PATR IMO N IA LE AC T UA LITEI T Hybride financiële instrumenten Door een wijziging van de MoederDochter Richtlijn, wil de Europese Unie een einde maken aan de hybride leningsstructuren die, volgens haar, als gevolg hebben dat de lidstaten aanzienlijke inkomsten mislopen. overeengekomen bij uitgifte van de lening). In tegenstelling tot de aandeelhouder die moet wachten op een beslissing van de algemene vergadering, kan de geldschieter de betaling van de overeengekomen rente, en ook de terugbetaling van het kapitaal eisen eens de verschillende vervaldagen zijn bereikt. Nina De Moor, estate planner De fiscale gevolgen Een onderscheid: eigen vermogen en ontleende middelen Dividenden zijn naar Belgisch recht in principe niet fiscaal aftrekbaar van het belastbaar resultaat van de vennootschap die ze uitkeert, terwijl in normale omstandigheden (geen excessieve rente …) interesten dat wel zijn. Dit is echter niet altijd zo eenvoudig. Het wordt nog ingewikkelder wanneer het financieel instrument is uitgegeven in een bepaalde lidstaat en de belegger in een andere lidstaat woont. Het is momenteel soms zo dat de juridische kwalificatie van hybride financiële instrumenten verschillend is in de verschillende lidstaten. Om dit uit te leggen, nemen we het voorbeeld van de PPB, een ‘profit participating bond’. We hebben hierboven gezien dat een geldschieter recht heeft op een vergoeding van zijn lening (interest). Deze vergoeding kan een vooraf bepaald percentage zijn, maar kan ook – zoals bij een PPB - complexer zijn en bijvoorbeeld gedeeltelijk gelinkt zijn aan de winst gerealiseerd door de ontlenende vennootschap. Dit neemt de juridische kwalificatie van de onderliggende verrichting echter niet weg. Volgens Belgisch recht blijft het om een leningsovereenkomst gaan. Een vennootschap kan zich via eigen of vreemd vermogen financieren. Het eigen vermogen van een vennootschap wordt gevormd door dat wat de oprichters in de vennootschap inbrengen. In ruil voor hun inleg krijgen zij aandelen, die worden vergoed via dividenden. De grootte van de dividenduitkering hangt af van het resultaat van de vennootschap. De beslissing tot het al dan niet uitkeren van dividenden en tot de terugbetaling van de inleg aan de aandeelhouders wordt door de algemene vergadering van de vennootschap genomen. Het eigen vermogen is onderworpen aan het ondernemingsrisico (vandaar de benaming ‘risico kapitaal’). Vreemd vermogen veronderstelt daarentegen een terbeschikkingstelling van fondsen aan de vennootschap gedurende een bepaalde looptijd en tegen een bepaalde interestvoet, vastgelegd in een leningsovereenkomst (de modaliteiten 2 7 J U N I 2 0 1 4 PATRIMONIALE ACTUALITEIT . 27 juni 2014 In de bronstaat, het land van de ontlenende vennootschap die schuldenaar is van de interesten, wordt de uitkering van de PPB betaald door die vennootschap, doorgaans als een fiscaal aftrekbare kost beschouwd. Terwijl de wetgeving van het land van de begunstigde vennootschap deze als een dividend (winstuitkering) kan kwalificeren … dat fiscaal geheel of gedeeltelijk van haar belastbare basis mag getrokken worden. Dit komt neer op een fiscale behandeling als vreemd vermogen in de ene staat, en als eigen vermogen in de andere, waardoor we met een dubbele niet-heffing geconfronteerd worden. Volgens de laatste persartikels die hierover verschenen zijn, hebben de Europese ministers van Financiën op vrijdag 20 juni de geamendeerde tekst van Richtlijn aangenomen. Dit nadat Malta, het enige land dat zich tot hiertoe bleef verzetten tegen de goedkeuring van de wijziging, haar voorbehoud had opgeheven en de door haar gevraagde garanties had gekregen van de Commissie. De lidstaten hebben tot 31 december 2015 de tijd om de gewijzigde Richtlijn om te zetten in intern recht. De fiscale optimalisatie van de belastbare basis op basis van hybride financiële instrumenten is een delicate operatie omwille van de bestaande antimisbruikbepalingen. Om geen risico’s te lopen, hebben verschillende vennootschappen hieromtrent al een ruling aangevraagd bij de Dienst Voorafgaandelijke Beslissingen. De Europese Unie stelt vast dat dergelijke structuren met een dubbele niet-heffing als gevolg hebben dat “de lidstaten aanzienlijke inkomsten mislopen en dat oneerlijke concurrentie gecreëerd wordt tussen bedrijven op de interne markt”1. Ze heeft de Lidstaten dus geadviseerd om “dezelfde fiscale kwalificatie te hanteren als die welke de bronlidstaat toekent aan de uitkeringen op hybride leningen (zonder belastingvrijstelling voor uitkeringen op hybride leningen die aftrekbaar zijn in de bronlidstaat)”. De Moeder-Dochter Richtlijn die de Lidstaten verplicht om vrijstelling van belasting te verlenen voor winstuitkeringen die moedermaatschappijen ontvangen van dochterondernemingen uit andere Lidstaten zal bijgevolg moeten gewijzigd worden. 1 emorie van toelichting, Voorstel van richtlijn van de Raad tot wijziging van M de richtlijn 2011/96/UE betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten; http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-//EP//TEXT+REPORT+A72014-0243+0+DOC+XML+V0//NL. Wenst u meer informatie over onderwerpen die aan bod komen in de Patrimoniale Actualiteit? Uw private banker en zijn medewerkers op het vlak van Estate planning zijn u graag van dienst. Wenst u op de hoogte te blijven van de laatste fiscale wijzigingen? Schrijf u nu gratis in op onze Private Banking Alerts via www.bnpparibasfortis.be/alerts De inlichtingen en meningen opgenomen in onderhavige brief zijn toelichtingen met een louter informatief karakter. Zij kunnen in geen geval beschouwd worden als adviezen of aanbevelingen van fiscale, juridische of andere aard. Zij houden geen rekening met uw persoonlijke situatie. Wij verzoeken u dan ook uw raadsman te contacteren vooraleer enige beslissing te nemen die rechtstreeks of onrechtstreeks gebaseerd is op de inlichtingen vervat in deze brief. Deze Algemene Bankvoorwaarden vormen het algemene kader van de conventionele relatie tussen BNP Paribas Fortis NV (kredietinstelling met maatschappelijke zetel gevestigd is in 1000 Brussel, Warandeberg 3 - B.T.W. BE 0403.199.702 - RPR Brussel, onder het prudentieel toezicht van de Nationale Bank van België, de Berlaimontlaan 14, 1000 Brussel en de controle inzake beleggers- en consumentenberscherming van de Autoriteit van Financiële Diensten en Markten (FSMA), Congresstraat 12-14, 1000 Brussel en ingeschreven als verzekeringsagent onder FSMA-nr. 25879 A, hierna “de Bank” en haar klanten. V.U.: Ann Moenaert, BNP Paribas Fortis NV, Warandeberg 3 - 1000 Brussel - 026781369644 • Made in BNP Paribas • Media Processing De Europese reactie
© Copyright 2024 ExpyDoc