CASUS DENNIS Dennis van 10 jaar is bij u gekomen met twee beschadigde voortanden. Dennis oogt ontspannen en ziet er normaal verzorgd uit. U vraagt Dennis wat er is gebeurd. Voordat Dennis antwoord kan geven, vertelt zijn moeder dat hij zojuist, ongeveer een uur geleden, is gevallen met fiets. Dennis heeft ook een schaafwond op zijn kin en wat flinke krassen op zijn neus. Zijn verwondingen zien er verzorgd uit. U vraagt de moeder of ze kan vertellen wat er precies gebeurd is. De moeder verklaart dat ze zelf het ongeluk niet heeft gezien, maar dat Dennis met een aantal oudere jongens uit de buurt bebloed aan kwam. Ze geeft hem een aai over zijn bol. Dat was wel even schrikken zegt ze, maar gelukkig viel het al met al mee. Ze vertelt vervolgens dat ze de wonden in zijn gezicht heeft schoongemaakt. Vorig jaar heeft Dennis een tetanusprik gekregen vertelt ze, dus een bezoek aan de huisarts vond ze niet nodig. U vraagt vervolgens aan Dennis hoe het kwam dat hij is gevallen met zijn fiets. Dennis vertelt dat zijn buurjongen Alex voor reed en dat - toen hij hem wilde inhalen - Alex naar links stuurde. Zijn voorwiel kwam daardoor tegen het achterwiel van Alex aan, waardoor hij viel. U ziet even later ook een lichte bloeduitstorting aan het oor van Dennis. Dennis zegt nonchalant dat dit is gekomen door Judo. U kijkt zijn moeder aan. Zij zegt met een glimlach dat ze daar niet meer van opkijkt. Die sport zit in de familie. Vervolgens legt u uit wat u gaat doen. Dennis gebit weer mooi maken. Beantwoord de focusvragen voor de casus van Dennis. FOCUSVRAAG JA NEE TOELICHTING Past het letsel (soort, plaats 1 en uiterlijk) bij de verklaring die hiervoor wordt gegeven? Hebben de ouders adequaat 2 gereageerd vanaf het incident tot nu? Blijft de verklaring voor het 3 4 letsel bij (hetero)anamnese hetzelfde? Waren er meerdere getuigen toen het incident gebeurde? Zijn er andere letsels of 5 6 lichamelijke klachten zonder bevredigende verklaring? Vertoont de patiënt / de ouders en het kind passend 1 gedrag in de interactie met elkaar en met u? 7 Is de verzorging en de bescherming van het kind adequaat? Maakt u zich op basis van de focusvragen zorgen om de veiligheid of welzijn van de patiënt? Op pagina 3 vindt u de focusvragen ingevuld. 2 FOCUSVRAAG JA NEE Zowel de schade aan zijn tanden als de schaafwonden in zijn gezicht passen de Past het letsel (soort, plaats 1 en uiterlijk) bij de verklaring die hiervoor wordt gegeven? x verklaring die Dennis en zijn moeder hiervoor geven: de val met z'n fiets. De moeder heeft de verwonding aan zijn gezicht Hebben de ouders adequaat 2 gereageerd vanaf het incident direct en netjes verzorgd. De aard en ernst van de verwondingen zijn geen aanleiding voor een x tot nu? 3 Blijft de verklaring voor het letsel bij (hetero)anamnese bezoek aan de huisarts. Het verhaal van Dennis en zijn moeder komen duidelijk overeen. x hetzelfde? 4 Waren er meerdere getuigen toen het incident gebeurde? Een aantal oudere jongens uit de buurt was bij x het incident aanwezig. Een lichte bloeduitstorting aan het oor kan ontstaan door hard knijpen. Bij Dennis is Zijn er andere letsels of 5 TOELICHTING lichamelijke klachten zonder bevredigende verklaring? x aannemelijk dat dit letsel is ontstaan door Judo, gezien zijn nonchalante reactie en de reactie door zijn moeder. 6 Vertoont de patiënt / de ouders en het kind passend gedrag in de interactie met x Ja, Dennis en zijn moeder vertonen passend gedrag in de interactie met u en met elkaar. elkaar en met u? Hier heeft u onvoldoende informatie over. Let 7 Is de verzorging en de bescherming van het kind naast het letsel en de interactie dus ook op de uiterlijke verzorging en de bescherming, adequaat? bijvoorbeeld vieze of te koude kleding voor de tijd van het jaar. Maakt u zich op basis van de focusvragen zorgen om de veiligheid of welzijn van de patiënt? Nee. De invulling van deze focusvragen geven u geen reden te denken dat Dennis thuis mishandeld wordt. Tip: Twijfelt u aan de verklaring die wordt gegeven voor een bepaald letsel? Kijk dan of er nog andere lichamelijke of gedragssignalen zijn die uw zorgen over de veiligheid of het welzijn van uw patiënt versterken of juist verminderen. 3