Inspectierapport Zo aan de Van Vredenburchweg (BSO) Van Vredenburchweg 73 2282SE RIJSWIJK ZH Registratienummer 212442995 Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport: GGD Haaglanden RIJSWIJK 14-08-2014 Regulier onderzoek Definitief 26-08-2014 Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................5 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................5 Personeel en groepen....................................................................................................6 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................7 Accommodatie en inrichting ...........................................................................................8 Inspectie-items................................................................................................................9 Gegevens voorziening..................................................................................................... 12 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 13 2 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 14-08-2014 Zo aan de Van Vredenburchweg te RIJSWIJK ZH Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Omdat de kwaliteit van de opvang van kinderen in de eerste levensjaren van grote invloed is op de ontwikkeling van kinderen, stelt de Rijksoverheid kwaliteitseisen aan kindercentra, gastouderbureaus, gastouders en peuterspeelzalen op het gebied van: de pedagogische praktijk en het pedagogisch beleid, voorschoolse educatie, personeel, groepsgrootte en inzet van voldoende personeel, de opvang in vaste groepen, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, de behandeling van klachten en ouderrecht. Voor een uitgebreidere uitleg over het inspectieproces en de verantwoordelijkheden voor het toezicht en de handhaving op de kwaliteit, verwijzen wij naar www.rijksoverheid.nl. Risicogestuurd toezicht: Het rapport dat voor u ligt is tot stand gekomen aan de hand van onderzoek op basis van risicogestuurd toezicht. Om meer maatwerk bij het toezicht in de kinderopvang mogelijk te maken werken de GGD'en in Nederland bij de inspectie volgens een model voor risicogestuurd toezicht. Dat betekent dat er intensiever geïnspecteerd zal worden waar nodig en minder intensief waar gebleken is dat dit kan. Bij risicogestuurd toezicht ligt de nadruk vooral op die zaken die het meest direct bijdragen aan de kwaliteit van de kinderopvang. Het risicogestuurd toezicht houdt derhalve in dat er een onderzoek plaatsvindt naar kernzaken. Dit onderzoek zal echter worden uitgebreid indien er tijdens de vorige inspectie sprake was van overtredingen, of indien hier aanleiding toe is, bijvoorbeeld bij een signaal. Indien deze overtredingen, die niet al onder de kernzaken vallen, gedragsgerelateerd van karakter zijn, zullen deze in het risicogestuurde onderzoek ook beoordeeld worden. Binnen het raamwerk van het risicogestuurd toezicht, geeft het rapport per geïnspecteerd onderdeel een omschrijving van de observaties en bevindingen tijdens het inspectiebezoek. Indien een onderdeel uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterzalen niet voldeed, dan wordt dit onderdeel specifiek bij het betreffende inspectiedomein genoemd. Op de laatste pagina’s van het rapport staat een overzicht van alle inspectieonderdelen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen die door toezichthouder zijn meegenomen in dit inspectiebezoek. Beschouwing De buitenschoolse opvang (BSO) Zo aan de Van Vredenburchweg is gevestigd in een vrijstaand gebouw. In 2011 is deze locatie geopend. De vestiging heeft 30 kindplaatsen, verdeeld over twee basisgroepen. De groepsruimten bevinden zich op de eerste verdieping. Deze locatie biedt ook voorschoolse opvang (VSO) aan. Dit geldt alleen voor kinderen van de Mariaschool. Op dit moment maken gemiddeld 2 kinderen hier gebruik van. De kinderen in de leeftijd 4 tot 7 jaar spelen bij een peutergroep onder begeleiding van een pedagogisch medewerker. De kinderen kunnen in de BSO ruimte speelgoed pakken waar ze mee in de peutergroep kunnen spelen. De vestigingsmanager heeft aangegeven als de kinderen in de peutergroep of de VSO groep in aantal toeneemt er naar een andere oplossing wordt gezocht. Inspectie: De onaangekondigde inspectie vindt plaats op een donderdagochtend tijdens de zomervakantie. De toezichthouder wordt door een waarnemend vestigingsmanager en de beroepskracht te woord gestaan en van informatie voorzien. De toezichthouder verricht observaties tijdens het vrijspelen en een documenten-onderzoek. Inspectiegeschiedenis: In 2012 en 2013 voldeed kinderdagverblijf Zo aan de Van Vredenburchweg aan alle voorwaarden zoals gesteld in de Wet kinderopvang. 3 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 14-08-2014 Zo aan de Van Vredenburchweg te RIJSWIJK ZH De vestigingsmanager heeft via de gemeente een verzoek gedaan voor uitbreiding kindplaatsen van 30 naar 32.Tijdens het inspectie bezoek is gebleken dat de uitbreiding kan plaatsvinden in overeenstemming met de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 4 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 14-08-2014 Zo aan de Van Vredenburchweg te RIJSWIJK ZH Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Het oordeel van de toezichthouder is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen tijdens de observatie. Tijdens deze observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (opgesteld door GGD Nederland, versie oktober 2013). Onderstaande beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van 4 basiscompetenties vanuit de Wet Kinderopvang, waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden. Ter illustratie van het oordeel worden door toezichthouder minimaal twee van deze competenties toegelicht met een voorbeeld. Basiscompetentie emotionele veiligheid De kinderen zoeken actief contact met de beroepskrachten. De kinderen kennen de beroepskracht en de stagiaire bij naam. Ze durven om hulp te vragen en laten zien waar zij mee bezig zijn. Zij reageren positief op de beroepskracht en stagiaire en doen wat zij vragen of zeggen. De activiteiten worden in samenspraak met kinderen gekozen. Activiteiten passen (ook) bij de individuele interesses en het ontwikkelingsniveau van kinderen. Zij krijgen de ruimte om zelf te kiezen en te bepalen waar zij zin in hebben of wat zij leuk vinden. Ongeveer één keer in de maand wordt een kinderraad gehouden. Kinderen mogen zelf bepalen of ze deelnemen aan deze kinderraad. De kinderen komen met verbeterpunten en ideeën voor de BSO. Dit kan verschillen van aanschaf van nieuw speelgoed tot het maken van een uitstapje. Basiscompetentie persoonlijke Het spelmateriaal is zichtbaar en bereikbaar voor kinderen. Er zijn speelhoeken die goed en aantrekkelijk ingericht zijn voor het speeldoel. De meeste kinderen zijn meestal bezig. De kinderen mogen zelf kiezen met wie zij spelen. De ruimte waarin de opvang plaatsvindt is verdeeld in meerdere kamers/ hoeken. Er is een woonkamerhoek, bouwhoek, atelier en keuken met een kookeiland. Sinds kort hebben de oudste kinderen van de BSO een eigen ruimte. De ruimte is naar de ideeën van de kinderen ingericht. Bij binnenkomst op de groep zijn de kinderen vrij aan het spelen. De kinderen wisselen regelmatig van spelactiviteit en kijken ook regelmatig naar wat andere kinderen aan het doen zijn. In de loop van de ochtend gaan de kinderen met de beroepskracht en stagiaire naar het schoolplein van de naastgelegen Mariaschool. 5 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 14-08-2014 Zo aan de Van Vredenburchweg te RIJSWIJK ZH Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft alle VOG’s beoordeeld van de beroepskrachten die werkzaam zijn op deze BSO. Alle beoordeelde VOG’s voldoen aan de gestelde voorwaarden. Passende beroepskwalificatie De beroepskwalificaties van alle beroepskrachten werkzaam bij deze BSO zijn beoordeeld en voldoen aan de gestelde voorwaarden. Opvang in groepen Buitenschoolse opvang Zo aan de Van Vredenburchweg heeft 2 basisgroepen. Groep Skaters biedt opvang aan maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4-7 jaar Groep Sprinters biedt opvang aan maximaal 10 kinderen in de leeftijd van 7-12 jaar. Beroepskracht-kindratio Op basis van de aanwezigheidslijsten en de observatie tijdens het inspectiebezoek heeft toezichthouder geconstateerd dat er wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio. Gebruikte bronnen: Interview anderen Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten 6 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 14-08-2014 Zo aan de Van Vredenburchweg te RIJSWIJK ZH Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder gebruikt een op de locatie toegespitste meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld, op basis van het landelijk model versie JSO juli 2013, in opdracht van de Brancheorganisatie Kinderopvang. Tijdens de teamvergadering van 25 juni 2013 zijn de wijzigingen in de meldcode besproken. De medewerkers hebben in december 2013 een mail ontvangen met de nieuwe meldcode i.v.m. wijziging in route II (bij signalen van mogelijk geweld- of zedendelict door een collega jegens een kind). Gebruikte bronnen: Interview anderen 7 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 14-08-2014 Zo aan de Van Vredenburchweg te RIJSWIJK ZH Accommodatie en inrichting Binnenruimte De BSO heeft een leefruimte en een speelruimte van in totaal 105m2. Voor de uitbreiding komt een speelruimte van 8,3 m² erbij. Totaal 113,3m² : 32 kinderen= 3,54 m² per kind. Per kind is er 3,5 m² speeloppervlakte nodig, hier wordt aan voldaan. Buitenspeelruimte De BSO beschikt over een aangrenzende tuin, die gedeeld wordt met de dagopvang. De tuin is natuurlijk aangelegd met speeltoestellen, geschikt voor de jongste groep BSO-kinderen. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van het schoolplein van de naastgelgen Mariaschool. Het plein is geschikt voor bal- en tikspelen, stoepkrijt e.d. Optisch gezien is er voldoende buitenspeelruimte voor 32 kinderen (minimaal 96 m² ). 8 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 14-08-2014 Zo aan de Van Vredenburchweg te RIJSWIJK ZH Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 14-08-2014 Zo aan de Van Vredenburchweg te RIJSWIJK ZH De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Accommodatie en inrichting Binnenruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 10 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 14-08-2014 Zo aan de Van Vredenburchweg te RIJSWIJK ZH Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is in de directe nabijheid van het kindercentrum. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen goed bereikbaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen veilig bereikbaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 11 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 14-08-2014 Zo aan de Van Vredenburchweg te RIJSWIJK ZH Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen : Zo aan de Van Vredenburchweg : http://www.zokinderopvang.nl : 30 Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer : : : : : Zo Unltd B.V. Scheveningseweg 46 2517KV 'S-GRAVENHAGE www.zokinderopvang.nl 27189303 Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door : : : : : GGD Haaglanden Postbus 16130 2500BC 'S-GRAVENHAGE 070-3537224 D. Schrama Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats : RIJSWIJK : Postbus 5305 : 2280HH RIJSWIJK ZH Gegevens toezicht Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport : : : : : 14-08-2014 21-08-2014 Niet van toepassing 26-08-2014 27-08-2014 : 27-08-2014 : 27-08-2014 12 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 14-08-2014 Zo aan de Van Vredenburchweg te RIJSWIJK ZH Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 13 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 14-08-2014 Zo aan de Van Vredenburchweg te RIJSWIJK ZH
© Copyright 2024 ExpyDoc