Magnus kan niet slapen

KJV 2014-2015 (GROEP 1)
Magnus kan niet slapen / Kim Crabeels en Sebastiaan Van Doninck (ill.)
(door Ann Foulon)
Auteursinfo
Kim Crabeels woont in de buurt van Leuven en wou als kind al schrijver worden. En dierenarts. En
advocaat. En hondentemmer. En kokkin op een piratenboot. Uiteindelijk werd ze leerkracht
Nederlands en mama van drie. Door de voorleeskwartiertjes voor haar kinderen kreeg ze opnieuw zin
om zelf iets te schrijven voor haar Finn, Lou en Magnus en voor alle kinderen die van voorlezen
houden. Het verhaal van Magnus kan niet slapen ontstond tijdens een examentoezicht op school toen
Kim vier uur lang stil moest zitten en zwijgen. Haar zoontje, die Magnus heet, was toen net 5 maanden
oud. Vandaar de titel.
Sebastiaan Van Doninck groeide op in Gierle, een klein dorpje in het hart van
de stille Kempen. De grote boerderij van zijn ouders bood onderdak aan nog 12
andere geleende en niet-geleende broers en zussen. Voor zijn studie grafische en
reclamevormgeving, optie illustratie trok naar het Sint-Lucas in Antwerpen.
Nu woont hij in Antwerpen, is illustrator, geeft modeltekenen en houdt van
moderne kunst. Hij illustreert prentenboeken voor kinderen en/of volwassenen,
voorziet artikels in Knack Weekend van een verfrissend beeld, organiseert
tentoonstellingen en maakt illustraties voor non-fictieboeken, poëziebundels en
kindertijdschriften.
Sebastiaan Van Doninck scant vlekken en kleuren van ecolineverf in, om met zijn computer te
puzzelen tot hij tot een geslaagde collage komt. Zijn inspiratie haalt hij uit onder meer uit moderne
kunst, (oude) architectuur en oud speelgoed. Hij tekent graag en vaak dieren, omdat ze esthetisch zijn,
omdat hij vrij en beweeglijk met hen kan omgaan en omdat hij gemakkelijk menselijke eigenschappen
op hen kan projecteren. Zijn menselijke figuren hebben dan weer vaak iets grotesk, zonder monsterlijk
of schrikwekkend te zijn.
Kort samengevat
Magnus kan niet slapen. Zijn hoofd zit vol. Vol met enge gedachten, geluiden en gevoelens. Gelukkig
is mama er die de enge dierengeluiden in Magnus’ hoofd helpt weglopen.
Aan de slag
Thema
Niet kunnen slapen.
Nieuwsgierigheid wekken
Wat een bedrijvigheid op de kaft. De olifant die het gras afrijdt. De arend op de ladder met een
emmertje water. Gaat die ramen wassen? Maar ook een slapend monster. Let op zijn neusgaten. Een
geeuwende beer en het jongetje die kijk alsof zijn oren pijn doen. Wordt dit een dierentuinverhaal?
Een slaapverhaal? Een verhaal vol avontuur? En kijk, op het schutblad is er al evenveel beweging te
zien. Zie je de trommelende mier? De kikker die skiën gaat? Al die bewegende dieren nodigen toch
wel uit om zelf in actie te komen en om naar het verhaal te luisteren.
Na het voorlezen
Kijk naar de lay-out van de tekst. Merk hoe bepaalde woorden in kleur, vet of grootte staan.
Met een moeilijk woord noemt men dat typografie. Spelen met de letters zodat ze in een mooie vorm
staan. Het helpt soms bij het voorlezen. Zijn hoofd zit barstenvol lawaai. En geroffel én gekwetter én
getater én gekraai. Door de vet gedrukte woorden nog wat groter te maken, voel je als lezer dat je
er de klemtoon op mag leggen, zodat je voelt dat er echt veel lawaai in het hoofd zit.
Dit is een verhaal over niet kunnen slapen. Er bestaan hierover nog heel wat boeken. Meestal gaat het
dan over gevaarlijke monsters onder het bed. Hier ligt het monster zelf braaf te slapen en kan Magnus
niet slapen omdat er teveel lawaai in zijn hoofd is. Lawaai van wel een halve dierentuin. Een oorwurm
die aan het drummen is, een neushoorn die het gras maait, een arend die schrobt en een kikker die
skiet. En dan is er ook nog een geeuwleeuw. Is dat gevaarlijk, een geeuwleeuw? Met al die geluiden is
het dus heel druk in Magnus’ hoofd.
De auteur zorgt voor levendigheid in het verhaal door klanknabootsingen te gebruiken. Wie trommelt,
ronkt? Wie ratelt, bonkt? Een oorwum roffelt op een drum. Er is nog steeds gespetter…
Viel de rijm op bij de jonge juryleden? Haal enkele voorbeelden aan.
Ook al is hij moe. / Zelfs met zijn oren toe.
Wie trommelt, ronkt? / Wie ratelt, bonkt?
Haar mond schiet in kramp. / Hij seint ‘helleup’ met zijn lamp.
Een arend sopt door Magnus’ oog
en schrobt zich daar te pletter.
‘Laat die tranen maar lopen. Ik aai je wangen droog.’
Mooi gezegd van de schrijver, ik aai je wangen droog. Je voelt zo hoe zacht het is. Je hoeft er
helemaal niet bang van te zijn.
Op de illustraties valt er heel wat te zien. Ze maken het verhaal ook grappig.
Zo zie je de dieren die zelf in slaap vallen. Bemerk hoe de neushoorn eerst heel fris het gras maait en
dan uiteindelijk achter de grasmaaier in slaap valt. Of de wurm die hard drumt en uiteindelijk achter
zijn trommel zit te slapen.
Kijk met aandacht naar het bed van Magnus. Er zitten steeds meer slapende dieren op bed, terwijl
Magnus niet kan slapen, huilt en zijn mama hem komt troosten.
Uiteindelijk zijn alle dieren uit Magnus’ hoofd verdreven, zitten ze slapend op bed en valt ook Magnus
in slaap.
Heb aandacht voor de samenhang van tekst en illustratiedetails. Kijk naar Magnus’ symptomen.
Let op de dieren en hoor hoe mama sust en de dieren verdrijft:
- Bij de neushoorn en Magnus die zijn zakboek bovenhaalt zegt mama Snuit je volle neus maar leeg.
Je krijgt een zoentje toe.
- Oorpijn: Oorwurm roffelt op een drum. Leg die oortjes maar te rusten. Mama sust die in slaap.
- De tranende ogen, de arend en mama die zegt: Ik aai je wang droog.
- Gekwek. Een kikker skiet door Magnus’ keel. En mama verdrijft hem met spoel die kikker door.
De illustraties vullen het blad. De kleuren verlichten de kamer, het raam blijft donker. Je voelt dat het
nacht is. De gezichten werden vol gevoel getekend. Je ziet het verdriet op Magnus’ gezicht, papa die
moe opstaat, mama die vol overgave voorleest.
Kijk naar de enge spoken die uit Magnus’ hoofd met de zaklamp belicht worden. Alsof ze als een
damp wegdrijven.
Na afloop
Wie kan nog een dier verzinnen die in de oren op bezoek kan komen? Hoe ga je die wegjagen? Moe
geworden van het slaapverhaal? Wie kan het hardst snurken? Wie het zachtst?
Juryleden kunnen online op de KJV-boeken reageren. Ga naar www.kjv.be, klik op ‘Welke
boeken moet ik lezen’ en dan op de groep en het boek in kwestie.