www.pwc.nl Accountantsverslag 2013 Verantwoord afbouwen Accountantsverslag 2013 voor BHenC 10 juli 2014 Bedrijfschap Horeca & Catering T.a.v. het dagelijks bestuur Postbus 121 2700 AC Zoetermeer 10 juli 2014 Referentie: AEG/e0330831/AvdH/ak Geachte leden van het bestuur, Accountantsverslag met betrekking tot de controle van de jaarrekening 2013 Met genoegen presenteren wij u ons accountantsverslag met betrekking tot de controle van de jaarrekening 2013 van Bedrijfschap Horeca & Catering (hierna: ‘ BHenC’). Onze controle is uitgevoerd conform onze opdrachtbevestiging van 10 september 2013. Dit verslag gaat in op de belangrijkste bevindingen uit de controle van de jaarrekening van BHenC. Deze bevindingen zijn besproken met de leden van het management van BHenC. Hun standpunten zijn eveneens samengevat in dit verslag. Ons accountantsverslag bestaat uit drie delen. In deel 1 worden de belangrijkste waarnemingen besproken die zijn voortgekomen uit onze controle. In deel 2 wordt een update gegeven over onze eerdere communicatie. Deel 3 geeft een overzicht van de ontwikkelingen die naar onze mening in de nabije toekomst voor BHenC relevant zullen worden. Indien u vragen heeft dan kunt u uiteraard contact met ons opnemen. Wij willen graag van deze gelegenheid gebruikmaken om u en uw medewerkers te bedanken voor de medewerking die we ervaren hebben tijdens onze werkzaamheden. Met vriendelijke groet, PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Origineel getekend door: drs. A.E. Gerritsma RA Senior Director PricewaterhouseCoopers B.V., Fascinatio Boulevard 350, 3065 WB Rotterdam, Postbus 8800, 3009 AV Rotterdam T: 088 792 00 10, F: 088 792 95 33, www.pwc.nl ‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers Pensions, Actuarial & Insurance Services B.V. (KvK 54226368), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam. Managementsamenvatting 1. Belangrijkste controlebevindingen 2. Update over onze eerdere communicatie 3. 2014 en verder 1.1. De jaarrekening is opgesteld op liquidatiegrondslagen 2.1. Wij vragen aandacht voor het handhaven van de minimale interne beheersing 3.1. Verantwoordelijkheid voor opstellen jaarrekening 2014 nog niet ingeregeld. 1.2. Het management heeft de belangrijkste onzekerheden per saldo prudent ingeschat 2.2. Beheersing IT-omgeving voldoende 3.2. Overdracht aan de vereffeningsorganisatie 2.3. Wij hebben geen signalen van fraude 3.3. 1.3. Baten en lasten liggen in lijn met de herziene begroting 2.4. Onafhankelijkheid van uw accountant Nieuwe Nederlandse regelgeving inzake onafhankelijk raakt ook onze relatie 1.4. De WNT verantwoording voldoet aan de te stellen eisen 1.5. Ontwikkeling vermogenspositie in 2014 is naar verwachting positief Ons accountantsverslag is uitsluitend opgesteld voor gebruik door en de Directie van Bedrijfschap Horeca & Catering. U mag dit verslag zonder onze toestemming vooraf, niet aan derden verstrekken. Als gevolg hiervan accepteren wij geen aansprakelijkheid of verantwoordelijkheid tegenover enige andere persoon die dit verslag in handen of ter inzage krijgt. 1. Belangrijkste controlebevindingen Dit onderdeel bevat de belangrijkste bevindingen die zijn voortgekomen uit onze controle en die in onze professionele oordeelsvorming van belang zijn voor degenen die toezien op de financiële verslaggeving van BHenC. PwC Pagina 4 van 15 1.1. De jaarrekening is opgesteld op liquidatiegrondslagen De besluitvorming omtrent de beëindiging van het schap heeft in 2013 haar beslag gekregen en heeft samen met de (voorbereiding van ) de overdracht van (een deel van) de activiteiten een groot stempel gedrukt op de organisatie en dus ook de jaarrekening 2013. Uitgaande van opheffing van het geheel der werkzaamheden van het schap is de jaarrekening 2013 in overeenstemming met de uitgangspunten van de SER Leidraad afbouw of opheffing product- en bedrijfschappen opgesteld op basis van liquidatiegrondslagen. Uw jaarrekening geeft een getrouw beeld Wij hebben onze controle van de jaarrekening 2013 van BHenC afgerond en zijn voornemens een goedkeurende controleverklaring te verstrekken met betrekking tot de jaarrekening 2013, onder voorbehoud van ongewijzigde vaststelling door het bestuur in haar vergadering van 16 juli 2014. Controle verschillen zijn verwerkt Tijdens onze controle en tot de datum van dit verslag hebben wij een aantal controleverschillen geconstateerd boven onze rapportagedrempel van € 7.500. Het belangrijkste verschil betrof de waardering van de reorganisatievoorziening. Alle door ons geconstateerde controleverschillen zijn inmiddels door het management gecorrigeerd en verwerkt in de definitieve versie van de jaarrekening. Wij hebben geen controleverschillen geconstateerd met een impact op het totaal van de baten (de benchmark voor materialiteit), zodat het niet noodzakelijk is om onze materialiteit bij te stellen naar aanleiding van onze bevindingen. PwC De jaarrekening is opgesteld op basis van Verordening financiën bedrijfslichamen 2011 De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met Verordening financiën bedrijfslichamen 2011. Als onderdeel van onze controle en met betrekking tot de jaarrekening hebben wij: de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving beoordeeld; en de juistheid en de volledigheid van de toelichtingen beoordeeld. Daarbij hebben wij specifiek aandacht besteed aan de uitgangspunten van de SER Leidraad afbouw of opheffing product- en bedrijfschappen voor zover deze betrekking hebben op het financieel inzicht. Wij zijn van mening dat de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling die het management heeft gehanteerd bij het opstellen van de jaarrekening 2013 aanvaardbaar zijn. Toelichting in de jaarrekening zijn in voldoende mate opgenomen Wij hebben de toelichtingen in de jaarrekening beoordeeld en zijn van mening dat deze in overeenstemming zijn met de vereisten van de verslaggevingsregels voor de schappen. De hieronder vermelde bevindingen bevestigen deze conclusie. Materiële of significante gebeurtenissen zijn afzonderlijk toegelicht Het management heeft de volgende verplichte toelichtingen naar behoren opgenomen, gegeven nieuwe of specifieke gebeurtenissen: Toelichting inzake besluit vanuit het regeerakkoord tot opheffing product- en bedrijfschappen (discontinuïteit en vorming voorziening sociaal plan); Wijziging van de waarderingsgrondslagen in vergelijking tot voorgaand jaar (0pstellen van de jaarrekening op basis van liquidatie grondslagen); Het vormen van een voorziening Sociaal Plan en de afwaardering van het pand; Verplichte toelichting uit hoofde van de WNT. Pagina 5 van 15 1.2. Het management heeft de belangrijkste onzekerheden per saldo prudent ingeschat Bij het opstellen van de jaarrekening dient het management belangrijke schattingen aangaande de verslaggeving toe te passen en toe te lichten. We hebben de schattingen die het management heeft gemaakt bij het opstellen van de jaarrekening 2013 beoordeeld en brengen de onderstaande aangelegenheden onder de aandacht. De onderstaande tabel geeft een overzicht van onze Belangrijkste schattingen Waardering pand Baron de Coubertinlaan 6 te Zoetermeer Bevindingen 2013 2012 Toelichting Versneld afschrijven van de materiële vaste activa Voorziening voor oninbaarheid heffingen PwC bevindingen met de bijbehorende motivering. Onze conclusie is dat de onzekerheden per saldo prudent zijn ingeschat. Het negatieve risico met betrekking tot het pand wordt naar verwachting in voldoende mate gecompenseerd door de mogelijke ruimte binnen de voorziening voor het sociaal plan ad € 6,5 miljoen. Het kantoorpand was ultimo 2012 gewaardeerd op de oorspronkelijke verkrijgingsprijs minus de cumulatieve afschrijvingen (€ 2,8 miljoen). De verwachting van het management is dat gegeven de slechte omstandigheden op de zakelijke onroerend goed markt en de korte doorlooptijd waarbinnen de verkoop plaats dient te vinden de verkoopopbrengst ruim onder deze boekwaarde ligt. Teneinde een goed onderbouwde schatting van de verkoopwaarde te verkrijgen is in juli 2013 extern onderzoek gedaan naar de verkoopbaarheid en de marktwaarde van het kantoorpand. De uitkomst van dit onderzoek geeft een bandbreedte van € 1,2 tot € 1,6 miljoen als mogelijke verkoopwaarde. Ultimo 2013 heeft het management op basis van de uitkomsten hiervan besloten tot een afwaardering van € 1,2 miljoen waardoor de boekwaarde per 31 december 2013 € 1,5 miljoen bedraagt. Wij hebben overigens begrepen dat recent een belangrijk lager bedrag is geboden dan de eerder benoemde bandbreedte. Het management heeft besloten niet in te gaan op dit bod. Gezien het feit dat het nog onzeker is op welke termijn en tegen welk bedrag het pand zal worden verkocht achten wij de gekozen waardering aanvaardbaar voor het beeld van de jaarrekening. Wij hebben het management geadviseerd om in het kader van de vereffening met het Ministerie van EZ afspraken te maken over de waardering van het kantoorpand op de slotbalans. In 2013 zijn de materiele vaste activa (met een boekwaarde ultimo 2012 van circa € 0,1 miljoen) versneld afgeschreven vanwege de afbouwsituatie en waardering op liquidatiewaarde. De opzet hiervan is dat de resterende boekwaarden gedurende de jaren 2013 en 2014 worden afgeschreven tot nihil. Dit kan voor 2014 resulteren in kleine boekwinsten. In het verleden trof BHenC een voorziening voor oninbaarheid van 5% van de opgelegde heffingen. Wij hebben vastgesteld dat deze voorziening over 2013, conform de begroting, op 6% van de brutoheffing is berekend. Op basis van de ontwikkeling in de historische incassopercentages achten wij deze inschatting aanvaardbaar en achten wij de voorziening voldoende, temeer daar de vorderingen uit 2012 en oudere jaren op nihil zijn gewaardeerd. Pagina 6 van 15 Belangrijkste schattingen Reorganisatie voorziening (oud) Bevindingen 2013 2012 Toelichting Voorziening inzake opheffing PBO - Voorziening voor groot onderhoud Controleverschil Voorzichtig In 2006 is vanwege de vermindering van de voor de overheid uitgevoerde taken een reorganisatievoorziening gevormd voor de verwachte kosten voor vermindering van de formatie. De voorziening is gewaardeerd tegen de nominale waarde van de lopende verplichtingen. In 2013 zijn uitgaven ten laste van de voorziening gebracht voor een bedrag van € 80.000 (2012: € 128.000). Ultimo 2013 is de berekening geactualiseerd en kon omdat vanwege andere inkomsten uit hoofde van arbeid van de betrokken ex-werknemers een vrijval worden geboekt van € 50.000. Het restant van de voorziening ultimo 2013 bedraagt € 490.000 (2012: € 672.000) en is voldoende voor de resterende verplichtingen (lopen door tot en met 2017). Dit betreft de in lijn met het afbouwplan gevormde voorziening voor het sociaal plan ad € 6,5 miljoen. Voor de bepaling hoogte van de voorziening is op medewerker niveau een inschatting gemaakt voor de totale aanspraak, waarbij voor medewerkers die onder de wachtgeldregeling vallen een beperkte afslag (van in totaal circa € 0,4 miljoen) is gehanteerd op basis van een inschatting van de kans dat zij in aanmerking komen voor een functie elders. Wij hebben de uitgangspunten van de voorziening beoordeeld en kunnen ons vinden in de door het bestuur gemaakte inschattingen, waarbij wij hebben vastgesteld dat gegeven de onzekerheden het bestuur een prudente inschatting heeft gemaakt. De voorziening groot onderhoud was gebaseerd op het meerjarenonderhoudsplan. In 2011 is dit meerjarenonderhoudsplan geactualiseerd. Gelet op de opheffing van het bedrijfschap heeft er in 2013 geen dotatie meer plaats gevonden. Naar verwachting is het resterende saldo voldoende voor het in 2014 uit te voeren noodzakelijk instandhoudingsonderhoud.. Evenwichtig Optimistisch Controleverschil Aanvaardbare bandbreedte – gebaseerd op materialiteitsoverwegingen PwC Pagina 7 van 15 1.3. Baten en lasten liggen in lijn met de herziene begroting Voordat wij onze controle afronden, voeren wij een aantal cijferanalyses uit om een algemene conclusie te kunnen formuleren over de vraag of de jaarrekening in overeenstemming is met het inzicht in de entiteit dat wij tijdens de controle hebben verworven. Wij vermelden hieronder de conclusies naar aanleiding van de analyses die wij hebben uitgevoerd tijdens de controle van deze posten in de jaarrekening: De verschillen ten opzichte van 2012 worden sterk beïnvloed door de afbouw van het schap met name de extra afschrijving op het pand van € 1,2 miljoen en de vorming van de voorziening voor het sociaalplan ad € 6,5 miljoen hebben een groot effect. De stijging van de baten ten opzichte van de herziene begroting is met name een gevolg van de verantwoorde “niet bestede subsidies”. Naast de “reguliere” vrijval van subsidies uit het voorgaande jaar (circa € 0,5 miljoen) is onder deze post voor € 1,1 miljoen aan subsidies 2013 verantwoord. Omdat eind 2013 duidelijk was dat op een substantieel deel van de subsidie voor respectievelijk de Stichting Vakbekwaamheid Horeca en de Stichting HorecaVakpunt geen aanspraak zou worden gemaakt zijn deze bedragen vrijgevallen ten gunste van het saldo over 2013. Dit is een gevolg van het opstellen van de jaarrekening op liquidatiebasis. De daling van de lasten ten opzichte van de herziene begroting is met name een gevolg van het actualiseren van de voorziening Sociaal Plan (€ 6,5 miljoen in plaats van € 6,9 miljoen). Daarnaast zijn de uitgangspunten aangepast. In de herziene begroting is de voorziening sociaal plan volgens het ‘worst case’ scenario berekend. In de jaarrekening 2013 is daarentegen rekening gehouden met de kans dat sommige medewerkers, die recht hebben op de wachtgeldregeling, elders een nieuwe functie vinden. PwC € ’0 0 0 Her zien e Reken in g begr ot in g Fl u x 2013 2013 Reken in g Fl u x 2012 Heffin g en 5 .0 8 1 5 .1 8 1 -1 0 0 5 .1 8 2 -1 0 1 Best em m in g sh effin g en 8 .2 1 2 8 .1 7 0 42 8 .2 7 6 -6 4 Ren t e Niet best ede su bsidies Ov er ig e ba t en 55 1 .6 3 9 77 - -2 2 1 88 -1 3 3 1 .6 3 9 651 9 88 258 175 83 230 28 T ot a a l v a n de ba t en 15.245 13.603 1.642 14.527 718 Per son eelskost en Reis-, v er blijf- en r epr esen t a t iekost en Hu isv est in g skost en 8 .4 6 0 8 .9 6 3 -5 0 3 2 .0 2 7 6 .4 3 3 62 68 -6 69 -7 1 .4 9 1 1 .5 1 7 -2 6 295 1 .1 9 6 1 87 216 -2 9 1 85 2 33 35 -2 29 4 Su bsidies 7 .8 7 1 7 .9 0 0 -2 9 7 .8 7 8 -7 In g ekoch t e dien st en Ov er ig e la st en 3 .4 6 0 3 .4 7 8 -1 8 3 .8 7 9 -4 1 9 Bu r ea u kost en V er g a der kost en best u u r T ot a a l v a n de l a st en Sa l do 437 130 3 07 210 227 22.001 22.307 -306 14.572 7.429 -6.756 -8.704 1.948 -45 -6.711 Pagina 8 van 15 1.4. De WNT verantwoording voldoet aan de te stellen eisen Wij hebben op grond van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) de naleving van de WNT door het schap gecontroleerd. Hierbij hebben wij geen volgens de WNT ‘wettelijk onverschuldigde betalingen’ geconstateerd. De WNT is van kracht vanaf 1 januari 2013. In overeenstemming met de aanvullende beleidsregels van 12 maart 2014, hebben wij geen PwC controlewerkzaamheden verricht ten aanzien van de functionarissen zoals genoemd in artikel 4.2 lid 2 letter c WNT (externe niet-topfunctionarissen). De WNT-verantwoording van BHenC over het jaar 2013 is opgenomen in de toelichting van de jaarrekening onder het onderdeel 3.3.1. . Pagina 9 van 15 1.5. Ontwikkeling vermogenspositie in 2014 is naar verwachting positief Aandacht voor de ontwikkeling vermogenspositie Wij hebben, gelet op het negatieve eigen vermogen per 31 december 2013 ad € 0,8 miljoen, aandacht besteed aan de verwachte ontwikkeling van het vermogen in 2014. In dit kader hebben wij tijdens onze werkzaamheden de herziene begroting 2014 en de liquiditeitspositie van BHenC bekeken. Daarbij vallen ons de volgende zaken op. Herziene begroting sluit met een positief saldo van € 1.3 miljoen De herziene begroting 2014, zoals op 4 juni 2014 door het bestuur vastgesteld, sluit met een positief saldo van € 1,3 miljoen. De belangrijkste bevindingen die wij hebben zijn: PwC Conform het eerder genomen bestuursbesluit worden in 2014 alleen de algemene heffing en de bestemmingsheffing NHC opgelegd. In de herziene begroting is in lijn met het afbouwplan rekening gehouden met de overdracht van de activiteiten en de mogelijkheid van het bestuur om voor de nog niet uitontwikkelde activiteiten een éénmalige subsidie toe te kennen. Ter stimulering van de overdracht van activiteiten is een bedrag van € 1,2 miljoen opgenomen. De in de begroting 2014 opgenomen verwachte opbrengst voor de overdracht van activiteiten van € 0,8 miljoen is in de herziene begroting gehandhaafd. Momenteel is de realisatie hiervan nog onzeker. Indien de herziene begroting 2014 wordt gerealiseerd dan bedraagt het totaal van hert eigen vermogen ultimo 2014 positief circa 0,5 miljoen. Het saldo op de bestemmingsreserve subsidies ultimo 2013 (exclusief het bedrag dat conform het bestuursbesluit beschikbaar is voor frictiekosten subsidies) wordt ultimo 2014 toegevoegd aan de algemene reserve. Hiervoor dient toestemming te worden gevraagd bij de SER. De liquiditeitspositie is ruim voldoende voor het voldoen van de kortlopende verplichtingen. Evenals in voorgaande jaren is de huidige liquiditeitspositie ruim voldoende om aan de lopende korte termijn verplichtingen te voldoen. Pagina 10 van 15 2. Update over onze eerdere communicatie In voorgaande jaren tijdens eerdere controles hebben wij u geïnformeerd over diverse bevindingen en andere waarnemingen. Dit deel bevat geactualiseerde conclusies over die bevindingen of andere waarnemingen voor zover deze relevant worden geacht. PwC Pagina 11 van 15 2.1. Wij vragen aandacht voor het handhaven van de minimale interne beheersing We hebben een evaluatie uitgevoerd van de algemene houding, het bewustzijn en de acties van het bestuur en het management met betrekking tot het systeem van interne controle. Wij zijn van mening dat de interne beheersing sterk is opgezet en dat men kritisch is ten aanzien van het eigen handelen. Onze controle heeft geen belangrijke tekortkomingen in de interne beheersing aan het licht gebracht. Wel merken wij op dat de organisatie sterk in beweging is in verband met de afbouw. Wij vragen aandacht om de minimale functiescheidingen en interne controles te handhaven. 2.2. Beheersing IT-omgeving voldoende Onze controleaanpak is gericht op een efficiënte controle van de jaarrekening, waarbij de administratieve organisatie en interne controle worden beoordeeld en gegevensgerichte controles worden uitgevoerd. Voor zover dat van belang is voor de jaarrekeningcontrole, maken wij gebruik van de betrouwbaarheidswaarborgen in de geautomatiseerde gegevensverwerking. In ons accountantsverslag besteden wij aandacht aan de bevindingen met betrekking tot de betrouwbaarheid en continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking. Op basis van onze werkzaamheden kan geconcludeerd worden dat BHenC in de basis voldoende beheersingsmaatregelen heeft getroffen om de continuïteit en beschikbaarheid van de geautomatiseerde gegevensverwerking te waarborgen. Mede gezien de huidige ontwikkelingen is het van belang dat BHenC waarborgt dat kennis behouden blijft omdat mogelijk medewerkers de organisatie voortijdig verlaten. Tevens is het van belang dat BHenC invulling geeft aan het beschikbaar houden van data in de komende jaren, mede gezien de juridische bewaarplicht. 2.3. Wij hebben geen signalen van fraude Fraude, fouten en niet-naleving van wet- en regelgeving De verantwoordelijkheid voor de jaarrekening berust bij het management. Uit dien hoofde is het management verantwoordelijk voor het beschermen van het vermogen van de vennootschap, het voeren van een afdoende financiële administratie en het in stand houden van een geschikt systeem van intern beheersing (waaronder procedures voor het waarborgen van de betrouwbaarheid en continuïteit van geautomatiseerde systemen en het voorkomen en opsporen van fraude, overige onregelmatigheden en fouten en niet-naleving van wet- of regelgeving). Wij hebben onze controle zodanig ingericht dat wij er redelijk, maar niet absoluut, zeker van kunnen zijn dat materiële afwijkingen in de jaarrekening (waaronder materiële afwijkingen als gevolg van fouten of fraude) aan het licht zullen komen. Wij hebben met het management gesproken over dit onderwerp. We zijn specifiek ingegaan op de volgende onderwerpen: Hebben zich gevallen van fraude voor gedaan gedurende het jaar? Tijdens de procesbesprekingen hebben wij beoordeeld of er incentives bestaan voor fraude. Additioneel hebben wij aandacht besteed aan de naleving van de betaalprocedure. Hierbij hebben wij vastgesteld of er voldoende onafhankelijke onderbouwing aanwezig was voor de betalingen. Wij hebben hierbij geen bijzonderheden geconstateerd. Onze controle bestond niet uit een uitvoerige controle van transacties zoals noodzakelijk zou zijn om fouten of fraude die niet hebben geleid tot materiële afwijkingen in de jaarrekening te kunnen opsporen. Het dient te worden onderkend dat het controleproces inherente beperkingen kent. Als gevolg van de aard van fraude, met name wanneer daarbij sprake is van verhulling door samenzwering en vervalsing van documenten, is het mogelijk dat bij een controle die is opgezet en uitgevoerd in overeenstemming met algemeen aanvaarde controlestandaarden materiële fraude niet wordt ontdekt. Het management is zich van deze risico’s bewust en realiseert zich dat de IT kennis behouden moet blijven en de data beschikbaar. In overleg worden acties in gang gezet om deze risico’s zoveel mogelijk te beperken. PwC Pagina 12 van 15 Hoewel doeltreffende interne beheersingsmaatregelen het risico dat fouten en fraude zich voordoen of onontdekt blijven, doen afnemen, wordt dit risico hiermee niet weggenomen. Wij kunnen daarom niet garanderen dat eventuele fouten of gevallen van fraude ontdekt worden. Gegeven de inherente beperkingen van het controleproces en het interne beheersingssysteem kan en mag er niet op vertrouwd worden dat ons onderzoek alle fouten of gevallen van fraude aan het licht zal brengen. Tijdens onze controle van de jaarrekening 2013 hebben wij geen aanwijzingen voor fraude gevonden. 2.4. Onafhankelijkheid van uw accountant Uw accountant is gedurende het jaar onafhankelijk geweest We hebben onze naleving van de externe standaarden, de wereldwijde onafhankelijkheidsstandaarden van PwC en de onafhankelijkheidsregels van BHenC voor onze totale dienstverlening in 2013 bewaakt en bevestigen dat we aan deze onafhankelijkheidsverplichtingen hebben voldaan. PwC Pagina 13 van 15 3. 2014 en verder In dit deel gaan wij in op een aantal ontwikkelingen op het gebied van regelgeving en financiële verslaggeving die in 2014 en latere jaren gevolgen zullen hebben voor BHenC. PwC Pagina 14 van 15 3.1. Verantwoordelijkheid voor opstellen jaarrekening 2014 nog niet ingeregeld. Wij kennis genomen van het concept van de opheffingswet. Hierbij is ons opgevallen dat (nog) niet is voorzien in de en de wijze waarop decharge wordt verleend aan het bestuur over (de activiteiten) in 2014 en op welke wijze financiële verantwoording wordt afgelegd. Een optie is dat de wet zodanig wordt aangepast dat de schappen weliswaar voor 1 januari 2015 alle activiteiten hebben overgedragen dan wel afgebouwd, maar formeel nog na die datum blijven bestaan om de verantwoording op te stellen. De commentaarperiode is inmiddels verstreken, naar verwachting zal binnenkort een definitief wetsvoorstel aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Wat betekent dit voor BHenC? Vooruitlopend op nadere besluit vorming door het Ministerie zullen tijdig afspraken gemaakt dienen te worden over het opstellen van en de accountantscontrole van de jaarrekening 2014. 3.2. Overdracht aan de vereffeningsorganisatie De vereffeningorganisatie neemt per 1 januari 2015 (of op een later nog te bepalen tijdstip) de resterende taken van het schap over. Deze zullen naar verwachting slechts betrekking hebben op nog af te wikkelen financiële en juridische dossiers (bijv. verplichtingen voortvloeiend vanuit het Sociaal Plan, openstaande debiteuren en crediteuren). Het is in het belang van de schappen dat de taken ‘eenduidig’ worden overgedragen aan de Vereffenaar. Dit geldt ook voor de gegevens benodigd voor het opstellen van de financiële verantwoording over 2014. Wij raden aan tijdig de overdracht van financiële en juridische dossiers voor te bereiden en nader afspraken te maken over de financiële en juridische condities waaronder de overdracht plaatsvindt. PwC 3.3. Nieuwe Nederlandse regelgeving inzake onafhankelijk raakt ook onze relatie De nieuwe Nederlandse onafhankelijkheidsregelgeving is duidelijker én stelt meer grenzen Per 1 januari 2014 geldt de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO). De ViO bevat helderder omschreven regels, die op onderdelen verder gaan dan tot voorheen, en helpt de accountant zijn assurance-werkzaamheden objectief uit te voeren. Voor u als PwC assuranceklant, zal de ViO impact hebben op verschillende aspecten van onze relatie waaronder een beperking voor wat betreft de duur van de betrokkenheid van onze teamleden, sponsoring en het onderling uitwisselen van geschenken of persoonlijke uitingen van gastvrijheid. De rotatievereisten voor langdurige betrokkenheid door senior assuranceteamleden bij assuranceklanten zijn uitgebreid Het beleid van PwC ten gevolge van de ViO heeft als principe dat de senior teamleden van het assuranceteam moeten roteren als zij voor een periode van (maximaal) zeven jaar betrokken zijn geweest bij dezelfde assuranceklant. Is een senior lid wel (meer dan) zeven achtereenvolgende jaren bij dezelfde klant betrokken, maar minder dan zeven jaar in een senior rol, dan documenteert de eindverantwoordelijke accountant in het controledossier waarom hij/zij vaststelt dat het voortzetten van de betrokkenheid geen significante impact heeft op de onafhankelijkheid en objectiviteit van de accountant. Om situaties te voorkomen waarbij op een en hetzelfde moment meer dan één senior teamlid moet roteren, en als gevolg daarvan de vereiste kwaliteit van assuranceopdracht(en) in gevaar zou kunnen komen, is er een beperkte overgangsclausule in de ViO opgenomen. Een verbod om assuranceklanten te sponsoren en een verplichting om gastvrijheid/klantrelatie-activiteiten te melden en te bespreken Verder bevat de ViO een verbod voor accountants om assuranceklanten (zichtbaar) te sponsoren of zich op andere wijze met die klant te associëren. Ook gelden er strikte beperkingen inzake het geven en ontvangen van geschenken en relatiemanagementactiviteiten met assuranceklanten, waarbij de waarde meer dan €100 per persoon bedraagt. Dergelijke ‘klantentertainment’ boven €100 zal moeten worden besproken met de auditcommissie of het toezichthoudend orgaan van de assuranceklant. Pagina 15 van 15
© Copyright 2024 ExpyDoc