€ (X 3l^3^/3 2_£^30 De heer D. Verbaan. Melissegaarde 27 3436HZ Nieuwegein De gemeenteraad, de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders. t.a.v. de heer F. Contant Stadsplein 1 3431LZ Nieuwegein Betreft: overtreding omgevingsvergunning WABO Sfieuwegein, 27 januari 2014 Geachte leden van de gemeenteraad, Op 28 oktober werden wij overvallen met de plaatsing van een dakkapel tegen onze zijgevel voor het zijraam. De afstand van de zijwang van de dakkapel is exact 45 centimeter, de zijkant van het boeiboord van het dakgedeelte van de dakkappel ten opzichte van de gevel is 35 centimeter en op het verspringende gedeelte van de voorkant bedraagt enkele centimeters. De dakkapel staat tegen het overstek, waardoor het raam nu niet meer geheel open kan en de lichtinval beperkt is. De ruimte voor onderhoud en schilderwerk is nu te krap. Wij ondervinden schade en hinder van de geplaatste dakkapel. In de vergunning wordt in aandachtspunten algemeen, punt 1, vermeld dat het verplicht is maatregelen te nemen om te voorkomen dat derden als gevolg van dit besluit schade ondervinden. Daarnaast is de vergunninghouder in overtreding door af te wijken van de vergunning, aangezien de dakkapellen 60 centimeter lager zijn geplaatst dan is voorgeschreven. Dit zorgt voor een grove inbreuk op de architectuur van de geschakelde woningen (zie welstandsnota).De commissie welstand heeft, hoewel het in de vergunning is vermeld, geen advies uitgebracht. De buurtgenoten spreken hun verbazing en afkeuring uit: 'Het is geen gezicht, als de gemeente dat goedkeurt, dan kan iedereen bouwen wat hij wil, het staat tegen jullie huis voor het raam.' De sfeer in de buurt is er dus niet beter op geworden. De afstand van 50 centimeter is, horizontaal gemeten, een "tenminste maaf'en alleen toegestaan als er geen factoren zijn die een gr< tere afs d noc g maken. Dakkapellen moeten volgens de nota welstand, "tenminste één meter uit elkaar staan". Dus ook logisch één meter uit de gevel van de buren. Dan staat de dakkapel vrij in het dakvlak," evenwichtig van plaatsing". "Een dakkapel geeft licht en ruimte", volgens de nota van de Minister van Binnenlandse zaken. Dan zetje toch geen dakkapel voor het raam van de buren. Dat vind je als gemeente toch niet goed. Of leest de vergunningverlener deze nota's van de Minister niet. Er zijn pogingen gedaan om voor consult en toezicht in contact te komen met bouw en woningtoezicht. Helaas zijn deze mislukt, omdat er niemand aanwezig of beschikbaar was. Uiteraard hebben wij bij zowel b de eigenaar als bij de gemeente bezwaren aangetekend. Dit heeft niet geleid tot een oplossing van het probleem, maar in plaats daarvan beloont het college de overtreder met legalisatie en zet daarbij haar eigen voorwaarden opzij met verstrekkende gevolgen. Dat de dakkapel voor ons raam staat en onze rechten geschonden zijn, telt in de overwegingen van het college blijkbaar niet Conclusie: "De vergunning had niet verleend mogen worden". / De volgende gebeurtenissen hebben plaatsgevonden: er heeft geen overleg plaatsgevonden, de aanvraag en behandeling heeft plaatsgevonden in onze vakantie, de tekeningen bij de aanvraag zijn onvolledig en onjuist, de ramen in onze gevel komen er niet op voor en wekken (bewust) de indruk van een blinde gevel De vergunningverlener zegt "op de hoogte te zijn van de aanwezigheid van de ramen". Vraagt niet de a; vrager om aanvullende ir brmatie. Geeft dus me verking tan onrechtmatig handelen van de vergunninghouder. De doorsnede tekeningen van de situatie bij onze gevel ontbreken. Er zijn onjuiste en onvolledige stukken ter inzage gelegd en aan de commissie welstand aangeboden. Naast de bovengenoemde punten is er ook niet ingegaan op het verzoek van 4 december om inzage te mogen hebben in het advies van de welstandscommissie. We hebben het zelfs niet ontvangen. Onze overtuiging is nu dat er geen advies gevraagd is en er daarom ook geen inzage mogelijk was. Er is wel een stempel met een paraaf a: sn, n ir dat si iet gelijk aan een advies. Een advies is pas geldig als het is voorzien van de naam, functie en handtekening van de adviseur. mch'sie:"De vergunning is verleend zonder advies van de commissie welstand In een e-mail van 14 november schrijft mevrouw Van Oort:"De betreffende afdeling is van oordeel dat de dakkapel conform de tekeningen en de verstrekte vergunning is gebouwd". Dat klopt uiteraard niet. De dakkapellen zijn 60 centimeter onder de verplichte en voorschreven horizontale lijn geplaatst Verder 5 en 10 centimeter te dicht bij de gevel van de buren. Overigens, ons bezwaar richt zich voornamelijk op de plaatsing tegen de gevel en voor ons raam. Er heeft dus geen onderzoek plaatsgevon en, de uitspraak is ni< de wa 2id, on jk, o k wat het oogmerk is. .Ik, wij beoordelen deze uitspraak als onbehoorlijk bestuur. Op ons verzoek iet adv s over de legalisatie te ontvangen, schrijft het hoofd van de afdeling Toezicht etc:'De welstandscommissie fungeert al viseur in de gemei te. Deze vergaderingen zijn in principe ienbaar.' Dit is echter niet juist, aangezien ze in de Molenkruier worden aangekondigd. Hoe is dat dan te verklaren? In de beantwoording van ons bezwaar stelt de ambtenaar: 'Dat in de Melissegaarde de dakkapellen op verschillende hoogten zijn geplaatst en er dus ruimte is voor de afwijking.' In de Melissegaarde en in geheel Nieuwegein worden dakkapellen steeds geplaatst op dezelfde hoogten net zoals bij de overige dakkapellen in het woonblok. Dat is "sinds heugenis" een voorwaarde en opgenomen in de vergunningen, met de toevoeging exact. Als de gemeenteraad dat wil doorbreken dan wordt het chaos op de daken. De bovenstaande beai voording van de ambtenaar getuigt van minachting voor de bezwaarde. Onwaarheden, onjuiste en ontbreken van motieven dragen het kenmerk van onbehoorlij bestuur. Of is het een gebrek aan kennis van zaken en goede omgangsvormen. De legalisatie is de bi m een overt der. De bevestiging en goedkeuring van wat verboden is. De overtreding is aan te merken als 'onrechtmatig'. Onrechtmatig, waardoor wij hinder ondervinden, het ontnemen van licht en ventilatie door het plaatsen van de dakkapel voor ons raam. Bovendien de inbreuk op de architectuur met waardevermindering van onze woning. Als het gemeentebestuur daarin meegaat, beweegt ze zich ook op het vlak van onrechtmatig handelen. Denk hierbij ook aan de precedentwerking en willekeur. Legalisatie is gebaseerd op art.3.4 Awb. Hierin staat dat het bevoegd bestuursorgaan weliswaar een beginselplicht tot handhaving heeft, maar dat concreet zicht op legalisatie één van de twee uitzonderingen is. De andere uitzondering betreft 'onevenredigheid van handhaven'. In de brief van Toezicht, Veiligheid en Leefbaarheid wordt gesteld: 'Aangezien er een positief welstandsadvies ligt, betekent het dat er sprake is van 'concreet zicht op legalisatie.' Er is geen verband gelegd met de overtreding en er is geen analyse van de gevolgen voor het bestuur bij toekenning of afwijzen van verzoeken voor en omgevingsvergunning. De gemeenteraad heeft zich daarover, als hoogste orgaan in het bestuur, niet in een beleidsnota uitgesproken. Onze rechten worden hier niet erkend en andere bestuurlijke bezwaren zijn niet meegenomen. In een e-mail heb ik gevraagd naar de gegevens over ter inzage legging van het nieuwe verzoek, de legalisering. Ik heb tot heden geen antwoord ontvangen. Opnieuw wordt ik genegeerd. Waarom, wat is de reden? Is wellicht de vergunningverlener niet van plan het besluit te publiceren? Heeft de omgeving er dan niets mee te maken? Conclusie: "legaliseren lost de problemen van de overtreder op". Schept nieuwe problemen. Het betreffende advies 'een kattebelletje met een paraaf van een ambtenaar' kan toch niet dienen als een advies van een gewaardeerd adviescollege. Het ontkennen van de twee-eenheid van de twee geschakelde woningen slaat nergens op. De woningen zijn voor 80 % gespiegeld ontworpen en gebouwd. Van wie is dat paraaf, een advies behoeft ondertekening door de voorzitter van de welstandscommissie met de naam in blokletters. Zonder deze ondertekening is het advies ongeldig Iedereen mag en moet weten wie voor dat advies verantwoordelijk is. Dat ontbreekt en het zogenaamde advies heeft dus geen betekenis, zeker niet om legalisatie te rechtvaardigen. Conclusie: "Er zijn geen adviezen van de commissie welstand". Er is, vanwege het ontbreken van een positief advies van de commissie welstand, geen zicht op legalisatie". De afdeling Toezicht heeft ons bezwaar voor behandeling in handen gelegd van de afdeling Duurzame ontwikkeling. Dat is de 'slager die zijn eigenvlees keurt'. Het paraaf van het zogenaamde welstandsadvies komt overeen met het paraaf op de tekening van de eerste aanvraag om een vergunning. Van enige objectiviteit is geen sprake. Blijkbaar kan de afdeling Duurzame ontwikkeling zelf welstandsadviezen maken en het laten voorkomen alsof de commissie welstandsadvies heeft uitgebracht. Zich als een ander voordoen is een onrechtmatige daad en strafbaar. Dat is meer dan onbehoorlijk bestuur, dat is misleiding. De gehele gang van zaken heeft in de buurt tot grote ontevredenheid geleid. De onderlinge verhoudingen zijn door onzorgvuldig handelen en omgaan met verzoeken en vergunningen, evenals de legalisatie van een flagrante overtreding ernstig, verstoord. Buurtbemiddeling is dan ook niet aan de orde.Het gemeente bestuur moet in het reine komen met de buurt, de omgeving. Conclusie: "Beperkte handhaving doet recht/draagt bij, aan het oplossen van het probleem. Beperkt verdere bestuurlijke problemen". Ik vraag van de gemeenteraad het volgende: 1) De wethouder op te dragen een onderzoek in te stellen naar de wijze van behandelen van deze aanvraag voor een vergunning. Uiteraard worden degenen die betrokken waren bij de vergunning en legalisering daar niet mee belast. Ook het algemeen vergunningenbeleid behoeft evaluatie en verbetering. 2) De wethouder op te dragen onze rechten objectief en serieus ter hand te nemen en daar ook naar de vergunninghouder opdrachten voor te geven. Het vergunning en legaliseringbesluit terug te nemen, in te trekken, en na het onderzoek een nieuw besluit aan de gemeenteraad voor te leggen. Beperkte handhaving door het inkorten van de dakkapel is een passende optie.. Het kan en mag zo niet blijven. 3) De v ;omrc brmeelhaarp e terug te ge 'en en de al ling Duurzame ontwikkeling de mogelijkheid te ontnemen om zelf en voor zichzelf te adviseren. De huidige werkwijze is onbehoorlijk bestuur. 4) De bepaling van art. 4.3 Abw. uit te werken in een n< sgaliserin 5) Bij een omgevingsvergunning rekening houden met de omgeving, zoals met de buren. 6) De burgemeester te vragen na te gaan of er sprake is van strafbare feiten. Met vriendelijke groet, Hoc achtend D. Verbaan. Dhr. D.Verbaan. Melissegaaarde 27 3436HZ Nieuwegein. Aan: De gemeenteraad en het presidium. t.a.v.De heer F.Contant. Stadsplein 1 3431 LZ Nieuwegein. Nieuwegein, 4 februari 2014, Geachte leden van de gemeenteraad, In mijn brief van 27 januari ligt de kern van mijn bezwaren bij de vergunningen de bijbehorende adviezen van de commissie welstand, evenals de onzorgvuldigheid en het negeren van mijn vragen door de behandelende ambtenaar. Er is ook nog een andere kant aan onze ontevredenheid en woede over de gang van zaken. Ik verwijs daarbij naar het arrest van de Hoge Raad van 1919. In dat arrest gaf de Hoge Raad een zeer belangrijke definitie van het begrip onrechtmatig. "Onder een onrechtmatige daad is te verstaan elk handelen of nalaten, dat inbreuk maakt op een anders recht, in strijd is met des daders rechtsplicht, indruist hetzij tegen de goede zeden, of " tegen de zorgvuldigheid, welke in het maatschappelijk verkeer betaamt ten aanzien van een anders persoon of goed". Het arrest is in de loop der tijd verwerkt in de burgerlijke wetboeken. Het arrest blijft echter onverkort van kracht. Burgerlijk wetboek boek 5 artikel 37. "De eigenaar van een erf mag niet in een mate of op een wijze die volgens artikel 162 van het burgerlijk wetboek boek 5 onrechtmatig is, aan de eigenaars van andere erven hinder toebrengen zoals het verspreiden van rumoer, trillingen, stank, rook of gassen, door het onthouden van licht en lucht, of door het ontnemen van steun". Van dit artikel mag door een gemeente of andere overheid niet afgeweken worden. De onrechtmatige plaatsing van de dakkapel tegen de gevel en voor ons raam is met artikel 37 wel duidelijk. Er is belangrijk minder licht in de kamer en bij het openen komt het raam tegen de dakkapel. Wij ondervinden hinder en schade. Onrechtmatig handelen kan worden toegerekend aan de eigenaar, mevrouw Wensing. Bij het kenbaar maken van onze bezwaren stelde zij:" Dat raampje had er niet mogen zijn, en later, als jullie boos zijn dan moet dat maar slijten". Alsof de architect voor 40 jaar terug fouten heeft gemaakt. Maar, is de gemeente niet medeverantwoordelijk voor de onrechtmatigheid. In mijnbrief aan de gemeente van 22 november 2013 stelde ik "dat op de tekeningen de ramen ontbreken en de commissie welstand daardoor op het verkeerde been zou zijn gezet". Het zou dan een blinde muur zijn zonder ramen. In de brief van 19 december 2013 verklaarde het hoofd afdeling Toezicht, Veiligheid en Leefbaarheid dat, "De aanwezigheid van dit raamkozijn was ons tijdens de behandeling van de aanvraag bekend, ondanks dat deze raa npartij niet op de tekening stond". Hieruit volgt logisch dat het gemeentebestuur heeft ingestemd met plaatsing voor ons raam en mede verantwoordelijkheid draagt voor het onrechtmatig handelen conform artikel 37. Er is immers een vergunning verlei id. NB Ind n deze aanwe zighc id van rar iet bekend zou zijn, dan zou conform de aanwijzing in de vergunning de vergunning ingetrokken moeten worden, dan bevindt d gemeente zich in een andere positie. Mijn indruk is, dat de behandelende ambtenaar zijn kennis heeft uit de door mij toegezonden foto, s. De gemeente die zich schuldig maakt aan medewerking bij het onthc n van Hei en lut verlenen v< \n een vergunning voor de plaatsing van een dakkapel voor het raam van d< )or ht i, ple 'gt daarmee een onrechtmatige overheidsdaad. Artikel 162 /an bo ;k 5 beschrijft de onrechtmatige daad en dï toerekening. Kort gezegd, aan een ander hinder of schade t o ïgen. Minder licht en II it is hinc ?rlijk en ongezond. Hinder of schade moet kunnen worden toegerekend. Toerekening aan mevrouw Wensing, de eigenaar en mede aan het gemeentebestuur. Inbreuk op recht van anderen, het recht op het vrije gebruik, de vrije toegang van licht en lucht uit de openbare ruimte in de woning. In artikel 37 staat het woord zoals, dat wil zeggen dat er meer redenen te noemen zijn van onrechtmatig handelen of nalaten. Ik breng nog twee punten onder uw aandacht. De brandov rslag is een zeer belangrijk ger ieente van 1! nt, hetgaê TI on ember i/erklaar /eiligl : hoc n die vi /, "D< nderer n de aar re: lannei sft- uit oogpunt van brandveilighei i- bovenop de bestaande dakconstructie minerale wol men gipsplaten aangebracht". Aan de voorzijde is dat niet het geval en ook niet mogelijk. Bij brand in de kamer van de dakkapel zal de brandhaard zijn uitweg vinden aan de voorzijde. De ramen zullen snel breken en de dakkapel zal, met de geïsoleerde zijwangen en dak, als een "vuurspuwende berg" de vlammen naar buiten jagen. De dakkapel staat tegen het houten overstek en de gevelbetimmering van onze woning. De gevolgen zijn wel duidelijk. Het tweede punt betreft,"De vermindering van het genot van een anders eigendom". Rekening houden met de buren, overleggen, behoort tot "de zorgvuld id, welke in het maatschappelijk verkeer betaamt ten aanzien van een anders persoon of goed". De buurvrouw is egoïstisch , empahtieloos en doet wat ze zelf wil, heeft maling aan voorwaa n en regels van de gemeente. De gemeente, daar kun e niet van op aan, is niet zoals ze wel beweert objectief, streng en rechtvaardig, maar is onachtzaam, onzorgvuldig, handhaaft niet en staat niet achter je als onrecht wordt aangedaan. Het is niet leuk meer. De toegebrachte schade en hinder, licht en lucht alsmede gezondheid en veiligheid kun je niet afkopen. Daarom is de enige oplossing te vinden in Artikel 3.4 Awb, de beginselplicht tot handhaving. Onze rechten conform artikel 37 van het Burgerlijk wetboek staan daarbij centraal. Met vriendelijke groet, Hoogachtend, D.Verbaan. Ringelestijn, Tineke van Van: Verzonden: Aan: CC: Onderwerp: Bijlagen: Contant, Ferdinand woensdag 5 februari 2014 14:10 'Dirken Betsie' Ringelestijn, Tineke van; Mes-Verhoef, Yvonne RE: bezwaar omgevingsvergunning Burgerlijk wetboek boek 5 artikel 37.doc Geachte heer Verbaan, In reactie op uw onderstaande bericht meld ik u dat we uw bijgesloten aanvulling aan uw brief zullen toevoegen, Van het (proces)voorstel dat het presidium aan de raad doet met betrekking tot de behandeling van uw brief, kunt u kennis nemen via het Raadsinformatiesysteem. De stukken voor de raadsvergadering van 26 februari worden op vrijdag 21 februari opgebouwd en dan staat bij de ingekomen stukken ook de wijze van afdoening vermeld. U kunt (tegen die tijd) gebruik maken van deze link. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben ingelicht. Met vriendelijke groet, Ferdinand Contant Ferdinand Contant | Raadsgriffier | Gemeente Nieuw Postbus 1, 3430 AA Nieuwegein | Stadsplein 1, 3431 LZ N T 030 - 607 1506 | M 06 - 31 79 34 46 | egein E f.contant(a)nieuweaein.nl of ariffietainieuweaein.nl ^pj enk aan het milieu voordat u deze e-mail afdrukt Van: Dirk en Betsie [mailto:dirkenbetsie(aitelfort.nll Verzonden: woensdag 5 februari 2014 13:47 Aan: Contant, Ferdinand Onderwerp: bezwaar omgevingsvergunning Geachte heer Contant, in aansluiting op mijn brief van 27 januari nog een aanvulling met meer uitleg omtrent het onrechtmatig handelen. Die kant is nog onderbelicht. Als het presidium zijn voorstel aan de raad gereed heeft, dan wil ik daar graag kennis van nemen. Kan dat? Vr Groet, D.Verbaan.
© Copyright 2024 ExpyDoc