Inspectierapport - ZEIN Childcare

Inspectierapport
Storks-Schapenatjesduin (BSO)
Schapenatjesduin 9
2554 BW 'S-GRAVENHAGE
Registratienummer 197105828
Toezichthouder:
In opdracht van gemeente:
Datum inspectie:
Type onderzoek:
Status:
Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Haaglanden
‘S-GRAVENHAGE
18-09-2014
Regulier onderzoek
Definitief
16-10-2014
Inhoudsopgave
Het onderzoek .................................................................................................................... 3
Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4
Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4
Personeel en groepen ....................................................................................................... 6
Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7
Ouderrecht ..................................................................................................................... 8
Inspectie-items ................................................................................................................... 9
Gegevens voorziening ......................................................................................................... 12
Gegevens toezicht .............................................................................................................. 12
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 13
2 van 13
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 18-09-2014
Storks-Schapenatjesduin te 'S-GRAVENHAGE
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.
Omdat de kwaliteit van de opvang van kinderen in de eerste levensjaren van grote invloed is op de
ontwikkeling van kinderen, stelt de Rijksoverheid kwaliteitseisen aan kindercentra,
gastouderbureaus, gastouders en peuterspeelzalen op het gebied van: de pedagogische praktijk en
het pedagogisch beleid, voorschoolse educatie, personeel, groepsgrootte en inzet van voldoende
personeel, de opvang in vaste groepen, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, de
behandeling van klachten en ouderrecht.
Voor een uitgebreidere uitleg over het inspectieproces en de verantwoordelijkheden voor het
toezicht en de handhaving op de kwaliteit, verwijzen wij naar www.rijksoverheid.nl.
Risicogestuurd toezicht:
Het rapport dat voor u ligt is tot stand gekomen aan de hand van onderzoek op basis van
risicogestuurd toezicht. Om meer maatwerk bij het toezicht in de kinderopvang mogelijk te maken
werken de GGD'en in Nederland bij de inspectie volgens een model voor risicogestuurd toezicht.
Dat betekent dat er intensiever geïnspecteerd zal worden waar nodig en minder intensief waar
gebleken is dat dit kan. Bij risicogestuurd toezicht ligt de nadruk vooral op die zaken die het meest
direct bijdragen aan de kwaliteit van de kinderopvang.
Het risicogestuurd toezicht houdt derhalve in dat er een onderzoek plaatsvindt naar kernzaken. Dit
onderzoek zal echter worden uitgebreid indien er tijdens de vorige inspectie sprake was van
overtredingen, of indien hier aanleiding toe is, bijvoorbeeld bij een signaal. Indien deze
overtredingen, die niet al onder de kernzaken vallen, gedragsgerelateerd van karakter zijn, zullen
deze in het risicogestuurde onderzoek ook beoordeeld worden.
Binnen het raamwerk van het risicogestuurd toezicht, geeft het rapport per geïnspecteerd
onderdeel een omschrijving van de observaties en bevindingen tijdens het inspectiebezoek.
Indien een onderdeel uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterzalen niet voldeed, dan
wordt dit onderdeel specifiek bij het betreffende inspectiedomein genoemd.
Op de laatste pagina’s van het rapport staat een overzicht van alle inspectieonderdelen uit de Wet
kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen die door toezichthouder zijn meegenomen in dit
inspectiebezoek.
Beschouwing
Storks-Schapenatjesduin is een locatie in de buurt Ockenburgh (wijk Kijkduin en Ockenburgh) en is
gevestigd in de kantine van honk- en softbalvereniging Storks.
Het kindercentrum biedt voornamelijk opvang aan kinderen van expats, om die reden is de
voertaal op het centrum Engels. Er is door de houder een gedragscode opgesteld.
Het centrum staat geregistreerd in het Landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen (LRKP)
sinds 1 januari 2010 en kan opvang bieden aan maximaal 39 kinderen.
Advies aan College van B&W
Geen handhaving.
Er is een overtreding geconstateerd op het domein Ouderrecht, inspectie-item Oudercommissie.
Toezichthouder adviseert echter om niet te handhaven, omdat de houder volgens toezichthouder in
voldoende mate heeft aangetoond zich in te spannen voor het oprichten van een oudercommissie.
3 van 13
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 18-09-2014
Storks-Schapenatjesduin te 'S-GRAVENHAGE
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
Het oordeel van de toezichthouder is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen
tijdens de observatie. Tijdens deze observatie van de pedagogische praktijk maakt de
toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (opgesteld door GGD
Nederland, versie oktober 2013). Onderstaande beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn
aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd.
Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van 4 basiscompetenties vanuit de Wet
Kinderopvang, waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk emotionele
veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden.
Ter illustratie van het oordeel worden door toezichthouder minimaal twee van deze competenties
toegelicht met een voorbeeld.
De observatie vond plaats op 18 september 2014 om 15.30 uur. Gezien zijn momenten van vrij
spel, 'quiet-time' en het eet- en drinkmoment.
Basiscompetentie emotionele veiligheid
De beroepskrachten communiceren met de kinderen.
De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief naar de kinderen en naar elkaar. Zij
verwoorden in veel situaties hun gedrag.
De beroepskrachten vertellen duidelijk wat er gaat gebeuren en wat er van iedereen wordt
verlangd. De beroepskrachten praten veel met de kinderen, bijvoorbeeld over school of de
thuissituatie. Er worden ook veel grapjes gemaakt en er wordt veel gelachen. Kinderen krijgen
regelmatig een aai over de bol. Als kinderen iets vragen of iets vertellen reageren de
beroepskrachten op passende wijze.
Basiscompetentie persoonlijke competentie
Er is een goede interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen.
Kinderen gedragen zich zelfstandig en zelfverantwoordelijk bij het aangaan en uitvoeren van
activiteiten.
Na het eet- en drinkmoment begint 'quiet-time'. Tijdens 'quiet-time' moeten de kinderen stil zijn.
De kinderen kunnen zelf kiezen welke activiteit ze uitvoeren. Sommige kinderen maken huiswerk,
andere kinderen lezen een boek en een aantal kinderen bouwt iets van legoblokjes.
Basiscompetentie sociale competentie
De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling.
De beroepskrachten moedigen interactie tussen leeftijds- en/of groepsgenootjes actief aan.
1 van de beroepskrachten speelt tafelvoetbal met een een aantal kinderen. Er wordt onderling veel
gelachen en de beroepskracht houdt het gesprek tussen de kinderen onderling op gang.
Basiscompetentie normen en waarden
Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk.
Tijdens de observatie blijkt dat er veel regels gelden op de groep.
Zo moeten de kinderen bijvoorbeeld stil zijn als 'quiet-time' is ingegaan en moeten de
kinderen helpen opruimen na het eetmoment.
Conclusie:
Op basis van de observaties op de groepen tijdens het inspectiebezoek concludeert toezichthouder
dat de houder zorgt draagt voor het waarborgen van de 4 basiscompetenties.
De pedagogische praktijk wordt dan ook als voldoende beoordeeld.
Gebruikte bronnen:
Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. V. Ouwerling-Heel, HR & Quality

Manager en J. van der Meijden, Managing Director)
4 van 13
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 18-09-2014
Storks-Schapenatjesduin te 'S-GRAVENHAGE


Interview anderen (beroepskrachten)
Observaties (op de groep)
5 van 13
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 18-09-2014
Storks-Schapenatjesduin te 'S-GRAVENHAGE
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
Toezichthouder heeft de VOG’s beoordeeld van alle beroepskrachten die werkzaam zijn op deze
BSO en hiernaast ook van de medewerkers die in dienst zijn van de onderneming van de houder en
regelmatig of af en toe een bezoek brengen aan deze locatie.
Alle beoordeelde VOG’s voldoen aan de gestelde voorwaarden.
Passende beroepskwalificatie
NB: de 3 werkzame beroepskrachten zijn in het bezit van een buitenlands diploma. Zij hebben bij
Rescue Nederland een EVC procedure doorlopen. Aangetoond is dat zij over voldoende ervaring en
competenties beschikken om gelijkgesteld te worden aan het profiel pedagogisch medewerker
niveau 3 (de onderdelen taal en rekenen maakten geen deel uit van de onderzochte competenties).
Conform de afspraken gemaakt met de gemeente Den Haag op 4 juni 2012 voldoet dit.
Opvang in groepen
Er zijn drie basisgroepen bij Storks-Schapenatjesduin: Blue, Yello en Green. Er kunnen in totaal
39 kinderen worden opgevangen bij het kinderencentrum.
Beroepskracht-kindratio
Op basis van de aanwezigheidslijsten, het personeelsrooster en de observatie tijdens het
inspectiebezoek heeft toezichthouder geconstateerd dat er wordt voldaan aan de beroepskrachtkindratio.
Gebruik van de voorgeschreven voertaal
Op deze BSO wordt een andere voertaal gesproken, namelijk Engels. Het gebruik van deze andere
taal staat beschreven in een gedragscode.
Hiermee wordt voldaan aan de gestelde eisen.
Gebruikte bronnen:

Observaties (op de groep)

Verklaringen omtrent het gedrag

Diploma's beroepskrachten

Presentielijsten (september 2014)

Personeelsrooster (september 2014)

gedragscode

EVC bewijs
6 van 13
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 18-09-2014
Storks-Schapenatjesduin te 'S-GRAVENHAGE
Veiligheid en gezondheid
Meldcode kindermishandeling
De houder gebruikt een meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld (versie juli 2013),
gebaseerd op het landelijk model (versie JSO juli 2013 in opdracht van de Brancheorganisatie
Kinderopvang).
Het bespreken van de meldcode vormt een vast onderdeel van de training van de beroepkrachten
en het teamoverleg.
Gebruikte bronnen:

Interview anderen (beroepskrachten)

Meldcode kindermishandeling (versie juli 2013)
7 van 13
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 18-09-2014
Storks-Schapenatjesduin te 'S-GRAVENHAGE
Ouderrecht
Oudercommissie
De houder heeft voor deze locatie een reglement oudercommissie vastgesteld, dit voldoet aan de
gestelde eisen.
Er is momenteel nog geen oudercommissie ingesteld. Wel kan de houder aantonen dat er, naar het
oordeel van toezichthouder, voldoende inspanningen worden geleverd om ouders enthousiast te
maken om zitting te nemen in de oudercommissie. Dit gebeurt bijvoorbeeld tijdens de intake en
door middel van nieuwsbrieven.
Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan:
De houder heeft een oudercommissie ingesteld.
(art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen:
Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. V. Ouwerling-Heel, HR & Quality

Manager en J. van der Meijden, Managing Director)

Reglement oudercommissie

Nieuwsbrieven
8 van 13
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 18-09-2014
Storks-Schapenatjesduin te 'S-GRAVENHAGE
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
sociale competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang
van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang
van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee
jaar.
(art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie
zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen
Ieder kind behoort bij een basisgroep.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang
en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 13
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 18-09-2014
Storks-Schapenatjesduin te 'S-GRAVENHAGE
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop
het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF
De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop
het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige
kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar.
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten
berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige
kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8
jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt
afgeweken van de beroepskracht-kindratio.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal
De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.
(art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF
Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze
specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde
gedragscode.
(art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid
Meldcode kindermishandeling
De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven
eisen.
(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik
ervan.
(art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Ouderrecht
Oudercommissie
De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld.
(art 1.59 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
10 van 13
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 18-09-2014
Storks-Schapenatjesduin te 'S-GRAVENHAGE
Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden.
(art 1.59 lid 2 sub a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden.
(art 1.59 lid 2 sub b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden.
(art 1.59 lid 2 sub c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie.
(art 1.59 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie.
(art 1.59 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder heeft een oudercommissie ingesteld.
(art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
11 van 13
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 18-09-2014
Storks-Schapenatjesduin te 'S-GRAVENHAGE
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening
Aantal kindplaatsen
: Storks-Schapenatjesduin
: 39
Gegevens houder
Naam houder
Adres houder
Postcode en plaats
KvK nummer
:
:
:
:
Zein Child Care Group B.V.
Postbus 84340
2508 AH 'S-GRAVENHAGE
27262602
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD
Adres
Postcode en plaats
Telefoonnummer
Onderzoek uitgevoerd door
:
:
:
:
:
GGD Haaglanden
Postbus 16130
2500 BC 'S-GRAVENHAGE
070-3537224
P. van Beek
Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente
Adres
Postcode en plaats
: ‘S-GRAVENHAGE
: Postbus 12652
: 2500 DP 'S-GRAVENHAGE
Gegevens toezicht
Planning
Datum inspectie
Opstellen concept inspectierapport
Zienswijze houder
Vaststelling inspectierapport
Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercommissie
Verzenden inspectierapport naar
gemeente
Openbaar maken inspectierapport
:
:
:
:
:
18-09-2014
30-09-2014
Niet van toepassing
16-10-2014
16-10-2014
: 16-10-2014
: Week 45
12 van 13
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 18-09-2014
Storks-Schapenatjesduin te 'S-GRAVENHAGE
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
13 van 13
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 18-09-2014
Storks-Schapenatjesduin te 'S-GRAVENHAGE