KJV 2014-2015 (GROEP 2) De grote dag / Arnoud Wierstra (door Bert Wastijn) Auteursinfo Arnoud Wierstra (1968) wilde als kind al naar de kunstacademie, maar toen hij daar uiteindelijk studeerde, viel de opleiding tegen. Hij stopte en ging vier jaar lang plastic flessen inpakken in een fabriek. Daarna studeerde hij psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij werkt nu als psycholoog op twee middelbare scholen. In 2010 kwam zijn eerste woordeloze boek uit met als titel Feest. In 2013 publiceerde hij bij Gottmer het boek De grote dag en kreeg daarbij alvast een KJV-nominatie. Kort samengevat Morgen is de grote dag. Dan komt ze! De cakejes zijn gebakken, het cadeautje is mooi ingepakt, de wekker is gezet. Alles is klaar. Nu nog maar één nachtje slapen… Aan het begin van het boek komen we aan bij een groot huis. Het huis van een jonge muzikant. Het is duidelijk dat hij aftelt naar een speciale gebeurtenis. Heel wat elementen uit de tekeningen laten vermoeden dat hij aftelt naar het moment dat hij zijn geliefde terugziet. Hij is in de weer met de laatste voorbereidingen en gaat dan een laatste keer slapen voor de grote dag. Als hij wakker wordt, lijkt alles anders en loopt niets zoals gepland. In een droomwereld trekt het hoofdpersonage op stap en heeft de ene tegenslag na de andere. Tijdens zijn avontuur per moto, boot of octopus lijkt alles hem weg te houden van zijn geliefde. Tot hij wakker wordt uit die nare nachtmerrie. Hij klimt uit bed, maakt zich klaar voor deze bijzondere dag en hij gaat opnieuw het avontuur aan. 3 uur wacht hij op het station vooraleer zijn geliefde aankomt. Ze vliegen naar elkaar toe. Een happy end voor de twee muzikanten, wanneer ze dicht bij elkaar opnieuw naar dromenland vertrekken. Aan de slag Thema De grote dag gaat over heel veel verschillende zaken. Een kringgesprek is een leuke manier om hier even over na te denken met de kinderen. Laat ze hierover vertellen. (Hieronder staan suggesties en voorbeelden van vragen.) Het boek gaat over een speciale gebeurtenis waar je lang naar uitkijkt. Is er iets waar de kinderen naar uitkijken? Hun communie of lentefeest, een verjaardag, sinterklaas, kerstmis, op reis gaan, op kamp gaan? Waarom kijken ze uit naar zo iets? Wat maakt zoiets speciaal? Wanneer is zoiets speciaal? Zijn er zaken die ze niet speciaal of bijzonder vinden? Het boek gaat ook over dromen. Waarover hebben ze allemaal al gedroomd? Zijn dromen leuk? Zijn dromen stom? Hoe heet een droom die ze eigenlijk niet zo leuk vinden? Een nachtmerrie. Het thema verliefd zijn: de jongen in het boek verlangt om zijn liefje terug te zien. Waarom zou hij zo blij zijn? Hij heeft haar gemist. / Hij heeft haar heel lang niet gezien. / Het is misschien de eerste keer dat hij haar zag. (elkaar leren kennen via internet) / Ze is op reis geweest … Moeten ze hun liefjes lang niet zien voor ze hem/haar missen? Hoe voelt dat om verliefd te zijn? Is dat makkelijk om een liefje te vinden? Kennen ze veel mensen die een liefje hebben of geen liefje hebben? Het thema muziek: de jongen en het meisje spelen allebei een muziekinstrument. Welke instrumenten kennen ze allemaal? Spelen ze zelf op een instrument? Weten ze op welke instrumenten de mensen uit het boek spelen? Illustraties Bekijk samen met de groep de kaft en de tekeningen in het boek. Wat vinden ze van de tekening (probeer de woorden mooi of lelijk te vermijden in deze fase)? Laat de kinderen nadenken wat ze van de tekening of delen van de prenten vinden. Het helpt om hen te laten omschrijven wat ze zien. - Vraag eventueel welke dingen ze mooi vonden, wat ze minder mooi vonden of wat ze echt niet mooi vonden. - Kunnen ze een gezichtje tekenen bij de tekening? Voelen ze zich blij of droef bij de tekeningen? Is er een verschil tussen de verschillende tekeningen? Arnoud Wierstra heeft van dit woordloos prentenboek ook een zoekboek gemaakt. Hij verstopte verschillende kleine elementen op elke pagina. Ook liet hij grote motieven terugkomen. Of stopte hij opmerkelijke elementen in de tekeningen. Het is leuk om ze eens allemaal op een rijtje te zetten en binnen een focus te bekijken: - Op elke pagina zitten geturfde streepjes verstopt. (Zoals ze in de tekening van zijn huis op de voorgevel en de lantaarnpaal staan, of op zijn bed.) Zien ze die op elke tekening terug? Verandert het aantal streepjes? - Hebben ze gezien dat de jongen een krokodil in huis heeft? Wat doet hij allemaal in het boek? - Waarom zijn er geen muren aan de huizen? - Op het verkeersbord (de prenten waar hij op de bus wacht) staat 43 per uur. Oei? - De vlag van het piratenschip toont heel veel emotie. Wat denken ze dat de vlag voelt? - Hoe zien ze eigenlijk dat het een echt piratenschip is? - Welke dieren zien ze allemaal verstopt in het boek? Vertel het verhaal De tekenaar had geen woorden nodig om zijn verhaal te vertellen. Iedereen heeft zijn verhaal begrepen op zijn manier. De kinderen kunnen per twee hun verhaal aan elkaar ‘voorlezen’. Hierbij bladeren ze tekening per tekening in het boek en vertellen aan elkaar wat in het verhaal gebeurt. Na het einde van het eerste verhaal, keren ze de rollen om. De kinderen kunnen per twee hun verhaal ook aan elkaar uitbeelden. De kinderen kunnen hun verhaal ook neerschrijven als ze dat willen. Beeld het verhaal uit De kinderen kunnen het verhaal vertalen naar een echt toneelstuk. Hoe zou dat verlopen? Probeer het verhaal uit te beelden in groepjes. Tableaus Vivants Probeer ook eens de Tableaux Vivants. Probeer met de kinderen het verhaal uit te beelden in 6 foto’s: - 1 inleidende foto - (3 of) 4 middenfoto’s - 1 (of 2) eindfoto(‘s) Je kan je Tableaux Vivants posten op het online KJV-prikbord! http://kjv.be/prikbord/groep.php Andere leestips Feest / Arnoud Wierstra (Lemniscaat, 2010) Ik val op jou / Rebecca Dautremer (Davidsfonds/Infodok, 2004) De dromen van Boeba / Agnès de Lestrade en Tom Schamp (Lannoo, 2008) Juryleden kunnen online op de KJV-boeken reageren. Ga naar www.kjv.be, klik op ‘Welke boeken moet ik lezen’ en dan op de groep en het boek in kwestie.
© Copyright 2024 ExpyDoc