Inspectierapport - Zo Kinderopvang

Inspectierapport
Zo aan de Van Vredenburchweg (BSO)
Van Vredenburchweg 73
2282SE RIJSWIJK ZH
Registratienummer 212442995
Toezichthouder:
In opdracht van gemeente:
Datum inspectie:
Type onderzoek:
Status:
Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Haaglanden
RIJSWIJK
14-08-2014
Regulier onderzoek
Definitief
26-08-2014
Inhoudsopgave
Het onderzoek .................................................................................................................3
Observaties en bevindingen ...............................................................................................5
Pedagogisch klimaat .....................................................................................................5
Personeel en groepen....................................................................................................6
Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................7
Accommodatie en inrichting ...........................................................................................8
Inspectie-items................................................................................................................9
Gegevens voorziening..................................................................................................... 12
Gegevens toezicht.......................................................................................................... 12
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 13
2 van 13
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 14-08-2014
Zo aan de Van Vredenburchweg te RIJSWIJK ZH
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.
Omdat de kwaliteit van de opvang van kinderen in de eerste levensjaren van grote invloed is op de
ontwikkeling van kinderen, stelt de Rijksoverheid kwaliteitseisen aan kindercentra,
gastouderbureaus, gastouders en peuterspeelzalen op het gebied van: de pedagogische praktijk en
het pedagogisch beleid, voorschoolse educatie, personeel, groepsgrootte en inzet van voldoende
personeel, de opvang in vaste groepen, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, de
behandeling van klachten en ouderrecht.
Voor een uitgebreidere uitleg over het inspectieproces en de verantwoordelijkheden voor het
toezicht en de handhaving op de kwaliteit, verwijzen wij naar www.rijksoverheid.nl.
Risicogestuurd toezicht:
Het rapport dat voor u ligt is tot stand gekomen aan de hand van onderzoek op basis van
risicogestuurd toezicht. Om meer maatwerk bij het toezicht in de kinderopvang mogelijk te maken
werken de GGD'en in Nederland bij de inspectie volgens een model voor risicogestuurd toezicht.
Dat betekent dat er intensiever geïnspecteerd zal worden waar nodig en minder intensief waar
gebleken is dat dit kan.
Bij risicogestuurd toezicht ligt de nadruk vooral op die zaken die het meest direct bijdragen aan de
kwaliteit van de kinderopvang.
Het risicogestuurd toezicht houdt derhalve in dat er een onderzoek plaatsvindt naar kernzaken. Dit
onderzoek zal echter worden uitgebreid indien er tijdens de vorige inspectie sprake was van
overtredingen, of indien hier aanleiding toe is, bijvoorbeeld bij een signaal. Indien deze
overtredingen, die niet al onder de kernzaken vallen, gedragsgerelateerd van karakter zijn, zullen
deze in het risicogestuurde onderzoek ook beoordeeld worden.
Binnen het raamwerk van het risicogestuurd toezicht, geeft het rapport per geïnspecteerd
onderdeel een omschrijving van de observaties en bevindingen tijdens het inspectiebezoek.
Indien een onderdeel uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterzalen niet voldeed, dan
wordt dit onderdeel specifiek bij het betreffende inspectiedomein genoemd.
Op de laatste pagina’s van het rapport staat een overzicht van alle inspectieonderdelen uit de Wet
kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen die door toezichthouder zijn meegenomen in dit
inspectiebezoek.
Beschouwing
De buitenschoolse opvang (BSO) Zo aan de Van Vredenburchweg is gevestigd in een vrijstaand
gebouw. In 2011 is deze locatie geopend. De vestiging heeft 30 kindplaatsen, verdeeld over twee
basisgroepen. De groepsruimten bevinden zich op de eerste verdieping.
Deze locatie biedt ook voorschoolse opvang (VSO) aan. Dit geldt alleen voor kinderen van de
Mariaschool. Op dit moment maken gemiddeld 2 kinderen hier gebruik van.
De kinderen in de leeftijd 4 tot 7 jaar spelen bij een peutergroep onder begeleiding van een
pedagogisch medewerker. De kinderen kunnen in de BSO ruimte speelgoed pakken waar ze mee in
de peutergroep kunnen spelen.
De vestigingsmanager heeft aangegeven als de kinderen in de peutergroep of de VSO groep in
aantal toeneemt er naar een andere oplossing wordt gezocht.
Inspectie:
De onaangekondigde inspectie vindt plaats op een donderdagochtend tijdens de zomervakantie. De
toezichthouder wordt door een waarnemend vestigingsmanager en de beroepskracht te woord
gestaan en van informatie voorzien.
De toezichthouder verricht observaties tijdens het vrijspelen en een documenten-onderzoek.
Inspectiegeschiedenis:
In 2012 en 2013 voldeed kinderdagverblijf Zo aan de Van Vredenburchweg aan alle voorwaarden
zoals gesteld in de Wet kinderopvang.
3 van 13
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 14-08-2014
Zo aan de Van Vredenburchweg te RIJSWIJK ZH
De vestigingsmanager heeft via de gemeente een verzoek gedaan voor uitbreiding kindplaatsen
van 30 naar 32.Tijdens het inspectie bezoek is gebleken dat de uitbreiding kan plaatsvinden in
overeenstemming met de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Advies aan College van B&W
Geen handhaving.
4 van 13
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 14-08-2014
Zo aan de Van Vredenburchweg te RIJSWIJK ZH
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
Het oordeel van de toezichthouder is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen
tijdens de observatie. Tijdens deze observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur
gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (opgesteld door GGD Nederland, versie
oktober 2013). Onderstaande beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument
ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd.
Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van 4 basiscompetenties vanuit de Wet
Kinderopvang, waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk emotionele
veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden.
Ter illustratie van het oordeel worden door toezichthouder minimaal twee van deze competenties
toegelicht met een voorbeeld.
Basiscompetentie emotionele veiligheid
De kinderen zoeken actief contact met de beroepskrachten.
De kinderen kennen de beroepskracht en de stagiaire bij naam. Ze durven om hulp te vragen en
laten zien waar zij mee bezig zijn. Zij reageren positief op de beroepskracht en stagiaire en doen
wat zij vragen of zeggen.
De activiteiten worden in samenspraak met kinderen gekozen. Activiteiten passen (ook) bij de
individuele interesses en het ontwikkelingsniveau van kinderen. Zij krijgen de ruimte om zelf te
kiezen en te bepalen waar zij zin in hebben of wat zij leuk vinden.
Ongeveer één keer in de maand wordt een kinderraad gehouden. Kinderen mogen zelf bepalen of
ze deelnemen aan deze kinderraad. De kinderen komen met verbeterpunten en ideeën voor de
BSO. Dit kan verschillen van aanschaf van nieuw speelgoed tot het maken van een uitstapje.
Basiscompetentie persoonlijke
Het spelmateriaal is zichtbaar en bereikbaar voor kinderen. Er zijn speelhoeken die goed en
aantrekkelijk ingericht zijn voor het speeldoel. De meeste kinderen zijn meestal bezig. De kinderen
mogen zelf kiezen met wie zij spelen.
De ruimte waarin de opvang plaatsvindt is verdeeld in meerdere kamers/ hoeken. Er is een
woonkamerhoek, bouwhoek, atelier en keuken met een kookeiland. Sinds kort hebben de oudste
kinderen van de BSO een eigen ruimte. De ruimte is naar de ideeën van de kinderen ingericht.
Bij binnenkomst op de groep zijn de kinderen vrij aan het spelen. De kinderen wisselen regelmatig
van spelactiviteit en kijken ook regelmatig naar wat andere kinderen aan het doen zijn. In de loop
van de ochtend gaan de kinderen met de beroepskracht en stagiaire naar het schoolplein van de
naastgelegen Mariaschool.
5 van 13
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 14-08-2014
Zo aan de Van Vredenburchweg te RIJSWIJK ZH
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De toezichthouder heeft alle VOG’s beoordeeld van de beroepskrachten die werkzaam zijn op deze
BSO. Alle beoordeelde VOG’s voldoen aan de gestelde voorwaarden.
Passende beroepskwalificatie
De beroepskwalificaties van alle beroepskrachten werkzaam bij deze BSO zijn beoordeeld en
voldoen aan de gestelde voorwaarden.
Opvang in groepen
Buitenschoolse opvang Zo aan de Van Vredenburchweg heeft 2 basisgroepen.


Groep Skaters biedt opvang aan maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4-7 jaar
Groep Sprinters biedt opvang aan maximaal 10 kinderen in de leeftijd van 7-12 jaar.
Beroepskracht-kindratio
Op basis van de aanwezigheidslijsten en de observatie tijdens het inspectiebezoek heeft
toezichthouder geconstateerd dat er wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio.
Gebruikte bronnen:

Interview anderen

Observaties

Verklaringen omtrent het gedrag

Diploma's beroepskrachten

Presentielijsten
6 van 13
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 14-08-2014
Zo aan de Van Vredenburchweg te RIJSWIJK ZH
Veiligheid en gezondheid
Meldcode kindermishandeling
De houder gebruikt een op de locatie toegespitste meldcode kindermishandeling en huiselijk
geweld, op basis van het landelijk model versie JSO juli 2013, in opdracht van de
Brancheorganisatie Kinderopvang.
Tijdens de teamvergadering van 25 juni 2013 zijn de wijzigingen in de meldcode besproken.
De medewerkers hebben in december 2013 een mail ontvangen met de nieuwe meldcode i.v.m.
wijziging in route II (bij signalen van mogelijk geweld- of zedendelict door een collega jegens een
kind).
Gebruikte bronnen:

Interview anderen
7 van 13
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 14-08-2014
Zo aan de Van Vredenburchweg te RIJSWIJK ZH
Accommodatie en inrichting
Binnenruimte
De BSO heeft een leefruimte en een speelruimte van in totaal 105m2.
Voor de uitbreiding komt een speelruimte van 8,3 m² erbij.
Totaal 113,3m² : 32 kinderen= 3,54 m² per kind.
Per kind is er 3,5 m² speeloppervlakte nodig, hier wordt aan voldaan.
Buitenspeelruimte
De BSO beschikt over een aangrenzende tuin, die gedeeld wordt met de dagopvang. De tuin is
natuurlijk aangelegd met speeltoestellen, geschikt voor de jongste groep BSO-kinderen.
Daarnaast wordt gebruik gemaakt van het schoolplein van de naastgelgen Mariaschool. Het plein is
geschikt voor bal- en tikspelen, stoepkrijt e.d.
Optisch gezien is er voldoende buitenspeelruimte voor 32 kinderen (minimaal 96 m² ).
8 van 13
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 14-08-2014
Zo aan de Van Vredenburchweg te RIJSWIJK ZH
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
sociale competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang
van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang
van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee
jaar.
(art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie
zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen
Ieder kind behoort bij een basisgroep.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang
en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 13
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 14-08-2014
Zo aan de Van Vredenburchweg te RIJSWIJK ZH
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop
het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF
De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop
het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige
kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar.
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten
berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige
kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8
jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt
afgeweken van de beroepskracht-kindratio.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid
Meldcode kindermishandeling
De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven
eisen.
(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik
ervan.
(art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting
Binnenruimte
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte
beschikbaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op
te vangen kinderen.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 13
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 14-08-2014
Zo aan de Van Vredenburchweg te RIJSWIJK ZH
Buitenspeelruimte
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de
op te vangen kinderen.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is in de directe nabijheid van het kindercentrum.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen goed bereikbaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen veilig bereikbaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 13
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 14-08-2014
Zo aan de Van Vredenburchweg te RIJSWIJK ZH
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening
Website
Aantal kindplaatsen
: Zo aan de Van Vredenburchweg
: http://www.zokinderopvang.nl
: 30
Gegevens houder
Naam houder
Adres houder
Postcode en plaats
Website
KvK nummer
:
:
:
:
:
Zo Unltd B.V.
Scheveningseweg 46
2517KV 'S-GRAVENHAGE
www.zokinderopvang.nl
27189303
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD
Adres
Postcode en plaats
Telefoonnummer
Onderzoek uitgevoerd door
:
:
:
:
:
GGD Haaglanden
Postbus 16130
2500BC 'S-GRAVENHAGE
070-3537224
D. Schrama
Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente
Adres
Postcode en plaats
: RIJSWIJK
: Postbus 5305
: 2280HH RIJSWIJK ZH
Gegevens toezicht
Planning
Datum inspectie
Opstellen concept inspectierapport
Zienswijze houder
Vaststelling inspectierapport
Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercommissie
Verzenden inspectierapport naar
gemeente
Openbaar maken inspectierapport
:
:
:
:
:
14-08-2014
21-08-2014
Niet van toepassing
26-08-2014
27-08-2014
: 27-08-2014
: 27-08-2014
12 van 13
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 14-08-2014
Zo aan de Van Vredenburchweg te RIJSWIJK ZH
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
13 van 13
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 14-08-2014
Zo aan de Van Vredenburchweg te RIJSWIJK ZH