PDF bestand a) Uitgangspunten krachttraining - er sprake

5 March, 2014
Aanbevelingen voor krachttraining bij kinderen met een spastische
cerebrale parese
Werkgroep Kracht/fitnesstraining Dutch-ACD (CPort)
Leden werkgroep: Hurnet Dekkers, Nienke Bergsma, Eugene Rameckers, Maartje Hensen,
Olaf Verschuren, Anton Comuth, Annet Dallmeijer
1. KRACHTTRAINING BIJ KINDEREN MET CP
a) Uitgangspunten krachttraining
- er sprake is van ‘overload’: de weerstand (‘load’) is groter dan normaal
- de training is progressief: neemt toe met toenemende kracht
- de training is specifiek: de vaardigheid die wordt getraind verbetert
- de training is reversibel: afhankelijk van de duur van de training neemt de kracht
weer af na het stoppen van de training
Aanbevelingen krachttraining (FITT principes)
•
•
Frequentie:
Intensiteit:
•
•
Tijd:
Type:
minimaal 2x week, met minimaal 1 dag tussen de trainingen
6-15 RM (≈50-80% 1RM), 2-3 sets (1-2 min rust tussen sets)
3-4 oefeningen per training (2-3 min rust tussen oefeningen)
minimaal 14-16 weken 45-60 min per training
gericht op activiteiten zoals geformuleerd in de hulpvraag
b) Keuze van de oefeningen
- de oefeningen sluiten aan bij de activiteiten van de hulpvraag (behandeldoel)
- de keuze van de oefeningen is afhankelijk van de mogelijkheden van het kind
- kies voor de training 3-4 uitdagende functionele oefeningen (aansluitend bij de
hulpvraag)
- indien mogelijk worden de vaardigheden die aansluiten bij de hulpvraag als
geheel (bv traplopen) getraind
- indien dit niet tot het gewenste resultaat leidt (wat betreft uitvoering of
intensiteit) kan een (minder complexe) deelvaardigheid (bv step-up) geoefend
worden (bv bij minder sterke kinderen, en bij kinderen met beperkte selectiviteit)
1
5 March, 2014
c) Opbouw trainingsperiode (14-16 weken, 2x wk, 45-60 min)
•
Opbouwfase (2-4 weken):
- de eerste 2-4 weken worden gebruikt voor het aanleren van een goede uitvoer
van de oefeningen, waarbij met lichte weerstand wordt geoefend zodat het kind
de beweging met gemak kan uitvoeren
- zodra de beweging gecontroleerd kan worden uitgevoerd wordt de weerstand
gradueel verhoogd met 10% tot de aanbevolen weerstand van 6-15 RM1 is bereikt
- let op dat de oefening goed (gecontroleerd)wordt uitgevoerd, ook bij
vermoeidheid na een aantal herhalingen
- begin bij minder sterke kinderen met één of twee sets en/of een kleiner aantal
herhalingen; vergroot vervolgens het trainingsvolume in de eerste weken door
het aantal herhalingen en sets uit te breiden
- begin bij complexe vaardigheden met een kleiner aantal herhalingen en breid
daarna het aantal sets uit (om slechte uitvoering door vermoeidheid te
voorkomen)
•
Trainingsfase (minimaal 14-16 weken):
- als het kind in staat is om 6-15 herhalingen in 3 sets goed uit te voeren wordt de
trainingsweerstand bij de volgende training met 10-20%2 verhoogd
- de weerstand kan worden verhoogd door (zie voorbeeld oefeningen):
o de oefening te verzwaren met een externe weerstand (bv met
gewichtenvestje)
o de oefening te verzwaren door de taakuitvoer van de oefening aan te
passen (bv stoel zitting verlagen)
d) Opbouw trainingssessie
•
Warming-up
- de warming-up bestaat uit dynamische activiteiten in spelvorm van minimaal 5-10
minuten, op een matig tot intensief inspanningsniveau, bv afwisselend passen op
de plaats, dansen, rennen, badminton met ballonnen, actief spel, rollen of gooien
met zachte bal of ballon, gewoon lopen (naar de therapie) of lopen op de
loopband
•
Krachttraining
- 2-3 sets (1-2 min rust tussen sets) van 3 tot 4 oefeningen (2-3 min rust tussen
oefeningen)
o complexe vaardigheid: 12-15RM
o deelvaardigheid: 6-8RM
•
Cooling down
- 5 min dynamische activiteit op lage intensiteit in spelvorm (zie warming-up)
1
‘Repetition Maximum’ is het maximum aantal herhalingen dat goed kan worden uitgevoerd bij een bepaalde
weerstand, bv 6RM is de weerstand waarbij de oefening maximaal 6 maal goed kan worden uitgevoerd.
2
De toename van de weerstand is niet altijd nauwkeurig te bepalen, en zal vaak moet worden geschat.
2