Een stem die telt - Nederlandse Vereniging van Journalisten

Een stem die telt Naar een nieuwe verenigingsdemocra1e bij de NVJ !
1. Inleiding In hun advies "Knopen doorhakken" van 19 september 2013 concludeerden Schaepman en Fonkert dat de NVJ onvoldoende als vereniging funcConeert. Ze adviseerden aan alle NVJ-­‐leden rechtstreeks toegang en stemrecht tot het hoogste orgaan van de vereniging te geven: de Verenigingsraad. In het verlengde daarvan lag het advies binnen drie jaar alle SecCes op te heffen, met uitzondering van Vers in de Pers en Plus+. Op 13 november 2013 aanvaardde de Verenigingsraad deze adviezen integraal en droeg het NVJ-­‐bestuur op deze nader uit te werken. Die uitwerking echter, omvaQe een handhaving van de rol van de SecCes bij de verkiezing van leden van de Verenigingsraad en de invoering van een digitale ledenraadpleging bij belangrijke onderwerpen. Na de discussie hierover in de Verenigingsraad van 5 maart 2014 nam het bestuur dit voorstel terug. Hierop is door het bestuur eerst de vraag of het one-­‐man-­‐one-­‐vote systeem binnen de NVJ voedingsbodem heeV, via een digitale ledenraadpleging verkend. Van de 854 leden die hun mening gaven was 67% voor deze opCe. Daarop gaf de Verenigingsraad in haar jaarvergadering van 14 juni 2014 het bestuur groen licht voor de instelling van een werkgroep om voorstellen voor de nadere uitwerking te formuleren. Deze werkgroep bestaat uit vier leden van het bestuur en SecCebesturen, ondersteund door het secretariaat van de NVJ. 2. Opdracht Het bestuur gaf de Werkgroep de opdracht tot de uitwerking van verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de ledenvergadering, van de secCes en van het bestuur, inbegrepen de noodzakelijke wijzigingen van de statuten. De Werkgroep rapporteert aan het bestuur, uiterlijk 3 weken voorafgaand aan de najaarsvergadering van de Verenigingsraad van 12 november 2014. 3. Werkwijze De Werkgroep kwam tweemaal bijeen op het NVJ-­‐kantoor in Amsterdam. Verder werd er overleg gevoerd met de besturen van de SecCes, Cjdens de SecCebestuursconferenCe op 8 oktober 2014 in Nunspeet. 4. Uitgangspunten !
a. One-­‐man-­‐one-­‐vote: Een verenigingsdemocraCe die elk lid het recht geeV op het hoogste niveau over alle onderwerpen te mogen meepraten en meebeslissen is – zeker principieel gezien – een groot goed. Men kan zich afvragen waarom dit niet alCjd en overal is geprakCseerd en menigmaal de vorm van getrapte vertegenwoordiging werd gekozen. De antwoorden op die vraag kennen twee hoofdstromen: 1. de wens om de feitelijke zeggenschap (=macht) bij een kleinere groep deskundigen/ingewijden te leggen; de beleidsvorming wordt dan consistenter, de uitvoering en controle worden handzamer; 2. prakCsche overwegingen. Als iedereen komt en meepraat zijn er bezwarende factoren als vergaderCjd, zaalomvang, kosten, etc. Een vereniging die er voor kiest om ieder lid op het hoogste niveau (thans de Verenigingsraad) toegang en stemrecht te geven zet principieel een grote stap, maar doet er verstandig aan om tegelijk maatregelen nemen om een prakCsch werkbare vorm te vinden waarin dat recht gestalte krijgt. b. plaats en rol van de SecEes Een direct stemrecht voor elk lid verandert de posiCes van de SecCes binnen de NVJ. Tot de taken en bevoegdheden van de SecCe behoort nu het aanwijzen van een aantal leden van de Verenigingsraad, in relaCe tot de omvang van de SecCe. Als ieder lid toegang tot en stemrecht in de Verenigingsraad krijgt vervalt deze funcCe van de SecCes. Maar er blijV in een flink aantal gevallen nog wel wat te doen in de SecCes. De belangrijkste daarvan is de beharCging van sociaal economische belangen van de betreffende secCeleden. Dit kan een collecCeve arbeidsovereenkomst voor een sector zijn (dagbladen, CjdschriVen, omroepen) of een andere regeling die verband houdt met de beroepsuitoefening (foto-­‐ perskaarten). In de SecCes kan ook de vakinhoudelijke discussie plaats vinden. Een derde funcCe is de binding die van een SecCe voor groepen leden kan uitgaan, zeker zoals bij de secCes Vers in de Pers en Plus+. Met de concrete invulling van het takenpakket van de SecCes is een begin gemaakt Cjdens de middagzigng van de SecCebestuursconferenCe in Nunspeet. Dit proces is nog niet afgerond. Het bestuur ziet toe op de verdere uitwerking. In álle gevallen moet wel gelden dat wat voor de Verenigingsraad regel is, ook bij de SecCes ingang vindt: elk secCelid heeV toegang tot en stemrecht in de vergaderingen van de SecCe, het bestuur wordt gekozen en is periodiek aVredend. Het is voor een levendige democraCe belangrijk hieraan de hand te houden. c. Verenigingsraad of Algemene Ledenvergadering Resteert nog de vraag of de Verenigingsraad zijn naam moet houden, dan wel dat de nieuwe status ook in de naamgeving tot uitdrukking moet komen: Ledencongres, o.i.d. Het meest logisch is een naamswijziging door te voeren, om de breuk met het verleden goed zichtbaar te maken. Noem het 'ding' dan wat het is: de Algemene Ledenvergadering (ALV), ook volgens het verenigingsrecht (BW) de plaats van het hoogste gezag in een vereniging. Verwant hieraan is de vraag waar het voorziJerschap van de Verenigingsraad berust. Is dat, zoals nu, per definiCe de verenigingsvoorziQer, of kiest het de ALV zijn eigen voorziQer? In het laatste geval wordt de posiCe van de ALV sterker en onaoankelijker, meer in overeenstemming met de democraCsche gebruiken. Door in het najaar de ALV haar eigen voorziQer voor het daaropvolgende kalenderjaar te laten kiezen ontstaat consistenCe. De taak van deze ALV-­‐voorziQer is niets anders dan de ALV soepel door de bijeenkomsten heen te loodsen. De bepalingen van statuten en reglement geven de grenzen en mogelijkheden aan. Naast behendigheid en soepelheid is kennis van de procedures voor elke kandidaat ALV-­‐voorziQer noodzaak. Deze "technische" vergadervoorziQer heeV geen beleidsverantwoordelijkheid of portefeuille. d. Voorstellen voor de Algemene Ledenvergadering (ALV): Een versterking van de democraCe in de NVJ is niet alleen – misschien zelfs wel niet in de eerste plaats – aoankelijk van de vraag of het hoogste orgaan getrapt wordt gekozen, of dat dit bestaat uit alle stemgerechCgde leden. Ook in het laatste geval gaat het erom dat die leden meer kunnen zijn dan klapvee voor de voorstellen van het bestuur. Dat betekent allereerst dat ook leden of groepen van leden (25 'willekeurige' leden en SecCes) zelf voorstellen voor deze ALV kunnen indienen, net als het NVJ-­‐bestuur. Ook de mogelijkheid van een NVJ-­‐ledenraadpleging over een bepaald onderwerp moet naast het NVJ-­‐bestuur toegekend (nu opgenomen in arCkel 24, lid 8 van de Statuten) worden aan een groep leden (bijv. 75 'willekeurige' leden) en de SecCes. e. Vergaderorde op de Algemene Ledenvergadering (ALV): Het bestuur kiest een locaCe en een CjdsCp voor de ALV die het voor zoveel mogelijk leden mogelijk maakt de ALV te bezoeken. Datum, CjdsCp en plaats van elke ALV moeten ruim tevoren bekend worden gemaakt, zodat ook leden met drukke (werk)agenda's de gelegenheid hebben hiervoor Cjd in te ruimen. Alle voorstellen moeten tenminste 3 weken voor de vergaderdatum aan alle leden bekend worden gemaakt (bij voorkeur per email, of portal, of anders schriVelijk). Voorstellen die niet van het bestuur apomsCg zijn, moeten zijn voorzien van een opinie van het bestuur over dat voorstel. Leden die van plan zijn de ALV te bezoeken wordt dringend verzocht zich tenminste 2 weken tevoren aan te melden. Zij ontvangen dan een op naam gestelde stemkaart. Leden die !
!
zich 'spontaan' bij aanvang van de vergadering melden ontvangen alsnog een stemkaart. Alleen leden met een stemkaart zijn op de betreffende bijeenkomst van het Ledencongres stemgerechCgd. Reglementair aangemelde leden kunnen tot 24 uur voor aanvang van de ALV iemand uit hun SecCe machCgen om hun stem uit te brengen, tot een maximum van drie mandaten per persoon. In de desbetreffende bepalingen van het huishoudelijk reglement worden waarborgen tegen fraude opgenomen . Het is niet raadzaam 'spontane' besluiten van de ALV (die dus niet het formele voortraject hebben afgelegd) helemaal onmogelijk te maken, wel om ze te beperken. Leden die niet naar het Ledencongres wilden of konden komen mogen niet achteraf overrompeld worden door besluiten die ze niet konden zien aankomen en waarover ze dus ook niets hebben kunnen zeggen. Zeker voorstellen over essenCële zaken, zoals bijvoorbeeld als wijzigingen in Statuten en Huishoudelijk Reglement moeten dus de koninklijke weg volgen. Besluiten van de ALV die niet aan deze vereisten voldoen gelden als „voorlopig besluit". Ze worden pas definiCef nadat de leden zich via een NVJ-­‐ledenraadpleging in (eventueel een gekwalificeerde) meerderheid hiervoor hebben uitgesproken. Alleen essenCële, spoedeisende zaken (neem een moCe over de vrijlaCng van een gevangen journalist o.i.d.) kunnen zich aan dit regiem onQrekken. Dat een dergelijk besluit essenCeel en spoedeisend is moet de ALV dan eerst wel zelf uitspreken. Bovendien kan 1/3 deel van de aanwezige leden op de ALV uitspreken dat een op de ALV genomen besluit alsnog door middel van een bindend referendum ter goedkeuring aan alle leden wordt voorgelegd. f. secEes en werkgroepen ArCkel 28 van de huidige statuten geeV de Verenigingsraad, op voorstel van het bestuur, de mogelijkheid om SecCes in te stellen. Dan moet er sprake zijn van een voor die leden gemeenschappelijk journalisCek èn sociaal-­‐economisch belang. Op deze wijze wordt bijvoorbeeld voorkomen dat dagblad-­‐ of CjdschriVjournalisten gaan meestemmen over de omroep cao en omgekeerd. Ook kan er aan specifieke zaken als bijvoorbeeld de perskaarten voor fotografen in 'eigen' kring aandacht worden gegeven. Vakinhoudelijke discussies kunnen op dit platorm vorm en inhoud krijgen. De NVJ kent ook de mogelijkheid tot het instellen van werkgroepen (arCkel 29 Statuten), als hieraan een gemeenschappelijk journalisEek belang ten grondslag ligt. Ook die werkgroepen (áls ze er al zijn) worden op voorstel van het bestuur door de Verenigingsraad in het leven geroepen. Deze bepalingen kunnen verdwijnen, de prakCjk heeV ze overbodig gemaakt. Wel kan statutair de mogelijkheid worden geschapen dat het bestuur, ter ondersteuning van een portefeuillehouder, zelf een of meer werkgroep(en) instelt. Bijvoorbeeld indien een secCeoversCjgende cao wordt afgesloten. Dan is het verstandig een cao-­‐commissie te vormen met leden uit de betrokken secCes. Taak, samenstelling en werkwijze van deze werkgroepen worden dan door het bestuur bepaald. In de jaarlijkse verslaglegging wordt van het bestaan ervan wel melding gemaakt, zo kunnen de leden er op de algemene ledenvergadering (ALV) eventueel wel opmerkingen over maken of vragen over stellen. !
!
!
Waar deze belangen aan de orde zijn funcConeren de SecCes, zij het niet alCjd op even democraCsche wijze. Dat laatste moet veranderen, bestuursverkiezingen en periodiek aVreden worden ook hier normale verschijnselen. De rol van de SecCes bij het samenstellen van de Verenigingsraad verdwijnt geheel, ook uit de statuten en reglementen. 5. Hoe verder? De hierboven ontwikkelde denklijn en detaillering vormen het bezinksel uit twee bijeenkomsten van de Werkgroep, de inbreng van individuele leden van de Werkgroep op het concept-­‐rapport en de reacCes vanuit de SecCes. Daarbij is gekeken naar de wijze waarop bij de FNV Horecabond recent (12 mei 2014) de verenigingsdemocraCe is georganiseerd. !
De redacCe van wijzigingsvoorstellen ten aanzien van Statuten en Huishoudelijk Reglement is een taak voor technici als juristen, notaris en de algemeen-­‐secretaris. !
Direct na afloop van de SecCebestuursconferenCe te Nunspeet heeV de Werkgroep zijn advies afgerond. Het NVJ-­‐bestuur kan in zijn eerstvolgende vergadering (9 oktober 2014) dan groen licht geven voor het inschakelen van juridische deskundigen om de betreffende arCkelen in vorm van wijzigingsvoorstellen aan te passen. Dit maakt vaststelling van de gewijzigde Statuten en Huishoudelijk Reglement in de eerstvolgende Verenigingsraad mogelijk. Dan zou het nieuwe democraCsche stelsel binnen de NVJ per 1 januari 2015 ingevoerd kunnen worden. 6. Slotopmerkingen Dankzij een coöperaCeve houding en inbreng van alle werkgroepleden en de construcCeve inbreng vanuit de SecCebestuursconferenCe kon er snel gewerkt worden. Zo is aanvankelijk de gedachte op tafel gelegd om door een SecCebestuur op de ALV de stemmen te laten uitbrengen van secCeleden die dat bestuur daartoe via een elektronische stemming machCgden. Deze leden hoeven dan zelf niet aanwezig te zijn op de ALV, maar kunnen zo hun stem toch tot gelding brengen. Dit is vooral van belang voor de SecCes, waarvan de leden door de aard van hun werk niet of slechts zelden op de ALV aanwezig kunnen zijn. De aanwezige leden die zich minimaal twee weken tevoren hebben !
aangemeld, kunnen dan zelf hun eigen stem uitbrengen. Deze worden in mindering gebracht op het totaal aantal stemmen van de SecCe, dat door bestuursleden wordt uitgebracht; dit laatste om overlap te voorkomen. Het one-­‐man-­‐one-­‐vote beginsel wordt hiermee voor ieder lid gewaarborgd. Deze elektronische stemmingsuitslag is bindend en gaat dus verder dan de elektronische ledenraadpleging (arCkel 24, lid 8 Statuten, verder uitgewerkt in arCkel 6.6 Huishoudelijk Reglement), waarvan de uitkomst geldt als een zwaarwegend advies. Dit alternaCef is door de voorstanders teruggenomen omdat door het opnemen van de 1/3 blokkadebepaling en de beperkte stemoverdracht in punt 4.e. dit probleem afdoende ondervangen is, zo meent de Werkgroep. Verder ware aan de SecCes een recht van iniEaEef (het indienen van voorstellen voor de ALV) en enquête (ledenraadpleging) toe te kennen, om hun specifieke belangen te kunnen verweven in het algemeen beleid van de NVJ. Tegen deze achtergrond is de werkgroep kunnen komen tot een unaniem advies. De nieuwe vormgeving van de democraCe binnen de NVJ moet zich echter in de prakCjk bewijzen. Om die reden beveelt de Werkgroep aan, om na een periode van twee á drie jaar de werking te evalueren. De Werkgroep: !
Eric Brinkhorst Aad van Cortenberghe Louis van de Geijn Brenno de Winter Thomas Bruning – algemeen secretaris 8 oktober 2014.