AB 221-4c verslag accou..arrekening 2013 (7)

www.pwc.nl
Accountantsverslag 2013
Verantwoord afbouwen
Accountantsverslag 2013
voor BHenC
10 juli 2014
Bedrijfschap Horeca & Catering
T.a.v. het dagelijks bestuur
Postbus 121
2700 AC Zoetermeer
10 juli 2014
Referentie: AEG/e0330831/AvdH/ak
Geachte leden van het bestuur,
Accountantsverslag met betrekking tot de controle van
de jaarrekening 2013
Met genoegen presenteren wij u ons accountantsverslag met betrekking tot de
controle van de jaarrekening 2013 van Bedrijfschap Horeca & Catering
(hierna: ‘ BHenC’). Onze controle is uitgevoerd conform onze
opdrachtbevestiging van 10 september 2013. Dit verslag gaat in op de
belangrijkste bevindingen uit de controle van de jaarrekening van BHenC.
Deze bevindingen zijn besproken met de leden van het management van
BHenC. Hun standpunten zijn eveneens samengevat in dit verslag.
Ons accountantsverslag bestaat uit drie delen. In deel 1 worden de
belangrijkste waarnemingen besproken die zijn voortgekomen uit onze
controle. In deel 2 wordt een update gegeven over onze eerdere communicatie.
Deel 3 geeft een overzicht van de ontwikkelingen die naar onze mening in de
nabije toekomst voor BHenC relevant zullen worden. Indien u vragen heeft
dan kunt u uiteraard contact met ons opnemen.
Wij willen graag van deze gelegenheid gebruikmaken om u en uw
medewerkers te bedanken voor de medewerking die we ervaren hebben
tijdens onze werkzaamheden.
Met vriendelijke groet,
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Origineel getekend door: drs. A.E. Gerritsma RA
Senior Director
PricewaterhouseCoopers B.V., Fascinatio Boulevard 350, 3065 WB Rotterdam, Postbus 8800, 3009 AV Rotterdam
T: 088 792 00 10, F: 088 792 95 33, www.pwc.nl
‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V.
(KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers Pensions, Actuarial & Insurance Services B.V. (KvK 54226368), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van
toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene
(inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.
Managementsamenvatting
1.
Belangrijkste controlebevindingen
2.
Update over onze eerdere communicatie
3.
2014 en verder
1.1.
De jaarrekening is opgesteld op
liquidatiegrondslagen
2.1.
Wij vragen aandacht voor het handhaven
van de minimale interne beheersing
3.1.
Verantwoordelijkheid voor opstellen
jaarrekening 2014 nog niet ingeregeld.
1.2.
Het management heeft de belangrijkste
onzekerheden per saldo prudent ingeschat
2.2.
Beheersing IT-omgeving voldoende
3.2.
Overdracht aan de vereffeningsorganisatie
2.3.
Wij hebben geen signalen van fraude
3.3.
1.3.
Baten en lasten liggen in lijn met de
herziene begroting
2.4.
Onafhankelijkheid van uw accountant
Nieuwe Nederlandse regelgeving inzake
onafhankelijk raakt ook onze relatie
1.4.
De WNT verantwoording voldoet aan de te
stellen eisen
1.5.
Ontwikkeling vermogenspositie in 2014 is
naar verwachting positief
Ons accountantsverslag is uitsluitend opgesteld voor gebruik door en de Directie van Bedrijfschap Horeca & Catering. U mag dit verslag zonder onze toestemming vooraf, niet aan
derden verstrekken. Als gevolg hiervan accepteren wij geen aansprakelijkheid of verantwoordelijkheid tegenover enige andere persoon die dit verslag in handen of ter inzage krijgt.
1.
Belangrijkste controlebevindingen
Dit onderdeel bevat de belangrijkste bevindingen die zijn
voortgekomen uit onze controle en die in onze
professionele oordeelsvorming van belang zijn voor
degenen die toezien op de financiële verslaggeving van
BHenC.
PwC
Pagina 4 van 15
1.1.
De jaarrekening is opgesteld op liquidatiegrondslagen
De besluitvorming omtrent de beëindiging van het schap heeft in 2013 haar
beslag gekregen en heeft samen met de (voorbereiding van ) de overdracht van
(een deel van) de activiteiten een groot stempel gedrukt op de organisatie en
dus ook de jaarrekening 2013.
Uitgaande van opheffing van het geheel der werkzaamheden van het schap is de
jaarrekening 2013 in overeenstemming met de uitgangspunten van de SER
Leidraad afbouw of opheffing product- en bedrijfschappen opgesteld op basis
van liquidatiegrondslagen.
Uw jaarrekening geeft een getrouw beeld
Wij hebben onze controle van de jaarrekening 2013 van BHenC afgerond en
zijn voornemens een goedkeurende controleverklaring te verstrekken met
betrekking tot de jaarrekening 2013, onder voorbehoud van ongewijzigde
vaststelling door het bestuur in haar vergadering van 16 juli 2014.
Controle verschillen zijn verwerkt
Tijdens onze controle en tot de datum van dit verslag hebben wij een aantal
controleverschillen geconstateerd boven onze rapportagedrempel van € 7.500.
Het belangrijkste verschil betrof de waardering van de reorganisatievoorziening. Alle door ons geconstateerde controleverschillen zijn inmiddels
door het management gecorrigeerd en verwerkt in de definitieve versie van de
jaarrekening.
Wij hebben geen controleverschillen geconstateerd met een impact op het
totaal van de baten (de benchmark voor materialiteit), zodat het niet
noodzakelijk is om onze materialiteit bij te stellen naar aanleiding van onze
bevindingen.
PwC
De jaarrekening is opgesteld op basis van Verordening financiën
bedrijfslichamen 2011
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met Verordening financiën
bedrijfslichamen 2011. Als onderdeel van onze controle en met betrekking tot
de jaarrekening hebben wij:

de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële
verslaggeving beoordeeld; en

de juistheid en de volledigheid van de toelichtingen beoordeeld.
Daarbij hebben wij specifiek aandacht besteed aan de uitgangspunten van de
SER Leidraad afbouw of opheffing product- en bedrijfschappen voor zover deze
betrekking hebben op het financieel inzicht. Wij zijn van mening dat de
grondslagen voor waardering en resultaatbepaling die het management heeft
gehanteerd bij het opstellen van de jaarrekening 2013 aanvaardbaar zijn.
Toelichting in de jaarrekening zijn in voldoende mate opgenomen
Wij hebben de toelichtingen in de jaarrekening beoordeeld en zijn van mening
dat deze in overeenstemming zijn met de vereisten van de verslaggevingsregels
voor de schappen. De hieronder vermelde bevindingen bevestigen deze
conclusie.
Materiële of significante gebeurtenissen zijn afzonderlijk toegelicht
Het management heeft de volgende verplichte toelichtingen naar behoren
opgenomen, gegeven nieuwe of specifieke gebeurtenissen:

Toelichting inzake besluit vanuit het regeerakkoord tot opheffing
product- en bedrijfschappen (discontinuïteit en vorming voorziening
sociaal plan);

Wijziging van de waarderingsgrondslagen in vergelijking tot voorgaand
jaar (0pstellen van de jaarrekening op basis van liquidatie grondslagen);

Het vormen van een voorziening Sociaal Plan en de afwaardering van het
pand;

Verplichte toelichting uit hoofde van de WNT.
Pagina 5 van 15
1.2.
Het management heeft de belangrijkste onzekerheden per saldo prudent ingeschat
Bij het opstellen van de jaarrekening dient het management belangrijke
schattingen aangaande de verslaggeving toe te passen en toe te lichten. We
hebben de schattingen die het management heeft gemaakt bij het opstellen van
de jaarrekening 2013 beoordeeld en brengen de onderstaande aangelegenheden
onder de aandacht. De onderstaande tabel geeft een overzicht van onze
Belangrijkste
schattingen
Waardering pand Baron
de Coubertinlaan 6 te
Zoetermeer
Bevindingen
2013
2012
Toelichting





Versneld afschrijven van
de materiële vaste activa
Voorziening voor
oninbaarheid heffingen



PwC
bevindingen met de bijbehorende motivering. Onze conclusie is dat de
onzekerheden per saldo prudent zijn ingeschat. Het negatieve risico met
betrekking tot het pand wordt naar verwachting in voldoende mate
gecompenseerd door de mogelijke ruimte binnen de voorziening voor het
sociaal plan ad € 6,5 miljoen.
Het kantoorpand was ultimo 2012 gewaardeerd op de oorspronkelijke verkrijgingsprijs minus de cumulatieve
afschrijvingen (€ 2,8 miljoen). De verwachting van het management is dat gegeven de slechte
omstandigheden op de zakelijke onroerend goed markt en de korte doorlooptijd waarbinnen de verkoop
plaats dient te vinden de verkoopopbrengst ruim onder deze boekwaarde ligt.
Teneinde een goed onderbouwde schatting van de verkoopwaarde te verkrijgen is in juli 2013 extern
onderzoek gedaan naar de verkoopbaarheid en de marktwaarde van het kantoorpand. De uitkomst van dit
onderzoek geeft een bandbreedte van € 1,2 tot € 1,6 miljoen als mogelijke verkoopwaarde.
Ultimo 2013 heeft het management op basis van de uitkomsten hiervan besloten tot een afwaardering van
€ 1,2 miljoen waardoor de boekwaarde per 31 december 2013 € 1,5 miljoen bedraagt. Wij hebben overigens
begrepen dat recent een belangrijk lager bedrag is geboden dan de eerder benoemde bandbreedte. Het
management heeft besloten niet in te gaan op dit bod.
Gezien het feit dat het nog onzeker is op welke termijn en tegen welk bedrag het pand zal worden verkocht
achten wij de gekozen waardering aanvaardbaar voor het beeld van de jaarrekening.
Wij hebben het management geadviseerd om in het kader van de vereffening met het Ministerie van EZ
afspraken te maken over de waardering van het kantoorpand op de slotbalans.
In 2013 zijn de materiele vaste activa (met een boekwaarde ultimo 2012 van circa € 0,1 miljoen) versneld
afgeschreven vanwege de afbouwsituatie en waardering op liquidatiewaarde. De opzet hiervan is dat de
resterende boekwaarden gedurende de jaren 2013 en 2014 worden afgeschreven tot nihil. Dit kan voor 2014
resulteren in kleine boekwinsten.
In het verleden trof BHenC een voorziening voor oninbaarheid van 5% van de opgelegde heffingen. Wij
hebben vastgesteld dat deze voorziening over 2013, conform de begroting, op 6% van de brutoheffing is
berekend.
Op basis van de ontwikkeling in de historische incassopercentages achten wij deze inschatting aanvaardbaar
en achten wij de voorziening voldoende, temeer daar de vorderingen uit 2012 en oudere jaren op nihil zijn
gewaardeerd.
Pagina 6 van 15
Belangrijkste
schattingen
Reorganisatie
voorziening (oud)
Bevindingen
2013
2012
Toelichting






Voorziening inzake
opheffing PBO
-

Voorziening voor groot
onderhoud
Controleverschil

Voorzichtig
In 2006 is vanwege de vermindering van de voor de overheid uitgevoerde taken een reorganisatievoorziening
gevormd voor de verwachte kosten voor vermindering van de formatie. De voorziening is gewaardeerd tegen
de nominale waarde van de lopende verplichtingen.
In 2013 zijn uitgaven ten laste van de voorziening gebracht voor een bedrag van € 80.000 (2012: € 128.000).
Ultimo 2013 is de berekening geactualiseerd en kon omdat vanwege andere inkomsten uit hoofde van arbeid
van de betrokken ex-werknemers een vrijval worden geboekt van € 50.000.
Het restant van de voorziening ultimo 2013 bedraagt € 490.000 (2012: € 672.000) en is voldoende voor de
resterende verplichtingen (lopen door tot en met 2017).
Dit betreft de in lijn met het afbouwplan gevormde voorziening voor het sociaal plan ad € 6,5 miljoen.
Voor de bepaling hoogte van de voorziening is op medewerker niveau een inschatting gemaakt voor de totale
aanspraak, waarbij voor medewerkers die onder de wachtgeldregeling vallen een beperkte afslag (van in totaal
circa € 0,4 miljoen) is gehanteerd op basis van een inschatting van de kans dat zij in aanmerking komen voor
een functie elders.
Wij hebben de uitgangspunten van de voorziening beoordeeld en kunnen ons vinden in de door het bestuur
gemaakte inschattingen, waarbij wij hebben vastgesteld dat gegeven de onzekerheden het bestuur een
prudente inschatting heeft gemaakt.
De voorziening groot onderhoud was gebaseerd op het meerjarenonderhoudsplan. In 2011 is dit
meerjarenonderhoudsplan geactualiseerd. Gelet op de opheffing van het bedrijfschap heeft er in 2013 geen
dotatie meer plaats gevonden. Naar verwachting is het resterende saldo voldoende voor het in 2014 uit te
voeren noodzakelijk instandhoudingsonderhoud..
Evenwichtig
Optimistisch
Controleverschil
Aanvaardbare bandbreedte – gebaseerd op materialiteitsoverwegingen
PwC
Pagina 7 van 15
1.3.
Baten en lasten liggen in lijn met de herziene begroting
Voordat wij onze controle afronden, voeren wij een aantal cijferanalyses uit om
een algemene conclusie te kunnen formuleren over de vraag of de jaarrekening
in overeenstemming is met het inzicht in de entiteit dat wij tijdens de controle
hebben verworven.
Wij vermelden hieronder de conclusies naar aanleiding van de analyses die wij
hebben uitgevoerd tijdens de controle van deze posten in de jaarrekening:
De verschillen ten opzichte van 2012 worden sterk beïnvloed door de afbouw
van het schap met name de extra afschrijving op het pand van € 1,2 miljoen en
de vorming van de voorziening voor het sociaalplan ad € 6,5 miljoen hebben
een groot effect.
De stijging van de baten ten opzichte van de herziene begroting is met name
een gevolg van de verantwoorde “niet bestede subsidies”. Naast de “reguliere”
vrijval van subsidies uit het voorgaande jaar (circa € 0,5 miljoen) is onder deze
post voor € 1,1 miljoen aan subsidies 2013 verantwoord. Omdat eind 2013
duidelijk was dat op een substantieel deel van de subsidie voor respectievelijk
de Stichting Vakbekwaamheid Horeca en de Stichting HorecaVakpunt geen
aanspraak zou worden gemaakt zijn deze bedragen vrijgevallen ten gunste van
het saldo over 2013. Dit is een gevolg van het opstellen van de jaarrekening op
liquidatiebasis.
De daling van de lasten ten opzichte van de herziene begroting is met name een
gevolg van het actualiseren van de voorziening Sociaal Plan (€ 6,5 miljoen in
plaats van € 6,9 miljoen). Daarnaast zijn de uitgangspunten aangepast. In de
herziene begroting is de voorziening sociaal plan volgens het ‘worst case’
scenario berekend. In de jaarrekening 2013 is daarentegen rekening gehouden
met de kans dat sommige medewerkers, die recht hebben op de
wachtgeldregeling, elders een nieuwe functie vinden.
PwC
€ ’0 0 0
Her zien e
Reken in g
begr ot in g Fl u x
2013
2013
Reken in g
Fl u x
2012
Heffin g en
5 .0 8 1
5 .1 8 1
-1 0 0
5 .1 8 2
-1 0 1
Best em m in g sh effin g en
8 .2 1 2
8 .1 7 0
42
8 .2 7 6
-6 4
Ren t e
Niet best ede su bsidies
Ov er ig e ba t en
55
1 .6 3 9
77
-
-2 2
1 88
-1 3 3
1 .6 3 9
651
9 88
258
175
83
230
28
T ot a a l v a n de ba t en
15.245
13.603
1.642
14.527
718
Per son eelskost en
Reis-, v er blijf- en
r epr esen t a t iekost en
Hu isv est in g skost en
8 .4 6 0
8 .9 6 3
-5 0 3
2 .0 2 7
6 .4 3 3
62
68
-6
69
-7
1 .4 9 1
1 .5 1 7
-2 6
295
1 .1 9 6
1 87
216
-2 9
1 85
2
33
35
-2
29
4
Su bsidies
7 .8 7 1
7 .9 0 0
-2 9
7 .8 7 8
-7
In g ekoch t e dien st en
Ov er ig e la st en
3 .4 6 0
3 .4 7 8
-1 8
3 .8 7 9
-4 1 9
Bu r ea u kost en
V er g a der kost en best u u r
T ot a a l v a n de l a st en
Sa l do
437
130
3 07
210
227
22.001
22.307
-306
14.572
7.429
-6.756
-8.704
1.948
-45
-6.711
Pagina 8 van 15
1.4.
De WNT verantwoording voldoet aan de te stellen eisen
Wij hebben op grond van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen
publieke en semipublieke sector (WNT) de naleving van de WNT door het
schap gecontroleerd. Hierbij hebben wij geen volgens de WNT ‘wettelijk
onverschuldigde betalingen’ geconstateerd.
De WNT is van kracht vanaf 1 januari 2013. In overeenstemming met de
aanvullende beleidsregels van 12 maart 2014, hebben wij geen
PwC
controlewerkzaamheden verricht ten aanzien van de functionarissen zoals
genoemd in artikel 4.2 lid 2 letter c WNT (externe niet-topfunctionarissen).
De WNT-verantwoording van BHenC over het jaar 2013 is opgenomen in de
toelichting van de jaarrekening onder het onderdeel 3.3.1.
.
Pagina 9 van 15
1.5.
Ontwikkeling vermogenspositie in 2014 is naar verwachting positief
Aandacht voor de ontwikkeling vermogenspositie
Wij hebben, gelet op het negatieve eigen vermogen per 31 december 2013 ad
€ 0,8 miljoen, aandacht besteed aan de verwachte ontwikkeling van het
vermogen in 2014. In dit kader hebben wij tijdens onze werkzaamheden de
herziene begroting 2014 en de liquiditeitspositie van BHenC bekeken. Daarbij
vallen ons de volgende zaken op.
Herziene begroting sluit met een positief saldo van € 1.3 miljoen
De herziene begroting 2014, zoals op 4 juni 2014 door het bestuur vastgesteld,
sluit met een positief saldo van € 1,3 miljoen. De belangrijkste bevindingen die
wij hebben zijn:


PwC
Conform het eerder genomen bestuursbesluit worden in 2014 alleen de
algemene heffing en de bestemmingsheffing NHC opgelegd.
In de herziene begroting is in lijn met het afbouwplan rekening gehouden
met de overdracht van de activiteiten en de mogelijkheid van het bestuur
om voor de nog niet uitontwikkelde activiteiten een éénmalige subsidie

toe te kennen. Ter stimulering van de overdracht van activiteiten is een
bedrag van € 1,2 miljoen opgenomen.
De in de begroting 2014 opgenomen verwachte opbrengst voor de
overdracht van activiteiten van € 0,8 miljoen is in de herziene begroting
gehandhaafd. Momenteel is de realisatie hiervan nog onzeker.
Indien de herziene begroting 2014 wordt gerealiseerd dan bedraagt het totaal
van hert eigen vermogen ultimo 2014 positief circa 0,5 miljoen. Het saldo op de
bestemmingsreserve subsidies ultimo 2013 (exclusief het bedrag dat conform
het bestuursbesluit beschikbaar is voor frictiekosten subsidies) wordt ultimo
2014 toegevoegd aan de algemene reserve. Hiervoor dient toestemming te
worden gevraagd bij de SER.
De liquiditeitspositie is ruim voldoende voor het voldoen van de kortlopende
verplichtingen.
Evenals in voorgaande jaren is de huidige liquiditeitspositie ruim voldoende om
aan de lopende korte termijn verplichtingen te voldoen.
Pagina 10 van 15
2.
Update over onze eerdere communicatie
In voorgaande jaren tijdens eerdere controles hebben wij u
geïnformeerd over diverse bevindingen en andere
waarnemingen. Dit deel bevat geactualiseerde conclusies
over die bevindingen of andere waarnemingen voor zover
deze relevant worden geacht.
PwC
Pagina 11 van 15
2.1.
Wij vragen aandacht voor het handhaven
van de minimale interne beheersing
We hebben een evaluatie uitgevoerd van de algemene houding, het bewustzijn
en de acties van het bestuur en het management met betrekking tot het systeem
van interne controle. Wij zijn van mening dat de interne beheersing sterk is
opgezet en dat men kritisch is ten aanzien van het eigen handelen.
Onze controle heeft geen belangrijke tekortkomingen in de interne beheersing
aan het licht gebracht. Wel merken wij op dat de organisatie sterk in beweging
is in verband met de afbouw. Wij vragen aandacht om de minimale
functiescheidingen en interne controles te handhaven.
2.2.
Beheersing IT-omgeving voldoende
Onze controleaanpak is gericht op een efficiënte controle van de jaarrekening,
waarbij de administratieve organisatie en interne controle worden beoordeeld
en gegevensgerichte controles worden uitgevoerd. Voor zover dat van belang is
voor de jaarrekeningcontrole, maken wij gebruik van de betrouwbaarheidswaarborgen in de geautomatiseerde gegevensverwerking.
In ons accountantsverslag besteden wij aandacht aan de bevindingen met
betrekking tot de betrouwbaarheid en continuïteit van de geautomatiseerde
gegevensverwerking. Op basis van onze werkzaamheden kan geconcludeerd
worden dat BHenC in de basis voldoende beheersingsmaatregelen heeft
getroffen om de continuïteit en beschikbaarheid van de geautomatiseerde
gegevensverwerking te waarborgen.
Mede gezien de huidige ontwikkelingen is het van belang dat BHenC waarborgt
dat kennis behouden blijft omdat mogelijk medewerkers de organisatie
voortijdig verlaten. Tevens is het van belang dat BHenC invulling geeft aan het
beschikbaar houden van data in de komende jaren, mede gezien de juridische
bewaarplicht.
2.3.
Wij hebben geen signalen van fraude
Fraude, fouten en niet-naleving van wet- en regelgeving
De verantwoordelijkheid voor de jaarrekening berust bij het management. Uit
dien hoofde is het management verantwoordelijk voor het beschermen van het
vermogen van de vennootschap, het voeren van een afdoende financiële
administratie en het in stand houden van een geschikt systeem van intern
beheersing (waaronder procedures voor het waarborgen van de
betrouwbaarheid en continuïteit van geautomatiseerde systemen en het
voorkomen en opsporen van fraude, overige onregelmatigheden en fouten en
niet-naleving van wet- of regelgeving). Wij hebben onze controle zodanig
ingericht dat wij er redelijk, maar niet absoluut, zeker van kunnen zijn dat
materiële afwijkingen in de jaarrekening (waaronder materiële afwijkingen als
gevolg van fouten of fraude) aan het licht zullen komen.
Wij hebben met het management gesproken over dit onderwerp. We zijn
specifiek ingegaan op de volgende onderwerpen:

Hebben zich gevallen van fraude voor gedaan gedurende het jaar?

Tijdens de procesbesprekingen hebben wij beoordeeld of er incentives
bestaan voor fraude.

Additioneel hebben wij aandacht besteed aan de naleving van de
betaalprocedure. Hierbij hebben wij vastgesteld of er voldoende
onafhankelijke onderbouwing aanwezig was voor de betalingen. Wij
hebben hierbij geen bijzonderheden geconstateerd.
Onze controle bestond niet uit een uitvoerige controle van transacties zoals
noodzakelijk zou zijn om fouten of fraude die niet hebben geleid tot materiële
afwijkingen in de jaarrekening te kunnen opsporen. Het dient te worden
onderkend dat het controleproces inherente beperkingen kent. Als gevolg van
de aard van fraude, met name wanneer daarbij sprake is van verhulling door
samenzwering en vervalsing van documenten, is het mogelijk dat bij een
controle die is opgezet en uitgevoerd in overeenstemming met algemeen
aanvaarde controlestandaarden materiële fraude niet wordt ontdekt.
Het management is zich van deze risico’s bewust en realiseert zich dat de IT
kennis behouden moet blijven en de data beschikbaar. In overleg worden acties
in gang gezet om deze risico’s zoveel mogelijk te beperken.
PwC
Pagina 12 van 15
Hoewel doeltreffende interne beheersingsmaatregelen het risico dat fouten en
fraude zich voordoen of onontdekt blijven, doen afnemen, wordt dit risico
hiermee niet weggenomen. Wij kunnen daarom niet garanderen dat eventuele
fouten of gevallen van fraude ontdekt worden. Gegeven de inherente
beperkingen van het controleproces en het interne beheersingssysteem kan en
mag er niet op vertrouwd worden dat ons onderzoek alle fouten of gevallen van
fraude aan het licht zal brengen.
Tijdens onze controle van de jaarrekening 2013 hebben wij geen aanwijzingen
voor fraude gevonden.
2.4.
Onafhankelijkheid van uw accountant
Uw accountant is gedurende het jaar onafhankelijk geweest
We hebben onze naleving van de externe standaarden, de wereldwijde
onafhankelijkheidsstandaarden van PwC en de onafhankelijkheidsregels van
BHenC voor onze totale dienstverlening in 2013 bewaakt en bevestigen dat we
aan deze onafhankelijkheidsverplichtingen hebben voldaan.
PwC
Pagina 13 van 15
3.
2014 en verder
In dit deel gaan wij in op een aantal ontwikkelingen op het
gebied van regelgeving en financiële verslaggeving die in
2014 en latere jaren gevolgen zullen hebben voor BHenC.
PwC
Pagina 14 van 15
3.1.
Verantwoordelijkheid voor opstellen
jaarrekening 2014 nog niet ingeregeld.
Wij kennis genomen van het concept van de opheffingswet. Hierbij is ons
opgevallen dat (nog) niet is voorzien in de en de wijze waarop decharge wordt
verleend aan het bestuur over (de activiteiten) in 2014 en op welke wijze
financiële verantwoording wordt afgelegd. Een optie is dat de wet zodanig
wordt aangepast dat de schappen weliswaar voor 1 januari 2015 alle activiteiten
hebben overgedragen dan wel afgebouwd, maar formeel nog na die datum
blijven bestaan om de verantwoording op te stellen.
De commentaarperiode is inmiddels verstreken, naar verwachting zal
binnenkort een definitief wetsvoorstel aan de Tweede Kamer worden
aangeboden.
Wat betekent dit voor BHenC?
Vooruitlopend op nadere besluit vorming door het Ministerie zullen tijdig
afspraken gemaakt dienen te worden over het opstellen van en de
accountantscontrole van de jaarrekening 2014.
3.2.
Overdracht aan de vereffeningsorganisatie
De vereffeningorganisatie neemt per 1 januari 2015 (of op een later nog te
bepalen tijdstip) de resterende taken van het schap over. Deze zullen naar
verwachting slechts betrekking hebben op nog af te wikkelen financiële en
juridische dossiers (bijv. verplichtingen voortvloeiend vanuit het Sociaal Plan,
openstaande debiteuren en crediteuren). Het is in het belang van de schappen
dat de taken ‘eenduidig’ worden overgedragen aan de Vereffenaar. Dit geldt ook
voor de gegevens benodigd voor het opstellen van de financiële verantwoording
over 2014. Wij raden aan tijdig de overdracht van financiële en juridische
dossiers voor te bereiden en nader afspraken te maken over de financiële en
juridische condities waaronder de overdracht plaatsvindt.
PwC
3.3.
Nieuwe Nederlandse regelgeving inzake
onafhankelijk raakt ook onze relatie
De nieuwe Nederlandse onafhankelijkheidsregelgeving is duidelijker én
stelt meer grenzen
Per 1 januari 2014 geldt de Verordening inzake de onafhankelijkheid van
accountants bij assurance-opdrachten (ViO). De ViO bevat helderder
omschreven regels, die op onderdelen verder gaan dan tot voorheen, en helpt
de accountant zijn assurance-werkzaamheden objectief uit te voeren. Voor u als
PwC assuranceklant, zal de ViO impact hebben op verschillende aspecten van
onze relatie waaronder een beperking voor wat betreft de duur van de
betrokkenheid van onze teamleden, sponsoring en het onderling uitwisselen
van geschenken of persoonlijke uitingen van gastvrijheid.
De rotatievereisten voor langdurige betrokkenheid door senior
assuranceteamleden bij assuranceklanten zijn uitgebreid
Het beleid van PwC ten gevolge van de ViO heeft als principe dat de senior
teamleden van het assuranceteam moeten roteren als zij voor een periode van
(maximaal) zeven jaar betrokken zijn geweest bij dezelfde assuranceklant. Is
een senior lid wel (meer dan) zeven achtereenvolgende jaren bij dezelfde klant
betrokken, maar minder dan zeven jaar in een senior rol, dan documenteert de
eindverantwoordelijke accountant in het controledossier waarom hij/zij
vaststelt dat het voortzetten van de betrokkenheid geen significante impact
heeft op de onafhankelijkheid en objectiviteit van de accountant. Om situaties
te voorkomen waarbij op een en hetzelfde moment meer dan één senior teamlid
moet roteren, en als gevolg daarvan de vereiste kwaliteit van assuranceopdracht(en) in gevaar zou kunnen komen, is er een beperkte
overgangsclausule in de ViO opgenomen.
Een verbod om assuranceklanten te sponsoren en een verplichting om
gastvrijheid/klantrelatie-activiteiten te melden en te bespreken
Verder bevat de ViO een verbod voor accountants om assuranceklanten
(zichtbaar) te sponsoren of zich op andere wijze met die klant te associëren.
Ook gelden er strikte beperkingen inzake het geven en ontvangen van
geschenken en relatiemanagementactiviteiten met assuranceklanten, waarbij
de waarde meer dan €100 per persoon bedraagt. Dergelijke ‘klantentertainment’ boven €100 zal moeten worden besproken met de
auditcommissie of het toezichthoudend orgaan van de assuranceklant.
Pagina 15 van 15