k I S C S p w e i ® O v e rn e m in g v a n a rtik e le n e n z . z o n d e r to e ste m m in g va n de u itg e v e rs is ve rb o d e n U-DAAGS Ja a r- a b o n n e m e n t (b ij v o o r u itb e ta lin g ) f 30,-, buiten N e d e r la n d f50,-, losse n u m m e rs f 2,-, ORGAAN V A N : v a n o u d e ja a r g a n g e n f2 ,5 0 254-500 * , P ie te r de G E W IJ D AAN SC H EEPSBO U W , SCH EEPVAART 30 JUNI I967 EN - NO 13 H A VEN BELA N G EN NEDERLANDSE VEREN IG IN G VAN TECHN ICI O P SCHEEPVAARTGEBIED - CENTRALE B O N D VAN SCHEEPS BOUWMEESTERS IN NEDERLAN D - INSTITUUT VOOR SCHEEPVAART EN LUCHTVAART - N EDERLANDSCH SC H EEPSBO U W K U N D IG PROEFSTATION UITGEVERS W Y T - ROTTERDAM 6 T e l. T IJD S C H R IF T , f VIERENDERTIGSTE JAARGANG Hoochw eg T e le x 21408, P o stre ke n in g 58458 111, REDACTIE: ir. J. N. Joustra, prof. ir. J. H. Krietemeijer, prof. dr. ir. W. P. A. van Lammeren REDACTIE-ADRES: Burg. s’Jacobplein 10, Rofterdam-2, Telefoon 12 60 30 Z.K.H. Prins Bernhard vierde op 29 juni zijn 56e verjaard ag. en J. G. F. W arris M EC O - SY ST E M EN V O O R M A S S A A L C O N T A IN E R V E R V O E R door N E W A U T O M 1 Z ED C O N T A IN E R H A N D L IN G O N T E R M IN A L A N D SH1P P. M E E U S E N Ing. Summary Rcmarkable concept is given for a time- and error-saving method of fully auloinized and registrated container-handling frorn position on terminal to position on board. A uniquc high speed container-handling on terminal with patented lifts and conveyor-belts on board, the entire Operation controlled by computer, even more effective in the combination of specially designed terminals and ships. V O O RW O O R D Door deze publikatie wordt getracht een nieuwe weg aan te geven, volgens welke het mogelijk zal zijn om in de toekom st op mas sale wijze containers te vervoeren. ,,W e ure bevond the point of no return". M et d it doel wordt een nieuw containerschip geïntroduceerd, dat zeer grote afmetingen kan hebben vanwege de scheepsconstructie en de wijze waarop de containerhandling plaatsvindt. De opzet van de Containerterminal speelt daarbij een zeer grote rol en ook hiervoor is een nieuwe weg aangegeven. H et Meeusen-containerschip (M eco-schip) en de M eeusen Containerterminal (M eco-term inal) zijn elk voor zich in hoge m ate arbeid en kostenbesparend. Z ij kunnen onafhankelijk van elkaar worden toegepast, doch de com binatie levert het optim ale rendem ent. D e M eco-systemen alsmede de daarbij toegepaste hydrolift en heloveyor zijn geoctrooieerd. De exclusieve rechten zullen worden ondergebracht bij de Naamloze Vennootschap ,,M eco System s N . V , waaraan van N ederlandse zijde o.a. zal worden deelgenomen door Machinefabriek Hensen N .V . te Rotterdam , w elke eventueel zul zijn betrokken bij de bouw van de hydroliften en heloveyors. Daarnaast wordt door de Nederlandse ingenieursbureaus: Bureau Intveld, Ingenieurs voor Scheepsbouw en W erktuigbouw te Delft, Raadgevend Technisch Bureau Ir. H. .1. Jongen N .V . te Vlaardingen en N .V . Architecten- en Ingenieursbureau F. C. de Weger te R o t terdam, in samenwerking m et enkele hoogleraren van de Technische Hogeschool te D elft en te E indhoven, een uitgebreide studie ver richt om de M eco-systemen technisch te realiseren. Tenslotte zijn ook reeds diverse contacten gelegd met containerspecialisten, geïnteresseerde reders en buitenlandse ingenieursbureaus. Laatstgenoemden zullen desgewenst worden ingeschakeld om ook in het buitenland op ruim e schaal de licentiebouw van M ecosystem en mogelijk te maken. Inleiding H et is vrij algemeen bekend, dat de eindprijs van vele voortgebrachte goede ren en produkten in belangrijke m ate be paald w ordt door de kosten van transport. Een niet onbelangrijk deel hiervan wordt gevormd door het transport over zee. Hoewel het zeeschip na de oorlog, in verhouding tot vroeger, veel goedkoper is geworden drukt op goederen welke over zee moeten worden aangevoerd, in vele gevallen nog een niet te verwaarlo zen vrachtprijs. Om de wereldhandel zo groot mogelijk te kunnen maken, dient de vrachtprijs verder te worden verlaagd. Op velerlei gebied zijn reeds belangrijke bijdragen ge leverd om de exploitatiekosten van het zeeschip en de kosten van de cargo-handling te verminderen. Opvallend zijn tot nu toe twee spectaculaire ontwikkelingen en wel: a. de bouw van reuzentankers, b. de containerisatie. De exploitatiekosten voor het vervoer van olie over zee, per ton/zeemijl, dalen naarm ate het schip groter wordt. De op timale grootte van reuzentankers is nog niet bekend. E r liggen reeds tekeningen gereed voor tankers van 500.000 ton en er worden reeds plannen gem aakt voor tankers van één miljoen ton. Deze zeer snelle groei is in hoofdzaak te danken aan het feit, dat het olie-transport in han den is van een klein aantal grote onder nemingen, terwijl er in zeer grote mate lading beschikbaar is. Dit kan niet w or den gezegd ten aanzien van het vervoer van bulk- en stukgoederen. Weliswaar zijn de bulkcarriers de laatste jaren ook steeds groter geworden, doch het zal moeilijk zijn om het vervoer van bulk goederen zodanig te organiseren, dat bulkcarriers even groot kunnen worden als tankers. Voor het vervoer van stukgoederen, hetwelk behartigd wordt door een groot aantal ondernem ingen met vaste lijn diensten tussen een groot aantal havens, is het probleem van organisatie nog gro ter, zodat tot nu toe aan grote v rach t schepen voor stukgoed praktisch geen be hoefte bestond. Bij de huidige container-revolutie valt echter duidelijk een eerste kentering te bespeuren. Steeds meer reders en andere ondernem ingen gaan sam enw erken in nieuwe container-organisaties en de con tainerschepen, welke voor gezamenlijke rekening worden gebouwd, kunnen d aa r door steeds groter worden. Toch w ordt deze groei nog in ernstige m ate belem m erd, doordat schip en lading (containers) nog niet aan elkaar zijn aan gepast, terwijl de container-handling nog slechts in de kinderschoenen staat. H O O FD ST U K I STAND VAN D E H U ID IG E T E C H N IE K A lvorens nader in te gaan op enkele nieuwe container-handling systemen, w or den, ter vergelijking eerst enige bekende systemen besproken. 1 .1. C ontainerschepen Het vervoer van containers in conven tionele vrachtschepen schept tal van p ro blemen. H et stuwen van containers op de tussendekken is zeer arbeidsintensief en tijdrovend. In het algem een zijn de laadhoofden te klein. D aarn aast is h et dek m eestal niet geschikt om containers als deklast m ee te nem en. H et zeevastzetten is moeilijk en vaak onvoldoende. B escha diging van containers is niet zeldzaam . U iteraard is bij het bouwen van sche pen, welke gedeeltelijk of geheel bestem d zijn voor het vervoer van containers, op verschillende wijzen getracht om het schip beter aan de lading aan te passen. E nige voorbeelden hiervan zijn onder m eer cellen-systeem , het Lautovick-systeem en h et roll-on/roll-off-systeem . 1.1.1. H e t cellen-systeem Dit schip heeft geen tussendekken en de containers w orden door kranen recht streeks in verticale cellen op elkaar ge stapeld. V ooral bij grote schepen w ordt de constructie door het ontbreken van een doorlopend bovendek problem atisch en kostbaar. Bij b ra n d in een container zijn de op elkaar gestapelde containers niet bereikbaar. Zie figuur 1. 1.1.2. H et L autovick-systeem Fig. 2. 1.1.3. D it heeft het voordeel, d a t in het bo vendek geen laadhoofden nodig zijn, om dat de containers via een grote laadpoort over transporteurs aan de lopende band worden geladen en gelost. Als bezwaren kunnen w orden genoemd: de toegang tot het laagste laadniveau (onder de w ater lijn gelegen laadruim te), het op- en neer gaan van het schip m et de voortdurende niveaucorrecties van de landingsbrug, de container-handling op de wal en de extra benodigde k raan voor het vervoer van containers in deklast. Zie fig. 2. - U E S r -'i H et Lautovick-systeem H e t roll-on/roll-off-systeem Aangezien de econom ie bij de con tainer-handling m ede afhankelijk is van de wijze, w aarop schip en lading aan el kaar zijn aangepast, zal in het navol gende tevens w orden gesproken over de aan- en afvoer, alsm ede de opslag van containers op de wal. is gebaseerd op het aan boord rijden van containers en andere voertuigen, zie figuur 3. Als bedenkingen kunnen worden genoem d het stuw en en zeevastzetten van de lading, de benodigde tijd voor het op en afrijden, de container-handling op de wal, de benodigde ventilatie, deconstructie van de dekken (wieldruk), de hellingen, w aarm ede de verschillende dekken met elkaar w orden verbonden, de grote hoe veelheid m ee te nem en w aterballast e.d. *4 —*•?•"! jwr»**:.«» £ 1.2. C ontainerterm inals E r bestaat een nauw verband tussen de inrichting en de organisatie van d e Con tainerterm inal en de toegepaste container schepen, zodat, ter vergelijking, tevens enkele containerterm inal-system en w or den besproken. A— t .. r T m r n r a "j *$»&*■* jsÉb" ' --------- * * ........ .-i»............ ^ ■s-".*'ï ^ *-» •s»‘*wa»»........... 2.2. H et m echanisch stu w e n van containers in de ru im en Bij het vervoer van g ro te hoeveelhe den containers in grote containerschepen dient het transport aan b o o rd geheel te zijn gemechaniseerd, w a arb ij elektroni sche bedienings- en co n trolem iddelen het aantal benodigde m en sen tot een m ini m um beperken en fo u te n zo goed als zeker kunnen w orden uitgesloten, zelfs indien. in continudienst w o rd t gewerkt. 2.3. Fig. 4. 1.2.1. Het overkoepel-systeem. Het chassis-systeem Bij dit systeem worden de containers op een sta-chassis geplaatst, waarop zij op de loswal en op de terminal kunnen worden verreden. E r zijn dus alleen trekkers nodig om de containers te vervoeren. Sta-chassis zijn echter niet geschikt voor wegtrans port, waar speciale (en veel duurdere) weg-chassis voor nodig zijn. Bezwaren van dit systeem zijn onder meer: het gro te aantal benodigde sta-chassis, het niet kunnen stapelen op de terminal, het over laden van sta-chassis op weg-chassis en het slechte rendement van het oppervlak. 1.2.2. Het straddle-carrier-systeem Bij dit systeem kunnen de containers op de terminal twee-hoog (en misschien zelfs drie-hoog) worden opgestapeld, wan neer de bodemgesteldheid zulks toelaat. De straddle-carriers hebben echter een zeer grote wieldruk en vereisen op vele plaatsen (b.v. in Holland) zeer kostbare straatvoorzieningen of kunnen in het ge heel niet worden toegepast. Daarnaast vereisen grote terminals — w aardoor de transportafstanden toenemen — relatief een groot aantal straddle-carriers. De be nodigde investeringen zijn vrij hoog en er worden evenals bij het chassis-systeem hoge eisen gesteld aan de organisatie t.a.v. de juiste aan- en afvoer van de containers. 1.2.3. H et overkoepel-systeem Bij dit systeem overkoepelt de kraan op de loswal tevens de Containertermi nal, zodat noch sta-chassis, noch straddlecarriers nodig zijn, zie figuur 4. Uiter aard is de snelheid van laden en lossen veel langzamer — om dat de kraan zich zelf over de gehele Containerterminal moet verplaatsen — en kan dit systeem dus alleen worden toegepast voor kleine Containerterminals. H O O FD STU K II D O ELSTELLIN G : MASSAAL CO N TA IN ER TR A N SPO R T Wanneer in de toekomst 85 % van alle vaste transportgoederen, zoals thans wordt voorspeld, per container zullen worden vervoerd, m oet men nu reeds plannen durven maken, die op deze prog nose zijn gebaseerd. Om deze plannen te kunnen verwezenlijken, moet aan de volgende eisen worden voldaan: 2.1. „C ontainerpom pen” Het laden en lossen van grote contai nerschepen dient ongeveer even gemak kelijk te zijn als het laden en lossen van grote tankschepen, waarbij de olie in een continustroom zonodig binnen één etm aal in tanks op de wal wordt overgepompt. De containers dienen dus als het ware in- en uit het schip te worden „gepom pt” . De „zuiger” moet bij voorkeur in beide richtingen een arbeidsslag maken, dus ge lijktijdig laden en lossen. G em echaniseerde a a n - en afvoer De door de „p o m p ” i n beweging ge houden containerstroom , m ag niet w or den gestagneerd. D a a ro m m oet de „stroom ” niet door m e n se n (trekkers, straddle-carriers etc.) in bew eging w or den gehouden, doch d o o r een gem echa niseerd systeem, dat g eh e el is geautom a tiseerd en waarbij m ech an isch e adm inistratie-systemen ervoor zo rg en , dat de ad m inistratie foutloos v e rlo o p t. H O O F D S T U K III H E T M E C O -S C H IP D e ontwikkeling v an h e t M eco-schip is in feite te danken a a n de uitvinding van de hydrolift en de h elo veyor, welke in een volgende uitgave v a n dit b lad zul len w orden beschreven. V o o r de doel stelling containers m et g ro te schepen op massale wijze te v erv o ere n , w erden de conventionele ideeën o v e r schepen en het laden en lossen d a a rv a n zoveel m ogelijk losgelaten en werd h et v ra ag stu k v an de container-handling in h e t schip en op de wal op integrale wijze aa n g ep ak t. 3.1. H et laadprincipe H et M eco-schip is te vergelijken met een tanker. Dit geldt zo w el voor w at be treft de constructie als d e wijze, w aarop de lading w ordt in- e n u it „gepom pt” . D it „pom pen” g e b e u rt door twee beurtelings op- en n ee rg a a n d e liften (z.g. hydroliften) welke n a a s t elkaar zijn ge legen in dezelfde d w arsscheepse doorsne de. De hydrolift voert d u s een lading te lossen containers o m h o o g en neem t di rect daarna weer een la d in g te laden con tainers mee omlaag. .D e containers w or den m et een kraan a a n - en afgevoerd. Deze kraan kan ev en een s in beide rich tingen een effectieve tran sp o rth an d elin g verrichten. D oordat de hydroliften in de zelfde dwarsscheepse doorsnede zijn ge legen, behoeft de kraan niet te verrijden w anneer om beurten de liften w orden ge lost en geladen. D e containers w orden in het ruim m et m echanische m iddelen, z.g. heloveyors in langsscheepse horizontale laadcellen of laadgangen gestuwd en dit kan zo vlug gaan dat steeds één d er liften gereed staat onder de kraan zodat deze geen wachttijden heeft. D e aan- en afvoer van de containers op de wal gebeurt bij voorkeur eveneens m echanisch (zie hoofdstuk IV D e M ecoterm inal) en wel zodanig, dat de kraan de te lossen container rechtstreeks neer kan zetten en direct d aarn a een te laden container kan opnem en. D e kraan 'behoeft niet te w achten of te verrijden om een container neer te zetten of op te pakken. 3.2. H et stuw principe O p de hydroliften zelf zijn transpor teurs — z.g. lift-heloveyors — ingebouwd. In de ruim en zijn v ó ór en achter de 'hy droliften een aantal langsscheepse laad cellen of laadgangen boven elkaar ge bouwd; zie figuur 5. Ie d er van deze laad cellen is voorzien van een transporteur, een z.g. cel-heloveyor. D e hydrolift kan voor iedere laadcel stoppen, w aarbij de lift-heloveyor autom atisch w ordt door verbonden m et de cel-heloveyor; zie fi guur 9. Bij het laden w orden dus de containers van de lift-heloveyors overge nom en d o o r de cel-heloveyors, w aarbij alle voorgaande zich in de laadcel 'be vindende containers tegelijkertijd m ee op schuiven. D it opschuiven van de contai ners gebeurt zodanig, d at de laatste van de lift gekom en containers dan juist vrij blijven van de lift. O p deze wijze kan de volgende liftlading containers precies aan sluiten op de voorgaande, ongeacht de lengte van de containers. D e afm etingen van de laadcellen zijn bij voorkeur zodanig, dat daarin de con tainers twee breed en twee hoog gesta peld kunnen worden. A fhankelijk van de afm etingen van het schip kunnen bijvoor beeld drie laadcellen boven elkaar w or den gebouw d, zodat op iedere liftschacht dan zes horizontale laadcellen uitkom en. Z o d ra één laadcel is leeggem aakt, kan het gecom bineerd laden en lossen beginnen. De te laden containers w orden dan dus in deze leeggem aakte laadcel geschoven, w aarna de lift uit een andere laadcel con tainers m ee om hoog voert en zo ver volgens to t de lading in alle laadcellen is gewisseld. D oor het grote aantal laadcellen (bij toepassing van vier liften heeft men b.v. 4 X 6 = 24 laadcellen) is een zeer in teressant stuw plan mogelijk. Z onder be zw aar kan in m eerdere havens lading worden gelost en opgenom en, terwijl de zw aartepuntsligging van de lading een voudig kan worden geregeld door de con tainers afhankelijk van het gewicht in la gere of hogere laadcellen te stuwen. >r 1 1 1 1 1 "■1 “ï--J—L~V-' —t—i—c—t—r-p ' "N t " r 1 .x s ' •• 1 . I's-! J t-^ x - j . jU'-rirX'XL !rc~ ~,T-“ i x T x l --- liXX- TXXTI'X-J! I x f x ï ' v f v l ....IL^I |V T ; 7 1 ! X ' T > / il i :•••: i X -x -x 1 •-/' F* ' M / ' : ! X ' xj / \ i p ...r y tü., Ji, 1:1 n IL 4_ t - V-iX A - II - II II / Z-~Q ZZD r_t_t_t_I_I_ CZT3 C~~P —czz) czX) cziD'ciri) st 1 c1dr af r Lr r r r r —Ct--1 --[-C -1 --C --1 i—1—3— 1—1_T 1_a—1 11 1 Fig. 6. ji.,^41 ....,!L, ji y CZZD CT !> CZD CZD Dwarsdoorsnede Meco-scliip. 3.3. T echnische beschrijving H et M eco-schip, zie figuur 5, heeft ook constructief veel overeenkom st m et een tanker en de m axim ale afmetingen zijn niet gelim iteerd. H et heeft een doorlopend bovendek en m inder dan 10 % van het dekoppervlak w ordt ingenomen door de laadhoofden, w elke klein zijn en zodanig geplaatst, dat de langsscheepse sterkte daard o o r niet w ordt aangetast. H e t schip is voorzien van langsschotten. O ver de hydroliften kan, in het kort worden gezegd dat de aandrijving plaats vindt vanuit de m otorkam er, welke in het liftplatform is ingebouwd. E en viertal vanuit deze m otorkam er aangedreven tandw ielen w erkt daarbij sa men m et een viertal in de liftschacht in gebouw de pennenranden. H et platform hangt dus niet, zoals gebruikelijk is, aan staaldraden, welke door lieren worden opgetrokken, doch klim t — zoals een booreiland — zelfstandig in de in de lift schacht aangebrachte pennenranden. O ver de heloveyor kan in h e t kort w orden gezegd, d at deze bestaat uit een reeks sleden, w elke eindeloos m et elkaar zijn verbonden. De containers staan op de sleden, welke glijdend worden voort getrokken en d e onderkant van de con tainers kom t dus niet m et draaiende de len in aanraking. D e aandrijfinrichting van de heloveyor is in de m otorkam er van de hydrolift ondergebracht. D e cel-heloveyors hebben geen afzon derlijke aandrijving, doch w orden door m iddel van een koppelinrichtm g door de lift-heloveyors aangedreven. H et dek kan vrijelijk ondersteund w or den door een groot aantal stutten, welke doorlopen to t de dubbele bodem , zie fi guur 6. Tussendekken kunnen eventueel ontbreken. D w arsscheeps zijn de stutten m et el k aar verbonden door dwarsdragers, welke in langsscheepse richting met elkaar zijn verbonden door langsdragers, w aarop de glijgoten van de cel-heloveyors zijn aan gebracht. D oor de langsschotten en het raam w erk, bestaande u it stutten, dwarsen langsdragers, is het M eco-schip zeer stijf en voordelig, alsook zeer praktisch ingericht te bouw en. D e stuwcoëfficiënt is zeer hoog en h et M eco-schip neem t zoveel lading mee, dat h et vullen van alle of vele ballasttanks zelden nodig zal zijn. Figuur 7 geeft w eer een langsdoorsnede van de hydrolift m et lift-heloveyor en een deel van de laadcel-heloveyors. Figuur 8 geeft daarvan weer een boven aanzicht, terwijl de figuur 9 laat zien hoe een laadcel-heloveyor autom atisch w ordt doorverbonden m et de lift-beloveyor, wanneer de hydrolift vóór de desbetref fende laadcel komt. 3.4. H e t zeevastzetten Het is van groot belang, d at de con tainers bij zware zeegang op hun plaats blijven staan. V olgens een bekende methode worden de containers m et hou ten keggen klem geslagen. Deze m ethode is echter zeer tijdrovend. F ig u u r 10 toont een oplossing, waarbij de containers tus sen twee gelei derails w orden ingeklemd. Deze rails zijn m et hefbom en verbonden met de schotten of m et de stutten; trek t men volgens de pijl aan de geleiderails, dan drukken de hefbom en de geleiderails tegen de containers, w aard o o r deze alle gelijktijdig m uurvast w orden ingeklemd. H et losmaken van de co ntainers gebeurt door de geleiderails in tegenovergestelde richting te bewegen. H et zeevastzetten kan geheel m echa nisch gebeuren en vanaf een centrale plaats w orden bediend. 3.5. D e veiligheid H et M eco-schip is veiliger u it te voe ren dan een vrachtschip van het con ventionele type zulks o.a. d o o r de langs schotten en de m ogelijkheid tot het aan brengen van tussendekken, w elke geen stuwage verlies opleveren. D e sterkte van het bovendek w ordt p raktisch niet door de laadhoofden verzw akt, d o o rd at deze slechts verhoudingsgewijs klein zijn. W eerstand tegen schranken en torderen wordt in belangrijke mate verkregen door het kruisverband in de dwarsdragers, waarop heloveyors zijn gebouwd. De be veiliging tegen brand kan zeer effectief zijn, doordat tussen de cel-heloveyors rookmelders en sprinkler-installaties kun nen worden gebouwd. Tussen de cel-heloveyors zijn kruipgangen, zodat in noodgevallen alle con tainers bereikbaar zijn. De kruipgangen zijn tevens van belang om z.g. koelcon tainers aan te kunnen sluiten op het elek trisch circuit, inspecties te verrichten, temperaturen af te lezen etc. De kruip gangen dienen tevens voor de ventilatie van de laadcellen. 3.6. De economie H et ligt in de lijn der verwachtingen, dat de vrachtprijs per ton/zeemijl ('beter is per m :V zeemijl) met het groter worden der Meco-schepen in dezelfde verhouding zal dalen als bij tankschepen, hetgeen kan worden gebaseerd op de hieronder genoemde voordelen: le de scheepsafmetingen kunnen, zoals bij tankers, zeer groot worden. 2e het aantal bemanningsleden zal k u n nen worden gelijkgesteld m et dat van tankers van dezelfde afmetingen. 3e door de „containerpom pen” (hydroliften) kan de lading zéér snel w or den gewisseld, w aarbij gelijktijdig kan worden geladen en gelost. 4e de containers w orden m echanisch in de laadcellen gestuwd m et behulp van heloveyors, welke desgewenst kunnen worden geautom atiseerd. 5e de stuwcoëfficiënt van het M ecoschip ligt zeer hoog. 6e er zijn zoveel stuw m ogelijkheden dat lading met zeer uiteenlopend soortelijk gewicht kan w orden m ee genomen. 7e er kan zonder bezw aar in m eerdere havens lading worden ingenom en of gelost. 8e op het bovendek zijn praktisch geen obstakels en het dek is goed onder stut, zodat daarop een m axim aal aantal containers kan worden mee genomen. 9e het zeevastzetten van de containers kan m echanisch gebeuren. 10e koelcontainers, containers voor spe ciale lading etc. kunnen w orden aan gesloten op het energiecircuit. 11 e de horizontale laadcellen kunnen gem akkelijk w orden geventileerd en w orden voorzien van rookm elders en sprinkler-installaties voor brand bestrijding. H O O FD ST U K IV D E M E C O -T E R M IN A L D e wijze van container-handling op een containerterm inal en de daarbij be horende adm inistratie en organisatie spe len een uiterm ate belangrijke rol bij het laden en lossen van containerschepen, zo d at deze niet buiten beschouwing kunnen blijven. H et is bekend, d a t 'het voor kon kom en, dat het m axim aal aantal te ver laden containers w ordt bepaald door een bij de adm inistratie gelegen bottle-neck. U iteraard kan de bottle-neck ook ergens anders zijn gelegen en dient te worden getracht de „doorstroom ” zo ruim m o gelijk te m aken. D aar in dit verband de ervaring op container-term inalgebied nog niet groot is, werd gebruik gem aakt van de ervaring welke m et plate-handling werd opgedaan op het platenpark van een scheepswerf. De lengte- en breedtem aten en de gewich ten van scheepsplaten kom en veel over een m et die van containers. De geauto m atiseerde plate-handling m et bijbehoren de adm inistratie en organisatie kan met enige wijziging m et groot voordeel wor den toegepast voor container-handling op een containerterm inal. 4.1. H et platenpark op de scheepswerven D oor de naoorlogse sterk verkorte bouw tijden werd het nodig, de scheeps platen n aar behoefte van de produktie en in een bepaalde volgorde aan te voeren. Volgens een toegepast voorbeeld wa ren vijf kranen, welke m eestal in twee ploegen w erkten, niet in staat om de pla ten op tijd in de goede volgorde aan te voeren. Soms m oesten de platen door ge brek aan coördinatie en door een tekort aan ruim te enige m alen opnieuw gesor teerd worden. Aanvankelijk w erd de oplossing ge zocht in de richting van het verticaal in rekken plaatsen van alle platen, zodat m en deze er in iedere gewenste volgorde weer uit zou kunnen halen. D it systeem bleek echter niet te vol doen, om dat bij sterke wind de platen niet handelbaar zijn, terwijl dit systeem te veel m ensen vraagt en zeer tijdrovend is. De oplossing w erd gevonden door weer op het horizontale opslagsysteem terug te vallen en het platenpark zodanig te reorganiseren, d a t door één enkele (m ag neet) k ra an het gehele platenpark w ordt bestreken. D eze m agneet-portaalkraan m oest de platen lossen, sorteren en in een bepaalde volgorde via rollentafels aanvoeren voor de produktie. D oordat de m agneetkraan de aanvoer continu m oest blijven voeden, kreeg deze kraan veel w achttijd. De oplossing hiervoor kon w orden gevonden door invoering van een buffervoorraad in de produktielijn, be staande uit een aantal stapels. D e auto m atisch ladende rollentafel (captivator) kon n aar behoefte, een plaat van de b u f fervoorraad weghalen en doorvoeren. D e kraan kreeg daardoor een veel beter re n dem ent, hetwelk nog w erd verhoogd door een planningsysteem in de kraan, w aar door de kraan praktisch geen overbodige handelingen m eer behoefde te verrichten. D oor invoering van het nieuwe sys teem , w a ar ook een autom atisch lossende platenwagen (collocator) aan te pas kwam, bleek het m ogelijk de 5 ouderw etse k ra nen te vervangen door één kraan, waarbij op personeel ca. 20 m an werd bespaard. 4.2. A lgem ene beschrijving De M eco-term inal kan weliswaar w or den toegepast in com binatie m et ieder willekeurig containerschip, doch de speci fieke voordelen komen het beste to t hun recht, w anneer M eco-schepen w orden toe gepast. De daarbij toegepaste „containerpom pen” en d e m echanische m iddelen voor de voortbeweging van de containers in de ruimen zorgen voor een zeer hoge doorstroom snelheid in twee richtingen. M eco-schepen m et een laadcapaciteit van m eer dan duizend containers zullen wel licht niet lang op zich laten w achten. U iteraard m oet de containerterm inal d aar op zijn berekend en een opslagcapaciteit van b.v. 5.000 containers of m eer — w el ke nu nog zeer hoog lijkt — zal in de n a bije toekom st blijken nodig te zijn. V an zelfsprekend dienen daarbij zowel uit technisch als uit economisch oogpunt zeer hoge eisen te w orden gesteld, w aarbij ook de organisatie niet m ag w orden vergeten. Hierbij kunnen de containers b.v. door com puters w orden opgespoord en, een maal in de transportstroom gebracht, door autom atische weeginstallaties w orden ge wogen, gecontroleerd en met wiskundige zekerheid w orden in- en uitgeboekt. en de aan- en afvoer op de loswal dient dus ook in beide richtingen tegelijk in stand te worden gehouden. W anneer de containers doo r chauffeurs met trekkers of m et straddle-carriers w orden vervoerd, is een perfecte organisatie en een continustroom niet te garanderen. De aan- en af voer van containers op de loswal dient daarom ook m echanisch te zijn en, indiep mogelijk, ook geautom atiseerd. Hiertoe w ordt de losw al-containerkraan zowel aan de waterzijde als aan de landzijde buiten de rails uitgebouwd (zie fig. 11). Onder de uitbouw aan de landzijde worden per sectie twee heloveyors geplaatst, nl. één voor de aanvoer en één voor de afvoer vap de containers (fig. 11 vertoont twee sec ties, elk voorzien van een term inal-portaalkraan, aangegeven met de letters A en B). M et behulp van instelbare schakelaars op de heloveyors w ordt bewerkstelligd, dat de aangevoerde containers precies op de juiste plaats onder de kraan worden aangevoerd, zodat de kraan niet behoeft te verrijden om een container op te nemen en daarna wederom te verrijden om de container op de juiste plaats op één van de liften te plaatsen. De Meco-terminal kan bestaan uit één, twee of m eer secties, zodat de containers b.v. bij het lossen kunnen w orden gesorteerd d o o r ze op de ene of op de andere heloveyor te plaat sen. H et neerzetten van de geloste contai ners op de afvoer-heloveyor is niet aan een precieze plaats gebonden en verloopt daardoor zeer vlug. De snelheid van de heloveyors moet bij een enkelvoudig sys teem met één sectie zo groot zijn, dat ten minste één containerlengte verplaatst w ordt binnen de tijd, waarin de kraan een retourhandeling heeft verricht. Voor een retourhandeling zal ongeveer 1 Y< mi nuut nodig zijn, zodat de snelheid van de heloveyors ca. 10 m /min. zal moeten zijn. Bij een snelheid van 1 / , m inuut per re tourhandeling zouden ca. 40 containers per uur kunnen worden geladen en zou eenzelfde aantal kunnen w orden gelost. De kraan heeft dan een capaciteit van 80 containers per uur, bij enkelvoudig con tainertransport. H et is echter goed denk baar, dat twee containers aan elkaar wor den gekoppeld en de kraan een dubbel hefvermogen krijgt. H ierdoor zou één kraan zelfs in staat zijn om 160 containers per uur te vervoeren. Stelt men het gemid deld gewicht per container op 20 ton, dan zou deze kraan een maxim um-capaciteit kunnen hebben van 160 X 20 = 3.200 ton per uur. Een schip, dat 10.000 ton lading aan- en afvoert, zou dan dus binnen zeven u ur weer kunnen uitvaren. 4.4. 4.3. C ontainertransport in twee richtingen O nder 3.1. w erd beschreven hoe de „containerpom pen” in beide richtingen een arbeidsslag m aken. H et kraanvervoer Aanpassing door buffervoorraad-vorm ing W anneer de containers in een zeer snel tem po op de term inal m oeten worden aanen afgevoerd, kan het voorkomen, dat één kraan op de term inal het tempo niet bij kan houden. H iertoe worden de aan- en afvoerheloveyors aan het einde voor zien van een wissel niet daarop aanslui tend een dwarsheloveyor. Deze z.g. bufferstations liggen onder het bereik van de term inalkraan en kunnen een zeer groot aantal containers opnem en. De contai ners kunnen daarop enkel, dubbel, drie voudig of m eer in hoogte w orden opge stapeld. Indien nodig kunnen b.v. 200 containers op het buffer-aanvoerstation worden geladen, voordat het schip binnen is en het wisselen van lading begint. In het algemeen zal de losw alkraan een veel h o ger tem po hebben dan de term inalkraan, welke m oet verrijden om de containers op hun plaats te brengen. D it is echter geen bezwaar, om dat het afvoer-bufferstation eveneens b.v. 200 containers kan opnem en, welke op de term inal kunnen worden opgeslagen n adat het schip weder om zee heeft gekozen. 4.5. De derde dimensie, com puters en autom atisering Op een M eco-term inal kunnen de con tainers zo hoog worden opgestapeld als de constructie van de containers, de bo dem gesteldheid en het organisatieverm ogen toelaten. In het algem een zal niet meer dan zes hoog w orden opgestapeld (ca. 15 m). D it is in verband m et de hoogte van de . term inalportaalkraan goed mogelijk. U iteraard dient de ophanging van de hijsbalk m et diagonaaldraden te gebeuren, zo als bij de m agneetkranen in de scheeps bouw, om dat de last bij het afrem m en van de kraan en bij sterke w ind niet m ag schommelen. D e derde dimensie w ordt bij geen enkel ander term inal-systeem zo vol ledig benut. H et opbergen en later weer opsporen van de containers kan praktisch niet m eer op menselijke geheugens worden gebaseerd en hiervoor zullen com puters m oeten worden toegepast. D e term inal kraan kan autom atisch w orden bestuurd door een com puter of een ponskaartsysteem m et een in de kraan ingebouwd co ördinatenstelsel. 4.6. Vogelvlucht, veiligheid en inspectie Op een M eco-term inal kunnen de con tainers diagonaal, dus kris-kras over de andere containers heen w orden vervoerd. H et vervoer van de containers kan in vo gelvlucht praktisch rechtlijnig gebeuren. U iteraard gaat dit vlugger en veiliger dan vervoer over de grond, w aar o p de hoeken van „containerstraten” verkeersproble men kunnen opdoen en de kans op aan rijdingen en beschadigingen voortdurend aanwezig is. H et risico m et betrekking tot inbraak en diefstal uit de containers op een M eco-term inal is zeer klein. D oor de wijze van opstapelen kunnen eventuele dieven er praktisch niet bij. Bovendien worden de containers praktisch voortdu rend vanuit de kraan — dus van boven uit de lucht — geïnspecteerd. Desgewenst kunnen tussen de containers enkele brand gangen w orden aangelegd. Bij eventuele zelfontbranding binnen in een container zal de kraan, welke hoog boven de con tainers uitsteekt, in vele gevallen de des betreffende container kunnen wegnemen voordat andere containers worden aange tast. V oorts kan de kraan worden uitge rust m et doelm atige brandblusm iddelen. 4.7. E xpeditie N aarm ate de M eco-schepen om econo mische redenen groter worden, zullen er m eer containers tegelijk worden aange voerd en zullen de tussenpozen van bin nenkom st der schepen groter w orden. In verband hierm ede verdient het aanbeve ling om onder de term inal-portaalkraan een grote expeditieruim te te reserveren, zoals aangegeven op tekening figuur 11. Op deze tekening is de term inal m et twee portaalkranen uitgevoerd en is de expedi tieruim te onder beide kranen sam enge voegd. Eventueel kan deze ruim te zo worden ingedeeld dat daar ook de z.g. re-packing plaats k an vinden. H iertoe zouden enkele in de straat ver zonken heloveyors kunnen w orden benut, welke de containers n aa r de re-packing magazijnen voeren. De containers welke rechtstreeks p er trekker m oeten worden vervoerd, kunnen op z.g. overslagautom aten worden geplaatst. D it zijn 2-delige fram es, w aar de trekkers met chassis tussendoor rijden, w aarna een aan tal vorken op verticaal gelagerde assen 90° w orden gedraaid en onder de contai ner grijpen. D e verticale assen w orden daarna alle tegelijk om hoog bewogen, zo dat de container door m iddel van de vor ken van het chassis w ordt getild. D e con tainers kunnen op om gekeerde wijze op de chassis worden geladen. H iertoe zet de portaalkraan een aantal af te voeren con tainers op de autom aten gereed. Het chassis w ordt onder de te laden container gereden en een drukknopbeweging doet de container op het chassis neerkom en, w aarna de vorken vrij kom en en de trek ker kan wegrijden. De chauffeur van de trekker kan het laden en lossen door mid del van de overslagautom aten geheel alleen verrichten zonder dat daarbij hulp van anderen nodig is. U iteraard m oet wel een doelm atig controlesysteem worden toegepast om te voorkom en, dat de chauffeur fouten m aakt, dan wel dat deze onm iddellijk worden geregistreerd. B.v. alle overslagautom aten zijn genum m erd en voorzien van een stem pelklok, w aar mee door een bijpassend ponskaartje de bedieningsinrichting kan worden gede blokkeerd. D e chauffeur ontvangt bij aan komst twee ponskaartjes; het ene is voor de overslagautom aat w aar hij moet lossen en het andere is om weer een container te kunnen laden. Bij vertrek levert hij de af gestempelde ponskaartjes weer in. D e voordelen van de overslagautomaten zijn, dat de trekker m et chassis praktisch geen w achttijd heeft en onm iddellijk weer kan vertrekken, terwijl w ederom een aan zienlijke buffervoorraad tussen de ter minal en de expeditie w ordt bereikt. Het rendem ent van de term inalportaalkraan wordt hierdoor anderm aal gunstig beïn vloed en het systeem is zeer arbeids besparend. 4.8. D e econom ie D e M eco-term inal vereist slechts % a 14 o deel van het terreinoppervlak, dat nodig is bij term inals, resp. volgens het straddle-carrier- en het chassis-systeem. Deze zeer grote besparing is niet alleen terug te vinden bij de investering van de benodigde grond, doch geldt tevens aan gaande de bestrating, drainering, riolering, verlichting etc. D oor de zeer sterke con centratie w ordt tevens een aantal zeer belangrijke economische voordelen be haald, welke in het k ort als volgt kunnen worden samengevat: 1. zeer snel laden en lossen van sche pen; 2. zeer hoge efficiency van loswalkranen; 3. besparing door m inder aan te schaf fen loswalkranen; 4. besparing door m inder aan te kopen terreinen; 5. besparing op andere bijkomende terreininvesteringen; 6. besparing door m inder aan te schaf fen m aterieel; 7. besparing op onderhoud materieel; 8. besparing op technisch personeel; 9. besparing soneel; op adm inistratief 10. m inder risico betreffende brand en diefstal; per schade, 11. m inder kans dan wel uitsluiting van fouten en vergissingen; 12. beter rendem ent van het wagenpark (trekkers en chassis); 13. flexibele organisatie, zeer snelle dienstverlening aan gebruikers. R E IN IG IN G V A N R E S ID U A L E B R A N D S T O F FEN V O O R S C H E E P S D IE S E L H O T O R E N *) door Ir. A. d e M ooy **) Ir. M. V erw o est ***) en Deel II D rs. G. G. van d e r M eulen ****) SUM M ARY T h is article deals with the results of comparative experimental investigations on the influence of fuel treatment on the wear o f cylinder lin ers and piston rings of a two-cylinder two-stroke cycle laboratory diesel engine, using filtered or centrifuged residual fuel. T h e results indicate that the wear rate of the engine, under the operational conditions of the experiments, did not differ significantly fo r filtered fuel, using a 10 u filter, from that when using centrifuged fuel under the sam e conditions. 2.1. Gegevens 1. Inleiding D e om economische redenen door de re d e rs noodzakelijk geachte vermindering v a n de bemanningssterkte van koopvaar dijschepen heeft geleid tot de ontwikke lin g van technieken, werktuigen en ap p a ra tu u r die de bedienings-, reparatie- en onderhoudsw erkzaam heden in de scheepsm achinekam er verminderen. I n het kader van deze ontwikkeling p a s t het hier beschreven onderzoek van ee n behandelingsmethode van de op de m eeste motorschepen gebruikte residuale b ran d sto f van de hoofdmotor, die naar verw acht wordt minder arbeidsintensief, bedrijfszekerder en goedkoper is dan het gebruikelijke centrifugeproces. D e als gevolg van de toepassing van alkalische cilindersmeermiddelen en ver b e te rd e constructiematerialen sterk ge reduceerde cilinderslijtage [3], heeft de v ra a g doen rijzen of het centrifugeren van d e brandstof essentieel is voor het econo m isch verantwoord functioneren van de hoofdm otor, dan wel vervangen kan wor d e n door een eenvoudig filtreerproces. T e r oriëntatie inzake de te verwachten slijtagesnelheid van cilinderloopvlak en zuigerveren, werd een experimenteel on derzo ek verricht aan een laboratoriumm o to r, w aarvan de constructie vergelijk b a a r is m et een tweetakt enkelwerkende scheepshoofdm otor, bij gebruik van een residuale brandstof, die op twee verschil le n d e wijzen werd behandeld, te weten gecentrifugeerd of gefiltreerd. 2. 2.1.1. M otor {fig. 1) Fabrikaat : Bolnes N.V. Krimpen aan de L ek (Holland) 2 A antal cilinders tw eetakt C ydus 190 oim Boring 350 mm Slag 428 o.p.m. Toerental 100 apk Nom inaal vermogen langsspoeling Spoelsysteem 2.1.2. Brandstof De analyse van de gebruikte brandstof is samengevat in tabel 1. 2.1.3. Krukkastsmeerolie Als cartersmeerolie werd gebruikt een ongedoopte m inerale olie B.P. Energol O E 175, waarvan de specificaties bij het begin en het einde van het onderzoek zijn samengevat in tabel 2. 2.1.4. Cilindersmeerolie De cilinders werden gesmeerd m et cilinderolie B.P. Energol CLO 40M m et specificatie volgens tabel 3. 2.1.5. Brandstofreinigingssysteem (fig. 2) V oor de reiniging van de brandstof werden in het brandstofsysteem opgeno m en een purifier, fabrikaat T itan, type CM A-1310 en een, door m iddel van lucht, zelfreinigend gaasfilter m et een maaswijdte van 10 m icron, fabrikaat Kwant, type F 008237. D e twee aanw e zige dagtanks werden gebruikt v o o r de gecentrifugeerde en gefiltreerde bran d stof. H et leidingsysteem was zodanig ontworpen dat of gecentrifugeerde of gefiltreerde brandstof aan de m otor kon worden toegevoerd. Het experimenteel onderzoek H e t onderzoek wordt uitgevoerd aan e e n tweecilinder enkelwerkende tweetakt kruiskopm otor zonder drukvulling van d e M achinefabriek Bolnes, opgesteld in h e t fabrieksiaboratorium. 2.1.6. Bedrijfsomstandigheden Deel 1 verscheen in „Schip en Werf” n r. 12 dd. 16.6.’67. *) Bewerking van Rapport No. 92M van het Nederlands Scheepsstudiecentrum TNO, afd. Machinebouw. * *) Hoofd van de afd. mach.bouw NSS-TNO. *'**) Research-assistent NSS-TNO. ****) Statisticus ABW-TNO. Fig. 1. Dwarsdoorsnede Bolnes Motor. Gedurende het onderzoek w erd de m o tor belast door een draaistroom generator, die een constant vermogen aan het net leverde. Deze belasting bedroeg 95 % van de nominale m otorbelasting. D e hierbij optredende uitlaatgassentem peraturen bebedroegen: 322 °C voor cilinder 1 en 334 °C voor cilinder 2. TABEL 1. Specificatie van de brandstof. TABEL 3. Specificatie van de cilindersmeerolie. Test Dimensie Test Soortelijk gewicht bij 60 ° F ........................ Verbrandingswaarde ...................................... Viscositeit bij 100 °F ................................. Flash point ....................................................... Pour point ....................................................... Conradson carbon .......................................... As ..................................................................... W ater ................................................................ Asfalt ................................................................ Zwavel ............................................................ Vanadium ....................................................... N atrium ............................................................ TABEL 2. ............... ............... ............... ............... ............... ............... g /c m 3 K cal/K g secs. Redwood No. 1 °C °C gew % ............... ............... ............... ............... gew % gew % PPin PPm 0,9640 10.220 3.065 120 16 9,5 0,03 0,1 3,7 3,06 107 53 Specificatie van de krukkastsmeerolie voor en na de proef. Test Dimensie Soortelijk gewicht bij 60 °F Viscositeit bij 100 °F ........... „ 122 “F ........... „ 1 4 0 °F ........... „ 210 “F ........... Total acid number ............... O noplosbaar in n-heptaan O noplosbaar in n-benzeen .................... .................... .................... .................... .................... .................... .................... .................... V oor de proef g /cm 3 cS cS cS cS mg K O H /g gew % gew % De koelw atertem peratuur was 61 °C vóór en 71 °C n a de m otor. D e spoelluchttem peratuur was 71 °C , de spoelluchtdruk 0,186 K g f/c m 2. De verbrandingsdrukken bedroegen 68 K g f/c m 2 voor cilinder 1 en 70 K g f/c m 2 voor ci linder 2. D e brandstoftem peratuur bij de m otor w erd op 126 °C gehouden; de hier bij optredende brandstofviscositeit was 80 secs R edw ood No. 1. H et dlindervoeringm ateriaal was giet ijzer, terwijl van de gietijzeren zuigerve ren de topveer verchroom d was. H et onderzoek werd verricht m et ingelopen voeringen (ca. 1000 uur) en zuigerveren (250 uur). Bij behandeling van deze b ran d sto f m et het filter w erd dit gerei nigd indien h et drukverschil over het fil te r 0,5 K g f/cm 2 bedroeg. D it drukver 0,900 127,8 67,0 42,5 11,76 — — — 2.2.1. vvi. (s.^I \ 6 Q s » u .T * e t t o s -0 V LsaasaiasJ I <5 0 <5 :j FlTE^ (K W Ä H J Fig. 2. 0,45 0,49 0,21 Als bruikbare vergelijkingsmaatstaf voor de, bij gebruik van gecentrifugeer de- of gefiltreerde brandstof optredende slijtage, w erd beschouwd de hoeveelheid ijzer, die m et de cilindersmeerolie wordt afgevoerd tijdens opeenvolgende bedrijfs- O <5>H —e — — M ethode C5 I 72,9 46,5 2.2. M etingen GECSBT*lPUcr£EI?De TAtfWer 0,9029 — schil w as bereikt telkens nadat ca. 40 liter b randstof was doorgestroomd. H e t cilindersm eerolieverbruik was in gesteld op 0,85 g/ap k h . Bij norm aal be drijf k an volstaan w orden m et 0,7 g / apkh. H e t hogere verbruik tijdens het on derzoek was noodzakelijk voor de nauw keurigheid van de toegepaste m eetm e thode. ï CÈVj-rçiPuq-ç Ç tv ta m ) N a de proef -e -e0 ■ Schema brandstofreinigingssystemen. Soortelijk gewicht bij 60 °F Flash point ........................ Pour p o i n t ............................ Viscositeit bij 100 °F . . . . „ 122 'F . . . . Total base number ........... Dimensie 0,956 230 °c —9 cS 185,2 cS 96,0 m gK O H /g 54 g /cm 3 °C perioden van 48 u u r m et elk der genoem de brandstoffen. Deze hoeveelheid w ordt bepaald door het ijzergehalte van d e d o o r d e zuiger veren afgeschraapte cilinderolie vast te stellen en aan te nem en dat d it gelijk is aan het ijzergehalte van de cilinderolie, die via de verbrandingsruim te is afge voerd. [6] [7] [8] [11] Voor h et verzam elen van de cilinderafdruipolie waren de m otorcilinders voor zien van een opvanginrichting, die in fi guur 3 schematisch is weergegeven. De bepaling van het ijzergehalte ge schiedde m et behulp van een fotom e trische m ethode m et als reagens a, a dipyridyl. D oor nauwkeurige m eting v an de per cilinder toegevoerde hoeveelheid cilinder smeerolie kon worden vastgesteld welk percentage hiervan via de opvanginrich ting werd afgevoerd. Hierbij w erd de, moeilijk nauwkeurig te bepalen, conta m inatie van de afdruipolie d o o r drukkastsmeerolie via de zuigerstangpakkingbus niet in rekening gebracht, om dat aange nomen m ag w orden dat deze contam i natie niet beïnvloed w ordt door de brandstofbehandeling en dus de uitkom sten van de slijtageverschilmeting niet zal beïnvloeden. Teneinde een indruk te krijgen van het verloop van de slijtage binnen een „pe riode” van 48 uur, w erd de verzamelperiode op 6 u u r bepaald, zodat in elke proefperiode van elke cilinder 8 monsters cilindersmeerolie werden verkregen. De proefopstelling was hiertoe voorzien van een autom atisch w erkend m echanis me, dat bewerkstelligde dat de uit de op vanginrichting afvloeiende smeerolie met tussenpozen van 6 u u r in een andere monsterfles w erd verzameld. H ierdoor was autom atische m onsternem ing gedu rende 24 uur mogelijk. Fig. 4 geeft een fotografisch beeld van deze inrichting w aarop de hierin toe gepaste schakelklok en de m agneetklepjes te zien zijn. De proeven w erden ge nomen gedurende 96 u u r zonder onder breking. Tijdens de onderbrekingen wer den de verstuivers verwisseld en de op brengst van de cilindersmeerolie doseerpompjes zo nodig gecorrigeerd. Het totaal aantal bedrijfsuren van het onderzoek bedroeg 384, verdeeld in 4 periodes w aarin gefiltreerde brandstof en 4 periodes w aarin gecentrifugeerde brand stof werd gebruikt. 2.2.2. Resultaten Uit de op de in par. 2.2.1. beschreven wijze verkregen gegevens kon de slijtage snelheid van elke cilinder, uitgedrukt in mg ijzer per zes uur, worden berekend. De resultaten van deze berekening zijn als functie van het aantal draaiuren, weer gegeven in figuur 5. In figuur 6 is het percentage cilinderdruipolie uitgedrukt in procenten van het cilinderolieverbruik, eveneens als functie van het aantal draaiuren uitge zet. TABEL 4. Gemeten en berekende gewiektsvermindering van zuigerveren en cilindervoeringen. Gewichtsvermindering gr Onderdeel De volgorde van de testruns was: gefiltreerde brandstof - gecentrifugeerde brandstof - stop (48 uur), gefiltreerde brandstof - gecentrifugeerde brandstof - stop (72 uur), gecentrifugeerde brandstof - gefiltreerde brandstof - stop (72 uur), gecentrifugeerde brandstof - gefiltreerde brandstof. De zuigerveren werden voor het be gin en na beëindiging van het onderzoek nauwkeurig gewogen, terwijl de diame ters van de cilindervoeringen door ver gelijking met een kaliberring, zodat de temperatuurinvloed wordt geëlimineerd, eveneens voor en na het onderzoek op zeven plaatsen van de cilinderhartlijn werden bepaald. Bij deze metingen werd het gemiddel de van de op vier plaatsen van de cilinderomtrek gemeten diameters als de dia m eter ter plaatse beschouwd. Meting van de cilindervoering tijdens de proefperiode werd ongewenst geacht, in verband met mogelijke beïnvloeding van de slijtagesnelheid door de demon tage. M et de hiermede verkregen gegevens kon de door slijtage verloren gegane hoe veelheid materiaal berekend worden. Cilinder 1 Cilinder 2 Voering ................... . . Zuigerveer 1 (top) . . 2 ........... 3 ........... 4 ........... 5 ........... 75 7,867 3,864 2,975 2,861 4,156 33,5 3,257 3,699 4,012 2,193 3,497 Totaal 96,723 50,158 ......................... In tabel 4 zijn de resultaten van de door meting van de cilindervoeringen en meting van de zuigerveren verkregen slijtagecijfers verzameld. 3. Bewerking van de resultaten De in de figuren 5 en 6 samengevatte resultaten werden onderworpen aan een, met behulp van een com puter uitgevoer de, statistische bewerking. Hierbij werden de eerste drie waarnemingen buiten be schouwing gelaten, om dat deze onbe trouwbaar zijn. D aar de resultaten afhan kelijk blijken te zijn van de periode en het aantal waarnemingen per periode klein is, werden deze niet in histogram men verwerkt. V oor de statistische b e werking van de resultaten werden twee variantie-analyses met drie criteria ver richt. Deze criteria zijn: a. De brandstofbehandeling (gecentrifu geerd of gefiltreerd). b. De periode waarin de resultaten w er den verkregen. c. De cilinder waarop het resultaat b e trekking heeft (cilinder 1 of cilinder 2 ). Fig. 4. Inrichting voor automatische monsterneming. Omdat in elke periode van 48 uur, 8 metingen werden verricht, bestaan voor elke com binatie van cilinder- en brand stofbehandeling 4 perioden. Door middel van een zogenaamde variantie-analyse werd de invloed onder zocht van de onder a, b en c genoemde criteria op de resultaten. De betrouw baarheidsintervallen van de slijtagesnelheden en van het verschil in slijtagesnel heid bij gefiltreerde- en gecentrifugeerde brandstof werden berekend m et de toets van Scheffé. 3.1. U itkomst van de bewerking U it de analyse van de resultaten blijkt: 1°. E r bestaat geen significant verschil tussen de toegepaste brandstofbehandelingsmethoden ten aanzien van de slijtagesnelheid. D e berekende onder- en bovengrenzen van de betrouw baarheidsintervallen v an de slijtagesnelheden bij gecentrifugeerdeen bij gefiltreerde brandstof zijn w eer gegeven in figuur 7. D e berekende onder- en bovengren zen van de betrouw baarheidsintervallen van het verschil in slijtagesnelheid bij ge filtreerde- en gecentrifugeerde b ran d sto f (zijn in tabel 5 opgenom en en in figuur 8 weergegeven. TABEL 5. Grenzen van de betrouwbaar heidsintervallen van het verschil in slijtagesnel heid bij gefiltreerde- en gecentrifugeerde brandstof. Bet rouwb aarhei d Interval Ondergrens mg ijzer/ 6 uur Bovengrens m g/ijzer 6 uur 0,75 0,90 0,95 0,975 0,99 7 1 — 3 — 6 — 11 37 43 47 50 55 U it tabel 5 kan, gebruik m akend van de gemiddelde slijtagesnelheid bij centri fugeren, afgeleid worden dat m et een b e trouw baarheid van 95 % , de slijtagesnel heid bij gefiltreerde brandstof m inder dan 10 % hoger is dan de slijtagesnelheid bij gecentrifugeerde brandstof. 2°. E r bestaan significante verschillen tussen „de perioden” ten aanzien van het percentage cilinderafdruipolie en de slijtagesnelheid. D e b e trouwbaarheid van deze conclusie is 99,9 % . 3°. E r bestaat een significant verschil tussen de cilinders w at b etreft de percentages cilinderafdruipolie. Ci linder 1 heeft gem iddeld een ho g er percentage afdruipolie dan cilinder 2. D e betrouw baarheid v an deze con clusie is eveneens 99,9 % . C ilinder 2 produceert 20 % m eer afdruipolie dan cilinder 1. D e betrouw baarheid van deze conclusie is 95 % . 4 °. E r bestaat geen significant verschil tussen de cilinders >ten aanzien van de slijtagesnelheid. 5°. U it de vergelijking van de totale, m et de druipolie analyse m ethode bepaalde slijtage, m et die, b epaald door middel van gewiohtsvermindering van de zuigerveren en diam etertoenem ing van de cilindervoering, blijkt geen overeenstem m ing (zie 4.3). 4. Interpretatie van de resultaten 1. De onder 1° van par. 3.1. genoem de uitkom st betekent d at bij het o n d er zoek geconstateerde verschillen in slij- 4 9 /G lli a j e j jEOM filter , centrifuge filter centrifuge M eetresultaten. centrifuge filter centrifuge filte r Gecentrifugeerde brandstof 95% ! 1 90% 80% i i Gefiltreerde brandstof van de bewerking, is aangegeven dat cilinder 1 zich ten aanzien van de grootte van de slijtagesnelheid niet en ten aanzien van het percentage druipolie wel van cilinder 2 onderscheidt. Dit resultaat geeft m eer vertrouwen in de toegepaste m ethode van de slijtagemeting. 5. Conclusies 1. De toegepaste cilinderolie analyse me thode is een eenvoudig middel om door korte duurproeven een indicatie ,_____ i_____i_____ i_____ i i i_____ i te verkrijgen van de slijtagesnelheid 440 450 460 470 480 490 500 510 van een m otorcilinder. Verfijning van ------- >-wear rate mg Fe/6h deze m ethode kan bereikt worden Betrouwbaarheidsintervallen van de gemeten door het aantal waarnemingen te ver slijtagesnelheden. groten en de contam inatie van het ciFig. 7. linder-oliem onster door krukkast smeerolie te m eten, b.v. door toevoe ging aan de krukkastolie van een op tagesnelheid tussen de brandstofbeeenvoudige wijze te detecteren tracer. handelingsmethoden veroorzaakt zou 2. De slijtagesnelheden van de cilinders den kunnen zijn door andere, de slijvan de onderzochte m otor vertonen tagesnelheid beïnvloedende factoren, bij gebruik van gecentrifugeerde- of dan de brandstofbehandeling. met een 10 m icron filter behandelde 2. De onder 2 ° vermelde uitkomst houdt brandstof, o n d er de beschreven bein dat de niveaus van de gemeten drijfscondities en bij toepassing van grootheden in de onderscheiden proef de genoem de smeermiddelen, geen perioden verschillen. D e verklaring significante verschillen. hiervoor dient derhalve gezocht te 3. Hoewel de constructie van de voor worden in, gemeten grootheden b e het onderzoek gebruikte m otor over palende, factoren, die in de tijd va eenkomsten vertoont met een scheepsriëren. Als zulke factoren kunnen b.v. hoofdm otor en de gebruikte brandstof worden aangemerkt de, door m eer en sm eerm iddelen identiek waren, is dere omstandigheden bepaalde, kw a een extrapolatie van de resultaten, op liteit van het verbrandingsproces, die grond van de voor de scheepsm otor de slijtagesnelheid kan beïnvloeden, afwijkende bedrijfscondities en de con en de door de zuigerstang meegevoer structieve verschillen niet beantwoord. de krukkastsmeerolie die de cilinder4. D e resultaten van het onderzoek wet afdruipolie contamineert en daardoor tigen de verw achting dat de toepas zowel de hoeveelheid als het ijzergesing van een goed functionerend halte hiervan mede bepaalt. brandstoffilter m et een maaswijdte 3. H et onder 3° genoemde verschil in van 10 m icron in plaats van de gebrui percentages afdruipolie tussen de bei kelijke centrifuges, geen grote veran de cilinders zal wellicht zijn oorzaak dering van de cilinderslijtage zal te vinden in het verschil in effectiviteit weegbrengen. van de werking van de sohraapveren en de contaminatie door drukkast6. Verder onderzoek smeerolie. Voor het niet overeenstemmen van Teneinde een betrouw baar beeld te de totale slijtages bepaald m et ver krijgen van het verschil in cilinderslijtage schillende methodes, kunnen verschil van scheepshoofdm otoren bij toepassing lende mogelijke oorzaken worden ge van gefiltreerde- of gecentrifugeerde noemd b.v. de onnauwkeurigheid van brandstof, is h et gewenst aan boord van de cilinderdiametermeting, de in de een aantal schepen uitgerust met hoofd onderzoekperiode opgetreden vorm m otoren van verschillend type en fabri veranderingen van de cilinder en de kaat onder norm ale bedrijfscondities ver invloed van de afdruipolie contam i gelijkende slijtagemetingen te verrichten natie door krukkastsmeerolie. bij toepassing van gefiltreerde- en gecen 4. Onder 3° en 4° van de uitkomsten trifugeerde brandstoffen. REFERENTIES 1. Lamb: The burning of boiler fuels in m a rine diesel engines, 1960, 1962. Transactions of the Institute of Marine Engineers. 2. Bremer: Reiniging van zware brandstof fen voor dieselmotoren, 1953, Report No. 14M, Netherlands Ship Research Centre TNO. 3. Connell and Nathan: A wear theory for low speed diesel engines burning residual fuel, 1962. Wear, Vol. 5, No. 1. 4. Editorial, Centrifuging or filtration of heavy fuel, Nov. 1964. The Motorship. 5. Chrissanthis: Fuel purification filters or centrifuges. Dec. 1964. The Motorship. 6. Boerlage and Gravestein: Cylinder wear in diesel engines, 1932. British Motorship No. 150. 1936. S.A.E. Journal No. 5. 7. M illington and Burtenshaw: The influence of residual fuel on wear in marine diesel engines, 1963. B.S.R.A. Report NS 15. 8. M illington and Burtenshaw: The effect of centrifuging the fuel on engine cylinder wear, 1963. B.S.R.A. Report NS 18. _______ 97", 95"-.1 90% —20 -1 0 0 10 20 30 40 50 60 ------- >-wear rate difference mg Fe/6h Betrouwbaarheidsintervallen van het verschil in slijtagesnelheid bij gefiltreerde en gecentrifugeerde brandstof. Fig. 8. Hierbij dienen voorzieningen te w or den getroffen voor een doelm atige con trole van het watergehalte en zonodig waterafscheiding van de brandstof te r b e scherming van de brandstofinspuitorganen. Voor de betrouw baarheid van de re sultaten is het noodzakelijk d at het on derzoek onder strenge controle van alle factoren die de slijtage beïnvloeden, w ordt uitgevoerd. Op grond van de verkregen ervaringen en de bereikte resultaten mag w orden ver wacht dat de m ethode, die bij h et b e schreven onderzoek w erd toegepast, ge schikt is voor een „full scale” onderzoek aan boord van een schip. T er voorbereiding van dit onderzoek is het aanbevelenswaardig laboratorium onderzoek te verrichten inzake de slijtage van de brandstofinspuitorganen bij to e passing van gefiltreerde brandstof, alsme de na te gaan welke eenvoudige effec tieve middelen ter beschikking zijn om het watergehalte van de brandstof bene den het toelaatbare m axim um te houden. Toepassing van een verwarm de settlingtank, verstuiving van de verwarm de b ran d stof boven het niveau van dagtank of een enkele centrifuge zijn hiervoor te overwegen. 7. Acknow ledgem ent De auteurs betuigen hun d an k voor de welwillende medewerking bij het o n derzoek aan de directies van Bolnes M a chinefabriek N.V., de Benzine en P etro leum H andel M aatschappij N.V. en de M achinefabriek Kwant N.V. De analyses van de oliem onsters w er den uitgevoerd door 'het Chem isch L abo ratorium van het C entraal Technisch In stituut TNO. De resultaten w erden b e werkt door de Afdeling Bewerking W aarnem ingsuitkomsten TN O , terwijl de auto matische m onsternem ing w erd ontworpen door de sectie „Low C ost A utom ation” van de Afdeling Industrieel C ontact TNO. 9. Baily and Withers: Some factors influencing cylinder wear in diesel engines using high viscosity fueis, 1955. Proceedings Fourth World Petroleum Congress. 10. Verwoest and Colon: The effect of centri fuging, filtering and homogenising on the unsolubles in residual fuel 1966. Report No. 95M, Netherlands Ship Research C en tre TNO. 11. Pouderoyen, Hillers, Scheffers, Claus: M o dern development methods for marine diesel cylinder lubricants. Proc. 6th World Petroleum Congress, Juni 1963. S T O R K D IESELM O T O R BER EIK T E EEN W E R E L D R Ê C Q R D V E R M G G E N VAM 3500 E P IC PER C ILIN D ER In het kader van de ontwikkeling in de scheepsvoortstuwing, w a a r b i j gestreefd wordt naar grotere vermogens in kleinere ma c h in e k a m e rs , is kort geleden een opmerkelijke voortgang ge b o e k t , doordat met een normale 6-cilinder, tweetakt, Stork d ie s e lm o to r, type SW 90/170, met een boring van 900 mm, op d e proefstand een produktie van 21.000 epk, of wel 3500 epk p e r cilinder werd bereikt (fig. 1). D e beproevingen, die werden bijgewoond door vertegenwoor d i g e r s van de rederij en Lloyd’s Register of Shipping, vormden e e n voortzetting van proeven uitgevoerd met enkele motoren van h e t z e l f d e type en twee 3-cilinder proefmotoren respectievelijk m e t een boring van 750 en 850 mm. D e ontwikkeling is in overeenstemming met die welke Stork r e e d s enige tijd volgt, namelijk: om te trachten grotere vermogens p e r cilinder te bereiken zonder verdere vergroting van de cilinderd ia m e t e r . H e t succes is mogelijk geworden door de toepassing van de v i e r uitlaatkleppen in de cilinderkop, in combinatie met drukv u l l i n g volgens het stootsysteem. D it heeft geresulteerd in een groot luchtovermaat en een bui te n g e w o o n efficiënte spoeling, die een voldoende veilige marge g e v e n met betrekking tot de thermische belasting van de motor. H e t type SW 90/170 is ontwikkeld uit het SW 85 ontwerp. In 1 9 64 draaide de eerste 6-cilinder motor van dit type proef, en bij d i e proeven werd een cilindervermogen van 3000 epk bereikt. De r e s u l t a t e n van deze proeven waren zo gunstig, dat het besluit Fig. 1. Figuur 2. Dwarsdoorsnede SW 6 x9 0 /1 7 0 . werd genomen de cilinderdiameter van 850 tot 900 mm te ver groten om tegemoet te komen aan de vraag naar grotere ver mogens. De vergroting van de cilinderdiameter bleek mogelijk met behoud van vele van de oorspronkelijke afmetingen, met inbegrip van de afstand tussen de cilinders (fig. 2). Hoewel de 6-cilinder uitvoering van de motor met een boring van 900 mm oorspronkelijk bestemd was voor een vermogen van 17.000 epk bij 115 omw/min, bleek bij proeven — een jaar ge leden — met de eerste machine, geïnstalleerd in het m.s. Leuve Lloyd van de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd, d at dit ver mogen gemakkelijk kon worden bereikt en dat het zelfs mogelijk was 3333 epk per cilinder te bereiken (fig. 3). De motor die een wereldrecordvermogen van 3500 epk per cilinder ontwikkelde, zal worden geïnstalleerd in het m.s. Neder Lek van de Stoomvaart Maatschappij „Nederland” (fig. 4). Het is de laatste van een serie van vier bestemd voor de voort stuwing van vier snelvarende schepen van de Nedlloyd Lijnen, die gebouwd worden in Japan. In de Nedlloyd Lijnen participeren de N.V. Stoomvaart M aat schappij „Nederland” en de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd. -B é o Uo o c -3A„ y a. y vj -340 1A -ifo £ -2 _3o0 C L Jd '«« -320 C CL ec -3 -3oo ~flöoa Fig. 3. Proefstandresultaten. Motortype: SW 6 x9 0 /1 7 0 ; Brandstof: marinediesel ftiel; Gemiddelde spoelluchttemperatuur: 45 °C. Fig. 4. Proefstandresultaten: H oofdm otor m.s. „Neder L e k ”. M otortype: SW 6 x 9 0 /1 7 0 ; Brandstof: marinediesel fuel; G em iddelde spoelluchttemperatuur: 45 °C. V erder is een 4-tal m otoren m et een boring v an 9 00 m m in opdracht verkregen van de V.N.S. D e vier sohepen w orden in Nederland gebouwd. Als gevolg van de proeven kon het norm ale „d ay -in d ay -o u t” vermogen van de m(otor m et 900 m m boring, w orden verhoogd tot 19.000 epk bij 115 o m w /m in voor kom ende opdrachten, en tekeningen zijn gem aakt om de m otor m echanisch aan te passen aan het vermogen van 21.000 epk. D eze m otor is d an te v er gelijken m et andere fabrikaten, die een m axim um continu-vermogen hebben van 2 1 .0 0 0 epk en een m axim um dienstverm ogen van 19.000 epk. Figuur 5 die een algem een overzicht geeft van de p roefstand van Stork, is de m otor die het recordverm ogen heeft ontw ikkeld (achtergrond links). De overzichtsfoto toont verder: achtergrond rechts: de eerste m otor van vier schepen voor de VNS, type SW 9 0 /1 7 0 , verm ogen 17.000 epk bij 115 o m w /m in ; voorgrond links', m otor SW 6 X 7 0 /1 4 0 voor m.s. N ep tu n u s voor de N.V. K oninklijke N ederlandsche Stoom boot M aatschappij te A m sterdam , vermogen 8800 epk bij 140 o m w /m in ; m idden: fundatieplaat voor tw eede m otor voor een V.N.S. schip; rechts: fundatieplaat m et krukas voor m otor type SW 5 X 7 5 /1 6 0 . Dit is de vijfde van een serie van 8 m otoren v o o r Jugolinija, vermogen 10.500 epk bij 118 om w /m in. Figuur 5. E E N D O O R “ M A N “ N IE U W O N T W IK K E L D E É É N H A N D E L B E D 1 E N IN G V O O R D Ö B B E L S C H R O E F - 1 N S T A L L A T IE S V oor het m.s. Carl Offersen, dat on langs werd overgedragen, werd met de beide hoofdmotoren M A N -G 8 V 40/ 60m A L, een afstandbediening geleverd, waarm ee vanaf de brug, door m iddel van een op een m achinetelegraaf lijkende bedieningshandel, de m anoeuvreercom m and o ’s autom atisch aan de m otoren gegeven worden. V ia snel uitschakelbare lamellen koppelingen en een reductie-tandwielkast m et twee ingaande assen, drijven de mo toren een enkele vaste schroef aan. do’s reageert en de motoren niet steeds weer gestopt en gestart moeten worden. V oor het varen op zee is een „vrije vaart” program m a. Hierbij worden tijdens een m anoeuvre van voor- naar achteruit, de beide m otoren gelijktijdig, of de ene m otor in enkel bedrijf, gestopt, omge keerd en gestart, w aarna ze tot het inge stelde toerental worden opgevoerd. De koppelingen blijven daarbij ingeschakeld. De m anoeuvreertijd is hier natuurlijk lan ger dan bij het „m anoeuvreerprogram m a”. Om de manoeuvreertijden te bekorten is een lameUenrem in de tandwielkast gebouwd. De installatie kan ook op af stand worden bediend vanuit de controlehu t in de machinekamer. H et door het brugpersoneel gewenste vaarprogram m a, kan d aar ook m et keuzeschakelaars inge steld worden. De bewaking van de gehele installatie is ook in deze controlehut ge centraliseerd. Om het volle vaart lopende schip snel te kunnen stoppen, is het „noodprogram m a” opgenom en. H iertoe is het slechts nodig de brughandel op volle kracht achteruit te zetten en even op de nood knop te drukken. Beide m otoren worden nu van de schroefas losgekoppeld en de as w ordt door de rem in de tandwielkast gestopt en vastgehouden. Beide m otoren worden gestopt, gekeerd, gestart en in de achteruitrichting tot een bepaald toeren tal opgevoerd. V ertraagd worden nu de rem losgelaten en de beide koppelingen ingeschakeld, zodat nu de achteruitlo pende m otoren de schroef in die richting aandrijven. Op deze wijze kan het schip in ca. 160 seconden tot stilstand gebracht worden. Bij een norm ale m anoeuvre waarin de koppelingen niet uitgeschakeld w orden en de rem niet wordt gebruikt duurt dit ongeveer 210 seconden. Bij deze installatie werd de nieuwe door M AN ontwikkelde pneumatische bedieningsapparatuur met Westinghouse com ponenten toegepast. De grondge dachte bij deze ontwikkeling was het „bouw doosprincipe”, dat een eenvoudige aanpassing op de vele mogelijke uitvoe ringen van scheepsinstallaties mogelijk m aakt. E r werd veel w aarde gehecht aan een zo eenvoudig mogelijke bediening vanaf de brug. Dit probleem was niet ge m akkelijk op te lossen, om dat de rederij verscheidene „vaarprogram m a’s” had ge nist. V oor het varen op stroom in een haven gebied werd een „m anoeuvreerprogram m a” ontwikkeld. Een van de direct om keerbare m otoren loopt hierbij vooruit, de andere achteruit. D oor verzetten van de bedieningshandel van „stop” naar „vooruit” , wordt de vooruitlopende mo to r door middel van de lamellenkoppeling aan de schroefas gekoppeld, en in zijn toe rental zo geregeld dat deze met de waarde overeenkom t die door de handel is inge steld. W anneer de schroef nu achteruit m oet slaan, is het slechts nodig de handel op de gewenste waarde van „achteruit” te zetten. De vooruitlopende m otor wordt nu autom atisch ontkoppeld en tot zijn stationaire toerental teruggebracht. Pas n a een controle of de m otor werkelijk is afgekoppeld, wordt de achteruitlopende m otor ingeschakeld. Dit soort manoeuvres heeft vooral in de haven veel voordelen, om dat het schip dan snel op de comman Om een veilig autom atisch verloop van de afzonderlijke handelingen bij een m a noeuvre te verzekeren, is het nodig dat de juiste onderlinge blokkeringen zijn inge bouwd. N et als op de brug, kan de installatie vanuit de controlehut in de m achinekam er op afstand bediend worden. Bovendien is hier een om schakelaar waarm ee het „vrije vaart” of „m anoeuvreervaart” p ro gram m a ingesteld kan worden. M et een tweede keuzeschakelaar kan men instel len dat de vrije vaart m et de bakboord-, stuurboord-, of beide m otoren gevaren zal worden. O pdat bij eenm otorig bedrijf de stilstaande m otor vanuit deze console om gekeerd en gestart zal kunnen worden, is een extra handel geïnstalleerd. Op be vel van de brug kan de bediening van daar uit naar de brug omgeschakeld wor den. Volgens de eisen van de classificatiem aatschappij kan de installatie ook op de conventionele wijze geheel met de hand bediend worden. De door de machine- telegraaf gegeven com m ando’s worden dan met de elkaar vergrendelende besturingselem enten van de beide m otoren ingesteld, en de daartoe m et schakelhefbom en uitgeruste koppelingen en rem worden in- of uitgeschakeld. H et om schakelen van hand- op auto matische bediening, de bedieningsom schakeling van m achinekam er n aa r de brug en om gekeerd, kan zowel tijdens stilliggen als varen uitgevoerd worden. D e enige voorwaarde is echter dat op de overgevende en de overnem ende bedieningskolom dezelfde vaarttoestand inge steld staat. H iertoe zijn passende indica tors in de m achinekam erbedieningshut ge ïnstalleerd. Om bij stilstaande m otoren de w erking van de afstandbediening te kunnen con troleren, is een sim uleerinrichting inge bouwd. H ierm ee kan m en bijvoorbeeld het versnellen van de m otor aan de autom atische inrichting „voorliegen” , door het instellen van een vooruitstand na het geven van een gesim uleerde startimpuls. H et is mogelijk hierm ede alle schakelvolgorden, inclusief de noodm anoeuvre, te controleren. Bovendien w ordt door deze inrichting het afstellen tijdens de proefvaart belangrijk verkort. De logische schakeling van de afstand bediening is sam engesteld uit pneum a tische bouwstenen. H et vermogen voor de signaaloverdracht en de verstelkrachten wordt aan de startluchtvaten van de m otoren onttrokken. V oor bepaalde schakelfuncties zijn de bouwstenen in functiegroepen op m ontageplaten, of in de bedieningsconsoles sam engebouwd. D e noodzakelijke bew aking van het m otortoerental w ordt elektronisch uitgevoerd. H ierdoor is een eenvoudige, snelle en zekere buizenaanleg voor de gehele in stallatie mogelijk gem aakt. O m dat tussen de m otoren en de dubbele reductiekast snelwerkende koppelingen zijn toegepast, is het nodig dat beide motoren nauw keurig in hu n toerental ge regeld worden. Hierbij treden problem en op van belastingverdeling tussen beide motoren, die echter veilig beheerst w orden door de uiterst precieze toerenregeling van de m echanisch-hydraulische regulateurs. H et is natuurlijk m ogelijk d at de handel op de brug met de m achinetelegraaf ge combineerd wordt, en dat er een w aarschuwingsdrukknop w ordt geïnstalleerd. Deze eisen werden hier echter niet door de werf gesteld. H ET G E B R U IK V A N SN ERT-G A S6EN E R A T O R E N A A N BO O RD VAN SC H EPEN Ter voorkoming van explosies, bran den en corrosie aan boord van schepen wordt meer en meer gebruik gemaakt van generatoren, welke tot taak hebben een inert gas te produceren, geschikt voor het spoelen van tanks op olie- en vloeibaar-gastankers, het spoelen van de tus senwanden der tanks, het onder geringe overdruk varen van deze tankers, het na geven van inert gas tijdens het laden of lossen alsmede het vullen van de zich aan boord bevindende druktanks. Op vrachtschepen kunnen ladingen, welke ge voelig zijn voor inwerking van de zuur stof in de lucht door inert gas afgedekt worden, terwijl branden, eventueel teza men met het reeds voorradige verstikkend gas uit de druktanks, geblust kunnen worden. Voor de veiligheid van bemanning en schip is het daarom van het grootste be lang te kunnen beschikken over een be trouwbare installatie voor het vervaardi gen van inert gas welke constructief vol doet aan de eisen, gesteld door scheep vaartinspectie en andere controlerende instanties. Op het gebied van de inert-gasgeneratorenbouw neemt de Fa. M ahler*), Esslingen, Dld., een vooraanstaande plaats in. Deze firma heeft reeds vele installa ties op schepen gebouwd, welke gecon troleerd en goedgekeurd werden door o.m. Am erican Bureau of Shipping, Norske Veritas, Germanischer Lloyd, Lloyd’s Register of Shipping en U.S. Coast Guard. Het zou te ver voeren om hier in te gaan op technische details. T.z.t. zullen in Am sterdam en Rotterdam lezingen worden gehouden door een expert van de Fa. Mahler, onder auspiciën van de Nederlandse Vereniging van Technici op Scheepvaartgebied. Doel van inert gas op schepen: a. op olietankers: Bij het varen met volle tanks wordt de tankruim te boven de oliespiegel onder lichte overdruk met inert gas gevuld om de vorming van een explosief mengsel te vermijden. Gedurende het lossen der lading wordt inert gas in gelijke mate in de tank gege ven als de lading wordt uitgepompt, dit om een nazuigen van lucht en daardoor de vorming van explosieve mengsels te voorkomen. Samen m et de veelal aanwezige kathodische bescherming biedt inert gas een goede bescherming tegen corrosie, ver oorzaakt door de vrije zuurstof bij het *) Vert. R. S. Stokvis & Zonen Technische Afdeling Rotterd am spoelen der tanks in een lucht- resp. lucht gasatmosfeer. Bij het varen m et ballastwater wordt de vrije tankruim te boven de waterspiegel eveneens met inert gas gevuld om het zuurstofgehalte te verla gen en daardoor h et corrosiegevaar te ver minderen. b. op vloeibaar-gastankers: De tanktem peraturen liggen bij drukloos trans port van propaan en butaan alsook bij ammoniak tussen 0 en 50 °C, bij acety leen bij ca. -80 °C en bij m ethaan resp. aardgas bij ca. -170 °C. H ier gebruikt men inert gas of stikstof voor het spoe len van de isolatieruim ten van de dub bele tankwanden om bij lekkage de vor ming van explosieve mengsels te voor komen. Het is m ogelijk om eventuele lek ken d.m.v. analyseerinstrum enten voor b.v. sporen van N H a of koolwaterstof fen bijtijds op te sporen. Inert gas of stikstof w ordt bij het los sen der lading in de tank toegevoegd als de capaciteit van de pom pen zo groot is dat de door de isolatie af te geven warmte niet in staat is voldoende vloeibaar gas te verdampen om daardoor een geringe overdruk in de ta n k te behouden. Zonder toevoeging van inert gas bestaat het ge vaar dat door h et optreden van onder druk in de tank lucht aangezogen wordt, waardoor een explosief mengsel kan ont staan. Bij het verwisselen van lading, b.v. van propaan op am m oniak, worden de tanks met inert gas gespoeld. c. bij vrachtschepen: Evenals bij tan kers kan ook bij vrachtschepen de inertgasinstallatie, gebruikt worden bij het blussen van branden, waarbij dus de eer ste, grote, hoeveelheid geleverd wordt door de zich aan boord bevindende druk tanks. Deze tan k s kunnen later door de generator met tussengeschakelde com pres sor weer gevuld worden. D e installaties kunnen volautom atisch werken en, indien gewenst, door in d e laadruim en aange brachte rookm elders in bedrijf gesteld worden. Ladingen welke gevoelig zijn voor de inwerking van de zuurstof uit de lucht kunnen d o o r inert gas afgedekt worden. Keuze der installatie: E en bruikbaar inert gas kan verkregen worden uit de rookgassen van de zich aan boord bevin dende ketels of m et behulp van een zelf standige generator. H et hangt af van de vereiste gasanalyse en van h et doel w aar voor men het in ert gas wil gebruiken. Bij het gebruik van rookgassen dient men te door H. K O O P S bedenken dat m en afhankelijk is van de analyse van het rookgas, een analyseverandering is niet mogelijk, slechts de gascom ponenten H 20 en S 0 2 resp. SO ;! w orden gereduceerd. D e capaciteit van de installatie is af hankelijk van de te r beschikking staan d e hoeveelheid rookgassen. V oor h e t b lu s sen van branden is deze installatie m inder geschikt, d aa r bij een eventueel uitvallen van de ketelinstallatie ook de gasverzorgingsinstaUatie uitvalt. V oor de inert gas verzorging op vloei baar-gastankers is deze m ethode n iet ge schikt; d a a r kom t, evenals o p vrach tsch e pen, alleen de zelfstandig w erkende gene ra to r in aanm erking. O fschoon de gasverzorgingsinstallatie voor rookgassen enkele voordelen biedt, t.w. eenvoudige constructie, lage prijs per m 3 inert gas en gem akkelijk te bedienen, terwijl de installatie w einig plaats nodig heeft, is. het duidelijk, dat, ondanks de nadelen van grotere p laats ruim te, hogere prijs p er m 3 in ert gas en de hogere verbruikskosten, de voordelen van een zelfstandige g enerator zo groot zijn dat ze bijna altijd doorslaggevend zijn voor de aanschaffing daarvan. Im m ers, enkele voordelen zijn: o n afh an k e lijk van de ketelrookgassen zowel in an a lyse als in gashoeveelheid en d aard o o r m eer veiligheid en bovendien een lager 0 2 gehalte in het inert gas, t.w. 0,5 % . Algemeen: De afm etingen van de in stallatie w orden aangepast aan de beh o ef ten aan boord. D a ar als koelw ater zeew ater gebruikt w ordt, zijn de m et het zeew ater in aan raking kom ende onderdelen uitgevoerd in zeew aterbestendig m ateriaal. T o t slot nog enkele doorslaggevende voordelen van de zelfstandige inert-gasgenerator: a. D e installatie staat steeds bedrijfsklaar te r beschikking. b. N a een korte aanlooptijd van en kele m inuten levert de generator v o o r on bepaalde tijd de gewenste hoeveelheid inert gas, dit in tegenstelling tot inertgaslevering d.m.v. druktanks. Z ijn die b.v. na gebruik bij bran d eenm aal leeg, dan heeft m en niet eerder w eer de b esch ik king over inert gas d an in de eerstvol gende haven, vooropgesteld, d a t d a a r de nodige installaties aanwezig zijn. U it b o venstaande blijkt dat de m eest ideale werkwijze is een com binatie v an een zelf standige generator en een b ep aald e set druktanks. D e laatste kunnen steeds w eer door de generator bijgevuld w orden. r - T ~ : ................... i r Bovenstaand verenigingsvlaggetje, met het nieuwe verenigingsvignet, van 10 X 15 cm in de kleuren als afgedrukt, is van heden a f verkrijgbaar bij het secretariaat van de N ed erlandse Vereniging van Technici op Scheepvaartg eb ied , Burg. s'Ja co b p le in 10, Rotterdam-2, telefoon 12 <50 30. De prijs b e d ra a g t ƒ 2,50 per stuk. Een houten tafelstan d aard kan m edegeleverd w orden voor ƒ 1,— . Een verchroom de tafelstan daard kost ƒ 10,— . N ederlandse V e r eniging v a n Tech nici op Scheepvaartgebied C. H . E V E G R O E N , H o o fd T ech n isch e D ien st N .V . E lectro T ech n isch In stal la tie b ed rijf & H an d elsb u reau v.h. P. B a te n b u rg ; C ornelis O u tsh o o rn straa t 36, R o tterd am -1 4 . V o o rg esteld d o o r J. C. H oogerheide. BALLOTAGE D e volgende h ere n co m m issie gepasseerd: zijn de B allotage V o o rg esteld voor h et G ew o o n lidm aat schap: U. B R IN K M A N , 2e V o o rz itte r K oninklijk Z eem anscollege ,,D e G ro n in g e r E e n d ra c h t” ; Illegaliteitslaan 9, G roningen. V oorgesteld d o o r J. B osm a. P. S. D O U G L A S , O ud-h o o fd w erk tu ig k u n dige (m et d ip lo m a C) Shell T ankers N .V .; T ie n G em eten 91, A m stelveen. V oorgesteld d o o r D. B akker. H . C. V A N D U IN , L e ra a r Scheepsw erktu ig k u n d e a.d. Z ee v aa rtsch o o l v.h. Z eem anshuis, A m ste rd a m ; S portlaan 136, P urm erend. V oorgesteld d o o r F . de Jong. S. V A N D IJ K , D irec teu r N .V . R ederij Triandia, D elfzijl; d ire c te u r N .V . Scheep v a a rt B edrijf In terco a st, R ’dam ; T rekp ad 11, Delfzijl. V oorgesteld d o o r A . J. K ra ay e n b rin k . W. E L L E S W IJK , H o o fd w e rk tu ig k u n d ig e (m et diplom a C); V an N ievelt, G oud riaa n & C o’s S to o m v a a rt M a a tsc h a p pij N .V ., R o tterd am ; T esselschadelaan 13, U ith o o rn . V oorgesteld d o o r W . de G eus. Jh r. A. P. H. J. V erkoop C h ro m iu m Zwolle. B eukenlaan V oorgesteld D. D. A. H A R T M A N , A ssistent T ech n isch e D ie n st en S cheepsexpert R ederij C areb ek a N .V .; R ijksstraatw eg 270, H aren (G r.). V o o rg esteld d o o r J. F. V rouw es. A. H . P. M . JO C K E R , H o o fd H an d e ls v o o rlich tin g sd ien st K am e r van K o o p h an d el, R o tterd am , afd. S ch eep v aart; Ju lia n a la a n 110a, Schiedam . V o o rg esteld d o o r D. K linkenberg. Ir. H. K A P S E N B E R G , w .i., D ire c te u r C onstructiew erkplaatsen. en M a c h in e fa b rie k B ra a t N .V .; Statensingel 58a, R o tterd am -4 . V o o rg esteld d o o r W. H uizer. A. K E E M IN K , 2e W erktuigkundige (m et d ip lo m a C ); N .V . V ereenigde N ed erla n d sch e S ch eep v aartm aatsch ap p ij; O z in g a straa t 43, Pernis. V oo rg esteld d o o r J. van der M eer. G. K E IJZ E R , O u d -h o o fd w erk tu ig k u n d ig e (m et d ip lo m a C ); N .V . V ereenigde N ed erla n d sch e S cheep v aartm aatsch ap p ij, ’s-G rav en h ag e; S poorlaan 90, H o llan d sche R ad in g . V o o rg esteld d o o r J. W iggerts. M O L L E R U S , H o o fd afd. In g en ieu rsb u reau L em et H . v an der H o rst N .V ., 1, H eerd e. d o o r dr. H . v an d er H o rst. P R IN S , O u d -T ech n isch H o o fd a m b te n a a r l e kl.; C h e f T ech n isch e D ien st 4 e /5 e d istrict van h et R ijlt’s L o o d s w ezen, enz.; S c h u m a n n la a n 10, R o tte r d am -13. V oorgesteld d o o r P. J. Sm it. J. R O E L F Z E M A , L e ra a r H .T .S. „A ” , A m sterd am ; O lym piapilein 20, A m sterd am . V oorgesteld d o o r J. F . V rouw es. J. S A N D E R S , T e c h n isc h In sp e c te u r M a a t schappij V ra c h tv a a rt; A sserw eg 394, R o tterd am -1 2 . V oorgesteld d o o r ir. G . H . de B oer. S. L. S IM O N S, D ire c te u r S im ons’ Scheepsslooperij N .V .; B en tin ck laan 67c, R otiterdam -4. V oorgesteld d o o r ir. B. W ilto n . Ir. A. V A N T U S S E N B R O E K , e.i.; P ro c u ra tie h o u d e r N .V . E le ctro T ec h n isc h In stallatiebedrijf & H a n d e lsb u re a u v.h. P. B atenburg, R o tte rd a m ; J. A. Beyerin k straa t 75, N ie u w e rk e rk a.d. IJssel. V oorgesteld d o o r J. C . H o o g erh eid e. W . V E R H A G E , O ffic ie r d e r K o ninklijke M arin e (K I S ch eep sb o u w k u n d e); N e venstede 95, ’s-G rav en h ag e. V oorgesteld d o o r B. P o t Bzn. E ven tu ele bezw aren , sch riftelijk , b innen 14 dagen aan h et A lg em een S ecretariaat, Burg. s’Ja co b p le in 10, R o tterd am -2 . N ed erlan d se Vereniging van Technici op S cheepv aartg eb ied A FD ELIN G „ G R O N I N G E N ” N otulen van de afelingsvergadering op woensdag 26 april '67 in C afé-R est. Riche te Groningen Aanwezig 34 leden en introducés. Van het bestuur is ir. F. Smit J. Rzn. met kennis geving afwezig. V oorzitter is ir. G. A. Sellmeyer. Te 20.15 uur opent de voorzitter de ver gadering. Hij verw elkom t in het bijzonder de spreker voor deze avond de heer C. P. M olenaar, engineer-surveyor bij Lloyd's Register of Shipping, oud-secretaris van onze afdeling en de heer J. G . F. W arris, lid van het hoofdbestuur. N a het voor lezen van de notulen van de vorige verga dering brengt de voorzitter h et concept huis houdelijk reglem ent en het reglem ent voor de ballotagecommissie in herinnering, zoals deze zijn gepubliceerd in Schip & W erf van 7 april '67. Hij nodigt de aanwezigen uit eventuele bezwaren of opm erkingen naar voren te brengen. D e h eer W . Vuursteen vraagt op welke wijze de buitengew one le den die blijkens de inmiddels ontvangen lidmaatschapsbewijzen belangstellenden zijn geworden voor het gewoon lidm aatschap in aanm erking kunnen komen. De voorzitter deelt m ede dat dit w aar schijnlijk door middel van hernieuw de bal lotage zal geschieden. N adere besluiten van het hoofdbestuur zullen zo spoedig mogelijk bekend worden gemaakt. NIEUW SBERICHTEN PERSONALIA T. den Breejen van den Bout t Op 11 juni 1967 overleed te H eem stede in de leeftijd van 57 ja ar de heer T. den Breejen van den Bout, d irecteu r N.V. A an nem ersbedrijf v.h. T. den Breejen van den Bout te Heemstede. De heer D en Breejen van den Bout was lid van de N ederlandse V ereniging van T ech nici op Scheepvaartgebied. Onderscheiding ir. J. van den Berg Ir. J. van den Berg, d irec teu r van N iehuis & Van den Berg’s Scheepsreparatiebedrijf N.V. en voorzitter v a n de K am er van K oophandel en F abrieken te R otter dam, is benoem d tot officier in h et Legioen van Eer. De Franse am bassadeur in ons land, de heer P. Siraud, heeft hem de bij deze onderscheiding behorende versierselen uit gereikt. MaK Nederland N .V ., Dordrecht Per eind april 1967 heeft de heer W. Minnebruiker, procuratiehouder van M aK N e derland N .V ., wegens h et bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd zijn w erkzaam heden beëindigd. Tevens heeft de volgende w ijziging plaats gevonden: De N.V. M achinefabriek C. P. Bolier te D ordrecht heeft het gehele uitstaande aan delenkapitaal overgenom en en M aK N eder Als niem and bezw aar m aakt tegen de voorgestelde reglem enten v erklaart de voor zitter dat deze geacht w orden door de a f deling G roningen te zijn aangenom en. Vervolgens krijgt de heer M olenaar het woord. D eze behandelt in h et k o rt een groot aantal vraagstukken d at zich voordoet bij het opzetten van h et pijpleidingsysteem aan boord van schepen, aan de h and van de eisen die hieraan d o o r Lloyd's Register w o r den gesteld. A an de hieropvolgende discussie w o rd t deelgenom en d o o r de heren G . V isscher, Bosma, W. V uursteen, V edder, Boer, Brandsm a, Sellm eyer, Aling, T. B arkm eyer, G o rter en Lussenburg. Tot slot dan k t de voorzitter spreker v o o r zijn interressante uiteenzetting. Als bij de ro n d v raag niem and het w oord verlangt w ordt de vergadering te 23.10 uur gesloten. N otulen van de afdelingsvergadering op dinsdag 23 m ei ’67 in C afé-R est. R ich e te Groningen A anw ezig 16 leden en introducés. V an het bestuur zijn de heren ir. F. Smit, J. R an en W. V uursteen m et kennisgeving afwezig. V oorzitter is ir. G . A. Sellmeyer. Te 20.25 u u r op en t de voorzitter de v e r gadering m et een speciaal w oord v an w el kom to t de spreker voor deze avond, de heer K. van K lingeren, hoofdvertegenw oor diger van 1’A ir Liquide N ed erlan d te R o t terdam . De voorzitter spreekt zijn teleu rstel ling uit over de geringe belangstelling en hoopt dat de kw aliteit van de toehoorders o m land N.V. als dochterondernem ing op g e nomen. De heren C. P. B olier en G . van 't H o ff zijn benoem d als directeuren der v en n o o t schap. gekeerd evenredig is m et de k w an titeit. N a h et voorlezen van de notulen van de vorige v erg ad erin g krijgt de heer V an K lingeren h et w oord. D eze geeft een b ek n o p t o verzicht van de ontw ikkeling van de h alf-au to m atische la sap p a ra tu u r en g aat d a a rn a u it v oeriger in op de m ogelijkheden van de n u op de m a rk t zijnde ap p araten . N a een overzicht te h eb b en gegeven van de gebruikelijke gassen en de d istrib u tie h ierv an gaat hij uitvoerig in op de sp eci fiek e m oeilijkheden van deze lasmetho-de. O n d ersch a ttin g hiervan g eeft teleu rstellen d e resu ltaten . W ie erto e o v er d u rft te gaan zal spoedig o n tdekken w elke o n g ek en d e m o gelijkheden deze losm ethode geeft. E en tw eetal film s die op zichzelf al w o n d eren van film tech n iek w aren, g af een beeld v an w at zich tussen de elek tro d e en h e t sm e ltb a d afspeelt. O ok de inv lo ed v an v e r schillende stro o m so o rten en v erschillende gassen w as duidelijk te zien, evenals h e t v erb rek en van de oxydehuid bij h et lassen v an alum inium . A an de h iero p volgende discussie w erd deelgenom en d o o r de h ere n N ielan d , Z w am born, B ijlholt, L u ssen b u rg en B arkm eijer. D e v o o rzitter d a n k t sp rek e r v o o r deze in teressan te uiteenzetting w aarin een grote ho ev eelh eid p raktische erv arin g v erw erk t is. W egens het late u u r m oet de discussie b eëin d ig d w orden hoew el h e t o n d erw erp b e lan g w ek k en d genoeg is om nog enige tijd d o o r te gaan. A ls bij de ro n d v raag n iem an d h e t w o o rd verlangt sluit de v o o rzitter de v erg ad erin g te 2 3 .3 0 u u r en w enst allen een p rettig e v ak an tie en to t ziens in h et nieuw e seizoen. H et p ro g ram m a is als volgt: D insdag 12 septem ber 1. N ieuwe vestiging Saval, Breda O m h aar relaties in R otterdam en. o m geving beter en sneller te kunnen bedienen heeft Saval A p p araten fab riek N .V . te B reda onlangs een d ep o t geopend in H oogvliet, aan de Lavasw eg 97. H et nieuwe depot bestaat u it een show room , m agazijnruim te en een vulstation voor persluchttoestellen. A angezien h e t depot cen traal is gelegen tussen o.a. R otterdam , Schiedam , V laardingen, Botlek en E u ro p o o rt, k a n v an u it H oogvliet efficiënte service w orden v e r leend. In het depot, d at p erm an en t bezet is (teleioon no. 010-163525), zijn ruim e v o o r raden b ran d b lu sap p araten , vullingen, sla n gen en arm atu ren , persluchttoestellen en slangehaspels aanw ezig. V oorts w ordt van h ieru it gew erkt v o o r onderhoud en vullen van b ran d b lu sap p ara ten en persluchttoestellen. Lunch 2. E nige m etingen aa n olie- en g asv lam m en in een w atergekoelde v u u rh a a rd . Ir. J. Claus, m ed ew erk er van de a f deling W arm tetech n iek . 3. H et beoordelen en h e t v e rm in d eren v an ro eth in d er. O. E. L ü n in g , m ed ew erk er van de afdeling W arm tetech n iek . W o ensdag 13 septem ber O p en in g Ir. A. A d am 1. Vakantieleergang voor warmtetechniek 1967 D o o r de afdeling W arm tetechniek van h et C entraal T echnisch In stitu u t T N O zal te U trecht in h e t T ran sito riu m der R ijksuni versiteit op 12 en 13 septem ber 1967 de 29e vakantieleergang v o o r w arm tetechniek w orden gehouden. D e v o o rn aam ste activ iteiten van de a f deling W arm tetech n iek van h e t C e n traa l T ech n isch In stitu u t T N O , to eg elio h t m et een film. Ir. A. A d am , h o o fd van de afd elin g W arm tetech n iek en dr. J. G . A . de G ra a f, m edew erker van de afd elin g W a rm te techniek. E rv a rin g en bij het sto k en van o lie m et lage lu ch to v erm aat, Ir. N . A. J. van R iessen, ch ef v an h e t B ep ro ev in g slab o rato riu m K o n in k lijk e M ach in efab riek G ebr. S to rk en C o., H engelo. L unch 2. E lek trisch e ru im tev erw arm in g . L. J. J. Boer, ee.bcs.ing., h o o fd in g e n ie u r van de P ro v in ciale U trec h tse E lectriciteits-M aatsch ap p ij N .V ., U trec h t. 3. T h eo rie, uitvoering en toepassing van h et ,.B euken-jnodeF ’. D ipl.-ing. A. Bovy, ingenieur van de N .V . P rovinciale L im burgse Electriciteits- M aatsch appij, M aastricht. D eeinem erskosten voor beide cursusdagen ƒ 15,— , voor één dag ƒ 10,— . O p g ave to t deelnam e bij bovengenoem de afd elin g, postbus 260, D elft, telefoon 017303 82 22 vóór 30 augustus 1967. Tariefswijziging Gemeentelijke Stichting A m sterdam s Nautisch en W eerkundig Instituut, Amsterdam D o o r h et Bestuur van de G em eentelijke S tich tin g A m sterdam s N au tisch en W eer k u n d ig In stitu u t zijn m et ingang van 1 juli 1967 gewijzigde ta riev en vastgesteld. D eze tarieven zijn goedgekeurd door B ur g em eester en W ethouders van A m sterdam bij b eslu it van 9 juni 1967. D e tarieven k om en vrijw el overeen m et die van de F iliaal-inrichting van het K .N .M .I. te R otterdam . A dvies- en voorlichtingscentrum voor staal in juli 1966 is h e t S taalcen tru m N ed er lan d opgericht. N a een perio d e v a n voor b ereid en d e w erkzaam h ed en is het C entrum th a n s aangevangen m e t zijn adviserende ar beid. D e ach terg ro n d van de o p richting is de b eh o e fte de verw erkers e n d e verbruikers van sta al voorlichting te kunnen geven over de vele toepassingsm ogelijkheden v an dit m ateriaal. D o o rd a t het staal zo 'n goedkoop, sterk en veelzijdig m ateriaal is, h eeft h et sinds eeu w en een dom inerende p laats in de we reld d e r m aterialen ingenom en. O ndanks de c o n c u rre n tie van nieuw e m aterialen zijn nog steeds 95 gew ichtsprocenten van alle ge b ru ik te m etalen staal o f ijzer. D it is m ede m ogelijk d o o rd at een voort d u ren d e aanpassing v an h e t staalfabricagep ro ces plaatsvindt. T erw ijl vroeger h et prod u k t zich m oest aanpassen aa n het gelever de sta al, ku n n en d o o r een betere beheer sing v an het fabricageproces tegenw oordig in to e n e m e n d e m ate aangepaste kw aliteiten staal v o o r de verschillende gebruiksdoelen w o rd e n vervaardigd. D eze ontw ikkeling is g ep aard gegaan met een en o rm e v erbreding van het assorti m ent. E r zijn reeds m eer dan 10.000 ver sch illende soorten staal. V o o r de toekom st m ag veel verw acht w or den van de com binatie v an staal m et an dere m aterialen, o m d a t dit de m ogelijkheid geeft de gunstigste eigenschappen te com b in eren . O ok h ie rv o o r zijn dikw ijls w eer speciale staalsoorten nodig. D e snelle ontw ikkeling m a a k t het voor de v erw erkers en verbruikers van staal m oei lijk o m geheel op de h o ogte te blijven. Dit is aan leid in g gew orden to t het stichten van h et S taalcen tru m N ed erlan d , dat zich met o b jectieve voorlichting over staal bezig h o u d t. H e t S taalcen tru m w il d a a rn a a st ook de toepassingsresearch stim uleren en hieraan aan d e h an d van vragen van verbruikers en v erw erk ers rich tin g geven. O ok zal het S taa lce n tru m m edew erken o m de resulta ten v an researchprojecten op staalgebied in p ra k tisc h e vorm bekend te m aken. Voor zijn voorlichting w erkt het Staalcen trum sam en m et de vele deskundige in stanties en instellingen die N ederland kent. intern atio n aal w ordt intensief sam engew erkt met de zusterorganisaties die in de m eeste Europese landen reeds lang bestaan. D aar in N ederland vele vakbladen van niveau verschijnen, w aarm ede vrijwel de ge hele industriële wereld w o rd t bereikt, h eeft het S taalcentrum voorshands geen plannen om een eigen periodiek te doen verschijnen, m aar w il h et gebruik m aken van de be staande m edia om de technici in de b e drijven via inform atieve artikelen voor te lichten. Ook d o o r m iddel van advertenties in vak tijdschriften wil het C en tru m de aan d ach t vestigen op nieuw e toepassingen van staal. D aarn aast zal h et C entrum zich m et b ro chures en folders richten to t specifieke groepen. B rochure H et Staalcentrum N ed erlan d h eeft een brochure uitgegeven w aarin h et doel en de activiteiten v an het C entrum w orden be schreven. W ij raden hen die deze b ro ch u re wensen te ontvangen en hen die nadere in lichtingen verlangen aan zich te w enden tot het b u rea u van het S taalcentrum , Johannes V erm e erstraat 9 te A m sterdam , tel. 76 03 66. Nederlands Instituut voor Efficiency, ’s-Gravenhage Speciaal T E D n u m m er B eheersing van de kosten is in elke o n dernem ing o f instelling een dw ingende n o o d zaak. H e t m ag goed of m inder goed gaan, de concurrentiepositie, de groei en het voortb estaan eisen kostenbew aking, effi ciency en zorgvuldigheid. Reeds jarenlang vertonen de kosten een voortdurende stij ging, terw ijl de m ededinging niet m inder w ordt. In de m eeste ondernem ingen is kosten verlaging dan ook een van de brandendste problem en. D e om zet m oet g ehandhaafd of opgevoerd w orden, de mensen aan h et w erk gehouden. O p alle gebieden van verkoop, produktie, voorraden, adm inistratie, enz. worden de kosten bekeken. D aarom h eeft h et T ijdschrift voor E ffi ciëntie en D ocu m en tatie, uitgave van het N IV E , N ed erlan d s In stitu u t voor E fficiency te D en H aag , een speciaal num m er over deze problem atiek gewijd onder de titel „K osten o m laag ” . W elbew ust is hierin een te algem ene benadering verm eden. Im m ers, ook al is de kostenstijging een algem een probleem , de aanpak zal p er functie m oeten verschillen. K ostenbestrijding bij de v o o r raad ad m in istratie — om m aar iets te no e men — v ra a g t om een to taal andere b e nadering d an bijvoorbeeld in de verkoopsector. E en zo vèr m ogelijke verbijzonde ring w eerspiegelt zich dan ook helder in de inhoud. Een 15-tal artikelen behandelt de lcostenfacetten en m ogelijke kostenverlaging in al le geledingen van h et bedrijf. Enkele van de auteurs zijn prof. dr. W. 1. van de W oestijne, ir. dr. V. W. van G ogh, ir. N. R. A. K rekel, H. Th. V reede, dr. Th. J. S teenbergen en J. W. van Belkurn. M en heeft gestreefd n aar een praktische gids voor ieder, die kostenbestrijding te r h arte gaat. H et goed uitgevoerde speciale n u m m er van het T E D , in een o m v an g van 148 bladzij den tekst en illustratie, is a ƒ 7,50 los. ver krijgbaar bij h et N IV E , P a rk stra a t 18, D en H aag, tel. 070-614991. Nieuw dok voor Boele’s Scheepswerven en M achinefabrieken N .V ., Bolnes Boele’s Scheepsw erven en M ach in efab rie ken N .V . te Boines gaat een tw eede dok bou wen. H e t dok w o rd t iets kleiner dan het vorige. H et krijgt een draagverm ogen van 8.000 ton, tegenover i 1.000 van h et eerste dok. M et de bouw zal zo spoedig mogelijk w orden begonnen. D e directie h eeft m eegedeeld, d at m en een aantal rep a ratie-o p d rach ten h ee ft m oeten afzeggen bij gebrek aan dokcapaciteit. Om die reden wil m en op eigen helling h et ge vaarte in secties gaan bouw en. De afm etingen zullen zijn: lengte over alles 159 m, grootste breedte 30,60 m, vrije invaartbreedte 23,80 m en de hoogte to t het bovendek 12,75 m. H e t vorige dok, d at 4 ja ar geleden in g ebruik w erd genom en, is 175 m lang. H et h ee ft een vrije invaart van 32,60 m. V o o r h et nieuw e dok is nog geen ligplaats gevonden. Zelfheffend booreiland In o p d rac h t van de In tern atio n ale aannem erscom binatie, Six C o n stru ct, w aarin o.a. In tern atio n ale G ew ap en d b eto n Bouw te Breda en A u x eltra B eto n S.A . te Bruxelles deelneem t, bouw t scheepsw erf Jo n k er & Stans te H en d rik Ido A m b ach t m o m en teel een ze lfh e ffe n d b ooreiland. D it h efeilan d zal w erk zaam h ed en gaan verrichten in de P erzisch e G o lf t.b.v. de bouw v an nieuw e havens, om de d aar aanw e zige rotsachtige bodem te breken. H et boren in de hard e rots vindt plaats m et behulp van 4 pneum atische installaties, w aarn a springstofladingen a a n g eb rac h t w orden. In de zachtere ro ts w o rd t g ew erk t m et zw are, o nder-w ater w erkende, ro tsb reek h am ers. H et eiland is v o o rzien van 4 spudpalen welke ter plaatse to t op de b o d em w orden neergelaten, vervolgens „k lim t” h et eiland langs de spuds uit h et w a te r door m iddel van staaldraden en p n eu m atisch gedreven lieren. D e p onton is opgebouw d u it 2 drijvers, van 22 m lengte, w elke op een afstand van 8 nt gekoppeld zijn. H et geheel w o rd t n a de beproeving gede m onteerd en p e r schip n a a r de plaats van bestem m ing gebracht. H et ontw erp van dit nieuw e ty p e b o o r eiland is o n tstaan in nauw e sam enw erking m et de technici van de opdrachtgevers. De bouw en het ontw erp vond plaats in de korte tijd van ca. 4 m aan d en . Tewaterlatingen Bij F a. G. B ijlsm a & Z n., Scheepsw erf „V o lh ard in g ” te W a rte n a (F r.) is op 14 ju n i jl. m et goed gevolg te w ater gelaten een elev a to rb a k /o n d e rlo sser D . & S. 53 m et de volgende afm etin g en : lengte over alles 4 8,50 m, breedte 7,95 m en holte 2,75 m. D e bak w o rd t gebo u w d v o o r rekening van N .V . D ik k erb o o m & S ybrandi, A annem ingsm ij. te H eerenveen. en heeft een draagverm ogen van 650 ton. T IJD S C H R IF T E N R E V U E U ittreksels van enige belangrijke artikelen uit buiten lan d se tijdschriften, zoals deze w o rd e n v erw erkt in de k aartzendingen, w elke het N ationaal T echnisch In stitu u t v o o r S cheepvaart en L u c h tv a a rt m aandelijks aan d e d a a ro p geabonneerden doet toekom en. D e aanw insten der bibliotheek op nautisch, resp. tech n isch gebied w o rd en eveneens, op k aa rten verm eld, aa n bovengenoem de abonnees toegezonden. N iet-abonnees k u n n en zich afzonderlijk op deze a a n w instenlijst abonneren. Inlichtingen w orden gaarn e v erstrekt d o o r de directie v an h e t In stitu u t, Burg. s’Ja co b p lein 10, R o tterd am (tel. 13 20 40). „Structural Problcms in Sliips witli Iarge Hatch Openings”, ir. G . de W ilde. W o rd en grote openingen in h e t hoofddek aangebracht, dan o n t sta at een groot aantal problem en uit sterkte-oogpunt, die om een oplossing vragen. In het algem een zijn deze problem en in drie groepen o n d er te brengen, t.w. voldoende w eerstand tegen o p tred en d e w ringing m oet in de rom p aanw ezig zijn; de d ek oppervlakte dient zodanig te w orden versterkt, dat de langssterkte niet nadelig w o rd t beïnvloed; ten gevolge van het grote aantal openingen in h et dek is voor afdoende dw arsverband toepassing van zw are verbanddelen vereist. H oew el schepen m e t grote luikopeningen niet van d e laatste tijd zijn w ordt er op gew ezen, d at de scheepslengte m eestal k o rter was dan 150 m eter en de luikopeningen aanm erkelijk sm aller w aren d an nu h et geval is. D aa r deze openingen vooral v an essentieel belang zijn v o o r het lad en en lossen van grote containers, grote b o o m stam m en en dergelijke lading heeft L loyd’s een o nderzoek in gesteld n a a r de noodzakelijke sterk te en stijfheid van grote schepen m et een o f m eer grote luikopeningen, aan w elke m aterie deze ver han d eling is gewijd. A chtereenvolgens w orden torsie, dw arsscheepse en langsscheepse sterkte, alsm ede resultaten van m odelproeven aan de h an d van een groot aan tal grafieken en vergelijkingen besproken en verduidelijkt. (L lo y d ’s Paper (no. 46), 46 grafieken, 2 appendices). „Verband tussen kosten van behandeling van de scheepshuid en het brandstofverbruik van schepen”, drs. H. J. Lageveen-V an K uyk. In dit ra p p o rt w orden de verschillende posten beschreven, die bij de beoordeling van het gebruik van verbeterde roestw erende en a a n groeiw erende verven op econom isch terrein voordelen bieden. D e kosten v an enige m ethoden om staal te ontdoen van w alshuid en roest en de kosten van enige oudere en m oderne verfsystem en zijn geanalyseerd, alsm ede de kosten van onderhoud van het schip in dok. G ebleken is, d at bij een b etere behandeling de scheepshuid glad d er blijft, w aard o o r de w rijvingscoëfficiënt slechts weinig toeneem t. In principe w orden h ierdoor voortdurende besparingen op de b ran d sto frek ening verkregen. D e grootte van de besparingen is vastgesteld aan d e h an d v an jo u rn alen van enige vrachtschepen in lijndienst, passagiersschepen en tankers. U it de verkregen analyse is afgeleid dat v o or de N ed erlandse koopvaardijvloot een besparing van 18.000.000 gulden p er ja ar bereikbaar is m et de thans te r beschik king staande m iddelen. V erder is o.m . vastgesteld, d at th a n s de periode tussen tw ee opeenvolgende dokkingen van h et schip m eer dan 18 m a an d e n is. (Een tiental jaren geleden was deze slechts ca. 9 m aanden). Bij de sam enstelling van het rap p o rt w erd gebruik g em aakt van gegevens, die w erden verstrekt door rederijen, w erven en fab rieken, die in een aantal tabellen zijn verw erkt. (N ederlands Scheeps-Studiecentrum T N O , rap p o rt no. 93C , blz. 5-24, 4 fig., 7 tab., 8 ref.). „D as Fang- und Gefrierschiff vom Typ „Atlantik” - eine erfolgreiche W eiterentwicklung des Typs „Tropik” D e z.g. „ T ro p ik ”-serie, een standaardontw erp van R ussische visserij-fabriekschepen, w aarv an 86 stuks zijn gebouw d is d o o r een nieuw e verbeterde serie, de „A tlantik”-klasse vervangen. In dit a r tikel w o rd t uitvoerig ingegaan op het scheepsbouw kundige deel, w aa rn a de visserijuitrusting, de voortstuw ingsinstallatie en de overige technische u itrusting te r sprake kom en. E en beschouw ing w o rd t gewijd aan de verbeteringen van het ontw erp. D e stabiliteit w o rd t voor 15 bedrijfsom standigheden in grafische vorm weergegeven, w aarbij de R ussische stabiliteitsnorm en als leidraad dienden. V oorts w orden v erstrekt een schroefdiagram , koersgrafieken, een opengew erkte tekening van h et bijzondere type ro er (V ostra-roer) en h e t stu u r m echanism e, H e t proces v an de visverw erking w ordt schem atisch uitgebeeld. E nige bijzonderheden over de elektrotechnische inrichting volgen to t besluit. D e hoofdafm etingen van de schepen van de nieuw e „ A tlan tik ”-klasse bedragen: lengte 82,20 m (o.a.) X 73 (1.1.) X 13,60 m breed te X 9,55 m holte. D e brt. w ordt opgegeven als 2657 ton; de m otorinstallatie ontw ikkelt een verm ogen v an 2630 pk (13,6 mijl). (S ch iffb a u tech n ik, feb. 1967, blz. 78-89, 1 alg. plan, 1 gr. sp., opengew erkte langsdoorsnede, stabiliteitskrom m en, 3 fig.). „Higher tensile Steel in M erchant Sliip C onstruction” U itgebreid w 'ordt in g eg aan op de b ijzondere eig en sch ap p en van staal m et g ro te trek v a sth e id i.v.m . de bo u w van steeds g ro tere schepen, w aard o o r d e n o o d zak elijk h eid van o o k steeds d ik k e re p laten k an w orden g ered u ceerd . In h e t artikel w o rd t d e v o o rd ra c h t a a n gehaald, die de h e e r B u ch an an o v er deze m a te rie h e e ft g eh o u d en v o o r het R oyal In stitu tio n o f N av al A rch itects. D e langsscheepse sterk te van zeer g ro te sch ep en w o rd t b esp ro k en e n v o o ral de L /D verhouding, die lager is d an 12 w o rd t n ad e r besch o u w d . D e b o d em p laten van zeer g ro te b u lk c arriers w orden n o g steeds u it staal van n orm ale trek v asth eid g em aak t, o m d at rep a ra tie s tengevolge van bodem schade in diverse h av en s te veel o p o n th o u d zo u d e n vergen, d aa r m en niet o v er H T -staa l besch ik t en b o v en d ien de vaard ig h eid o n tb reek t om m et dit m a teria al te w erken. T en slo tte w o rd e n nog enige bijzonderheden gegeven b etreffen d e de lan g ssterk te van 500.000-tons schepen m et b etre k k in g to t de L /D -v e rh o u d in g e n . (L lo yd 's L ist and S h ip p in g G azette, 22 m a a rt 1967, blz. 4). „Som e Problems for the Classification Societies due to the increasing Specialisation in M erchant Ships”, P. Blanc. D e steeds v erd er d o o rg ev o erd e specialisatie d er k o o p v aard ijsch ep en en de stan d aard isatie van sch eep sty p en en h u n b o u w m eth o d en n o em t de au teu r probleem stellingen, die lijn rech t teg en o v er e lk a a r staan. D e w ensen van de re d e rs g aa n u it n a a r m ax im ale efficiën tie van h u n schepen en snelheid. D e classificatiebureaus dien en m e t deze w ensen rekening te h o u d e n en v erm eld w o rd t hetg een in deze rich tin g reeds w erd b ere ik t en w elke activ iteiten in o n tw ik k elin g zijn. D e behandelde o n d erw erp en zijn: a. h et oplossen van h e t v raa g stu k b etreffende de ste rk te van de scheep sro m p bij gespecialiseerde la dingen; b. p ro b lem en , die van belang zijn bij h e t v e rw arm e n o f a f koelen van de lading (m eth aan , asfalt, e.d.); c. de vaststelling van veiligheidsm arges bij h et v erv o er v an gevaarlijke g o ed eren ; d. p r o blem en, die zich v o o rd o en ten aanzien van de conditie d er lad in g en tijdens de reis. (Bulletin T ech n iq u e d u B u rea u Veritas, Special E n g lish Issue, 1966, blz. 3-8, 4 fo to ’s). „D e invloed van centrifugeren, filtreren en hom ogeniseren op on op losbare bestanddelen van residuale brandstof”, ir. M . V erw o est en F. J. Colon. Betoogd w ordt, d a t de cen trifu g es v o o r h e t rein ig en van scheepsm o to rb ran d sto f een n iet te v erw aarlo zen p o st v o rm en o p d e exploi tatierek en in g van de m a ch in e k am er, h etgeen geleid h e e ft to t een o nderzoek n a a r de invloed van verschillende m et een v o u d ig e m id delen uit te v oeren b eh an d elin g en van de b ran d sto f. B eschreven w o rd en diverse m eth o d en van h e t g ebruik van filte rp a p ie r, m em b raan -filter, precisie-zeef en v ac u ü m precisie-zeef, w a a rv a n d e re su l taten w orden verm eld. O ok h e t h om ogeniseren w o rd t aa n de o rd e gesteld, w aarbij b leek d at v eran d erin g en p laatsv o n d en in h e t aan tal vaste deeltjes g ro ter dan 12 m icro n en de viscositeit zow el toe- als afn am . D e v erw ach tin g lijkt gew ettigd, d a t h et to ep assen van een vereenvoudigde b ran d sto fb e h an d elin g h et b ed rijfszek er fu n ctio n eren van scheepsm otoren n iet zal belem m eren. (N ederlands S ch eep s-S tu d iecen tru m T N O , afd . m ach in eb o u w , P art I, blz. 7-18, 11 fig., 7 ref.). (N ederlandse bew erking in „Schip en W e rf” no. 12 v an 1967, pag. 306-312). „Schubboot „M isure” , erbaut von der Schottelw erft” H e t ontw erp van gen o em d e duw boot, die slech ts 10 m e te r lan g is en w erd gebouw d volgens h et k n ikspantsysteem , is h et re su lta a t van een d iepgaand o n d erzo ek . D e m a teria ald ik ten van d e ro m p , besp an ting en schotten w o rd en in tab elv o rm v erstrek t. T ijd en s p ro efv aa rte n m et beladen lichters bleken de k o ersstab iliteit en de m a n o e u v re e r b aarh eid zo n d er u itz o n d erin g gunstig te zijn. D e sto p tijd b edroeg bij h e t duw en 20 sec. en de hierbij b eh o ren d e stopw eg w as ongev eer 40 m eter. In 60 seco n d en w as de gehele d u w een h eid 3 6 0 ° v a n k o ers v eranderd. V erm eld w o rd t, d at v ooral in havens van b ep e rk te o m vang dit v aartu ig goede d ien sten k an bew ijzen. D e v o o rtstu w in g s installatie w o rd t u itv o erig besp ro k en . (Hansa, 2 nov. 1966, no. 22, blz. 1913-1914, 1 alg. plan, 2 foto's. 1 tabel).
© Copyright 2024 ExpyDoc