Doc. De Lichtenvoorde, niet zo maar een zorginstelling!

De Lichtenvoorde, niet zo maar een zorginstelling!
Historie: bijna 50 jaar zorginnovatie
De Lichtenvoorde is in 1966 als alternatief voor de dan bestaande instellingen opgericht door burgers uit de regio.
De organisatie werd formeel erkend en ontwikkelde zich door de jaren heen.
Innovatie van zorgprocessen stond aan de basis van deze organisatie en is kenmerkend voor de organisatie gebleven.
Vanaf de aanvang is de scope van de organisatie gericht geweest op kwaliteit van zorg en zorgprocessen en niet op groei.
Weliswaar is de organisatie meegegroeid met de autonome groei in de sector, maar dat was een afgeleid proces en geen
doel. In latere jaren werd deze scope ook gericht op kwaliteit van arbeidsomstandigheden.
Nu de sector autonoom krimpt, beweegt de organisatie met dit proces mee. De scope blijft echter gericht op kwaliteit
De Lichtenvoorde is nu een zorgaanbieder in de caresector van de gezondheidszorg met als belangrijkste doelstelling het
verzorgen en begeleiden van mensen met een (licht verstandelijke, matige of ernstige verstandelijke en/of psychiatrische)
beperking, ongeacht geslacht, leeftijd, etnische afkomst of levensovertuiging, als volwaardige burgers in de lokale
samenleving. De organisatie is toegelaten tot de zorgfuncties LVB, VG, GGZ en LG.
De Lichtenvoorde werd jaren geleden al als een van de eerste zorginstellingen volledig HKZ gecertificeerd en was vorig jaar
ook als eerste gehandicaptenzorginstelling gecertificeerd voor de Roze Loper (tolerantie ten aanzien van seksuele diversiteit
bij cliënten en medewerkers). Wij behoren bij het laatste sectorbrede cliëntwaarderingsonderzoek tot de best scorende
instellingen; dat gold ook voor de meest recente medewerkersraadpleging door Effectory dit jaar.
De Lichtenvoorde is een erkend Calibris-leerbedrijf en ontwikkelde met Avans+ een door de VGN (Vereniging
Gehandicaptenzorg Nederland) erkende interne Mbo-opleiding voor gespecialiseerde jeugdzorg. In 2012 is in samenwerking
met Avans+ ook een gespecialiseerde Mbo-opleiding voor de ouderenzorg binnen de gehandicaptenzorg ontwikkeld.
De organisatie behoort ten aanzien van de toepassing van zorgtechnologie tot de koplopers binnen de sector.
Dat geldt ook voor het omgaan met seksualiteitsvraagstukken en kleinschalige zorg in de wijk.
Binnen de sector wordt De Lichtenvoorde gewaardeerd voor de bejegening van cliënten en de innovaties van zorgprocessen.
Missie: participatie, inclusie en burgerschap
De Lichtenvoorde wil mensen met een beperking in de gelegenheid stellen om zo veel mogelijk aan de samenleving deel te
nemen. Dat geldt voor alle terreinen van het leven zoals bij het wonen, werken, scholing en vrijetijdsbesteding.
Wij stellen ons daarbij ten doel met de lokale samenleving een dialoog aan te gaan om deze te ondersteunen in haar rol als
inclusieve samenleving, waarbij dan ook vanuit die samenleving initiatieven tot participatie en integratie kunnen ontstaan.
Wij erkennen mensen in hun beperking; de zorg en dienstverlening is vooral gericht op het compenseren van de beperking.
Wij stimuleren mensen om zoveel mogelijk de regie over het eigen leven te krijgen en te behouden en daarvoor ook
verantwoordelijkheid te nemen. De toepassing van individuele en collectief gerichte zorgtechnologie kan daarbij helpen.
Wij hanteren daarbij een strikte gedragscode.
Een correcte bejegening tussen medewerkers, cliënten en verwanten ligt daaraan ten grondslag.
In het begin van de jaren negentig ontstond in Nederland onder invloed van een vergelijkbare beweging in de Verenigde Staten, het
burgerschapsmodel in de gehandicaptenzorg. Aanvankelijk werden onderwerpen als vraagsturing en cliënt-centraal aan de orde
gesteld. Tegenwoordig gebruiken we voor de realisatie van burgerschap veel meer het begrip inclusie.
De Lichtenvoorde stond met een aantal medestanders in Nederland aan de basis van deze beweging.
Later werd het model deels overgenomen door het rijk om wijzigingen in het zorgstelsel te beargumenteren en zeer recent vormt het
burgerschapsmodel (nu vertaald als de participatiemaatschappij) de basis voor de decentralisatiegedachte binnen de gehele
zorgsector. Het feit dat het rijk dit model zomaar van toepassing verklaart op de gehele zorgsector, zonder daarbij de noodzakelijke
voorwaarden te scheppen, doet vermoeden dat het hier niet alleen gaat om een edel motief. Vanuit de historie mag desondanks
verwacht worden dat De Lichtenvoorde het begrip participatiemaatschappij accepteert als een vorm van inclusie.
Recent onderzoek onder vrijwel alle volwassen cliënten leert dat een spectaculair aantal mensen met een beperking in de Achterhoek
actief participeert in de samenleving. Op vrijwel alle terreinen van werk, dagbesteding, sport, spel en cultuur.
Visie: waar gaat de organisatie naar toe in de wereld van morgen?
Om de missie in de huidige tijd vorm te kunnen geven, zal de organisatie moeten zorgen voor continuïteit en innovatief
vermogen in een uiterst hectische omgeving.
Verder stelt de organisatie vast dat zij aan een aantal specifieke kenmerken moet voldoen:
cliënten en verwanten laten op uiteenlopende manieren zien dat zij de organisatie waarderen
in de organisatie werken trotse, zelfbewuste en goed opgeleide medewerkers
de organisatie behoort tot de best presterende care-instellingen.
Om het bestuur van de organisatie (governance) gericht te houden op missie en visie zal de structuur van de organisatie en de
wijze waarop de belanghebbenden medezeggenschap uitoefenen, regelmatig geëvalueerd worden.
Het morele kompas van het bestuur is en blijft gericht op de cliënt.
De Lichtenvoorde, een krimpend bedrijf in een krimpende markt
De bedrijfsvoering
De Lichtenvoorde is een financieel gezond maar ook zuinig bedrijf.
Investeringen in innovaties in de zorg, zoals zorgtechnologie (www.mensentechniek.com), seksualiteitsvraagstukken,
kleinschalige zorg en inclusie (www.delichtenvoorde.nl) zijn altijd uit eigen middelen gefinancierd en de energie ervoor
komt ook altijd uit cliënten, verwanten en medewerkers.
De Lichtenvoorde hecht ook aan de eigen positie van de cliënten en laat dat zien in de medezeggenschap, de ondersteuning
van de LFB (belangenvereniging voor en door mensen met een beperking) en de wijze waarop cliënten ook in de
communicatie betrokken worden (www.OJAA.nl).
Deze inspanningen vragen natuurlijk een duidelijke scope op het financieel beleid en De Lichtenvoorde stuurt altijd op een
redelijk eigen vermogen (ook in liquiditeiten) dat steeds weer voor innovaties wordt ingezet.
650 Medewerkers en 250 vrijwilligers (www.werkenbijdelichtenvoorde.nl) werken zoveel mogelijk onder eigen
verantwoordelijkheid in zelfsturende teams met slechts een beperkt aantal managers in de lijn. Slechts 2,6 procent van de
medewerkers werkt in het management. Dat is in Nederland gemiddeld 6 procent.
De organisatie tracht zoveel mogelijk verspilling tegen te gaan en de beschikbare middelen zo effectief mogelijk in te zetten,
maar vraagt aan de andere kant ook vrijwel geen eigen bijdrage in de kosten van cliënten.
Naast innovaties staan transparantie en integer werken hoog in het vaandel.
Dat leidt tot horizontaal toezicht van fiscus, IGZ en VWA.
Toen in 2012 het bestuursakkoord tussen rijk, provincies en gemeenten werd getekend is De Lichtenvoorde in 2013 al begonnen om
de organisatie aan te passen aan de veranderende omstandigheden, hetgeen ook al krimp bij extramurale zorg tot gevolg had. De
opmerkingen van bepalende personen binnen gemeenten over generalistische zorg werden direct ter harte genomen. Om de
organisatie verder te laten krimpen is een regeling getroffen waardoor in de loop van 2014 een behoorlijk aantal medewerkers de
organisatie al vroegtijdig verlaat. Dit veroorzaakt wel een aanzienlijk exploitatieverlies voor dit jaar.
Bij de financiële gevolgen van de transities, zoals deze nu in de aanbestedingsvoorwaarden van zorgkantoren Menzis en Achmea en
de acht Achterhoekse gemeenten zijn gepresenteerd, heeft De Lichtenvoorde ook weer getracht om binnen de financiële en
organisatorische mogelijkheden van de organisatie zich aan te passen.
De financiële gevolgen zijn deze keer echter zodanig ingrijpend dat een ongestoorde bedrijfsvoering voor 2015 niet meer mogelijk is.
De instelling moet verder krimpen, activiteiten stoppen, het aantal cliënten verkleinen evenals het aantal medewerkers.