– VOORSTEL – Polyfonie: zonder wrijving geen glans VU-Kamerkoor o.l.v. Boudewijn Jansen programmavoorstel ten behoeve van de amateurserie Pieterskerkconcerten november 2014 Contact: Jasper Hupkes (voorzitter VU-Kamerkoor) M 06 – 21513119 E [email protected] Inleiding Een mens kan fundamenteel slechts blij en gelukkig of treurig en triestig zijn. Geen sterveling kan zich buiten één van die twee ophouden. Er is geen weg tussen 'in klein' en 'in groot'. Arthur Schopenhauer (1788–1860) In november 2014 programmeert het VU-Kamerkoor een project met de titel “Polyfonie: Zonder Wrijving Geen Glans”. Het project draait om de ontwikkeling van polyfonie in de muziekgeschiedenis, waar samenklank en wanklank, eenstemmigheid en meerstemmigheid, harmonie en wrijving elkaar in balans houden. Muziek die louter uit statische consonanten bestaat, wordt snel saai gevonden; nieuwe vormen van meerstemmigheid en/of dissonantie zijn een manier voor componisten om zich te onderscheiden ten opzichte van hun voorgangers. Een dissonante klank wordt gekenmerkt door een wrijving en scherpte en streeft naar een oplossing in een consonant. Naast het tempo en de toonsoort heeft de mate van consonantie of dissonantie invloed op de geestelijke toestand van de mens. Muziek kan toegang geven tot diepe gevoelens over al dan niet verborgen verlangens, of daar juist een tegenhanger van zijn, waaruit men kracht kan halen. Muzikale beweging veroorzaakt zielsbewogenheid. In de 16de en 17de eeuw was dissonantie één van de belangrijkste uitdrukkingsmiddelen in de madrigaal. Ons denken over wat consonant is en wat dissonant is in de loop der tijd bovendien veranderd; in de middeleeuwen werd zelfs de grote terts nog gezien als een onzuivere klank! Met een eindsprint in de 20ste eeuw is in de muziekgeschiedenis een ware ‘emancipatie van de dissonantie’ waar te nemen. In het programma “Polyfonie: Zonder Wrijving Geen Glans” richten wij ons op fijne, mooie muziek, waar de toehoorder van kan genieten – dissonantie is immers een middel, geen doel. Uitersten als de Eerste en de Tweede Weense School treft u daarom gelukkig niet aan in dit programma. Wel beginnen we met een staaltje van de allervroegste polyfonie: muziek van Perotinus (of Pérotin), die een Gregoriaanse cantus firmus combineert met een vrije bovenstem. De bovenstem gaat zijn eigen gang, lijkt het, dissonanten en oplossingen zijn duidelijk hoorbaar, maar cadensen en akkoorden ontbreken. In de loop van het programma zien we hoe die polyfonie wordt uitgebouwd, van Palestrina (prima prattica, waarin muziek voor tekst gaat) via Monteverdi (seconda prattica, waar het andersom is) naar Bach, met een tussenstop in Tallis, die een geheel eigen vorm van dissonanten gebruikte. We sluiten het programma af met een twintigste-eeuws stuk van Penderecki. Graag geven wij u nader inzicht in ons programmavoorstel voor het project “Polyfonie”. Vast staat dat het VU-Kamerkoor onder leiding van Boudewijn Jansen garant staat voor een concert van hoge kwaliteit en een hoog artistiek niveau. 1 Programmavoorstel Perotinus Magnus (fl. 1200) Viderunt Omnes (gedeelte) Perotinus Magnus (of Pérotin de Grote) is een van de oudste componisten uit Europa die bij naam bekend zijn. De Fransoos wordt beschouwd als een van de eerste grondleggers van het motet. Hoewel verscheidene werken aan hem worden toegeschreven, zou het verkeerd zijn om hem daarvan de componist te noemen. Composities uit die tijd zijn het resultaat van een zich al honderden jaren ontwikkelende improvisatiepraktijk, die in dit gezang een van zijn hoogtepunten bereikt. Men zou Perotinus dus eerder kunnen beschouwen als de improvisatieleider die de zangers opdrachten gaf dan als de componist die alle te zingen noten van tevoren op papier zette. Nieuw is dat het resultaat van enkele improvisaties achteraf wel op papier werden gezet. Perotinus markeert daarmee de overgang in de westerse muziek van improviseren naar componeren. In zijn werk zien we een afwisseling van oude gregoriaanse cantus firmus met weelderige polyfone structuren die leiden tot levendige muziek. Giovanni Pierluigi da Palestrina (ca. 1525–1594) Peccantem Me Quotidie Quam Pulchra Palestrina was een Italiaans componist die een grote invloed heeft gehad op de ontwikkeling van de kerkmuziek. Hij wordt beschouwd als de belichaming van de Renaissancemuziek en een sleutelfiguur in de polyfone kerkmuziek uit de zestiende eeuw. Zijn stijl voldoet aan strenge regels, en daarin is expressie van de tekst minder belangrijk. Zijn composities worden gekenmerkt door een heldere melodische structuur, en gebalanceerde harmonie in de zangpartijen. Deze stijl werd het schoolvoorbeeld van de zogeheten prima prattica. De stijl kenmerkt zich door een streven naar controle over dissonantie, gebruik van modi (kerktoonladders) en het vermijden van overdadige instrumentale texturen en te rijke ornamentiek. De regels van deze Palestrina-stijl werden al in de tijd van Palestrina zelf geanalyseerd, en tijdgenoot Zarlino wijdde er een heel traktaat aan. De grote invloed van Palestrina op latere componisten blijkt onder meer uit het feit dat zelfs Johann Joseph Fux, die meer dan honderd jaar later een boek over de oude polyfonie publiceerde, Palestrina noemt als zijn lichtende voorbeeld. Maar wie de werken van de Palestrina enigszins bestudeert, zal ontdekken dat dit beeld van de strenge regels iets genuanceerd kan worden: geen componist zondigt zo vaak tegen de Palestrina-stijl als Palestrina zelf! Thomas Tallis (ca. 1505–1585) Videte Miraculum Tallis leefde evenals Palestrina in de zestiende eeuw, maar dan in Engeland. Dit maakte dat hij minder invloed had op de ontwikkeling van muziek op het vaste land. In de Engelse muziekgeschiedenis is Tallis evenwel een onmisbaar figuur. Als huiscomponist van vier Engelse monarchen is hij samen met William Byrd de belangrijkste componist uit het Engeland van die tijd, en een onmiskenbaar componist uit de Engelse muziek in het algemeen. Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de anglicaanse kathedraalmuziek. Videte Miraculum past goed in ons thema; Tallis maakt daarin gebruik van tegelijk klinkende mineur- en majeurakkoorden, in wat verder onbesproken fijne muziek is. Die techniek komt na hem niet meer voor. Claudio Monteverdi (1567–1643) Lamento d’Arianna Monteverdi was een Italiaans componist, dirigent en oorspronkelijk ook violist en zanger. Zijn werk markeert de overgang van Renaissance- naar Barokmuziek. Hij was een groot en in zijn tijd geëerd musicus. Waar Palestrina het schoolvoorbeeld was van de prima prattica, voegde Monteverdi daar de seconda prattica aan toe, waarin de dichterlijke tekst boven de muziek gaat. Vanuit deze overtuiging brak Monteverdi met de oude regels van de polyfonie en was het noodzakelijk om het recitatief, de basso continuo en (uiteindelijk) de opera te benutten. Vanuit deze madrigaalpraktijk laat zich direct de vroege operastijl in l'Orfeo en ook Arianna begrijpen. Voor Arianna liet Monteverdi zich inspireren door de klassieke mythe van Ariadne op het eiland Naxos. Enkel het libretto van de opera en de muziek van dit lamento bleven bewaard: de Lamento d'Arianna. In deze Lamento d'Arianna is sprake van een dodelijke droefenis (laat mij toch sterven!) in consonante muziek, waarin op sleutelmomenten dissonantie de droefenis onderstreept. Johann Sebastian Bach (1685–1750) Fürchte dich nicht Der Geist hilft unser Schwachheit auf Bach had zo’n grote invloed op de klassieke muziek vanwege de inventiviteit waarmee hij melodie, harmonie en ritme, maar ook diverse muziekstijlen uit zijn tijd en dansvormen combineerde. Zijn omvangrijk oeuvre valt met name op door groot componeertechnisch vakmanschap en een sterke emotionele zeggingskracht. In zijn behandeling van polyfonie en harmonie bereikte Bach een kwaliteit waarin hij de grenzen van alles wat tot dan toe gecomponeerd was overschreed. Mede dankzij Bach is de betekenis van dissonantie in zowel kerkelijke als seculiere muziek vergroot.1 Krzysztof Penderecki (*1933) Agnus Dei Penderecki is een Pools componist, dirigent en muziekpedagoog; hij wordt vaak een ‘laatmoderne klassieker’ en ook de grootste levende Poolse componist genoemd. Zijn stijl leefde op toen er vanaf 1956 in Warschau Herfstfestivals werden gehouden, waarin moderne en vooruitstrevende Westerse muziek ten gehore werd gebracht. Hierdoor geïnspireerd schreef Penderecki bijzondere en vooruitstrevende muziek zonder last te hebben van het totalitaire regime. In de jaren ’70 werkte hij in Yale, en hij ontving eredoctoraten in Seoul en Münstereredoctoraten. In 1991 werd er een asteroïde naar hem genoemd. Het Agnus Dei maakt deel uit van het “Poolse Requiem”, wat als een magnum opus van Penderecki kan worden beschouwd. Het werk nam drie jaar in beslag. Het Agnus Dei kwam gereed nadat de geliefde kardinaal Wyszyński overleed (1981). Het Agnus Dei staat symbool voor de twintigste-eeuwse zoektocht naar nieuwe wegen in de polyfonie en harmonie. 2 Concertdatum en bezetting Wat betreft de data zou onze voorkeur uitgaan naar vrijdag 21 en vrijdag 28 november 2014, met een lichte voorkeur voor 28 november. Het VU-Kamerkoor bestaat uit 32 zangers. Het zou gaan om een a capella uitvoering waar mogelijk een muzikaal intermezzo aan wordt toegevoegd. 3 Over het VU-Kamerkoor Het VU-Kamerkoor bestaat uit dertig jonge, ervaren koorzangers. De leden zijn hoofdzakelijk afkomstig uit de (Amsterdamse) studentenwereld, maar ook zangers daarbuiten weten het koor te vinden. De hoofddoelstelling van het VU-Kamerkoor is het op kwalitatief hoog niveau uitvoeren van koormuziek uit zeer uiteenlopende stijlperioden. Dit resulteert in afwisselend concerten met een hedendaagse programmering en concerten waar de meer conventionele werken te beluisteren zijn. Zo heeft het VU-Kamerkoor in deze laatste categorie de afgelopen jaren de Messiah van Handel, Monteverdi’s Mariavespers en het Weihnachtsoratorium van Bach uitgevoerd. Het VU-Kamerkoor neemt ook graag de stap richting muziektheater, met uitvoeringen van Strawinsky´s opera The Rake’s Progress, het operadrieluik Groots en Meeslepend (Puccini, Martinu en Ansink), en in juni 2008 een scenische uitvoering van Menotti’s madrigaalkomedie The Unicorn, the Gorgon and the Manticore in een regie van Boudewijn Jansen. De liefde voor de hedendaagse koormuziek is groot. Het koor heeft goede contacten met de Amerikaanse componist Frank Ferko, die de compositie La Remontée des Cendres speciaal voor het VU-Kamerkoor schreef. In oktober 2009 was het VU-Kamerkoor één van de drie winnende Nederlandse koren van de Tensodagen, een internationaal festival voor hedendaagse koormuziek. In de Grote Zaal van het Muziekgebouw aan het IJ bracht het koor de Elégie pour les Villes Détruites van Ton de Leeuw ten gehore. Het VU-Kamerkoor werkt graag samen met bijzondere gasten. In het programma Verwoeste Steden (mei 2009) vertelde oud-NOS-correspondent Eddo Rosenthal tijdens de concerten over zijn ervaringen in Israël en de Gazastrook; in mei 2010 musiceerde het koor in het programma Denkend aan Rusland samen met de beroemde cellist Dmitri Ferschtman, en kwam de Armeense componist Tigran Mansurian speciaal over uit Armenië voor het bijwonen van de Nederlandse première van zijn liederencyclus voor kamerkoor. In december 2010 kreeg het VU-Kamerkoor een masterclass van Bach-specialist Ton Koopman in het kader van het Weihnachtsoratorium, en voor de Hohe Messe verzorgde Philippe Herreweghe in januari 2013 een masterclass. Voor meer informatie en audiofragmenten van het VU-Kamerkoor kunt u terecht op onze website www.vukk.nl. 4 Over Boudewijn Jansen, dirigent Boudewijn Jansen studeerde piano en orkestdirectie aan het conservatorium van Utrecht. Tezelfdertijd nam hij deel aan de operastudio van de Nationale Reisopera in Enschede. Na zijn studie werd hij muzikaal leider en dirigent van de Stichting Kameropera Nederland. Sinds 1994 maakt Boudewijn deel uit van de muzikale staf van De Nederlandse Opera in de functie van assistent-dirigent en repetitor. Boudewijn Jansen debuteerde in 2001 als dirigent in Het Muziektheater in Amsterdam met Janaceks Jenůfa met het Radio Philharmonisch Orkest. Als koordirigent verzorgde hij verschillende malen de instudering van het Koor van de Nederlandse Opera. Van veel muzikale betekenis voor hem waren de samenwerking met onder ander Hartmut Haenchen, Sir Simon Rattle, Pierre Boulez en Mariss Jansons. Jansen dirigeerde onder meer het Nederlands Philharmonisch Orkest, het Radio Philharmonisch Orkest, Holland Symfonia en het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Als muzikaal leider van het Poortersfestival in Amersfoort bracht Boudewijn Jansen moderne operaproducties in Amersfoort: Der Kaiser von Atlantis (Ullmann, 2004) en A Night at the Chinese Opera (Weir, 2006). Jaarlijks nam hij de muzikale leiding op zich van het Utrechtse Oude Gracht Opera Concert. Sinds september 2003 is Boudewijn Jansen dirigent van het Toonkunstkoor Amsterdam, een groot concertkoor met een rijke, lange historie van 175 jaar. Hiermee continueert hij de ruim een eeuw oude traditie van de uitvoering van de Matthäus Passion van Bach op Goede Vrijdag in het Amsterdamse Concertgebouw. Naast een eigen programmering, waaronder geregeld hedendaagse werken en o.a. een wereldpremière van Hans Kox, is het koor vaste partner van het Nederlands Philharmonisch Orkest en Holland Symfonia. Boudewijn dirigeert sinds 1991 dirigeert met veel plezier de 4×8 stemmen van het Kamerkoor van de VU. In 2000 dirigeerde Boudewijn Jansen het VU-Kamerkoor en het VU-Kamerorkest in een productie van Stravinsky’s The Rake’s Progress. In november 2005 tekende hij met dezelfde gezelschappen voor een op zijn initiatief samengesteld operadrieluik Groots en Meeslepend bestaande uit Puccini’s Suor Angelica, Martinu’s Mariken van Nimwegen en een de wereldpremière van een opdrachtcompositie van Caroline Ansink. In juni 2008 maakte hij zijn regiedebuut in Menotti’s madrigaalkomedie The Unicorn, the Gorgon and the Manticore. Afsluiting Wij hopen dat u een goed beeld heeft gekregen van de inhoud van het project “Polyfonie: Zonder Wrijving Geen Glans”. Hopelijk wilt u dit concert in de amateurserie opnemen en ons op deze wijze in de uitvoering van onze plannen steunen. Het VU-Kamerkoor staat ervoor garant dat dit leidt tot een onvergetelijke ervaring voor zowel publiek als uitvoerenden!
© Copyright 2024 ExpyDoc