Trends column Aug 2014 De schatten van het middenveld Ik

Trends column
Aug 2014
De schatten van het middenveld
Ik laat in het midden of NV-A Kamerlid Peter Dedecker gelijk had, toen hij stelde dat het ACW
(vandaag Beweging.net) de misleide Arco-aandeelhouders zelf moet vergoeden. Maar deze politicus
stelde tegelijk wel een terechte vraag. Hoe rijk is het ACW eigenlijk? Kan het de 1,6 miljard
ophoesten die ACW-ministers hebben beloofd aan de gedupeerden, waaronder zijzelf? Voor het
antwoord was het uitkijken naar ‘Een zuil van zelfbediening’, het boek van Dedecker. ‘Het is duidelijk,
schrijft hij daarin, dat het ACW met gemak zelf zijn coöperanten zou kunnen vergoeden, in plaats van
de overheid en dus alle belastingbetalers hiervoor te laten opdraaien.’ Die kordate conclusie sloot
niet echt aan bij de bewijslast in het boek. Ook Dedecker kreeg de kluizen niet open. Natuurlijk, wie
zoals het ACW voor 17 miljoen verzekeringspremies ‘niet-leven’ betaalt aan Belfius, beschikt wellicht
over een vastgoedpatrimonium van ruim 10 miljard.
De vraag naar de omvang van het vermogen van het ACW en van de andere spelers uit middenveld
moet wel een antwoord krijgen. De N-VA kan hiervoor misschien rekenen op Groen! Tenminste op
de groene politici die in hun optreden de stellingen durven meenemen uit het moedig boek ‘De
rekening van de verzuiling’ van ex-minister Mieke Vogels. Vogels stelt vast dat ‘de ijzeren wet van de
oligarchie’ van socioloog Robert Michels perfect toepasbaar is op het vooral christelijke middenveld.
Die wet leert dat ‘het leiderschap van een oligarchische organisatie zichzelf bestendigt, nieuwe
leiders worden gecoöpteerd, de organisatie is en blijft in handen van een kleine groep mensen,
terwijl de afstand met de leden steeds groter wordt.’ De oorspronkelijke waarden en de
doelstellingen moeten wijken voor de ‘ijzeren wet’. Transparantie is onbestaand. Bij de investeringen
van Arco in Dexia, aldus Vogels, domineerden de belangen over de waarden van de organisatie en
haar gebruikers. ‘Een mooiere illustratie van de ijzeren wet van Michels is moeilijk denkbaar’. Aldus
Vogels, die in haar boek talloze voorbeelden geeft van het oligarchisch karakter van de ooit
christelijke zuil.
Hoe rijk zijn de oligarchieën die zichzelf het ‘middenveld’ noemen en die al 100 jaar bemiddelen in de
miljardenstromen van de overheid naar allerlei begunstigden? Wat bleef er als ‘marge’ aan de
vingers plakken? Hoeveel wordt er verspild, want externe controle is er nauwelijks. Bestaat er zoiets
als ‘goed bestuur’ en verantwoordelijkheid? Werden er vastgoed- en financiële imperia uitgebouwd
en hoe omvangrijk zijn die activa? Electrabel en Fluxys moeten transparant zijn, maar waarom het
ACW, de CM, het ABVV, het ACLVB niet? Veel organisaties uit dat middenveld eisen nu dat ieder
particulier vermogen in een kadaster wordt opgenomen. Het kan dan jaarlijks met een Pikettybelasting worden afgeroomd. Mogen we eerst de omvang kennen van de vermogens die de
oligarchieën deels met belastinggeld hebben opgebouwd?
We hebben bij dit verzoek gelukkig een medestander. In zijn boek ‘Capital in the Twenty-First
Century’, heeft diezelfde Thomas Piketty het op verschillende plaatsen over de mate waarin
tegenover de publieke passiva, de openbare schuld dus, ook publieke activa staan. Die activa noemt
hij publiek kapitaal. Hoe groot is dat publiek kapitaal? Moeilijke vraag want ‘de scheidingslijn tussen
openbaar en privékapitaal is helemaal niet zo duidelijk’. Piketty lost het probleem op: ‘organisaties
die hoofdzakelijk afhangen van publieke subsidies worden beschouwd als zijnde publiek.’ Hun activa
zijn in Piketty’s statistieken publiek. Is de infrastructuur van onze sociale zekerheid dan nog
privébezit? Essentieel in deze discussie is transparantie, benadrukt Piketty. ‘Niet zozeer transparantie
inzake individuele inkomsten en vermogens, maar vooral transparantie bij de privébedrijven en de
publieke instellingen’. En elders: ‘Men kan de burgers er nooit van overtuigen dat onze overheden
nieuwe instrumenten nodig hebben, als men niet kan aantonen dat de bestaande goed werken.’
Het middenveld levert in België levert onmisbare diensten en een verstaatsing is niet wenselijk. Maar
mogen we de rekeningen zien? Er is bij ons middenveld wellicht weinig echt onoorbaars te
verbergen, maar waarom verbergt men het dan? De Vlaamse bisschoppen hebben dat intussen
begrepen. We weten sinds kort dat ze over een beleggingsportefeuille van 133 miljoen euro
beschikken. Voorbeelden strekken.
Paul Huybrechts
De auteur is publicist en voorzitter van VFB