeurs");5- MOSSELMANS
en A. VAN THIENEN, "Bescherming en bewind voor meerderjarigen. Commentaar bij de wet van l7 maart 201 3",T. Fam.20'|,4, N.34,60-96 (hierna:
S. MOSSELMANS en A. VAN THlENEN, "Bescherming en bewind voor meerderjarigen"); K. ROTTHIER, "De nieuwe wet tot hervorming van het statuut
van onbekwamen: een overzicht vanuit vogelperspectief', NFM 2O13,nr.7,
1 82-203 (hierna: K. ROTTHIER, "De nieuwe wet tot hervorming van het staluut van onbekwamen"); F. SWENNEN. "De meerderjarige beschermde personen (Deel l)", RW 2013-2014, nr. 15, 563-576 (hierna: F. SWENNEN, "De
meerderjarige beschermde personen (Deel l)"); F. SWENNEN, "De meerderjarige beschermde personen (Deel ll)", RW 20'l'3-2014, nr. 16, 602-623
(hierna: F. SWENNEN, "De meerderjarige beschermde personen (Deel ll)");
T. WUYTS, 'Onbekw¿men in hel vermogensrecht" in X., Tendensen vermogensrecht 2014, Antwerpen, lntersentia, 2014, 87-165 (hierna: T. WUYTS,
"Onbekwamen in het vermogensrechf'); A. WYLLEMAN, "Het bewind:enig
nieuw beschermingsstatuut voor meerderjarige onbekwamen", ßkron.
^/ot
2o13, nr.23,1 05-1 42 (hierna: A. WYLLEMAN, "Het bewind").
Not.Fisc.M. 201 4/7
- l5s
kon ook worden bepaald dat de lastgeving pas in werking zou treden eens de lastgever wilsonbekwaam was
geworden. Het gemene lastgevingsrecht, zoals geregeld in de artikelen 1984 tot 2010 BW, was van toepassing op deze volmachten.
ver-beschermde persoon. Deze blijft principieel wilsen handelingsbekwaam om zelf op te tredenlo.
Van deze mogelijkheid om zelf te anticiperen op zijn
wilsonbekwaamheid door te voorzien in een volmacht, zal voortaan verder gebruik kunnen worden
gemaakt binnen een wettelijk kader.
9. Volgens het nieuwe artikel 490 BW dient de lastgeving aan een aantal voorwaarden te voldoen. De bijzondere of algemene lastgeving moet in het bijzonder
tot doel hebben om een buitengerechtelijke bescherming te regelen, de volmacht moet worden geregistreerd in een centraal register dat wordt bijgehouden
door de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat (KFBN)11 en een aa¡rtal categorieën van personen
kunnen niet optreden a1s lasthebbert2.
1.2. Omschrüving en algemeen toepassingsgebied van de nieuwe regeling
6. De buitengerechtelijke bescherming houdt in dat
een wilsbekwaam persoon zelf een regeling voor het
beheer van zijn goederen kan uitwerken voor wanneer
hij later onbekwaam zou worden.
Deze buitengerechtelijke bescherming is gebaseerd op
de gemeenrechtelilke figuur van de lastgeving, zoals
geregeld in de artikelen 1984 tot 20L0 BW, behoudens
andersluidende wettelijke bepalingens. Elke volwassene die wilsbekwaam is, kan een volmacht verlenen
aan een persoon om zijn vermogen te beheren of om
een bepaalde handeling te stellen en kan hierin regeIen op welke manier dit dient te gebeuren.
1.3. Voorwaarden waaraan de lastgeving dient te
voldoen
Er wordt aangeraden om de doelstelling tot het regelen van een buitengerechtelijke bescherming expliciet
in de akte van lastgeving te verwoordenl3, om zo discussie omtrent het doel van de lastgeving te vermijden. O.i. zal de bedoeling om een buitengerechtelijke
bescherming te regelen ook blijken uit de registratie
van de lastgeving in het centraal registerra. Indien de
volmacht immers niet wordt geregistreerd in het centraal register, geldt de specifieke regeling van de buitengerechtelijke bescherming niet.
1.4. Vormvereisten en aard van de volmacht
7. Dit wettelijk regime is enkel van toepassing op
rechtshandelingen die bet¡ekking hebben op goederen. Handelingen inzake de persoon van de onbekwame, bijvoorbeeld de keuze van zijn woonplaats,
komen bijgevolg niet in aanmerking voor een buitengerechtelijke bescherming in de zin van de artikelen
48s-49o12 BW. Uiteraard is en blijft het mogelijk om
een persoon aan te duiden die zich bij wilsonbekwaamheid ontfermt over persoonsrechtelijke belangen. De specifieke wetgeving voorzien in de artikelen
489-49012 BW zal hierop niet van toepassing zijn,
maar wel het gemene rechte.
10. De nieuwe wet stelt geen bijzondere vormvereisten. Gelet op de registratieverplichting van de volmacht, dient er wel een geschrift te worden opgesteldls. De volmacht kan onderhands of notarieel
worden opgesteld. Wil men aan de lasthebber de mogelijkheid geven om rechtshandelingen te stellen die
overgeschreven moeten worden op het hypotheekkantoor, zoals een verkoop van onroerend goed, ofhandelingen die een notarie,lle akte vereisen, zoals het uitvoeren van nota¡iële schenkingen en het wijzigen van
een huwelijkscontract, dan is een notariêle volmacht
vereistl6.
8. De buitengerechtelijke bescherming heeft geen invloed op de juridische bekwaamheid van de lastgeL
Art.489-490i2 BW; Y.-H. LELEU, "Les dix innovations majeurs", supra noot 7,
9.
20, nr- 6A. VAN DEN BROECK, "De buitengerechtelijke vermogensbescherming van
'10.
H
1
56
kwetsbare meerderjarigen in rechtsvergelljkend perspectief, TEP 2o14,
nr.'1,74-99,78, nt 'l2 (hiernã: A. VAN DEN BROECK "De buitengerechteli'ke
vermogensbescherming"); 5. MOSSELMANS en A. VAN THIENEN, "Bescherming en bewind voor meerderjarigen", supranooï7,65, nr. 16; F. SWENNEN,
"De meerderjarige beschermde personen (Deel I)", supra noot 7, 569, nr. 1 8;
Anders: c. DE WULF, "De nieuwe wettelijke regel¡ng inzake beschermde
personen", supr¿ nooî7,267, nr. I 8; E. BEGUIN en J. FONTEYN, "La mandat
de protection enrajudiciaire", ßNB 2014,463-504,475 (hie¡na: E. BEGUIN en
J. FONTEYN, "La mandat de protection extrajudiciaire").
S. MOSSELMANS en A. VAN THIENEN, "Bescherming en bewind voor meerderjarigen",supra noot7, 64, il. 14; A. WYLLEMAN, "Buitengerechtelijke bescherming", onuitg., Vormingsnamiddag meerderjarige beschermde personen 29 april 2014, KFBN Nederlandstalige Raad, 1-8, I (hierna: A. \¡VYLLEMAN, "Buitengerechtelijke bescherming"); F. DEGUEL, "La loi du
'17 maß2013",supranoot7,293,N.9;Th. DELAHAYE en F. HACHEZ,'La loi
du l 7 mars 201 3", supra nootT,466; K. ROTTHIER, "De nieuwe wet tot hervorming van het statuut van onbekwamen", supranool.7, l84 en 187, nrs.
I en 27;F. SWENNEN, "De meerderjarige beschermde personen (Deel l)",
supranoot7,57l, nr.27; N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de successieplanning: wat biedt de nieuwe wel?",TEP 2o14, ft.1,
-
rr,¡1Ír íc lí¡pnrpã
de volmacht, maakt de
tn Tíharohípn
wet
16-61,21, nr. I 1 (hierna: N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de successieplanning"); A. DEMORTIER en T. VAN HALTEREN, "La
loi du 17 mars 20'l 3", supru nooT7, 437 .
'11.
12.
13.
14.
15.
Art.490 BW.
Art.490/1, ç1, tweede lid BW: "depeßonen op w¡e een ¡n afdeling I bedoelde
rechterlijke beschermingsmaatregel van toepassîng is en de personen die
krachtens aftikel 496/6 geen bewindvoerder mogen zíjn".
C. DE WULF, "De nieuwe wettelüke regeling inzake beschermde personen",
suprcnoo|7,262, nr. t0; F. SWENNEN, "De meerderjarige beschermde personen (Deel l)", supra noor 7,568, nr. I 6; A. WYLLEMAN, "Buitengerechte.
lijke bescherming", supra noot 10, 3; 5. MOSSELMANS en A. VAN THIENEN,
"Bescherming en bewind voor meerderjarigen", supra noot 7, ó5, nr. 1 5.
ln dezelfde zin: N. GEELHAND DE MERXËM, "De beschermde personen en
de successieplanning", surya nool 1 0, 23, nr. 1 5.
F. SWENNEN, "De meerderjarige beschermde personen (Deel l)", supr¿ noot
7,568, nr.16.
16.
B. TILLEMAN, "Lastgeving" in APfi, Gent, E. Story-Scientia, 1997,79 e.v.,
nr.143 e.v. (hierna: B.TlLLEMAN, "Lastgeving"); S. MOSSELMANS en A. VAN
THIENEN, "Bescherming en bewind voor meerderjarigen", supru nool7,66,
nr. I 8; A. VüYLLEMAN,'Buitengerechtelijke bescherming', surya noof 1o,2;
F. SWENNEN, "De meerderjarige beschermde personen (Deel l)", supra noot
7,568,nr.16.
Notarieel en Fiscaal Maandblad
Not.Fisc.M. 2014/7
fhíc íttrícnttAra
11. Wat betreft de aard van
-
Kluwer
ln
een aantal onderscnerden. ue volmacnt Kan argemeen
verKeert
of bijzonder worden opgesteldlT. Een algemene volmacht betreft alle zaken van de lastgever, terwijl een
kwisting eindigt immers de lastgeving van rechtswege
indien deze niet is geregistreerd (zie infraw.2l e.v.).
De notaris zou deze raadgevingen kunnen opnemen
bijzondere volmacht slecht één of bepaalde zaken betreft. Daarnaast kan de lastgeving in algemene bewoordingen worden uitgedrukt of daarentegen uitdrukkelijk worden verwoordrt. In geval van een volmacht in
algemene bewoordingen, kunnen enkel daden van beheer worden gesteld. Voor daden varr beschikking is
een uitdrukkelijke lastgeving vereist. Het volstaat dat
de bewoordingen van de lastgeving duidelijk de wil
van de lastgever weergeven, nI. dat hij daden van beschikking niet heeft uitgesloten. Het is aan te raden
om de volmacht zo duidelijk en specifiek mogelijk op
te stellen om interpretatieproblemen te vermijdenre.
1.5. Registratíe van de volmacht
12. De registratie van de volmacht in het centraal register van de KFBN gebeurt via de griffie van het vredegerecht van de verblijfplaats van de lastgever in
geval van een onderhaldse volmacht. De lastgever zal
een eensluidend verklaard afschrift van de vohnacht
door een gemeentelijk ambtenaar of een notaris moeten laten opstellen om tot registratie te kunnen overgaan. Binnen vijftien dagen na de neerlegging van het
afschrift door de lastgever of lasthebber2o zorgt de griffier voor opname in het centraal register2l.
Gaat het om een notaririle volmacht, dan zal de opname in het centraal register geschieden door tussen'
komst van de notaris die de lastgevingsovereenkomst
een staat van wllsonoeKwaamnerd oI ver-
in de akte,".
13. De lastgever die wilsbekwaam is of de lasthebber
kan in principe op ieder ogenblik de lastgeving beëindigen. De beëindiging kan schriftelijk ter kennis worden gebracht van de griffie of notaris, die zal instaan
voor de registratie van de beslissing in het centraal
register2T. Het meedelen van de beslissing tot beëindiging is echter niet verplicht, wat o.i. voor onduidelijkheid over de uitwerking van de volmacht kan leiden28,
De wet verplicht in geval van regishatie van de beëindiging van de volmacht wél de opgave van de redenen
voor de beëindiging. Ons inziens is hier echter geen
reden toe. Een sanctie is niet voorzien indien de motivering ontbreekt2e.
Voor zover de lastgever nog wilsbekwaam is, kan hij
de beginselen die zijn opgenomen in de overeenkomst
en die de lasthebber bij de uitoefening van zijn opdracht in acht moet nemen, nog wijzigen3o. De wet
voorziet eveneens slechts in een facultatieve registratie van de wijzigingen. Het lijkt ons echter wel noodzakelijk om wijzigingen aan de volmacht te laten registreren in het centraal register. Bij niet opname in
het register komt het ons immers voor dat de wijzigingen niet vallen onder de bijzondere regels van de arti-
kelen 489-490/28w.
heeft opgesteld,,. Hij is hiertoe echter niet wettelijk
1.6. Aanvangspunt van de lastgeving
verplicht, zodat de lastgever of lasthebber23 hem hier
eerst om zal moeten verzoeken2a. Binnen de vijftien
dagen na het verzoek, is de notaris verplicht de volmacht te laten opnemen in het centraal register. Een
onmiddellijke registratie is niet noodzakelijk. Indien
de lastgever nog niet onmiddellijk tot registratie wenst
over te gaan, is het o.i. aan te raden dat de notaris de
partijen erop wijst dat de registratie verplicht is om
onder het toepassingsgebied van de nieuwe wet te
kunnen vallen en dat de volmacht maar kan geregistreerd worden tot op het ogenblik dat de volmachtgever in een toestand komt zoals bedoeld in artikel ¿eA/f
of +aalz BW2s. Vanaf het ogenblik dat de lastgever
14. De volmachtgever bepaalt wanneer de lastgeving
aanvangt. De lastgeving kan reeds aanvangen tijdens
de wilsbekwaamheid van de lastgever of kan pas in
werking treden bij zijn wilsonbekwaamheid. De vaststelling van het tijdstip waarop de lastgever wilsonbekwaam is, blijft een moeilijk gegeven. ln de parlementaire werken wordt gesuggereerd om in de lastgevingsovereenkomst te bepalen op welke wijze de wilsonbekwaamheid kan worden vastgesteld, bijvoorbeeld na
advies van twee al dan niet aangeduide geneesheren
die vaststellen dat de lastgever zich daadwerkelijk in
die toestand bevindt¡t.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
Art.1987 BW
Art. 1988 BW.
"Builengerechtelijke bescherming", suprc noot 1 0, 2.
5. MOS5ELMANS en A. VAN THIENEN, "Bescherming en bewind voor meerdetjatigen", supro nool 7, ó6, nr. 1 9; C. DE WULF, 'De nieuwe wettelijke regeling inzake beschermde personen", supra nool 7, 263, ff . 12Art.490, vierde lid BW.
Art.490, tweede lid BW.
BEGUIN en FONTEYN zijn van mening dat enkel de volmachtgever om de
registrãtie kan ver¿oeken: E. BEGUIN en J. FONTEYN, "La mandat de protection extrajudiciãire", suprc nool 9, 472.
BEGUIN en FONTEYN vragen zich af of de notaris niet verpl¡cht is om over
A. VVYLLEMAN,
te gaan tot de regislratie van de volmacht in het centraãl register na het
verlijden van de akte omdat het tot zijn taak behoort om toe te zien op de
goede uitwerking van de door hem verleden akten: E. BEGUIN en J. FONTEYN, "La mandat de protection extrajudiciaire", supra noo| 9, 472. ln dezelfde zin: A. DEMORTIER en T. VAN HALTEREN, "La loi du l7 mars 2013",
26.
27.
2A.
29.
30.
31.
en A. VAN THIENEN, "Bescherming en bewind voor meerderjarigen", supra noot 7, 66, nr. 1 9; C. DE WULF, "De nieuwe wettelüke re.
geling inzake beschermde personen" , supra nool7,263, nr. l 2; F. SWENNEN,
"De meerderjarige beschermde personen (Deel l)", sup¡a noot 7, 569, nr.1 6.
DE WULF raadt aan om de instructies van de lastgever omtrent de registratie op te nemen in de lastgevingsovereenkomst, om elk misverstand te vermijden: C. DE WULF, "De nieuwe wettelüke regeling inzake beschermde
personen", supra nool 7, 264, nr. 12.
Arr.490,v¡jfde lid BW.
F. SWENNEN, "De meerderjarige beschermde personen (Deel l)", ruprd noot
S. MOSSELMANS
7,569,nr.17.
A. WYLLEMAN, "Het bewind", supra noot 7, 1 1 3, nr. 1 3.
Art.490, vijfde lid BW.
Verslag namens de Commissie voor de Just¡tie, ParLst Kamer 2011-2012,
nr. 53-1 009/01 0, 35.
supra nool 7,43O.
Kluwer
fhìc ìttrì<nttarp
-
Notarieel en Fiscaal Maandblad
rnntr íc líapnraã
fn Tíharohían
Not.Fisc.M. 2014/7
-
157
in de volmacht,
is bereikt en indien de volmacht voldoet aan de andere wettelijke vereisten (ze is opgesteld met als bijzonder doel om een buitengerechtelijke bescherming
te regelen, de volmacht is geregistreerd in het centraal
register en de volmachthebber behoort niet tot een categorie van uitgesloten personenJ, dan volstaat dit
voor de lasthebber om zich op de volmacht te kunnen
beroepen32. De vrederechter dient deze volmacht niet
uitvoerbaar te verklaren alvorens deze zott kunnen
worden aalgewendtt.
Eens het aanvangspunt, zoals bepaald
15. Indien toch meer zekerheid of duidelijkheid gewenst is omtrent het aanvangspunt, kan de vrederechter een beslissing treffen omtrent de uitvoering van de
lastgeving, op verzoek van de lastgever, de lasthebber,
iedere belanghebbende evenals de procureur des Konings3a. Zo zou de bank de uitvoerbaarverklaring kunnen vragen alvorens de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de lasthebber te aanvaaÌden. Het kan echter
niet de bedoeling zijn dat de voÌmachten systematisch
uitvoerbaar worden verklaard door de v¡ederechter.
Dit strookt o,i. niet met de doelstelling van de wetgever. De notaris zal erover waken dat een duidelijk te
bepalen aanvangspunt wordt opgenomen in de vol-
macht om een rechterlijke uitvoerbaarverklaring te
vermijden.
ling val de voorwaarden en de uitvoering van de lastgeving. Zo kar' de wederechter geheel of gedeeltelijk
een einde maken aan de lastgeving indien dit in het
belang is van de lastgever en de lastgeving geheel of
gedeeltelijk vervangen door een gerechteliike beschermingsmaatregel. Hij kan de lastgeving onderwerpen
aan dezelfde vormvereisten als die welke gelden bij
een gerechtelijke beschermingsmaatregel (bijvoorbeeld bepaalde rechtshandelingen onderwerpen aan
een voorafgaande rechterlijke machtigingJ of kan zich
uitspreken over de voorwaarden en nadere regels tot
uitvoering van de lastgeving3T.
1.8. Einde van de lastgeving
1.8.1. Onder de oude wet
18. Zoals hierboven vermeld, kon reeds vóór de wet
van 17 maart 2013 gebruik worden gemaakt van een
lastgeving in het kader va¡ vermogensbeheer (zie su-
pro N. 1). De lastgeving nam in principe geen einde
wanneer de lastgever wilsonbekwaam werd. Het merendeel van de recente rechtsleer aanvaardt dittt. De
lastgeving vervalt immers niet op het ogenblik van de
feitelijke onbekwaamheid van de lastgever, maat wel,
overeenkomstig oud artikel 2003 BW, bij de juridische
handelingsonbekwaamheid, bijvoorbeeld door de onder voorlopig bewindstelling3e.
1.7. Controle op de lastgeving
16. Deze buitengerechtelijke bescherming heeft dan
wel het voordeel van eenvoud en soepelheid, het gebrek aan rechterlijke controle kan ook als een nadeel
werken. Misbruik zal minder snel of soms zelfs niet
kunnen worden gedetecteerd. Een mogelijkheid tot
controle wordt door de wetgever gesuggereerd in artikel +90/2, 91, derde lid BW: de lastgever kan in de
volmacht bepalen dat de aangeduide persoon(-lasthebber) zich op bepaalde tijdstippen moet verantwoorden bij een derde persoon35.
beschermen persoon was verleendao. Sinds het schrappen van deze zinsnede in 2003, kon artikel 2003 BW
zo worden geïnterpreteerd dat lastgevingen, die géén
betrekking hebben op de bevoegdheden van de voor-
17. Ook is voorzien in een soort "alarmbelprocedure"36 waardoor de omgeving van de lastgever kan
ingrijpen indien zil dat nodig acht. Iedere belanghebbende kan imnrers de vrederechter vatten terbeoorde-
lopig bewindvoerder, wel konden bÌijven bestaanal.
Indien de wederechter slechts beperkte bevoegdheden aan de voorlopig bewindvoerder had verleend die
geen vervreemdingsverbod voor de beschermde persoon met zich meebrachten, kon de beschermde persoon nog schenken, gelet op de cor¡elatieve verhouding tussen de bevoegdheid van de voorlopigbewindvoerder en de handelingsbekwaamheid van de
beschermde persoona2. In een dergelijk geval kon de
32.
37.
33.
34.
35.
36.
H
19. Tot vóór de wet van 3 mei 2003 maakte de aanvaarding door de voorlopig bewindvoerder van zijn
opdracht, een einde aan de lastgeving die door de te
I 58
en A. VAN THIENEN, "Bescherming en bewind voor meerderjatigen", supra nooÌ7,67,nr.20ì C. DË WULF, "De nieuwe wettelûke regeling inzake beschermde personen", supra noot 7,261, nr.8.
F. SWENNEN, "De meerderjarige beschermde personen (Deel l)", supra noot
7, 57o, N. 22; A.W(LLEMAN, "Buitengerechtelijke bescherming", iupla noot
1 0, 4. Ons inziens onterecht anders: K. ROTTHIER, "De nieuwe wet tot hervorming van het statuut van onbekwamen", supra noot 7, I 83, 1 86, I 87 en
'188, nrs. 5, 18, 25 en 31; A. DEMORTIER en T. VAN HALTEREN, "La loi du
E. BEGUIN en J. FONTEYN, "La mandãt
1 7 mars 20l 3", iupranoorl,433-437;
de protection extÍi'¡udiciaire",supra noot 9,489; M.VAN MOLLE, "Le mandat
extrajudiciaire comme outil de planification patrimoniale", RPP2014, 81-89,
85, nr. 1 6.
Arl. 49011,52 BW; Verslag namens de Commiss¡e voor de Justitie, Pa¡l.st
S. MOSSELMANS
38.
39.
40.
41.
Kamer 2011-2012, nr, 53-1 009/01 0, 36.
A. VAN DEN BROECK, "De buitengerechtelijke vermogensbescherming",
supra nool 9, 9+95, N.57; A. WYLLEMAN, "Buitengerechtelijke bescherming", supra noot 1 0, 5.
ArÌ. 49012,52 BW; Verslag namens de Comm¡ssie voor de Justitie, Pdll.st
Kamer 201 1-201 2, nr. 53-l 009/01 0. 39.
-
rñnrt íc lírpnrprl
suprd nool 1 O, 22, nr - 1 3.
Oud art. 488brs, c), 51, zesde líd BW.
T. WUYTS, Vermogensbeheer door ouder(s), voogd en voorlopig bewindvoer
der, Antwerpen, lntersentia,2005,41, nr.68 (hierna: T. WUYTS, "ry'ermogens-
beheer door ouder(s), voogd en voorlopig bewindvoerder'); T. WUYTS,
"Onbekwamen in het vermogensrechl",supra nooTT, lo3, nr. 22; A. WYLLEMAN, "Het bewind", supta noo'¡.7,1 I 1, nrs. 7-10.
W. PINTENS, CH. DECLERcK, J. DU MoNGH EN K. VANWINCKELEN, Familiaal
vermogensrecht, Antwerpen, lntersentia, 2o1o, 568, nr. 1063 (hierna: W.
PINTENS et a/., "Familiaal vermogensrecht").
Notarieel en Fiscaal Maandblad
Not.Fisc.M. 2014/7
thic ittrienttara
42.
A. VAN DEN BROECK, "De buitengerechtelijke vermogensbescherming",
supra noot 9, 95; S. MOSSELMANS en A. VAN THIENEN, "Bescherming en
bewind voor meerderjarigen", supra noot 7, 69, nr. 23.
B. TILLEMAN, "Lãstgev¡ng", suprd noot 1 6, 337, nr. 592; P. WÉRY, "Le mandat", Rép.not. DW\L Brussel, Larcier, 2ooo, 307 (hierna: P. WÉRY, "Le mandat"); C. DE WULF, "De nieuwe wettelijke regeling inzake beschermde personen", suprd noot 7,262, il. 1 I en de verwüzing ãldaar.
B. TILLEMAN, "Lastgeving", suprc noor 16,337, nr.592; Zie ook: N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de successieplanning".
fn Tíhprohípn
-
Kluwer
voimacht tot het uitvoeren van schenkrngen o.r. nog
worden aangewend. Deze regeling blijft ook van toepassing na 1 september 2O74 op volmachten die gegeven zijn vóór 1 september 2014.
20. Daarnaast eindigde de lastgeving eveneens door
herroeping van de volmacht, door opzegging van de
lastgeving door de lasthebber en door de dood of het
kennelijk onverrnogen, hetzij van de lastgever, hetzij
van de lastlebberas.
L8.2. Onder de nieuwe wet met een volmacht die
niet voldoet aan de voorwoarden van de nieuwe wet
den categorierin van artikel 4goi7, g1 tweede lid BW,
dan kan o.i. de bestaande volmacht, na de inwerkingtreding van de nieuwe wet, geregistreerd worden in
het centraal registerfi. Zoals hoger gesteld, volstaat o.i.
de registratie van de volmacht om te voldoen aan de
vereiste dat de lastgeving in het bijzonder tot doel
moet hebben om een buitengerechtelijke bescherming
te regelen (zíe supra ff. 9). De registratie kan echter
slechts gebeuren tot op het tijdstip waarop de lastgever in een toestand van wilsonbekwaamheid of verkwisting komt te verkerenaT. Dit valt te betreuren. Een
bestaande lastgeving, waarbij de lastgever intussen
onbekwaam is geworden, zal niet meer kunnen worden geregistreerd.
21. De volmachten die reeds gegeven zijn vóór de inwerkingtreding van de nieuwe wet voldoen logischerwijze niet aan de vereisten van de nieuwe artikelen
489-490/2 BW. Ook is het denkbaar dat ná 1 september 2O74 volmachten worden gegeven die niet voldoen
aan de nieuwe vereisten (þijvoorbeeld omdat ze niet
geregistreerd worden in het centraal register). De waag
stelt zich of deze volmachten, zowel gegeven vóór als
ná de inwerkingtreding van de nieuwe wet, nog kunnen worden aangewend en of deze worden beëindigd
door de feitelijke dan wel juridische onbekwaamheid
va¡
Volmacht gegeven na de inwerkingtreding van de
nieuwe wet
24. Het gewijzigde artikel 2003 BW bepaalt dat lastgeving eindigt:
Door herroeping van de volmacht van de lasthebber,
Door opzegging van de lastgeving door de lasthebber,
Door de dood of het kennelijk onvermogen, hetzij
van de lastgever, hetzij van de lasthebber,
de lastgever.
Wat de lastgevingen bedoeld
in
artikel 489 betreft,
Volmacht gegeven vóór de inwerkingtreding van de
nieuwe wet
ingeval de lastgever komt te verkeren in een staat
bedoeld in artikel4BB/1 of 4BBl2 en de lastgeving
niet voldoet aan de eisen bepaald in de artikelen
22. De overgangsmaatregelen4bij de nieuwe wet stel-
490 en 490h, s148.
len dat de nieuwe bepalingen inzake lastgeving van
toepassing zijn op de lastgevingen die na de inwerkingtreding van de wet zijn verleend. Ook de wijziging aan artikel 2003 BW (einde van de lastgeving) is
slechts van toepassing op lastgevingen verleend na de
inwerkingtreding van de nieuwe wet. Hieruit volgt dat
de lastgevingen die gegeven zijn vóór de inwerkingtreding val de nieuwe wet, onderworpen blijven aan
de bestaande regels en hun rechtskracht blijven behoudenas. Bijgevolg verwalt een lastgeving gegeven
vóór 1 september 2O74 niet op het ogenblik van de
feitelijke onbekwaamheid van de lastgever, maar
slechts bij zijn juridiscfte onbekwaamheid betreffende
de rechtshandeling opgenomen
in de volmacht.
23. Indien men een. bestaande lastgeving onder de
toepassing van de nieuwe wet wenst te brengen en de
aangestelde lasthebber is geen persoon uit de verbo-
43.
44.
45.
46.
Oud art.2003 BW.
Arl. 226 van de Tekst aangenomen door de Commissie voor de Justitie,
Pdrl.5¡. Kamer 201 2-2013, nr.53-'1009/0'1 8, 95; P. SENAEVE, "De inwerkingtreding en het overgangsrecht van de wet van l7 maan 20.|3", onuitg.,
Vormingsnamiddag Meerderjarige beschermde personen 29 dptil 2Ol4,
KFBN Nederlandstalige Raad, 1-10 (hiernã: P. SENAEVE, "De inwerkingtre
ding en het overgangsrecht van de wet van 1 7 maart 201 3").
A. WYLLEMAN, "Buitengerechtelijke bescherming", supru noot 1 0, 8; P. SENAEVE, "De inwerkingtreding en het overgangsrecht van de wet van
1 7 maart 201 3", suprc noot 44, 2, nr. 6.
Deze mogelijkheid is echter niet voorzien in de wet: P. SENAEVE. "De inwerkingtreding en het overgangsrecht van de wet van 17 maarl2013", supru
nooi44,2,
Kluwer
fhíc ittrícntttrp
-
nr-7
De zinsnede "wat de lastgevingen bedoeld in afükel qeg betreft" is pas door de reparatiewet toegevoegdae en viseert dus uitsluitend lastgevingen met
betrekking tot de goederen. Artikel 2003 BW preciseert
dat enkel de lastgevingen die betrekking hebben op de
goederen én die niet voldoen aan de eisen bepaald in
de artikelen 490 en 4S0h BW eindigen op het ogenblik dat de lastgever komt te verkeren in een staat als
bedoeld in artikel 48ïl't of 488/2 BWso. Door de toevoeging in artikel 2003 BW blijven lastgevingen met
betrekking tot persoonsrechtelijke ha:rdelingen wel
bestaan indien de lastgever komt te verkeren in een
staat van wilsonbekwaamheid of verkwisting.
Hieruit volgt dat indien er een volmacht wordt verleend die betrekking heeft op de goederen van de lastgever, na de inwerkingtreding van de nieuwe wet, die
47.
48.
Yerslag namens de Commissie voor de Justitie, Parl.St.Kamer 2O11-2012,
nr.53-1 009/01 0,36. Anders:Verantwoording bij amendement nr. 1 I van de
heer Terwingen c.s., Pail.'t. Kamer 2010-20'l t, nr. 53-1 009/002, 8-9; C. DE
WULF, 'De nieuwe wettelüke regeling inzake beschermde personen", supra
noofT,265,nt- 14Art.2003 Bwwerd gewijzigd door de wet van 1 7 maan 201 3 en door art.201
van de wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie, Pdl/. 5t
49.
50.
Kamer 201 3-20'l 4, nr.53-31 491009,79.
Art. 201 van de wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie, Pdl.
5t Kamer 201 3-201 4, N. 53-31 49/009, 79.
Verantwoording bij amendement nr. 98 van mevrouw Becq c.s., ParlSt
Kamer 201 3-2014, nr. 53-3 1 491004, 59.
-
Notarieel en Fiscaal Maandblad
rñnv ìc lìranraÃ
tn Tihørohíen
Not.Fisc.M.2AM/7
-159
nief voldoet aan de nieuwe voorwaarden, deze niet
meer zal kunnen worden aangewend eens de volmachtgever feitelijk onbekwaam is geworden. Lastgevingen met betrekking tot persoonsrechtelijke handelingen blijven wel bestaan bij feitelijke onbekwaam-
2. Gerechtelijke bescherming
heidst.
uitdrukkelijk onbekwaam werd verklaard door de wederechtersE. Hierop bestaat een uitzondering wanneer
de beschermde persoon zich in een gezondheidstoestand bevindt die voorkomt op een lijst, gepubliceerd
bij Koninklijk Besluit. Voor een persoon die zich in
een dergelijke toestand bevindt, geldt een algemene
onbekwaamheid betreffende rechtshandelingen en
proceshandelingen met betrekking tot zijn verrnogen.
I .8.3. Onder de nieuwe wet met een volmacht die
wel voldoet aan de voorwaarden van de nieuwe wet
25. De buitengerechtelijke bescherming neemt een
einde door de kennisgeving van de opzegging door de
Iasthebber of de herroeping door de lastgever, door het
overlijden van één van de partijen, door de plaatsing
van de lasthebber onder een gerechtelijke beschermingsmaatregel of door een beslissing van de vrede-
rechter, alsook indien de lastgever zich niet meer in
een toestand van wilsonbekwaamheid of verkwisting
bevindts2. In dit laatste geval blijft de lastgevingsovereenkornst evenwel zijn uitwerking behouden, totdat
overeenkomstig de gemeenrechtelijke regels (artikel zoos BW) een einde komt aan de overeenkomsts3
(zíe supra ru. 24). De bijzondere waarborgen van het
beschermingsregime zullen evenwel niet meer van
toepassing zijnsa.
26. De lastgeving die is verleend na de inwerkingtreding van de nieuwe wet zal dus niet ten einde komen
ten gevolge van de feitelijke onbekwaamheid van de
lastgever, indien de lasthebber ageert op basis van een
volmacht die is opgesteld conform de nieuwe wet.
27. De vrederechter kan een einde maken aan de buitengerechtelijke bescherming. Hij zal, indien hij gevat
wordt om te oordelen over een beschermingsmaatregel
over de lastgever, eerst de bestaalde lastgeving moeten doorlichten. De griffier zal hiervoor het centraal
register raadplegenss. De lastgeving zal in principe van
toepassing blijven, tenzij de bestaarde buitengerechtelijke bescherming niet zou volstaan en de gerechtelijke bescherming hiermee verenigbaar iss6. Pas dan en
voorzover dat dit noodzakelijk zott zijn, zal de vrederechter een gerechtelijke beschermingsmaatregel bevelen. In voorkomend geval bepaalt de vrederechter
de voorwaarden waaronder de lastgeving verder kan
28. De gerechtelijke bescherming heeft als hoofdprincipe dat de betrokkene bekwaam blijft om te handelen, behalve voor die rechtshandelingen waarvoor hij
De persoon zal voor het stellen van deze handelingen
vertegenwoordigd worden. Afwijkingen toegestaan
door de wederechter zijn mogelijks'g.
29. De vrederechter die wordt gevat, is verplicht zich
uit te spreken over de onbekwaamheid van de bet¡okkene tot het verrichten van een reeks opgesomde
rechtshandelingen6o. Spreekt de rechter zich over een
bepaalde handeling, die niet op deze lijst voortkomt,
niet uit, dan blijft de beschermde persoon bekwaam
om de handeling te stellen6l. Over de meeste van de
hierna besproken handelingen, zal hij zich uitdrukkelijk in zijn beschikking dienen uit te spreken en zal hij
moeten bepalen of de beschermde persoon nog bekwaam is om deze handelingen te stellen62.
Vervolgens dient de rechter in de beschikking te specifiêren of de handeling kan worden gesteld door de
beschermde persoon met bijstand va¡ de bewindvoerder, dan wel of de bewindvoerder de beschermde persoon moet vertegenwoordigen. Bij gebreke van aanwijzingen in de basisbeschikking van de vrederechter,
bestaat de bijstand uit de voorafgaandeiijke schriftelijke toestemming tot het ver¡ichten van de handeling
of ingeval het een in artikel 4ssl7 BW bedoelde handeling beheft en er een geschrift wordt opgemaakt, in
de medeondertekening van dit geschrift door de bewindvoerder63.
Voor het stellen van de handelingen opgesomd in artikel 4sg/7 BW dient de bewindvoerder een bijzon-
dere machtiging aan de vrederechter te vragen. In
geval van bijstand is het systeem van de bijzondere
machtiging niet van toepassingil.
worden uitgevoerdsT.
Een reeks'hoogstpersoonlijke' handelingen, opgesomd in artikel 49712BW zijn niet vatbaar voor bij5
1
.
52.
53.
54.
55.
56.
57.
5. MOSSELMANS en A. VAN THIENEN, "Bescherming en bewind voor mee¡de¡jarigen", suprd noot 7, 65, nr. '1 6.
Art.490/2,538W.
F.DEGUEL,"La loidu I7mãrs2013",supranoot7,294,n¡.11.
A. VAN DEN BROECK, "De buitengerechtelijke vermogensbescherming",
supra noot 9,98, nrs.68-69.
Art.492 BW 5. MOSSELMANS en A. VAN THIENEN, "Bescherming en bewínd
voor meerderjarig en", supru noot 7, 68, N. 22.
5. MOSSELMANS en A. VAN THIENEN, "Bescherming en bew¡nd voo¡ meerder)arigen", supra nooT 7, 66, N. 17.
Art.492 BWzoals gewijzigd door de wet houdende diverse bepalingen inzake Justitie, Parl. St. Kamer 201 3-201 4, n(.53-3149/009,74.
59.
60.
Art.492/1,5 l,tweedelid BW.
Art.49215 BW en J. BAEL, "De nieuwe wettelijke regeling inzake het bewind",
sup¡d noot 7, I 38, nr. 1 5.
F. SWENNEN, "De meerderjarige beschermde personen (Deel l)", supra noot
7, 573, N.33; Y.-H. LELEU, "Les dix innovations majeurs", suprd noot 7, 20,
nr.7.
61. Art.49211, 51, tweede lid en 52, ¡rveede
62. Op grond van an. 49211, 5 2BW.
63. Art. 498/1, tweede lid BW.
U.
K. ROTTHIER,
lid BW
"De nieuwe wet tot hervorming van het statuut van onbekwa-
men', supra noot 7,192,
fi.52.
Notarieel en Fiscaal Maandblad
160-Not.F¡sc.M.2014/7
H
fhi< íttrìcnttzrp l,r¡nrr i< líranrprl
58.
fn Tíhprohían
-
Kluwer
siand oi vertegenwoor<iiging door de bewindvoerder6s.
30. De notaris die geconsulteerd wordt voor het verlijden van een akte waarbij een beschermde persoon
optreedt, zal steeds dienen na te gaan of de beschermde persoon nog bekwaam is om die specifieke
handeling te stellen en zo niet, welk regirne op die
handeling van toepassing is. Dit kan worden nagekeken in de beschikking van de wederechter en eventueel ook in de latere wijzigende beschikkingen. De notaris dient zich, wanneer hij vaststelt dat de beschermde persoon, op grond van de beschikking van
de wederechter, nog bekwaam is om de specifieke
handeling te stellen, steeds zelf nog een oordeel te
vormen over de wilsbekwaamheid van de persoon die
voor hem verschijnt. Indien de persoon die voor de
notaris verschijnt kennelijk niet wilsbekwaam is, mag
de notaris zijn medewerking niet verlenen6.
Hoofdstu k ll. Specifieke rechtsha ndelingen
31. In dit tweede hoofdstuk wordt concreet ingegaan
op enkele vermogensrechtelijke rechtshandelingen. Er
wordt nagegaan of de afsluiting en de wijziging van
huwelijkscontracten of samenlevingsovereenkomsten, de verrichting van schenkingen, de aanvaarding
van schenkingen, de opmaak en de herroeping van
testamenten, de aanvaarding en verwerping van nalatenschappen en legaten nogelijk zijn onder de buiten-
gerechtelijke en gerechtelijke bescherming, waarbij
een korte vergelijking wordt gemaakt met de oude regelingen.
De oude wetgeving zal immers van toepassing blijven
op de bestaande beschermingsstatuten totdat ze worden omgevormd naar het nieuwe bewind. Ook nadien
zullen de bestaande regels uit de verschillende beschermingsstatuten relevant blijven voor de beoordeIing van de geldigheid van ¡echtshandelingen die zijn
gesteld in de periode dat de 'oude'regels van toepassing waren.
Voor wat betreft de lastgevingen, gelden de hieronder
vermelde specifieke vereisten zowel voor volmachten
gegeven vóór als na de inwerkingtreding van de
nieuwe wet, tenzij anders vermeld.
65.
66.
67.
68.
69.
70.
7
tã
Ë
1.
Y.-H. LELEU, "Les dix innovations majeurs', supla noot 7. 20, nr. 8.
M. A. MASSCHELEIN, "Gezondheid van geest", I88ß2009,465, nr.8.
Y.-H. LELEU, 'Le contrat de mariage", Rép. not.V/ll, Brussel, Larcier, I 998,499
(hierna: Y.-H. LELEU, "Le contrat de mariage").
R. BARBAIX, "Actuele ontwikkelingen familiaal vermogensrecht 201 3" in X.,
Tendensen vermogensrccht 2014, Antwerpen, lntersenti a,2014,8 en 24,ît.7
en 26 (hierna: R. BARBAIX, "Actuele ontwíkkelingen").
N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de successieplan-
ning". suprd noot 'l O,27,nr.27.
Art. 1478 BW.
Y.-H. LELEU, "Le contrãt de mariage", supru noot 67, 499.
Kluwer
-
Notarieel en Fiscaal Maandblad
fhíc íttrí<nttArÞ t ttrlv ic lírpnrpã
fn Tíharohipn
l. De afsiuiting en cie wi.¡ziging van huweii.¡kscontracten en sa men levingsovereenkomsten
1.1. Buitengerechtelijke bescherming
32. Voor de afsluiting of de wiiziging van een huwelijkscontract of samenlevingsovereenkomst kan een
volmacht worden gegeven. Een volmacht tot wijziging
van een huwelijkscontract of samenlevingsovereenkomst moet uitdrukkelijk en bijzonder zijn. Sommige
auteurs zijn zelfs van mening dat de volmacht imperatief moet zijn en bijgevolg alle bepalingen van het huwelijkscontract dient te bevatten6T. De lastgever wordt
dan enkel gevolmachtigd om dat specifieke huwelijkscontract te sluiten6s. Dit lijkt ons gerechtvaardigd gelet
op het grote persoonlijke en patrimoniale belang varr
een huwelijkscontract6e. Uiteraard zal de volmachthebber slechts mits instemming van de mede-echtgenoot wijzigingen kunnen aanbrengen aan het huwelijkscontract.
Zoals het huwelijkscontract of de overeenkomst betreffende een wettelijke samenwoningTo zelf, moet de
volmacht voor de afsluiting of de wijziging notarieel
zijn71
.
1.2. Gerechtelijke bescherming
1.2.1. Algemeen
33. De wederechter die een beschermingsmaatregel
met betrekking tot de goederen beveelt, bepaalt uitdrukkelijk of de beschermde persoon een huwelijkscontract kan aangaan of zijn huwelijksvermogensstelsel kan wijzigenT'z.
De algemene regel voor het opmaken en wijzigen van
huwelijkscontracten is terug te vinden in artikel fSSZlf , eerste lid BW. Net als onder het statuut
van het voorlopig bewind73, kan een beschermde persoon die onbekwaam werd verklaard om een huweIiikscontract op te stellen of te wijzigen, zelf aan de
vrederechter machtiging vragen om zelf over te gaan
tot het opstellen of wijzigen van een huwelijkscontract. Onder de oude wet kon de beschermde persoon
dit echter enkel met bijstand van de voorlopige bewindvoerderTa. Deze bijstand valt weg onder de
nieuwe wet. In bijzondere gevallen kan de wederechter de bewindvoerder wel toestaan om de beschermde
persoon bij te staan (zie infra rrr. 37)7s.
72.
73.
74.
75.
{ft.492/1,52,14" BW.
Oud an.488bis, h), 53, eerste lid BW.
J. BAEL, "De mogelijkheid tot het stellen van rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind: het testament, de
schenking, het huwelijkscontract en de wijziging huwelijksvermogensstelsel", onuitg., Vo¡mingsnamiddag meerderjarige beschermde personen
29 apr¡l 2014, KFBN Nederlandstalige Radd,1-76,41,nr.112 (hiernaJ. BAÊ1,
"Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind")
Art. 1 39711, derde lid BW.
Not.Fisc.M. 2014/7
-
1
61
34. Het verzoekschrift tot nachtiging kan worden ingediend door de beschermde persoon zelf of door zijn
advocaat. De v¡ederechter roept de beschermde persoon, de bewiqdvoerder en in voorkomend geval de
vertrouwenspersoon op om te worden gehoord. Ook
zal hij alle nuttige inlichtingen inwinnen en kan hij
een geneesheer-deskundige aanstellen die advies moet
uitbrengen over de gezondheidstoestand van de bescherrnde persoonT6.
35. De beschermde persoon moet voldoende wilsbekwaam zijn orn het huwelijkscontract of de wijzigingsakte te ondertekenen. Dit geldt ook wanneer de beschermde persoon voor deze handelingen bijstand
krijgt van zijn bewindvoerderTT. De vrederechter zal
oordelen over de wilsbekwaamheidTE op basis van een
door de notaris opgesteld ontwerp van huwelijkscontract of wijzigingsakte en op basis van een omstandige
geneeskundige verklaring van ten hoogste vijftien dagen oud, die bij het verzoekschrift tot machtiging worden gevoegdTe. Ondanks het persoonlijk karakter van
het huwelijkscontract, zijn wij van mening dat de vrederechter aan zijn machtiging voorwaarden kan verbinden8o. De beschermde persoon kan dan nog beslissen of hij een huwelijkscontract aangaat of wijzigt, of
hij eventueel een nieuw verzoek indient.
36. Een notaris die gevat wordt voor het verlijden van
een huwelijkscontract of een wijziging aan het huwelijksvermogensstelsel, zal, wanneer één van de partijen hiertoe onbekwaam werd verklaard, na het op-
stellen van het ontwerp, de beoordeling over de
bekwaamheid van de beschermde persoon door de
wederechter dienen af te wachten en desgevallend de
opgelegde voorwaarden moeten in acht nemen. Hij
dient zich, na het bekomen van de machtiging, steeds
zelf nog een oordeel te vormen over de bewuste en
wije wil van de beschermde persoon. Kan de beschermde persoon geen geldige toestemming meer geven, dan dient de notaris zijn ambt te weigerensl. Beslist de nota¡is om de akte te verlijden aangezien de
beschermde persoon nog voldoende wilsbekwaarn is,
dan kan hij in de akte verwijzen naar de beschikking
van de wederechter waarbij machtiging wordt verleendtr.
37. De wet bepaalt dat de rechter de bewindvoerder
in bijzondere gevallen kan machtigen om alleen op te
treden of kan toestaan de beschermde persoon bij te
staan bij het opmaken van zijn huwelijkscontracts3. Er
is bijgevolg geen automatische vertegenwoordigingsbevoegdheid van de bewindvoerder. BAEL is van me-
ning dat indien het huwelijkscontract of de akte wijziging van het huwelijksvermogensstelsel zal worden
getekend door de bewindvoerder, de machtiging
wordt gevraagd door de bewindvoerder. Wanneer de
beschermde persoon zelf het huwelijkscontract zal
ondertekenen, met bijstand van de bewindvoerder, is
het niet duidelijk of er twee verzoeksch¡iften moeten
ingediend worden: één getekend door de beschermde
persoon en één getekend door de bewindvoerder of
dat de rechter, op vraag van de beschermde persoon,
machtiging kan verlenen tot ondertekening van het
huwelijkscontract of de wijzigingsakte met bijstand
van de bewindvoerder4. Dezelfde procedure als wanneer de beschermde persoon zelf de machtiging aanwaagt, is van toepassing, met als enig verschil dat de
wederechter in bepaalde gevallen niet de mening van
de beschermde persoon moet vragenss.
De wet en de parlementaire voorbereidingen hullen
zich in stilzwijgen wat betreft de concrete betekenis
van deze "bijzondere gevallen". Gezien dezelfde bepaling bestond onder de oude wetgevings6, komt het
ons voor dat voor de interpretatie kan teruggegrepen
worden naar hetgeen gold onder de oude wetgevingsT.
In de oude rechtsleer bestaat er geen eensgezindheid
over de invulling van de "bijzondere gevallen"se. PINTENS stelt dat op grond van de voorbereidende werken en rechtsleer bij de oude wet, blijkt dat deze regel
niet betekent dat de bewindvoerder het huwelijkscon-
tract alleen kan afsluiten terwijl hij de beschermde
persoon vertegenwoordigt of dat de beschermde persoon niet zelf bij de notaris dient te verschijnen. De
wederechter zou de bewindvoerder alleen dan kunnen machtigen om alleen op te treden als de beschermde persoon materieel niet in staat is om te tekenen, terwijl hij intellectueel nog in staat is zijn wil te
kennen te geven. Het alleenoptreden van de bewindvoerder blijft met andere woorden beperkt tot de zuivere ondertekening van het huwelijksconttactse. Volgens S\ÂIENNEN kan deze bepaling ook worden toege-
76.
77.
78.
79.
80.
81.
42.
83.
44.
162
Art. 1 241 en 1246 Ger.W.
"Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind, suprc noo|74,52,nr.141.
Zie ook: N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de successieplanning", supra nooÌ 1o, 40, nr. 67.
Art. 1 397l1, eerste líd BW Voor meer details omtrent deze geneeskundige
verklaring verwijzen w¡j naar J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal
vermogensrecht voor de persoon onder bewind", supra noor74,7-12,nts.
20-34.
ln dezelfde zin: J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind", supru nool74,56,nr.152.
J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind, supra noo|74,58, nr. 1 59.
J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind, supra noo|74,58. nr. 1 ó0.
Art.'139711, derde lid BW.
J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind', supru nool.74,45-46, nrs.122-124.
J. BAEL,
-
/-t1r1r/ í<
88.
89.
Art. 1250 Ger.W. verwijst naar art. 1246, 52 Ger.W
Art. 488bis, h), 53, tweede lid BW.
ln dezelfde zin: N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en
de successieplanning", supÌa nool I 0, 39, nr. 64; T. WUYTS, "Onbekwamen
in het vermogensrecht", sup¡o nool 7, 137, nr. 69; B. DELAHAYE en E. DE
WLDE D'ESTMAEL, "Lâ trãnsmission des biens (entrè vifs ou à cause de
mort) d'une personne mineure ou majeure protégée", RPP 2014, il. 1,2959, 35, nr. 17 (hierna: B. DELAHAYE en E. DE WLDE D'ESTMAEL, "La transmission des biens"); J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind", supra nooT T 4, 47, n¡.'1 29.
T. WUYTS, Termogensbeheer door ouder(s), voogd en voorlopig bewindvoerder",supra noot 41, I97, nrs. 392-393.
Verslag Mahoux l, Pa¡l. 5¡. Senaat 2002-o3,nr.2-1q87-6,44; W. PINTÊNS, "De
hervorming van het voorlopig bewind over de goederen van een meerderjarige door de wet van 3 me¡ 2003" in S. MAERTENS en G. BENOIT (eds.),
Actualia ouderlijk gezag,voogdij en voorlopig bewind - dossiers tijdschrift van
de vrede- en politietechters,Brúgge,Die Keure,2004,43, nr. 100 (hierna: W.
PINTENS, "De hervorming van het voorlopig bewind").
Notarieel en Fiscaal Maandblad
Not.Fisc.M .2014/7
B
fhi< íttrícntrnrp
85.
86.
a7.
lirpnrprt fn Tíhprohion
-
Kluwer
val ìouler rualeriüie r.rrulogeiijkheid tot ondertekening, onder meer omdat enerzijds
pasi. i.ruilel ireL gevai
een amendement werd verworpen dat het alleenoptre-
;den van de voorlopig bewindvoerder enkel mogelijk
rnaakte in het geval van fysieke onmogelijkheid tot
ondertekening, en omdat uit de verantwoording bij het
oorspronkelijke amendement geen beperking tot de
fysieke onmogelijkheid tot ondertekening af te leiden
valt'0. Wi; volgen deze visie. Het komt ons voor dat de
"bijzondere gevallen" ruimer moeten aanzien worden
dan enkel de materiäle onmogelijkheid tot ondertekening. Ook waruÌeer de mentale toestand van de beschermde persoon een alleenoptreden niet toelaat, kan
het aangewezen zijn om een huwelijkscontract op te
stellen of ie wijzigenel. Men dient bijvoorbeeld ook rekening te houden met de belangen van de (toekomstigeJ echtgenoot.
38. De nieuwe wet voorzag oorspronkelijk enkel in
een regeling voor het aangaan en wijzigen van een huwelijkscontract. Dit werd door de tweede reparatiewet
uitgebreid naar overeenkomsten inzake wettelijke samenwoninge2.
1.2.2. Vermogensrechtelijke bepalingen in het
huwelijkscontract
39. Bevat het huwelijkscontract, op vermogensrechte-
lijk vlak, enkel handelingen ten bezwarende titel, da¡
volstaat de machtiging van de r,'rederechter gegeven
op grond van artikel 1397h BWr3.
Wenst de beschermde persoon bij huwelijkscontract
echter ook een schenking van tegenwoordige of toekomstige goederen te doen, dan komt het ons voor dat
een tweede machtiging nodig is, op grond van de bijzondere bepalingen die de wet voorziet voor schenkingen. Bijgevolg zal de procedure uit artikel 4ggl7,
S 4 BW of deze uit artikel 905 BW bijkomend dienen
te worden gevolgd (zie infra nr. 47 e.v. en nr. 57 e.v.).
O.i. geldt dit zowel voor schenkingenbij leven als voor
contractuele erfstellingene4 es. Dit betekent dat enkel
de beschermde persoon zelf een cont¡actuele erfstel-
90.
"De hervorming van het voorlopig bewind" in P- SENAEVE en
in het petsonen-en familierecht 2002200J, Anlwerpen, lntersentia, 2003, 14'l-2O5, nr. 402 (hierna: F. SWENNEN,
"De hervorming van het voorlopig bewind").
ln dezelfde zin: B. DELAHAYE en E. DE WILDE D'ESTMAEL, "La transmission
des biens", suprd noot 87,34, fi- 16; J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het
familiaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind, suprc noor74,
50, nr. I 34.
4n.200 van de wet houdende diverse bepalingen inzake Jusìitie, Pdrr. St
Kamer 201 3-2014, N. 53-3149/OO9, 79.
Anders: N, GEELHAND DE MERXEM,'De beschermde personen en de successieplanning", supra noot 'l 0, 36, nr. 55.
ln dezelfde zin: R. BARBAIX, "Actuele ontw¡kkelingen", supra noot ó8, 39,
nr.49; T. WUYTS, "Onbekwamen in het vermogensrechf", supra noot.l,137,
F. SWENNËN,
llng Ka,n opnemen rn Iler nuwetrJKsconuacl or 1IÌ de
wijzigingsakte. De bewindvoerder kan immers niet
optreden voor de beschermde persoon, zelfs niet warneer
wijzigingsakte te tekenens.
40. Wanneer bedingen van vooruitmaking of van ongelijke verdeling in het huwelijkscontract worden opgenomen rijst de waag of ook de procedure met betrekking tot schenkingen en testamenten uit a¡tikel 905 BW moet worden gevolgdsz. Dergelijke
bedingen kunnen de beschermde persoon in ieder
geval niet schaden, omdat zij slechts uitwerking hebben bij diens overlijdenes. Algemeen kan worden gesteld dat dergelijke bedingen huwelijksvoordelen ziin
en dus door de wetgever principieel als overeenkomsten ten bezwarende titel worden gekwalificeerdee.
Men kan bijgevolg niet verdedigen dat het schenkingen zijn. Op het ogenblik va¡r de verlening van de
machtiging kan de wederechter enkel rekening houden met de kwalificatie van het beding als handeling
onder bezwarende titel Hij kan immers niet voorspellen of deze bedingen later zullen worden geherkwalificeerd als schenkingen bij het openvallen van de naIatenschap van de beschermde persoon (op basis van
artikel L458, 1464 of t+os BW;too. In dit geval kan ook
worden verdedigd dat deze herkwalificatie als schenking uitsluitend moet worden gekaderd in de context
van de bescherming van de reservataire erfgenamenl 01.
Daarnaast kunnen deze bedingen niet als testamenten
beschouwd wordenlo2. Het feit dat een rechtshandeling voor de periode na het overlijden een regeling inhoudt met betrekking tot het vermogen van die partij,
maakt val die rechtshandeling nog geen testamentlo3.
De procedure die in acht moet worden genomen als
een beschermde persoon een beding van vooruitmaking of een beding van ongelijke verdeling wil opnemen in zijn huwelijkscontract, zal daarom enkel die
betreffende de huwelijkscontracten zijn, m.n. de procedure voorzien in artikel 1.39T11. BWlo4.
41. Ook een inbreng in het gemeenschappelijk vermo-
97.
Over hel belang van deze vraagstelling: J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het
familiaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind", supra noot 74,
98.
W. PINTENS, "De hervorming van het voorlopig bew¡n d", supra
F.SWENNEN (eds.), De hervormingen
9'l.
92.
93.
94.
nr- 69-
95.
96.
BAEL gaat uitgebre¡d in op de diverse hypotheses die kunnen bestaan bij
opname, afschaffing en wijziging vân een contractuele erfstelling in het
huwelijkscontract of wüzlgingsakte: J. BAEL, "Rechtshandelingen uit hêt familiaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind", supra nooT74,6571, nüs.176-'193.
J. BAEL, "Rechtshandelingen
uit het familiaal vermogensrecht voor de persoon onder bewin d", supra nooL74,65, N.176-
Kluwer
-
Notarieel en Fiscaal Maandblad
fhí< íttricntterq rn¡'tt/ ic lírpn¡-a¡l tn Tíharohípn
hij door de v¡ederechter in "bijzondere gevallen"
zou gemachtigd zijn om het huwelijkscontract of de
99.
100.
72,nr.198.
noot89,42,
nr.96.
A. VERBEKE, "Objectieve wettelijke kwalificatie" in R. BARBAIX, N. GEELHAND DE MERXEM en A. VERBEKE (eds.), Huwelîjksvootdelen, HEP Büzondet
deel lV,Gent,Larcier,2010, 20; W. PINTENS, "De hervorming van het voorlopig bewind", supra îooï 89, 43, nr. 97. Zie in dit verband ook het proefschrift van H. CASMAN, Het begrip huwelijksvoordelen, Anlwerpen, Kluwer,
1976, n(.49 e.v.
W. PINTENS, "De hervorming van het voorlopig bewind", s¿/pra noot 89, 43,
N.97.
1
01
.
J. BAEL,
'l
03.
J. BAEL,
"Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind", supra noot74,73, il. 199; R. BARBAIX, "Actuele ontwikkelingen", suprø noot 68, I O, nr. 9.
102. Art. 905 BW heeft het enkel nog over testamenten en niet meer over uiterste wilsbeschikkingen.
"Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de persoon onder bewin d", supra nooï.74,74,il.2O1.
104. lndezelfdezin:R.BARBA|X,"Aclueleontw¡kkelingen",supranoot68,9,il.9.
Not.Fisc.M. 2014/7
-
163
gen zou als een schenking kunnen gekwalificeerd worden, aangezien dit een voordeel voor een van de echtgenoten kan inhouden. Eenzelfde redenering als hierboven kan worden gevolgd. Het gaat onr een
gemeen aangenomen dat de volmacht notarieel moet
huwelijksvoordeel dat principieel als een overeenkomst ten bezwarende titel wordt gekwalificeerd. In
de hypothese van artikel 1465 BW kan de inbreng als
een schenking worden aanzien bij het overlijden van
de inbrenger. Ook hier geldt de stelling dat deze
herkwalificatie als schenking uitsluitend moet worden gekaderd in de context van de bescherming van
de reservataire erfgenamenlos. Aldus dient voor een
inbreng in het gemeenschappelijk vermogen enkel de
regels inzake de opmaak en wijziging van huwelijkscontracten gevolgd te worden en niet de bepalingen
den gehechtrt,.
inzake schenkingen.
42. Het komt ons voor dat voor de invoeging van een
Valkeniersclausule bijkomend de regel inzake testamenten gevolgd dient te worden (artikel 905 BW). Een
Valkeniersclausule regelt immers de rechten die de
ene echtgenoot in de nalatenschap van de andere zal
kunnen doen geldenl06.
2. Het verrichten van schenkíngen
2.1. Buitengerechtelijke bescherming
worden opgemaakt indien de schenking voor (BelgischeJ notaris zal worden verleden1l1. Een afschrift van
de volmacht zal aan de schenkingsakte dienen te wor-
2.1.2. Schenking door de lastgever zelf
44. Kan de lastgever zelf nog schenkingen doen wanneer hij een volmacht heeft gegeven? Het principe dat
de lastgever juridisch handelingsbekwaam blijft na de
inwerkingtreding van de buitengerechtelijke bescherming, wordt expliciet bevestigd in de voorbereidende
welkenrr3. Strikt gezien zou de lastgever dus zelf nog
kunnen optreden om schenkingen te verrichten. Hiervoor dient hij evenwel nog gezond van geest te zijn in
de zin van artikel 901 BW1t4. De notaris voor wie de
schenking wordt verleden dient de gezondheid van
geest in de zin van artikel 901 BW van de schenker na
te gaan. Indien blijkt dat de schenker onvoldoende gezond van geest is, dient de notaris zijn ambt te weigeren. Maar bij een ha¡rd- of bankgift bestaat deze toetsing niet. Indien achteraf wordt aangetoond dat de
schenker ten tijde van de schenking ongezond van
geest was, kan de schenking nietig worden verklaard.
Deze nietigheid is evenwel relatief, zodat enkel de
schenker of diens erfgenamen de nietigheid kunnen
vorderenlrs.
2.1.1
.
Schenking met volmacht
2.2. Gerechtelijke bescherming
43. Een wilsbekwaam persoon kan een volmacht verlenen waarin het recht wordt toegekend om zijn goederen onder de levenden te schenkenlo7, in overeenstemming met de bepalingen van de volmacht.
De volmacht tot schenken dient uitdrukkelijk en bijzonder te zijntoa. Het doen van een schenking is een
daad van beschikking die een uitdrukkelijke lastge-
ving vergt. Het bijzonder karakter van de volmacht
houdt in dat ze slechts één of bepaalde zaken betreft.
Sommige rechtsleer meent dat de volmacht de begiftigden, het voorwerp van de schenking en de modaliteiten van de schenking moet aangevenroe. Gelet op het
belang van de rechtshandeling, die een vervreemding
zonder tegenprestatie inhoudt van de lastgever, is dit
gerechtvaardigdllo.
Hoewel niet expliciet door de wet bepaald, wordt al-
105.
1
0ó.
"Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind", supra noot.74,62-64,nß.1 71 -l 74. AndeÍs: T. WUYTS,
'onbekwamen in het vermogensrechr", supra nool 7, 137, N. 69.
R. BARBAIX, "Actuele ontwikkelingen', supra noot 68, 1 0, nr. 1 0.
J. BAEL,
107. H.DEPAGE,I¡a¡téélémenta¡rededroitcivilbelge,Vlll/l,Leslibéralités(généralités). Les donations, Brussel, Bruylant, 1962,557 (hierna: H. DE PAGE,
"Trairé élémentaire. Les libéralités"); N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de successieplann¡n9", sup¡d noot 1o,26, nr.23.
1 08. W PINTENS et al, "Familíaal vermogensrecht", suprd noot 42, 635, nr. I i 90.
1 09. R. BARBAIX, "Actuele ontw¡kkelingen", sup¡a noot 68, 37, nr.45; E. DE WLDE
D'ESTMAEL, "Les donations", Rép. not. lllAlll,Brussel,Larcier, I 995, 'l 53.
1 1 0. N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de successieplannín1", su pn noof 1 o, 28, N. 28.
111. Art.933 BW; H. DE PAGE, "Traité élémentaire. Les libéralités", supranoor
107,557.
H
164
-
/-rtÍ"tt/ í< lírpnrpã
een beschermingsmaatregel met betrekking tot de goe-
deren beveelt, in zijn beschikking uitdrukkelijk moeten bepalen of de beschermde persoon nog kan schenþ9ntts.
Wanneer een beschermd persoon niet onbekwaam
wordt verklaard om te schenken, is hij in principe bekwaam om schenkingen te doen, mits voldaan is aan
de gemeenrechtelijke vereiste inzake gezondheid van
geest (artikel 901 BW). Hij dient geen machtiging te
wagen, noch is er enige controle voorzienrlT. Dit betreft een andere invalshoek dan wat gold onder de
oude wet. Onder de oude wet was het immers zo dat
een beschermd persoon principieel onbekwaam wordt
geacht tot het doen van schenkingen. Bijgevolg dient
de beschermde persoon sowieso een bijzondere mach-
'I
'12.
1
13. Verslag namens de Commissie voor de Justitie, Pd¡lst Kamer 20]1-2012,
1
14. Volgens het Hof van Cassatie impl¡ceert gezondheid van geesl"zowel vrii
H. DE PAGE,
"Traité élémentaire. Les libéralités", suprd noot 107, 558.
nr. 53-1 009/0 1 0, 33.
heid van wíl als helderheid van gees{: Cass. 1I maart 1909, Pas. l909, I84.
Zie hierover uitgebreid: R. BARBAIX, Het contractuele statuut van de schenking: hoe anders is de overcenkomst schenking en waarom? Rechtsvergelii
kende stud¡evan het contractuele statuut van de schenk¡ng, Antwetpen, lntersentia, 2008. nr.44 e.v.
1 15. H. DE PAGE, "Trãité élémentaire. Les libéralités", s uprc nool1O7,57O.
'116. Art.49211, 52, 13' BW.
'1
17. F. DERÈME, "Administratíon et libéralités par représentatÍon selon la nouvelle loi du 17 mars 201 3 (art.499/7,54, C.civ.)", RPP 2014, 61-67, 6l (hierna:
F. DERÈME, "Administrat¡on et libéralités"); A. DEMoRTIER en T. VAN HALTEREN, "La loi du 17 maß2013", supra îoo17,45o.
Notarieel en Fiscaal Maandblad
Not.Fisc.M. 201417
fhìc íttríentte?a
45. Wat schenkingen betreft, zal de wederechter die
tn Tíhprohípn
-
Kluwer
tiging te vragen aa¡r cie vrecierecirieriiõ. Vanaf 1 september 2014 zaI de notaris, wanneer een beschermde
persoon, die door de vrederechter bekwaam werd geacht om te schenken, een verhoogde warrkzaamheid
aan de dag moeten leggen in het kader van artikel 9ot
BW, aangezien de gezondheidstoestand van een beschermd persoon onvoorspelbaar kan wijzigentte. Ook
is het o.i. noodzakelijk dat de bewindvoerder op de
hoogte is van schenkingen die de beschermde persoon
zelf uitvoert, aangezien hij belast is met het beheer van
het vermogen.
46. Net zoals onder de oude wet, kwalificeert de
nieuwe wet de schenking als een strikt persoonlijke
handeling, die in principe niet vatbaar is voor bijstand
of vertegenwoordigingl,o. De wet voorziet echter in
een uitzondering, waardoor de bewindvoerder een
plaatsvervangende schenking kan doen namens de
beschermde persoon, wanneer deze laatste hier zelf
onbekwaam toe is.
Hieronder wordt eerst ingegaan op de plaatsvervangende schenking die wordt gedaan door de bewindvoerder en vervolgens wordt nagegaan wanneer een
beschermde persoon, die onbekwaam werd verklaard
om te schenken, toch nog zelf kan schenken.
2.2.1. Schenking door de bewindvoerder namens de
beschermde persoon
machtiging kan verienen om te schenken in naam en
voor rekening van de beschermde persoon lvanneer
de beschermde persoon zelf onbekwaam is om te
schenken. Bij het verzoekschrift wordt een ornstandige geneeskundige verklaring gevoegd van ten hoogste vijftien dagen oud die de gezondheidstoestand van
de te beschermen persoon beschrijftr¿z en waaruit o.i.
de onbekwaamheid zal dienen te blijken1'z3.
49. Als tweede voorwaarde wordt gesteld dat uit de
verklaring waarin de voorkeur te kennen werd gegeven orntrent de aan te wijzen bewindvoerdert24 of uit
vroegere mondelinge of schriftelijke verklaringen van
de beschermde persoon, zoals een volmacht in het
kader van de buitengerechtelijke beschermingr2s, geuit
op een tijdstip waarop hij wilsbekwaam was, de wil
tot schenken uitdrukkelijk blijkt. De voorbereidende
werken benadrukken dat bij het doen van plaatsvervangende schenkingen de nadruk niet ligt op het belang van de beschermde persoon, maar wel op de wil
tot schenken van de beschermde persoon. Deze wil tot
schenken moet vaststaanl26.
50. Als derde voorwaarde geldt dat de wederechter in
ieder geval slechts toestemming kan geven om over te
gaan tot schenken indien de schenking in verhouding
staat tot het vermogen van de beschermde persoon en
daarenboven mag de schenking de beschermde persoon of zijn onderhoudsgerechtigden niet behoeftig
dreigen te mâkenr27.
Algemeen
47. Onder de oude wetgeving op het voorlopig bewind aanvaardt de meerderheid van de rechtsleer en
een gedeelte van de rechtspraak niet dat de voorlopige
bewindvoerder namens de beschermde persoon rechtstreeks dan wel onrechtstreeks schenkingen kon doen,
zelfs niet mits machtiging van de wederechterl2r.
De nieuwe wet op het bewind voert een uitzondering
in op het strikt persoonlijk karakter van de schenking.
De bewindvoerder-vertegenwoordiger krijgt onder de
nieuwe wet, onder bepaalde voorwaarden, de mogelijkheid om te schenken in de plaats van de beschermde persoon (artikel 4gs/2, 54 BW).
51. De wet bepaalt niet in welke vorm de schenking
plaats moet vinden, noch of een ontwerp van schenkingsakte aan de vrederechter moet worden voorgeIegd. Om de wederechter toe te laten te beoordelen of
aan de door de wet gestelde voorwaarden voldaan is,
is het o.i. nuttig dat een ontwerp van schenkingsakte
bij het verzoekschrift wordt gevoegdl28.
De instructie uitgaande van de beschermde persoon
die als basis dient voor de plaatsvervangende
schenking
52. De tekst van artikel 4ggl7, S 4 BW vermeldt een
mondelinge of schriftelijke verklaring waaruit de wil
tot schenken uitdrukkeliik blijkt als een essentieel
48. De eerste voorwaarde is dat de vrederechter de bewindvoerder over de goederen enkel een bijzondere
eLement om
gaan.
I 18. Art. 488bß, H, 52 BW; F. DERÈME, "Adminisrrarion et libéralités", supra noot
117,62.
1 1 9. A. DEMORTIER en T. VAN HALTEBEN, "La loi du 1 7 mars 201 3", suprc noo17,
450.
122. 4tI.1241 Ger.W.
23. A. DEMORTIER en
12o.{rt.49712,24"8W.
I
21.
T. DELAHAYE en C. CASTÊLEIN, Het voorlop¡g bew¡n4 Brussel, Larcier, 2007,
1 50, nr.238 (hierna:T. DELAHAYE en C. CASTELEIN, "Hetvoorlopig bewind");
T. WUYTS,'Vermogensbeheer door ouder(s), voogd en voorlopig bewind-
voerder", supra noot 41, 181-186, nrs. 354-359. Bepaalde rechtspraak en
¡echtsleer aanvaaldt reeds de plaatsvervangende schenking. Zie hierover:
M" PUELINCKX-COENE, R. BARBAIX en N. GEELHAND, "Overzicht van rechtspraak - giften (1999-20111",TPR2013,269 e.v. Zie hierover ook N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de successieplanning",
tot plaatsvervar.gende schenking over te
T. VAN HALTEREN, "La loi du 1 7 mars 201 3", supra noot7,
455.
124. Art. 496, tweede lid BW.
1 25. S. MOSSËLMANS en A. VAN THIENEN, "Bescherming
en bewind voor meerderjarigen", suprc noor 7, 68, nr. 22; N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de successieplanning", suprd noot I 0, 45, nr.85.
126. Verantwoording bij amendement nr. 56 van de heer Terwingen c.s., Parl. 5t
Kamer 20'l G20l 1, nr. 53-i 009/002, 33-34.
127. AtT.49917,E4BW.
1 28. N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de successieplanning", supra noot 1O,46, il.87.
1
supra nooÎ.10,17-1 8, nrs.3-5; F. SWENNEN, Gees¡esgestoorden in het burger/4k rech¡, Antwerpen, lntersentia, 20OO, il. 442.
Kluwer
fhí< íttrí<nttera
-
Notarieel en Fiscaal Maandblad
/-t)r1rr íc líranrpã
fn Tíhprohípn
Not.Fisc.M. 2014/7
- 165
Het kan voor notarissen dan ook aangewezen zijn om
voor hun cliënten met vragen omtrent hun vermogensplanning, aandacht te besteden aan het document
waarin een verklaring van voorkeur wordt gegeven inzake de keuze van een bewindvoerder en waarin instructies kunnen worden opgenomenl2e alsook aan de
volmacht die wordt gegeven met het oog op een buitengerechtelijke bescherming. Eens de beschermde
het verleden. Zo kan het ziin dat de beschermde persoon in het verleden, toen hij nog wilsbekwaam was,
systematisch de opbrengst van de verkoop van een
onroerend goed dat hem toebehoorde verdeelde onder
zijn kinderen of de goederen die hij ontving uit een
opengevallen nalatenschap verdeelde onder diens
persoon toch onder bewind wordt gesteld kunnen
Daarentegen wordt er in de voorbereidende werken op
deze documenten dienen als basis voor een plaatsvervangende schenking. Voor de notaris is hier een be-
gewezen dat het voor de beschermde persoon niet
meer mogelijk is om te anticiperen op te hoge successierechten, hoewel uit verklaringen en handelingen
langrijke taak weggelegd inzake advisering van zijn
cliiinten op een ogenblik dat zij nog wilsbekwaam zijn.
kinderen,
enzJ31
.
uit het verleden duidelijk blijkt dat dit
een grote be-
zorgdheid was van de beschermde persoonl32.
Bij het opstellen van dergelijke documenten zal
de
notaris erover waken dat de instructies zo specifiek
mogelijk zijn teneinde latere discussies zoveel mogelijk te vermijden. Het opnemen in het document van
specificaties m.b.t. tijdstip, voorwerp, begiftigden en
modaliteiten van de eventueel later te verlijden schenking zijn noodzakelijk. Bv.: "Op het ogenblik dat ik
onbekwaam ben om mijn goederen te beheren, wens
ik geen schenkingen te doen, behalve aan mijn nichtje
X en dit enkel nadat zij de leeftijd van 25 jaar heeft
De voorbeelden die in de voorbereidende werken wor-
den gegeven lijken schenkingen op grond van artikel +ss/z 54 BW toe te laten in een ruimer aantal gevallen dan wat kan worden afgeleid uit de tekst van de
wet. De wettekst heeft het immers enkel over het doen
van schenkingen door de bewindvoerder namens de
bereikt, met het oog op de aankoop door haar van een
onroerend goed" of "Op de leeftijd van 80 jaar wens
ik aan aI rnijn wettelijke erfgenarnen een schenking
van 10.000 EUR te doen, waarover zij wij kunnen be-
beschermde persoon op grond var. mondelinge of
schriftelijke verklaringen De voorbeelden die in de
voorbereidende werken worden gegeven gaan echter
verder dan mondelinge of schriftelijke verklaringen.
Er wordt in deze voorbeelden in een aantal gevallen
uitgegaan van een vermoede wil tot schenken, soms
louter afgeleid uit gedragingen of gewoonten uit het
schikken"r30.
verleden.
Wanneer een persoon plots onbekwaam wordt, bv.
door een coma na een ongeval, en deze een bewindvoerder over zijn goederen toegewezen krijgt, komt het
ons voor dat een eerder contact met de notaris waarin
deze zijn wil heeft geuit om over te gaal tot schenking, en in onderling overleg reeds een ontwerp van
schenkingsakte werd opgesteld, voldoende is om een
Het risico bestaat dat men uit dit soort gedragingen
datgene gaat afleiden wat de bewindvoerder of de andere bekwame familieleden het best uitkomt en dat
niet noodzakelijk overeenstemt met de wil van de beschermde persoon. Immers, uit een bepaalde gedraging varr de beschermde persoon op het ogenblik dat
hij nog wilsbekwaam is, kan niet altijd worden geconcludeerd wat zijn latere wil zou geweest zijn133. Uitgaan van een vermoede wil van de schenker is bijzonder complex, omdat het zeer moeilijk te achterhalen is
wat de wil van de beschermde zou geweest zijn, indien deze nog bekwaam zottzijn.
beroep te doen op artikel 49917 , S 4 BW.
53. De voorbereidende werken zelf illustreren de
doelstelling van artikel 499/7, S 4 BW aan de hand
van een aantal voorbeelden. Er wordt het voorbeeld
gegeven van een beschermde persoon, die in het verleden, toen hij nog wilsbekwaam was, schenkingen
heeft gedaan aan zijn kinderen naar aanleiding van
hun respectievelijke huwelijken. Ingeval de
beschermde persoon op het tijdstip van het huwelijk van
een ander van zijn kinderen, wilsonbekwaam is, moet
de mogelijkheid bestaan om namens de beschermde
persoon een schenking te doen aan dit kind naar aanleiding van diens huwelijk. Eveneens komt er naar
voor dat het denkbaar is dat de wil van de beschermde
persoon blijkt uit een bepaalde wijze van handelen uit
129. Document bedoeld in art. 496, tweede l¡d BW; voor meer uitleg over deze
verklaring kunnen wij verwijzen naar C. DE WULF, "De n¡euwe wettelijke
regeling inzake beschermde personen', supra nool7, 303-309, nrs. 92-1 02.
I
30.
166
Voor een voorbeeld van een verklaring inzake keuze van een bewindvoerder waarin ook instructies inzake schenkingen worden gegeven, verwijzen
we naãr de tekst van F. DERÈME, "Administration et libéralités", saprd noot
117,65 en van C. DE WULF, "De nieuwe wettelijke regeling inzake beschermde personen", suprc noot7,306, nr. 98.
-
/-¡1t'rt, íe lirpnaa¡l
1
3l.
Verantwoording bij amendemenl nr. 56 van de heer Terwingen
fn Tìhprohípn
c.s., Pdr¿
5t
Kamer 201 0-201 1, nr. 53-1 009/002, 33.
1 32. Verantwoording bü amendement nr. 56 van de heer Terwingen c.s., PdrL St
Kamer 201 0-201 1, nr. 53-1 009/002, 33.
'1
33. ln dezelfde zin: A. DEMORTIER en T. VAN HALTEREN, "La Io¡ du 1 7 mars 201 3",
supra noolT ,456-457 .
'134. Zie gelijkaardige bedenkingen: B. DELAHAYE en E. DE Wf LDE D'ESTMAEL,
"La transm¡ssion des biens", supra noo187,42, nr.33.
Notarieel en Fiscaal Maandblad
Not.F¡sc.M .2014/7
fhí< ittrícnttAra
54. Het komt ons in ieder geval voor dat er een animus donandi in hoofde van de beschermde persoon
zal moeten worden aangetoond, vooraleer kan worden
overgegaan tot een plaatsvervangende schenking.
Daarnaast dient de instructie varl de beschermde persoon, geuit op het ogenblik dat hij nog wilsbekwaam
was, duidelijk te zijn wat betreft het voorwerp en de
begiftigden van de schenkingl3a. Zijn deze zaken niet
voorhanden, dan zal de vrederechter geen toestem-
-
Kluwer
rnirrg kulren Beverr om over ie gaan Íoi piaarsvervalgende schenking.
De plaatsvervangende schenking en artikel 901 BW
55. De vraagkan worden gesteld hoe artikel 4ggl7,S 4
BW zich verhoudt tot artikel 901 BW, dat bepaalt dat
de schenker gezond van geest moet zijn op het ogenblik dat de schenking wordt gedaan. Wanneer de bewindvoerder overgaat tot een plaatsvervangende
schenking, zullen de erfgenamen van de beschermde
persoon dan een beroep kunnen doen op artikel 901
BW om de schenking te laten vernietigen? Of is het de
bedoeling dat men de gezondheid van geest dient te
beoordelen op het ogenblik dat de wil tot schenken
geuit werd door de beschermde persoon? Het komt ons
voor dat indien een duidelijke instructie van de beschermde persoon voorligt, daterend van een ogenblik
dat hij nog wilsbekwaam was, artikel 901 BW geen
toepassing kan vinden wanneer de beschermde persoon op het ogenblik van de schenking niet meer wilsbekwaam is13s. Js de instructie van de beschermde persoon echter aangetast door een gebrek, dan zal de
schenking die op basis van deze gebrekkige instructie
wordt gedaan, ook nietig zijntre.
2.2.2. Schenkingen door de beschermde persoon zelf
56. Wanneer een persoon door de vrederechter onbekwaam werd verklaard tot schenken, kan hij hiertoe
in principe niet meer overgaan. Onder de oude wet
werd aanvaard dat een beschermde persoon, die onbekwaam werd verklaard tot schenken, wel nog zelf
en zelfstandig gelegenheidsgeschenken of onbeduidende giften kan doenr37. Wij menen dat dit ook onder
de nieuwe wet het geval is138.
sooni4i. De wecierechter zai siechts toestemming geven om een schenking te doen als de beschermde persoon voldoende wilsbekwaam is en kan de machtiging
enkel weigeren indien hij oordeelt dat de beschermde
persoon niet gezond is van geestra2. Hij mag de machtiging tot schenken weigeren indien de schenking de
beschermde persoon of zijn onderhoudsgerechtigden
behoeftig dreigt te makenla3. Het criterium van de
behoeftigheid zal o.i. niet gelden als de schenking pas
uitwerking krijgt bij overlijden van de beschermde
persoonl4.
58. Dezelfde procedure als voor het opmaken van een
huwelijkscontract is van toepassingt+s. ¡1", verzoekschrift tot machtiging kan worden ingediend door de
beschermde persoon zelf of door zijn advocaat. Een
omstandige geneeskundige verklaring van ten hoogste
vijftien dagen oud die de gezondheidstoestand van de
te beschermen persoon beschrijft, wordt toegevoegd.
De wederechter roept de beschermde persoon, de bewindvoerder en in voorkomend geval de vertrouwenspersoon op om te worden gehoordra6.
59. De wet bepaalt niet in welke vorm de schenking
plaats moet vinden. De schenking van roerende goederen kan bijgevolg de vorm aannemen van een handgift, bankgift, notariäle schenking of onrechtstreekse
schenkingt+2. Dit is opmerkelijk, gezien de wetgever
wel heeft geoordeeld dat een testament van een beschermde persoon dient opgemaakt te worden in authentieke vorm (zie infra nr.69), teneinde een bijkomende bescherming te bieden aan de kwetsbare persoon. Deze bijkomende bescherming zou ook in het
kader van een schenking door de beschermde persoon
nuttig zijn.
Indien de schenking bij notariele akte wordt verleden,
57. De nieuwe wet voorziet in de mogelijkheid voor
de beschermde persoon, die hiertoe onbekwaam werd
verklaard, om toch nog tot schenking over te gaan. De
beschermde persoon kan immers steeds zelfl3e een
rnachtiging vragen aan de vrederechter om zelf over te
gaan tot schenkenr4o. De vrederechter zal oordelen
over de wilsbekwaamheid van de beschermde per-
35.
Zie hierover ook F. DERÈME, "Administration et libéralités", supld noot 1 1 7,
63.
1 36. A. DEMORTIER en T. VAN HALTEREN, "La loi du 17 maß 2013", supru nooT7,
458.
137. D¡t wordt onder de oude wetgeving ook aanvaard door de rechtsleer: T.
DELAHAYE en C. CASTELEIN, "Het voorlopig bewind", suprd noot 1 21, 1 50,
nr.238; M. PUELINCKX-COENE, N. GEELHAND en F. BUY55EN5, "Overzicht
van rechtspraak giften I 993-l 998", IPR I 999, 802-803; F. SWENNEN, "Voor
lopig bewind en teslamenten', RW 2OO1-2OO2, N.32,'1143. O.i. is deze
rechtsleer eveneens van toepassing onder de nieuwe wet.
138. AtÍ. 497 /2, 24' BW. Anders: A. DEMORTIER en T. VAN HALTEREN. "La loi du
1 7 mars 201 3", supra noot7,452;B.DELAHAYE en E. DE WILDE D'ESTMAEL,
"La transmission des bien", supra noot 87. 39, nr. 28. Volgens deze auteurs
kan de bewindvoerder de beschermde persoon bijstaan of vertegenwoordigen voor het doen van gelegenheidsgeschenken. Wij delen deze visie
aangezien arl 49712,24' BW uitdrukkelijk bepaalt dat gebruikelijke geschenken in verhouding tot het vermogen van de beschermde persoon een
uitzondering vormen op de handelingen die niet vatbaar zijn voor bijstand
of vertegenwoordiging. Volgens ons is het bijgevolg mogelijk dat zowel de
beschermde persoon zelf gebruikelijke geschenken doet, als dar zijn be
windvoerder hem hierbij venegenwoordigt of bijstaat.
1
Flt
Ë
Kluwer
fhíe íttrícnttâra
-
Notarieel en Fiscaal Maandblad
rnntr ie líranreã
tn Tíhprohían
dient de nota¡is de gezondheid van geest na te gaan op
het ogenblik van de schenking zelf, zelfs al heeft de
vrederechter reeds geoordeeld dat de beschermde persoon voldoende wilsbekwaam is om over te gaan tot
schenken. Oordeelt de notaris dat de beschermde persoon volgens hem niet voldoende wilsbekwaam is om
te schenken, dan moet hij weigeren de akte te verlij-
1
39.
Ons inziens onterecht änders: C. DE WULF, "De nieuwe wettelijke regeling
inzake beschermde personen", suprd noot 7, 3 t 7, nr. I 2l . ln dezelfde zin J.
BAEL, "Rechtshandelingen
uit het familiaal vermogensrecht voor de per-
soon onder bewind,supra nooT 7 4, 30, nr. 82.
140- Art.905 BW.
141. Zie hierover ook
BAEL die op bevattelijke wijze het onderscheid beschrijft
tussen personen die getroffen zijn door een algemene onbekwaamheid en
de andere beschermde personen: J. BAEL, "Rechtshandelingen uil het familiaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind", supm noo174,2829, nrs.73-77.
142. F. SWENNEN, "De hervorming van het voorlopig bew¡nd", supro noot 90,
181 -r 82.
143. Art. 905, vijfde lid BW.
144. J.BAEL,"Rechtshandelingenuithetfamiliaalvermogensrechtvoordepersoon onder bewin d, supranoof74,33,nt.91.
145.
4r1.1241 en 1246 Ger.W.
146. An. 1246Ger.W.
147. F. DERÈME, "Administration et l¡béralités", supra noot']|17,62; J. BAEL,
"Rechtshandelingen uit het familiãal vermogensrecht voor de persoon onder bewind", supra noot 74, 36, nr.98.
Not.Fisc.M. 2014/7
-
167
den148. BAEL suggereert om in de schenkingsakte of in
het geschrift ad probationem, indien de schenking
niet gebeurt bij notariële akte, een verwiizing naar de
beschikking van de vrederechter in te voegen, hetgeen
o.i. inderdaad nutiig kan zilnto".
kader van artikel 901 BW wenselijk indien er enige
tijd is verlopen na het verkriigen van de machtiging.
60, De wet bepaalt evenmin of een ontwerp van
schenkingsakte aan de wederechter moet worden
62. Op grond van artikel s05 BW kan een beschermde
voorgelegd. Om de vrederechter toe te laten te beoordelen of aan de voorwaarden voldaa¡ is, is het o.i.
nuttig dat een ontwerp van schenkingsakte bij het verzoekschrift wordt gevoegdtto, minstens dient het verzoekschrift alle details (begifugden, voorwerp, modaIiteiten,...) van de voorgenomen schenking te bevatten, indien de schenking niet bij notariële akte zou
verleden worden (bankgift, handgift, onrechtstreekse
schenking)1sl.
ó1 . Kan de vrederechter voorwaarden aan de machtiging tot schenking verbinden? Met de nieuwe wet lijkt
dit zo te zijn. De wetgever voerde immers volgende
sanctiebepaling in: "Indien handelingen bedoeld in de
artikelen 905 en 1397/7 voorvr¡aardelijk werden toegestaan door de wederechter, maar door de beschermde
percoon werden verricht zonder dat die voorwsarden
in acht werden genomen, zijn deze handelingen rcchtens nietig.'Ì52. Door deze indirecte verwijzing naar
een voorwaardelijke schenking, maakt de wetgever het
o.i. mogelijk voor de wederechter om voorwaarden
aan de schenking te verbindenls3.
WeI is het een gemiste kans dat de wetgever niet van
de gelegenheid gebruik heeft gemaakt om aan de
machtiging een verplichte termijn te verbinden waarbinnen de schenking moet plaatsvindenrsa. Het is sterk
aangeraden dat de wederechter dit voorziet, aangezien
de gezondheidstoestand van de beschermde persoon
snel achteruit kan gaanlss. De wederechter kan slechts
een oordeel vellen over de wilsbekwaamheid van de
beschermde persoon op het ogenblik dat deze voor
hem verschijnt en dit tevens rekening houdend met
het geneeskundig verslag. Oordeelt hij dat de beschermde persoon wilsbekwaam is om de schenking
te doen op dat ogenblik, dan houdt dit geen garantie
in voor de wilsbekwaamheid wanneer de schenking
wordt gedaan op een (veel) later tijdstip. Ook hier is
een verhoogde waakzaamheid van de notaris in het
148. ln dezelfde zin J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind", supro noot74,39, nr. 'l 06.
I
49.
I
50.
1
5
1
.
"Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de persoon onder bewÍnd, supru nool74,40, m.107.
N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de successieplanning', supra noot 10, 46, m.87; F. DERÊME, "Administration et libéralités",
suplø noot 117, 62; A. DEMORTIER en T. VAN HALTEREN, "La loi du
1 7 mars 201 3", ruprc noor7,452.
ln dezelfde zin:4. DEMORTIER en T. VAN HALTEREN, "La loi du l 7 mars 20 1 3",
suprunool7,452i BAEL suggereen om, indien de schenking n¡et bij notariële akte zal verleden worden, het geschrift ad ptobot¡onem le bezorgen
aan de vrederechter: J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het fâmiliâal vermo.
gensrecht voor de persoon onder bewind", suprø noot 74,35,N.95.
De nietigverklaring van een schenking en artikel 905
BW
persoon machtiging vragen aan de wederechter om te
schenken, hoewel de beschermde persoon hiervoor in
de beschikking van de v¡ederechter onbekwaam werd
verklaard. Artikel 901 BWbepaalt datmen gezondvan
geest moet zijn om een schenking onder levenden te
doen. De vraag rijst hoe beide artikelen zich tot elkaar
verhouden.
Artikel s05 BW bet¡eft de bekwaamheid van de beschermde persoon. Het is de vrederechter die zal oordelen of een persoon voldoende bekwaam is om te
schenken. Artikel s01 BW gaat over de toestemming
van de schenker156. Wordt een schenking voor een notaris verleden, dan zal de notaris niet oordelen over de
bekwaamheid (dit wordt immers door de wederechter
beoordeeld), maar enkel nog over de toestemming van
de persoon die voor hem verschijnt.
Zal een beschermde persoon, die machtiging heeft
verkregen om te schenken op grond van artikel 905
BW, kunnen schenken zonder dat het risico bestaat
dat de schenking wordt nietig verklaard op grond van
artikel s01 BW? Kan men er van uitgaan dat het oordeel van de wederechter over de bekwaamheid van
de beschermde persoon om te schenken, het derden
onmogelijk maakt om zich nog op artikel 901 BW te
beroepen? De rechtsleer met betrekking tot de oude
wet is het er alleszins unaniem over eens dat de erfgenamen toch nog de mogelijkheid hebben om een vordering tot nietigverklaring in te stellenlsT. Ons komt
het voor dat ook onder de nieuwe wet, het oordeel van
de wederechter over de bekwaamheid, de nietigverklaring van een schenking op grond van een gebrek in
de toestemming, niet in de weg zal staanlse.
154. A. DEMoRIER, "Le consentement dans le cadre des libéralités
J. BAEL,
1
55.
-
principes
et questions chois¡es" in X., Contenrieux Successoral, Brussel, Larcier,2o14,
1 78 (hierna: A. DEMORTIER, "Le consentement dans le cadre des libéralités").
A. DEMORTIER en T. VAN HALTEREN, "La loi du 1 7 mars 201 3", supn nooi7,
453.
156. W.PINTENSeto/.,"Familiaalvermogensrecht".suprdnoot42,559,nr.1043.
57. A. DEMORTIER, "Le consentement dans le cadre des libéralités", supra noot
'I
1
58.
154,176; M. PUELINCKX-COENE, R. BARBAIX en N. GEELHAND, "Overzicht
van rechtspraak- giften (1999-201 l)", TPR 2013, 257 en 264.
N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de successieplanning", supld noot 10,42, nt.76; A.DEMORTIER en T. VAN HALTEREN, "La loi
du l7 mars 2013", suprunooï7,454.
152. Art.493,52, derde lid BW.
153. Volgens BAEL is hierover discussie mogelijk: J. BAEL, "Rechtshandelingen
uit het familiaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind", supra
noot 74, 38-39, nrs. I 00-1 03.
168
-
Not.Fisc.M. 201417
fhic íttrí<ntrAra /,/)r'rÍr í< lirpnrpã fn Tíhprohipn
Notarieel en Fiscaal Maandblad
-
Kluwer
3.
De aanvaarding van schenkingen
3.1
.
4.
Ue Opstellrng en nerroeptng van
testamenten
Buitengerechtelijke bescherming
4.1
63. Een wilsbekwaam petsoon kan een volmacht geven om in zijn naam en voor zijn rekening schenkingen te aanvaa¡den, Voor het aanvaarden van schenkingen bepaalt artikel 933 BW dat de lastgever een
volmacht kal verlenen om een gedane schenking aan
te nemen of om meerdere schenkingen aan te nemen
welke zijn gedaan of nog zullen worden gedaan.
Het mandaat moet in die zin bijzonder zijn, dat ze uitdrukkelijk in de bevoegdheid tot het aanvaarden van
.
Bqitengerechtel¡jke bescherming
65. De opstelling van een testament alsook de hemoeping ervan is een strikt persoonlijke akte. Delegatie is
niet mogelijkl64. Het eigenhandig testament vereist een
eigenhandig geschrift, het notarieel testament vereist
een mondeling dictee va¡ de laatste wil16s. Ook in
geval vart een internationaal testament is het uitdrukken van de eigen laatste wil essentieel.
schenkingen voorziet. De lasthebber die gemachtigd
is tot het algemeen beheer van het vermogen van de
Het strikt persoonlijk karakter van het testament verhindert niet dat de testator een beschikking treft die
de aanwending en het lot van de akte betreft: hij kan
Iastgever, zal op basis van zijn algemeen mandaat geen
schenkingen kunnen aanvaarden voor de lastgeverlse.
een mandaat verlenen om het testament te bewaren of
naar voren te brengen, eventueel voorwaardelijk of af-
Het tweede lid van artikel s33 BW schrijft voor dat de
hankelijk van bepaalde omstandighedenl6. Een bijzondere, uitdrukkelijke volmacht is vereist. Deze
dient o.i. evenwel niet notarieel te worden verleden.
volmacht voor notaris moet worden verleden en dat
een uitgifte daarvan moet worden gehecht aa¡ de minuut van de schenking, indien de schenking voor een
4.2. Gerechtelijke bescherming
Belgische notaris gebeurt.
6ó. Onder de nieuwe wet moet de vrederechter bepa3.2. Gerechtelijke bescherming
len of de beschermde persoon nog bekwaam is om een
testarnent op te maken167. In principe kan een persoon
ó4. De wederechter die een beschermingsmaatregel
met betrekking tot de goederen beveelt, bepaalt uitdrukkelijk of de beschermde persoon nog schenkin-
die onbekwaam verklaard werd tot het opmaken van
een testament geen testament meer opmaken, zelfs
niet met bijstand of door vertegenwoordiging.
gen kan aanvaardenr6o. Het aanvaarden van een schenking is geen strikt persoonlijke handeling en bijgevolg
De beschermde persoon kan wel nog zelfioe een mach-
vatbaar voor bijstand of vertegenwoordiging. De bewindvoerder die de beschermde persoon vertegenwoordigt voor het aanvaarden van een schenking,
dient voorafgaand aan het aanvaarden van de schenking, de machtiging van de vrederechter te wagen161.
Wanneer de beschermde persoon onbekwaam is verklaard voor de aanvaarding van schenkingen, zal de
bewindvoerder ook voor de aalvaarding van een con-
tractuele erfstelling in het voordeel van de bescherrnde persoon, machtiging moeten vragen overeenkomstig artikel 4gsl7, 52,6o Bwlur.Deze regeling
verschilt niet van de oude regelingl63.
59. R. BARBAIX, Co mm. Erfr., art. 933 BW, Mechelen, Kluwer, 2OO7, 8.
160. Art' 492/1,ç2, 6' BW.
161. Art. 49917, 52, 6' BW.
1 62. J. BAËL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor
tiging wagen aan de wederechter om een testament
op te stellen, net zoals hij machtiging kan vragen onr
tot schenking over te gaanl6e. Onder de oude wetgeving bestaat een gelijkaardige bepaling. Deze wordt zo
geïnterpreteerd dat naast de beschermde persoon zelf,
ook een advocaat het verzoekschrift kan tekenenlTo.
Wij menen dat dit onder de nieuwe wet ook zo is. Dezelfde procedure als voor het opmaken van een huwelijkscontract en het doen van een schenking is van
toepassing (artikel 1.24L en 1246 Ger.W.).
De wederechter zal oordelen over de wilsbekwaamheid. De vrederechter zal slechts toestemming geven
om een testament op te maken als de beschermde persoon voldoende wilsbekwaam is om een testament op
te maken171 en kan de machtiging enkel weigeren in-
1
1
soon onder bewind",supranool74,66, nr. 180.
488b¡s, f), 5 3. tweede lid, fl BW.
P. WÉRY, "Le mandat", sup¡d noot 38, 87.
1
R. DILLEMANS, Eeginselen van Eelgisch pilvaatrccht. Vll. Testamenten, Mechelen, Kluwer, 201 2, 35, nr. 20 (hierna: R. DILLEMANS, "Testamenten").
166. R. DILLEMANS,'Testâmenten", suprd noot 165, 36 nr.20. Verdergaand: N.
GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de successieplanning", supla noot 1O,25,N.22.
167. Arl.492/'1,52, 1 5' BW. Voor een ovezicht van de krítiek op de oude wet die
163. Art.
1
64.
65.
Kluwer
-
Notarieel en Fiscaal Maandblad
fhíc íttrí<nttArê /'ñnv íe lírpnrpã fn Tíhprohíon
68.
de per-
aan de grondslag heeft gelegen van de nieuwe regeling, verw¡jzen we naar
A. WYLLEMAN, "Het bewind", supra noot7,130,nß.69-79.
Ook BAEL bevestigt dat de beschermde persoon zelf de machtiging dient
te vragen: J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht
voor de persoon onder bewind",
suptanoot74,4,N.9.
169. An.905BW.
1
70.
W. PINTENS, "De testeerbekwaamheid van de onder bewínd gestelde (noot
onder Vred. Aarschot
februari 2004)', RW 2004-2005,518; J. BAEL,
l2
"Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind", supra noot 74, 5, nr. 1 1.
'171. Zie hierover ook BAEL omtrent het onderscheid tussen personen die getroffen zijn door een algemene onbekwaamheid en de andere beschermde
Not.F¡sc.M. 20i
4
/7
-
1
69
dien hij oordeelt dat de beschermde persoon niet gezond is van
geestr72.
67. De beschermde persoon kan niet verplicht worden om het ontwerp van testament aan de wederechter voor te leggenrT3. Dit volgt uit de tekst van de wet.
De beoordeling door de wederechter dient in abstracto
te gebeurenlTa. De vrederechter machtigt enkel om een
testament op te maken, en machtigt niet om een testament met een bepaalde inhoud op te makenl7s. De beschermde persoon kan volledig vrij kiezen wat de inhoud van zijn testamenl zal zijn, eens hij machtiging
heeft verkregen van de wederechter.
kornt het aan de notaris toe om de gezondheid van
geest bij het opmaken van een testament te beoordelen, ook al heeft de vrederechter reeds geoordeeld over
de wilsgeschiktheidlEl. We verwijzen naar wat hierover hoger inzake schenkingen werd gezegd(zie supra
nr. 57). Ook hier kan de nota¡is in de akte van testament een verwijzing naar de beschikking van de vrederechter toevoegenl82.
Wat de nietigverklaring van een testament en artikel gos BW betreft, kan worden verwezen naar wat
hierboven reeds uiteen werd gezet inzake de nietigverklaring van een schenking en artikel 905 BW (zie
supra nr. 62).
ó8. O.i. kan de beschermde persoon op grond van artikel S05 BW ook een testament herroepen. De tekst
van artikel 905 BW heeft het weliswaar enkel over
"beschikken bij testament", maar dit dient o.i. zo geïnterpreteerd te worden dat bij testament kan teruggekornen worden op eerdere beschikkingen gedaan bij testamentrT6.
69. Verleent de wederechter de bescherrnde persoon
machtiging om een testament op te rnaken, dan kan de
beschermde persoon in principe enkel een testament
opmaken in authentieke vorm. Hieruit blijkt de bezorgdheid van de wetgever voor de beïnvloeding van
derden
bij de opmaak van een eigenhandig
ment177. Ook
testa-
biedt de tussenkomst van de notaris een
bijkomende waarborg voor de vaststelling van de vrije
wilsuiting van de beschermde persoon, de wettigheid
van de inhoud en de vaste datum van het testament.
Hij kan ook nagaan of de legataris niet valt onder een
bijzondere onbekwaamheid om te ontvangen voorzien
in artikel g0g BWI7B.
Wanneer aan de vormvereisten van een authentiek
testanent niet kan worden voldaan omwille van de
Iichamelijke ongeschiktheid van de beschermde persoon, kan de vrederechter toestaari dat een testament
in internationale vorm wordt opgesteldlTe. De wederechter kan ook voorwaarden aan de oprnaak van het
testament verbindenrso, waar de nota¡is logischerwijs
eveneens dient rekening mee te houden.
70. Net zoals bij het opmakenvan een schenkingsakte,
personen: J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vetmogensrecht
voor de persoon onder bewind", supra nooT74,3,nts.4-6.
172. F. SWENNEN, "De hervorming van het voorlopig bewind', supra noot 90,
181-182.
173. Art.
I
'l
74.
75.
905, tweede en derde lid BW.
T. WUYTs, "Onbekwamen in het vermogensrecht", supra nool7,1 34, nr. 68.
J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind', supra nool74,1 6, nr.,+4. BAEL specifìeert wel dat het
voor de vrederechter nuttig kan zün om de beschermde persoon te bevragen over de ínhoud van het testament, teneinde zich een beter beeld te
kunnen vormen van de wilsbekwaamheid van de beschermde persoon.
76.
In andere zin: N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de
successieplanninq", supra nooÎ.1 0, 49, nr. 99.
177. Verslag namens de Commissie voor de Justitie, Poil.St. Kamer 2011-2012,
nr. 53-1 009/01 0, 1 76.
'I
78. N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de successieplanning", iup¡d noot 10, 50, nr. '104; B. DELAHAYE en E. DE WLDE D'ESTMAEL,
"La transmission des biens", supra noot87,37,N.23.
1
170
-
Not.F¡sc.M. 2014/7
fhí< íttrí<ntrara rnnrr íc líranro¡l fn Tìhprohípn
71. Het opmaken of het herroepen van een testament
is een st¡ikt persoonlijke handeling, die niet vatbaar is
voor bijstand of vertegenwoordiging door de bewindvoerderl83. Is de beschermde persoon niet meer in staat
om zelf een machtiging aan de wederechter te vragen
voor de opmaak of de herroeping van een testament,
dan zal geen testament meer kunnen worden opgesteld of worden herroepen, noch door de beschermde
persoon zelf, noch door de bewindvoerder.
Het is opmerkelijk vast te stellen dat de wetgever het
met de nieuwe wet mogelijk heeft gemaakt orn plaatsvervangende schenkingen te doen (zie supru nr. 47
e.v.), terwijl er geen mogelijkheid bestaat om plaatsvervangende testamenten op te stellen. Indien de wetgever oordeelt dat het in welbepaalde omstandigheden en onder specifieke voorwaarden mogelijk moet
zijn om plaatsvervangende schenkingen te doen, da¡
stellen wij ons de vraag waarom de mogelijkheid ook
niet opengesteld werd voor testarnentenlsa. Daarbij
kan bijkomende de bedenking worden gemaakt dat
een plaatsvervangend testament pas uitwerking heeft
bij overlijden en aldus geen impact heeft op de vermogenstoestand van de beschermde persoon tijdens zijn
leven, terwijl de impact varì. een schenking wel onmiddellijk voelbaar is. Externe omstandigheden kunnen de reeds uitgedrukte wil van de beschermde persoon wijzigingen, zodat een aanpassing van zijn testament aangewezen is. Wanneer de echtgenote van de
beschermde persoon bijvoorbeeld onverwachts eerst
overlijdt, dient het testament van de beschermde per'l
79.
Het gaat hier meer concreet over doofheid en stomheid. Het eerste verhindert om het dictêe van de notaris te horen, het tweede vethindert om zelf
het lestament te dicteren, wat be¡den essent¡eel zijn bij een authentiek les-
tament.
'180. Art. 493, 52, derde lid BW.
1 81. A. WYLLEMAN, "Het bewind", s upra noot 7, 1 35, nr. 8t ; J. BAÊL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind",
supra nooL74,22,N- 59-
82.
"Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de persoon onder bewin d", su pra nool 7 4, 23, N. 60.
'183. ArT. 497 12,25' BW; zie híerover ook R. BARBAIX, "Actuele onlwikkelingen",
supru nool 68,39, nr. 49; J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het fâmiliaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind", supra nooï74,6, ft.14.
1 84. N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de successieplanning", supra noot 1 o,54,N.112.
1
J. BAEL,
Notarieel en Fiscaal Maandblad
-
Kluwer
soon, dar in haar voordeei was opgesteiri, aangepast te
worden wanneer de beschermde persoon niet zijn andere wettelijke erfgenamen wilde begiftigden.
5. De aanvaard¡ng en verwerping van nalatenschappen en legaten
5.1
.
vang van het geerfde vermogen'6'. Dit is enkei mogelijk voor zover de baten van de nalatenschap kennelijk
de lasten overschrijden. Deze mogelijkheid werd door
de wetgever ingevoerd om de procedure van boeCelbeschrijving achterwege te kunnen laten, aangezien de
opmaak van een boedelbeschrijving in sommige gevallen nutteloos en nodeloos duur is1e0.
Buitengerechtelijke bescherming
72. Net zoals hetgeen geldt voor de aanvaarding van
schenkingen, kan de lastgever volmacht geven tot de
aanvaarding van alle nalatenschappen en legaten die
hem zouden toevallen, zowel onder de oude als onder
de nieuwe regeling. Een bijzondere, uitdrukkelijke
volmacht is vereist. Deze dient o.i. evenwel niet notarieel te worden verleden. De lastgever kan de modaliteiten van de aanvaarding (of verwerping) in de volmacht bepalen. Indien er niets bepaald is omtrent het
optierecht, beslist de lastgever zelf over het al dan niet
aanvaarden onder boedelbeschrijving van een nalatenschap of over de aanvaarding of verwerping van
een legaat of nalatenschaptes.
5.2. Gerechtelijke bescherming
73. De vrederechter die een beschermingsmaatregel
met betrekking tot de goederen beveelt, bepaalt uitdrukkelijk of de beschermde persoon bekwaam is om
nalatenschappen, algemene legaten of legaten onder
algemene titel te aanvaarden of te verwerpenlsG en of
hij bekwaam is om legaten onder bijzondere titel te
aanvaa-tdenlsT.
Het aanvaarden van een nalatenschap of een legaat is
geen strikt persoonlijke handeling en bijgevolg vatbaar
voorbijstand of vertegenwoordiging. Op grond van artikel 499/7 S 2, 5'BW dient de bewindvoerder die de
beschermde persoon vertegenwoordigt voor het aanvaarden ofverwerpen van een nalatenschap, een algemeen legaat of een legaat onder algemene titel, vooraf-
gaand aan de aanvaarding of de verwerping, de
machtiging van de vrederechter te wagen. Hetzelfde
geldt voor de aanvaarding va-re een legaat onder bijzondere titeIr88.
74. Onder de oude wetgeving kon de aanvaarding van
een nalatenschap, een algemeen legaat of een legaat
ten algemene titel enkel gebeuren onder voorrecht van
boedelbeschrijving. Onder de nieuwe wetgeving bestaat de mogeliikheid om de nalatenschap zuiver te
aanvaarden, rekening houdend met de aard en de omI 85. R. BARBAIX, "Actuele ontw¡kkelingen",
186. Art. 492/1, 52, 5" BW.
187. Atr. 49211, 52, 6' BW.
188. ArÌ. 49917, 52, 6' BW.
suprø noot 68, 35, nr. 41.
189. Art.499/7, ç2, 5' BW.
190. Verslag namens de commissie voor de
De wederechter zal in zijn beschikking uitdrukkelijk
de redenen moeten vermelden waarom hii afziet van
het voorrecht van boedelbeschrijving in hoofde van
de beschermde persoon. Een zuivere aanvaarding is
niet noodzakeliik in het belang van de beschermde
persoonlel. Aan een zuivere aanvaarding kunnen onaangename gevolgen kleven. Ook kan men zich afuragen hoe een rechter, bij gebreke aan boedelbeschrijving, zal kunnen oordelen of de activa de passiva val
de nalatenschap kennelijk overstijgenle2. De voorbereidende werken suggereren dat de wederechter een
attest aan de notaris vraagt, waarin de samenstelling
van de nalatenschap wordt weergegeven en waarin de
notaris verklaart dat de naìatenschap zeker toereikend
is. De voorbereidende werken stellen echter ook dat
de notaris hierover in bepaalde gevallen geen zekerheid kan geven en dat de mogelijkheid tot zuivere
aanvaarding dan ook geenszins tot gevolg mag hebben
dat de verantwoordelijkheid voor de uitgeoefende erfkeuze bij de notaris wordt gelegdl".
6. Bijzondere onbekwaamheid om
schenkingen of ¡egaten vanwege de
beschermde persoon te ontvangen
75. AIs algemene regel geldt dat de bewindvoerder
geen schenking of legaat kan ontvangen vanwege de
beschermde persoon (nieuw artikel 90S BW). Het gaat
hier ln cosu om een rechtsonbekwaamheid. Deze onbekwaamheid is vergelijkbaa¡ met de onbekwaamheid
die geldt voor de voogdle4 en voor dokters, apothekers
e.a.1es. Iedere beschikking ten voordele van een onbekwame is nietigle6. Dit geldt eveneens voor beschikkingen aan tussenpersonenleT. Als tussenpersonen beschouwt men de ouders, de kinderen en afstammelingen en de echtgenoot van de onbekwame of de persoon
met wie deze wettelijk samenwoontles.
Op deze onbekwaamheid tot ontvangen bestaan enkele uitzonderingen, De beschermde persoon kan wel
schenken en legateren ten voordele van een bewindvoerder wanneer hij erfgenaam is in de rechte lijn of
erfgenaam is tot in de vierde graad wanneer de be192. ln dezelfde zin A. DEMORTIER en T. VAN HALTEREN,'La loidu I 7 mars 2013",
supra nooL7,448I 93. Verslag namens de commissie voor de Just¡tie, Pdrl. St, Kamer 201 1-2012,
nr. 53-1 009/01 0, 286.
194. Art.907 BW.
JustiTie, Parl. St., Kamer 20l l-2012,
nr.53-1009/010,82; Y.-H. LELEU, "Les dix innovations majeurs", supro noot
7,25, il.27; A.DEMORTIER en T. VAN HALTEREN, "La loi du 1 7 mars 201 3",
195.
Art.909 BW.
196.
197.
Art.91l
suryanool7,448-
7,6'15, nr.112.
1 98.
Art. 911, tweede lid BW.
191. N. GALLUS, "L'avenir de Ia protection des personnes vulnérables", supra
noolT,69-
Kluwer
ffi
fhíe íttrìenttArê
-
Notarieel en Fiscaal Maandblad
rnrltÌ íc lírpnapd
to Tíhprohípn
F.
BW.
SWENNEN, "De meerderjarige beschermde personen (Deel ll), supra
Not.Fisc.M. 2014 17
-
noot
17
1
schermde persoon geen erfgenamen in de rechte lijn
nalaat, of wanneer hij de echtgenoot, wettelijk samenwonende partner of feitelijk samenwonende partner
van de beschermde persoon isree.
7. Sanctionering
7.1. Buitengerechtelijke bescherming
7.1.1. Handelingen gesteld door de lasthebber
Deze verstrenging in vergelijking met de oude regeling kan ongewenste gevolgen hebben. Als (voorlopig)
bewindvoerder wordt vaak iemand aangeduid die de
beschermde persoon nauw aan het hart ligt en die hij
mogelijks wil begiftigen, bij schenking onder levenden
of bij testament. Als gevolg van de nieuwe regeling zal
dit niet mogelijk zijn, als de gekozen bewindvoerder
niet valt onder de voorziene uitzonderingen. Een
schenking of testament in het voordeel van de ouders,
kinderen, afstammelingen, echtgenoot of wettelijk samenwonende partner van de bewindvoerder die niet
valt onder één van de uitzonderingen is evenmin mogelijk'zoo.
Bovendien maakt het niet uit wanneer het testament
is opgemaakt. Is men bewindvoerder op het ogenblik
van het overlijden van de beschermde persoon, dan
zal men geen legaat van de beschermde persoon kunnen ontvangen, ook al is het testament opgesteld voordat het bewind een aanvang nam of voordat de betreffende bewindvoerder werd aangesteld20l.
76. De notaris dient extra aandachtig te zijn bij het
opstellen van een testament of een schenkingsakte op
vraag van een beschermde persoon (of diens bewindvoerder in geval van plaatsvervalgende schenking).
Telkens zal hij dienen na te gaan of de begiftigde of
legataris niet de bewindvoerder van de beschermde
persoon is en zo dit het geval is, dient hij na te gaan of
de bewindvoerder onder één van de uitzonderingscategorieën valt. VaIt de bewindvoerder niet onder een
uitzonderingscategorie dan moet de notaris er de beschermde persoon op wijzen dat de schenking of het
legaat nietig is. Hetzelfde geldt voor schenkingen en
legaten door de beschermde persoon aan ouders, kin-
77. De nieuwe wetgeving voorziet in een aantal sanctioneringsregels voor het geval de wettelijke vereisten
of de voorwaarden val de volmacht niet worden gerespecteerd.
Indien de lastì.ebber handelt op basis van een volmacht die is gegeven na 1 september 2O14, zal de lastgeving eindigen bij de feitelijke onbekwaamheid van
de lastgever indien niet voldaan is aan de wettelijke
vereisten. Dit is het geval wanneer de volmacht bijvoorbeeld niet werd geregistreerd. Wanneer de lasthebber zich dan aanbiedtbij een notaris om een schenking of een andere rechtshandeling in naam van de
lastgever te laten verlijden, zal de notaris moeten nagaan of de lastgever nog wilsbekwaam is, zoniet moet
hij zijn ambt
weigeren2o3.
Wordt door de lasthebber toch een rechtshandeling
gesteld, nadat de lastgever feitelijk onbekwaam werd,
dan kan deze handeling nadien nietig worden verkiaard als de lasthebber wist of had moeten weten dat
de lastgever zich op dat tijdstip kennelijk bevond in
een toestand van wilsonbekwaamheid of verkwisting2@. De nietigheid is evenwel slechts relatief en de
rechter zal enkel in geval van benadeling van de lastgever en rekening houdend met de rechten van derden te goeder trouw de rechtshandeling kunnen nietig
verklaren2os.
Derden te goeder ûouw kunnen zich hoe dan ook nog
beroepen op de schijnleer2ffi. Verder worden derden te
goeder trouw beschermd door een aanpassing van artikel 2005 BW dat stelt dat de staat van de lastgever
bedoeld in artikel 488h of 4BB /2BW niet kan worden
deren, afstammelingen, de echtgenoot of wettelijk sarnenwonende partner van de bewindvoerder.
tegengeworpen aan derden die daa¡van onkundig
zijnde, met de lasthebber gehandeld hebben, onverminderd het verhaal van de lastgever op de lastheb-
Voorts dient de notaris er bij de keuze tot aanstelling
ber'207.
van een bewindvoerder op te wijzen dat de bewind-
voerder, diens ouders, kinderen, afstammelingen,
echtgenoot of wettelijk samenwonende partner vanaf
het ogenblik van het ingaan van het bewind niet meer
de begunstigde kunnen zijn van een schenking of een
78. Indien de lasthebber handelt op basis van een volmacht die wel voldoet aan de nieuwe wettelijke vereisten, bepaalt artikel 490/L, $3, eerste lid BW dat de
Iegaat vanwege de beschermde persoon (behoudens de
voorziene uitzonderingen)zoz.
komt te verkeren in een toestand als bedoeld in artikel ¿ge/r of 48812 BW, eventueel mits inachtneming
199. Art. 909, derde lid, 2' en 3" BW.
205.
200.
Art. 91 1 BW; J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het fam¡liaal vermogensrecht
voor de persoon onder bewind", supra noot74,26,N.66.
J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind", supru noo|74,26, il.67.
7,57'1, nr.26. Zie voor de samenlezing met art. 2003 BW, A. VAN DEN
BROECK, "De buitengerechtelijke vermogensbescherming", rupld noot 9,
82,nr.24.
206. Verslag namens de Commissie voor de Justitie, Pail.'t. Kamer 2011-2012,
202. Hieroveruitgebreider:J.BAEL,"Rechtshandelingenuithetfamiliaalvermo.
gensrecht voor de persoon onder bewind", supra noot 74,2G27,il.69-70.
203. C. DE WULF, "De niêuwe wettelijke regeling inzake beschermde personen",
supra nooi7,265, N.14.
204. M. A. MASSCHELEIN, "De invoerlng van één globaal beschermingsstatuut",
supta nool7,6, N.12.
nr. 53- I 009/01 0, 38 en 40. Zie ove¡ het schijnmândâãt: B. ÏILLEMAN, "Lastgev¡ng", supra noot 16,223.
lngevoerd door art.202 van de wer houdende diverse bepalingen inzake
Justitie, Pa¡l 5t Kamer 201 3-20 1 4, nr.53-3149lOA9, Aoi 5. MOSSELMANS en
A. VAN THIENEN, "Bescherming en bewind voor meerderjarigen", supra
201
1
.
72
-
Not.F¡sc.M.
E
fhíc íttrícntr2rê
2O1
207.
F.SWÊNNEN, "De meerderjarige beschermde personen (Deel l)", supra noot
noot 7, 69, nr. 25-
Notarieel en Fiscaal Maandblad
4/7
r-tanrr íc
lasthebber het tijdstip beoordeelt waarop de lastgever
lirpncpd fn Tíhprohíøn
-
Kluwer
var ireigeen is bepaaid il cie voì¡uacirl eu dal rìeze
beoordeling tegenstelbaar is aan derden te goeder
tlouw208. Indien een lasthebber handelt op basis van
een volmacht die is gegeven na L september 2014 en
die voldoet aan de wettelijke vereisten van de nieuwe
wet, dient de contractspartij of de notaris2oe niet na te
gaan of de lastgever nog over zijn wilsvermogen beschikt. De volmacht kan geldig aangewend worden
door de lasthebber ongeacht of de lastgever al dan niet
wilsgeschikt iszto.
kal in de volmacht een aantal beginselen
opnemen die de lasthebber bij de uitoefening van zijn
opdracht voor zover mogelijk in acht moet nemen211.
Indien de lasthebber echter deze beginselen niet naleeft indien dit wel zou mogelijk zijr. of wanneer hij
de andere voorwaarden van de volmacht niet respecteert, bijvoorbeeld door de volmacht reeds aan te wenden terwijl het aanvangspunt nog niet is bereikt, dan
zal d.e lastgever verbonden zijn indien de derde te
goeder trouw handelde. De lastgever zal enkel schadevergoeding kunnen vorderen van de lasthebber voor
contractbreuk op basis van het gemeen recht2r2.
De lastgever
Indien de lasthebber de voorwaarden en nadere regels
opgelegd door de wederechter niet respecteert, dan
zijn dezelfde sancties als bij de gerechtelijke bescherming van toepassing2l3. Ook kan er een aansprakelijkheidsvordering tegen de lasthebber worden ingesteld
door de lastgever2la.
7.1
.2. Handelingen gesteld door
de lastgever
79. Kan de lastgever zelf nog de handelingen stellen
waarvoor hij vohnacht heeft gegeven aan een lastheb-
van scirenkirrgen en irei maken varr eerr teslamenl aan de vereiste van gezondheid val geest (artikel 90r
BW). Wordt er een gebrek vastgesteld in de bekwaamheid of de toestemming van de lastgever-contractant,
dan is de gestelde rechtshandeling relatief nietigzto.
7.2. Gerechtelijke beschermíng
80. Hieronder wordt dieper ingegaan op de sanctionering van handelingen die worden gesteld in strijd met
de beschikking van de wederechter. De nietigheden
zijn telkens relatief en voor bevestiging vatbaar. Er
wordt enkel ingegaan op de grote lijnen van de sanctionering met betrekking tot de hierboven besproken
handelingen. Voor een meer algemene bespreking van
de sanctionering kan worden verwezen naar een aantal bijdragen die reeds over dit onderwerp zijn verschenen217.
De nieuwe wet voorziet enerzijds
in een nietigheid
rechtens, en anderzijds, in een nietígheid in gevalvan
benadeling. De nietigheid rechtens houdt in dat de
nietigheid in rechte moet worden gevorderd en dat de
rechter, wanneer hem de nietigheid wordt gevraagd,
niet over enige appreciatiebevoegdheid beschikt.
Wordt de nietigheid gevraagd, dan is hij verplicht ze
uit te spreken. De nietigheid ingeval van benadeling
dient eveneens gevorderd te worden bij de rechtbank.
Hier beschikt de rechter wel over een appreciatiemarge en dient hij de nietigheid enkel uit te spreken
indien de beschennde persoon benadeeld is door de
handeling. De wettekst bepaalt hier dat de rechter ook
rekening houdt met rechten van derden te goeder
trouw. De rechter kan eveneens de verbintenissen die
de beschermde persoon is aangegaan, verminderen.
ber?
Onder het nieuwe buitengerechtelijke beschermingsstatuut, evenals onder de oude wetgeving, blijft de beschermde persoon-Iastgever bekwaam2ls, wat impliceert dat hij in principe alle handelingen, ook deze
waarvoor hij een volmacht heeft gegeven, nog geldig
zelf kan stellen.
T.2.L Machtigingbehoevende handeling gesteld
door de beschermde persoon zonder machtiging
81. Een handeling, waarvoor de wederechter aan de
bewindvoerder op grond van artikel 4ss/7, 52 BW
machtiging moet verlenen, die gesteld wordt door de
bescherntde peßoon in strijd met zijn vastgestelde
onbekwaamheid, is rechtens nietigz1B.
Uiteraard dient voldaan te zijn aan de gemeenrechte-
liike vereisten van bekwaamheid en toestemming (artikel 1108 e.v. BW), alsook-voorwatbetrefthet doen
Deze nietigheidsregeling zal van toepassing zijn wanneer een beschermde persoorlr zonder dat door de be-
208.
21
6-
21
7.
en A. VAN THIENEN, 'Bescherming en bewind voor meerderjarigen", supra n oo| 7, 69, il. 25.
209. E. BEGUIN en J. FONTEYN, "La mandat de protection extrajudiciaire", suprd
noot 9, 499.
21 0. A. WYLLEMAN, "Buitengerechtelijke bescherming", surya noot 10,7.
2'11. Aft. 49012, 51, tweede lid BW.
21 2. S. MOSSELMANS en A. VAN THIENEN, "Bescherming en bewind voor meerderjarigen", supra noot 7, 69, nr. 25.
213. Atr. 49012, 52 BW S. MOSSELMANS en A. VAN THIENEN, 'Bescherming en
bewind voor mee¡derjarigen", supranoot 7, 69, nr.25.
S. MOSSFLMANS
214. Art.490/1,
53 tweede lid BW.
215.'Debuitengerechtelijkebeschermingwijzigtnietsaandejuridischebekwaamheid van de lastgeve,/' (Verantwoording bij amendement nr. 1 2 van de heer
Terwingen c.s., Parl.st Kamer 201 &201 1, nr. 53-1 009/002, 1 1 en Verslag na-
W. PINTENS etaL, "Familiaal vermogensrecht", sup rc nool 42, 862, nr. 1 642
A. WYLLEMAN, "Buitengerechtelijke bescherming", supra noot 1 0, 2.
Z¡e K. ROTTHIER, "De nieuwe wet tot heruorming van het statuut van onbekwamen", supra noot7,192,rr,s.55-57; C. DE WULF, "De nieuwe wettelijke
regeling ¡nzake beschermde personen", supra nooT 7, 324-326, nr. 1 36 en
1 38; F. SWENNEN, "De meerderjarige beschermde personen (Deel l)", supra
noot 7, 575-576, nr. 4849; Y.-H. LELEU, "Les dix innovat¡ons majeurs", supra
noot 7, 21-23, nrs. 1 I -1 4; A. DEMORTIER en T. VAN HALTEREN, "La loi du
17 maß 2013", supra nool 7, 420422; A. WYLLEMAN, "Het bewind", supra
noot 7, 1 20, nr. 36 e.v..
218. Aft. 493, 52, eerste lid BW-
mens de Commissie voor deJustit¡e, Pd¡¿5t, Kamer 20'l'l -2o'l2,nr-53jloo9l
0l 0, 33) en zie de verwijzingen in noot 1 0.
Kluwer
fhíc íttrícnttqra
-
Notarieel en Fiscaal Maandblad
q¡at1v íe lírpnr¡t¡l
tn Tíhprohí¡tn
Not.Fisc.M. 20
14 /7
-
173
windvoerder machtiging werd gewaagd aan de vrederechter, een schenking aalvaardt, een legaat of een
nalatenschap aanvaardt of verwerpt. Deze salctie is
eveneens van toepassing wanneer een beschermde
persoon, zonder machtiging van de wederechter, overgaat tot schenken terwijl hij in de beschikking van de
wederechter onbekwaam werd verklaard om te schenken.
7.2.2. Mochtigingbehoevende handeling gesteld
door de bewindvoerder zonder macht¡g¡ng of in strijd
met de beschikking van de vrederechter
82. Handelingen gesteld door de bewindvoerder, zoÍLder de nodige machtiging van de wederechter, vereist
op grond van artikel 4ss/7 BW, zijn eveneens rechtens nietig2ls.
Aanvaardt de bewindvoerder een schenking, aanvaardt ofverwerpt hij een legaat of een nalatenschap
of doet hij een schenking namens de begiftigde, maar
zonder machtiging van de wederechter, dan kan in dit
geval ook de nietigheid van de handeling worden gevorderd bij de rechter en zal deze de nietigheid moeten uitspreken zonder appreciatiemarge.
Indien machtiging werd gevraagd en bekomen, maar
indien de wederechter aan de machtiging voorwaarden heeft verbonden, en de handeling door de bewindvoerder werd verricht zonder dat de voorwaarden in
acht genomen werden, kan ook de nietigheid van de
handeling worden ingeroepen2'?o. Wij menen dat het
ook hier om een nietigheid rechtens gaat.
7.2.3. Handeling gesteld door de beschermde
persoon in strijd met de beschikking van de
vrederechter
door een beschermde persoon een notaris tussenkomt
die al cont¡ole zal uitoefenen op de bekwaamheid var
de voor hem verschijnende persoon en desgevallend
voorlegging van de machtiging za\ wagen. In de praktijk zal de nietigheid ingeval van benadeling vooral
spelen ingeval een eigenhandig testament wordt opgesteld.
Echter, hoe kan men bij een testament vaststellen dat
er benadeling is geweest van de beschermde persoon?
De beschermde persoon zal immers aI overleden zijn
als het testament uitwerking krijgt. Deze zal zelf niet
meer benadeeld kunnen zijn. De wettelijke erfgenamen kunnen wel benadeeld zijn, maar hun benadeling
vormt geen grond tot het inroepen van de nietigheid
voorzien in artikel 493 52, lid 2 BW. Dit heeft tot gevolg dat een testament dat werd opgemaakt door de
beschermde persoon enkel maa¡ zaì kunnen worden
betwist op grond van a¡tikel 901 BW (de ongezondheid
van geest), maar niet op grond van een bijzondere
nietigheidsgrond voorzien in de nieuwe wet222. Dit zal
de bewijslast bij de betwisting een stuk zwaarder maken dan wanneer zij zich zouden kunnen beroepen op
de nietigheid rechtens voorzien in artikel 493 52, lid
1BW.
85. Deze sa¡rctie is tevens van toepassing wanneer een
bescltermde persoon, die onbekwaam werd verklaard
om zelf een huwelijkscontract op te stellen of te wijzigen, toch, zonder machtiging, een huwelijkscontract
opstelt of wijzigt.
Deze hypothese zal zich in de praktijk weinig voordoen, gezien bij het opmaken van (de wijzigingsakte
van) het huwelijkscontract een notaris tussenkomt die
al controle zal uitoefenen op de bekwaamheid van de
voor hem verschijnende persoon en
desgevallend
voorlegging van de machtiging zal vragen.
Indien een beschermde persoon handelingen
hij door de wederechter onbekwaam werd verklaard, bijgevolg in strijd met wat
overeenkornstig artikel 49211-, 52 BW in de beschikking van de wederechter werd opgenomen, zijn de
83.
heeft gesteld waarvoor
handelingen enkel nletlg in geval van benadeling.
Deze nietigheid betreft handelingen waarvoor de
machtiging op grond van artikel 49s17, 52 BW niet
nodig is. De rechter kan tevens de verbintenissen die
buitensporig zijn, vermindelen22l.
84. Deze sanctie is van toepassing wanneer een beschermde peÍsoon, die onbekwaam werd verklaard
om zelf een testament op te stellen, toch, zonder mach-
tiging, een testament opstelt. Deze hypothese zal zich
in de praktijk weinig voordoen, gezien bij het opmaken van een authentiek of internationaal testament
219.
Ar1.4991138W.
22O. Art.4gqll3,tweede lid
221.
BW.
AtL. 493, 52. eerste lid BW.
222- lenzii indien bepaalde voorwaarden die door de vrederechter aan het
174
-
sp
ecifi e ke re chtsh a n d e I i n g e n
86. Tevens wordt voorzien in een specifieke nietigheid voor schenkingen die werden verricht of testamenten die werden opgemaakt overeenkomstig artikel sos BW en huwelijkscontracten die werden opgemaakt overeenkomstig artikel 1.3s7/1., eerste lid BW.
Dit betreft het specifieke geval waarbij een beschermde persoon die onbekwaam werd verklaard
voor het opmaken van een testament, het doen van
een schenking of het aangaan of wijzigen van een huwelijkscontract, toch nog zelf een rnachtiging vraagt
aan de vrederechter om zelf deze handeling te kunnen
stellen. Machtigt de wederechter de beschermde per-
maken van het testament werden verbonden, niet werden nageleefd
(art.493, S2, derde lid BW), maar dit impliceert dat de beschermde persoon
in ieder geval al een machtiging verkreeg, wat in de hier besproken hypothese niet het geval is.
Notarieel en Fiscaal Maandblad
Not.Fisc.M. 2O14/7
H
fhí< íttrìcntr2rp r-rlrttr íc lírpnrp¡l
op
7.2.4. Niet in acht nemen van voorwoorden
opgelegd door devrederechter bijhet stellen van
fn Tíhprohípn
-
Kluwer
soon om cieze ìrancieiing te steiien en ver'nindt hij
hieraan voorwaarden, dan zullen deze handelingen
rechtens nietig zijn wanneer die voorwaarden niet in
zorgt voor een zekere graari van openbaarherd en een
beperkte controle mogeliik maakt.
acht worden genomen22r.
Binnen het kader van het bewind is de schenking door
vertegenwoordiging in de wet ingevoerd. De bewindvoerder kan een schenking doen in naam en voor rekening van de beschermde persoon en zo de wensen
die de beschermde persoon in het verleden heeft geuit
in de praktijk omzetten op een ogenblik dat deze laat-
Besluit
87. De wetvan'17 maart2013 hervormt op ingrijpende
wijze de onbekwaamheidsstatuten voor meerderjarigen. Ze vormt het wettelijk kader van een buitengerechtelijke bescherming op basis van lastgeving en
verenigt alle bestaande gerechtelijke beschermingsstatuten in één globaal statuut van bewind, waarin op
maat kan worden gewerkt.
Deze schijnbare vereenvoudiging kan echter tot complexe situaties leiden, Een beschermd persoon kan bekwaarn zijn voor sornmige handelingen en onbekwaam voor andere, waarbij de onbekwaamheid kan
opgevangen worden door een buitengerechtelijke lastgeving al dan niet gecombineerd met een gerechtelijke
bescherming van bijstand en/of vertegenwoordiging.
Het zal er in de praktijk op aan komen goed de gegeven volmachten en/of de beschikkingen van de wederechter inzake de bewindvoering na te kijken.
88. Op het vlak van successieplanning biedt de
nieuwe wet - voor wat betreft de buitengerechtelijke
bescherming - een meer rechtszeker kader. Volmachten tot het doen van schenkingen of het wijzigen van
een huwelijkscontract, kunnen gegeven worden voor
wanneer men niet meer wilsbekwaam zou zijn. Een
ste
dit zelf niet meer kan. Hetzelfde is echter niet
voorzien voor het wijzigen van een huwelijkscontract
of het opstellen van een testament. Tijdens een helder
moment kan een beschermde persoon met een wisselend ziektebeeld wel zelf machtiging wagen om over
te gaan tot schenken, aangaan of wijzigen van een huwelijkscontract en het opstellen van een testament.
Vermogens-
en
successieplanning
van een be-
schermde persoon, zowel voor deze geplaatst onder
een buitengerechtelijk als een gerechtelijk beschermingsregime, zal meestal slechts mogelijk zijn als de
beschermde persoon ooit (ofwel vroeger, ofwel in het
heden, tijdens een helder moment) voldoende wilsbekwaam was/is om zijn wil te uiten. Hier is voor notarissen en andere adviseurs een belangrijke taak weggelegd in het anticiperen op een latere toestand van
wilsonbekwaamheid. Zij kunnen pro-actief optreden
en cliënten wijzen op de mogelijkheid om op voorhand regelingen te treffen. Zij kunnen hun cliënten
daarnaast bijstaan bij het opstellen van nuttige documenten in dit kader, meer in het bijzonder wordt gedacht aan de buitengerechteliike volmacht en de verklaring van voorkeur voor een bewindvoerder.
beperkt fonnalisme van registratie is voorzien, wat
223. {tt.493,52,
Kluwer
fhíc íttrícnttarê
-
derde lid BW.
Notarieel en Fiscaal Maandblad
r-.-trlt/ íc lirpncp¡l
tn Tihprohian
Not.Fisc.M. 20i 4 /7
-
77 5